Detectieafstand10 m
StandaarddetectieobjectOndoorzichtig object: 11 mm minimale diameter
Responstijd2,0 ms (alleen E3FS)
Besturingsuitgang
Testingang (zender)
Resettijd voeding100 ms
Omgevingslichtintensiteit
OmgevingstemperatuurIn bedrijf: –10 t/m 55 °C, opslag: –30 t/m 70 °C (zonder ijsvorming of condensatie)
VochtigheidsgraadIn bedrijf: 35 t/m 85%, opslag: 35 t/m 95% (zonder ijsvorming of condensatie)
Isolatieweerstand20 MΩ min. (bij 500 VDC)
Diëlektrische sterkte1000 VAC 50/60 Hz 1 min
Trillingsbestendigheid
Schokbestendigheid
Defect10 t/m 55 Hz, dubbele amplitude: 1,5 mm, 2 uur elk in de X-, Y- en Z-richtingen
Werkingsgrens10 t/m 55 Hz, dubbele amplitude: 0,7 mm, 50 uur min. elk in de X-, Y- en Z-richtingen
Defect500 m/s² (ongeveer 50 G), 3 maal elk in de X-, Y- en Z-richtingen
Werkingsgrens100 m/s² (ongeveer 10 G), 1000 maal elk in de X-, Y- en Z-richtingen
BeschermingsgraadIP67 (IEC-norm)
LichtbronInfrarood-LED
Bedrijfsindicators
BeveiligingKortsluitbeveiliging aan de uitgang, beveiliging tegen omgekeerde polariteit
Gewicht (in verpakking)
Toepasselijke norm
ToebehorenZender, ontvanger, vier montagemoeren en instructiehandleiding
Zender:max. 50 mA
Ontvanger: max. 25 mA
PNP-transistoruitgang, belastingsstroom: 100 mA max.; restspanning: 2 V max. (afgezien van
spanningsval door kabelverlenging)
21,5 t/m 24 VDC: zender uit (bronstroom: 3 mA max.)
Open of 0 t/m 2,5 V: zender aan (lekstroom: 0,1 mA max.)
Gloeilamp: 3.000 lux max. (lichtintensiteit op het ontvangeroppervlak)
Zonlicht: 10.000 lux max. (lichtintensiteit op het ontvangeroppervlak)
Zender: Bezig met zenden (oranje)
Ontvanger: Uitgang aan (groen), uitgang uit (rood)
E3FS-10B4 2M (ABS-hars-behuizing): ongeveer 150 g per set
(gewicht zonder kabel: ongeveer 55 g)
E3FS-10B4-M1-M (metalen behuizing): ongeveer 125 g per set
IEC61496-1, EN61496-1 type 2 ESPE (elektrogevoelige beveiligingsapparatuur)
IEC61496-2, prEN61496-2 type 2 AOPD (opto-elektronische beveiligingsapparatuur)
F3SP-U3PF3SP-U5P
Aantal sensoren1 t/m 2 veiligheidssensoren met enkele bundel1 t/m 4 veiligheidssensoren met enkele bundel
Breedte22,5 mm45 mm
Muting-ingang2 ingangen4 ingangen
Overneemfunctie
Veiligheidsfunctie
Muting-lamp-aansluiting
Vergrendelsysteem (automatische en handmatige reset)
Aansluitspanning24 VDC ±10%
Opgenomen vermogen420 mA max.
Contacten aan de uitgang2 NO 2,5 A (beveiligd met zekering), max. 115 VAC 2 NO 2,5 A (beveiligd met zekering), max. 250 VAC
Indicatielampjes6 LED's voor status en diagnose
BeschermingsklasseIP20
Klemmenstrook
16 schroefaansluitingen,
demonteerbare 4-polige blokken
32 schroefaansluitingen,
demonteerbare 4-polige blokken
Responstijd≤ 30 ms
OmgevingstemperatuurBedrijf: –10 t/m 55 °C
Materiaal behuizingKunststof, DIN-railmontage
Gewicht0,3 kg
OntvangeraansluitingSluit roze (2) aan op bruin (1)Sluit roze (2) aan op blauw (3)
Uitgangsstand
Licht uitgezonden
Licht onderbroken
Indicatorgroen
rood
Besturings-AAN
uitgangUIT
BelastingAAN
(relais)UIT
Werkingsdiagram zenden
TestingangAAN
UIT
Licht zendenAAN
UIT
IndicatorAAN
UIT
Aan wanneer licht wordt uitgezonden
(Licht aan)
Werkingsdiagram
Aan wanneer het licht wordt onderbroken
(Donker aan)
5E3FS
Page 6
Aansluiting
F3SP-U3P handmatige reset (cat. 2)
24 VDC (bruin)
Modusselectie (roze)
0 VDC (blauw)
Uitgang (zwart)
Ontvanger
Zender
Ontvanger
Zender
Testingang (roze)
0 VDC (blauw)
24 VDC (bruin)
24 VDC (bruin)
Modusselectie (roze)
0 VDC (blauw)
Uitgang (zwart)
Testingang (roze)
0 VDC (blauw)
24 VDC (bruin)
F39-A11
Externe 1A-ZEKERING (gL)
+24 VDC
0 VDC
Besturingseenheid F3SP-U3P-TGR
12
Sensor_1OUT
Sensor_1 TEST
11
Sensor_2OUT
10
9
Sensor_2 TEST
1
+24 VDC
0 VDC
2
Muting-lamp
3
GND
4
Veiligheidscontact OUT 1
Veiligheidscontact OUT 2
Muting-ingang B
Muting-ingang A
RESET
TEST
16
15
14
13
8
7
6
5
Zie het hoofdstuk Algemene
bedrading uitgangen
WAARSCHUWING: De veiligheidscontacten OUT1 en OUT2 dienen beide te worden aangesloten. Indien de machine een enkel
vergrendelingscircuit heeft, dienen de beide maak-contacten in serie te worden aangesloten.
WAARSCHUWING:
De veiligheidssensoren dienen te worden gevoed vanaf de voeding van de F3S-U3P-TGR.
Instelling van de DIP-schakelaar
Functies
Niet gebruikt4
Muting activeren
3
Muting-duur2
Reset-modus1
AAN
--------------
Alleen sensor
1 wordt uitgeschakeld
Oneindig
Automatische
reset
De onderstreepte instellingen zijn de initiële instellingen (fabrieksinstellingen)
UIT
--------------
Beide sensoren
worden uitgeschakeld
60 seconden
Handmatige reset
AAN UIT
4
3
2
1
Fabrieksinstelling
6Veiligheidssensoren/-componenten
Page 7
F3SP-U5P handmatige reset (cat. 2)
Sensor 2 (of 4)
24 VDC (bruin)
Modusselectie (roze)
0 VDC (blauw)
Uitgang (zwart)
Ontvanger
Testingang (roze)
Zender
0 VDC (blauw)
24 VDC (bruin)
Sensor 1 (of 3)
24 VDC (bruin)
Modusselectie (roze)
0 VDC (blauw)
Uitgang (zwart)
Ontvanger
Testingang (roze)
Zender
0 VDC (blauw)
24 VDC (bruin)
+24 VDC
0 VDC
Besturingseenheid F3SP-U5P-TGR
Sensor_2 (of 4)OUT
28(32)
Sensor_1 (of 3)OUT
27(31)
0 VDC
26(30)
+24 VDC (VFTC)
25(29)
Sensor_2 (of 4) TEST
20(24)
Sensor_1 (of 3) TEST
19(23)
0 VDC
18(22)
+24 VDC (VFTC)
17(21)
16
Veiligheidscontact OUT 1
15
14
Veiligheidscontact OUT 2
13
Zie het hoofdstuk Algemene bedrading uitgangen
GND
Muting-ingang C
Muting-ingang D
Muting-ingang A
Muting-ingang B
Muting-lamp OUT
Muting-lamp IN
TEST
COM
RESET
0 VDC
+24 VDC
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
Muting-lamp
F39-A11
Externe 1A-ZEKERING (gL)
WAARSCHUWING: De veiligheidscontacten OUT1 en OUT2 dienen beide te worden aangesloten. Indien de machine een enkel
vergrendelingscircuit heeft, dienen de beide maakcontacten in serie te worden aangesloten.
Instelling van de DIP-schakelaar
Functies
Niet gebruikt
4
Muting activeren
3
Muting-duur
2
Reset-modus
1
De muting-ingangen A-B werken op
sensor_1.
De muting-ingangen C-D werken op
sensor_2.
De andere sensor 3-4 blijft werken
AAN
--------------
Oneindig
Automatische reset
UIT
--------------
De muting-ingangen A-B werken op
sensoren 1 en 2.
De muting-ingangen C-D werken op
sensoren 3 en 4.
60 seconden
Handmatige reset
AAN UIT
Fabrieksinstelling
AAN UIT
1
2
3
4
1
1
2
2
3
3
4
4
De onderstreepte instellingen zijn de initiële instellingen (fabrieksinstellingen)
Algemene bedrading uitgangen
Veiligheidscontact OUT 1
Veiligheidscontact OUT 2
Bij 2 belastingen
Externe
16
15
14
13
ZEKERING
Externe
ZEKERING
KM1
KM2
Veiligheidscontact OUT 1
Veiligheidscontact OUT 2
16
15
14
13
Bij 1 belasting
Externe
ZEKERING
KM2
7E3FS
Page 8
Veiligheidsmaatregelen voor correct gebruik
Waarschuwing
De ingangsmodule van OMRON voor de veiligheidssensor met enkele bundel (B1-module) van de F3SXserie is de enige controller die voor de E3FS-10B4@@@
(type 2) kan worden gebruikt. De kans bestaat dat normaal bedrijf
niet mogelijk is als een andere veiligheidssensorcontroller met
enkele bundel wordt gebruikt.
De sensor kan niet als deel van een veiligheidssysteem
worden gebruikt als de standselectie-ingang van de
veiligheidssensorontvanger met enkele bundel
aangesloten is op 0 V omdat de sensor aan zal zijn als het licht
wordt onderbroken (Donker aan). Let erop dat de modusselectieingang wordt aangesloten op 24 VDC als u wilt dat de sensor
inschakelt als er licht aanwezig is (Licht aan).
Veiligheidsafstand
De veiligheidsafstand is de minimumafstand die moet worden
aangehouden tussen de sensor en een gevaarlijk deel van een
machine, zodanig dat de machine stopt voordat iets of iemand dit
deel heeft bereikt. De veiligheidsafstand wordt berekend op basis
van de volgende vergelijking, ervan uitgaande dat een persoon
zich beweegt in een richting loodrecht op de detectiezone van de
sensor.
Veiligheidsafstand (S)= Intrusiesnelheid in de detectiezone (K)
x Totale responstijd voor de machine en
sensor
+ Extra afstand berekend op basis van
het detectievermogen van sensor (C)
De veiligheidsafstand varieert naar gelang de nationale normen
en individuele machine-instellingen verschillen. De vergelijking
zal ook anders worden als de richting van de intrusie niet
loodrecht op de detectiezone van de sensor is gericht. Zorg dat u
de juiste normen en standaardinstellingen raadpleegt.
Hier geldt T = T1 + T2 + T3, waarbij
T1 = maximale machinestoptijd (s)
T2 = responstijd sensor (s)
(Van aan naar uit: 2,0 ms voor de E3FS)
T3 = responstijd F3SP (s)
(Van aan naar uit: Zie de responstijd.)
De maximale stoptijd die geldt voor een machine is die tijd die
nodig is om daadwerkelijk gevaarlijke delen te stoppen, nadat de
machine een stopsignaal van de F3SP heeft ontvangen.
Waarschuwing
Meet de feitelijke maximale stoptijd van de machine en
controleer deze periodiek om na te gaan of deze niet
verandert.
De bundelhoogtes in de volgende tabel zijn volgens de
aanbevelingen van EN999.
Hoogte ten opzichte van het
Aantal bundels
referentieoppervlak
(voorbeeld: de vloer)
2400 mm, 900 mm
3300 mm, 700 mm, 1100 mm
4300 mm, 600 mm, 900 mm, 1200 mm
Opmerking: Zie de F3SN/F3SH-instructiehandleidingen voor details
over veiligheidslichtgordijnen en veiligheidssensoren met
meervoudige bundels.
Het voorkomen van onderlinge interferentie
Houd bij het installeren de volgende punten in acht om bij
veiligheidssensoren met enkele bundel of bij
veiligheidslichtgordijnen onderlinge interferentie te voorkomen.
• Houd bij het installeren voldoende tussenruimte aan tussen de
sensoren. (Zie de instructiehandleidingen voor de E3FS.)
• Gebruik tussenschotten om de sensoren onderling te scheiden.
• Wissel zenders en ontvangers bij de installatie af. (Zie de
onderstaande afbeelding.)
Zender
Ontvanger
Zender
Ontvanger
Ontvanger
Zender
Ontvanger
Zender
Controleer eerst op onderlinge interferentie tussen veiligheidslichtgordijnen of veiligheidssensoren met enkele bundel die op
dezelfde of verschillende besturingseenheden zijn aangesloten,
voordat u de installatie voltooit en met normaal bedrijf begint.
Waarschuwing
Neem de nodige voorzorgsmaatregelen om onderlinge
interferentie te voorkomen als u veiligheidslichtgordijnen, veiligheidssensoren met meerdere bundels
en veiligheidssensoren met enkele bundel installeert. Detectie
zou anders onvoldoende kunnen zijn, met mogelijke ernstige
ongevallen als gevolg.
Referentie: Methode voor het berekenen van de veiligheids-
afstand zoals gedefinieerd in de Europese Norm
EN999 (met intrusies loodrecht op de detectiezone)
K en C voor veiligheidssensoren met enkele bundel zijn als volgt.
1) Indien een veiligheidssensor met enkele bundel alleenstaand
wordt gebruikt (als de risicoanalyse aangeeft dat een enkele
bundel voldoende is)
K = 1600 mm/s
C = 1200 mm
Hoogte van de straal vanaf de grond of vanaf een
referentieoppervlakte: 750 mm (aanbeveling volgens EN999)
2) Indien meerdere veiligheidssensoren met enkele bundel op
verschillende hoogtes zijn aangebracht.
K = 1600 mm/s
C = 850 mm
8Veiligheidssensoren/-componenten
Page 9
Afmetingen
Opmerking: Alle eenheden zijn in millimeters, tenzij anders aangegeven
Kunststof behuizing
Type met kabel:
E3FS-10LB
E3FS-10DB4
Type met connector:
E3FS-10LB-P1
E3FS-10DB4-P1
64,9
42,3
37
5
4
8
Metalen behuizing
Type met kabel:
E3FS-10LB-M
E3FS-10DB4-M
64,9
42,3
37
4,8 dia.
Lichtindicator
M18x1 6g
4,8 dia.
4 dia.
4 dia.
16,4 dia.
optisch
gebied
16,4 dia.
optisch
gedeelte
22
ø9
24
24
73
62
42,3
37
5
4
8
Type met connector:
E3FS-10LB-M1-M
E3FS-10DB4-M1-M
76
65,5
42,3
37
Lichtindicator
M18x1 6g
4,8 dia.
M12x1 6g
4,7 dia.
M12x1 6g
16,6 dia.
optisch
gedeelte
16,4 dia.
optisch
gedeelte
22
24
ø9
24
27,7
4
Lichtindicator
M18x1 6g
ø9
4
Lichtindicator
M18x1 6g
27,7
ø9
9E3FS
Page 10
Controllers
A
F3SP-U3P en F3SP-U5P
99 mm
ModelA
F3SP-U3P-TGR22,5 mm
F3SP-U5P-TGR45 mm
114 mm
10Veiligheidssensoren/-componenten
Page 11
11E3FS
Page 12
Cat. No. E25E-NL-02
In verband met verbeteringen van het product kunnen technische gegevens zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.