Pelgrim GVW720ONY User Manual [de]

11 00
Vaatwasmachine semi-geïntegreerd Dishwasher integrated Lave-vaiselle intégré Geschirrspüler integrierbar
Handleiding
Notice d’utilisation
Anleitung
Nederlands . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 - 17
English . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 - 35
Français . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 - 53
Deutsch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 - 71
Doelmatig en Stijlvol
1
2
3 4 5
6
7
8
9
10
11
12
1
/
2
Super
65¡C
55¡C
1/2
1 0
TOESTELINFORMATIE
A
B
C
D
E
F
G
H
fig. 1
fig. 2a
fig. 2b
display “A”
display “B”
display “C”
fig. 2c
AC D
B
DC
I H F B J A
K C
I F G H B J D E A
Toestelinformatie A,B en C (fig. 1)
A – bovenkorf B – sproeiarm boven C – hoogteverstelling bovenkorf D – onderkorf E – sproeiarm onder F – zoutreservoir G – zeef H – reservoir voor zeep en spoelmiddel
Display A (fig. 2a)
A – programma keuzetoetsen B – signaallampje aan/uit C – aan/uit knop D – handgreep
Display B en C (fig. 2b en 2c)
A – programma keuzetoetsen B – aan/uit knop C – signaallampje aan/uit D – signaallampje zoutvoorraad E – signaallampje glansmiddelvoorraad F – toets “super” G – toets 55 °C/ECO-afwas H – toets halve lading I – toets instelbare starttijd J – handgreep K – display instelbare starttijd
1
Introductie
Als u deze gebruiksaanwijzing doorleest, bent u snel op de hoogte van alle mogelijkheden die dit toestel u biedt. U vindt informatie voor uw veiligheid en over het onderhoud van het toestel. Verder vindt u milieutips en aanwijzingen om energie te besparen.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift. Een eventueel volgende gebruiker van dit toestel kan daar zijn voordeel mee doen.
Dit toestel voldoet aan de voorschriften van de richtlijn 89/336/EEG inzake elektromagnetische compatibiliteit.
Inhoud NL
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 - 3
Vóór het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . 2
Waarop u moet letten . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 - 6
Wasprogramma “A” . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Verklaring programma “A” . . . . . . . . . . . . .4
Wasprogramma “B” . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Verklaring programma “B” . . . . . . . . . . . . 5
Wasprogramma “C” . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Verklaring programma “C” . . . . . . . . . . . . 6
Toepassing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 - 10
Zout, glansmiddel en wasmiddel . . . . . . . 7
Korven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
De eerste was . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 - 13
Reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 - 14
Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15 - 17
Afvoeren verpakking en toestel . . . . . . . 17
INHOUD
3930 | 2310 | 9713
2
VEILIGHEID
Vóór het eerste gebruik
Dit toestel mag alleen door een erkend
installateur worden aangesloten (zie elektrische aansluiting).
Het toestel is alleen geschikt voor
huishoudelijk gebruik en voor de aangegeven doeleinden.
Maak het toestel spanningsloos voordat
met reparatie of schoonmaken wordt gestart. Bij voorkeur door de stekker uit het stopcontact te halen of de schakelaar in de meterkast op nul te zetten.
Gebruik geen verlengsnoer.
Reinig nooit elektrische apparaten in de
vaatwasmachine.
Gebruik geen wasmiddelen die fosfaten en
chloorbleekmiddelen bevatten.
Voorkom kalkaanslag door regelmatig
regenereerzout bij te vullen. Gebruik alleen speciaal zout voor vaatwasmachines.
Controleer sproeiarmen en filtergedeelte
regelmatig op verontreinigingen.
Gebruik de vaatwasmachine nooit zonder
de filters.
Nooit op een geopende deur zitten of
staan. De deur kan ontzet raken of de vaatwasmachine kan naar voren kantelen.
Waar u op moet letten
Voordat u vaat in de machine plaatst
Verwijder eerst voedselresten. Hiermee
voorkomt u verstopping.
Potten en pannen die erg vuil zijn eerst in
de week zetten.
Milieutips
Spaar het gebruikte vaatwerk op en was pas
af wanneer één (bij “halve lading” mogelijk­heid) of beide korven geheel gevuld zijn.
Kies steeds het programma dat het meest
geschikt is voor de verontreinigingsgraad van uw vaat.
Porselein
Niet geschikt: Alle soorten porselein waarbij een voelbare opdruk of rand te zien is. Let ook op de vorm van het porselein. Klokvormige kopjes breken sneller dan rechtvormige kopjes. Plaats in geen geval poreus aardewerk in de vaatwasmachine.
Wel geschikt: Porselein dat bij 700/800 °C is gebakken. Gebruik hierbij niet teveel spoelmiddel om schade te voorkomen. Enkel wit of uni­gekleurd porselein dat bij 1200/1300 °C is gebakken is geheel vaatwasserbestendig.
Glas
Niet geschikt: Kristal en mondgeblazen glaswerk; glas met een ingebrande opdruk of een goudrandje.
Wel geschikt: Al het overige glaswerk.
Bestek
Niet geschikt: Bestek waarbij het handvat is gemaakt van hout, aardewerk of porselein. De kans op barsten is groot. Dit gevaar bestaat overigens voor alle houten voorwerpen die in een machine gewassen worden. Bestek gemaakt van chroomstaal is minder geschikt om in de machine af te wassen. Bij dit bestek kan corrosie (roest) ontstaan.
Wel geschikt: Bestek gemaakt van chroomnikkelstaal 18/10. Dit kwalitatief hoogwaardige bestek is roestvrij en bestand tegen de inwerking van zuren. Echter, het lemmet van een mes kan van ander materiaal gemaakt zijn. Let hier op. Zilver of verzilverd bestek is ook vaatwasser­bestendig. Het gebruikte spoelmiddel mag in dit geval geen citroenzuur bevatten, aangezien dit het zilver aantast. Ook kunnen bij regelmatig wassen in de machine krasjes ontstaan.
Let op:
U hebt langer plezier van bestek èn vaatwasser wanneer u de volgende tips ter harte neemt:
Na gebruik het bestek – met name
messen – afspoelen onder de kraan. Hiermee voorkomt u inwerking door zout­en zuurbevattende etensresten.
Messen, vorken en lepels altijd met het heft
naar beneden in de afwasmachine zetten.
Chroomnikkelstaal-bestek en chroomstaal-
bestek niet bij elkaar in de machine zetten.
U loopt anders de kans dat “roest­besmetting” plaatsvindt.
Haal bestek na afloop van het spoel-
programma meteen uit de machine en wrijf het na. Laat bestek nooit vochtig in de machine staan.
Verzilverd en roestvrijstalen bestek nooit
samen in één korf plaatsen.
Zilveren bestek mag nooit met aluminium in
aanraking komen, aangezien dit het zilver kan beschadigen.
Kunststof handgrepen van pannen kunnen
dof worden.
En verder…
Voorwerpen van kunststof moeten
hittebestendig zijn.
Aluminium pannen, vaatwerk en
verschillende glassoorten kunnen verkleuren na vele malen afwassen. Bepaalde decoraties kunnen verbleken.
Let op de aanduiding “Geschikt voor
vaatwasser” bij geglazuurd aardewerk.
Let, bij de aankoop van nieuw serviesgoed,
op vormen die geschikt zijn voor de vaat­wasmachine. Zoals rechte gladde wanden, grote openingen, geen al te diepe holten, vaatbestendige decoraties, bestek en aardewerk.
3
VEILIGHEID
Bediening
4
BEDIENING
Wasprogramma “A” knopstand programma was- glans- water- stroom- prog.
middel middel verbr. verbr. duur
1 Weken 7 liter 0,02 kWh 10 min. 2 Intensief 65 °C X+X X 28 liter 1,9 kWh 92 min. 3 Normaal 60 °C X X 22 liter 1,6 kWh 78 min. 4 Spoelprogramma X 17 liter 1,0 kWh 50 min.
Programmaduur en stroomverbruik zijn afhankelijk van de temperatuur van het ingelaten water.
Verklaring van het programma “A” Symbool Geschikt voor… Programmaverloop
Weken Vaatwerk gereed voor volgende Kort koud spoelen ter voorkoming van het
wasprogramma. opdrogen van etensresten. Intensief Zeer vuile pannen en borden Koud voorwassen; wasprogr. bij 65 °C; 65 °C (geen glaswerk). 2x koud spoelen en warm spoelen bij 67 °C;
nadrogen. Normaal Normaal vuile pannen en borden. Koud spoelen; wasprogr. bij 60 °C; 2x koud 60 °C spoelen en warm spoelen bij 67 °C; nadrogen. Spoel- Vaatwerk alleen spoelen. 1x koud spoelen en warm bij 67 °C; nadrogen. progr. Wasmiddelreservoir open
zetten.
BEDIENING
5
Wasprogramma “B”
knop- programma druktoetsen was- glans- water- stroom- prog. stand middel middel verbr. verbr. duur
1 Weken 7 liter 0,007 kWh 8 min. 2 Intensief 65 °C X X/X 28 liter 1,8 kWh 95 min. 2 Normaal 65 °C X X 22 liter 1,5 kWh 87 min. 3 Spoelprogr. X 17 liter 1,0 kWh 50 min. 4 Energieprogr. 45 °C X X 17 liter 1,1 kWh 50 min.
Programmaduur en stroomverbruik zijn afhankelijk van de temperatuur van het ingelaten water.
SUPER
1
/
2
Verklaring van het programma “B” Symbool Geschikt voor… Programmaverloop
Weken Vaatwerk gereed voor volgende Kort koud spoelen ter voorkoming van het
wasprogramma. opdrogen van etensresten. Intensief Zeer vuile pannen en borden Koud voorwassen; wasprogr. bij 65 °C; 65 °C (geen glaswerk). 2x koud spoelen en warm spoelen bij 67 °C;
nadrogen. Normaal Normaal vuile pannen en borden. Koud voorspoelen; wasprogr. bij 60 °C; 2x koud 65 °C spoelen en warm spoelen bij 67 °C; nadrogen. Spoel- Vaatwerk alleen spoelen. 1x koud spoelen en warm spoelen bij 67 °C; progr. Wasmiddelreservoir open nadrogen.
zetten. Energie- Direct na gebruik wassen van Wasprogramma bij 45 °C; 2x koud spoelen en progr. weinig vuil vaatwerk. 1x warm spoelen bij 67 °C; nadrogen. 45 °C Max. 6 couverts.
6
BEDIENING
Wasprogramma “C”
knop- programma druktoetsen was- glans- water- stroom- prog. stand middel middel verbr. verbr. duur
1 Weken 7 liter 0,007 kWh 8 min. 2 Intensief 65 °C X n X/X X 28 liter 1,8 kWh 95 min. 2 Normaal 65 °C X X 22 liter 1,5 kWh 87 min. 2 Normaal 55 °C X X X 22 liter 1,4 kWh 80 min. 3 Spoelprogr. X 17 liter 1,0 kWh 50 min. 4 Verkort progr. 55 °C X X X 17 liter 1,3 kWh 53 min. 4 Energieprogr. 45 °C X X 17 liter 1,1 kWh 50 min.
Programmaduur en stroomverbruik zijn afhankelijk van de temperatuur van het ingelaten water.
1
/
2
55 ¡C
SUPER
Verklaring van het programma “C” Symbool Geschikt voor… Programmaverloop
Weken Vaatwerk gereed voor volgende Kort koud spoelen ter voorkoming van het
wasprogramma. opdrogen van etensresten. Intensief Zeer vuile pannen en borden Koud voorwassen; wasprogr. bij 65 °C; 65 °C (geen glaswerk). 2x koud spoelen en warm spoelen bij 67 °C;
nadrogen. Normaal Normaal vuile pannen en borden. Koud voorspoelen; wasprogr. bij 60 °C; 2x koud 65 °C spoelen en warm spoelen bij 67 °C; nadrogen. Normaal Normaal vuile pannen en borden. Koud voorspoelen; wasprogr. bij 55 °C; 2x koud 55 °C spoelen en warm spoelen bij 67 °C; nadrogen. Spoel- Vaatwerk alleen spoelen. 1x koud spoelen en warm spoelen bij 67 °C; progr. Wasmiddelreservoir open nadrogen.
zetten. Verkort Direct na gebruik wassen van Wasprogr. bij 45 °C; 2x koud en 1x warm spoelen progr. weinig vuil vaatwerk. bij 67 °C; nadrogen. 55 °C Energie- Direct na gebruik wassen van Wasprogramma bij 45 °C; 2x koud spoelen en progr. weinig vuil vaatwerk. 1x warm spoelen bij 67 °C; nadrogen. 45 °C Max. 6 couverts.
Zout, glansmiddel en wasmiddel
Zout
fig. 3
Gebruik alleen regenereerzout voor vaatwas­machines.
Gebruik in geen geval jodiumzout! Het is normaal dat er water naar buiten borrelt tijdens het vullen van het zoutreservoir.
Deksel van het zoutreservoir – tegen de
wijzers van de klok in – losdraaien. Plaats de bijgeleverde trechter op het reservoir (zie fig. 3). Giet de eerste keer één liter water en vervolgens 1,5 kg zout in het reservoir. Gemorste zoutresten zorgvuldig verwijderen en het deksel weer vastdraaien.
Vul het zoutreservoir alleen voordat u een
programma draait. Regenereerzout is agressief en kan inwerken in de machine.
De juiste hoeveelheid zout
De vaatwasmachines “B” en “C” zijn
voorzien van een zoutindicator. Het signaallampje gaat branden als het zoutreservoir bijgevuld moet worden.
Bij vaatwasmachine “A” kan het
zoutverbruik niet ingesteld worden. Vul om de ± 20 wasbeurten het zoutreservoir.
Vaatwasmachine “B” en “C”
De vaatwasmachine kan ingesteld worden
op de juiste hoeveelheid regenereerzout, afhankelijk van de hardheid van het leidingwater.
Meet de hardheid van het water met de
bijgeleverde teststrip. Stel, al naar gelang de verkleuring van de strip, het zoutverbruik in. Pas de instelling aan door de pal in de zoutvulopening te verstellen, in combinatie met het schuifje in de deurstijl. Er zijn vier verschillende instellingen mogelijk:
teststrip- hard- deurstijl zout­verkleuring heid schuif reservoir
°dH pal wijst
naar
geen* < 3 geen zout geen zout 1 zone rood > 4 omhoog linksom 2 zones rood > 7 omhoog rechtsom 3 zones rood >14 omlaag linksom 4 zones rood >21 omlaag rechtsom
* Minstens 1x per jaar zout bijvullen.
Opmerking:
De zoutinstelling is standaard afgesteld op de maximale positie.
7
TOEPASSING
Waterhardheid
Informeer bij uw waterleidingbedrijf over de waterhardheid bij u in de buurt.
Glansmiddel
fig. 4
Open het glansmiddelreservoir (zie fig. 4)
aan de binnenkant van de deur naast het afwasmiddelbakje. De uitvoering is afhankelijk van het type vaatwasser; de reservoirs werken allen volgens hetzelfde principe.
Open het reservoir door op de knop (B) te
drukken.
Giet glansmiddel in het reservoir en sluit
het weer. Het reservoir heeft een inhoud van 100 cm
3
(genoeg voor ongeveer vijftig wasbeurten).
Controleer het peil van het glansmiddel af
en toe. Het peilglas (C) bevindt zich tussen afwasmiddel- en glansmiddelreservoir. Reservoir leeg:
!
.
Reservoir vol: ~.
De juiste hoeveelheid glansmiddel per
wasbeurt is instelbaar. Draai de knop (D) in het reservoir op de gewenste stand. De dosis glansspoel­middel staat in verhouding tot de nummers op de knop. – Dosis verhogen (hoger getal kiezen):
Gewassen vaatwerk is mat of vlekkerig door opgedroogde druppels.
– Dosis verlagen (lager getal kiezen):
Gewassen aardewerk is kleverig of heeft witachtige strepen.
Opmerking:
Het glansmiddelreservoir is standaard afgesteld op de laagste dosis.
Wasmiddel
In de deur, naast het glansmiddelreservoir, bevindt zich ook het reservoir voor het afwasmiddel (zie fig. 4).
Druk op knop A om het deksel van het
wasmiddelreservoir te openen.
Vul het reservoir met circa 25 gram
wasmiddel. Volg hierbij de aanwijzingen van de wasmiddelenproducent.
Wanneer u het intensieve programma kiest,
handel dan als volgt: Vul het reservoir met circa 25 gram was­middel. Sluit het deksel. Vul nu de verdiepte ruimte op het deksel helemaal met wasmiddel. Bij vaatwassers zonder verdiept vlak in het deksel het extra wasmiddel direct in de waskuip toevoegen.
8
TOEPASSING
C
A B D
Opmerking:
Tijdens de was wordt het reservoirdeksel automatisch geopend om het wasmiddel aan het water toe te voegen. Bij gebruik van wastabletten – in een houder aan het bestekmandje – dient het reservoir gesloten te zijn.
Korven
Halve lading
Bij de vaatwasmachine hebt u de mogelijkheid (indien aanwezig) met halve belading te werken. Vul de bovenste korf en druk de toets in. Er mag bij gebruik van dit programma geen vaat in de onderste korf staan. Door gebruik te maken van het “halve lading” programma bereikt u een aanzienlijke besparing op water en elektriciteit.
Hoogte-instelling bovenkorf
fig. 5
De bovenkorf kan op twee verschillende hoogten geplaatst worden, afhankelijk van de hoogte van het vaatwerk.
Trek de korf helemaal naar voren, klap de
afdekkapjes opzij (zie fig. 5) en verwijder de korf. Plaats het andere stel wieltjes in de rails.
Duw de korf weer in de machine en klap de afdekkapjes terug.
Bovenkorf in hoge positie
In deze stand is de korf is geschikt voor
klein en middelgroot vaatwerk, zoals glazen, kleine bordjes, kopjes, kommetjes en lichte plastic voorwerpen die tegen hitte bestand zijn.
Bovenkorf in lage positie
In deze stand is de korf geschikt voor (niet
al te vuile) grote borden.
Beladen van de bovenkorf
Borden met de bovenkant naar voren
plaatsen.
Kopjes en bakjes met de opening naar
beneden plaatsen.
Aan de linkerkant van de korf kunt u – op
twee niveaus – kopjes en glazen plaatsen door de bovenste afdruiprekjes op te tillen.
Beladen van de onderkorf
De onderkorf kan – net als de bovenkorf –
helemaal uitgetrokken worden door eerst de deur geheel te openen.
Plaats soep-, platte en dessertborden,
pannen, deksels en schotels in de onderkorf.
Borden met de bovenkant naar voren, of
naar het midden, plaatsen.
Kommen en pannen met de opening naar
beneden plaatsen.
1
/
2
TOEPASSING
9
De indeling van sommige modellen
vaatwassers is variabel; de bordenrekken zijn te verplaatsen, dan wel te verwijderen.
Bestekmandje
In het bestekmandje worden messen,
vorken en lepels, met het heft naar beneden, geplaatst. Controleer altijd of de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
De eerste was (zie fig. 2a/2b)
Sluit de deur en zet de waterkraan
helemaal open.
Draai de programmaknop – met de wijzers
van de klok mee – op de gewenste stand (zie de programmakeuze-tabel op pag. 4 t/m 6).
Start de vaatwasser door de aan/uit knop
(zie fig. 2a, 2b en 2c) in te drukken. Het signaallampje licht op.
Einde programma
De vaatwasser schakelt zichzelf
automatisch uit na beëindiging van het programma.
U schakelt de vaatwasmachine handmatig
uit door op de aan/uit knop te drukken.
Als u kiest voor een programma met
nadrogen dan kunt u na circa 30 minuten de vaat uit de machine halen. Houd tot die tijd de deur gesloten.
Neem de vaat uit de machine. Let op:
– Het vaatwerk kan heet zijn. – Leeg eerst de onderste korf. Als u de
bovenste korf het eerst leegt kunnen waterdruppels op het vaatwerk in de onderste korf vallen.
Uitstellen starttijd (afhankelijk van het type vaatwasser)
Start de vaatwasser door de aan/uit knop
(zie fig. 2a, 2b en 2c) in te drukken. Het signaallampje licht op.
Vertraag de starttijd met het gewenste
aantal uren met knop ‘I’.
Draai de programmaknop – met de wijzers
van de klok mee – op de gewenste stand (zie de programmakeuze-tabel op pag. 4 t/m 6).
10
TOEPASSING
Storingen zelf verhelpen
Mocht het toestel niet naar wens functioneren, controleer dan eerst of u de storing zelf kunt verhelpen met behulp van de tabel hieronder. Vaak is maar een kleinigheid de oorzaak van de storing.
Het programma begint niet
oorzaak remedie
Stekker niet in het Stop de stekker in het stopcontact. stopcontact.
Deur niet goed gesloten. Sluit de deur. Zekering in meterkast Meterkast controleren. defect.
Geen water in de machine
oorzaak remedie
Waterkraan niet open. Open de waterkraan.
Er zit een knik in de Zorg ervoor dat de toevoerslang. toevoerslang “vrij” hangt.
Programma loopt niet door
oorzaak remedie
Waterkraan niet geheel geopend. Open waterkraan geheel.
Kraanfiltertje is vuil. Maak het kraanfiltertje
schoon.
Stankafsluitdopje van Plaats het afsluitdopje sifon is verwijderd. weer in de sifon.
Geen schone vaat
oorzaak remedie
Fout programma. Kies het juiste afwas-
programma.
Sproeiarmen geblokkeerd. Zorg ervoor dat de sproei-
armen vrij kunnen draaien. Controleer of het vaatwerk goed is ingeladen. Maak de filters schoon.
Onjuiste dosering Stel de dosering van het afwasmiddel. afwasmiddel bij.
Controleer of er nog zout in het zoutreservoir aanwezig is. Zorg ervoor dat het zout­reservoir correct op de waterhardheid is afgesteld.
Vaat niet droog en zonder glans
oorzaak remedie
Verkeerd afwasmiddel Gebruik een goed afwas­gebruikt. middel.
Onjuiste dosering. Gebruik meer afwasmiddel.
Witachtige vlekken of slierten op de vaat
oorzaak remedie
Onjuiste dosering. Gebruik minder
glansmiddel.
Opgedroogde waterdruppels op de vaat
oorzaak remedie
Onjuiste dosering. Gebruik meer glansmiddel.
STORING
11
Reinigen
Maak het toestel eerst spanningsloos (zie ook bladzijde 2).
Sproeiarmen
Draai de gekartelde moer onder de bovenste
sproeiarm los en neem de sproeiarm uit door deze rechtstandig naar beneden te trekken. Neem de onderste sproeiarm uit door deze rechtstandig omhoog te trekken. Spoel de sproeiarmen schoon onder de kraan.
Roestvrijstalen filter (zie fig. 6a en 6b)
fig. 6a
fig 6b
Verwijder de onderste sproeiarm.
Verwijder de filtergroep door de greep (A)
linksom te draaien en rechtstandig uit te nemen.
Verwijder het microfilter (B) door de
bajonetsluiting open te draaien.
Druk op de lipjes (C) en verwijder de zeef.
Reinig de zeef met een borstel onder
stromend water.
Monteer de filtergroep weer in
omgekeerde volgorde.
Kunststof filter (zie fig. 7a, 7b en 7c)
fig. 7a
fig. 7b
12
ONDERHOUD
A
B
C
A
A
C
B
ONDERHOUD/INSTALLATI
13
fig. 7c
Verwijder de filtergroep door de greep (A)
omhoog te trekken.
Druk op de twee lipjes (B) en verwijder het
filter (C) door dit rechtstandig omhoog te trekken.
Druk op de twee lipjes (E) en verwijder de
zeef (D) door deze rechtstandig omhoog te trekken.
Reinig zeef en filter met een borstel onder
stromend water.
Monteer zeef en filter weer in omgekeerde
volgorde.
Installatie
Elektrische aansluiting
230 V – 50 Hz
Algemeen
Wanneer het toestel niet is voorzien van een aansluitsnoer met stekker, dan dient het alleen door een erkend installateur op het lichtnet te worden aangesloten.
Let op:
Op het gegevensplaatje staan de aansluitwaarde en de vereiste netspanning aangegeven. Het aansluiten moet gebeuren in overeenstemming met de nationale en lokale voorschriften.
Bij een gespecificeerd vermogen groter dan 3 kW gebruikt u een contactdoos geschikt voor een stroomsterkte van meer dan 13 A.
Technische gegevens
Aansluitwaarde: kW zie typeplaatje Maten:
Max. hoogte mm 870 Min. hoogte mm 820 Breedte mm 596 Diepte mm 550
Deurpaneel:
Max. hoogte* mm 600 Min. hoogte mm 500 Breedte mm 598
Bedieningspaneel:
Max. hoogte mm 155 Min. hoogte mm 115
Sokkel:
Max. hoogte mm 170 Min. hoogte mm 100 * bij minimale bedieningspaneelhoogte
Waar u verder op moet letten
Monteer kraan, afvoer en de geaarde
stekker/wandcontactdoos altijd onder handbereik.
Zorg ervoor dat de plint kan worden
verwijderd. De vaatwasmachine moet voor onderhouds-/reparatiewerkzaamheden uit de nis gehaald kunnen worden.
D
E
Toevoerslang/aquastop aansluiten op een
zelfbeluchtende waterkraan met een 3/4˝ schroefaansluiting. Zorg ervoor dat er geen vuil achterblijft in een nieuw geïnstalleerde waterleiding.
De vaatwasser kan zowel op een
koudwater- als op een warmwaterkraan (max. 60 °C) aangesloten worden. Wanneer u de vaatwasmachine op een warmwaterkraan aansluit zal de afwastijd met ongeveer twintig minuten bekort worden. De vaatwasser wast dan wel minder doelmatig. Het 45 °C-programma zal hierdoor op een wat hogere temperatuur uitgevoerd worden.
Boor geen gaten in deur of zijwanden. De
vaatwasmachine kan hierdoor onherstelbaar beschadigd raken.
Inbouwen
Verwijder het houten vlonder waar de machine op staat door de schroeven los te draaien. Bevestig de stelvoeten met de contramoeren onder de zijpanelen van de machine.
Hoogte-afstelling toestel
De hoogte van de vaatwasser kan met
verstelbare voetjes aangepast worden van 820 tot 870 mm. Meet voor u dit doet de hoogte van de nis. – Het verdient aanbeveling de machine op
een zogeheten vaatwasservlonder te plaatsen. Informeer hiernaar bij uw keuken­handelaar.
Hoogte-afstelling bedieningspaneel (zie fig. 8)
fig. 8
U kunt de hoogte van het bedieningspaneel
aanpassen aan de hoogte van het keukenmeubel. Dit doet u met behulp van de schroeven (A) aan de onderzijde van het paneel.
Verwijder de schroeven, veren en lijst om
de minimale hoogte-instelling te verkrijgen.
Wanneer u de lijst niet verwijdert is de
hoogte in te stellen van 125 tot 140 millimeter. Met behulp van de extra lijst kunt u de bedieningspaneelhoogte instellen tot maximaal 155 millimeter.
U bereikt een paneelhoogte tussen 120 en
125 mm door de “halve maan” in de lijst een aantal millimeters dieper uit te snijden.
14
INSTALLATIE
A
15
INSTALLATIE/MONTAGE
Montage
Montage deurpaneel (zie fig. 9)
fig. 9
Bepaal eerst de hoogte van het
bedieningspaneel.
Leg de mal op de binnenzijde van het
deurpaneel. De maatstrepen op de mal die corres­ponderen met de gemeten paneelhoogte gelijkleggen met de bovenzijde van de deur. De mal aan linker- en rechterzijde centreren met behulp van de verticale maatstrepen.
Neem de markeringen van de boorgaten op
de mal over op de deur.
Als het deurpaneel van massief hout is, de
gaatjes voorboren met een boor van 2 mm (12 mm diep).
Let op
Houd rekening met eventuele verschillen in dikte van het paneel (ingefreesde verdiepingen of afgeschuinde kanten).
Monteer het bevestigingsmateriaal op de
deur, zoals aangegeven op de mal.
De kunststof delen moeten zich aan de bovenzijde bevinden; de metalen delen aan de onderzijde (zie fig. 10).
fig. 10
Bevestig het paneel op de deur van de
vaatwasser door de bovenste pennen in de sleuven van het kunststof gedeelte te drukken. Schuif het paneel iets omhoog en hang de onderste haken in de sleuven links en rechts aan de voorzijde.
De onderste haken vanaf de zijkant
vastzetten met de schroeven M5.
Afstellen veerspanning (zie fig. 11)
fig. 11
De deur is standaard op de laagste
veerspanning afgesteld.
Verhoog de veerspanning door – met een
schroevendraaier – de twee stelschroeven “A” in de richting van de klok te draaien. De veerspanning is goed, als de deur in geopende toestand in evenwicht is.
Plaatsing (zie fig. 12)
fig. 12
Let op:
Slangen mogen niet geknikt of platgedrukt worden tijdens de installatie van de vaatwasmachine in de nisruimte.
Bevestig de meegeleverde stalen plaat aan
de onderzijde van het aanrechtblad.
De vaatwasmachine waterpas afstellen.
Bevestig de vaatwasmachine aan het
aanrechtblad.
Plaats de plint.
Open – voorzichtig – de deur van de
vaatwasser en controleer of de deur tegen de plint stoot.
Als dit het geval is, markeer dan het
gedeelte van de plint dat verwijderd moet worden. Laat drie millimeter speling tussen deur en plint opdat de deur vrij kan draaien.
Maak het uitgezaagde stuk plint waterdicht
– met bijvoorbeeld verf – en plaats de plint weer.
Waar u verder op moet letten
Maak de speling rondom het toestel niet groter dan drie millimeter. Bij meer speling bestaat de mogelijkheid dat elektrische delen van de machine aangeraakt kunnen worden.
Waterafvoer
De afvoerpijp moet voorzien zijn van een
sifon. De afvoerslang moet vrij hangen in de afvoerpijp. De afvoerpijp mag dus niet afgedicht worden.
16
MONTAGE
A
MONTAGEVERPAKKING
17
De afvoerslang moet op maximaal 80 cm
hoogte hangen. De minimale hoogte is 32 cm.
Aquastop
Bij sommige modellen wordt een losse aquastop geleverd. De aquastop moet, met het meegeleverde sleuteltje, afgesteld worden op stand vier.
Monteer de aquastop op de waterkraan.
Sluit vervolgens de toevoerslang van de vaatwasser op de aquastop aan.
Bij andere modellen is de aquastop in de toevoerslang geïntegreerd.
De aquastop herstelt een geblokkeerde
watertoevoer niet uit zichzelf. Onderzoek eerst waarom de aquastop de watertoevoer geblokkeerd heeft. Neem contact op met de installateur of met de servicedienst.
Afvoeren verpakking en toestel
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt zijn: – karton – poly-ethyleenfolie (PE) – CFK-vrij polystyreen (PS-hard-schuim) – polypropyleen banden om de doos
Deze materialen op verantwoorde wijze en conform de overheidsbepalingen afvoeren.
De overheid kan u ook informatie verschaffen over het op verantwoorde wijze afvoeren van afgedankte huishoudelijke apparaten.
18
APPLIANCE INFORMATION
Appliance information A, B and C
(fig. 1)
A – upper basket B – upper spray arm C – height adjustment of upper basket D – lower basket E – lower spray arm F – water-softening salt container G – filter H – containers for detergent and rinse-aid
Display A (fig. 2a)
A – programme selection buttons B – on/off indicator C – on/off button D – handle
Display B and C (fig. 2b and 2c)
A – programme selection buttons B – on/off button C – on/off indicator D – salt level indicator E – rinsing agent-empty indicator F – “super” button G – 55 °C/ECO wash button H – half load button I – programmable start-time button J – handle K – programmable start-time display
19
Introduction
When you have read these instructions for use, you will quickly be aware of all the facilities the appliance can offer you. You can read about safety and how you should look after the appliance. In addition you will find environmental tips and instructions that can help to save energy.
Keep the instructions for use and the installation instructions. Any later user of this appliance could benefit from them.
This appliance complies the regulations concerning electromagnetic compatibility in directive 89/336/EEC.
Table of contents GB
Appliance information . . . . . . . . . . . . . . . 18
Safety . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 - 21
Before using the appliance . . . . . . . . . . . 20
Things to watch out for . . . . . . . . . . . . . . 21
Controls . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 - 24
Washing programme “A” . . . . . . . . . . . . 22
Explanation programme “A” . . . . . . . . . . .22
Washing programme “B” . . . . . . . . . . . . 23
Explanation programme “B” . . . . . . . . . . 23
Washing programme “C” . . . . . . . . . . . . .24
Explanation programme “C” . . . . . . . . . . 24
Use . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 - 28
Salt, rinse-aid and detergent . . . . . . . . . 25
Baskets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
The first cycle . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Faults . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Cleaning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 - 31
Installation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 - 32
Mounting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 - 35
Disposal of packaging and appliance . . 35
CONTENTS
Loading...
+ 52 hidden pages