Pelgrim IDK764, IDK714, IDK784 User Manual

Het toestel-identifi catieplaatje bevindt zich aan de onderkant van het toestel.
The appliance identifi cation card is located on the bottom of the appliance. La plaque d’identifi cation de l’appareil se trouve sur le dessus de l’appareil.
Das Gerätetypenschild befi ndet sich an der Unterseite des Gerätes.
Plak hier het toestel-identifi catieplaatje.
Stick the appliance identifi cation card here.
Placez ici la plaque d’identifi cation de l’appareil.
Kleben Sie hier das Gerätetypenschild ein.
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, het complete typenummer bij de hand.
When contacting the service department,
have the complete type number to hand.
En cas de contact avec le service après-vente, ayez auprès de vous le numéro de type complet.
Halten Sie die vollständige Typennummer bereit,
wenn Sie mit der Kundendienstabteilung Kontakt aufnehmen.
IDK764
IDK784
IDK714
Handleiding
inductiekookplaat
Manual
induction hob
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
You will fi nd the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.
Les adresses et les numéros de téléphone du service après-vente se trouvent sur la carte de garantie.
Adressen und Telefonnummern der Kundendienstorganisation fi nden Sie auf der Garantiekarte.
Notice d’utilisation
plaque de cuisson à induction
Anleitung
700004926000
NL
Handleiding NL 3 - NL 21
EN
Manual EN 3 - EN 21
FR
Notice d’utilisation FR 3 - FR 21
DE
Anleitung DE 3 - DE 21
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used - Pictogrammes utilisés - Benutzte
Piktogramme
Belangrijk om te weten - Important information - Important à savoir - Wissenswertes
Tip - Conseil - Tipp
INHOUDSOPGAVE
Beschrijving
Gebruik
Bediening
Koken
Onderhoud
Storingen
Milieu aspecten
Inductiekookplaat 04 Bedieningspaneel 04
Pannen 05 Kookduurbegrenzing 06
Inschakelen en vermogen instellen 08 Uitschakelen 08 Pandetectie 09 Restwarmte-indicatie 09 Boost 09 Smelt-/warmhoudfunctie 10 Aankookautomaat 11 Stand-by modus 12 Kinderslot 12 Pauze functie 13 Kooktimer/wekker 15
Kookstanden 17
Reinigen 18
Algemeen 19 Storingstabel 19
Afvoeren toestel en verpakking 21
NL 3
BESCHRIJVING
Inductiekookplaat
1
INDUCTION
32
4 33
1. Kookzone ø145 mm / 2,2 kW
2. Kookzone ø180 mm / 3,0 kW
3. Kookzone ø210 mm / 3,7 kW
4. Kookzone 280x180 mm / 3,7 kW
Bedieningspaneel
4 5 6 9 10 1187
22
23112
NL 4
1. Slider voor instellen vermogen
2. Aan-/uittoets
3. Timer functie
4. Smelttoets met indicatielampjes
5. Display vermogen
6. Indicatie smelt functie per zone
7. Indicatie warmhoud functie per zone
8. Pauze met indicatielampje
9. Display timer + zone aanduiding
10. (Kinder)slot met indicatielampje
11. Warmhoudtoets met indicatielampjes
12. Timer invoer actief
GEBRUIK
Pannen
Pannen voor inductiekoken
Inductiekoken stelt eisen aan de kwaliteit van de pannen.
Let op
• Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn niet meer geschikt voor inductiekoken.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch- en inductiekoken met:
▷ een dikke bodem van minimaal 2,25 mm; ▷ een vlakke bodem.
• Het beste zijn pannen met het ‘Class Induction’ keurmerk.
Tip
Met een magneet kunt u zelf controleren of uw pannen geschikt zijn. Wanneer de magneet wordt aangetrokken, is de pan geschikt.
Geschikt Ongeschikt
Speciale roestvrijstalen pannen Aardewerk Class Induction Roestvrijstaal Solide geëmailleerde pannen Porselein Geëmailleerde gietijzeren pannen Koper
Kunststof Aluminium
Let op
Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen:
• op een hoge stand kan het emaille er afspringen wanneer de pan te droog is;
• door het hoge vermogen kan de panbodem gemakkelijk kromtrekken.
NL 5
GEBRUIK
Let op
• Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te verwijderen zijn. Zet daarom alleen pannen met een schone bodem op het kookvlak en til pannen altijd op als u ze verplaatst.
• Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
• Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te voorkomen.
Let op
Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging belemmeren. Het toestel kan dan te warm worden waardoor de glasplaat kan barsten en de panbodem kan smelten. Schade, ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of droogkoken, valt buiten de garantie.
Minimale pandiameter
• De minimale pandiameter bedraagt 120 mm (bij een kookzone van Ø 145) en 145 mm (bij een kookzone van Ø 180). Het beste resultaat bereikt u door een pan te nemen met dezelfde diameter als de kookzone. Bij te kleine pannen schakelt de kookzone niet in.
NL 6
Snelkookpannen
• Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen. De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk komt. Zodra u een kookzone uitschakelt, stopt het kookproces direct.
Het vermogen past zich aan
• Bij inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut waar de pan op staat. Gebruikt u een kleine pan op een grote zone, dan zal het vermogen zich aanpassen aan de diameter van de pan. Het vermogen zal dus kleiner zijn en het zal langer duren voordat het gerecht in de pan aan de kook is.
Beinvloeding kookzones onderling
Sommige kookzones beinvloeden elkaar!
• Bij de IDK764 en IDK784 : De achter elkaar liggende zones.
• Bij de IDK714: de 2 linker zones en de 2 rechter zones
GEBRUIK
Kookduurbegrenzing
• Dit heeft geen gevolgen tot aan instelling 9. Door de boostinstelling voor een van de kookzones te selecteren, wordt de andere kookzone echter automatisch naar een lagere stand geschakeld.
• Als een van de kookzones is ingesteld op boost en u wilt de andere zone instellen op 9 of boost, wordt de kookzone waarvoor boost is ingesteld, automatisch naar een lagere stand geschakeld.
• De kookduurbegrenzer is een beveiliging van uw kookplaat. Als een kookzone gedurende een ongebruikelijk lange tijd in werking is, wordt deze automatisch uitgeschakeld.
• Afhankelijk van het gekozen kookvermogen wordt de kookduur als volgt begrensd:
Kookstand De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld na:
0 12 uur 1 8,5 uur 2 6,5 uur 3 5 uur 4 4 uur 5 3,5 uur 6 3 uur 7 2,5 uur 8 2 uur 9 1,5 uur u 2 uur
Als bovengenoemde tijd verstreken is schakelt de kookzone automatisch uit.
Kookstand De kookzone wordt automatisch naar stand 12
geschakeld na:
boost (P) 10 minuten
NL 7
BEDIENING
Inschakelen en vermogen instellen
Het vermogen is met 9 standen in te stellen. Deze kookplaat heeft tevens een ‘boost’ stand welke wordt aangegeven met een ‘P’ in het diplay (zie ‘Boost’).
• Plaats een pan op het midden van een kookzone.
• Druk op de aan-/uittoets
Er klinkt een enkel geluidssignaal en in het display verschijnt voor
elke kookzone een ‘0’. Wanneer u geen verdere actie onderneemt,
schakelt de kookzone na 10 seconden vanzelf uit.
• Schuif met uw vinger over de slide control van de te bedienen kookzone om de gewenste stand in te stellen. De kookplaat start automatisch in de ingestelde stand (als er een pan gedetecteerd wordt).
▷ Schuif naar rechts voor een hoger vermogen en naar links voor
een lager vermogen.
▷ Het is ook mogelijk direct een vermogensstand te kiezen. Druk
ergens op de slider om direct een vermogen te kiezen.
Uitschakelen
Eén kookzone uitschakelen
Een kookzone is ingeschakeld. Het display toont een
vermogensinstelling tussen 1 en 9, of “P.”.
• Raak de multi-slider van de gewenste kookzone aan en schuif uw vinger (naar links) naar het niveau “0.”. Of:
• Selecteer de instelling “0.” direct door de linkerzijde van de multi­slider van de gewenste kookzone aan te raken.
U hoort een geluidssignaal en op het display verschijnt “0.”. Als alle
kookzones ingesteld zijn op “0.” en er geen verdere handeling wordt
uitgevoerd, schakelt de kookplaat na 10 seconden automatisch uit.
NL 8
Alle kookzones tegelijk uitschakelen
Meerdere kookzones zijn actief.
• Raak de aan-/uittoets kort aan om alle kookzones tegelijk uit te schakelen.
U hoort één geluidssignaal. Alle lampjes zijn uit. De kookplaat is nu
uitgeschakeld.
BEDIENING
Pandetectie
Indien de kookplaat na het instellen van een kook-vermogen geen (ijzerhoudende) pan detecteert, zal in het display het pandetectiesymbool om en om met de gekozen vermogensstand blijven knipperen en de kookzone blijft koud. Indien er binnen 1 minuut geen (ijzerhoudende) pan geplaatst wordt, schakelt de kookzone automatisch uit
Restwarmte-indicatie
Na intensief gebruik van een kookzone kan de gebruikte zone nog enkele minuten warm blijven. Zolang de kookzone heet is, blijft er een “H” in de display staan.
Boost
De ‘boost’ functie kunt u gebruiken om gedurende een korte tijd (maximaal 10 minuten) op het hoogste vermogen te koken. Na het verstrijken van de maximale boosttijd wordt het vermogen verlaagd naar stand 9.
Boost inschakelen
De kookplaat is ingeschakeld en er staat een pan op de kookzone.
• Raak de multi-slider van de gewenste kookzone aan en schuif uw vinger (naar rechts) om de stand “P.” te selecteren. (U kunt de multi-slider ook gebruiken als het vermogen reeds is ingesteld).
Op het display verschijnt “P.”. De boostfunctie is onmiddellijk actief.
De boost functie uitschakelen
De boost functie is ingeschakeld, in de display is stand ‘P’ zichtbaar.
• Raak de multi-slider van de gewenste kookzone aan en schuif uw vinger (naar links) om een lager niveau in te stellen.
NL 9
BEDIENING
Smelt-/warmhoudfunctie
Met de warmhoud en smelt toetsen kunt u de smeltfunctie en de warmhoudfunctie inschakelen. Met behulp van een kookwekker kunt u de maximale smelt-/warmhoudtijd instellen.
De smeltfunctie (u) De warmhoudfunctie (U)
In de smeltfunctie wordt de temperatuur van het gerecht automatisch op een constante temperatuur van 42 °C gehouden.
De smeltfunctie inschakelen
De kookplaat is ingeschakeld en er staat een pan op een kookzone.
• Druk op de aan-/uittoets van de kookplaat.
Er klinkt een enkel geluidssignaal en in de display van elke kookzone
verschijnt ‘0.’.
• Druk op de smelttoets. Eén lampje rechtsboven de smelttoets licht op.
• Schuif met uw vinger over de slide control van de te bedienen kookzone om de gewenste stand in te stellen.
In de display verschijnt ‘u.met 2 verwarmingssymbolen’.
In de warmhoudfunctie wordt de temperatuur van het gerecht automatisch op een constante temperatuur van 70 °C gehouden.
NL 10
De warmhoudfunctie inschakelen
De kookplaat is ingeschakeld en er staat een pan op een kookzone.
• Druk op de aan-/uittoets van de kookplaat. Er klinkt een enkel geluidssignaal en in de display van elke
kookzone verschijnt ‘0.’.
• Druk op de warmhoudtoets. Eén lampje rechtsboven de warmhoudtoets licht op.
• Schuif met uw vinger over de slide control van de te bedienen kookzone om de gewenste stand in te stellen.
In de display verschijnt ‘U. met 3 verwarmingssymbolen’.
De smelt-/warmhoudfunctie uitschakelen
De smeltfunctie of warmhoudfunctie is ingeschakeld. in de display is
‘u.’ of ‘U.’ zichtbaar.
• Druk ergens op de slider De smelt-/warmhoudfunctie is nu uitgeschakeld.
BEDIENING
Aankook automaat
De aankookautomaat is geschikt voor het snel aan de kook brengen van gerechten en vervolgens op een lagere stand doorkoken. De aankookautomaat schakelt zelf terug naar de doorkookstand. De aankook automaat verhoogt het vermogen tijdelijk (instelling “9.”) om de inhoud van de pan op te warmen. Deze functie is beschikbaar in de instellingen 1-8.
De aankook automaat inschakelen
De kookplaat is ingeschakeld en er staat een pan op een kookzone.
• Raak de multi-slider van de gewenste kookzone aan en verschuif uw vinger om de gewenste instelling te kiezen, waarna u uw vinger gedurende 3 seconden op die instelling houdt.
“A.” en de correcte instelling knipperen afwisselend op het display,
de automatische opwarmfunctie is actief.
▷ Als u een lagere kookstand selecteert, wordt de automatische
opwarmfunctie uitgeschakeld.
▷ Als u een hogere kookstand selecteert, wordt de opwarmduur
automatisch in overeenstemming gebracht met de nieuwe kookstand.
• Zodra de automatische opwarmtijd verstreken is, wordt de automatische opwarmfunctie automatisch uitgeschakeld en gaat de kookzone verder met het ingestelde vermogen.
De volgende tabel toont de duur van de aankook automaat voor elke vermogensinstelling:
Standen 1 2 345678
Seconden 40 72 120 176 256 432 120 192
De aankook automaat uitschakelen
De kookplaat is ingeschakeld. “A.” en de vermogensinstelling knipperen
afwisselend op het display.
• Raak de multi-slider van de gewenste kookzone aan en schuif uw vinger (naar links) om een lager niveau in te stellen. Of:
• Selecteer direct een lagere instelling door de linkerzijde van de multi-slider van de gewenste kookzone aan te raken.
Er verschijnt een andere vermogensinstelling op het display en “A.”
knippert niet meer.
NL 11
BEDIENING
Stand-by modus
Kinderslot
In stand-by modus is in de display van elke kookzone ‘0.’ zichtbaar. In stand-by modus is de kookplaat uitgeschakeld en kunt u deze zonder toezicht achterlaten.
• U kunt naar de stand-by modus schakelen vanuit de “uit” modus, of door alle afzonderlijke kookzones uit te schakelen (op ‘0.’ te zetten). Na 10 seconden in stand-by modus zonder verdere toetsbedieningen schakelt de kookplaat automatisch weer uit.
De kookplaat van ‘uit’-modus naar stand-by modus schakelen
• Druk op de aan-/uittoets van de kookplaat.
Er klinkt een enkel geluidssignaal en in de display van elke kookzone
verschijnt ‘0.’. Het rode lampje rechtsboven de aan-/uittoets van de
kookplaat brandt constant.
• Vanuit de stand-by modus kunt u direct beginnen met koken door op de slider van de gewenste kookzone te drukken.
Uw inductieplaat is uitgerust met een kinderslot, zodat u het apparaat kunt vergrendelen om het te reinigen of om te voorkomen dat het ongewenst wordt ingeschakeld door kinderen.
Met de sleuteltoets heeft u toegang tot de volgende twee functies:
De (standaard) slotmodus De kinderslotmodus
Met de (standaard) slotmodus wordt het ongewenst wijzigen van instellingen voorkomen.
Met de kinderslotmodus wordt het onbedoeld inschakelen van de kookplaat voorkomen.
NL 12
Alle ingestelde kookprocessen blijven actief.
De kookplaat naar de (standaard) slotmodus schakelen
Eén of meerdere kookzones zijn actief.
• Druk 3 seconden op de sleuteltoets.
Let op: Alle ingestelde kookprocessen blijven actief. Het rode sleuteltje naast de sleuteltoets brandt constant. Alle toetsen zijn inactief, behalve de sleuteltoets en de aan-/uittoets.
• Druk nogmaals 3 seconden op de sleuteltoets om de slotmodus uit te schakelen en het bedieningspaneel te ontgrendelen.
Alle kookzones en kook-/ eierwekker(s) moeten uit zijn.
BEDIENING
Pauze functie
De kookplaat naar kinderslotmodus schakelen
De kookplaat staat in stand-by modus. In de display van elke kookzone is ‘0.’ zichtbaar.
• Druk 3 seconden op de sleuteltoets om het kinderslot in te schakelen. Het rode sleuteltje naast de sleuteltoets brandt constant.
Indien er binnen 10 seconden geen verdere toetsbedieningen plaatsvinden schakelt de kookplaat automatisch uit. Het kinderslot blijft actief. U kunt de kookplaat ook zelf uitschakelen.
• Druk binnen 10 seconden nogmaals op de sleuteltoets om het kinderslot uit te schakelen en het bedieningspaneel te ontgrendelen.
• Ná 10 seconden moet de kookplaat eerst weer ingeschakeld worden met de aan-/uittoets van de kookplaat voordat u het kinderslot kunt uitschakelen.
Tip
Zet de kookplaat in de kinderslot modus voordat u de kookplaat gaat reinigen om te voorkomen dat deze per ongeluk inschakelt.
• Met de pauze functie kunt u de gehele kookplaat tijdens het koken gedurende 10 minuten ‘op pauze’ zetten. Het vermogen van alle kookzones wordt automatisch uitgeschakeld. Dit is bijvoorbeeld handig als een gerecht overgekookt is en u de kookplaat even snel wilt schoonmaken. U kunt de kookplaat zo ook gedurende een korte tijd, op een veilige manier alleen laten, zonder instellingen te verliezen.
De kookplaat naar pauze modus schakelen
• Eén of meerdere kookzones zijn actief.
• Druk 3 seconden de pauze toets.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. In de display van elke kookzone
wordt “11” zichtbaar en de pauze-indicatie naast de pauzetoets
brandt constant.
• Eventueel ingestelde kook-/eierwekkers staan stil.
• Alle toetsen zijn inactief behalve de sleuteltoets, de pauzetoets en de aan-/uittoets van de kookplaat.
Indien u binnen 10 minuten geen verdere actie onderneemt worden alle actieve kookzones automatisch uitgeschakeld.
NL 13
BEDIENING
De pauze modus uitschakelen
• Druk binnen 10 minuten nogmaals op 3 seconden op de pauzetoets. De pauze indicatie ‘11’ gaat knipperen.
• Raak een willekeurige slider aan, de kookplaat hervat de instellingen zoals deze voor de pauze ingesteld zijn.
Geheugen functie
Met de geheugenfunctie kunt u de laatste instellingen van de kookplaat terughalen binnen 6 seconden na het uitschakelen van de kookplaat. Dit is bijvoorbeeld handig wanneer u de gehele kookplaat per ongeluk heeft uitgeschakeld met de aan-/uittoets.
• Druk binnen 6 seconden op de aan/uittoets en direct daarna op de pauzetoets.
Herkennen van een modus
In de display van elke kookzone is ‘0.’
De stand-by modus
zichtbaar. Het rode lampje rechtsboven de aan-/uittoets brandt constant.
NL 14
De (standaard) slotmodus
De kinderslot modus
De pauze modus
De geheugen modus
Eén of meerdere displays vertonen een vermogensstand. sleuteltoets én het rode lampje boven de aan-/uittoets branden constant.
In de display van elke kookzone is ‘0.’ zichtbaar. Het rode sleuteltje én het rode lampje boven de aan-/uittoets branden constant. Na 10 seconden gaan alle displays en lampjes uit, de kinderslot modus blijft geactiveerd.
In de display van elke kookzone is “11” zichtbaar. Het rode indicatie naast de pauzetoets brandt constant. De pauze functie werkt alleen als één of meerdere kookzones actief zijn.
In de display van elke kookzone is ‘0.’ zichtbaar. De indicator naast de pauzetoets knippert.
Het rode lampje naast de
BEDIENING
Kooktimer/wekker
Voor elke kookzone kan een kooktimer worden ingesteld. Alle kooktimers kunnen tegelijk worden gebruikt. De kookplaat beschikt ook over een wekker. Zowel de kooktimer als de wekker kunnen op maximaal 99 minuten worden ingesteld. De wekker werkt op dezelfde manier als de kooktimer, maar is niet aan een kookzone gekoppeld. Als de wekker is ingesteld, blijft hij ook lopen nadat de kookplaat werd uitgeschakeld. De wekker kan alleen worden uitgeschakeld wanneer de kookplaat is ingeschakeld.
Kooktimer Wekker
De kooktimer moet aan een kookzone worden gekoppeld. Daardoor schakelt de kookzone uit wanneer de ingestelde tijd verstreken is.
De wekker inschakelen
De kookplaat is ingeschakeld, alle vermogens displays geven “0.” aan
(geen enkele kookzone is actief).
• Druk een keer op de timertoets.
“00.” verschijnt in het timer display.
• Gebruik de slidertoets om de gewenste tijd in te stellen.
De wekker begint te lopen. Na 10 seconden schakelt de kookplaat
automatisch uit, de wekker blijft lopen.
▷ Als u geen tijd instelt met de slidertoets, schakelt de wekker na
10 seconden automatisch uit.
De wekker is niet aan een kookzone gekoppeld. De wekker blijft lopen nadat de kookplaat werd uitgeschakeld.
De wekker uitschakelen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn, alle displays geven “0.” aan (er is
geen actieve kookzone).
• Druk één keer op de timertoets.
De resterende tijd wordt op het timer display aangegeven.
• Gebruik de slidertoets om de gewenste tijd op “00” in te stellen. “00” verschijnt op het display.
De wekker is nu uitgeschakeld.
NL 15
BEDIENING
De kooktimer toewijzen en inschakelen
De kookplaat is ingeschakeld, er is minstens een kookzone actief (de
kooktimer kan alleen worden gekoppeld aan actieve kookzones).
• Druk op de timertoets.
De timerdisplay knippert. De actieve kookzones worden in de
timerdisplay weergegeven met een punt.
• Druk op de slidertoets van de kookzone die via de timer moet worden uitgeschakeld.
De timerindicator in het timerdisplay van de gekoppelde zone
knippert.
• Gebruik de slidertoets om de gewenste tijd in te stellen.
De kooktimer begint te lopen.
▷ Als u de slidertoets niet gebruikt om een tijd in te stellen, wordt de
kooktimer na 10 seconden automatisch uitgeschakeld.
• Herhaal de stappen om de tijd in te stellen voor een andere actieve zone.
Opgelet
Wanneer er meer dan een timer actief is, toont het display de kortste resterende tijd en een knipperende timerpunt die daarmee overeenkomt.
NL 16
Timertijd uitlezen of aanpassen
• Druk op de timertoets. De timerdisplay knippert.
• Druk op de slidertoets van de zone waarvan u de tijd wilt uitlezen of aanpassen.
De kooktimer uitschakelen
• Druk op de timertoets.
De timerdisplay knippert met de resterende tijd.
• Stel met de gewenste slider de timertijd op “00”.
De kooktimer is nu uitgeschakeld.
Het alarm van de kooktimer/wekker uitschakelen
Wanneer de ingestelde tijd/kooktijd is verstreken, hoort u het alarm.
• Raak een willekeurige toets aan om het alarm uit te schakelen.
KOKEN
Kookstanden
Het onderstaande overzicht is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat de instelwaarde afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht en de pan.
Gebruik ‘boost’ en stand 9 voor:
• snel aan de kook brengen;
• slinken van bladgroenten;
• verhitten van olie en vet;
• onder druk brengen van een snelkookpan.
Gebruik stand 8 voor:
• aanbraden van vlees;
• bakken van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren.
Gebruik stand 7 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dik, gepaneerd vlees;
• uitbakken van spek of bacon;
• bakken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis.
Gebruik stand 6 en 5 voor:
• doorkoken;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken en garen van dun vlees.
Gebruik stand 1 t/m 4 voor:
• trekken van bouillon;
• bereiden van stoofvlees;
• smoren van groenten;
• smelten van chocolade;
• smelten van kaas.
NL 17
ONDERHOUD
Reinigen
Tip
Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst het kinderslot in.
Dagelijkse reiniging
• Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden verdient het aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
• Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste een mild reinigingsmiddel en een vochtige doek gebruiken.
• Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
Hardnekkige vlekken
• Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel, bijvoorbeeld afwasmiddel, te verwijderen.
• Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn.
• Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig te verwijderen. Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar.
• Verwijder overgekookte voedselresten met een glasschraper. Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u verwijderen met een glasschraper.
NL 18
Nooit gebruiken
• Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze veroorzaken krasjes waarin zich kalk en vuil ophopen.
• Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en schuursponsjes.
STORINGEN
Algemeen
Indien u een barstje of scheurtje (hoe klein ook) op de glasplaat ziet, schakel dan de kookplaat onmiddellijk uit, neem direct de stekker van de kookplaat uit het stopcontact, verbreek de (automatische) zekering(en) in de meterkast of zet de schakelaar in de meterkast op nul bij een vaste aansluiting. Neem vervolgens contact op met de servicedienst.
Storingstabel
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw toestel betekent dit niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk geval de volgende punten in onderstaande tabel of kijk voor meer informatie op de website ‘www.pelgrimservice.nl’.
Symtoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Bij het in werking stellen verschijnt er tekst in de displays.
Dit is de standaard opstartroutine.
Normale werking.
De ventilatie blijft nog enkele minuten doorwerken nadat de kookplaat is uitgeschakeld.
De kookplaat geeft bij de eerste kookbeurten een lichte geur af.
U hoort een licht tikkend geluid op uw kookplaat.
De kookpannen maken lawaai tijdens het koken.
Nadat u een kookzone heeft ingeschake de display knipperen. Het pandetectiesymbool knippert wisselend met de kookstand.
ld blijft
Afkoeling van de kookplaat. Normale werking.
Opwarmen nieuw toestel. Dit is normaal en verdwijnt na
Ook bij lage kookstanden kan een zacht tikkend geluid optreden.
Dit wordt veroorzaakt door de doorstroming van de energie van de kookplaat naar de kookpan.
De gebruikte kookpan is niet geschikt voor koken op inductie of heeft een diameter kleiner dan 12 cm.
enkele keren koken.Ventileer de keuken.
Normale werking.
Bij een hoge kookstand is dit normaal bij bepaalde pannen. Dit is niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat.
Gebruik een goede pan.
NL 19
STORINGEN
Symtoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Een kookzone stopt plotseling met de werking en er klinkt een signaal.
De kookplaat werkt niet en er verschijnt niets op de display.
Bij het inschakelen van de kookplaat slaat de zekering van de installatie door.
Foutcode ER22. Het bedieningspaneel is
Foutcode E3. Verkeerde pan gebruikt. Gebruik een geschikte pan
Foutcode .
Foutcode E2. Toestel oververhit. Het toestel laten afkoelen
Foutcode U400. Spanning te hoog en/of niet
Overige foutcodes. Generator defect. Neem contact op met de
De ingestelde timertijd is voorbij.
Geen stroomtoevoer door defecte voeding of foutieve aansluiting.
Verkeerde aansluiting van de kookplaat.
vervuild of er ligt water op.
Te lange bediening van de slider toetsen.
goed aangesloten.
Schakel het signaal uit door op een willekeurige toets te drukken.
Controleer de zekering of de elektrische schakelaar (bij een toestel zonder stekker).
Controleer de elektrische aansluiting.
Bedieningspaneel schoon­maken.
voor inductiekoken.
Slider toetsen niet te lang bedienen.
en opnieuw beginnen met koken.
Laat uw aansluiting wijzigen.
servicedienst.
NL 20
MILIEU ASPECTEN
Afvoeren toestel en verpakking
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van duurzame materialen. Dit toestel moet aan het eind van zijn levenscyclus op verantwoorde wijze worden afgevoerd. De overheid kan u hierover informatie verschaffen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
• karton;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).
Deze materialen dient u op verantwoorde wijze en conform de overheidsbepalingen af te voeren.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het gewone huisvuil mag worden gevoegd. Het toestel moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht of naar een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van huishoudelijke apparaten voorkomt mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een ongeschikte verwerking ontstaat. Het zorgt ervoor dat de materialen waaruit het apparaat bestaat, teruggewonnen kunnen worden om een aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen.
Let op! Werp een gebarsten keramische glasplaat niet in de
glasbak maar lever deze in bij de milieustraat van de gemeente.
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de van toepassing zijnde Europese Richtlijnen, Besluiten en Verordeningen en de eisen die zijn vermeld in de normen waar naar wordt verwezen.
NL 21
NL 22
CONTENTS
Description
Use
Operation
Cooking
Maintenance
Induction hob 04 Control panel 04
Pans 05 Cooking-time limiter 07
Switching on the hob and setting the power 08 Switching off the hob 08 Pan detection 09 Residual warmth indicator 09 Boost 09 Melting/keeping food warm 10 Easy cook 11 Stand-by mode 12 Child lock 12 Pause function 13 Memory 14 Cooking timer/Egg timer 15
Cooking settings 17
Cleaning 18
Faults
General 19 Troubleshooting table 19
Environmental aspects
Disposal of packaging and appliance 21
EN 3
DESCRIPTION
Induction hob
1
INDUCTION
32
4
1. Cooking zone ø145 mm / 2,2 kW
2. Cooking zone ø180 mm / 3,0 kW
3. Cooking zone ø210 mm / 3,7 kW
4. Cooking zone 280x180 mm / 3,7 kW
Control panel
4 5 6 9 10 1187
33
22
EN 4
12
1
1. Slider power select
2. On/Off button
3. Timer function
4. Melt button with indicator
5. Display power
6. Indicator melt function per zone
7. Indicator keep food warm function per zone
8. Pause with indicator
9. Timer display with four timer indicators
10. (Child)lock with indicator
11. Keep food warm function with indicator
12. Timer entry active
23
USE
Pans
Pans for induction cooking
Induction cooking requires a particular quality of pan.
Attention
• Pans that have already been used for cooking on a gas hob are no longer suitable for use on an induction hob.
• Only use pans that are suitable for electric and induction cooking with:
▷ a thick base (minimum 2.25 mm); ▷ a flat base.
• The best are pans with the ‘Class Induction’ quality mark.
Tip
You can check for yourself whether your pans are suitable using a magnet. A pan is suitable if the base of the pan is attracted by the magnet.
Suitable Unsuitable
Special stainless steel pans Earthenware Class Induction Stainless steel Hard-wearing enamelled pans Porcelain Enamelled cast-iron pans Copper
Plastic Aluminium
Attention
Be careful with enamelled sheet-steel pans:
• the enamel may chip (the enamel comes loose from the steel), if you switch the hob on at a high setting when the pan is (too) dry;
• the base of the pan may warp - due, for example, to overheating or to the use of too high a power level.
EN 5
Loading...
+ 57 hidden pages