Lees deze instructies zorgvuldig door voordat u dit product gebruikt
en bewaar deze handleiding, zodat u deze later kunt raadplegen.
Waarschuwingen op het schermP328
Problemen oplossenP330
De benodigde informatie vindenP2
InhoudP4
Inhoudsopgave van de functiesP10
MenulijstP204
DVQP1125ZA
F0317HN0
Page 2
De benodigde informatie vinden
In deze “Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken” kunt u de informatie die u
nodig heeft op de volgende pagina’s vinden.
Door op een paginanummer te klikken, kunt u naar de aangekoppelde pagina springen
en snel de informatie vinden.
Zoeken vanuit de “Inhoud”
Klik op deze icoon om naar “Inhoud” te springen.
Zoeken in de lijst met functienamenP10
Zoeken in de lijst met druk- en draaiknoppenP16
Zoeken in de lijst met beeldschermen en
iconen
Zoeken vanuit de “Waarschuwingen op het
scherm”
Zoeken vanuit de “Menulijst”
Klik op deze icoon om naar “Menulijst” te springen.
Zoeken vanuit de “Problemen oplossen”P330
Klik op deze icoon om naar “De benodigde informatie vinden” te springen.
Klik op deze icoon om terug te keren naar de eerder weergegeven pagina.
P4
P321
P328
P204
Zie de volgende pagina voor details over het gebruik van deze
gebruiksaanwijzing.
Wi-Fi®-functie/Bluetooth®-functie
2
P3
P264
Page 3
Gebruik van deze handleiding
MENU
Over de aanduiding van de toepasbare modus
Toepasbare modi:
De iconen duiden op de modussen die voor de functie beschikbaar zijn.
• Zwarte iconen: toepasbare modussen
• Grijze iconen: niet beschikbare modussen
, en zullen verschillen, afhankelijk van de opnamemodussen die bij de
standaardinstellingen geregistreerd zijn.
∫ De symbolen in de tekst
:Geeft aan dat het menu ingesteld kan worden door op de [MENU/SET]-toets
te drukken.
Wi-Fi
:Geeft aan dat de Wi-Fi-instelling gemaakt kan worden door op de
[Wi-Fi]-toets te drukken.
:Tips voor een vakkundig gebruik en opmerkingen over het opnemen.
:Omstandigheden waarin een bepaalde functie niet gebruikt kan worden.
: Wordt vervolgd op de volgende pagina.
• Klik op een kruisreferentie in de tekst om naar de overeenkomstige pagina te springen.
In deze gebruiksaanwijzing worden de stappen voor de instelling van een
menu-onderdeel als volgt beschreven.
Voorbeeld: In het [Opname]-menu verandert [Kwaliteit] van [A] in [›]
MENU
> [Opname] > [Kwaliteit] > [›]
• De beschrijving in deze handleiding is gebaseerd op de onderling verwisselbare lens
(H-ES12060).
• Bij de beeldschermafbeeldingen in deze handleiding is er vanuit gegaan dat [Indeling] in
[Klokinst.] (P39) op [J.M.D.] gezet is en dat [Systeemfrequentie] (P240) op [24.00Hz
(CINEMA)] gezet is.
3
Page 4
Inhoud
De benodigde informatie vinden ...............................................................................2
Gebruik van deze handleiding ..................................................................................3
Inhoudsopgave van de functies ..............................................................................10
1.Voor Gebruik
Zorgdragen voor de fotocamera .............................................................................13
Niet blootstellen aan sterke trillingen, schokken of druk.
• De lens, de monitor of de ombouw kunnen beschadigd worden bij gebruik onder de volgende
omstandigheden.
Hierdoor kunnen ook storingen ontstaan of kan het zijn dat het beeld niet wordt opgenomen,
indien u:
– Het toestel laten vallen of er tegen stoten.
– Hard op de lens of op de monitor duwt.
∫ Spatbestendigheid
Spatbestendigheid is een term die gebruikt wordt om een extra niveau van bescherming te
beschrijven dat door deze camera geboden wordt tegen de blootstelling aan een minimale
hoeveelheid vocht, water of stof. De spatbestendigheid garandeert niet dat geen schade
berokkend wordt als deze camera rechtstreeks met water in aanraking komt.
Om de mogelijkheid van beschadiging tot een minimum te beperken, dient u te
controleren of de volgende voorzorgsmaatregelen getroffen zijn:
– De spatbestendigheid werkt in combinatie met de lenzen die speciaal ontworpen zijn om dit
kenmerk te ondersteunen.
– De camera is niet ontworpen om spat- en stofbestendig te zijn wanneer de
USB-aansluitingskabel of de kabelhouder erop bevestigd zijn.
– Controleer of alle deurtjes, doppen van aansluitingen en deksels van contactpunten veilig
gesloten zijn.
– Controleer of u zich op een droge en veilige plaats bevindt wanneer u de batterij, de lens of
de geheugenkaart verwisseld. Controleer na de verwisseling of alle beschermende deurtjes
veilig gesloten zijn.
– Als deze camera aan water, zand of ander materiaal blootgesteld wordt, reinig hem dan zo
snel mogelijk en tref daarbij de benodigde voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat
ongeacht welk materiaal de camera binnendringt.
– Onder geen enkele omstandigheid dient u onbekende voorwerpen in de camera, of vlakbij de
beeldsensor van de camera, aan te raken of te plaatsen.
Als de camera zich in een koude omgeving bevindt met temperatuur tussen s10 oC
en 0 oC:
– Bevestig vóór het gebruik een onderling verwisselbare lens van Panasonic met een
aanbevolen minimum werktemperatuur van s10 oC.
Als zand, stof of vloeistoffen zoals waterdruppels op de monitor terechtkomen, veeg die er
dan af met een droge, zachte doek.
– Doet u dat niet dan kan de monitor onjuist reageren op aanraakhandelingen.
– Als de monitor gesloten wordt met dergelijke vloeistoffen erop, kan een slechte werking het
gevolg zijn.
Als u de camera schudt terwijl deze uitgeschakeld is, kunnen de sensoren bewegen of
kan een ratelend geluid gehoord worden. Het geluid wordt veroorzaakt door de
beeldstabilisator in de body en is geen teken van een slechte werking.
13
Page 14
1. Voor Gebruik
∫ Over condensatie (wanneer de lens, de zoeker of de monitor beslagen zijn)
• Condens treedt op wanneer de omgevingstemperatuur of de vochtigheid veranderen. Wees
voorzichtig met condensatie omdat dit vlekken en schimmel op de lens, de zoeker en de
monitor veroorzaakt en een slechte werking van de camera.
• Als er zich condens voordoet, het toestel uitzetten en deze gedurende 2 uur uit laten staan. De
mist zal op natuurlijke wijze verdwijnen wanneer de temperatuur van het toestel in de buurt
komt van de kamertemperatuur.
14
Page 15
1. Voor Gebruik
Standaardaccessoires
Controleer of alle accessoires bijgeleverd zijn alvorens het toestel in gebruik te
nemen.
• De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied
waar u de camera hebt gekocht.
Raadpleeg voor details over de accessoires “Beknopte gebruiksaanwijzing”.
• Batterijpak wordt aangegeven als batterijpak of batterij in de tekst.
• Batterijlader wordt aangegeven als batterijlader of lader in de tekst.
• De SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de SDXC-geheugenkaart worden
aangegeven als kaart in de tekst.
• De kaart is optioneel.
15
Page 16
1. Voor Gebruik
26 25292728
9
12
22
30
161517
1314
8
11
10
21
20
24
23
19
18
142 3
195 6
7
Namen en functies van de componenten
∫ Camera
WIRELESS-verbindingslampje (P265)
1
Statuslampje (P39)
2
Toestel AAN/UIT (P39)
3
4
[](Belichtingscompensatie)-knop (P105)
[](ISO-gevoeligheid)-knop (P107)
5
[](Witbalans)-knop (P109)
6
Referentieteken focusafstand (P103)
7
[Fn1]-knop (P60)
8
Bewegend beeldknop (P162)
9
Modusknop voorkant (P45)
10
Sluiterknop (P43)
11
Zelfontspannerlampje (P133)/
12
AF-assist lamp (P225)
Instelknop (P44)
13
Vergrendelknop van modusknop (P44)
14
Stereomicrofoon (P170)
• Zorg ervoor de microfoon niet te bedekken
15
met uw vinger. Dat zou het geluid moeilijk
opneembaar kunnen maken.
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
16
Flitsschoen (bescherming flitsschoen) (P153)
• De bescherming van de flitsschoen buiten het
bereik van kinderen houden om het inslikken
ervan te voorkomen.
• Als u een netadapter gebruikt, wees er dan
zeker van dat het DC-koppelstuk van
58
Panasonic (optioneel) en de netadapter
(optioneel) gebruikt worden.
Deksel voor connector batterijhandgreep (P319)
• Houd het deksel van de connector van de
59
batterijhandgreep buiten het bereik van
kinderen om inslikken te voorkomen.
Montagedeel statief (P344)
• Het is niet mogelijk een statief met een
schroeflengte van 5,5 mm of meer veilig op de
60
camera te bevestigen en vast te zetten. Dit
kan de camera beschadigen.
• Functieknoppen ([Fn7] tot [Fn11]) (P60)
zijn aanraakiconen.
Raak de [ ]-tab op het opnamescherm aan
om ze weer te geven.
17
Page 18
1. Voor Gebruik
236781
∫ Lens
H-ES12060H-FS12060
123 6 8
5
H-HSA12035
1234687
Lensoppervlak
1
Focusring (P101)
2
Zoomring (P147)
3
O.I.S.-schakelaar (P143)
4
[AF/MF]-schakelaar
• Als de [AF/MF]-schakelaar van de lens, of de
5
instelling van de camera, op [MF] gezet is, is
de manuele focus (MF) vrijgegeven.
Contactpunt
6
Montagerubber lens (P342)
7
Pasmarkering voor de lens (P34)
8
74
18
Page 19
1. Voor Gebruik
Over de Lens
Dit toestel kan de speciale lenzen gebruiken die
compatibel zijn met de specificatie van de lensmontage
van het Micro Four Thirds
montage).
U kunt ook een lens van een van de volgende
standaards gebruiken door een montageadapter te bevestigen.
Four Thirds™
montagespecificatielens
Leica M Montage onderling verwisselbare lens M Montageadapter (DMW-MA2M: optioneel)
Leica R Montage onderling verwisselbare lens R Montageadapter (DMW-MA3R: optioneel)
Over de lens en de functies
Afhankelijk van de gebruikte lens, zijn bepaalde functies zoals Auto Focus,
Beeldstabilisator en zoomfuncties mogelijk uitgeschakeld of werken anders.
Raadpleeg de website voor details over de gebruikte lens.
Raadpleeg onze catalogussen/webpagina’s voor de meest recente informatie over
compatibele lenzen.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
TM
Systeem (Micro Four Thirds
LensMontageadapter
Montageadapter (DMW-MA1: optioneel)
• De brandpuntlengte die op de gebruikte lens aangeduid wordt, zal dubbel zo lang zijn bij
gebruik op een filmcamera van 35 mm.
(Het zal gelijk zijn aan een lens van 100 mm als een lens van 50 mm gebruikt wordt.)
De firmware van uw onderling verwisselbare lens
Voor een opname die vloeiender verloopt, raden wij aan de firmware van de onderling
verwisselbare lens naar de laatste versie te updaten.
• Om de meest recente informatie over de firmware te lezen of de firmware te downloaden
kunt u onderstaande ondersteunende website bezoeken:
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
• Om de firmware-versie van de onderling verwisselbare lens te controleren, dient u de lens op
de body van de camera te bevestigen en [Versie disp.] in het [Set-up]-menu te selecteren.
19
Page 20
2. Opstarten/Basisbediening
Het bevestigen van de Schouderriem
• We raden aan de schouderriem te bevestigen wanneer u het toestel gebruikt om het
vallen ervan tegen te gaan.
Haal de schouderriem door het lusje van
1
de schouderriem op het toestel.
A: Lusje voor schouderriem
Haal het uiteinde van de schouderriem
2
door de ring in de richting van de pijl en
haal het vervolgens door de stopper.
Haal het uiteinde van de schouderriem
3
door het gat aan de andere kant van de
stopper.
Trek aan de schouderriem
4
en controleer vervolgens
of deze er niet uit zal
komen.
• Voer stappen 1 tot 4 uit en
bevestig vervolgens de andere
kant van de schouderriem.
• Gebruik de schouderriem om uw schouder.
– Draag hem niet om uw nek.
Dit kan leiden tot letsel of ongevallen.
• Bewaar de schouderriem niet waar er een kind bij kan.
– De riem kan per ongeluk om hun nek gewikkeld raken.
20
Page 21
2. Opstarten/Basisbediening
Opladen van de Batterij
∫ Over batterijen die u voor dit toestel kunt gebruiken
Er is geconstateerd dat namaakbatterijpakketten, die sterk op het originele
product lijken, in omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle
batterijpakketten van dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met een interne
bescherming om te voldoen aan de eisen van de toepasselijke
veiligheidstandaards. Er is een mogelijkheid dat deze batterijpakketten tot brand
of explosie kunnen leiden. Wij informeren u dat wij niet verantwoordelijk zijn
voor eventuele ongelukken of storingen die als gevolg van het gebruik van een
namaakbatterijpakket kunnen plaatsvinden. Om ervoor te zorgen dat veilige
producten gebruikt worden, raden we het gebruik aan van originele
batterijpakketten van Panasonic.
• Gebruik hiervoor de lader en de batterij.
Opladen
• De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
• Laad de batterij binnenshuis met de lader.
Sluit de netkabel aan.
1
Plaats de batterij en doe dit in de goede richting,
2
tot u de klik hoort.
• Het [CHARGE] lampje A gaat branden en het laden begint.
21
Page 22
2. Opstarten/Basisbediening
AFS
∫ Over het [CHARGE] lampje
Aan:Opladen bezig.
Uit:Opladen is voltooid.
(Sluit de lader af van het stopcontact en verwijder de batterij als het
laden geheel klaar is.)
• Als het [CHARGE] lampje knippert
– De batterijtemperatuur is te hoog of te laag. Er wordt aanbevolen om de batterij opnieuw te
laden bij een omgevingstemperatuur tussen 10 oC en 30 oC.
– De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge
doek.
∫ Oplaadtijd
OplaadtijdOngeveer 220 min
• De aangeduide oplaadtijd is voor als de batterij volledig ontladen is.
De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van hoe de batterij gebruikt wordt.
De oplaadtijd voor een batterij in een warme/koude omgeving of een batterij die lange
tijd niet gebruikt werd, kan langer zijn dan normaal.
∫ Batterijaanduiding
4:3
L
AFS
• De aanduiding wordt rood en knippert als de resterende batterijstroom opgeraakt is.
(Het statuslampje knippert ook).
Laad de batterij of vervang hem door een volledig geladen batterij.
• Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de
stroomplug.
Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen worden door
kortsluiting of de eruit voortkomende hitte.
• De batterij kan opnieuw geladen worden wanneer deze nog enigszins opgeladen is, maar het
wordt niet aangeraden dat de batterijlading vaak aangevuld wordt terwijl de batterij nog
helemaal opgeladen is.
(Aangezien het kenmerkende zwellen plaats zou kunnen vinden.)
22
Page 23
2. Opstarten/Basisbediening
Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering
Volgens de CIPA (Camera & Imaging Products Association)-standaard
Als een SDHC-geheugenkaart van Panasonic en de bijgeleverde batterij gebruikt
worden.
∫ Foto's maken (wanneer u de monitor gebruikt)
Als de onderling verwisselbare lens (H-ES12060) gebruikt wordt
Aantal beeldenOngeveer 400 beelden
OpnametijdOngeveer 200 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS12060) gebruikt wordt
Aantal beeldenOngeveer 410 beelden
OpnametijdOngeveer 205 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-HSA12035) gebruikt wordt
Aantal beeldenOngeveer 410 beelden
OpnametijdOngeveer 205 min
∫ Foto's maken (wanneer u de zoeker gebruikt)
De nummers tussen haakjes duiden op waarden die resulteren als [Batt. Besparende
LVF-Opn.] (P237) op [3SEC] gezet is en werkt zoals beoogd wordt. (Gebaseerd op de
testcondities afkomstig van de CIPA-standaard en gespecificeerd door Panasonic)
Als de onderling verwisselbare lens (H-ES12060) gebruikt wordt
Aantal beeldenOngeveer 380 beelden (Ongeveer 1000 beelden)
OpnametijdOngeveer 200 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS12060) gebruikt wordt
Aantal beeldenOngeveer 400 beelden (Ongeveer 1000 beelden)
OpnametijdOngeveer 200 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-HSA12035) gebruikt wordt
Aantal beeldenOngeveer 390 beelden (Ongeveer 1000 beelden)
OpnametijdOngeveer 195 min
23
Page 24
2. Opstarten/Basisbediening
∫ Films opnemen (met gebruik van de monitor)
[AVCHD] (Opnemen terwijl de beeldkwaliteit op [FHD/17M/60i]/[FHD/17M/50i] staat)
Als de onderling verwisselbare lens (H-ES12060) gebruikt wordt
Opneembare tijdOngeveer 120 min
Huidige opnametijdOngeveer 60 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS12060) gebruikt wordt
Opneembare tijdOngeveer 120 min
Huidige opnametijdOngeveer 60 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-HSA12035) gebruikt wordt
Opneembare tijdOngeveer 120 min
Huidige opnametijdOngeveer 60 min
[MP4] (Opnemen terwijl de beeldkwaliteit op [FHD/28M/60p]/[FHD/28M/50p] staat)
Als de onderling verwisselbare lens (H-ES12060) gebruikt wordt
Opneembare tijdOngeveer 120 min
Huidige opnametijdOngeveer 60 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS12060) gebruikt wordt
Opneembare tijdOngeveer 120 min
Huidige opnametijdOngeveer 60 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-HSA12035) gebruikt wordt
Opneembare tijdOngeveer 120 min
Huidige opnametijdOngeveer 60 min
24
Page 25
2. Opstarten/Basisbediening
[MP4] (Opnemen terwijl de beeldkwaliteit op [4K/100M/30p]/[4K/100M/25p] staat)
Als de onderling verwisselbare lens (H-ES12060) gebruikt wordt
Opneembare tijdOngeveer 110 min
Huidige opnametijdOngeveer 55 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS12060) gebruikt wordt
Opneembare tijdOngeveer 120 min
Huidige opnametijdOngeveer 60 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-HSA12035) gebruikt wordt
Opneembare tijdOngeveer 120 min
Huidige opnametijdOngeveer 60 min
[MP4 (LPCM)] (Opnemen terwijl de beeldkwaliteit op [FHD/8bit/100M/60p]/[FHD/8bit/
100M/50p] staat)
Als de onderling verwisselbare lens (H-ES12060) gebruikt wordt
Opneembare tijdOngeveer 120 min
Huidige opnametijdOngeveer 60 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS12060) gebruikt wordt
Opneembare tijdOngeveer 120 min
Huidige opnametijdOngeveer 60 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-HSA12035) gebruikt wordt
Opneembare tijdOngeveer 120 min
Huidige opnametijdOngeveer 60 min
25
Page 26
2. Opstarten/Basisbediening
[MOV] (Opnemen terwijl de beeldkwaliteit op [FHD/8bit/100M/60p]/[FHD/8bit/100M/50p]
staat)
Als de onderling verwisselbare lens (H-ES12060) gebruikt wordt
Opneembare tijdOngeveer 120 min
Huidige opnametijdOngeveer 60 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS12060) gebruikt wordt
Opneembare tijdOngeveer 120 min
Huidige opnametijdOngeveer 60 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-HSA12035) gebruikt wordt
Opneembare tijdOngeveer 120 min
Huidige opnametijdOngeveer 60 min
• De huidige opneembare tijd is de tijd die voor de opname beschikbaar is als handelingen, zoals
het in- en uitschakelen van dit toestel, het starten/stoppen van de opname, enz. herhaald
worden.
∫ Afspelen (met gebruik van de monitor)
Als de onderling verwisselbare lens (H-ES12060) gebruikt wordt
TerugspeeltijdOngeveer 240 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-FS12060) gebruikt wordt
TerugspeeltijdOngeveer 260 min
Als de onderling verwisselbare lens (H-HSA12035) gebruikt wordt
TerugspeeltijdOngeveer 270 min
• De uitvoertijden en aantal te maken beelden zullen verschillen afhankelijk van de
omgeving en de gebruiksaanwijzing.
In de volgende gevallen worden de gebruikstijden bijvoorbeeld korter en wordt het aantal te
maken beelden verminderd.
– In omgevingen met lage temperatuur, zoals skihellingen.
• Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen
is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
26
Page 27
2. Opstarten/Basisbediening
Plaatsen/Verwijderen van de batterij
• Controleer dat dit toestel uitstaat.
1: Schuif de vrijgavehendel in de
1
richting van de pijl (naar de kant
OPEN).
2: Open het batterijdeurtje.
• Gebruik altijd originele Panasonic batterijen.
• Als u andere batterijen gebruikt, garanderen
wij de kwaliteit van dit product niet.
Let op bij de richting van plaatsing
2
van de batterij en plaats hem volledig
naar binnen, tot u een blokkeergeluid
hoort. Controleer dan of hendel A de
batterij vergrendeld heeft.
Als een batterij verwijderd moet
worden, druk hendel A dan naar de
pijl en trek de batterij naar buiten.
1: Sluit de batterijklep.
3
2: Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl.
• Controleer of er geen vuildeeltjes op de binnenkant (rubber afdichting) van het batterijdeurtje
zitten.
• Verwijder de batterij na gebruik.
(Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt.)
• De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera
wordt warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
• Schakel de camera uit en wacht tot het statuslampje volledig uitgegaan is alvorens de batterij
te verwijderen.
(Anders zou dit apparaat niet meer normaal kunnen werken en zou de kaart zelf beschadigd
kunnen worden of zouden de beelden verloren kunnen gaan.)
• Wees voorzichtig bij het verwijderen van de batterij omdat de batterij naar buiten springt.
27
Page 28
2. Opstarten/Basisbediening
Plaatsen/Verwijderen van de kaart (optioneel)
• Controleer of het toegangslampje uitgegaan is.
Schuif het kaartklepje open.
1
Duw er net zolang tegen tot u een “klik”
2
hoort en let op de richting waarin u de kaart
plaatst.
Om de kaart uit te nemen, op de kaart
duwen tot deze “klikt” en de kaart
vervolgens rechtop uitnemen.
• Er kan in kaartsleuf 1 A en in kaartsleuf 2 B één kaart
naar binnen gestoken worden.
• Om de kaart in kaartsleuf 1 A te steken/eruit te halen,
drukt u op de bovenkant van de kaart. Om de kaart in
kaartsleuf 2 B te steken/eruit te halen, drukt u op de onderkant van de kaart.
C: De verbindingsuiteinden van de kaart niet aanraken.
1: Sluit het kaartklepje.
3
2: Schuif het kaartklepje helemaal naar
achteren en sluit het dan goed.
28
Page 29
2. Opstarten/Basisbediening
AFS
Controlelampjes toegang kaart
8bit
MOV
4:3
p
24
L
FHD
Toegangslampje
Brandt terwijl men zich toegang tot de kaart
verschaft (tijdens de opname, het wissen,
Toegangsaanduiding
Gaat rood branden wanneer een afbeelding op
de kaart opgenomen wordt.
formatteren, enz.).
• Tijdens de toegang (d.i. terwijl het toegangslampje brandt of []/[] weergegeven
wordt) dient u dit toestel niet uit te schakelen, de batterij of de kaart te verwijderen of de
(optionele) netadapter af te sluiten. Verder het toestel niet blootstellen aan vibratie,
stoten of statische elektriciteit.
De kaart of de gegevens op de kaart zouden beschadigd kunnen worden en dit apparaat
zou niet langer normaal kunnen werken.
Als de operatie faalt wegens vibratie, stoten of statische elektriciteit, de operatie
opnieuw uitvoeren.
• Met [Dubbele SD-kaart slot functie] in het [Set-up]-menu, kunt u de manier instellen waarop
het opnemen op de twee kaartsleuven uitgevoerd wordt. (P242)
29
Page 30
2. Opstarten/Basisbediening
Kaartinformatie
De volgende kaarten, die overeenstemmen met de SD-standaard, kunnen gebruikt
worden met dit toestel.
(Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.)
SD-geheugenkaart
(512 MB tot 2 GB)
SDHC-geheugenkaart
(4 GB tot 32 GB)
SDXC-geheugenkaart
(48 GB tot 128 GB)
∫ Opnemen van films/6K-foto's/4K-foto's en snelheidsklassen
Op grond van het [Opname-indeling] (P163) en de [Opn. kwaliteit] (P163) van een film zal
een andere kaart nodig zijn. Om 6K/4K-foto's op te nemen heeft u een kaart met een
snelheidsklasse nodig die 6K/4K-foto-opnames ondersteunt. Gebruik een kaart die aan de
volgende waarden van de SD-snelheidsklasse of de UHS-snelheidsklasse voldoet.
• De SD-snelheidsklasse en de UHS-snelheidsklasse zijn de snelheidsklassen voor continu
schrijven. Zie het etiket op de binnenkant, enz., van de kaart, om de snelheidsklasse te
controleren.
[Opname-indeling][Opn. kwaliteit]SnelheidsklasseVoorbeeld van etiket
[AVCHD]Alle
[MP4]
[MP4 (LPCM)]Alle
[MOV]Alle
• Dit toestel is compatibel met UHS-I/UHS-II UHS
Snelheidsklasse 3 standaard SDHC/
SDXC-geheugenkaarten.
• De werking van de links aangeduide kaarten is bevestigd
met kaarten van Panasonic.
FHD
4K
Klasse 4 of hoger
UHS-snelheidsklasse 3
6K/4K-foto
Post Focus-functie
• Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels.)
• Als u de schrijfbeveiligingsschakelaar A op “LOCK” zet, kunt u de gegevens
misschien niet schrijven, wissen of formatteren of ze op opnamedatum
weergeven.
• De gegevens op de kaart kunnen beschadigd raken of verloren gaan als gevolg
van elektromagnetische golven, statische elektriciteit of het kapot gaan van de
camera of de kaart. Wij raden aan belangrijke gegevens op te slaan op een PC
enz.
• Houd de geheugenkaart buiten het bereik van kinderen om inslikken te voorkomen.
UHS-snelheidsklasse 3
30
Page 31
2. Opstarten/Basisbediening
Formatteren van de kaart (initialisatie)
Formatteer de kaart alvorens beelden met dit toestel op te nemen.
Aangezien de gegevens na het formatteren niet teruggewonnen kunnen worden,
dient u van te voren een back-up van de benodigde gegevens te maken.
Selecteer het menu. (P55)
• Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom of de netadapter (optioneel) wanneer u formatteert. Zet het
toestel niet uit tijdens het formatteren.
• Als de kaart is geformatteerd op een PC of andere apparatuur, formatteert u dan de kaart opnieuw op het toestel.
31
Page 32
2. Opstarten/Basisbediening
Approximatief aantal opneembare beelden en beschikbare opnametijd
∫ Aantal opnamen
• Beeldverhouding [4:3], Kwaliteit [A]
[Fotoresolutie]16 GB32 GB64 GB128 GB
L (20M)14502910581011510
M (10M)263052801051020810
S (5M)460092201764034940
• Beeldverhouding [4:3], Kwaliteit []
[Fotoresolutie]16 GB32 GB64 GB128 GB
L (20M)45090018103590
M (10M)520105021104180
S (5M)570115022904550
∫ Beschikbare opnametijd (om bewegende beelden op te nemen)
• “h” is een afkorting voor uur, “m” voor minuut en “s” voor seconde.
• De opneembare tijd is de totale tijd van alle films die opgenomen zijn.
• Afhankelijk van de opname-omstandigheden en het type kaart kunnen het aantal opneembare
beelden en de beschikbare opnametijd variëren.
• [AVCHD]:
U kunt zelfs zonder onderbreking doorgaan met opnemen als het bestandsformaat groter is
dan 4 GB maar het filmbestand zal gesplitst worden.
• [MP4] (met een [Opn. kwaliteit]-grootte van [FHD]):
U kunt zelfs zonder onderbreking doorgaan met opnemen als dde continue opnametijd langer
is dan 30 minuten of het bestandsformaat groter is dan 4 GB maar het filmbestand zal
gesplitst en afzonderlijk opgenomen/afgespeeld worden.
• [MP4] (met een [Opn. kwaliteit]-grootte van [4K]), [MP4 (LPCM)], of [MOV]:
Een filmbestand zal in de volgende vallen in afzonderlijke bestanden opgenomen en
afgespeeld worden. (de opname kan zonder onderbreking uitgevoerd worden)
– Als een SDHC-geheugenkaart gebruikt wordt: Als de bestandsgrootte groter is dan 4 GB
– Als een SDXC-geheugenkaart gebruikt wordt: Als de continue opnametijd langer is dan
3 uur en 4 minuten of als de bestandsgrootte de 96 GB overschrijdt
• Voordat de opname plaatsvindt, toont het scherm de beschikbare opnametijd die
afgeleid is van de hoeveelheid vrije ruimte op de kaart; tijdens de opname toont het de
resterende tijd voor de continue opname.
• [9999i] wordt op het opnamescherm weergegeven als 10000 of meer foto's gemaakt kunnen
worden.
33
Page 34
2. Opstarten/Basisbediening
Bevestigen/Verwijderen van de lens
• Controleer dat het toestel uitstaat.
• Verwissel de lens in een plaats met weinig vuil of stof. Raadpleeg P340 als vuil of stof op de
lens terechtkomen.
Bevestigen van de lens
Draai de achterste lensdop A en de body-kap B in de richting van de
1
pijl om ze los te maken.
Lijn de pasmarkeringen voor de lens C uit en draai de lens
2
vervolgens in de richting van de pijl tot de klik gehoord wordt.
• Druk niet op de vrijgaveknop van de lens D als u een lens aanbrengt.
• Probeer de lens niet te bevestigen wanneer u deze in een hoek met het toestel
vasthoudt omdat er zo krassen op de lensstructuur zouden kunnen komen.
34
Page 35
2. Opstarten/Basisbediening
De lens losmaken
• Bevestig de lensdop.
Terwijl u op de ontgrendelknop van de lens A
drukt, draait u de lens naar de pijl, tot de lens
stopt waarna u deze verwijdert.
• Om te voorkomen dat stof en andere deeltjes een opeenhoping vormen op de camera of de
lens, of deze binnendringen, bevestigt u de body-kap op de camera en de achterste lensdop
nadat u de lens van de camera losgemaakt heeft.
Bediening zoom
Gebruik van de onderling verwisselbare lens
(H-ES12060/H-FS12060/H-HSA12035)
Draai aan de zoomring van de lens.
T-zijde: Vergroot de onderwerpsafstand
W-zijde: Verbreedt de gezichtshoek
T
W
35
Page 36
2. Opstarten/Basisbediening
De lenskap gebruiken
Wanneer u opneemt met sterk achtergrondlicht, zou er zich onregelmatige reflectie
kunnen voordoen binnen de lens. De lenskap reduceert dit fenomeen van ongewenst licht
op de gemaakte beelden en vermindert de contrastdaling. De lenskap neemt het teveel
aan licht weg en verbetert de beeldkwaliteit.
Aanbrengen van de (bloemvormige) lenskap die bij de verwisselbare lenzen
geleverd is (H-ES12060/H-FS12060/H-HSA12035)
Houd de lenskap vast door uw vingers te plaatsen
zoals de afbeelding toont.
• Houd de lenskap niet vast op een wijze dat deze
verbogen wordt.
1Lijn het merkteken A ( ) op de lenskap uit met
het merkteken op de top van de lens.
2Draai de lenskap in de richting van de pijl tot hij
klikt en lijn het merkteken B () op de
lenskap uit met het merkteken op de top van de
lens.
∫ Verwijder de lenskap (H-ES12060)
Draai de lenskap in de richting van de pijl terwijl u op
de lenskap op knop C drukt.
36
Page 37
2. Opstarten/Basisbediening
Tijdelijk opbergen van de lenskap
Voorbeeld: H-ES12060
1 Draai de lenskap in de richting van de pijl terwijl u op de lenskap op knop A drukt.
2 Lijn het merkteken B () op de lenskap uit met het merkteken op de top van de
lens.
3 Draai de lenskap in de richting van de pijl tot hij op zijn plaats klikt.
37
Page 38
2. Opstarten/Basisbediening
Openen van de monitor
Op het moment van aankoop van deze camera bevindt de monitor zich in de camera body.
Haal de monitor tevoorschijn zoals hieronder getoond wordt.
1 Open de monitor. (Maximum 180o)
2 Deze kan 180o vooruit gedraaid worden.
3 De monitor terugzetten in zijn originele positie.
• Let bij het draaien van de monitor op dat u niet te veel kracht uitoefent. Daardoor kan
schade berokkend worden.
∫ Opnames bij ongeacht welke hoek
De monitor kan naar goeddunken gedraaid worden. Dit is handig want het stelt u in staat
om opnames onder verschillende hoeken te nemen, door eenvoudig de monitor af te
stellen.
Foto’s maken onder een hoge hoekFoto's maken onder een lage hoek
• Als de monitor niet gebruikt wordt, wordt aangeraden hem te sluiten met naar binnen gekeerd
scherm, om vuil en krassen te voorkomen.
38
Page 39
2. Opstarten/Basisbediening
De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)
• De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt.
Zet het toestel aan.
1
• Als de camera ingeschakeld wordt, zal het
statuslampje 1 gaan branden.
• Als het taalselectiescherm niet wordt afgebeeld,
overgaan op stap
Op [MENU/SET] drukken.
2
Druk op 3/4 om de taal te selecteren en
3
druk op [MENU/SET].
Op [MENU/SET] drukken.
4
Druk op 2/1 om de items te selecteren (jaar,
5
maand, dag, uur, minuten) en druk op 3/4
om ze in te stellen.
A: De tijd in uw woongebied
B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied
4.
Instelling van weergavevolgorde en formaat
tijdweergave.
• Om het instelscherm voor de volgorde/tijd weer te
geven, selecteert u [Indeling] en drukt u vervolgens op
[MENU/SET].
Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
6
39
Page 40
2. Opstarten/Basisbediening
Wanneer [De klokinstelling is voltooid.] weergegeven wordt, druk dan
7
op [MENU/SET].
Wanneer [Gelieve de thuiszone instellen] weergegeven wordt, druk
8
dan op [MENU/SET].
Druk op 2/1 om de thuiszone te selecteren
9
en druk vervolgens op [MENU/SET].
De klok opnieuw afstellen
Selecteer [Klokinst.] in het [Set-up]-menu. (P55)
• De klok kan opnieuw ingesteld worden, zoals getoond wordt in de stappen 5 en 6 op P39.
• De klokinstelling wordt behouden gedurende 3 maanden m.b.v. de ingebouwde
klokbatterij zelfs zonder de batterij.
(De opgeladen batterij in het apparaat laten gedurende 24 uur om de ingebouwde batterij
op te laden.)
• Als de klok niet is ingesteld, wordt niet de juiste datum afgedrukt als u de datumafdruk op de
beelden instelt met [Tekst afdr.] of de beelden laat afdrukken door een fotograaf.
40
Page 41
2. Opstarten/Basisbediening
Basisbediening
Tips om mooie opnamen te maken
Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen stil houden
en uw benen een beetje spreiden.
• Het AF Assist-lampje A of de microfoon B niet afdekken met uw vingers of andere
voorwerpen.
• Wanneer u foto's maakt, zorg er dan voor dat u stabiel staat en u niet tegen iemand of iets
anders in de nabijheid kan botsen.
∫ Spoort de richting van de camera op (Richtingsdetectiefunctie)
Deze functie spoort de verticale richting op wanneer u
opneemt met de camera verticaal gericht.
Wanneer u de opname afspeelt, wordt de opname
automatisch afgebeeld in verticale richting.
(Alleen beschikbaar wanneer [Scherm roteren] (P263)
ingesteld is op [ON].)
• Als het toestel verticaal gehouden wordt en aanzienlijk omhoog of omlaag gekanteld wordt voor
het opnemen, kan het zijn dat de Richtingdetectiefunctie niet correct werkt.
• Films, 6K/4K-burst-bestanden en foto's die gemaakt zijn met de Post Focus-functie kunnen niet
verticaal weergegeven worden.
41
Page 42
2. Opstarten/Basisbediening
ョㄏブ
Gebruik van de zoeker
Diopter afstellen
Stel het diopter zo in dat u de karakters die in de zoeker
getoond worden, duidelijk kunt zien.
Schakelen tussen Monitor/Zoeker
Druk op [LVF] om tussen de monitor en de zoeker te
schakelen.
A [LVF]-knop
B Oogsensor
• U kunt de knop ook als een functieknop gebruiken. (P60)
Druk op [LVF].
Automatisch schakelen
tussen zoeker/monitor
¢
Weergave zoeker
¢
Weergave monitor
¢ Als [Oogsensor AF] in het [Voorkeuze] ([Focus / Sluiter Losl.])-menu op [ON] gezet is, zal de
camera automatisch het brandpunt bijstellen als de oogsensor geactiveerd wordt. De
camera maakt geen beep-geluid wanneer de scherpstelling bereikt wordt met [Oogsensor
AF].
42
Page 43
2. Opstarten/Basisbediening
2.8
∫ Opmerkingen over automatisch schakelen tussen zoeker/monitor
Het automatisch schakelen tussen zoeker/monitor stelt de oogsensor in staat de
weergave automatisch naar de zoeker te schakelen als u uw oog of een voorwerp er
vlakbij brengt.
• Als u de functie voor het automatisch schakelen tussen de zoeker/monitor inschakelt en het
opname-informatiescherm (P50) op de monitor weergeeft, kan [Batt. Besparende LVF-Opn.] in
[Besparing] (P237) gebruikt worden zodat u het batterijverbruik kunt verlagen.
• De oogsensor werkt mogelijk niet goed afhankelijk van de vorm van uw brillenglazen, de
manier waarop u de camera vasthoudt of fel licht rondom het oculair. Druk in dat geval op [LVF]
om de weergave om te schakelen.
• Tijdens afspelen van film of een diavoorstelling, schakelt de camera niet automatisch de
display naar de Zoeker met de oogsensor.
• De oogsensor werkt niet afhankelijk van de hoek van de monitor.
Sluiterknop (foto's maken)
De sluiterknop werkt in twee stappen. Druk erop om een foto te maken.
De ontspanknop tot de helft indrukken om scherp
te stellen.
A Lensopening
B Sluitertijd
C Aanduiding scherpstelling
• De diafragmawaarde en de sluitersnelheid worden
weergegeven.
(Het zal rood knipperen als de correcte belichting niet bereikt
wordt, tenzij de flitser ingesteld is.)
• Is het onderwerp eenmaal scherp gesteld, dan wordt de
aanduiding voor de scherpstelling weergegeven. (is het
onderwerp niet scherp gesteld, dan knippert deze aanduiding.)
2.8
6060602.8
Druk de ontspanknop helemaal in (verder
indrukken), en maak het beeld.
• Er kunnen geen foto's gemaakt worden zolang niet scherp gesteld wordt, als [Prio.
focus/ontspan] (P226) op [FOCUS] gezet is.
• Zelfs als u tijdens de bediening van het menu of het afspelen van beelden de sluiterknop tot
halverwege indrukt, kunt u de camera onmiddellijk gereed maken voor de opname.
43
Page 44
2. Opstarten/Basisbediening
Filmknop (films opnemen)
Start het opnemen door op de bewegend
beeldknop te drukken.
• Laat de videoknop onmiddellijk na het indrukken los.
Stop het opnemen door weer op de bewegend
beeldknop te drukken.
Modusknop (voor selectie van een opnamemodus)
Druk op de vergrendelknop 1 van de
modusknop, om de vergrendeling vrij
te geven.
• De modusknop wordt vergrendeld als de
vergrendelknop ervan losgelaten is. Bij iedere
druk wordt de modusknop vergrendeld/
ontgrendeld.
Draai aan modusknop 2 en stel de
opnamemodus in.
Intelligent Auto modus (P65)
Intelligent Auto Plus modus (P66)
Programma AE-modus (P70)
Lensopening-Prioriteit AE-modus (P73)
Sluiter-Prioriteit AE-modus (P73)
Handmatige Belichtingsmodus (P74)
Creatieve Videomodus (P173)
Voorkeuzemode (P84)
Creative Control modus (P78)
44
Page 45
2. Opstarten/Basisbediening
Modusknop op de voorkant/Modusknop op de achterkant
Draaien:
De selectie van items of de instelling van waarden wordt uitgevoerd tijdens de
diverse instellingen.
• Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de bediening van de modusknop op de voorkant/achterkant
als volgt:
bijv. terwijl u de modusknop op de
voorkant naar links of rechts draait
bijv. terwijl u de modusknop op de
achterkant naar links of rechts draait
Stelt u in staat de lensopening, de sluitertijd en andere instellingen uit te voeren als u zich
in de ///-modussen bevindt.
ModusknopModusknop op de voorkantModusknop op de achterkant
(P70)programmawisselingprogrammawisseling
(P73)LensopeningwaardeLensopeningwaarde
(P73)SluitertijdSluitertijd
(P74)LensopeningwaardeSluitertijd
• In [Instellingen wieltje] in het [Voorkeuze] ([Bediening])-menu kunt u de werkwijze van de
modusknop op de voorkant en van de modusknop op de achterkant veranderen. (P47)
45
Page 46
2. Opstarten/Basisbediening
ョㄏヒ
989898
0
ISOISOISOISO
WBWBWBWB
AWBc
WBWBWBWBWBWBWBWBWBWBWB
AWBAWB
ISOISOISOISO
Tijdelijk veranderen van de items die aan de modusknoppen op de voor-/
achterkant toegekend zijn ([Dialwerking])
U kunt de items die aan de modusknoppen op de voor-/
achterkant toegekend zijn tijdelijk veranderen met gebruik
van de functieknop waaraan [Dialwerking] toegekend is.
[Dialwerking] is op het moment van aankoop aan [Fn1]
toegekend. (P60)
• U kunt de items die tijdelijk aan de modusknoppen op de voor-/
achterkant toegekend moeten worden, instellen in [Instelling dialwerking] in [Instellingen
wieltje] in het [Voorkeuze] ([Bediening])-menu. (P47)
1Druk op [Fn1].
• Er zal een gids weergegeven worden die de items toont
die tijdelijk aan de modusknoppen op de voor-/achterkant
toegekend zijn.
• Als geen handelingen verricht worden, zal de gids binnen
enkele seconden verdwijnen.
2Draai aan de modusknoppen op de voor-/achterkant
terwijl de gids weergegeven wordt.
• De instellingen van de aan de knoppen toegekende items
zullen veranderen.
AWBc
3Druk op [MENU/SET] en stel in.
• U kunt deze stap ook uitvoeren door een van onderstaande handelingen te verrichten.
– Druk de sluiterknop tot halverwege in
– Druk op [Fn1]
• De items die tijdelijk aan de modusknoppen op de voor-/achterkant toegekend zijn, kunnen
alleen gebruikt worden terwijl de gids (stap
1) of het instellingenscherm (stap 2 )
weergegeven wordt.
46
Page 47
2. Opstarten/Basisbediening
∫ Instellen van de werkmethoden van de modusknop op de voorkant en de
Kent de bediening van de lensopeningwaarde en de sluitertijd
toe in de handmatige belichtingsmodus.
[F SS]:
[Wieltje toewijzen (F/SS)]
[Draairichting (F/SS)]
[Belichtingscomp.]
[Instelling dialwerking]
Kent de lensopeningwaarde toe aan de modusknop op de
voorkant en de sluitertijd aan de modusknop op de achterkant.
[SS F]:
Kent de sluitertijd toe aan de modusknop op de voorkant en de
lensopeningwaarde aan de modusknop op de achterkant.
Verandert de rotatierichting van de modusknoppen voor het
instellen van de lensopeningwaarde en de sluitertijd.
[]/[]
Kent de belichtingscompensatie toe aan de modusknop op de
voorkant of aan de modusknop op de achterkant, zodat deze
onmiddellijk bijgesteld kan worden.
[] (Modusknop op de voorkant)/[] (Modusknop op de
achterkant)/[OFF]
Stelt de items in die tijdelijk aan de modusknoppen op de voor-/
achterkant toegekend moeten worden wanneer u op de
functieknop drukt waaraan [Dialwerking] toegekend is.
[] ([Dialwerking])/[] ([Dialwerking])
De bedieningsfunctieknop draaien:
Voert de selectie van items of de instelling van waarden, enz., uit.
• De werking van de rotatie van de bedieningsknop wordt
verderop in deze gebruiksaanwijzing getoond.
Voorbeeld: als u de bedieningsknop naar links of naar rechts
draait:
47
Page 48
2. Opstarten/Basisbediening
Cursorknoppen/[MENU/SET] knop
Op de cursorknop drukken:
Voert de selectie van items of de instelling van waarden, enz., uit.
Op [MENU/SET] drukken:
De instellingsinhouden, enz., worden bevestigd.
• Deze gebruiksaanwijzing geeft de op-, neer-, links- en
rechtsbeweging van de cursorknop weer als 3/4/2/1.
Joystick
De joystick kan op twee manieren gebruikt worden: hij
kan omhoog, omlaag, naar links of naar rechts
bewogen worden of er kan op gedrukt worden.
De joystick verstrekt dezelfde functies als de
cursorsknoppen/[MENU/SET]-knop.
Bewegen:
Voert de selectie van items of de instelling van
waarden, enz., uit.
Indrukken:
De instellingsinhouden, enz., worden bevestigd.
• In deze gebruiksaanwijzing worden de bewegingen
omhoog, omlaag, naar links en naar rechts van de
joystick uitgedrukt als 3/4/2/1.
BewegenIndrukken
∫ De te gebruiken functie veranderen terwijl het opnamescherm weergegeven
Maakt de beelden iets kleiner zodat de compositie van de
beelden beter bekeken kan worden.
Vergroot de beelden, die het gehele scherm zullen vullen zodat
de details bekeken kunnen worden.
∫ [] Lay-out van de Live View zoeker-stijl (voorbeeld van de weergave van de
zoeker-stijl)
Met informatie
Met informatie
(gedetailleerde
informatie)
Met informatie
(gedetailleerde
informatie,
weergave
Met informatie
(weergave
kantelsensor)
kantelsensor)
49
Page 50
2. Opstarten/Basisbediening
24
p
FHD
8bit
MOV
989898
AFSAFS
L
4:3
0
24
p
FHD
8bit
MOV
989898
AFSAFS
L
4:3
0
AFS
∫ [] Lay-out van de monitor-stijl (voorbeeld van de weergave van de
monitor-stijl)
Met informatieZonder informatie
Met informatie
(weergave
kantelsensor)
Zonder informatie
(weergave van de
kantelsensor)
Uitgezet
Opname-informatie
op de monitor
ISO
AUTO
AFS
AWB
00
0
4:3
L
OFF
¢
Fn
98
98
¢ Als het opname-informatiescherm op de monitor weergegeven wordt, kunt u het gewenste
item aanraken en de instelling ervan rechtstreeks veranderen.
• Als u [LVF/Scherm disp. Stijl] toekent aan [Fn knopinstelling] (P60) in het [Voorkeuze]
([Bediening])-menu kunt u bij iedere druk op de toegekende functieknop de weergavestijl van
de monitor of de zoeker veranderen ([]/[]) die op dat moment in gebruik is.
∫ Over de weergave van de kantelsensor
Met de kantelsensor afgebeeld, is het makkelijk om de kanteling van de camera, enz. te
corrigeren.
A Horizontale richting:Kanteling naar links toe corrigeren
B Verticale richting:Corrigeren neerwaartse kanteling
• Wanneer de kanteling van de camera klein is, verandert de indicator naar groen.
• Zelfs na het corrigeren van de kanteling, zou er nog steeds een fout kunnen blijven bestaan
van ongeveer n1°.
• Wanneer er aanzienlijk omhoog of omlaag gekanteld wordt voor het opnemen, zou de
weergave van de kantelsensor niet correct weergegeven kunnen worden en zou de
Richtingsdetectiefunctie (P41) niet correct kunnen werken.
50
Page 51
2. Opstarten/Basisbediening
60F3.5
0
AWBAWB
1/98981/98
2
00
L
4:3
s
RGB
1/5
AFS
200
L
4:3
100-0001
AWB
STD.
ISOISO
0
F3.5
60
2017.12. 1 10:00
In de afspeelmodus
Met informatie
Weergave van
gedetailleerde
informatie
¢1
Zonder informatie
(weergave
highlight)
¢2
Zonder informatie
¢1 Druk op 3/4 om tussen de volgende weergavemodussen te schakelen:
¢2 Dit wordt weergegeven als [Highlight] (P229) in het [Voorkeuze] ([Scherm / Display])-menu
op [ON] staat.
• Sommige beeldschermen kunnen voor bepaalde bestanden die u afspeelt niet weergegeven
worden, zoals voor film of 6K/4K-burst-bestanden.
51
Page 52
2. Opstarten/Basisbediening
Fn11Fn11Fn11
Fn8Fn8Fn8
Fn7Fn7Fn7
Fn9Fn9Fn9
Fn10Fn10Fn10
OFFOFFOFF
OFFOFFOFF
AABBB
2.0X2.0X2.0X2.0X
Aanraakpaneel (Aanraakbediening)
Het aanraakpaneel van dit toestel is capacitatief. Raak het paneel rechtstreeks aan met
uw blote vinger.
∫ Aanraken
Aanraken en loslaten van het aanraakscherm.
∫ Ver sle pen
Een beweging zonder het aanraakscherm los te laten.
∫ Knijpen (vergroten/verkleinen)
Spreid het aanraakpaneel met twee vingers uiteen
(vergroten) of knijp het samen (verkleinen).
• Raak het paneel aan met een schone, droge vinger.
• Als u een in de handel verkrijgbaar beschermvel voor de monitor gebruikt, neem dan de
instructies in acht die bij het vel verstrekt worden.
(sommige beschermvellen voor monitors kunnen het zicht of de werking verslechteren.)
• Het kan zijn dat het aanraakpaneel in de volgende gevallen niet normaal werkt.
– Als het door een gehandschoende hand aangeraakt wordt
– Als het aanraakpaneel nat is
In deze gevallen niet beschikbaar:
52
Page 53
2. Opstarten/Basisbediening
××
×
Foto’s maken met gebruik van de aanraakfunctie
Foto’s maken met gebruik van de Touch Shutter functie
Toepasbare modi:
Door het scherp te stellen onderwerp slechts aan te raken, zal het scherp gesteld worden
en wordt de foto automatisch gemaakt.
Raak [ ] aan.
1
Raak [] aan.
2
• De icoon zal in [] veranderen en het wordt mogelijk
een foto te maken met de Touch Shutter-functie.
Raak het scherp te stellen onderwerp aan en
3
×
neem de foto.
• De foto kan gemaakt worden wanneer het brandpunt
verkregen is.
∫ Annuleren van de Touch Shutter-functie
Raak [] aan.
• Als het afdrukken met de touch shutter mislukt, wordt de AF-zone rood en verdwijnt.
53
Page 54
2. Opstarten/Basisbediening
AE
×
ュリヴヱハ
,QVW
5HVHW
Eenvoudig optimaliseren van de helderheid van een bepaalde zone (Touch AE)
Toepasbare modi:
U kunt de helderheid van een aangeraakte positie gemakkelijk optimaliseren. Als het
gezicht van het onderwerp donker lijkt, kunt u het scherm helderder maken
overeenkomstig de helderheid van het gezicht.
Raak [ ] aan.
1
Raak [] aan.
2
• Het instellingenscherm voor de optimaliseringspositie
van de helderheid wordt weergegeven.
• De [Meetfunctie] wordt op [] gezet, die uitsluitend
voor Touch AE gebruikt wordt.
Raak het onderwerp aan waarvoor u de
3
AE
helderheid wilt optimaliseren.
• Door [Reset] aan te raken, keert de optimalisatiepositie
van de helderheid terug naar het midden.
×
Raak [Inst.] aan.
4
∫ Annuleren van de Touch AE-functie
Raak [] aan.
• [Meetfunctie] keert terug naar de oorspronkelijk instelling en de optimaliseringspositie van de
helderheid wordt geannuleerd.
In deze gevallen niet beschikbaar:
• Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
– Bij het gebruik van de digitale zoom
– Wanneer [4K Live Bijsnijden] ingesteld is
– Als [Touch AF] in [Touch inst.] van het [Voorkeuze] ([Bediening])-menu op [AF+AE] (P100)
gezet is
54
Page 55
2. Opstarten/Basisbediening
Menuonderdelen instellen
U kunt of de knoppen bedienen of de monitor aanraken om menu-items in te stellen.
Op [MENU/SET] drukken.
1
/[Intelligent auto] (P68)
[Creatieve film] (P182)
[Voorkeuzemode] (P85)
[Creatieve opties] (P78)
[Opname] (P205)Dit menu stelt u in staat de foto-instellingen te maken.
[Bewegend beeld] (P221) Dit menu stelt u in staat de filminstellingen in te maken.
[Voorkeuze] (P223)
[Set-up] (P235)
[Mijn Menu] (P245)
[Afspelen] (P246)
• Het [Set-up]-menu bevat enkele belangrijke instellingen die op de klok en de stroom van de
camera betrekking hebben.
Controleer de instellingen van dit menu alvorens de camera te gaan gebruiken.
Deze menu's stellen u in staat de functies in te stellen die
alleen beschikbaar zijn voor de overeenkomstige
opnamemodussen.
Deze menu's worden alleen weergegeven voor de
overeenkomstige opnamemodussen.
De werking van het toestel, zoals het weergeven van het
beeldscherm en de werking van de knoppen, kan naar
goeddunken ingesteld worden.
Dit menu laat u de klokinstellingen uitvoeren, de toon van
de werkingspiep selecteren en andere instellingen die
het gemakkelijker voor u maken om de camera te
hanteren maken.
U kunt ook de instellingen van de functies die met Wi-Fi/
Bluetooth verband houden configureren.
Dit menu stelt u in staat veel gebruikte menu's te
registreren.
Dit menu stelt u in staat de instellingen voor het afspelen
en bewerken van foto's te maken.
55
Page 56
2. Opstarten/Basisbediening
Druk op 3/4 van de cursorknop om het
2
menu-item te selecteren en druk op
[MENU/SET].
• U kunt het menu-item ook selecteren door aan de
bedieningsknop te draaien.
• U kunt ook naar het volgende scherm gaan door aan
de modusknop op de achterkant te draaien.
Aanraakbediening
Raak het menu-onderdeel aan.
• U kunt de weer te geven pagina omschakelen door de balk (A) op de rechterkant van
het scherm aan te raken.
Weergeven van de uitleg van menu-items.
Als u op [DISP.] drukt terwijl een menu-item of
instelling geselecteerd is, wordt een beschrijving van
het menu weergegeven.
Druk op 3/4 van de cursorknop om de
3
instelling te selecteren en druk op
[MENU/SET].
• U kunt de instelling ook selecteren door aan de
bedieningsknop te draaien.
• Afhankelijk van het menuitem kan het zijn dat de
instelling ervan niet verschijnt, of dat deze op een
andere manier wordt weergegeven.
Aanraakbediening
Raak de in te stellen instelling aan.
• De menu-items die niet beschikbaar zijn, worden grijs
weergegeven. Als een grijs item geselecteerd wordt en u drukt
op [MENU/SET], dan wordt een bericht weergegeven dat meldt
dat het item niet ingesteld kan worden, samen met de reden
waarom het in bepaalde omstandigheden niet ingesteld kan
worden.
56
Page 57
2. Opstarten/Basisbediening
∫ Schakelen naar andere menu’s
1Druk op 2.
2Druk op 3/4 om een menuselectie-icoon te
selecteren, zoals [].
• U kunt de iconen voor het omschakelen van het menu
ook selecteren door aan de modusknop op de voorkant
te draaien.
3Op [MENU/SET] drukken.
Aanraakbediening
Raak een menuselectie-icoon aan, zoals [].
∫ Sluit het menu
Druk op [] aan of druk de sluiterknop tot
halverwege in.
Aanraakbediening
Raak [] aan.
57
Page 58
2. Opstarten/Basisbediening
ョㄏビ
AFSAFS
AU
TO
603.5
AWB
24
p
FHD
8bit
MOV
L
4:3
0
AFSAFS
AU
TO
603.5
AWB
24
p
FHD
8bit
MOV
L
4:3
0
98
98
AWB
00
0
Fn
ISO
AUTO
OFF
L
4:3
AFSAFS
Snel oproepen van veelgebruikte menu's (Quick
Menu)
M.b.v. het snelle menu, kunnen sommige menu-instellingen gemakkelijk gevonden
worden.
• De kenmerken die afgesteld kunnen worden m.b.v. het Snelle Menu worden bepaald door de
functie of een weergavestijl waar het toestel zich in bevindt.
Druk op [Q.MENU] om het Snelmenu weer te
1
geven.
• U kunt de knop ook als een functieknop gebruiken.
(P60)
Draai aan de modusknop op de voorkant om
2
het menu-item te selecteren.
• De instelling kan ook uitgevoerd worden door de
bedieningsfunctieknop te draaien.
Draai aan de modusknop op de achterkant
3
om de instelling te selecteren.
Druk op [Q.MENU] om het menu te verlaten
4
als de instelling eenmaal voltooid is.
• U kunt ook items instellen door op de cursorknoppen 3/4/2/1 te drukken.
Opname-informatie op de monitor in [] (Monitorstijl)
(P49)
Selecteer het item door op de knop [Q.MENU] te drukken
en door aan de modusknop op de voorkant te draaien en
selecteer de instelling vervolgens door aan de modusknop
op de achterkant te draaien.
• U kunt de instelling ook met 3/4/2/1 en [MENU/SET]
uitvoeren.
58
Page 59
2. Opstarten/Basisbediening
Aanpassen van de instellingen van het Snelmenu
Als [Q.MENU] (P227) in het [Voorkeuze] ([Bediening])-menu op [CUSTOM] gezet is, kan
het Quick Menu naar wens veranderd worden.
Er kunnen tot 15 items in het Quick Menu ingesteld worden.
1Druk op 4 om [] te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
4:3
L
AFS
2Druk op 3/4/2/1 om het menu-item in de bovenste
rij te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
3Druk op 2/1 om de lege ruimte op de onderste
12345
regel te selecteren en druk vervolgens op [MENU/
SET].
A Items die ingesteld kunnen worden
B Ingestelde items
4:3
L
AFS
• U kunt het menu-item ook instellen door het van de
bovenste naar de onderste regel te verslepen.
• Als er geen lege ruimte op de onderste regel is, kunt u een bestaand item vervangen door
een nieuw item door het bestaande item te selecteren.
• Om de instelling te wissen, verplaatst u zich naar de onderste rij door op 4 te drukken en
vervolgens een te wissen item te selecteren waarna u op [MENU/SET] drukt.
4Druk op [].
• Het zal naar het beeldscherm van stap 1 terugkeren.
Druk op [MENU/SET] om naar het opnamescherm te schakelen.
59
Page 60
2. Opstarten/Basisbediening
MENU
Toekennen van veelgebruikte functies aan de
knoppen (functieknoppen)
U kunt opnamefuncties, enz., aan specifieke knoppen en iconen toekennen.
• Sommige functies kunnen niet toegekend worden, afhankelijk van de functieknop.
1Selecteer het menu. (P55)
> [Voorkeuze] >[Bediening] > [Fn knopinstelling]>
[Instelling in opnamemodus]/[Instelling in afspeelmodus]
2Druk op 3/4 om de functieknop waaraan u een
functie wilt toekennen te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
• Om een knop uit [Fn12] tot [Fn20] in [Instelling in
opnamemodus] te selecteren, druk dan op [DISP.] om het
beeldscherm om te schakelen.
3Druk op 3/4 om de functie die u wilt toekennen te
selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
• Raadpleeg voor details over de functies die in [Instelling in opnamemodus] ingesteld
kunnen worden P61.
• Raadpleeg voor details over de functies die in [Instelling in afspeelmodus] ingesteld
kunnen worden P63.
• Selecteer [Terug naar standaard] om de instellingen van de default-functieknop opnieuw
in te stellen.
∫ Configureren van de instelling van de functieknoppen vanuit het beeldscherm
met opname-informatie op de monitor
Het aanraken van [Fn] op het beeldscherm met opname-informatie op de monitor (P49)
stelt u ook in staat het scherm weer te geven in stap
∫ Snel functies toekennen
Het scherm voor de toekenning van de knop, dat weergegeven wordt in bovenstaande
3, kan weergegeven worden door een functieknop (ongeacht welke van [Fn1] tot
stap
[Fn6] of [Fn12] tot [Fn20]) 2 seconden lang ingedrukt te houden.
• In sommige gevallen kan het scherm voor de toekenning van functies niet weergegeven
worden, afhankelijk van de modus of het weergegeven beeldscherm.
2.
60
Page 61
2. Opstarten/Basisbediening
Fn11Fn11Fn11
Fn8Fn8Fn8
Fn7Fn7Fn7
Fn9Fn9Fn9
Fn10Fn10Fn10
OFFOFFOFF
OFFOFFOFF
Gebruik van de functieknoppen tijdens het opnemen
U kunt de toegekende functies gebruiken door tijdens de opname op een functieknop te
drukken.
¢ Instelling van de functieknoppen op het moment van aankoop.
• Als fabrieksinstelling is [Uit] aan de knoppen [Fn10] tot [Fn20] toegekend.
• Als [Focus instellen] ingesteld is, is het mogelijk om het beeldscherm voor de instelling van of
de AF-zone of MF Assist weer te geven.
• Als [1 opname RAW+JPG] ingesteld is, zullen het RAW-bestand en een fijn JPEG-beeld
slechts één keer gelijktijdig opgenomen worden. Na de opname wordt het toestel weer op de
oorspronkelijke kwaliteit gezet.
• Als [Spotmeting 1 opname] ingesteld is, zal de opname uitgevoerd worden met [Meetfunctie]
slechts één keer op [] (spot). Na de opname zal teruggekeerd worden naar de
oorspronkelijke meetmodus
• Als u [Opn. / Terugsp. Sch.] toekent, kunt u tussen de opname- en afspeelmodussen
schakelen.
In deze gevallen niet beschikbaar:
• [Fn1] kan in de volgende gevallen niet gebruikt worden.
– Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
• [Fn2] kan in de volgende gevallen niet gebruikt worden.
– Tijdens opnames met [6K/4K-burst (S/S)]
• [Fn4] kan in de volgende gevallen niet gebruikt worden.
– Intelligent Auto Plus modus
– Creative Control modus
– Wanneer u [Multi-belicht.] gebruikt
• [Fn20] kan in de volgende gevallen niet gebruikt worden.
– Wanneer [4K Live Bijsnijden] ingesteld is
• [Fn7], [Fn8], [Fn9], [Fn10] en [Fn11] kunnen niet gebruikt worden wanneer de zoeker in
gebruik is.
62
Page 63
2. Opstarten/Basisbediening
1/98
Gebruik van de functieknoppen tijdens het afspelen
U kunt een toegekende functie rechtstreeks op een geselecteerd beeld instellen door
tijdens het afspelen op de functieknop te drukken.
Voorbeeld: Wanneer [Fn2] op [Rating¿3] gezet is
1Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen.
2Druk op [Fn2] en stel het beeld vervolgens in als
[Rating¿3].
∫ Functies die toegekend kunnen worden in [Instelling in afspeelmodus]
• De volgende functies kunnen aan de knop toegekend worden: [Fn1], [Fn2], [Fn3], [Fn5] of
[Fn6].
• Als u [Verander SD-kaart slot] toekent, zal een scherm weergegeven worden dat u in staat
stelt naar de af te spelen kaartsleuf te schakelen.
63
Page 64
2. Opstarten/Basisbediening
Tekst Invoeren
Druk op 3/4/2/1 om tekst te selecteren en
1
druk vervolgens op [MENU/SET] om deze te
registreren.
• Beweeg de cursor naar [] en druk vervolgens op
[MENU/SET] om de tekst om te schakelen tussen [A]
(hoofdletters), [a] (kleine letters), [1] (nummers) en [&]
(speciale lettertekens).
• Om hetzelfde letterteken opnieuw in te voeren, draait u de bedieningsknop naar rechts
om de cursor te bewegen.
• De volgende handelingen kunnen uitgevoerd worden door de cursor naar het item t
verplaatsen en op [MENU/SET] te drukken:
–[]]: Een spatie invoeren
– [Wissen]: Karakter wissen
– [ ] : beweegt de cursor voor de invoerpositie naar links
– [ ]: beweegt de cursor voor de invoerpositie naar rechts
• Er kan een maximum van 30 letters ingevoerd worden.
(Maximum van 9 letters wanneer u namen instelt in [Gezicht herk.])
• Er kan een maximum van 15 karakters ingevoerd worden voor [ ], [ ], [ ], [ ] en [ ].
(maximaal 6 karakters wanneer u namen instelt in [Gezicht herk.])
Druk op 3/4/2/1 om de cursor te verplaatsen naar [Inst.] en druk
2
vervolgens op [MENU/SET] om tekstinput te beëindigen.
64
Page 65
3. Opnamemodussen
Foto's maken met de automatische functie
(Intelligent Auto modus)
Opnamefunctie:
In deze modus maakt de camera de optimale instellingen voor het onderwerp en de
scène.
Zet de modusknop op [¦].
1
• De camera zal schakelen naar de meest recentelijk
gebruikte van de Intelligent Auto Plus modus of de
Intelligent Auto modus.
Op het moment van aankoop is de modus op de
Intelligent Auto Plus modus gezet.
Lijn het scherm uit met het onderwerp.
2
• Wanneer het toestel de optimale scène identificeert,
wordt de icoon van de scène in kwestie in het blauw
gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die
terugkeert naar zijn gewoonlijke rode kleur.
(Automatische scènedetectie)
MOV
FHD
8bit
p
24
65
Page 66
3. Opnamemodussen
De camera detecteert scènes automatisch (scènedetectie)
( : Tijdens het maken van foto's, : Tijdens het maken van films)
¢1 Weergegeven als een externe flitser gebruikt wordt.
¢2 Alleen weergegeven als [iHandh. nachtop.] op [ON] staat. (P68)
¢3 Als [Gezicht herk.] op [ON] gezet is, zal [] weergegeven worden
voor verjaardagen van geregistreerde gezichten die al ingesteld
waren, maar alleen wanneer het gezicht/oog van een persoon
jonger dan 3 jaar gedetecteerd wordt.
•[¦] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de
standaardinstellingen ingesteld zijn.
• Als de opname uitgevoerd wordt met de 6K/4K Photo- of de Post
Focus-functie werkt de scènedetectie op dezelfde manier als
wanneer een film opgenomen wordt.
¢3
[i-Zonsonderg.][i-Zacht licht]
Tegenlichtcompensatie
• Bij tegenlicht ziet het onderwerp er donkerder uit en zal de camera automatisch proberen om
dit te corrigeren door de helderheid van het beeld te verhogen.
∫ Schakelen tussen de Intelligent Auto Plus modus en de Intelligent Auto modus
1Selecteer het menu. (P55)
MENU
> [Intelligent auto] > [Intelligent Auto-Modus]
2Op 3/4 drukken om [] of [] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
Het is ook mogelijk om het selectiescherm weer te geven door op het
opnamescherm de icoon van de opnamemodus aan te raken.
66
Page 67
3. Opnamemodussen
De Intelligent Auto Plus modus stelt u in staat bepaalde instellingen aan te passen, zoals
de helderheid, de kleurtoon en de regeling van het onscherpe gedeelte, terwijl de
Intelligent Auto modus ook voor andere instellingen gebruikt wordt.
Intelligent Auto Plus
modus
Instellen van de
helderheid
Instellen van de
kleurtoon
Defocus Control±—
Menu's die ingesteld
kunnen worden
±—
±—
VeelWeinig
Intelligent Auto modus
∫ Auto Focus, Gezichts-/Oogdetectie en Gezichtsherkenning
De Auto Focusmodus wordt automatisch op [š] gezet. Als u het onderwerp aanraakt, zal
de functie AF Tracking werken. De functie AF Tracking zal ook werken als u op [] drukt
en de sluiterknop vervolgens tot halverwege indrukt
• Wanneer [Gezicht herk.] op [ON] gezet is en een gezicht gedetecteerd
wordt dat lijkt op het geregistreerde gezicht, dan wordt [R] weergegeven op
de rechter bovenkant van [ ], [] en [].
∫ Over de flitser
Wanneer u opnames met de flitser maakt, selecteert de camera automatisch [], []
(AUTO/Rode-ogen-reductie), [] of [] afhankelijk van het type en de helderheid van
het onderwerp.
• Raadpleeg P153 voor informatie over de externe flitser.
• Wanneer [] of [] ingesteld is, is de rode-ogenverwijdering ingeschakeld.
• De Sluitertijd zal langzamer zijn tijdens [] of [].
∫ Scènedetectie
• Als bijvoorbeeld een statief gebruikt wordt en het toestel beoordeelt dat het schudden van het
toestel minimaal is wanneer de Scènedetectie als [ ] geïdentificeerd is, zal de sluitertijd lager
zijn dan normaal. Let op dat u het toestel tijdens het fotograferen niet beweegt.
• Afhankelijk van de opname-omstandigheden kunnen verschillende soorten scènes voor
hetzelfde onderwerp geselecteerd worden.
67
Page 68
3. Opnamemodussen
[Intelligent auto]-menu
Stelt de functies in die alleen beschikbaar zijn voor de Intelligent Auto Plus modus en de
Intelligent Auto modus.
Selecteer het menu. (P55)
MENU
> [Intelligent auto]
Handheld opnames van nachtelijke scènes maken ([iHandh. nachtop.])
Als [] gedetecteerd wordt terwijl nachtelijke handheld-opnames gemaakt worden, zullen
de beelden van de nachtelijke opname met een hoge burst-snelheid gemaakt worden en
uit een enkel beeld bestaan.
Deze modus is nuttig als u prachtige nachtopnames wilt maken met zo weinig mogelijk
beweging en ruis van het toestel en zonder een statief te gebruiken.
• Beweeg de camera niet tijdens het continu fotograferen nadat op de sluiterknop gedrukt is.
• De flitser staat vast op [Œ] (flitser geforceerd uit).
Combineren van beelden in een enkel beeld met een rijke gradatie ([iHDR])
Is er bijvoorbeeld een sterk contrast tussen de achtergrond en het onderwerp, dan worden
meerdere foto's met verschillende belichtingen opgenomen en gecombineerd voor de
creatie van één enkele foto met een rijke gradatie.
[iHDR] werkt automatisch zoals vereist wordt. [] wordt dan op het scherm
weergegeven.
MENU
> [Intelligent auto] > [iHDR] > [ON]/[OFF]
• De gezichtshoek zal iets smaller worden.
• Beweeg de camera niet tijdens het continu fotograferen nadat op de sluiterknop gedrukt is.
• U kunt de volgende foto niet nemen, zolang de combinatie van beelden niet compleet is.
• Een bewegend onderwerp kan met onnatuurlijke wazigheid opgenomen worden.
In deze gevallen niet beschikbaar:
• [iHandh. nachtop.]/[iHDR] werken niet voor de foto's die tijdens een filmopname genomen
worden.
• [iHandh. nachtop.]/[iHDR] zijn in de volgende gevallen niet beschikbaar:
– Bij 6K/4K-foto-opnames
– Als opnames gemaakt worden met
de Post Focus-functie
– Wanneer in de burst-modus
opgenomen wordt
– Tijdens opname met de
Bracket-functie
• [iHDR] is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
– Wanneer u opneemt m.b.v. de flits
– Wanneer [Kwaliteit] ingesteld is op [], []
of []
– Wanneer [Ex. tele conv.] in het [Opname]-menu
ingesteld is
– Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
– Wanneer u [Stop-motionanimatie] gebruikt (alleen
als [Automatische opname] ingesteld is)
68
Page 69
3. Opnamemodussen
+1
OFF
AABBB
F
Fotograferen met de instellingen voor aangepaste kleur, defocus en
helderheid
Opnamefunctie:
∫ Instelling helderheid
1Druk op [].
OFF
2Draai aan de modusknop op de achterkant om de
helderheid in te stellen.
• U kunt de instelling van de belichtingsbracket aanpassen
door op 3/4 te drukken terwijl het instellingenscherm van
de helderheid weergegeven wordt. (P140)
-5-5-4-4-3-3-2-2-1-
• Druk op [] om terug te keren naar het opnamescherm.
∫ Kleurinstelling
1Druk op [].
2Draai aan de modusknop op de achterkant om de
kleur in te stellen.
• Druk op [] om terug te keren naar het opnamescherm.
• De instelling voor kleur zal opnieuw de fabriekswaarden
(centrumpunt) aannemen wanneer dit toestel
uitgeschakeld wordt of als de camera op een andere
opnamemodus gezet wordt.
∫
Foto's maken met een wazige achtergrond (Defocus Control)
1
Druk op [Fn4] om het instellingenscherm weer te geven.
2Stel de wazigheid in door aan de modusknop op de
achterkant te draaien.
• Als u op [MENU/SET] drukt, kunt u terugkeren naar het
opnamescherm.
• Door op het scherm voor de instelling van de wazigheid op
[Fn4] te drukken zal de instelling gewist worden.
• De Auto Focusmodus is op [Ø] ingesteld.
De positie van de AF-zone kan ingesteld worden door het
scherm aan te raken (de grootte van de zone kan niet veranderd worden).
Verander de instellingen door het aanraakscherm te gebruiken
1 Raak [] aan.
2 Raak het item aan dat u wenst in te stellen.
[]: Kleurtoon
[]: Defocus-niveau
[]: Helderheid
3 Versleep de schuifbalk om in te stellen.
• Druk op [MENU/SET] om naar het opnamescherm terug te keren.
• Al naargelang de gebruikte lens kan een lensgeluid gehoord worden als Defocus Control
gebruikt wordt. Dit komt door de opening van de lens en duidt niet op een storing.
• Al naargelang de gebruikte lens kan het werkgeluid van Defocus Control opgenomen worden
tijdens het opnemen van een video, als deze functie gebruikt wordt.
500 250 1256030
SSSSSS
F
+1
100
4.02.85.68.0
+3+3+1+1 +2+2 +3+3
+5+5+4+4
69
Page 70
3. Opnamemodussen
60602.8
Foto's maken met automatisch ingestelde
lensopening en sluitertijd (Programma
AE-modus)
Opnamefunctie:
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van
het object.
U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [Opname] menu
te veranderen.
Zet de modusknop op [].
1
Druk de sluiterknop tot halverwege in om de
2
diafragmawaarde en de waarde van de
sluitersnelheid op het beeldscherm weer te
geven.
A Lensopeningwaarde
B Sluitertijd
• Als de geschikte belichting niet wordt gevonden wanneer de sluiterknop tot halverwege
wordt ingedrukt, worden de diafragmawaarde en de sluitertijd rood knipperend
weergegeven.
2.8
0
989898
70
Page 71
3. Opnamemodussen
60604.0
F
Programmaschakeling
In programma AE-functie kunt u de ingestelde openingswaarde en de sluitertijd wijzigen
zonder de belichting te wijzigen. Dit heet programmaschakeling.
U kunt de achtergrond waziger maken door de openingswaarde kleiner te maken of een
bewegend voorwerp met meer beweging opnemen door de sluitertijd langzamer in te
stellen als u een opname maakt in de AE-programmafunctie.
1Druk de sluiterknop tot halverwege in om de diafragmawaarde en de waarde
van de sluitersnelheid op het beeldscherm weer te geven.
2Voer Programme Shift uit terwijl de waarden
(ongeveer 10 seconden lang) weergegeven worden,
door aan de modusknop op de achterkant of de
modusknop op de voorkant te draaien.
A Aanduiding Programme Shift
• Om Programme Shift te wissen, schakelt u dit toestel uit of draait u aan de modusknop op
de voor-/achterkant tot de aanduiding van Programme Shift verdwijnt.
De Programme Shift kan gemakkelijk geannuleerd worden door een functieknop op
[1x drukken-AE] te zetten. (P77)
In deze gevallen niet beschikbaar:
• Programme Shift is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
– Bij 6K/4K-foto-opnames
– Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie
– Als de ISO-gevoeligheid op [] gezet is
250 125603015
SSSSSS
F
4.0
4.02.85.68.0
0
2
00
989898
71
Page 72
3. Opnamemodussen
00
+3
30305.6
SSSSSS
FF
8153060125
5.64.02.88.011
Opnamen maken door het specificeren van
lensopening/sluitertijd
Opnamefunctie:
(voorbeeld: in de
handmatige
belichtingsmodus)
Lensopeningwaarde
Klein
Het wordt
gemakkelijker om de
achtergrond onscherp
te maken.
Groot
Het wordt gemakkelijk
om de scherpstelling
te handhaven tot aan
de achtergrond.
A Belichtingsmeter
B Lensopeningwaarde
C Sluitertijd
Sluitertijd
Langzaam
Het wordt
gemakkelijker om
beweging uit te
drukken.
Snel
Het wordt
gemakkelijker om de
beweging te
bevriezen.
• De effecten van de ingestelde lensopeningwaarde zullen niet op het opnamescherm zichtbaar
zijn. Gebruik [Voorvertoning] om het opnamescherm te controleren. (P76)
• De helderheid van het scherm en van de opgenomen beelden kunnen verschillen. Controleer
de beelden op het afspeelscherm.
• Draai aan de modusknop op voor-/achterkant om de belichtingsmeter weer te geven. De
ongeschikte zones van het bereik worden rood weergegeven.
• Als er geen geschikte belichting is gevonden, gaan de diafragmawaarde en de sluitertijd rood
knipperen zodra de sluiterknop tot halverwege wordt ingedrukt.
72
Page 73
3. Opnamemodussen
8.0
F
250
F
Lensopening-Prioriteit AE-modus
Als u de lensopeningwaarde instelt, zal de camera de sluitertijd voor de helderheid van het
onderwerp automatisch optimaliseren.
Stel de functieknop in op [].
1
Stel de lensopeningwaarde in door aan de
2
modusknop op de voorkant of op de
achterkant te draaien.
A Lensopeningwaarde
B Belichtingsmeter
• Als u een lens gebruikt die een ring voor de lensopening heeft, zet de positie van deze ring
dan op [A] om de instellingen van de modusknop op de voor-/achterkant te activeren. Op
posities anders dan [A] zal de instelling van de ring de prioriteit hebben.
60301584
SSSSSS
F
8.0
8.0
8.05.64.01116
Sluiter-Prioriteit AE-modus
Als u de sluitertijd instelt, zal de camera de lensopeningwaarde voor de helderheid van het
onderwerp automatisch optimaliseren.
Zet de modusknop op [].
1
Stel de sluitertijd in door aan de modusknop
2
op de voorkant of op de achterkant te
draaien.
A Sluitertijd
B Belichtingsmeter
• Als de flitser geactiveerd is, is de snelste sluitersnelheid die geselecteerd kan worden 1/250
van een seconde. (P157)
73
60125 250 500 1000
SSSSSS
F
250
2.84.05.6
Page 74
3. Opnamemodussen
30
F
000
++30+
30
000
−3−
3
Handmatige Belichtingsmodus
Bepaalde belichting door handmatig de opening en de sluitertijd in te stellen.
Stel de functieknop in op [].
1
Draai aan de modusknop op de achterkant
2
om de sluitertijd in te stellen en draai aan de
modusknop op de voorkant om de
lensopeningwaarde in te stellen.
A Belichtingsmeter
B Lensopeningwaarde
C Sluitertijd
D Hulp bij handmatige belichting
Sluitertijd (Sec.)
[B] (Bulb), 60 tot 1/8000 (met de mechanische sluiter)
[B] (Bulb), 60 tot 1/2000 (met de elektronische voorste gordijnsluiter)
1 tot 1/16000 (met de elektronische sluiter)
Optimaliseren van de ISO-gevoeligheid voor de sluitertijd en de
lensopeningwaarde
Als de ISO-gevoeligheid op [AUTO] gezet is, stelt de camera de ISO-gevoeligheid
automatisch in zodat de belichting geschikt zal zijn voor de sluitertijd en de
lensopeningwaarde.
• Afhankelijk van de opname-omstandigheden kan het zijn dat geen geschikte belichting
ingesteld wordt of dat de ISO-gevoeligheid hoger wordt.
8153060125
SSSSSS
F
305.6
5.64.02.88.011
00
+3
Handmatige belichtingsassistentie
De belichting is goed.
Stel een hogere sluitertijd of een grotere openingswaarde in.
Stel een lagere sluitertijd of een kleinere openingswaarde in.
• De handmatige-belichtingsassistentie is een benadering. Wij raden aan de opnamen op het
weergavescherm te controleren.
• Wanneer u een lens gebruikt met een openingsring, heeft de instelling van de openingsring de
prioriteit.
• Als de flitser geactiveerd is, is de snelste sluitersnelheid die geselecteerd kan worden 1/250
van een seconde. (P157)
74
Page 75
3. Opnamemodussen
∫ Over [B] (Bol)
Als u de sluitersnelheid op [B] zet, zal de sluiter openblijven terwijl de sluiterknop volledig
ingedrukt wordt (tot ongeveer 30 minuten).
De sluiter sluit als u de ontspanknop loslaat.
Gebruik deze functie als u de sluiter open wilt laten voor een lange tijd om opnamen van
vuurwerk, nachtscènes enz. te maken.
• Het kan alleen gebruikt worden in de Manuele Belichtingsfunctie.
• We raden aan een statief te gebruiken, dan wel de afstandsbediening van de sluiter
(DMW-RSL1: optioneel) als u foto's maakt terwijl de sluitertijd op [B] gezet is.
Raadpleeg P320 voor informatie over de afstandsbediening van de sluiter.
• Wanneer u beelden maakt met de sluitertijd ingesteld op [B], kan ruis zichtbaar worden.
Om beeldruis te vermijden, raden wij aan [Lang sl.n.red] in het [Opname]-menu op
[ON] te zetten alvorens foto's te nemen. (P215)
In deze gevallen niet beschikbaar:
• Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
– Als een opname met gebruik van de flitser gemaakt wordt (alleen als [Flits-synchro] op
[2ND] gezet is)
– Bij 6K/4K-foto-opnames
– Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie
– Tijdens opname met de Bracket-functie
– Wanneer [Stille modus] op [ON] gezet is
– Als de elektronische sluiter gebruikt wordt
– Wanneer [HDR] op [ON] gezet is
– Wanneer u [Intervalopname] gebruikt
– Wanneer u [Stop-motionanimatie] gebruikt (alleen als [Automatische opname] ingesteld is)
75
Page 76
3. Opnamemodussen
Controleer de effecten van diafragma en sluitertijd (Preview-functie)
Toepasbare modi:
De effecten van de lensopening en de sluitersnelheid kunnen met gebruik van de
preview-modus gecontroleerd worden.
• Bevestig de effecten van de lensopening: U kunt de velddiepte (daadwerkelijk focusbereik)
controleren voordat u een foto neemt door de diafragma-lamellen te sluiten op de waarde van
de lensopening die u instelt.
• Bevestig de effecten van de sluitersnelheid: De beweging kan bevestigd worden door het
huidige beeld weer te geven, dat bij die sluitersnelheid opgenomen gaat worden.
Schakel naar het bevestigingsscherm door op de
voorbeeldknop te drukken.
• U kunt de knop ook als een functieknop gebruiken. (P60)
Normaal opnamescherm
Preview-scherm effect
lensopening
Effect lensopening: ±
Effect sluitertijd: —
Fn6
6OXLWHUWLMGHIIHFWWRHJHYRHJG
Preview-scherm effect
sluitertijd
Effect lensopening: ±
Effect sluitertijd: ±
Fn6
3UHYLHZYROWRRLG
Eigenschappen velddiepte
LensopeningwaardeKleinGroot
¢1
Focuslengte van de lensTel eBreed
Afstand tot het onderwerpDichtbijVeraf
Velddiepte (effectief focusbereik)Ondiep (Smal)
¢2
Diep (Breed)
¢3
¢1 Opnameomstandigheden
¢2 Voorbeeld: Als u een opname met een wazige achtergrond wilt maken enz.
¢3 Voorbeeld: Als u een opname wilt maken waarbij alles, inclusief achtergrond enz., is
scherpgesteld.
• In de previewfunctie kunnen ook opnamen worden gemaakt.
• Bereik voor controle van sluitertijdeffect bedraagt 8 seconden tot 1/16000e van een seconde.
In deze gevallen niet beschikbaar:
• De Preview-modus is niet beschikbaar als opnames met [6K/4K-voorburst] gemaakt worden.
76
Page 77
3. Opnamemodussen
00-3-3
2
00
8000800080003.53.53.5
989898
60
F
Gemakkelijk de sluitertijd/sluitertijd voor geschikte belichting (OnPush
AE) instellen
Toepasbare modi:
Wanneer de belichtingsinstelling te helder of te donker is, kunt u één druk-AE gebruiken
om een geschikte belichtingsinstelling te verkrijgen.
Hoe te weten als de belichting niet geschikt is
• Als de lensopeningwaarden en de sluitertijd rood knipperen wanneer de sluiterknop tot de
helft ingedrukt wordt.
• Als de handmatige belichtingsassistentie (P74) anders is dan in de handmatige
belichtingsmodus.
1Stel een functieknop in op [1x drukken-AE]. (P60)
2(Als de belichting niet geschikt is)
Druk op de functieknop.
153060125 250
SSSSSS
F
De belichting is veranderd om een
Knippert rood
geschikte belichting te
• De belichtingsmeter wordt afgebeeld en de opening- en sluitertijd worden veranderd om
een geschikte belichting te geven.
• In de volgende gevallen, kan er geen gepaste belichting ingesteld worden.
– Wanneer het onderwerp extreem donker is en het niet mogelijk is voldoende belichting
te verkrijgen door de lensopening of de sluitertijd te veranderen
– Wanneer u opneemt m.b.v. de flits
– In Previewfunctie (P76)
– Wanneer u een lens gebruikt die een openingsring bevat
2.84.05.6
0
602.8
2
verstrekken.
989898
00
77
Page 78
3. Opnamemodussen
EXPS
Foto's maken met verschillende beeldeffecten
(Creative Control modus)
Opnamefunctie:
In deze modus maakt u opnames met extra beeldeffecten.
U kunt de effecten die u wilt toevoegen instellen door de voorbeeldbeelden te selecteren
en deze op het scherm na te kijken.
Stel de functieknop in op [].
1
Druk op 3/4 om de beeldeffecten (filters) te
2
selecteren.
A Weergave voorvertoning
• U kunt de beeldeffecten (filters) ook selecteren door de
voorbeeldbeelden aan te raken.
• Het is ook mogelijk om het
selectiescherm weer te geven door
op het opnamescherm de icoon van
de opnamemodus aan te raken.
Op [MENU/SET] drukken.
3
• Witbalans zal vastgesteld zijn op [AWB] en [Gevoeligheid] zal vastgesteld zijn op [AUTO].
• Afhankelijk van het beeldeffect kan het opnamescherm er uitzien alsof frames ontbreken.
EXPS
1/8
∫ [Creatieve opties]-menu
Stelt de functies in die alleen beschikbaar zijn voor de Creative Control modus.
Selecteer het menu. (P55)
MENU
> [Creatieve opties]
[Filtereffect]Geeft het selectiescherm van het beeldeffect (filter) weer.
[Gelijktijdig zond.
filter]
Stelt u in staat de camera in te stellen voor het gelijktijdig met en zonder
beeldeffect maken van een foto. (P211)
78
Page 79
3. Opnamemodussen
1/8
Soorten beeldeffecten
Weergave van de beschrijving van ieder beeldeffect
Druk op [DISP.] terwijl het scherm voor de selectie van het beeldeffect weergegeven
wordt.
• Wanneer het op weergave van de gids ingesteld is, wordt een uitleg van ieder beeldeffect
weergegeven.
Normale weergaveGidsweergaveLijstweergave
1/8
[Expressief][Retro][Vroeger]
[Overbelichting][Donker][Sepia]
[Zwart-wit][Dynamisch zwart/
[Ruw zwart-wit]
wit]
[Zacht zwart-wit][Expressieve
[Hoge dynamiek]
indruk]
[Kruisproces]
[Speelgoedcam.effect]
[Speelgoedcamera
levendig]
[Bleach bypass][Miniatuureffect][Zachte focus]
[Fantasie][Sterfilter][Kleuraccent]
[Zonneschijn]
79
Page 80
3. Opnamemodussen
∫ Instelling van het type defocus ([Miniatuureffect])
1Druk op 3 om het instellingenscherm weer te geven.
• Het instellingenscherm kan ook weergegeven worden door het in volgorde aanraken van
[] en van [].
2Druk op 3/4 of 2/1 om het in-focus gedeelte te
verplaatsen.
• U kunt het in-focus gedeelte ook bewegen door het
scherm van het opnamescherm aan te raken.
• Raak [] aan om de richting van de opname in te stellen
(defocus richting).
3Draai aan de modusknop op de achterkant om de
grootte van het in-focus gedeelte te veranderen.
• Het gedeelte kan ook vergroot/verkleind worden door dit op het scherm samen te knijpen/
te spreiden (P52).
• Als u op [DISP.] drukt zal het in-focus gedeelte weer op de fabrieksinstelling gezet
worden.
4Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
• Er wordt geen geluid opgenomen in video's.
• Als [Systeemfrequentie] op [59.94Hz (NTSC)] gezet is, zal de lengte van een opgenomen film
ongeveer 1/10 korter zijn dan de daadwerkelijke tijdsduur en zal de weergegeven beschikbare
opnametijd ongeveer 10 keer langer dan normaal zijn.
Als [Systeemfrequentie] op [50.00Hz (PAL)] of op [24.00Hz (CINEMA)] gezet is, zal de lengte
van een opgenomen film ongeveer 1/8 korter zijn dan de daadwerkelijke tijdsduur en zal de
weergegeven beschikbare opnametijd ongeveer 8 keer langer dan normaal zijn.
• Als de opname van bewegende beelden na korte tijd eindigt, kan het zijn dat de camera nog
even doorgaat met opnemen.
∫ Stel de kleur in die u overlaat ([Kleuraccent])
1Druk op 3 om het instellingenscherm weer te geven.
• Het instellingenscherm kan ook weergegeven worden door het in volgorde aanraken van
[] en van [].
2Selecteer de over te laten kleur door het kader te
bewegen met 3/4/2/1.
• U kunt de kleur die u wenst over te laten ook selecteren
door het scherm aan te raken.
• Door op [DISP.] te drukken, zal het kader weer naar het
midden terugkeren.
3Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
• Afhankelijk van het onderwerp kan het zijn dat de ingestelde kleur niet overgelaten wordt.
80
Page 81
3. Opnamemodussen
∫ Instelling van de positie en de grootte van de lichtbron ([Zonneschijn])
1Druk op 3 om het instellingenscherm weer te geven.
• Het instellingenscherm kan ook weergegeven worden door het in volgorde aanraken van
[] en van [].
2Druk op 3/4/2/1 om de middelste positie van de lichtbron te bewegen.
• De positie van de lichtbron kan ook bewogen worden door het scherm aan te raken.
Punt waarop het midden van de lichtbron
geplaatst kan worden
Er kan een natuurlijker aanblik gecreëerd worden
door het midden van de lichtbron buiten het beeld te
plaatsen.
3U kunt de grootte van de lichtbron ook regelen door
aan de modusknop op de achterkant te draaien.
• De weergave kan ook vergroot/verkleind worden door deze op het scherm samen te
knijpen/te spreiden.
• Als u op [DISP.] drukt zal de instelling van de lichtbron weer op de fabrieksinstelling gezet
worden.
4Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
Pas het effect aan om het overeen te doen komen met uw preferenties
De sterkte en de kleuren van de effecten kunnen gemakkelijk afgesteld worden om ze
overeen te doen komen met uw preferenties.
1Druk op [].
2Draai aan de modusknop op de achterkant om in te
stellen.
• Druk op [] om terug te keren naar het opnamescherm.
U kunt gemakkelijk de instellingen die u geregistreerd heeft met [Geh voorkeursinst.]
oproepen.
Stel de modusknop in op [], [] of [].
• De overeenkomstige voorkeurinstelling zal opgeroepen worden. Als u de modusknop op []
zet, zal de voorkeurinstelling die u de laatste keer gebruikt heeft opgeroepen worden.
∫ Om een klantinstelling te veranderen in het[] ([Voorkeuzemode]-menu)
1Stel de functieknop in op [].
2Selecteer het menu. (P55)
MENU
> [Voorkeuzemode]
3Druk op 3/4 om de standaardinstelling te selecteren die u wilt gebruiken en
druk vervolgens op [MENU/SET].
Het is ook mogelijk om het selectiescherm weer te geven door op
het opnamescherm de icoon van de opnamemodus aan te raken.
C3-1
C3-1
• De bewaring van de geselecteerde custom-instellingen wordt op
het scherm weergegeven.
∫ De geregistreerde inhoud veranderen
De geregistreerde inhoud zal niet veranderen als de menu-instelling tijdelijk veranderd is
terwijl de modusknop op , of gezet is. Om de geregistreerde instellingen te
veranderen, schrijft u over de geregistreerde inhoud heen met gebruik van [Geh
voorkeursinst.] in het [Set-up]-menu.
85
Page 86
4. Instellingen van focus, helderheid
ョㄏピ
LOW
LOW
STAR
(belichting) en kleurtoon
Automatisch instellen van het brandpunt
Door de Focusmodus of de Auto Focusmodus voor het onderwerp of de opnamesituatie
optimaal in te stellen, kunt u de camera verschillende scènes automatisch scherp laten
stellen.
Zet de hendel van de focusmodus op [AFS/
1
AFF] of [AFC].
• De Focusmodus zal ingesteld worden. (P88)
Druk op [].
2
Druk op 2/1 om de AF-modus te selecteren
3
en druk vervolgens op [MENU/SET].
• De Auto Focusmodus zal ingesteld worden. (P91)
Druk de sluiterknop tot halverwege in.
4
• Auto Focus zal geactiveerd worden.
Focus
Aanduiding voor de
scherpstelling A
AF-zone BGroen—
GeluidBiept 2 keer—
• De brandpuntaanduiding wordt als [] in een donkere omgeving weergegeven en het
scherpstellen kan langer duren dan normaal.
• Als de camera sterren in de nachthemel detecteert na de weergave van [], zal Starlight
AF geactiveerd worden. Als de scherpstelling verkregen wordt, zullen de focusaanduiding
[] en de scherp gestelde AF-zones weergegeven worden. (De detectie met Starlight
AF werkt slechts voor ongeveer 1/3 van de middenzone van het scherm).
Wanneer er
scherpgesteld is op het
object
AanKnippert
86
Wanneer er niet
scherpgesteld is op het
object
Page 87
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
• Als u na het scherpstellen op een onderwerp in-/uitzoomt, kan de nauwkeurigheid van het
brandpunt verloren gaan. Stel het brandpunt in dat geval opnieuw in.
Onderwerpen en opname-omstandigheden waarbij het scherpstellen moeilijk
is
• Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder
contrast.
• Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen.
• Wanneer het donker is of wanneer er zich beeldbibber voordoet.
• Wanneer het toestel zich te dicht bij het onderwerp bevindt of wanneer u een beeld maakt
van zowel onderwerpen ver weg als onderwerpen dichtbij.
87
Page 88
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
Instelling van de Focusmodus (AFS/AFF/AFC)
Toepasbare modi:
De methode wordt ingesteld om scherp te stellen als de
sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt.
Stel de hendel van de focusmodus in.
OnderdeelScène (aanbevolen)
“AFS” is een afkorting van “Auto
Onderwerp staat
[AFS]
stil
(Auto
(Landschaps-,
Focus
Single)
[AFS/
AFF]
Flexible)
[AFC]
(Auto Focus
Continuous)
[MF]Stel handmatig scherp. (P101)
verjaardagsfoto,
enz.)
[AFF]
Beweging kan niet
(Auto
voorzien worden
(Kinderen,
Focus
huisdieren, enz.)
U kunt de instelling omschakelen met [AFS/AFF] in het [Opname]/
[Bewegend beeld]-menu.
Het onderwerp
beweegt
(Sport, treinen,
enz.)
Focus Single”.
Er wordt automatisch scherp
gesteld wanneer de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt wordt. De
scherpstelling blijft vergrendeld terwijl de knop tot
halverwege ingedrukt blijft, zodat u in staat gesteld
wordt verschillende composities op te nemen.
“AFF” is een afkorting van “Auto
Focus Flexible”.
In deze modus, wordt het
scherpstellen automatisch
uitgevoerd wanneer de
ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt.
Als het onderwerp beweegt terwijl de ontspanknop tot
de helft ingedrukt wordt, wordt de focus gecorrigeerd
om automatisch overeen te komen met de beweging.
“AFC” is een afkorting van “Auto
Focus Continuous”.
In deze modus wordt het
scherpstellen, terwijl de
ontspanknop tot de helft ingedrukt
gehouden wordt, constant uitgevoerd om overeen te
komen met de beweging van het onderwerp.
88
Page 89
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
Wanneer u opneemt met gebruik van [AFF], [AFC]
• Wanneer het onderwerp beweegt, wordt het scherpstellen uitgevoerd door de positie van het
onderwerp te voorspellen op het moment van opname. (Bewegingsvoorspelling)
• Het kan enige tijd duren om scherp te stellen als u het zoomhendeltje van Wide naar Tele zet
of plotseling van een onderwerp dat ver weg is op een onderwerp dichtbij scherpstelt.
• Druk de opspanknop opnieuw half in als u niet goed scherp kunt stellen.
• De instellingen van de Focusmodus van [AFF] en [AFC] werken in de volgende situaties op
dezelfde manier als [AFS]:
– Creatieve Videomodus
– Tijdens opnames met [6K/4K-burst (S/S)]
– In situaties met weinig licht
• [AFF] is niet beschikbaar als 6K/4K-foto's gemaakt worden. [Continu AF] werkt tijdens de
opname.
• De instelling van de Focusmodus kan niet veranderd worden als de opname met de Post
Focus-functie uitgevoerd wordt.
Verpersoonlijking van de werkinstellingen van Auto Focus voor het
maken van foto's
Toepasbare modi:
Verpersoonlijk de werkinstellingen van Auto focus om bij de beweging van uw onderwerp
te passen.
• Dit item werkt alleen als de focusmodus op [AFF] of [AFC] gezet is.
MENU
> [Opname] > [AF Aang. Inst.(Foto)]
[Instelnaam1] Basisinstelling.
[Instelnaam2]
[Instelnaam3] Instelling voor een langzame willekeurige beweging.
[Instelnaam4] Instellingen voor een snelle willekeurige beweging.
Instellingen voor wanneer het onderwerp slechts in één richting beweegt en
dat snel doet.
89
Page 90
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
∫ Aanpassen van de Persoonlijke AF-instellingen
1Druk op 2/1 om de persoonlijke AF-instelling te
selecteren.
2Druk op 3/4 om de items te selecteren en druk
vervolgens op 2/1 om deze bij te stellen.
• Druk op [DISP.] om terug te keren naar de
fabrieksinstelling.
Stelt de gevoeligheid in die toegepast wordt wanneer het brandpunt
aangepast wordt al naargelang de beweging van het onderwerp.
Als de afstand tot het onderwerp aanzienlijk verandert, past
r
de camera het brandpunt onmiddellijk opnieuw aan. U kunt
[AF-Gevoeligheid]
[AF-Geb.
Verander. Gevoel.]
[Voorsp.
bewegend object]
verschillende onderwerpen achter elkaar scherp stellen.
Als de afstand tot het onderwerp aanzienlijk verandert, wacht
de camera even alvorens het brandpunt opnieuw aan te
s
passen. Dit stelt u in staat te voorkomen dat het brandpunt
per ongeluk opnieuw aangepast wordt wanneer bijvoorbeeld
een bewegend onderwerp het beeld passeert.
Stelt de gevoeligheid in waarmee de camera omschakelt of de
AF-zone beweegt, om zich aan te passen aan de beweging van het
onderwerp.
Als het onderwerp zich uit de AF-zone verplaatst, schakelt de
r
camera onmiddellijk naar een andere AF-zone, of verplaatst
de AF-zone, om het onderwerp scherp gesteld te houden.
De camera schakelt naar een andere AF-zone, en verplaatst
de AF-zone met een geleidelijke snelheid. De effecten die
s
veroorzaakt worden door een kleine beweging van het
onderwerp, of door obstakels tegenover de camera, zullen
geminimaliseerd worden.
Stelt het niveau in waarop de detectie van de beweging van het
onderwerp geactiveerd wordt als reactie op de veranderde snelheid
van het onderwerp.
Dit is geschikt voor stilstaande onderwerpen. De effecten die
veroorzaakt worden door een kleine beweging van het
0
onderwerp, of door obstakels tegenover de camera, zullen
geminimaliseerd worden.
1Deze zijn geschikt voor een onderwerp waarvan de
bewegingssnelheid verandert. U kunt voorkomen dat een
onderwerp, door een plotse beweging ervan, niet meer
2
scherp gesteld is.
3Op [MENU/SET] drukken.
In deze gevallen niet beschikbaar:
• Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
– Tijdens opnames met [6K/4K-burst (S/S)]
90
Page 91
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
ョㄏピ
Instelling van de Auto Focusmodus
Toepasbare modi:
Op deze manier kunt u de focusmethode gebruiken die bij de
posities en het aantal te selecteren onderwerpen past.
Druk op [].
• U kunt de knop ook als een functieknop gebruiken. (P60)
De camera detecteert automatisch iemands gezicht
en ogen.
Het oog dat zich het dichtst bij de camera bevindt
zal scherp gesteld zijn terwijl de belichting voor het
gezicht geoptimaliseerd wordt.
(Als [Meetfunctie] op [] gezet is)
• Er kunnen tot 15 gezichten gedetecteerd worden.
Alleen de ogen van een scherp gesteld gezicht
kunnen gedetecteerd worden.
• Als de camera een gezicht detecteert, zullen de
([Gezicht/ogen
detecteren])
AF-zone en het teken dat aangeeft dat het oog
scherp gesteld is A, weergegeven worden.
Geel:
AF-zone voor het gezicht dat scherp gesteld moeten worden.
Wit:
AF-zones voor de gezichten die niet scherp gesteld zullen worden.
Deze worden weergegeven als meer dan een gezicht gedetecteerd
wordt.
• U kunt het oog veranderen waarop scherp gesteld wordt door het oog
aan te raken in de gele zone.
• Als u [] aanraakt of op [MENU/SET] drukt, zal de instelling voor het
scherpstellen van het oog gewist worden.
91
Page 92
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
De camera stelt scherp op het onderwerp dat u
specificeert.
De belichting zal voor het onderwerp
geoptimaliseerd worden.
(Wanneer [Meetfunctie] op [] gezet is)
De scherpstelling en de belichting zullen het
onderwerp zelf blijven volgen als dit beweegt.
(Dynamische opsporing)
Knopbediening
([Tracking])
([225-zone])
, enz.
([Voorkeur multi])
Plaatst het kader van de AF Tracking B rond het
onderwerp en druk de sluiterknop tot halverwege in.
Aanraakbediening:
Raak het onderwerp aan.
• Als het niet vergrendeld wordt, zal de AF-zone rood knipperen en
verdwijnen.
• De AF-zone wordt geel terwijl het onderwerp vergrendeld is (groen
terwijl de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt).
• De vergrendeling wordt geannuleerd als op [MENU/SET] gedrukt
wordt of als [] aangeraakt wordt.
Er kunnen tot 225 AF-zones scherp gesteld worden.
Dit is zelfs werkzaam als een onderwerp zich niet in
het midden van het scherm bevindt.
U kunt uit de 225 AF-zones de optimale vorm van
de AF-zone voor het onderwerp vrij instellen. (P93)
([1-zone])
([Spot])
Het toestel stelt scherp op het onderwerp in de
AF-zone op het scherm.
U kunt een preciezere focus verkrijgen op een punt
dat kleiner is dan [Ø].
Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt zal het
scherm waarop u de scherpstelling kunt controleren
vergroot worden.
92
Page 93
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
ヤヒヤビヤピ
Instellen van de vorm van de AF-zone ([Voorkeur multi])
1Druk op [].
2Selecteer een Custom Multi icoon ([], enz.) en druk op 3.
3Druk op 2/1 om een instelling te kiezen en druk
vervolgens op 4.
A De huidige vorm van de AF-zone
Horizontale lijn
Deze vorm is handig
([Horizontaal
patroon])
([Verticaal
patroon])
([Cent.
patroon])
//
([Klant1]/
[Klant2]/
[Klant3])
voor het maken van
panoramafoto's of
gelijkaardige
opnames.
Verticale lijn
Deze vorm is handig
voor het opnemen van
onderwerpen zoals
gebouwen.
In het midden
geplaatst cluster
Deze vorm is handig
als u wilt scherpstellen
op het middengebied.
U kunt een eigen instelling selecteren.
4Selecteer de AF-zones.
B De geselecteerde AF-zones
Wanneer u []/[]/[] selecteert
Knopbediening
3/4/2/1AanrakenBeweegt de positie
//
[DISP.][Reset]
Aanraakbediening
Open-/
dichtknijpen
Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
Beschrijving van de
bediening
Verandert de grootte
Eerste keer: De
positie wordt op het
midden gereset
Tweede keer: De
grootte wordt op de
fabrieksinstelling
gereset
ヤピヤビヤヒ
93
Page 94
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
ヤビ
ヤヒヤビヤピ
Wanneer u []/[]/[] selecteert
ヤヒ
ヤピ
Aanraakbediening
Sleep uw vinger over de delen die u als AF-zones wilt
instellen.
• Als u een van de geselecteerde AF-zones aanraakt, zal de
selectie van de zone gewist worden.
Knopbediening
Druk op 3/4/2/1 om de AF-zone te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]
om hem in te stellen (te herhalen).
• De instelling wordt gewist als opnieuw op [MENU/SET] gedrukt wordt.
• Als u op [DISP.] drukt, zullen alle selecties worden gewist.
Druk op [Fn2] om in te stellen.
∫ De ingestelde AF-zone op [], [] of [] registreren
1 Druk op het scherm in stap
3 op P93 op 3.
2 Druk op 3/4 om een bestemming te selecteren waarin de instelling geregistreerd zal
worden en druk op [MENU/SET].
• Als dit toestel uitgeschakeld wordt, zal de instelling die bijgesteld is met []/[]/[]
opnieuw op de fabrieksinstelling gezet worden.
∫ Beperkingen van de Auto Focusmodus
• In de volgende gevallen is de AF-modus vastgezet op [Ø].
– Bij het gebruik van de digitale zoom
– [Miniatuureffect] (Creative Control modus)
• De Auto Focusmodus wordt vastgezet op [š] als [4K Live Bijsnijden] ingesteld is.
• De Auto Focusmodus kan in de volgende gevallen niet ingesteld worden.
– Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie
([Gezicht/ogen detecteren])
• Als geen gezichten gedetecteerd worden, werkt de AF-modus als [].
([Tracking])
• In situaties waarin Tracking AF niet correct werkt wegens bepaalde opname-omstandigheden,
zoals wanneer het onderwerp klein is of in een donkere locatie, zal [Ø] uitgevoerd worden.
• [] kan niet gebruikt worden met [Intervalopname].
• In de volgende gevallen, werkt [] als [Ø].
– [Sepia]/[Zwart-wit]/[Dynamisch zwart/wit]/[Ruw zwart-wit]/[Zacht zwart-wit]/[Zachte focus]/
[Sterfilter]/[Zonneschijn] (Creative Control modus)
– [Zwart-wit]/[L.Zwart-wit] ([Fotostijl])
([Spot])
• In de volgende gevallen, werkt [] als [Ø].
– Wanneer u bewegende beelden opneemt
– Bij 6K/4K-foto-opnames
• Deze kan in de volgende gevallen niet op [] gezet worden.
– [AFF]/[AFC] (Focus-functie)
94
Page 95
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
De positie van de AF-zone specificeren
De positie van de AF-zone op het instellingenscherm specificerenP96
De positie van de AF-zone met de joystick specificerenP98
De positie van de AF-zone met het Touch Pad specificerenP99
De positie van de AF-zone met de Touch-functie specificerenP100
∫ Afzonderlijke AF-zones creëren voor horizontale en verticale oriëntatie
De laatst gespecificeerde posities van de
AF-zone (als [Ø] of [] ingesteld is) en de
[ON]
[OFF]Stelt dezelfde instelling in voor zowel de horizontale als de verticale oriëntatie.
• Voordat u de AF-zone verplaatst of de grootte ervan verandert, annuleert u de Touch
Shutter-functie.
• De puntfocussing kan ook verplaatst worden om overeen te komen met de AF-zone wanneer
de [Meetfunctie] (P212) ingesteld is op [].
weergave van MF Assist worden voor de
horizontale en verticale oriëntatie van de
camera afzonderlijk opgeslagen (er zijn twee
verticale oriëntaties beschikbaar, links en rechts).
In deze gevallen niet beschikbaar:
• Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar:
– Bij het gebruik van de digitale zoom
– Wanneer [4K Live Bijsnijden] ingesteld is
95
Page 96
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
De positie van de AF-zone op het instellingenscherm specificeren
Toepasbare modi:
Als [š], [], [Ø] of [] in de Auto Focusmodus geselecteerd is, kunt u de positie en
het formaat van de AF-zone veranderen.
Wanneer u [š], [], [Ø] selecteert
1Druk op [].
2Selecteer [š], [] of [Ø] en druk op 4.
3Veranderen van de positie en het formaat van de
AF-zone.
Knopbediening AanraakbedieningBeschrijving van de bediening
3/4/2/1AanrakenBeweegt de positie
Open-/
dichtknijpen
/s
[DISP.][Reset]
Verandert de grootte
(met kleine stappen als [š] of [Ø]
geselecteerd was)
Verandert de grootte
(met grote stappen als [š] of [Ø] geselecteerd
was)
Eerste keer: De positie wordt op het midden
gereset
Tweede keer: De grootte wordt op de
fabrieksinstelling gereset
4Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
• De AF-zone met dezelfde functie als [Ø] wordt in de aangeraakte positie weergegeven
als [š] geselecteerd is.
De instelling van de AF-zone wordt geannuleerd als op [MENU/SET] gedrukt wordt of
[] aangeraakt wordt.
• Alleen de weergave van [i] (middelpunt van de geselecteerde groep) zal op het
beeldscherm blijven als [] geselecteerd is.
96
Page 97
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
Wanneer u [] selecteert
U kunt de scherpstelpositie op precieze wijze instellen door het scherm te vergroten.
1Druk op [].
2Selecteer [] en druk op 4.
3Druk op 3/4/2/1 om de focuspositie in te stellen
en druk vervolgens op [MENU/SET].
4Beweeg [+] naar de positie die scherp gesteld moet
worden.
Knopbediening AanraakbedieningBeschrijving van de bediening
3/4/2/1AanrakenBeweegt [+].
Open-/
dichtknijpen
sVergroot/verkleint het scherm met grote stappen.
[DISP.][Reset]U keert terug naar het scherm van stap 3.
• Als het beeld in de venstermodus weergegeven wordt, kunt u het beeld ongeveer 3k tot
6k vergroten/verkleinen; als het beeld op het volledige scherm weergegeven wordt, kunt
u het beeld ongeveer 3k tot 10k vergroten/verkleinen.
• U kunt ook opnames maken door [] aan te raken.
Vergroot/verkleint het scherm met kleine stappen.
Schakelt naar de vergrote weergave
(venstermodus/volledig scherm).
5Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
97
Page 98
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
De positie van de AF-zone met de joystick specificeren
Toepasbare modi:
Als [š], [], [], [Ø] of [] of de Auto Focusmodus gebruikt worden, kunt u de
positie van de AF-zone met de joystick op het opnamescherm specificeren.
• U kunt de grootte van de AF-zone ook regelen door aan de
modusknop op de voorkant/achterkant te draaien.
• Druk op de joystick om tussen de fabrieksinstelling van de
positie van de AF-zone en de positie die u ingesteld heeft
te schakelen.
De vergrote weergave zal verschijnen als [] ([Spot])
ingesteld is.
3Druk de sluiterknop tot halverwege in om het in te
stellen.
• Druk op de joystick terwijl het opnamescherm
weergegeven wordt om tussen de fabrieksinstelling van de
positie van de AF-zone en de positie die u ingesteld heeft te schakelen.
98
Page 99
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
MENU
De positie van de AF-zone met het Touch Pad specificeren
Toepasbare modi:
U kunt de AF-zone die op de zoeker weergegeven wordt
verplaatsen door de monitor aan te raken.
Verplaatst de AF-zone van de
zoeker door aanraking van de
[EXACT]
[OFFSET]
[OFF]—
gewenste positie op de
touchpad.
Verplaatst de AF-zone van de
zoeker met de afstand
waarover u de touchpad
versleept. (P52)
• Druk de sluiterknop tot halverwege in om de brandpuntpositie te bepalen.
Als u op [DISP.] drukt voordat de brandpuntpositie bepaald is, keert het kader van de AF-zone
terug naar de centrale positie.
• Om het kader van de AF-zone te wissen terwijl Auto Focus mode (P91) op [š]([Gezicht/ogen
detecteren]), [] ([Tracking]) of [] ([225-zone]) gezet is, drukt u op [MENU/SET].
• De Touch Shutter-functie (P53) wordt uitgeschakeld wanneer [Touchpad AF] wordt gebruikt.
99
Page 100
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
MENU
ュリヴヱハ
5HVHW
,QVW
AE
De positie van de AF-zone met de Touch-functie specificeren
[AF]Optimaliseert het brandpunt van het aangeraakte onderwerp.
[AF+AE]
[OFF]—
Optimaliseert het brandpunt en de helderheid van het aangeraakte
onderwerp.
∫ Optimaliseren van het brandpunt van de aangeraakte positie ([AF])
1Raak het onderwerp aan.
([Gezicht/ogen
detecteren])
([Tracking])Het aangeraakte onderwerp is vergrendeld. (P92)
([225-zone])
, enz.
([Voorkeur multi])
([1-zone])
([Spot])
De AF-zone verplaatst het onderwerp en het scherm voor de
instelling van de grootte en de positie wordt weergegeven. (P96)
De AF-zone verplaatst het onderwerp en het scherm voor de
instelling van de grootte en de positie wordt weergegeven. (P96)
De AF-zone verplaatst het onderwerp en het betreffende scherm
voor de instelling wordt weergegeven. (P93)
De AF-zone verplaatst het onderwerp en het scherm voor de
instelling van de grootte en de positie wordt weergegeven. (P96)
De AF-zone verplaatst het onderwerp en het scherm voor de
instelling van de vergrote zone wordt weergegeven. (P97)
2(Wanneer []/[]/[]/[]/[] ingesteld is)
Raak [Inst.] aan.
• (Wanneer []/[]/[] ingesteld is) De instelling van de AF-zone wordt geannuleerd
als u [] aanraakt.
∫ Optimaliseren van het brandpunt en de helderheid van een aangeraakte positie
([AF+AE])
1Raak het onderwerp aan waarvoor u de helderheid
wilt optimaliseren.
• De positie voor de optimalisering van de helderheid wordt
op het midden van de AF-zone weergegeven. De positie
volgt de beweging van de AF-zone.
• De [Meetfunctie] wordt op [] gezet, die uitsluitend voor
Touch AE gebruikt wordt.
• Als u [Reset] aanraakt, worden de optimaliseringspositie
van de helderheid en de AF-zone naar het midden teruggezet.
2Raak [Inst.] aan.
• De AF-zone met dezelfde functie als [Ø] wordt op de aangeraakte positie weergegeven.
• De aanraking van[] (of [] als [Ø] geselecteerd is) zal de [AF+AE]-instelling
wissen.
• Wanneer opnames met Touch Shutter gemaakt worden, worden de scherpstelling en de
helderheid van de aangeraakte positie geoptimaliseerd voordat de opname plaatsvindt.
100
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.