Nl-4
Nl
Belangrijke informatie
a) Gebruik geen rechte glazen of bekers met
smalle of toelopende bovenkant.
b) Niet te lang verwarmen.
c) Roer de vloeistof om alvorens deze in de
oven te plaatsen en roer halverwege de
opwarmtijd nogmaals.
d) Laat de vloeistof na het verwarmen nog even
in de oven staan en roer goed om voordat u
de vloeistof uit de oven haalt.
7. Papier/kunststof
• Als u voedsel gaat verwarmen in kunststof of
papieren bakjes, dient u de oven regelmatig
te controleren, omdat deze bakjes bij overver-
hitting vlam kunnen vatten.
• Gebruik geen gerecycled papier (b.v. keuken-
rol), tenzij het papierproduct gekenmerkt is als
zijnde veilig voor gebruik in een
magnetronoven. Onzuiverheden in recycled
papier kunnen in de magnetron vonken en/of
brand veroorzaken.
• Verwijder metalen sluitingen van braadzakken
voordat u deze in de oven plaatst.
8. Keukengerei/folie
• Verwarm nooit gesloten potjes of flessen
omdat deze kunnen exploderen.
• Gebruik geen metalen bakjes of schotels met
metalen randen tijdens de magnetron-functie.
Hierdoor kunnen er vonken ontstaan.
• Bij gebruik van aluminiumfolie, vleesspiesen
of andere metalen voorwerpen, moet de
afstand tot de ovenwanden minimaal 2 cm
bedragen om vonkoverslag te voorkomen.
9. Zuigflessen/potjes babyvoeding
• De speen of deksel moeten verwijderd wor-
den van zuigflessen of potjes babyvoedsel
alvorens ze in de magnetronoven te plaatsen.
• Schud zuigflessen goed en roer de inhoud
van de potjes met babyvoeding een paar
maal om.
• Controleer de temperatuur van het voedsel
voor het nuttigen zorgvuldig, om
verbranden te voorkomen.
1. Kooktijden
• Factoren, die invloed hebben op de kookduur,
zijn: de begintemperatuur, de hoeveelheid
voedsel en de materialen die voor het koken
worden gebruikt.
• Begin met de minimale kooktijd om te
voorkomen dat het voedsel te gaar wordt. Als
het voedsel niet gaar genoeg geworden is,
kunt u het altijd nog wat langer bereiden.
OPMERKING: Als u het voedsel langer
kookt dan de aanbevolen kooktijden, kan
het bederven, en in extreme gevallen zelfs
vlam vatten en de magnetronoven
beschadigen.
2. Kleine hoeveelheden voedsel
• Kleine hoeveelheden voedsel met een gering
vochtgehalte kunnen uitdrogen, aanbranden of
zelfs verbranden als ze te lang worden
doorgekookt. Indien het voedsel in de oven
vlam vat, moet de ovendeur gesloten blijven,
de magnetronoven uitgezet worden en moet
de stekker uit het stopcontact worden
genomen.
3. Eieren
• Kook geen ongepelde eieren en verwarm
geen hardgekookte eieren met de
MAGNETRON-functie. Er kan een te hoge
druk in de eieren ontstaan, waardoor ze
exploderen.
4. Niet-poreuze schil
• Voedsel zonder poreuze schil, zoals aardappe-
len, eierdooiers en worstjes, moeten doorprikt
worden alvorens ze met de MAGNETRONfunctie te bereiden. Zo voorkomt u dat ze
exploderen.
5. Vleesthermometer
• Indien u gebruik maakt van een vleesther-
mometer voor vlees en gevogelte, gebruik
deze dan alleen wanneer het voedsel buiten
de magnetronoven is. Gebruik geen conventionele vleesthermometer tijdens de
MAGNETRON- of COMBINATIE- functie,
omdat hierbij vonken kunnen optreden.
6. Vloeistoffen
• Indien vloeistoffen, zoals soep, sauzen en
dranken opgewarmd worden in uw
magnetronoven, kunnen deze zonder te gaan
borrelen heter worden dan het kookpunt.
Hierdoor kan de hete vloeistof plotseling gaan
overkoken. Om dit te voorkomen, kunnen de
volgende stappen ondernomen worden: