Welkom in de fantastische wereld van Pentax
middenformaat fotografie
Deze middenformaat 67 II camera geeft een beeldveld
dat vier keer zo groot is als dat van een 35 mm spiegelreflexcamera. Daardoor is de fotograaf bij vergrotingen
verzekerd van een beelddefinitie van superieure
kwaliteit met een fijne korrel.
Wanneer de AE Pentaprismazoeker 67 II is bevestigd
op de camera, zijn de AE-functie met diafragmavoorkeuze en drie lichtmeetfuncties beschikbaar:
meervlaksmeting met 6 segmenten, lichtmeting met
nadruk op het midden en spotmeting.
Lees deze handleiding aandachtig door om een volledig
beeld te krijgen van de functies en werking van de
camera voordat u deze in gebruik neemt.
In deze handleiding is ervan uitgegaan dat de AE
Pentaprismazoeker 67 II op de camera is bevestigd.
Accessoires en objectieven die niet door Pentax zijn
gefabriceerd, zijn niet vervaardigd volgens de
exacte specificaties en eisen die Pentax aan haar
produkten stelt, en kunnen daardoor leiden tot
problemen kunnen of zelfs beschadigingen aan uw
Pentax-camera veroorzaken. Pentax kan derhalve
niet aansprakelijk worden gesteld voor problemen
die het gevolg zijn van gebruik van door
andere fabrikanten vervaardigde objectieven en
accessoires.
In deze handleiding gebruikte symbolen
Volgorde van bediening
Automatische bediening
Attentie
Lamp knippert
Juist
Onjuist
Page 3
INHOUD
1
De verschillende onderdelen ....................................................... 2
q Hoofdschakelaar (blz. 12, 41)
w Aansluiting draadontspanner (blz. 52)
e Ontspanknop (blz. 16)
r Knop voor serie-opnamen (blz. 44)
t Knop voor ontgrendeling zoeker (blz.19)
y LCD-display (blz.4)
u Transportheldel (blz. 24, 44)
i Belichtingscompensatieknop (blz. 53)
o Ontgrendeling belichtings-
compensatieknop (blz. 53)
!0 AE Pentaprismazoeker 67 II (blz. 17)
!1 Schakelaar lichtmeetfunctie
(blz. 33, 54, 55)
!2 Knop voor instelling filmgevoeligheid
(blz. 20)
!3 Sluitertijdenknop (blz. 32, 48, 51)
!4 Vergrendeling van de sluitertijdenknop
(blz. 32, 46, 48, 49)
!5 Riembevestiging (blz.9)
!6 Richtteken objectiefvatting (blz.14)
!7 Knop voor instelling tijdbelichting (blz.66)
!8 Knop voor spiegelvergrendeling (blz.64)
Hoewel bij het ontwerp van deze camera veel aandacht is besteed aan een veilige bediening, dienen de op deze
pagina gegeven voorschriften te worden opgevolgd.
WAARSCHUWINGDit teken duidt op voorschriften die, indien niet opgevolgd, ernstig letsel
tot gevolg kunnen hebben bij degene die de camera bedient.
PAS OPDit teken duidt op voorschriften die, indien niet opgevolgd, licht of
minder ernstig letsel van degene die de camera bedient of beschadiging
van de apparatuur tot gevolg kunnen hebben.
WAARSCHUWINGPAS OP
• Het riempje om uw nek doen is gevaarlijk. Zorg dat
kleine kinderen het riempje niet om hun nek krijgen.
• Kijk niet rechtstreeks naar de zon door de camera,
omdat uw ogen bij blootstelling aan direct zonlicht
beschadiging kunnen oplopen.
• Door kortsluiten, demontage, opladen of verhitting
kan de batterij scheuren of zelfs exploderen.
• Worden de batterijen heet of beginnen ze te roken,
haal ze dan direct uit de camera. Pas op dat u zichzelf niet brandt bij het verwijderen van de batterijen.
5
Page 8
6
ONDERHOUD VAN DE CAMERA
Deze Pentax-camera is een precisie-instrument, dat
met zorg behandeld moet worden.
Bij het maken van opnamen
• Gebruik de camera niet op een plaats waar deze in
contact kan komen met regen, water of enige andere
vloeistof; de camera is niet weer-, water- of vloeistofbestendig. Mocht de camera nat worden door regen,
waterspatten of enige andere vloeistof, veeg het vocht
er dan onmiddellijk af met een droge zachte doek.
• Laat de camera niet vallen of tegen een stevig voorwerp aanstoten. Kr ijgt de camera een schok of stoot
te verduren, laat hem dan nakijken bij het Pentax
Service Centrum.
• Stel de camera niet bloot aan heftige trillingen of
schokken, of aan extreem grote druk. Wanneer u de
camera vervoert op een motor, in een auto of op een
boot, kunt u deze het beste met een kussentje
beschermen.
• Condensatie, zowel binnen in de camera als aan de
buitenzijde, kan aanzienlijke schade veroorzaken aan
het mechanisme van de camera door roestvorming.
Ook bij de overgang van een warme kamer naar een
koude buitenomgeving of omgek eerd kan condensatie
optreden, en ook ijsafzetting kan schade veroorzaken.
U kunt dit voorkomen door de camera in een tas of
plastic zak te doen, zodat de temperatuurovergang
geleidelijk verloopt. U kunt de camera weer uit de tas
halen zodra het temperatuurverschil minimaal is
geworden.
Voorzorgsmaatregelen voor opslag
• Bewaar de camera nooit langdurig in een vochtige of
zeer warme omgeving. Laat uw camera ook nooit
achter op plaatsen waar de temperatuur zeer hoog
kan oplopen, zoals uw auto.
• Bewaar de camera niet in een kast met mottenballen
of op een plaats waar met chemicaliën wordt gewerkt.
Bewaar de camera op een goed geventileerde plaats
om schimmelvorming te voorkomen.
Voorzorgsmaatregelen voor goed onderhoud
• Raak nooit het sluitergordijn of de spiegel aan met uw
vingers of enig ander voorwerp.
• Gebruik een blaas- en lenskwastje om het objectief of
de zoeker stofvrij te maken.
• Gebruik nooit oplosmiddelen zoals verfverdunner,
alcohol of benzine om de camera te reinigen.
• Elektronische problemen kunnen ontstaan doordat de
contacten zijn verontreinigd door water, vuil of stof.
Controleer tevens of de batterijen lek zijn, of de camera verontreinigd is door vuil of vet, en of misschien
corrosie is opgetreden, bijvoorbeeld door inwerking
van zout water of gassen. Kunt u het probleem zelf
niet verhelpen, neem dan contact op met het Pentax
Service Centrum. Dergelijke reparaties vallen niet
onder de garantiebepalingen en kunnen in rekening
worden gebracht.
Page 9
V OORZORGSMAA TREGELEN V OOR B ATTERIJGEBRUIK
7
Andere voorzorgsmaatregelen
•
De camera functioneert normaal bij een
omgevingstemperatuur tussen -10°C en 50°C.
• Een camera die in het water is gevallen, kan
meestal niet meer worden gerepareerd.
Mocht dit onverhoopt gebeuren, neem dan
voor alle zekerheid contact op met uw P entaxleverancier.
• Wilt u dat uw camera optimaal blijft functioneren, laat deze dan eens in de één à twee jaar
controleren. Als de camera gedurende een
langere periode niet wordt gebruikt, of als u er
belangrijke foto’s mee wilt maken, kunt u de
camera het beste laten controleren, of er
anders een aantal proefopnamen mee
maken.
• Reparaties aan dit product die noodzakelijk
zijn geworden als gevolg van gebruik voor
industriële of commerciële doeleinden,
kunnen buiten de garantiebepalingen van
Pentax vallen.
• De PENTAX garantie heeft alleen betrekking
op de reparatie van defecten in materialen of
afwerking. Beschadiging in welke vorm dan
ook kan niet kosteloos worden gerepareerd
op grond van de garantiebepalingen. Is het
probleem het rechtstreekse gevolg van
gebruik van het product onder omstandigheden zoals beschreven onder “Onderhoud
van de camera” of van enige andere handeling die in strijd is met de in deze handleiding
beschreven instructies, dan zullen kosten in
rekening worden gebracht of kan een
reparatienota worden afgegeven.
• Gebruik uitsluitend twee CR123A lithiumbatterijen.
• Gebruik batterijen uitsluitend op de voorgeschreven wijze, aangezien onoordeelkundig
gebruik kan leiden tot lekkage, oververhitting,
explosies, enz. Controleer bij het inleggen
altijd of de polen (“+” en “-”) wel op de juiste
plaats zitten.
• Bij lage temperaturen werken batterijen soms
minder goed. Zodra de omgevingstemperatuur weer normaal is, zullen de batterijen weer
naar behoren functioneren.
• Neem altijd één of meer reservebatterijen
mee wanneer u op reis gaat of buitenshuis
opnamen maakt.
• Vervang de batterijen tegelijk. Combineer
geen batterijen van verschillende merken of
typen, of een oude batterij met een nieuwe.
Oververhitting of zelfs exploderen kan het
gevolg zijn.
Page 10
8
I. BASISFUNCTIES
(VOORBEREIDINGEN)
Page 11
DE RIEM VASTMAKEN
9
1. Schuif de gesp in de richting van de pijl met een
muntstuk of een dergelijk voorwerp.
2. Doe de gesp op de riembevestiging, met de pijlindicatie naar buiten gericht, en breng de sluitplaat
weer naar zijn oorspronkelijke positie.
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDING)
12
3. Om de riem los te maken, verschuift u de sluitplaat
met een muntstuk of een dergelijk voorwerp (zoals
in stap 1 hierboven).
• Pas de lengte van de riem aan met de gesp.
• Nadat u de riem hebt bevestigd en de lengte hebt
aangepast, trekt u de riem hard aan om te controleren
of de riem stevig aan de camera vastzit.
3
Page 12
10
DE BATTERIJEN INLEGGEN
123
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
N
E
P
L
O
.
T
T
A
N
E
P
L
O
.
T
T
A
B
B
N
E
P
L
O
.
T
T
A
B
1. Verwijder het deksel van het batterijcompartiment
met een muntstuk of een dergelijk voorwerp (zie
afbeelding).
2. Plaats twee 3V lithiumbatterijen (CR123A of gelijkwaardige batterijen) zoals afgebeeld.
3. Draai het deksel van het batterijcompartiment in de
richting van de pijl om het deksel goed af te
sluiten.
Page 13
11
• Deze camera werkt alleen op batterijen. Gebruik uitsluitend CR123A lithiumbatterijen.
• De ISO-filmgevoeligheid en het aantal belichte opnamen blijft hetzelfde, zelfs bij vervanging van de
batterijen.
• Neem altijd reser vebatterijen mee wanneer u op reis gaat of buitenshuis opnamen maakt.
• Vervang de batterijen tegelijk. Combineer geen batterijen van verschillende merken of typen, of een oude batterij met
een nieuwe.
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
Levensduur batterijen (20° C/68° F)
120 film:ongeveer 500 rollen
220 film:
Capaciteit bij tijdopnamen:ongeveer 13 uur
• De batterijen werden gebr uikt in onze eigen testomgeving. De feitelijke levensduur en prestaties van de batterijen zijn
in sterke mate afhankelijk van externe omstandigheden, zoals temperatuur en ouderdom van de batterijen.
• Bij lage temperaturen werken batterijen soms minder goed. Zodra de omgevingstemperatuur weer normaal is, zouden
de batterijen weer naar behoren functioneren.
ongeveer 250 rollen
Levensduur batterijen (- 10° C/14° F)
120 film:
220 film:
Capaciteit bij tijdopnamen:
ongeveer 250 rollen
ongeveer 120 rollen
ongeveer 6 uur
Page 14
12
DE CAMERA AANZETTEN
12
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
L
ON
-2
-
3
-
1
0
+3
+1
+2
1. Zet de hoofdschakelaar op [ ON ].2. De camera wordt uitgezet door de hoofdschakelaar
op [ L ] te zetten.
• Is de camera niet in gebruik, zorg dan dat de hoofdschakelaar op [ L ] staat om onnodig verbruik van de batterijen door per ongeluk indrukken van de ontspanknop
te voorkomen.
-2
-
3
-
1
0
+3
+1
+2
ON
L
Page 15
13
*
-2
-
3
-
1
0
+3
+1
+2
* Waarschuwing uitgeputte batterijen
Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, verschijnt het
batterijsymbool [ D] op het LCD-display. U dient de
batterijen dan zo snel mogelijk te vervangen. Zie blz. 10
voor het vervangen van de batterijen.
• Zelfs wanneer het symbool ‘batterijen bijna leeg’
verschijnt, wordt er correct scherpgesteld zolang de ontspankop helemaal kan worden ingedrukt. Het
verdient aanbeveling de batterijen zo snel mogelijk te
vervangen.
• Wanneer de batterij-indicatie [ D] begint te knipperen,
kan de ontspanknop niet meer worden bediend.
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
Page 16
14
HET OBJECTIEF BEVESTIGEN
12
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
ON
L
M.UP
PS.TIME
m
22
ft
22
16
16
8
11
4
8
4
8
5.6
16
20
75
4
22
10
2.4
30
7
20
1. Verwijder de bodydop van het objectief door deze
in de richting van de pijl te draaien.
2. Plaats de rode stippen op de camera en de
objectiefvatting tegenover elkaar, bevestig het
objectief op de camerabody en draai het helemaal
rechtsom tot u een klik hoort.
• Zie voor objectieven met een buitenbajonet blz.67, VER-
WISSELBARE OBJECTIEVEN.
Page 17
15
M
3
.UP
PS.TIME
AUTO
16
22
11
8
16
5.6
8
4
4
4
8
16
2.4
20
75
22
10
30
7
20
3. Verwijder de voordop van het objectief door beide
nokken in te drukken, in de richting van de pijl.
• Pentax kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
problemen die het gevolg zijn van het gebruik van objectieven van een ander merk dan Pentax.
*
8
11
5.6
16
22
4
4
8
20
16
22
m
ft
* Het objectief verwijderen
Het objectief verwijderen: houd de objectiefontgrendelknop ingedrukt en draai het objectief naar
links.
• Om beschadiging van het objectief te voorkomen, dient
u een los objectief altijd met de vatting omhoog neer te
zetten.
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
Page 18
16
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
Niet ingedrukt
De ontspanknop heeft twee standen. Wanneer u de
ontspanknop tot halverwege indrukt (eerste stand),
wordt de belichtingsmeter ingeschakeld. Drukt u de
ontspanknop helemaal in (tweede stand), dan wordt
een opname gemaakt. Druk bij het maken van een
opname de ontspanknop voorzichtig helemaal in.
U voorkomt hiermee dat de camera per ongeluk
beweegt tijdens het maken van de opname.
DE ONTSPANKNOP INDRUKKEN
Tot halverwege
ingedrukt
(eerste stand)
Volledig ingedrukt
(tweede stand)
• Door de ontspanknop zachtjes in te drukken, voorkomt u
dat de camera teveel beweegt.
• Voordat u een film inlegt, drukt u de ontspanknop voorzichtig in, zodat u precies weet waar de eerste stand is.
• De zoeker-indicatie blijft ongeveer tien seconden zichtbaar nadat u de ontspanknop tot halverwege hebt ingedrukt. Zolang u de ontspanknop tot halverwege ingedrukt houdt, blijft de zoeker-indicatie geactiveerd.
Page 19
VERWISSELBARE ZOEKERS
Er zijn vier typen verwisselbare zoekers verkrijgbaar als accessoire.
17
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
AE Pentaprismazoeker 67 IIPentaprismazoeker 67 II
• Wanneer de AE Pentaprismazoeker 67 II is bev estigd op de 67 II camera, zijn de AE-functie met diafragma v oorkeuz e
en de handbelichtingsfunctie beschikbaar.
• De Pentaprismazoeker, de vouwbare zoekerschacht en de starre vergrotende zoekerkap voor de 67 camera zijn ook
geschikt voor de 67 II camera.
• De DDL Pentaprismazoeker voor de 67 camera is niet geschikt voor de 67 II camera.
Vouwbare zoekerschacht 67 II
Starre vergrotende zoekerkap 67 II
Page 20
18
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
5.6
4
20
De zoeker bevestigen
Plaats de zoeker bovenop de camera (zie afbeelding)
en druk deze omlaag totdat u twee keer een klik hoort.
• Wanneer de AE pentaprismazoeker niet correct is
bevestigd, kan [ Perr ] op het LCD-display verschijnen.
8
11
16
22
4
8
16
22
Page 21
19
S
250
S
250
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
-2
-
3
500
1000
X
B
-
1
A
0
+3
+1
+2
500
1000
X
B
A
-
1
0
+1
De zoeker losmaken
Draai de zoeker-ontgrendelknop in de richting van de pijl tot de rode punten zich tegenover de rode punten van
de camera bevinden en druk op de zoeker-ontgrendelknop.
-2
-
3
+3
+2
Page 22
20
ISO
0
-
1
-2
-
3
+3
+2
+1
DE FILMGEVOELIGHEID (ISO) INSTELLEN
123
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
125
250
500
1000
A
X
B
2
4
S
S
ISO
-2
-
3
+3
+2
1. Zet de hoofdschakelaar op ON en druk op de knop
voor de filmgevoeligheidsinstelling. De ISOindicatie op het LCD-display gaat knipperen.
2. Houd de ISO-knop voor de filmgevoeligheidsinstelling ingedrukt en verschuif de instelknop. Om een
hoger nummer in te stellen (grotere filmgevoeligheid), schuift u de knop een aantal malen naar
voren tot de gewenste ISO-waarde op het LCDdisplay staat. Om een lager nummer in te stellen
(lagere filmgevoeligheid), schuift u de knop een
aantal malen naar achteren tot de gewenste
ISO-waarde op het LCD-display staat.
3. Nadat de gewenste filmgevoeligheid is ingesteld,
haalt u uw vinger van de knop voor de filmgevoeligheidsinstelling.
• Als u de knop ingedrukt blijft houden, verandert de filmgevoeligheid continu.
• De filmgevoeligheid kan worden ingesteld in het bereik
ISO 6 tot 6400, in stappen van 1/3 EV.
• Wanneer de hoofdschakelaar op ON staat, worden op
het LCD-display [ ISO ] en de filmgev oeligheid aangegeven.
Page 23
FILMINLEG
21
123
ML
220
120220
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
Stel vóór inleg van de film de juiste filmgevoeligheid
in. Zie blz. 20 voor instelling van de filmgevoeligheid.
1. Open de achterwand door de achterwandontgrendeling te verschuiven.
2. Druk de drukplaat in en verschuif deze naar de
stand van het filmtype (120 of 220) dat u gebruikt.
3. De instelling van de drukplaat wordt aangegeven
op het informatievenster op de achterwand.
• Wanneer drukplaat (220) is ingesteld voor een
120-film, gaat de film trekken.Wanneer drukplaat (120)
is ingesteld voor een 220-film, wordt er niet nauwkeurig
scherpgesteld.
Page 24
22
456
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
L
4. Breng de slinger van de spoelhouderknop
omhoog, draai de knop naar links en trek deze naar
beneden.
5. Plaats de lege spoel in de spoelhouder (zie afbeelding).
6. Druk de spoelhouderknop in en draai deze in de
richting van de pijl.
L
• Als de spoelhouderknop niet op de juiste positie komt,
draait u de spoel in de richting van de pijl (zie afbeelding).
L
Page 25
23
789
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
L
7. Trek het tape van de film en plaats de film op
dezelfde manier in de spoelhouder als de lege
spoel, met de letters op de aanloopstrook aan de
buitenkant.
8. Draai de transporthendel tot de sleuf van de lege
spoel omhoog gericht is.
9. Trek de aanloopstrook uit de filmrol en doe het
uiteinde van de aanloopstrook in de sleuf van de
filmspoel.
L
Page 26
24
1011
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
L
10. Draai de transporthendel terwijl u lichtjes op de
aanloopstrook drukt.
11. Controleer of de aanloopstrook gelijkmatig op de
spoel wordt gedraaid.
12. Draai de spoel tot het pijltje op de aanloopstrook
zich tegenover het teken (
bevindt.
) op de camera
▼
ML
FILM 220 FILM 220
FILM 220 FILM 220
12
ML
120 220
Page 27
25
ON
L
0
-
1
-2
-
3
+3
+2
+1
1314
-2
-
3
+3
+2
13. Sluit de achterwand. Blijft de transporthendel
draaien tot u niet verder kunt. De beeldteller g eeft
[ 0 ] aan.
14. Als de film correct is ingelegd, verschijnt [ 0 ] op
het LCD-display.
15. U kunt het gedeelte van het filmdoosje waarop het
type film en de filmgevoeligheid staat aangegeven, afscheuren en in de memohouder op de
achterwand doen als geheugensteuntje.
15
ML
FILM
400
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
Page 28
26
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
120 220
Bij 220-film verschijnen de puntjes vóór de pijl. Als de
puntjes gelijk zijn met het startteken op de camera,
worden de eerste drie opnamen niet belicht.
• De indicatie van de beeldteller wordt ook weergegeven
in de zoeker.
• Stel de film bij het inleggen nooit rechtstreeks bloot aan
zonlicht. Ga in de schaduw staan of gebr uik uw lichaam
om de filmhouder af te schermen van het zonlicht.
• Het is raadzaam de diverse camerafuncties eerst zonder
ingelegde film uit te proberen.
• De beeldteller-indicatie op het LCD-display en in de
zoeker gaat na elke gemaakte opname één omhoog.
• Houd het opper vlak van de drukplaat altijd schoon. Stof
en vuil kunnen de film beschadigen. De drukplaat kan
worden schoongeveegd met een droge stoffen doek.
• Als het startteken op de aanloopstrook niet gelijk ligt met
het teken (▼) op de camera, bestaat de kans dat de
eerste of laatste opname(n) op de filmrol verloren gaan.
• Met 120-film kunnen 10 opnamen worden gemaakt en
met 220-film 21 opnamen.
• Om de sluiter te ontspannen bij een geopende achterwand, bedient u de sluiter terwijl u de dubbelopnamenknop ingedrukt houdt in de [ d ]-stand.
Page 29
DE FILM UIT DE CAMERA NEMEN
12
27
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
-2
-
3
+3
+2
1. Nadat de laatste opname op de filmrol is belicht,
verschijnt [ ii] op het LCD-display
-2
-
3
+3
+2
2. Draai de aanloopstrook door tot [ YY] op het LCDdisplay verschijnt.
Page 30
28
34
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
EXPOSED
L
3. Controleer of [ YY] op het LCD-display staat.
Open de achterwand.
4. Breng de slinger van de filmspoelvergrendeling
omhoog, draai de knop naar links en trek deze naar
beneden.
5. Houd de opgespoelde filmrol stevig vast, vouw het
uiteinde van de aanloopstrook om,en bevochtig de
tape en plak deze strak op de achterkant van de
aanloopstrook om te voorkomen dat de belichte
film per ongeluk wordt afgewikkeld.
• Haal de film uit de camera in de schaduw of scherm de
camera af met uw lichaam.
5
Page 31
DE ZOEKERDIOPTRIE AANPASSEN
ISO
ML
Richt de camera op een helder verlicht object. Kijk
door de zoeker en schuif de dioptriering naar links of
naar rechts, totdat het microprismaraster zo scherp
mogelijk is
29
• Het dioptriebereik ligt tussen +1,5 D en -2,5 D (dioptrie).
• Pas de dioptrie aan alvorens de camera te gebruiken.
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
Page 32
30
DE CORRECTIELENS PLAATSEN
1
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDINGEN)
ISO
1. Draai het rubberen oculairframe naar links en
neem het weg.
ML
2
ISO
ML
2. Plaats de gewenste correctielens (zie afbeelding).
• Het bereik voor de dioptrie-aanpassing kan worden
ingesteld op -1,5 DP tot -5,5 DP of van +3,5 DP tot
-1,5 DP door de optionele correctielenzen te veranderen.
Page 33
II. BASISFUNCTIES
31
BASISFUNCTIES
Page 34
32
DE AE-FUNCTIE MET DIAFRAGMAVOORKEUZE
12
60
125
30
BASISFUNCTIES
ft
m
2222
16168844
22 168
75 30
20
2010 7
5.6 4
2.4
11
250
15
8
4
500
1000
A
2
X
B
2S
1
4
S
ISO
Wanneer u het gewenste diafragma kiest, wordt de juiste
sluitertijd automatisch ingesteld, afhankelijk van de
helderheid van het onderwerp.
Instellen:
1. Draai de diafragmaring naar de gewenste f-waarde
2. Houd de vergrendelknop van de sluitertijdkiezer
ingedrukt en draai de sluitertijdenknop naar [ A ].
• De sluitertijdenknop kan op dezelfde manier als hiervoor
beschreven van [ A ] op een andere stand w orden gez et.
• Zie bladzijde 48 voor de handbelichtingsfunctie.
• De AE-functie met diafragmavoorkeuze is alleen
beschikbaar als de AE Pentaprismazoeker 67 II is
bevestigd.
• Wanneer de sluitertijdenknop wordt ingesteld op [ A ]
zonder dat de AE Pentaprismazoeker 67 II is bevestigd,
wordt een sluitertijd van 1/30 seconde ingesteld.
Page 35
MEERVLAKSMETING MET 6 SEGMENTEN
60
125
30
250
15
8
4
2
500
1000
A
X
B
2S
1
4
S
ISO
33
BASISFUNCTIES
Bij de meervlaksmeting met 6 segmenten meet het lichtmeetsysteem het licht automatisch in zes verschillende
zones, waardoor onder een groot aantal verschillende
normale en ongunstige lichtomstandigheden een correcte
belichting kan worden bereikt.
Zet de lichtmeetfunctie-schakelaar op [l].
[l] verschijnt in de zoeker.
• Deze camera beschikt ook over lichtmeting met nadruk
op het midden en spotmeting. Zie blz. 54 en 55 voor
verdere details.
Page 36
34
BASISFUNCTIES
MEERVLAKSMETING (6 SEGMENTEN)
Deze camera is voorzien van een precisie-DDL-lichtmeetsysteem met zes segmenten. Lichtwaarden worden
gemeten in zes segmenten binnen het beeldveld,
waardoor onder een groot aantal verschillende lichtomstandigheden een optimale belichting wordt bereikt.
Bij conventionele lichtmeetsystemen, die uitgaan van
gemiddelde waarden, kan onderbelichting van het onderwerp het gevolg zijn als de helderheid van de achtergrond
de algehele lichtmeting beïnvloedt. Bij meervlaksmeting
met 6 segmenten meet de camera de helderheid in zes
zones binnen het beeldveld en gebruikt deze meetgegevens om een belichting te kiezen waarbij het onderwerp
niet wordt onderbelicht. Het meervlaksmeetsysteem
berekent ook belichtingswaarden voor een opname met
automatische compensatie voor scherpe contrasten en
andere moeilijke lichtomstandigheden.Zelfs een beginner
kan hierdoor probleemloos uitstekende resultaten
bereiken.
Page 37
DE CAMERA VASTHOUDEN
Camera vasthouden (horizontaal)Camera op zijn kant vasthouden (verticaal)
35
BASISFUNCTIES
Voor een goed resultaat is het belangrijk dat u de
camera op de juiste manier vasthoudt, zoals
afgebeeld.
Houd de camera stevig vast, waarbij uw linkerhand de
camera en het objectief ondersteunt, zoals afgebeeld.
Bij het maken van een opname houdt u uw adem in en u
drukt de ontspanknop zachtjes in. (Drukt u hard op de
ontspanknop, dan beweegt de camera, waardoor de
opname onscherp wordt.)
• Om te voorkomen dat de camera beweegt tijdens het
maken van de opname, kunt u met de camera steun
zoeken op of tegen een vast object (een tafel, muur of
boom, bijvoorbeeld).
• Hoewel er individuele verschillen bestaan tussen
fotografen, is over het algemeen de sluitertijd voor een
handcamera omgekeerd aan de brandpuntsafstand.
De sluitertijd is bijvoorbeeld 1/75 seconde wanneer de
brandpuntsafstand 75 mm is, en 1/150 seconde
wanneer die 150 mm is.Voor langere sluitertijden wordt
gebruik van een statief aanbevolen.
• Door bij het maken van een opname met een ultratelelens een statief te gebruiken dat zwaarder is dan het
totale gewicht van de camera en het objectief, voorkomt
u dat de camera beweegt.
• Bij gebruik van een statief wordt tevens gebruik van een
(optionele) draadontspanner aanbevolen.
Page 38
36
BASISFUNCTIES
1
Voor het scherpstellen kunt u gebruik maken van q
of w.
OPNAMEN MAKEN
2
q Microprismaveld
Draai de scherpstelring tot het beeld in het matveld
scherp en helder is.
w Matveld
Draai de scherpstelring tot het beeld in het matveld
scherp en helder is.
• Pas de dioptrie aan alvorens de camera te gebruiken.
Zie bladzijde 29.
Page 39
37
1
75 30
ft
m
2222
16168844
22 168
1. Kijk door de zoeker en draai de scherpstelring van
het objektief naar rechts of links tot het beeld in de
zoeker scherp en helder is.
20
2010 7
5.6 4
2.4
11
Scherpgesteld
BASISFUNCTIES
Niet scherpgesteld
Page 40
38
+2
423
L
ON
BASISFUNCTIES
2. Druk de ontspanknop tot halverwege in. De sluitertijd en de beeldteller verschijnen in de zoeker.
3. Span de sluiter.
4. Druk de ontspanknop volledig in.
-
3
i
+3
Page 41
-2
-
3
-
1
0
+3
+1
+2
Wanneer de sluiter niet is gespannen, verschijnt de
filmtransportindicatie [ii] op het LCD-display.
39
BASISFUNCTIES
Page 42
40
GEAVANCEERDE FUNCTIES
III. GEAVANCEERDE FUNCTIES
Page 43
DE ZELFONTSPANNER
41
1
L
ON
-2
-
3
-1
0
Bij gebruik van de zelfontspanner wordt de opname pas
na 12 seconden gemaakt, wat vooral handig is voor
groepsfoto’s waar u zelf ook op wilt komen.
1. Zet de hoofdschakelaar op [ l ].
2
GEAVANCEERDE FUNCTIES
2 Stel scherp op het onderwerp en maak een opna-
me door de ontspanknop verder in te drukken.
• Na ongeveer 12 seconden wordt de opname gemaakt.
• Wanneer de zelfontspanner in werking is, klinkt het
elektronische geluidssignaal; de laatste twee seconden
neemt de pieptoon in frequentie toe.
• Om de zelfontspanner te annuleren nadat deze is
geactiveerd, zet u hoofdschakelaar op de stand [ ON ] of
[ L ].
Page 44
42
GEAVANCEERDE FUNCTIES
Als u de camera gebruikt in een situatie waarin uw oog
zich niet meer achter de zoeker bevindt tijdens het maken
van de opname, zoals bij gebruik van de zelf ontspanner of
bij macrofotografie, kan er licht in de zoeker vallen, waardoor er niet correct wordt belicht. Door de oculairafsluitknop te gebruiken wordt invallend licht tegengehouden,
waardoor u verzekerd bent van een correcte belichting.
OCULAIRAFSLUITKNOP
• Bij normale opnamen zet u de oculairafsluitknop
omhoog.
Page 45
43
12
ISO
ML
Stel scherp op het onderwerp
1. Zet de oculairafsluitknop omlaag voordat u de ontspanknop indrukt.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
2. Druk de ontspanknop in.
Page 46
44
ON
ON
2
DUBBELOPNAMEN
12
-2
GEAVANCEERDE FUNCTIES
-
3
-
1
0
+3
+1
+2
-2
-
3
+3
+
Maak de eerste opname op de normale wijze.
1. Voor de tweede opname beweegt u de dubbelopnamenknop in de richting van de pijl. Span de
sluiter terwijl u de dubbelopnameknop in de
dubbelopnamestand houdt.
• Wanneer de film tot halverwege is opgespoeld, kunt u
uw vinger van de dubbelopnameknop halen. De knop
blijft vergrendeld en de beeldtellerindicatie knippert.
2. De beeldtellerindicatie in de zoeker en op het LCDdisplay knippert.
Page 47
45
ON
2
34
-2
-
3
+3
+
GEAVANCEERDE FUNCTIES
3. Op dat moment wordt de film niet getransporteerd.
4. Druk de ontspanknop in om de tweede opname
te maken. De beeldtellerindicatie houdt op met
knipperen.
Opmerkingen:
• Om een derde opname te maken, zet u de dubbelopna-
menknop net als bij stap 1 in de vergrendelde stand,
nadat u de tweede opname hebt gemaakt. De dubbelopnamenknop gaat weer terug naar zijn oorspronkelijke
stand.De film wordt op dit moment niet getransporteerd.
• Bij gebruik van de dubbelopnamefunctie krijgt u over het
algemeen de beste resultaten wanneer u een flitser
gebruikt om het onderwerp te belichten tegen een donkere achtergrond.
• Als de dubbelopnamefunctie eenmaal is ingesteld, kan
deze niet worden geannuleerd tot de volgende opname
is gemaakt.
Page 48
46
GEAVANCEERDE FUNCTIES
EEN BELICHTINGSFUNCTIE KIEZEN
21
60
125
30
250
15
500
1000
A
2
X
B
2S
1
4
S
ISO
ft
m
2222
16168844
22 168
11
75 30
2010 7
5.6 4
20
2.4
8
4
De AE-functie met diafragmavoorkeuze
Wanneer u het gewenste diafragma kiest, wordt automatisch de juiste sluitertijd ingesteld voor een correcte
belichting.
Instellen:
1. Draai de diafragmaring naar de gewenste f-waarde
2. Houd de vergrendelknop van de sluitertijdenknop
ingedrukt en draai de sluitertijdkiezer naar [ A ].
Page 49
3*
47
GEAVANCEERDE FUNCTIES
3. Wanneer de sluiterknop tot halverwege wordt
ingedrukt, verschijnen de sluitertijd, de lichtmeetfunctie en de beeldtellergegevens in de zoeker.
• Als de vergrendelknop van de sluitertijdenknop wordt
ingedrukt, kan de sluitertijdenknop van [ A ] op een
andere stand worden gezet.
• De AE-functie met diafragmavoorkeuze werkt alleen als
de AE Pentaprismazoeker 67 II is bevestigd.
* Belichtingswaarschuwing
Als het onderwerp te licht of te donker is, begint de gekozen sluitertijd in de zoeker te knipperen (zie afbeelding).
Is het onderwerp te licht, kies dan, indien mogelijk, een
kleiner diafragma. Bij een te donker onderwerp kiest u,
indien mogelijk, juist een groter diafragma. Wanneer de
sluitertijd-indicatie ophoudt met knipperen, kunt u een
opname maken.Blijft de sluiter tijdindicatie knipperen, dan
betekent dit dat de belichting buiten het lichtmeetbereik
valt en dat zelfs bij aanpassing van het diafragma geen
correcte belichting mogelijk is. Kies een donkerder onderwerp bij te lichte onderwerpen. Gebruik de flitser bij te
donkere onderwerpen.
Page 50
48
12
8
4
2
15
30
60
125
250
1000
500
X
A
ISO
GEAVANCEERDE FUNCTIES
ft
m
2222
16168844
22 168
11
75 30
2010 7
5.6 4
1
20
2.4
2S
4
S
B
De handbelichtingsfunctie
De handbelichtingsfunctie is een handige belichtingsfunctie wanneer u foto’s wilt maken met steeds dezelfde
sluitertijd/diafragmacombinatie voor het maken van een
creatieve over- of onderbelichte foto.
Instellen:
1. Zet de diafragmaring op de gewenste f-waarde.
2. Zet de sluitertijdenknop op de gewenste sluitertijd.
Page 51
49
60
125
30
250
15
8
4
2
500
1000
A
X
B
2S
1
4
S
ISO
Wilt u de sluitertijdenknop op een andere stand dan
[ A ] zetten, draai de sluiter tijdenknop dan terwijl u de
vergrendelknop van de sluitertijdenknop ingedrukt
houdt.
60
250
125
500
30
1000
15
8
4
2
A
X
B
4
S
2
S
1
ISO
Gebruikt u bij flitsfotografie de flitssynchronisatiesluitertijd van 1/30 seconde of een niet-systeemgekoppelde externe flitser,zet de sluitertijdkiezer dan
op de stand [ X ] (1/30 seconde).
GEAVANCEERDE FUNCTIES
Page 52
50
3*
GEAVANCEERDE FUNCTIES
3. Wanneer de sluiterknop tot halverwege wordt ingedrukt, verschijnen de sluitertijd, de staafgrafiek, de
lichtmeetfunctie en de beeldtellergegevens in de
zoeker.
• Wanneer de staafjes boven de [/] kant van de
staafgrafiek staan, duidt dit op overbelichting. Staan ze
boven de [(] kant, dan duidt dit op onderbelichting.
Eén staafje in het midden van de staafgrafiek betekent
een correcte belichting.
• Eén staafje op de staafgrafiek staat voor 0,3 stap
(0,3EV). Is er echter een over- of onderbelichting van
meer dan +3 of -3 stappen (3EV), dan knippert de
indicatie [/] of [(].
• De handbelichtingsfunctie met lichtmeting is alleen
beschikbaar als de AE Pentaprismazoeker 67 II is
bevestigd.
* Belichtingswaarschuwing
Als het onderwerp te licht of te donker is, begint de gekozen sluitertijd in de zoeker te knipperen (zie afbeelding).
Dit betekent dat de belichting buiten het lichtmeetbereik
valt en dat zelfs bij aanpassing van het diafragma geen
correcte belichting mogelijk is. Kies een donkerder onderwerp bij te lichte onderwerpen. Gebruik de flitser bij te
donkere onderwerpen.
Page 53
51
123
500
250
125
A
60
1000
ft
m
2222
16168844
22 168
75 30
20
2010 7
5.6 4
2.4
11
30
15
8
De tijdopnamefunctie
De tijdopnamefunctie gebruikt u voor lange belichtingstijden, om bijvoorbeeld ‘s nachts te fotograferen of om
foto’s van vuurwerk te maken. Zolang u de ontspanknop
ingedrukt houdt, blijft de sluiter openstaan.
Instellen:
1. Draai de diafragmaring naar de gewenste f-waarde
2. Zet de sluitertijdenknop op [ B ].
3. [ Bu ] is af te lezen in de zoeker als de ontspanknop
tot halverwege wordt ingedrukt
X
B
4
S
2
S
4
1
2
ISO
GEAVANCEERDE FUNCTIES
Page 54
52
4
GEAVANCEERDE FUNCTIES
4. Bij de tijdopnamefunctie kunt u, om camerabeweging te voorkomen,het beste werken met een
statief en de draadontspanner (als accessoire
verkrijgbaar).
• De indicaties in de zoeker kunnen worden verlicht door
de draadontspanner tot halverwege in te drukken.
• Met nieuwe batterijen op kamertemperatuur kan er
ongeveer 6 uur belicht worden.
Page 55
BELICHTINGSCOMPENSATIE
53
1
-
1
-
2
0
-
3
+1
+2
+3
Door middel van de belichtingscompensatie kunt u een
onderwerp opzettelijk overbelichten (lichter maken) of
onderbelichten (donkerder maken), of moeilijke
lichtomstandigheden compenseren die de ingebouwde
belichtingsmeter van de camera zouden kunnen
misleiden.
Instellen:
1. Draai de belichtingscompensatieknop naar de
gewenste compensatiewaarde.
2. De belichtingscompensatieknop is vergrendeld op
de stand [ 0 ]. Om deze op een andere stand dan
[ 0 ] te zetten houdt u de vergrendelknop van de
belichtingscompensatieknop ingedrukt en draait u
de knop.
23
-
1
0
+1
-2
-
3
+3
+2
3. De staafgrafiek geeft de compensatiewaarde aan
en in de zoeker verschijnt [ z ].
• De belichtingscompensatie werkt niet in de tijdopname-
functie.
• Het belichtingscompensatiebereik loopt van -3 EV tot
+3 EV, in stappen van 0,3 EV.
• Eén staafje boven de grafiek geeft 0,3EV stap aan.
• Wanneer bij handbelichting de belichtingscompensatie
wordt gebruikt, geeft het staafje boven de staafgrafiek de
mate van over- of onderbelichting aan en [z] wordt
weergegeven in de zoeker.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
Page 56
54
60
30
15
8
4
2
2S
1
GEAVANCEERDE FUNCTIES
DE LICHTMEETFUNCTIE INSTELLEN
125
250
500
1000
A
X
B
4
S
ISO
Bij deze camera is ook spotmeting en lichtmeting met
nadruk op het midden mogelijk.
De gewenste lichtmeetfunctie kan worden geselecteerd
met de lichtmeetfunctieschakelaar.
Lichtmeting met nadruk op het midden
Dit lichtmeetsysteem zorgt niet automatisch voor een
correctie in situaties met tegenlicht of spotlicht, zoals de
meervlaksmeting met 6 segmenten. De gebruiker kan zelf
een creatieve belichtingsregeling bepalen.
Instellen:
Zet de lichtmeetfunctieschakelaar op stand [A].
• Het lichtmeetpatroon in de bovenstaande afbeelding
toont dat het bovenste deel van het patroon (in het midden van de zoeker) gevoeliger voor licht is dan het
onderste deel.
Page 57
55
12
60
125
30
250
15
8
4
2
500
1000
A
X
B
2S
1
4
S
ISO
GEAVANCEERDE FUNCTIES
Spotmeting
De spotmeetfunctie meet het licht alleen in het kleine vlak
in het midden van de zoeker.
Instellen:
1. Zet de lichtmeetfunctie-schakelaar op [ [ ].
2. Meet met het kleine vlak in de zoeker (zie afbeelding).
• Is het verschil in helderheid tussen verschillende delen
van de foto te groot, dan dient bij de belichting rekening
te worden gehouden met de algehele helderheid, anders
zal de opname verkeerd worden belicht.
Page 58
56
ML
GEAVANCEERDE FUNCTIES
Met de geheugenvergrendelfunctie kunt u een bepaald
belichtingsniveau in het geheugen vastleggen voordat u
een opname maakt.Deze functie is vooral zeer effectief in
combinatie met de spotmeetfunctie. Met behulp van de
geheugenvergrendelfunctie wordt ook een juiste belichting verkregen als slechts een klein deel van het onderwerp in de zoeker zichtbaar is.
Plaats het te meten gebied in het spotmeetvlak en
druk de geheugenvergrendelknop in. Het belichtingsniveau wordt in het geheugen opgeslagen en in de
zoeker verschijnt [SS].
GEHEUGENVERGRENDELING
• Zodra de geheugenvergrendelknop [ ML ] wordt inge-
drukt, slaat de camera het gemeten belichtingsniveau
20 seconden lang op en de geheugenvergrendelknop
kan worden ingedrukt.
• Houdt u de ontspanknop tot halverwege ingedrukt terwijl
de timer loopt, dan blijven de meetgegevens ook in het
geheugen bewaard als u de geheugenvergrendelknop
loslaat.
• Wanneer de camera op handbelichting staat, is de
geheugenvergrendelfunctie niet beschikbaar.
Instelling
Om de geheugenvergrendelfunctie te annuleren drukt u
nogmaals op de geheugenvergrendelknop.
Page 59
FLITSEN MET EEN SYSTEEMGEKOPPELDE PENTAX-FLITSER
57
Flitsen met de automatische DDL-functie
De volgende flitsers zijn geschikt: AF500FTZ,
AF330FTZ, AF400FTZ, AF240FT, AF280T en AF200T.
Om de bovenstaande flitsers te kunnen gebruiken,
hebt u een flitsschoengreep 67 II nodig (accessoire).
1. Bevestig de flitsschoengreep 67 II op de camera.
2. Verwijder de flitsschoenbeschermer (FC) .
3. Sluit een systeemgekoppelde Pentax-flitser aan op
de flitsschoengreep 67 II.
4. Sluit het snoer aan op het 5P-sync-aansluitpunt
van de camera.
• Zie voor bevestiging van een flitsschoengreep 67 II op
de camera de handleiding bij flitsschoengreep 67 II.
• Wanneer de flitser volledig is opgeladen, wordt een flitssynchronisatietijd van 1/30 seconde ingesteld.
• Wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt,
verschijnt ( ú ) in de zoeker en op de LCD-display.
• In de AE-fuctie met diafragmavoorkeuze wordt bij volledig opgeladen flitser automatisch de handbelichtingsfunctie ingesteld. De staafgrafiek geeft de belichtingswaarde voor de achtergrond aan. Zie bladzijde 50 voor
de staafgrafiek.
• Zie voor verdere informatie de handleiding bij de flitser.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
Page 60
58
De AF400T flitser
Om de AF400T flitser aan te sluiten op de 67 II camera,
hebt u een steun voor de AF400T en een 4P synchronisatiesnoer A nodig (als accessoires verkrijgbaar).
1. Bevestig de AF400T in combinatie met de steun
voor de 400T op de camera.
2. Sluit het 4P synchronisatiesnoer A aan.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
• Zie voor aansluiting van een steun voor de AF400T op
de 67 II camera de handleiding bij de steun voor de
AF400T.
• Wanneer de flitser volledig is opgeladen, wordt een flitssynchronisatietijd van 1/30 seconde ingesteld.
• Wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt,
verschijnt (ú) in de zoeker en op de LCD-display.
• In de AE-fuctie met diafragmavoorkeuze wordt bij volledig opgeladen flitser automatisch de handbelichtingsfunctie ingesteld. De staafgrafiek geeft de belichtingswaarde voor de achtergrond aan. Zie bladzijde 50 voor
de staafgrafiek.
• Zie voor verdere informatie de handleiding bij de flitser.
• Wanneer de AF200T of de AF280T flitser is bevestigd op
de flitsschoengreep, kan de flitser op dezelfde manier als
de AF400T worden gebruikt.
Page 61
59
Belichtingscompensatie bij gebruik van de DDL-flitsfunctie
Als in de AE-functie met diafragmavoorkeuze de belichtingscompensatie wordt gecombineerd met een DDLflitser, kunt u de helderheid van de achterg rond en die v an
het hoofdonderwerp gelijktijdig aanpassen. In de hand
belichtingsfunctie verandert de belichtingscompensatie
echter alleen de hoeveelheid flitslicht.
AF200T,AF280T en AF400T
• Bij gebruik van de automatische functie met drie niveaus
(rode, groene en gele instelling) past u de diafragmawaarde aan zoals aangegeven in de tabel. De sluitertijd
wordt ingesteld op 1/30 seconde.
AF200AF280TAF400T
Roodf/2.8f/4f/4
Groenf/5.6f/8f/8
Geelf/11
bij ISO 100
Meervoudig flitsen met een Pentax systeemgekoppelde flitser
Wanneer met meer dan twee systeemgekoppelde flitsers
wordt geflitst, zorg er dan voor dat deze flitsers van
hetzelfde type zijn.Type A kan worden gecombineerd met
type B, en type C met type D. (Zie het overzicht van
flitsfuncties op blz. 61.)
GEAVANCEERDE FUNCTIES
Page 62
60
AF500FTZ en AF330FTZ
• In de AE-functie met diafragmavoorkeuze wordt bij een
volledig opgeladen flitser een flitssynchronisatietijd van
1/30 seconde ingesteld.
• Bij deze camera werkt de automatische zoomfunctie
niet.U kunt de brandpuntsafstand handmatig aanpassen
op de flitser.
• De AF500FTZ heeft een draadloze bijflits-functie (slave).
• Bij de AF500FTZ is repeteerflitsen mogelijk.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
• De flitser wordt automatisch uitgeschakeld wanneer
deze na het opladen ongeveer drie minuten niet wordt
gebruikt. Wanneer u de ontspanknop tot halverwege
indrukt, wordt de flitser weer opgeladen.
AF240T en AF400FTZ
• In de AE-functie met diafragmavoorkeuze wordt bij een
volledig opgeladen flitser een flitssynchronisatietijd van
1/30 seconde ingesteld.
• De flitser wordt automatisch uitgeschakeld wanneer
deze na het opladen ongeveer vijf minuten niet wordt
gebruikt. Wanneer u de ontspanknop tot halverwege
indrukt, wordt de flitser weer opgeladen.
AF200T,AF280T en AF400T
• Ook de automatische functie met drie niveaus is
beschikbaar.
• In de AE-functie met diafragmavoorkeuze wordt bij een
volledig opgeladen flitser een flitssynchronisatietijd van
1/30 seconde ingesteld.
Page 63
Overzicht van flitsfuncties
CAMERAFUNCTIETYPE ATYPE BTYPE CTYPE D
Na het opladen wordt automatisch de flitsersynchronisatietijd
ingesteld
Flitsbevestiging in de zoeker
DDL-flitser
Lange-tijdensynchronisatie in de handbelichtingsfunctie
Flitsersynchronisatie 2e sluitergordijn*2
Flitsen met contrastregeling *2
61
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O*1
O
O
O
GEAVANCEERDE FUNCTIES
TYPE A :AF500FTZ(*3), AF330FTZ
TYPE B :AF400FTZ, AF240FT
TYPE C :AF400T, AF280T, AF220T, AF200T, AF080C,
AF140C, AF200SA, AF201SA
TYPE D :AF200S, AF160, AF140,
Opmerkingen:
*1. De AF200SA en de AF201SA werken niet.
*2. De sluitertijd is 1/15 sec. of langer.
*3. Repeteerflits en bijflits (slave) zijn mogelijk.
Gebruik van andere typen flitsers
Gebruik van flitsers die niet door Pentax zijn vervaardigd,
kan storingen in de camera tot gevolg hebben. Gebruik
daarom een systeemgekoppelde Pentax-flitser.
Page 64
62
LANGE-TIJDENSYNCHRONISATIE
Het is mogelijk om onderwerp en achtergrond op een
evenwichtige manier te belichten door gebruik te maken
van de flitser voor een juiste belichting van het onderwerp
op de voorgrond en een lange sluitertijd voor de belichting
van de minder lichte achtergrond.
Instellen:
1. Kies handbelichting als belichtingsfunctie.
2. Zet de flitser aan.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
3. Kies de gewenste combinatie van sluitertijd (langer
dan 1/30 seconde) en diafragma voor een correcte
belichting.
4. Maak de opname.
• Gebruik bij lange-tijdensynchronisatie altijd een statief.
U voorkomt hiermee dat de camera beweegt tijdens het
maken van de opname
Page 65
DE SCHERPTEDIEPTE CONTROLEREN
63
1
S.TIME
MAN.
16
22
11
8
16
5.6
8
4
4
4
8
16
2.4
20
75
22
10
30
7
20
23
U kunt het scherptebereik controleren in de zoeker.
1. Verschuif de scherptediepteknop op het objectief
tot de letters (MAN.) verschijnen en de knop wordt
vergrendeld.
2. Het diafragma stopt bij de vooraf ingestelde waarde en de scherptediepte kan via de zoeker worden
gecontroleerd.
3. Door de scherptediepteknop in te drukken zet u de
knop terug op zijn oorspronkelijke stand.
16
22
11
8
16
5.6
8
4
4
4
8
16
2.4
20
75
22
10
S.TIME
30
7
20
AUTO
• Wanneer de knop voor scherptediepte-controle op de
stand [ MAN ] wordt gezet, wordt als lichtmeetfunctie
automatisch de lichtmeting met nadruk op het midden
ingesteld.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
Page 66
64
O
30
0
1
4
4
6
1
SPIEGELVERGRENDELING
12
-2
-
3
+3
+2
GEAVANCEERDE FUNCTIES
M.UP
PS.TIME
AUT
1
8
5.6
4
8
16
2.4
22
0
7
20
Door de spiegel in de omhoogstaande stand te vergrendelen, vermindert u de camerabewegingen die
onscherpe foto’s kunnen veroorzaken.
1. Transporteer de film.
2. Maak de beeldcompositie, stel scherp en schuif
daarna de spiegelvergrendelknop omhoog.
De spiegel gaat omhoog en blijft in die stand staan.
Page 67
65
3
3. Maak de opname.Als de spiegel in de vergrendelde stand staat, is de
geheugenvergrendelfunctie automatisch actief
vergrendeld.
• De spiegelvergrendeling functioneert pas als de film is
getransporteerd.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
Page 68
66
+2
TIJDBELICHTING
12
M.UP
75 30
ft
m
2222
16168844
GEAVANCEERDE FUNCTIES
22 168
20
2010 7
5.6 4
2.4
11
Deze functie is bestemd voor lange belichtingen die nodig
zijn voor nachtfotografie en astronomische fotografie.
1. Draai de diafragmaring naar de gewenste f-waarde.
2. Schuif de tijdbelichtingsknop naar voren (zie
afbeelding).
3. Transporteer de film.
PS.TIME
AUTO
3
L
ON
-
3
+3
Page 69
67
O
54
M.UP
4. Druk de ontspanknop in. De sluiter blijft open.
5. Schuif de tijdbelichtingsknop terug naar zijn oor-
spronkelijke stand. De tijdbelichting stopt.
PS.TIME
AUT
• In de tijdbelichtingsfunctie wordt het batterijverbruik tot
het uiterste minimum beperkt om de batterijen te sparen.
• Deze functie werkt niet wanneer de batterijen (bijna)
leeg zijn.
• De tijdbelichting kan worden ingesteld bij elke sluitertijd.
• De tijdbelichting kan worden gecombineerd met de
spiegelvergrendeling.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
Page 70
68
ACCESSOIRES (OPTIONEEL)
Bij deze camera zijn tal van accessoires verkrijgbaar.
Draadontspanner 30 en 50
Een draadontspanner bestemd voor gebruik bij een
camera die is uitgerust met electronische draadontspanner-aansluitpunten.
Zoekerloupe 67
Zoekerloupe: een zoeker accessoire voor dichtbijopnamen, waarmee het centrale gebied in de zoeker
GEAVANCEERDE FUNCTIES
wordt vergroot.
Hoekzoeker 67
Doorzichtzoeker die wordt bevestigd op het oculair van de
AE Pentaprismazoeker 67 II of de Pentaprismazoeker
67 II. De zoeker kan worden ingesteld op een verticale en
een horizontale stand.
AF500FTZ
Een DDL-autozoomflitser met ingebouwde AF-spotbeam
en een hoog richtgetal in meters: 50 (ISO 100), met de
volgende functies: slave-synchronisatie, repeteerflitsen,
flitsersynchronisatie met contrastregeling en flitsersynchronisatie met 1e of 2e sluitergordijn.
AF330FTZ
Een DDL-autozoomflitser met ingebouwde AF-spotbeam
en een hoog richtgetal in meters: 33 (ISO 100), met de
volgende functies: flitsersynchronisatie met contrastregeling en flitsersynchronisatie met 1e of 2e sluitergordijn.
Hot shoe grip 67 II
Greep waarmee u de AF500FTZ, AF330FTZ, AF240FTZ
en AF400FTZ op afstand van de camera kunt gebruiken,
met behoud van de volledige elektronische koppeling met
de camera.
Filters
De filters Skylight, Cloudy, UV, Y2, O2, R2 en Circular
Polarizing zijn verkrijgbaar.
AF400T bevestiging voor 67
Bevestig de AF400T flitser op een 67 II camera via een
statiefaansluiting op de onderkant van de camera.
Snelkoppeling 645/67
De camera kan in een paar seconden op het statief
worden bevestigd of van het statief worden gehaald.
Page 71
69
Verwisselbare matglazen
Er zijn vier typen matglazen verkrijgbaar, inclusief het standaard matglas. (Raadpleeg a.u.b. de aanwijzingen voor het
verwisselen van matglazen die bij elk matglas worden geleverd.)
BA-61, BA-81 (matglas met microprisma’s)
Instelmatglas met microprisma’s voor algemene doeleinden.
BE-60, BE-80 (volledig mat)
Het standaard matglas voor algemene fotografie.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
BB-61, BB-81 (matglas met deelwig)
Instelmatglas met deelwig.
De BA-61, BB-61, BE-60, BG-60 kunnen worden gebruikt bij elke brandpuntsafstand van het objectief.BA-81, BB-81, BE-80
en BG-80 zijn heldere instelmatglazen, bestemd voor gebruik in combinatie met de tele-objectieven of de tragere objectieven met maximaal diafragma.Bij deze instelmatglazen kan de belichtingsnauwkeurigheid echter afnemen.
Raadpleeg voor meer informatie de handleiding bij 67 II verwisselbare instelmatglazen.
BG-60, BG-80 (matglas met rasterlijnen)
Bestemd als hulp voor beeldcomposities.
Page 72
70
Opmerkingen over accessoires
• Gebruik van een gewoon polarisatiefilter kan een nega-
tief effect hebben op de belichtingsnauwkeurigheid.
Gebruik van een CIRCULAIR POLARISATIEFILTER is
noodzakelijk voor een correcte belichting.
Autobalg
De nieuwe autobalg 67 met tussenring (buitenbajonet
nr.1) kan worden gebruikt.De autobalg zonder de tussen-
GEAVANCEERDE FUNCTIES
ring (buitenbajonet nr.1) kan niet worden bevestigd op de
67 II camera als de AE Pentaprismazoeker 67 II wordt
gebruikt.
Teleconverter
Wanneer de teleconverter wordt gebruikt in combinatie
met het instelmatglas voor tele-objectieven (BA-81,
BB-81, BE-80 of BG-80), worden opnamen in geringe
mate overbelicht.
Speciale functies
De Pentax 67II voorziet in 'speciale functies', waarmee de
werking van de camera kan worden afgestemd op uw
persoonlijke voorkeuren. De modificaties worden (tegen
geringe kosten) aangebracht bij een Pentax Service
Center.Bij het dichtstbijzijnde Pentax Service Center kunt
u alle inlichtingen krijgen.
Sluitertijdinstelling in 1/2 EV stap
Sluitertijden kunnen worden ingesteld tot op 1/2 EV stap
nauwkeurig.
Meettijd van lichtmeettimer
De standaard meettijd van de lichtmeettimer (10 seconden) kan worden gewijzigd in 5, 20 of 30 seconden.
In de geheugenvergrendelingsfunctie wordt de standaard
meettijd van de timer (20 seconden) gewijzigd in 10, 40 of
60 seconden.
Indicatie f-waarde in zoeker
In de zoeker wordt in plaats van de beeldteller de geselecteerde diafragmawaarde aangegeven. Deze speciale
functie is alleen beschikbaar wanneer een objectief met
automatische diafragmaregeling is bevestigd.
Plaatsing van extra riembevestiging
Naast de greep wordt een extra riembevestiging aangebracht om de camera ook in horizontale stand te kunnen
gebruiken.
Page 73
DE INFRAROOD-INDEX
71
12
302015 12
ft
10754
m
2222
16168844
22 168
11
10
32.
5.6 4
2.4
Bij gebruik van een infraroodfilm en een “R2”- of “O2”filter is de scherpstelling anders dan wanneer u gewone
film bij zichtbaar licht gebruikt.
Scherpstellen
1. Stel op de normale wijze scherp op een onderwerp.
08
20
15 12
ft
54
7
m
2222
16168844
22 168
11
10
3
5.6 4
2.5
2.4
2. Draai de scherpstelring zover naar links als door
de infrarood-index wordt aangegeven.
• Volg de instructies die u bij de film heeft ontvangen,
voordat u het belichtingsniveau voor infraroodopnamen
gaat instellen. Aangezien de geprogrammeerde AEfunctie een onjuiste belichting oplevert voor de infraroodfilm, dient u de handbelichtingsfunctie te gebruiken.
GEAVANCEERDE FUNCTIES
Page 74
72
IV. AANVULLENDE INFORMATIE
Sommige problemen kunnen makkelijk worden opgelost.Kijk, voordat u contact opneemt met uw P entax-leverancier of het P entax Service
Centrum, of u het probleem aan de hand van de volgende tabel kunt oplossen:
ProbleemOorzaakOplossingZie
De laatste opname is belicht.Haal de film uit de camera.blz.28
De opname kan niet worden
gemaakt.
AANVULLENDE INFORMATIE
Er verschijnen geen indicaties
op het LCD-display.
De scherpstelling op de
opname is niet correct.
Filmtransport verloopt zeer
zwaar.
De hoofdschakelaar staat op [ L ].Zet de hoofdschakelaar op ON.blz.12
De batterijwaarschuwing [^] verschijnt.
De zelfontspannerfunctie is ingesteld.Schakel de zelfontspannerfunctie uit.blz.41
De film is niet getransporteerd.Transporteer de film.blz.37
De hoofdschakelaar staat op [ L ].Zet de hoofdschakelaar op [ ON ].blz.12
Er zijn geen batterijen geplaatst.Plaats de batterijen.blz.10
De batterijen zijn verkeerd geplaatst.
De batterijen zijn leeg.Vervang de batterijen.blz.10
De drukplaat bevindt zich niet op de
juiste positie.
De drukplaat bevindt zich niet op de
juiste positie.
DE CAMERA WERKT NIET
Vervang de batterijen.blz.10
Plaats de batterijen op de voorgeschreven wijze.
Plaats de drukplaat op de juiste positie,
afhankelijk van het filmtype.
Plaats de drukplaat op de juiste positie,
afhankelijk van het filmtype.
blz.10
blz.21
blz.21
De eerste (of laatste) opname
is van de film afgeknipt.
Het filmstartteken is niet correct ingesteld.
Zet het filmstartteken op de juiste positie.
blz.24
Page 75
73
Foutindicaties in geval van camerastoringen
In geval van een camerastoring verschijnt op het LCD-display [ E ], gevolgd door twee cijfers, bijvoorbeeld [ E-13 ],
om een fout aan te gev en.Als dit gebeurt, kan er geen opname worden gemaakt.Volg in dat geval de onderstaande aanwijzingen.
Het eerste cijfer na [ E ] is "1" of "3"
Dit duidt op een defecte camera, ongeacht het tweede cijfer. Breng de camera naar een Pentax Ser vice Center bij u in
de buurt.
Het tweede cijfer na [ E ] is "1", "2" of "3"
Zit er een film in de camera, spoel deze dan helemaal door en haal de film uit de camera. Druk de ontspanknop in;
verdwijnt de foutindicatie, dan is de camera klaar voor gebruik.Wij adviseren u echter om de camera te laten nakijken bij
een Pentax Service Center bij u in de buurt.
De indicatie [ Perr ] verschijnt
Haal de zoeker van de camera en plaats deze terug.Herhaal dit twee of drie keer. Verdwijnt de foutindicatie, dan is de
camera klaar voor gebruik.
Heel soms functioneert de camera niet correct vanwege statische elektriciteit. U kunt dit verhelpen door de
batterijen uit de camera te halen en weer terug te plaatsen.
AANVULLENDE INFORMATIE
Page 76
74
TECHNISCHE GEGEVENS
De vetgedrukte letters geven de specificaties weer bij gebruik van een AE pentaprisma 67 II.
Elektronisch gestuurde zelfontspanner met vertragingstijd van 12 seconden. Wordt gestart door indrukken
ontspanknop.Afbreken na starten mogelijk.
Vlug-terug-spiegel met vergrendelmechanisme
]
R
]. Staafgrafiek: indicatie belichtings-
ú
Page 77
75
Filmtransport: ––––––
Belichtingsmeter: ––––
Belichtingscompensatie: ––––––––
Dubbelopnamen: ––––
Geheugen-
vergrendeling: ––––––
Flitsersynchronisatie:
––
Voedingsbron: ––––––
Afmetingen en
gewicht: ––––––––––––
Meegeleverde
accessoires: ––––––––
Met sneltransporthendel (7 pre transporthoek en 190 transporthoek)
DDL-meervlaksmeting (6 segmenten) met open diafragma. Meetbereik: EV2 - EV21 bij ISO100 met
105 mm f/2.4 objectief. Lichtmeting met nadruk op midden en spotmeting beschikbaar
+/-3 EV in stappen van 0,3 EV.
Via dubbelopnamenknop
Wanneer de geheugenvergrendelknop wordt ingedrukt, houdt de geheugentimer de belichtingswaarde
20 seconden lang vast in het geheugen. De geheugenvergrendelfunctie blijft actief wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt.
Via 5P X -sync-aansluitpunt voor Pentax systeemgekoppelde automatische flitsers. Voor Pentax niet systeemgekoppelde flitser is een X-sync-aansluitpunt beschikbaar.ISO-bereik = 25 - 800
Twee 3V lithiumbatterijen (CR123A) of gelijkwaardige batterijen
Indicatie uitgeputte batterij [
D
] licht op (deze indicatie knippert bij vergrendelde sluiter; geen indicatie in
zoeker).
185,5 x 108,5 x 92,0 mm (b x h x d) 1210 gram (alleen body, zonder batterijen)
185,5 x 151,0 x 106,0 mm (b x h x d) 1660 gram (body met AE Pentaprismazoeker 67 II bevestigd,zonder
batterijen)
Bodydop 67, afdekkap voor zoeker 67, dop voor LX sync-aansluitpunt, dop voor 5P sync-aansluitpunt,
draagriem D
AANVULLENDE INFORMATIE
SPECIFICATIES KUNNEN TE ALLEN TIJDE WORDEN GEWIJZIGD, ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING
EN ZONDER ENIGE VERPLICHTING VAN DE FABRIKANT.
Page 78
76
GARANTIEBEPALINGEN
Alle Pentax-camera’s die via de erkende kanalen door de
officiële importeur zijn ingevoerd en via de erkende handel gekocht worden, zijn tegen materiaal- en/of fabricagefouten gegarandeerd voor een tijdsduur van 12 maanden
na aankoopdatum.Tijdens die periode worden onderhoud
en reparaties kosteloos uitgev oerd, op v oorw aarde dat de
apparatuur niet beschadigd is door vallen of stoten, ruwe
behandeling, inwerking van zand of vloeistoffen, corrosie
van batterijen of door chemische inwerking, gebruik in
strijd met de bedieningsvoorschriften, of wijzigingen aangebracht door een niet-erkende reparateur. De fabrikant
of zijn officiële vertegenwoordiger is niet aansprakelijk
voor enige reparatie of verandering waarvoor geen
schriftelijke toestemming is verleend en aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor schade als gevolg van vertraging
AANVULLENDE INFORMATIE
en gederfd gebruik voortvloeiend uit indirecte schade van
welke aard dan ook, of deze nu veroorzaakt wordt door
ondeugdelijk materiaal, slecht vakmanschap of enige
andere oorzaak. Uitdrukkelijk wordt gesteld dat de
verantwoordelijkheid van de fabrikant of zijn officiële
vertegenwoordiger onder alle omstandigheden beperkt
blijft tot het vervangen van onderdelen als hierboven
beschreven. Kosten voortvloeiend uit reparaties die niet
door het Pentax Service Centrum zijn uitgevoerd, worden
niet vergoed.
Handelwijze tijdens de garantie periode
Een Pentax-camera die def ect raakt gedurende de garantieperiode van 12 maanden, moet worden geretourneerd
aan de handelaar waar het toestel is gekocht, of aan de
fabrikant. Als in uw land geen vertegenwoordiger van de
fabrikant gevestigd is, zendt u de camera naar de fabriek
met een internationale antwoordcoupon voor de kosten
van de retourzending. In dit geval zal het vrij lang duren
voordat de camera aan u kan worden geretourneerd, als
gevolg van de ingewikkelde douaneformaliteiten die in
Japan nodig zijn bij het im- en exporteren van fotografische apparatuur. Wanneer de garantie op het apparaat
nog van kracht is, zal de reparatie kosteloos worden uitgevoerd, en zullen de onderdelen gratis worden vervangen, waarna het apparaat aan u wordt teruggezonden.
Indien de garantie verlopen is, wordt het normale reparatietarief in rekening gebracht. De verzendkosten worden
gedragen door de eigenaar.Indien uw Pentax gekocht is
in een ander land dan waarin u de reparatie wilt laten verrichten, worden de normale kosten in rekening gebracht
door de officiële importeur van de fabriek in dat land.
Indien u uw Pentax in dat ge val aan de f abriek terugzendt,
wordt de reparatie uitgevoerd volgens de garantiebepalingen. De verzend- en inklaringskosten zijn echter altijd
voor rekening van de eigenaar.
Page 79
Teneinde de aankoopdatum - indien nodig - te kunnen
bewijzen, geliev e u het garantiebe wijs en de aankoopnota
van uw camera gedurende ten minste één jaar te
bewaren. Voordat u uw camera voor reparatie opstuurt,
dient u zich ervan te overtuigen dat u de zending
inderdaad heeft geadresseerd aan de officiële importeur
of een erkende reparatiewerkplaats van de fabrikant tenzij u de zending direct aan de fabriek stuurt. Vraag
altijd eerst een prijsopgave. Pas nadat u zich hiermee
akkoord hebt verklaard, geeft u het service-centrum
toestemming de reparatie uit te voeren.
De plaatselijke garantiebepalingen van Pentaxdistributeurs in sommige landen kunnen afwijken van
deze garantiebepalingen. Wij adviseren u daarom
kennis te nemen van de garantiekaart die u hebt
ontvangen bij uw product ten tijde van de aankoop,of
contact op te nemen met de PENTAX-distributeur in
uw land voor meer informatie en voor een kopie van
de garantiebepalingen.
Page 80
Asahi Optical Co., Ltd. 11-1, Nagata-cho 1-chome, Chiyoda-ku, Tokyo 100-0014, JAPAN
Pentax Europe n.v., Weiveldlaan 3-5, 1930 Zaventem, BELGIUM (Internet: www.pentaxeurope.com)
Pentax GmbH Julius-Vosseler-Straße 104, D-22527 Hamburg, GERMANY (Internet: www.pentax.de)
Pentax U.K. Limited Pentax House, Heron Drive, Langley, Slough Ber ks SL3 8PN, U.K.
Pentax France 12/14, r ue Jean Poulmarch, 95100 Argenteuil, FRANCE
Pentax Benelux B.V.(for Netherlands) Spinveld 25, 4815 HR Breda, NETHERLANDS
Pentax (Schweiz) AG Industriestraße 2, 8305 Dietlikon, SWITZERLAND
Pentax Scandinavia AB Bolandsgatan 15 c, 75127 Uppsala, SWEDEN
Pentax Corporation 35 Inverness Drive East, Englewood, Colorado 80112, U.S.A.(Internet: www.pentax.com)
Pentax Canada Inc. 3131 Universal Drive, Mississauga, Ontario L4X 2E5, CANADA
(Internet: www.pentax.co.jp.com)
(for Belgium and Luxembourg) Weiveldlaan 3-5, 1930 Zaventem, BELGIUM
De batterijen welke in dit produkt
worden gebruikt bevatten stoffen
die schadelijk zijn voor het milieu.
Het CE-merk is een keurmerk
voor richtlijnconformiteit van
de Europese Gemeenschap
(EG).