Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant
is niet verantwoordelijk voor letsel en schade
veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de
instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van
8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek
aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door
kinderen zonder toezicht.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen.
Algemene veiligheid
• De lampen voor speciale doeleinden (gloeilampen, LED,
TL-lampen) in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte
te verlichten en niet geschikt als kamerverlichting.
• WAARSCHUWING! Dit apparaat is bedoeld voor
huishoudelijk gebruik of gelijksoortige toepassingen zoals:
– boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren
of andere werkomgevingen;
– Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen.
NL 4
VEILIGHEID
• WAARSCHUWING! Houd de ventilatieopeningen altijd
vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als
ingebouwde modellen.
• WAARSCHUWING! Gebruik geen mechanische of andere
middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die
middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
• WAARSCHUWING! Let op dat u het koelcircuit niet
beschadigt.
• WAARSCHUWING! Gebruik geen elektrische apparaten
in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden
aanbevolen.
• WAARSCHUWING! Gebruik geen waterstralen of stoom om
het apparaat te reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
• WAARSCHUWING! Bewaar geen explosieve substanties
zoals spuitbussen met drijfgas in dit apparaat.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant of
diens technische dienst of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Montage
• WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus
mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met
het apparaat.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het
is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen.
• Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren.
NL 5
VEILIGHEID
• Wacht ten minste 4 uur alvorens het apparaat aan de
netstroom aan te sluiten. Hierdoor kan de olie terug in de
compressor stromen.
• Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiators,
fornuizen, ovens of kookplaten.
• De achterzijde van het apparaat moet tegen de muur
worden geplaatst.
• Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht.
• Gebruik dit apparaat niet in gebieden die te vochtig of te
koud zijn, zoals bijgebouwen, garages of kelders.
• Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt
verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
• WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Alle elektrische aansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje
overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
• Gebruik altijd een correct geinstalleerd, schokbestendig
stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker,
kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de
Servicedienst of een elektrotechnicus om de elektrische
onderdelen te wijzigen.
• De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de
stopcontact.
NL 6
VEILIGHEID
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie
is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen.
Trek altijd aan de stekker.
Gebruik
• WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of
elektrische schokken.
• De specificatie van het apparaat mag niet worden
veranderd.
• Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het
apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de
fabrikant.
• Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet beschadigt. Het bevat
isobutaan (R600a), aardgas met een hoge ecologische
compatibiliteit. Dit gas is ontvlambaar.
• Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor
dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in
de kamer bevinden. Ventileer de kamer goed.
• Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het
apparaat.
• Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het
apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn
door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet.
NL 7
VEILIGHEID
Onderhoud en reiniging
• WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het
apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen.
Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden
en herladen.
• Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig
het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op
de bodem van het apparaat liggen.
Verwijdering
• WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
• Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en
huisdieren
opgesloten raken in het apparaat.
• Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn
ozonvriendelijk.
• Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem
contact met uwplaatselijke overheid voor informatie m.b.t.
correcte afvalverwerking van het apparaat.
• Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid
dat zich naast de warmtewisselaar bevindt.
NL 8
INLEIDING
Als u deze gebruiksaanwijzing doorleest, bent u snel op de hoogte van
alle mogelijk heden die dit toestel u biedt. U vindt informatie voor uw
veiligheid en over het onderhoud van het toestel.
Deze handleiding behandelt verschillende modellen koelkasten.
Hierdoor kan het voorkomen dat bepaalde opties of accessoires voor
uw toestel niet van toepassing zijn.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift.
Een eventueel volgende gebruiker van dit toestel kan daar zijn
voordeel mee doen.
Uw nieuwe koelkast is bestemd voor huishoudelijke doeleinden.
Het toestel is geschikt voor het bewaren van levensmiddelen. In
de vriezer (indien van toepassing) kunt u ook verse levensmiddelen
invriezen.
De bewaartijden zijn sterk afhankelijk van de kwaliteit van de
levensmiddelen.
Dit toestel bevat geen CFK’s. Het koelcircuit bevat R600a (Isobutaan).
Isobutaan is een natuurlijk gas dat geen invloed heeft op het milieu,
maar wel ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk dat u de leidingen
van het koelcircuit controleert op beschadigingen.
NL 9
OPSTELLEN
De keuze van de ruimte
• Plaats het apparaat in een droge en regelmatig geventileerde
• De koelkast moet tenminste 3 cm van het elektrisch of gasfornuis
• De afstand tot de muur, respectievelijk de vrije ruimte achter de
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN (subnormaal) + 10°C tot + 32°C
N (normaal) + 16°C tot + 32°C
ST (subtropisch) + 16°C tot + 38°C
T (tropisch) + 16°C tot + 43°C
ruimte. De toegestane temperatuur van de omgeving voor de
juiste werking van het apparaat is afhankelijk van de uitvoering
(klasse) van het apparaat, die op het typeplaatje van het apparaat
vermeld is. Plaats het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen,
bijvoorbeeld een gasfornuis, verwarming, boiler enz. en stel het niet
bloot aan directe zonnestraling.
respectievelijk 30 cm van de verwarming of kachel worden
geïnstalleerd. Bij kleinere afstanden moet er een isolatieplaat
worden gebruikt.
kast, dient ongeveer 200 cm² te bedragen. Een keukenkastje boven
de koelkast moet aan de achterzijde een ruimte van tenminste 5 cm
hebben. Daardoor wordt een voldoende koeling van de condensor
gewaarborgd.
NL 10
BESCHRIJVING
Toestelbeschrijving
Model met vriesvak
Model zonder vriesvak
12
6
5
11
1
2
3
4
1
2
3
4
8
5
8
10
7
9
11
10
7
9
1. draagplateau
2. glasplaat groentebak
3. groentebak
4. stelvoeten
5. thermostaat en interieurverlichting
6. vriesvak
7. eierrek
8. flessenrek
9. deurvakken
10. botervak
11. deksel botervak
12. ijsbakje
NL 11
GEBRUIK
Bediening
Instellen van de thermostaat
2
1
3
0
4
5
De thermostaat regelt automatisch de binnentemperatuur van het
koelkast en het vriesvakje (indien aanwezig).
• De normale temperatuurstand is stand 3. Op stand 0 is de koelkast
uitgeschakeld.
• Stel een hogere temperatuur in door de regelknop naar stand 1 of 2
te draaien.
• Stel een lagere temperatuur in door de regelknop op stand 4 of 5 te
draaien.
Let op!
De temperatuur in de koelkast (en vriesvak) wordt beïnvloed door
de omgevingstemperatuur, de temperatuur van nog niet gekoelde
levensmiddelen en de frequentie waarmee de deur wordt geopend.
De stand van de themostaat dient op grond van deze factoren te
worden aangepast.
NL 12
Als u het apparaat voor de eerste keer gebruikt moet u het apparaat
pas vullen als de gewenste temperatuur bereikt is.
Als het apparaat uitgeschakeld wordt moet u ten minste 5 minuten
wachten alvorens het apparaat weer in te schakelen. Dit voorkomt
schade aan de compressor.
Uw koelkast kan uitgevoerd zijn met of zonder vriesvak.
Het koelgedeelt koelt tussen 4 - 6 ºC. Op deze stand is de temperatuur
in het vriesvak -18 ºC of lager.
Er kan sprake zijn van een vreemd luchtje als u het apparaat de eerste
keer inschakelt. Dit verdwijnt als het apparaat gaat koelen.
GEBRUIK
A
“Deur open” indicatie (voor koelkasten met vriesvak)
De “deur open” indicator (A) op de sluiting van de vriesvakdeur geeft
aan of de deur goed gesloten is.
• Deur niet goed gesloten; indicator is zichtbaar
• Deur goed gesloten; indicator is niet zichtbaar
Let er op dat de vriesvakdeur altijd goed gesloten is. Dit voorkomt
dat levensmiddelen in het vriesvak ontdooien en dat er overmatige
ijsvorming ontstaat. Ook voorkomt het onnodig energieverbruik.
NL 13
GEBRUIK
+++++====
++++++++++====
++++++++======
++++==========
Levensmiddelen bewaren
Koelgedeelte
Het koelgedeelte wordt gebruikt om verse levensmiddelen enige dagen
te bewaren.
• Leg geen levensmiddelen direct tegen de achterwand van het
koelgedeelte. Laat enige ruimte tussen de diverse levensmiddelen
om zo luchtcirculatie mogelijk te maken.
• Plaats geen te warme levensmiddelen of dampende vloeistoffen in
de koelkast.
• Dek levensmiddelen altijd (luchtdicht) af.
• Dek flessen en kannen altijd af. Dit voorkomt overmatig vocht en
ijsvorming in de koelruimte.
• Het is aan te bevelen vlees(waren) verpakt te bewaren op de
glasplaat boven de groentelade, waar het het koudst is.
• Groente en fruit kunt u onverpakt bewaren in de groentelade.
• Om te voorkomen dat koude lucht ontsnapt, de deur niet vaker- en
niet langer dan strikt noodzakelijk openen.
NL 14
Levensmiddel
Boter+++++++=====
Eieren+++++
Vlees: rauw - stukje++=
gehakt+=
Gerookt
Vis+=
Marinade++++++++++====
Worteltjes
Kaas
Gebak++====
Fruit++========
Klaargemaakte gerechten++==
1234567891011121314
Legende: + de aanbevolen bewaartijd
= de mogelijke bewaartijd
Bewaartijd (in dagen)
GEBRUIK
Vriesgedeelte (indien van toepassing)
Het vriesvak wordt gebruikt om verse levensmiddelen in te vriezen
en om bevroren levensmiddelen te bewaren. Controleer de maximale
bewaartijd die op de verpakking staat. Het vriesvak kan tevens gebruikt
worden voor het maken van ijsblokjes.
• Verpak in te vriezen levensmiddelen lekvrij en luchtdicht. Ideaal zijn
speciale invrieszakken.
• Let op! Laat in te vriezen levensmiddelen niet in contact komen met
reeds bevroren levensmiddelen.
• Noteer altijd de inhoud en de invriesdatum op het pakket en
overschrijd de bewaartijd niet.
• In het geval van een stroomstoring of een defect zal het
vriesgedeelte voldoende koud blijven om levensmiddelen enige tijd
te bewaren. Vermijd dan echter zo veel mogelijk het openen van de
deur van het vriesvak om temperatuurstijging te voorkomen.
• Plaats diepvries levensmiddelen zo snel mogelijk na aankoop in het
vriesvak. Als levensmiddelen ontdooid zijn mogen ze niet opnieuw
ingevroren worden.
• Zet nooit warme levensmiddelen in het vriesvak.
• Controleer de verpakking van levensmiddelen op beschadigingen
voordat u deze invriest.
• Stel voor het invriezen van verse levensmiddelen (max. 2 kg) de
thermostaat op de hoogste stand (max. 24 uur). Stel de themostaat
terug op de normale positie zodra de levensmiddelen zijn bevroren.
NL 15
GEBRUIK
A
Plaatsen levensmiddelen
F
B
C
• Legplateau positie A
Te gebruiken voor allerlei soorten levensmiddelen (gekookte
gerechten) en dranken.
• Legplateau positie B
Te gebruiken voor o.a. vis en vlees.
• Groentebakken C
Te gebruiken voor groente en fruit.
• Zuivelvak D
Te gebruiken voor kleine zuivelproducten, zoals boter, margarine,
yoghurt, kaas of slagroom.
• Deurvak E
Te gebruiken voor o.a. flessen, melkpakken etc.
• Vriesvak F (indien aanwezig)
Te gebruiken voor diepvriesproducten.
D
E
E
NL 16
Let op; het bewaren van groente met een hoog watergehalte
kan condensvorming veroorzaken op de glazen schappen van de
groenten- en fruitlade: dit beïnvloedt het correct functioneren van het
apparaat niet.
GEBRUIK
Houder ijsblokjes (indien aanwezig)
Indien uw toestel is uitgerust met een vriesvak dan kunt u met de
ijsblokjeshouder ijsblokjes maken:
• Vul de ijsblokjeshouder voor 2/3 met water.
• Plaats de ijsblokjeshouder in het vriesvak.
• Haal de ijsblokjeshouder, nadat het water bevroren is, uit het
vriesvak. Buig de ijsblokjeshouder iets om de ijsklontjes uit de
houder te laten vallen.
NL 17
ONDERHOUD
Reinigen
Ontdooien
Maak het toestel spanningloos voordat met reinigen wordt gestart.
• Reinig het koelgedeelte met een normaal, niet agressief
schoonmaakmiddel en handwarm water.
• Maak accessoires separaat schoon met een schoonmaakmiddel en
water. Plaats deze delen niet in de vaatwasser.
• Gebruik geen agressieve of schurende middelen. Neem na het
reinigen de delen af met schoon water en droog ze zorgvuldig.
Koelruimte
De koelruimte ontdooit van tijd tot tijd geheel automatisch.
De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand aan de
binnenkant van het koelgedeelte duidt erop dat het apparaat bezig is
automatisch te ontdooien. Het dooiwater loopt via het afvoergootje
naar een opvangbakje waar het verdampt.
Zorg ervoor dat de dooiwaterafvoer vrij blijft. Met bijvoorbeeld een
satéprikker kunt u een verstopte afvoer weer vrij maken.
NL 18
Vriesvak (indien aanwezig)
Ontdooi het vriesvak wanneer de ijslaag een dikte van 5 mm bereikt
heeft.
Zet een dag voordat u gaat ontdooien de thermostaat op een zo hoog
mogelijke stand om de levensmiddelen zo diep mogelijk in te vriezen.
ONDERHOUD
Verlichting
• Verwijder het vriesgoed. Bewaar het vriesgoed tijdens het ontdooien
op een koele plaats ingepakt in dekens of kranten.
• Schakel de koel- vrieskast uit door de thermostaat op de ‘0’ stand
te draaien.
• Ontdooi het vriesvak.
• Maak het vriesvak schoon en droog.
• Schakel de koel-vrieskast weer in.
• Plaats het vriesgoed weer in het vriesvak.
U kunt het ontdooien versnellen door een schaal met heet water in het
vriesvak te plaatsen.
Waarschuwing
Verwijder ijsaanslag nooit met scherpe voorwerpen, ontdooisprays, een
föhn, een straalkacheltje of iets dergelijks. Dit kan tot onveilige situaties
leiden en onherstelbare schade aan het toestel veroorzaken.
Lamp vervangen
In geval van storingen kunt u zelf het lampje van de binnenverlichting
vervangen.
• Maak het toestel spanningsloos.
• Druk de haakjes aan de zijkant van het kapje naar binnen en
verwijder het.
• Vervang het LED lampje.
• Plaats het kapje terug.
NL 19
STORINGEN
Storingstabel
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw toestel betekent
dit niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk geval de
volgende punten in onderstaande tabel.
SymptoomMogelijke oorzaakOplossing
De koelkast geeft bij het
eerste gebruik een lichte
geur af.
Het toestel doet niets; lampje
brandt niet.
Nieuw toestel.Dit is normaal en verdwijnt
wanneer het toestel gaat
koelen.
Stekker niet in het
stopcontact.
Steek de stekker in het
stopcontact.
Thermostaat staat op de ‘0’
stand.
Temperatuur in de koelkast te
hoog of te laag.
Water loopt uit de koelkast.Dooiwater afvoer verstopt.Maak de dooiwater afvoer vrij
Toestel maakt lawaai.Onjuiste opstelling
Verlichting brandt niet.Lamp defect.Vervang de lamp (zie
Thermostaat foutief ingesteld. Stel de thermostaat goed in.
levensmiddelen in de koelkast
(of vriesvak).
Er ligt een voorwerp tegen het
toestel.
Opmerking:
Het is normaal dat het koelcircuit borrelende of expansiegeluiden
maakt.
Stel de thermostaat in op de
juiste stand.
(zie ‘Ontdooien’).
Plaats levensmiddelen op de
juiste wijze in de koelkast of
vriesvak.
Verwijder het voorwerp.
‘Verlichting’).
NL 20
BIJLAGE
Afvoeren
Verpakking en toestel afvoeren
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van duurzame
materialen. Dit toestel moet aan het eind van zijn levenscyclus op
verantwoorde wijze worden afgevoerd. De overheid kan u
hieromtrent informatie verschaffen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
• karton;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).
Deze materialen op verantwoorde wijze en conform de
overheidsbepalingen afvoeren.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische
huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool
van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het
apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het gewone huisvuil
mag worden gevoegd. Het toestel moet naar een speciaal centrum voor
gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht of naar
een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van een huishoudelijk apparaat voorkomt mogelijk
negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een
ongeschikte verwerking ontstaat. Het zorgt ervoor dat de materialen
waaruit het apparaat bestaat, terug gewonnen kunnen worden om een
aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen.
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de van toepassing zijnde
Europese Richtlijnen, Besluiten en Verordeningen en de eisen die zijn
vermeld in de normen waar naar wordt verwezen.
NL 21
NL 22
INDEX
Sécurité
Introduction
Mise en place
Description
Utilisation
Entretien
Consignes de sécurité 4
Introduction 9
Le choix de la pièce 10
Description de l'appareil 11
Commandes 12
Conservation des aliments 14
Rangement des aliments 16
Bac à glaçons (le cas échéant) 17
Nettoyage 18
Dégivrage 18
Éclairage 19
Pannes
Annexe
Tableau des pannes 20
Élimination 21
FR 3
SÉCURITÉ
Consignes de sécurité
Avant d’installer et d’utiliser cet appareil, lisez
soigneusement les instructions fournies. Le fabricant
ne peut être tenu pour responsable des dommages
et blessures liés à une mauvaise installation ou
utilisation. Conservez toujours cette notice avec
votre appareil pour vous y référer ultérieurement.
Sécurité des enfants et des personnes vulnérables
• Cet appareil peut être utilisé par des enfants âgés d’au
moins 8 ans et par des personnes ayant des capacités
physiques, sensorielles ou mentales réduites ou dénuées
d’expérience ou de connaissance, s’ils (si elles) sont
correctement surveillé(e)s ou si des instructions relatives
à l’utilisation de l’appareil en toute sécurité leur ont été
données et si les risques encourus ont été appréhendées.
• Les enfants ne doivent pas jouer avec l’appareil.
• Le nettoyage et l’entretien par l’usager ne doivent pas être
effectués par des enfants sans surveillance.
• Ne laissez pas les emballages à la portée des enfants.
Consignes générales de sécurité
• Les lampes à usage spécial (ampoules, LED, tubes
fluorescents) dans le dispositif sont conçus pour éclairer
l’intérieur et ne sont pas adaptées à l’éclairage de la pièce.
• Cet appareil est conçu uniquement pour un usage
domestique et des utilisations telles que :
– dans les bâtiments de ferme, dans des cuisines
réservées aux employés dans des magasins, bureaux
et autres lieux de travail ;
FR 4
SÉCURITÉ
– pour une utilisation privée, par les clients, dans des
hôtels et autres lieux de séjour.
• AVERTISSEMENT! Veillez à ce que les orifices de
ventilation, situés dans l’enceinte de l’appareil ou dans la
structure intégrée, ne soient pas obstrués.
• AVERTISSEMENT! N’utilisez aucun dispositif mécanique ou
autre appareil pour accélérer le processus de dégivrage que
ceux recommandés par le fabricant.
• AVERTISSEMENT! N’endommagez pas le circuit
frigorifique.
• AVERTISSEMENT! N’utilisez pas d’appareils électriques à
l’intérieur des compartiments de conservation des aliments
de l’appareil, sauf s’ils sont du type recommandé par le
fabricant.
• AVERTISSEMENT! Ne pulvérisez pas d’eau ni de vapeur
pour nettoyer l’appareil.
• AVERTISSEMENT! Nettoyez l’appareil avec un chiffon doux
humide. Utilisez uniquement des produits de nettoyage
neutres. N’utilisez pas de produits abrasifs, de tampons à
récurer, de solvants ni d’objets métalliques.
• AVERTISSEMENT! Ne conservez aucune substance
explosive dans cet appareil, comme des aérosols contenant
un produit inflammable.
• AVERTISSEMENT! Si le câble d’alimentation est
endommagé, il doit être remplacé par le fabricant, son
service après-vente ou des personnes de qualification
similaire afin d’éviter un danger.
Installation
• AVERTISSEMENT! L’appareil doit être installé uniquement
par un professionnel qualifié.
• Retirez l’intégralité de l’emballage.
• N’installez pas et ne branchez pas un appareil endommagé.
• Suivez scrupuleusement les instructions d’installation
fournies avec l’appareil.
FR 5
SÉCURITÉ
• Soyez toujours vigilants lorsque vous déplacez l’appareil car
il est lourd. Portez toujours des gants de sécurité.
• Assurez-vous que l’air circule autour de l’appareil.
• Attendez au moins 4 heures avant de brancher l’appareil
sur le secteur. Cela permet à l’huile de refouler dans le
compresseur.
• N’installez pas l’appareil à proximité d’un radiateur, d’une
cuisinière, d’un four ou d’une table de cuisson.
• La surface arrière de l’appareil doit être positionnée contre
un mur.
• N’installez pas l’appareil dans un endroit exposé à la lumière
directe du soleil.
• N’installez pas l’appareil dans un endroit trop humide ou
trop froid, comme une dépendance extérieure, un garage ou
une cave.
• Lorsque vous déplacez l’appareil, veillez à le soulever par
l’avant pour éviter de rayer le sol.
Branchement électrique
• AVERTISSEMENT! Risque d’incendie ou d’électrocution.
• L’appareil doit être relié à la terre.
• L’ensemble des branchements électriques doit être effectué
par un technicien qualifié.
• Vérifiez que les données électriques figurant sur la plaque
signalétique correspondent à celles de votre réseau. Si ce
n’est pas le cas, contactez un électricien.
• Utilisez toujours une prise de courant de sécurité
correctement installée.
• N’utilisez pas d’adaptateurs multiprises ni de rallonges.
• Veillez à ne pas endommager les composants électriques
tels que la fiche secteur, le câble d’alimentation ou le
compresseur. Contactez le service après-vente ou un
électricien pour changer les composants électriques.
FR 6
Loading...
+ 58 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.