Philips DVDR520H User Manual [nl]

INHOUDSOPGA VE
BEGINNEN
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen .........................2
Waarschuwingen, opmerkingen en meer .................3
BEDIENING EN WEERGA VE
Afstandsbediening .........................................................5
Aansluitingen aan de voorzijde ...................................6
Weergavevenster ...........................................................6
Aansluitingen aan de achterzijde ...............................7
AANSLUITINGEN
De antennekabel en televisie aansluiten ................. 8
Voor betere videokwaliteit ..........................................9
Component uit.............................................................9
Voor betere audiokwaliteit ....................................... 10
Aansluiting op een stereo audioversterker of ontvanger 10
Aansluiting op digitale audioapparatuur ................ 10
Optsiche digitale uitgang ........................................ 10
Coaxiale digitale uitgang ............ .. .. ... .. .. .. .. .. .. .. ... .. .. . 10
Een decoder aansluiten ............................................. 11
INST ALLEREN
Systeem-menu ............................................................. 12
TV-ZENDERS INSTELLEN
Automatisch TV-zenders zoeken ........................... 13
Handmatige fijnafstemming TV-zenders .............. 13
Handmatige bewerking TV-zenders....................... 13
Zenderbewerking........................................................... 14
ShowView® - SYSTEEM INSTALLEREN
ShowView® Systeem installeren ............................ 15
GIDS
Afspelen ......................................................................... 16
Opnemen ....................................................................... 17
Timer-opname .............................................................. 18
Kopiëren ......................................................................... 20
OPNEMEN
Vóór het opnemen ...................................................... 21
Televisieprogramma’s opnemen ............................ 21
Nieuwe opnamen toevoegen ................................... 22
Hoofdstukintervals wijzingen .................................. 22
De laatst opgenomen sessie afspelen.................. 22
Van een videorecorder of Camcorder opnemen ... 23
Met één knop opnemen................................................. 24
DV-opname ...................................................................... 24
DV-bediening..................................................................... 26
TIMER-OPNAME
De timer instellen ........................................................ 26
Timeropname met het ShowView®-systeem..... 27
FLEX-TIJD
Live TV-uitzendingen pauzeren ............................... 29
Opnemen en afspelen ................................................ 29
AFSPELEN
Elementaire weergave .............................................. 30
POWER (aan/uit), OPEN/CLOSE (open/dicht), PLAY (afspelen), F.F.(snel naar voren spoelen), REW
(terugspoelen) ......................................................... 30
VOLGEND, EERDER ................................................ 30
PAUZE/ST APSGEWIJS, STOPPEN, WEERGEVEN ...... 30
SCHIJFMENU, AFSPEELLIJST ................................. 30
Navigatie bediening .................................................... 31
HERHALEN, ZOOM .................................................. 31
LANGZAAM, ZOEKEN ............................................ 31
A-B HERHALEN, ONDERTITELING.......................... 31
AUDIO, HOEK .......................................................... 31
INFORMA TIE............................................................. 31
Video afspelen ............................................................ 32
Muziekbestanden afspelen ..................................... 33
Fotobestanden afspelen........................................... 33
Audio-CD’s afspelen .................................................. 34
Foto’s met muziek afspelen ................................... 34
KOPIËREN
Van DVD naar HDD kopiëren ..................................... 35
Van HDD naar DVD kopiëren ..................................... 35
BEWERKEN
Bladermenu .................................................................. 36
Een titel geven ............................................................. 36
Een titel beschermen .................................................. 36
Een titel overschrijven .............................................. 36
Een titel splitsen ......................................................... 37
Titels samenvoegen.................................................. 37
Titels wissen ............................................................... 37
Titels van miniatuurweergaven instellen ............ 37
Hoofdstukverwijzingen relevante instelling ...... 37
SCHIJFWERKSET
Wissen ............................................................................ 40
Voltooien........................................................................ 40
Schijfopruiming............................................................ 41
Defragmenteren ........................................................... 41
GUI-BEDIENING WOORDENLIJST SPECIFICA TIES
Accessoires
Controleer of alle accessoires zijn meegeleverd en zie waartoe deze dienen.
1xAfstandsbediening
2xBatterijen
1x SCART-kabel
1xElektriciteitskabel
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
1) Lees de aanwijzigen. Lees alle aanwijzingen over de veiligheid en werking alvorens het product te openen.
2) Bewaar de aanwijzigen. Bewaar de aanwijzingen over de veiligheid en werking om deze later nog eens door te lezen.
3) Let op de waarschuwingen. Alle waarschuwingen over het product alsmede de aanwijzingen voor het gebruik dienen goed te worden opgevolgd.
4) Volg de aanwijzigen op. Volg alle aanwijzingen op over werking en gebruik.
5) Schoonmaken - Ontkoppel dit product uit de wandcontactdoos voor het schoonmaken. Gebruik geen vloeibare schoonmaakmiddelen of spuitbussen. Gebruik een vochtige doek voor het schoonmaken.
6) Hulpstukken - Gebruik geen hulpstukken die niet door de fabrikant van het product zijn aanbevolen, omdat deze gevaar kunnen opleveren.
7) Water en vocht - Gebruik dit product niet in de nabijheid van water; zoals bij een badkuip, wastafel, keuken­aanrecht, wastobbe, in een natte kelder, bij een zwembad, enz.
8) Accessoires - Plaats dit product niet op een onstabiel wagentje, stelling, driepoot, beugel of tafel. Als het product valt, kan het ernstig letsel bij kinderen of volwassenen veroorzaken en aanzienlijke schade aanbrengen aan het product. Gebruik het product alleen samen met een door de fabrikant aanbevolen wagentje, stelling, driepoot, steun, of tafel, die met het apparaat verkocht is. Bij het plaatsen van het product dienen de aanwijzingen van de fabrikant te worden opgevolgd en de door de fabrikant aanbevolen accessoires te worden gebruikt.
9) Wagentje - Een combinatie van het product en een daarvoor bestemd wagentje dient voorzichtig te worden vervoerd. Snel stoppen, brute kracht en ongelijkmatige oppervlakken kunnen het product en wagentje om laten vallen.
10) Ventilatie - De gleuven en openingen in de behuizing zorgen voor betrouwbare werking van het product en beschermen deze tegen oververhitting. Blokkeer en bedek deze openingen niet. De openingen mogen nooit worden geblokkeerd door het product op een bed, bank, vloerkleed of dergelijke oppervlakken te plaatsen. Plaats dit product nooit in een in ingebouwde stelling, zoals een boekenkast of -rek, tenzij in de juiste ventilatie is voorzien of de aanwijzingen van de fabrikant zijn opgevolgd.
11) Spanningsbronnen - Dit product dient alleen te worden gebruikt met het op het productetiket aangegeven type spanningsbron. Neem contact op met uw dealer of het plaatselijk nutsbedrijf, indien u niet zeker bent van het type spanningstoevoer in uw huis. Lees de aanwijzingen voor het gebruik van producten die bedoeld zijn om op batterijvoeding of andere bronnen te werken.
12) LOCATIE - Het apparaat dient op een stabiele plek te worden geïnstalleerd.
13) PERIODEN VAN GEEN GEBRUIK - Indien de voedingskabel van het apparaat gedurende langere perioden niet wordt gebruikt, dient deze te worden ontkoppeld uit de wandcontactdoos.
14) Aarden of polariseren
Indien dit product is uitgerust met een gepolariseerde wisselstroomstekker (een stekker waarvan één kant breder is dan de andere), past het slechts op één manier in de wandcontactdoos. Dit is een kenmerk van veiligheid. Probeer de stekker om te draaien, indien de stekker niet geheel in de wandcontactdoos kan worden gestoken. Indien de stekker nog niet past, neem dan contact op met uw elektricien om de verouderde wandcontactdoos te vervangen. Negeer het veiligheidsaspect van de gepolariseerde stekker niet.
Indien dit product is uitgerust met een met drie draden geaarde stekker of een stekker met een derde (geaarde) pen, zal deze alleen in een geaarde wandcontactdoos passen. Dit is een kenmerk van veiligheid. Indien de stekker niet past in de wandcontactdoos, neem dan contact op met uw elektricien om de verouderde wandcontactdoos te vervangen. Negeer het veiligheidsaspect van de geaarde stekker niet.
15) Bescherming van de stroomskabel - De stroomskabels dienen op een zodanige wijze te worden aangelegd, dat er niet op gelopen kan worden en de kabels niet kunnen worden afgekneld door het plaatsen van bepaalde zaken; let in het bijzonder op de kabels bij de stekkers, verloopstekkers en -snoeren en het punt waar deze uit het product komt.
16) Het aarden van de buitenantenne - Indien een buitenantenne of kabelsysteem op het product wordt aangesloten, controleer dan dat de antenne of kabelsysteem geaard is om bescherming te kunnen bieden tegen voltagepieken en opgebouwde statische ladingen.
Artikel 810 van de toepasselijke elektriciteitswetgeving voor de Verenigde Staten van Amerika, ANSI/NFPA 70, voorziet in informatie over het op de juiste manier aarden van de antenne en ondersteunende structuur, het aarden van de ingaande draad van een ontlaadeenheid van de antenne, de afmetingen van de aardgeleiders, de locatie van de ontlaadeenheid van de antenne, het aansluiten van de aardelektroden en de vereisten voor aardelektroden.
17) Blikseminslag - Ontkoppel het apparaat uit de wandcontactdoos en ontkoppel het antenne- of kabelsysteem voor extra bescherming van dit product gedurende onweer, of indien dit gedurende langere tijd niet wordt gebruikt en niet naar wordt omgekeken. Dit voorkomt schade aan het product door blikseminslag en elektriciteitspieken.
18) Elektriciteitslijnen - Een buitengelegen antennesysteem mag niet in de nabijheid van elektriciteitslijnen of andere elektrische verlichting of elektriciteitscircuits worden geplaatst, of daar waar het in contact kan komen met dergelijke elektriciteitslijnen of ­circuits. Wees uiterst voorzichtig bij het installeren van een buitengelegen antennesysteem, dat het niet in contact kan komen met dergelijke elektriciteitslijnen of ­circuits; direct contact hiermee zou fataal kunnen zijn.
19) Overbelasten - Overbelast wandcontactdozen, verlengsnoeren of integrale verloopstekkers niet. Dit kan resulteren in brand of een elektrische schok.
20) Vreemde voorwerpen en vloeistoffen - Laat nooit iets door de openingen van dit product binnendringen. Dit zou kortsluiting, brand of elektrische schok kunnen veroorzaken. Dit product mag nooit in contact komen met welke vloeistof dan ook.
21) Onderhoud - Probeer nooit zelf onderhoud aan dit product te verrichten. Door de behuizing te openen of te verwijderen stelt u zich bloot aan gevaarlijke voltages en aan andere gevaren. Laat al het onderhoud over aan gekwalificeerde onderhoudsmonteurs.
22) Door schade vereist onderhoud - Haal de stekker uit de wandcontactdoos en laat het onderhoud over aan gekwalificeerde onderhoudsmonteurs indien de volgende condities zich voordoen:
Als de elektriciteitskabel of de stekker beschadigd is.
Indien er vocht in is gelekt of voorwerpen in het product zijn gekomen.
Indien het product aan regen of water is blootgesteld.
Indien het product niet normaal functioneert en u toch de gebruiksaanwijzingen opvolgt. Pas alleen de in de gebruiksaanwijzing aangegeven besturingen aan. Onjuiste aanpassingen van andere besturing kan schade veroorzaken en kost een gekwalificeerde onderhoudsmonteur veel tijd om het product weer in de juiste staat te herstellen zodat het weer goed kan functioneren.
Indien het product is gevallen of op andere wijze is beschadigd.
Wanneer het product niet goed meer presteert. Dit geeft aan dat er behoefte aan onderhoud bestaat.
23) Vervangingsonderdelen - Indien er vervangingsonderdelen nodig zijn, controleer dan dat de onderhoudsmonteur alleen de door de fabrikant aangewezen onderdelen gebruikt of onderdelen met dezelfde karakteristieken als de originele onderdelen. Ongeoorloofde vervangingen kan resulteren in brand of elektrische schok, of kan ander gevaar opleveren.
24) Veiligheidscontrole - Na voltooiing van onderhoud of reparatie aan dit product, vraag dan de onderhoudsmonteur om veiligheidscontroles uit te voeren om vast te stellen dat het product weer op de juiste manier werkt.
25) Bevestiging aan muur of plafond - Breng het product alleen aan op een muur of plafond op de door de fabrikant aangegeven wijze.
26) Hitte - Stel dit product niet bloot aan hittebronnen zoals radiatoren, zelfregistrerende hitteverspreiders, kachels of andere hitteproducerende apparaten (waaronder versterkers).
27) Batterijgebruik VOORZICHTIG - Om batterijlekkage, dat kan resulteren in lichamelijke verwonding of beschadiging aan de recorder te voorkomen:
Plaats alle batterijen op de juiste manier, zodat de + en ­overeenkomen met zoals het op de eenheid staat aangegeven.
Combineer geen van elkaar verschillende batterijen (oud/ nieuw, koolstof/alkaline, enz.).
Verwijder de batterijen wanneer de eenheid niet voor langere tijd wordt gebruikt.
2
WAARSCHUWINGEN, OPMERKINGEN EN MEER
VOORZICHTIG!
VERWIJDER HET DEKSEL NIET OM HET RISICO VAN ELEKTRISCHE SCHOK TE BEPERKEN.ER ZIJN GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER VERVANGEN OF ONDERHOUDEN KUNNEN WORDEN. LAAT ONDERHOUD OVER AAN GEKWALIFICEERDE ONDERHOUDSMONTEURS.
De oplichtende flits met het pijlpuntsymbool binnen een gelijke driehoek, is bedoeld om de gebruiker attent te maken op de nabijheid van ongeïsoleerde "gevaarlijk voltage" binnen de behuizing van het product, dat groot genoeg is om elektrische schok aan mensen toe te brengen.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de gebruiker op de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en (service) onderhoudsaanwijzingen in de bijgesloten literatuur te attenderen.
VOORZICHTIG!
DIT PRODUCT GEBRUIKT LASERSTRALEN. HET GEBRUIK VAN BESTURINGEN OF AANPASSINGEN
VAN DE PRESTATIE VAN ANDERE DAN HIERIN AANGEGEVEN PROCEDURES, KAN RESULTEREN IN GEVAARLIJKE BLOOTSTELLING AAN STRALING.
OPEN DE BEHUIZING NIET EN LAAT REPARATIE AAN ANDEREN OVER.
LAAT DIT ONDERHOUD OVER AAN GEKWALIFICEERDE ONDERHOUDSMONTEURS.
WAARSCHUWING:
STEL DIT APPARAA T NIET BLOOT AAN VOCHT EN PLAATS GEEN MET VLOEISTOF GEVULDE OBJECTEN, ZOALS VAZEN, OP HET APP ARAAT OM BRANDGEV AAR, ELEKTRISCHE SCHOK, OF PRODUCTSCHADE TE BEPERKEN.
V oorzichtig! –– POWER (aan- en uitzet) toets
Schakel de hoofdleiding van de elektriciteit uit om de voeding geheel uit te zetten.
De POWER (aan- en uitzet) schakelt de hoofdleiding van de elektriciteit niet uit. De elektriciteit kan met de afstandsbediening worden aan- en uitgezet.
KENNISGEVINGVEREISTEN VOOR PRODUCTEN MET
525P PROGRESSIEVE SCANUITVOER
"CONSUMENTEN DIENEN TE ONTHOUDEN DA T NIET ALLE HOGE DEFINITIE TELEVISIETOESTELLEN GEHEEL COMP ATIBEL ZIJN MET DIT PRODUCT EN DA T BEP AALDE AFBEELDINGEN IN HET BEELD AFWIJKEND KUNNEN WORDEN WEERGEGEVEN. INDIEN ER PROBLEMEN MET 525 PROGRESSIEVE SCANBEELDEN OPTREDEN, WORDT AANGERADEN DA T DE GEBRUIKER DE AANSLUITING VERWISSEL T NAAR "EEN ST ANDAARD DEFINITIE" UITVOER. NEEMT U BIJ VRAGEN OVER DE KOMP ATIBILITIET MET TELEVISIES V AN DIT MODEL 525P DVD SPELER NEEMT U DAN ALSTUBLIEFT KONT AKT OP MET ONS SERVICE CENTRUM."
toets in een willekeurige positie
HET VOLGENDE IS ALLEEN OP DE V .S. V AN
TOEP ASSING
Voorzichtig!
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de voorschriften van een klasse B digitaal apparaat, volgens Onderdeel 15 van de FCC-regels.
Deze beperkingen zijn ontworpen om redelijke bescherming tegen schadelijke interferentie in een residentiële installatie te kunnen bieden.
Deze apparatuur genereert, gebruikt, en straalt mogelijk radiofrequentie-energie, en indien niet in overeenstemming met de aanwijzingen is geïnstalleerd en wordt gebruikt, schadelijke interferentie aan radiocommunicaties kan veroorzaken. Er bestaat echter geen enkele garantie dat er geen interferentie in een bepaalde installatie zal voorkomen. Indien deze apparatuur toch schadelijke interferentie mocht veroorzaken in de ontvangst van radio of televisie, hetgeen vastgesteld kan worden door de apparatuur aan en uit te zetten, wordt de gebruiker aangeraden om de interferentie te corrigeren door één of meerdere van de volgende maatregelen uit te voeren:
•Verhoog of verlaag de ontvangstantenne of verplaats deze.
•Verhoog de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
•Verbind de uitrusting in een afzetgebied op een kringloop die verschillend is van dat waarnaar de ontvanger verbonden is.
•Raadpleeg de handelaar of een ervaren radio/TV technicus voor hulp.
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUCTEN
1)KLASSE 1 LASERPRODUCT
2)GEVAAR: Zichtbare laserstraling indien de open en interlock faalde of teniet werd gedaan. Vermijd directe blootstelling aan de straal.
3)VOORZICHTIG: Open de eenheid niet. Er bevinden zich geen onderdelen in de eenheid die door de gebruiker kunnen worden onderhouden; laat daarom het onderhoud over aan gekwalificeerde onderhoudsmonteurs.
Voorzichtig!
• Op een computer of op een CD-brander opgenomen CD-R/RW-
schijven kunnen mogelijk niet wordt afgespeeld indien de schijf beschadigd of vuil is of indien er zich vuil of condensatie op de lens van de afspeler bevindt.
• Onvoltooide CD-R/RW-schijven kunnen worden afgespeeld,
maar niet alle tijdinformatie (zoals speeltijd, e.d.) zal worden getoond.
• In VR-formaat geschreven DVD-RW-schijven • DVD-ROM, DVD-
RAM, DVD AUDIO, CD-ROM, PHOTO CD, controleer de wetgeving op het auteursrecht in uw land alvorens van DVD VIDEO, SVCD, Video CD, Audio CD, MP3 en JPEG-schijven te kopiëren. Door auteursrechtelijk beschermd materiaal te kopiëren, kan de wetgeving op het auteursrecht worden geschonden.
Legal Notices Regarding Macrovision's
Property Rights
"U.S. Patent Nos. 4,631,603; 4,577,216; 4,819,098; 4,907, 093; and 6,516,132." "Dit product bevat een copyrightbeschermingstechnologie
die beschermd wordt door methodeclaims van bepaalde patenten in de Verenigde Staten en andere intellectuele eigendomsrechten. Het gebruik van de copyrightbeschermingstechnologie moet door Macrovision worden geautoriseerd en is bedoeld voor thuisgebruik, voor ander beperkt gebruik of wordt anderszins door Macrovision toegestaan. Reverse engineering of het uit uit elkaar halen van het apparaat is niet toegestaan."
Vervaardigd onder licentie van Dolby Laboratories."Dolby" en het dubbele D-symbol zijn trademarks van Dolby Laboratories.
3
SCHIJFINFORMA TIE
Afspeelbare schijftypes
Afspeelbare schijftypes
Opmerkingen:
De DVD-Video/DVD+RW/DVD+R/ Logos zijn handelsmerken
van de respectievelijke bedrijven.
Voor de beste resultaten dienen schijven met de bovenstaande logo’s te worden gebruikt. De eenheid kan niet juist op andere schijven afspelen. Gebruik geen ongelijkmatig gevormde schijven (zoals hartvormige), daar deze de eenheid kunnen beschadigen.
Het is wellicht niet mogelijk om CD-R, CD-RW, DVD-R, DVDRW, DVD+R, DVD+RW af te spelen. Dit is altijd te wijten aan het schijftype of aan de conditie van de opname.
Niet afspeelbare schijftypes
De eenheid speelt de onderstaande types schijven niet af. Indien u probeert deze schijven toch af te spelen, kan door het overmatig lawaai schade aan de speakers worden veroorzaakt.
1) Onvoltooide schijven van andere DVD-recorders.
2) DVD-VR, DVD AUDIO, PHOT O CD, SACD (Wanneer er een schijf niet kan worden afgespeeld op de schijflade, zal de DVD-recorder "Onbekende schijf" op het schermpaneel weergeven nadat het na enkele pogingen niet mogelijk bleek de schijf te laden.)
Regiocodes van DVD-Video’s
Deze eenheid kan DVD VIDEO-schijven afspelen die compatibel is met de regiocode. Deze staat vermeld op het aan de achterzijde van de eenheid gelegen etiket.
Voorbeeld van afspeelbare DVD-VIDEO schijven:
N otes:
Audiosysteem
Dolby Digital Linear PCM
DTS of Digitaal Theater Systeem
Videosysteem ( PAL)
Deze DVD-recorder accepteert PAL-signaal invoer.
Hoogtebreedteverhouding
4:3 (Letterbox) standaard
4:3 Pan & scan
16:9 (breedbeeld)
Overigen
Audio: Verschijnt aan het begin van een in
meerdere audiotalen opgenomen scène.
Ondertitel: Verschijnt aan het begin van een met
meerdere ondertitels opgenomen scène.
Hoek: Verschijnt aan het begin van een uit meerdere
hoeken opgenomen scène.
4
BEDIENING EN WEERGA VE
Afstandsbediening
The Remote Control
1) Openen- en sluitentoets ( OPEN/CLOSE)
2) Cijfertoetsen (0, 1~9)
3) Toetsen om over te slaan ( PREVIOUS/ NEXT)
4) Afspeeltoets ( PLAY)
5) Stoptoets ( STOP)
6) Cursor (), OK toetsen (OK)
7) Kopieertoets (COPY)
8) Bladeren (BROWSER)
9) HDD/DVD toets (HDD/DVD)
10) Schijfwerksettoets (DISK TOOLS)
11) Brontoetsen (SOURCE)
12) Opnametoets (RECORD)
13) VOEDING AAN ( STANDY-ON)
14) CH +, CH – toetsen ( , )
Batterijen plaatsen
Open het batterijvakje en plaats de batterijen.
Controleer dat de polariteit (+ en -) overeenkomt met de markeringen binnen de afstandbediening.
VOORZICHTIG!
Verwijder de batterijen als deze leeg
zijn of de afstandsbediening enige tijd niet is gebruikt.
Gebruik geen oude en nieuwe, of
verschillende types batterijen door elkaar heen.
Batterijen bevatten chemische
substanties, daarom dienen deze op de juiste manier te worden afgevoerd.
Afstandsensor
15) Weergavetoets (DISPLAY)
16) Schijfmenutoets (Schijfmenu) (DISC MENU)
17) SYSTEEM-MENU toets(SYSTME MENU)
18) Afspeellijst/Menutoets(PLAYLIST/MENU)
19) Snel naar voren spoelen / Terugspoelen toetsen ( REW / F.F.)
20) Pauze/stapsgewijze toets ( PAUSE/STEP)
21) Flextimertoets (FLEX TIME)
22) Gidstoets ( GUIDE)
23) ShowView® toets (ShowView®)
24) Navigatietoets ( NAVI)
25) Bewerkingstoets (EDIT)
26) Timertoets (TIMER)
De afstandsensor heeft een bereik van ongeveer 3 meter en werkt het best indien direct (in een hoek van 30°) op de voorkant van de recorder wordt gericht.
5
CONTROLS AND DISPLAYS
Aansluitingen op het voorpaneel
(alleen ter referentie)
Namen van onderdelen en besturingen
1) VOEDING AAN/UIT toets Zet de recorder aan en uit.
2) SCHIJFLADE Zorg dat de schijven stabiel blijven tijdens het opnemen of afspelen.
3) DV-AANSLUITING (IEEE-1394) plug Sluit digitale videocamera’s aan op deze DVD Recorder .
4) DVD Indicator Wordt verlicht als de DVD wordt ingesteld als doelapparaat.
5) WEERGAVE-paneel De werkingsindicaties worden hier weergegeven.
6) HDD Indicator Wordt verlicht als de HDD wordt ingesteld als doelapparaat.
Beeldvenster
7) OPENEN/SLUITEN-toets Opent en sluit de schijflade.
8) AFSPEEL-toets Speelt een schijf af.
9) STOP-toets Stopt het afspelen of opnemen van een schijf.
10) HDD/DVD-toets Druk hierop om tussen de HDD en DVD te schakelen.
11) OPNAME-toets Start de opname.
12) BRON-toets Kiest de aan de lijninvoer aangesloten apparatuur.
13) LIJN IN (VIDEO/AUDIO L/R) contrastekkers Sluit de invoer van externe apparatuur aan.
1) HDD-indicator
2) Pauze-indicator
3) Afspeel-indicator
4) DVD-indicator
5) SVCD-indicator
6) VCD-indicator
7) CDDA-indicator
8) FILE-indicator
9) CD-indicator
10) DVD+R-indicator
11) DVD-indicator
12) Opname-indicator
13) Timeropnamemodus
14) Multi-informatievenster
15) DVD+RW-indicator
16) CD-R/DVD-R-indicator
17) CD-RW/DVD-RW-indicator
6
BEDIENING EN WEERGA VE
Achterpaneelaansluitingen
(alleen ter referentie)
Namen van de diverse onderdelen
1) TUNER(TV/ANTENNE)Contrastekkers Sluit TV/ANTENNE aan op signaal uitvoer/
invoer
Opmerking:
2) SCART IN (AUX) Contrastekker
3) SCART IN (TV) Contrastekker
4) LINE OUT (R/L/VIDEO (CVBS) )
DVD-signalen gaan hier niet doorheen.
Maak de juiste aansluitingen voor het gebruik.
Komposiet/RGB-signaalinvoer.
Komposiet/RGB/S-Video signaal-uitvoer.
Contrastekker
Component signal output.
5) LINE OUT (Y/Pb/Pr) Contrastekker Komposietsignaal-uitvoer.
6) DIGITAAL UIT (COAXIAAL) aansluiting Aan te sluiten op een versterker of ontvanger met
een digitale aansluiting.
7) DIGITAAL UIT (OPTISCH) aansluiting Aan te sluiten op een versterker of ontvanger met
een digitale aansluiting.
8) Hoofdcontactpunten Sluit de voedingskabel aan.
7
AANSLUITINGEN
Vóór het aansluiten
1) Sluit de wisselstroom-voedingskabel niet aan op het stopcontact voordat alle andere aansluitingen zijn voltooid.
2) Sluit de VIDEO UIT van de recorder direct aan op de video-invoer van uw TV-toestel. Het aansluiten van de VIDEO UIT van de recorder op een TV via een VCR kan mogelijk een weergaveprobleem veroorzaken bij het afspelen van een auteursrechtelijk beschermde schijf. U kunt ook een weergaveprobleem hebben bij het aansluiten van de recorder op een geïntegreerd TV/ Video systeem.
Op het antennecontact en de televisie aansluiten
Volg, alvorens de eenheid te gebruiken, de onderstaande stappen voor het aansluiten van de recorder op de antennekabel en TV.
Aansluiting op een TV met een SCART-aansluiting
Gebruik een RF-kabel (meegeleverd) om de ANTENNA IN op de eenheid op de antenne-uitvoer aan te sluiten. Gebruik een RF-kabel (dezelfde als meegeleverd) om de TV OUT van de eenheid op de RF-uitvoer van de televisie aan te sluiten.
Gebruik een SCART-kabel om de SCART OUT-aansluiting op de recorder op de SCART IN-aansluiting op de televisie aan te sluiten.
Opmerkingen:
1. Plaats de recorder niet bovenop andere apparatuur die hitte kan genereren. Door grote hitte kan de recorder slecht gaan werken.
2. Gebruikers van Digitale Kabel en Satelliet TV dienen de uitvoer van hun decoder aan te sluiten op de invoer van de recorder.
8
VOOR BETERE VIDEOKW ALITEIT
Aansluiting via de Component video-uitvoer biedt een hogere kwaliteit.
Aansluiten op een TV via COMPONENT uit
Aansluiting op een TV met component aansluitingen
Gebruik een COMPONENT-kabel (niet meegeleverd) om de COMPONENT-aansluiting op de recorder op de COMPONENT invoer op de televisie aan te sluiten.
Opmerkingen:
1.Voer de systeeminstallatie uit om COMPONENT te activeren (zie het hoofdstuk “Snelle installatie”).
2.Als er COMPONENT-aansluitingen worden gebruikt, dienen alle andere video-uitvoeraansluitingen vrij te bijven.
3.In deze configuratie zijn rode en witte audio kabelaansluitingen vereist (zie het hoofdstuk genaamd “Voor betere audiokwaliteit”).
9
VOOR BETERE GELUIDSKW ALITEIT
Er zijn twee typen aansluitingen, analoog en digitaal.
Op een stereo-audioversterker of ontvanger aansluiten
Gebruik de meegeleverde audiokabel om de AUDIO UIT van de recorder aan te sluiten op de stereo-versterker of ontvanger.
Aansluiting op digitale audioapparatuur
Sluit een versterker aan op Dolby Digital en DTS decoders om van surroundgeluid te kunnen genieten.
Digitaal uit optisch
Gebruik een fiber-optische kabel (niet meegeleverd) om de DIGITAAL UIT OPTISCH (digitale optische uitvoer) van de recorder aan te sluiten naar de digitale optische invoer op een stereoversterker of ontvanger.
Digitaal uit coaxiaal
Gebruik een coaxiale kabel (niet meegeleverd) om de DIGITAAL UIT COAXIAAL (coaxiale digitale uitvoer) aan te sluiten op de coaxiale digitale invoer van een stereoversterker of ontvanger.
10
EEN DECODER AANSLUITEN
Een decoder aansluiten
Sluit de CANAL+ Decoder aan op de recorder en het TV-toestel zoals aangegeven.
1. Gebruik een RF-kabel om de RF IN-aansluiting van de recorder op het antennecontact aan te sluiten. ( ) Gebruik een RF-antennekabel om de RF-UIT aansluiting van de eenheid op de RF-IN aansluiting op de televisie aan te sluiten. ( )
2. Gebruik een SCART-kabel (niet meegeleverd) om de SCART IN aansluiting op de recorder op de SCART UIT­contrastekker op de CANAL+ Decoder aan te sluiten. ( ) Gebruik een SCART-kabel om de SCART OUT aansluiting op de eenheid op de SCART IN aansluiting op de televisie aan te sluiten. ( )
Opmerkingen:
Open het Menu zenderbewerking om de decoder op de gewenste zenders in te stellen. (zie het hoofdstuk genaamd “Zenderbewerking”)
11
SYSTEEM-MENU
Afstandsbediening & Systeem-menu.
Volg de onderstaande stappen om uw persoonlijke instellingen voor het gebruik van de DVD-Recorder opnieuw in te stellen. Controleer dat alle aansluitingen goed zijn aangebracht.
1. Druk op [ WACHTSTAND) (STANDBY) om de eenheid aan te zetten.
2. Druk op [SYSTEEM-MENU] (SYSTEM MENU) om het systeem-menu weer te geven.
3. Druk op [] [ ] om “Systeem” (System), “Taal” (Language),“Afspelen”, (Playback) “Opnemen” (Record), “Audio”, “TV-afstemming” (TV Tuner) of “ Afsluiten” (Exit) selecteren en druk op [] [ ] om terug te gaan naar het vorige menu.
4. Druk op [] [] om het door u gewenste element te wijzingen en druk op [] of op [OK].
selecteer het “Systeem” (System) pictogram om de volgende waarden in te stellen: Video-uitvoer, datum en tijd selecteer het “Taal” (Language) pictogram om de volgende waarden in te stellen: OSD selecteer het “Afspelen” (Playback) pictogram om de volgende waarden in te stellen: Hoogtebreedteverhouding selecteer het “Opname” (Record) pictogram om de volgende waarden in te stellen: Kwaliteit ( M1, M2, M2x, M3, M4 en M6) selecteer het “Audio”pictogram om de volgende waarden in te stellen: Digitaal uitvoer (PCM / Bit Stream) (Zie het hoofdstuk “GUI-bediening” voor het gedetailleerde menu)
5. Druk op [OK] om de instelling te bevestigen.
6. Druk opop instellingenmenu af te sluiten of druk op [] om terug te gaan naar het vorige menu.
Opmerkingen:
De tijd dient accuraat te zijn ingesteld om de TV-programma’s met de timer op te kunnen nemen.
De datum en tijd instellen (in de SYSTEEM-categorie)
Een stroomonderbreking kan onjuiste datum/tijd-instellingen ten gevolge hebben. De correcte tijd dient opnieuw te worden ingesteld.
De datum instellen.
1. Druk op de [SYSTEEM-MENU] (SYSTEM MENU) toets en het
systeem-menu wordt weergegeven.
2. Selecteer “Systeem” met [] [] en druk op [OK].
3. Selecteer “Datum” met [] [] en druk op [OK].
4. Verander de “dag/maand/jaar” in het geselecteerde veld
met [] [] of met de cijfertoetsen (0~9) op uw afstandsbediening en bevestig door op [OK] te drukken
5. Wanneer alle instellingen correct zijn, druk op [] om terug
te gaan naar het hoofdmenu.
6. Druk op de [SYSTEEM-MENU] toets om het systeem-menu
af te sluiten.
De tijd instellen.
1. Druk op [SYSTEEM-MENU] op de afstandsbediening. Het
systeem-menu wordt weergegeven
2. Selecteer “Systeem” met [] [] en druk op [OK].
3. Selecteer “Tijd” met [] [] en druk op [OK].
4. Verander de “uur/minuut/seconde” in het geselecteerde
veld met de [] [] of met de cijfertoetsen (0~9) op uw afstandsbediening.
5. Verander de “AM/PM” modus met [] [] en bevestig door
op [OK] te drukken.
6.Wanneer alle instellingen correct zijn, druk dan op [ ] om
terug te gaan naar het hoofdniveau.
7. Druk op de [SYSTEEM-MENU] toets om het systeem-menu
af te sluiten.
Opmerkingen:
Controleer dat de klok correct is ingesteld alvorens de timeropnamefunctie te activeren.
De video-uitvoer instellen (in de SYSTEEM-categorie)
1. Druk op de [SYSTEEM-MENU] (SYSTEM MENU) toets en het
systeem-menu wordt weergegeven.
2. Selecteer “Systeem” met [] [] en druk op [OK].
3. Selecteer “video-uitvoer” als “SCART S-Video,” “SCART RGB” “COMPONENT” of “PROGRESSIEF” (PROGRESSIVE) met [] [] en druk op [OK]. (Zie het hoofdstuk “GUI­ bediening” voor details)
4. Wanneer alle instellingen correct zijn, druk dan op [] om terug te gaan naar het hoofdmenu.
5. Druk op de [SYSTEEM-MENU] (SYSTEM MENU) toets om het systeem-menu af te sluiten.
Progressieve scanmodus
U kunt de video-uitvoermodus wijzingen door op de [SYSTEEM-MENU] (SYSTEM MENU) toets te drukken en de “Systeem (--> Uitvoer --> Progressief” (System-­>Video Output-->Progressive) te selecteren.
Video-uitvoermodus:
576i: Vlecht video dooreen 576p: Progressief video
U dient de component-uitvoer op de eenheid op een 576p compatibele televisie aansluiten.
Opmerkingen:
Als u per ongeluk “PROGRESSIEF” als de VIDEO-UITVOER instelt wanneer er niet op een progressieve scan­compatibele TV werd aangesloten, kunt u meteen het videosignaal op uw TV verliezen. Om de foto terug te krijgen, drukt u op [] en de genummerde toetsen “5,” “0,” “2” en “0” op de afstandsbediening en vervolgens op [OK] om de video­uitvoer opnieuw in te stellen.
Hoogte-/breedte-verhouding (in de AFSPEEL­categorie)
Selecteer “4:3” (normaal) of “16:9” (breedbeeld) om uw televisie aan te passen.Indien u een normale 4:3 televisie bezit, kunt u ook selecteren hoe video op sommige schijven wordt gepresenteerd.
4:3 L.Box (4:3 Letterbox)
Selecteer dit wanneer u de eenheid op een normale (4:3) TV aansluit.
Bij het afspelen van een in breedbeeldformaat opgenomen DVD VIDEO schijf wordt het beeld met zwarte balken boven en beneden weergegeven.
4:3 Pan (4:3 Pan & Scan)
Selecteer dit wanneer u de eenheid op een normale (4:3) TV aansluit.
Bij het afspelen van een in breedbeeldformaat opgenomen DVD VIDEO schijf wordt het beeld aan de linker- en rechterkant ingekort. Maar het beeld wordt toch in de 4:3 LB (4:3 Letter Box) modus weergegeven, zelfs als u, afhankelijk van de schijf, voor de 4:3 Pan (4:3 Pan & Scan) modus kiest.
16:9 Wide (16:9 Wide Screen)
Selecteer dit wanneer u de eenheid op een breedbeeld (16:9) TV aansluit.
Geluid instellen (in AUDIO category)
Digitale uitvoer
PCM / Bitstream (Het activeren van digitale audio-uitvoer met PCM of geëncodeerde gegevens)
DTS-uitvoer
AAN / UIT
12
TV -ZENDERS INSTELLEN
TV-zender scannen
Wanneer de automatische “zenderzoek” functie wordt geactiveerd, worden de TV-zenders in een bepaalde volgorde opgezocht en opgeslagen. Als de kanaal­toewijzingen van uw TV-provider worden veranderd of als u de DVD-recorder weer opnieuw instelt, kunt u deze proce­dure nogmaals volgen. Zo worden de opgeslagen TV­zenders vervangen met de nieuwen. Stel voordat de zender wordt gescand, om te beginnen het “TV-signaal” en “land” in.
1. Controleer dat de antenne stevig aangesloten is op de DVD-recorder.
2. Zet het TV-toestel en de DVD-recorder aan.
3. Druk op [SYSTEEM-MENU] (SYSTEM MENU) om het systeem-menu weer te geven, druk op [] [] om het “TV-AFSTEMMEN” (TV TUNER) pictogram weer te geven en druk op [].
4. Druk op [] [] om “TV-signaal ”te selecteren en druk op [].
5. Druk op [] [] om“kabel,” “antenne” of “auto” te selecteren afhankelijk van hoe u uw terrestrische TV zenders ontvangt en druk op [OK]. Druk op [] om naar het voorgaande menu terug te gaan en sla de instelling op.
IAls u “auto” selecteert, zal de recorder automatisch beide op de kabel- en antenne-aansluitingen beschikbare zenders scannen, hetgeen langer kan duren dan nodig is
9. Het scannen van de zenders begint. Dit proces kan enkele minuten in beslag nemen.
10.Druk op [SYSTEEM-MENU] (SYSTEM MENU) om af te sluiten zodra alle TV-zenders zijn opgezocht en
gevonden.
Opmerking:
Let op:
Als het beschikbare aantal zenders in uw woonplaats het
maximale aantal te ontvangen aantal zenders van deze DVD-recorder overschrijft, wordt het scannen afgebroken. Het maximale aantal te ontvangen zendersnummers zij:
Antenne: 168 (chs) Kabel: 104 (chs)
Auto: 176 (chs)
Handmatige fijnafstemming van de TV-zenders
Nadat u het scannen van de zender heeft uitgevoerd, kunt u ervoor kiezen om de fijnafstemming van de TV-zender handmatig te verrichten. Volg de onderstaande stappen om de fijnafstemming te voltooien.
1.Druk op [SYSTEEM-MENU] (SYSTEM MENU) om het
“systeem-menu” weer te geven, druk op [] [] om “TV-afstemmen” (TV TUNER) pictogram weer te geven en druk op [].
2.Druk op [] [] om “FIJN” (FINE) te selecteren en
druk op [].
3.Druk op [] [] voor de fijnafstemming van het
zendersignaal.
6. Druk op [] [] om “Land” te selecteren en druk op [].Druk op [] [] om het land waarin u woont uit de lijst te selecteren en druk op [OK] om de instellingen op te slaan. Druk op [] om naar
het vorige menu terug te gaan.
7. Druk op [] [] om “Hulpprogramma’s” (Utilities) te selecteren en druk op [].
8. Druk op [] [] om “zender scannen” te selecteren en druk op [OK] om te beginnen met
het scannen van zenders.
Als u wilt stoppen met scannen, ga dan naar "scannen stoppen" en druk op [OK].
4.Zodra u klaar bent, druk op [SYSTEEM-MENU] (SYSTEM MENU) om het SYSTEEM-MENU af te sluiten
Handmatige bewerking TV-zenders.
Nadat u het scannen van de zender heeft voltooid, wilt u wellicht andere TV-zenders bewerken. Met deze functie kunt u handmatig zenders toevoegen/verwijderen, de zendervolgorde omwisselen, een zender aan een bepaalde volgorde toevoegen, de zenders hernoemen en dergelijken.
1.Druk op [SYSTEEM-MENU] (SYSTEM MENU) om het “systeem-menu” weer te geven, druk op [] [] om “TV-afstemmer” (TV TUNER) pictogram weer te geven en druk op [].
2.Druk op [] [] om “Utilities” [hulpprogramma’s] te selecteren en druk op [].
3.Druk op [] [] om “ZENDERBEWERKING” (EDIT CHANNEL) te selecteren en druk op []. Het menu zenderbewerking wordt weergegeven.
Zie voor een gedetailleerde gebruiksaanwijzing voor het menu “zenderbewerking”, het hoofdstuk over “Zenderbewerking” (Channel Editor).
13
ZENDERBEWERKING
Om het menu Zenderbewerking op te roepen, drukt u op [SYSTEEM-MENU], selecteer “TV AFSTEMMING,” “Hulpprogramma’s,” “Zenderbewerking” (“TV TUNER,” “Utili­ties,” “Edit channel”) en druk op [OK]. Of druk op [BRON] (SOURCE) om “TV” in te stellen als de invoersignaalbron en druk op [BEWERKEN] (EDIT). Het menu zenderbewerking wordt hoe dan ook weergegeven.
Naar boven of naar beneden gaan in de TV-zender
1.Druk op [] [] om een van de TV-zenders te selecteren en druk op [].
2.Druk op [] [] om “Naar boven” of “Naar beneden” te selecteren en druk op [OK].
De volgorde van de TV-zenders wordt veranderd. Iedere keer dat u op [] [] drukt, verandert het item overeenkomstig.
TV-zenders wisselen
Met deze functie kunt u handmatig de in de DVD-recorder opgeslagen TV-zender-volgorde overeen laten komen met de opgeslagen TV-zender-volgorde in uw TV-toestel.
1. Druk op [] [] om een TV-zender te selecteren en druk op [].
2. Druk op [] [] om “Omwisselen met” te selecteren en druk op [OK].
3. Druk op [] [][] [] om het “Zendernummer” te selecteren en druk op OK]. De volgorde van de zenders worden omgewisseld met het ingevoerde zendernummer.
4. Om meerdere TV-zenders te wisselen, kan stap 3 worden herhaald om de instellingen te voltooien.
5. Druk op [][][][ ] om “AFSLUITEN” (EXIT) te selecteren en druk op [OK] om de instelling op te slaan en het menu “Zenderbewerking” (Channel Editor) af te sluiten.
TV-zenders invoegen
1. Druk op [] [] om een TV-zender te selecteren en druk op [].
2. Druk op [] [] om “Invoegen” (Insert To) te selecteren en druk op [OK].
3. Druk op [] [][] [] om het “Zendernummer” (Channel number) te selecteren en druk op [OK]. De zender wordt naar de gewenste locatie verplaatst.
TV-zenders hernoemen
1. Druk op [] [] om een TV-zender te selecteren en druk op [].
2. Druk op [] [] om “Hernoemen” te selecteren en druk op [OK].
Het invoerscherm voor de titelnaam verschijnt.
3. Selecteer de gewenste tekens van het toetsenbord. Druk op [OK] na iedere invoer.
4. Als u de titelnaam heeft ingevoerd, drukt u op [] [] [] [] en druk op [OK] om Voltooien” (Finish) te selecteren.
Opmerkingen:
De naam kan slechts uit 10 letters of cijfers bestaan.
14
Loading...
+ 35 hidden pages