Pelgrim GVW930 User Manual [nl]

Handleiding Afwasmachine
Manual Dishwasher
Notice d’utilisation Lave-vaisselle
Anleitung Geschirrspüler
GVW 555 - 565 - 920 - 925 - 930 - 935 - 950 - 955 - 965
NEDERLANDS
:
Gebruiksaanwijzing Pagina 1
ENGLISH FRANÇAIS DEUTSCH
Mode d’emploi Page 18
Gebrauchsanweisung Seite 26
Doelmatig en Stijlvol
Telefoon afdeling service en onderdelen: Numéro de téléphone du service après-vente et des pièces détachées Pelgrim service: Tel. 0900-55 50 003 Fax: +31 (0)26-88 21 333 Zone Industrielle, Keerstraat 1
Pelgrim S.A. Belgique
B-9420 Erpe Mere Tél.: (053) 80 62 08 Fax: (053) 80 60 57
GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR HET GEBRUIK VAN DE AFWASMACHINE/ AANSLUITINGEN
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
HET ZOUTRESERVOIR VULLEN HET DOSEERBAKJE VAN HET
SPOELGLANSMIDDEL VULLEN HET DOSEERBAKJE VAN HET AFWASMIDDEL
VULLEN REINIGING EN ONDERHOUD
1
VOOR HET GEBRUIK VAN DE AFWASMACHINE/ AANSLUITINGEN
1. Verwijderen van de verpakking en controles:
Controleer, nadat u de verpakking heeft verwijderd, of de afwasmachine tijdens het transport niet beschadigd is en of de deur perfect sluit. Wend u in geval van twijfel tot een vakman of tot de verkoper.
Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken enz.) moet buiten het bereik van kinderen gehouden worden, want het zou een bron van gevaren kunnen vormen.
De goede werking van de afwasmachine is in de fabriek getest. Na deze test kunnen enige lichte watervlekken overblijven die na de eerste afwasbeurt verdwijnen.
2. Aansluiting op het elektriciteitsnet en op de waterleiding:
Alle aansluitingen op de waterleiding en op het elektriciteitsnet moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel, aan de hand van de aanwijzingen van de fabrikant en conform de geldende plaatselijke veiligheidsvoorschriften (zie ook de bijgevoegde installatieaanwijzingen). Gebruik de afwasmachine uitsluitend in het huishouden en voor de doeleinden waarvoor ze bestemd is.
Gebruik de afwasmachine niet als zij beschadigd is tijdens het transport. Wend u tot de Servicedienst of tot de verkoper
(Zie de afzonderlijke installatieaanwijzingen)
3. Toevoer en afvoer van het water:
Neem de geldende voorschriften van het waterleidingbedrijf in acht. Toevoerdruk van het water: 0,3 - 10 bar.
Controleer of de watertoevoer- en afvoerslangen niet gevouwen of afgekneld zijn.
Als de slangen niet lang genoeg zijn, wend u dan tot de Servicedienst of de verkoper.
De toevoerslang moet veilig en hermetisch op de waterkraan worden aangesloten.
De temperatuur van het toegevoerde water is afhankelijk van het model. Toevoerslang met de aanduiding “25° C Max”: maximumtemperatuur 25° C. Alle andere modellen: maximumtemperatuur 60° C.
Verzeker u er op het moment van installatie van dat het afvoerwater zonder problemen weg kan stromen (verwijder indien nodig ook het de afsluitdop in de sifon van de wasbak).
Bevestig de afvoerslang aan de sifon met een slangklem, zodat hij niet los kan raken. Alleen voor apparaten met waterstopsysteem: Als de aanwijzingen voor de installatie in acht worden genomen, kan het waterstopsysteem voorkomen dat er water uit de machine stroomt, dat schade zou kunnen aanrichten in uw woning.
4. Elektrische aansluiting:
Neem de geldende normen van het elektriciteitsbedrijf in acht.
De voedingsspanning staat vermeld op het plaatje dat rechts op de binnenkant van de deur is aangebracht.
De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige
adapters.
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudswerkzaamheden gaat verrichten.
Als het nodig is moet de aansluitskabel met het net worden vervangen door een soortgelijk exemplaar, dat verkrijgbaar is bij de Servicedienst. De kabel dient te worden vervangen door een gespecialiseerd technicus.
Waarschuwing op apparaten met LCD display:
Na de installatie van het apparaat moet de aansluitstekker op elk willekeurig moment bereikbaar zijn.
Voor Oostenrijk: als er een lekstroomschakelaar in serie met het apparaat wordt geschakeld, moet deze gevoelig zijn voor pulserende stroom.
2
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
1. Verpakking:
De verpakking is 100% recycleerbaar, zoals aangegeven door het kringloopsymbool .
2. Energie en water besparen:
Spoel de vaat niet af onder stromend water.
Gebruik de vaatwasmachine steeds wanneer hij vol
is, of selecteer, als er slechts één korf vol is, het vaatwasprogramma met halve belading/Multizone (indien beschikbaar).
Als er milieuvriendelijke energiebronnen ter beschikking staan, zoals bijvoorbeeld verwarming met zonnepanelen, warmtepompen of centrale verwarming, dient de afwasmachine te worden aangesloten op de warmwaterleiding met een temperatuur van hoogstens 60° C. Verzeker u ervan dat de watertoevoerleiding van het juiste type is. Zie het hoofdstuk “Aansluitingen” in deze Gebruiksaanwijzing.
3. Afdanken:
Het apparaat is vervaardigd van recycleerbaar materiaal. Bij het afdanken van de machine dienen de plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking te worden gevolgd. Maak de afwasmachine in elk geval onbruikbaar door de voedingskabel door te snijden.
Om gevaarlijke situaties voor kinderen te voorkomen (b.v. verstikking), kan u het slot van de deur te breken, zodat deze niet meer gesloten kan worden.
4. Kinderbeveiliging:
Laat kinderen niet met de afwasmachine spelen.
Bewaar het afwasmiddel, het spoelglansmiddel en
het zout op een droge plaats, buiten bereik van kinderen.
5. Veiligheidswaarschuwingen:
De geopende deur kan alleen het gewicht van de uitgeschoven korf dragen, met inbegrip van de vaat. Leun niet op de open deur en ga er niet op zitten of staan: de afwasmachine zou kunnen kantelen!
Gebruik geen oplosmiddelen in de wasruimte: dit veroorzaakt ontploffingsgevaar!
Schakel het apparaat altijd uit voor reinigings- of onderhoudswerkzaamheden en draai de waterkraan dicht.
Doet er zich een storing voor, schakel de afwasmachine dan uit en draai de waterkraan dicht.
Schakel aan het einde van het programma de afwasmachine uit en draai de waterkraan dicht.
Reparaties en technische wijzigingen mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden verricht.
Het water in de afwasmachine is geen drinkwater.
Bewaar geen brandbare vloeistoffen in de nabijheid
van de afwasmachine.
Gebruik het apparaat niet in de open lucht.
6. Vorstbestendig
Indien het apparaat in een vertrek is geplaatst waar het kan vriezen, moet al het water worden afgetapt.
Draai de waterkraan dicht, koppel de toevoer- en afvoerslangen los en laat het water er vervolgens uitstromen.
7. Alleen voor apparaten met waterstopsysteem:
In de watertoevoerslang en in de plastic doos bevinden zich elektrische onderdelen. Snijd de slang dus niet door en dompel de doos niet onder in water. Als de slang kapot is, moet de machine onmiddellijk uitgezet worden.
8. Het apparaat dient te worden gebruikt bij een temperatuur tussen de 5 en 45°C.
CE conformiteitsverklaring
Dit apparaat is ontworpen, vervaardigd en verkocht in overeenstemming met de volgende richtlijnen:
73/23/EEG
89/336/EEG
93/68/EEG
Capaciteit:
12 couverts.
3
HET ZOUTRESERVOIR VULLEN
Vanaf een waterhardheid 1–2 (gemiddeld) dient u, alvorens de machine voor de eerste keer in gebruik te nemen, het reservoir te vullen met regenereerzout (vraag bij uw waterleidingbedrijf naar de hardheid van het water in uw omgeving of controleer die op de laatste waterrekening). Als de hardheidsgraad van het water niet overeenkomt met stand 3 (fabrieksinstelling) of als de waterhardheid veranderd is:
Draai de keuzeknop op de goede stand (alleen voor afwasmachines zonder zoutsensor):
Stel de hardheidsgraad van het water in door de keuzeknop (indien aanwezig) aan de binnenkant van de deur (linksboven) met behulp van een schroevendraaier op de goede stand te draaien. Zet de keuzeknop op de stand die wordt aangegeven in de volgende tabel:
Hardheidsgraad Duitse
1 zacht 0 - 5 0 - 9 0 - 0,9 0 - 6,3 0
1 - 2 gemiddeld 6 - 10 10 - 18 1,0 - 1,8 7 - 12,6 1
2 gemiddeld 11 - 15 19 - 27 1,9 - 2,7 13,3 - 18,9 2
3 gemiddeld-
hard
4 hard 22 - 28 38 - 50 3,8 - 5,0 26,6 - 35 4
4 zeer hard 29 - 35 51 - 63 5,1 - 6,3 35,7 - 44,1 5
4 buitengewoon
hard
graden
°dH
16 - 21 28 - 37 2,8 - 3,7 19,6 - 25,9 3
36 - 60 64 - 107 6,4 - 10,7 44,8 - 74,9 6
Franse graden
°fH
mmol/l Clarke-
graad of
Engelse
graden
°eH
Instelling
Het zoutreservoir vullen Let op: Gebruik alleen zout dat bestemd is voor afwasmachines!
Vullen van het zoutreservoir met ongeschikte producten, zoals afwasmiddel, heeft onherstelbare schade voor het onthardingssysteem tot gevolg.
1. Trek de onderste korf naar buiten.
2. Schroef de dop los door hem naar links te draaien.
3. Alleen voor het eerste gebruik van de afwasmachine: vul het
waterreservoir tot de rand met water.
4. Vul het zoutreservoir tot de rand met regenereerzout (met de trechter); gebruik de eerste keer min. 1,5 kg en max. 2 kg en roer met de steel van een lepel.
5. Schroef de dop vast door hem naar rechts te draaien.
6. Breng de onderste korf aan.
7. Start onmiddellijk
een afwasprogramma nadat u regenereerzout heeft toegevoegd (voorspoelen is niet voldoende), zodat de gemorste/overgelopen zoutoplossing meteen wordt verwijderd en corrosie voorkomen wordt.
Alleen voor afwasmachines zonder zoutsensor!
Bij machines met zoutsensor wordt de keuzeknop automatisch op de juiste stand gedraaid.
Bij een waterhardheid van 1 (zacht) hoeft u geen zout te gebruiken.
Indicator van het zoutniveau:
De afwasmachine is voorzien van een elektrische of optische indicator van het zoutniveau (afhankelijk van het model).
Elektrische indicator:
Het controlelampje op het bedieningspaneel gaat branden wanneer het zoutreservoir moet worden gevuld.
Optische indicator:
wanneer het zoutreservoir voldoende gevuld is, is de vlotter goed zichtbaar in het venstertje van de dop. De vlotter daalt en is niet meer zichtbaar wanneer het zoutreservoir moet worden gevuld.
4
HET DOSEERBAKJE VAN HET SPOELGLANSMIDDEL VULLEN
Het spoelglansmiddel bevordert het drogen van de vaat door het water er beter te laten afstromen, zodat er geen strepen of vlekken achterblijven. Vul het doseerbakje voor het eerste gebruik van de afwasmachine. Gebruik uitsluitend spoelglansmiddel voor afwasmachines.
1. Druk op de toets A om het deksel te openen (zie tekening).
2. Giet het spoelglansmiddel in de opening tot aan de stippellijn
“max” (ca. 100 ml). Verwijder gemorst spoelglansmiddel onmiddellijk! voorkomt u overmatige schuimvorming, waardoor minder goed wordt afgewassen.
3. Sluit het deksel. Controleer vervolgens regelmatig het niveau van het
spoelglansmiddel.
Op die manier
A
De hoeveelheid spoelglansmiddel instellen:
Fabrieksinstelling: Stand 4. Als u niet tevreden bent over het afwas- of droogresultaat, kunt u de
dosis spoelglansmiddel veranderen.
1. Druk op de toets A om het deksel te openen (zie tekening).
2. Als de vaat strepen vertoont: zet de dosis spoelglansmiddel met een
munt of een dergelijk voorwerp op een lagere stand (1-3). Als de vaat niet helemaal droog is: stel de dosis in op een hogere stand (5-6).
3. Sluit het deksel.
Indicator van het spoelglansmiddelniveau: Optische indicator:
licht spoelglansmiddel toevoegen donker voldoende spoelglansmiddel.
Elektrische indicator (indien aanwezig):
Het controlelampje op het bedieningspaneel gaat branden wanneer er spoelglansmiddel moet worden toegevoegd.
5
HET DOSEERBAKJE VAN HET AFWASMIDDEL VULLEN
Gebruik alleen zout dat bestemd is voor afwasmachines.
Vul het doseerbakje van het afwasmiddel pas vlak voordat u een afwasprogramma start.
1. Druk op de toets C om het deksel te openen.
2. Het doseerbakje van het afwasmiddel vullen.
Programma’s met voorspoelen:
- Afwaspoeder en/of vloeibaar afwasmiddel:
Giet 2/3 van de door de fabrikant aanbevolen hoeveelheid afwasmiddel in het grote vak (A); Giet 1/3 in het kleine vak (B).
- Tabletten:
Plaats een tablet in het grote vak (A) en/of volg de adviezen op de verpakking van het afwasmiddel.
Programma’s zonder voorspoelen:
- Afwaspoeder en/of vloeibaar afwasmiddel, tabletten:
Giet de volledige door de fabrikant aanbevolen hoeveelheid afwasmiddel in het grote vak (A).
Voor programma’s met de geactiveerde extra functie “Halve lading/Multizone” (indien beschikbaar):
- Bij afwaspoeder en vloeibaar afwasmiddel kan de hoeveelheid
met 1/3 worden teruggebracht.
3. Sluit het deksel.
Afwasmiddel
Gebruik vloeibare afwasmiddelen, afwaspoeders en/of tabletten voor afwasmachines van merken die in de winkels verkrijgbaar zijn (gebruik geen handafwasmiddelen).
Ter bescherming van het milieu is het raadzaam de aanwijzingen van de fabrikant op te volgen. Gebruik niet méér wasmiddel dan wordt aangegeven. Houdt u zich aan de veiligheidswaarschuwingen van de fabrikant. Bewaar deze producten buiten bereik van kinderen
Als er afwasmiddelen in tabletten worden gebruikt, dient u zich nauwgezet te houden aan de aanwijzingen die door de fabrikant worden gegeven.
Als er gemengde afwasmiddelen worden gebruikt die het gebruik van spoelglansmiddel of zout overbodig maken, dient u zich aan de volgende aanwijzingen te houden:
producten met geïntegreerd spoelglansmiddel werken
uitsluitend optimaal met bepaalde programma’s.
producten die het gebruik van zout overbodig maken, mogen
uitsluitend worden gebruikt bij bepaalde hardheidsgraden van het water.
Lees de beschrijvingen van deze producten aandachtig door. Wend u in geval van twijfel tot de fabrikant van het afwasmiddel.
Er wordt geen enkele garantie verleend in geval van klachten die betrekking hebben op het gebruik van deze producten.
A
C
B
6
REINIGING EN ONDERHOUD
Schakel het apparaat altijd uit voor reinigings- of onderhoudswerkzaamheden en draai de waterkraan dicht.
Reinigen van de buitenkant:
Gebruik voor het reinigen van de buitenkant een vochtige doek en een neutraal schoonmaakmiddel. Reinig het bedieningspaneel enkel met een vochtige doek.
Gebruik geen schuurmiddelen.
Reinigen van de binnenkant van de afwasmachine:
Maak regelmatig de afdichting en de binnenkant van de deur schoon met een vochtige doek, om eventuele voedselresten te verwijderen.
Bovenste sproeiarm:
1. Draai de moer (A) los (door hem naar links te draaien) en haal de sproeiarm weg door hem omlaag te trekken (B).
2. Spoel de gaatjes af.
3. Monteer de sproeiarm weer door hem in het midden te plaatsen
en draai de moer vast (door hem naar rechts te draaien). Let er daarbij op de sproeiarm niet te buigen. De moer moet goed vastgedraaid zijn, u dient een klik te horen!
De sproeiarm moet ongehinderd kunnen draaien.
A
B
Onderste sproeiarm:
1. Draai de moer (C) los (door hem naar links te draaien) en haal de sproeiarm weg door hem omhoog te trekken (D).
2. Spoel de gaatjes af.
3. Monteer de sproeiarm weer door hem in het midden te plaatsen
en draai de moer vast (door hem naar rechts te draaien). Let er daarbij op de sproeiarm niet te buigen. De moer moet goed vastgedraaid zijn, u dient een klik te horen!
De sproeiarm moet ongehinderd kunnen draaien.
D
C
7
REINIGING EN ONDERHOUD
E
Reiniging van de filters:
1. Draai het microfilter naar links (in de richting van de pijl “0”) en haal hem weg (E).
2. Plaats de centrale, grove filtergroep/microfilter op een vlakke steun en druk op de handgreep van het microfilter (F). Haal het naar voren geduwde, grove filter weg (G).
3. Haal het fijnmazige filter eruit (H).
4. Maak alle filters onder stromend water schoon,
het fijnmazige filter niet te verbuigen. Controleer of er geen onzuiverheden in de afwasmachine zijn achtergebleven!
5. Monteren: breng het grove filter in het microfilter aan en blokkeer het zodanig dat u een klik hoort! Breng het fijnmazige filter aan.
Het filter moet zich onder beide lipjes bevinden.
Bevestig de centrale, grove filtergroep/microfilter door hem met de klok mee in de richting van de pijl “1” te draaien tot de stippellijnen op het microfilter en het fijnmazige filter samenvallen.
Voor goede afwasresultaten is het belangrijk dat de filters goed worden aangebracht!
en let er daarbij op
F
G
H
8
Loading...
+ 33 hidden pages