DIGITALE CAMERA
NL
Gebruiksaanwijzing
Quick Startgebruiksaanwijzing
Meteen aan de slag met uw camera.
Knopfuncties
Menufuncties
Beelden printen
Gebruik van OLYMPUS Master
Leer uw camera beter kennen
Appendix
( Wij zijn u erkentelijk voor de aanschaf van deze digitale Olympus-camera. Lees voordat u uw nieuwe camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een lange gebruiksduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u hem ook later nog eens kunt raadplegen.
( Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken teneinde u met uw camera vertrouwd te maken.
( In het belang van voortdurende verbeteringen van het product behoudt Olympus zich het recht voor de in deze handleiding gepubliceerde informatie bij te werken of aan te passen.
( De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt.
Inhoud
Quick Start-gebruiksaanwijzing
Knopfuncties
Menufuncties
Beelden printen
Gebruik van OLYMPUS Master
Leer uw camera beter kennen
Appendix
Blz. 3
Blz. 11
Blz. 19
Blz. 38
Blz. 44
Blz. 52
Blz. 62
Test de functies van de knoppen van de camera door de afbeedlingen op te volgen.
Leer over de menu's die de basisfuncties en -instellingen bevatten.
Leer hoe u gemaakte foto's kunt printen.
Leer hoe u beelden naar een computer kunt overbrengen en opslaan.
Ontdek meer over camerafuncties en over hoe u betere foto's kunt maken.
Lees over handige functies en veiligheidsmaatregelen voor een effectiever gebruik van uw camera.
2 NL
Uitpakken van de doos
Digitale camera |
Camerariem |
LI-42B |
|
|
Lithium-ionbatterij |
LI-40C |
USB-kabeltje |
AV-kabeltje |
OLYMPUS Master 2 |
Batterijlader |
|
|
Software CD-ROM |
Niet weergegeven artikelen: Handleiding (deze handleiding), basishandleiding en garantiekaart. De inhoud kan variëren naar plaats van aankoop.
Camerariem bevestigen
( Trek de camerariem zo strak dat deze niet los kan raken.
gebruiksaanwijzing-Start Quick
NL 3
Quick Start-gebruiksaanwijzing
De camera voorbereiden
a. Batterij opladen.
|
|
3 |
|
Netsnoer |
Lithium-ionbatterij |
|
|
Batterijlader |
|
1 |
|
|
2 |
|
Stopcontact |
Indicator voor laadtoestand |
|
|
Lampje Aan (rood): |
Laden |
|
Lampje uit: |
Opladen voltooid |
|
(laadtijd: |
Ca. 5 uur) |
( Bij levering is de batterij gedeeltelijk opgeladen.
b.Plaats de batterij en een xD-Picture Card (optioneel) in de camera.
2
1
|
( Plaats de batterij met het teken |
|
|
naar voren en het teken |
|
|
naar het vergrendelknopje voor |
|
|
de batterij. |
|
|
Als u de batterij verkeerd plaatst, |
|
|
kunt u die niet meer verwijderen. |
|
|
Gebruik geen geweld. Neem contact |
|
|
op met een geautoriseerde dealer / |
|
|
servicecentrum. Schade aan de |
|
33 |
buitenkant van de batterij (krassen |
|
etc,) kunnen hitte of een explosie |
||
|
||
|
veroorzaken. |
|
|
Vergrendelknopje voor batterij |
|
|
Schuif het vergrendelknopje voor de |
|
|
batterij in de richting van de pijl om de |
|
|
batterij te verwijderen. |
.
4 NL
Indexvlak
5
De camera voorbereiden
Inkeping
( Draai het kaartje in de juiste richting zoals op de afbeelding en steek het recht in de kaartsleuf.
Steek het kaartje zover in de kaartsleuf totdat het op zijn plaats vastklikt.
Om het kaartje te verwijderen, drukt u het eerst helemaal naar binnen en laat het daarna voorzichtig los. Pak het kaartje en haal het eruit.
4
( U kunt met deze camera zelfs zonder een optionele xD-Picture Card™ (hierna “het kaartje“ genoemd) fotograferen. Als er geen xD-Picture Card ingestoken is, worden uw foto's op het interne geheugen opgeslagen.
Informatie over het kaartje vindt u onder “Het kaartje“ (Blz. 63).
gebruiksaanwijzing-Start Quick
NL 5
Quick Start-gebruiksaanwijzing
De camera inschakelen
Hier wordt verklaard hoe de camera in de stand Fotograferen (fotofunctie) wordt gezet.
a. Zet de functieknop op K.
Voor het fotograferen van stilstaande beelden (stand Fotograferen)
Voor het maken van videobeelden (stand Fotograferen)
Voor het bekijken van beelden (stand Weergeven)
Standen voor het Fotograferen van stilstaande beelden
K |
Met deze functie kunt u fotograferen met de automatische instellingen van de camera. |
sMet deze functie kunt u fotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de lichtomstandigheden.
gMet deze functie kunt u de focusinstellingen instellen door de fotogids op het scherm te volgen.
b.Druk op de o-knop.
X
|
|
|
Y M D T I M E |
|
o-knop |
|
----.--.-- --:-- |
Y / M / D |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CANCEL MENU |
|
• Als de datum en tijd nog niet zijn ingesteld, verschijnt dit scherm.
( Om de camera uit te schakelen, drukt u nog een keer op de o-knop.
Tip
De richtingen van de pendelknop (1243)
worden in deze handleiding aangeduid met 1243.
1
4 3
2
6 NL
Datum en tijd instellen |
|||
|
|
Over het instelmenu voor datum en tijd |
|
|
|
|
Y-M-D (Jaar-Maand-Dag) |
|
|
|
Uur |
Y |
M D T I M E |
|
Minuten |
|
|
|
|
----.--.-- --:-- |
Y / M / D |
Datumformaten (Y-M-D, M-D-Y, D-M-Y) |
Verlaat een instelling.
a.Druk op de 1F-knop en de 2Y-knop om [Y] te selecteren.
• De eerste twee cijfers van het jaartal zijn vast ingesteld.
1F-knop |
X |
|
Y M D T I M E |
Y / M / D
2Y-knop
CANCELMENU
b. Druk op de 3#-knop.
3#-knop
c.Druk op de 1F-knop en de 2Y-knop om [M] te selecteren.
d.Druk op de 3#-knop.
X
Y M D T I M E
Y / M / D
CANCELMENU
gebruiksaanwijzing-Start Quick
NL 7
Quick Start-gebruiksaanwijzing
Datum en tijd instellen
e.Druk op de 1F-knop en de 2Y-knop om [D] te selecteren.
f.Druk op de 3#-knop.
X
Y M D T I M E
Y / M / D
CANCELMENU
g.Druk op de 1F-knop en de 2Y-knop om de uren en minuten te selecteren.
• De tijd verschijnt in 24-uurs formaat.
h.Druk op de 3#-knop.
i.Druk op de 1F-knop en de 2Y-knop om [Y / M / D] te selecteren.
X
Y M D T I M E
Y / M / D
CANCELMENU SET
X
Y M D T I M E
Y / M / D
CANCELMENU SET
j.Nadat alle functies zijn ingesteld, drukt u op de e-knop.
•Voor een nauwkeurige tijdinstelling drukt u op de e-knop op het moment dat de klok 00 seconden aanwijst.
P
[ ] |
|
e-knop |
[IN] |
|
|
HQ 3264×2448 |
4 |
8 NL
Een foto maken
a. Houd de camera vast.
Horizontale stand
b. Scherpstellen.
Ontspanknop
(half ingedrukt)
c. Fotograferen.
Ontspanknop
(geheel ingedrukt)
Verticale stand
Plaats deze markering op uw onderwerp.
P |
1/1000 |
F3.5 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Quick |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
[ |
] |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||||||
|
|
|
|
|
|
|
4 |
|
-Start |
||
|
|
|
|
HQ 3264×2448 |
|
||||||
|
|
|
|
|
|
|
[IN] |
|
gebruiksaanwijzing |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Het aantal stilstaande beelden |
|||||||
|
|
|
|
dat kan worden opgeslagen |
|
||||||
|
|
|
|
|
wordt weergegeven. |
|
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
||||
De groene LED geeft aan dat de camera |
|
|
|
|
|||||||
de scherpstelling en belichting vasthoudt. |
|
|
|
|
|||||||
De sluitertijd en diafragmawaarde worden |
|
|
|
|
|||||||
weergegeven. |
|
|
|
|
|
|
De indicatie-LED Dataverkeer knippert.
NL 9
Beelden bekijken
a. Zet de functieknop op q.
Quick Start-gebruiksaanwijzing
o-knop
Functieknop
[IN]
HQ
Pendelknop
Volgende foto
'07.11.26 12:30
Vorige foto 100 - 0001
1
Beelden wissen
a.Druk op de 4&-knop en de 3#-knop om het beeld weer te geven dat u wilt wissen.
b.Druk op de f/ S-knop.
|
ERASE |
[ I N ] |
|
|
YES |
|
|
NO |
f/ S-knop |
BACK MENU |
SET OK |
|
c.Druk op de 1F-knop om [YES] te selecteren en druk op de e-knop om het beeld te wissen.
1F-knop |
|
|
ERASE |
|
|
|
|
|
|
|
|
YES
NO
e-knop
BACK MENU |
SET OK |
10 NL
Knopfuncties
|
12 |
b |
Stand Fotograferen |
6 |
c |
7 |
|
|
|
|
|
a |
8 |
3 |
|
|
|
||
9 |
|
|
|
0 |
|
|
|
|
|
|
|
e |
d |
4 |
|
|
5 |
|
Stand Weergeven |
|
Stand Fotograferen |
|
Flitserfunctie |
|
Zelfontspanner |
P |
|
|
|
|
|
|
Stand macro / |
[ ] |
|
|
Stand supermacro |
|
|
|
|
|
[IN] |
|
|
HQ 3264×2448 |
4 |
1 o-knop |
|
De camera aan en uit zetten |
|
Power aan: |
Stand Fotograferen |
|
Stand Weergeven |
|
• Lens wordt uitgeschoven |
• Monitor gaat aan |
|
|
• Monitor gaat aan |
|
|
2 Ontspanknop |
|
Fotograferen |
Stilstaande beelden fotograferen
Stel de functieknop in op K, s of g en druk de ontspanknop licht in (half). De groene LED geeft aan dat de camera de scherpstelling en belichting vasthoudt (scherpstelgeheugen). De sluitertijd en diafragmawaarde worden weergegeven (alleen als de functieknop op K) is gezet. Druk de ontspanknop nu helemaal in (geheel) om een foto te maken.
Groene LED
P |
1/1000 |
F3.5 |
[ |
] |
|
|
|
|
|
|
|
[IN] |
|
|
|
|
|
|
||
|
HQ 3264×2448 |
4 |
|
||
|
AF-lock-teken |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
k |
|
|
|
|
|
[ |
] |
|
|
|
|
|
|
|
[IN] |
|
|
|
|
|
|
|
|
HQ 3264×2448 |
4 |
|
|
Scherpstelgeheugen – De scherpstelling vasthouden en dan de foto samenstellen
Stel uw foto samen met vastgehouden scherpstelling en druk dan de ontspanknop volledig in om een foto te maken.
•Als de groene LED knippert, is de scherpstelling niet goed aangepast. Probeer de scherpstelling opnieuw vast te leggen.
AF-lock – De scherpstelling vastleggen
Als het motiefprogramma kof His, kunt u de scherpstelling vastleggen door op 2 te drukken. Druk nogmaals op 2 om AF-lock te annuleren.
g“s (motiefprogramma) Een motiefprogramma selecteren afhankelijk van de fotografeersituatie“ (Blz. 22)
• AF-lock wordt automatisch opgeheven na één opname.
Knopfuncties
NL 11
Knopfuncties
Videobeelden opnemen
Zet de functieknop op nen druk de ontspanknop half in om de scherpstelling vast te leggen, druk vervolgens de ontspanknop geheel in om te beginnen met opnemen. Om het opnemen van videobeelden te stoppen, drukt u de ontspanknop opnieuw in.
3 Functieknop |
Omschakelen tussen de standen Fotograferen en Weergeven |
Stel de functieknop in op de gewenste stand Fotograferen of Weergeven.
KStilstaande beelden fotograferen
De camera bepaalt de optimale instellingen voor de lichtomstandigheden automatisch.
sFotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de situatie
U kunt fotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de situatie.
Een motiefprogramma selecteren / Naar een ander motiefprogramma wisselen
•Druk op m en selecteer [SCN] in het hoofdmenu. Gebruik 12 om een motiefprogramma te selecteren en druk op e.
•Door naar een ander motiefprogramma om te schakelen worden de meeste instellingen teruggezet naar de standaardinstellingen van elk motiefprogramma.
g“s (motiefprogramma) Een motiefprogramma selecteren afhankelijk van de fotografeersituatie“ (Blz. 22)
g De fotogids volgen voor het maken van betere foto's
SHOOTING GUIDE |
1 / 3 |
1 Shoot w/ effects preview.
2 Brightening subject.
3 Shooting into backlight.
4 Set particular lighting.
5 Blurring background.
SET OK
Volg de fotogids op het scherm om de focusinstellingen in te stellen.
•Druk op m om de fotogids opnieuw weer te geven.
•Om de instelling te veranderen zonder de fotografeergids te gebruiken, zet u de stand Fotograferen op een andere stand.
•Functies die m.b.v. de fotogids zijn ingesteld worden teruggezet op de standaardinstellingen af fabriek als mwordt ingedrukt of als de stand Fotograferen wordt gewijzigd.
Fotograferen door previews met verschillende effecten te vergelijken
Exposure effects.
0.0 |
+0.3 |
+0.7 |
+1.0 |
Druk op 43 om de weergave te veranderen.
Selecteer één van de opties [1 Fotograferen m / effect, preview.] uit het menu [SHOOTING GUIDE] voor een preview met een live venster met meerdere beelden op de monitor, waarop vier verschillende niveaus van het geselecteerde foto-effect worden weergegeven.
U kunt de vier preview-beelden vergelijken voor de gewenste instelling / het gewenste effect.
•Selecteer met de pendelknop het beeld met de gewenste instellingen en druk op e. De camera gaat automatisch naar de stand Fotograferen en u kunt met het geselecteerde effect fotograferen.
Als [Exposure effects.] is geselecteerd.
12 NL
nVideobeelden opnemen
Het geluid wordt samen met de videobeelden opgenomen.
A
Dit pictogram brandt rood tijdens video-opname.
De resterende opnametijd wordt weergegeven. Als de resterende opnametijd 0 bereikt,
wordt het opnemen automatisch gestopt.
00:36
qStilstaande beelden bekijken / Stand Weergeven selecteren
De laatste foto wordt weergegeven.
•Druk op de pendelknop om andere foto's te bekijken.
•Gebruik de zoomknop om om te schakelen tussen gezoomd weergeven, indexweergave en kalenderweergave.
•Druk op eom het informatiedisplay dat gedurende 3 seconden wordt getoond tijdens enkelbeeldweergave te wissen.
g“MOVIE PLAY Weergeven van videobeelden“ (Blz. 27)
P“Mijn Favorieten“ bekijken
My Favorite
De stilstaande beelden die in “Mijn favorieten“ zijn opgeslagen, worden weergegeven.
•Druk op de pendelknop om andere foto's te bekijken.
•Gebruik de zoomknop om om te schakelen tussen gezoomd weergeven en indexweergave.
|
My Favorite |
SLIDE- |
ADD |
SHOW |
FAVORITE |
EXIT MENU |
SET OK |
Druk op m tijdens de weergave van “Mijn favorieten“ om het hoofdmenu weer te geven en selecteer dan [SLIDESHOW] of [ADD FAVORITE].
g“SLIDESHOW Beelden automatisch afspelen“ (Blz. 26) “ADD FAVORITE Favoriete beelden toevoegen“ (Blz. 28)
Beelden wissen uit “Mijn favorieten“
YES / |
NO |
|
|
•Selecteer met de pendelknop het beeld dat u wilt wissen en druk op f/ S. Selecteer [YES] en druk op e.
•Door het wissen van een beeld uit “Mijn favorieten“ wordt het originele beeld dat in het interne geheugen of op het kaartje is opgeslagen, niet gewist.
4 Pendelknop (1243)
Gebruik de pendelknop om motiefprogramma's, foto weergave en de menuopties te selecteren.
Knopfuncties
NL 13
Knopfuncties
5 e-knop (OK / FUNC)
Geeft het functiemenu weer, dat de functies en instellingen bevat die tijdens het fotograferen worden gebruikt. Deze knop wordt ook gebruikt om uw selectie te bevestigen.
De functies die u met het functiemenu kunt instellen
P / AUTO................................................................................. |
Fotograferen met automatische instellingen |
Selecteer de stand Fotograferen als u de functieknop heeft ingesteld op K.
P (Programmagestuurd automatisch) |
De camera stelt aan de hand van de helderheid van het object |
|
automatisch de optimale diafragmawaarde en sluitertijd in. |
|
|
AUTO (Volautomatisch) |
De camera stelt behalve diafragma en sluitertijd, automatisch de |
|
witbalans en de ISO-gevoeligheid in. |
Overige functies die u met het functiemenu kunt instellen g“WB Kleur van een foto aanpassen“ (Blz. 23)
“ISO De ISO-gevoeligheid wijzigen“ (Blz. 23) “DRIVE Repeterend (continu) fotograferen“ (Blz. 24)
“ESP / nEen ander vlak kiezen voor het meten van de helderheid van een object“ (Blz. 24)
Functiemenu
P
P
WB
AUTO
ISO
AUTO
o P/AUTO
ESP P h
43: Selecteer een instelling en druk op e.
12: Selecteer de functie die u wilt instellen.
6 m-knop (MENU) |
Het hoofdmenu weergeven |
Geeft het hoofdmenu weer.
14 NL
7 Zoomknop |
Inzoomen tijdens het fotograferen / Gezoomd weergeven |
Stand Fotograferen: Inzoomen op uw object
Factor optische zoom: 5x
Uitzoomen: |
P |
|
P |
Inzoomen: |
Druk op W op |
|
|
|
Druk op T op |
de zoomknop. |
[ ] |
|
[ ] |
de zoomknop. |
|
|
|
||
|
|
[IN] |
|
[IN] |
|
HQ 3264×2448 |
4 |
HQ 3264×2448 |
4 |
Stand Weergeven: De beeldweergave wijzigen
|
Enkelbeeldweergave |
|
|
• Gebruik de pendelknop om in de beelden te bladeren. |
|
|
[IN] |
|
|
HQ |
|
W |
|
T |
T |
'07.11.26 12:30 |
W |
[IN] |
100 - 0004 |
|
4 |
|
|
|
|
|
1 |
2 |
|
3 |
4 |
|
T |
|
W |
[IN] |
|
|
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
9 |
T |
|
W |
[IN] |
|
|
T |
|
W |
[IN] |
|
|
Indexweergave
•Gebruik de pendelknop om
een beeld voor weergave te selecteren en druk op e om het geselecteerde enkele beeld weer te geven.
Gezoomd weergeven
•Druk op T om de foto stapsgewijs
te vergroten tot maximaal 10 keer de oorspronkelijke grootte. Druk op W om het formaat te verkleinen.
•Gebruik de pendelknop tijdens gezoomd weergeven om in de foto heen en weer te schuiven.
•Druk op eom naar enkelbeeldweergave terug te keren.
W |
Kalenderweergave |
|
• Gebruik de pendelknop om de datum |
||
|
te selecteren en druk op eof T op de zoomknop om het beeld op de geselecteerde datum weer te geven.
Knopfuncties
NL 15
Knopfuncties
8 1F-knop |
Helderheid van de foto wijzigen (belichtingscorrectie) |
F
0 |
.0 |
+0.3 |
+0 |
.7 |
+1.0 |
Druk op 43om de weergave te veranderen.
Druk op 1Fin de stand Fotograferen, gebruik de pendelknop om het beeld met de gewenste helderheid te selecteren. Druk op e om uw keuze te bevestigen.
• Aan te passen van –2,0 EV tot +2,0 EV.
9 3#-knop Gebruik van de flitser
Druk op 3#in de stand Fotograferen om de flitserinstelling te selecteren.
Druk op eom uw keuze te bevestigen.
AUTO (autoflitsen) |
Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch. |
|
! Flitsen met onderdrukken |
De flitser geeft inleidende flitsen af om rode ogen op uw foto's |
|
|
van rode ogen |
te onderdukken. |
# |
Invulflitsen |
De flitser ontsteekt altijd, ongeacht het beschikbare licht. |
|
|
|
$ |
Flitser uit |
De flitser ontsteekt niet. |
|
|
|
|
|
|
0 2Y-knop |
Fotograferen met de zelfontspanner |
Druk op 2Yin de stand Fotograferen om de zelfontspanner in en uit te schakelen. Druk op eom uw keuze te bevestigen.
YOFF |
Annuleer de zelfontspanner. |
|
|
YON |
Stel de zelfontspanner in. |
•Nadat de ontspanknop helemaal is ingedrukt, brandt de zelfontspanner-LED ongeveer 10 seconden, knippert dan ongeveer 2 seconden en daarna wordt de foto gemaakt.
•Druk op 2Yom de zelfontspanner te annuleren.
•Na elke opname die met de zelfontspanner gemaakt wordt, wordt de stand Zelfontspanner automatisch uitgeschakeld.
a 4&-knop Dichtbij het onderwerp fotograferen (stand macro)
Druk op 4&in de stand Fotograferen om de stand macro te selecteren.
Druk op eom uw keuze te bevestigen.
OFF |
Stand macro is gedeactiveerd. |
& Stand macro |
Met deze stand kunt u fotograferen op een afstand van maar 20 cm |
|
(groothoek) en 60 cm (tele) tot het onderwerp. |
%Stand supermacro |
Met deze stand kunt u fotograferen op een afstand van maar 3 cm tot het |
|
onderwerp. Als de afstand tussen de camera en het onderwerp meer dan |
|
70 cm is, wordt de foto onscherp. |
• Zoom en flitser kunnen niet worden gebruikt in stand supermacro.
16 NL
b h-knop |
Fotograferen met de beeldstabilisator |
Druk op hin de stand Fotograferen om de beeldstabilisator in of uit te schakelen. Druk op eom uw keuze te bevestigen.
hOFF |
Beeldstabilisator is gedeactiveerd. |
|
|
hON |
Beeldstabilisator is geactiveerd. |
•Selecteer [hON] als u foto's maakt met fysisch gestabiliseerde camera (bijvoorbeeld bevestigd op een statief).
•Als de camera sterk bewogen wordt, kunnen de beelden eventueel niet gecorrigeerd worden.
•Bij erg langzame sluitertijden (bijvoorbeeld bij het fotograferen van stilstaanden beelden of 's nachts) heeft de stabilisatie bij sommige beelden eventueel niet het juiste effect.
•Indien ingesteld op [hON] om videobeelden met de camera op te nemen, worden de opgenomen beelden iets vergroot.
c q/ <-knop |
Beelden bekijken / Beelden printen |
q Beelden onmiddellijk bekijken
Druk op qin de stand Fotograferen om naar de stand Weergeven te schakelen en de als laatste gemaakte foto weer te geven.
Druk weer op qof druk de ontspanknop half in om terug te keren naar de stand Fotograferen. g“qStilstaande beelden bekijken / Stand Weergeven selecteren“ (Blz. 13)
< Beelden printen
Als er een printer op de camera is aangesloten, geef dan het beeld dat u wilt printen weer in de stand Weergeven en druk op <.
g“EASY PRINT“ (Blz. 38)
d f/ S-knop |
Het onderwerp verlichten bij tegenlicht / Beelden wissen |
fHet onderwerp verlichten bij tegenlicht
Druk op fin de stand Fotograferen om de schaduwaanpassingstechniek in of uit te schakelen. Druk op eom in te stellen. Op de monitor wordt een kader rond het gelaat van uw onderwerp weergegeven (behalve bij n). Deze functie maakt het gelaat van uw onderwerp helderder,
zelfs bij sterk tegenlicht, en past de achtergrond aan voor een juiste belichting van uw foto.
SHADOW ADJ. OFF |
Schaduwaanpassingstechniek is gedeactiveerd. |
SHADOW ADJ. ON |
Schaduwaanpassingstechniek is geactiveerd. |
•Het kan enkele seconden duren tot het kader op de monitor wordt weergegeven.
•Afhankelijk van het onderwerp wordt het gelaat eventueel niet herkend.
•Als [SHADOW ADJ. ON] geselecteerd is, gelden de volgende beperkingen voor het instellen.
•[ESP / n] is vastgezet op [ESP].
•[AF MODE] is vastgezet op [FACE DETECT].
•[IMAGE QUALITY] kan niet op [16:9] worden gezet.
•[PANORAMA] kan niet worden ingesteld.
•U kunt ook de schaduwaanpassingstechniek gebruiken om tegenlicht te compenseren in gefotografeerde stilstaande beelden.
g“PERFECT FIX Beelden bewerken“ (Blz. 28)
SBeelden wissen
Selecteer het beeld dat gewist moet worden in de stand Weergeven en druk op S.
•Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer herstellen. Controleer alle beelden voor deze gewist worden, zodat niet onbedoeld beelden gewist worden die u had willen bewaren.
g“0Beelden beveiligen“ (Blz. 30)
Knopfuncties
NL 17
Knopfuncties
e g/ E-knop |
Informatie op het display wijzigen / Menugids weergeven / |
|
Tijd controleren |
|
|
gInformatiedisplays wijzigen
Druk op gom de weergave in onderstaande volgorde te wijzigen.
Stand Fotograferen |
|
Stand Weergeven |
|
|||
|
P |
|
+2.0 |
Normale |
[IN] |
Normale |
|
|
|
$ weergave |
HQ |
weergave |
|
ISO |
% [ |
] |
|
|
|
|
1600 |
|
|
l R |
|
'07.11.26 12:30 |
|
j |
|
|
|
|
||
|
|
|
k[IN] |
|
100 - 0004 |
|
n HQ 3264×2448 |
4 |
|
4 |
|
||
|
|
|
|
Eenvoudige |
[IN] |
Gedetailleerde |
|
|
|
|
weergave*1 |
3264×2448HQ |
weergave |
|
|
|
|
|
F3.5 1/1000 +2.0 |
|
|
[ |
] |
|
|
ISO 400 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
'07.11.26 12:30 |
|
|
|
|
|
|
100 - 0004 |
|
|
|
|
|
|
4 |
|
|
P |
|
+2.0 |
Hulplijn |
|
Geen |
|
|
|
$ weergave*1 |
|
informatieweergave |
ISO |
% |
[ |
] |
|
|
|
|
1600 |
|
|
|
l R |
|
|
|
j |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
k[IN] |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
n HQ |
3264×2448 |
4 |
|
|
|
||
|
P |
|
|
+2.0 |
Histogramweergave*1 |
[IN] |
Histogramweergave*2 |
|
|
|
|
$ |
|
|
HQ |
|
|
|
|
|
|
|
F3.5 |
|
|
[ |
] |
|
|
|
1/1000 |
ISO |
% |
|
|
|
+2.0 |
||
1600 |
|
|
|
l R |
|
|
ISO 400 |
j |
|
|
|
|
|
||
|
|
|
k[IN] |
|
|
||
n HQ |
|
|
|
'07.11.26 12:30 |
|
||
|
|
4 |
|
4 |
*1 Dit wordt niet weergegeven als de functieknop op nof Rstaat. *2 Dit wordt niet weergegeven als er een video is geselecteerd.
EMenugids weergeven
ESP/n
Sets picture brightness for taking pictures.
Tijd controleren
Druk bij een gemarkeerde menufunctie op Een houdt dit ingedrukt om de menugids weer te geven die meer informatie geeft over de functie of instelling.
Druk, terwijl de camera uit staat, op g/ Eom de ingestelde alarmtijd (als [ALARM CLOCK] is ingesteld) en de huidige tijd 3 seconden weer te geven.
18 NL
Menufuncties
m-knop |
|
|
|
e-knop |
|
|
Pendelknop (1243)
Over de menu's
Door op m te drukken wordt het hoofdmenu op de monitor weergegeven.
• De onderdelen die in het hoofdmenu worden weergegeven variëren, afhankelijk van de functie.
Hoofdmenu (in stand voor het fotograferen van stilstaande beelden)
IMAGE |
CAMERA MENU |
|
|
QUALITY |
1 |
WB |
AUTO |
|
CAMERA |
2 |
ISO |
AUTO |
|
|
DRIVE |
o |
|
RESET |
MENU SETUP |
|
||
|
SILENT |
|
FINE ZOOM |
OFF |
|
|
DIGITAL ZOOM |
OFF |
|
|
MODE |
|
||
EXIT MENU |
SET OK |
BACK MENU |
SET OK |
•Als [CAMERA MENU], [PLAYBACK MENU], [EDIT], [ERASE], of [SETUP] is geselecteerd, wordt het menu van de desbetreffende functies weergegeven.
•Als uw camera is ingesteld volgens de fotogids met de functieknop op g, drukt u op m om de fotogids weer te geven.
Bedieningsaanwijzingen
Tijdens bediening van het menu worden de te gebruiken knoppen en hun functie onderaan het scherm weergegeven. Volg deze gidsen om door de menu's te navigeren.
IMAGE
QUALITY
|
CAMERA |
RESET |
MENU SETUP |
|
SILENT |
|
MODE |
EXIT MENU |
SET OK |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bedienings- |
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
e |
||||||||
aanwijzingen m- |
|
|
|
|
|
|
|
||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
||||||||||||||||
|
|
|
knop |
|
1243 |
||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
BACKMENU: Gaat terug naar het vorige menu.
: Verlaat het menu.
: Druk op 1243om een instelling te selecteren.
: Stelt het geselecteerde item in.
op de pendelknop
Menufuncties
NL 19
Menufuncties
Gebruik van de menu’s
Dit verklaart hoe de menu's gebruikt kunnen worden aan de hand van de [AF MODE]-instelling.
1 Zet de functieknop op K.
2 Druk op mom het hoofdmenu weer te geven. Selecteer [CAMERA MENU] en druk op eom uw keuze te bevestigen.
• [AF MODE] is een van de selecties in het [CAMERA MENU].
3 Gebruik de pendelknop 12 om [AF MODE] te selecteren en druk op e.
•Het kan zijn dat niet alle instellingen beschikbaar zijn, afhankelijk van de stand Fotograferen / het motiefprogramma.
•Druk op 4 op dit scherm, zodat de cursor naar de paginaweergave beweegt. Druk op 12 om van pagina te veranderen. Om een item te selecteren, drukt u op 3 of e.
Paginaweergave:
Het paginaweergaveteken wordt weergegeven als er op de volgende pagina nog meer menufuncties staan.
De geselecteerde functie wordt weergegeven in een andere kleur.
IMAGE
QUALITY
CAMERA
RESET MENU
SETUP
SILENT MODE
EXIT MENU SET
OK
|
|
|
|
CAMERA MENU |
|
|
1 |
|
WB |
AUTO |
|
|
2 |
|
ISO |
AUTO |
|
|
|
|
DRIVE |
o |
|
|
|
|
FINE ZOOM |
OFF |
|
|
|
|
DIGITAL ZOOM |
OFF |
|
|
|
|
|
|
|
|
BACK MENU |
SET OK |
|||
|
|
|
|
CAMERA MENU |
|
|
1 |
|
ESP/n |
ESP |
|
|
2 |
|
AF MODE |
SPOT |
|
|
|
|
R |
OFF |
|
|
|
||||
|
|
|
PANORAMA |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
BACK MENU |
SET |
4 Gebruik de pendelknop 12om [FACE DETECT], [iESP] of [SPOT] te selecteren en druk op e.
•De menufunctie wordt ingesteld en het vorige menu wordt weergegeven. Druk meermaals op m om het menu te verlaten.
•Voor het annuleren van wijzigingen en om verder te gaan met de bediening van het menu, drukt u op m voordat u op edrukt.
|
CAMERA MENU |
|
1 |
ESP/n |
|
2 |
AF MODE |
FACE DETECT |
|
R |
iESP |
|
PANORAMA |
SPOT |
BACK MENU |
SET OK |
Menu stand Fotograferen |
|
|
Ks |
|
1 |
|
|
4 CAMERA MENU |
|
IMAGE |
4 |
WB |
DIGITAL ZOOM |
|
|
QUALITY |
|||
2 |
CAMERA |
|
ISO |
(digitaal zoomen) |
RESET |
MENU SETUP |
|
DRIVE |
ESP / n |
3 |
SILENT |
5 |
FINE ZOOM |
AF MODE |
MODE |
|
|
R |
|
EXIT MENU |
SET OK |
|
|
|
*U hebt een OLYMPUS xD-Picture Card nodig.
•Sommige functies zijn in bepaalde standen niet beschikbaar.
g“Beschikbare functies in de standen Fotograferen en bij motiefprogramma's“ (Blz. 60) g“Instelmenu's – SETUP“ (Blz. 32)
• De standaardinstellingen af fabriek worden in het grijs weergegeven ( ).
20 NL
1 IMAGE QUALITY |
|
|
Beeldkwaliteit wijzigen |
|||
Beeldkwaliteit van stilstaande beelden en de toepassing ervan |
||||||
|
|
|
|
|
||
|
Beeldkwaliteit / Resolutie |
|
Compressiefactor |
Applicatie |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
SHQ |
3264 x 2448 |
|
Lage compressie |
• Dit is handig voor het printen van grote |
|
|
|
|
|
|
|
beelden op A3-formaat. |
|
HQ |
3264 x 2448 |
|
Standaard |
||
|
|
• Dit is handig voor het het bewerken van |
||||
|
|
|
|
|
compressiefactor |
|
|
|
|
|
|
foto's op de computer, zoals aanpassen |
|
|
|
|
|
|
|
van contrast en onderdrukken van rode |
|
|
|
|
|
|
ogen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
SQ1 |
2560 x 1920 |
|
Standaard |
• Dit is handig voor het printen op |
|
|
|
|
|
|
compressiefactor |
A3-formaat / A4. |
|
|
2304 x 1728 |
|
|||
|
|
|
|
• Dit is handig voor computerbewerkingen |
||
|
|
2048 x 1536 |
|
|
als draaien of het toevoegen van tekst |
|
|
|
|
|
|
|
aan een foto. |
|
SQ2 |
1600 x 1200 |
|
Standaard |
• Dit is handig voor het printen op |
|
|
|
|
|
|
compressiefactor |
ansichtkaartformaat. |
|
|
1280 x |
960 |
|
||
|
|
|
|
• Dit is handig voor het bekijken van foto's |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
op een computer. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1024 x |
768 |
|
|
• Deze beeldkwaliteit is vooral praktisch |
|
|
|
|
|
|
om beelden als bijlagen bij e-mail te |
|
|
640 x |
480 |
|
Lage |
|
|
|
|
verzenden. |
|||
|
|
|
|
|
compressiefactor |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
16:9 |
1920 x 1080 |
|
Standaard |
• Dit is nuttig om de weidsheid van een |
||
|
|
|
|
|
compressiefactor |
object, zoals een landschap, te |
|
|
|
|
|
|
benadrukken en voor het bekijken van |
|
|
|
|
|
|
beelden op een breedbeeldtelevisie. |
|
|
|
|
|
|
• [PANORAMA] kan niet worden ingesteld. |
|
|
|
|
|
|
|
Beeldkwaliteit video |
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
||
|
Beeldkwaliteit / Resolutie |
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
SHQ |
640 x 480 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
HQ |
320 x 240 |
|
|
|
|
|
SQ |
160 x 120 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2 RESET |
|
Standaardinstellingen af fabriek herstellen |
|
|
|
|
|
|
NO |
/ YES |
|
|
|
|
|
Fotografeerfuncties herstellen naar de standaardinstellingen. De functieknop mag niet op gstaan.
Menufuncties
NL 21
Menufuncties
Functies hersteld naar de standaardinstellingen af fabriek
Functie |
Standaardinstellingen af fabriek |
Zie blz. |
F |
0.0 |
Blz. 16 |
|
|
|
# |
AUTO |
Blz. 16 |
|
|
|
Y |
YOFF |
Blz. 16 |
|
|
|
& |
OFF |
Blz. 16 |
|
|
|
Beeldstabilisator |
OFF |
Blz. 17 |
|
|
|
Schaduwaanpassingstechniek |
OFF |
Blz. 17 |
|
|
|
IMAGE QUALITY |
HQ |
Blz. 21 |
|
|
|
WB |
AUTO |
Blz. 23 |
|
|
|
ISO |
AUTO |
Blz. 23 |
|
|
|
DRIVE |
o |
Blz. 24 |
|
|
|
FINE ZOOM |
OFF |
Blz. 24 |
|
|
|
DIGITAL ZOOM (digitaal zoomen) |
OFF |
Blz. 24 |
|
|
|
ESP / n |
ESP |
Blz. 24 |
|
|
|
AF MODE |
SPOT |
Blz. 25 |
|
|
|
R |
OFF |
Blz. 25 |
|
|
|
3 s (motiefprogramma) Een motiefprogramma selecteren afhankelijk van de fotografeersituatie
PORTRAIT / LANDSCAPE / LANDSCAPE+PORTRAIT / NIGHT SCENE*1 /
NIGHT+PORTRAIT*1 / SPORT / INDOOR / CANDLE*1 / SELF PORTRAIT /
AVAILABLE LIGHT*1 / SUNSET*1 / FIREWORKS*1 / CUISINE / BEHIND GLASS /
DOCUMENTS / AUCTION*2 / SHOOT & SELECT1*2 / SHOOT & SELECT2*3 /
BEACH & SNOW / UNDER WATER WIDE1*4 / UNDER WATER WIDE2*4*5 /
UNDER WATER MACRO*4
Het scherm voor het selecteren van een motiefprogramma laat voorbeelden zien en een beschrijving van de fotografeersituatie waar het voor bedoeld is. Dit kan alleen worden ingesteld als de functieknop op s staat.
g“Functieknop Omschakelen tussen de standen Fotograferen en Weergeven“ (Blz. 12)
•Door naar een ander motiefprogramma om te schakelen worden de meeste instellingen teruggezet naar de standaardinstellingen
van elk motiefprogramma.
*1 Als het onderwerp donker is, wordt ruisonderdrukking automatisch geactiveerd. Dit verdubbelt ongeveer de tijd van fotograferen waarin geen andere foto's gemaakt mogen worden.
*2 De scherpstelling van het eerste beeld wordt vastgehouden.
*3 De camera stelt voor elk beeld scherp.
*4 Gebruik een onderwaterbehuizing in deze instelling.
*5 De scherpstelafstand wordt op ca. 5,0 m vastgehouden.
Instelmenu voor motiefprogramma's
B 1 PORTRAIT
F
D
G
U
BACK MENU |
SET OK |
Motiefprogramma instellen.
22 NL
[eSHOOT & SELECT1] / [fSHOOT & SELECT2]
•Deze motiefprogramma's stellen u in staat repeterende beelden te maken door de ontspanknop ingedrukt te houden. Na het fotograferen selecteert u de beelden die u wilt wissen door er een R bij te zetten en drukt u op f/ Som ze te wissen.
e
Geselecteerd beeld.
Druk op 43 om door de foto's te bladeren.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
BACK MENU |
OK GO S |
|
|
|||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Foto's die met een Rgemarkeerd zijn, worden gewist. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Druk op eom de markering Rop de foto in te stellen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
of te annuleren. |
4 CAMERA MENU
WB............................................................................................ |
|
Kleur van een foto aanpassen |
|
|
|
|
|
|
AUTO |
|
De witbalans wordt voor natuurlijke kleuren automatisch aangepast, |
|
|
|
ongeacht de lichtbron. |
|
5 |
Zonnige dag |
Voor fotograferen bij heldere lucht. |
|
|
|
|
3 |
Bewolkte dag |
Voor fotograferen bij bewolkte lucht. |
|
|
|
|
|
1 |
Gloeilamplicht |
Voor fotograferen bij gloeilamplicht. |
|
|
|
|
|
|
w |
TL-lamp 1 |
Voor fotograferen bij daglicht-TL-licht. |
|
|
|
(Dit type lamp wordt met name binnenshuis gebruikt.) |
|
|
|
|
|
x |
TL-lamp 2 |
Voor fotograferen bij neutraal-wit TL-licht. |
|
|
|
(Dit type lamp wordt met name in bureaulampen gebruikt.) |
|
y |
TL-lamp 3 |
Voor fotograferen bij wit TL-licht. |
|
|
|
(Dit type lamp wordt met name in kantoren gebruikt.) |
|
|
|
|
ISO............................................................................................. |
De ISO-gevoeligheid wijzigen |
|
|
|
|
|
AUTO |
De gevoeligheid wordt automatisch aangepast aan de heersende belichting |
|
|
van het object. |
|
HIGH ISO AUTO |
Deze functie gebruikt een hogere gevoeligheid vergeleken met [AUTO] |
|
|
om onscherpte door bewegende onderwerpen of een bewogen camera |
|
|
te minimaliseren. |
|
|
|
64 / 100 / 200 / |
Een lage waarde verlaagt de gevoeligheid voor het maken van heldere, scherpe |
|
400 / 800 / 1600 |
foto's bij daglicht. Hoe hoger de waarde, hoe groter de lichtgevoeligheid van de |
|
|
|
camera en hoe meer mogelijkheden om met een korte sluitertijd en bij weinig |
|
|
licht te fotograferen. Een grote gevoeligheid veroorzaakt echter beeldruis in de |
|
|
uiteindelijke opname, wat een korrelig beeld tot gevolg kan hebben. |
|
|
|
Menufuncties
NL 23
Menufuncties
DRIVE ..................................................................................................... |
Repeterend (continu) fotograferen |
|
|
|
|
|
o |
Maakt telkens één foto als de ontspanknop wordt ingedrukt. |
|
|
|
jBij alle foto's wordt de scherpstelling en de belichting van de eerst opname aangehouden. De snelheid van de repeterende opnamen is afhankelijk van de ingestelde beeldkwaliteit.
WDe beelden worden sneller gefotografeerd dan in de normale stand voor repeterende opnamen.
Door de ontspanknop ingedrukt te houden, kunt u een reeks opeenvolgende foto's maken. De camera maakt continu foto's tot u de ontspanknop loslaat.
•Als [W] geselecteerd is, gelden de volgende beperkingen voor het instellen.
•De flitserfunctie kan alleen op [#] of [$] worden ingesteld.
•[ISO] wordt vastgehouden op [AUTO].
•[IMAGE QUALITY] wordt beperkt tot [2048 x 1536] en lager.
•[FINE ZOOM], [DIGITAL ZOOM] en [R] kunnen niet worden ingesteld.
FINE ZOOM ........................ |
|
Inzoomen op uw onderwerp zonder de beeldkwaliteit te verminderen |
|
|
|
|
|
|
OFF |
/ ON |
|
|
|
|
|
Met deze functie kunt u tot 25x inzoomen door de optische zoom te combineren met uitsnedes van het beeld. Met deze functie wordt de beeldkwaliteit niet gereduceerd, omdat gegevens met minder pixels niet in gegevens met meer pixels worden geconverteerd.
•De beschikbare zoomstand varieert afhankelijk van de instelling [IMAGE QUALITY]. Deze functie kan niet worden ingesteld als [IMAGE QUALITY] op [SHQ] of [HQ] staat.
DIGITAL ZOOM |
................................................................................ |
Inzoomen op uw object |
||
|
|
|
|
|
|
OFF |
|
/ ON |
|
|
|
|
|
|
De digitale zoom kan worden gebruikt om close-up-foto's te maken met een sterkere vergroting als u deze combineert met optische zoom. (Optische zoom x digitale zoom : maximum 28x)
• Deze functie kan niet worden ingesteld als [FINE ZOOM] op [ON] staat.
Optische zoom
P
[ ]
[IN]
HQ 3264×2448 4
Digitaal zoomen
P
|
[ |
] |
|
|
|
|
[IN] |
|
HQ 3264×2448 |
4 |
|
Zoombalk |
|
|
|
Wit gebied: |
Optisch zoombereik |
|
|
Rood gebied: |
Digitaal zoombereik |
|
|
ESP / n................................. |
Een ander vlak kiezen voor het meten van de helderheid van een object |
|
|
|
|
|
ESP |
Meet de helderheid in het beeldmidden en in het gebied eromheen afzonderlijk, |
|
|
om een beeld vast te leggen waarin de helderheid in balans is. Fotografeert u bij |
|
|
sterk tegenlicht, dan is het mogelijk dat het beeldmidden donker wordt afgebeeld. |
nAlleen de helderheid van het beeldmidden wordt gemeten. Aanbevolen voor het maken van een foto met sterk tegenlicht.
24 NL