Panasonic Lumix DMC-FZ300 User manual

Page 1
Gebruiksaanwijzing
voor geavanceerde kenmerken
Digitale Camera
DMC-FZ300
Model Nr.
bewaar deze handleiding, zodat u deze later kunt raadplegen.
Berichtweergaven 332
V&AStoringenverhelpen 340
De informatie zoeken die u nodig hebt 2
Inhoudsopgave 4
Inhoudsopgave per functie 12
Menulijst 336
DMC-FZ330
SQW0426
M0715KZ0
Page 2

De informatie zoeken die u nodig hebt

In deze "Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken" vindt u op de volgende pagina’s de informatie die u nodig hebt. Door op een paginanummer te klikken, kunt u naar de gekoppelde pagina gaan en de informatie snel vinden.
Zoeken vanuit de "Inhoudsopgave"
Zoeken vanuit de lijst met functienamen
"Inhoudsopgave per functie"
Zoeken vanuit "Namen en functies van hoofdonderdelen"
Zoeken vanuit "Lijst met symbolen op het scherm/de zoeker"
Zoeken vanuit de lijst met schermberichten
"Berichtweergaven"
Zoeken vanuit de menulijst
"Menulijst"
[Opname] ..................... 336
[Bewegend beeld] ........ 337
[Voorkeuze].................. 338
Zoeken vanuit "V&A Storingen verhelpen"
[Set-up] ....................... 339
[Afspelen]..................... 339
4 -
12 -
18 -
325 -
332 -
336 -
340 -
Zie de volgende pagina voor meer
informatie over het gebruik van deze
handleiding.
Wi-Fi®-functie →256
2
SQW0426
Page 3

Gebruik van deze handleiding

Opnamemoduspictogrammen
Opnamemodus:
In opnamemodi waarin pictogrammen in zwart staan, kunt u de aangeduide menu’s en functies selecteren en uitvoeren.
• Klik op een verwijzing in de tekst om naar de bijbehorende pagina te gaan.
De symbolen in de tekst
Duidt aan dat het menu kan worden ingesteld door te drukken op de [MENU/SET]-knop.
Duidt aan dat de Wi-Fi-instelling kan worden uitgevoerd door te drukken op de [Wi-Fi]-knop.
Configuraties die kunnen worden uitgevoerd in het menu [Voorkeuze].
Tips voor vaardig gebruik en punten voor opname.
(→00)
Duidt de referentiepagina aan. Klik hierop om naar de bijbehorende pagina te gaan.
Klik hierop om de beschrijving op de volgende pagina te bekijken.
In deze gebruiksaanwijzing worden stappen voor het instellen van een menuonderdeel als volgt beschreven:
→ [Opname]→[Kwaliteit]→[ ]
Klik op dit pictogram om naar "De informatie zoeken die u nodig hebt" te gaan.
Klik op dit pictogram om naar "Inhoudsopgave" te gaan.
Klik op dit pictogram om naar "Menulijst" te gaan.
Klik op dit pictogram om terug te gaan naar de eerder weergegeven pagina.
3
SQW0426
Page 4

Inhoudsopgave

De informatie zoeken die u nodig
hebt ...................................................... 2
Gebruik van deze handleiding ........... 3
Voordat u de camera gaat gebruiken
Voordat u de camera gaat
gebruiken ........................................... 15
Standaardaccessoires ...................... 17
Voorbereidingen
De lensbescherming bevestigen ..... 20
De lensdop/schouderriem
bevestigen ......................................... 22
De lensdop bevestigen ..............................22
De schouderriem bevestigen .....................23
Batterij opladen ................................. 24
Geschatte capaciteit in aantal beelden of
opnameduur...............................................26
Inhoudsopgave per functie .............. 12
Namen en functies van
hoofdonderdelen ............................... 18
Batterij of (optionele) kaart
plaatsen en verwijderen .................. 28
De kaart .............................................. 29
De kaart formatteren (initialisatie) ..............30
Geschatte opnamecapaciteit
(aantal beelden/opnameduur) ...................31
Het scherm openen/afstellen ........... 33
De klok instellen ................................ 34
Tijdinstellingen wijzigen .............................35
4
SQW0426
Page 5
Basisbediening
De camera vasthouden ..................... 36
Knoppen/ringen/hendels voor
opnamen ............................................ 37
Zoomhendel/hendel zijkant
(Zoom gebruiken) ......................................37
Ontspanknop (Foto’s maken) ....................38
Filmknop (Films opnemen) ........................39
Modusknop (Opnamemodus selecteren)...40
Hendel focusmodus ...................................40
Functiewieltje zijkant /
Functiewieltje achterop ..............................41
Knop aan de zijkant ...................................44
Cursortoets / [MENU/SET]-knop
(Items selecteren/instellen) ........................45
[DISP.]-knop
(Informatieweergave aan-/uitzetten) ..........46
[LVF ]-knop
(Beelden opnemen met de zoeker) ...........50
Aanraakscherm
(Aanraakbediening) .......................... 52
Het scherm aanraken voor een opname
(Aanraaksluiterfunctie) ...............................54
De helderheid van een specifiek gebied
eenvoudig optimaliseren ([Touch AE]) .......55
Het menu instellen ............................ 56
Het menu instellen .....................................56
Veelgebruikte menu’s snel openen
(Quick-menu) ..................................... 59
Een item toevoegen aan het
Quick-menu ...............................................60
Veelgebruikte functies toewijzen
aan knoppen (Functieknoppen) ...... 61
De functieknoppen gebruiken tijdens een
opname ......................................................62
De functieknoppen gebruiken tijdens het
afspelen .....................................................63
Inhoudsopgave
Gebruik van het menu [Set-up] ........ 64
[Klokinst.] ...................................................64
[Wereldtijd] .................................................64
[Reisdatum]................................................65
[Wi-Fi] ........................................................65
[Toon] .........................................................66
[Live View Modus] ......................................66
[Scherm] / [Zoeker] ....................................67
[Helderheid scherm]...................................68
[Besparing].................................................69
[USB mode] ...............................................70
[TV-verbinding]...........................................70
[Menu hervatten] ........................................72
[Achtergrondkleur] .....................................72
[Menu-informatie] .......................................72
[Taal] ..........................................................72
[Versie disp.] ..............................................73
[Belichtingscomp. reset].............................73
[Zelf ontsp. auto uit] ...................................73
[Nr. resetten] ..............................................73
[Resetten] ..................................................74
[Wi-Fi resetten] ..........................................74
[Formatteren] .............................................74
Tekst invoeren ................................... 75
5
SQW0426
Page 6
Opnamemodus
Foto’s maken met automatische instellingen
(Intelligent Auto modus) ................... 76
Foto’s maken terwijl u de camera
vasthoudt ([iHandh. nachtop.])...................78
Foto’s combineren tot één foto met rijke
gradatie ([iHDR]) ........................................79
De achtergrond onscherp maken
(bedieningsfunctie onscherpte) .................80
Beelden opnemen door helderheid
(belichting) en kleurtoon te wijzigen...........81
Schakelen tussen Intelligent Auto Plus
modus en Intelligent Auto modus .............82
Foto’s maken nadat de diafragmawaarde en sluitertijd automatisch zijn ingesteld
(Programma AE-modus) ................... 84
Beelden opnemen door de diafragmawaarde en de sluitertijd
in te stellen ........................................ 86
Foto’s maken door de diafragmawaarde in te stellen
(Lensopening-Prioriteit AE-modus) ............86
Foto’s maken door de sluitertijd in te
stellen (Sluiter-Prioriteit AE-modus) ...........87
Foto’s maken door de diafragmawaarde en sluitertijd in te stellen
(Handmatige Belichtingsmodus) ................88
De effecten van de sluitertijd en diafragmawaarde controleren
(Preview-functie) ........................................90
Diafragmawaarde/sluitertijd eenvoudig instellen voor goede belichting
(1x drukken-AE) .........................................92
Inhoudsopgave
Panoramabeelden opnemen
(Panorama Shot-modus) .................. 93
Foto’s maken die zijn afgestemd op
de scène (Scene Guide modus) ...... 96
Foto’s maken met verschillende foto-effecten
(Creative Control modus) ............... 101
Films opnemen door de diafragmawaarde/sluitertijd in te stellen (Creatieve Videomodus) ... 108
Films opnemen in slow motion
([Film in hoge snelheid]) ..........................109
Camerabedieningsgeluiden minimaliseren
tijdens filmopnamen ................................. 11 0
Uw eigen instellingen registreren
en opnemen (Voorkeuzemode) ......111
Uw eigen instellingen registreren
([Geh voorkeursinst.]) .............................. 111
Opnemen met de geregistreerde
aangepaste set ........................................ 112
6
SQW0426
Page 7
Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen
De beeldkwaliteit aanpassen met
effecten [Fotostijl] .......................... 113
Beelden opnemen met beeldeffecten
[Filterinstellingen] ........................... 115
Highlights en schaduwen aanpassen
[Schaduw markeren] ....................... 117
De witbalans aanpassen ................ 118
Beeldkwaliteit en -resolutie
instellen ........................................... 122
De beeldverhouding van foto’s
wijzigen ....................................................122
De beeldresolutie instellen.......................122
De compressieratio van beelden
instellen ([Kwaliteit]) .................................123
De functies voor beeldcorrectie
effectief toepassen ......................... 125
Contrast en belichting corrigeren
([Int.dynamiek]) ........................................125
De impressie van hoge resolutie
versterken ([I.resolutie]) ...........................125
Foto’s met verschillende belichting
combineren ([HDR]) .................................126
De resolutie verhogen met gesloten
diafragma ([Diffractiecompensatie]) .........127
De kleurruimte instellen ...........................127
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Foto’s maken met automatische
scherpstelling .................................. 128
Selecteer de scherpstelmodus
(AFS, AFF, AFC) ......................................129
[AF mode] schakelen ...............................130
De positie en grootte van het AF-gebied
wijzigen ....................................................137
De positie van het AF-gebied instellen
met het aanraakscherm ...........................141
De scherpstelling en helderheid optimaliseren voor een aangeraakte
positie ......................................................142
Uw voorkeursscherpstelmethode
instellen....................................................143
Close-upfoto’s maken
(macro-opnamen) ............................ 145
Beelden opnemen met
handmatige scherpstelling ............ 147
De scherpstelling snel aanpassen met
automatisch scherpstellen .......................149
Beelden opnemen door de belichting en/of scherpstelling te vergrendelen [AF/AE vergrend.] ... 152
Foto’s maken met
belichtingscompensatie ................. 154
De ISO-gevoeligheid instellen ....... 155
De bovengrens van de ISO-gevoeligheid
instellen....................................................157
De waarde van de ISO-gevoeligheid in
stappen instellen ......................................157
De meetmodus instellen ................. 158
Inhoudsopgave
7
SQW0426
Page 8
Instellingen voor de sluiter en de aandrijving
Sluitertype instellen ........................ 159
Aandrijfstand kiezen ....................... 160
Burstfunctie ..................................... 161
4K-foto’s maken .............................. 164
Opnemen met [4K-burst] .........................167
Opnemen met [4K-burst (S/S)] ................167
Opnemen met [4K-voorburst] ..................168
Foto’s kiezen in het 4K-burstbestand en
opslaan ....................................................169
Opmerkingen over de 4K-fotofunctie .......175
Opnemen terwijl de belichting automatisch verandert
[Auto bracket] .................................. 178
Foto’s maken met de
zelfontspanner ................................ 180
Functies voor specifieke onderwerpen en doelen
Automatisch beelden opnemen met vaste intervallen
[Intervalopname] ............................. 182
Stop-motion animaties maken
[Stop-motionanimatie] .................... 185
Meerdere belichtingen gebruiken
voor één foto [Multi-belicht.] ......... 189
Pieptonen en flitser tegelijk
uitschakelen [Stille modus] .......... 191
Opnemen met de functie Gezichtsherkenning
[Gezicht herk.] ................................. 192
Profiel voor een baby of huisdier instellen om op te nemen bij een
foto ................................................... 195
Het juiste scherm openen voor specifieke
opnameomstandigheden ............... 196
Opnemen en intussen de
camerabeelden bekijken ................ 198
Inhoudsopgave
Stabilizer, zoomen en flitsen
Beweging corrigeren ...................... 199
Zoom gebruiken .............................. 201
Zoomtypen en gebruik .............................201
Zoombediening via het aanraakscherm
(Aanraakzoom) ........................................205
Foto’s maken met een flitser.......... 206
8
Flitsfuncties instellen ..................... 208
De flitsmodus wijzigen
(handmatige flitser) ..................................208
Flitsmodus wijzigen..................................208
2e gordijnsynchro instellen ...................... 211
De flitsuitvoer aanpassen ........................212
De flitsuitvoer synchroniseren met de camera tijdens belichtingscompensatie ...212
Foto’s maken met draadloze
flitsers .............................................. 213
SQW0426
Page 9
Films opnemen
Films opnemen ................................ 215
4K-films opnemen ....................................217
Indeling, fotoresolutie en beeldsnelheid
instellen....................................................218
Scherpstellen terwijl u films opneemt
([Continu AF])...........................................219
Foto’s maken terwijl u een film
opneemt ........................................... 220
Snapfilms maken ............................ 221
[Trekfocus] instellen .................................222
Beelden afspelen en bewerken
Uw beelden bekijken ....................... 228
Films bekijken ................................. 229
Foto’s maken van filmbeelden .................230
De afspeelmethode
omschakelen ................................... 231
Inzoomen en bekijken
"Zoom afspelen" .....................................231
Lijst van beelden bekijken
"Meerdere afspelen" ................................231
Beelden bekijken op opnamedatum
"Kalender afspelen" .................................232
Groepsbeelden bekijken ..........................232
Beelden verwijderen ....................... 234
Inhoudsopgave
Bij gebruik van het menu
[Bewegend beeld] ........................... 224
[Snapfilm] .................................................224
[Opname-indeling] ...................................224
[Opn. kwaliteit] .........................................224
[Belicht.stand] ..........................................224
[Film in hoge snelheid] .............................224
[Foto/film] .................................................224
[Continu AF] .............................................225
[Uitgelijnde opname] ................................225
[Conversie]...............................................225
[Antiflikkering] ..........................................225
[Stille bediening] ......................................225
[Micr. weerg.] ...........................................226
[Micr. instellen] .........................................226
[Speciale microfoon] ................................226
[Microfoon begrenzer] ..............................226
[Uitsch. geluid vd wind] ............................227
[Windreductie] ..........................................227
[Zoom-mic] ...............................................227
Gebruik van het menu
[Afspelen] ........................................ 236
[Diashow] .................................................237
[Afspeelfunctie] ........................................238
[Locatie vermelden] .................................240
[RAW-verwerking] ....................................241
[Retouche wissen] ...................................244
[Titel bew.] ................................................245
[Tekst afdr.] ..............................................246
[Splits video] ............................................247
[Intervalvideo] ..........................................248
[Stop-motionvideo] ...................................248
[Nw. rs.] ....................................................249
[Bijsnijden] ...............................................250
[Roteren] / [Scherm roteren] ....................251
[Favorieten] ..............................................252
[Print inst.] ................................................253
[Beveiligen] ..............................................254
[Gez.herk. bew.] .......................................254
[Foto’s sorteren] .......................................255
[Wissen bevestigen].................................255
9
SQW0426
Page 10
Wi-Fi
Wat u kunt doen met de
Wi-Fi®-functie ................................... 256
Wi-Fi-functie .................................... 257
De camera bedienen via een
smartphone ..................................... 260
De app "Panasonic Image App" voor
smartphones/tablets installeren ...............260
Verbinding maken met een
smartphone ..............................................261
Foto’s maken via een smartphone
(opnemen op afstand)..............................267
Foto’s van de camera afspelen op een
smartphone ..............................................268
Foto’s in de camera opslaan op een
smartphone ..............................................268
Beelden van de camera naar sociale-
netwerkdiensten verzenden .....................269
Plaatsinformatie aan beelden in de camera toevoegen vanaf een
smartphone ..............................................269
Films die met snapfilms zijn opgenomen naar wens combineren op
een smartphone .......................................271
Foto’s weergeven op een tv ........... 273
Beelden verzenden ......................... 274
Aansluiten op andere apparatuur
Inhoudsopgave
Foto’s verzenden naar een
smartphone ..................................... 277
Draadloos afdrukken ...................... 278
Beelden verzenden naar een
AV-apparaat ..................................... 279
Beelden verzenden naar een pc .... 280
Gebruik van WEB-services ............ 282
Bij verzenden van beelden naar
WEB-service ............................................282
Als u beelden verzendt naar
[Cloud-synchr. service] ............................286
Gebruik van "LUMIX CLUB" ........... 287
Informatie over de [LUMIX CLUB] ...........287
Informatie over verbindingen ........ 292
[Via netwerk] Verbinding maken via een draadloos
toegangspunt ...........................................293
[Direct]
Rechtstreeks verbinden ...........................296
Snel verbinding maken met eerder gebruikte instellingen ([Selecteer doelapparaat uit geschiedenis] / [Selecteer doelapparaat uit favorieten])
[Wi-Fi setup] .................................... 299
......297
Genieten van films in 4K ................ 301
Films in 4K bekijken .................................301
4K-films opslaan ......................................302
Bekijken op een tv-scherm ............ 303
VIERA Link (HDMI) (HDAVI Control™) ....305
Opgenomen foto’s en films
opslaan op uw pc ............................ 307
Informatie over bijgeleverde software ......308
Installatie van de bijgeleverde software ...310
Foto’s en films kopiëren ........................... 3 11
10
Opgenomen foto’s en films
opslaan op de recorder .................. 313
Kopiëren door de kaart in de recorder
te plaatsen ...............................................313
Dubben (kopiëren) naar niet-compatibele
apparatuur ...............................................313
Afdrukken ........................................ 314
Meerdere beelden afdrukken ...................315
Afdrukken met datum en tekst .................316
Afdrukinstellingen maken op de
camera .....................................................317
SQW0426
Page 11
Diversen
Optionele accessoires .................... 318
Conversielens (optioneel) ........................318
Filter (optioneel) .......................................320
Externe flitser (optioneel) .........................321
Gebruik van de netadapter (optioneel) en DC coupler (optioneel) in plaats van
de batterij .................................................322
Afstandssluiter (optioneel) .......................323
Externe microfoon (optioneel)..................323
Inhoudsopgave
Lijst met symbolen op het
scherm/de zoeker ............................ 325
Berichtweergaven ........................... 332
Menulijst .......................................... 336
V&A Storingen verhelpen .............. 340
Waarschuwingen en opmerkingen
tijdens gebruik ................................ 355
11
SQW0426
Page 12

Inhoudsopgave per functie

Opnemen
Opnemen
Opnamemodus .............................................40
[Voorvertoning] .............................................90
Panorama Shot-modus .................................93
Macro-opname ...........................................145
[Intervalopname] .........................................182
[Stop-motionanimatie] .................................185
[Multi-belicht.] .............................................189
[Stille modus] ..............................................191
Focus (AF/MF)
Scherpstelmodus ........................................129
AF-modus ...................................................130
Positie van het AF-gebied regelen ..............137
Handmatig scherpstellen ............................147
AF/AE-vergrendeling ..................................152
Aandrijving
Aandrijfstand ...............................................160
[4K-FOTO] ..................................................164
[Zelfontspanner] ..........................................180
Belichting
[Touch AE] ....................................................55
[1x drukken-AE] ............................................92
AF/AE-vergrendeling ..................................152
Belichtingscompensatie ..............................154
ISO-gevoeligheid ........................................155
[Meetfunctie] ...............................................158
[Auto bracket] .............................................178
Beeldkwaliteit en kleurtoon
[Fotostijl] ..................................................... 113
[Filterinstellingen] ........................................ 115
[Schaduw markeren] ................................... 117
Witbalans .................................................... 11 8
[Fotoresolutie] .............................................122
[Kwaliteit] ....................................................123
[Int.dynamiek] .............................................125
[I.resolutie] ..................................................125
[HDR] ..........................................................126
[Diffractiecompensatie] ...............................127
[Kleurruimte] ...............................................127
Flitser
[Flitserfunctie] .............................................208
2e gordijnsynchro ....................................... 211
[Flitser instel.] .............................................212
Instellingen van draadloze flitsers ..............213
Stabilisatie
[Bedieningsstand] .......................................199
Hybride beeldstabilisatiefunctie
over 5 assen ...............................................199
Monitoring
[HDMI-opname-output] ...............................198
Film
Film
Creatieve Videomodus ...............................108
[Film in hoge snelheid] ................................109
[Stille bediening] ......................................... 110
Films in 4K ..................................................217
[Opname-indeling] ......................................218
[Opn. kwaliteit] ............................................218
Foto’s maken terwijl u een film opneemt ....220
[Snapfilm] ....................................................221
12
Audio
[Micr. instellen] ............................................226
[Microfoon begrenzer] .................................226
[Uitsch. geluid vd wind] ...............................227
[Windreductie] .............................................324
Scherminstellingen
[Centrummarkering] ....................................196
[Zebrapatroon] ............................................196
[Zwart-wit Live View] ...................................197
[Micr. weerg.] ..............................................226
SQW0426
Page 13
Instellen/aangepast
Basisinstellingen
[Formatteren] ................................................30
[Klokinst.] ......................................................34
Weergave omschakelen .........................46, 49
Diopterinstelling ............................................50
Menu-items instellen .....................................56
[Q.MENU] .....................................................59
[Toon] ............................................................66
[Besparing] ...................................................69
[Resetten] (initialisatie) .................................74
Afspelen
Afspelen
[Auto review] .................................................39
Beelden afspelen ........................................228
Films afspelen ............................................229
Zoom afspelen ............................................231
Meerdere afspelen ......................................231
Verwijderen .................................................234
Instellingen voor weergave/afspelen
[Diashow] ....................................................237
[Roteren]/[Scherm roteren] .........................251
Inhoudsopgave per functie
Aangepaste instellingen
[CUSTOM] in het Quick-menu ......................60
Functieknoppen ............................................61
Voorkeuzemode .......................................... 111
[Voorkeuze]-menu ......................................338
Bewerken
[RAW-verwerking] .......................................241
[Retouche wissen] ......................................244
[Nw. rs.] .......................................................249
[Bijsnijden] ..................................................250
Informatie toevoegen
[Locatie vermelden] ....................................240
[Titel bew.] ...................................................245
[Tekst afdr.] .................................................246
Beeldinstellingen
[Favorieten] .................................................252
[Print inst.] ...................................................253
[Beveiligen] .................................................254
Wi-Fi
Verbinden
"Image App" ................................................260
[WPS (knop)] ......................................293, 296
Directe verbinding .......................................296
Image App
Opnemen op afstand ..................................267
Beelden opslaan .........................................268
Beelden verzenden .............................269, 277
Plaatsinformatie verzenden en
toevoegen ...................................................269
Films combineren die zijn opgenomen met
[Snapfilm] ....................................................271
13
In combinatie met andere apparatuur
Beelden afspelen op een tv ........................273
Beelden afdrukken ......................................278
Beelden verzenden naar een
AV-apparaat ................................................279
Beelden verzenden naar een pc .................280
Beelden verzenden naar een
webservice ..................................................282
Gebruik van [Cloud-synchr. service] ...........286
SQW0426
Page 14
Aansluiten op andere apparatuur
Pc
"PHOTOfunSTUDIO" ..................................308
SILKYPIX ....................................................309
Beelden overdragen naar een pc ...............307
Tv
Beelden afspelen op een tv-scherm ...........303
[VIERA link] .................................................305
Inhoudsopgave per functie
Recorder
Dubben .......................................................313
Printer
PictBridge ...................................................314
14
SQW0426
Page 15

Voordat u de camera gaat gebruiken

Voordat u de camera gaat gebruiken

Onderhoud van de camera
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen om schade aan de camera te voorkomen en er zoveel mogelijk plezier van te hebben.
De lens, het scherm en het camerahuis kunnen schade oplopen als de camera valt of blootstaat
aan extreme temperaturen, vocht, water of stof. Het scherm kan schade oplopen als er teveel druk wordt uitgeoefend op het schermoppervlak,
tijdens het gebruik of bij het reinigen.
Spatwaterdicht
Spatwaterdicht is een term die we gebruiken om een extra niveau van bescherming aan te geven dat deze camera biedt tegen minimale hoeveelheden vocht, water of stof. Spatwaterdichtheid garandeert niet dat er geen schade kan ontstaan als de camera rechtstreeks in contact komt met water.
Zorg dat de volgende voorzorgsmaatregelen worden getroffen om de kans op schade zo klein mogelijk te houden:
• Houd de ingebouwde flitser gesloten.
• Zorg dat alle klepjes goed dicht zijn.
• Zorg dat u op een droge en veilige plek bent als u de batterij of geheugenkaart vervangt. Zorg dat u na het vervangen de klepjes weer goed sluit.
• Als deze camera is blootgesteld aan water, zand of andere ongewenste stoffen, reinig het toestel dan zo snel mogelijk en zorg ervoor dat de ongewenste stoffen niet in de camera kunnen binnendringen.
• U mag in geen geval voorwerpen in de camera plaatsen.
Als er zand, stof, waterdruppels of andere vloeistoffen op de camera zitten, veegt u deze weg met een droge, zachte doek.
• Als u dat niet doet, wordt de aanraakbediening mogelijk niet correct herkend of wordt de flitser mogelijk verkeerd weergegeven.
• Als u het scherm sluit terwijl dergelijke stoffen aanwezig zijn, kan dit leiden tot storingen.
Condensvorming
Condensvorming kan ontstaan op de lens, op het scherm of in de zoeker, bij plotselinge
veranderingen van de omgevingstemperatuur of -vochtigheid. Hierdoor kan het beeld tijdelijk wazig zijn. Schakel in dat geval de camera uit en wacht tot de camera op dezelfde temperatuur is als de omgeving. Dit kan wel een uur duren, afhankelijk van de situatie. Het beeld wordt dan vanzelf weer helder. Als u vooraf weet dat u naar een plek gaat met een heel andere temperatuur of vochtigheid,
kunt u condensvorming op de camera voorkomen door het toestel in een grote, goed afsluitbare plastic zak te plaatsen. De condens vormt zich dan op de zak en niet op de camera. Wacht tot de temperatuur stabiel is voordat u de camera uit de zak haalt.
15
SQW0426
Page 16
Voordat u de camera gaat gebruiken
Voordat u de camera gaat gebruiken
Maak altijd eerst een proefopname
Vóór het gebruik van de camera bij belangrijke gebeurtenissen (zoals een
huwelijksvoltrekking e.d.) dient u altijd eerst een proefopname te maken, om te zien of
beeld en geluid naar behoren worden opgenomen.
Er wordt geen compensatie geboden voor verloren opnamen
Wij kunnen geen compensatie bieden voor gemiste kansen of opnamen die verloren gaan door technische problemen met de camera of de kaart.
Neem zorgvuldig de auteursrechtwetten in acht
Ongeoorloofd gebruik van opnamen waarop auteursrechten gelden, voor andere dan puur persoonlijke doeleinden, is verboden onder de wet op het auteursrecht. Het opnemen van bepaalde materialen kan streng gereguleerd zijn, zelfs voor zuiver persoonlijk gebruik.
Lees ook "Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik" (→355)
Controleer voordat u de camera gebruikt of alle accessoires die staan vermeld in de bijgevoegde "Beknopte gebruiksaanwijzing" zijn meegeleverd.
Meer informatie over optionele accessoires (→318)
16
SQW0426
Page 17
Voordat u de camera gaat gebruiken

Standaardaccessoires

Controleer of alle accessoires compleet bijgeleverd zijn, voordat u de camera in gebruik neemt.
De accessoires en de vormgeving ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of
de regio waar de camera is aangeschaft. Zie de bijgevoegde "Beknopte gebruiksaanwijzing" voor meer informatie over de accessoires. De batterij wordt in de tekst aangeduid als batterij of accu.
De batterij-oplader wordt in de tekst aangeduid als batterij-oplader of oplader.
SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart en SDXC-geheugenkaart worden in de tekst
als kaart aangeduid. Verwijder de verpakking op de juiste manier.
Bewaar kleine onderdelen op een veilige plaats, buiten bereik van kinderen.
Optionele accessoires
Kaarten zijn optioneel.
17
SQW0426
Page 18
Voordat u de camera gaat gebruiken

Namen en functies van hoofdonderdelen

13 14
1
2
3
4
Oogje voor schouderriem (→22)
1
Ontspanknop (→38)
2
Zoomhendel (→37)
3
Indicator voor zelfontspanner (→180) /
4
AF-assistlampje (→144)
5
[ ] (Belichtingscompensatie)-knop
(→154) /
[Fn1]-knop (→61)
Filmknop (→39)
6
[Fn2]-knop (→61)
7
Wi-Fi®-verbindingslampje (→257)
8
Functiewieltje achterop (→41)
9
Statusindicator (→34)
10
[ON/OFF]-schakelaar van de camera
11
(→34)
Modusknop (→40)
12
Hiermee kiest u de opnamemodus.
Flitser (→206)
13
Stereomicrofoon (→226)
14
Zorg dat u de microfoon niet met uw vinger bedekt. Hierdoor kan het geluid niet goed worden opgenomen.
5 6
15
16
7 8
1
1112
9
10
17
18
19202122232425
Flitsschoen (→321)
15
Openingshendel flitser (→206)
16
De flitser wordt geopend zodat u flitsopnamen kunt maken.
Diopterinstelring (→50)
17
[LVF ]-knop (→50) /
18
[Fn4]-knop (→61)
[MIC]-aansluiting (→323)
19
Een externe microfoon (optioneel) biedt
een betere geluidskwaliteit dan de ingebouwde microfoon.
Luidspreker (→66)
20
Zorg dat u de luidspreker niet met uw vinger bedekt. Hierdoor kan het geluid moeilijk hoorbaar worden.
Functiewieltje zijkant (→41)
21
Knop zijkant (→44)
22
Hendel zijkant (→37)
23
Lensbuis (→36)
24
Lens (→356)
25
18
SQW0426
Page 19
26 27 28 29
43 42 41 40
Voordat u de camera gaat gebruiken
Namen en functies van hoofdonderdelen
30
31
32
33 34
35
36
37
38
39
Aanraakscherm (→52) / monitor (→325)
26
Oogdop (→355)
27
Zoeker (→50)
28
Oogsensor (→50, 51)
29
[AF/AE LOCK]-knop (→152)
30
Hendel focusmodus (→40)
31
[ ] Afspeelknop (→228)
32
[DISP.]-knop (→46)
33
Hiermee kunt u de aanduidingen omschakelen.
Cursortoets (→45)
34
] (ISO-gevoeligheid) ( ) (→155)
[
] (Witbalans) ( ) (→118 )
[
] (Aandrijfstand) ( ) (→160)
[
] (AF-modus) ( ) (→130)
[
[MENU/SET]-knop (→45)
35
[Q.MENU ] (verwijderen/
36
annuleren)-knop (→59, 234) / [Fn3]-knop (→61)
19
[REMOTE]-aansluiting (→323)
37
[HDMI]-aansluiting (→303)
38
[AV OUT/DIGITAL]-aansluiting (→303)
39
Klepje van de DC coupler (→322)
40
Bij gebruik van een netadapter dient u
de Panasonic DC coupler (optioneel) en netadapter (optioneel) te gebruiken.
Klepje voor kaart/batterij (→28)
41
Vrijgavehendel (→28)
42
Statiefaansluiting (→358)
43
Sluit dit toestel niet aan op een statief met een schroef met een lengte van 5,5 mm of meer. Dit kan leiden tot schade aan het toestel, en wellicht zit het toestel niet goed vast op het statief.
SQW0426
Page 20

Voorbereidingen

De lensbescherming bevestigen

Bij opnamen met sterk tegenlicht kan de lens onregelmatige reflecties vertonen. De lensbescherming voorkomt dat de opgenomen beelden te veel ongewenst licht en te weinig contrast bevatten. De lensbescherming voorkomt overbelichting en verbetert de beeldkwaliteit.
• Zorg dat u de lensbescherming niet verbuigt als u deze vasthoudt.
• Zorg dat de camera uitgeschakeld is.
• Sluit eerst de flitser.
Plaats de markering op
1
de lensbescherming iets boven de
Markering aan de bovenkant van de lens
Markering op de lensbescherming
markering aan de bovenkant van de lens
Zet de lensbescherming vast
2
door deze in de richting van de pijl te draaien
Draai de lensbescherming totdat
3
deze klikt en lijn de markering op de lensbescherming uit met de markering onderaan op de
Markering op de lensbescherming
camera
• Controleer of de lensbescherming goed vastzit en geen reflectie werpt op de beelden.
Als u de flitser gebruikt terwijl u de de lensbescherming hebt bevestigd, blokkeert de
lensbescherming het flitslicht zodat de beelden onderaan donker zijn (vignettering). Ook is het dan
onmogelijk om het licht te moduleren. We raden u aan de lensbescherming te verwijderen voordat u de flitser gebruikt.
Markering onderaan op de camera
20
SQW0426
Page 21
De lensbescherming tijdelijk opbergen
Maak de lensbescherming los door deze in de richting van de pijl te draaien
Zorg dat de markering ( ) op de lensbescherming iets meer naar rechts staat dan de markering ( ) onderaan op de camera en plaats de lensbescherming vervolgens
Draai de lensbescherming in de richting van de pijl totdat u een klik hoort en lijn de markering op de lensbescherming daarbij uit met de markering onderaan op de camera
Voorbereidingen
De lensbescherming bevestigen
21
SQW0426
Page 22
Voorbereidingen

De lensdop/schouderriem bevestigen

De lensdop bevestigen

Als u geen foto’s maakt, gebruikt u de lensdop om de lens te beschermen. We raden u aan de lensdop met het lensdopriempje aan de camera te bevestigen om te voorkomen dat u de lensdop verliest.
• Laat de camera niet aan het lensdopriempje hangen of zwaaien.
• Verwijder de lensdop als u dit apparaat aanzet.
• Voorkom dat het lensdopriempje en de schouderriem in elkaar gedraaid raken.
Voer het riempje door het oogje voor de
1
schouderriem op de camera
Leid de riem door de opening op de lensdop
2
Oogje voor
schouderriem
Bevestig de lensdop
3
22
Knijp hier om de dop te bevestigen of te verwijderen.
SQW0426
Page 23
Voorbereidingen
De lensdop/schouderriem bevestigen

De schouderriem bevestigen

We raden u aan de schouderriem te bevestigen wanneer u de camera gebruikt om te voorkomen dat deze valt.
Leid de schouderriem door de opening bij het oogje voor de
1
schouderriem
• Bevestig de schouderriem zodat het "LUMIX"-logo aan de buitenkant zit.
Oogje voor schouderriem
Leid het uiteinde van de schouderriem door de
2
stopper, in de richting van de pijl
Leid het uiteinde van de schouderriem door de
3
opening aan de andere kant van de stopper
Trek aan de schouderriem en controleer of
4
deze blijft zitten
• Voer stap 1 t/m 4 uit en bevestig daarna de andere kant van de schouderriem.
• Draag de schouderriem over uw schouder.
– Draai de riem niet om uw nek. Dit kan leiden tot
letsel of een ongeluk.
• Zorg dat de riem buiten het bereik van kinderen is.
– Het gevaar bestaat dat een kind de riem per ongeluk
rond zijn/haar nek draait.
23
Trek de schouderriem 2 cm of meer uit.
SQW0426
Page 24
Voorbereidingen

Batterij opladen

Laad de batterij altijd op voordat u de camera voor het eerst gebruikt! (batterij
ongeladen geleverd)
Batterijen die u in dit apparaat kunt gebruiken
Er zijn op aantal plaatsen imitatiebatterijen aangetroffen die nauwelijks van echt te onderscheiden zijn. Dergelijke imitatiebatterijen zijn veelal niet voorzien van de interne beveiliging die nodig is voor een veilig gebruik. Een dergelijke imitatiebatterij zou spontaan kunnen ontbranden of ontploffen. Houd er rekening mee dat wij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor enig defect of ongeval dat voortvloeit uit het gebruik van een imitatiebatterij. Voor een veilig gebruik van dit product is het sterk aanbevolen dat u gebruik maakt van een authentieke Panasonic batterij.
• Gebruik de daarvoor ontworpen oplader en batterij.
Let bij het plaatsen van de batterij op de
1
juiste richting van de batterij
Sluit de oplader op het stopcontact aan
2
Insteektype
Batterij
Oplader
(model-specifiek)
• Laad de batterij binnenshuis op met de oplader.
Stekkertype
Het netsnoer past niet volledig in de netsnoeraansluiting. Er blijft een opening open.
Oplaadlampje ([CHARGE])
Aan: opladen wordt uitgevoerd Uit: het opladen is gereed
Wanneer het lampje knippert:
• De batterijtemperatuur is te hoog of te laag. We raden u aan op te laden op een locatie waar de omgevingstemperatuur tussen 10 °C en 30 °C ligt.
• De aansluiting van de batterij/ oplader is vuil. Reinig deze met een droge doek.
Haal de batterij uit de oplader nadat het opladen is voltooid
3
• Bij aansluiting op een stopcontact wordt de batterij-oplader in de standby-stand geplaatst. Het primaire circuit is altijd "live" als de batterij-oplader is aangesloten op een stopcontact.
24
SQW0426
Page 25
Voorbereidingen
Batterij opladen
Opmerkingen over de oplaadtijd
Oplaadtijd Ongeveer 140 min
• De hierboven aangeduide oplaadtijd is de tijd die nodig is voor het opladen wanneer de batterij volledig is opgebruikt. De benodigde oplaadtijd verschilt, afhankelijk van de omstandigheden van het batterijgebruik. De oplaadtijd is langer in gevallen waar de temperaturen hoog of laag zijn en wanneer de batterij een lange periode niet is gebruikt.
Resterend batterijvermogen
Wanneer u de camera gebruikt, wordt de resterende batterijcapaciteit weergegeven.
Resterend batterijvermogen (alleen bij gebruik van batterij)
(knippert rood)
Als het batterijsymbool rood knippert, dient u de batterij opnieuw op te laden of te vervangen door een volledig opgeladen batterij.
Gebruik altijd originele Panasonic batterijen.
Wanneer u andere batterijen gebruikt, kunnen we de kwaliteit van dit product niet garanderen.
Verwijder na gebruik de batterij uit de camera.
• Bewaar de batterij in een plastic zak, en let op dat er geen metalen voorwerpen (zoals
paperclips) tegen de batterij aan komen wanneer u die meeneemt of opbergt.
25
SQW0426
Page 26

Geschatte capaciteit in aantal beelden of opnameduur

Foto’s maken (via het scherm)
Voorbereidingen
Batterij opladen
Aantal op te nemen beelden Ongeveer 380 beelden
Opnameduur Ongeveer 190 min
Volgens de CIPA-norm
Foto’s maken (via de zoeker (LVF))
Aantal op te nemen beelden Ongeveer 360 beelden
Opnameduur Ongeveer 180 min
Opnameomstandigheden volgens de CIPA-norm
CIPA is een afkorting van "Camera & Imaging Products Association".
• Programma AE-modus
• Temperatuur: 23 °C/Vochtigheid: 50%RH met scherm/zoeker aan.
• Gebruik van een Panasonic SDHC-geheugenkaart.
• Gebruik van de bijgeleverde batterij.
• De opname start 30 seconden nadat de camera is aangezet (als [Bedieningsstand] van [Stabilisatie] is ingesteld op [
• Eén opname per 30 seconden met om en om volledige flits.
• De zoomhendel van Tele naar Wide of omgekeerd draaien bij elke opname.
• De camera elke 10 opnamen uitschakelen en met rust laten totdat de temperatuur van de batterij daalt.
]).
Het aantal wordt lager als de intervallen langer worden (bijvoorbeeld tot ongeveer een
kwart voor intervallen van 2 minuten onder de hierboven vermelde omstandigheden).
Volgens de CIPA-norm
26
SQW0426
Page 27
Voorbereidingen
Batterij opladen
Filmen (via het scherm)
[Opname-indeling] [AVCHD] [MP4] [MP4]
[Opn. kwaliteit] [FHD/17M/50i] [FHD/28M/50p] [4K/100M/25p]
Beschikbare opnameduur Ongeveer 175 min Ongeveer 170 min Ongeveer 135 min
Feitelijk beschikbare opnameduur
*
De werkelijke tijd waarin u kunt opnemen wanneer u herhaaldelijk de camera in- en uitschakelt,
begint en stopt met opnemen en de zoom gebruikt.
Opnameomstandigheden
Temperatuur 23 °C, vochtigheidsgraad 50%RH (relatieve vochtigheid)
[AVCHD] films:
de opname stopt na een continu-opname van meer dan 29 minuten en 59 seconden. Films waarvan de bestandsgrootte is ingesteld op [FHD], [HD] of [VGA] in [MP4]:
de opname stopt na een continu-opname van meer dan 29 minuten en 59 seconden of als de bestandsgrootte meer is dan 4 GB.
• Aangezien de bestandsgrootte toeneemt met [FHD], zijn opnamen met [FHD] korter dan 29 minuten en 59 seconden.
Films waarbij de bestandsgrootte is ingesteld op [4K] in [MP4]:
de opname stopt na een continue opname van 29 minuten en 59 seconden. (U kunt zonder onderbreking doorgaan met opnemen, zelfs als het bestand groter wordt dan 4 GB. De film wordt
dan in afzonderlijke bestanden opgenomen en afgespeeld.)
*
Ongeveer 85 min Ongeveer 85 min Ongeveer 65 min
Beelden bekijken (via het scherm)
Afspeeltijd Ongeveer 315 min
De opnameduur en het aantal op te nemen beelden verschillen naargelang de
omstandigheden. In de volgende omstandigheden wordt de opnameduur korter en het aantal beelden minder.
• In omgevingen met lage temperaturen, zoals een skipiste.
• Indien bewerkingen zoals flitsen en zoomen herhaaldelijk worden gebruikt.
Als de batterij aanzienlijk korter meegaat, is de batterij versleten. Koop dan een nieuwe batterij.
27
SQW0426
Page 28
Voorbereidingen

Batterij of (optionele) kaart plaatsen en verwijderen

• Zorg dat de camera uitgeschakeld is.
Schuif de vrijgavehendel naar
1
de [OPEN]-positie en open het klepje voor de kaart/batterij
Plaats de batterij en de kaart in
2
de camera en controleer of ze in de juiste richting zijn geplaatst
Batterij:
steek de batterij helemaal in de camera totdat u een klik hoort en controleer of het hendeltje goed vastzit over de batterij.
Kaart:
steek de kaart helemaal in de camera totdat u een klik hoort.
Sluit de klep voor de
3
kaart/batterij en schuif de vrijgavehendel naar de [LOCK]­positie
Klepje van de DC coupler:
Zorg dat het klepje van de DC coupler goed dicht zit en sluit dan het klepje voor de kaart/batterij.
[LOCK]
[OPEN]
Vrijgavehendel
Kaart (let op de richting: aansluitingen naar het
scherm gericht)
Raak de aansluiting niet aan
Klepje van de DC coupler
Hendel
Opgeladen batterij (let op de richting)
Verwijdering
• Verwijdering van de batterij:
Beweeg de hendel in de richting van de pijl.
Hendel
Verwijder na gebruik de batterij uit de camera.
Houd de geheugenkaart buiten bereik van kinderen om te voorkomen dat ze deze inslikken.
Als u de kaart of batterij wilt verwijderen, zet u de camera uit. Wacht totdat de statusindicator
uitgaat. (Als u niet wacht, kan de camera storingen vertonen en kunnen de kaart of opgenomen
gegevens beschadigd raken.)
Verwijdering van de kaart:
Druk op het midden van de kaart
28
SQW0426
Page 29
Voorbereidingen

De kaart

De volgende op de SD-standaard gebaseerde kaarten (merk Panasonic aanbevolen)
kunnen worden gebruikt.
Kaarttype Capaciteit Opmerkingen
SD-geheugenkaarten 512 MB – 2 GB • Kunnen worden gebruikt met apparaten die compatibel
SDHC-geheugenkaarten
SDXC-geheugenkaarten
Film-/4K-foto-opnamen en snelheidsklassen
4 GB – 32 GB
48 GB – 128 GB
De vereiste kaart hangt af van de [Opname-indeling] (→218) en [Opn. kwaliteit]
(→218) van een film. Voor het maken van 4K-foto’s hebt u een kaart nodig met een
snelheidsklasse die geschikt is voor opnamen van 4K-foto’s. Gebruik een kaart die voldoet aan de volgende SD- of UHS-snelheidsnormen.
• De SD- en UHS-snelheidsklassen zijn de snelheidsnormen voor continu vastleggen. Controleer de SD-snelheid aan de hand van het etiket op de kaart of de bijbehorende documentatie.
[Opname-indeling] [Opn. kwaliteit] Snelheidsklasse Voorbeeld van label
[AVCHD] Alle
[MP4] [FHD]/[HD]/[VGA]
[MP4]
[4K]/
[Film in hoge snelheid]
zijn met de desbetreffende formaten.
• Controleer voor het gebruik van SDXC­geheugenkaarten of uw computer en andere apparatuur dit soort kaarten ondersteunen. http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
Dit apparaat is compatibel met standaard SDHC/
SDXC-geheugenkaarten
• Alleen de kaarten die links met hun respectieve capaciteiten staan vermeld, zijn geschikt.
Klasse 4 of hoger
UHS-snelheidsklasse 3
UHS-ΙUHS-snelheidsklasse3.
Bij opname van 4K-foto’s UHS-snelheidsklasse 3
• Recente informatie: http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(deze site is alleen beschikbaar in het Engels)
p
Toegang tot de kaart
50
De toegangsaanduiding wordt rood als beelden op de kaart worden opgenomen.
Als de kaart in gebruik is (voor formatteren, vastleggen, ophalen of verwijderen van beelden), mag
u niet de camera uitzetten of de batterij, kaart, netadapter (optioneel) of DC coupler (optioneel)
verwijderen. Zorg dat de camera niet wordt blootgesteld aan trillingen, schokken of statische elektriciteit. Mogelijk is de kaart of zijn de gegevens op de kaart beschadigd en werkt dit apparaat niet langer naar behoren. Als de handeling is mislukt vanwege trillingen, schokken of statische elektriciteit, voert u de handeling opnieuw uit.
29
SQW0426
Page 30
Voorbereidingen
De kaart
Als u de schrijfbeveiligingsschakelaar op "LOCK" zet, kunt u de gegevens wellicht
niet schrijven, wissen of formatteren of ze op opnamedatum weergeven. We raden u aan om belangrijke gegevens te kopiëren naar uw computer
(omdat elektromagnetische golven, statische elektriciteit of storingen uw gegevens
kunnen beschadigen).

De kaart formatteren (initialisatie)

Formatteer de kaart voordat u beelden gaat opnemen met dit apparaat. Aangezien de gegevens na het formatteren verdwenen zijn, dient u van te voren een back-up te maken van onmisbare gegevens.
Stel het menu in
1
→ [Set-up]→[Formatteren]
Hiervoor is een voldoende opgeladen batterij nodig, of een netadapter (optioneel) en DC coupler
(optioneel).
Schakel de camera niet uit en voer geen andere bewerkingen uit tijdens het formatteren.
Formatteer kaarten altijd met deze camera. Formatteer de kaart opnieuw met deze camera als die
al eerder was geformatteerd met een computer of ander apparaat. Als de kaart niet kan worden geformatteerd, probeer dan eerst een andere kaart voordat u contact
opneemt met Panasonic.
30
SQW0426
Page 31
Voorbereidingen
De kaart

Geschatte opnamecapaciteit (aantal beelden/opnameduur)

Het aantal beelden dat u kunt opnemen en de opnameduur variëren met de capaciteit
van de kaart (naast de opname-omstandigheden en het type kaart).
Capaciteit beeldopnamen (foto’s)
Als [Aspectratio] is ingesteld op [4:3] en [Kwaliteit] is ingesteld op [ ]
[Fotoresolutie] 8 GB 16 GB 32 GB 64 GB
L (12M) 1140 2320 4650 9150
M (8M)
S (3M)
Als [Aspectratio] is ingesteld op [4:3] en [Kwaliteit] is ingesteld op [ ]
[Fotoresolutie] 8 GB 16 GB 32 GB 64 GB
L (12M) 350 720 1450 2880
M (8M) 390 790 1600 3180
S (3M) 450 900 1820 3600
Als het aantal op te nemen beelden hoger dan 9.999 is, wordt "9999+" weergegeven.
Capaciteit opnameduur (films)
• De opnameduur is de totale duur van alle films die zijn opgenomen.
([h], [m] en [s] duiden "uren", "minuten" en "seconden" aan.)
Als [Opname-indeling] is [AVCHD]
[Opn. kwaliteit] 8 GB 16 GB 32 GB 64 GB
[FHD/28M/50p] 37m00s 1h15m 2h30m 5h00m
[FHD/17M/50i] 1h00m 2h00m 4h05m 8h15m
[FHD/24M/25p] [FHD/24M/24p]
1620 3270 6550 13000
3220 6500 13030 24700
43m00s 1h25m 2h55m 5h50m
31
SQW0426
Page 32
Voorbereidingen
Als [Opname-indeling] is [MP4]
[Opn. kwaliteit] 8 GB 16 GB 32 GB 64 GB
[4K/100M/25p] [4K/100M/24p]
[FHD/28M/50p] 37m00s 1h15m 2h30m 5h00m
[FHD/20M/25p] 49m00s 1h40m 3h20m 6h40m
[HD/10M/25p] 1h30m 3h10m 6h25m 12h50m
[VGA/4M/25p] 3h25m 7h00m 14h10m 28h15m
Bij een hoge omgevingstemperatuur of een continue filmopname verschijnt [ ] en wordt de
opname wellicht halverwege stopgezet om de camera te beschermen. [AVCHD] films:
de opname stopt na een continu-opname van meer dan 29 minuten en 59 seconden. Films waarvan de bestandsgrootte is ingesteld op [FHD], [HD] of [VGA] in [MP4]:
de opname stopt na een continu-opname van meer dan 29 minuten en 59 seconden of als de bestandsgrootte meer is dan 4 GB.
• Aangezien de bestandsgrootte toeneemt met [FHD], zijn opnamen met [FHD] korter dan
29 minuten en 59 seconden.
Films waarbij de bestandsgrootte is ingesteld op [4K] in [MP4]:
de opname stopt na een continue opname van 29 minuten en 59 seconden. (U kunt zonder onderbreking doorgaan met opnemen, zelfs als het bestand groter wordt dan 4 GB. De film wordt
dan in afzonderlijke bestanden opgenomen en afgespeeld.)
De maximale continue opnameduur wordt op het scherm aangeduid.
9m00s 20m00s 42m00s 1h20m
Wisselen tussen de weergave van het aantal op te nemen beelden en de beschikbare opnameduur
→ [Voorkeuze]→[Rest-aanduiding]
[
] (Resterende opnamen):
het aantal beelden dat u kunt opnemen. [ ] (Resterende tijd): de resterende opnameduur.
Aantal op te nemen beelden
Beschikbare opnameduur
De kaart
32
SQW0426
Page 33
Voorbereidingen

Het scherm openen/afstellen

Plaats uw vinger in de spleet rechts
1
van het scherm en open het scherm naar links (maximaal 180°)
Het scherm kan 180° draaien in de
2
richting van de lens
Plaats het scherm weer in de
3
oorspronkelijke positie
• Draai het scherm alleen als dit ver genoeg is geopend, en gebruik niet teveel kracht. Hierdoor kan dit apparaat beschadigd raken.
Opnamen met vrij perspectief
U kunt het scherm naar wens draaien. Dit is handig, omdat u daardoor vanuit diverse hoeken foto’s kunt maken door het scherm te draaien.
• Zorg dat u het AF-assistlampje niet blokkeert met uw vingers of andere objecten.
Opnamen met hoog perspectief Opnamen met laag perspectief
Sluit het scherm als u het niet gebruikt zo dat het scherm aan de binnenkant zit en beschermd is
tegen vuil en krassen.
33
SQW0426
Page 34
Voorbereidingen

De klok instellen

Bij verzending van de camera is de klok niet ingesteld.
Zet de camera aan
1
• De statusindicator gaat branden als u het apparaat aanzet.
• Als het taalkeuzescherm niet wordt weergegeven, gaat u naar stap 4.
Druk op [MENU/SET] terwijl het bericht
2
wordt weergegeven
Druk op om de taal te selecteren en druk op [MENU/SET]
3
• Het bericht [Aub klok instellen] verschijnt.
Druk op [MENU/SET]
4
Druk op om de items (jaar, maand,
5
dag, uur, minuut) te selecteren en druk op
om deze in te stellen
De volgorde van weergave of tijdindeling instellen
• Selecteer [Indeling] en druk op [MENU/SET] om het instellingenscherm voor de volgorde van weergave en de tijdindeling te openen.
: Plaatselijke tijd
: Tijd op bestemming
Stijl
Volgorde van weergave
Druk op [MENU/SET]
6
Als [De klokinstelling is voltooid.] wordt weergegeven, drukt u
7
op [MENU/SET]
34
Tijdindeling
SQW0426
Page 35
Voorbereidingen
De klok instellen
Als [Gelieve de thuiszone instellen] wordt weergegeven, drukt
8
u op [MENU/SET]
Druk op om uw thuiszone in te
9
stellen en druk op [MENU/SET]
Als de klok niet is ingesteld, kan de juiste datum niet worden afgedrukt wanneer u een fotostudio
opdracht geeft de foto af te drukken of wanneer u de datum op de foto’s afdrukt met [Tekst afdr.].
Naam stad of regio
Huidige tijd
Verschil met GMT
(Greenwich Mean Time)

Tijdinstellingen wijzigen

Selecteer [Klokinst.] in het menu [Set-up]
1
• Zie voor meer informatie over het instellen van het menu (→56)
Stel de datum en tijd in (voer stap 5 - 6 uit. (→34))
2
De klokinstellingen worden ongeveer 3 maanden bewaard, zelfs nadat de batterij wordt
verwijderd, mits een volledig opgeladen batterij in de camera was geïnstalleerd 24 uur voordat de klok werd ingesteld.
35
SQW0426
Page 36

Basisbediening

De camera vasthouden

Houd de camera voorzichtig vast met beide handen, met uw armen strak tegen uw lichaam en uw voeten iets uit elkaar.
• Zorg dat u de flitser, het AF-assistlampje, de microfoon of luidspreker niet blokkeert met uw vingers of andere objecten.
• Zorg dat de camera niet beweegt op het moment dat u op de ontspanknop drukt.
• Vergeet niet de lensdop te verwijderen tijdens opnamen.
• Zorg dat u stevig en stabiel staat en dat u niet in botsing kunt komen met personen of objecten in de buurt terwijl u foto’s maakt.
AF-assistlampje Microfoon
Luidspreker
• Pak de lensbuis niet vast terwijl u foto’s maakt. Uw vinger kan bekneld raken als de lens wordt ingeklapt.
Informatie over de richtingsdetectiefunctie
Foto’s die worden gemaakt terwijl de camera verticaal wordt gehouden, kunnen tijdens het afspelen automatisch staand worden weergegeven. (Alleen als [Scherm roteren] is ingesteld op [ON].)
• De richtingsdetectiefunctie werkt mogelijk niet juist als er beelden worden opgenomen wanneer de camera omhoog of omlaag wordt gericht.
• Films en 4K Burst-bestanden die zijn opgenomen met de 4K-fotofunctie worden niet verticaal weergegeven.
36
SQW0426
Page 37
Basisbediening

Knoppen/ringen/hendels voor opnamen

Zoomhendel/hendel zijkant (Zoom gebruiken)

Met de zoomhendel of de hendel aan de zijkant kunt u bepalen welk gebied u gaat opnemen.
• Als u de zoeker gebruikt om foto’s te maken en met de hendel aan de zijkant een zoombewerking doet, blijft de camera stabiel en voorkomt u een bewogen foto.
• U kunt de zoomfunctie ook gebruiken via het aanraakscherm. (→205)
Raadpleeg voor meer informatie over (het gebruik van) zoomtypen (→201).
Zoomhendel Hendel zijkant
Zoomhendel verplaatsen
1
T-zijde: tele, het onderwerp vergroten W-zijde: groothoek, groter gebied fotograferen
Grote draaiafstand: hoge zoomsnelheid Kleine draaiafstand: lage zoomsnelheid
Raak de lensbuis tijdens het zoomen niet aan.
Stel scherp nadat u de zoominstelling hebt aangepast.
U hoort mogelijk een ratelend geluid en voelt de camera trillen als u de zoomhendel of de hendel
aan de zijkant gebruikt, maar dit is normaal.
Hendel zijkant verschuiven
1
Grote schuifafstand: hoge zoomsnelheid Kleine schuifafstand: lage zoomsnelheid
37
SQW0426
Page 38
Basisbediening
Knoppen/ringen/hendels voor opnamen

Ontspanknop (Foto’s maken)

• Druk op de [ ]-knop ( ) om de aandrijfstand in te stellen op [ ] ([Enkel]).
Druk de ontspanknop half in (lichtjes drukken) om
1
scherp te stellen op het onderwerp
• De diafragmawaarde en de sluitertijd worden weergegeven. (Als de diafragmawaarde en de sluitertijd in rood worden weergegeven en knipperen, hebt u niet de juiste belichting, tenzij
u de flitser gebruikt.)
Scherpstelaanduiding
( Scherpstelling is goed:
brandt Scherpstelling is niet goed:
knippert)
Diafragmawaarde
Druk de ontspanknop volledig in en maak de foto
2
Zolang [Prio. focus/ontspan] (→144) ingesteld staat op [FOCUS] kunnen er alleen foto’s
worden gemaakt wanneer de scherpstelling goed is.
Ook als u tijdens een menubewerking of bij het afspelen van beelden de ontspanknop half indrukt,
is de camera onmiddellijk klaar voor opnamen.
Scherpstelbereik
Het scherpstelbereik verschijnt als u de zoom gebruikt
• Het scherpstelbereik is rood als niet goed is scherpgesteld nadat u de ontspankop half hebt ingedrukt.
Scherpstelbereik
Het scherpstelbereik kan geleidelijk veranderen afhankelijk van de zoompositie.
38
Sluitertijd
SQW0426
Page 39
Basisbediening
Knoppen/ringen/hendels voor opnamen
Voorbeeld: Scherpstelbereik in de Programma AE-modus
2 m
30 cm
Foto’s weergeven meteen nadat ze zijn gemaakt
→ [Voorkeuze]→[Auto review]
Hiermee stelt u de tijd in om de gemaakte foto’s na het fotograferen weer te
[Tijdsduur]
[Prior. afspeelbewerking]
• Als [Tijdsduur] is ingesteld op [HOLD], wordt [Prior. afspeelbewerking] vastgezet op [ON].
• Als u opneemt met de 4K-fotofunctie (→164), worden de beschikbare instellingen voor [Tijdsduur] in [Auto review] gewijzigd in [ON] en [OFF]. [Prior. afspeelbewerking] wordt vastgezet op [ON].
geven.
[HOLD]: foto’s weergeven totdat u de ontspanknop half indrukt [5SEC] / [4SEC] / [3SEC] / [2SEC] / [1SEC] / [OFF]
[ON]: In [Auto review] kunt u schakelen naar het afspeelscherm of beelden
verwijderen.
[OFF]: In [Auto review] kunt u dezelfde knoppen gebruiken als bij het maken
van een foto.

Filmknop (Films opnemen)

Druk op de filmknop om bewegende beelden op te
1
nemen
• Na indrukken laat u de filmknop onmiddellijk weer los.
Druk nogmaals op de filmknop om te stoppen met filmen
2
39
SQW0426
Page 40

Modusknop (Opnamemodus selecteren)

Stel in op de gewenste opnamemodus
1
• Draai de modusknop langzaam om de gewenste modus te selecteren.
Intelligent Auto modus (→76)
Foto’s opnemen met automatische instellingen. Intelligent Auto Plus modus (→82)
De helderheid (belichting) en kleurbalans naar wens aanpassen.
Programma AE-modus (→84) Foto’s opnemen met automatische instellingen voor sluitertijd en diafragmawaarde.
Lensopening-Prioriteit AE-modus (→86) Diafragma instellen en vervolgens foto’s opnemen.
Sluiter-Prioriteit AE-modus (→87) Sluitertijd instellen en vervolgens foto’s opnemen.
Handmatige Belichtingsmodus (→88) Diafragma en sluitertijd instellen en vervolgens foto’s opnemen.
Creatieve Videomodus (→108) Diafragma en sluitertijd instellen en vervolgens films opnemen.
*
U kunt in deze modus geen foto’s maken.
Voorkeuzemode (→111) Foto’s opnemen met vooraf geregistreerde instellingen.
Panorama Shot-modus (→93) Neem panoramafoto’s op.
Scene Guide modus (→96) Foto’s maken met scènemodi.
Creative Control modus (→101) Maak foto’s door uw favoriete foto-effect te selecteren.
Basisbediening
Knoppen/ringen/hendels voor opnamen

Hendel focusmodus

Stel de scherpstelbewerking in die moet worden uitgevoerd als u de ontspanknop half indrukt.
Positie van de hendel
focusmodus
[AFS/AFF] / [AFC] Automatisch scherpstellen
[MF] Handmatig scherpstellen
Scherpstelbewerking
40
SQW0426
Page 41
Basisbediening
Knoppen/ringen/hendels voor opnamen

Functiewieltje zijkant / Functiewieltje achterop

Met het functiewieltje aan de zijkant kunt u scherpstellen, en met het functiewieltje achterop kunt u de diafragmawaarde en de sluitertijd instellen. U kunt ook items selecteren en numerieke waarden instellen.
• In deze gebruiksaanwijzing wordt de werking van deze knoppen als volgt aangeduid:
Het functiewieltje aan de zijkant draaien:
Het functiewieltje achterop draaien:
Functiewieltje zijkant
U kunt scherpstellen in de volgende gevallen:
• In de handmatige scherpstelmodus
• Bij automatisch scherpstellen (Alleen als[AF+MF] in het menu [Voorkeuze] is ingesteld op [ON] (→144))
Het functiewieltje aan de zijkant naar draaien: scherpstellen op een onderwerp dichtbij
Het functiewieltje aan de zijkant naar scherpstellen op een onderwerp verder weg
Functiewieltje achterop
U kunt de diafragmawaarde, de sluitertijd en andere items instellen in de volgende opnamemodi.
Modusknop
[ ] (→84)
] (→86)
[
] (→87)
[
[
] (→88)
1
*
U kunt deze items ook instellen met het functiewieltje aan de zijkant. (→44)
2
*
U kunt schakelen tussen het instellen van de sluitertijd en de diafragmawaarde door te drukken op
]-knop of de [Fn1]-knop.
de [
Programme Shift
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Sluitertijd / Diafragmawaarde
draaien:
Functiewieltje achterop
2
*
1
*
41
SQW0426
Page 42
Basisbediening
Knoppen/ringen/hendels voor opnamen
De items die zijn toegewezen aan de functiewieltjes achterop/aan de zijkant tijdelijk wijzigen ([Dialwerking])
U kunt de items die zijn toegewezen aan de functiewieltjes aan de zijkant/achterop tijdelijk wijzigen met de functieknop waaraan [Dialwerking] is toegewezen. [Dialwerking] is bij aankoop toegewezen aan [Fn2]. (→61)
Druk op de [Fn2]-knop
1
• Er verschijnt een aanduiding die laat zien welke items zijn toegewezen aan de functiewieltjes aan de zijkant/achterop.
• Als er geen bewerkingen worden uitgevoerd, verdwijnt de aanduiding na enkele seconden.
Draai aan het functiewieltje aan de zijkant/achterop
2
terwijl de aanduiding wordt weergegeven
• De instellingen die zijn toegewezen aan elk functiewieltje worden gewijzigd.
Druk op [MENU/SET] om in te stellen
3
• U kunt deze stap ook uitvoeren via een van de onderstaande bewerkingen:
– Druk de ontspanknop half in. – Druk op de [Fn2]-knop.
Items die tijdelijk zijn toegewezen aan de functiewieltjes aan de zijkant/achterop kunnen
alleen worden gebruikt als de aanduiding (stap weergegeven.
) of het instellingenscherm (stap 2) worden
1
Weergave van de bedieningsgids in-/uitschakelen
→ [Voorkeuze]→[Draaiknop gids]→[ON] / [OFF]
• Als u [Draaiknop gids] instelt op [ON], verschijnt de bedieningsgids op het opnamescherm.
De bedieningsgids (hierboven) blijft op het scherm zolang de tijdelijke toewijzing van het functiewieltje aan de zijkant/ achterop van kracht is.
42
Voorbeeld
SQW0426
Page 43
Basisbediening
Knoppen/ringen/hendels voor opnamen
Scènes en aanbevolen instellingen
Hier volgen enkele voorbeelden van aanbevolen toewijzingen aan het functiewieltje aan de zijkant/achterop voor scènes.
Scènes met complexe lichtbronnen en contrasten
Bij burstopnamen
Aanbevolen instellingen
• Functiewieltje zijkant: Witbalans
• Functiewieltje achterop: ISO-gevoeligheid Stel de kleurtoon in door de [Witbalans]­instelling te wijzigen met het functiewieltje aan de zijkant en stel daarna de ISO­gevoeligheid in met het functiewieltje achterop.
(Standaardinstellingen)
Aanbevolen instellingen
• Functiewieltje zijkant: Aandrijfstand
• Functiewieltje achterop: 4K-foto Schakel de Burst- of 4K-fotofunctie in door de aandrijfstand te wijzigen met het functiewieltje aan de zijkant, en stel de opnamemethode voor 4K-foto’s in door de instelling [4K-FOTO] te wijzigen met het functiewieltje achterop.
De werking van het functiewieltje aan de zijkant/achterop instellen
→ [Voorkeuze]→[Instellingen wieltje]
[Draairichting (F/SS)]
[Belichtingscomp.]
[Instelling dialwerking]
De draairichting van de wieltjes wordt gewijzigd voor het afstellen van de diafragmawaarde en de sluitertijd.
] / [ ]
[
De Belichtingscompensatie wordt toegewezen aan het functiewieltje aan de zijkant of achterop, zodat u deze instelling meteen kunt aanpassen.
] (Functiewieltje zijkant) / [ ] (Functiewieltje achterop) / [OFF]
[
De items worden ingesteld die u tijdelijk toewijst aan de functiewieltjes aan de zijkant/achterop als u drukt op de functieknop waaraan [Dialwerking] is toegewezen.
] (Bediening van functiewieltje zijkant) / [ ] (Bediening van
[ functiewieltje achterop)
• Dit zijn de items die u kunt toewijzen: – Macro-opname (→145) – [Gevoeligheid] (→155) – [Witbalans] (→118 ) – [AF mode/MF] (→128) – Aandrijfstand (→160) – [Fotostijl] (→113 ) – [Filter selecteren] (→101, 115 )
• [Schaduw markeren] gebruikt de beide functiewieltjes. Als u deze
functie aan één van de functiewieltjes toewijst, wordt deze automatisch aan beide functiewieltjes toegewezen.
– [Aspectratio] (→122) – [4K-FOTO] (→164) – [Schaduw markeren] (→117 ) – [Int.dynamiek] (→125) – [I.resolutie] (→125) – [Flitserfunctie] (→208) – [Flitser instel.] (→212)
43
SQW0426
Page 44
Basisbediening
Knoppen/ringen/hendels voor opnamen

Knop aan de zijkant

Als u tijdens opnamen drukt op de knop aan de zijkant, kunt u deze op twee manieren gebruiken:
• De steunfunctie van de scherpstelling activeren
• De werking van het functiewieltje aan de zijkant omschakelen
De steunfunctie van de scherpstelling activeren
In de automatische scherpstelmodus: als u op de knop aan de zijkant drukt, verschijnt het selectiescherm voor scherpstelling op een onderwerp dichtbij (macro-opname)*. (→145)
*
In de Intelligent Auto modus ([ ] of [ ]) is de Traking AF-functie
van toepassing. (→132)
Bij handmatig scherpstellen: als u drukt op de knop zijkant, activeert u de automatische scherpstelmodus voor één opname (Eenmalige AF). (→149)
De werking van het functiewieltje aan de zijkant omschakelen
Stel het menu in
→ [Voorkeuze]→[Instelling zijknop]→[F/SS]
Druk op de knop aan de zijkant
• U kunt het functiewieltje aan de zijkant draaien om de diafragmawaarde en de sluitertijd in te stellen. U wijzigt de instelfunctie van het functiewieltje aan de zijkant telkens wanneer u op de knop aan de zijkant drukt. Instelling van diafragmawaarde of sluitertijd
Scherpstelling (→144, 147)
Selecteer [AF /FOCUS] in stap om de standaardinstelling te herstellen.
In de handmatige belichtingsmodus kunt u de diafragmawaarde instellen met het functiewieltje
aan de zijkant en de sluitertijd met het functiewieltje achterop. Als u op de knop [ drukt, kunt u de instelfunctie van beide wieltjes verwisselen.
44
] of [Fn1]
SQW0426
Page 45
Knoppen/ringen/hendels voor opnamen

Cursortoets / [MENU/SET]-knop (Items selecteren/instellen)

Druk op de cursortoets Hiermee kunt u items selecteren, waarden instellen, enzovoort. Druk op [MENU/SET] om de selecties, instellingen, enzovoort, te bevestigen.
• In deze handleiding duiden we de knop die u dient te gebruiken aan met
• Ook als de camera wordt bediend via het aanraakscherm, kunt u de cursortoets en de [MENU/SET]-knop gebruiken indien u de aanduiding ziet die hier rechts wordt afgebeeld.
• Ook in menuschermen, enzovoort waarin deze aanduiding niet verschijnt, kunt u deze knoppen gebruiken voor instellingen en selecties.
• Als [Cursortoets vergrend.] is toegewezen aan de functieknop, kunt u de werking van de cursortoets en de [MENU/SET]-knop uitschakelen. (→62)
.
Basisbediening
45
SQW0426
Page 46
Basisbediening
Knoppen/ringen/hendels voor opnamen

[DISP.]-knop (Informatieweergave aan-/uitzetten)

Druk op [DISP.] om de weergave aan of uit te zetten
1
• Als er geen informatie meer wordt getoond op het scherm omdat er al enige tijd geen bewerking is uitgevoerd, kunt u op de [DISP.]-knop drukken of het scherm aanraken om de informatie opnieuw weer te geven.
Tijdens de opname
U kunt [Scherm disp. stijl] en [LVF disp. stijl] in het menu [Voorkeuze] gebruiken om ofwel [ ] (Weergave-indeling stijl scherm) of [ ] (Weergave-indeling stijl Live zoeker) te selecteren voor de weergave op het scherm en de zoeker.
[ ] Weergave-indeling stijl scherm (Voorbeeldweergave van scherminformatie)
Met informatie Zonder informatie
p
50
Met informatie
+
waterpas
p
50
Zonder informatie
+
waterpas
Uitgeschakeld
Opnamegegevens op
[ ] Weergave-indeling stijl Live zoeker (Voorbeeld van zoekerweergave)
Met informatie
Met informatie
(Detailinformatie) Met informatie
p
50
*
Dit scherm verschijnt alleen als [Scherm info stijl] in het menu [Voorkeuze] is ingesteld op [ON].
+
waterpas
p
50
(Detailinformatie)
Met informatie
(→48) U kunt de instellingen direct aanpassen door een van de items op het scherm aan te raken.
46
scherm
+
waterpas
*
SQW0426
Page 47
Basisbediening
Knoppen/ringen/hendels voor opnamen
Omschakelen naar de schermweergave
→ [Voorkeuze]→[Scherm disp. stijl]
[
]: Weergave-indeling stijl Live zoeker
[ ]: Weergave-indeling stijl scherm
Omschakelen naar de zoekerweergave
→ [Voorkeuze]→[LVF disp. stijl]
[
]: Weergave-indeling stijl Live zoeker
[ ]: Weergave-indeling stijl scherm
Histogramweergave in/-uitschakelen
→ [Voorkeuze]→[Histogram]→[ON] / [OFF]
Als dit is ingesteld op [ON], kunt u de weergavepositie van het histogram verplaatsen door te drukken op .
• Aanraakbediening is ook mogelijk op het opnamescherm.
Geeft de verdeling van de helderheid in het beeld weer – als de grafiek bijvoorbeeld een piek aan de rechterkant heeft, betekent dit dat er verschillende lichte gedeelten op het beeld staan. Een piek in het midden wijst op optimale
helderheid (juiste belichting). Dit kunt u gebruiken als
vingerwijzing voor de belichtingscompensatie e.d.
Wanneer het histogram niet hetzelfde is als van het opgenomen beeld in de volgende
omstandigheden, wordt het histogram in oranje weergegeven:
• Als het hulpmiddel voor handmatige belichting andere instellingen aangeeft dan 0 EV in de handmatige belichtingsmodus of tijdens de belichtingscompensatie.
• Als de flitser afgaat.
• Als de correcte belichting niet wordt bereikt of als de helderheid van het scherm niet goed kan worden weergegeven op een donkere locatie.
Het histogram is anders dan de histogrammen die worden weergegeven in de
beeldbewerkingssoftware op een computer.
(Bijvoorbeeld)
Donker ← OK → Licht
47
SQW0426
Page 48
Basisbediening
Knoppen/ringen/hendels voor opnamen
Weergave van de richtlijn in/-uitschakelen
→ [Voorkeuze]→[Richtlijnen]→[ ] / [ ] / [ ] / [OFF]
• De richtlijn wordt niet weergegeven tijdens het opnemen van panoramabeelden.
Als u
[ ]
selecteert, kunt u de positie van de richtlijn verplaatsen door te drukken op
.
U kunt de positie ook rechtstreeks instellen als u [ ] aanraakt op de richtlijn van het opnamescherm.
Opnamegegevens op het scherm in/-uitschakelen
→ [Voorkeuze]→[Scherm info stijl]→[ON] / [OFF]
De waterpas gebruiken
Als u zeker wilt weten dat de camera niet schuin staat of kantelt, bijvoorbeeld als u een beeld van een landschap opneemt, gebruikt u de waterpasindicatie als referentie.
Druk op [DISP.] om de waterpas weer te geven
1
De gele lijn duidt de huidige camerahoek aan. Corrigeer de hoek van de camera zodat deze overeenkomt met de witte lijn.
Omhoog of omlaag gekanteld
• In dit geval is deze omhoog gericht.
Naar links of rechts gekanteld
• In dit geval is de rechterkant omlaag gezakt.
• Wanneer de camera zeer weinig of helemaal niet gekanteld is, wordt de waterpas groen.
Ook als de hoek meer of minder wordt gecorrigeerd, is een afwijking van ongeveer 1 graad
mogelijk. Als de [Niveaumeting] is toegewezen aan een functieknop, kunt u de waterpas aan- en uitzetten
door op de functieknop te drukken. Wellicht wordt de waterpas niet correct weergegeven of werkt de richtingsdetectiefunctie (→36)
niet goed als u foto’s maakt met de camera sterk omhoog of omlaag gericht.
48
SQW0426
Page 49
Basisbediening
Knoppen/ringen/hendels voor opnamen
Tijdens het afspelen
Met informatie
1
*
Tijdens zoom afspelen, films afspelen, automatisch schuivende weergave van panoramafoto’s,
continu afspelen of diashow afspelen: u kunt het scherm alleen in- of uitschakelen.
2
*
Dit scherm verschijnt alleen als [Highlight] (hieronder) in het menu [Voorkeuze] is ingesteld op [ON].
3
*
Als gedurende een aantal seconden geen bewerkingen worden uitgevoerd, verdwijnen [ ] en
detailinformatie
Weergave met
10:00 1.DEC.2015
100-0001
1
*
Histogramweergave
R
G
B
Y
100-00011/98
andere aanraakpictogrammen.
• Tijdens het afspelen wordt een afzonderlijk histogram weergegeven voor elke kleur,
waaronder R (rood), G (groen), B (blauw), en Y (helderheid).
1
*
Zonder informatie
([Highlight])
1, *2, *3
*
Zonder informatie
Weergave van overbelichte gebieden in/-uitschakelen
3
*
→ [Voorkeuze]→[Highlight]→[ON] / [OFF]
U kunt overbelichte gebieden (gebieden die te licht zijn en waar geen grijstinten zijn) laten
knipperen op het scherm wanneer de functie [Auto review] is geactiveerd of tijdens het afspelen. Dit heeft geen invloed op de opgenomen beelden.
• Om overbelichte gebieden te voorkomen, neemt u een beeld op door negatieve belichtingscompensatie (→47) in te stellen, waarbij u de histogramweergave (→154) enzovoort als referentie gebruikt.
• Deze functie wordt uitgeschakeld tijdens meerdere afspelen, kalender afspelen of zoom afspelen.
49
SQW0426
Page 50
Knoppen/ringen/hendels voor opnamen

[LVF]-knop (Beelden opnemen met de zoeker)

Schakelen tussen het scherm en de zoeker
Basisbediening
U kunt de knop [LVF ]/[Fn4] op twee manieren gebruiken: als [LVF ]-knop of als functieknop [Fn4]. Bij aankoop kunt u deze knop gebruiken als de [LVF ]-knop.
• Voor meer informatie over de functieknop gaat u naar
(→61).
Druk op de [LVF ]-knop
1
Automatisch schakelen
tussen zoeker en scherm
De diopterinstelling
Stel de diopterinstelring in door deze te draaien totdat u de lettertekens in de zoeker duidelijk kunt zien.
Zoekerweergave Schermweergave
Oogsensor
[LVF ]-knop
50
SQW0426
Page 51
Basisbediening
Knoppen/ringen/hendels voor opnamen
Automatisch schakelen tussen zoeker en scherm
Voor automatisch schakelen tussen de zoeker en het scherm schakelt de oogsensor de weergave automatisch naar de zoeker wanneer uw oog of een object in de buurt komt van de zoeker.
• De oogsensor werkt mogelijk niet correct, afhankelijk van de vorm van uw bril, de manier waarop u de camera vasthoudt en of het oculair en de omgeving aan sterk licht worden blootgesteld. Gebruik in dat geval de [LVF ]-knop om de weergave te schakelen.
• Tijdens het afspelen van een film of diashow schakelt de oogsensor de weergave niet automatisch naar de zoeker.
De gevoeligheid van de oogsensor instellen of de weergave schakelen tussen zoeker en scherm
→ [Voorkeuze]→[Oogsensor]
[Gevoeligheid]
[LVF/Scherm]
Met deze instelling stelt u de gevoeligheid van de oogsensor in.
[HIGH] / [LOW]
Met deze instelling schakelt u de weergave tussen de zoeker en het scherm.
[LVF/MON AUTO] (Automatisch schakelen tussen zoeker en scherm) / [LVF ] (Zoekerweergave) / [MON] (Schermweergave)
• Nadat u de weergave hebt omgeschakeld met de [LVF ]-knop, verandert ook de instelling van [LVF/Scherm].
De scherpstelling wel of niet automatisch aanpassen bij activering van de oogsensor
→ [Voorkeuze]→[Oogsensor AF]→[ON] / [OFF]
• Zelfs als [Oogsensor AF] is ingesteld en de camera de scherpstelling automatisch aanpast, hoort u geen pieptoon.
• [Oogsensor AF] werkt mogelijk niet bij weinig licht.
51
SQW0426
Page 52
Basisbediening

Aanraakscherm (Aanraakbediening)

Dit apparaat heeft een capacitief aanraakscherm. Raak het scherm rechtstreeks aan met een onbedekte vinger.
Aanraken
Raak het scherm aan en laat weer los. Mik op het midden van het gewenste pictogram.
Slepen
Plaats uw vinger op het aanraakscherm en verschuif uw vinger. Hiermee kunt u ook vooruit of achteruit door de beelden gaan bij het afspelen, enzovoort.
Knijpen (spreiden/knijpen)
Spreid op het aanraakscherm uw 2 vingers (uit elkaar) om in te zoomen en knijp uw 2 vingers (naar elkaar toe) om uit
te zoomen.
Aanraakbediening in-/uitschakelen
→ [Voorkeuze]→[Touch inst.]
[Touch scherm]
[Touch tab]
[Touch AF]
[Touchpad AF]
Volledige aanraakbediening. Indien ingesteld op [OFF], kunt u alleen de knoppen en wieltjes gebruiken.
[ON] / [OFF]
Bediening om de aanraakpictogrammen weer te geven door tabs aan de rechterkant van het scherm, zoals [
[ON] / [OFF]
Bediening om de scherpstelling of zowel de scherpstelling als de helderheid te optimaliseren voor het aangeraakte onderwerp. [AF] (→137) / [AF+AE] (→142) / [OFF]
Bediening om het AF-gebied te verplaatsen door het scherm aan te raken wanneer de zoeker in gebruik is. (→141)
[EXACT] / [OFFSET] / [OFF]
52
], aan te raken.
SQW0426
Page 53
Basisbediening
Aanraakscherm (Aanraakbediening)
Raak het scherm aan met een schone en droge vinger.
Als u in de handel verkrijgbaar beschermfolie voor het scherm gebruikt, volgt u de bijbehorende
instructies. (Sommige beschermfolies kunnen de zichtbaarheid of de werking belemmeren.)
Druk niet op het scherm met een harde punt, zoals een balpen.
Druk niet met uw vingernagels op het aanraakscherm.
Veeg vingerafdrukken of ander vuil van het scherm met een zachte, droge doek.
Druk niet te hard op het scherm en maak geen krassen.
In de volgende situaties werkt het aanraakscherm wellicht niet goed.
• Als u bij het aanraken een handschoen draagt
• Als het aanraakscherm nat is
• Als er meerdere handen of vingers tegelijk op het scherm worden geplaatst
53
SQW0426
Page 54
Basisbediening
Aanraakscherm (Aanraakbediening)

Het scherm aanraken voor een opname (Aanraaksluiterfunctie)

Opnamemodus:
Met deze functie kunt u vlot scherpstellen en foto’s maken, eenvoudig door aanraking van onderwerpen die op het scherm verschijnen.
Raak [ ] aan
1
Raak [ ] aan
2
• Het pictogram verandert in [ ] en u kunt doorgaan met de aanraaksluiteropname.
Raak het onderwerp aan dat u wilt opnemen
3
De aanraaksluiterfunctie uitschakelen → Raak [ ] aan.
Indien de opname met de aanraaksluiter mislukt, wordt het AF-gebied rood en verdwijnt daarna.
De helderheid wordt gemeten op de aangeraakte plek als de [Meetfunctie] (→158) is ingesteld op
]. Aan de rand van het scherm kan de meting worden beïnvloed door de helderheid rondom
[ de aangeraakte plek.
54
SQW0426
Page 55
Basisbediening
Aanraakscherm (Aanraakbediening)

De helderheid van een specifiek gebied eenvoudig optimaliseren ([Touch AE])

Opnamemodus:
U kunt de helderheid van de aangeraakte plek gemakkelijk optimaliseren. Als een gezicht op het scherm te donker is, kunt u het scherm en daarmee het gezicht helderder maken.
Raak [ ] aan
1
Raak [ ] aan
2
• Het instelscherm voor de positie van de helderheidsoptimalisatie wordt weergegeven.
• [Meetfunctie] wordt ingesteld op [ gebruikt voor [Touch AE].
Raak het onderwerp aan waarvan u de helderheid wilt
3
optimaliseren
• Raak [Reset] aan als u de positie van de helderheidsoptimalisatie weer naar het midden wilt brengen.
]. Dit wordt uitsluitend
Raak [Inst.] aan
4
De [Touch AE]-functie annuleren Raak [
Deze functie is niet beschikbaar in de volgende situaties:
] aan
• [Meetfunctie] keert terug naar de oorspronkelijke instelling en de positie van de helderheidsoptimalisatie wordt geannuleerd.
• Als u de digitale zoom gebruikt
• Tijdens [Film in hoge snelheid]-opnamen
• Als [Touch AF] in [Touch inst.] van het menu [Voorkeuze] is ingesteld op [AF+AE] (→52)
55
ResetReset
Inst.Inst.
SQW0426
Page 56
Basisbediening

Het menu instellen

Via het menu kunt u camera- en opnamefuncties instellen, afspeelfuncties bedienen en andere bewerkingen uitvoeren.
In deze gebruiksaanwijzing worden stappen voor het instellen van een menuonderdeel als volgt beschreven:
Voorbeeld: De instelling [Kwaliteit] wijzigen van [ ] naar [ ] in het menu [Opname]
→ [Opname]→[Kwaliteit]→[ ]

Het menu instellen

U kunt het menu op twee manieren instellen: via aanraakbediening waarbij u het scherm aanraakt en via knopbediening waarbij u de cursortoets indrukt en het functiewieltje aan de zijkant of achterop draait.
• De menutypen en onderdelen die worden weergegeven kunnen per modus verschillend zijn.
• De instelmethoden variëren per menu-onderdeel.
Druk op [MENU/SET] om het menu te openen
1
56
[Opname]
(→336)
[Bewegend beeld]
(→337)
[Voorkeuze]
(→338)
[Set-up]
(→339)
[Afspelen]
(→339)
U kunt items instellen zoals de beeldverhouding, het aantal pixels, 4K-foto, enzovoort.
U kunt het opnameformaat en beeldkwaliteit en andere instellingen selecteren.
U kunt de bediening van het apparaat, zoals de weergave van het scherm en de knopbediening, instellen volgens uw voorkeur. Ook kunt u de gewijzigde instellingen registreren.
U kunt instellingen wijzigen om het apparaat gebruiksvriendelijker te maken door bijvoorbeeld de klokinstellingen en het volume van de pieptoon te wijzigen. Ook kunt u instellingen van de Wi-Fi-functie wijzigen.
U kunt opgenomen beelden beveiligen of bijsnijden, of u kunt afdrukinstellingen en andere instellingen voor de opgenomen beelden opgeven.
SQW0426
Page 57
Schakelen tussen menutypen
Druk op Druk op om een menupictogram te selecteren zoals [ ]
• U kunt items ook selecteren met het functiewieltje aan de zijkant.
Druk op [MENU/SET]
Bij bediening via het aanraakscherm
Raak een menupictogram aan zoals [
]
Basisbediening
Het menu instellen
Menutype
Druk op om het menu-item te selecteren en druk
2
op [MENU/SET]
• U kunt het menu-item ook selecteren met het functiewieltje achterop.
• U kunt ook naar de volgende pagina schakelen met de [DISP.]-knop of met de zoomhendel.
Bij bediening via het aanraakscherm
Raak het menu-item aan
• U kunt naar de volgende pagina schakelen door [ ]/[ ] aan te raken.
Druk op om de instelling te selecteren en druk op
3
[MENU/SET]
• U kunt de instelling ook selecteren met het functiewieltje achterop.
Bij bediening via het aanraakscherm
Raak de instelling aan om deze te bevestigen
Pagina
Onderdeel
Geselecteerde instelling
Instellingen
57
SQW0426
Page 58
Druk herhaaldelijk op de knop [Q.MENU ]
4
totdat het opnamescherm of het afspeelscherm weer verschijnt
• Tijdens het opnemen kunt u het menuscherm ook verlaten door de ontspankop half in te drukken.
Bij bediening via het aanraakscherm
Raak [
] aan
Als [Menu hervatten] (→72) in het menu [Set-up] is ingesteld op [ON], verschijnt
opnieuw het laatst weergegeven scherm nadat u het menu-item selecteerde. Dit is bij aankoop ingesteld op [ON]. Als [Menu-informatie] (→72) in het menu [Set-up] is ingesteld op [ON],
verschijnen de beschrijvingen van de menu-items en instellingen op het menuscherm.
Basisbediening
Het menu instellen
58
SQW0426
Page 59
Basisbediening
Veelgebruikte menu’s snel openen
U kunt bepaalde menu-items snel activeren en instellen.
• Sommige items of instellingen kunnen niet worden geselecteerd als de camera in een bepaalde modus of weergavestijl is gezet.
U kunt de knop [Q.MENU ]/[Fn3] op twee manieren gebruiken: als [Q.MENU] of als functieknop [Fn3]. Bij aankoop werkt de knop als [Q.MENU ]-knop.
• Voor meer informatie over de functieknop gaat u naar (→61).
Druk op de [Q.MENU ]-knop
1
Draai het functiewieltje aan de zijkant
2
of de zoomhendel om een menu-item te
(Quick-menu)
p
50
selecteren
• U kunt het menu-item ook selecteren met .
p
Draai het functiewieltje achterop om de
3
instelling te selecteren
• U kunt de instelling ook selecteren met .
Druk op de [Q.MENU ]-knop om het
4
Quick-menu te sluiten
50
Het Quick-menu gebruiken op het informatie-opnamescherm
(→46) of [
(Druk herhaaldelijk op de [DISP.]-knop totdat het scherm verschijnt.)
Druk op de [Q.MENU ]-knop Draai het functiewieltje achterop om een item te selecteren Draai het functiewieltje aan de zijkant om een instelling te selecteren Druk op de knop [Q.MENU ] om de instelling vast te zetten
• U kunt dit ook instellen met
] (schermstijl)
en [MENU/SET].
59
SQW0426
Page 60
Basisbediening
Veelgebruikte menu’s snel openen (Quick-menu)
De instelmethode voor items van het Quick-menu omschakelen
→ [Voorkeuze]→[Q.MENU]
[PRESET]: u kunt de standaarditems instellen. [CUSTOM]: het Quick-menu bevat de gewenste items (hieronder).

Een item toevoegen aan het Quick-menu

Als [Q.MENU] in het menu [Voorkeuze] is ingesteld op [CUSTOM] (hierboven), kunt u het Quick-menu naar wens aanpassen. U kunt tot 15 items instellen in het Quick-menu.
Nadat u op de knop [Q.MENU ] hebt gedrukt, drukt
1
u op om [ ] te selecteren. Druk daarna op [MENU/SET]
Druk op om het menu-item in de bovenste rij
2
te selecteren en druk op [MENU/SET]
• Items in de bovenste rij kunnen worden ingesteld, zelfs als ze grijs worden weergegeven.
Druk op om de lege ruimte in de onderste rij te
3
selecteren en druk op [MENU/SET]
• U kunt het menu-item ook instellen door het van de bovenste naar de onderste rij te slepen.
• Als er geen lege ruimte is in de onderste rij, kunt u een bestaand item vervangen door een nieuw item door het bestaande item te selecteren.
• Om de instelling te annuleren gaat u met Selecteer het item dat u wilt annuleren en druk op [MENU/SET].
Druk op de knop [Q.MENU ]
4
• Het scherm uit stap 1 verschijnt weer. Druk op [MENU/SET] om naar het opnamescherm te schakelen.
naar de onderste rij.
Bovenste rij: Items die u kunt instellen
Onderste rij: Ingestelde items
60
SQW0426
Page 61
Basisbediening
Veelgebruikte functies toewijzen aan knoppen
(Functieknoppen)
U kunt veelgebruikte functies toewijzen aan bepaalde knoppen ([Fn1] - [Fn4]) of pictogrammen op het scherm ([Fn5] - [Fn9]).
• Bepaalde functies kunnen niet aan bepaalde functieknoppen worden toegewezen.
• De functie die aan een functieknop is toegewezen werkt wellicht niet in sommige modi of schermen.
Stel het menu in
1
2 3
4
→ [Voorkeuze]→[Fn knopinstelling]
Gebruik om [Instelling in opnamemodus] of [Instelling in afspeelmodus] te selecteren en druk op [MENU/SET]
Druk op om de functieknop te selecteren waaraan u een functie wilt toewijzen en druk op [MENU/SET]
Druk op om de functie te selecteren die u wilt toewijzen en druk op [MENU/SET]
• Voor informatie over de functies die u kunt toewijzen in [Instelling in opnamemodus] gaat u naar (→62).
• Voor informatie over de functies die u kunt toewijzen in [Instelling in afspeelmodus] gaat u naar (→63).
• Selecteer [Terug naar standaard] om de standaardinstellingen van de functieknop te herstellen.
De instellingen van de functieknop configureren via het scherm met opnamegegevens
U kunt ook [ van stap 2 te openen.
] aanraken op het scherm met opnamegegevens (→46) om het scherm
61
SQW0426
Page 62
Veelgebruikte functies toewijzen aan knoppen (Functieknoppen)

De functieknoppen gebruiken tijdens een opname

Druk op de functieknop om de toegewezen functie te gebruiken.
Functieknoppen gebruiken met aanraakbediening
Raak [ ] aan
Raak [Fn5], [Fn6], [Fn7], [Fn8] of [Fn9] aan
Functies die kunnen worden toegewezen in [Instelling in opnamemodus]
[Opname]-menu/Opnamefuncties
*
• [Belichtingscomp.] (→154):
*
[Fn1]
• [Wi-Fi] (→257): [Fn5]
• [Q.MENU] (→59): [Fn3]
• [LVF/Scherm] (→50): [Fn4]
• [AF/AE LOCK] (→152)
• [AF AAN] (→143, 152)
• [Macro stand] (→145)
• [Voorvertoning] (→90)
• [1x drukken-AE] (→92)
• [Touch AE] (→55)
• [Niveaumeting] (→48):
*
[Fn6]
• [Focus instellen]
• [Cursortoets vergrend.]
• [Snapfilm] (→221): [Fn8]
• [Filmopnamestnd] (→218)
• [Stille modus] (→191)
• [Peaking] (→151)
• [Histogram] (→47): [Fn7]
• [Richtlijnen] (→48)
• [Zebrapatroon] (→196)
*
Functieknopinstellingen bij aankoop
*
*
*
*
*
• [Dialwerking] (→42): [Fn2]
• [Fotostijl] (→113 )
• [Filter selecteren] (→115 )
• [Aspectratio] (→122)
• [Fotoresolutie] (→122)
• [Kwaliteit] (→123)
• [AFS/AFF] (→129)
• [Meetfunctie] (→158)
• [Burstsnelh.] (→161)
• [4K-FOTO] (→164): [Fn9]
• [Auto bracket] (→178)
• [Zelfontspanner] (→180)
• [Schaduw markeren] (→117 )
[Bewegend beeld]-menu
• [Foto/film] (→220)
[Voorkeuze]-menu
• [Zwart-wit Live View] (→197)
• [Opn.gebied] (→215)
• [Zoomschakelaar] (→204)
• [Zijhendel] (→204)
• [Touch scherm] (→52)
• [Int.dynamiek] (→125)
• [I.resolutie] (→125)
• [HDR] (→126)
• [Sluitertype] (→159)
• [Flitserfunctie] (→208)
• [Flitser instel.] (→212)
• [i.Zoom] (→202)
• [Dig. zoom] (→203)
• [Stabilisatie] (→199)
*
• [Gevoeligheid] (→155)
• [Witbalans] (→118 )
• [AF mode/MF] (→128)
• Aandrijfstand (→160)
• [Terug naar standaard]
Basisbediening
62
SQW0426
Page 63
Basisbediening
Veelgebruikte functies toewijzen aan knoppen (Functieknoppen)
Als [Focus instellen] is toegewezen aan een functieknop, kunt u het positie-instelscherm van het
AF-gebied of MF Assist weergeven. Als [Cursortoets vergrend.] is toegewezen aan een functieknop, wordt de werking van de
cursortoets en de [MENU/SET]-knop uitgeschakeld. Om de werking weer in te schakelen, drukt u nogmaals op de functieknop. Als [Stabilisatie] is ingesteld, kunt u alleen de [Bedieningsstand] aanpassen.
De functie die is toegewezen aan de [Fn2]-knop werkt niet in de volgende situaties:
• Als u [Intervalopname] gebruikt
• Als u [Multi-belicht.] hebt ingesteld
• Intelligent Auto modus
• Intelligent Auto Plus modus
• Creative Control modus
• Als de automatische scherpstelmodus is ingesteld op [Voorkeur multi]
• Bij opnamen met [
De functie die is toegewezen aan de [Fn3]-knop werkt niet in de volgende situaties:
• [Miniatuureffect], [Kleuraccent], [Zonneschijn] (Creative Control modus)
[Fn5], [Fn6], [Fn7], [Fn8] en [Fn9] kunnen niet worden gebruikt als u de zoeker gebruikt.
] ([4K-burst (S/S)]) van de 4K-fotofunctie.

De functieknoppen gebruiken tijdens het afspelen

U kunt een toegewezen functie rechtstreeks toewijzen aan een geselecteerd beeld door tijdens het afspelen op de functieknop te drukken. Voorbeeld: Als [Fn1] is ingesteld op [Favorieten]
Druk op om het beeld te selecteren
1
Druk op de [Fn1]-knop en stel het beeld in als
2
[Favorieten]
Functies die kunnen worden toegewezen in [Instelling in afspeelmodus]
• De volgende functies kunnen worden toegewezen aan de knop [Fn1], [Fn2] of [Fn4].
[Afspelen]-menu/Afspeelfuncties
• [Favorieten] (→252): [Fn1]
• [Print inst.] (→253)
• [Beveiligen] (→254)
*
Functieknopinstellingen bij aankoop
*
• [Apart wissen] (→234)
• [Uit]: [Fn2]
• [Terug naar standaard]
*
, [Fn4]
*
63
SQW0426
Page 64
Basisbediening

Gebruik van het menu [Set-up]

[Klokinst.] en [Besparing] zijn belangrijk voor de klokinstelling en de batterijgebruiksduur. Controleer deze instellingen voordat u de camera gebruikt.
Voor informatie over het selecteren van de menu-instellingen van [Set-up] gaat u naar (→56).

[Klokinst.]

De tijd- en datumnotatie en de weergave-indeling instellen. (→34)

[Wereldtijd]

Stel de opnamedatum en -tijd in met de lokale tijd op uw bestemming.
• U kunt [Bestemming] instellen nadat u [Home] hebt ingesteld.
Instellingen: [Bestemming] / [Home]
Gebruik om [Bestemming] of [Home] te selecteren en druk op [MENU/SET]
1
Gebruik om het gebied te selecteren en druk op [MENU/SET]
2
Huidige tijd op geselecteerde bestemming
Naam stad/regio
Verschil met
thuistijd
Als [Bestemming] is geselecteerd Als [Home] is geselecteerd
Zomertijd instellen
Druk op
• Als zomertijd [ ] is ingesteld, wordt de klok 1 uur vooruit gezet. Als de instelling wordt
Wanneer u terugkomt van uw reisbestemming
Selecteer [Home] in stap
in stap 2. (Nogmaals drukken om de instelling te annuleren)
geannuleerd, keert de tijd automatisch terug naar de huidige tijd.
en druk op [MENU/SET].
1
Als u uw bestemming niet kunt vinden in het gebied dat op het scherm wordt weergegeven, stel
de tijd dan in op basis van het verschil met de tijd in de thuiszone.
64
SQW0426
Page 65
Basisbediening
Gebruik van het menu [Set-up]
Voor informatie over het selecteren van de menu-instellingen van [Set-up] gaat u naar (→56).

[Reisdatum]

Als u uw reisschema instelt en beelden opneemt, wordt ingesteld op welke dag van de reis de foto is gemaakt.
[Reissetup] Instellingen: [SET] / [OFF]
Gebruik om [Reissetup] te selecteren en druk op [MENU/SET]
1
Gebruik om [SET] te selecteren en druk op [MENU/SET]
2
Gebruik om de vertrekdatum te selecteren en druk op [MENU/SET]
3
Gebruik om de terugkeerdatum te selecteren en druk op [MENU/SET]
4
De [Locatie] instellen
Nadat de [Reissetup] is ingesteld, kunt u de locatie instellen.
Selecteer [Locatie] in stap 1 hierboven en druk op [MENU/SET] Gebruik om [SET] te selecteren en druk op [MENU/SET] Voer uw locatie in (Tekst invoeren (→75))
Voor afdrukken van de [Locatie] of het aantal dagen dat is verstreken, gebruikt u [Tekst afdr.]
(→246) of de "PHOTOfunSTUDIO"-software op de bijgeleverde dvd.
De reisdatum wordt berekend aan de hand van de ingestelde vertrekdatum en de datum die is
ingesteld in de klok van de camera. Als de bestemming is ingesteld in [Wereldtijd], wordt het aantal verstreken dagen berekend op basis van de lokale tijd op de bestemming. Als [Reissetup] is ingesteld op [OFF], wordt het aantal verstreken dagen niet vastgelegd. Dit
aantal dagen wordt ook niet weergegeven als [Reissetup] na het opnemen wordt ingesteld op [SET]. Als de huidige datum na de terugkeerdatum ligt, wordt [Reissetup] automatisch geannuleerd.
[Reisdatum] kan niet worden vastgelegd in AVCHD-films.
[Locatie] wordt niet vastgelegd als u films en 4K-foto’s opneemt.

[Wi-Fi]

Instellingen: [Wi-Fi-functie] / [Wi-Fi setup]
Configureer de vereiste instellingen voor de Wi-Fi-functie. (→258, 299)
65
SQW0426
Page 66
Basisbediening
Gebruik van het menu [Set-up]
Voor informatie over het selecteren van de menu-instellingen van [Set-up] gaat u naar (→56).

[Toon]

Stelt de pieptoon of het geluid van de ontspanknop in.
[Beep volume] Instellingen:
[Shutter vol.] Instellingen:
[Shutter toon] Instellingen:
Als [Stille modus] is ingesteld op [ON], zijn [Beep volume] en [Shutter vol.] ingesteld op "Uit".
(hard) / (zacht) / (uit)
(hard) / (zacht) / (uit)
/ /

[Live View Modus]

Hiermee stelt u de weergavesnelheid en de beeldkwaliteit van het scherm (Live View-
scherm) in wanneer u beelden opneemt.
Instellingen
Beelden worden weergegeven met 30 frames/seconde.
[30fps]
[60fps]
De instelling [Live View Modus] is niet van invloed op de opgenomen beelden.
De weergavesnelheid kan trager worden in donkere locaties.
Als de netadapter (optioneel) en DC coupler (optioneel) worden gebruikt, wordt [Live View Modus]
vastgezet op [60fps]. [Live View Modus] wordt uitgeschakeld terwijl de HDMI-uitvoer wordt gebruikt voor opnamen.
Gebruik deze instelling bijvoorbeeld wanneer u een relatief langzaam bewegend onderwerp op wilt nemen terwijl u de scherpstelling bevestigt. Dit beperkt het batterijverbruik en verlengt de gebruiksduur.
Weergavesnelheid heeft een hogere prioriteit dan beeldkwaliteit en beelden worden weergegeven met 60 frames/seconde. Gebruik deze instelling bijvoorbeeld wanneer u een snel bewegend onderwerp op wilt nemen.
66
SQW0426
Page 67
Basisbediening
Gebruik van het menu [Set-up]
Voor informatie over het selecteren van de menu-instellingen van [Set-up] gaat u naar (→56).

[Scherm] / [Zoeker]

Pas de helderheid en de kleur van het lcd-scherm of de zoeker aan.
Instellingen
[Helderheid]
[Contrast]
[Verzadiging]
[Roodachtig]
[Blauwzweem]
Druk op om het gewenste item te selecteren en druk op om dit item aan
1
te passen
• U kunt de items ook aanpassen met het functiewieltje achterop.
Druk op [MENU/SET]
2
Hiermee past u het scherm aan als u het scherm gebruikt, en de zoeker als u de zoeker gebruikt.
Sommige onderwerpen kunnen er anders uitzien dan in werkelijkheid, maar dit heeft geen invloed
op het opgenomen beeld.
Past de helderheid aan.
Past het contrast aan.
Past de levendigheid van de kleuren aan.
Past rode tinten aan.
Past blauwe tinten aan.
67
SQW0426
Page 68
Basisbediening
Gebruik van het menu [Set-up]
Voor informatie over het selecteren van de menu-instellingen van [Set-up] gaat u naar (→56).

[Helderheid scherm]

Stelt de helderheid van het scherm in overeenkomstig het omgevingslicht.
Instellingen
De helderheid wordt automatisch ingesteld, afhankelijk van de lichtsterkte rondom de camera.
De helderheid wordt verhoogd.
De helderheid is standaard.
De helderheid wordt verlaagd.
Sommige onderwerpen kunnen er anders uitzien dan in werkelijkheid, maar dit heeft geen invloed
op het opgenomen beeld. [ ] keert terug naar de gewone helderheid als u tijdens het opnemen 30 seconden lang geen
bedieningshandeling verricht. (Raak het scherm aan of druk op een willekeurige knop om het
scherm weer helderder te maken.)
De instellingen [ ] en [ ] beperken de gebruiksduur.
U kunt [ ] niet selecteren tijdens het afspelen.
Als de netadapter (optioneel) en DC coupler (optioneel) worden gebruikt, is de oorspronkelijke
instelling [
].
68
SQW0426
Page 69
Basisbediening
Gebruik van het menu [Set-up]
Voor informatie over het selecteren van de menu-instellingen van [Set-up] gaat u naar (→56).

[Besparing]

Schakel de camera uit of zorg dat het scherm donker wordt om de batterij te sparen wanneer gedurende een vooraf ingesteld interval geen bediening wordt verricht.
[Slaapsmodus]
De camera wordt automatisch uitgeschakeld als deze niet is gebruikt gedurende de tijd die u hiervoor hebt ingesteld.
Instellingen: [10MIN.] / [5 MIN.] / [2 MIN.] / [1 MIN.] / [OFF]
Herstellen → Druk de ontspanknop half in of schakel de camera weer in.
[Auto LVF/scherm uit]
De camera wordt automatisch uitgeschakeld als deze niet is gebruikt gedurende de tijd die u hiervoor hebt ingesteld.
Instellingen: [5 MIN.] / [2 MIN.] / [1 MIN.]
Herstellen → Druk op een willekeurige knop of raak het scherm aan.
Deze functie is niet beschikbaar in de volgende situaties:
• Tijdens opnemen/afspelen van films
• Bij opnamen met [
• Als u [Multi-belicht.] hebt ingesteld
• Als de camera is aangesloten op een computer/printer
• Tijdens diashows
• Als u [Intervalopname] gebruikt
• Als [Automatische opname] van [Stop-motionanimatie] is ingesteld op [ON]
• Terwijl de HDMI-uitvoer wordt gebruikt voor opnamen
Bij gebruik van de netadapter (optioneel) en DC coupler (optioneel) wordt de [Slaapsmodus]
uitgeschakeld. Als u de netadapter (optioneel) gebruikt, wordt [Auto LVF/scherm uit] vastgezet op [5 MIN.].
] ([4K-voorburst]) van de 4K-fotofunctie
69
SQW0426
Page 70
Basisbediening
Gebruik van het menu [Set-up]
Voor informatie over het selecteren van de menu-instellingen van [Set-up] gaat u naar (→56).

[USB mode]

Selecteer een communicatiemethode voor aansluiting van de camera op een computer of
printer via een USB-kabel (bijgeleverd).
Instellingen
Selecteer elke keer dat u verbinding met een computer of een
[Select. verbinding]
[PictBridge(PTP)]
[PC]
PictBridge-compatibele printer maakt, een communicatiemethode.
Selecteer deze functie voor aansluiting op een PictBridge-geschikte printer.
Selecteer deze functie bij aansluiting op een computer.

[TV-verbinding]

Wijzig de instellingen die u wilt gebruiken wanneer de camera is aangesloten op een TV of ander apparaat.
[Video uit]
Deze instelling is actief als de AV-kabel (optioneel) of de HDMI microkabel is
aangesloten.
Instellingen
[NTSC] Video-uitgang is ingesteld op NTSC-systeem.
[PAL ] Video-uitgang is ingesteld op PAL-systeem.
[TV-aspect]
Deze instelling is actief als de AV-kabel (optioneel) is aangesloten.
Instellingen: [16:9] / [4:3]
70
SQW0426
Page 71
Basisbediening
Gebruik van het menu [Set-up]
Voor informatie over het selecteren van de menu-instellingen van [Set-up] gaat u naar (→56).
[TV-verbinding] (vervolg)
[HDMI-functie (afspelen)]
Stel de indeling van de HDMI-uitvoer in bij afspelen op de HDMI-compatibele HD-tv die op het apparaat is aangesloten via de HDMI microkabel.
Instellingen
[AUTO]
[4K]
[1080p]
[1080i]
[720p]
1
*
/[480p]
[576p]
1
*
Als [Video uit] is ingesteld op [PAL]
2
*
Als [Video uit] is ingesteld op [NTSC]
Indien er geen beeld verschijnt op de tv met [AUTO], gebruikt u niet [AUTO] maar een andere
constante instelling voor een indeling die wordt ondersteund door uw tv. (Raadpleeg de
handleiding van de tv.)
De uitvoerresolutie wordt automatisch ingesteld op basis van de gegevens van de aangesloten tv.
Voert beelden uit met een resolutie van 3840×2160 pixels via een progressieve scanmethode voor het aantal effectieve scanlijnen
(2.160 lijnen).
Voert beelden uit via een progressieve scanmethode voor het aantal
effectieve scanlijnen (1.080 lijnen).
Voert beelden uit via een geïnterlinieerde scanmethode voor het aantal
effectieve scanlijnen (1.080 lijnen).
Voert beelden uit via een progressieve scanmethode voor het aantal
effectieve scanlijnen (720 lijnen).
Voert beelden uit via een progressieve scanmethode voor het aantal
2
*
effectieve scanlijnen (576
1
2
*
*
/480
lijnen).
[HDMI-info tonen (Opn.)]
Bepaalt of er al dan niet informatie verschijnt als een beeld wordt opgenomen met de camera en tegelijk wordt bekeken op een tv.
Instellingen
[ON] De cameraweergave wordt zonder meer uitgevoerd.
[OFF] Alleen de beelden worden uitgevoerd.
Dit werkt als de HDMI microkabel is aangesloten.
71
SQW0426
Page 72
Basisbediening
Gebruik van het menu [Set-up]
Voor informatie over het selecteren van de menu-instellingen van [Set-up] gaat u naar (→56).
[TV-verbinding] (vervolg)
[VIERA link]
Voor automatische koppeling met andere VIERA Link-apparaten en bediening met een VIERA-afstandsbediening, indien aangesloten met een HDMI microkabel. (→305)
Instellingen
U kunt bewerkingen uitvoeren via de afstandsbediening van het apparaat dat
[ON]
[OFF] Voor de bediening gebruikt u de toetsen op de camera zelf.
compatibel is met VIERA Link.
• Niet alle functies zijn hiermee te bedienen.
• De werking van de toetsen op de camera zelf zal beperkt zijn.

[Menu hervatten]

Sla de laatst gebruikte menupositie op.
Instellingen: [ON] / [OFF]

[Achtergrondkleur]

Stel de achtergrondkleur in voor het menuscherm.

[Menu-informatie]

De beschrijvingen van de menu-items en instellingen verschijnen op het menuscherm.
Instellingen: [ON] / [OFF]

[Taal]

Schermtaal wijzigen. Hiermee stelt u de schermtaal in.
72
SQW0426
Page 73
Basisbediening
Gebruik van het menu [Set-up]
Voor informatie over het selecteren van de menu-instellingen van [Set-up] gaat u naar (→56).

[Versie disp.]

Controleer de firmwareversie van de camera.
Als u drukt op [MENU/SET] terwijl de versie wordt weergegeven, verschijnt er informatie over de
software op dit toestel, zoals de licentie.

[Belichtingscomp. reset]

Als de opnamemodus gewijzigd wordt of de camera uitgeschakeld wordt, wordt de
instelling voor belichtingscompensatie (helderheid) teruggezet.
Instellingen: [ON] / [OFF]

[Zelf ontsp. auto uit]

Als het apparaat uitgeschakeld wordt, wordt de zelfontspanner geannuleerd.
Instellingen: [ON] / [OFF]

[Nr. resetten]

Nummers van fotobestanden resetten. (Het nummer van de map wordt bijgewerkt en
bestanden worden genummerd vanaf 0001.)
• Het mapnummer terugzetten op 100: formatteer eerst de kaart en reset daarna de bestandsnummers met [Nr. resetten]. Selecteer vervolgens [Ja] in het scherm voor het resetten van de mapnummers.
Aan de map kan een nummer tussen 100 en 999 worden toegekend.
De nummers kunnen niet worden teruggezet als het mapnummer 999 is bereikt. In dat geval maakt u op uw computer een back-up van alle belangrijke beelden en formatteert u de kaart
(→30).
73
SQW0426
Page 74
Basisbediening
Gebruik van het menu [Set-up]
Voor informatie over het selecteren van de menu-instellingen van [Set-up] gaat u naar (→56).

[Resetten]

De volgende instellingen worden teruggezet naar de standaardinstelling:
– Opname-instellingen (behalve de instellingen [Gezicht herk.] en [Profiel instellen]) en
aandrijfstand
– Opname-instellingen (de instellingen [Gezicht herk.] en [Profiel instellen]) – Setup-/voorkeursinstellingen
Als de setup/voorkeursinstellingen worden hersteld, worden ook de volgende instellingen hersteld:
• De instelling [Wereldtijd]
• De instelling [Reisdatum] (Vertrekdatum, Terugkeerdatum, [Locatie])
• De instellingen [Scherm roteren], [Foto’s sorteren], [Wissen bevestigen] in het menu [Afspelen]
De mapnummers en de klokinstellingen worden niet teruggezet.

[Wi-Fi resetten]

Zet de [Wi-Fi]-instellingen terug naar de standaardinstellingen. (behalve [LUMIX CLUB])

[Formatteren]

Formatteert (initialiseert) een geheugenkaart. (→30)
74
SQW0426
Page 75
Basisbediening

Tekst invoeren

Gebruik de Cursortoets om namen in te voeren voor de gezichtsherkenningsfunctie en in [Profiel instellen] (baby’s en huisdieren), of om locaties te registreren in [Reisdatum], enz.
• Voorbeeld van de bediening om een scherm te openen:
[Opname] → [Profiel instellen] → [SET] → [Baby1] → [Naam] → [SET]
Gebruik om tekens te selecteren
1
Druk herhaaldelijk op [MENU/SET] totdat
2
het gewenste teken verschijnt
• [ ]: hiermee voert u een spatie in.
Het lettertype wijzigen
• Druk op de [DISP.]-knop.
• Gebruik [MENU/SET]
Doorgaan met het invoeren van lettertekens
• Gebruik
• Beweeg de zoomhendel naar de T-zijde
• Draai het functiewieltje achterop linksom.
Tekst bewerken
Gebruik om [ ] [ ] te selecteren en druk op [MENU/SET]. Ga vervolgens met de cursor naar de tekst die u wilt bewerken
• U kunt de cursor ook verplaatsen met het functiewieltje aan de zijkant of achterop.
Gebruik om [Wissen] te selecteren en druk op [MENU/SET] Gebruik om de juiste tekst te selecteren en druk op [MENU/SET]
Als u klaar bent met het invoeren van tekst, gebruikt u
3
om [Inst.] te selecteren. Druk op [MENU/SET]
om [ ] te selecteren en druk op
om [ ] te selecteren en druk op [MENU/SET]
U kunt alleen letters en symbolen invoeren.
U kunt maximaal 30 tekens invoeren (maximaal 9 tekens als u namen invoert voor [Gezicht
herk.]). U kunt maximaal 15 tekens invoeren voor [ ], [ ], [ ], [ ] en [ ] (maximaal 6 tekens als u
namen invoert voor [Gezicht herk.]).
75
SQW0426
Page 76

Opnamemodus

Foto’s maken met automatische instellingen
(Intelligent Auto modus)
Opnamemodus:
Deze modus wordt aanbevolen voor diegenen die direct willen fotograferen. De camera optimaliseert de instellingen namelijk voor het onderwerp en de opnameomgeving.
(○: beschikbaar, –: niet beschikbaar)
Intelligent Auto Plus modus
Helderheid (belichting) instellen
De kleurtoon instellen
Bedieningsfunctie onscherpte
Instelbare menu’s (→83)
Stel de modusknop in op [ ]
1
• De camera schakelt naar de meest recent gebruikte modus: Intelligent Auto modus of Intelligent Auto Plus modus. Bij aankoop staat de modus ingesteld op Intelligent Auto Plus. (→82)
Richt de camera op het onderwerp
2
• Wanneer de camera de optimale scène identificeert, wordt het pictogram voor elke scène 2 seconden blauw en verandert dit vervolgens in de normale rode
indicatie. (Automatische scènedetectie)
Intelligent Auto modus
50
p
Automatische scherpstelmodus, Gezicht/ogen detecteren en Gezichtsherkenning
[AF mode] wordt automatisch ingesteld op [ ]. Als u het onderwerp aanraakt, schakelt de camera naar [ ] en treedt de Tracking AF-functie in werking. U kunt ook schakelen naar [ ] met de cursortoets of de knop aan de zijkant*. Plaats het Tracking AF­kader over uw onderwerp en druk de ontspanknop half in om de Tracking AF-functie te gebruiken. Voor informatie over Tracking AF gaat u naar (→132).
*
Als de [Instelling zijknop] in het menu [Voorkeuze] is ingesteld op [AF /FOCUS].
• In [ ], [ ] en [ ] stelt de camera scherp op het oog dat zich het dichtst bij de camera bevindt, en de belichting wordt afgestemd op het gezicht. In de Intelligent Auto Plus modus of de Intelligent Auto modus kan het oog waarop de camera scherpstelt, niet worden gewijzigd. (Gezicht/ogen detecteren)
• De automatische scènedetectie werkt pas als de scherpstelling is vastgezet op een onderwerp tijdens Tracking AF.
• Als [Gezicht herk.] (→192) is ingesteld op [ON] en als de camera een gezicht herkent dat lijkt op een geregistreerd gezicht, verschijnt [R] in de rechterbovenhoek van de pictogrammen [ ], [ ] en [ ].
76
SQW0426
Page 77
Opnamemodus
Foto’s maken met automatische instellingen (Intelligent Auto modus)
Flitser
Als de flitser geopend is, stelt de camera automatisch [ ], [ ] (auto/rode­ogenreductie), [ ] of [ ] in op basis van het soort onderwerp en de helderheid.
Open de flitser om de ingebouwde flitser te gebruiken. (→206)
Als [ ] of [ ] wordt weergegeven, wordt de functie [Rode-ogencorr] geactiveerd om
automatisch rode ogen te detecteren en de beeldgegevens te corrigeren. Als [ ] of [ ] is gekozen, wordt de sluitertijd verkort.
Automatische scènedetectie
Bij het opnemen van beelden
[i-Portret] [i-Landschap] [i-Macro]
[i-Nachtl.schap]
[i-Zonsonderg.] Als de scène niet met een van de bovenstaande overeenkomt
1
*
Verschijnt alleen als de ingebouwde flitser is geopend.
2
*
Als [iHandh. nachtop.] is ingesteld op [ON]. (→78)
3
*
Wanneer baby’s of peuters (jonger dan 3 jaar) die zijn geregistreerd, worden herkend door de
gezichtsherkenning
[i-Nachtop. uit
2
*
hand]
[i-Voedsel]
• Als de camera [ ] identificeert als de optimale scène en als de camera vaststelt dat beweging wordt verminderd, bijvoorbeeld door een statief, wordt een sluitertijd gebruikt die langer is dan normaal. Nadat de ontspanknop is ingedrukt, mag u de camera niet bewegen tijdens de opname.
• Als u 4K-foto’s maakt, werkt de scènedetectie op dezelfde manier als bij filmopnamen.
[i-Nachtportret]
3
*
[i-Baby]
1
*
Bij het filmen
[i-Portret] [i-Landschap] [i-Zacht licht] [i-Macro]
Als de scène niet met een van de bovenstaande overeenkomt
Afhankelijk van de opname-omstandigheden kunnen er verschillende scènefuncties worden
gebruikt voor hetzelfde onderwerp.
Tegenlichtcompensatie
Tegenlichtcompensatie wordt automatisch geactiveerd in de Intelligent Auto Plus modus of de Intelligent Auto modus. Tegenlicht is een situatie waarbij een onderwerp van achteren wordt belicht. Wanneer er sprake is van tegenlicht, lijkt het onderwerp donkerder en zal de camera dit automatisch proberen te corrigeren door de helderheld van de foto te verhogen.
77
SQW0426
Page 78
Opnamemodus
Foto’s maken met automatische instellingen (Intelligent Auto modus)

Foto’s maken terwijl u de camera vasthoudt ([iHandh. nachtop.])

Opnamemodus:
Als er automatisch een nachtscène wordt herkend terwijl u de camera in de hand houdt, kan [iHandh. nachtop.] een foto met minder beweging en minder storing opnemen zonder gebruik van een statief door een burstreeks van beelden te combineren.
→ [Opname]→[iHandh. nachtop.]→[ON] / [OFF]
De kijkhoek wordt iets smaller.
Nadat de ontspanknop is ingedrukt, mag u de camera niet bewegen tijdens de burst-opname.
Als de camera vast staat opgesteld, bijvoorbeeld op een statief, wordt [ ] niet herkend.
De flitser wordt vast ingesteld op [ ] (Gedwongen uit).
Deze functie werkt niet voor foto’s terwijl u films opneemt.
Deze functie is niet beschikbaar in de volgende situaties:
• Bij het maken van 4K-foto’s
• Als [Kwaliteit] is ingesteld op [
• Bij gebruik van [Intervalopname]
• Als [Automatische opname] van [Stop-motionanimatie] is ingesteld op [ON]
], [ ] of [ ]
78
SQW0426
Page 79
Opnamemodus
Foto’s maken met automatische instellingen (Intelligent Auto modus)

Foto’s combineren tot één foto met rijke gradatie ([iHDR])

Opnamemodus:
Als er bijvoorbeeld een groot contrast is tussen de achtergrond en het onderwerp, maakt u met [iHDR] meerdere foto’s met verschillende belichting die worden gecombineerd tot één foto met een rijke gradatie. [iHDR] wordt geactiveerd als dit nodig is. Bij activering verschijnt [ ] op het scherm.
→ [Opname]→[iHDR]→[ON] / [OFF]
De kijkhoek wordt iets smaller.
Nadat de ontspanknop is ingedrukt, mag u de camera niet bewegen tijdens de burstopname.
Aangezien de fotoburst na de opname moet worden gecombineerd, kan het even duren voordat u
opnieuw een foto kunt maken. Bij een samengesteld beeld na een burstopname kunnen er nabeelden verschijnen als het
onderwerp bewoog. Deze functie werkt niet voor foto’s terwijl u films opneemt.
Deze functie is niet beschikbaar in de volgende situaties:
• Bij opnamen met gebruik van de flitser
• Bij gebruik van [Burstfunctie]
• Bij het maken van 4K-foto’s
• Bij gebruik van [Auto bracket]
• Als [Kwaliteit] is ingesteld op [
• Bij gebruik van [Intervalopname]
• Als [Automatische opname] van [Stop-motionanimatie] is ingesteld op [ON]
], [ ] of [ ]
79
SQW0426
Page 80
Opnamemodus
Foto’s maken met automatische instellingen (Intelligent Auto modus)

De achtergrond onscherp maken (bedieningsfunctie onscherpte)

Opnamemodus:
U kunt gemakkelijk de onscherpte van de achtergrond instellen terwijl u het scherm controleert.
Druk op de [Fn2]-knop om het instelscherm te openen
1
Draai het functiewieltje achterop om de achtergrondonscherpte aan te passen
2
250 125 60 30 15
Zeer onscherp Enigszins onscherp
• Druk op [MENU/SET] om terug te gaan naar het opnamescherm.
Bij bediening via het aanraakscherm
Raak [ ] aan
Raak [ ] aan om het instelscherm te openen Sleep de belichtingsmeter om de onscherpte in te stellen
• Druk op [MENU/SET] om terug te gaan naar het opnamescherm.
Als u op [Fn2] drukt op het instelscherm voor onscherpte, wordt de instelling geannuleerd.
In de Intelligent Auto modus ([ ] of [ ]) is de automatische scherpstelmodus ingesteld op
]. U kunt de positie van het AF-gebied ook instellen door het scherm aan te raken. (Het
[
formaat kan niet worden gewijzigd.)
8.05.62.8 4.0
80
SQW0426
Page 81
Opnamemodus
Foto’s maken met automatische instellingen (Intelligent Auto modus)

Beelden opnemen door helderheid (belichting) en kleurtoon te wijzigen

Opnamemodus:
Helderheid (belichting) instellen
Druk op de [ ]-knop
1
Draai het functiewieltje achterop om de helderheid
2
(belichting) aan te passen
• Druk nogmaals op de [ ]-knop om terug te gaan naar het opnamescherm.
Kleurtoon instellen
Druk op om het instelscherm te openen
1
Draai het functiewieltje achterop om de kleur aan te
2
passen
• Druk op [MENU/SET] om terug te gaan naar het opnamescherm.
Bij bediening via het aanraakscherm
Raak [ ] aan
Raak het item aan dat u wilt instellen [ ]: Kleurtoon [ ]: Helderheid (belichting)
Sleep de schuifbalk naar de gewenste instelwaarde
• Druk op [MENU/SET] om terug te gaan naar het opnamescherm.
De kleurinstelling gaat terug naar het standaardniveau (middelpunt) als u de camera uitzet of in
een andere opnamemodus zet.
81
SQW0426
Page 82
Opnamemodus
50
p
Foto’s maken met automatische instellingen (Intelligent Auto modus)

Schakelen tussen Intelligent Auto Plus modus en Intelligent Auto modus

Schakelen tussen de Intelligent Auto Plus modus en de Intelligent Auto modus
Druk op [MENU/SET]
1
Druk op
2
Druk op om de tab [ ] of [ ] te selecteren
3
• U kunt items ook selecteren met het functiewieltje aan de zijkant.
4
Gebruik om [ ] of [ ] te selecteren en druk op [MENU/SET]
U kunt het selectiescherm ook openen door het pictogram van de opnamemodus op het opnamescherm aan te raken.
82
SQW0426
Page 83
Opnamemodus
Foto’s maken met automatische instellingen (Intelligent Auto modus)
Beschikbare menu’s
U kunt alleen de volgende menu’s instellen.
Intelligent Auto Plus modus
Menu Item
[Opname] [Fotostijl], [Aspectratio], [Fotoresolutie], [Kwaliteit], [AFS/AFF], [Burstsnelh.],
[Bewegend beeld]
[Voorkeuze] [Stille modus], [Ontsp. knop half indr.], [Spot AF tijd], [Spot AF weergave],
[Set-up] Alle menu-items kunnen worden ingesteld. (→64)
Menu Item
[Opname] [Aspectratio], [Fotoresolutie], [AFS/AFF], [Burstsnelh.], [4K-FOTO],
[Bewegend beeld]
[Voorkeuze] [Stille modus], [Richtlijnen], [Rest-aanduiding]
[Set-up] Alle menu-items kunnen worden ingesteld. (→64)
[4K-FOTO], [Auto bracket], [Zelfontspanner], [iHandh. nachtop.], [iHDR], [Intervalopname], [Stop-motionanimatie], [Sluitertype], [Conversie], [Kleurruimte], [Stabilisatie], [Gezicht herk.], [Profiel instellen]
[Fotostijl], [Snapfilm], [Opname-indeling], [Opn. kwaliteit], [AFS/AFF], [Continu AF], [Conversie], [Micr. weerg.], [Micr. instellen], [Speciale microfoon], [Microfoon begrenzer], [Uitsch. geluid vd wind], [Windreductie], [Zoom-mic]
[Prio. focus/ontspan], [AF+MF], [MF assist], [MF assist weergave], [MF-gids], [Peaking], [Histogram], [Richtlijnen], [Centrummarkering], [Highlight], [Zebrapatroon], [Zwart-wit Live View], [Constant preview] (M-modus), [Draaiknop gids], [LVF disp. stijl], [Scherm disp. stijl], [Scherm info stijl], [Opn.gebied], [Rest-aanduiding], [Auto review], [Fn knopinstelling], [Instelling zijknop], [Zoomschakelaar], [Zijhendel], [Zoom hervatten], [Q.MENU], [Instellingen wieltje], [Videotoets], [Oogsensor], [Touch inst.], [Touch scrollen], [Menugids]
Intelligent Auto modus
[Zelfontspanner], [iHandh. nachtop.], [iHDR], [Intervalopname], [Stop­motionanimatie], [Gezicht herk.]
[Snapfilm], [Opname-indeling], [Opn. kwaliteit], [AFS/AFF], [Speciale microfoon]
83
SQW0426
Page 84
Opnamemodus
60
p
60
p
Foto’s maken nadat de diafragmawaarde en sluitertijd automatisch zijn ingesteld
Opnamemodus:
Maak foto’s waarbij de diafragmawaarde en sluitertijd automatisch zijn afgestemd op de helderheid van het onderwerp.
Stel de modusknop in op [ ]
1
Druk de ontspanknop half in
2
• Als de diafragmawaarde en de sluitertijd rood zijn en knipperen, hebt u niet de juiste belichting.
Terwijl de numerieke waarden worden
3
weergegeven (ongeveer 10 seconden) draait u het functiewieltje achterop om de waarden te wijzigen met Programme Shift
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren door de [Instelling zijknop] in het menu [Voorkeuze] in te stellen op [F/SS] en dan het functiewieltje aan de zijkant te draaien. (→44)
• Om Programme Shift te annuleren zet u de camera uit of draait u het functiewieltje achterop totdat de indicator Programme Shift verdwijnt.
• U kunt Programme Shift snel annuleren als u een functieknop instelt op [1x drukken-AE]. (→92)
• Bij een lange sluitertijd verwijdert de camera automatisch ruis. In dat geval wordt mogelijk [Lange sluitertijd ruisreductie lopend] weergegeven. Hoewel de signaalverwerking bij de ruisreductie evenveel tijd vergt als bij de sluitertijd, kunt u toch scherpe foto’s maken.
(Programma AE-modus)
Indicator Programme Shift
250 125 60 30 15
Sluitertijd
Diafragmawaarde
5.64.02.8
Weergave van de belichtingsmeter in/-uitschakelen
→ [Voorkeuze]→[Lichtmeter]→[ON] / [OFF]
Als u deze functie instelt op [ON], verschijnt er een
belichtingsmeter tijdens Programme Shift en aanpassingen van de diafragmawaarde of sluitertijd. Een juiste belichting is niet mogelijk in het bereik dat met
rood wordt aangeduid. Als de belichtingsmeter niet verschijnt, drukt u op de [DISP.]-
knop om de schermweergave te schakelen. (→46) De belichtingsmeter wordt uitgeschakeld als gedurende ongeveer 4 seconden geen
bediening wordt verricht.
Belichtingsmeter
250 125 60 30 15
84
5.64.02.8
SQW0426
Page 85
Opnamemodus
2.0
2.8
4.0
5.6
8.0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
1/2
1/8
1/30
1/125
1/500
1/2000
Foto’s maken nadat de diafragmawaarde en sluitertijd automatisch zijn ingesteld (Programma AE-modus)
Programme Shift
De functie voor het behouden van dezelfde belichting (helderheid) terwijl u de combinatie
van sluitertijd en diafragmawaarde wijzigt, heet "Programme Shift". Met "Programme Shift" kunt u beelden opnemen door de sluitertijd en de diafragmawaarde aan te passen, zelfs in de Programma AE-modus.
<Voorbeeld van Programme Shift>
(Diafragmawaarde)
11
(EV)
1
1/4
1/15
1/60
Hoeveelheid Programme Shift
Duidt de diafragmawaarde en sluitertijd aan die de camera automatisch instelt bij elke belichting.
Diagram Programme Shift
Duidt het bereik aan van de combinatie van de diafragmawaarde en sluitertijd die u met Programme Shift kunt wijzigen bij elke belichting.
Limiet Programme Shift
Duidt het bereik aan van de diafragmawaarde en sluitertijd die u kunt kiezen als u Programme Shift gebruikt op uw camera.
Programme Shift kan niet worden gebruikt in de volgende situaties:
• Bij het maken van 4K-foto’s
• Als de ISO-gevoeligheid is ingesteld op [
]
85
1/250
1/1000
(Sluitertijd)
SQW0426
Page 86
Opnamemodus

Beelden opnemen door de diafragmawaarde en de sluitertijd in te stellen

Opnamemodus:
• Het effect van de ingestelde diafragmawaarde en sluitertijd wordt niet toegepast op het opnamescherm. Als u het effect wilt controleren op het opnamescherm, gebruikt u de Preview-functie. (→90)
• De helderheid van het scherm kan afwijken van de werkelijk opgenomen beelden. Controleer de helderheid van de beelden via het afspeelscherm.
• Bij een lange sluitertijd verwijdert de camera automatisch ruis. In dat geval wordt mogelijk [Lange sluitertijd ruisreductie lopend] weergegeven. Hoewel de signaalverwerking bij de ruisreductie evenveel tijd vergt als bij de sluitertijd, kunt u toch scherpe foto’s maken.

Foto’s maken door de diafragmawaarde in te stellen (Lensopening-Prioriteit AE-modus)

Wanneer de diafragmawaarde wordt verhoogd, wordt de scherptediepte groter, en is het beeld scherp van vlak voor de camera tot op de achtergrond. Wanneer de diafragmawaarde wordt verlaagd, wordt de scherptediepte kleiner en kan de achtergrond wazig worden.
Stel de modusknop in op [ ]
1
Draai het functiewieltje achterop om de
2
diafragmawaarde in te stellen
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren door de [Instelling zijknop] in het menu [Voorkeuze] in te stellen op [F/SS] en dan het functiewieltje aan de zijkant te draaien. (→44)
Diafragmawaarden
die kunnen
worden ingesteld
F2.8 - F8.0
*
U kunt sommige diafragmawaarden niet selecteren als u een
conversielens (optioneel) gebruikt.
Ingestelde sluitertijd (seconden)
*
60 - 1/4000
(met de mechanische sluiter)
1 - 1/16000
(met de elektronische sluiter)
250 125 60 30 15
Belichtingsmeter
Diafragmawaarde
8.05.62.8 4.0
Als u het functiewieltje aan de zijkant of achterop draait, verschijnt een belichtingsmeter. Als de
juiste belichting niet wordt bereikt, zijn de numerieke diafragmawaarden rood. Als de juiste belichting niet wordt bereikt als u de ontspanknop half indrukt, ziet u de numerieke
waarden van diafragma en sluitertijd rood knipperen.
86
SQW0426
Page 87
Opnamemodus
Beelden opnemen door de diafragmawaarde en de sluitertijd in te stellen

Foto’s maken door de sluitertijd in te stellen (Sluiter-Prioriteit AE-modus)

Wanneer u de sluitertijd verlengt, kunt u beweging verminderen wanneer u een onderwerp opneemt. Wanneer u de sluitertijd verkort, wordt de beweging van het onderwerp weergegeven.
Stel de modusknop in op [ ]
1
Draai het functiewieltje achterop om de sluitertijd in te
2
stellen
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren door de [Instelling zijknop] in het menu [Voorkeuze] in te stellen op [F/SS] en dan het functiewieltje aan de zijkant te draaien. (→44)
Instelbare sluitertijden (seconden)
*
- 1/4000
60
(met de mechanische sluiter)
1 - 1/16000
(met de elektronische sluiter)
*
Varieert afhankelijk van de instelling van de ISO-gevoeligheid.
Als u het functiewieltje aan de zijkant of achterop draait, verschijnt een belichtingsmeter. Als de
juiste belichting niet wordt bereikt, zijn de numerieke diafragmawaarden rood. Als de juiste belichting niet wordt bereikt als u de ontspanknop half indrukt, ziet u de numerieke
waarden van diafragma en sluitertijd rood knipperen. Als u de opnamemodus schakelt naar de Sluiter-Prioriteit AE-modus terwijl de ISO-gevoeligheid is
ingesteld op [ We adviseren het gebruik van een statief of zelfontspanner bij een lange sluitertijd.
], wijzigt de ISO-gevoeligheid naar [AUTO].
Ingestelde
diafragmawaarde
F2.8 - F8.0
8 15 30 60 125
2.85.6 4.0
Belichtingsmeter
Sluitertijd
87
SQW0426
Page 88
Opnamemodus
Beelden opnemen door de diafragmawaarde en de sluitertijd in te stellen

Foto’s maken door de diafragmawaarde en sluitertijd in te stellen (Handmatige Belichtingsmodus)

Bepaal de belichting door de diafragmawaarde en de sluitertijd handmatig in te stellen.
Stel de modusknop in op [ ]
1
Draai het functiewieltje achterop om de
2
diafragmawaarde en sluitertijd in te stellen
• U kunt schakelen tussen het instellen van de sluitertijd en de diafragmawaarde door te drukken op de [ knop.
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren door de [Instelling zijknop] in het menu [Voorkeuze] in te stellen op [F/SS] en dan het functiewieltje aan de zijkant te draaien. (→44) U kunt de diafragmawaarde instellen met het functiewieltje aan de zijkant en de sluitertijd met het functiewieltje achterop. U kunt de instelfunctie van beide functiewieltjes verwisselen als u drukt op de knop [
Diafragmawaarden die kunnen worden
ingesteld
F2.8 - F8.0
1
*
U kunt sommige diafragmawaarden niet selecteren als u een
conversielens (optioneel) gebruikt.
2
*
U kunt sommige sluitertijden mogelijk niet selecteren afhankelijk
van de diafragmawaarde.
3
*
Varieert afhankelijk van de instelling van de ISO-gevoeligheid.
] of [Fn1].
Instelbare sluitertijden
1
*
[B] (gloeilamp),
3
*
60
- 1/4000
(met de mechanische sluiter)
1 - 1/16000
(met de elektronische sluiter)
]-knop of de [Fn1]-
2
*
(seconden)
Belichtingsmeter
2 4 8 15 30 6
Hulpmiddel voor handmatige scherpstelling
Sluitertijd
Diafragmawaarde
8.05.62.8 4.0
U kunt de knop [ ]/Fn1] op twee manieren gebruiken: als knop [ ] (Belichtingscompensatie) of als functieknop [Fn1]. Bij aankoop is de knop ingesteld op [ Behalve met de [Fn1]-knop kunt u schakelen tussen het instellen van de sluitertijd en de diafragmawaarde met een functieknop waaraan de functie Belichtingscompensatie is toegewezen.
Als u het functiewieltje aan de zijkant of achterop draait, verschijnt een belichtingsmeter. Als de
juiste belichting niet wordt bereikt, zijn de numerieke diafragmawaarden rood. Als de juiste belichting niet wordt bereikt als u de ontspanknop half indrukt, ziet u de numerieke
waarden van diafragma en sluitertijd rood knipperen. Als u de opnamemodus schakelt naar de Handmatige Belichtingsmodus terwijl de ISO-
gevoeligheid is ingesteld op [ We adviseren het gebruik van een statief of zelfontspanner bij een lange sluitertijd.
], wijzigt de ISO-gevoeligheid naar [AUTO].
].
88
SQW0426
Page 89
Opnamemodus
Beelden opnemen door de diafragmawaarde en de sluitertijd in te stellen
De ISO-gevoeligheid optimaliseren voor de sluitertijd en de diafragmawaarde
Als de ISO-gevoeligheid is ingesteld op [AUTO], stemt de camera de ISO-gevoeligheid automatisch af op de sluitertijd en diafragmawaarde.
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden wordt de belichting mogelijk niet goed ingesteld of wordt de ISO-gevoeligheid hoger.
Hulpmiddel bij handmatige belichting (schatting)
Beelden worden met standaardhelderheid weergegeven (juiste belichting).
Beelden worden helderder weergegeven. Gebruik voor de juiste belichting een kortere sluitertijd of verhoog de diafragmawaarde. Beelden worden donkerder weergegeven. Gebruik voor de juiste belichting een langere sluitertijd of verlaag de diafragmawaarde.
Informatie over [B] (gloeilamp)
Als u de sluitertijd instelt op [B], blijft de sluiter open terwijl u de ontspanknop ingedrukt
houdt. (Tot ongeveer 60 seconden)
De sluiter gaat dicht als u de ontspanknop loslaat. Gebruik deze functie als u de sluiter gedurende langere tijd open wilt houden, bijvoorbeeld voor beelden van vuurwerk of nachtscènes.
• Als u foto’s maakt met de sluitertijd ingesteld op [B], hebt u een voldoende opgeladen batterij nodig. (→24)
• Het hulpmiddel voor handmatige belichting verschijnt niet.
• Als de ISO-gevoeligheid is ingesteld op [AUTO], wijzigt de ISO-gevoeligheid naar [100].
• U kunt deze functie niet samen met de elektronische sluiter gebruiken.
We adviseren het gebruik van een statief of van de afstandssluiter (DMW-RSL1:
optioneel) als u foto’s maakt met de sluitertijd ingesteld op [B]. Voor informatie over de afstandssluiter gaat u naar (→323).
Voorbeeld van de effecten van de gekozen sluitertijd en diafragmawaarde op het opnamescherm in-/uitschakelen
→ [Voorkeuze]→[Constant preview](M-modus)→[ON] / [OFF]
Deze functie wordt uitgeschakeld als u de flitser gebruikt. Sluit de flitser.
U kunt deze functie alleen gebruiken in de Handmatige Belichtingsmodus.
89
SQW0426
Page 90
Opnamemodus
Beelden opnemen door de diafragmawaarde en de sluitertijd in te stellen

De effecten van de sluitertijd en diafragmawaarde controleren (Preview-functie)

Opnamemodus:
U kunt de Preview-functie gebruiken om de effecten van de sluitertijd en diafragmawaarde te controleren.
Het effect van de gekozen diafragmawaarde controleren: hiermee kunt u de
scherptediepte (het scherpstelbereik) controleren door de diafragmalamellen fysiek in
te stellen op de diafragmawaarde die u voor de opname wilt gebruiken.
Het effect van de gekozen sluitertijd controleren: hiermee kunt u de beweging in een scène controleren door het scherm weer te geven met de sluitertijd van de werkelijke opname. Als u de sluitertijd verkort, wordt het scherm weergegeven alsof het frame wegvalt. Met deze functie kunt u het effect controleren als u een beeld in een scène wilt vastleggen door de beweging te stoppen, bijvoorbeeld een beeld van stromend water.
Wijs [Voorvertoning] toe aan de functieknop (→61)
1
• De volgende stap is een voorbeeld van de toewijzing van [Voorvertoning] aan de [Fn3]-knop.
Druk op de [Fn3]-knop om naar het bevestigingsscherm te schakelen
2
• Iedere keer als u op de [Fn3]-knop drukt, schakelt u naar het scherm.
Normaal opnamescherm
Voorbeeldscherm
diafragma-effect
Effect van
diafragmawaarde:○
Effect van sluitertijd: –
Voorbeeldscherm
sluitertijdeffect
Effect van
diafragmawaarde:○
Effectvansluitertijd:○
90
Sluitertijdeffect toegevoegd.
Fn3
Preview voltooid.
Fn3
SQW0426
Page 91
Opnamemodus
Beelden opnemen door de diafragmawaarde en de sluitertijd in te stellen
Scherptedieptekenmerk
Diafragmawaarde Klein Groot
Opnameomstandigheden
Scherptediepte
(Scherpstelbereik)
U kunt foto’s maken, zelfs als de Preview-functie actief is.
U kunt het effect van een gekozen sluitertijd controleren in een bereik tussen 8 seconden en
1/16000 seconde. U kunt deze modus niet gebruiken bij [ ] ([4K-voorburst]) van 4K-foto.
Brandpuntsafstand Telefoto Groothoek
Afstand tot onderwerp
Voorbeeld: een foto maken met een opzettelijk onscherpe achtergrond
Klein Groot
Klein
Groot
Voorbeeld: een foto maken met aangepaste scherptediepte voor een scherpe achtergrond
91
SQW0426
Page 92
Opnamemodus
Beelden opnemen door de diafragmawaarde en de sluitertijd in te stellen

Diafragmawaarde/sluitertijd eenvoudig instellen voor goede belichting (1x drukken-AE)

Opnamemodus:
Als de belichting te helder of te donker is ingesteld, kunt u met 1x drukken-AE een geschikte belichting instellen.
Hoe weet u of de belichting niet goed is
• Als de diafragma- en sluitertijdwaarden rood knipperen als u de ontspanknop half indrukt.
• Als het hulpmiddel voor handmatige belichting iets anders is dan [ ] in de Handmatige Belichtingsmodus. Voor informatie over het hulpmiddel voor handmatige belichting gaat u naar (→89).
Wijs [1x drukken-AE] toe aan de functieknop (→61)
1
(Als de belichting niet goed is) Druk op de functieknop
2
Knippert rood Belichtingsmeter
60
15 30 125 250
Wijzigen naar geschikte belichting
• De belichtingsmeter verschijnt niet in de Creative Control modus.
• In de volgende situaties kunt u geen geschikte belichting instellen. – Als het onderwerp zeer donker is en er geen geschikte belichting kan worden bereikt door de
diafragmawaarde en de sluitertijd te wijzigen – Bij opnamen met gebruik van de flitser – Preview-functie (→90)
5.64.02.8
92
SQW0426
Page 93
Opnamemodus
Panoramabeelden opnemen
Opnamemodus:
Opeenvolgende foto’s die zijn gemaakt terwijl de camera steeds wordt verplaatst, worden gecombineerd tot een panorama.
Stel de modusknop in op [ ]
1
Ontspanknop halverwege indrukken om scherp te stellen
2
Druk de ontspanknop volledig in en verschuif de camera
3
in een kleine cirkelbeweging in de opnamerichting om te
(Panorama Shot-modus)
beginnen met opnemen
Foto’s maken van links naar rechts
Horizontale/verticale richtlijn
Opnamerichting en voortgangsstatus
Beeldformaat: [STANDARD] Beeldformaat: [WIDE]
• Verschuif de camera met een constante snelheid.
• U kunt mogelijk geen foto’s maken als u de camera te snel of te langzaam beweegt.
Druk de ontspanknop opnieuw volledig in om de opname te
4
beëindigen
• U kunt ook stoppen met opnemen door de camera niet meer te laten verschuiven terwijl u foto’s maakt.
• U kunt ook stoppen met opnemen door de camera naar het einde van de richtlijn te verplaatsen.
(bij benadering)
93
SQW0426
Page 94
Opnamemodus
Panoramabeelden opnemen (Panorama Shot-modus)
De opnamerichting en kijkhoek (beeldformaat) van panoramabeelden wijzigen
→ [Opname]→[Panorama-instellingen]
[Richting] Stelt de opnamerichting in.
] / [ ] / [ ] / [ ]
[
[Fotoresolutie] Stelt de kijkhoek (beeldformaat) in.
[STANDARD]: geeft voorrang aan de beeldkwaliteit. [WIDE]: geeft voorrang aan de kijkhoek.
• Bij dezelfde kijkhoek krijgt u met [STANDARD] een groter aantal opnamepixels.
• Het aantal opnamepixels per horizontale en verticale beeldlijn hangt af van het beeldformaat, de opnamerichting en het aantal aan elkaar geplakte foto’s. Het maximumaantal opnamepixels is als volgt:
Beeldformaat Opnamerichting Horizontale resolutie Verticale resolutie
[STANDARD]
[WIDE]
Horizontaal 8176 pixels 1920 pixels
Verticaal 2560 pixels 7680 pixels
Horizontaal 8176 pixels 960 pixels
Verticaal 1280 pixels 7680 pixels
Tips
Verschuif de camera zo stabiel mogelijk in de opnamerichting.
(Als de camera te veel beweegt, kunnen de foto’s mogelijk niet worden gemaakt of hebt
u uiteindelijk een smalle (kleine) panoramafoto.)
Verschuif de camera naar een punt iets vóór het punt dat u wilt opnemen. (Het laatste beeldje wordt echter niet tot het
einde opgenomen.)
94
SQW0426
Page 95
Opnamemodus
Panoramabeelden opnemen (Panorama Shot-modus)
Afspelen van panoramabeelden
Druk op
om een automatisch schuivende weergave te
starten in dezelfde richting als de opname.
• Tijdens de schuivende weergave kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren.
Afspelen van panoramabeelden starten/pauzeren
Stoppen
*
Als het afspelen is gepauzeerd, kunt u vooruit en achteruit bladeren door het scherm te slepen. Als
u de schuifbalk aanraakt, springt de afspeelpositie naar de aangeraakte positie.
De zoom wordt vast ingesteld op de uiterste W-stand.
De scherpstelling, belichting en witbalans worden allemaal vast ingesteld op optimale waarden
voor het eerste beeld. Als de scherpstelling of helderheid van de volgende opnamen voor de panoramafoto aanzienlijk afwijken van die van het eerste beeld, is de scherpstelling en helderheid van de totale
panoramafoto (als alle beelden aan elkaar zijn geplakt) mogelijk niet overal gelijk.
Aangezien meerdere beelden aan elkaar worden geplakt om een panoramafoto te maken, kunnen
bepaalde onderwerpen vervormd zijn of kan de naad tussen de na elkaar genomen en aan elkaar geplakte beelden, zichtbaar zijn. [Sluitertype] wordt vastgezet op [Elektronische sluiter].
Panoramafoto’s kunnen niet worden gemaakt of foto’s kunnen mogelijk niet goed worden
opgenomen wanneer u foto’s maakt van de volgende onderwerpen of wanneer u foto’s maakt in de volgende opnameomstandigheden:
Onderwerpen die een continu monotoon oppervlak of patroon hebben (lucht, strand enzovoort)
• Bewegende onderwerpen (persoon, huisdier, voertuig, golven of bloemen die bewegen in de
wind enzovoort)
• Onderwerpen met snel veranderende kleuren of patronen (zoals een beeld dat op een display
verschijnt)
• Donkere locaties
Locaties met een knipperende lichtbron (tl-buis, kaarslicht enzovoort)
*
95
SQW0426
Page 96
Opnamemodus
50
p
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène
(Scene Guide modus)
Opnamemodus:
Kies een scène die op basis van de voorbeeldweergaven past bij het onderwerp en de opnameomstandigheden, en laat de camera de optimale belichting, kleurtoon en scherpstelling bepalen, zodat uw opname past bij de scène.
Stel de modusknop in op [ ]
1
Druk op om de scène te kiezen
2
• U kunt de scène ook kiezen door een voorbeeldweergave of de schuifbalk te slepen.
Druk op [MENU/SET]
3
U kunt het selectiescherm ook openen door het pictogram van de
opnamemodus op het opnamescherm aan te raken. Afhankelijk van de instelling van [Menugids] in het menu
[Voorkeuze], verschijnt het selectiescherm of het opnamescherm als u de modusknop draait. (→100)
De weergave van het scherm voor scèneselectie schakelen
Druk op de [DISP.]-knop om de weergave te schakelen
• Als u de instructieweergave kiest, krijgt u bij elke scène gedetailleerde uitleg en tips.
Normale weergave Instructieweergave Lijstweergave
8
96
SQW0426
Page 97
Opnamemodus
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène (Scene Guide modus)
In de volgende scène wordt het opnamescherm weergegeven alsof het beeld omlaag valt met een
lichte vertraging vergeleken met normale opnamen. [Glinsterend water], [Fonkelende verlichting], [Bloemen] Als u de Scene Guide modus wilt wijzigen, selecteert u de tab [ ] op het menuscherm. Kies
[Scène wijzigen], en druk op [MENU/SET]. U kunt teruggaan naar stap U kunt de volgende items niet instellen in de Scene Guide modus omdat deze door de camera
automatisch optimaal worden ingesteld.
– Andere items dan aanpassing van de beeldkwaliteit in [Fotostijl], ISO-gevoeligheid,
[Meetfunctie], [Schaduw markeren], [HDR] en [Multi-belicht.]
Hoewel de witbalans wordt vastgezet op [AWB] voor bepaalde soorten scènes, kunt u de
witbalans verfijnen of de bracket voor witbalans gebruiken met de Cursortoets opnamescherm. (→120, 121)
Voor de instelprocedures van de Scene Guide modus gaat u naar (→96)
in (→96).
2
op het
1: [Geprononceerd portret]
Hoe verder wordt ingezoomd naar de T (tele) stand en hoe dichter u met de camera bij uw
onderwerp komt, des te geprononceerder zal het effect zijn.
2: [Zachte huid]
Hoe verder wordt ingezoomd naar de T (tele) stand en hoe dichter u met de camera bij uw
onderwerp komt, des te geprononceerder zal het effect zijn. Als een deel van de achtergrond enzovoort een kleur heeft die lijkt op een huidskleur, wordt dit deel
ook verzacht. Deze modus werkt wellicht niet goed bij onvoldoende verlichting.
3: [Zacht tegenlicht]
4: [Scherp tegenlicht]
Open de flitser. (Kies de instelling [ ].)
Er kan witverzadiging optreden als het onderwerp te dichtbij is.
Flitsopnamen die worden gemaakt op kleinere of grotere afstand dan de nominale flitsafstand
kunnen te licht of te donker zijn.
5: [Ontspannen atmosfeer]
6: [Kindergezicht]
Als u het gezicht aanraakt, wordt er een foto gemaakt met de juiste scherpstelling en belichting voor
de aangeraakte plek.
Hoe verder wordt ingezoomd naar de T (tele) stand en hoe dichter u met de camera bij uw
onderwerp komt, des te geprononceerder zal het effect zijn.
97
SQW0426
Page 98
Opnamemodus
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène (Scene Guide modus)
Voor de instelprocedures van de Scene Guide modus gaat u naar (→96)
7: [Landschap]
8: [Blauwe lucht]
9: [Romantische zonsondergang]
10: [Levendige zonsondergang]
11: [Glinsterend water]
Het sterfilter dat in deze modus wordt gebruikt, kan ook glinstereffecten geven op andere objecten
dan een wateroppervlak.
12: [Heldere nachtopname]
Statief en zelfontspanner aanbevolen.
De sluiter kan gesloten blijven nadat de foto is gemaakt. Dit ligt aan de signaalverwerking en duidt
niet op een storing. Foto’s die zijn gemaakt op donkere plekken kunnen storingen bevatten.
13: [Koele nachtopname]
Statief en zelfontspanner aanbevolen.
De sluiter kan gesloten blijven nadat de foto is gemaakt. Dit ligt aan de signaalverwerking en duidt
niet op een storing. Foto’s die zijn gemaakt op donkere plekken kunnen storingen bevatten.
14: [Warme nachtopname]
Statief en zelfontspanner aanbevolen.
De sluiter kan gesloten blijven nadat de foto is gemaakt. Dit ligt aan de signaalverwerking en duidt
niet op een storing. Foto’s die zijn gemaakt op donkere plekken kunnen storingen bevatten.
15: [Artistieke nachtopname]
Statief en zelfontspanner aanbevolen.
De sluiter kan gesloten blijven nadat de foto is gemaakt. Dit ligt aan de signaalverwerking en duidt
niet op een storing. Foto’s die zijn gemaakt op donkere plekken kunnen storingen bevatten.
98
SQW0426
Page 99
Opnamemodus
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène (Scene Guide modus)
Voor de instelprocedures van de Scene Guide modus gaat u naar (→96)
16: [Fonkelende verlichting]
Statief en zelfontspanner aanbevolen.
De sluiter kan gesloten blijven nadat de foto is gemaakt. Dit ligt aan de signaalverwerking en duidt
niet op een storing. Foto’s die zijn gemaakt op donkere plekken kunnen storingen bevatten.
17: [Nachtop. uit hand]
Nadat de ontspanknop is ingedrukt, mag u de camera niet bewegen tijdens de burstopname.
De kijkhoek wordt iets smaller.
18: [Nachtportret]
Open de flitser. (Kies de instelling [ ].)
Statief en zelfontspanner aanbevolen.
Als [Nachtportret] is geselecteerd, mag het onderwerp niet bewegen tot 1 seconde nadat de foto is
gemaakt. De sluiter kan gesloten blijven nadat de foto is gemaakt. Dit ligt aan de signaalverwerking en duidt
niet op een storing. Foto’s die zijn gemaakt op donkere plekken kunnen storingen bevatten.
19: [Bloemen]
Statief en zelfontspanner aanbevolen.
Voor close-up foto’s adviseren we om de flitser te sluiten en deze niet te gebruiken.
Als een onderwerp dicht bij de camera is, is het scherpstelbereik aanzienlijk kleiner. Daarom kan het
lastig zijn om opnieuw scherp te stellen als de afstand tussen de camera en het onderwerp wordt gewijzigd nadat is scherpgesteld op het onderwerp. Als u van dichtbij een foto maakt, kan de resolutie aan de randen van het beeld lager zijn. Dit is
geen storing.
20: [Gerechten]
Hoe verder wordt ingezoomd naar de T (tele) stand en hoe dichter u met de camera bij uw
onderwerp komt, des te geprononceerder zal het effect zijn. Statief en zelfontspanner aanbevolen.
Voor close-up foto’s adviseren we om de flitser te sluiten en deze niet te gebruiken.
21: [Desserts]
Hoe verder wordt ingezoomd naar de T (tele) stand en hoe dichter u met de camera bij uw
onderwerp komt, des te geprononceerder zal het effect zijn. Statief en zelfontspanner aanbevolen.
Voor close-up foto’s adviseren we om de flitser te sluiten en deze niet te gebruiken.
99
SQW0426
Page 100
Opnamemodus
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène (Scene Guide modus)
Voor de instelprocedures van de Scene Guide modus gaat u naar (→96)
22: [Bewegende dieren]
De standaardinstelling van [AF ass. lamp] is [OFF]. (→144)
23: [Sport]
24: [Zwart-wit]
Het selectiescherm wel of niet weergeven als de modusknop op [
]/[ ] wordt gezet
→ [Voorkeuze]→[Menugids]
[ON]: geeft het selectiescherm weer. [OFF]: geeft het opnamescherm weer voor de geselecteerde modus.
100
SQW0426
Loading...