DIGITALE CAMERA
NL
Gebruiksaanwijzing
Quick Startgebruiksaanwijzing
Meteen aan de slag met uw camera.
Knopfuncties
Menufuncties
Beelden printen
Gebruik van OLYMPUS Master
Leer uw camera beter kennen
Appendix
( Wij zijn u erkentelijk voor de aanschaf van deze digitale Olympus-camera. Lees voordat u uw nieuwe camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een lange gebruiksduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u hem ook later nog eens kunt raadplegen.
( Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken teneinde u met uw camera vertrouwd te maken.
( In het belang van voortdurende verbeteringen van het product behoudt Olympus zich het recht voor de in deze handleiding gepubliceerde informatie bij te werken of aan te passen.
( De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt.
Inhoud
Quick Start-gebruiksaanwijzing
Knopfuncties
Menufuncties
Beelden printen
Gebruik van OLYMPUS Master
Leer uw camera beter kennen
Appendix
Blz. 3
Blz. 11
Blz. 20
Blz. 40
Blz. 45
Blz. 50
Blz. 61
Test de functies van de knoppen van de camera door de afbeedlingen op te volgen.
Leer over de menu's die de basisfuncties en -instellingen bevatten.
Leer hoe u gemaakte beelden kunt printen.
Leer hoe u foto's naar een computer kunt overbrengen en opslaan.
Ontdek meer over camerafuncties en over hoe u betere foto's kunt maken.
Lees over handige functies en veiligheidsmaatregelen voor effectiever gebruik van uw camera.
2 NL
Uitpakken van de doos
Digitale camera |
Camerariem |
Lithium-ionbatterij |
|
|
(LI-42B) |
Batterijlader |
USB-kabeltje |
AV-kabeltje |
OLYMPUS Master 2 |
(LI-40C) |
|
|
CD-ROM |
Niet weergegeven artikelen: Handleiding (deze handleiding), basishandleiding en garantiekaart. De inhoud kan variëren naar plaats van aankoop.
Camerariem bevestigen
(Trek de camerariem zo strak dat deze niet los kan raken.
gebruiksaanwijzing-Start Quick
NL 3
Quick Start-gebruiksaanwijzing
De camera gereedmaken
a. Batterij opladen.
Lithium-ionbatterij
Batterijlader |
3 |
|
|
Netsnoer |
|
1
2
Stopcontact
Indicator voor laadtoestand Lampje aan (rood): Laadt op
Lampje uit: |
Opladen voltooid |
(laadtijd: |
Ca. 5 uur) |
(Bij levering is de batterij gedeeltelijk opgeladen.
b. Plaats de batterij en een xD-Picture Card (optioneel) in de camera.
2
1
4 NL
De camera gereedmaken
|
( Plaats de batterij met het |
|
|
teken |
naar voren en het |
|
teken |
naar het vergrendel- |
3 |
knopje voor de batterij. |
|
Als u de batterij verkeerd plaatst, kunt |
||
|
u die niet meer verwijderen. Gebruik |
|
|
geen geweld. Neem contact op met |
|
|
een geautoriseerde dealer / service- |
|
|
centrum. Schade aan de buitenkant |
|
|
van de batterij (krassen etc.) kunnen |
|
|
hitte of een explosie veroorzaken. |
Vergrendelknopje voor batterij
Indexvlak |
Inkeping |
4
5
6
Schuif het vergrendelknopje voor de batterij in de richting van de pijl om de batterij te verwijderen.
( Draai het kaartje in de juiste richting zoals op de afbeelding en steek het recht in de kaartsleuf.
Steek het kaartje zover in de kaartsleuf totdat het op zijn plaats vastklikt.
Om het kaartje te verwijderen, drukt u het eerst helemaal naar binnen en laat het daarna voorzichtig los. Pak het kaartje en haal het eruit.
(U kunt met deze camera zelfs zonder een optionele xD-Picture Card™ (hierna “het kaartje“ genoemd) fotograferen. Als er geen xD-Picture Card ingestoken is, worden uw foto's op het interne geheugen opgeslagen. Raadpleeg voor details op het kaartje “Het kaartje“ (Blz. 62).
gebruiksaanwijzing-Start Quick
NL 5
Quick Start-gebruiksaanwijzing
De camera inschakelen
Hier wordt verklaard hoe de camera in de stand Fotograferen (fotofunctie) wordt gezet. a. Zet de functieknop op h.
Voor het fotograferen van stilstaande beelden (stand Fotograferen)
|
|
|
|
|
Voor het maken van videobeelden |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(stand Fotograferen) |
|
|
|
|
Voor het bekijken van beelden |
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
(stand Weergeven) |
|
Standen voor het fotograferen van stilstaande beelden |
|||||
|
|
|
|
|
|
h |
Met deze functie kunt u fotograferen met de automatische instellingen van |
||||
|
de camera. |
||||
K |
De camera stelt de optimale diafragmawaarde en sluitertijd automatisch in. |
||||
s |
Met deze functie kunt u fotograferen door een motiefprogramma te selecteren |
||||
|
afhankelijk van de lichtomstandigheden. |
||||
g |
Met deze functie kunt u de focusinstellingen instellen door de fotogids op het |
||||
|
scherm te volgen. |
b. Druk op de o-knop.
o-knop
X
Y M D T I M E
---- -- -- -- -- YM
D
CANCELMENU
•Als de datum en tijd nog niet zijn ingesteld, verschijnt dit scherm.
(Om de camera uit te schakelen, drukt u nog een keer op de o-knop.
Tip
De richtingen van de pendelknop (1243) worden in deze handleiding aangeduid met 1243.
1
4 3
2
6 NL
Datum en tijd instellen
Over het instelmenu voor datum en tijd
|
|
|
|
|
|
|
Y / M / D (Jaar-Maand-Dag) |
X |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Uur |
Y |
M |
D |
T I M E |
|
|
|
Minuten |
|
|
|
|
|
|
|
|
---- |
-- |
-- |
-- -- |
Y |
M |
D |
Datumformaten (Y / M / D, M / D / Y, D / M / Y) |
CANCEL MENU
Verlaat een instelling.
a.Druk op de 1 F-knop en de 2Y-knop om [Y] te selecteren.
• De eerste twee cijfers van het jaartal zijn vast ingesteld.
1 F-knop
2Y-knop
b. Druk op de 3#-knop.
3#-knop
a.Druk op de 1 F-knop en de 2Y-knop om [M] te selecteren.
X
Y M D T I M E
2008 -- -- -- -- YM
D
CANCELMENU
X
Y M |
D |
T I M E |
2008 08 |
-- |
-- -- Y M D |
CANCELMENU
gebruiksaanwijzing-Start Quick
NL 7
Quick Start-gebruiksaanwijzing
Datum en tijd instellen
d.Druk op de 3#-knop.
e.Druk op de 1 F-knop en de 2Y-knop om [D] te selecteren.
f.Druk op de 3#-knop.
g.Druk op de 1 F-knop en de 2Y-knop om de uren en minuten te selecteren.
•De tijd verschijnt in 24-uurs formaat.
h.Druk op de 3#-knop.
i.Druk op de 1 F-knop en de 2Y-knop om [Y / M / D] te selecteren.
j.Nadat alle functies zijn ingesteld, drukt u op de e-knop.
•Voor een nauwkeurige tijdinstelling drukt u op de e-knop op het moment dat de klok 00 seconden aanwijst.
X
Y |
M D |
T I M E |
|
|
|
2008 08 26-- |
-- -- |
Y |
M |
D |
|
CANCEL MENU |
|
|
|
|
|
X |
|
|
|
|
|
Y |
M D |
T I M E |
|
|
|
2008 08 26 |
12 30 |
Y |
M |
D |
|
CANCEL MENU |
|
SET |
OK |
||
X |
|
|
|
|
|
Y |
M D |
T I M E |
|
|
|
2008 08 26 |
12 30 |
Y |
M |
D |
|
CANCEL MENU |
|
SET |
OK |
e-knop |
8M |
|
|
|
Het aantal stilstaande beelden |
|
dat kan worden opgeslagen. |
8 NL
Een foto maken
a. Vasthouden van de camera.
Horizontale stand |
|
|
|
|
|
Verticale stand |
||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
b. Stel scherp. |
Autofocusteken |
|
Plaats deze markering op uw |
|
onderwerp. |
|
|
Ontspanknop |
Quick |
|
|
(Half ingedrukt) |
-Start |
|
|
gebruiksaanwijzing |
|
|
• Het autofocusteken gaat groen branden zodra |
||
|
|
de camera de belichting en scherpstelling |
|
|
|
vasthoudt. De sluitertijd en diafragmawaarde |
|
|
|
worden weergegeven. |
|
|
• |
Als het autofocusteken rood knippert, is de |
|
|
|
scherpstelling niet juist ingesteld. Probeer de |
|
|
|
scherpstelling opnieuw vast te leggen. |
|
c. |
Fotograferen. |
|
|
|
|
|
De indicatie-LED |
|
|
Ontspanknop |
Dataverkeer knippert. |
|
|
|
|
|
|
(Geheel ingedrukt) |
|
NL 9
Beelden bekijken
a. Zet de functieknop op q.
Quick Start-gebruiksaanwijzing
|
o-knop |
|
Functieknop |
Pendelknop |
|
|
Volgende foto |
Vorige foto |
8M |
Beelden wissen
a.Druk op de 4&-knop en de 3#-knop om het beeld weer te geven dat u wilt wissen.
b.Druk op de f/ S-knop.
|
ERASE |
IN |
|
|
YES |
f/ S-knop |
CANCEL MENU |
SET OK |
c.Druk op de 1F-knop om [YES] te selecteren en druk op de e- knop om het beeld te wissen.
ERASE |
IN |
1 F-knop |
|
|
YES |
e-knop |
NO |
|
|
CANCEL MENU |
SET OK |
10 NL
Knopfuncties
12 |
Stand Fotograferen |
6 |
b |
7 |
|
|
|
a |
8 |
3 |
|
||
9 |
|
|
0 |
|
|
|
|
|
d |
c |
4 |
|
||
|
|
|
5 |
|
Stand Weergeven |
Flitserfunctie
Stand Fotograferen
|
Stand macro / |
|
Stand supermacro |
|
Zelfontspanner |
|
Het aantal stilstaande |
8M |
beelden dat kan worden |
opgeslagen wordt |
weergegeven.
1 o-knop |
De camera aan en uit zetten |
||
Power aan: |
Stand Fotograferen |
Stand Weergeven |
|
|
• |
Lens wordt uitgeschoven |
• Monitor gaat aan |
|
• |
Monitor gaat aan |
|
|
|
||
2 Ontspanknop |
Fotograferen |
||
|
|
|
|
Stilstaande beelden fotograferen
Zet de functieknop op h, K, s or g, en druk de ontspanknop licht in (half).
Het autofocusteken gaat groen branden zodra de camera de belichting en scherpstelling vasthoudt (scherpstelgeheugen). De sluitertijd en diafragmawaarde worden weergegeven (alleen als de functieknop op hof Kis gezet). Druk de ontspanknop nu helemaal in (geheel) om een foto te maken.
Autofocusteken |
De scherpstelling vasthouden en dan de foto samenstellen (scherpstelgeheugen)
Stel uw foto samen met vastgehouden scherpstelling en druk dan de ontspanknop volledig in om een foto te maken.
•Als het autofocusteken rood knippert, is de scherpstelling niet juist ingesteld. Probeer de scherpstelling opnieuw vast
te leggen.
Videobeelden opnemen
Zet de functieknop op nen druk de ontspanknop half in om de scherpstelling vast te leggen, druk vervolgens de ontspanknop geheel in om te beginnen met opnemen. Om het opnemen van videobeelden te stoppen, drukt u de ontspanknop opnieuw in.
NL 11
Knopfuncties
3 Functieknop |
Omschakelen tussen de standen Fotograferen en Weergeven |
Stel de functieknop in op de gewenste stand Fotograferen of Weergeven.
hFotograferen met automatische instellingen
De camera bepaalt de optimale instellingen voor de lichtomstandigheden automatisch.
De instellingen in het [CAMERA MENU] zoals witbalans en ISO-gevoeligheid kunt u niet wijzigen.
KP (Program auto) De optimale diafragmawaarde en sluitertijd instellen
De camera stelt aan de hand van de helderheid van het object automatisch de optimale diafragmawaarde en sluitertijd in.
De instellingen in het [CAMERA MENU] zoals witbalans en ISO-gevoeligheid kunt u wijzigen.
sFotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de situatie
U kunt fotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de situatie.
Een motiefprogramma selecteren / naar een ander motiefprogramma wisselen
•Druk op m en selecteer [SCN] in het hoofdmenu. Gebruik 12 om een motiefprogramma te selecteren en druk op e.
•Door naar een ander motiefprogramma om te schakelen worden de meeste instellingen teruggezet naar de standaardinstellingen van elk motiefprogramma.
g“s (motiefprogramma) Een motiefprogramma selecteren afhankelijk van de fotografeersituatie“ (Blz. 25)
Knopfuncties
12 NL
g De fotogids volgen voor het maken van betere foto's
SHOOTING GUIDE
1Shoot w/ effects preview.
2Brightening subject.
3Shooting into backlight.
4Set particular lighting.
5Blurring background.
BACK MENU |
SET OK |
Volg de fotogids op het scherm om de focusinstellingen in te stellen.
•Druk op m om de fotogids opnieuw weer te geven.
•Om de instelling te veranderen zonder de fotografeergids te gebruiken, zet u de stand Fotograferen op een andere stand.
•Functies die m.b.v. de fotogids zijn ingesteld worden teruggezet op de standaardinstellingen af fabriek als mwordt ingedrukt of als de stand Fotograferen wordt gewijzigd.
Fotograferen door previews met verschillende effecten te vergelijken
Exposure effects. |
|
0.0 |
+0.3 |
+0.7 |
+1.0 |
Druk op 43om de weergave te veranderen.
Selecteer één van de opties [1 Fotograferen m / effect, preview.] uit het menu [SHOOTING GUIDE] voor een preview met een live venster met meerdere beelden op de monitor, waarop vier verschillende niveaus van het geselecteerde foto-effect worden weergegeven.
U kunt de vier preview-beelden vergelijken voor de gewenste instelling / het gewenste effect.
•Selecteer met de pendelknop het beeld met de gewenste instellingen en druk op e. De camera gaat automatisch naar de stand Fotograferen en u kunt met het geselecteerde effect fotograferen.
Als [Exposure effects.] is geselecteerd
nVideobeelden opnemen
Het geluid wordt samen met de videobeelden opgenomen.
Dit pictogram brandt rood tijdens video-opname.
De resterende opnametijd wordt weergegeven.
Als de resterende opnametijd 0 bereikt, wordt het opnemen 00:34 automatisch gestopt.
qStilstaande beelden bekijken / Stand Weergeven selecteren
De laatste foto wordt weergegeven.
•Druk op de pendelknop om andere foto's te bekijken.
•Gebruik de zoomknop om om te schakelen tussen gezoomd weergeven, indexweergave en kalenderweergave.
Videobeelden weergeven
Selecteer de videobeelden in de stand Weergeven en druk op e om af te spelen.
2008.08.26 12:30 100-0004
MOVIE PLAY OK |
IN 4 |
Knopfuncties
NL 13
Knopfuncties
Bedieningen tijdens het weergeven van videobeelden
3 : Ledere keer dat de knop ingedrukt wordt, wordt de snelheid van de weergave veranderd in de volgende volgorde: 2x; 20x en terug naar 1x.
4: Speelt de videobeelden in omgekeerde richting af. Iedere keer dat de knop ingedrukt wordt, wordt de snelheid van de weergave
2008.08.26 12:30 |
veranderd in de volgende volgorde: 1x; 2x; 20x; en terug naar 1x. |
||
|
|
100-0004 |
|
|
|
IN |
00:12 |
/00:34 |
Weergavetijd / Totale opnametijd |
|
|
|
1 : Verhoogt het volume. |
2: Verlaagt het volume.
•Druk op eom de weergave te pauzeren.
Mogelijkheden in de stand pauze
2008.08.26 |
12:30 |
|
|
100-0004 |
|
IN |
00:14 |
/00:34 |
3 : Geeft het volgende beeld weer.
4: Geeft het vorige beeld weer.
1 : Geeft het eerste beeld weer.
2 : Geeft het laatste beeld weer.
•Om de weergave te hervatten, drukt u op e.
•Om de weergave van de videobeelden in het midden of tijdens een pauze stop te zetten, drukt u op m.
Panoramafoto's bekijken die zijn gemaakt met [COMBINE IN CAMERA1] [COMBINE IN CAMERA2] (Panorama weergeven)
•Gebruik de pendelknop om een panoramisch beeld te selecteren en druk op e. Schuiven naar rechts (of omhoog schuiven voor een gedraaid beeld) start automatisch.
•Gebruik de zoomknop om in te zoomen terwijl een beeld schuift. Gebruik de pendelknop om de schuifrichting van een ingezoomd beeld te wijzigen.
•Druk op eom het schuiven in de originele vergroting te stoppen of voort te zetten.
•Druk op m om het weergeven van panoramafoto's te verlaten.
g“PANORAMA Panoramische beelden maken en combineren“ (Blz. 23)
14 NL
P“Mijn Favorieten“ bekijken
My Favorite
De stilstaande beelden die in “Mijn favorieten“ zijn opgeslagen, worden weergegeven.
•Druk op de pendelknop om andere foto's te bekijken.
•Gebruik de zoomknop om om te schakelen tussen gezoomd weergeven en indexweergave.
My Favorite
SLIDE- ADD SHOW
FAVORITE
EXITMENU SET
OK
Druk op m tijdens de weergave van “Mijn favorieten“ om het hoofdmenu weer te geven en selecteer dan [SLIDESHOW] of [ADD FAVORITE].
g“SLIDESHOW Beelden automatisch afspelen“ (Blz. 29) “ADD FAVORITE Favoriete beelden toevoegen“ (Blz. 30)
Beelden wissen uit “Mijn favorieten“
YES / NO
•Selecteer met de pendelknop het beeld dat u wilt wissen en druk op f/ S. Selecteer [YES] en druk op e.
•Door het wissen van een beeld uit “Mijn favorieten“ wordt het originele beeld dat in het interne geheugen of op het kaartje is opgeslagen, niet gewist.
4 Pendelknop (1243)
Gebruik de pendelknop om scènes, weer te geven foto's en de menu-items te selecteren.
5 e-knop (OK / FUNC)
Geeft het functiemenu weer, dat de functies en instellingen bevat die tijdens het fotograferen vaak worden gebruikt als de functieknop op een andere stand staat dan h. Deze knop wordt ook gebruikt om uw selectie te bevestigen.
De functies die u met het functiemenu kunt instellen g“IMAGE QUALITY Beeldkwaliteit wijzigen“ (Blz. 22)
“WB Kleur van een foto aanpassen“ (Blz. 26) “ISO De ISO-gevoeligheid wijzigen“ (Blz. 26)
“DRIVE Repeterend (continu) fotograferen“ (Blz. 27)
“ESP / nEen ander vlak kiezen voor het meten van de helderheid van een object“ (Blz. 28)
Functiemenu
P |
|
|
|
|
WB |
|
|
De huidige camera-instelling verschijnt op het scherm. |
|
AUTO |
|
|
||
ISO |
|
|
12: |
Selecteer de functie die u wilt instellen. |
HIGH |
|
|
|
|
ESP |
|
|
|
|
8M |
HIGH ISO AUTO |
|
|
|
|
|
43: Selecteer een instelling en druk op e. |
||
|
AUTO H.AUTO 30 100 200 |
400 |
Knopfuncties
NL 15
6 m-knop (MENU) |
|
|
Geeft het hoofdmenu weer |
|
Geeft het hoofdmenu weer. |
|
|
|
|
7 Zoomknop |
|
|
Inzoomen tijdens het fotograferen / Gezoomd weergeven |
|
Stand Fotograferen: Inzoomen op uw onderwerp |
|
|||
Factor optische zoom: 5x |
|
|
|
|
Uitzoomen: |
P |
|
P |
Inzoomen: |
Druk op W op |
|
Druk op T op |
||
|
|
|
||
de zoomknop. |
|
|
|
de zoomknop. |
|
8M W |
T |
8M W |
T |
|
|
F8.0 |
IN 4 |
IN 4 |
Stand Weergeven: De beeldweergave wijzigen
Enkelbeeldweergave
• Gebruik de pendelknop om in de beelden te bladeren.
Knopfuncties
W T
2008.08.26 |
12:30 |
IN |
4 |
T |
|
W |
|
|
|
x10 |
|
2008.08.26 |
12:30 |
IN |
4 |
T |
|
W |
|
2008.08.26 |
12:30 |
IN |
4 |
T |
|
W |
|
2008.08.26 |
12:30 |
IN |
4 |
T
W
8M
IN
Indexweergave |
Gezoomd weergeven |
• Druk op T om het beeld |
|
• Gebruik de pendelknop om |
stapsgewijs te vergroten tot |
een foto voor weergave te |
maximaal 10 keer de |
selecteren en druk op e |
oorspronkelijke grootte. Druk op |
om het geselecteerde enkele |
W om het formaat te verkleinen. |
beeld weer te geven. |
• Gebruik de pendelknop tijdens |
|
gezoomd weergeven om in de |
|
foto heen en weer te schuiven. |
|
• Druk op eom naar |
|
enkelbeeldweergave terug |
|
te keren. |
|
Kalenderweergave |
W |
• Gebruik de pendelknop om de |
|
datum te selecteren en druk op |
|
eof T op de zoomknop om het |
|
beeld op de geselecteerde datum |
|
weer te geven. |
16 NL
8 1 F-knop |
Helderheid van de foto wijzigen (Belichtingscorrectie) |
F |
Druk op 1 Fin de stand Fotograferen, gebruik de pendelknop 43 |
|
om het beeld met de gewenste helderheid te selecteren. Druk op e |
|
om uw keuze te bevestigen. |
|
• Aan te passen van –2,0 EV tot +2,0 EV. |
0.0 |
+0.3 |
+0.7 |
+1.0 |
Druk op 43om de |
|
weergave te veranderen. |
|
9 3#-knop |
Gebruik van de flitser |
Druk op 3#in de stand Fotograferen om de flitserinstelling te selecteren.
Druk op eom uw keuze te bevestigen.
AUTO |
(Autoflitsen) |
Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch. |
! |
Flitsen met |
De flitser geeft inleidende flitsen af om rode ogen op uw foto's te |
|
onderdrukken van rode |
onderdukken. |
|
ogen |
|
# |
Invulflitsen |
De flitser ontsteekt altijd, ongeacht het beschikbare licht. |
$ |
Flitser uit |
De flitser ontsteekt niet. |
|
|
|
0 2Y-knop |
Fotograferen met de zelfontspanner |
Druk op 2Yin de stand Fotograferen om ON en OFF van de zelfontspanner te selectern. Druk op eom uw keuze te bevestigen.
OFF |
Annuleer de zelfontspanner. |
ON |
Stel de zelfontspanner in. |
•Nadat de ontspanknop helemaal is ingedrukt, brandt de zelfontspanner-LED ongeveer 10 seconden, knippert dan ongeveer 2 seconden en daarna wordt de foto gemaakt.
•Druk op 2Yom de zelfontspanner te annuleren.
•Na elke opname die met de zelfontspanner gemaakt wordt, wordt de stand Zelfontspanner automatisch uitgeschakeld.
a 4&-knop Dichtbij het onderwerp fotograferen (stand macro)
Druk op 4&in de stand Fotograferen om de stand macro te selecteren.
Druk op eom uw keuze te bevestigen.
OFF |
|
Stand macro is gedeactiveerd. |
& |
Stand macro |
Met deze stand kunt u fotograferen op een afstand van maar 20 cm |
|
|
(groothoek) en 60 cm (tele) tot het onderwerp. |
% |
Stand supermacro |
Met deze stand kunt u fotograferen op een afstand van maar 3 cm tot het |
|
|
onderwerp. Als de afstand tussen de camera en het onderwerp meer dan |
|
|
70 cm is, wordt de foto onscherp. |
• Zoom en flitser kunnen niet worden gebruikt in stand supermacro.
Knopfuncties
NL 17
Knopfuncties
b q/ P-knop |
Beelden bekijken / Beelden printen |
qBeelden onmiddellijk bekijken
Druk op qin de stand Fotograferen om naar de stand Weergeven te schakelen en de als laatste gemaakte foto weer te geven.
Druk nogmaals op qof druk de ontspanknop half in om terug te keren naar de stand Fotograferen. g“qStilstaande beelden bekijken / Stand Weergeven selecteren“ (Blz. 13)
PBeelden printen
Als er een printer op de camera is aangesloten, geef dan het beeld dat u wilt printen weer in de stand Weergeven en druk op P.
g“EASY PRINT“ (Blz. 40)
c f/ S-knop |
Het onderwerp verlichten bij tegenlicht / Beelden wissen / |
|
Helderheid van de monitor versterken (tegenlicht verbeteren) |
|
|
fHet onderwerp verlichten bij tegenlicht
Druk op fin de stand Fotograferen om de schaduwaanpassingstechniek in of uit te schakelen. Druk op eom in te stellen. Op de monitor wordt een kader rond het gelaat van uw onderwerp weergegeven (behalve bij n). Deze functie maakt het gelaat van uw onderwerp helderder, zelfs bij sterk tegenlicht, en past de achtergrond aan voor een juiste belichting van uw foto.
OFF |
Schaduwaanpassingstechniek is gedeactiveerd. |
ON |
Schaduwaanpassingstechniek is geactiveerd. |
•Het kan enkele seconden duren tot het kader op de monitor wordt weergegeven.
•Afhankelijk van het onderwerp wordt het gelaat eventueel niet herkend.
•Als [ON] geselecteerd is, gelden de volgende beperkingen voor het instellen.
•[ESP / n] wordt vastgesteld op [ESP].
•[AF MODE] is vastgezet op [FACE DETECT].
•[PANORAMA] kan niet worden ingesteld.
•U kunt ook de schaduwaanpassingstechniek gebruiken om tegenlicht te compenseren in gefotografeerde stilstaande beelden.
g“PERFECT FIX Beelden bewerken“ (Blz. 30)
SBeelden wissen
Selecteer het beeld dat gewist moet worden in de stand Weergeven en druk op S.
•Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer herstellen. Controleer alle beelden voor deze gewist worden, zodat niet onbedoeld beelden gewist worden die u had willen bewaren.
g“0Beelden beveiligen“ (Blz. 32)
De monitor lichter maken
Als u f/ Singedrukt houdt in de stand Fotograferen wordt de monitor gedurende 10 seconden helderder met de helderste instelling [s].
g“sInstellen van de helderheid van de monitor“ (Blz. 37)
18 NL
d g/ E-knop |
De informatie op het display wijzigen / |
|
Menugids weergeven / Tijd controleren |
|
|
gInformatiedisplays wijzigen
Druk op gom de display in onderstaande volgorde te wijzigen.
Stand Fotograferen |
Stand Weergeven |
P |
Normale weergave |
Normale weergave |
ISO |
|
|
1600 |
|
|
8M |
|
|
+2.0 |
IN 4 |
|
|
Eenvoudige weergave*1 |
Gedetailleerde |
|
|
weergave |
|
1/1000 |
F3.5 |
|
|
+2.0 |
|
ISO 400 |
|
|
|
8M |
|
100-0004 |
|
|
2008.08.26 12:30 |
IN 4 |
P |
|
Hulplijnweergave*1 |
Geen |
|
|
|
informatieweergave |
ISO |
|
|
|
1600 |
|
|
|
8M |
|
|
|
+2.0 |
IN |
4 |
|
P |
|
Histogramweergave*1 |
Histogramweergave*2 |
ISO |
|
1/1000 |
F3.5 |
1600 |
|
||
|
|
|
+2.0 |
|
|
ISO 400 |
|
8M |
|
|
8M |
|
|
|
|
+2.0 |
IN 4 |
2008.08.26 12:30 |
IN 4 |
|
|
*1 Dit wordt niet weergegeven als de functieknop op nof gstaat. *2 Dit wordt niet weergegeven als er een video is geselecteerd.
EMenugids weergeven
ESP/n
Sets picture brightness for taking pictures.
Druk bij een gemarkeerde menufunctie op Een houd dit ingedrukt om de menugids weer te geven die meer informatie geeft over de functie of instelling.
Tijd controleren
Druk, terwijl de camera uit staat, op g/ Eom de ingestelde alarmtijd (als [ALARM CLOCK] is ingesteld) en de huidige tijd
3 seconden weer te geven.
Knopfuncties
NL 19
Menufuncties
Menufuncties
m-knop |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
e-knop |
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Pendelknop (1243)
Iets over de menu`s
Door op m te drukken, wordt het hoofdmenu op de monitor weergegeven.
• De onderdelen die in het hoofdmenu worden weergegeven variëren, afhankelijk van de functie.
Hoofdmenu (in stand voor het fotograferen van stilstaande beelden)
IMAGE
QUALITY
CAMERA
RESET MENU
SETUP
|
SILENT |
PANORAMA SCN |
MODE |
EXIT MENU |
SET OK |
CAMERA MENU
1 |
WB |
|
AUTO |
|
2 |
ISO |
|
AUTO |
|
|
||||
|
|
DRIVE |
|
o |
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
FINE ZOOM |
|
OFF |
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
DIGITAL ZOOM |
|
OFF |
|
|
|
||
|
EXIT MENU |
|
SET OK |
•Als [CAMERA MENU], [PLAYBACK MENU], [EDIT], [ERASE], of [SETUP] is geselecteerd, wordt het menu van de desbetreffende functies weergegeven.
•Als de functieknop op gstaat en de instellingen worden uitgevoerd volgens de fotogids, drukt u op m om de fotogids weer te geven.
Bedieningsaanwijzingen
Tijdens bediening van het menu worden de te gebruiken knoppen en hun functie onderaan het scherm weergegeven. Volg deze gidsen om door de menu's te navigeren.
|
IMAGE |
|
BACK |
MENU : Gaat terug naar het vorige menu. |
|
QUALITY |
|
||
|
CAMERA |
|
EXIT |
MENU : Verlaat het menu. |
RESET |
MENU |
SETUP |
SET |
OK : Stelt het geselecteerde item in. |
|
|
|
||
PANORAMA |
SCN |
SILENT |
|
|
MODE |
|
|
||
EXIT MENU |
|
SET OK |
|
|
Bedienings- |
|
|
|
|
aanwijzingen |
|
e |
|
|
m-knop |
|
|
20 NL
Gebruik van de menu’s
Dit verklaart hoe de menu's gebruikt kunnen worden aan de hand van de [AF MODE]-instelling.
1 Zet de functieknop op K.
2 Druk op m om het hoofdmenu weer te geven. Selecteer [CAMERA MENU] en druk op eom uw keuze te bevestigen.
• [AF MODE] is een van de selecties in het [CAMERA MENU].
3 Gebruik de pendelknop 12 om [AF MODE] te selecteren en druk op e.
•Het kan zijn dat niet alle instellingen beschikbaar zijn, afhankelijk van de stand Fotograferen / het motiefprogramma.
•Druk op 4op dit scherm, zodat de cursor naar de paginaweergave beweegt. Druk op 12 om naar de
volgende pagina te gaan. Om een functie te selecteren, drukt u op 3of e.
Paginaweergave:
Het paginaweergaveteken wordt weergegeven als er op de volgende pagina nog meer menufuncties staan.
4 Gebruik de pendelknop 12 om [FACE DETECT], [iESP] of [SPOT] te selecteren en druk op e.
•De menufunctie wordt ingesteld en het vorige menu wordt weergegeven. Druk meermaals op m om het menu te verlaten.
•Voor het annuleren van wijzigingen en om verder te gaan met de bediening van het menu, drukt u op m voordat
u op edrukt.
IMAGE
QUALITY
CAMERA
RESET MENU
SETUP
SILENT
|
PANORAMA SCN |
MODE |
||||||||||
|
EXIT MENU |
SET |
OK |
|||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CAMERA MENU |
|
|
|
|
|
||||||
|
1 |
|
|
|
|
|
|
AUTO |
|
|
|
|
|
|
WB |
|
|
|
|
|
|||||
|
2 |
|
|
|
|
|
|
AUTO |
|
|
|
|
|
|
ISO |
|
|
|
|
|
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
o |
|
|
|
|
|
|
|
DRIVE |
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
OFF |
|
|
|
|
|
|
|
FINE ZOOM |
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
OFF |
|
|
|
|
|
|
|
DIGITAL ZOOM |
|
|
|
|
|
||||
|
EXIT MENU |
SET |
OK |
|||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||
|
CAMERA MENU |
|
|
|
|
|
||||||
|
1 |
|
ESP/n |
|
ESP |
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||
|
2 |
|
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
AF MODE |
|
|
SPOT |
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
R |
|
OFF |
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ON |
|
|
|
|
||
|
|
|
IMAGE STABILIZER |
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
EXIT MENU |
SET |
OK |
|||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De geselecteerde functie wordt weergegeven in een andere kleur.
CAMERA
AF MODE
1 ESP/n
FACE DETECT
2 AF MODE
iESP
R
SPOT
IMAGE
BACK MENU |
SET OK |
Menufuncties
NL 21
Menufuncties
Menu stand Fotograferen |
|
|
|
|
Ks n |
|||||||
|
|
|
|
1 |
|
|
|
|
|
5 CAMERA MENU |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
WB |
ESP / n |
|
|
|
|
IMAGE |
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
5 |
|
ISO |
AF MODE |
||
|
|
|
|
QUALITY |
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
||||||
2 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DRIVE |
R |
|
|
|
CAMERA |
|
|
|
|
|
FINE ZOOM |
IMAGE STABILIZER / |
||
3* |
|
RESET |
MENU |
SETUP |
|
6 |
|
DIGITAL ZOOM |
DIS MOVIE MODE |
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||
|
|
PANORAMA |
SCN |
SILENT |
|
|
|
(digitaal zoomen) |
|
|||
|
|
MODE |
|
|
|
|
|
|||||
|
|
EXIT MENU |
|
|
SET OK |
|
|
* U hebt een OLYMPUS xD-Picture Card nodig. |
||||
|
|
|
|
4 |
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
•Afhankelijk van de stand van de functieknop zijn enkele menufuncties niet beschikbaar. g“Beschikbare functies in de standen Fotograferen en bij motiefprogramma's“ (Blz. 59)
“Instelmenu's – SETUP“ (Blz. 34)
•De standaardinstellingen af fabriek worden in het grijs weergegeven ( ).
1 IMAGE QUALITY |
Beeldkwaliteit wijzigen |
Instellen van [IMAGE SIZE] en [COMPRESSION] ([FRAME RATE] voor videobeelden).
Beeldkwaliteit van stilstaande beelden en de toepassing ervan
IMAGE SIZE |
Applicatie |
G3264 x 2448 • Geschikt voor het printen van foto's groter dan A3.
H2560 x 1920 • Geschikt voor het printen van foto's op A4.
I2048 x 1536 • Geschikt voor het printen van foto's tot A4.
J1600 x 1200 • Geschikt voor het printen van foto's op A5.
|
K |
1280 |
x |
960 |
• Geschikt voor het printen van foto's op ansichtkaartformaat. |
|||||
|
|
|
|
|
|
|||||
|
C |
640 |
x |
480 |
• Geschikt voor het bekijken van foto's op een televisie of het gebruiken van |
|||||
|
|
|
|
|
foto's in e-mails en op websites. |
|||||
|
|
|
|
|
|
|||||
|
|
|
|
|
||||||
|
D |
1920 |
x 1080 |
• Geschikt voor het weergeven van foto's op breedbeeld televisie. |
||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
COMPRESSION |
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
||||
|
L |
FINE |
|
|
|
• Fotograferen met hoge kwaliteit. |
||||
|
|
|
|
|
|
|
||||
|
M |
NORMAL |
|
• Fotograferen met normale kwaliteit. |
||||||
|
|
|
|
|
|
|
||||
Beeldkwaliteit video |
|
|
|
|
|
|||||
|
IMAGE SIZE |
|
|
|
|
|
FRAME RATE |
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
C |
640 x 480 |
|
|
N |
30 beelden / s |
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
E |
320 x 240 |
|
|
O |
15 beelden / s |
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
g“Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen en opnamelengte van video's“ (Blz. 53)
22 NL
2 RESET |
Standaardinstellingen af fabriek herstellen |
NO / YES
Hiermee zet u de fotografeerfuncties terug op de standaardinstellingen. De functieknop mag niet op g staan.
Functies hersteld naar de standaardinstellingen af fabriek
Functie |
Standaardinstellingen |
Zie blz. |
|
af fabriek |
|||
|
|
||
F |
0.0 |
Blz. 17 |
|
# |
AUTO |
Blz. 17 |
|
|
|
|
|
Y |
OFF |
Blz. 17 |
|
|
|
|
|
& |
OFF |
Blz. 17 |
|
Schaduwaanpassingstechniek |
OFF |
Blz. 18 |
|
IMAGE SIZE |
G/ E |
Blz. 22 |
|
(stilstaand beeld / videobeelden) |
|||
|
|
||
COMPRESSION (stilstaand beeld) |
M |
Blz. 22 |
|
|
|
|
|
FRAME RATE (videobeelden) |
O |
Blz. 22 |
|
|
|
|
|
WB |
AUTO |
Blz. 26 |
|
ISO |
AUTO |
Blz. 26 |
|
DRIVE |
o |
Blz. 27 |
|
FINE ZOOM |
OFF |
Blz. 27 |
|
|
|
|
|
DIGITAL ZOOM (digitaal zoomen) |
OFF |
Blz. 27 |
|
|
|
|
|
ESP / n |
ESP |
Blz. 28 |
|
AF MODE |
SPOT |
Blz. 28 |
|
R |
OFF |
Blz. 28 |
|
IMAGE STABILIZER (stilstaand beeld) |
ON |
Blz. 28 |
|
|
|
|
|
DIS MOVIE MODE (videobeelden) |
OFF |
Blz. 28 |
|
|
|
|
3 PANORAMA |
Panoramische beelden maken en combineren |
|
|
COMBINE IN CAMERA1 |
Bij het opnieuw afkaderen van het beeld worden automatisch foto's gemaakt |
|
en in de camera gecombineerd. |
COMBINE IN CAMERA2 |
Foto's worden handmatig gemaakt en automatisch in de camera |
|
gecombineerd. |
COMBINE IN PC |
Foto's worden handmatig gemaakt om op een computer te combineren. |
•Voor panoramaopnamen is een Olympus xD-Picture Card vereist.
•Als de opslagcapaciteit van het kaartje onvoldoende is, kan deze functie niet worden geselecteerd.
Menufuncties
NL 23
Menufuncties
[COMBINE IN CAMERA1]
Bij het opnieuw afkaderen van het beeld worden automatisch foto's gemaakt en in de camera gecombineerd tot één enkele panoramafoto. Alleen gecombineerde foto's worden opgeslagen.
1e
Sluit de beelden van links naar rechts op elkaar aan
2e |
3e |
Focusteken |
Pointer |
•Maak de eerste foto.
•Als u de camera iets in de richting van de volgende foto beweegt, verschijnen er een focusteken en een pointer.
•De pointer beweegt als u de camera draait voor een panoramisch beeld. Beweeg de camera langzaam en constant totdat de pointer het focusteken overlapt, blijf dan stilstaan.
•De camera maakt de tweede foto automatisch.
•Maak de derde foto op dezelfde manier als de tweede.
•Als de derde foto is gemaakt, worden de foto's automatisch gecombineerd en de gecombineerde foto wordt weergegeven. Om slechts twee foto's te combineren, drukt u op evoordat u de derde foto maakt.
•Om het maken van de panoramafoto te annuleren tijdens het fotograferen, drukt u op mvoordat u op edrukt.
[COMBINE IN CAMERA2]
Foto's worden handmatig gemaakt en automatisch in de camera gecombineerd tot één enkele panoramafoto. Alleen gecombineerde foto's worden opgeslagen.
1e |
2e |
3e |
Sluit de beelden van links naar rechts op elkaar aan
•Gebruik 43om aan te geven aan welke rand u de foto's wilt verbinden en maak dan de eerste foto.
•Stel uw tweede foto zo samen, dat de rand van de eerste foto de rand van de tweede foto overlapt en maak dan de foto.
•Maak de derde foto op dezelfde manier als de tweede.
•Als de derde foto is gemaakt, worden de foto's automatisch gecombineerd en de gecombineerde foto wordt weergegeven. Om slechts twee foto's te combineren, drukt u op evoordat u de derde foto maakt.
•Om het maken van de panoramafoto te annuleren tijdens het fotograferen, drukt u op m voordat u op edrukt.
24 NL