Hoewel bij het ontwerp van deze camera veel aandacht is besteed aan een veilige bediening, dienen de op
deze pagina gegeven voorschriften te worden opvolgd.
AA
WAARSCHUWING Dit teken duidt op voorschriften die, indien niet opgevolgd, ernstig
letsel tot gevolg kunnen hebben bij degene die de camera bedient.
AA
PAS OPDit teken duidt op voorschriften die, indien niet opgevolgd, licht of minder
ernstig letsel van degene die de camera bedient of beschadiging van de
apparatuur tot gevolg kunnen hebben.
AA
WAARSCHUWING
• Het riempje om uw nek doen is gevaarlijk. Zorg dat
kleine kinderen het riempje niet om hun nek krijgen.
• Kijk niet rechtstreeks naar de zon door de camera,
omdat uw ogen bij blootstelling aan direct zonlicht
beschadiging kunnen oplopen.
AA
PAS OP
• Door kortsluiten, demontage, opladen of verhitting kan
de batterij scheuren of zelfs exploderen.
• Worden de batterijen heet of beginnen ze te roken,
haal ze dan direct uit de camera.Pas op dat u zichzelf
niet brandt bij het verwijderen van de batterijen.
Welkom in de fantastische wereld van Pentax multifunctionele middenformaat autofocus-fotografie
De Pentax 645N, onze nieuwste ontwikkeling op het
gebied van middenformaat spiegelreflexcamera’s,
staat garant voor een superieur resultaat op een formaat van 6 x 4,5 cm met 120, 220 of 70 mm film.
De nieuwe multifunctionele autofocus 645N kon tot
stand komen dankzij de grote ervaring en de technologie die wij in de loop der jaren hebben ontwikkeld.
Deze camera zorgt voor een haarscherpe, nauwkeurige scherpstelling met de mogelijkheid om AF Spot en
AF Wide te kiezen. Het 6-segments meervlaks meetsysteem staat garant voor een uiterst nauwkeurige
belichtingsregeling onder de meest uiteenlopende
omstandigheden. Een ongeëvenaarde flexibiliteit
wordt bereikt door een groot scala aan belichtingsfuncties (geprogrammeerde AE, AE met diafragmavoorkeuze en AE met sluitertijdvoorkeuze , handbelichting en DDL automatisch flitsen), alsmede belichtingscompensatie en auto bracketing.
Als er een 645 A- of AF-objectief is bevestigd, drukt de
645N relevante inf ormatie af (opnamenummer , sluitertijd, diafragmawaarde, belichtingsregeling en auto
bracketing-functie).
De Pentax 645N is een professionele camer a met een
aantal zeer geavanceerde functies: ingebouwd automatisch filmtransport, een extern LCD-display en
goed afleesbare LCD-informatie in de zoeker.
Accessoires en objectieven die niet door Pentax
zijn gefabriceerd, zijn niet vervaardigd volgens de
exacte specificaties en eisen die Pentax aan haar
produkten stelt, en kunnen daardoor leiden tot problemen met of zelfs beschadigingen aan uw
Pentax-camera veroorzaken. Pentax kan derhalve
niet aansprakelijk worden gesteld voor problemen
die het gevolg zijn van gebruik van door andere
fabrikanten vervaardigde objectieven en accessoires.
Schakelaar voor lichtmeetfunctie
(blz. 27, 50, 51)
BT
Kiezer voor AF-kader (blz.30, 54)
BU
Dioptriering (blz. 24)
CL
Sluitertijdkiezer
ONDERHOUD VAN DE CAMERA
1
Deze Pentax-camera is een precisie-instrument, dat
met zorg behandeld moet worden.
Het maken van opnamen
• Gebr uik de camera niet op een plaats waar deze in
contact kan komen met regen, water of enige andere
vloeistof; de camera is niet weer-, water- of vloeistofbestendig. Mocht de camera nat worden door regen,
waterspatten of enige andere vloeistof, veeg het v ocht
er dan onmiddellijk af met een droge zachte doek.
• Laat de camera niet vallen of tegen een stevig voorwerp aanstoten. Krijgt de camera een schok of stoot
te verduren, laat hem dan nakijken bij het Pentax
Service Centrum.
• Stel de camera niet bloot aan heftige trillingen of
schokken, of aan extreem grote druk. Wanneer u de
camera vervoert op een motor, in een auto of op een
boot, kunt u deze het beste met een kussentje
beschermen.
• Condensatie, zowel binnen in de camera als aan de
buitenzijde, kan aanzienlijke schade veroorzaken aan
het mechanisme van de camera door roestvorming.
Ook bij de overgang van een warme kamer naar een
koude buitenomgeving of omgekeerd kan condensatie optreden, en ook ijsafzetting kan schade veroorzaken. U kunt dit voorkomen door de camera in een tas
of plastic zak te doen, zodat de temperatuurovergang
geleidelijk verloopt. U kunt de camera weer uit de tas
halen zodra het temperatuurverschil minimaal is
geworden.
• Op kleurenfoto’s (standaardformaat) blijkt soms dat
de uiterste randjes van het negatiefbeeld zijn weggevallen. Houd daarom altijd een beetje speling bij het
bepalen van de beelduitsnede.
Bewaren
• Bewaar de camera nooit langdurig in een vochtige of
zeer warme omgeving.Laat uw camera ook nooit achter op plaatsen waar de temperatuur zeer hoog kan
oplopen, zoals uw auto.
• Bewaar de camera niet in een kast met mottenballen
of op een plaats waar met chemicaliën wordt gewerkt.
Bewaar de camera op een goed geventileerde plaats
om schimmelvorming te voorkomen.
Voorzorgsmaatregelen voor goed onderhoud
• Raak nooit het sluitergordijn of de spiegel aan met uw
vingers of enig ander voorwerp.
• Gebruik een blaas- en lenskwastje om het objectief of
de zoeker stofvrij te maken.
• Gebruik nooit oplosmiddelen zoals verfverdunner,
alcohol of benzine om de camera te reinigen.
• Elektronische problemen kunnen ontstaan doordat de
contacten zijn verontreinigd door water, vuil of stof.
Controleer tevens of de batterijen lek zijn, of de camera verontreinigd is door vuil of vet, en of misschien
corrosie is opgetreden, bijvoorbeeld door inwerking
van zout water of gassen. Kunt u het probleem zelf
niet verhelpen, neem dan contact op met het Pentax
Service Centrum. Dergelijke reparaties vallen niet
onder de garantiebepalingen en kunnen in rekening
worden gebracht.
2
VOORZORGSMAATREGELEN V OOR BATTERIJGEBRUIK
Andere voorzorgsmaatregelen
• De camera functioneert normaal bij een omgevingstemperatuur tussen -10°C en 50°C.
• Een camera die in het water is gevallen, kan
meestal niet meer worden gerepareerd. Mocht dit
onverhoopt gebeuren, neem dan voor alle zekerheid contact op met uw Pentax-leverancier.
• Wilt u dat uw camera optimaal blijft functioneren,
laat deze dan eens in de één à twee jaar controleren. Als de camera gedurende een langere periode niet wordt gebruikt, of als u er belangrijke foto’s
mee wilt maken, kunt u de camera het beste laten
controleren, of er anders een aantal proefopnamen mee maken.
• Reparaties aan dit product die noodzakelijk zijn
geworden als gevolg van gebr uik voor industriële
of commerciële doeleinden, kunnen buiten de
garantiebepalingen van Pentax vallen.
• De PENTAX garantie heeft alleen betrekking op de
reparatie van defecten in materialen of afwerking.
Beschadiging in welke vorm dan ook kan niet kosteloos worden gerepareerd op grond van de
garantiebepalingen. Is het probleem het rechtstreekse gevolg van gebruik v an het product onder
omstandigheden zoals beschreven onder
“Onderhoud van de camera” of van enige andere
handeling die in strijd is met de in deze handleiding
beschreven instructies, dan zullen kosten in rekening worden gebracht of kan een reparatienota
worden afgegeven.
• Gebr uik zes 1,5V, AA-for maat alkaline-, of lithiumbatterijen.
• Gebr uik batterijen uitsluitend op de voorgeschreven wijze, aangezien onoordeelkundig gebruik kan
leiden tot lekkage, oververhitting, explosies, enz.
Controleer bij het inleggen altijd of de polen (“+” en
“-”) wel op de juiste plaats zitten.
• Bij lage temperaturen werken batterijen soms minder goed. Zodra de omgevingstemperatuur weer
normaal is, zullen de batterijen weer naar behoren
functioneren.
• Neem altijd één of meer reservebatterijen mee
wanneer u op reis gaat of buitenshuis opnamen
maakt.
• Vervang de batterijen tegelijk. Combineer geen
batterijen van verschillende merken of typen, of
een oude batterij met een nieuwe. Oververhitting
of zelfs exploderen kan het gevolg zijn.
1. Schuif de gesp in de richting van de pijl met een
muntstuk of een dergelijk voorwerp.
2. Doe de gesp op de riembevestiging, met de pijl-
indicatie naar buiten gericht, en breng de sluitplaat
weer naar zijn oorspronkelijke positie.
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDING)
12
3. Om de riem los te maken, verschuift u de sluitplaat
met een muntstuk of een dergelijk voorwerp (zoals
in stap 1 hierboven).
• Pas de lengte van de riem aan met de gesp.
• Nadat u de riem hebt bevestigd en de lengte hebt
aangepast, trekt u de riem hard aan om te controleren
of de riem stevig aan de camera vastzit.
3
8
DE BATTERIJEN INLEGGEN
123
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDING)
1. Om de batterijhouder te verwijderen duwt u de ontgrendelknop van de batterijhouder omhoog en
draait u deze in de richting van de pijl.
2. Plaats zes 1,5V AA-formaat batterijen in de batterij-
houder volgens het schema in de batterijhouder.
3. Om de batterijhouder weer vast te maken draait u
de ontgrendelknop van de batterijhouder in de richting van de pijl.
9
• Deze camera werkt alleen op batterijen. Gebruik altijd zes 1,5V AA-formaat batterijen.
• De ISO-filmgevoeligheid en het aantal belichte opnamen blijft hetzelfde, zelfs bij vervanging van de batterijen.
• Neem altijd één of meer reser vebatterijen mee wanneer u op reis gaat of buitenshuis opnamen maakt. Gebruik van
het Remote Battery Pack 645 en het netsnoer 645 verdient aanbev eling w anneer de camera w ordt gebruikt bij extreem
lage temperaturen.
• Vervang de batterijen tegelijk. Combineer geen batterijen van verschillende merken of typen, of een oude batterij met
een nieuwe.
• Haal de batter ijen uit de camera wanneer u deze langere tijd niet denkt te gebruiken. De batterijen kunnen gaan lekken als ze te lang in de camera blijven zitten.
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDING)
Levensduur batterijen
(20 °C)
AlkalinebatterijLithiumbatterij
120 filmhouder:ongeveer 130 films ongeveer 320 films
220 filmhouder:ongeveer 100 films ongeveer 250 films
Tijdopname
ongeveer 8 uurongeveer 12 uur
Levensduur batterijen
(-10 °C)
120 filmhouder:
220 filmhouder:
Tijdopname
Alkalinebatterij
ongeveer 7 films
ongeveer 5 films
ongeveer 6 uur
Lithiumbatterij
ongeveer 120 films
ongeveer 9 films
ongeveer 10 uur
• De batter ijen werden gebruikt in onze eigen testomgeving. De feitelijke levensduur en prestaties van de batterijen zijn
in sterke mate afhankelijk van externe omstandigheden, zoals temperatuur en ouderdom van de batterijen.
• Bij lage temperaturen werken batterijen soms minder goed. Zodra de omgevingstemperatuur weer normaal is, zullen
de batterijen weer naar behoren functioneren.
10
D
ISO
N
A
X
B
4
S
2
S
1
2
4
8
15
30
60
12
5
25
0
5
00
1
000
OFFON
ML
L
DE CAMERA AANZETTEN
12
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDING)
1
2
4
B
X
A
000
1
00
5
2
S
S
25
4
D
8
15
OFFON
5
12
30
60
0
N
ISO
M
1. Zet de hoofdschakelaar op [ ON ].
2. Als de hoofdschakelaar op [ x ] staat, klinkt er een
elektronisch geluidssignaal wanneer op het onderwerp is scherpgesteld.
• Is de camera niet in gebr uik, zorg dan dat de hoofdschakelaar op OFF staat om onnodig verbruik van de
batterijen door per ongeluk indrukken van de ontspanknop te voorkomen.
11
L
*
1
2
4
B
X
A
000
1
00
5
2
S
S
4
D
8
15
OFFON
5
12
30
60
25
0
N
ISO
* Waarschuwing batterij bijna leeg
Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, verschijnt het batterijsymbool [ \ ] op het LCD-display. U dient de batterijen
dan zo snel mogelijk te vervangen. Zie blz.8 voor het vervangen van de batterijen.
• Zelfs wanneer het symbool ‘batterij bijna leeg’ verschijnt, wordt er correct scherpgesteld zolang de ontspankop helemaal kan worden ingedrukt. Het verdient
aanbeveling de batterijen zo snel mogelijk te vervangen.
M
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDING)
12
HET OBJECTIEF BEVESTIGEN
12
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDING)
22
16
84
A
22
84
10
16
16
22
15
11
8
ft
m
5.6
1. Houd de objectief-ontgrendelknop ingedrukt en
verwijder de body-dop.
2. Plaats de rode stippen op de camera en de objectiefvatting tegenover elkaar, bevestig het objectief
op de camerabody en draai het helemaal rechtsom
tot u een klik hoort.
13
3
22
A
16
22
8
4
16
4
8
16
11
10
22
8
15
5.6
ft
m
2.8
3. Verwijder de voordop van het objectief door beide
nokken in te drukken, in de richting van de pijl.
• Is er een objectief zonder autofocus bevestigd, dan zijn
alle functies van de camera beschikbaar, behalve de
autofocus.
• Pentax kan niet aansprakelijk worden gesteld voor problemen die het gevolg zijn van het gebruik van objectieven van een ander merk dan Pentax.
• De camerabody en objectiefvatting zijn voorzien van
informatiecontacten en een AF-koppeling. Vuil, stof of
corrosie kunnen problemen met het elektronische systeem of een incorrecte werking veroorzaken.U kunt de
contacten reinigen met een zachte, droge doek.
*
22
A
16
22
8
4
16
4
8
16
11
10
22
8
15
5.6
ft
m
2.8
* Het objectief verwijderen
Het objectief verwijderen: houd de objectief-ontgrendelknop ingedrukt en draai het objectief naar links.
• Om beschadiging van contacten en de AF-koppeling te
voorkomen, dient u een los objectief altijd met de vatting omhoog neer te zetten.
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDING)
14
DE FILMHOUDER 645 BEVESTIGEN/LOSMAKEN
12
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDING)
Losmaken
1. Duw de filmhouderknop omhoog en draai deze tot
de rode puntjes die als richttekens dienen zich
tegenover elkaar bevinden en u een klik hoort.
Draai de filmhouderknop door tot het einde van de
rode lijn; het vergrendelingsmechanisme gaat nu
open en de filmhouder is los van de camerabody.
Bevestigen
2. Zorg dat de rode puntjes op de filmhouderknop en
de filmhouder zich tegenover elkaar bevinden en
doe de filmhouder in het cameracompartiment.
Druk beide zijden van de filmhouder omlaag tot u
een klik hoort.
15
3
3. Draai de filmhouderknop 90º naar rechts. Is de filmhouder bevestigd aan de camera, breng de filmhouderknop dan terug naar zijn oorspronkelijke positie.
• Zorg bij bevestiging van de filmhouder op de camerabody dat de filmhouder met de goede kant omhoog
wordt bevestigd om ernstige beschadiging te voorkomen.
• Dezelfde voorzorg dient in acht te worden genomen bij
bevestiging van de 220 filmhouder.
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDING)
DE ONTSPANKNOP INDRUKKEN
16
De ontspanknop heeft twee standen. Wanneer u de
ontspanknop tot halverwege indrukt (eerste stand),
worden de belichtingsmeter en het scherpstelmechanisme ingeschakeld. Drukt u de ontspanknop helemaal in (tweede stand), dan wordt een opname
gemaakt. Wanneer u een opname maakt, drukt u de
ontspanknop voorzichtig helemaal in. U voorkomt
hiermee dat de camera per ongeluk beweegt tijdens
het maken van de opname.
• Door de ontspanknop zachtjes in te dr ukken voorkomt
u dat de camera teveel beweegt.
• Voordat u een film inlegt, drukt u de ontspanknop voorzichtig in, zodat u precies weet waar de eerste stand is.
• De LED-indicatie blijft ongeveer tien seconden zichtbaar nadat u de ontspanknop halverwege heeft ingedrukt. Zolang u de ontspanknop tot halverwege ingedrukt houdt, blijft de LED geactiveerd.
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDING)
S
Stel na inleg van de film de juiste filmgevoeligheid in.
Zie blz. 20 voor instelling van de filmgevoeligheid.
FILMINLEG
Niet ingedruktTot halverwege
ingedrukt
(eerste stand)
Volledig
ingedrukt
(tweede stand)
Filmtransportwiel (blz. 17)
Startteken (blz. 18)
Aandrukplaat
Spoelhouder (blz. 17)
17
1234
S
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDING)
S
1. Plaats de lege spoel in de spoelhouder (zie afbeelding).
2. Trek het plakband van de film af en leg de spoel in
de filmhouder met de zwarte binnenkant van de
aanloopstrook naar buiten gericht.
S
3. Trek de aanloopstrook uit de filmrol en doe het
uiteinde van de aanloopstrook in de sleuf van de
filmgeleider.
4. Draai het filmtransportwiel langzaam in de richting
van de pijl, terwijl u de aanloopstrook losjes vasthoudt.
18
5678
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDING)
S
ISO
N
D
N
5. Draai de aanloopstrook op de filmgeleider tot het
teken op de aanloopstrook gelijk is met het startteken S en de rode lijn op de houder.
6. Bevestig de filmhouder op de camerabody.
OFFON
OFFON
7. Zet de hoofdschakelaar op [ON] of [ x ]. Druk de
ontspanknop in. De film wordt automatisch naar de
eerste opname getransporteerd. Op het LCD-display verschijnt [ 0 ].
8. Verschijnt de indicatie [ / ] , dan is de film niet juist
ingelegd. Maak de filmhouder los van de camera en
leg de film opnieuw in.
19
• Stel de film bij het inleggen nooit rechtstreeks bloot aan
zonlicht.Ga in de schaduw staan of gebruik uw lichaam
om de filmhouder af te schermen van het zonlicht.
• Het is raadzaam de diverse camerafuncties eerst zonder ingelegde film uit te proberen.
• De beeldteller op het LCD-display wordt telkens met
één verhoogd wanneer u een opname heeft gemaakt.
• Bij 220-film verschijnen de puntjes vóór de pijl. Als de
puntjes gelijk zijn met het startteken op de filmhouder,
worden de eerste drie opnamen niet belicht.
• Als de aanloopstrook veel verder wordt opgedraaid dan
het startteken S of de rode lijn, bestaat de kans dat u
de laatste opname(n) op het rolletje kwijtraakt.
• De filmhouder kan niet midden in de film worden gewijzigd of verwijderd.
• Met een 120-filmrol kunnen 16 opnamen worden
gemaakt, en met een 220-filmrol 33 opnamen.
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDING)
20
8
1
DE FILMGEVOELIGHEID (ISO) INSTELLEN
123
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDING)
+2
+3
+1
-2
1/3
-1
2/3
0
1
ISO
-3
0
1. Schuif de kiezer voor auto bracketing naar de stand
ISO.
• De kiezer voor auto bracketing gaat terug naar zijn oorspronkelijke stand zodra u uw vinger ervan af haalt.
2. Houd de kiezer voor auto bracketing in de ISOstand en druk op de omhoog/omlaag-knop.
Voor een hogere waarde (grotere filmgevoeligheid),
drukt u op de [ ▲ ] knop (omhoog) tot de gewenste
ISO-waarde op het LCD-display verschijnt.Voor een
lagere waarde (kleinere filmgevoeligheid), drukt u
op de [ ▼ ] knop (omlaag) tot de gewenste ISOwaarde op het LCD-verschijnt.
D
ISO
OFFON
+2
+3
N
-3
-2
ML
ISO
3. Nadat de gewenste filmgevoeligheid is ingesteld,
schuift u de kiezer voor auto bracketing naar de
stand [ 0 ].
• Wanneer de kiezer voor auto bracketing op [ ISO ]
wordt gezet, knippert [ ISO ] op het LCD-display.
• De filmgevoeligheid kan worden ingesteld in het bereik
ISO 6 tot 6400, in stappen van 1/3 EV.
• U kunt het gedeelte van het filmdoosje waarop het type
film en de filmgevoeligheid staat aangegeven, afscheuren en in de memohouder van de filmhouder doen als
geheugensteuntje.
• Wanneer de hoofdschakelaar op ON staat, worden op
het LCD-display [ ISO ] en de filmgevoeligheid aangegeven.
2/3
0
1/3
+1
0
-1
1
DE FILM UIT DE CAMERA NEMEN
0
21
123
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDING)
4
D
8
15
3
N
ISO
OFFON
ML
1. Nadat de laatste opname op de filmrol is belicht,
spoelt de camera de film automatisch door. Het
spoelen stopt zodra het uiteinde van de filmaanloopstrook op de filmgeleider wordt gewonden. Op
het LCD-display verschijnt [ Y ].
2. Maak de filmhouder los van de camera.
3. Houd de opgerolde filmrol stevig vast en bevestig
de papieren verzegeling stevig op het uiteinde van
de filmaanloopstrook om te voorkomen dat de
belichte filmrol per ongeluk wordt afgerold.
• Haal de film in de schaduw uit de camera of gebruik uw
lichaam om de camera af te schermen van het zonlicht.
• De indicatie van het aantal belichte opnamen verdwijnt
van het LCD-display.
22
8
1
DE FILMROL MIDDEN IN DE FILM TERUGSPOELEN
12 3
BASISFUNCTIES (VOORBEREIDING)
D
Met deze functie kunt de filmrol terugspoelen voordat het
einde van de film is bereikt.
1. Zet de hoofdschakelaar op [ ON ].
2. Druk op de knop voor terugspoelen midden in de
film. De film wordt volledig teruggespoeld.
3. Controleer of het LCD-display [ Y ] aangeeft voordat u de filmhouder losmaakt.
N
ISO
OFFON
ML
4. Houd de opgerolde filmrol stevig vast en bevestig
de papieren verzegeling stevig op het uiteinde van
de filmaanloopstrook om te voorkomen dat de
belichte filmrol per ongeluk wordt afgerold.
• De indicatie van het aantal belichte opnamen verdwijnt
van het LCD-display.
• Let erop dat er geen zonlicht rechtstreeks op de film
valt wanneer u deze uit de camera neemt.
4
Loading...
+ 60 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.