Omron V1000 Quick start guide [nl]

M Manual No.
V1000
Compacte stroomvector regelaar Model: VZA 200V enkelfasig van 0,12 tot 4,0/5,5 kW 200V driefasig van 0,12 tot 15/18,5 kW
400V driefasig van 0,2 tot 15/18,5 kW
Snelle Start Instructie
V1000
Snelle Start Gids
1 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen . . . . . . . . . 2
2 Mechanische installatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3 Elektrische installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
4 De digitale operator. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
5 Opstarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
6 Parametertabel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
7 Storingen verhelpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
ENGLISH
ENGLISH
I67E-NL V1000 Snelle Start Gids 1
1 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

1 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Omron Yakawa Motion Control B.V. (OYMC) levert producten voor gebruik in een grote variëteit van industriële toepassingen. De selectie en toepassing van OYMC producten blijft de verantwoordelijkheid van de machinebouwer/eindklant. OYMC is niet verantwoordelijk voor de manier waarop zijn producten ingebouwd zijn in afgewerkte systemen. OYMC producten mogen onder geen enkele voorwaarde gebruikt worden als exclusieve en enige veiligheidsbesturing. Zonder uitzondering moeten alle besturingen ontworpen worden zodat fouten en onveiligheden onder alle omstandigheden ontdekt worden. Alle toestellen waarin een OYMC product ingebouwd is, moeten vergezeld zijn van de nodige waarschuwingen en documentatie om het veilig gebruik van dit onderdeel door de eindgebruiker toe te laten. De eindgebruiker moet op de hoogte gesteld worden van elke waarschuwing die OYMC gemeld heeft. OYMC biedt een uitdrukkelijke garantie enkel op de kwaliteit van zijn producten conform met de standaarden en specificaties vermeld in de handleiding. GEEN ANDERE GARANTIE, GEHEEL OF GEDEELTELIJK, WORDT AANGEBODEN. OYMC neemt geen enkele aansprakelijkheid op zich voor verwondingen van personen, eigendomsschade, verlies, of claims die zich voordoen bij een verkeerde toepassing van zijn producten.

Algemene waarschuwingen

WARNING
• Lees deze handleiding voor installatie, bediening of onderhoud van de regelaar.
• Alle waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en instructies moeten nagevolgd worden.
• Al het werk moet uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel.
• Installeer de regelaar in overeenstemming met deze handleiding en de lokale wetgeving.
• Neem de veiligheidsvoorschriften in deze handleiding in acht.
Het uitvoerend bedrijf is verantwoordelijk voor elke verwonding of materiaalschade die het gevolg is van het niet in acht nemen van de waarschuwingen in deze handleiding.
WARNING
Duidt gevaarlijke situaties aan welke tot de dood of ernstige verwondingen kunnen leiden.
De volgende conventies worden gebruikt om veiligheidsboodschappen weer te geven:
CAUTION
Duidt gevaarlijke situaties aan welke tot kleine of matige verwondingen kunnen leiden.
NOTICE
Geeft een boodschap voor een stoffelijk schadegeval.
2 I67E-NL V1000 Snelle Start Gids
1 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Veiligheidswaarschuwingen

WARNING
Gevaar voor elektrische schokken
• De regelaar niet aanpassen of veranderen anders dan vermeld in deze handleiding.
Het niet respecteren hiervan kan leiden tot de dood of ernstige verwondingen. OYMC is niet verantwoordelijk voor een productmodificatie die uitgevoerd is door de
gebruiker. Dit product mag niet gemodificeerd worden.
• Raak geen klemmenstroken aan voordat de condensatoren volledig ontladen zijn.
Het niet respecteren hiervan kan leiden tot de dood of ernstige verwondingen. Schakel de voedingspanning uit vooraleer klemmen te bedraden. De interne condensatoren
blijven nog opgeladen nadat de voedingsspanning uitgeschakeld is. De ladingsindicatie-LED dooft uit als de DC busspanning beneden de 50 VDC is. Om electrocutie te voorkomen moet men minstens 5 minuten wachten nadat alle indicatoren uit zijn en de DC busspanning meten.
• Niet-gekwalificeerd personeel mag dit toestel niet gebruiken.
Het niet respecteren hiervan kan leiden tot de dood of ernstige verwondingen. Onderhoud, inspectie en vervanging van onderdelen mag enkel uitgevoerd worden door
bevoegde personen voor installatie, aanpassingen en onderhoud van AC-regelaars.
• Verwijder de behuizing niet of raak geen stoomkringbord aan als de spanning aan staat.
Het niet respecteren hiervan kan leiden tot de dood of ernstige verwondingen.
• Sluit de aardklem rechtstreeks aan op de aarde van de motor.
Het niet correct aarden kan leiden tot de dood of ernstige verwondingen door het aanraken van de motorbehuizing.
• Draag geen losse kleren of juwelen als men aan de regelaar werkt. Draag steeds oogbeschermers.
Het niet respecteren hiervan kan leiden tot de dood of ernstige verwondingen. Verwijder alle metalen voorwerpen zoals horloges en ringen, beveilig losse kleren en draag
oogbeschermers vooraleer men begint te werken aan de regelaar.
• Sluit de uitgangen van de regelaar nooit kort.
Sluit de uitgangen van de regelaar nooit kort. Het niet respecteren hiervan kan leiden tot de dood of ernstige verwondingen.
Plotselinge gevaarlijke bewegingen
• Blijf uit de buurt van de motor gedurende de roterende Auto-Tuning. De motor kan plotseling opstarten.
Bij het automatisch starten van apparatuur, kan de machine plotseling bewegen, wat kan leiden tot de dood of ernstige verwondingen.
ENGLISH
I67E-NL V1000 Snelle Start Gids 3
1 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
WARNING
• Het systeem kan onverwacht opstarten als het onder spanning wordt gezet, en zodoende de dood of ernstige verwondingen veroorzaken.
Verwijder persone el van de regelaar, motor en machine vooraleer de spanning in te schakelen. Bevestig afschermingen, koppelingen en belastingen vooraleer de spanning in te schakelen.
Brandgevaar
• Gebruik geen ongeschikte voeding.
Het niet respecteren hiervan kan resulteren in de dood of ernstige verwondingen door brand. Controleer of the nominale spanning van de regelaar overeenkomt met de aangelegde
ingangsspanning vooraleer men de spanning inschakelt.
• Gebruik geen ongeschikt of brandbaar materiaal.
Het niet respecteren hiervan kan leiden tot de dood of ernstige verwondingen door brand. Bevestig de regelaar op metaal of ander niet-brandbaar materiaal.
• Sluit geen AC-voedingsspanning aan op de uitgangsklemmen U, V, en W.
• Zorg ervoor dat de netspanning aangesloten is op de ingangsklemmen R/L1, S/L2, T/L3 (of R/L1 en S/L2 voor een enkelfasige netspanning) van het hoofdcircuit.
Sluit geen AC-voedingsspanning aan op de motoruitgangsklemmen van de regelaar. Het niet respecteren hiervan kan leiden tot de dood of ernstige verwondingen door brand als gevolg van het aansluiten van de netspanning op de uitgangsklemmen.
• Draai alle schroeven van de klemmenstroken aan met het gespecificeerde koppel.
Losse elektrische aansluitingen kunnen leiden tot de dood of ernstige verwondingen bij brand, veroorzaakt door oververhitting van elektrische aansluitingen.
CAUTION
Verpletteringsgevaar
• Til de regelaar niet aan de frontplaat op.
Het niet respecteren hiervan kan leiden tot lichte of middelmatige verwondingen veroorzaakt door het vallen van de regelaar.
Verbrandingsgevaar
• Raak de koelvin of de remweerstand niet aan vooraleer deze voldoende afgekoeld zijn.
4 I67E-NL V1000 Snelle Start Gids
1 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
NOTICE
Gevaar voor de apparatuur
• Lees de elektrostatische ontladingsprocedure (ESD) na bij het hanteren van de regelaar en de klemmenstroken.
Het niet respecteren hiervan kan leiden tot ESD-schade aan de regelaarcircuits.
• Sluit geen motor aan of ontkoppel deze niet van de regelaar, zolang de regelaar spanning uitgeeft.
Een verkeerde apparatuuraansluiting kan leiden tot beschadiging van de regelaar.
• Voer geen doorslagspanningstest uit op onderdelen van de regelaar.
Het niet respecteren hiervan kan leiden tot schade aan gevoelige onderdelen van de regelaar.
• Gebruik geen beschadigde apparatuur.
Het niet respecteren hiervan kan verdere beschadiging met zich meebrengen. Apparatuur met zichbare schade of ontbrekende onderdelen mag niet gebruikt worden.
• Installeer uitwendige onderbrekers en tref andere veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van kortsluiting in de uitwendige bedrading.
Zo niet, dan kan dit leiden tot beschadiging van de regelaar. De regelaar is geschikt voor circuits die niet meer dan 100.000 RMS symmetrische ampères,
240 VAC max. (200 V Klasse) en 480 VAC max. (400 V Klasse) leveren.
• Gebruik geen onafgeschermde kabel voor besturingsbedrading.
Het niet respecteren hiervan kan leiden tot elektrische interferentie en een slechte werking. Gebruik afgeschermde kabels en bevestig de afs cherming aan de aardklem van de regelaar.
• Enkel gekwalificeerd personeel mag het product gebruiken.
Zo niet, dan kan dit leiden tot schade aan de regelaar of de remweerstand. Lees aandachtig de handleiding bij het aansluiten van een remweerstand aan de regelaar.
• Wijzig de elektrische circuit van de regelaar niet.
Zo niet, dan kan de regelaar beschadigd worden en vervalt de productgarantie. OYMC is niet verantwoordelijk voor productaanpassingen gedaan door de gebruiker. Dit
product mag niet gewijzigd worden.
• Na het installeren en het aansluiten van de regelaar dient alle bedrading nagekeken te worden op fouten.
Zo niet, dan kan dit leiden tot schade aan de regelaar.
• Sluit nooit een niet-goedgekeurde LC/RC-netfilter, een fasevoorloopcondensator of een overspanningsveiligheidsmechanisme aan op het uitgangscircuit van de regelaar.
Dit kan leiden tot beschadiging van de regelaar of de motor.
ENGLISH
I67E-NL V1000 Snelle Start Gids 5
1 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Voorzorgsmaatregelen om te voldoen aan de CE
Laagspanningsrichtlijn
Deze regelaar is getest in overeenstemming met de Europese EN61800-5-1 standaard, en is volledig in overeenkomst met de Laagspanningsrichtlijn. De volgende condities moeten gerespecteerd worden om hieraan te blijven voldoen als een regelaar samen met een ander apparaat gebruikt wordt:
Gebruik regelaars niet in een omgeving met vervuilingsgraad groter dan 2 en een overspan­ningscategorie 3 in overeenstemming met IEC664.
Aard het nulpunt van de hoofdvoedingsbron bij 400 V klasse regelaars.
Voorzorgsmaatregelen om te voldoen aan de UL/cUL-
standaard
Deze regelaar is getest in overeenstemming met de UL-standaard UL508C en voldoet aan de UL vereisten. De volgende condities moeten gerespecteerd worden om hieraan te blijven voldoen als een regelaar samen met een ander apparaat gebruikt wordt:
Gebruik regelaars niet in een omgeving met vervuilingsgraad groter dan 2 (UL standaard). Gebruik UL-gecertificeerde koperdraden (tot 75°C) en gesloten kring connectoren of
CSA-gecertificeerde connectoren. Zie handleiding voor meer info. Bedraad laagspanningsaansluitingen met NEC klasse 1 kabels. Respecteer de nationale of
lokale regels voor het bedraden. Gebruik klasse 2 (UL) spanningsbronnen voor het bestu­ringscircuit. Zie handleiding voor meer info.
De regelaar is onderworpen aan de UL-kortsluittest welke specificeert dat gedurende een kortsluiting in de voeding, de stroom niet mag stijgen boven de 30.000 A max. bij 240 V voor een 200 V klasse regelaar en 480 V voor een 400 V regelaar.
De interne motoroverbelastingsbeveiliging in de regelaar is UL-gecertificeerd en in overeen­stemming met NEC en CEC. Instelling hiervan wordt gedaan via parameters L1-01/02. Zie handleiding voor meer info.
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van de
veiligheidsfunctie
De veiligheidsfunctie is ontworpen in overeenkomst met EN954-1, veiligheidscategorie 3 en EN61508, SIL2. Hij kan gebruikt worden om een veilige stop uit te voeren als gedefinieerd in EN60204-1, stop categorie 0 (ongecontroleerde stop bij het verbreken van de voedings­spanning). Zie handleiding voor meer info over toepassing van deze functie.
6 I67E-NL V1000 Snelle Start Gids

2 Mechanische installatie

2 Mechanische installatie

Bij ontvangst

Kijk de volgende punten na bij ontvangst van de regelaar: Controleer het apparaat op mechanische schade. Indien er schade is aan h et apparaat of delen
ontbreken, stelt u zich dan in verbinding met uw leverancier. Controleer of het typenummer op het apparaat overeenkomt met het nr. dat op de bestel- en
pakbon staat aangegeven. Indien dit niet het geval is, stelt u zich dan in verbinding met uw leverancier.

Installatieomgeving

Voor een optimale levensduur van de regelaar moet deze geïnstalleerd worden in een omge­ving die voldoet aan volgende omstandigheden.
Omgeving
Installatieomgeving Binnen (vrij van corrosief gas, olienevel of metaalstof)
-10
°C tot +40°C (NEMA Type 1) °C tot +50°C (Open-Chassis Type)
-10
Omgevings­temperatuur
Luchtvochtigheid 95% RH of minder (zonder condensatievorming) Opslagtemperatuur -20°C tot +60°C
Plaatsingsomgeving
Opstelhoogte Tot 1000 m Trillingen 10 - 20 Hz bij 9,8 m/s2, 20 - 55 Hz bij 5,9 m/s Oriëntatie Installeer de regelaar verticaal voor een maximaal koelingseffect.
Bij installatie in een gesloten elektrische schakelkast, dienen de nodige maatregelen genomen te worden zodat de temperatuur van de lucht in de kast niet boven de gegeven waarde uitstijgt.
Vermijd ijsvorming op de regelaar.
De regelaar dient geïnstalleerd te worden in een ruimte vrij van:
• olienevel en stof
• metaalpoeder, olie, water of andere vreemde deeltjes
• radioactief materiaal
• brandbaar materiaal zoals hout
• schadelijke gassen en vloeistoffen
• overdadige trillingen
•chlorides
• direct zonlicht
Omstandigheden
2
ENGLISH
I67E-NL V1000 Snelle Start Gids 7
2 Mechanische installatie
Installatie, oriëntatie en tussenruimte
Installeer de regelaar altijd rechtopstaand. Laat voldoende tussenruimte om een natuurlijke afvoer van de warmte mogelijk te maken.
Opm.: Verschillende regelaars kunnen naast
elkaar geïnstalleerd worden door zij­aan-zij installatie toe te passen. Zie installatiehandboek.
30 mm 30 mm

Afmetingen

d
A
IP20 / Open
Chassis
B
IP20 / Nema
1
Type
W1
H2
H1
Model VZA*
H
Fig. W H D W1 H1 H2 H3 H4 D1 d
B0P1
68 128 76 56 118 5 - - 6,5 M4 0,6 B0P2 68 128 76 56 118 5 - - 6,5 M4 0,7 B0P4 68 128 118 56 118 5 - - 38,5 M4 1,0
W
B0P7 108 128 137,5 96 118 5 - - 58 M4 1,5 B1P5 108 128 154 96 118 5 - - 58 M4 1,5 B2P2 140 128 163 128 118 5 - - 65 M4 2,1 B4P0 in ontwikkeling 20P1 68 128 76 56 118 5 - - 6,5 M4 0,6
A
20P2 68 128 76 56 118 5 - - 6,5 M4 0,6
D1
D
d
W1
H3
20P4 68 128 108 56 118 5 - - 38,5 M4 0,9 20P7 68 128 128 56 118 5 - - 38,5 M4 1,1
H2
21P5 108 128 129 96 118 5 - - 58 M4 1,3 22P2 108 128 137,5 96 118 5 - - 58 M4 1,4 24P0 140 128 143 128 118 5 - - 65 M4 2,1
H
25P5
H1
27P5 140 254 140 122 248 6 13 6,2 55 M5 3,8
2011 180 290 163 160 284 8 15 6,2 75 M5 5,5
140 254 140 122 248 6 13 6,2 55 M5 3,8
B
2015 220 358 187 192 336 7 15 7,2 78 M5 9,2
W
H4
40P4 108 128 99 96 118 5 - - 28 M4 1,0
40P2
108 128 81 96 118 5 - - 10 M4 0,8
40P7 108 128 137,5 96 118 5 - - 58 M4 1,4 41P5 108 128 154 96 118 5 - - 58 M4 1,5
A 42P2 108 128 154 96 118 5 - - 58 M4 1,5 43P0 108 128 154 96 118 5 - - 58 M4 1,5 44P0 140 128 143 128 118 5 - - 65 M4 2,1 45P5 47P5 140 254 140 122 248 6 13 6,2 55 M5 3,8
D1
D
4011 180 290 143 160 284 8 15 6 55 M5 5,2 4015 180 290 163 160 284 8 15 6 75 M5 5,5
140 254 140 122 248 6 13 6 55 M5 3,8
B
Afmetingen (mm)
100 mm
100 mm
Lucht
Lucht
Gew,
(kg)
8 I67E-NL V1000 Snelle Start Gids

3 Elektrische installatie

De onderstaande figuur toont het aansluitschema.
Gebruik voor
eenfasevoeding
R/L1 en S/L2
Zekeringen
L1
Voeding
L2
L3
Hoofdschakelaar
Vooruit/Stop
Filter
Achteruit/Stop
Externe fout
Foutherstel
Multi-toerentallen 1
Multi-toerentallen 2
Multifunctie digitale
ingangen
(standaardinstelling)
2 kΩ
Multifunctionele puls- / analoge ingangen
(standaard: referentiefrequentie)
Veiligheidsuit-
schakel ingangen
DC-smoorspoel
(optie)
R/L1
S/L2
T/L3
S1
S2
S3
S4
S5
S6
DIP switch S3
SC
Afgeschermde aarde-aansluiting
Pulsingang
RP
(max. 32 kHz)
Voeding analoge ingang
+V
+10,5 VDC, max. 20 mA
Multifunctie analoge ingang 1
A1
0 tot 10 V (20 k Multifunctie analoge ingang 2
A2
0 tot 10 V (20 k
AC
0/4 tot 20 mA (250
H2
H1
HC
Link
Eindweerstand (120
Thermisch
V1000
+24 V 8mA
24 V
SINK
SOURCE
0V
Ω
)
Ω
) of
Ω
Ω
, 1/2 W)
relais
B1+1+2 B2
)
Rem-
weerstand
(optie)
U/T1
V/T2
W/T3
MA
MB
MC
P1
P2
PC
MP
AM
AC
R+
R
S+
S
IG
3 Elektrische installatie
U
V
M
W
Afgeschermde
kabel
Aarding
Multifunctie relaisuitgang 250 VAC / 30 VDC
Storing
(10 mA tot 1 A) (standaardinstelling)
Tijdens werking
Overeenstemming frequenties Photocoupler common
Pulstreinuitgang (max. 32 kHz) (uitgangsfrequentie)
Analoge uitgang 0 tot +10 VDC (2mA) (uitgangsfrequentie)
Multifunctie photo­coupler uitgang 48 VDC, max. 50 mA (standaardinstelling)
Bewakingsuitgangen (standaardinstelling)
Memobus comm. RS-485/422 max. 115 kBps
ENGLISH
Symbolen:
Gebruik twisted-pair kabels
Gebruik afgeschermde twisted-pair
Geeft een aansluiting hoofdcircuit aan.
Geeft een aansluiting stuurcircuit aan.
kabels
I67E-NL V1000 Snelle Start Gids 9
3 Elektrische installatie

Bedradingsspecificaties

Hoofdcircuit

Voor het hoofdcircuit dient men de zekeringen en netfilters zoals weergegeven in de tabel te gebruiken. Het aangegeven aandraaimoment niet overschrijden.
Model
VZA*
B0P1 B0P2 TRS10R 1,5 M3,5 M3,5 M3,5
A1000-FIV1010-RE A1000-FIV1010-SE B0P4 TRS20R 1,5 M3,5 M3,5 M3,5 B0P7
A1000-FIV1020-RE A1000-FIV1020-SE B1P5 TRS50R 4 M4 M4 M4
B2P2 A1000-FIV1030-RE A1000-FIV1030-SE TRS60R 4 M4 M4 M4 B4P0 in ontwikkeling
20P1 20P2 TRS5R 1,5 M3,5 M3,5 M3,5
A1000-FIV20010-RE A1000-FIV20010-SE
20P4 TRS10R 1,5 M3,5 M3,5 M3,5 20P7 TRS15R 1,5 M3,5 M3,5 M3,5 21P5
A1000-FIV2020-RE A1000-FIV2020-SE
22P2 TRS35R 4 M4 M4 M4 24P0 A1000-FIV2030-RE A1000-FIV2030-SE TRS60R 4 M4 M4 M4 25P5
A1000-FIV2060-RE A1000-FIV2050-SE
27P5 2011
A1000-FIV2100-RE -
2015 40P2
A1000-FIV30005-RE A1000-FIV30005-SE
40P4 TRS5R 2,5 M4 M4 M4 40P7 41P5 TRS20R 2,5 M4 M 4 M4
A1000-FIV3010-RE A1000-FIV3010-SE
42P2 TRS20R 2,5 M4 M 4 M4 43P0 TRS20R 2,5 M4 M 4 M4 44P0 A1000-FIV3020-RE A1000-FIV3020-SE TRS30R 4 M4 M4 M4 45P5
A1000-FIV3030-RE A1000-FIV3030-SE
47P5 4011
A1000-FIV3050-RE -
4015
EMC-filtertype
Rasmi Schaffner
Hoofd-
zekering
(Ferraz)
TRS5R 1,5 M3,5 M3,5 M3,5
TRS35R 2,5 M4 M4 M4
TRS5R 1,5 M3,5 M3,5 M3,5
TRS25R 2,5 M4 M4 M4
A6T70 A6T100 A6T150 A6T200
TRS2.5R 2,5 M4 M4 M4
TRS10R 2,5 M4 M4 M4
A6T50
A6T60
A6T70
A6T80
Geadv.
motor
kabel
[mm²]
<1>
6M4M4M5
<1>
10 M4 M4 M5
<1>
16 M6 M5 M6
<1>
25 M8 M5 M6
<1>
4M4M4M5
<1>
6M4M4M5
<1>
10 M5 M5 M5
<1>
10 M5 M5 M6
<1> Om aan de UL-normen te voldoen dient een ander type zekering gebruikt te worden. Zie instructiehandleiding.
Aandraaimomentwaarden
Schroef het hoofdcircuit aan met het aandraaimoment zoals vermeld in de onderstaande tabel.
Klem M3.5 M4 M5 M6 M8
Aandraaimoment [Nm] 0,8 tot 1,0 1,2 tot 1,5 2,0 tot 2,5 4,0 tot 5,0 9,0 tot 11,0
Klemmen hoofdcircuit
R/L1,S/L2,T/L3,
U/T1,V/T2,W/T3,
- , +1, +2
B1, B2 GND
10 I67E-NL V1000 Snelle Start Gids
3 Elektrische installatie
-

Besturingscircuit

Het besturingsbord is uitgerust met schroefloze klemverbindingen. Gebruik daarom draden die voldoen aan de onderstaande specificaties. Voor een veilige bedrading is het aangeraden om draden met vaste kern of flexibele draden met een kabelschoen te gebruiken. De strip­lengte of kabelschoenlengte moet 8 mm bedragen.
Draadtype Draad diameter
Vast 0,2 tot 1,5 mm² Flexibel 0,2 tot 1,0 mm² Flexibel met kabelschoen 0,25 tot 0,5 mm²

EMC-filter installatie

De regelaar is getest volgens de Europese standaard EN61800-3. Om te voldoen aan de EMC-standaard, moet het hoofdcircuit aangesloten worden zoals hieronder aangegeven.
1. Installeer de juiste EMC-netfilter aan de ingangszijde. Zie de bovenstaande lijst of raad­pleeg de installatiehandleiding.
2. Installeer de regelaar en de EMC-netfilter in dezelfde kast.
3. Gebruik afgeschermde aansluitkabels voor de regelaar en de motor.
4. V e rwijder verf en vuil om de aardingsimpedantie te verzekeren.
5. Installeer een AC-reactor bij regelaars kleiner dan 1 kW om in overeenstemming te zijn met EN61000-3-2. Zie installatiehandleiding of contacteer uw leverancier voor details.
Kabelbevestiging
N
L1
PE
Paneel of montagewand
Aardingsoppervlak (verwijder verflaag)
Metaalplaat
Kabelbevestiging
L2
L1
L3
PE
Paneel of montagewand-
Aardingsoppervlak (verwijder verflaag)
Metaalplaat
ENGLISH
N
EMC Filter
Bedradingsafstand
zo kort mogelijk
E
L1
R/L1S/L2 T/L3
Kabelbevestiging
aarding
U/T1 V/T2
M
W/T3
Regelaar
Aardingsop-
pervlak
(verwijder
verflaag)
Motorkabel met gevlochten afscherming
Afscherming aarden aan motorzijde
EMC Filter
E
L3
L1
L2
Bedradingsafstand
zo kort mogelijk
R/L1S/L2 T/L3
R/L1S/L2 T/L3
Kabelbevestiging
aarding
U/T1 V/T2
U/T1 V/T2
M
W/T3
W/T3
Regelaar
Aardingsopper vlak (verwijder
verflaag)
Motorkabel met gevlochten afscherming
Afscherming aarden aan motorzijde
Bekabeling van 1- en 3-fase(n) regelaars volgens EMC normen
I67E-NL V1000 Snelle Start Gids 11
3 Elektrische installatie
Bedrading van hoofd- en besturingscircuit
Bedrading van de hoofdcircuitingang
Neem de volgende voorzorgen voor de hoofdcircuitingang.
• Gebruik enkel zekeringen die ontworpen zijn voor gebruik in combinatie met regelaars.
• Bij gebruik van een aardlekschakelaar, moet deze geschikt zijn voor zowel DC- als hoog­frequente stroom.
• Als er een ingangsschakelaar gebruikt wordt, zorg ervoor dat deze niet meer dan eens per half uur moet werken.
Gebruik een DC- of AC-reactor aan de ingangszijde van de regelaar:
• Om de harmonische stromen te onderdrukken.
• Ter verbetering van de cos phi factor aan de voedingszijde.
• Bij gebruik van een ‘advancing capacitor switch’.
• Met een hoogvermogen transistorvoeding (boven 600 kVA).

Bedrading van de hoofdcircuituitgang

Neem de volgende voorzorgen voor de bedrading van het uitgangscircuit.
• Sluit enkel en alleen een 3-fasige motor aan op de uitgang van de regelaar.
• Sluit nooit een voedingsbron aan op de uitgang van de regelaar.
• Het kortsluiten of het aarden van de uitgangsklemmenstrook is niet toegestaan.
• Gebruik geen condensatoren voor fasecorrectie.
• Wanneer er een magneetschakelaar geplaatst wordt tussen de regelaar en de motor, mag deze nooit bediend worden als de regelaar spanning uitstuurt. Dit toch doen kan leiden tot hoge piekstromen en het falen van de overstroomdetectie of beschadiging van de regelaar .

Aarding

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen bij het aarden van de regelaar.
• Gebruik nooit gemeenschappelijke aardingen met lasposten, enz.
• Gebruik steeds aardingsdraad die voldoet aan de standaarden. De aardingsdraad moet zo kort mogelijk zijn. De regelaar veroorzaakt lekstromen. Als de afstand tussen de aardelek­trode en de aardklem te lang is, zal het aardpotentiaal van de regelaar onstabiel worden.
• Bij het gebruik van meerdere regelaars mag de aardingsdraad niet doorgelust worden.

Voorzorgsmaatregelen bij het bedra den van het besturingscircuit

Neem de volgende voorzorgen bij het bekabelen van het besturingscircuit.
• De bekabeling van het besturingingscircuit scheiden van het hoofdcircuit en van hoogspanningslijnen.
• De bekabeling voor de besturingsklemmen MA, MB, MC (contactuitgang) scheiden van de bekabeling van de andere besturingsklemmen.
12 I67E-NL V1000 Snelle Start Gids
3 Elektrische installatie
• Een voeding voor externe controle moet voldoen aan UL norm klasse 2.
• Voor het besturingscircuit moeten twisted pair of afgeschermde twisted pair kabels ge­bruikt worden ter voorkoming van werkingsfouten.
• Aard de kabelafscherming met een zo groot mogelijk contactoppervlak.
• De kabelafscherming moeten aan beide zijden van de kabel geaard worden.

Aansluitklemmen hoofdcircuit

Terminal Type Functie
R/L1, S/L2, T/L3
U/T1, V/T2, W/T3 Regelaar uitgang Motor aansluitingen.
B1, B2
+1, +2 DC-kringsmoorspoel
+1, –
(2 terminals)
Netspanning ingangsklemmen
Remweerstand aansluiting
DC-voedings­aansluiting
Aarde aansluiting

Aansluitklemmen besturingscircuit

De onderstaande figuur geeft een overzicht van de aansluitklemmen van het besturingscir­cuit. De regelaar is uitgerust met schroefloze klemmen.
Zet netspanning op de regelaar. Gebruik bij een eenfase regelaar altijd de klemmen R/L1, S/L2. (NOOIT T/L3).
Remweerstand aansluiting. Bij het aansluiten van een smoorspoel dient de draadbrug tussen +1 en
+2 verwijdert te worden. Gelijkspanningsingang (+1 = Plus, –: Min).
Voor 200 V klasse: aarding van minder dan 100 Ω Voor 400 V klasse: aarding van minder dan 10 Ω
S2 S1
ENGLISH
R+ R- S+ S- IG
P1 P2 PC A1 A2 +V AC AM AC MP
S1 S2 S3 S4 S5 S6 SC HC H1 H2 RP
S3
MA MB MC
Er zijn 3 DIP schakelaars, S1 tot S3 , geplaatst op het besturingscircuitbord
SW1 Schakelt analoge ingang A2 tussen spanningsingang en stroomingang SW2 Schakelt de afsluitweerstand voor de serieële communicatie RS-422A/RS-485 aan of uit.
Gebruikt voor omschakeling tussen PNP/NPN (standaard) aansturing van de digitale ingangen. (PNP
SW3
vereist een externe 24 VDC voedingsspanning.)
I67E-NL V1000 Snelle Start Gids 13
3 Elektrische installatie
Aansluitklemmen besturingscircuit
Type No. Klemnaam (signaal) Functie (signaalniveau), standaardwaarde
Multi­functie digitale ingangen
Multi­functie analoge/ puls­ingangen
Veilig­heids­uitscha­kelingan­gen
Multi­functie relaisuit­gangen
Multi­functie PHC uitgang
Monitor uitgang
MEMO­BUS/ commu­nicatie
S1 totS6Multi-functie digitale ingang 1 tot 6
Common van multi-functie
SC
ingangen
RP Pulstrein ingang
+V Voeding analoge ingang +10,5 V (max toelaatbare stroom 20 mA) A1 Multi-functie analoge ingang 1 A2 Multi-functie analoge ingang 2 AC Common frequentiereferentie 0 V
Common veiligheidsuitschakel-
HC
ingang
H1 Veiligheidsuitschakelingang 1 Een of beide open: uitgang regelaar uitgeschakeld (tijd tus-
H2 Veiligheidsuitschakelingang 2
MA N.O. (fout) MB N.C. uitgang (fout)
MC Common digitale uitgang
P1 Photocoupler uitgang 1 P2 Photocoupler uitgang 2
PC Common photocoupler uitgang
MP Pulstrein uitgang 32 kHz (max) AM Analoge monitor uitgang 0 tot 10 VDC (minder dan 2 mA), resolutie: 1/1000 (10 bit)
AC Common monitor uitgang 0 V R+ Com m uni catie ingang (+) R– Communicatie ingang (–) S+ Communicatie uitgang (+)
S- Communicatie uitgang (–)
OPMERKING! De klemmen HC, H1, H2 worden gebruikt voor de veiligheids-
afschakelfunctie welke de uitgangsspanning in minder dan 1 ms wegneemt, als één van beide ingangen H1 of H2 open zijn. Het voldoet aan EN954-1, veiligheidscategorie 3 en EN61508, SIL2. Het kan gebruikt worden om een veilige stop te realiseren gedefinieerd in EN60204-1, stop cat. 0. Verwijder de verbindingsdraden niet tussen HC, H1 of H2 tenzij de veiligheidsafschakelfunctie gebruikt is.
Photocoupler ingangen, 24 VDC, 8 mA Opm.: De regelaar staat standaard in NPN mode. Bij gebruik van PNP mode, zet DIP schakelaar S3 op “SOURCE” en gebruik een externe 24 VDC voeding (±10%).
Sequence common Responsfrequentie: 0,5 tot 32 kHz, belasting: 30 tot 70%,
Hoog: 3,5 tot 13,2 V, Laag: 0,0 tot 0,8 V, ingangs­impedantie: 3 kΩ)
0 tot +10 VDC (20 kΩ) resolutie 1/1000 0/4 tot 20 mA (250 Ω) resolutie: 1/500 (enkel A2)
+24 V (max 10 mA toegestaan)
sen ingang open en regelaar uitgang uitgeschakeld is kleiner dan 1 ms) Beide gesloten: normale werking
Digitale relaisuitgang 30 VDC, 10 mA tot 1 A 250 VAC, 10 mA tot 1 A
Digitale photocoupler uitgang 48 VDC, 0 tot 50 mA
MEMOBUS/Modbus communicatie.: RS-485 of RS-422, 115,2 kBps (max)
14 I67E-NL V1000 Snelle Start Gids
4 De digitale operator
4 De digitale operator

LED-operator en toetsen

Via de LED-operator kan men de regelaar parametreren, starten/stoppen, evenals foutinformatie weergeven. De LED-indicatoren geven de status van de regelaar weer.

Toetsen en functies

Display Naam Functie
Data display Toont relevante gegevens, zoals frequentiereferentie, parameternummer, enz.
ESC toets Keert terug naar het vorige menu.
Verplaatst de cursor naar rechts. Heft een fout op.
Start de regelaar in LOCAL mode. De RUN LED
• is aan wanneer de regelaar de motor aanstuurt.
• knippert gedurende deceleratie tot stop of wanneer de frequentiereferentie 0 is.
• knippert snel wanneer de regelaar uitgeschakeld is door een DI, wanneer de regelaar gestopt is door een snelle stop DI of wanneer er een run commando actief was tijdens het aanleggen van de spanning.
Schakelt de besturing van de regelaar tussen de digitale operator (LOCAL) en het besturingscircuit bord (REMOTE). De LED is aan als de regelaar in LOCAL besturing staat (bediening via toetsen op operator).
Knippert : De regelaar is in alarm status. Aan: Er is een fout opgetreden en de uitgang is gestopt.
Aan: De draairichting van de motor is achterwaarts. Uit: De draairichting van de motor is voorwaarts. Aan: De regelaar is klaar om de motor aan te sturen. Uit: De regelaar is in de Verify, Setup, Parameter Setting of Autotuning mode. Aan: De uitgangsfrequentie wordt weergegeven op het display. Uit: Iets anders dan de output frequentie wordt weergegeven op het display.
RUN
STOP
ALM
REV
DRV
FOUT
RESET toets
RUN toets
Up toets Scrolt naar boven om parameternummers, instelwaarden, enz. te selecteren.
Down toets Scrolt naar beneden om parameternummers, instelwaarden, enz. te selecteren.
STOP toets Stopt de regelaar.
ENTER toets Selecteert de modes, parameters en wordt gebruikt om de settings op te slaan.
LO/RE selectietoets
ALM LED
REV LED
DRV LED
FOUT LED
STOP
ENGLISH
I67E-NL V1000 Snelle Start Gids 15
4 De digitale operator
Menustructuur en -modes
De volgende figuur verduidelijkt de menustructuur van de digitale operator.
Werking toetsen
Schakel spanning aan (DRV knippert)
Vooruit selectie Achteruit selectie
:
:
:
Uitgangsfrequentie
DRV LED is aan.
Een run commando start de motor.
DRV LED is uit.
De motor kan niet gestart worden.
Uitgangsstroom
Uitgangsspanning
Monitor Display
Verify Menu
Setup Mode
Parameter Setting Mode
Auto-Tuning
XX
XXXX
XX
:
De Monitor Displays worden
XX
gebruikt om regelaargegevens zoals status van de uitgangen, uitgangsfrequentie, foutinformatie
XX
enz. uit te lezen.
XX
Het Verify Menu toont alle parameters die niet gelijk zijn aan de standaard instelling.
XX
XX
De Setup Mode wordt gebruikt om een minimale set parameters te configureren die benodigd zijn
XX
voor de toepassing.
XX
In the Parameter Setting Mode kunnen alle parameters van de regelaar ingesteld worden.
XX
Auto-Tuning meet de motorge­gevens voor een optimale werking van de regelaar/motor combinatie.
XX
16 I67E-NL V1000 Snelle Start Gids

5 Opstarten

5 Opstarten

Setup-procedure van de regelaar

De onderstaande figuur toont de basis setup-procedure. In de volgende pagina’s wordt elke stap meer in detail uitgelegd..
START
Installeer en bekabel de regelaar zoals uitgelegd.
Zet spanning op de regelaar.
Initialiseer de regelaar indien nodig met parameter A1-01.
Stel de referentie- en run parameters in.
Voer autotuning uit of stel de motorgegevens handmatig in.
* b1-01, b1-02 voor referentiefrequentie en RUN commando selectie * H1-xx, H2-xx, H3-xx, H4-xx, H6-xx om de I/O’s te configureren * Frequentiereferentie waarden * C1-xx, C2-xx voor acceleratie-/deceleratietijden en S-curves
Start de motor zonder belasting, controleer de werking en verifieer of de hoofdcontroller (bv. PLC,...) de regelaar aanstuurt zoals gewenst.
Basis parameters instellen/controleren:
ENGLISH
Sluit de belasting aan, start de motor en controleer de werking
Verfijn en stel toepassingsparameters in (bv. PID,...) indien nodig.
Finale controle van de werking en de instellingen.
Regelaar is klaar voor de toepassing
I67E-NL V1000 Snelle Start Gids 17
5 Opstarten

Voedingsspanning aan

Voor het inschakelen van de voedingsspanning:
• Zorg ervoor dat alle bedrading correct is aangesloten.
• Zorg ervoor dat er geen schroeven, losse draadeinden of gereedschap achtergebleven is in de regelaar.
• Na het inschakelen van de voedingsspanning moet de regelaar mode display verschijnen, zonder dat er een fout of een alarm wordt weergegeven.

Selectie besturingsmode (A1-02)

Er zijn 3 besturingsmodes mogelijk. Selecteer de besturingsmode die het best aansluit bij de toepassing die de regelaar wil aansturen.
Besturingsmode Parameter Voornaamste toepassing
V/f controle A1-02 = 0
Open Loop Vector Controle (OLV)
PM Open Loop Vector Control
A1-02 = 2
(standaard)
A1-02 = 5
• Algemene variabele snelheidstoepassingen, in het bijzonder gebruikt als meerdere motoren aangestuurd worden door één enkele regelaar
• Ter vervanging van een regelaar waarvan de parameter settings onbekend zijn
• Algemene variabele snelheidstoepassingen
• Toepassingen waar een hoge nauwkeurigheid en nauwkeurige snelheids­controle vereist is
• Vermindert koppel-belastingstoepassingen waar permanent magneet motoren (SPM, IPM) gebuikt worden en bespaart tevens energie.
Autotuning (T1-)
Autotuning stelt automatisch de motorgegevens in de relevante regelaarparameters. Drie verschillende modes worden ondersteund
Tuningmode Parameter
Roterende autotuning
Belastingsweerstand tuning
Roterende autotuning voor energiebesparing
T1-01 = 0 OLV
T1-01 = 2
T1-01 = 3 V/f controle
Besturings-
mode
OLV, V/f
controle
Omschrijving
Uit te voeren als de regelaar in Open Loop Vector controle staat. Om een hoge nauwkeurigheid te verkrijgen moet de motor zonder belasting kunnen draaien tijdens het tunings­proces.
Uit te voeren in V/f controle als de motorkabel lang is of als de kabel veranderd is.
Uit te voeren bij Energy Saving of Speed Search. Om een hoge nauwkeurigheid te verkrijgen moet de motor zonder belasting kunnen draaien tijdens het tuningsproces.
CAUTION
Raak de motor niet aan voordat de autotuning beëindigd is. Tijdens de autotuning, en zelfs als de motor niet draait, staat deze steeds onder spanning.
18 I67E-NL V1000 Snelle Start Gids
5 Opstarten
Ga naar het autotuning menu voor autotuning en voer de aangegeven stappen in de onder­staande figuur uit. De hoeveelheid gegevens van het motorplaatje hangt af van de gekozen autotuning. Hier wordt de roterende autotuning getoond.
Regelaar display
mode
Ga naar de
autotuning mode
Selecteer de tuning
methode
ENGLISH
Stel alle naamplaat-
gegevens in
De tuning start-
display verschijnt
Tijdens de tuning
knippert de DRV
LED
Na een succesvolle
tuning verschijnt
“End” op de display
Als er geen autotuning kan gedaan worden (nul belasting niet mogelijk, enz.) dan moeten de max. frequentie en spanning handmatig in de E1- parameters ingegeven worden en de motorgegevens in de E2- parameters.
OPMERKING! De veiligheidsafschakelingangen moeten gesloten zijn tijdens de
autotuning.
I67E-NL V1000 Snelle Start Gids 19
5 Opstarten
Referentie en Run selectie
De regelaar heeft een LOCAL en REMOTE mode. De LED in de LO/RE toets geeft de sta­tus weer.
Status Omschrijving LO/RE LED
LOCAL
REMOTE
Het Run/Stop signaal en de referentiefrequentie worden ingegeven via het operator bedieningspaneel.
Het Run signaal wordt bepaald via parameter b1-02 en de referentiefrequentie via parameter b1-01.
ON
OFF
Als de regelaar in REMOTE mode staat, zorg er dan voor dat de correcte gegevens voor de referentiefrequentie en het run commando in de parameters b1-01/02 staan en de regelaar in REMOTE mode staat.

I/O Setup

Multi-functionele digitale ingangen (H1-)
De functie van elke digitale ingang kan toegekend worden via de parameters H1-. De standaard instellingen staan weergegeven in het bedradingsdiagram op pagina 9.
Multi-func tionele digitale uitgang e n (H2 - )
De functie van elke digitale uitgang kan toegekend worden via parameters H2-. De stan­daard instellingen staan weergegeven in het bedradingsdiagram op pagina 9. De instel­waarde van deze parameters bestaat uit 3 digits, waarvan de middenste en de rechtse digit de functie bepalen en de linkse digit de uitgangskarakteristiek. (0: uitgang zoals geselecteerd, 1 : geïnverteerde uitgang).
Multi-func tionele analoge ingangen (H3-)
De functie van elke analoge ingang kan toegekend worden via parameters H3-. De stan­daard instelling van beide ingangen is “referentiefrequentie”. Ingang A1 is ingesteld voor 0 tot 10 V en A2 voor 4-20 mA. De som van beide ingangswaarden bepaalt de referentiefre­quentie.
OPMERKING! Als het ingangssignaalniveau van ingang A2 is veranderd tussen
spanning en stroom, moet DIP schakelaar S1 in de correcte positie staan. Ook parameter H3-09 moet correct ingesteld zijn.
Monitoruitgang (H4-)
Gebruik de H4- parameters om de uitgangswaarden van de analoge monitoruitgang in te stellen evenals om het uitgangsspanningsniveau aan te passen. De standaard monitor instel­ling is “uitgangsfrequentie”.
20 I67E-NL V1000 Snelle Start Gids
5 Opstarten

Referentiefrequentie en acceleratie-/deceleratietijden

Referentiefre q ue nti e in ste l ling (b1-01)

Stel parameter b1-01 in volgens de gebruikte referentiefrequentie.
b1-01 Referentiebron Referentiefrequentie ingang
0 Operator toetsenbord 1 Analoge ingang Sluit het referentiefrequentiesignaal aan aan terminal A1 of A2.
2 Seriële communicatie Seriële communicatie via de RS-422/485 poort 3 Optiebord Com m unicati e opti e kaart 4 Pulsingang Sluit de referentiefrequentie aan aan terminal RP en gebruik een pulstreinsignaal.
Stel de referentiefrequenties in in de d1- parameters en de gebruikte digitale ingangen om te schakelen tussen de verschillende referentiewaarden.

Acceleratie-/deceleratietijden en S-Curves

Er zijn 4 sets van acceleratie- en deceleratietijden die ingesteld kunnen worden in de C1- parameters. De standaard geactiveerde acceleratie-/decele ratietij den zijn C1-01/02. Pas deze tijden aan naar de vereisten van de toepassing. Nodige S-curves kunnen via de C2-
 parameters geactiveerd worden voor een vlottere acceleratie-/deceleratiestart en stop.

Test Run

Voer de volgende stappen uit om een machine op te starten nadat alle parameters ingesteld zijn.
1. Start de motor zonder belasting en controleer of alle ingangen, alle uitgangen en de sequentie werken zoals gewenst.
2. Zet de belasting op de motor.
3. Start de motor met belasting en zorg dat er geen trillingen, oscillatie of stilstand van de motor voorkomen.
Na de hierboven aangehaalde stappen moet de regelaar klaar zijn om de toepassing op te starten en de basisfuncties uit te voeren. Voor speciale instellingen zoals PID controle enz. zie de instructiehandleiding.
ENGLISH
I67E-NL V1000 Snelle Start Gids 21
6 Parametertabel

6 Parametertabel

Deze parameter tabel toont de meest belang­rijke parameters. De standaard instellingen staan in het vet. Voor de volledige tabel zie de instructiehandleiding.
Par. Naam Omschrijving
Initialisatieparameters
Selecteert welke parameters toe-
Selectie
A1-01
toegangs­niveau
Selectie van
A1-02
besturings­mode
Initialisatie-
A1-03
parameters
Selectie werkingsmode
Selectie
b1-01
referentie­frequentie
Selectie
b1-02
run­commando
gankelijk zijn via de digitale opera­tor. 0:Enkel bediening 1:Gebruikersparameters
2:Geavanceerd toegangsniveau
Selecteert de besturingsmode van de frequentieregelaar. 0: V/f Controle
2: Open Loop Vector (OLV)
5: PM Open Loop Vector (PM) Opm.: Niet geïnitialiseerd met A1-03!
Reset alle parameters naar stan­daard waarden. (staan op 0 na ini­tialisatie) Geen initialisatie 1110: Gebruikersinitialisatie (De gebruiker moet eerst gebruikers­parameterwaarden instellen en deze dan opslaan via parameter o2-03) 2220: 2-draads initialisatie 3330: 3-draads initialisatie
0:Operator - d1- waarden
1:Analoge ingang A1 of A2
2:Seriële comm. - RS-422/485 3:Optiebord 4:Pulsingang (Terminal RP)
0:Operator - RUN en STOP toetsen
1:Terminals - Digitale ingangen
2:Seriële comm. - RS-422/485 3:Aangesloten optiebord
Par. Naam Omschrijving
Selecteert de stopmethode wan­neer het run commando verwijderd wordt.
0:Afremming tot stop
1:Vrijloop tot stop 2:DC injectierem tot stop 3:Vrijloop met timer (een nieuw
run commando wordt genegeerd zolang de timer loopt)
0:Achteruit toegestaan
1:Achteruit verboden Verandert de uitgangsfase-
volgorde.
0:Standard
1:Veranderde fasevolgorde
DC injectierem
Stelt de frequentie in waarbij de DC injectierem start wanneer afremming tot stop (b1-03 = 0) is geselecteerd. Als b2-01 < E1-09, begint DC injectierem bij E1-09.
Stelt de DC injectieremstroom in als percentage van de nominale stroom van de regelaar. In OLV wordt de DC bekrachti­gingsstroom bepaald door E2-03.
Stelt de DC injectieremtijd bij start in in eenheden van 0,01 sec. Uitge­schakeld wanneer deze op 0,00 sec. ingesteld is.
Stelt de DC injectieremtijd bij stop in. Uitgeschakeld wanneer deze op 0,00 sec. ingesteld is.
Accelleratie/Deceleratie
Stelt de acceleratietijd 1 in van 0 tot de max. uitgangsfrequentie.
Stelt de deceleratietijd 2 in van de max. uitgangsfrequentie tot 0.
b1-03
b1-04
b1-14
b2-01
b2-02
b2-03
b2-04
C1-01
C1-02
Selectie stop­methode
Selectie achteruit­werking
Selectie fase­volgorde
DC injectierem start­frequentie
DC injectierem­stroom
DC injec­tieremtijd/ DC bekrach­tigingstijd bij start
DC injec­tieremtijd bij stop
Accelera­tietijd 1
Decelera­tietijd 1
22 I67E-NL V1000 Snelle Start Gids
6 Parametertabel
Par. Naam Omschrijving
C1-03
tot
C1-08
Accel.-/ Decel. tijd 2 tot 4
Stelt de acceleratie-/deceleratie­tijden 2 tot 4 in (stel in zoals
C1-01/02) C2-01 S-Curve 1 S-curve bij start versnelling. C2-02 S-Curve 2 S-curve bij einde versnelling. C2-03 S-Curve 3 S-curve bij start vertraging. C2-04 S-Curve 4 S-curve bij einde vertraging.
Slipcompensatie
• Verhoog indien de snelheid lager is dan de referentiefrequentie
• Verlaag indien de snelheid hoger is dan de referentiefrequentie.
• Verlaag de instelling indien de slipcompensatie te traag is.
• Verhoog de instelling indien de snelheid niet stabiel is.
C3-01
C3-02
Versterk ­ingsfactor slipcompen­satie
Slipcom­pensatie deceleratie­tijd
Koppelcompensatie
C4-01
C4-02
Versterk ­ingsfactor koppelcom­pensatie
Koppel­compen­satie vertra­gingstijd
• Verhoog de instelling indien de koppelrespons te traag is
• Verlaag de instelling indien snel­heid-/koppeloscillatie optreedt.
• Verhoog de instelling indien snel­heid-/koppeloscillatie optreedt.
• Verlaag de instelling indien de koppelrespons te traag is.
Belastingsmode en schakelfrequentie
C6-01
C6-02
Selectie normale/ zware belasting
Selectie schakel­frequentie
0: Zware belasting (HD)
Constant koppeltoepassingen
1:Normale belasting (ND)
Variabel koppeltoepassingen
1:2,0 kHz 2:5,0 kHz 3:8,0 kHz 4:10,0 kHz 5:12,5 kHz 6:15,0 kHz 7 tot A: Swing PWM1 tot 4 F: Gebruikergedefinieerd
Referentiefrequenties
d1-01
tot
d1-16
Referentie­frequenties 1 tot 16
Stelt de meervoudige snelheids­referenties 1 tot 16 in
d1-17 Jog snelheid Jog snelheid
Par. Naam Omschrijving
V/f Patroon
Span-
E1-01
E1-04
E1-05
E1-06
E1-07
E1-08
E1-09
E1-10
E1-13
ningsin­gang inst.
Max. uit­gangsfreq.
Max. uitg. spanning
Basis fre­quentie
Midden uit­gangsfreq.
Mid. uitg. spanning
Min. uit­gangsfreq.
Min. uitg. spanning
Basis span­ning
Ingangsspanning
Voor een lineaire V/f karakter­istiek, stel dezelfde waarden voor E1-07 en E1-09 in. In dit geval zal de instelling voor E1-08 genegeerd worden. Wees er zeker van dat de 4 frequen­ties ingesteld zijn volgens volgende regel anders zal fout OPE10 ver­schijnen:
E1-04 E1-06 E1-07 E1-09
Uitgangsspanning
(E1-05) (E1-13)
(E1-08)
(E1-10)
Motorgegevens
Motor nom.
E2-01
stroom Motor nom.
E2-02
slip
Motor nul-
E2-03
laststroom
E2-04 Motorpolen
Motor fase-
E2-05
weerstand
Motor
E2-06
lekinducti­viteit
Automatisch ingesteld tijdens auto­tuning.
Nominale slip van de motor in hertz (Hz). Automatisch ingesteld bij roterende autotuning.
Magnetiseerstroom in A. Automa­tisch ingesteld bij roterende auto­tuning.
Aantal polen van de motor. Automatisch ingesteld tijdens auto­tuning.
Stelt de motor faseweerstand in in ohm. Automatisch ingesteld tijdens autotuning.
Stelt de spanningsval door
lekinductiviteit v/d motor in als % van de nom. spanning. Automatisch ingesteld tijdens autotuning.
(E1-04)(E1-06)(E1-07)(E1-09)
Uitgangsfrequentie
ENGLISH
I67E-NL V1000 Snelle Start Gids 23
6 Parametertabel
Par. Naam Omschrijving
Digitale ingang instellingen
H1-01
DI S1 tot
tot
S6 functie-
H1-06
selectie
Belangrijkste functies staat onderaan de tabel.
H2-01DOMA/MB
functie DO P1
H2-02
functie DO P2
H2-03
functie
Belangrijkste functies staat onderaan de tabel.
Sel. A1 sig-
H3-01
naalniveau Sel. A1
H3-02
functie A1 ver-
H3-03
sterking
H3-04 A1 offset
Sel. A2 sig-
H3-09
naalniveau
Sel. A2
H3-10
functie A2 ver-
H3-11
sterking
H3-12 A2 offset
H4-01AMmonitor-
selectie AM ver-
H4-02
sterking
H4-03 AM offset
Selecteert de functie van terminals S1 tot S6.
Digitale uitgang instellingen
Stelt de functie in van relaisuitgang MA-MB-MC.
Stelt de functie in van photocoupler uitgang P1.
Stelt de functie in van photocoupler uitgang P2.
Analoge ingang instellingen
0:0 tot +10 V (neg. ingang is nul)
1:0 tot +10 V (bipolaire ingang) Toewijzen van functie aan terminal
A1. Stelt de ingangswaarde in % in bij
10 V analoge ingang. Stelt de ingangswaarde in % in bij
0 V analoge ingang. 0:0 tot +10 V (neg. ingang is nul)
1:0 tot +10 V (bipolaire ingang)
2:4 tot 20 mA (9 bit ingang)
3:0 tot 20 mA Toewijzen van functie aan terminal
A2. Stelt de ingangswaarde in % in bij
10 V / 20 mA analoge ingang. Stelt de ingangswaarde in % in bij
0 V / 0 mA / 4 mA analoge ingang.
Analoge uitgang instellingen
Geeft dezelfde waarde in van U1- monitorwaarde. Voor­beeld: geef “103” in voor U1-03.
Stelt terminal AM uitgangsspan­ning gelijk aan 100% monitor­waarde.
Stelt terminal AM uitgangsspan­ning gelijk aan 0% monitorwaarde.
Par. Naam Omschrijving
Pulsingang instellingen (referentiefreque nti e inga ng )
H6-02
H6-03
H6-04
H6-06
H6-07
L1-01
L1-02
L3-01
L3-02
L3-04
RP ingang schaling
Pulstrein ingangsver­sterking
Pulstrein ingang afwijking
Sel. MP monitor
MP moni­tor schaling
Sel. motor overbelas­tingsbevei­liging
Motor over­belastings­beveiligings tijd
Selectie beveiliging tegen over­belasting bij acceleratie
Niv. beveil. tegen over­belasting bij acceleratie.
Selectie beveiliging tegen over­belasting bij deceleratie
Stelt het aantal pulsen in (in Hz) dat gelijk is aan 100% ingangswaarde.
Stelt de ingangswaarde in % in bij pulsingang met H6-02 frequentie.
Stelt de ingangswaarde in % in bij 0 Hz pulsingang frequentie.
Pulsuitgang instellingen
Geef dezelfde waarde in van U- monitorwaarde. Voor­beeld: geef “102” in voor U1-02.
Stelt het aantal pulsen in wanneer de monitor 100% is (in Hz).
Motor oververhittingsbeveiliging
Stelt de motoroverbelastingsbevei­liging in. 0:Uitgeschakeld
1:Ventilator gekoelde motor
2:Blazer gekoelde motor 3:Vector motor
Stelt de motoroverbelastingsbevei­ligingstijd in. Normaal niet te wijzigen.
Overbelastingsbeveiliging
0:Uitgeschakeld – Motor versnelt
met ingestelde acceleratie en kan blokkeren bij te zware belasting of te korte acceleratietijd.
1:Algemeen gebruik - Houd
versnelling wanneer stroom hoger is dan L3-02.
2:Intelligent - versnelling in de
kortst mogelijke tijd.
Stelt het actuele niveau in voor beveiliging tegen overbelasting van de motor bij acceleratie.
0:Uitgeschakeld - deceleratie zoals
ingesteld. OV kan voorkomen.
1:Algemeen gebruik - Vertraging
wordt behouden als DC busspanning hoog wordt.
24 I67E-NL V1000 Snelle Start Gids
6 Parametertabel
Par. Naam Omschrijving
L3-05
L3-06
Sel. bevei­liging tegen over­belasting bij run
Niv. beveil. tegen over­belasting bij run
0:Uitgeschakeld - Overbelasting
van de motor kan optreden.
1:Deceleratietijd 1 - Vertraag
snelheid volgens C1-02.
Stelt het actuele niveau in waarbij de beveiliging tegen overbelasting begint te werken.
Autotuning
0:Roterende autotuning 2: Enkel eindweerstend 3: Roterende autotuning voor ener­giebesparing
Stelt het nominaal motorvermogen in (kW).
Stelt de nominale motorspanning in (V).
Stelt de nominale motorstroom in (A).
Stelt de motor basisfrequentie in (Hz).
T1-01
T1-02
T1-03
T1-04
T1-05
Selectie autotuning mode
Nominaal vermogen
Nominale spanning
Nominale stroom
Basis frequentie
T1-06 Motorpolen Stelt het aantal motorpolen in. T1-07
T1-11
Basis snelheid
Motor ijzerver­liezen
Stelt de motor basissnelheid in (RPM).
IJzerverlies voor bepalen van de energiebesparingscoëfficient. Indien onbekend de standaard waarde behouden.
Monitor Omschrijving
U1-01 Referentiefrequentie (Hz) U1-02 Uitgangsfrequentie (Hz) U1-03 Uitgangsstroom (A) U1-05 Motorsnelheid (Hz) U1-06 Referentie uitgangsspanning (VAC) U1-07 DC busspanning (VDC) U1-08 Uitgangsvermogen (kW) U1-09 Referentiekoppel (% van nom. motorkoppel)
Monitor Omschrijving
Status ingangsterminals
U1-10 = 000000
U1-10
1: Digitale ingang 1
(terminal S1 ingeschakeld)
1: Digitale ingang 2
(terminal S2 ingeschakeld)
1: Digitale ingang 3
(terminal S3 ingeschakeld)
1: Digitale ingang 4
(terminal S4 ingeschakeld)
1: Digitale ingang 5
(terminal S5 ingeschakeld)
1: Digitale ingang 6
(terminal S6 ingeschakeld)
Status uitgangsterminals
U1-11 = 000
1: Relaisuitgang
U1-11
Status regelaar
U1-12 = 00000000
U1-12
U1-13 Ingangsniveau terminal A1 U1-14 Ingangsniveau terminal A2
Softstarter uitgang (frequentiereferentie na
U1-16
acceleratie-/deceleratiecurves) U1-18 OPE Foutparameter U1-24 Pulsingang frequentie
(terminal MA-MC gesloten MB-MC open)
1: Open collector uitgang 1
(terminal P1) ingeschakeld
1: Open collector uitgang 2
(terminal P2) ingeschakeld
1: Tijdens run 1: Tijdens nulsnelheid
1: Tijdens REV 1: Tijdens foutreset
signaalingang
1: Tijdens snelheid-
overeenstemming
1: Regelaar klaar
1: Tijdens
alarmdetectie
1: Tijdens foutdetectie
ENGLISH
I67E-NL V1000 Snelle Start Gids 25
6 Parametertabel
Monitor Omschrijving DI/DO
Foutopsporing U2-01 Actuele fout U2-02 Vorige fout U2-03 Referentiefrequentie bij vorige fout U2-04 Uitgangsfrequentie bij vorige fout U2-05 Uitgangsstroom bij vorige fout U2-06 Motorsnelheid bij vorige fout U2-07 Uitgangsspaning bij vorige fout U2-08 DC busspanning bij vorige fout U2-09 Uitgangsvermogen bij vorige fout U2-10 Referentiekoppel bij vorige fout U2-11 Status ingangsterminal bij vorige fout U2-12 Status uitgangsterminal bij vorige fout U2-13 Werkingsstatus regelaar bij vorige fout U2-14 Cumulatieve werkingstijd bij vorige fout U2-15 Snelheidsreferentie softstarter bij vorige fout U2-16 Motor q-asstroom bij vorige fout U2-17 Motor d-asstroom bij vorige fout
Fouthistoriek
U3-01
Toont de meest recente fout tot de vierde
tot
meest recente fout die opgetreden is.
U3-04 U3-05
Cumulatieve werkingstijd van de meest
tot
recente fout tot de vierde meest recente fout.
U3-08 U3-09
Toont de vijfde meest recente fout tot de
tot
tiende meest recente fout die opgetreden is.
U3-14 U3-15
Cumulatieve werkingstijd van de vijfde meest
tot
recente fout tot de tiende meest recente fout.
U3-20
* Volgende fouten worden niet opgenomen in het
CPF00, 01, 02, 03, UV1, en UV2.
foutoverzicht:
Sel.
3 Multi-stap referentiesnelheid 1 4 Multi-stap referentiesnelheid 2 5 Multi-stap referentiesnelheid 3
6 7 Acceleratie-/deceleratietijd selectie 1 F
14 Foutreset (Reset indian AAN)
20 tot 2F
0 1 Nulsnelheid
2 Snelheidovereenkomst 6 Regelaar klaar E Fout F Niet gebruikt
10 Kleine fout (Alarm) (AAN: Alarm op display)
Omschrijving
Functieselectie digitale ingangen
Jog frequentiecommando (hogere prioriteit dan multi-stap referentiesnelheid)
Niet gebruikt (Stel in wanneer een terminal niet gebruikt wordt)
Externe fout; ingangsmode: N.O. contact / N.G. contact, detectiemode: normaal/tijdens werking
Functieselectie digitale uitgangen
Tijdens Run (AAN: run commando is AAN of spanning wordt uitgestuurd)
26 I67E-NL V1000 Snelle Start Gids

7 Storingen verhelpen

7 Storingen verhelpen

Algemene fouten en alarmen

Fouten en alarmen geven aan dat er zich problemen voordoen bij de regelaar of de machine. Een alarm wordt aangeduid door een code op de display en de ALM LED knippert. De uit-
gang is niet noodzakelijk afgeschakeld. Een fout wordt aangeduid door een code op de display en de ALM LED is aan. De uitgang
van de regelaar is altijd onmiddellijk afgeschakeld en de motor tot stilstand gebrac ht. Om een alarm te verwijderen of een fout te resetten, spoor de oorzaken op, neem ze weg en
reset de regelaar door op de Reset toets te drukken of verwijder de spanning.
OPMERKING! Hieronder een lijst van de belangrijkste fouten. De volledig e lijst is
LED Display ALM FLT Oorzaak
Baseblok
Controlefout
Controlecircuit
fout
Externe
optiefout
Externe fout
Externe fouten
tot
Aardingsfout
Veilig
afschakelen
terug te vinden in de instructiehandleiding.
tot
Een externe fout is gedetecteerd door een bovenliggende controller via een optiekaart.

De software baseblok functie is toegewezen aan een van de digitale ingangen en de ingang is off. De regelaar aanvaart geen Run commando.
De koppellimiet tijdens vertraging is meer dan 3 sec. overschreden in Op en Loo p Vec­tor aansturing
• De massatraagheid is te groot.
• De koppellimiet is te laag.
• De motorparameters zijn fout.
Er is een probleem in het besturingsbord van de regelaar.
Er was een gelijktijdig vooruit en achteruit commando gedurende meer dan 500 ms. Dit alarm stopt de motor in bedrijf.
• De regelaar krijgt een fout van een extern apparaat binnen via één van de digitale ingangen S1 tot S6.
• De digitale ingangen zijn niet correct ingesteld.
De aardlekstroom is groter dan 50% van de max. uitgangsstroom van de regelaar.
• De kabel of motorisolatie is gebroken.
• Overmatige zwerfcapaciteit aan de regelaaruitgang.
Beide veiligheidsingangen zijn open. De uitgang van de regelaar is veilig uitge­schakeld en de motor kan niet gestart worden.
ENGLISH
I67E-NL V1000 Snelle Start Gids 27
7 Storingen verhelpen
LED Display ALM FLT Oorzaak
Veilig
afschakelen
fout
Uitgangsfase-
verlies
Overstroom
Oververhitting
koellichaam
or
Motor-
overbelasting
Regelaar-
overbelasting
DC-
overspanning
Ingangsfase-
verlies
Remtransistor-
fout


De regelaarsuitgang is afgeschakeld terwijl een van de veiligheidsingangen open is. (normaalgezien zijn beide ingangen H1 en H2 open)
• Een kanaal is intern onderbroken en schakelt niet af, zelfs indien het extern signaal verwijderd wordt.
• Slechts een kanaal is afgeschakeld door de bovenliggende controller.
• De uitgangskabel is los of de motorwikkelingen zijn beschadigd..
• Losse draad aan de uitgang van de regelaar.
• Motor is te klein (minder dan 5% van de regelaarsstroom).
• Kortsluiting of aardfouten aan de uitgangszijde van de regelaar
• De belasting is te zwaar.
• De acceleratie-/deceleratietijden zijn te klein.
• Foute motorgegevens of foute V/f instellingen.
• Een magneetschakelaar was geschakeld aan de uitgang.
• De omgevingstemperatuur is te hoog.
• De koelventilator is defect.
• Het koellichaam is vuil.
• De luchttoevoer naar het koellichaam is beperkt.
• De motorbelasting is te groot.
• De motor draait bij een lage snelheid en een zware belasting.
• Cyclustijden van acceleratie/deceleratie zijn te kort.
• De waarde van de nominale motorstroom is niet correct.
• De belasting is te zwaar.
• De capaciteit van de regelaar is te klein.
• Te hoog koppel bij lage snelheid. DC-busspanning steeg te hoog.
• De deceleratietijd is te kort.
• Afschakelpreventie is uitgeschakeld.
• Remchopper / remweerstand gebroken.
• Onstabiele motorcontrole in OLV.
• Te hoge ingangsspanning.
• Ingangsspanningval of fase-onbalans.
• Een van de ingangsfasen is niet aanwezig.
• Losse draden aan de regelaaringang.
De interne remtransistor is stuk.
Fout reset in
bedrijf
DC-
onderspanning
Foutreset werd toegepast wanneer er een run commando actief is.

De spanning in de DC-bus was beneden het onderspanningsdetectieniveau (L2-05).
• De voeding is stuk of een van de ingangsfasen is zoek.
• De voeding is te zwak.
28 I67E-NL V1000 Snelle Start Gids
7 Storingen verhelpen
LED Display ALM FLT Oorzaak
Controller
onderspanning
DC-ladings-
circuit fout
De voedingsspanning van de regelaarbesturing is te laag.
Het opladingscircuit voor de DC-bus is stuk.

Operator programmeerfouten

Een operator programmeerfout (OPE) treedt op als een niet van toepassing zijnde parameter is ingesteld of bij een foute parameterinstelling. Wanneer een OPE-fout verschijnt, druk op de ENTER knop om U1-18 weer te geven (OPE-foutconstante). Deze monitor toont de parameter die de OPE-fout veroorzaakt.
LED Operator
Display
oPE01
oPE02
oPE03
oPE05
oPE07
oPE08
oPE10
Regelaarscapaciteit en waarde ingesteld in o2-04 komen niet overeen.
Parameters waren buiten het toegestane bereik. Stel correcte parameterwaarden in.
Een tegenstrijdige instelling is toegek end aan de multifunctionele ingangen H1-01 tot H1-06.
• Twee ingangen hebben dezelfde functie (uitge­zonderd “Externe fout” en “Niet gebruikt”)
• Ingangsfuncties die instelling van andere in­gangen nodig hebben zijn alleen ingesteld.
• Ingangsfuncties die niet gelijktijdig gebruikt mogen worden zijn samen toegekend.
• De run commandobron (b1-02) of de referentie­frequentiebron (b1-01) is ingesteld op 3, zonder dat er een optiebord is geïnstalleerd.
• De referentiefrequentiebron is ingesteld als pulsingang maar H6-01 is niet 0.
Instelling van de multifunctie analoge ingangen H3-02/H3-10 en PID functies zijn tegenstrijdig.
• H3-02 en H3-10 hebben dezelfde waarde (met uitzondering van “0” en “F”)
• PID-functies zijn tegelijkertijd toegekend aan beide analoge ingangen en de pulsingang.
Een niet toegelaten functie in de geselecteerde besturingsmode is ingesteld (meestal na het wijzi­gen van de besturingsmode)
De V/f patrooninstelling is fout.
Oorzaak Corrigerende actie
Verbeter de waarde in o2-04.
• Verbeter de foute settings.
• Zie de gebruikershandleiding voor meer details.
• Installeer het vereiste optiebord.
• Corrigeer de waarden van b1-01 en b1-02.
• Corrigeer de foutieve settings.
• Zie de gebruikershandleiding voor meer details.
• Verbeter de foutieve setting.
• Zie de gebruikershandleiding voor meer details.
• Controleer de V/f settings.
• Zie de gebruikershandleiding voor meer details.
ENGLISH
I67E-NL V1000 Snelle Start Gids 29
7 Storingen verhelpen

Autotuning fouten

LED Operator
Display
Er-01
Er-02
Er-03
Er-04
Er-05
Er-08
Er-09
Er-11
Er-12
End1
End2
End3
Oorzaak Corrigerende actie
Motorgegevensfout De ingestelde motorgegevens zijn fout (bijvoor­beeld de basisfrequentie en de basissnelheid zijn fout). Kleine fout
• De bedrading is fout.
• De belasting is te zwaar.
De STOP knop werd ingedrukt en de auto­tuning werd geannuleerd.
Weerstandsfout
• Foutieve ingangsgegevens.
• Autotuning neemt te veel tijd in beslag.
• De berekende waarden zijn buiten bereik.
Nullaststroomfout
• Onjuiste gegevens zijn ingegeven.
• De autotuning duurde te lang.
• De berekende waarden zijn buiten bereik.
Nominale slip-fout
• Onjuiste gegevens zijn ingegeven.
• Autotuning neemt te veel tijd in beslag.
• De berekende waarden zijn buiten bereik. Acceleratiefout De motor versnelde niet gedurende de gespecifi-
ceerde acceleratietijd. Motorsnelheidsfout
Het referentiekoppel was te hoog. Stroomdetectiefout
• Eén of alle uitgangsfasen zijn weg.
• De stroom is ofwel te klein ofwel groter dan de
regelaarkenmerken.
• De stroomsnesoren zijn defect. Nominale stroom alarm
• Het referentiekoppel overschrijdt 20%
gedurende autotuning.
• De berekende nullaststroom is meer dan 80%
van de motor nominale stroom.
Motor ijzeren kernverzadiging fout
• Berekende kernverzadiging buiten bereik.
• Foutieve waarde is ingegeven. Alarm nominale stroom Controleer de ingangsgegevens en herhaal tuning.
Voer de gegevens opnieuw en herhaal de auto­tuning.
• Controleer de bedrading.
• Controleer de belasting. Voor altijd een auto­tuning uit met een ontkoppelde motorbelasting.
Herhaal de autotuning.
• Controleer de ingangsgegevens.
• Controleer de bedrading.
• Geef de gegevens opnieuw in en herhaal de autotuning.
• Verhoog de acceleratietijd C1-01.
• Controleer de koppellimieten L7-01 en L7-02.
• Verhoog de acceleratiestijd (C1-01).
• Indien mogelijk de belasting loskoppelen.
• Controleer de bedrading.
• Controleer of de regelaarkenmerken overeen­stemmen met de motor.
• Controleer de belasting (autotuning moet uitge­voerd worden zonder de belasting).
• Vervang de regelaar.
• Controleer de V/f patrooninstelling.
• Voer de autotuning uit zonder belasting.
• Controleer de ingangsgegevens en herhaal de autotuning.
• Controleer de ingangsgegevens.
• Controleer de motoraansluiting.
• Voer de autotuning uit zonder belasting.
30 I67E-NL V1000 Snelle Start Gids
OMRON EUROPE B.V.
Y
Tel: +31 (0) 23 568 13 00 Fax: +31 (0) 23 568 13 88 www.omron-industrial.com
België
Tel: +32 (0) 2 466 24 80 www.omron.be
Denemarken
Tel: +45 43 44 00 11 www.omron.dk
Duitsland
Tel: +49 (0) 2173 680 00 www.omron.de
Finland
Tel: +358 (0) 207 464 200 www.omron.
Frankrijk
Tel: +33 (0) 1 56 63 70 00 www.omron.fr
Wegalaan 67-69, NL-2132 JD, Hoofddorp, The Netherlands.
Hongarije
Tel: +36 (0) 1 399 30 50 www.omron.hu
Italië
Tel: +39 02 32 681 www.omron.it
Nederland
Tel: +31 (0) 23 568 11 00 www.omron.nl
Noorwegen
Tel: +47 (0) 22 65 75 00 www.omron.no
Oostenrijk
Tel: +43 (0) 1 80 19 00 www.omron.at
Polen
Tel: +48 (0) 22 645 78 60 www.omron.com.pl
Portugal
Tel: +351 21 942 94 00 www.omron.pt
Rusland
Tel: +7 095 745 26 64 www.omron.ru
Spanje
Tel: +34 913 777 900 www.omron.es
Tsjechië
Tel: +420 234 602 602 www.omron.cz
Turkije
Tel: +90 (0) 216 474 00 40 Pbx www.omron.com.tr
Verenigd Koninkrijk
Tel: +44 (0) 870 752 08 61 www.omron.co.uk
Zweden
Tel: +46 (0) 8 632 35 00 www.omron.se
Zwitserland
Tel: +41 (0) 41 748 13 13 www.omron.ch
Midden-Oosten en Afrika
Tel: +31 (0) 23 568 11 00 www.omron-industrial.com
Manufacturer
YASKAWA ELECTRIC CORPORATION
ASKAWA
Ingeval het leger de eindgebruiker is van dit product en dit product gebruikt zal worden in of voor het vervaardigen van wapensystemen, valt de uitvoer van dit product onder de relevante regelgevingen. Volg daarom alle procedures en lever alle relevante documenten volgens iedere regel, regelgeving en wet die van toepassing is. In verband met verbeteringen van het product kunnen technische gegevens zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
© 2007 OMRON Yaskawa Motion Control. All rights reserved.
Opm: In verband met verbeteringen van het product kunnen technische gegevens zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Manual No. I67E-NL-01
Loading...