Het toestel-identifi catieplaatje bevindt zich aan de onderkant van het toestel.
The appliance identifi cation card is located on the bottom of the appliance.
La plaque d’identifi cation de l’appareil se trouve sur le dessus de l’appareil.
Das Gerätetypenschild befi ndet sich an der Unterseite des Gerätes.
Plak hier het toestel-identifi catieplaatje.
Stick the appliance identifi cation card here.
Placez ici la plaque d’identifi cation de l’appareil.
Kleben Sie hier das Gerätetypenschild ein.
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, het complete typenummer bij de hand.
When contacting the service department,
have the complete type number to hand.
En cas de contact avec le service après-vente, ayez auprès de vous le numéro de type complet.
Halten Sie die vollständige Typennummer bereit,
wenn Sie mit der Kundendienstabteilung Kontakt aufnehmen.
IDK764
IDK784
IDK714
Handleiding
inductiekookplaat
Manual
induction hob
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
You will fi nd the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.
Les adresses et les numéros de téléphone du service après-vente se trouvent sur la carte de garantie.
Adressen und Telefonnummern der Kundendienstorganisation fi nden Sie auf der Garantiekarte.
Notice d’utilisation
plaque de cuisson à induction
Anleitung
Induktionskochfeld
700004926000
NL
Handleiding NL 3 - NL 21
EN
Manual EN 3 - EN 21
FR
Notice d’utilisation FR 3 - FR 21
DE
Anleitung DE 3 - DE 21
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used - Pictogrammes utilisés - Benutzte
Piktogramme
Belangrijk om te weten - Important information - Important à savoir - Wissenswertes
Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen:
• op een hoge stand kan het emaille er afspringen wanneer de pan te
droog is;
• door het hoge vermogen kan de panbodem gemakkelijk
kromtrekken.
NL 5
GEBRUIK
Let op
• Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te
verwijderen zijn. Zet daarom alleen pannen met een schone bodem
op het kookvlak en til pannen altijd op als u ze verplaatst.
• Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
• Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te
voorkomen.
Let op
Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle
bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging belemmeren.
Het toestel kan dan te warm worden waardoor de glasplaat kan barsten
en de panbodem kan smelten. Schade, ontstaan door het gebruik van
ongeschikte pannen of droogkoken, valt buiten de garantie.
Minimale pandiameter
• De minimale pandiameter bedraagt 120 mm (bij een kookzone van
Ø 145) en 145 mm (bij een kookzone van Ø 180). Het beste
resultaat bereikt u door een pan te nemen met dezelfde diameter
als de kookzone. Bij te kleine pannen schakelt de kookzone niet in.
NL 6
Snelkookpannen
• Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen.
De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook
snel op druk komt. Zodra u een kookzone uitschakelt, stopt het
kookproces direct.
Het vermogen past zich aan
• Bij inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut waar de
pan op staat. Gebruikt u een kleine pan op een grote zone, dan
zal het vermogen zich aanpassen aan de diameter van de pan. Het
vermogen zal dus kleiner zijn en het zal langer duren voordat het
gerecht in de pan aan de kook is.
Beinvloeding kookzones onderling
Sommige kookzones beinvloeden elkaar!
• Bij de IDK764 en IDK784 : De achter elkaar liggende zones.
• Bij de IDK714: de 2 linker zones en de 2 rechter zones
GEBRUIK
Kookduurbegrenzing
• Dit heeft geen gevolgen tot aan instelling 9. Door de boostinstelling
voor een van de kookzones te selecteren, wordt de andere
kookzone echter automatisch naar een lagere stand geschakeld.
• Als een van de kookzones is ingesteld op boost en u wilt de andere
zone instellen op 9 of boost, wordt de kookzone waarvoor boost is
ingesteld, automatisch naar een lagere stand geschakeld.
• De kookduurbegrenzer is een beveiliging van uw kookplaat.
Als een kookzone gedurende een ongebruikelijk lange tijd in
werking is, wordt deze automatisch uitgeschakeld.
• Afhankelijk van het gekozen kookvermogen wordt de kookduur als
volgt begrensd:
Kookstand De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld na:
Als bovengenoemde tijd verstreken is schakelt de kookzone
automatisch uit.
Kookstand De kookzone wordt automatisch naar stand 12
geschakeld na:
boost (P)10 minuten
NL 7
BEDIENING
Inschakelen en vermogen instellen
Het vermogen is met 9 standen in te stellen. Deze kookplaat heeft
tevens een ‘boost’ stand welke wordt aangegeven met een ‘P’ in het
diplay (zie ‘Boost’).
• Plaats een pan op het midden van een kookzone.
• Druk op de aan-/uittoets
Er klinkt een enkel geluidssignaal en in het display verschijnt voor
elke kookzone een ‘0’. Wanneer u geen verdere actie onderneemt,
schakelt de kookzone na 10 seconden vanzelf uit.
• Schuif met uw vinger over de slide control van de te bedienen
kookzone om de gewenste stand in te stellen. De kookplaat start
automatisch in de ingestelde stand (als er een pan gedetecteerd
wordt).
▷ Schuif naar rechts voor een hoger vermogen en naar links voor
een lager vermogen.
▷ Het is ook mogelijk direct een vermogensstand te kiezen. Druk
ergens op de slider om direct een vermogen te kiezen.
Uitschakelen
Eén kookzone uitschakelen
Een kookzone is ingeschakeld. Het display toont een
vermogensinstelling tussen 1 en 9, of “P.”.
• Raak de multi-slider van de gewenste kookzone aan en schuif uw
vinger (naar links) naar het niveau “0.”.
Of:
• Selecteer de instelling “0.” direct door de linkerzijde van de multislider van de gewenste kookzone aan te raken.
U hoort een geluidssignaal en op het display verschijnt “0.”. Als alle
kookzones ingesteld zijn op “0.” en er geen verdere handeling wordt
uitgevoerd, schakelt de kookplaat na 10 seconden automatisch uit.
NL 8
Alle kookzones tegelijk uitschakelen
Meerdere kookzones zijn actief.
• Raak de aan-/uittoets kort aan om alle kookzones tegelijk uit te
schakelen.
U hoort één geluidssignaal. Alle lampjes zijn uit. De kookplaat is nu
uitgeschakeld.
BEDIENING
Pandetectie
Indien de kookplaat na het instellen van een kook-vermogen
geen (ijzerhoudende) pan detecteert, zal in het display het
pandetectiesymbool om en om met de gekozen vermogensstand
blijven knipperen en de kookzone blijft koud. Indien er binnen 1 minuut
geen (ijzerhoudende) pan geplaatst wordt, schakelt de kookzone
automatisch uit
Restwarmte-indicatie
Na intensief gebruik van een kookzone kan de gebruikte zone nog
enkele minuten warm blijven. Zolang de kookzone heet is, blijft er een
“H” in de display staan.
Boost
De ‘boost’ functie kunt u gebruiken om gedurende een korte tijd
(maximaal 10 minuten) op het hoogste vermogen te koken.
Na het verstrijken van de maximale boosttijd wordt het vermogen
verlaagd naar stand 9.
Boost inschakelen
De kookplaat is ingeschakeld en er staat een pan op de kookzone.
• Raak de multi-slider van de gewenste kookzone aan en schuif uw
vinger (naar rechts) om de stand “P.” te selecteren. (U kunt de
multi-slider ook gebruiken als het vermogen reeds is ingesteld).
Op het display verschijnt “P.”. De boostfunctie is onmiddellijk actief.
De boost functie uitschakelen
De boost functie is ingeschakeld, in de display is stand ‘P’ zichtbaar.
• Raak de multi-slider van de gewenste kookzone aan en schuif uw
vinger (naar links) om een lager niveau in te stellen.
NL 9
BEDIENING
Smelt-/warmhoudfunctie
Met de warmhoud en smelt toetsen kunt u de smeltfunctie en de
warmhoudfunctie inschakelen. Met behulp van een kookwekker kunt u
de maximale smelt-/warmhoudtijd instellen.
De smeltfunctie (u)De warmhoudfunctie (U)
In de smeltfunctie wordt de
temperatuur van het gerecht
automatisch op een constante
temperatuur van 42 °C gehouden.
De smeltfunctie inschakelen
De kookplaat is ingeschakeld en er staat een pan op een kookzone.
• Druk op de aan-/uittoets van de kookplaat.
Er klinkt een enkel geluidssignaal en in de display van elke kookzone
verschijnt ‘0.’.
• Druk op de smelttoets.
Eén lampje rechtsboven de smelttoets licht op.
• Schuif met uw vinger over de slide control van de te bedienen
kookzone om de gewenste stand in te stellen.
In de display verschijnt ‘u.met 2 verwarmingssymbolen’.
In de warmhoudfunctie wordt
de temperatuur van het gerecht
automatisch op een constante
temperatuur van 70 °C gehouden.
NL 10
De warmhoudfunctie inschakelen
De kookplaat is ingeschakeld en er staat een pan op een kookzone.
• Druk op de aan-/uittoets van de kookplaat.
Er klinkt een enkel geluidssignaal en in de display van elke
kookzone verschijnt ‘0.’.
• Druk op de warmhoudtoets.
Eén lampje rechtsboven de warmhoudtoets licht op.
• Schuif met uw vinger over de slide control van de te bedienen
kookzone om de gewenste stand in te stellen.
In de display verschijnt ‘U. met 3 verwarmingssymbolen’.
De smelt-/warmhoudfunctie uitschakelen
De smeltfunctie of warmhoudfunctie is ingeschakeld. in de display is
‘u.’ of ‘U.’ zichtbaar.
• Druk ergens op de slider
De smelt-/warmhoudfunctie is nu uitgeschakeld.
BEDIENING
Aankook automaat
De aankookautomaat is geschikt voor het snel aan de kook brengen
van gerechten en vervolgens op een lagere stand doorkoken. De
aankookautomaat schakelt zelf terug naar de doorkookstand.
De aankook automaat verhoogt het vermogen tijdelijk (instelling “9.”)
om de inhoud van de pan op te warmen. Deze functie is beschikbaar in
de instellingen 1-8.
De aankook automaat inschakelen
De kookplaat is ingeschakeld en er staat een pan op een kookzone.
• Raak de multi-slider van de gewenste kookzone aan en verschuif
uw vinger om de gewenste instelling te kiezen, waarna u uw vinger
gedurende 3 seconden op die instelling houdt.
“A.” en de correcte instelling knipperen afwisselend op het display,
de automatische opwarmfunctie is actief.
▷ Als u een lagere kookstand selecteert, wordt de automatische
opwarmfunctie uitgeschakeld.
▷ Als u een hogere kookstand selecteert, wordt de opwarmduur
automatisch in overeenstemming gebracht met de nieuwe kookstand.
• Zodra de automatische opwarmtijd verstreken is, wordt de
automatische opwarmfunctie automatisch uitgeschakeld en gaat de
kookzone verder met het ingestelde vermogen.
De volgende tabel toont de duur van de aankook automaat voor elke
vermogensinstelling:
Standen12345678
Seconden4072120176256432120192
De aankook automaat uitschakelen
De kookplaat is ingeschakeld. “A.” en de vermogensinstelling knipperen
afwisselend op het display.
• Raak de multi-slider van de gewenste kookzone aan en schuif uw
vinger (naar links) om een lager niveau in te stellen.
Of:
• Selecteer direct een lagere instelling door de linkerzijde van de
multi-slider van de gewenste kookzone aan te raken.
Er verschijnt een andere vermogensinstelling op het display en “A.”
knippert niet meer.
NL 11
BEDIENING
Stand-by modus
Kinderslot
In stand-by modus is in de display van elke kookzone ‘0.’ zichtbaar. In
stand-by modus is de kookplaat uitgeschakeld en kunt u deze zonder
toezicht achterlaten.
• U kunt naar de stand-by modus schakelen vanuit de “uit” modus,
of door alle afzonderlijke kookzones uit te schakelen (op ‘0.’
te zetten). Na 10 seconden in stand-by modus zonder verdere
toetsbedieningen schakelt de kookplaat automatisch weer uit.
De kookplaat van ‘uit’-modus naar stand-by modus schakelen
• Druk op de aan-/uittoets van de kookplaat.
Er klinkt een enkel geluidssignaal en in de display van elke kookzone
verschijnt ‘0.’. Het rode lampje rechtsboven de aan-/uittoets van de
kookplaat brandt constant.
• Vanuit de stand-by modus kunt u direct beginnen met koken door
op de slider van de gewenste kookzone te drukken.
Uw inductieplaat is uitgerust met een kinderslot, zodat u het apparaat
kunt vergrendelen om het te reinigen of om te voorkomen dat het
ongewenst wordt ingeschakeld door kinderen.
Met de sleuteltoets heeft u toegang tot de volgende twee functies:
De (standaard) slotmodusDe kinderslotmodus
Met de (standaard) slotmodus
wordt het ongewenst wijzigen van
instellingen voorkomen.
Met de kinderslotmodus wordt
het onbedoeld inschakelen van de
kookplaat voorkomen.
NL 12
Alle ingestelde kookprocessen
blijven actief.
De kookplaat naar de (standaard) slotmodus schakelen
Eén of meerdere kookzones zijn actief.
• Druk 3 seconden op de sleuteltoets.
Let op: Alle ingestelde kookprocessen blijven actief.
Het rode sleuteltje naast de sleuteltoets brandt constant. Alle toetsen
zijn inactief, behalve de sleuteltoets en de aan-/uittoets.
• Druk nogmaals 3 seconden op de sleuteltoets om de slotmodus uit
te schakelen en het bedieningspaneel te ontgrendelen.
Alle kookzones en kook-/
eierwekker(s) moeten uit zijn.
BEDIENING
Pauze functie
De kookplaat naar kinderslotmodus schakelen
De kookplaat staat in stand-by modus. In de display van elke kookzone
is ‘0.’ zichtbaar.
• Druk 3 seconden op de sleuteltoets om het kinderslot in te
schakelen. Het rode sleuteltje naast de sleuteltoets brandt constant.
Indien er binnen 10 seconden geen verdere toetsbedieningen
plaatsvinden schakelt de kookplaat automatisch uit. Het kinderslot blijft
actief. U kunt de kookplaat ook zelf uitschakelen.
• Druk binnen 10 seconden nogmaals op de sleuteltoets om het
kinderslot uit te schakelen en het bedieningspaneel te ontgrendelen.
• Ná 10 seconden moet de kookplaat eerst weer ingeschakeld
worden met de aan-/uittoets van de kookplaat voordat u het
kinderslot kunt uitschakelen.
Tip
Zet de kookplaat in de kinderslot modus voordat u de kookplaat gaat
reinigen om te voorkomen dat deze per ongeluk inschakelt.
• Met de pauze functie kunt u de gehele kookplaat tijdens het koken
gedurende 10 minuten ‘op pauze’ zetten. Het vermogen van alle
kookzones wordt automatisch uitgeschakeld. Dit is bijvoorbeeld
handig als een gerecht overgekookt is en u de kookplaat even snel
wilt schoonmaken. U kunt de kookplaat zo ook gedurende een
korte tijd, op een veilige manier alleen laten, zonder instellingen te
verliezen.
De kookplaat naar pauze modus schakelen
• Eén of meerdere kookzones zijn actief.
• Druk 3 seconden de pauze toets.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. In de display van elke kookzone
wordt “11” zichtbaar en de pauze-indicatie naast de pauzetoets
brandt constant.
• Eventueel ingestelde kook-/eierwekkers staan stil.
• Alle toetsen zijn inactief behalve de sleuteltoets, de pauzetoets en
de aan-/uittoets van de kookplaat.
Indien u binnen 10 minuten geen verdere actie onderneemt worden alle
actieve kookzones automatisch uitgeschakeld.
NL 13
BEDIENING
De pauze modus uitschakelen
• Druk binnen 10 minuten nogmaals op 3 seconden op de
pauzetoets. De pauze indicatie ‘11’ gaat knipperen.
• Raak een willekeurige slider aan, de kookplaat hervat de instellingen
zoals deze voor de pauze ingesteld zijn.
Geheugen functie
Met de geheugenfunctie kunt u de laatste instellingen van de kookplaat
terughalen binnen 6 seconden na het uitschakelen van de kookplaat.
Dit is bijvoorbeeld handig wanneer u de gehele kookplaat per ongeluk
heeft uitgeschakeld met de aan-/uittoets.
• Druk binnen 6 seconden op de aan/uittoets en direct daarna op de
pauzetoets.
Herkennen van een modus
In de display van elke kookzone is ‘0.’
De stand-by modus
zichtbaar. Het rode lampje rechtsboven de
aan-/uittoets brandt constant.
NL 14
De (standaard)
slotmodus
De kinderslot modus
De pauze modus
De geheugen modus
Eén of meerdere displays vertonen een
vermogensstand.
sleuteltoets én het rode lampje boven de
aan-/uittoets branden constant.
In de display van elke kookzone is ‘0.’
zichtbaar. Het rode sleuteltje én het rode
lampje boven de aan-/uittoets branden
constant. Na 10 seconden gaan alle displays
en lampjes uit, de kinderslot modus blijft
geactiveerd.
In de display van elke kookzone is “11”
zichtbaar. Het rode indicatie naast de
pauzetoets brandt constant.De pauze functie
werkt alleen als één of meerdere kookzones
actief zijn.
In de display van elke kookzone is ‘0.’
zichtbaar. De indicator naast de pauzetoets
knippert.
Het rode lampje naast de
BEDIENING
Kooktimer/wekker
Voor elke kookzone kan een kooktimer worden ingesteld. Alle
kooktimers kunnen tegelijk worden gebruikt. De kookplaat beschikt
ook over een wekker. Zowel de kooktimer als de wekker kunnen op
maximaal 99 minuten worden ingesteld.
De wekker werkt op dezelfde manier als de kooktimer, maar is niet aan
een kookzone gekoppeld. Als de wekker is ingesteld, blijft hij ook lopen
nadat de kookplaat werd uitgeschakeld. De wekker kan alleen worden
uitgeschakeld wanneer de kookplaat is ingeschakeld.
KooktimerWekker
De kooktimer moet aan een
kookzone worden gekoppeld.
Daardoor schakelt de kookzone
uit wanneer de ingestelde tijd
verstreken is.
De wekker inschakelen
De kookplaat is ingeschakeld, alle vermogens displays geven “0.” aan
(geen enkele kookzone is actief).
• Druk een keer op de timertoets.
“00.” verschijnt in het timer display.
• Gebruik de slidertoets om de gewenste tijd in te stellen.
De wekker begint te lopen. Na 10 seconden schakelt de kookplaat
automatisch uit, de wekker blijft lopen.
▷ Als u geen tijd instelt met de slidertoets, schakelt de wekker na
10 seconden automatisch uit.
De wekker is niet aan een
kookzone gekoppeld. De wekker
blijft lopen nadat de kookplaat
werd uitgeschakeld.
De wekker uitschakelen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn, alle displays geven “0.” aan (er is
geen actieve kookzone).
• Druk één keer op de timertoets.
De resterende tijd wordt op het timer display aangegeven.
• Gebruik de slidertoets om de gewenste tijd op “00” in te stellen.
“00” verschijnt op het display.
De wekker is nu uitgeschakeld.
NL 15
BEDIENING
De kooktimer toewijzen en inschakelen
De kookplaat is ingeschakeld, er is minstens een kookzone actief (de
kooktimer kan alleen worden gekoppeld aan actieve kookzones).
• Druk op de timertoets.
De timerdisplay knippert. De actieve kookzones worden in de
timerdisplay weergegeven met een punt.
• Druk op de slidertoets van de kookzone die via de timer moet
worden uitgeschakeld.
De timerindicator in het timerdisplay van de gekoppelde zone
knippert.
• Gebruik de slidertoets om de gewenste tijd in te stellen.
De kooktimer begint te lopen.
▷ Als u de slidertoets niet gebruikt om een tijd in te stellen, wordt de
kooktimer na 10 seconden automatisch uitgeschakeld.
• Herhaal de stappen om de tijd in te stellen voor een andere actieve zone.
Opgelet
Wanneer er meer dan een timer actief is, toont het display de
kortste resterende tijd en een knipperende timerpunt die daarmee
overeenkomt.
NL 16
Timertijd uitlezen of aanpassen
• Druk op de timertoets. De timerdisplay knippert.
• Druk op de slidertoets van de zone waarvan u de tijd wilt uitlezen of
aanpassen.
De kooktimer uitschakelen
• Druk op de timertoets.
De timerdisplay knippert met de resterende tijd.
• Stel met de gewenste slider de timertijd op “00”.
De kooktimer is nu uitgeschakeld.
Het alarm van de kooktimer/wekker uitschakelen
Wanneer de ingestelde tijd/kooktijd is verstreken, hoort u het alarm.
• Raak een willekeurige toets aan om het alarm uit te schakelen.
KOKEN
Kookstanden
Het onderstaande overzicht is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat
de instelwaarde afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstelling van
het gerecht en de pan.
Gebruik ‘boost’ en stand 9 voor:
• snel aan de kook brengen;
• slinken van bladgroenten;
• verhitten van olie en vet;
• onder druk brengen van een snelkookpan.
Gebruik stand 8 voor:
• aanbraden van vlees;
• bakken van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren.
Gebruik stand 7 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dik, gepaneerd vlees;
• uitbakken van spek of bacon;
• bakken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis.
Gebruik stand 6 en 5 voor:
• doorkoken;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken en garen van dun vlees.
Gebruik stand 1 t/m 4 voor:
• trekken van bouillon;
• bereiden van stoofvlees;
• smoren van groenten;
• smelten van chocolade;
• smelten van kaas.
NL 17
ONDERHOUD
Reinigen
Tip
Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst het kinderslot in.
Dagelijkse reiniging
• Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden verdient het
aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
• Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste een mild
reinigingsmiddel en een vochtige doek gebruiken.
• Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
Hardnekkige vlekken
• Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel,
bijvoorbeeld afwasmiddel, te verwijderen.
• Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn.
• Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig
te verwijderen. Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar.
• Verwijder overgekookte voedselresten met een glasschraper.
Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u verwijderen met een
glasschraper.
NL 18
Nooit gebruiken
• Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze veroorzaken krasjes waarin
zich kalk en vuil ophopen.
• Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en
schuursponsjes.
STORINGEN
Algemeen
Indien u een barstje of scheurtje (hoe klein ook) op de glasplaat ziet,
schakel dan de kookplaat onmiddellijk uit, neem direct de stekker
van de kookplaat uit het stopcontact, verbreek de (automatische)
zekering(en) in de meterkast of zet de schakelaar in de meterkast op
nul bij een vaste aansluiting. Neem vervolgens contact op met de
servicedienst.
Storingstabel
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw toestel betekent
dit niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk geval de
volgende punten in onderstaande tabel of kijk voor meer informatie
op de website ‘www.pelgrimservice.nl’.
SymtoomMogelijke oorzaakOplossing
Bij het in werking stellen
verschijnt er tekst in de
displays.
Dit is de standaard
opstartroutine.
Normale werking.
De ventilatie blijft nog enkele
minuten doorwerken nadat de
kookplaat is uitgeschakeld.
De kookplaat geeft bij de
eerste kookbeurten een lichte
geur af.
U hoort een licht tikkend geluid
op uw kookplaat.
De kookpannen maken lawaai
tijdens het koken.
Nadat u een kookzone
heeft ingeschake
de display knipperen. Het
pandetectiesymbool knippert
wisselend met de kookstand.
ld blijft
Afkoeling van de kookplaat.Normale werking.
Opwarmen nieuw toestel.Dit is normaal en verdwijnt na
Ook bij lage kookstanden
kan een zacht tikkend geluid
optreden.
Dit wordt veroorzaakt door de
doorstroming van de energie
van de kookplaat naar de
kookpan.
De gebruikte kookpan is
niet geschikt voor koken op
inductie of heeft een diameter
kleiner dan 12 cm.
enkele keren koken.Ventileer
de keuken.
Normale werking.
Bij een hoge kookstand is dit
normaal bij bepaalde pannen.
Dit is niet schadelijk voor de
pannen of de kookplaat.
Gebruik een goede pan.
NL 19
STORINGEN
SymtoomMogelijke oorzaakOplossing
Een kookzone stopt plotseling
met de werking en er klinkt een
signaal.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt niets op de display.
Bij het inschakelen van de
kookplaat slaat de zekering
van de installatie door.
Foutcode ER22.Het bedieningspaneel is
Foutcode E3.Verkeerde pan gebruikt.Gebruik een geschikte pan
Overige foutcodes.Generator defect.Neem contact op met de
De ingestelde timertijd is
voorbij.
Geen stroomtoevoer door
defecte voeding of foutieve
aansluiting.
Verkeerde aansluiting van de
kookplaat.
vervuild of er ligt water op.
Te lange bediening van de
slider toetsen.
goed aangesloten.
Schakel het signaal uit door
op een willekeurige toets te
drukken.
Controleer de zekering of de
elektrische schakelaar (bij
een toestel zonder stekker).
Controleer de elektrische
aansluiting.
Bedieningspaneel schoonmaken.
voor inductiekoken.
Slider toetsen niet te lang
bedienen.
en opnieuw beginnen met
koken.
Laat uw aansluiting wijzigen.
servicedienst.
NL 20
MILIEU ASPECTEN
Afvoeren toestel en verpakking
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van duurzame
materialen. Dit toestel moet aan het eind van zijn levenscyclus op
verantwoorde wijze worden afgevoerd. De overheid kan u hierover
informatie verschaffen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
• karton;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).
Deze materialen dient u op verantwoorde wijze en conform de
overheidsbepalingen af te voeren.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische
huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool
van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het
apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het gewone huisvuil
mag worden gevoegd. Het toestel moet naar een speciaal centrum voor
gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht of naar
een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van huishoudelijke apparaten voorkomt mogelijk
negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een
ongeschikte verwerking ontstaat. Het zorgt ervoor dat de materialen
waaruit het apparaat bestaat, teruggewonnen kunnen worden om een
aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen.
Let op! Werp een gebarsten keramische glasplaat niet in de
glasbak maar lever deze in bij de milieustraat van de gemeente.
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de van toepassing zijnde
Europese Richtlijnen, Besluiten en Verordeningen en de eisen die zijn
vermeld in de normen waar naar wordt verwezen.
NL 21
NL 22
CONTENTS
Description
Use
Operation
Cooking
Maintenance
Induction hob 04
Control panel 04
Pans 05
Cooking-time limiter 07
Switching on the hob and setting the power 08
Switching off the hob 08
Pan detection 09
Residual warmth indicator 09
Boost 09
Melting/keeping food warm 10
Easy cook 11
Stand-by mode 12
Child lock 12
Pause function 13
Memory 14
Cooking timer/Egg timer 15
Cooking settings 17
Cleaning 18
Faults
General 19
Troubleshooting table 19
Environmental aspects
Disposal of packaging and appliance 21
EN 3
DESCRIPTION
Induction hob
1
INDUCTION
32
4
1. Cooking zone ø145 mm / 2,2 kW
2. Cooking zone ø180 mm / 3,0 kW
3. Cooking zone ø210 mm / 3,7 kW
4. Cooking zone 280x180 mm / 3,7 kW
Control panel
4569101187
33
22
EN 4
12
1
1. Slider power select
2. On/Off button
3. Timer function
4. Melt button with indicator
5. Display power
6. Indicator melt function per zone
7. Indicator keep food warm function per zone
8. Pause with indicator
9. Timer display with four timer indicators
10. (Child)lock with indicator
11. Keep food warm function with indicator
12. Timer entry active
23
USE
Pans
Pans for induction cooking
Induction cooking requires a particular quality of pan.
Attention
• Pans that have already been used for cooking on a gas hob are
no longer suitable for use on an induction hob.
• Only use pans that are suitable for electric and induction cooking
with:
▷ a thick base (minimum 2.25 mm);▷ a flat base.
• The best are pans with the ‘Class Induction’ quality mark.
Tip
You can check for yourself whether your pans are suitable using a magnet.
A pan is suitable if the base of the pan is attracted by the magnet.
SuitableUnsuitable
Special stainless steel pansEarthenware
Class InductionStainless steel
Hard-wearing enamelled pansPorcelain
Enamelled cast-iron pansCopper
Plastic
Aluminium
Attention
Be careful with enamelled sheet-steel pans:
• the enamel may chip (the enamel comes loose from the steel), if
you switch the hob on at a high setting when the pan is (too) dry;
• the base of the pan may warp - due, for example, to overheating or
to the use of too high a power level.
EN 5
Loading...
+ 57 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.