PANASONIC DMCFX38, DMCFX37 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
Digitale Camera
Model Nr. DMC-FX37/DMC-FX38
Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig door te lezen
alvorens dit apparaat in gebruik te nemen.
QuickTime en het QuickTime-logo zijn merken of geregistreerde merken van Apple Inc. en worden onder licentie gebruikt.
VQT1S12
Geachte Klant,

Voor Gebruik

Wij willen van de gelegenheid gebruik maken u te bedanken voor de aanschaf van deze Panasonic Digitale Fotocamera. Lees deze handleiding met aandacht en bewaar hem binnen handbereik voor toekomstige raadpleging.
Voor Gebruik

Informatie voor Uw Veiligheid

WAARSCHUWING: OM HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF PRODUCTBESCHADIGING TE VERKLEINEN,
STELT U DIT APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN, VOCHT, DRUPPELS OF SPETTERS, EN MAG U GEEN VOORWERPEN WAARIN EEN VLOEISTOF ZIT BOVENOP HET APPARAAT PLAATSEN.
GEBRUIKT U UITSLUITEND DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES.
VERWIJDERT U NIET DE AFDEKKING (OF HET ACHTERPANEEL). ER BEVINDEN ZICH
GEEN ONDERDELEN IN HET APPARAAT DIE DOOR DE GEBRUIKER MOETEN WORDEN ONDERHOUDEN. LAAT ONDERHOUD OVER AAN VAKBEKWAAM ONDERHOUDSPERSONEEL.
Neem zorgvuldig het auteursrecht in acht. Het opnemen van reeds beschreven banden of schijven, of ander gepubliceerd of uitgezonden materiaal, voor andere doeleinden dan persoonlijk gebruik, kunnen een overtreding van het auteursrecht vormen. Zelfs voor privé-gebruik kan het opnemen van bepaald materiaal aan beperkingen onderhevig zijn.
Houdt u er rekening mee dat de huidige bedieningselementen, de onderdelen, de menu-opties enz. van uw Digitale Camera enigszins af kunnen wijken van de illustraties die in deze Handleiding voor Gebruik opgenomen zijn.
SDHC Logo is een handelsmerk.
Microsoft product schermshot(s) herdrukt met toestemming van Microsoft Corporatie.
Andere namen, bedrijfsnamen en productnamen die in deze handleiding voorkomen, zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
HET STOPCONTACT MOET IN DE NABIJHEID VAN HET APPARAAT GEÏNSTALLEERD WORDEN EN MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op onjuiste wijze vervangen wordt. Vervang alleen door een zelfde soort batterij of equivalent, die door de fabrikant aanbevolen worden. Gooi de gebruikte batterijen weg zoals door de fabrikant voorgeschreven wordt.
Waarschuwing
Gevaar voor brand, explosie en vuur. Niet uit elkaar halen, verhitten boven 60 xC of verassen.
Het productidentificatielabel bevindt zich aan de onderkant van de apparaten.
- 2 -
Voor Gebruik
Over de batterijoplader
WAARSCHUWING!
OM EEN GOEDE VENTILATIE TE VERZEKEREN, DIT APPARAAT NIET IN EEN BOEKENKAST, EEN INGEBOUWDE KAST OF EEN ANDERE GESLOTEN RUIMTE INSTALLEREN OF GEBRUIKEN. ZORG ERVOOR DAT DE VENTILATIEWEGEN NIET DOOR GORDIJNEN OF ANDERE MATERIALEN WORDEN AFGESLOTEN, OM GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK OF BRAND TEN GEVOLGE VAN OVERVERHITTING TE VOORKOMEN.
ZORG DAT DE VENTILATIE-OPENINGEN VAN HET APPARAAT NIET GEBLOKKEERD
WORDEN DOOR KRANTEN, TAFELKLEEDJES, GORDIJNEN, OF IETS DERGELIJKS.
ZET GEEN OPEN VUUR, ZOALS BRANDENDE KAARSEN, OP HET APPARAAT.
DOE LEGE BATTERIJEN WEG OP EEN MILIEUVRIENDELIJKE MANIER.
De batterijoplader is in de stand-byconditie wanneer de AC-stroom geleverd wordt.
Het primaire circuit is altijd “onder stroom” zo lang als de batterijoplader aangesloten is op een elektrische uitlaat.
Over het batterijenpakket
Niet verhitten of aan vlam blootstellen.
De batterij(en) niet in een auto laten liggen, blootgesteld aan direct zonlicht gedurende een
lange tijd met deuren en ramen dicht.
- 3 -
Voor Gebruik
Wat u wel en niet met het toestel mag doen
Het toestel niet erg schudden of stoten.
U kunt hiermee de lens of de LCD-monitor beschadigen, problemen met het toestel veroorzaken, of het opnemen onmogelijk maken.
We raden het sterk aan het toestel niet in uw broekzak te laten wanneer u zit
en het ook niet in een volle of te kleine tas te proppen, enz. Dit zou schade aan de LCD-monitor of persoonlijk letsel tot gevolg kunnen hebben.
Wees bijzonder voorzicht op de volgende plaatsen die problemen met
het toestel kunnen veroorzaken.
Plaatsen met veel zand of stof.Plaatsen waar water in het toestel kan komen zoals op een strand of op
plaatsen waar het regent.
De lens en de uitlaten niet aanraken met vuile handen. Ook oppassen
dat er zich geen vloeistoffen, zand en andere er niet toe doende stoffen in de nabijheid van de lens, knopen, enz. bevinden.
Als er zeewaterdruppels op het toestel komen, een droge doek gebruiken om het
toestellichaam voorzichtig af te drogen.
- 4 -
Voor Gebruik
Over condens (Als de lens bedampt is)
Condens doet zich voor wanneer de omgevingstemperatuur of vochtigheid wijzigt zoals hieronder beschreven wordt. Op condens letten omdat het vlekken op de lens, schimmel of storing veroorzaakt.
Als er condens in de camera komt, zet u het toestel uit en laat het ongeveer 2 uur met rust. De
aanslag verdwijnt vanzelf als de camera weer op kamertemperatuur komt.
Lees ook de “Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik”. (P139)
- 5 -

Inhoud

Voor Gebruik
Informatie voor Uw Veiligheid ...................2
Beknopte gebruiksaanwijzingen................8
Standaard accessoires............................10
Namen van de onderdelen......................11
Voorbereiding
Opladen van de Batterij...........................13
Over de batterij (Opladen/Aantal
opnamen)................................................15
Een kaart of batterij in het
toestel doen ............................................17
Over het ingebouwde geheugen/
de kaart ...................................................19
De datum en de tijd instellen
(Klokinstelling).........................................21
• De klokinstelling veranderen.............22
Menu instellen.........................................23
• Menuonderdelen instellen.................24
• Gebruik van het snelle menu ............26
Over het set-up Menu .............................27
Het selecteren van de [OPNAME]
Functie ....................................................33
Basiskennis
Beelden maken m.b.v. de automatische functie (Intelligente Automatische
Functie) ...................................................35
• Scènedetectie ...................................37
• AF-opsporingsfunctie ........................37
• Over de flits.......................................38
• Instellingen in intelligente
automatische functie.........................38
Het maken van beelden met uw favoriete instellingen (Normale
beeldfunctie)............................................39
• Het focussen .....................................40
• Wanneer er niet op het onderwerp scherpgesteld is (zoals wanneer deze zich niet in het midden van de samenstelling van het beeld
dat u wilt makenbevindt) ...................40
• Golfstoring (camerabeweging)..........41
• Richtingfunctie ..................................41
Beelden maken met de zoom .................42
• Gebruik van de Optische Zoom/ Gebruik van de Extra Optische Zoom (EZ)/Gebruik van de Digitale
Zoom.................................................42
Beelden terugspelen
([NORMAAL AFSP.])...............................44
• Meervoudige schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen).................45
• De terugspeelzoom gebruiken ..........46
• Schakelen van de [AFSPELEN]
functie ...............................................46
Beelden wissen .......................................47
• Om een enkele opname uit
te wissen...........................................47
• Om meerdere beelden (tot 50) te
wissen of alle beelden te wissen.......47
Gevorderd (Opname van beelden)
Over de LCD-monitor ..............................49
Beelden maken met de ingebouwde
flits...........................................................51
• Naar de geschikte flitsinstelling
schakelen..........................................51
Close-up’s maken....................................56
Opnamen maken met de
zelfontspanner.........................................57
Belichtingscompensatie...........................58
Beelden maken met Auto Bracket...........59
Beelden maken die met de scène die opgenomen wordt overeenkomen
(Scènefunctie) .........................................60
• [PORTRET] .......................................61
• [GAVE HUID] ....................................61
• [TRANSFORMEREN] .......................61
• [ZELFPORTRET] ..............................62
• [LANDSCHAP] ..................................62
• [SPORT]............................................62
• [NACHTPORTRET]...........................63
• [NACHTL. SCHAP] ...........................63
• [VOEDSEL] .......................................63
• [PARTY] ............................................64
• [KAARSLICHT]..................................64
• [BABY1]/[BABY2] ..............................65
• [HUISDIER] .......................................66
• [ZONSONDERG.] .............................66
• [H. GEVOELIGH.] .............................66
• [HI-SPEED BURST] ..........................67
• [FLITS-BURST] .................................68
• [STERRENHEMEL]...........................69
• [VUURWERK] ...................................69
• [STRAND] .........................................70
• [SNEEUW] ........................................70
• [LUCHTFOTO] ..................................70
- 6 -
• [SPELDENPRIK]...............................71
• [ZANDSTRAAL] ................................71
• [ONDER WATER] .............................72
Bewegende beelden ...............................73
Nuttige functies op
reisbestemmingen...................................76
• De dag van uw vakantie opslaan
waarop u de foto maakt ....................76
• Opnamedata/Tijden op Overzeese
Reisbestemmingen (Wereldtijd)........79
Het functiemenu [OPNAME]
gebruiken ................................................81
• [FOTO RES.].....................................81
• [KWALITEIT] .....................................82
• [ASPECTRATIO]...............................83
• [SLIMME ISO] ...................................83
• [GEVOELIGHEID].............................84
• [WITBALANS] ...................................85
• [AF MODE]........................................87
• [QUICK AF] .......................................89
• [BURSTFUNCTIE] ............................90
• [I.EXPOSURE] .................................. 91
• [DIG. ZOOM].....................................91
• [KLEURFUNCTIE] ............................92
• [STABILISATIE] ................................93
• [KORTE SLUITERT.] ........................93
• [AUDIO OPNAME] ............................94
• [AF ASS. LAMP] ...............................94
• [KLOKINST.] .....................................94
Het maken en bekijken van
clipboardbeelden (Clipboardfunctie) .......95
• Het maken van clipboardbeelden .....95
• Clipboardbeelden bekijken................97
Gevorderd (Terugspelen)
Beeld in Opeenvolging Afspelen
(Diavoorstelling) ....................................100
Beelden Selecteren en deze Afspelen ([CATEGOR. AFSP.]/
[FAVORIET AFSP.]) ..............................103
• [CATEGOR. AFSP.]........................103
• [FAVORIET AFSP.].........................104
Bewegende beelden terugspelen/
Beelden met geluid ...............................105
• Bewegende beelden .......................105
• Beelden met geluid .........................105
Stilstaande beelden maken van
een filmpje............................................. 106
Het functiemenu [AFSPELEN]
gebruiken ..............................................108
• [KALENDER]...................................108
• [TITEL BEW.] ..................................109
• [TEKST AFDR.]...............................111
• [NW. RS.] De beeldgrootte
(aantal pixels) reduceren ................113
• [BIJSNIJD.]......................................114
• [NIV. BEPALEN]..............................115
• [ASPECT CONV.] ...........................116
• [ROTEREN]/[LCD ROTEREN]........117
• [FAVORIETEN] ...............................118
• [DPOF PRINT] ................................119
• [BEVEILIGEN].................................121
• [AUDIO DUB.] .................................122
• [KOPIE] ...........................................123
Aansluiten op andere apparatuur
Aansluiting op de PC.............................124
Beelden afdrukken ................................127
• Een beeld kiezen en uitprinten........128
• Meerdere beelden kiezen
en uitprinten ....................................129
• Printinstellingen...............................130
Beelden terugspelen op een
TV-scherm.............................................133
• Opnamen terugspelen met de
AV-kabel (bijgeleverd).....................133
• Opnamen terugspelen op een TV met een slot voor een
SD-geheugenkaart..........................134
• Afspelen op de TV met
component aansluiting....................135
Overige
Schermdisplay.......................................136
Voorzorgsmaatregelen
bij het gebruik........................................139
Waarschuwingen op het scherm ...........143
Functies die niet ingesteld kunnen worden of niet zullen werken onder
bepaalde omstandigheden....................146
Problemen oplossen..............................149
Aantal mogelijke beelden en
beschikbare opnametijd ........................158
Specificaties ..........................................162
- 7 -
Voor Gebruik
Voor Gebruik

Beknopte gebruiksaanwijzingen

Dit is een beknopt overzicht van hoe u opnamen opneemt en terugspeelt met het toestel. Bij elke stap controleert u de pagina’s waarnaar verwezen wordt en die tussen haakjes staan.
De batterij opladen. (P13)
1
De batterij wordt niet opgeladen voor
de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
Doe de batterij en de kaart in het
2
toestel. (P17)
Als u geen kaart gebruikt, kunt u
opnamen opnemen of terugspelen met het ingebouwde geheugen (P19). P20 raadplegen als u een kaart gebruikt.
plug-in-type
inlaattype
Zet het toestel aan om opnamen te
3
maken.
1 Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!].
2 Druk de ontspanknop in om opnamen
te maken. (P35)
ONOFF
- 8 -
Speel de opnamen terug af.
4
1 Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [(].
2 Kies de opname die u wil bekijken.
(P44)
Voor Gebruik
- 9 -
Voor Gebruik

Standaard accessoires

Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt. 1 Batterijpakket
(In de tekst wordt deze aangeduid als batterij) De batterij opladen voor gebruik.
2 Batterijoplader
(In de tekst wordt deze aangeduid als oplader)
3 AC-Kabel 4 USB-kabel 5 AV-Kabel 6 CD-ROM
Software: Gebruik om de software te installeren op uw PC.
7 CD-ROM
Gebruiksaanwijzing
8 Draagriem 9 Batterijhouder
De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied waar u de camera hebt gekocht.
Worden de SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de MultiMediaCard aangeduid als
kaart in de tekst.
De kaart is optioneel.
U kunt beelden maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart gebruikt.
Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u meegeleverde accessoires
verliest. (U kunt de accessoires apart aanschaffen.)
- 10 -
Voor Gebruik
1049

Namen van de onderdelen

1Flits (P51) 2 Lens (P5, 140) 3 Zelfontspannerlampje (P57)
AF-lamp (P94)
4 LCD-monitor (P49, 136) 5 Statuslampje (P18, 29, 35) 6 [MENU/SET] knop (P21) 7 [DISPLAY] knop (P49) 8[Q.MENU] (P26)/Wisknop (P47) 9 [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar (P23)
12 3
5786
10 Cursorknoppen
A: 3/Belichtingscompensatie (P58)/
Auto bracket (P59)/Fijne afstelling witbalans (P86)
B: 4/Macrofunctie (P56)
AF-opsporing (P37, 89)
C: 2/Zelfontspannerknop (P57) D: 1/Flitsinstelknop (P51)
In deze handleiding, worden de cursorknoppen beschreven als afgebeeld in de figuur hieronder of beschreven met 3/4/2/1. bijv.: Wanneer u op de 4 (neer) knopdrukt
of Op 4 drukken
- 11 -
Voor Gebruik
11 Toestel AAN/UIT (P21) 12 Zoomhendeltje (P42) 13 Speaker (P105) 14 Microfoon (P73, 94, 122) 15 Ontspanknop (P35, 73) 16 Instelknop (P33)
111312
14 15 16
17 Lusje voor draagriem
Zorg ervoor de riem te bevestigen wanneer u het toestel gebruikt om er zeker van te zijn dat u het niet laat vallen.
18 Objectiefcilinder 19 [COMPONENT OUT] aansluiting (P135) 20 [AV OUT/DIGITAL] aansluiting (P124,
127, 133)
21 [DC IN] aansluiting (P124, 127)
Gebruik altijd een originele Panasonic AC-adapter (optioneel).
Dit toestel kan de batterij niet opladen zelfs wanneer de AC-adapter (optioneel) eraan
verbonden is.
22 Statiefbevestiging
Zet het statief goed vast als u het toestel erop bevestigt.
23 Kaart/Batterijklep (P17) 24 Vrijgavehendeltje (P17)
22 23
24
17
18 19 20 21
- 12 -

Voorbereiding

Voorber eidin g

Opladen van de Batterij

Gebruik hiervoor de oplader.
De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
Laad de batterij op met de oplader.
Laad de batterij op bij in een temperatuur tussen 10 oC en 35 oC. (Dit moet ook de temperatuur
van de batterij zelf zijn.)
Steek de batterij in de goede
1
richting.
plug-in-type
Steek de stekker van de oplader
2
in het stopcontact.
De AC-kabel gaat niet helemaal in de
AC-aansluiting. Er blijft een stukje over zoals op de afbeelding.
Het laden start als het lampje
[CHARGE] A groen oplicht.
Het laden is gedaan als het lampje
[CHARGE] A uitgaat (na ongeveer 120 min maximum).
inlaattype
Maak de batterij los als deze
3
opgeladen is.
- 13 -
Voorbereiding
Als het [CHARGE] lampje knippert
De batterij is te heet of te koud. Het zal langer duren dan normaal om de batterij op te laden. Het kan ook zijn dat de batterij niet helemaal opgeladen wordt.
De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge doek.
Aantekening
Als u hebt opgeladen, trekt u de stekker uit het stopcontact.
De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt
warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt.
De batterij kan weer opgalden worden ook wanneer deze nog niet helemaal leeg is, maar het is
niet aan te raden dat de batterij vaak even bijgeladen wordt terwijl de batterij vrijwel helemaal opgeladen is. (De batterij heeft eigenschappen die zijn werkingsduur zullen reduceren en de batterij zullen doen opzwellen.)
Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen
is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de
stroomplug. Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen worden door kortsluiting of de eruit voortkomende hitte.
- 14 -
Voorbereiding

Over de batterij (Opladen/Aantal opnamen)

Batterijaanduiding
De batterijaanduiding verschijnt op de LCD-monitor. [Deze verschijnt niet wanneer u de camera gebruikt met de AC-adapter (optioneel).]
De aanduiding wordt rood en knippert als de resterende batterijstroom op is. (De statusindicator knippert als de LCD-monitor uit gaat.) Laad de batterij opnieuw op of vervang deze met een volle batterij.
Levensduur van de batterij
Aantal beelden Ongeveer 310 opnamen
opnametijd Ongeveer 150 min.
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
Temperatuur: 23 oC/Vochtigheid: 50% wanneer de LCD-monitor aan staat.
Met een Panasonic SD-geheugenkaart (32 MB).
De geleverde batterij gebruiken.
Opnemen begint 30 seconden nadat de fotocamera aangezet is. (Als de optische
beeldstabilisator ingesteld is op [AUTO].)
Om de 30 seconden opnemen, met volle flits om het tweede beeld.
Het zoomhendeltje van Tele naar Breed of andersom zetten bij elke opname.
Het toestel om de 10 opnamen uitzetten. Het toestel niet gebruiken totdat de batterijen
afgekoeld zijn.
¢ Het aantal opneembare beeelden neemt af in Auto Power LCD-functie en Power
LCD-functie. (P28)
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd tussen de opnamen. Als de pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal opnamen af. [bijv. Als u om de 2 minuten opnamen maakt, neemt het aantal mogelijke opnamen af tot ongeveer 77.]
Volgens CIPA-standaard in normale
beeldfunctie
¢
- 15 -
Voorbereiding
Ter ugsp eelt ijd Ongeveer 400 min.
Het aantal opnamen en de terugspeeltijd zal variëren afhankelijk van de
werkingsomstandigheden en opslagcondities van de batterij.
Opladen
Oplaadtijd Ongeveer 120 min maximum
Oplaadtijd en aantal mogelijke beelden met het optionele batterijpakket zijn dezelfde als hierboven. De opnametijd zal enigszins variëren afhankelijk van de status van de batterij en de omstandigheden in de oplaadomgeving. Wanneer het opladen met succes voltooid is, gaat de [CHARGE] indicator uit.
Aantekening
De batterij kan uitzetten en minder lang werken naarmate u deze vaker oplaadt. Voor een lang meegaande batterij raden wij aan deze niet te vaak op te laden als de batterij nog niet helemaal leeg is.
De prestatie van de batterij kan tijdelijk verminderen en de bedrijfstijd kan korter worden bij
lagere temperaturen (b.v. skiën/snowboarden).
- 16 -
Voorbereiding

Een kaart of batterij in het toestel doen

Controleer of het toestel uit staat.
We raden een kaart van Panasonic aan.
Zet de vrijgavehendeltje in de richting
1
van de pijl en open de batterij/kaartklep.
Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken.
Als u andere batterijen gebruikt, garanderen wij
de kwaliteit van dit product niet.
Batterij: Zet deze er helemaal in en let op
2
de richting waarin u deze erin doet. Trek de hendel A in de richting van de pijl om de batterij te verwijderen.
Kaart: Druk deze helemaal door totdat deze klikt en let op de richting waarin u deze erin doet. Om de kaart te verwijderen, de kaart helemaal doorduwen totdat deze klikt, trek deze er vervolgens rechtop uit.
B: De verbindingsuiteinden van de kaart niet
aanraken.
De kaart kan beschadigd worden als deze niet goed in het toestel zit.
1:Sluit de kaart/batterijklep.
3
2:Zet de vrijgavehendeltje in de richting
van de pijl.
Als u de kaart/batterijklep niet helemaal kunt
sluiten, haalt u de kaart eruit en steekt u deze er weer in.
- 17 -
Voorbereiding
Aantekening
Haal de batterij uit het toestel na gebruik. De batterij opslaan in de batterijhouder (bijgeleverd).
De batterij niet verwijderen totdat de LCD-monitor en het statuslampje (groen) uit zijn gegaan
omdat anders de instellingen verkeerd opgeslagen kunnen worden.
De geleverde batterij is alleen bedoeld voor dit toestel. Gebruik de batterij niet voor andere
apparatuur.
Voordat u de kaart of de batterij verwijdert, het toestel uitzetten en wachten totdat de
statusindicator helemaal uitgegaan is. (Anders zou dit apparaat niet meer normaal kunnen werken en zou de kaart zelf beschadigd kunnen raken of zouden de opgenomen beelden verloren kunnen gaan.)
- 18 -
Voorbereiding

Over het ingebouwde geheugen/de kaart

De volgende operaties kunnen uitgevoerd worden m.b.v. dit apparaat.
Wanneer er geen kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen worden in het ingebouwde geheugen en teruggespeeld worden.
Wanneer er wel een kaart inzit: Kunnen beelden opgenomen
worden op de kaart en teruggespeeld worden.
Clipboardbeelden (P95) worden opgeslagen op het ingebouwde
geheugen zelfs als de kaart erin zit.
Als u het ingebouwde geheugen gebruikt
k>ð (toegangsaanduiding¢)
Als u de kaart gebruikt
(toegangaanduiding¢)
¢ De kaartaanduiding wordt rood als er beelden met het ingebouwde geheugen (of de kaart)
worden gemaakt.
Ingebouwd geheugen
Geheugengrootte: Ongeveer 50 MB
Op te nemen bewegende beelden: Alleen QVGA (320k240 pixels)
Het ingebouwde geheugen kan worden gebruikt als tijdelijke opslagruimte als de kaart vol
raakt.
U kunt uw beelden opslaan op een kaart. (P123)
De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een
kaart.
- 19 -
Voorbereiding
Kaart
De volgende soorten kaarten kunnen met dit apparaat gebruikt worden. (Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.)
Soort kaart Eigenschappen
SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB)
(Geformatteerd m.b.v. het FAT12 of FAT16 formaat in overeenstemming met de SD-standaard)
SDHC-geheugenkaart (4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB)
(Geformatteerd m.b.v. het FAT32 formaat in overeenstemming met de SD-standaard)
MultiMediaCard Alleen stilstaande beelden.
¢ De SDHC-geheugenkaart is een geheugenkaartstandaard die bepaald is door de
SD-associatie in 2006 voor hoog vermogen-geheugenkaarten die meer dan 2 GB kunnen bevatten.
¢ U kunt een SDHC-geheugenkaart gebruiken in toestellen die compatibel zijn met
SDHC-geheugenkaarten maar u kunt geen SDHC-geheugenkaart gebruiken in toestellen die alleen compatibel zijn met SD-geheugenkaarten. (Lees altijd de gebruiksaanwijzing voordat u het toestel gebruikt.)
U kunt alleen kaarten gebruiken met SDHC-logo (die overeenstemming aangeeft met
SD-standaard) als u kaarten gebruikt met 4 GB of groter vermogen.
¢
Snelle opname en grote schrijfsnelheid
Schrijfbescherming-schakelaar A
voorzien (Wanneer deze schakelaar op de [LOCK] positie staat, is er geen verdere gegevens schrijven, wissen of formattering mogelijk. Het vermogen gegevens te schrijven, te wissen en te formatteren wordt hersteld wanneer de schakelaar teruggezet wordt naar zijn originele positie.)
A
2
Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze site is alleen in het Engels.)
Aantekening
Zet dit apparaat niet uit, verwijder de batterij of kaart ervan niet en koppel de AC-adapter (optioneel) niet los wanneer de toegangsaanduiding brandt [wanneer beelden gelezen of gewist worden of het ingebouwde geheugen of de kaart geformatteerd wordt (P32)]. Verder het toestel niet blootstellen aan vibraties of stoten. De kaart of de gegevens op de kaart zouden beschadigd kunnen raken en dit apparaat zou niet langer normaal kunnen werken.
De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken of verloren
gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat het toestel of de kaart stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op een PC enz. op te slaan.
Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het
toestel zelf zodat er niets kan mislopen. (P32)
Houd de geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze de kaart
inslikken.
- 20 -
Voorbereiding

De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)

De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt.
Zet het toestel aan.
1
A [MENU/SET] knop B Cursorknoppen
Op [MENU/SET] drukken.
2
Druk op 3/4 om de taal te selecteren en druk op [MENU/SET].
3
Het [AUB KLOK INSTELLEN] bericht verschijnt. (Dit bericht verschijnt niet in
[AFSPELEN] functie.)
Op [MENU/SET] drukken.
4
ONOFF
MENU
/SET
Op 2/1 drukken om de items (jaar, maand,
5
dag, uur, minuut, displayvolgorde afbeelden of formaat tijddisplay) te selecteren en dan op 3/4 drukken om in te stellen.
A: De tijd in uw woongebied B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied (P79)
:Annuleren zonder de klok in te stellen.
Selecteer ofwel [24UURS] of [AM/PM] voor het formaat van de tijddisplay.
AM/PM wordt afgebeeld wanneer [AM/PM] geselecteerd is.
Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
6
Na het voltooien van de klokinstellingen, het toestel uitzetten. Zet het toestel vervolgens
weer aan, schakel naar opnamefunctie, en controleer dat de display de instellingen weergeeft die uitgevoerd zijn.
Wanneer [MENU/SET] ingedrukt is om de instellingen te voltooien zonder dat de klok
ingesteld moet worden, de klok correct instellen door de De klokinstelling veranderen procedure hieronder te volgen.
: :
- 21 -
Voorbereiding

De klokinstelling veranderen

Selecteer [KLOKINST.] in het [OPNAME] of [SET-UP] menu, en druk op 1. (P24)
Deze kan veranderd worden in stappen 5 en 6 om de klok in te stellen.
De klokinstelling wordt behouden gedurende 3 maanden m.b.v. de ingebouwde
klokbatterij zelfs zonder de batterij. (De opgeladen batterij in het apparaat laten gedurende 24 uur om de ingebouwde batterij op te laden.)
Aantekening
De klok wordt afgebeeld wanneer [DISPLAY] verschillende keren ingedrukt wordt tijdens opname.
U kunt het jaar instellen van 2000 tot 2099.
Als de klok niet is ingesteld, wordt niet de juiste datum afgedrukt als u de datumafdruk op de
beelden instelt met [TEKST AFDR.] (P111) of de beelden laat afdrukken door een fotograaf.
Als de klok wel is ingesteld, kan de juiste datum worden afgedrukt, zelfs als de datum niet op
het scherm van de camera wordt weergegeven.
- 22 -
Voorbereiding

Menu instellen

Het toestel wordt geleverd met menu’s die u de mogelijkheid bieden instellingen te maken voor het maken van beelden en deze terug te spelen precies zoals u wilt en menu’s die u de mogelijkheid bieden meer plezier te hebben met het toestel en deze met groter gemak te gebruiken. In het bijzonder, bevat het [SET-UP] menu belangrijke instellingen met betrekking tot de klok en de stroom van het toestel. Controleer de instellingen van dit menu voordat u overgaat tot het gebruik van het toestel.
[MODE] afspelen functiemenu
(P44, 100 op 104)
Dit menu laat u de
instelling selecteren van de afspeelmethodes zoals afspelen of diavoorstelling van alleen de beelden die ingesteld zijn als [FAVORIETEN].
( [AFSPELEN] functiemenu (P108 op 123) ! [OPNAME] functiemenu (P81 tot 94)
Dit menu laat u
draaiingen, beschermingen, bewerkingen of DPOF-instellingen,
enz. van de
opgenomen beelden maken.
A [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
Dit menu lat u de
kleuring, gevoeligheid, aspectratio, aantal pixels en andere aspecten instellen van de beelden die u aan het opnemen bent.
[SET-UP] menu (P27 tot 32)
Dit menu laat u de klokinstellingen uitvoeren, de werkingspieptoon
selecteren en anderen instellingen instellen die het gemakkelijker voor u maken om het toestel te hanteren.
Het [SET-UP] menu kan ingesteld worden vanaf de
[OPNAMEFUNCTIE] of [AFSPEELFUNCTIE] stand.
Functies die niet ingesteld kunnen worden of niet zullen werken onder bepaalde
omstandigheden
Afhankelijk van de specificaties van het toestel, zou het niet mogelijk kunnen zijn bepaalde functies in te stellen of zouden sommige functies niet kunnen werken onder bepaalde omstandigheden waarin het toestel gebruikt wordt. Voor details, verwijzen naar P146.
- 23 -
Voorbereiding

Menuonderdelen instellen

Deze sectie beschrijft hoe de instellingen van de normale beeldfunctie te selecteren en dezelfde instelling vervolgens gebruikt kan worden voor het [AFSPELEN] menu en het [SET-UP] menu. Voorbeeld: Instelling [AF MODE] vanaf [
Ø] naar [š] in de normale beeldfunctie
Zet het toestel aan.
1
A [MENU/SET] knop B [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar C Instelknop
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
2
keuzeschakelaar naar [!].
Wanneer u de [AFSPELEN] functiemenu-instellingen
selecteert, de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar [(] zetten en verdergaan naar stap 4.
Stel de functieknop in op [·].
3
Druk op [MENU/SET] om het menu af te
4
beelden.
U kunt ook naar de menuschermen overschakelen in
een menu-onderdeel door het zoomhendeltje te verplaatsen.
ONOFF
MENU
/SET
- 24 -
Voorbereiding
Overschakelen naar het [SET-UP] menu
Op 2 drukken.
1
Druk op 4 om het [SET-UP]
2
menupictogram [ ] te kiezen.
Op 1 drukken.
3
Kies een menuonderdeel en stel het in.
Op 3/4 drukken om [AF MODE] te kiezen.
5
Selecteer het item helemaal onderaan en druk op 4
om naar het tweede scherm te gaan.
Op 1 drukken.
6
Afhankelijk van het item, zou de instelling ervan niet
kunnen verschijnen of zou het op een andere wijze afgebeeld kunnen worden.
Op 3/4 drukken om [š] te kiezen.
7
Druk op [MENU/SET] om in te stellen.
8
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
9
- 25 -
MENU
/SET
Voorbereiding

Gebruik van het snelle menu

M.b.v. het snelle menu, kunnen sommige menu-instellingen gemakkelijk gevonden worden.
Sommige menu-items kunnen niet ingesteld worden door de functies.
Wanneer [DISPLAY] ingedrukt wordt terwijl [STABILISATIE] (P93) geselecteerd is, kan
[JITTER, DEMO BEW. ONDW.] afgebeeld worden.
Druk op [Q.MENU] en houd dit ingedrukt
1
tijdens het opnemen.
Q.MENU
Druk op 3/4/2/1 om het menuonderdeel te
2
kiezen en de instelling en druk dan op [MENU/SET] om het menu te sluiten.
A De in te stellen items en de instellingen worden
afgebeeld.
A
- 26 -
Voorbereiding
Voer deze instellingen uit indien nodig.

Over het set-up Menu

[KLOKINST.], [BESPARING] en [AUTO REVIEW] zijn belangrijke items. Controleer de instellingen ervan voordat u ze gebruikt.
In de Intelligente automatische functie, kunnen alleen [KLOKINST.], [WERELDTIJD], [REISDATUM], [TOON] en [TAAL] ingesteld worden.
Voor details over hoe de [SET-UP] menu-instellingen geselecteerd moeten worden,
P24 raadplegen.
U [KLOKINST.]
Raadpleeg P21 voor details.
De datum en de tijd instellen.
De tijd in uw woongebied en reisbestemming instellen.
[BESTEMMING]:
[WERELDTIJD]
U reisbestemming
[HOME]:
Uw woongebied
Raadpleeg P79 voor details. De vertrekdatum en terugkeerdatum van uw reis instellen.
[REISDATUM]
[REIS-SETUP] [OFF]/[SET]
[LOCATIE] [OFF]/[SET]
Raadpleeg P76 voor details. Hiermee stelt u de pieptoon en sluitertoon in.
[SHUTTER VOL.]: [ ] (Geluid uit) [] (Laag) [] (Hoge)
[SHUTTER TOON]:
1 2 3
[]/[]/[]
r [TOON]
u [VOLUME]
r [TOONNIVEAU]:
[s] (Geluid uit) [t] (Laag) [u] (Hoge)
[PIEPTOON]:
1 2 3
[]/[]/[]
Stel het volume af van de luidspreker op één van de 7 niveaus.
Als u de camera aansluit op een TV wijzigt dit het volume van de TV-speakers niet.
[LCD SCHERM]
De helderheid van de LCD-monitor in 7 stappen aanpassen.
- 27 -
Voorbereiding
Deze menu-instellingen maken het gemakkelijker om de LCD-monitor te zien wanneer u op heldere plekken bent.
[OFF]
[LCD MODE]
LCD
[AUTO POWER LCD]:
De helderheid wordt automatisch aangepast afhankelijk van hoe helder het om het toestel heen is.
[SPANNING LCD]:
De LCD-monitor wordt helderder en gemakkelijker zichtbaar tijdens het opnemen ook buiten.
De helderheid van de beelden die afgebeeld worden op de LCD-monitor neemt toe zodat
sommige onderwerpen anders eruit zouden kunnen zien dan in werkelijkheid op de LCD-monitor. Dit beïnvloedt echter niet de opgenomen beelden.
De LCD-monitor wordt weer normaal helder na 30 seconden als u opneemt met de
LCD-versterkingsfunctie. Druk op een willekeurige knop om de LCD-monitor weer helder te maken.
Als het scherm moeilijk te zien is vanwege zonlicht enz. dat erop schijnt, uw hand of een ander
voorwerp gebruiken om het licht te blokkeren.
Het aantal opneembare beeelden neemt af in Auto Power LCD-functie en Power LCD-functie.
Stel het patroon in van de richtlijnen die afgebeeld worden wanneer u beelden maakt. U kunt ook instellen of u de
[RICHTLIJNEN]
beeldinformatie wel of niet afgebeeld wilt hebben wanneer de richtlijnen afgebeeld worden. (P49)
[OPNAME INFO.]: [OFF]/[ON]
[PATROON]: []/[]
De [PATROON] instelling is vastgesteld op [ ] in de intelligente automatische functie en het
clipboardfunctie.
- 28 -
Voorbereiding
Dit biedt u de mogelijkheid om het histogram wel of niet af te
[HISTOGRAM]
beelden. (P50)
[OFF]/[ON]
U kunt de levensduur van de batterij conserveren door deze menu’s in te stellen. Deze zal bovendien de LCD-monitor automatisch uitschakelen wanneer deze niet in gebruik is om het ontladen van de batterij te voorkomen.
p [BATT. BESP.]:
q [BESPARING]
Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld als het toestel niet gebruikt wordt gedurende een op de instelling geselecteerde tijdsperiode.
[OFF]/[2MIN.]/[5MIN.]/[10MIN.]
[AUTO LCD UIT]:
De LCD-monitor wordt automatisch uitgeschakeld als het toestel niet gebruikt wordt gedurende de op de instelling geselecteerd tijd.
[OFF]/[15SEC.]/[30SEC.]
De ontspanknop tot de helft indrukken of het toestel uit- en aanzetten om de [BATT. BESP.] te
annuleren.
[BATT. BESP.] is ingesteld op [5MIN.] in de intelligente automatische functie en het
clipboardfunctie.
[BATT. BESP.] is vastgesteld op [2MIN.] wanneer [AUTO LCD UIT] ingesteld is op [15SEC.] of
[30SEC.].
De statusindicator licht op als de LCD-monitor uit wordt gezet. Druk op een willekeurige knop
om de LCD-monitor weer aan te zetten.
[AUTO LCD UIT] werkt niet terwijl u het menu of de terugspeelzoom hanteert.
- 29 -
Voorbereiding
Stel in hoeveel tijd na de opname het beeld op het scherm verschijnt.
[OFF] [1SEC.]
o [AUTO REVIEW]
[2SEC.] [HOLD]: De beelden worden afgebeeld totdat erop een
willekeurige knop gedrukt wordt.
[ZOOM]: De opname verschijnt 1 seconde, wordt dan
uitvergroot tot 4k en verschijnt nogmaals 1 seconde.
De automatische overzichtsfunctie wordt geactiveerd ongeacht de instelling ervan wanneer u
auto bracket (P59), [HI-SPEED BURST] (P67) en [FLITS-BURST] (P68) in scènefunctie, burst-functie (P90) gebruikt en wanneer u stilstaande beelden opneemt met geluid (P94). (De beelden kunnen niet vergroot worden.)
In intelligente automatische functie, is de automatische overzichtsfunctie vastgesteld op
[2SEC.].
v [NR. RESET]
Het mapnummer wordt bijgewerkt en het bestandnummer vertrekt vanaf 0001. (P126)
U kunt een mapnummer tussen 100 en 999 toewijzen.
Wanneer u het mapnummer 999 bereikt, kunt u niet verder instellen. Wij raden aan de kaart
(P32) te formatteren nadat u de gegevens op een PC of ergens anders opgeslagen hebt.
Om het mapnummer opnieuw op 100 te zetten, het ingebouwde geheugen of de kaart eerst
formatteren en vervolgens deze functie gebruiken om het bestandsnummer opnieuw in te stellen. Er verschijnt een resetscherm voor het mapnummer. [JA] kiezen om het mapnummer opnieuw in te stellen.
w [RESETTEN]
Wanneer de [RESETTEN] instelling geselecteerd is tijdens opname, wordt tegelijk ook de
operatie die de lens terugzet uitgevoerd. U zult het geluid hoeren van de lens die beweegt maar dit is normaal en duidt niet op slechte werking.
Wanneer [SET-UP] menu-instellingen opnieuw ingesteld worden, worden de volgende
instellingen ook opnieuw ingesteld. Verder wordt [LCD ROTEREN] (P117) ingesteld op [ON], en wordt [FAVORIETEN] (P118) ingesteld op [OFF] in het [AFSPELEN] functiemenu.
De verjaardag- en naam instellingen voor [BABY1]/[BABY2] (P65) en [HUISDIER] (P66) in
scènefunctie.
De instellingen van [REISDATUM] (P76) (vertrekdatum, terugkomstdatum, locatie)De instelling voor [WERELDTIJD] (P79).
Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
Reset het bestandnummer van de volgende opname op 0001.
De [OPNAME] of [SET-UP] menu-instellingen worden weer teruggezet naar de begininstellingen.
- 30 -
Loading...
+ 134 hidden pages