Wij willen van de gelegenheid gebruik
maken u te bedanken voor de aanschaf
van deze Panasonic Digitale Fotocamera.
Leest u deze Handleiding met aandacht en
bewaar hem binnen handbereik voor
toekomstige raadpleging.
Informatie voor Uw
Veiligheid
• SD Logo is een handelsmerk.
• Andere namen, bedrijfsnamen en
productnamen die in deze handleiding
voorkomen, zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van de
betreffende bedrijven.
HET STOPCONTACT MOET IN DE
NABIJHEID VAN HET APPARAAT
GEÏNSTALLEERD WORDEN EN
MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
WAARSCHUWING
OM HET RISICO OP BRAND OF
SCHOKKEN EN STORENDE
INTERFERENTIES TE BEPERKEN,
DIENT U ALLEEN GEBRUIK TE
MAKEN VAN DE AANBEVOLEN
ACCESSOIRES EN DE APPARATUUR
NIET BLOOT TE STELLEN AAN
REGEN OF VOCHT. VERWIJDER DE
DEKSEL (ACHTERKANT) NIET,
BINNENIN HET APPARAAT
BEVINDEN ZICH GEEN
GEBRUIKERSBEDIENBARE
ONDERDELEN. NEEM VOOR
ONDERHOUD CONTACT OP MET
GEKWALIFICEERDE
ONDERHOUDSTECHNICI.
Neemt u zorgvuldig het auteursrecht in
acht.
Het opnemen van voorgeregistreerde
banden of schijven, of ander
gepubliceerd of uitgezonden materiaal,
voor andere doeleinden dan persoonlijk
gebruik, kunnen een overtreding van het
auteursrecht zijn. Zelfs voor privégebruik
kan het opnemen van bepaald materiaal
aan beperkingen onderhevig zijn.
• Houdt u er rekening mee dat de huidige
bedieningselementen, de onderdelen, de
menu-opties enz. van uw Digitale Camera
enigszins af kunnen wijken van de
illustraties die in deze Handleiding voor
Gebruik opgenomen zijn.
2
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op
onjuiste wijze vervangen wordt.
Vervang alleen door een zelfde soort
batterij of equivalent, die door de
fabrikant aanbevolen worden. Gooi de
gebruikte batterijen weg zoals door de
fabrikant voorgeschreven wordt.
∫ Opmerking betreffende lithiumbatterijen
≥Bij dit product zijn lithiumbatterijen
geleverd. Wanneer deze verbruikt zijn,
mag u deze niet weggooien maar moet u
deze inleveren als klein chemisch afval.
≥Dit apparaat bevat een lithiumbatterij als
stroomvoorziening voor de klok.
≥Raadpleeg uw leverancier over het verwijderen
van de lithiumbatterij op het moment dat u het
apparaat aan het einde van de levensduur
vervangt.
≥Verzekert u ervan dat de ingebouwde
lithiumbatterij door vakbekwaam
servicepersoneel wordt verwijderd.
∫ Alleen voor servicepersoneel:
Lithiumbatterij
Schroevendraaier
Printplaat
≥Verwijder de lithiumbatterij van de Gedrukte
Bedradingsplaat met behulp van de
schroevendraaier etc. zoals het figuur hierboven.
≥De vorm van de Gedrukte Bedradingsplaat en
de positie van de lithiumbatterij kunnen
verschillen afhankelijk van het model van de
digitale fotocamera.
Voor Gebruik
∫ Zorg voor de fotocamera
• De fotocamera niet schudden of er
druk op uitoefenen. De fotocamera zou
daardoor niet normaal kunnen werken of
het maken van opnamen zou buiten
werking gesteld kunnen worden, of de
lens zou beschadigd kunnen worden.
• Zand of stof kan een storing van de
fotocamera kunnen veroorzaken.
Wanneer u de fotocamera op het strand,
etc. gebruikt, erop letten dat er geen
zand of stof in de fotocamera komen.
• Wanneer u de camera gebruikt op een
regenachtige dag of op het strand, zorg er
dan voor dat er geen water in de camera
komt.
• Komen er spetters zeewater op de
fotocamera, maak dan een zachte doek
nat met leidingwater, wring de doek
goed uit en veeg de body van het
toestel er zorgvuldig mee schoon.
Droog het toestel daarna zorgvuldig af
met een droge doek.
∫ Over de LCD Monitor/Zoeker
• Niet hard op de LCD monitor drukken.
Dit zou ongelijke kleuren op de LCD
monitor of een storing van de LCD
monitor kunnen veroorzaken.
• Bij grote temperatuurverschillen kan er
condens op de LCD monitor vormen.
Veeg dit af met een zachte droge doek.
• Als de fotocamera zeer koud is bij het
inschakelen, kan het beeld op de LCD
monitor/Zoeker aanvankelijk iets
donkerder zijn dan normaal. Zodra de
binnentemperatuur van het toestel stijgt
zal het display ook weer de normale
helderheid vertonen.
Extreem hoge precisietechnologie
wordt gebruikt om het LCD monitor/
Zoeker te produceren. Het resultaat is
meer dan 99,99% effectieve pixels met
slechts 0,01% van de pixels inactief of
altijd brandend. Dit zal echter niet
opgenomen worden op de opnamen op
de kaart.
∫ Over de Lens
• De lens niet direct op de zon of op sterke
lichtbronnen richten. Dit zou niet alleen
storing kunnen veroorzaken van de
fotocamera maar niet te verhelpen
schade zou uw ogen aan kunnen tasten.
• Niet hard op de lens drukken.
• De fotocamera met de lens richting de zon
houden zou storing kunnen veroorzaken.
Erop letten wanneer u de fotocamera
buiten of dichtbij een raam legt.
∫ Over Condensatie
Condensatie doet zich voor wanneer de
omgevingstemperatuur of vochtigheid als
volgt veranderd is:
Op condensatie letten aangezien dit
vlekken op de lens, schimmel of storing
veroorzaakt. (P107)
• Wanneer de fotocamera naar binnen
wordt gebracht van de kou naar een
warme kamer.
• Wanneer de camera van buiten naar een
auto met air-conditioning wordt
verplaatst.
• Wanneer koele wind van een
airconditioner of ergens anders vandaan
direct op de fotocamera geblazen wordt.
• In vochtige plaatsen
∫ Wordt de fotofotocamera voor lange
tijd niet gebruikt
• De batterij in een koele en doge plaats met
een relatief stabiele temperatuur opbergen.
• Er zeker van zijn de batterij en de kaart
van de fotocamera te verwijderen.
• Wanneer de batterij in de fotocamera
gelaten wordt gedurende lange tijd, doet
er zich ontlading voor zelfs al staat de
fotocamera uit. Als u de batterij nog
langer erin laat zitten, wordt deze
excessief ontladen en kan deze
onbruikbaar worden, ook na opladen.
• Om de batterij voor een lange tijdsduur op
te bergen, raden we aan deze één keer
per jaar op te laden en deze opnieuw op
te bergen nadat u de opgeladen
capaciteit compleet heeft opgebruikt.
• Wanneer u de fotocamera in een closet of
een kabinet bewaart, raden we aan deze
op te bergen met de droogstof (silicagel).
3
Voor Gebruik
Over Deze Bedrijfsinstructies
Gelieve opmerken dat de beschrijving op deze pagina een voorbeeld is en dat niet alle
pagina’s op deze manier beschreven worden.
M
S
A
P
Belichtingscompensatie
Gebruik deze functie wanneer u de
geschikte belichting niet kunt verkrijgen
wegens het verschil in helderheid tussen
het onderwerp en de achtergrond.
∫ Over illustraties in deze bedieningsinstructies
Gelieve opmerken dat de verschijning van dit product, de illustratie of het menuscherm
enigszins verschillen van die, die in werkelijkheid in gebruik zijn.
Hier aangegeven functies laten het u toe de functies of
instellingen die op deze pagina beschreven worden te
1
gebruiken. Stel deze Instelknop in op welke van de
2
SCN
SCN
functies dan ook om de functies of instellingen te
gebruiken.
SCN
1
SCN
2
• EV is een afkorting voor Exposure Value,
belichtingswaarde, het is de hoeveelheid
licht die door de lensopening en de
sluitertijd aan de CCD gegeven wordt.
Nuttige of handige informatie voor het gebruik
van deze fotocamera wordt beschreven.
∫ Over de illustraties van de cursorknop
In deze bedrijfsinstructies, worden de operaties op de cursorknop beschreven zoals
hieronder wordt afgebeeld.
b.v.: Wanneer u op de 4 knop drukt
4
Inhould
Voor Gebruik
Informatie voor Uw Veiligheid ...................2
Over Deze Bedrijfsinstructies ................... 4
Dit is het overzicht van de procedure om
opnamen te maken met deze fotocamera.
Voor elke operatie, er zeker van zijn de
overeenkomstige pagina’s te raadplegen.
1 Laad de batterij op. (P11)
• Wanneer de fotocamera vervoerd
wordt, is de batterij niet opgeladen.
Laad de batterij op vóór gebruik.
2 Voer de batterij en de kaart in.
(P13, 14)
3 Zet de fotocamera aan om
opnamen te maken.
• Stel de klok in. (P20)
M
S
A
P
1
2
SCN
SCN
OPEN
OFFON
1 Stel de functieknop in op [ ].
2 Open de flits.
(Wanneer u de flits gebruikt) (P37)
3 Druk de ontspanknop in om opnamen
te maken. (P30)
4 Speel de opnamen terug.
S
A
P
M
2
1
SCN
SCN
10
1 Stel de functieknop in op [].
2 Selecteer de opname die u wilt zien.
(P44)
Voorbereiding
Het opladen van de Batterij met de Oplader
Wanneer de fotocamera vervoerd wordt, is
de batterij niet opgeladen. Laad de batterij
op vóór gebruik.
1 Maak de batterij vast aan de
oplader.
2 Verbind de AC kabel.
• De AC kabel past niet geheel in de AC
inputaansluiting. Er zal een gat blijven
bestaan zoals hieronder afgebeeld.
3 Maak de batterij los.
• Nadat het opladen klaar is, ervoor zorgen
de AC kabel los te maken van de
elektrische uitlaat.
• De batterij wordt warm na het gebruik/
laden of tijdens het laden. Ook de
fotocamera wordt warm tijdens het
gebruik. Dit is echter geen storing.
• Gebruik de daarvoor bedoelde oplader
en batterij.
• Het opladen van de batterij met de
oplader binnen.
• De oplader niet uit elkaar halen of
veranderen.
• Wanneer de [CHARGE] indicator A
groen brandt, begint het laden.
• Wanneer de [CHARGE] indicator A
uitgaat (na ongeveer 120 minuten), is
het laden klaar.
11
Over de batterij
Voorbereiding
∫ Batterij-aanduiding
De resterende batterijstroom verschijnt op
het scherm. [Het verschijnt niet wanneer u
de fotocamera gebruikt met de AC adapter
(DMW-CAC1; optioneel).]
>>>
De aanduiding wordt rood en knippert:
Laad de batterij opnieuw op of vervang
deze.
∫ De levensduur van de batterij
Het aantal door CIPA-standaards
opneembare opnamen
• CIPA is een afkorting van
[Camera & Imaging Products Association].
Aantal op te nemen
opnamen
Gebruikte media16 MB
Ongeveer
240 opnamen (CIPA)
SD-geheugenkaart
(geleverd)
(Opnamevoorwaarden door CIPA
standaards)
• Temperatuur: 23°C/Vochtigheid: 50
%,
wanneer LCD monitor aan is.
• Gebruik van de geleverde batterij.
• Opnemen begint 30 seconden nadat de
fotocamera aangezet is.
• Iedere 30 seconden opnemen, met volle
flits om de opname.
• Het zoomhendeltje richting Tele naar
Breed en andersom roteren in elke
opname.
• Zet de fotocamera elke 10 opnamen uit.
Het aantal op te nemen opnamen
wanneer u de Zoeker gebruikt
(Zoeker wordt gebruikt voor opnemen.
Andere opnamevoorwaarden komen
overeen met CIPA standaards.)
Aantal op te nemen
opnamen
Gebruikte media16 MB
Ongeveer
270 opnamen
SD-geheugenkaart
(geleverd)
Terugspeeltijd wanneer u de LCD
monitor gebruikt
TerugspeeltijdOngeveer 240 min.
Het aantal opneembare opnamen en
terugspeeltijd zal variëren afhankelijk van
de bedrijfsomstandigheden en
opslagomstandigheid van de batterij.
∫ Opladen
OplaadtijdOngeveer 120 min.
Oplaadtijd en het aantal te maken
opnamen met het optionele batterijpakket
(CGA-S002E) zijn dezelfde als hierboven.
• Wanneer het opladen start, brandt de
[CHARGE] Indicator.
∫ Oplaadfout
• Indien er een oplaadfout zich voordoet,
knippert de [CHARGE] indicator op
ongeveer 1 secondecyclussen.
In dit geval, de AC kabel losmaken van de
elektrische uitlaat, de batterij verwijderen
en nagaan of zowel de kamer- als de
batterijtemperatuur niet te laag of te hoog
zijn en vervolgens deze opnieuw opladen.
Indien de [CHARGE] indicator nog steeds
knippert zelfs als u de batterij even
oplaadt, uw dealer of uw dichtstbijzijnde
servicecentrum raadplegen.
• Wanneer de bedrijfstijd van de fotocamera
extreem kort wordt zelfs als de batterij
goed opgeladen is, zou de levensduur van
de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Een
nieuwe batterij kopen.
∫ Opneemomstandigheden
• De batterij opladen onder temperatuur
van 10oC–35oC. (Batterijtemperatuur
dient hetzelfde te zijn.)
• De prestatie van de batterij kan tijdelijk
verslechterd zijn en de bedrijfstijd kan
korter worden in lager
temperatuuromstandigheden (b.v. skiën/
snowboarden).
12
Voorbereiding
Invoeren/Verwijderen van de Batterij
• Controleer dat de fotocamera uitstaat en
dat de lens ingetrokken is.
• Sluit de flits.
1 Schuif de kaart/batterijklep om
deze te openen.
• Gelieve er zeker van zijn de echte
Panasonic batterijen (CGA-S002E) te
gebruiken.
2 Invoeren:
Voer de geladen batterij in totdat
deze klikt.
Verwijderen:
Schuif het slot 1 om de batterij te
verwijderen.
3 1 Sluit de kaart/batterijklep.
2 Schuif de kaart/batterijklep
naar het eind en sluit deze
stevig.
• Wordt de fotocamera voor lange tijd niet
gebruikt, verwijdert u dan de batterij.
• Nadat de geheel opgeladen batterij
ingevoerd is gedurende meer dan 24 uur,
wordt de klokinstelling opgeslagen (in de
fotocamera) gedurende 3 maanden zelfs
als de batterij verwijderd werd. (De tijd
kan korter zijn indien de batterij niet
voldoende opgeladen is.)
Indien er meer dan 3 maanden verstreken
zijn, zal de klokinstelling verloren gaan. In
dit geval, de klok opnieuw instellen. (P20)
• De kaart en de batterij niet verwijderen
terwijl er toegetreden wordt tot de
kaart. De gegevens op de kaart zouden
zo beschadigd kunnen worden.
• De geleverde batterij is alleen
ontworpen voor deze fotocamera. Deze
niet gebruiken met andere apparatuur.
13
Voorbereiding
Invoeren/Verwijderen van de Kaart
• Controleer dat de fotocamera uitstaat en
dat de lens ingetrokken is.
• Sluit de flits.
1 Schuif de kaart/batterijklep om
deze te openen.
• De kaart en de gegevens kunnen
beschadigd worden indien deze
ingevoerd of verwijderd wordt terwijl
de fotocamera aan is.
• We raden het gebruik van Panasonic’s
SD-geheugenkaart aan. (Alleen de
originele SD-kaart met het SD-logo
gebruiken.)
2 Invoeren:
Voer de kaar in met de label naar
de voorkant van de fotocamera
gericht totdat deze klikt.
Verwijderen:
Druk de kaart totdat deze klikt,
trek de kaart er vervolgens
rechtop uit.
• Controleer de richting van de kaart.
• Raak de aansluitingen op de achterkant
van de kaart niet aan.
• De kaart kan beschadigd worden als
deze niet geheel ingevoerd is.
3 1 Sluit de kaart/batterijklep.
2 Schuif de kaart/batterijklep
naar het eind en sluit deze
stevig.
• Indien de kaart/batterijklep niet geheel
gesloten kan worden, de kaart
verwijderen en opnieuw invoeren.
14
Over de kaart
Voorbereiding
∫ Toegang tot de kaart
Terwijl er toegetreden wordt tot de kaart
(Herkennen/Opnemen/Aflezen/Uitwissen),
brandt de aanduiding van de kaarttoegang
1.
2560
19
Wanneer de kaart toegangsaanduiding 1
brandt, niet:
• de fotocamera uitzetten.
• de batterij of de kaart verwijderen.
• de fotocamera schudden of er druk op
uitvoeren.
De kaart en de gegevens kunnen
beschadigd raken en de fotocamera zou
dan niet meer normaal kunnen
functioneren.
∫ Over het hanteren van een kaart
Belangrijke gegevens op de harde schijf
(P96) opslaan. De gegevens op de kaart
zouden beschadigd kunnen worden of
verloren kunnen gaan wegens
elektromagnetische golven, statische
elektriciteit, het stuk gaan van deze
fotocamera of een defectieve kaart.
∫ SD-geheugenkaart (geleverd) en
MultiMediaCard (optioneel)
De SD-geheugenkaart en de
MultiMediaCard zijn kleine lichtgewicht
verwijderbare externe geheugenkaarten.
De aflezing/schrijfsnelheid van een
SD-geheugenkaart is groot. De
SD-geheugenkaart is voorzien van een
schakelaar voor schrijfbeveiliging
waarmee beschrijven of formatteren van
een kaart verhinderd wordt. (Wordt de
schakelaar naar de [LOCK] kant verplaatst
dan is het niet mogelijk om gegevens op de
kaart te schrijven of te wissen en de kaart te
formatteren. Zet u de schakelaar weer terug
dan zijn deze functies weer beschikbaar.)
SD-geheugenkaart
MultiMediaCard
• De aflezing/schrijfsnelheid van een
MultiMediaCard is langzamer dan een
SD-geheugenkaart. Wanneer er een
MultiMediaCard gebruikt wordt, kunnen
de prestaties van bepaalde functies
enigzins langzamer zijn dan
geadverteerd.
• Na het opnemen van bewegende beelden
met behulp van de MultiMediaCard kan de
kaart-toegangsaanduiding even
verschijnen, maar dit is geen storing.
• Hou de Geheugenkaart buiten het bereik
van kinderen om het inslikken ervan te
voorkomen.
A
,
15
Voorbereiding
Geschat aantal van opgenomen opnamen en de
grootte
• De aantallen zijn benaderingen. (Als u TIFF, Fijne en Standaard kwaliteit mengt,
verandert het aantal opneembare opnamen.)
• Het aantal op te nemen opnamen kan variëren afhankelijk van de onderwerpen.
• Het resterende aantal op te nemen opnamen dat op het scherm wordt afgebeeld is een
benadering.
16
Voorbereiding
De Lensdop/Draagband bevestigen
∫ Lensdop
1 Bevestig de lensdop.
∫ Draagriem
1 Haal de draagband door het gat
bij het Ringetje voor de
Draagriem.
2 Haal de draagband door de
stopper en trek de draagband
vast.
A: Trek de draagband 2 cm of meer
verder.
• Bevestig de draagriem aan de andere
kant van de fotocamera, erop lettend deze
niet te draaien.
• Controleer dat de draagriem stevig
bevestigd is aan de fotocamera.
• Bevestig de draagriem zodat u het “L
logo kunt zien.
UMIX”
• Wanneer u de fotocamera uitzet, de fotocamera draagt of de opnamen terugspeelt, de
lensdop bevestigen om het lensoppervlak te beschermen.
• Maak de lensdop los voordat u de fotocamera aanzet in de opnamefunctie.
• Wees voorzichtig de lensdop niet te verliezen.
17
Voorbereiding
Bevestigen van de lenskap
In fel zonlicht of wanneer er
achtergrondlicht is, zal de lenskap lenslicht
en terugkaatsing minimaliseren.
De lenskap snijdt excessief licht af en
verbetert de opnamekwaliteit.
• Controleer dat de fotocamera uitstaat en
dat de lens ingetrokken is.
• Sluit de flits.
1 1 Maak de lensring los.
2 Bevestig de lenskapadaptor.
2 Bevestig de lenskap.
1 Zet de camera ondersteboven.
2 Pak de haak op de adapter van
de lenskap.
3 Druk op de lenskap.
4 Lijn de markeringen uit zoals
geïllustreerd.
5 Draai de schroef goed aan.
1
3
2
4
18
5
• Ga na of de schroef los zit en breng dan
de lenskap aan.
• De schroef niet te veel aandraaien.
∫ Tijdelijk opbergen van de lensdop
1 Verwijder de lenskap, draai hem
om en bevestig hem vervolgens
opnieuw.
1 Zet de camera ondersteboven.
2 Pak de haak op de adapter van
de lenskap.
3 Druk op de lenskap.
4 Lijn de markeringen uit zoals
geïllustreerd.
5 Draai de schroef goed aan.
1
4
2
3
5
• Ga na of de schroef los zit en breng dan
de lenskap aan.
• De schroef niet te veel aandraaien.
Voorbereiding
2 Bevestig de lensdop.
• Geen opname maken terwijl u tijdelijk
de lenskap opbergt.
• Ervoor zorgen dat de lensdop stevig
bevestigd is.
• Wanneer u opnamen maakt met flits met
de lenskap bevestigd, zou het onderste
gedeelte van de foto donker kunnen
worden (vervloeiingseffect) en de
bediening van de flits buiten werking
gesteld kunnen zijn omdat de fotoflits door
de lenskap verduisterd kan zijn. We raden
aan de lenskap te verwijderen.
• Wanneer u de AF assistentielamp
gebruikt in het donker, de lenskap
verwijderen.
• Voor details over hoe de MC bescherming
en het ND filter bevestigd moeten worden,
P102 raadplegen.
• Neem contact op met de leverancier of uw
dichtstbijzijnde servicecentrum als u de
geleverde accessoires verliest. (U kunt de
accessoires apart aanschaffen.)
19
Voorbereiding
Instelling van Datum/Tijd (Klokinstelling)
∫ Begininstelling
De klok is niet ingesteld wanneer de
fotocamera vervoerd wordt. Wanneer u de
fotocamera aanzet, verschijnt het volgende
scherm.
PLEASE SET THE CLOCK
CLOCK SET
MENU
• Wanneer u op de [MENU] knop drukt,
verschijnt het scherm dat in stap 2
afgebeeld wordt.
• Het scherm verdwijnt in ongeveer
5 seconden. Begin bij stap 1.
1 Selecteer [CLOCK SET] van het
[SETUP] menu. (P22)
2
SETUP
BEEP
SHUTTER
VOLUME
CLOCK SET
NO.RESET
SELECT
MENU
LEVEL
EXIT
/
3
MENU
4
2 Stel datum en tijd in.
CLOCK SET
11
DEC
10 00
:
..
D/M/Y
SETSELECT
2004
EXIT
MENU
• 2/1: Selecteer het gewenste item.
• 3/4: Stel datum en tijd in.
3 Selecteer [D/M/Y], [M/D/Y] of
[Y/M/D].
CLOCK SET
10:0011.DEC.2004
D/M/Y
MENU
EXIT
SETSELECT
• Sluit het menu door 2 keer op de
[MENU] knop te drukken nadat u klaar
bent met het instellen.
• Controleer of de klokinstelling correct
is, nadat u de fotocamera aan en uit
heeft gezet.
20
Voorbereiding
• Nadat de geheel opgeladen batterij
ingevoerd is gedurende meer dan 24 uur,
wordt de klokinstelling opgeslagen (in de
fotocamera) gedurende minstens
3 maanden zelfs als de batterij verwijderd
werd. (De tijd kan korter zijn indien de
batterij niet voldoende opgeladen is.)
Indien er meer dan 3 maanden verstreken
zijn, zal de klokinstelling verloren gaan. In
dit geval, de klok opnieuw instellen.
• U kunt het jaar instellen tussen 2000 en
2099. Er wordt gebruik gemaakt van het
24 urensysteem.
• Als u de datum niet instelt, kan de datum
niet geprint worden wanneer u naar een
fotostudio voor digitaal printen gaat.
• Voor het instellen van de datumprint, P84
raadplegen.
MONITOR
AUTO REVIEW
PLAY ON LCD
POWER SAVE
MF ASSIST
SELECT
• Wanneer u het zoomhendeltje A
richting T draait, kan de pagina van het
menuscherm vooruit gespoeld worden.
(en andersom)
SETUP
n
OFF
OFF
2MIN.
ON
EXIT
MENU
1
0
MENU
4 Selecteer het gewenste item.
MONITOR
AUTO REVIEW
PLAY ON LCD
POWER SAVE
MF ASSIST
SELECT
5 Stel de gewenste waarde in.
MONITOR
AUTO REVIEW
PLAY ON LCD
POWER SAVE
MF ASSIST
SELECT
Zorg ervoor op 1 te drukken aan het
eind om de instelling te bevestigen.
• Sluit het menu door te drukken op de
knop [MENU] na de instelling voltooid te
/
4
hebben. In de opnamemodus kunt u
ook het menu sluiten door halverwege
op de sluiter te drunkken.
SET
SET
SETUP
1SEC.
3SEC.
ZOOM
EXIT
SETUP
1SEC.
3SEC.
ZOOM
EXIT
n
OFF
n
OFF
0
MENU
0
MENU
1
/
4
1
/
4
22
Voorbereiding
U kunt de volgende items controleren op het [SETUP] Menu.
MenuFuncties
MONITOR/
FINDER
AUTO REVIEW[OFF]:De opgenomen opname verschijnt niet automatisch.
PLAY ON LCDWanneer de Zoeker geselecteerd wordt in de opnamefunctie
POWER SAVEDe batterijlevensduur wordt gespaard door het automatisch
Stel de felheid van de LCD monitor (wanneer de opnamen op de
LCD monitor verschijnen) of Zoeker (wanneer de opnamen
verschijnen op de Zoeker) af in 7 stappen.
[1SEC.]: De opgenomen opname verschijnt automatisch op het
scherm gedurende ongeveer 1 seconde.
[3SEC.]: De opgenomen opname verschijnt automatisch op het
scherm gedurende ongeveer 3 seconden.
[ZOOM]: De opgenomen opname verschijnt automatisch op het
scherm gedurende ongeveer 1 seconde. Vervolgens
wordt deze 4 keer vergroot en verschijnt deze
gedurende ongeveer 1 seconde. Deze functie is nuttig
voor het bevestigen van de focus. Opnamen in
burstfunctie, auto bracket, opnamen met audio worden
niet vergroot zelfs als [ZOOM] geselecteerd wordt.
• In Bewegende beeldenfunctie [], is de automatische
overzichtsfunctie niet geactiveerd.
• Wanneer opnamen gemaakt worden in burstfunctie of auto
bracket, wordt de tijd voor de automatische overzichtsfunctie
vastgesteld op 1 seconde afgezien van de instelling op het
[SETUP] menu. Wanneer de kwaliteit ingesteld wordt op [TIFF],
werkt de automatische overzichtsfunctie tot het einde van het
opnemen naar de kaart toe. (De opname wordt niet vergroot.)
• Wanneer u de opnamen met geluid gebruikt, werkt de
automatische overzichtsfunctie terwijl u het geluid of de
gegevens opneemt in de kaart ongeacht de instelling van de
automatische overzichtsfunctie. (De opname wordt niet
vergroot.)
terwijl [PLAY ON CD] op [ON] ingesteld wordt, verschijnt de
opname automatisch op de LCD monitor in overzicht of
terugspelen. (P27)
uitgaan van de fotocamera wanneer deze niet gebruikt wordt.
[1MIN.]/[2MIN.]/[5MIN.]/[10MIN.]:
De fotocamera gaat automatisch uit indien deze niet
gebruikt is gedurende een vooraf bepaalde tijdsduur.
(Druk op de ontspanknop of zet de fotocamera uit en aan
om de energiebesparingsfunctie te annuleren.)
[OFF]: De fotocamera wordt automatisch uitgezet.
• Wanneer u de AC adapter gebruikt (DMW-CAC1; optioneel)/
verbonden bent met een PC of een printer/bewegende beelden
aan het opnemen bent/bewegende beelden aan het
terugspelen bent/gedurende Diavoorstelling, is de
energiebesparingsfunctie niet geactiveerd.
23
Voorbereiding
MenuFuncties
MF ASSIST
(Alleen
Opnamefunctie)
BEEPInstellen om het volume van bedrijfsgeluid te selecteren.
SHUTTERInstellen om het volume van sluitgeluid te slecteren.
VOLUMEHet volume van de luidsprekers kan afgesteld worden in
CLOCK SETDatum en tijd veranderen. (P20)
NO.RESETStel dit in wanneer u het bestandnummer van de opname vanaf
RESETDe instellingen op de opname of het [SETUP] menu worden
USB MODEInstellen van het USB communicatiesysteem. Instellen voordat u
HIGHLIGHTWanneer de auto review of overzichtsfunctie geactiveerd is,
VIDEO OUT
(Alleen
Terugspeelfunctie)
In handmatige focus, verschijnt het assistentiescherm op het
centrum van het scherm om het focussen op het onderwerp te
vergemakkelijken. (P63)
• Wanneer u de fotocamera aan een TV verbindt, wordt het
volume van de luidsprekers van de TV niet veranderd.
0001 op de volgende opname wenst te starten. (Het
mapnummer wordt vernieuwd, en het bestandnummer start
vanaf 0001.)
• Het mapnummer kan toegeschreven worden vanaf 100 tot 999.
Wanneer het mapnummer 999 bereikt, kan deze niet meer
opnieuw ingesteld worden. We raden het aan de kaart te
formatteren nadat u de gegevens op een PC of andere
opgeslagen heeft.
• Wanneer u een geformatteerde kaart of een nieuwe kaart
invoert en dit item selecteert, wordt het mapnummer opnieuw
ingesteld en verschijnt het bevestigingscherm voor herinstelling
van mapnummer. Als u [YES] selecteert op het scherm, wordt
het mapnummer terugingesteld op 100.
terugingesteld op de aanvankelijke instellingen. Het mapnummer
en de klokinstelling veranderen echter niet.
aan een PC of een printer verbindt. (P94)
verschijnt er een witte verzadigde zone, zwart en wit knipperend.
(P27)
[NTSC]: Video-output wordt op NTSC systeem ingesteld.
[PAL]:Video-output wordt op PAL systeem ingesteld. (P93)
24
Voorbereiding
MenuFuncties
SCENE MENU[OFF]: Scènemenu verschijnt niet wanneer u de instelknop op
[AUTO]: Scènemenu verschijnt automatisch wanneer de
LANGUAGEInstellen op de taal op het menuscherm van de volgende 7 talen.
Stel de gewenste taal in met 3/4 en bepaal deze met 1.
• Wanneer u per ongeluk op andere talen instelt, [] selecteren
[] of [] instelt en de fotocamera in de actueel
SCN1SCN
geselecteerde scènefunctie bediend wordt. Als u de
scènefunctie verandert, op de [MENU] knop drukken
om het scènemenu af te beelden en vervolgens de
gewenste scènefunctie selecteren.
instelknop op [] of [] ingesteld wordt. Selecteer
de gewenste scènefunctie.
vanaf het aanduidingenmenu om de gewenste taal in te stellen.
2
SCN1SCN
2
25
Voorbereiding
Over de LCD Monitor/Zoeker
DISPLAYEVF/LCD
1Schakelen van de LCD monitor/
Zoeker
Druk op de [EVF/LCD] knop om naar het
scherm te schakelen dat u wenst aan te
zetten.
A LCD monitor (LCD)
B Zoeker (EVF)
• Wanneer de LCD monitor aangaat, wordt
de Zoeker uitgeschakeld (en vice versa).
2Selecteren van het te gebruiken
scherm
Druk op de [DISPLAY] knop om naar het te
gebruiken scherm te schakelen.
• Wanneer het menuscherm verschijnt,
wordt de [DISPLAY] knop niet
geactiveerd. Tijdens 9 opnamen
meervoudig terugspelen (P45) of
terugspeelzoom (P46), kunnen de
aanduidingen op het scherm aan- en
uitgezet worden.
In opnamefunctie (P30)
2560
19
C Display
D Display met histogram
E Buiten-het-frame display
F Non-display (Opnamerichtlijn)
G Non-display
¢Histogram
In terugspeelfunctie (P44)
2560
100_0001
1/19
10:00 1.DEC. 2004
2560
19
26
2560
100_0001
1/19
ISO
F2.8 1/25
10:00 1.DEC. 2004
AUTO
100
H Display
I Display met opgenomen informatie en
histogram
J Non-display
Voorbereiding
∫ Buiten-het-frame display
De opname-informatie wordt afgebeeld
buiten het opnamescherm, daarom kunt u
opnamen maken zonder onderbreking van
iconen en dergelijke op het
opnamescherm.
∫ Afstelling van de diopter
Deze functie is nuttig voor gebruikers die
correctieve lenzen dragen en liever de
Zoeker gebruiken.
• Druk op de [EVF/LCD] knop om de
Zoeker af te beelden.
Om de diopter in te stellen draait u aan
de instelknop van de diopter.
2560
19
∫ Opnamerichtlijn
Wanneer u het onderwerp uitlijnt op de
horizontale en verticale richtlijnen of het
kruispunt van deze lijnen, kunt u opnamen
maken met goed ontworpen compositie
door de grootte, de helling en de balans
van het onderwerp te bekijken.
∫ Highlight display
Wanneer u [HIGHLIGHT] op [ON] zet op
het [SETUP] menu (P22) terwijl de auto
review of overzichtsfunctie geactiveerd is,
verschijnt er een witte verzadigde zone
(extremeem helder of glitterend gedeelte)
op de opname, zwart en wit knipperend.
• Als u de belichting tot min compenseert,
verwijzend naar het histogram en
vervolgens opnieuw een opname maakt,
kan dit een goede opname worden.
Geen highlight-display
REVIEW1X
∫ Monitorprioriteit
Wanneer u [PLAY ON LCD] op [ON] instelt
op het [SETUP] menu (P22), wordt de LCD
monitor aangezet in de volgende gevallen.
U kunt u de tijd die nodig is om het display
naar de LCD monitor te schakelen
besparen zelfs wanneer u de Zoeker in
opname gebruikt.
• Wanneer de opnamefunctie geschakeld
wordt naar afspeelfunctie.
• Wanneer opnames opnieuw bekeken
worden. (P35)
• Wanneer de fotocamera aangezet wordt
in de terugspeelfunctie.
DELETE4XEXIT
Met highlight-display
REVIEW1X
DELETE4XEXIT
27
Voorbereiding
∫ Histogram
• Een Histogram is een grafiek die
helderheid langs de horizontale as (zwart
of wit) en het aantal pixels bij elk
helderheidniveau op de verticale as
afbeeld.
• Het laat aan de fotocameragebruiker toe
gemakkelijk de manier te controleren
waarop een opname belicht wordt.
• Het is zeer nuttig als handmatige
afstellingen van de lensopening en
sluitertijd beschikbaar zijn, vooral in die
situaties waar automatische belichting
moeilijk kan zijn wegens oneven
belichting. Met gebruik van de
histogramfunctie zal u de beste prestatie
van de fotocamera krijgen.
• Wanneer de waarden aan de linkerkant
geconcentreerd zijn A, is de opname
onderbelicht.
• Wanneer de waarden in het histogram
gelijk verdeeld zijn B, is de belichting
voldoende en de helderheid goed
gebalanceerd.
• Wanneer de waarden aan de rechterkant
geconcentreerd zijn C, is de opname
overbelicht.
Voorbeeld van histogram
2560
100_0001
1/19
ISO
F2.8 1/200
10:00 1.DEC. 2004
F2.8 1/100
10:00 1.DEC. 2004
100
2560
100_0001
1/19
ISO
100
2560
100_0001
1/19
AUTO
AUTO
• Wanneer de opgenomen opname en de
histogram niet overeenkomen met
elkaar onder de volgende
omstandigheden, wordt de histogram
in het oranje afgebeeld.
– Wanneer de flits geactiveerd is
– Wanneer de flits gesloten is
1 Lensopeningprioriteit AE/
Sluiterprioriteit AE:
Wanneer de helderheid van het
scherm niet correct is of wanneer de
belichting niet voldoende afgesteld is
2 Handmatige belichting:
Wanneer de sluitertijd minder dan
1/13de is
3 In andere functies dan die hierboven
beschreven worden:
Wanneer de helderheid van het
scherm niet correct is in donkere
plaatsen
• Het histogram verschijnt niet wanneer
deze in Bewegende beeldenfunctie is
[], tijdens meervoudig terugspelen en
terugspeelzoom.
• Het histogram in de opnamefunctie is een
benadering.
• Het histogram zou in opname en
terugspelen niet overeen kunnen komen.
• Het histogram in deze fotocamera komt
niet overeen met die, die afgebeeld wordt
in software voor afbeeldingbewerking op
PC, etc.
• Controleer witte verzadigde zones met het
highlight-display in de auto review-functie
of de overzichtsfunctie. (P27)
A Onderbelicht
B Juist belicht
C Overbelicht
¢Histogram
28
F2.8 1/50
10:00 1.DEC. 2004
ISO
AUTO
100
Het opnemen van opnamen (basis)
Het opnemen van opnamen (basis)
Het maken van opnamen
∫ De Instelknop
Deze fotocamera heeft een instelknop om af te kunnen stellen op het opnemen van veel
soorten scènes.
Selecteer de gewenste functie en geniet van de opnameverscheidenheid.
Roteer de instelknop langzaam en voorzichtig.
M
S
A
P
: Programma AE functie (P30)
De belichting wordt automatisch afgesteld
door de fotocamera.
: Lensopeningprioriteit AE (P49)
De sluitertijd wordt automatisch bepaald
door de lensopening die u instelt.
: Sluiterprioriteit AE (P50)
De lensopening wordt automatisch bepaald
door de sluitertijd die u instelt.
: Handmatige belichting (P51)
De belichting wordt afgesteld door de
lensopening en de sluitertijd die handmatig
worden afgesteld.
: Macrofunctie (P54)
Deze modus geeft u de mogelijkheid een
foto te nemen waarbij u dicht focust op het
onderwerp.
: Bewegende beeldenfunctie (P54)
Deze functie laat het u toe bewegende
beelden met audio op te nemen.
1
2
SCN
SCN
: Scènefunctie 1
SCN
1
: Scènefunctie 2 (P56)
SCN
2
Deze functie laat het u toe opnamen te
maken die afhangen van de
opnamescènes.
Deze functie laat het u ook toe om [SCENE
MENU] (P25) op het [SETUP] menu in te
stellen op [OFF] en de scènefuncties die
vaak gebruikt worden op [] en [] op
de instelknop in te stellen.
Dit is handig omdat u de scènefunctie snel
kunt selecteren en de bediening tot een
minimum kunt brengen.
: Terugspeelfunctie (P44)
Deze functie laat het u toe opgenomen
opnamen terug te spelen.
SCN1SCN
2
29
Het opnemen van opnamen (basis)
∫ Programma AE
De fotocamera stelt automatisch de
sluitertijd en de lensopening in volgens de
helderheid van het onderwerp.
• Voer de opgeladen batterij in. (P13)
• Voer de kaart in. (P14)
• Verwijder de lensdop.
1 1 Zet de fotocamera aan.
2 Stel de instelknop in op
programma AE functie [ ].
3 Schuif de focusschakelaar
naar [AF].
M
S
A
P
1
2
SCN
SCN
OPEN
OFFON
FOCUS
AF
MF
2 Richt de AF zone 1 op het punt
waarop u wilt focussen en druk
vervolgens tot de helft op de
ontspanknop.
1/25F2.8
• A: Druk de ontspanknop tot de helft in
om te focussen.
• De focusaanduiding 2 brandt en
vervolgens verschijnen de lensopening
3 en de sluitertijd 4.
3 Maak een opname.
• De stroomindicator (groen) brandt.
Wanneer deze knippert, is de
resterende batterijstroom laag. Voer
een volledig opgeladen batterij in.
30
1/25F2.8
• B: Druk de ontspanknop geheel in om
de opname te maken.
Wanneer het
onderwerp
niet gefocust
Wanneer het
onderwerp
gefocust is
is
Aanduiding
scherpstelling
AF zoneGaat van wit
Knipperen
(groen)
naar rood
Aan (groen)
Gaat van wit
naar groen
GeluidBeept 4 keer Beept 2 keer
Loading...
+ 86 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.