De bliksemits met het pijlsymbool in de gelijkzijdige rechthoek is
bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van niet
geïsoleerde “gevaarlijke spanning” in het product die krachtig genoeg
kan zijn om elektrische schokken te veroorzaken.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de
gebruiker te waarschuwen van de aanwezigheid van belangrijke
gebruiks- en onderhouds- (reparatie)-richtlijnen in de documentatie die
bij het toestel is geleverd.
WAARSCHUWING: STEL DIT APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT
OM HET RISICO OP BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VOORKOMEN,
ER IS GEVAARLIJKE HOGE SPANNING AANWEZIG BINNENIN DE BEHUIZING.
OPEN DE BEHUIZING NIET. LAAT ONDERHOUD EN REPARATIES
UITSLUITEND OVER AAN BEVOEGD PERSONEEL.
Emissiebeperkingen Klasse B
Dit digitaal apparaat van Klasse B voldoet aan alle vereisten van de
Canadese voorschriften voor storingsveroorzakende apparatuur.
Belangrijke veiligheidsrichtlijnen
1. Blokkeer de ventilatieopeningen niet. Om een betrouwbare werking
van de projector te garanderen en het toestel te beschermen tegen
oververhitting, is het aanbevolen de projector te installeren op een
locatie waar de ventilatie niet wordt geblokkeerd. Plaats de
projector bijvoorbeeld niet op een overvolle kofetafel, een sofa, een
bed, enz. Plaats de projector niet in een ingesloten ruimte,
zoals een boekenkast of een kast die de luchtstroom beperkt.
2. Gebruik de projector niet in de buurt van water of vocht. Stel de
projector niet bloot aan regen of vocht om het risico op brand en/of
elektrische schok te vermijden.
3. Installeer het toestel niet in de buurt van warmtebronnen zoals
radiators, verwarmingstoestellen, fornuizen of andere apparaten,
zoals versterkers, die warmte uitstralen.
4. Alleen reinigen met een droge doek.
5. Gebruik alleen hulpstukken/accessoires die worden aangegeven
door de fabrikant.
6. Gebruik het apparaat niet als het fysiek is beschadigd of vervormd.
Fysieke schade/vervorming kan het volgende omvatten (maar is niet
beperkt tot deze situaties):
Het apparaat is gevallen.
De voedingskabel of stekker is beschadigd.
Er is vloeistof gemorst op de projector.
De projector werd blootgesteld aan regen of vocht.
Er is iets in de projector gevallen of er zit iets los in de projector.
Probeer het apparaat niet zelf te repareren. Het openen of
verwijderen van deksel kan u blootstellen aan gevaarlijke spanning
of andere gevaren. Bel Optoma voordat u het apparaat terugstuurt
voor reparatie.
7. Zorg dat er geen objecten of vloeistoffen de projector binnendringen.
Ze kunnen gevaarlijke spanningspunten raken en een
kortsluiting veroorzaken in de onderdelen waardoor brand of
elektrische schok kan ontstaan.
8. Controleer de behuizing van de projector op markering met
betrekking tot de veiligheid.
9. Het apparaat mag alleen worden gerepareerd door bevoegd
onderhoudspersoneel.
Page 3
3
Nederlands
Gebruiksmededeling
Wanneer de lamp
het einde van
zijn levensduur
bereikt, kan de
projector niet
opnieuw worden
ingeschakeld
zolang de
lampmodule niet
is vervangen.
Om de lamp te
vervangen, volgt u
de procedures die
zijn beschreven
in de sectie “De
lamp vervangen”
op pagina’s 40 en
41.
Voorzorgsmaatregelen
Volg alle waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en onderhoudsvoorschriften die in deze
gebruikerhandleiding zijn aanbevolen.
▀■ Waarschuwing- Kijk niet in de lens van de projector wanneer
de lamp is ingeschakeld. Het heldere licht kan
uw ogen beschadigen.
▀■ Waarschuwing- Stel de projector niet bloot aan regen of vocht
om het risico op brand of elektrische schokken
te vermijden.
▀■ Waarschuwing- Open of demonteer de projector niet, anders
loopt u het risico op elektrische schokken.
▀■ Waarschuwing- Wanneer u de lamp vervangt, moet u het
apparaat laten afkoelen. Volg de instructies
zoals beschreven op pagina’s 40 en 41.
▀■ Waarschuwing- Deze projector zal zelf de levensduur van de
lamp detecteren. Zorg dat u de lamp vervangt
wanneer de waarschuwingsberichten worden
weergegeven.
▀■ Waarschuwing- Stel de functie “Reset lamp” in het OSD-menu
“OPTIES | LAMPINSTELLINGEN” opnieuw in
nadat u de lampmodule hebt vervangen (zie
pagina 34).
▀■ Waarschuwing- Wanneer u de projector uitschakelt, moet u
controleren of de koelcyclus is voltooid voordat
u de voeding loskoppelt. Laat de projector
gedurende 90 seconden afkoelen.
▀■ Waarschuwing- Wanneer de lamp het einde van zijn
levensduur nadert, verschijnt het bericht
“Lampwaarschuwing: Levensduur van de lamp
overschreden.” op het scherm. Neem zo snel
mogelijk contact op met uw lokale verdeler of
onderhoudscentrum om de lamp te vervangen.
Page 4
4
Nederlands
Gebruiksmededeling
Dit moet u doen:
Schakel de voeding uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u het product reinigt.
Gebruik een zachte, droge doek met een zacht
reinigingsmiddel om de behuizing van het scherm te reinigen.
Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact als
u het product gedurende langere tijd niet gebruikt.
U mag nooit:
De sleuven en openingen van het apparaat die voor de
ventilatie zijn voorzien, blokkeren.
Schurende reinigingsmiddelen, was of oplosmiddelen
gebruiken om het apparaat te reinigen.
In de volgende omstandigheden gebruiken:
- In een extreem warme, koude of vochtige omgeving.
Controleer of de omgevingstemperatuur binnen het
bereik 5 tot 35°C ligt.
De relatieve vochtigheid is 5 tot 35°C, 80% (max.), niet
condenserend.
- In gebieden die onderhevig zijn aan overmatig stof en vuil.
- In de buurt van een apparaat dat een krachtig magnetisch
veld genereert.
- In direct zonlicht.
Page 5
5
Nederlands
Gebruiksmededeling
Waarschuwingen voor de
oogbescherming
▀■ Kijk nooit direct in de straal van de projector. Sta zo veel
mogelijk met uw rug naar de straal gericht.
▀■ Wanneer u de projector in een klaslokaal gebruikt, moet u de
studenten de gepaste richtlijnen geven wanneer u ze vraagt
iets op het scherm aan te wijzen.
▀■ Om het lampvermogen te minimaliseren, kunt u blinden
gebruiken die de lichtniveaus van de omgeving kunnen
verminderen.
Pak de verpakking uit en controleer of alle hieronder
vermelde onderdelen in de doos aanwezig zijn.
Als er iets ontbreekt, neem dan contact op met het
dichtstbijgelegen klantenservicecentrum.
Door
verschillende
toepassingen
in elk land,
kunnen sommige
verschillende
accessoires
hebben.
1. Maak de voedingskabel en signaalkabel stevig vast.
Wanneer deze kabels zijn aangesloten, licht het
voedingslampje rood op.
2. Schakel de lamp in door op de knop “POWER” op de
bovenkant van de projector of op de afstandsbediening te
drukken. De voedings-LED wordt nu blauw.
Het opstartscherm wordt na ongeveer 10 seconden
weergegeven. Wanneer u de projector de eerste keer
gebruikt, kunt u de taal van uw voorkeur kiezen in
een snelmenu dat verschijnt na de weergave van het
opstartscherm.
3. U kunt nu de bron die u wilt weergeven op het scherm
(computer, notebook, videospeler, enz) inschakelen en
aansluiten. De projector zal de bron automatisch detecteren.
Indien niet, drukt u op de menuknop en gaat u naar “Opties”.
Controleer of “Bronvergrendeling” is ingesteld op “Uit”.
Als u meerdere bronnen tegelijk aansluit, kunt u de knop
“Bron” of de directe bronknoppen op de afstandsbediening
gebruiken om te schakelen tussen ingangen.
Schakel eerst
de projector in
en selecteer
vervolgens de
signaalbronnen.
AAN/UIT
1
Page 14
14
Nederlands
Installatie
1. Druk op de knop “POWER” om de projectorlamp uit te
Druk opnieuw op de knop “POWER” om te bevestigen.
2. De koelventilators blijven nog ongeveer 10 seconden
Als u de projector opnieuw wilt inschakelen, moet u
3. Koppel de voedingskabel los van het stopcontact en de
4. Schakel de projector niet onmiddellijk in nadat u het
De projector uitschakelen
schakelen. Het volgende bericht verschijnt op het scherm.
Anders verdwijnt het bericht na 15 seconden.
Wanneer u een tweede keer op de knop “POWER” drukt,
toont het systeem de afteltimer op het scherm.
werken om de koelcyclus af te werken. Wanneer de
voedings-LED rood wordt, betekent dit dat de projector in
stand-by is gegaan.
wachten tot de projector de koelcyclus heeft voltooid en in
stand-by is. Wanneer de projector in stand-by is, drukt u
opnieuw op de knop “POWER” om de projector opnieuw
te starten.
projector.
apparaat hebt uitgeschakeld.
Neem contact
op met het
servicecentrum
in uw buurt als
de projector
deze symptomen
vertoont. Zie
pagina’s 49-50
voor meer
informatie.
Waarschuwingsindicator
Wanneer de indicator “POWER” rood oplicht (0.5 sec uit,
0.5 sec aan), dan wordt de projector uitgeschakeld. Neem
contact op met een Optoma-centrum in uw buurt voor hulp.
Wanneer de indicator “POWER” rood oplicht (1.0 sec uit,
1.0 sec aan), dan geeft dit aan dat de projector oververhit
is. De projector wordt automatisch uitgeschakeld.
In normale omstandigheden kan de projector opnieuw
worden ingeschakeld nadat deze is afgekoeld.
Wanneer de “POWER”-indicator rood knippert (0.5 sec uit,
2.0 sec aan), geeft dit aan dat de ventilator defect is.
Page 15
15
Nederlands
Installatie
Het geprojecteerde beeld aanpassen
De projectorhoogte regelen
De projector is voorzien van afstelbare voetjes waarmee u
de hoogte van het beeld kunt aanpassen.
1. Zoek de afstelbare voetjes die u wilt aanpassen op de
onderkant van de projector.
2. Draai de drie afstelbare ringen linksom om de projector
hoger in te stellen en rechtsom om deze lager in te stellen.
Herhaal deze bewerking met de resterende voetjes zoals
nodig.
Kantelafstelvoetjes
Kantelafstelring
Page 16
16
Nederlands
Installatie
Hd
68,8"
(174,8cm)
114,7"
(291,4cm)
160,6"
(407,9cm)
206,5"
(524,5cm)
275,3"
(699,3cm)
25,2"
(64,1cm)
75,7"
(192,3cm)
126,2"
(320,5cm)
176,7"
(448,7cm)
227,1"
(576,9cm)
302,9"
(796,2cm)
22,9"
(58,1cm)
3,3'
(1,0m)
39,4'(12,0m)
29,5'(9,0m)
23,0'(7,0m)
16,4'(5,0m)
9,8'(3,0m)
U kunt de zoomring draaien om in of uit te zoomen. Om het
beeld scherp te stellen, draait u de scherpstelring tot het beeld
zuiver is. De projector zal scherpstellen op een afstand van
1,0 tot 12 meter (3,9 tot 39,4 voet).
Deze graek is uitsluitend bedoeld als referentie voor de gebruikers.
242,3”
615,4
220,3”
559,4
x181,7”
x461,5cm
x165,2”
x419,6cm
Page 17
17
Nederlands
Bedieningselementen gebruiker
OSD-menu’s
De projector beschikt over meertalige OSD-menu’s waarmee
u aanpassingen kunt aanbrengen aan het beeld en
verschillende instellingen kunt wijzigen. De projector zal de
bron automatisch detecteren.
Het apparaat gebruiken
1. Om het OSD-menu te openen, drukt u op “MENU” op de
afstandsbediening.
2. Wanneer het OSD wordt weergegeven, kunt u de knoppen
gebruiken om een item in het hoofdmenu te selecteren. Wanneer
u een selectie maakt op een specieke pagina, druk dan op
op de toets “Enter” om het submenu te openen.
3.Gebruik de knoppen
en pas de instellingen aan met de knop
om het gewenste item te selecteren
.
4. Selecteer het volgende item dat u wilt aanpassen in het submenu
en pas het aan zoals hierboven beschreven.
5. Druk op “Enter” om uw keuze te bevestigen. Het scherm zal
terugkeren naar het hoofdmenu.
6. Druk opnieuw op “MENU” om af te sluiten. Het OSD-menu wordt
gesloten en de projector zal de nieuwe instellingen automatisch
alleen ondersteund
voor het analoge
VGA-signaal (RGB).
**
Page 19
19
Nederlands
Bedieningselementen gebruiker
BEELD
Beeldschermmodus
Er zijn talrijke instellingen die vooraf in de fabriek zijn gedenieerd
en voor verschillende typen beelden zijn geoptimaliseerd.
Presentatie: goede kleur en helderheid van pc-ingang.
Licht: maximale helderheid van pc-ingang.
Film: voor thuisbioscoop.
sRGB: gestandaardiseerde nauwkeurige kleur.
Blackboard: Deze modus moet worden geselecteerd om
optimale kleurinstellingen te bereiken wanneer u projecteert op
een schoolbord (groen).
Klaslokaal: Deze modus is aanbevolen voor projecties in een
klaslokaal.
Gebruiker1: instellingen van de gebruiker
Gebruiker2: De oorspronkelijke standaardinstellingen van deze
modus zijn de instellingen van de Filmmodus. Alle verdere
aanpassingen door de gebruiker in Gebruiker2 zullen in deze
modus worden opgeslagen voor toekomstig gebruik.
Helderheid
Past de helderheid van het beeld aan.
Druk op om het beeld donkerder te maken.
Druk op om het beeld helderder te maken.
Page 20
20
Nederlands
Bedieningselementen gebruiker
BEELD
Contrast
Het contrast beheert het verschil tussen de helderste en donkerste
gedeelten van het beeld. Als u het contrast aanpast wordt de
hoeveelheid zwart en wit in het beeld gewijzigd.
Druk op om het contrast te verlagen.
Druk op om het contrast te verhogen.
Scherpte
Past de scherpte van het beeld aan.
Druk op om de scherpte te verminderen.
Druk op om de scherpte te verhogen.
De functies “Kleur”
en “Tint” worden
alleen ondersteund
in de videomodus.
Kleur
Past een videobeeld aan van zwart-wit naar volledig verzadigde
kleuren.
Druk op om de hoeveelheid verzadiging in het beeld te
verlagen.
Druk op om de hoeveelheid verzadiging in het beeld te
verhogen.
Tint
Past de kleurbalans van rood en groen aan.
Druk op om de hoeveelheid groen in het beeld te verhogen.
Druk op om de hoeveelheid rood in het beeld te verhogen.
Page 21
21
Nederlands
Bedieningselementen gebruiker
BEELD | GEAVANC.
Degamma
Hiermee kunt u een degamma-tabel kiezen die jn werd
afgestemd om de beste beeldkwaliteit voor de invoer te leveren.
Film: voor thuisbioscoop.
Video: voor video- of tv-bron.
Afbeeldingen: voor beeldbron.
PC: voor pc- of computerbron.
BrilliantColor™
Dit aanpasbare item maakt gebruik van een nieuw
kleurverwerkingsalgoritme en van verbeteringen op systeemniveau
om de hogere helderheid mogelijk te maken terwijl het beeld ware,
helderdere kleuren vertoont. Het bereik ligt tussen “0” en “10”. Als
u een krachtiger verbeterd beeld wenst, past u de instelling aan
in de richting van de maximale waarde. Als u een vloeiender en
natuurlijker beeld wenst, past u de instelling aan in de richting van
de minimale waarde.
Kleurtemperatuur
Als een koude temperatuur is ingesteld, krijgt het beeld een meer
blauwe tint. (koud beeld) Als een warme temperatuur is ingesteld,
krijgt het beeld een meer rode tint. (warm beeld)
Kleurruimte
Selecteer een geschikt kleurenmatrixtype tussen AUTO, RGB en
YUV.
Page 22
22
Nederlands
Bedieningselementen gebruiker
BEELD | GEAVANC. |
Kleurinstellingen
Kleurinstellingen
Gebruik deze instellingen voor een geavanceerde aanpassing van
de individuele kleuren Rood, Groen, Blauw, Cyaan, Magenta en
Geel.
Reset
Selecteer "Ja" om de standaard fabrieksinstellingen voor de
kleuraanpassingen opnieuw in te stellen.
BEELD | GEAVANC. |
Invoerbron
Invoerbronnen
Gebruik deze optie om de invoerbronnen in/uit te schakelen. Druk
om het submenu te openen en selecteer de gewenste bron-
op
nen. Druk op “Enter” om de selectie te voltooien. De projector zal
geen invoer zoeken die niet geselecteerd is.
Page 23
23
Nederlands
Bedieningselementen gebruiker
WEERGAVE
Zoeken
Gebruik deze functie om de gewenste hoogte-breedteverhouding
te kiezen.
4:3: Dit formaat is voor 4×3-invoerbronnen.
16:9-I: dit formaat is voor 16x9-invoerbronnen, zoals HDTV en
dvd, die verbeterd zijn voor breedbeeld-tv.
16:9-II: dit formaat is voor 16x9-invoerbronnen, zoals HDTV en
dvd, die verbeterd zijn voor breedbeeld-tv.
Native: dit formaat geeft het originele beeld weer zonder enige
schaling.
AUTO: selecteert automatisch het geschikte beeldformaat.
Aspect ratio
(bron gedetecteerd)
4:3800 x 600 midden1024 x 768 midden
16:9-I800 x 450 midden1024 x 576 midden
16:9-II
Native
De grootte van het beeld wijzigen
SVGA-modelXGA-model
854 x 480 catch
800 x 480 midden
1:1 toewijzing mid-
den
854 x 480 midden
1:1 toewijzing mid-
den
Page 24
24
Nederlands
Bedieningselementen gebruiker
Weergavegebied
Beeldgebied
Ingangssignaal
4:3 formaat
Weergave op het scherm
of
of
16:9-I formaat
16:9-II formaat
Native formaat
Page 25
25
Nederlands
Bedieningselementen gebruiker
WEERGAVE
Rand verbergen
De functie Rand verbergen verwijdert de ruis uit een videobeeld.
Rand verbergen het beeld om de videocoderingsruis aan de
randen van de videobron te verwijderen.
Zoom
Druk op om een beeld te verkleinen.
Druk op om het beeld op het projectiescherm te vergroten.
H. beeldverschuiving
verschuift de positie van het geprojecteerde beeld horizontaal.
V. beeldverschuiving
verschuift de positie van het geprojecteerde beeld verticaal.
Ver. Keystone
Druk op of om de beeldvervorming verticaal aan te passen en
een rechthoekig beeld te maken.
Page 26
26
Nederlands
Bedieningselementen gebruiker
INSTELLING
Projectie
Achteraan-bureau
en Achteraanplafond moeten
worden gebruikt
met een doorzichtig
scherm.
Vooraan-bureau
Dit is de standaardselectie. Het beeld wordt recht geprojecteerd
op het scherm.
Achteraan-bureau
Wanneer deze optie is geselecteerd, verschijnt het beeld
gespiegeld.
Vooraan-plafond
Wanneer deze opties is geselecteerd, verschijnt het beeld
ondersteboven.
Achteraan-plafond
Wanneer deze opties is geselecteerd, verschijnt het beeld
gespiegeld en ondersteboven.
Menulocatie
Selecteer de locatie van het menu op het weergavescherm.
Projector ID
De ID-denitie kan worden ingesteld via het menu (bereik
0~99), en biedt de gebruiker via RS232 de controle over de
projector. Zie pagina 44 voor de volledige lijst met RS232opdrachten.
Page 27
27
Nederlands
Bedieningselementen gebruiker
Logo
Gebruik deze functie om het gewenste opstartscherm in te stellen.
Als er wijzigingen zijn uitgevoerd, worden ze van kracht wanneer
de projector de volgende keer wordt ingeschakeld.
Optoma: Het standaard opstartscherm.
Neutraal: Er wordt geen logo weergegeven.
Page 28
28
Nederlands
Bedieningselementen gebruiker
INSTELLING | Taal
Taal
Kies het meertalige OSD-menu. Druk in op of in het sub
menu en gebruik vervolgens de knop
voorkeur te kiezen. Druk op “Enter” om de selectie te voltooien.
of om de taal van uw
Page 29
29
Nederlands
Bedieningselementen gebruiker
INSTELLING | Signaal
“Signaal” wordt
alleen ondersteund
voor het analoge
VGA-signaal (RGB).
Fase
Synchroniseer de signaaltiming van het beeldscherm met deze
van de grasche kaart. Als het beeld onstabiel is of ikkert, ge-
bruikt u deze functie om dit te corrigeren.
Frequentie
Wijzig de frequentie van de weergavegegevens in overeenstem-
ming met de frequentie van de grasche kaart van uw computer.
Gebruik deze functie alleen als het beeld verticaal lijkt te ikkeren.
H. Positie
Druk op om het beeld naar links te verplaatsen.
Druk op om het beeld naar rechts te verplaatsen.
V. Positie
Druk op om het beeld omlaag te verplaatsen.
Druk op om het beeld omhoog te verplaatsen.
Page 30
30
Nederlands
Bedieningselementen gebruiker
INSTELLING |
Beveiliging
Beveiliging
Aan: kies “Aan” om de beveiligingsvericatie te gebruiken wan-
Beveiligingstimer
neer de projector wordt ingeschakeld.
Uit: Kies “Uit” om de projector te kunnen inschakelen zonder
wachtwoordvericatie.
Selecteer de tijdfunctie (Maand/Dag/Uur) om het aantal uur dat
de projector kan worden gebruikt, in te stellen. Nadat deze duur is
verstreken, zult u worden gevraagd uw wachtwoord opnieuw in te
voeren.
Page 31
31
Nederlands
Bedieningselementen gebruiker
De
standaardwaarde
voor het
wachtwoord
“1234” (eerste
keer).
INSTELLING |
Beveiliging
Wachtwoord wijzigen
Eerste keer:
1. Druk op “” om het wachtwoord in te stellen.
2. Het wachtwoord moet uit 4 cijfers bestaan.
3. Gebruik de cijfertoetsen op de afstandsbediening om uw
nieuw wachtwoord in te voeren en druk vervolgens op de
toets “
Wachtwoord wijzigen:
1. Druk op “” om het oude wachtwoord in te voeren.
2. Gebruik de cijfertoetsen om het huidige wachtwoord in te
voeren en druk vervolgens op “
3. Voer het nieuwe wachtwoord in (4 cijfers) via de
cijfertoetsen op de afstandsbediening en druk op “
te bevestigen.
4. Voer het nieuwe wachtwoord opnieuw in en druk op “
om te bevestigen.
Neem contact op met uw lokaal kantoor voor hulp als u uw
wachtwoord vergeten bent.
” om uw wachtwoord te bevestigen.
” om te bevestigen.
” om
”
Page 32
32
Nederlands
Bedieningselementen gebruiker
OPTIES
Bronvergrendeling
Aan: de projector zal de opgegeven verbindingspoort zoeken.
Uit: de projector zal andere signalen zoeken als het huidige
Grote hoogte
Wanneer "Aan" is geselecteerd, zullen de ventilators sneller
draaien. Deze functie is nuttig in gebieden op grote hoogte waar
de lucht dun is.
invoersignaal verloren is.
Info verbergen
Aan: kies “Aan” om het bericht “Zoeken” te verbergen.
Uit: kies “Uit” om het bericht “Zoeken” weer te geven.
Achtergrondkleur
Gebruik deze functie om een “Zwart”, “Rood”, “Blauw”, “Groen” of
“Wit” scherm weer te geven wanneer er geen signaal beschikbaar
is.
Reset
Kies “Ja” om de weergaveparameters van alle menu’s opnieuw in
te stellen volgens de fabrieksinstellingen.
Page 33
33
Nederlands
Bedieningselementen gebruiker
OPTIES | Gevanc.
Direct inschakelen
Kies “Aan” om de modus Direct inschakelen in te schakelen. De
projector wordt automatisch ingeschakeld wanneer er stroom
wordt geleverd, zonder dat op de knop “POWER” zowel aan de
bovenkant van de projector of zowel op de afstandsbediening
wordt gedrukt.
Auto uitschakelen (min)
Stelt het interval in voor de afteltimer. De afteltimer start het
aftellen wanneer het geen signaal naar de projector wordt
gestuurd. Wanneer de aftelling (in minuten) is voltooid, wordt de
projector automatisch uitgeschakeld.
Slaaptimer (min)
Stelt het interval in voor de afteltimer. De afteltimer wordt gestart
wanneer er al dan niet een signaal naar de projector wordt
gestuurd. Wanneer het aftellen (in minuten) is voltooid, wordt de
projector automatisch uitgeschakeld.
Page 34
34
Nederlands
Bedieningselementen gebruiker
OPTIES |
Lampinstellingen
Lampuren
Geeft de projectieduur weer.
Lampherinnering
Kies deze functie om het waarschuwingsbericht weer te geven
of te verbergen wanneer het bericht voor het vervangen van de
lamp wordt weergegeven. Het bericht verschijnt 30 uur vóór de
voorgestelde vervanging van de lamp.
Helderheidsmodus
STD: Kies “STD” om de projectorlamp te dimmen zodat er
minder energie wordt verbruikt en de levensduur van de
lamp tot 130% wordt verlengd.
LICHT: Kies “LICHT” om de helderheid te verhogen.
Reset lamp
Stel de teller voor de lampuren opnieuw in nadat u de lamp hebt
vervangen.
Page 35
35
Nederlands
Bijlagen
Probleemoplossing
Raadpleeg de volgende informatie als u problemen
ondervindt met de projector. Neem contact op met
uw lokale verdeler of met een onderhoudsdienst als
het probleem zich blijft voordoen.
Beeldproblemen
Er verschijnt geen beeld op het scherm
Controleer of alle kabels en voedingen correct en stevig zijn
aangesloten, zoals beschreven in het hoofdstuk “Installatie”.
Controleer of alle pinnen van de aansluitingen niet zijn verbogen
of gebroken.
Controleer of de projectielamp veilig is geïnstalleerd. Raadpleeg
het hoofdstuk “De lamp vervangen”.
Controleer of de functie “AV-dempen” niet is ingeschakeld.
Gedeeltelijk, rollend of onjuist weergegeven beeld
Druk op de afstandsbediening op “Opnieuw synchroniseren”.
Als u een pc gebruikt:
Voor Windows 95, 98, 2000, XP:
1. Dubbelklik op het pictogram “Deze computer”, open de
map “Conguratiescherm” en dubbelklik op het pictogram
“WEERGAVE”.
2. Selecteer het tabblad “Instellingen”.
3. Controleer of de instelling voor de beeldschermresolutie lager
is dan of gelijk is aan UXGA (1600 x 1200).
4. Klik op de knop “Geavanceerde eigenschappen”.
Als de projector het volledige beeld nog steeds niet projecteert,
zult u het beeldscherm dat u gebruikt moeten vervangen.
Raadpleeg de volgende stappen.
5. Controleer of de resolutie lager is dan of gelijk aan UXGA
(1600 x 1200).
6. Selecteer de knop “Wijzigen” op het tabblad “Beeldscherm”.
Page 36
36
Nederlands
Bijlagen
7. Klik op “Alle apparaten weergeven”. Selecteer vervolgens
“Standaardbeeldschermtypen” onder het vak SP. Selecteer de
resolutiemodus die u nodig hebt onder het vak “Modellen”.
8. Controleer of de instelling voor de beeldschermresolutie lager
is dan of gelijk is aan UXGA (1600 x 1200).
Als u een notebook gebruikt:
1. Volg eerst de bovenstaande stappen om de resolutie van de
computer aan te passen.
2. Druk op de geschikte toetsen die hieronder zijn weergegeven
voor uw notebookfabrikant om een signaal van de notebook uit
te zenden naar de projector. Voorbeeld: [Fn]+[F4]
Acer [Fn]+[F5]
Asus [Fn]+[F8]
Dell [Fn]+[F8]
Gateway [Fn]+[F4]
Mac Apple:
Systeemvoorkeuren Weergave Schikking
Gespiegelde weergave
Als u problemen ondervindt met het aanpassen van de resolutie
of als uw beeldscherm vastloopt, start dan alle apparatuur en de
projector opnieuw op.
Sommige notebooks kunnen uw eigen scherm deactiveren
wanneer een tweede weergaveapparaat in gebruik is. Elk scherm
wordt op een andere manier opnieuw geactiveerd. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van uw computer voor details.
Beeld is instabiel of ikkert
Gebruik “Fase” om dit te corrigeren. Zie pagina 29 voor meer
informatie
Wijzig de kleurinstelling voor het beeldscherm op uw computer.
Het beeld vertoont een verticale ikkerende balk
Gebruik “Frequentie” om een aanpassing uit te voeren. Zie pagina
29 voor meer informatie.
Controleer de weergavemodus van uw grasche kaart en
congureer deze opnieuw om de kaart compatibel te maken met
de projector.
Page 37
37
Nederlands
Bijlagen
Beeld is niet scherpgesteld
Pas de scherpstelring op de projectorlens aan.
Zorg ervoor dat het projectiescherm op de vereiste afstand van
1,0 tot 12,0 meter (3,3 tot 39,4 voet) van de projector staat.
Zie pagina 16.
Het beeld wordt uitgerekt wanneer een 16:9 DVD-titel
wordt weergegeven
Wanneer u een anamorfe DVD of 16:9 DVD afspeelt, zal de
projector het beste beeld in 16:9-formaat aan de zijde van de
projector worden weergegeven.
Als u een DVD-titel in 4:3-formaat afspeelt, moet u het formaat in
het OSD van de projector wijzigen naar 4:3.
Als het beeld nog steeds is uitgerekt, zult u ook de
breedte-hoogteverhouding moeten aanpassen op de volgende
manier:
Stel het beeldschermformaat in op de breedte-hoogteverhouding
16:9 (breed) op uw DVD-speler.
Het beeld is te klein of te groot
Pas de zoomring op de bovenkant van de projector aan.
Plaats de projector dichter bij of verder van het scherm.
Druk op de knop “MENU” op de afstandsbediening, ga naar
“Weergave Zoeken” en probeer de verschillende instellingen.
Het gebruik van de
trapeziumcorrectie
is niet aanbevolen.
Het beeld heeft schuine zijden
Verplaats de projector indien mogelijk zodat deze horizontaal
gecentreerd is op het scherm en onder de onderkant van het
scherm is gericht.
Druk op de knop “Keystone +/-” op de afstandsbediening tot de
zijden verticaal zijn.
Het beeld is omgedraaid
Selecteer “INSTELLING
projectierichting aan
Projectie” in het OSD-menu en pas de
.
Page 38
38
Nederlands
Bijlagen
Overige problemen
De projector reageert op geen enkele besturing
Schakel, indien mogelijk, de projector uit en trek vervolgens de
voedingskabel uit. Wacht 60 seconden voordat u de voeding
opnieuw aansluit.
Lamp is doorgebrand of maakt een knallend geluid
Als de lamp het einde van zijn levensduur bereikt, zal hij
doorbranden of een luid knallend geluid maken. Als dat gebeurt,
zal de projector niet opnieuw inschakelen tot de lampmodule is
vervangen. Om de lamp te vervangen, volgt u de procedures die
zijn beschreven in de sectie “De lamp vervangen” op pagina’s
40-41.
Indicator projectorstatus
Bericht LED-lamp
Stabiel licht
Geen licht
Bericht
Stand-bytoestand
(Ingang voedingskabel)
Inschakelen
(opwarmen)
Lampbelichting
Uitschakelen (afkoelen)
Fout (Over temp.)
Fout (ventilator
defect)
Fout (lamp defect)
Aan/Uit-LEDAan/Uit-LED
(Rood)(Blauw)
Knipperen
(0.5 sec uit, 0.5 sec aan)
Knipperen
(1 sec uit, 1 sec aan)
< 10 sec tot uit
Knipperen
(1 sec uit, 1 sec aan)
Knipperen
(0.5 sec uit, 2.0 sec aan)
Knipperen
(0.5 sec uit, 0.5 sec aan)
Page 39
39
Nederlands
Bijlagen
Berichten op het scherm
Temperatuurwaarschuwing:
Ventilator defect:
Lampwaarschuwing:
Buiten weergavebereik:
Problemen met de afstandsbediening
Als de afstandsbediening niet werkt
Controleer of de bedieningshoek van de afstandsbediening zowel
horizontaal als verticaal in een hoek van ±15° ten opzichte van de
IR-ontvangers op de projector is ingesteld.
Controleer of er geen hindernissen zijn tussen de
afstandsbediening en de projector. Ga binnen 7 m (20 ft) van de
projector staan.
Controleer of de batterijen juist zijn geplaatst.
Vervang de batterijen als ze leeg zijn.
Page 40
40
Nederlands
Bijlagen
De lamp vervangen
De projector zal de levensduur van de lamp automatisch
detecteren. Wanneer de levensduur van de lamp het einde
nadert, krijgt u een waarschuwingsbericht.
Wanneer u dit bericht ziet, moet u zo snel mogelijk contact
opnemen met uw lokale verdeler of servicecentrum om de
lamp te vervangen. Zorg ervoor dat de projector minstens 30
minuten is afgekoeld voordat u de lamp vervangt.
Waarschuwing: Als de projector aan het plafond is bevestigd,
moet u voorzichtig zijn wanneer u het toegangspaneel voor
de lamp opent. Wij raden u aan een veiligheidsbril te dragen
wanneer u de lamp vervangt van een projector die aan het
plafond is gemonteerd. “Ga voorzichtig te werk zodat er geen
losse onderdelen uit de projector vallen.”
Waarschuwing: Het lampcompartiment kan zeer warm zijn!
Laat de projector afkoelen voordat u de lamp vervangt!
Waarschuwing: Laat de lampmodule niet vallen of raak
de gloeilamp niet aan om het risico op lichamelijke letsels
te voorkomen. De gloeilamp kan uiteenspatten en letsels
veroorzaken als u de lamp laat vallen.
Page 41
41
Nederlands
Bijlagen
De schroeven op
1
2
3
4
de lampbedekking
en de lamp zelf
kunnen niet worden
verwijderd.
De projector
kan niet worden
ingeschakeld als
de lampbedekking
niet terug op
de projector is
geplaatst.
Raak het glazen
gedeelte van de
lamp niet aan.
Door vet aan de
handen kan de
lamp springen.
Gebruik een
droge doek om de
lampmodule schoon
te maken als u deze
per ongeluk hebt
aangeraakt.
Procedure voor het vervangen van de lamp:
1. Druk op de knop “POWER” om de voeding van de projector uit te schakelen.
2. Laat de projector minstens 30 minuten afkoelen.
3. Koppel de voedingskabel los.
4. Schroef de twee schroeven van het deksel los.
5. Til het deksel op en verwijder het.
6. Schroef de twee schroeven op de lampmodule los.
7. Til de lamphandgreep op en verwijder de lampmodule langzaam en
voorzichtig.
Keer de vorige stappen om, om de lampmodule te vervangen.
8. Schakel de projector in en voer de “Reset lamp” uit nadat de lampmodule is
vervangen.
Reset lamp: (i) Druk op “MENU” (ii) Selecteer “OPTIES” (iii) Selecteer
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
~XX24 n 7E 30 30 32 34 20 a 0D Color SettingsR ed Gain n = -50 (a=2 D 35 30) ~ 50 (a=35 30)
~XX25 n7E 30 30 32 35 2 0 a 0D Green Gainn = -50 (a=2D 35 30) ~ 50 (a=35 30)
~XX26 n 7E 30 30 32 36 20 a 0DBlue Gain n = -5 0 (a=2D 35 30) ~ 50 (a=35 30)
~XX27 n 7E 30 30 32 37 20 a 0D Red Biasn = -50 (a=2D 35 30) ~ 50 (a=35 30)
~XX28 n 7E 30 30 32 38 20 a 0D Green Bias n = -50 (a=2D 35 30) ~ 50 (a=35 30)
~XX29 n 7E 30 30 32 39 20 a 0D Blue Bias n = -50 (a=2D 35 30) ~ 50 (a=35 30)
~XX30 n 7E 30 30 33 30 20 a 0D Cyan n = -50 (a=2D 35 30) ~ 50 (a=35 30)
~XX31 n 7E 30 30 33 31 20 a 0D Yellow n = -50 (a=2D 35 30) ~ 50 (a=35 30)
~XX32 n 7E 30 30 33 32 20 a 0D Magenta n = -50 (a=2D 35 30) ~ 50 (a=35 30)
~XX33 1 7E 30 30 33 33 20 31 0DReset
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------~XX73 n7E 30 30 37 33 2 0 a 0DSignal Frequency n = -5 (a=2 D 35) ~ 5 (a=35) By signal
~XX74 n7E 30 30 37 34 20 a 0 DPhase n = 0 (a=30) ~ 31 (a=33 31 ) By signal
~XX75 n7E 30 30 37 35 20 a 0DH. Position n = -5 (a=2D 35) ~ 5 (a=35) By timing
~XX76 n7E 30 30 37 36 20 a 0DV. Position n = -5 (a=2D 35) ~ 5 (a=35) By timing
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------~XX99 17E 30 30 39 39 20 31 0DRS232 Alert ResetReset System Alert
~XX210 n 7E 30 30 32 30 30 20 n 0D Display message on the OSD n: 1-30 characters
Blackboard/Classroom
~XX151 17E 30 30 31 35 31 20 31 0D Model nameOKnn:1/2 =SVGA/XGA
~XX108 17E 30 30 31 30 38 20 31 0D Lamp HoursOKbbbbbbbb: LampHour
~XX108 27E 30 30 31 30 38 20 31 0D Cumulative Lamp Hours OKbbbbbbbbbb: (5 digits) To tal Lamp Hours
Page 48
48
Nederlands
Bijlagen
82,30
110,00
55,00
118,65
286,31
192,00
77,75
167,66
63,00
97,00
84,00
Wanneer schade
wordt veroorzaakt
door een onjuiste
installatie, wordt de
garantie ongeldig.
Waarschuwing:
1. Als u een
plafondmontageset
van een ander
bedrijf aanschaft,
moet u ervoor
zorgen dat u de
juiste schroefgrootte
gebruikt. De
schroefgrootte
zal verschillen
afhankelijk van
de dikte van de
montageplaat
2. Zorg dat u een
3. Vermijd het
opening van
minstens 10 cm
tussen het plafond en
de onderkant van de
projector behoudt.
installeren van de
projector in de buurt
van een warmtebron.
Installatie plafondmontage
1. Gebruik het pakket voor de plafondmontage voor de
installatie om schade aan uw projector te vermijden.
2. Als u een plafondmontageset van een derde wilt
gebruiken, moet u controleren of de schroeven die
worden gebruikt om de set op de projector te monteren,
aan de volgende specificaties voldoet:
Type schroef: M3*3
Maximale schroeflengte: 10mm
Minimale schroeflengte: 7,5mm
Lens
Unit: mm
Page 49
49
Nederlands
Bijlagen
Wereldwijde kantoren Optoma
Neem contact op met uw lokaal kantoor voor reparaties of
ondersteuning.
VSA
3178 Laurelview Ct.
Fremont, CA 94538, USA 888-289-6786
www.optomausa.com services@optoma.com
Canada
2420 Meadowpine Blvd., Suite #105 888-289-6786
Mississauga, ON, L5N 6S2, Canada 510-897-8601
www.optoma.ca services@optoma.com
Europa
42 Caxton Way, The Watford Business Park
Watford, Hertfordshire,
WD18 8QZ, UK +44 (0) 1923 691 800
www.optoma.eu +44 (0) 1923 691 888
Tel. service: +44 (0)1923 691865 service@tsc-europe.com
Unit A, 27/F Dragon Centre,
79 Wing Hong Street, +852-2396-8968
Cheung Sha Wan, +852-2370-1222
Kowloon, Hong Kong www.optoma.com.hk
China
5F, No. 1205, Kaixuan Rd., +86-21-62947376
Changning District +86-21-62947375
Shanghai, 200052, China www.optoma.com.cn
Page 51
51
Nederlands
Bijlagen
Voorschriften & veiligheidsrichtlijnen
In deze bijlage vindt u algemene mededelingen met betrekking tot
uw projector.
FCC-verklaring
Dit apparaat werd getest en voldoet aan de beperkingen voor een
digitaal apparaat van Klasse B, in overeenstemming met Deel 15
van de FCC-voorschriften. Deze beperkingen zijn ontwikkeld om
een redelijke beveiliging te bieden tegen schadelijke storingen in
een residentiële installatie. Deze apparatuur genereert, gebruikt
en straalt radiofrequentie-energie uit die, indien niet geïnstalleerd
en gebruikt in overeenstemming met de instructies, schadelijke
storingen kan veroorzaken aan radiocommunicaties.
Er kan echter geen garantie worden gegeven dat er geen
interferentie zal optreden in een specieke installatie. Als dit
apparaat toch schadelijke storingen veroorzaakt aan radio- of
televisieontvangst, wat kan vastgesteld worden door het apparaat
in en uit te schakelen, moet de gebruiker deze storing proberen
te corrigeren door een of meer van de volgende maatregelen te
nemen:
• Wijzig de richting van de ontvangstantenne of verplaats de
antenne.
• Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
• Sluit het apparaat aan op een stopcontact op een ander
circuit dan dat waarop de ontvanger is aangesloten.
• Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio/tv-technicus
voor hulp.
Opmerking: afgeschermde kabels
Alle aansluitingen op andere computerapparaten moeten
gebeuren met afgeschermde kabels zodat de FCCvoorschriften steeds worden nageleefd.
Opgelet
Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door
de fabrikant zijn goedgekeurd, kunnen de bevoegdheid
van de gebruiker, die wordt verleend door de Federale
Communicatiecommissie, om deze projector te gebruiken,
nietig verklaren.
Page 52
52
Nederlands
Bijlagen
Gebruiksvoorwaarden
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De
werking is onderhevig aan de volgende omstandigheden:
1. Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken
en
2. Dit apparaat moet elke ontvangen storing aanvaarden,
met inbegrip van storing die ongewenste werking kan
veroorzaken.
Opmerking: Canadese gebruikers
Dit digitale apparaat van Klasse B voldoet aan de Canadese
ICES-003.
Remarque à l’intention des utilisateurs
canadiens
Cet appareil numerique de la classe B est conforme a la
norme NMB-003 du Canada.
• R & TTE-richtlijn 1999/5/EG (als product RF-functie heeft)
Instructies met betrekking tot
afvalverwijdering
Gooi dit elektronische apparaat niet bij
het huishoudelijke vuil wanneer u het niet
langer gebruikt. Recycle het product om de
pollutie te minimaliseren en de maximale
bescherming van het wereldmilieu te
garanderen.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.