Pelgrim GVW997 User Manual [nl]

Handleiding
GVW696/P01 GVW697/P01 GVW996/P01 GVW997/P01
   
nl
Veiligheidsvoorschriften 4. .
Bij aflevering 4. . . . . . . . . . . . . . . .
Bij de installatie 4. . . . . . . . . . . . .
Dagelijks gebruik 4. . . . . . . . . . . .
Bij kinderen in het huishouden 4 Kinderbeveiliging (deurvergrendeling) 4
Bij schade 5. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bij het afvoeren van het apparaat 5
Kennismaking met het apparaat 5
Bedieningspaneel 5. . . . . . . . . . .
Binnenkant van het apparaat 5. .
Wateronthardingsinstallatie 6
Instellen 6. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Onthardingszout 7. . . . . . . . .
Gebruik van onthardingszout 7. . Indicatie zout bijvullen/ ontharding
uitschakelen 7. . . . . . . . . . . . . . . .
Glansspoelmiddel 8. . . . . . . .
Hoeveelheid glansspoelmiddel instellen 8 Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
uitschakelen 8. . . . . . . . . . . . . . . .
Serviesgoed 9. . . . . . . . . . . . .
Ongeschikt servies 9. . . . . . . . . .
Schade aan glas en serviesgoed 9
Inruimen 9. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Uitruimen 9. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Kopjes en glazen 9. . . . . . . . . . . .
Pannen 10. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bestekkorf 10. . . . . . . . . . . . . . . . .
Omklapbare bordensteunen 10. .
Houder voor kleingoed 10. . . . . . .
Messenrek 11. . . . . . . . . . . . . . . . .
Verstellen van de korfhoogte 11. .
Afwasmiddel 12. . . . . . . . . . . . .
Vul afwasmiddel 13. . . . . . . . . . . . .
Programma-overzicht 14. . . . .
Programmakeuze 14. . . . . . . . . . .
Aanwijzingen voor vergelijkende tests 14
Extra functies 15. . . . . . . . . . . .
Tijdverkorting/Tijd besparen* 15. .
Halve belading 15. . . . . . . . . . . . . .
Hygiëne 15. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Intensief Zone 15. . . . . . . . . . . . . .
Extra drogen 15. . . . . . . . . . . . . . . .
Afwassen 15. . . . . . . . . . . . . . . .
Programmagegevens 15. . . . . . . .
Aqua-Sensor 15. . . . . . . . . . . . . . .
Inschakelen van het apparaat 15. Optische indicatie tijdens
het programmaverloop 16. . . . . . .
Resttijdindicatie 16. . . . . . . . . . . . .
Starttijd kiezen 16. . . . . . . . . . . . . .
Einde van het programma 17. . . .
Uitschakelen van het apparaat 17 Onderbreken van het programma 17 Afbreken van het programma (Reset) 17 Wijzigen van het programma 18. .
Intensief drogen 18. . . . . . . . . . . . .
Schoonmaken en onderhoud 18
Algemene toestand van de machine 18
Zeven 19. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Sproeiarmen 19. . . . . . . . . . . . . . . .
Afvoerpomp 20. . . . . . . . . . . . . . . .
Kleine storingen zelf verhelpen 20
... bij het inschakelen 21. . . . . . . .
... aan het apparaat 21. . . . . . . . . .
... bij het instellen 21. . . . . . . . . . . .
... bij de afwas 22. . . . . . . . . . . . . .
... aan het serviesgoed 22. . . . . . .
Servicedienst 23. . . . . . . . . . . .
Installatie 24. . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheidsvoorschriften 24. . . . . .
Aflevering 24. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Plaatsing 25. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Aansluiten op de waterafvoer 25. Aansluiten op de watertoevoer 25
Elektrische aansluiting 26. . . . . . .
Demontage 26. . . . . . . . . . . . . . . . .
Transport 26. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bescherming tegen vorst 26. . . . .
Afvoeren van de verpakking en van
uw oude apparaat 27. . . . . . . .
Verpakking 27. . . . . . . . . . . . . . . . .
Uw oude apparaat 27. . . . . . . . . . .
nl
4
Veiligheidsvoorschriften
Bij aflevering
Controleer onmiddellijk of de ver­pakking en de afwasautomaat tijdens het transport beschadigd zijn. Een beschadigd apparaat niet in gebruik nemen maar contact opnemen met uw leverancier.
Het verpakkingsmateriaal milieuvriendelijk volgens de geldende voorschriften afvoeren.
Laat kinderen niet met de verpakking en de onderdelen daarvan spelen. Kans op stikken door vouwdozen en folie.
Bij de installatie
Hoe het apparaat volgens de voorschriften geplaatst en aangesloten moet worden, kunt u nalezen in het hoofdstuk „Installatie”.
Dagelijks gebruik
De afwasautomaat alleen in het huishouden gebruiken en alleen voor het aangegeven doel: het afwassen van huishoudelijk serviesgoed.
Niet op de geopende deur gaan zitten of staan. Het apparaat kan kantelen.
Bij vrijstaande apparaten erop letten dat het apparaat naar voren kan kiepen bij te vol geladen servieskorven.
Doe geen oplosmiddel in de spoel­ruimte. Kans op explosie.
Tijdens het programmaverloop de deur alleen heel voorzichtig openen. Er kan namelijk heet water uit het apparaat spuiten.
Om verwondingen bijv. door struikelen te voorkomen: de afwasautomaat tijdens het in- en uitladen zo kort mogelijk openen.
Let op de veiligheidsvoorschriften resp. de aanwijzingen bij het gebruik op de verpakkingen van het afwas­en glansspoelmiddel.
Attentie
Messen en andere voorwerpen met scherpe punten met de punten naar beneden in de bestekkorf zetten of plat in het messenrek * leggen.
* Afhankelijk van het model
Bij kinderen in het huishouden
Maak gebruik – indien aanwezig – van de kinderbeveiliging. Een nauwkeurige beschrijving vindt u achter in de omslag.
Laat kinderen nooit met het apparaat spelen of het bedienen.
Kinderen uit de buurt van afwasmiddel en glansspoelmiddel houden. Deze kunnen irritaties in mond, keel en ogen veroorzaken of tot verstikking leiden.
Kinderen uit de buurt van de geopende afwasautomaat houden, Het water in het apparaat is geen drinkwater. Er kunnen nog resten afwasmiddel in het apparaat zijn achtergebleven. Let op dat kinderen niet in de tab-opvangschaal 22 grijpen. De vingertjes kunnen in de sleuven beklemd raken.
Bij een hoog ingebouwd apparaat bij het openen en sluiten van de deur erop letten dat kinderen zich niet tussen de deur van het apparaat en de kastdeur eronder wringen en/of bekneld raken.
Kinderbeveiliging (deurvergrendeling)
De beschrijving van de kinderbeveiliging bevindt zich achterin in de omslag.
nl
5
Bij schade
Reparaties en ingrepen mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Hierbij mag het apparaat niet op het lichtnet zijn aangesloten. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering losdraaien resp. uitschakelen. Kraan dichtdraaien.
Bij het afvoeren van het apparaat
Het afgedankte apparaat onmiddellijk onbruikbaar maken om eventuele ongelukken te voorkomen.
Het apparaat op een milieuvriendelijke wijze (laten) afvoeren.
Attentie
Kinderen kunnen zichzelf tijdens het spelen in het apparaat opsluiten (kans op stikken) of in een andere gevaarlijke situatie geraken. Trek daarom de stekker uit het stop­contact. Aansluitkabel doorknippen en verwijderen. Deurslot onklaar maken zodat de deur niet meer sluit.
Kennismaking met het apparaat
De afbeeldingen van het bedienings­paneel en van de binnenruimte van het apparaat vindt u vooraan in de omslag van deze gebruiksaanwijzing. In de tekst wordt op de verschillende posities gewezen.
Bedieningspaneel
1 AAN/UIT-schakelaar 2 Programmatoetsen ** 3 Indicatie „Watertoevoer controleren” 4 Indicatie zout bijvullen 5 Indicatie glansspoelmiddel bijvullen 6 Starttijd kiezen * 7 Extra functies ** 8 START-toets 9 Cijferindicatie
10 Toets om de deur te openen
* afhankelijk van het model ** Aantal afhankelijk van het model
Binnenkant van het apparaat
20
Bovenste servieskorf
21
Messenrek *
22
Tab-opvangschaal
23
Bovenste sproeiarm
24
Onderste sproeiarm
25
Reservoir voor onthardingszout
26
Zeven
27
Bestekkorf
28
Onderste servieskorf
29
Voorraadreservoir voor glansspoelmiddel
30
Afwasmiddelbakje
31
Vergrendeling voor afwasmiddelbakje
32
Typeplaatje
* afhankelijk van het model
nl
6
Wateronthardingsinstallatie
Voor een goed afwasresultaat heeft de afwasautomaat zacht water, d.w.z. water met weinig kalk nodig. Anders zetten zich witte kalkresten op het serviesgoed en de binnenkant van de spoelruimte af.
Leidingwater met een hardheidsgraad boven 7_ dH (vanaf instelwaarde )
moet onthard worden. Dit gebeurt met behulp van onthardings­zout (regenereerzout) in de wateront­hardingsinstallatie van de afwasmachine.
De instelling en daarmee de benodigde hoeveelheid zout zijn afhankelijk van de hardheidsgraad van het leidingwater.
Instellen
De hoeveelheid onthardingszout is van
tot instelbaar.
Bij de instelwaarde is geen onthardingszout nodig.
Vraag de hardheidsgraad van het water bij het waterleidingbedrijf of bij de Servicedienst op.
De instelwaarde vindt u in de tabel voor de waterhardheid.
Deur openen. AAN/UIT-schakelaar 1 inschakelen. Programmatoets A ingedrukt houden
en de START-toets 8 net zolang indrukken tot de cijferindicatie
brandt. Beide toetsen loslaten. De indicatie van toets A knippert
en op de cijferindicatie brandt de door de fabriek ingestelde waarde .
Om de instelling te wijzigen:
programmatoets C indrukken. Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde met één cijfer verhoogd.
Als de waarde is bereikt, dan springt de indicatie weer op (uit). START-toets 8 indrukken. De ingestelde waarde is in het
geheugen opgeslagen. Deur sluiten.
T
abel voor de waterhardheid
  _
 
 
 








nl
7
Onthardingszout
Gebruik van onthardingszout
Onmiddellijk vóór het inschakelen van het apparaat zout bijvullen. Hiermee bereikt u dat de overgelopen zoutoplossing onmiddellijk wordt uitgespoeld en corrosie aan het spoelreservoir wordt voorkomen.
De schroefdop van het voorraadreservoir 25 eraf draaien.
Het reservoir met water vullen (alleen nodig bij het eerste gebruik).
Daarna met voor afwasmachines geschikt, speciaal zout vullen (geen keukenzout of tabletten). Hierdoor wordt het water verdrongen en loopt weg.
Zodra de indicatie zout bijvullen
4
op het bedieningspaneel brandt, moet opnieuw zout worden bijgevuld.
* afhankelijk van het model
Gebruik van reinigingsproducten met zoutcomponenten
Bij gebruik van gecombineerde reinigings­producten met zoutcomponenten hoeft in het algemeen tot een waterhardheid van 21° dH (37° fH, 26° Clarke, 3,7 mmol/l) geen onthardingszout gebruikt te worden. Bij een waterhardheid boven 21° dH is het gebruik van onhardingszout noodzakelijk.
Indicatie zout bijvullen/ ontharding uitschakelen
Als de indicatie zout bijvullen 4 stoort (bijv. bij gebruik van gecombineerde reinigingsproducten met zoutcom­ponenten), dan kan deze uitgeschakeld worden.
Ga te werk zoals onder „Onthardingsinstallatie instellen”
is beschreven en de waarde op zetten. Hiermee zijn de onthardingsinstallatie en de indicatie zout bijvullen uitgeschakeld.
Waarschuwingen
Het zoutreservoir nooit met afwas­middel vullen. Hierdoor gaat de onthardingsinstallatie kapot.
Zout moet altijd onmiddellijk vóór het inschakelen van het apparaat worden bijgevuld om schade door corrosie te voorkomen.
nl
8
Glansspoelmiddel
Zodra de glansspoelmiddelindicatie
5
op het bedieningspaneel brandt, moet glansspoelmiddel worden bijgevuld.
Glansspoelmiddel hebt u nodig voor streeploos gedroogd serviesgoed en heldere glazen. Gebruik alleen glansspoelmiddel voor huishoudelijke afwasautomaten.
Gecombineerde reinigingsproducten met glansspoelcomponenten kunnen alleen tot een waterhardheid van 21 _dH (37 _fH, 26 _Clarke, 3,7 mmol/l) gebruikt worden. Bij een waterhardheid boven 21 _dH is ook hier het gebruik van glansspoelmiddel noodzakelijk.
Het voorraadreservoir 29 openen door het lipje op het deksel in te drukken en op te tillen.
Glansspoelmiddel voorzichtig tot de max. markering in de vulopening gieten.
Deksel sluiten tot u een klik hoort. Eventueel gemorst glansspoelmiddel
met een doekje verwijderen om over­matige schuimontwikkeling bij de volgende afwasbeurt te voorkomen.
Hoeveelheid glansspoelmiddel instellen
De hoeveelheid glansspoelmiddel is van
tot instelbaar. De stand
is in de fabriek ingesteld. Verander de hoeveelheid glansspoel-
middel alleen als er strepen (lagere stand instellen) of watervlekken (hogere stand instellen) op het serviesgoed achterblijven.
Deur openen. AAN/UIT-schakelaar 1 inschakelen.
Programmatoets A ingedrukt houden en de START-toets 8 net zolang
indrukken tot de cijferindicatie brandt.
Beide toetsen loslaten. De indicatie van toets A knippert en op de cijferindicatie brandt de door de fabriek ingestelde waarde .
Programmatoets A net zolang indrukken tot op de cijferindicatie
9
de in de fabriek ingestelde waarde
verschijnt.
Om de instelling te wijzigen:
programmatoets C indrukken. Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde met één cijfer verhoogd.
Als de waarde is bereikt, dan springt de indicatie weer op (uit). START-toets 8 indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen. Deur sluiten.
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen uitschakelen
Als de glansspoelmiddelindicatie
5
stoort (bijv. bij gebruik van gecombineerde reinigingsmiddelen met glansspoelcom­ponenten) dan kan deze worden uitgeschakeld.
Ga te werk zoals onder „Dosering glansspoelmiddel instellen” is
beschreven en de waarde op zetten.
Hiermee is de indicatie glansspoelmiddel
5
bijvullen uitgeschakeld.
nl
9
Serviesgoed
Ongeschikt servies
Bestek en servies met houten onderdelen.
Gevoelige gedecoreerde glazen, kunst­nijverheidsservies en -vazen en antiek servies. De decoraties zijn niet bestand tegen afwassen in een afwasautomaat.
Niet hittebestendige kunststof voorwerpen/onderdelen.
Koperen en tinnen serviesgoed. Serviesgoed dat bevuild is met as,
kaarsvet, smeerolie of verf.
Geglazuurd serviesgoed en voorwerpen van aluminium en zilver kunnen bij het afwassen gaan verkleuren of verbleken. Ook sommige soorten glas (bijv. voor­werpen van kristal) kunnen dof worden nadat ze vele malen zijn afgewassen.
Schade aan glas en serviesgoed
Oorzaken:
Glassoort en fabricagewijze van het glas.
Chemische samenstelling van het afwasmiddel.
Temperatuur van het water tijdens de afwas.
Advies:
Gebruik alleen glas en porselein dat volgens de fabrikant geschikt is voor de afwasautomaat.
Gebruik afwasmiddel waarop staat aangegeven dat het het serviesgoed ontziet.
Glas en bestek na afloop van het programma zo snel mogelijk uit de afwasmachine halen.
Inruimen
Grove etensresten verwijderen. Voorspoelen onder stromend water is niet nodig.
Het serviesgoed zodanig inruimen dat
D
het stevig staat en niet kan omvallen.
D
alle soorten serviesgoed met de opening naar beneden staan.
D
serviesgoed met een ronding of een holte schuin staat zodat het water er vanaf kan lopen.
D
het de twee sproeiarmen 23 en
24 tijdens het ronddraaien niet
belemmert.
Hele kleine voorwerpen niet in de machine afwassen. Ze kunnen gemakkelijk uit de servieskorven vallen.
Uitruimen
Om te vermijden dat waterdruppels van de bovenste servieskorf op het servies­goed in de onderste servieskorf vallen, is het aan te raden het apparaat van onder naar boven uit te ruimen.
Kopjes en glazen
Bovenste servieskorf 20
* afhankelijk van het model
Loading...
+ 19 hidden pages