PANASONIC DMCFS42, DMCFS4 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
voor geavanceerde kenmerken
Digitale Fotocamera
Model Nr.
DMC-FS42
DMC-FS4
Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig
door te lezen alvorens dit apparaat in
gebruik te nemen.
VQT2B80-1

Vóór gebruik

- 2 -
Geachte Klant,
Wij willen van de gelegenheid gebruik maken u te bedanken voor de aanschaf van deze Panasonic digitale fotocamera. Leest u deze handleiding met aandacht en bewaar hem binnen handbereik voor toekomstige raadpleging.
Vóór gebruik

Informatie voor uw veiligheid

Neemt u zorgvuldig het auteursrecht in acht. Het opnemen van voorgeregistreerde banden of schijven, of ander gepubliceerd of uitgezonden materiaal, voor andere doeleinden dan persoonlijk gebruik, kunnen een overtreding van het auteursrecht zijn. Zelfs voor privé-gebruik kan het opnemen van bepaald materiaal aan beperkingen onderhevig zijn.
• Houd u er rekening mee dat de huidige bedieningselementen, de onderdelen, de menuopties enz. van uw digitale camera enigszins af kunnen wijken van de illustraties die in deze handleiding opgenomen zijn.
• SDHC Logo is een handelsmerk.
• De schermafbeeldingen van Microsoft-producten zijn afgebeeld met toestemming van Microsoft Corporation.
• Andere namen, bedrijfsnamen en productnamen die in deze handleiding voorkomen, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
- 3 -
Vóór gebruik
- 4 -
Zorgvuldig omgaan met de camera
• Schud niet met de camera en stoot niet tegen de camera. Laat deze ook niet vallen enzovoort.
De camera kan dan storingen vertonen, het is dan misschien niet langer mogelijk foto’s
te maken of de lens of het LCD-scherm kan beschadigd raken.
• We raden u aan de camera niet in uw broekzak te laten als u gaat zitten en deze ook niet in een volle of strakke tas te steken enzovoort.
Dit kan tot schade aan het LCD-scherm of tot persoonlijk letsel leiden.
• Wees vooral voorzichtig op de volgende plaatsen, want daar kunnen storingen aan de camera ontstaan.
– Plaatsen met veel zand of stof. – Plaatsen waar deze camera in aanraking kan komen met water, zoals op een
regenachtige dag of op het strand.
• Raak de lens of de lensbevestigingen niet met vuile handen aan. Zorg er ook voor dat er geen vloeistoffen, zand of andere verontreinigingen in de ruimte rond de lens, knoppen enzovoort kunnen komen.
• Als er water of zeewater op de camera spat, veeg de behuizing van de camera dan zorgvuldig af met een droge doek.
Over condensatie (wanneer de lens beslagen is)
• Condens kan zich voordoen wanneer de omgevingstemperatuur of de vochtigheid verandert. Pas op voor condensatie, aangezien dit vlekken op de lens, schimmel of storingen veroorzaakt.
• In geval van condensatie schakelt u de camera uit en wacht u ongeveer 2 uur. Wanneer het toestel de omgevingstemperatuur nadert, verdwijnt het vocht vanzelf.
Lees ook de “Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik” door. (P110)
Afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing
• Het uiterlijk van het product, de afbeelding of het menuscherm wijkt lichtjes af van het eigenlijke gebruikte.
• De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing tonen de DMC-FS4.
Vóór gebruik

Inhoud

Vóór gebruik
Informatie voor uw veiligheid .................... 3
Beknopte handleiding ............................... 7
Standaardaccessoires .............................. 8
Namen van de onderdelen ....................... 9
Voorbereiding
De batterij opladen ................................. 11
Informatie over de batterij (opladen/
aantal mogelijke opnamen) .............. 13
Batterij/kaart (optioneel) plaatsen/
verwijderen ......................................... 14
Het ingebouwde geheugen/de kaart ...... 16
Datum/tijd instellen (klok instellen) ......... 18
Instelling van modi en bediening van
menu’s ................................................ 20
Overschakelen naar een andere
modus .............................................. 20
Gebruik van de menu’s .................... 21
Het snelmenu gebruiken .................. 24
Het menu [SET-UP] ................................ 25
Basisbediening
Fotograferen met de automatische
functie (Automatische scènemode) .... 28
Scènedetectie .................................. 30
De itser ........................................... 31
• Instellingen in de automatische
scènemode ....................................... 31
Fotograferen met uw favoriete
instellingen (normale fotomodus) ........ 32
Scherpstellen ................................... 33
• Wanneer het onderwerp niet
• scherp is (zoals wanneer het zich niet in het midden van de compositie bevindt van de foto
die u wilt maken) .............................. 33
Jitter (cameratrilling) voorkomen ...... 34
Foto’s maken met de zoomlens .............. 35
Optische zoom/extra optische zoom
(EZ)/digitale zoom gebruiken ........... 35
Weergeven van foto's (Normale
weergavemodus) ................................ 37
Meerdere schermen weergeven
(Multi-Afspelen) ................................ 38
Zoomweergave gebruiken ................ 39
Foto’s verwijderen ................................... 40
Eén foto verwijderen ......................... 40
Meerdere (maximaal 50) of alle
foto’s verwijderen .............................. 41
Geavanceerd opnemen
Het LCD-scherm ..................................... 42
Groot weergeven .............................. 43
Fotograferen met de ingebouwde
itser ................................................... 44
Overschakelen op de juiste
itsinstelling ...................................... 44
Close-upfoto’s maken ............................. 49
Fotograferen met de zelfontspanner ....... 50
De belichting compenseren .................... 51
Foto’s maken die overeenkomen met
de scène die wordt opgenomen
(scènemodus) ..................................... 52
[PORTRET] ............................... 53
q
[GAVE HUID] ............................. 53
w
[ZELFPORTRET] ...................... 53
e
[LANDSCHAP] .......................... 54
r
[SPORT] .................................... 54
t
[NACHTPORTRET] ................... 54
y
[NACHTL. SCHAP] .................... 55
u
[VOEDSEL] .............................. 55
i
[PARTY] ..................................... 56
o
[KAARSLICHT] .......................... 56
p
[BABY1] / s [BABY2] ............. 57
a
[HUISDIER] ............................... 58
d
[ZONSONDERG.]...................... 58
f
[H. GEVOELIGH.] ...................... 58
z
[HI-SPEED BURST] .................. 59
x
[FLITS-BURST] ......................... 59
g
[STERRENHEMEL] ................... 60
c
[VUURWERK] ........................... 60
v
[STRAND].................................. 61
b
[SNEEUW]................................. 61
n
[LUCHTFOTO] .......................... 61
m
Bewegend-beeldmodus .......................... 62
Nuttige functies voor
reisbestemmingen .............................. 65
Vastleggen op welke dag van de
vakantie u de foto maakt .................. 65
Datum/tijd vastleggen op
• buitenlandse reisbestemmingen
(wereldtijd) ........................................ 68
Werken met het menu [OPNAME] .......... 70
- 5 -
Vóór gebruik
g
[FOTO RES.] .............................. 70
h
[KWALITEIT] ............................. 71
j
[GEVOELIGHEID] .................... 71
k
[WITBALANS] ........................... 72
$
[AF MODE] ................................ 74
&
[BURSTFUNCTIE] ..................... 76
'
[DIG. ZOOM] ............................. 77
(
[KLEURFUNCTIE] ..................... 77
W
[AF ASS. LAMP] ...................... 78
[KLOKINST.] ............................... 78
n
Geavanceerd kijken
Foto’s als serie weergeven (diashow) ..... 79
Foto’s selecteren en afspelen ................. 82
[FAVORIET AFSP.] .................... 82
z
Bewegende beelden afspelen ................ 83
Werken met het [AFSPELEN]-
modusmenu ........................................ 84
[KALENDER] ............................. 84
t
[TITEL BEW.] ............................. 85
y
[TEKST AFDR.] ......................... 87
s
[NW. RS.] Foto’s verkleinen
f
(aantal pixels) ................................... 89
[ROTEREN] ............................... 90
j
[FAVORIETEN] .......................... 91
z
[PRINT INST.] .......................... 92
@
[BEVEILIGEN] .......................... 94
c
[KOPIE] ..................................... 95
b
Overige
Schermweergave .................................. 107
Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik .............................................. 110
Weergegeven berichten ........................ 115
Problemen oplossen ............................. 118
Batterij en voeding ......................... 118
Fotograferen ................................... 119
LCD-scherm ................................... 121
Flitser ............................................. 122
Afspelen ......................................... 122
Tv, pc en printer ............................. 124
Overige ........................................... 125
Aantal te maken foto’s en beschikbare
opnameduur...................................... 127
Aansluiten op andere apparatuur
Aansluiten op een pc .............................. 96
Gebruik van een pc met een
• SD-geheugenkaartsleuf of een
kaartlezer ......................................... 98
De foto’s afdrukken ................................. 99
Eén foto selecteren en afdrukken... 100
• Meerdere foto’s selecteren en
afdrukken ....................................... 101
Instellingen voor afdrukken ............ 102
• Gebruik van een printer met een
SD-geheugenkaartsleuf ................. 104
Foto’s afspelen op een tv-scherm ......... 105
Foto’s afspelen met de AV-kabel
(optioneel) ...................................... 105
Foto’s afspelen op een tv met een
SD-geheugenkaartsleuf ................. 106
- 6 -
Vóór gebruik
ON
OFF

Beknopte handleiding

Hier vindt u een overzicht van de werkwijze voor het maken van opnames met deze camera. Lees voor elke functie de bijbehorende pagina’s.
Laad de batterij op. (P11)
1
• De batterij is niet opgeladen wanneer de camera vanuit de fabriek wordt verzonden. Laad de batterij op vóór gebruik.
Plaats de batterij en de geheugenkaart.
2
• Wanneer u geen kaart (optioneel) gebruikt, kunt u beelden opnemen of weergeven via het interne geheugen. Zie P17 als u een kaart gebruikt.
Zet de camera aan om foto’s te nemen.
3
• Stel de klok in. (P18)
Zet de schakelaar voor opnemen/afspelen op
1
[1].
Druk de ontspanknop in om foto’s te nemen.
2
(P29)
Kijk de foto’s terug.
4
Zet de schakelaar voor opnemen/afspelen op
1
[5].
Selecteer de foto die u wilt bekijken. (P37)
2
- 7 -
Vóór gebruik

Standaardaccessoires

Controleer de inhoud voordat u de camera gebruikt. 1 Batterij
(in de tekst aangeduid als batterij) Laad de batterij op vóór gebruik. 2 Batterijlader (in de tekst aangeduid als lader) 3 Netsnoer 4 AV-kabel 5 USB-aansluitkabel 6 Cd-rom
• Software: Hiermee installeert u de software op uw pc.
7 Cd-rom
• Gebruiksaanwijzing 8 Polsriem 9 Batterijcompartiment
• De accessoires en de vormgeving ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of
de regio waar de camera was aangeschaft.
• SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart en MultiMediaCard (alleen voor de DMC-
FS4) worden in de tekst aangeduid als kaart.
• Kaart is optioneel. Wanneer u geen kaart gebruikt, kunt beelden opnemen of weergeven via het
interne geheugen.
• Mocht u een van de meegeleverde accessoires verliezen, neem dan contact op met
de dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum. (U kunt de accessoires afzonderlijk aanschaffen.)
- 8 -
Vóór gebruik
98
475
6
3
2
1
10
16
14
13
11
15
12

Namen van de onderdelen

1 Zoomhendel (P35) 2 Ontspanknop (P29) 3 AAN/UIT-schakelaar camera (P18) 4 Microfoon (P62) 5 Speaker (P25, 83) 6 Indicator zelfontspanner (P50) AF-assistentielamp (P78) 7 Flitser (P44) 8 Peça da lente 9 Lenscilinder 10 LCD-scherm (P42, 121) 11 Schakelaar opnemen/afspelen (P20)
12 Cursorknoppen
:
e /Belichtingscompensatie (P51)
A
:
r /Macroknop (P49)
B
:
w /Zelfontspannerknop (P50)
C
:
q /Flitsmodusknop (P44)
D
In deze gebruiksaanwijzing zijn de instructies voor het gebruik van de cursorknoppen als volgt beschreven. bijv. Als u op de knop r (p) drukt.
of Druk op
13 [MODE] -knop (P20) 14 [MENU/SET] -knop (P20) 15 [DISPLAY] -knop (P42) 16 [Q.MENU] (P24)/Wissen-knop (P40)
- 9 -
r
Vóór gebruik
AV OUT
DIGITAL
17
18
19 20
21 22
17 Aansluiting voor polsriempje
• Gebruik de polsriem om te
voorkomen dat de camera valt.
18 [AV OUT/DIGITAL] aansluiting (P96,
99, 105)
19 Statiefaansluiting
• Let bij gebruik van een statief
goed op of het statief stevig en stabiel staat met het toestel erop
bevestigd. 20 Kaart-/batterijklepje (P14) 21 Kapje DC coupler (P15)
• Wanneer u een netadapter gebruikt, gebruik dan altijd de Panasonic DC coupler (optie) en netadapter (optie). Zie P15 voor aansluitdetails.
22 Ontgrendelingshendel (P14)
- 10 -

Voorbereiding

De batterij opladen

Batterijen die u met dit apparaat kunt gebruiken
Het is gebleken dat er op sommige markten imitatiebatterijen worden verkocht die erg veel lijken op de originele batterijen. Sommige van deze batterijen hebben onvoldoende interne bescherming om aan de relevante veiligheidsnormen te voldoen. Deze batterijen kunnen mogelijk in brand vliegen of exploderen. Houd er rekening mee dat wij niet aansprakelijk zijn voor ongelukken of storingen als gevolg van een imitatiebatterij. Voor een veilig gebruik raden wij u aan een authentieke Panasonic batterij te gebruiken.
• Gebruik de speciale oplader en batterij.
• De batterij is niet opgeladen wanneer de camera vanuit de fabriek wordt verzonden. Laad de batterij op vóór gebruik.
• Laad de batterij binnenshuis op met de lader.
• Laad de batterij op in een temperatuur tussen 10 °C en 35 °C. (De batterijtemperatuur moet ook hetzelfde zijn.)
Houd bij het aansluiten van de batterij rekening met
1
de richting van de batterij.
Sluit de lader op het stopcontact aan.
2
• Het laden begint als de indicator [CHARGE] A groen gaat branden.
• Het laden is voltooid als de indicator [CHARGE] A uitgaat (na ongeveer 130 min).
• Het netsnoer past niet volledig in de netsnoeraansluiting. Er blijft een opening, zoals rechts afgebeeld.
Ontkoppel de batterij nadat het laden is
3
voltooid.
Als de indicator [CHARGE] knippert
• De batterijtemperatuur is uitzonderlijk hoog of laag. De laadtijd is langer dan normaal. Ook wordt de batterij mogelijk niet helemaal opgeladen.
• De aansluitpunten van de lader of van de batterij zijn vuil. Veeg deze af met een droge doek.
- 11 -
Voorbereiding
- 12 -
Opmerking
Haal nadat de batterij volledig is opgeladen de stekker van de oplader uit het stopcontact.
• De batterij wordt warm na gebruik en tijdens en na het opladen. Ook de camera wordt warm tijdens gebruik. Dit is geen storing.
• De batterij loopt leeg als deze na het opladen lange tijd niet wordt gebruikt.
• De batterij kan ook opnieuw worden opgeladen als deze niet helemaal leeg is. Het is echter niet aan te bevelen de batterij regelmatig op te laden terwijl deze nog bijna volledig is opgeladen. (De batterij heeft kenmerken die de gebruiksduur dan zullen verkorten en ertoe leiden dat de batterij opzwelt.)
• Wanneer de gebruikstijd van de camera extreem kort wordt, zelfs nadat de batterij naar behoren is opgeladen, is de levensduur van de batterij mogelijk verstreken. Schaf een nieuwe batterij aan.
• Laat geen metalen voorwerpen (zoals paperclips) bij de contactpunten van de stekker liggen. Anders kunnen brand of elektrische schokken worden veroorzaakt door kortsluiting of de hitte die hierdoor wordt gegenereerd.
Voorbereiding

Informatie over de batterij (opladen/aantal mogelijke opnamen)

Batterijaanduiding
• De batterijindicatie wordt weergegeven op het LCD-scherm.
[Deze wordt niet weergegeven wanneer u de camera gebruikt als de netadapter
(optioneel) is aangesloten.]
• De indicatie wordt rood en gaat knipperen als de batterij bijna leeg is. Laad de batterij op of vervang deze door een volledig opgeladen batterij.
Batterij levensduur
Het aantal opnamen (volgens CIPA-normen in de normale fotomodus [1])
Aantal mogelijke opnames
Opnametijd
Opnamecondities volgens CIPA-normen
• Temperatuur: 23 °C/Luchtvochtigheid: 50% als het LCD-scherm aan is.
• Gebruik van een Panasonic Sdgeheugenkaart (32 MB)
• Vastleggen begint 30 seconden nadat de camera is aangezet.
Een opname per 30 seconden, met volledige its om de andere opname.
• Bij elke opname de zoomhendel van Tele naar Groothoek draaien en vice versa.
• Wanneer de camera na elke 10 opnamen wordt uitgeschakeld. Wanneer de camera aan blijft totdat de batterij is afgekoeld.
• CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
Het aantal opneembare foto’s varieert ook afhankelijk van de opname intervaltijd. Als de opname intervaltijd langer gaat duren gaat het aantal op te nemen foto’s achteruit. (bijv. bij opnamen van elke twee minuten: ongeveer 1/4 van het aantal bij opnamen van elke 30 seconden)
Circa 390 foto’s (DMC-FS42)
Circa 410 foto’s (DMC-FS4) Circa 195 min (DMC-FS42)
Circa 205 min (DMC-FS4)
Volgens CIPA-norm in
de normale fotomodus
Weergavetijd Circa 420 min
Het aantal te maken foto’s en de afspeeltijd verschillen afhankelijk van de gebruiks- en
opslagomstandigheden van de batterij.
Laden
Laadtijd Circa 130 min
De laadtijd en het aantal te maken foto’s met de optionele batterij zijn hetzelfde als hierboven. De laadtijd varieert enigszins, afhankelijk van de status van de batterij en de omstandigheden in de laadomgeving. Wanneer de batterij volledig is opgeladen, gaat de indicator [CHARGE] uit.
Opmerking
• De batterij kan opzwellen en de gebruiksduur kan korter worden naarmate deze vaker wordt opgeladen. Voor een lange levensduur van de batterij raden wij u aan de batterij niet te vaak op te laden als deze nog niet helemaal leeg is.
• De prestaties van de batterij kunnen tijdelijk verslechteren en de gebruiksduur kan korter worden bij lage temperaturen (bijvoorbeeld bij skiën of snowboarden).
- 13 -
Voorbereiding

Batterij/kaart (optioneel) plaatsen/verwijderen

• Controleer of de camera is uitgeschakeld.
• We raden u aan een Panasonic kaart te gebruiken.
Schuif de ontgrendelingshendel in de
1
richting van de pijl en open het kaart-/ batterijklepje.
• Gebruik altijd originele Panasonic batterijen.
• Als u andere batterijen gebruikt, kunnen we de kwaliteit van dit product niet garanderen.
batterij: Plaats deze volledig in de lader
2
en let goed op de plaatsingsrichting. Trek de hendel A in de richting van de pijl om de batterij te verwijderen. Kaart: Druk deze volledig naar voren totdat u een klik hoort en houd rekening met de plaatsingsrichting. Om de kaart te verwijderen, drukt u op de kaart tot u een klik hoort en dan kunt u de kaart omhoog trekken.
Raak de contactpunten van de kaart niet aan.
B
• De kaart kan beschadigd raken als hij niet volledig wordt ingebracht.
1: Sluit het kaart-/batterijklepje.
3
: Schuif de ontgrendelingshendel in de
2
richting van de pijl.
• Als het kaart-/batterijklepje niet helemaal dichtgaat, verwijdert u de kaart, controleert u de kaartrichting en plaatst u de kaart opnieuw.
Opmerking
Verwijder de batterij na gebruik. Bewaar de verwijderde batterij in het batterijhoesje (bijgeleverd).
• Verwijder de batterij pas als het LCD-scherm wordt uitgeschakeld. Anders worden de instellingen op de camera mogelijk niet goed opgeslagen.
• De bijgeleverde batterij is alleen geschikt voor de camera. Gebruik deze niet met andere apparatuur.
• Schakel de camera uit voordat u de kaart of batterij verwijdert. (Anders functioneert het apparaat mogelijk niet langer normaal en kan de kaart zelf beschadigd raken of kunnen de gemaakte foto’s verloren gaan.)
- 14 -
Voorbereiding
Gebruik van een netadapter (optioneel) en een DC coupler (optioneel) in plaats
van de batterij Schaf de netadapter (optioneel) en de DC coupler (optioneel) altijd aan als een set. Gebruik deze niet als ze los worden verkocht.
Open het kaart-/batterijklepje.
1
Plaats de DC coupler en let goed op de richting.
2
Sluit het kaart-/batterijklepje.
3
• Controleer of het kaart-/batterijklepje is gesloten. Open het klepje van de DC coupler A.
4
• Als de kap moeilijk te openen is, opent u het
kaart-/batterijklepje en drukt u vervolgens van binnen op de kap van de DC coupler om deze te openen.
Sluit de netadapter aan op een stopcontact.
5
Sluit de netadapter B op de [DC IN]-aansluiting
6
van de DC coupler aan.
C
Leg de tekens gelijk en sluit aan.
D
• Zorg ervoor dat u alleen de netadapter en DC coupler voor deze camera gebruikt. Het gebruik van andere apparatuur kan schade veroorzaken.
Opmerking
Gebruik altijd een originele Panasonic netadapter (optioneel).
• Sommige statieven kunnen niet worden bevestigd als de DC coupler is aangesloten.
• Ontkoppel altijd de netadapter als u het kaart-/batterijklepje opent.
• Als de netadapter en de DC coupler niet nodig zijn, verwijder ze dan van de digitale camera. Houd ook het klepje van de DC coupler dicht.
• Lees ook de gebruiksaanwijzing voor de netadapter en de DC coupler.
• Als de stroomtoevoer via het stopcontact wordt onderbroken tijdens het opnemen
van lms met de DC coupler, worden de opgenomen lms niet vastgelegd. Het wordt
aanbevolen een stabiele stroomvoorziening of de batterij te gebruiken.
- 15 -
Voorbereiding

Het ingebouwde geheugen/de kaart

De volgende bewerkingen kunnen met dit apparaat worden uitgevoerd.
• Wanneer er geen kaart is geplaatst: foto’s kunnen worden opgeslagen en afgespeeld via het ingebouwde geheugen.
• Wanneer er een kaart is geplaatst: foto’s kunnen worden opgeslagen en afgespeeld via de kaart.
• Bij gebruik van het ingebouwde geheugen [1] " [2] (toegangsindicatie
• Bij gebruik van de kaart [3] (toegangsindicatie
1
De toegangsindicatie gaat rood branden wanneer er
foto’s worden opgeslagen in het ingebouwde geheugen (of op de kaart).
• Geheugengrootte: Circa 50 MB
• Opneembare bewegende beelden: alleen QVGA (320 × 240 pixels)
• Het interne geheugen kan worden gebruikt als een tijdelijk opslagapparaat wanneer de kaart die wordt gebruikt, vol is.
• U kunt de opgeslagen foto’s naar een kaart kopiëren. (P95)
• De toegangstijd voor het interne geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een kaart.
1
)
Intern geheugen
1
)
- 16 -
Voorbereiding
Kaart
De volgende soorten kaarten kunnen in dit apparaat worden gebruikt. (Deze kaarten worden in de tekst aangeduid als kaart.)
Kaarttype Kenmerken
SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB)
(Geformatteerd met de indeling FAT12 of FAT16 in overeenstemming met de SD-norm)
SDHC-geheugenkaart (4 GB tot
32 GB)
2
(Geformatteerd met de indeling FAT32 in overeenstemming met de SD-norm)
• Snelle opname- en schrijfsnelheid
• Schrijfbeveiligingsschakelaar A beschikbaar (Als deze schakelaar op de positie [LOCK] is gezet, is het verder niet mogelijk gegevens te schrijven, te verwijderen of te formatteren. De mogelijkheid om gegevens te schrijven, te verwijderen en de schijf te formatteren wordt hersteld wanneer de schakelaar terug wordt gezet in de oorspronkelijke positie.)
MultiMediaCard (Alleen voor de
• Alleen foto’s.
DMC-FS4)
2
De SDHC-geheugenkaart is een geheugenkaart standaard bepaald door de SD
Associatie in 2006 voor hoge capaciteit geheugenkaarten met meer dan 2 GB geheugen.
U kunt een SDHC-geheugenkaart gebruiken in apparatuur die compatibel is met
SDHC-geheugenkaarten, maar niet in apparatuur die slechts compatibel is met SD­geheugenkaarten. (Lees altijd de gebruiksaanwijzing van de apparatuur die u gaat gebruiken.)
• U kunt alleen kaarten gebruiken met het SDHC-logo (dat aangeeft dat de kaarten aan de SD-norm voldoen) als u kaarten gebruikt met een capaciteit van 4 GB of hoger.
• Controleer de meest recente informatie op de volgende website.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs (Deze website is alleen beschikbaar in het Engels.)
Opmerking
• Schakel dit apparaat niet uit, verwijder de batterij of kaart niet en ontkoppel de netadapter (optioneel) niet wanneer de toegangsindicator brandt [wanneer er foto’s worden geschreven, gelezen of verwijderd of het ingebouwde geheugen of de kaart worden geformatteerd (P27)]. Stel de camera bovendien niet bloot aan trillingen, schokken of statische elektriciteit. De kaart of de gegevens op de kaart kunnen beschadigd raken en dan werkt dit apparaat mogelijk niet langer normaal. Als de camera stopt als gevolg van trillingen, schokken of statische elektriciteit, schakelt u de camera weer in.
• De gegevens in het ingebouwde geheugen of op de kaart kunnen beschadigd of verloren raken als gevolg van elektromagnetische golven, statische elektriciteit of het defect raken van de camera of de kaart. We raden u aan belangrijke gegevens op een pc enzovoort op te slaan.
• Formatteer de kaart niet op de pc of op andere apparatuur. Formatteer deze alleen op de camera om een juiste werking te garanderen. (P27)
• Hou de geheugenkaart buiten het bereik van kinderen om inslikken ervan te voorkomen.
- 17 -
Voorbereiding
A
B
ON
OFF
Datum/tijd instellen
• De klok is niet ingesteld wanneer de camera wordt verzonden.
Zet de camera aan.
1
[MENU/SET]-knop
A
Cursorknoppen
B
Druk op [MENU/SET].
2
Druk op e/r om de taal te selecteren en
3
druk op [MENU/SET].
• Het bericht [AUB KLOK INSTELLEN] verschijnt. (Dit bericht verschijnt niet in de afspeelmodus.)
Druk op [MENU/SET].
4
Druk op w/q om de items te selecteren
5
(jaar, maand, dag, uur, minuut, weergavevolgorde of tijdweergave­indeling) en druk op e/r om in te stellen.
tijd in de thuiszone
C
tijd op de reisbestemming (
D
: annuleren zonder de klok in te stellen.
4
• Selecteer [24 UURS] of [AM/PM] als tijdweergave-indeling.
• AM/PM wordt weergegeven wanneer [AM/ PM] wordt geselecteerd.
(klok instellen)
P68)
C D
q w
Druk op [MENU/SET].
6
• Schakel de camera uit als u de klok hebt ingesteld. Schakel de camera vervolgens weer in, ga naar de opnamemodus en controleer of de instellingen die zijn uitgevoerd, op de juiste manier op de display worden weergegeven.
• Wanneer er op [MENU/SET] is gedrukt om de instellingen te voltooien zonder dat de klok is ingesteld, stelt u de klok op de juiste tijd in door de procedure “De klokinstelling wijzigen” (P19) te volgen.
- 18 -
Voorbereiding
De klokinstelling wijzigen
Druk op [MENU/SET] in de normale foto-modus.
1
Druk op e/r om [KLOKINST.] te selecteren.
2
Druk op q en voer de bovenstaande stappen uit en 5 uit 6 voor de instelling.
3
Druk op [MENU/SET] om het menu af te sluiten.
4
• U kunt ook de klok instellen via het [SET-UP] menu. (P25)
Opmerking
• De klok wordt weergegeven wanneer u tijdens het fotograferen enkele keren op [DISPLAY] drukt.
• De klokinstelling wordt 3 maanden bewaard met de ingebouwde klokbatterij, zelfs als er geen batterij op de camera is aangesloten. (Laat de opgeladen batterij 24 uur in het apparaat zitten om de ingebouwde batterij op te laden.)
• U kunt een jaartal tussen 2000 en 2099 instellen.
• Stel de datum in zodat de juiste datum wordt gedrukt als u afdrukken bestelt of als u de datum laat afdrukken op de afbeeldingen. (P87)
• Als de klok is ingesteld, kan de juiste datum worden afgedrukt ook al staat die niet op het scherm van de camera.
- 19 -
Voorbereiding
MOD
E
M
OD
E

Instelling van modi en bediening van menu’s

Overschakelen naar een andere modus

Schuif de schakelaar voor opnemen/
1
afspelen A naar 1 (rechts) of naar 5 (links).
1
: Opnamemodus
: Weergavemodus
5
Druk op [MODE] om het
2
modusselectiescherm weer te geven.
(Voorbeeld: Normale fotomodus)
Druk op e/r om een modus te selecteren
3
en druk op [MENU/SET] om het menu te sluiten.
Raadpleeg de betreffende pagina voor meer informatie over de verschillende modi.
- 20 -
Voorbereiding
Lijst met opnamemodi
;
Automatische scènemode P28 Makkelijk foto’s maken.
1
Normale fotomodus P32 Foto’s maken met de gewenste instelling.
5
Scènemodus P52 Fotograferen volgens scène.
6
Bewegend beeldmodus P62
Lijst met afspeelmodi
Normale weergavemodus P37 Normale fotoweergave.
9
Diashowmodus P79 Foto’s continu afspelen.
8
Favorieten weergavemodus P82
z
In deze modus kunt u lms met geluid
opnemen.
De foto’s afspelen die u als favorieten hebt ingesteld.
• Foto’s verschijnen niet wanneer [FAVORIETEN] is ingesteld op [OFF].

Gebruik van de menu’s

De camera heeft menu’s waarin u instellingen kunt verrichten voor het maken en afspelen van foto's zoals u het wilt. Vooral het menu [SET-UP] bevat enkele belangrijke instellingen met betrekking tot de klok en het energiebeheer van de camera. Controleer de instellingen van dit menu voordat u verder gaat met het gebruik van de camera.
In opnamemodus
1
[OPNAME]-menu P70 t/m 789 [AFSPELEN]-menu P84 t/m 95
In dit menu kunt u kleurstelling, gevoeligheid, aantal pixels enzovoort instellen van de foto’s die u maakt.
[SET-UP]-menu P25 t/m 27
e
• In dit menu kunt u de klok instellen, de pieptooninstellingen voor de bediening bepalen en andere instellingen verrichten waarmee u de camera eenvoudiger kunt bedienen.
• Beschikbaar in de opname- en afspeelmodus.
In weergavemodus
In dit menu kunt u de bescherming of afdrukinstellingen enzovoort van gemaakte foto’s instellen.
- 21 -
Voorbereiding
Het menu gebruiken
Druk op [MENU/SET] om het menu weer
1
te geven.
• U kunt vanuit elk menu-item schakelen naar andere menuschermen door de zoomhendel te draaien.
(Voorbeeld: de normale fotomodus selecteren [1])
Druk op e/r om een menu-item te
2
selecteren.
(Voorbeeld: [AF MODE] selecteren)
• U gaat naar de volgende pagina door op r helemaal onderaan te drukken.
Druk op q.
3
• Afhankelijk van het item verschijnen de instellingen mogelijk niet of worden ze anders weergegeven.
Druk op e/r om een menu-item te
4
selecteren.
(Voorbeeld: Selecteer [3])
Druk op [MENU/SET] om uw instelling te
5
bevestigen.
Druk op [MENU/SET] om het menu te sluiten.
6
- 22 -
Voorbereiding
Schakelen naar het menu [SET-UP]
Wanneer het menuscherm op de camera verschijnt na stap 1 in “Het menu gebruiken” (P22):
Druk op
1
verplaatsen.
om het menupictogram te
w
Druk op
2
[SET-UP] te selecteren [e].
Druk op
3
verplaatsen.
Ga naar stap 2 onder “Het menu gebruiken”.
Opmerking
• Als gevolg van de specicaties van de camera is het niet altijd mogelijk alle functies in te
stellen en zullen sommige functies niet werken in sommige omstandigheden waaronder de camera wordt gebruikt.
om het pictogram van het menu
r
om de lijst met menu-items te
q
- 23 -
Voorbereiding
Q.MENU

Het snelmenu gebruiken

Via het snelmenu hebt u eenvoudig toegang tot bepaalde menu-items.
• Bepaalde menu-items kunnen niet worden ingesteld via de modi.
Druk op [Q.MENU] en houd deze
1
knop ingedrukt als de camera in de opnamemodus staat.
Druk op e/r/w/q om het menu-item en de
2
bijbehorende instelling te selecteren en druk dan op [MENU/SET] om het menu te sluiten.
Het in te stellen item en de instelling worden weergegeven.
A
A
- 24 -
Voorbereiding
Voer deze instellingen naar wens uit.

Het menu [SET-UP]

[KLOKINST.], [BATT. BESP.] en [AUTO REVIEW] zijn belangrijke items. Controleer de instellingen van ze items voordat u deze gebruikt.
• In de automatische scènemode kunt u alleen [KLOKINST.], [WERELDTIJD], [TOON] en [TAAL] instellen.
Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het menu [SET-UP] P23.
[KLOKINST.] Stel datum en tijd in.
n
• Zie
P18 voor details.
Stel de tijd in voor uw thuisregio en reisbestemming.
[BESTEMMING]:
[WERELDTIJD]
r
P68 voor details.
• Zie
[REISDATUM]
t
P65 voor details.
• Zie
w
Reisbestemming
[HOME]:
q
Uw thuisregio
Stel de vertrekdatum en de retourdatum van de vakantie in.
[REIS-SETUP] [OFF]/[SET]
[LOCATIE] [OFF]/[SET]
Hiermee kunt u het volume van systeemgeluiden wijzigen.
[TOON]
!
[VOLUME]
$
• Als u de camera op een tv aansluit, zal het volume van de luidsprekers van de tv niet veranderen.
[BEELDGROOTTE]
m
P43 voor details.
• Zie
: Geen werkingsgeluid
"
: Zacht werkingsgeluid
#
: Hard werkingsgeluid
$
Hiermee kunt u het volume van de luidspreker op 7 niveaus aanpassen.
De pictogrammen op het scherm worden groot weergegeven, zodat deze beter zichtbaar zijn.
[STANDARD]/[LARGE]
- 25 -
Voorbereiding
- 26 -
Hiermee bespaart u het batterijverbruik.
[BATT. BESP.]
P
• Druk de ontspanknop half in of schakel de camera uit en weer in om [BATT. BESP.] te annuleren.
• [BATT. BESP.] wordt in de automatische scènemode [;] ingesteld op [5MIN.].
• [BATT. BESP.] werkt niet in de volgende gevallen. – Wanneer u de netadapter (optioneel)/Wanneer u de camera aansluit op een pc of op
een printer/Wanneer u lms opneemt of afspeelt/Tijdens diashow/[AUTO DEMO]
[AUTO REVIEW]
s
• De Auto Review werkt ongeacht de instelling als u [ZELFPORTRET], [HI-SPEED BURST] en [FLITS-BURST] in de scènemodus en de [BURSTFUNCTIE] gebruikt. [ZOOM] wordt echter uitgeschakeld.
• In de automatische scènemode [;] staat de functie auto review vast op [2 SEC.].
• Dit werkt niet wanneer u lms opneemt.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld als deze niet wordt gebruikt voor de tijd die bij de instelling is geselecteerd.
[OFF]/[2MIN.]/[5MIN.]/[10MIN.]
Stel in hoe lang het duurt dat de foto na het maken ervan wordt weergegeven.
[OFF] [1SEC.] [2SEC.] [HOLD]: De foto’s worden weergegeven totdat er op een
knop wordt gedrukt.
[ZOOM]: De foto wordt 1 seconde weergegeven en
vervolgens nog 1 seconde op 4× zoom.
[RESETTEN]
f
• Wanneer de [RESETTEN] instelling geselecteerd is tijdens opname, wordt tegelijk ook de operatie die de lens terugzet uitgevoerd. Desondanks zult u geluid horen van de bediening van de lens. Dit is geen storing.
• Wanneer u de SET-UP instellingen reset, worden de volgende instellingen ook geïnitialiseerd. – Verjaardag en naam in [BABY1]/[BABY2] en [HUISDIER] mode – Instelling van [REISDATUM] – [WERELDTIJD] instelling
• [FAVORIETEN] is vastgezet op [OFF].
• Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
[VIDEO UIT]
k
• Dit werkt als de AV-kabel is aangesloten.
De instellingen voor het menu [OPNAME] of [SET-UP] worden op de fabrieksinstellingen teruggezet.
Stel in overeenstemming met het kleurentelevisiesysteem in uw land in. (Alleen in weergavemodus)
[NTSC]: Video-uitgang wordt ingesteld op NTSC-
systeem.
[PAL]: Video-uitgang wordt ingesteld op PAL-systeem.
Voorbereiding
Stel in overeenstemming met uw tv-type in. (Alleen in
[TV-ASPECT]
l
• Dit werkt als de AV-kabel is aangesloten.
@ [VERSIE DISP.]
[FORMATEREN]
v
• Gebruik een batterij van voldoende vermogen of de netadapter (optioneel) voor het formatteren. Schakel de camera niet uit tijdens het formatteren.
• Als er een kaart is geplaatst, wordt alleen de kaart geformatteerd. Verwijder de kaart om het ingebouwde geheugen te formatteren.
• Als de kaart met een pc of een ander apparaat werd geformatteerd, moet u deze opnieuw formatteren met de camera.
• Het zal mogelijk langer duren om het interne geheugen te formatteren dan de kaart.
• Als het interne geheugen of de kaart niet kan worden geformatteerd, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum.
weergavemodus) [}]: Bij aansluiting op een tv met een scherm van
16:9.
[+]: Bij aansluiting op een tv met een scherm van 4:3.
U kunt controleren welke versie
van de rmware op de camera is
geïnstalleerd
Hiermee initialiseert u het interne geheugen of een kaart. Bij het formatteren worden alle gegevens onherroepelijk gewist, dus controleer deze nauwkeurig voordat u gaat formatteren.
[TAAL] Hiermee stelt u de schermtaal in.
9
• Als u per abuis een andere taal instelt, selecteer dan [ de gewenste taal in te stellen.
[AUTO DEMO]
.
• Druk op een willekeurige knop, bijvoorbeeld [MENU/SET], om [AUTO DEMO] te sluiten.
• [AUTO DEMO] kan niet op de tv worden afgespeeld.
de functies van de camera worden als een diashow weergegeven.
[OFF]/[ON]
] bij de menupictogrammen om
9
- 27 -

Basisbediening

M
OD
E
Opnamemodus:
;
Fotograferen met de automatische functie
(Automatische scènemode)
De camera kiest automatisch de juiste instellingen volgens onderwerp en opnamevoorwaarden. Deze stand zorgt ervoor dat beginners makkelijk een foto kunnen maken.
• De volgende functies worden automatisch geactiveerd. – Scènedetectie/gezichtsdetectie/
Bewegingsdetectie/Tegenlichtcompensatie
Ontspanknop
A
Schakelaar opnemen/afspelen
B
Schuif de schakelaar voor opnemen/afspelen naar
1
[1] en druk op [MODE].
Druk op e/r om [AUTO SCÈNE MODE] te
2
selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
Houd het toestel voorzichtig vast met beide
3
handen, houd uw armen stil langs uw lichaam en plaats uw voeten iets uiteen.
Flitser
C
AF-assistentielamp
D
- 28 -
Basisbediening
Druk de ontspanner half in om scherp te
4
stellen.
• Zie “Scherpstellen” (P33) voor details.
• De scherpstelindicatie E gaat groen branden als het onderwerp is scherpgesteld.
• Het AF-gebied F wordt rond het gezicht van het onderwerp weergegeven door de gezichtsdetectiefunctie. In andere gevallen wordt het weergegeven op het punt van het onderwerp dat scherp is gesteld.
• Het scherpstelbereik is 5 cm (Wide)/50 cm (Tele) tot
.
7
• De maximale close-upafstand (de kortste afstand waarop het onderwerp kan worden gefotografeerd) verschilt afhankelijk van de zoomvergroting.
Druk de ontspanknop volledig in (druk deze verder in) en
5
maak de foto.
• De toegangsindicatie (P16) gaat rood branden wanneer er foto’s worden opgenomen in het ingebouwde geheugen (of op de kaart).
Wanneer u fotografeert met de itser (P44)
Wanneer u fotografeert met de zoomlens (P35)
Opmerking
• Zorg dat u de camera niet beweegt op het moment dat u de ontspanknop indrukt.
• Dek de fotoitser of de AF-assistentielamp niet af met uw vinger of andere voorwerpen.
• Raak de lens niet aan.
E
F
- 29 -
Basisbediening

Scènedetectie

Wanneer de camera de optimale scène identiceert, wordt het pictogram van de
desbetreffende scène 2 seconden blauw weergegeven. Daarna wordt de kleur weer rood zoals gebruikelijk.
;
[i-PORTRET]
"
3
[i-LANDSCHAP]
4
[i-MACRO]
2
[i-NACHTPORTRET] • Alleen als [q] is geselecteerd
5
[i-NACHTLANDSCHAP] • Alleen als [o] is geselecteerd
1
;
] wordt ingesteld als geen van de scènes van toepassing is en de
• [ standaardinstellingen worden ingesteld.
Gezichtsdetectie
Wanneer [3] of [5] wordt geselecteerd, neemt de camera automatisch het gezicht van een persoon waar en worden scherpstelling en belichting aangepast (P74).
Opmerking
• Als gevolg van omstandigheden zoals hieronder beschreven
kan een andere scène worden geïdenticeerd voor hetzelfde
onderwerp. – Onderwerpomstandigheden: wanneer het gezicht licht of donker is, de grootte van
het onderwerp, de afstand tot het onderwerp, het contrast van het onderwerp, als het onderwerp beweegt, als de zoomlens wordt gebruikt
– Opnameomstandigheden: zonsondergang, zonsopgang, bij weinig licht, als de camera
beweegt
• Om te fotograferen in een specieke scènestand wordt het aanbevolen te fotograferen in
de juiste opnamestand.
Achtergrondlichtcompensatie
Met achtergrondlicht wordt licht bedoeld dat van achter het onderwerp komt. In dit geval wordt het onderwerp donker, dus deze functie compenseert het achtergrondlicht door de hele foto automatisch lichter te maken.
- 30 -
Loading...
+ 100 hidden pages