Philips CDR779 User Manual [nl]

INHOUDSOPGAVE
109
Inhoudsopgave
ALGEMENE INFORMATIE EN PLAATSEN VAN DISCS
Welkom ....................................................................110
Over deze handleiding .............................................110
Technische gegevens ...............................................110
Onderhoud................................................................111
Accessoires ..............................................................111
BEDIENINGSELEMENTEN EN AANSLUITPUNTEN
Bedieningselementen aan de voorzijde...................112
Aansluitpunten aan de achterzijde..........................113
DISPLAY
DISPLAY-indicaties...................................................113
DISPLAY-meldingen..................................................114
INSTALLATIE
Aansluitingen algemeen..........................................115
Analoge aansluitingen CD-recorder/-speler............116
Analoge aansluitingen CD-spelerdeck ....................116
Digitale coaxiale aansluitingen CD-recorder...........117
Digitale optische aansluitingen CD-recorder ..........117
Stroomvoorziening ...................................................118
Plaatsen van de CD-recorder ...................................118
Plaatsen van batterijen in de afstandsbediening....118
AFSTANDSBEDIENING
Bedieningstoetsen op de afstandsbediening ..........119
OPNEMEN
Opmerkingen over het opnemen..............................120
Opnamefuncties .......................................................120
Opnemen van de interne CD-speler
met hoge snelheid ...................................................121
Opnemen van de interne CD-speler
met luistersnelheid ..................................................122
Handmatig opnemen van een
externe CD-speler ....................................................123
Opnemen met automatische start
van een externe CD-speler - CD-SYNC ...................124
Finaliseren van CDR- en CDRW-discs .....................125
Definaliseren van CDRW-discs................................125
Wissen van CDRW-discs .........................................126
AFSPELEN
Gebruiken als 2-discswisselaar
(wisselaarfunctie).....................................................127
Afspelen van CD’s op deck 1 en/of deck 2
(DJ-functie)...............................................................127
Selecteren van een track .........................................128
Zoeken......................................................................128
Afspelen in willekeurige volgorde...........................128
Herhaald afspelen van een CD,
track of programma..................................................128
PROGRAMMEREN
Opmerkingen over het programmeren.....................129
MENUFUNCTIE
Opmerkingen over de menufunctie..........................130
Algemene menubediening.......................................130
A. Invoeren van tekst ...............................................131
B. Wissen van tekst .................................................131
C. Inzien van tekstgeheugen....................................132
D. Automatische tracknummering ...........................133
E. Balans ..................................................................133
VERHELPEN VAN PROBLEMEN
Oplossen van storingen ...........................................134
Nederlands
Nederlands
110
Welkom !
Gefeliciteerd met de aankoop van dit dubbele CD-deck van Philips.
In de jaren tachtig vond Philips een nieuw audiosysteem uit: de CD. De CD (compact disc) bracht u de nieuwe dimensie van digitaal geluid en verhoogde daarmee uw luisterplezier. Met de CD-technologie is een groot contrast in zowel harde als zachte passages mogelijk met een perfecte kanaalscheiding. Philips heeft deze technologie nu verder ontwikkeld, met als resultaat de CD-recorder.
Met de Philips CD-recorder/-speler kunt u zelf kwaliteitsopnamen op audio-CD’s maken (onder voorbehoud van de geldende wetten op het auteursrecht). Opnemen via de ingebouwde CD-speler kan met hoge of normale snelheid, opnemen via een externe bron kan alleen met normale snelheid. Natuurlijk kunt u ook alle voorbespeelde audio-CD’s afspelen. Daarvoor kunt u één of beide decks afzonderlijk gebruiken, of samen als 2-discswisselaar.
Opmerking: In sommige landen, waaronder het Verenigd
Koninkrijk en bepaalde landen van het Gemenebest, kan voor het in deze gebruiksaanwijzing getoonde of voorgestelde gebruik van de CD-recorder de toestemming van de copyright-houders vereist zijn.
Deze handleiding geeft aanwijzingen voor het gebruik van deze CD-recorder, waarbij:
- de getallen (1) in de tekst de volgorde aangeven van een
aantal acties die nodig zijn om een bepaalde handeling te verrichten;
- de pijlen () de reactie van de recorder aangeven;
- de punten (•) opmerkingen, tips of keuzemogelijkheden aangeven binnen een reeks van acties. De met een punt gemerkte aanwijzingen zijn niet noodzakelijk om de gewenste handeling te verrichten.
Wijzigingen voorbehouden
Algemeen
Opgenomen vermogen ......................................................20 W
Opgenomen vermogen in wachtstand ................................6 W
Werktemperatuur ........................................................5 - 35 °C
Gewicht ............................................................................4.5 kg
Afmetingen ..................................................435 x 310 x 88 mm
Audio
Frequentiebereik ............................................20 Hz - 20000 Hz
S/R-verhouding bij afspelen (A-gewogen)......................100 dB
S/R-verhouding bij afspelen............................................100 dB
Dynamisch bereik bij afspelen CDR ....................95 dB (90 dB)
Dynamisch bereik bij afspelen CD ....................................90 dB
Totale harmonische vervorming bij afspelen CDR ....................
........................................................................88 dB = 0.0033%
Totale harmonische vervorming bij afspelen CD ......................
........................................................................85 dB = 0.0056%
Kanaalscheiding ..............................................................100 dB
S/R-verhouding bij opnemen (A-gewogen) ......................98 dB
S/R-verhouding bij digitaal opnemen zonder SRC ....................
............................................................................gelijk aan bron
Dynamisch bereik bij opnemen ........................................92 dB
Totale harmonische vervorming + ruis bij opnemen ..................
........................................................................85 dB (0.0056%)
Technische gegevensOver deze handleiding
ALGEMENE INFORMATIE
Nederlands
111
Voor het maken van opnamen moeten speciale audiodiscs gebruikt worden (uitsluitend voor muziek). Deze discs zijn herkenbaar aan onderstaande logo's en aan de tekst DIGITAL AUDIO!
Voor een opname gebruikt uw recorder twee typen discs:
- CD-Audio Recordable (CDR)-discs:
Als deze discs volledig zijn opgenomen en gefinaliseerd, kunnen ze op alle CD­spelers en CD-recorders worden afgespeeld.
- CD-Audio ReWritable (CDRW)-discs:
Deze discs kunnen honderden keren opgenomen, gewist en opnieuw gebruikt worden. Als ze gefinaliseerd zijn, kunnen ze op CD-spelers en -recorders worden afgespeeld die compatibel zijn met CDRW. In de loop van 1999 zullen de meeste CD-spelers en -recorders van Philips compatibel zijn met CDRW.
Belangrijk:
Om zeker te zijn van een goede werking van het apparaat adviseren wij u uitsluitend audio CDR- en audio CDRW-discs van Philips te gebruiken.
Uw CD-recorder kan de volgende discs afspelen:
- Alle voorbespeelde audio CD’s.
- Alle audio CDR- en audio CDRW-discs.
Opmerking: CDR(W)-discs die met een computer zijn
opgenomen, kunnen alleen worden afgespeeld wanneer ze zijn behandeld volgens de audionorm (IEC958: consumentengedeelte). Uitsluitend single session!
Voor een goede opname is het van groot belang dat stof- en krasvrije discs worden gebruikt.
Maak de CD schoon door met een pluisvrije doek in een rechte lijn van het midden van de disc naar de rand toe te vegen. Een schoonmaakmiddel kan de disc beschadigen! Schrijf alleen op de bedrukte zijde van een CDR- of CDRW-disc met een zachte viltstift.
Maak de CD-recorder schoon met een zachte, licht bevochtigde, pluisvrije doek. Gebruik geen schoonmaakmiddelen, aangezien deze de CD kunnen beschadigen.
De CD-recorder, batterijen en CD’s mogen niet worden blootgesteld aan vocht, regen, zand of hoge temperaturen (verwarming of volle zon).
Houd de disclade altijd dicht om te voorkomen dat er stof op de lens komt.
Als de CD-recorder van een warme naar een koude omgeving wordt verplaatst, kan de lens beslaan. Het afspelen van een CD is dan niet mogelijk. Laat de CD-recorder in dat geval in een warme omgeving staan tot het vocht verdampt is.
- 2 Analoge audiokabels (met rode en witte pluggen)
- 1 Digitale coaxiale kabel (met zwarte pluggen)
- Netsnoer
- 2 Batterijen
- Afstandsbediening
- Garantiebewijs
Accessoires
Onderhoud
Discs voor afspelen
ReWritable
Recordable
Discs voor opnemen
ALGEMENE INFORMATIE EN PLAATSEN VAN DISCS
O P E N /
C L O S E
P L A Y / P
A U S E
S T O P
A U D I
O
C D R E
C O R D
A B L E /
R E W R
I
T A B L
E
Nederlands
112
CD-recorder
1 POWER ON/OFF ........zet de CD-recorder Aan of Uit (als
de recorder in de wachtstand staat, wordt deze ingeschakeld door een willekeurige toets in te drukken)
2 Wachtstandindicator 3 Disclade
4 OPEN/CLOSE /..........openen/sluiten van disclade
5 PLAY/PAUSE 2;......starten van weergave/onderbreken
van weergave of opname
6 STOP 9........................stoppen/wissen van een programma
7 RECORDING-TYPE ......selecteren van opnamefuncties
8 RECORDING-RECORD…starten van opnemen,
finaliseren, wissen
9 FINALIZE ....................finaliseren van een opname
0 ERASE..........................selecteren van de wisfunctie (disc
of track)
! EXT SOURCE ..............selecteren van ingangsbron
@ CDR ............................selecteren van display/toetsen van
CD-recorderdeck
CD-speler
$ CD ..............................selecteren van display/toetsen van
CD-spelerdeck
) PLAY/PAUSE 2;......starten van weergave/onderbreken
van weergave
¡ STOP 9........................stoppen/wissen van een programma
OPEN/CLOSE /..........openen/sluiten van disclade
£ Disclade
Algemeen
# Display..........................informatiescherm
% Q ............................- achteruit zoeken
- besturen van cursor in Menu/Prog.-controlefunctie
^ R ............................- vooruit zoeken
- besturen van cursor in Menu/Prog.-controlefunctie
& ¡ EASY JOG ........- vorige/volgende track (voor
weergeven en- regelen van
opnameniveau (opnemen)
- selecteren van instellingen (in menufunctie)
ENTER (drukken)..........- afspelen van geselecteerde tracks
- selecteren van instellingen in menufunctie
- programmeren van tracknummers
* STORE/MENU ............- opslaan van menu-instellingen
......................................- oproepen van menufunctie
( CANCEL/DELETE ......- wissen van tracks uit een
programma
- wissen van tekst in menufunctie
- teruggaan naar een hoger niveau in het menu
IR-sensor ....................ontvangt signalen van de
afstandsbediening
∞nn................................aansluiting voor hoofdtelefoon
§ DJ MODE ....................afzonderlijke weergave van CD-
recorderdeck en CD-spelerdeck
REPEAT........................herhaald afspelen (complete disc,
programma of track)
SCROLL........................eenmalig activeren van het rollen
van tekst over het display
ª DISPLAY......................selecteren van displayinformatie,
permanent rollen van tekst over het display en tijd
º SHUFFLE......................afspelen van CD(RW) of
programma in willekeurige volgorde
PROG(ram) ..................openen/sluiten van het
programmageheugen
Opmerking: Tenzij anders vermeld, bevinden alle
bedieningselementen zich aan de voorzijde van het apparaat. Voor zover deze aanwezig zijn, kunt u ook de corresponderende toetsen op de afstandsbediening gebruiken. In dat geval dient u echter eerst het CD-recorderdeck of het CD­spelerdeck te selecteren door indrukken van respectievelijk toets CDR of CD.
Bedieningselementen aan de voorzijde
BEDIENINGSELEMENTEN EN AANSLUITPUNTEN
OPENEN
SLUITEN
34 567 89 0 !@ $ % ^ & * ( )¡ £
CDR 778 AUDIO CD RECORDER
OPEN/CLOSE PLAY / PAUSE STOP OPEN/CLOSEPLAY / PAUSE STOP
POWER ON/OFF
RECORDING
TYPE
RECORD
FINALIZE ERASE EXT SOURCE
DOUBLE SPEED
CDR
CDR
OPTICAL
REC
REM
TIME
3
45
9
678
1
2
10 11 12 13 14 15
CD
II
RW
21
PUSH DOWN TO OPEN
OPEN
#
EASY JOG
TIME
TOTAL
16 17
18 19 20
RECORD
PROG
CD
DJ MODEREPEATSCROLLDISPLAYSHUFFLEPROG
+
PUSH DOWN TO OPEN
CD
CD
§ªº
CLOSE
STORE/MENU CANCEL/ DELETE
ENTER
AUDIO CD PLAYBACK
IR SENSOR
Nederlands
113
1 Aansluitpunt voor netsnoer
2 ANALOG OUT CD ......voor aansluiting van het CD-
spelerdeck op de lijningang van een versterker (links en rechts)
3 DIGITAL OUT CD........voor aansluiting van het CD-
spelerdeck op de digitale coaxiale ingang van bijv. een versterker of recorder
4 ANALOG IN ................voor aansluiting op de lijnuitgang
van een versterker (links en rechts)
5 ANALOG OUT CDR & CD
......................................voor aansluiting op de lijningang
van een versterker (links en rechts)
6 DIGITAL IN..................voor aansluiting op de digitale
coaxiale uitgang van een externe CD-speler
7 DIGITAL OUT CDR & CD
......................................voor aansluiting op de digitale
coaxiale ingang van b.v. een versterker of recorder
8 OPTICAL IN ................voor aansluiting op de digitale
optische uitgang van een externe CD-speler
Aansluitpunten aan de achterzijde
BEDIENINGSELEMENTEN EN AANSLUITPUNTEN DISPLAY
1 REM/REC TIME ..........resterende speelduur/resterende
opnametijd/opnametijd
2 TRACK ........................tracknummer
3
FE
..............................balans (brandt tijdens het instellen
van de balans)
4 TOTAL REM
TRACK TIME ..............totale of resterende tijd van disc
of track
5 }................................afstandsbediening actief
6 STEP ............................geeft aantal tracks in een
programma aan
7 Track bar ....................geeft aan:
- tracks op een disc of in een programma
- weergegeven track
8 + 20 ..............................disc of programma bevat meer
dan 20 tracks
9 PROG(ram) ..................knippert tijdens programmeren/
brandt in programmeerfunctie
0 REPEAT TRACK/ALL ..licht op wanneer een track/
complete disc (of programma) wordt herhaald
! SCAN ..........................licht op wanneer de eerste 10
seconden van elke track worden afgespeeld
@ SHUFFLE......................de tracks worden in willekeurige
volgorde afgespeeld
# ................................CD-spelerdeck geselecteerd
$ ..............................er is een CD geladen (een
voorbespeelde CD of gefinaliseerde CDR- of CDRW-disc)
% RECORD ............brandt tijdens het opnemen van
een interne CD
^ L/R ; ; ........................Opname-/weergaveniveaumeter,
geeft het audiosignaalniveau aan
& ........................DJ-functie geselecteerd
* CHANGER ....wisselaarfunctie geselecteerd
( ; ..................................pauzefunctie is actief
) B ................................brandt tijdens weergeven
¡ R(W) ............................er is een niet-gefinaliseerde CDR-
of CDRW-disc geladen
0 ..................................brandt tijdens opnemen
£ ANALOG......................- analoge ingang geselecteerd
...................................... voor externe opname
......................................- analoge opname
OPTICAL I ..................optische ingang I geselecteerd
voor opname van externe bron
DIGITAL I ....................digitale ingang I geselecteerd voor
opname van externe bron
§ SYNC ..........................automatische of
gesynchroniseerde start van opname van externe bron
MANUAL ....................handmatige start van opname van
externe bron
DISPLAY-indicaties
MAINS
1 2
CDR
DIGITAL
CDR
CD
CDR
OUTIN
IN
OPTICAL
L
R
OUT
ANALOG
CD
OUT
DIGITAL
34 5 6 7 8
CDR
CDR
CD
L
R
ANALOG
L
R
OUTIN
1 2 3 4 5
REC
REM
27
123456789
26
SYNC MANUAL
25 24
DIGITAL OPTICAL ANALOG
23
I I
TIME
TRACK
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 +
RECORD
CD
RW
CHANGER
19202122
1617
18
TIME STEPTRACK
REMTOTAL
CD
RW
PROG SHUFFLE REPEAT SCAN
12131415
6
7
8
9
ALL
10
TRACK
11
Nederlands
114
De onderstaande meldingen kunnen op het display worden weergegeven.
Algemeen
READING..........................tijdens het lezen van
disc-informatie
OPEN..................................tijdens het openen van de disc-lade
CLOSE ..............................tijdens het sluiten van de disc-lade
NO DISC ..........................er is geen disc geladen, de disc is
onleesbaar of de disc ligt ondersteboven
PROG FULL ....................het programma is vol
INSERT DISC ..............laad een disc of plaats de disc op
de juiste wijze
WRONG DISC ..................de geladen disc is geen audio-CD
UNFINALIZED ..............niet-gefinaliseerde CDR- of
CDRW-disc
MEMORY XX% ............geeft de hoeveelheid
tekstgeheugen aan die is gebruikt voor niet-gefinaliseerde discs
Opnemen
WAIT..................................- wanneer op STOP 9 is gedrukt
tijdens opnemen
- wanneer op STOP 9 is gedrukt tijdens het opnemen van de eerste 4 seconden van een track
UPDATE ..........................inhoud van disc bijwerken
DISC FULL ....................opnemen is niet meer mogelijk
DIGITAL 1 ....................digitale coaxiale ingang 1
geselecteerd
OPTICAL ........................digitale optischge ingang
geselecteerd
ANALOG ............................analoge ingang geselecteerd
COPY PROTECT ............er kan geen digitale opname worden
gemaakt van de aangesloten bron
NOTFINALIZED ............bij opening van de disc-lade wanneer
deze een niet-gefinaliseerde disc bevat (CD recorder)
RECORD FAST ..............opnemen met hoge snelheid
geselecteerd
REC LISTEN ..................opnemen met luistersnelheid
geselecteerd
MAKE CD ..........................snelle opname van een volledige
disc met automatische finalisering
REC EXT DISC ............automatische start van een
opname van een externe bron
REC EXT MAN................handmatige start van een opname
van een externe bron
_XX DB ............................het opnameniveau wordt ingesteld
DOES NOT FIT ............resterende tijd op CDR- of
CDRW-disc is onvoldoende voor de voorgestelde opname
ANALOG REC ..................tegen kopiëren beveiligde track
gevonden tijdens opnemen. De track kan alleen analoog worden gekopieerd (kopieerbeveiligingsreglement)
ERASE TRACK ..............bij het wissen van een of meer
tracks
ERASE DISC ..................bij het wissen van een disc
FINALIZE CD ..............bij het finaliseren van een disc
FINALIZED ....................bij een poging een reeds
gefinaliseerde disc te finaliseren
CHECK INPUT ..............wanneer op RECORD is gedrukt en
er geen digitale bron gevonden is
XX XX ERASE................aftellen van de tijd bij het wissen
van een track of een disc
XX XX FINAL................aftellen van de tijd bij het
finaliseren van een disc
PRESS RECORD ............voor het starten van handmatig
opnemen, finaliseren of wissen
START SOURCE ............starten van een gesynchroniseerde
opname van een audiobron (bijv. CD-speler)
FINALIZED CD ............bij een poging een opname te
maken op een gefinaliseerde CDR of een voorbespeelde CD
UNFINALIZE/ ................bij een poging een opname te
PRESS ENTER maken op een gefinaliseerde CDRW
PROF SOURCE ..............wanneer een professionele bron is
aangesloten
REC TEXT ......................bij het lezen van tekst van de bron-
CD voor opname
TEXT PROTECT ............wanneer tekst van de bron-CD
tegen kopiëren beveiligd is (tekst van CD wordt niet opgenomen)
Weergave
CHANGER MODE ............CD-wisselaarfunctie geselecteerd
DJ-MODE ..........................DJ-functie geselecteerd
PROGRAM..........................programmeerfunctie geselecteerd
ALBUM TITLE ..............wordt gevolgd door titel van het
album
TRACK TITLE ..............wordt gevolgd door titel van de
track
ALBUM ARTIST ............wordt gevolgd door de naam van
de artiest
TRACK ARTIST ............wordt gevolgd door de naam van
de artiest van de track
Overige meldingen
NO AUDIO TR................wanneer de recorder tijdens het
opnemen een datatrack vindt
FINALIZE CD ..............lasercalibratie 96 keer uitgevoerd,
disc moet gefinaliseerd worden
INITIALIZING ............tijdens lasercalibratie voor niet-
gefinaliseerde discs
DISC RECOVER ............tijdens de herstelprocedure na het
uitvallen van de stroom
OPC ERROR ....................OPC mislukt tijdens de OPC-
procedure (OPC = Optimale calibratie)
RECORD ERROR ............opnamefout in menufunctie
DISC ERROR ..................bij een poging op te nemen op een
gerepareerde disc of deze te finaliseren
MEMORY FULL/ ..............brandt wanneer het tekstgeheugen
FINALIZE CD vol is. Om een CD aan de lijst toe
te voegen, moet eerst een andere CD uit de lijst gefinaliseerd of gewist worden
NOT POSSIBLE ............bij een poging een CDR te wissen
DISPLAY-meldingen
DISPLAY
Nederlands
115
Menu-meldingen
NO TRACKS ....................bij een poging tekst te bewerken
voor een disc zonder tracks
TEXT EDIT ....................wanneer naar de
tekstbewerkingsfunctie wordt gegaan
ALBUM ARTIST ............bij het bewerken of wissen van de
naam van een artiest
ALBUM TITLE ..............bij het bewerken of wissen van
een titel
ARTIST TR N................bij het bewerken of wissen van de
naam van een artiest per track
TITLE TR N ................bij het bewerken of wissen van
een titel per track
TEXT ERASE ................bij het activeren van de Text
Erase-functie
ALL TEXT ......................bij het activeren van de All Text-
functie
ERASE OK ......................wanneer een wisopdracht moet
worden bevestigd met de ENTER­toets
ERASE ALL OK ............wanneer een wisopdracht moet
worden bevestigd met de ENTER­toets
ERASE MEMORY ............tijdens wachten op bevestiging bij
het wissen van een disc
MEMORY VIEW ..............bij selecteren van tekstcontrole
per niet-gefinaliseerde disc in het geheugen
MEMORY EMPTY ............wanneer tekstcontrole wordt
geselecteerd terwijl er geen tekst in het geheugen aanwezig is
AUTO TRACK ..................wanneer automatische
tracknummering AAN of UIT geselecteerd wordt
ON ......................................Automatische tracknummering AAN
OFF ....................................Automatische tracknummering UIT
SET BALANCE ..............wanneer BALANCE geselecteerd
wordt
NO TEXT ..........................er is voor de disc geen tekst
opgeslagen
Voor het afspelen heeft de CD-recorder (en/of het CD­spelerdeck) de volgende uitgangen:
- Digitale coaxiale uitgang (CD en CDR);
- Analoge uitgang (CD en CDR). Wij raden u aan deze aan te sluiten op de ingang TAPE of CDR van uw versterker.
Voor opnemen van een externe bron heeft het apparaat de volgende ingangen:
- Digitale optische ingang;
- Digitale coaxiale ingang;
- Analoge ingang.
Voor afzonderlijke weergave van het CD-spelerdeck (DJ­functie) heeft het apparaat de volgende uitgangen:
- Digitale coaxiale uitgang (CD);
- Analoge uitgang (CD). Wij adviseren u deze aan te sluiten op de CD-ingang van uw versterker.
De aansluitingen die u kunt maken, zijn afhankelijk van de mogelijkheden van uw geluidsapparatuur. Raadpleeg daarom eerst de gebruiksaanwijzing van deze apparatuur.
Digitale opnamen (via een optische of coaxiale aansluiting) bieden de beste geluidskwaliteit en mogelijkheden (bijv. automatische tracknummering).
(De digitale optische aansluiting is minder gevoelig voor storingen van buiten). Als uw geluidsapparatuur geen digitale aansluitmogelijkheden heeft, zorgt de hoogwaardige analoog-digitaalomzetter van uw CD-recorder voor een zeer goede geluidskwaliteit bij opnames via de analoge ingang.
Weergave via de digitale coaxiale uitgang van de CD-recorder geeft de beste geluidskwaliteit. Als uw geluidsapparatuur geen digitale aansluitmogelijkheden heeft, zorgt de hoogwaardige digitaal-analoogomzetter van uw CD-recorder voor een zeer goede geluidsweergave via de analoge uitgang.
We raden u aan in alle gevallen zowel digitale als analoge aansluitingen te maken. U kunt dan altijd nog analoog opnemen wanneer digitaal opnemen niet mogelijk is.
We hebben de meest gebruikte aansluitmogelijkheden van de CD-recorder beschreven. Als u toch nog problemen met aansluiten hebt, kunt u altijd contact opnemen met een Philips Servicecentrum bij u in de buurt.
Aansluitingen algemeen
MENU-meldingen - Zie menufunctie
DISPLAY INSTALLATIE
REC
REM
SYNC MANUAL
DIGITAL
OPTICAL ANALOG
TRACK
TIME
RECORD
CHANGER
CD
I
I
RW
TIME STEPTRACK
REMTOTAL
PROG SHUFFLE REPEAT SCAN
ALL
TRACK
CD
RW
E
A
S
Y
J
O
G
S
T
O
R
E
/M
E
N
U
C
A
N
C
E
L
/D
E
L
E
N
T
E
R
E
T
E
Nederlands
116
Deze aansluiting is nodig voor weergave van zowel de CD­recorder als het CD-spelerdeck (kabel 2). Kabel 1 hebt u alleen nodig als u opnamen wilt maken van een externe analoge bron.
Gebruik de bijgeleverde audiokabels. Sluit de rode pluggen aan op de R(echter) aansluitbussen en de witte op de L(inker) bussen.
1 Om op te nemen dient u kabel 1 aan te sluiten op de
ANALOG IN-bussen van de CD-recorder en de CDR LINE- of TAPE OUT-bussen van een versterker.
Opmerking: Om rechtstreeks van een CD-speler op te nemen,
moet de analoge ingang van de CD-recorder op de analoge uitgang van de CD-speler worden aangesloten.
2 Om af te spelen dient u kabel 2 aan te sluiten op de
ANALOG OUT-bussen van de CD-recorder en de ingangsbussen van een versterker, bijv. TAPE IN, CDR of AUX.
Opmerking: Gebruik nooit de PHONO-ingang.
Deze aansluiting hebt u alleen nodig als u het CD-spelerdeck los van de CD-recorder voor CD-weergave wilt gebruiken. Dit is het geval bij gebruik van de DJ-functie.
1 Voor afzonderlijk weergeven op het CD-spelerdeck dient u
een derde kabel 3 (niet meegeleverd) aan te sluiten tussen de ANALOG OUT-bussen van het apparaat en de ingangsbussen van een versterker, bijv CD of AUX. (Sluit de rode pluggen aan op de met R(echts) gemerkte bussen en de witte op de met L(inks) gemerkt bussen.)
Opmerking:
- Gebruik nooit de PHONO-ingang.
- Uw CD-recorder/-speler is voorzien van een digitale coaxiale uitgang voor het CD-spelerdeck. Deze uitgang kan worden gebruikt voor digitale weergave.
Analoge aansluitingen van het CD­spelerdeck
Analoge aansluitingen van CD-recorder en CD-speler
INSTALLATIE
Loading...
+ 18 hidden pages