Lees deze instructies zorgvuldig door voordat u dit product gebruikt
en bewaar deze handleiding, zodat u deze later kunt raadplegen.
Waarschuwingen op het schermP330
Problemen oplossenP343
De benodigde informatie vindenP2
InhoudP4
Inhoudsopgave van de functiesP10
MenulijstP334
SQT0227-1
F0614YD1084
De benodigde informatie vinden
P4~
P10~
P15~
P324~
P330~
P334~
P343~
P3
P250~
In deze “Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken” kunt u de informatie die u
nodig heeft op de volgende pagina’s vinden.
Door op een paginanummer te klikken, kunt u naar de aangekoppelde pagina springen en
snel de informatie vinden.
Zoeken vanuit de “Inhoud”
Zoeken in de lijst met
functienamen
“Inhoudsopgave van de functies”
Zoeken vanuit “Namen en
functies van de
componenten
Zoeken vanuit “Display
Monitor/Display Zoeker
Zoeken vanuit de lijst van
berichten die op het
beeldscherm verschijnen
Niet blootstellen aan sterke trillingen, schokken of druk.
•
De lens, de monitor of de ombouw kunnen beschadigd worden bij
gebruik onder de volgende omstandigheden.
Hierdoor kunnen ook storingen ontstaan of kan het zijn dat het beeld niet
wordt opgenomen.
– Het toestel laten vallen of er tegen stoten.
– Hard op de lens of op de monitor duwt.
• Tijdens het dragen, of tijdens het gebruik van de afspeelfunctie,
dient u er zeker van te zijn dat de lens in de opgeborgen stand
staat, met aangebrachte lensdop.
• Soms produceert het toestel ratelgeluiden of trillingen, hetgeen te
wijten is aan de beweging van het diafragma, de zoom en de motor.
Ze duiden niet op een defect.
Dit toestel is niet stof-/druppel-/waterbestendig.
Vermijd dit toestel te gebruiken op plaatsen waar veel stof,
water, zand enz., aanwezig is.
Vloeistof, zand en andere substanties kunnen in de ruimte rondom de
•
lens, de knoppen, enz., terechtkomen. Let bijzonder goed op omdat dit niet alleen storingen
kan veroorzaken, maar het toestel ook onherstelbaar kan beschadigen.
– Plaatsen met veel zand of stof.
– Plaatsen waar water in contact kan komen met dit toestel, zoals wanneer u het gebruikt op
een regenachtige dag of op het strand.
∫ Over condensatie (wanneer de lens, de zoeker of de
monitor beslagen zijn)
Condens treedt op wanneer de omgevingstemperatuur of de
•
vochtigheid veranderen. Wees voorzichtig met condensatie omdat
dit vlekken en schimmel op de lens, de zoeker en de monitor
veroorzaakt en een slechte werking van de camera.
• Als er zich condens voordoet, het toestel uitzetten en deze
gedurende 2 uur uit laten staan. De mist zal op natuurlijke wijze
verdwijnen wanneer de temperatuur van het toestel in de buurt komt van de kamertemperatuur.
13
1. Voor Gebruik
Standaardaccessoires
Controleer of alle accessoires bijgeleverd zijn alvorens het toestel in gebruik te
nemen.
De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied
•
waar u de camera hebt gekocht.
Raadpleeg voor details over de accessoires “Beknopte gebruiksaanwijzing”.
• Batterijpak wordt aangegeven als batterijpak of batterij in de tekst.
• Batterijlader wordt aangegeven als batterijlader of lader in de tekst.
• De SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de SDXC-geheugenkaart worden
U kunt veranderen wat de camera zal doen wanneer u op de
sluiterknop drukt. (P166)
37 38 39 40 41 42 43
374644 454147
Diopterinstelring
Stel het diopter af op uw eigen zicht zodat u de zoeker duidelijk
ziet. (P58)
A Diopterinstelring
17
1. Voor Gebruik
Monitor
Op het moment van aankoop van deze camera bevindt de monitor zich in de camera body.
Haal de monitor tevoorschijn zoals hieronder getoond wordt.
1 Leg uw vinger op de inkeping op de rechterkant van de monitor om deze te openen.
(Maximum 180o)
2 Deze kan 180o vooruit gedraaid worden.
3 De monitor terugzetten in zijn originele positie.
Draai de monitor pas nadat hij ver genoeg geopend is en zorg ervoor geen overmatige
•
kracht uit te oefenen omdat dan beschadiging kan ontstaan.
∫ Opnames bij ongeacht welke hoek
De monitor kan naar goeddunken gedraaid worden. Dit is handig want het stelt u in staat
om opnames onder verschillende hoeken te nemen, door eenvoudig de monitor af te
stellen.
De AF-lamp niet met uw vingers of andere voorwerpen bedekken.
•
Opnamen maken op een hoge hoekOpnamen maken op een lage hoek
• Als de monitor niet gebruikt wordt, wordt aangeraden hem te sluiten met naar binnen gekeerd
scherm, om vuil en krassen te voorkomen.
18
1. Voor Gebruik
989898
0
Modusknop op de achterkant
Er zijn 2 handelingen die u moet uitvoeren bij het gebruiken van de functieknop achterop,
deze dient links- of rechtsom gedraaid te worden en vervolgens moet deze voor het
beslissen ingedrukt worden.
Draaien:
De selectie van items of de instelling van waarden wordt uitgevoerd tijdens de
diverse instellingen.
Indrukken:
Handelingen die hetzelfde zijn als die van de [MENU/SET]-knop, zoals het
vaststellen van instellingen, enz., worden tijdens de verschillende instellingen
uitgevoerd.
Functieknop achterop wordt als volgt beschreven in deze handleiding.
•
bijv. terwijl u de modusknop op de achterkant naar
links of rechts draait/op de modusknop op de
achterkant drukt
Stelt u in staat de lensopening, de sluitertijd en andere instellingen uit te voeren als u zich
in de ///-modussen bevindt.
Modusknop
(P84)programmawisseling
(P86)Lensopeningwaarde
(P87)Sluitertijd
Modusknop op de
achterkant
¢
¢
¢
(P88)Lensopening/Sluitertijd
¢ Door op de modusknop op de achterkant te drukken, kunt u de belichtingscompensatie
instellen.
Weergeven/niet weergeven van de gebruiksaanwijzing
MENU
>[Voorkeuze] > [Draaiknop gids] > [ON]/[OFF]
Als [ON] ingesteld is, wordt de gebruiksaanwijzing voor
•
modusknoppen, andere knoppen, enz., op het opnamescherm
weergegeven.
19
1. Voor Gebruik
Cursorknoppen/[MENU/SET] knop
Op de cursorknop drukken:
Voert de selectie van items of de instelling van waarden,
enz., uit.
Op [MENU/SET] drukken:
De instellingsinhouden, enz., worden bevestigd.
Deze gebruiksaanwijzing geeft de op-, neer-, links- en
•
rechtsbeweging van de cursorknop weer als 3/4/2/1.
20
2.
Voorbereidingen vóór het opnemen
Bevestiging van de lenskap
Bij fel zonlicht of fel achtergrondlicht zal de lenskap de efecten van lens flare en ghosting
minimaliseren.
De lenskap houdt overmatig licht tegen en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
Houd de lenskap niet vast zodat deze vervormd raakt of buigt.
•
• Controleer dat het toestel uitstaat.
• Sluit de flits.
Lijn het montageteken op de
1
lenskap uit, net boven het naar
buiten stekende montagedeel op
de rand van de lens.
A Naar buiten stekend montagedeel
(lensrand)
B Montageteken (lenskap)
Schroef de lenskap vast in de
2
richting van de pijl.
Ga door met draaien aan de lenskap
3
tot een "klik" gehoord wordt, zelfs als
u enige weerstand voelt, en lijn het
teken op de onderkant van de camera
uit.
C Draai tot de tekens uitgelijnd zijn
• Controleer of de lenskap stevig vastgezet is en niet op het beeld verschijnt.
21
2. Voorbereidingen vóór het opnemen
• Als u flitsopnamen maakt terwijl de lenskap op de camera zit, kan het onderste gedeelte van de
foto donker worden (vignetteneffect) en wordt de flits uitgeschakeld omdat deze bedekt wordt
door de lenskap. Verwijder in dit geval de lenskap.
• Als de lenskap tijdelijk losgemaakt en meegenomen moet worden, raden wij aan hem
omgekeerd aan te brengen.
Zet hem weer in de gewone stand wanneer u gaat fotograferen.
Bevestiging van de lensdop
• Als u de camera uitzet of vervoert, maakt u lensdop erop vast om het lensoppervlak te
beschermen.
• Wees er zeker van dat de lensdop losgemaakt is als u het
toestel inschakelt.
• Verlies de lensdop niet.
22
2. Voorbereidingen vóór het opnemen
Het bevestigen van de Schouderriem
• We raden aan de schouderriem te bevestigen wanneer u het toestel gebruikt om het
vallen ervan tegen te gaan.
Steek de schouderriem door de opening in de
1
ring van de schouderriem.
Steek de schouderriem door de stopgesp en
2
maak de schouderriem vast.
A Trek de schouderriem 2 cm of meer aan.
• Maak de schouderriem vast aan de andere kant van de
camera maar zonder de riem te verdraaien.
• Gebruik de schouderriem om uw schouder.
– Draag hem niet om uw nek.
– Dit kan leiden tot letsel of ongevallen.
• Bewaar de schouderriem niet waar er een kind bij kan.
– De riem kan per ongeluk om hun nek gewikkeld raken.
23
2. Voorbereidingen vóór het opnemen
90°
Opladen van de Batterij
∫ Over batterijen die u voor dit toestel kunt gebruiken
Er is geconstateerd dat namaakbatterijpakketten, die sterk op het originele
product lijken, in omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle
batterijpakketten van dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met een interne
bescherming om te voldoen aan de eisen van de toepasselijke
veiligheidstandaards. Er is een mogelijkheid dat deze batterijpakketten tot brand
of explosie kunnen leiden. Wij informeren u dat wij niet verantwoordelijk zijn
voor eventuele ongelukken of storingen die als gevolg van het gebruik van een
namaakbatterijpakket kunnen plaatsvinden. Om ervoor te zorgen dat veilige
producten gebruikt worden, raden we het gebruik aan van originele
batterijpakketten van Panasonic.
•
Gebruik hiervoor de lader en de batterij.
Opladen
• De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
• Laad de batterij binnenshuis met de lader.
Steek de batterij in de goede richting.
1
Steek de stekker van de lader in het
2
stopcontact.
• Het [CHARGE] lampje A gaat branden en het laden
begint.
24
plug-in-type
inlaattype
2. Voorbereidingen vóór het opnemen
AFSAFS
L
3:2
∫ Over het [CHARGE] lampje
Aan:Opladen.
Uit:Opladen is voltooid.
(Sluit de lader af van het stopcontact en verwijder de batterij als het
laden geheel klaar is.)
•
Als het [CHARGE] lampje knippert
– De batterijtemperatuur is te hoog of te laag. Er wordt aanbevolen om de batterij opnieuw te
laden bij een omgevingstemperatuur tussen 10 oC en 30 oC.
– De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge
doek.
∫ Oplaadtijd
OplaadtijdOngeveer 140 min
•
De aangegeven oplaadtijd is voor wanneer de batterij geheel leeg is geraakt.
De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van hoe de batterij gebruikt is.
De oplaadtijd voor de batterij in hete/koude omgevingen of een batterij die lange tijd niet
gebruikt is zou langer kunnen zijn dan anders.
∫ Batterijaanduiding
De aanduiding wordt rood en knippert als de resterende batterijstroom opgeraakt is.
•
(Het statuslampje knippert ook)
Laad de batterij of vervang hem door een volledig geladen batterij.
• Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de
stroomplug.
Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen worden door
kortsluiting of de eruit voortkomende hitte.
• De batterij kan opnieuw geladen worden wanneer deze nog enigszins opgeladen is, maar het
wordt niet aangeraden dat de batterijlading vaak aangevuld wordt terwijl de batterij nog
helemaal opgeladen is.
(Aangezien het kenmerkende zwellen plaats zou kunnen vinden.)
25
2. Voorbereidingen vóór het opnemen
Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering
∫ Foto's maken (wanneer u de monitor gebruikt)
(Volgens CIPA-norm in de Programma AE-modus)
Aantal beeldenOngeveer 360 beelden
opnametijdOngeveer 180 min
∫ Foto's maken (wanneer u de zoeker gebruikt)
(Volgens CIPA-norm in de Programma AE-modus)
Aantal beeldenOngeveer 300 beelden
opnametijdOngeveer 150 min
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
•
• Temperatuur: 23 oC/Vochtigheid: 50%RH wanneer de monitor aan staat.
• Gebruik van een SDHC-geheugenkaart.
• De geleverde batterij gebruiken.
• Opname 30 seconden nadat het toestel aangezet is starten.
(Wanneer de optische beeldstabilisator op [] gezet is.)
• Opnemen om de 30 seconden met iedere tweede opname gebruik van de volledige flitser.
• Het zoomhendeltje van Tele naar Wide of andersom zetten bij elke opname.
• Het toestel om de 10 opnamen uitzetten. Het toestel niet gebruiken totdat de batterijen
afgekoeld zijn.
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd van de opname. Als de
pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal mogelijke opnamen af.
[Bijvoorbeeld, als u één beeld per twee minuten moest maken, dan zou het aantal
beelden gereduceerd worden tot ongeveer één vierde van het aantal beelden die
hierboven gegeven wordt (gebaseerd op één beeld per 30 seconden gemaakt).]
26
2. Voorbereidingen vóór het opnemen
∫ Films opnemen (met gebruik van de monitor)
[AVCHD] (Opnemen terwijl de beeldkwaliteit op [FHD/17M/50i] staat)
Opneembare tijdOngeveer 135 min
Huidige opnametijdOngeveer 70 min
[MP4] (Opnemen terwijl de beeldkwaliteit op [FHD/20M/25p] staat)
Opneembare tijdOngeveer 140 min
Huidige opnametijdOngeveer 75 min
[AVCHD]-films:
•
Het opnemen stopt als de continue opnametijd de 29 minuten en 59 seconden overschrijdt.
• Films waarvan het bestandformaat in [MP4] op [FHD], [HD] of [VGA] gezet is:
Het opnemen stopt als de continue opnametijd de 29 minuten en 59 seconden overschrijdt of
als het bestandformaat groter is dan 4 GB.
– Aangezien het bestandformaat met [FHD] groter wordt, zal de opname met [FHD] eerder
stoppen dan na 29 minuten en 59 seconden.
• Films waarvan het bestandformaat in [MP4] op [4K] gezet is:
Het opnemen stopt als de continue opnametijd de 29 minuten en 59 seconden overschrijdt.
(U kunt zelfs zonder onderbreking doorgaan met opnemen als het bestandformaat groter is
dan 4 GB maar het filmbestand zal gesplitst en afzonderlijk afgespeeld worden.)
• Deze tijden gelden voor een omgevingstemperatuur van 23 oC en een vochtigheid van 50%RH.
Gelieve erop letten dat deze tijden bij benadering gelden.
• De huidige opneembare tijd is de tijd die voor de opname beschikbaar is als handelingen, zoals
het in- en uitschakelen van dit toestel, het starten/stoppen van de opname, de bediening van
de zoom, enz. herhaald worden.
∫ Afspelen (met gebruik van de monitor)
TerugspeeltijdOngeveer 300 min
De uitvoertijden en aantal te maken beelden zullen verschillen afhankelijk van de
•
omgeving en de gebruiksaanwijzing.
In de volgende gevallen worden de gebruikstijden bijvoorbeeld korter en wordt het aantal te
maken beelden verminderd.
– In omgevingen met lage temperatuur, zoals skihellingen.
– Als de flitser herhaaldelijk gebruikt wordt.
• Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen
is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
27
2. Voorbereidingen vóór het opnemen
De kaart (optioneel)/batterij in het toestel doen
en eruit halen
• Controleer of het toestel uit staat.
• We raden een kaart van Panasonic aan.
Zet de vrijgavehendeltje in de
1
richting van de pijl en open de
batterij/kaartklep.
• Altijd echte Panasonic batterijen
gebruiken.
• Als u andere batterijen gebruikt,
garanderen wij de kwaliteit van dit product niet.
Batterij: Let op bij de richting
2
van plaatsing van de batterij en
plaats hem volledig naar binnen,
tot u een blokkeergeluid hoort.
Controleer dan of hendel A de
batterij vergrendeld heeft.
Trek hendel A in de richting van
de pijl om de batterij uit te
nemen.
Kaart: Duw er net zolang tegen tot u een “klik” hoort en let op de
richting waarin u de kaart plaatst.
Om de kaart uit te nemen, op de kaart duwen tot deze “klikt” en de
kaart vervolgens rechtop uitnemen.
B: De verbindingsuiteinden van de kaart niet aanraken.
1: Sluit de kaart/batterijklep.
3
2: Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl.
28
2. Voorbereidingen vóór het opnemen
• Verwijder de batterij na gebruik.
(Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt.)
• De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera
wordt warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
• Voordat u de kaart of batterij eruit haalt, het toestel uitzetten en wachten totdat de stroomlamp
helemaal uitgegaan is.
(Anders zou dit apparaat niet meer normaal kunnen werken en zou de kaart zelf beschadigd
kunnen worden of zouden de beelden verloren kunnen gaan.)
29
2. Voorbereidingen vóór het opnemen
AFS
L
3:2
50
i
Over de -kaart
Kaarten die met dit toestel gebruikt kunnen worden
De volgende kaarten, die overeenstemmen met de SD-standaard, kunnen gebruikt
worden met dit toestel.
(Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.)
SD-geheugenkaart
(8 MB tot 2 GB)
• SDHC-geheugenkaarten en SDXC-geheugenkaarten
kunnen alleen gebruikt worden in apparatuur die daarmee
compatibel is.
• Controleer dat de PC en andere apparatuur compatibel zijn
• Dit toestel is compatibel met UHS-I UHS Snelheidsklasse 3
SDXC-geheugenkaart
(48 GB, 64 GB)
standaard SDHC/SDXC-geheugenkaarten.
• Alleen de kaarten met de links vermelde capaciteit kunnen
gebruikt worden.
∫ Filmopname en snelheidsklasse
Op grond van het [Opname-indeling] (P212) en de [Opn. kwaliteit] (P212) van een film zal
een andere kaart nodig zijn. Gebruik een kaart die aan de volgende waarden van de
SD-snelheidsklasse of de UHS-snelheidsklasse voldoet.
De SD-snelheidsklasse en de UHS-snelheidsklasse zijn de snelheidsklassen voor continu
•
schrijven. Zie het etiket op de binnenkant, enz., van de kaart, om de snelheidsklasse te
controleren.
[Opname-indeling]
[AVCHD]Alle
[MP4]FHD/HD/VGA
[MP4]
[Opn. kwaliteit]SnelheidsklasseVoorbeeld van etiket
Klasse 4 of hoger
4K/
Film in hoge snelheid
UHS-snelheidsklasse 3
• Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
Toegang tot de kaart
De toegangsaanduiding wordt rood als beelden op de kaart
opgenomen worden.
30
Loading...
+ 337 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.