Olympus E300 User Manual [nl]

DIGITAL CAMERA
B ASIC MANU AL
NL
DIGITALE CAMERA
BEKNOPTE HANDLEIDING
2
Voor klanten in Noord en Zuid-Amerika
Voor klanten in Europa
Het waarmerk “CE” garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van de Europese Unie voor wat betreft veiligheid, gezondheid, milieubehoud en persoonlijke veiligheid van de gebruiker. Camera’s met het waarmerk “CE” zijn bedoeld voor de Europese markt.
Handelsmerken
• IBM is een wettig gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
• Microsoft en Windows zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
• Macintosh is een handelsmerk van Apple Computer Inc.
• Alle andere genoemde bedrijfs- en productnamen zijn wettig gedeponeerde handelsmerken en/of handelsmerken van de betreffende rechthebbenden.
• De in deze handleiding genoemde normen voor camera bestandssystemen zijn de door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA) opgestelde “Design Rule for Camera File System/DCF”-normen.
Voor klanten in de Ver. Staten van Noord-Amerika
Overeenstemmingsverklaring Typenummer: E-300 Handelsnaam: OLYMPUS Verantwoordelijke partij: Adres: Two Corporate Center Drive, PO Box 9058, Melville,
New York 11747-9058 USA
Telefoon: 1-631-844-5000 Getest en gebleken te voldoen aan de FCC-normen
VOOR HUIS OF KANTOORGEBRUIK Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC Rules. Het apparaat werd getest op de
volgende aspecten: (1) Het apparaat mag geen schadelijke stoorsignalen uitstralen. (2) Het apparaat moet ongevoelig zijn voor eventuele ontvangen stoorsignalen,
met inbegrip van stoorsignalen die aanleiding kunnen geven tot ongewenste werking.
Voor klanten in Canada
Dit digitale apparaat volgens Class B voldoet aan alle eisen zoals die zijn vastgelegd in de Canadian Interference Causing Equipment Regulations.
Wij zijn u erkentelijk voor de aanschaf van deze digitale Olympus camera. U doet er goed aan om, voordat u de camera gaat gebruiken, de bijbehorende handleidingen aandachtig door te lezen teneinde u van optimale prestaties en een langere gebruiksduur te verzekeren.
Deze handleiding beschrijft de basishandelingen voor het fotograferen en weergeven van beelden. Voor een uitgebreide beschrijving van de functies en het gebruik van de camera raadpleegt u de Advanced Manual. Bewaar deze handleiding op een zodanige plaats dat u hem later ook nog eens kunt raadplegen.
Het verdient aanbeveling dat u zich volledig met uw camera vertrouwd maakt voordat u belangrijke foto’s gaat maken.
Omdat de in deze handleiding getoonde illustraties tijdens de ontwikkeling van de camera werden vervaardigd is het mogelijk dat deze afwijken van het uiteindelijke product.
3
Lithium-ionbatterij
(BLM-1)
Lithium-ion
batterijlaadapparaat
(BCM-2)
Uitpakken van de doos
Neem, in het geval een van de artikelen ontbreekt of beschadigd is, contact op met uw dealer waar u de camera kocht.
Digitale camera Cameradop Afdekplaatje zoeker Camerariem
USB-kabeltje Videokabeltje
CD-ROM met
OLYMPUS Master
Beknopte
handleiding
CD-ROM met
Advanced Manual
(Uitgebreide handleiding)
Registratiekaart
(niet in alle landen)
Garantiekaart
Afhankelijk van het land waar u de camera kocht, kan de inhoud van de doos verschillen.
4
Wat u met deze camera kunt doen
Bij deze camera kunt u kiezen uit meer dan 10 verschillende motiefprogramma’s zodat u voor de meest uiteenlopende situaties de juiste fotofunctie kunt kiezen! Daarna hoeft u alleen maar de ontspanknop in te drukken om uw opname te maken!
Ook kunt u reeksen opeenvolgende opnamen maken.
De gefotografeerde beelden worden opgeslagen op een Compact Flash kaartje.
Behalve dat u de opgeslagen beelden in de vorm van een diashow kunt bekijken, kunt u ook de fotografische gegevens controleren, enzovoort.
Beelden die u fotografeert met de functie RAW kunt u converteren en in een andere beeldkwaliteit opslaan.
Met het videokabeltje kunt u de beelden ook op een TV weergeven.
Als u de camera op een PC of printer aansluit …
Nadat u de beelden naar uw PC heeft overgebracht, kunt u die met de meegeleverde software OLYMPUS Master op tal van manieren bewerken, bekijken en printen.
De opgeslagen beelden kunt u met een voor PictBridge geschikte printer rechtstreeks printen, zonder dat u daar een PC bij nodig heeft.
Veiligheidsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Bevestigen van de camerariem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Opladen van de batterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Batterij in de camera zetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Lens op de camera zetten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Geschikte lenzen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Kaartje in de camera zetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Geschikte kaartjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Inschakelen van de camera. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Zoekeroculair aanpassen aan uw gezichtsvermogen . . . . . . . . . . . . . 25
Fotograferen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Weergeven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Uitschakelen van de camera. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Wat u met de software OLYMPUS Master kunt doen. . . . . . . . . . . . . . 30
Informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Technische gegevens – Camera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Technische gegevens – Meegeleverde accessoires . . . . . . . . . . . . . . . 34
Voor andere, hier niet beschreven functies raadpleegt
u de uitgebreide handleiding
Deze handleiding verklaart de voorbereidingen voor het fotograferen en een aantal handige werkwijzen voor het fotograferen en weergeven van beelden. Lees deze handleiding, die uitsluitend als een beknopte naslag bedoeld is, eerst door om u met de grondbeginselen van de bediening van de camera vertrouwd te maken.
5
Inhoud
In de uitgebreide handleiding
komen de volgende punten aan de orde:
De diverse fotofuncties, behalve de functie P.
Selecteren van de motiefprogramma’s.
Met de hand instellen van scherpstelling, belichting, beeld en
beeldkwaliteit teneinde die aan uw eigen smaak aan te passen.
Methoden om opgeslagen beelden weer te geven en te bewerken.
Aanpassen van functies voor een meer efficiënte bediening.
Overbrengen van opgeslagen beelden naar de computer.
Printen van opgeslagen beelden.
6
Veiligheidsmaatregelen
Lees alle gebruiksaanwijzingen – Lees, voordat u het apparaat gaat gebruiken, alle gebruiksaan-
wijzingen. Voor meer informatie over accessoires, zoals de lithium-ionbatterij, raadpleegt u de bij deze accessoires geleverde handleidingen.
Bewaar deze handleiding – Berg alle aanwijzingen ten aanzien van de veiligheid en de handleidingen
zo op dat u ze ook later nog eens kunt raadplegen.
Volg waarschuwingen op – Lees alle waarschuwingen op het apparaat en die welke in de handleidingen
beschreven zijn aandachtig door en volg ze ook op.
Volg de aanwijzingen op – Volg alle ten aanzien van dit apparaat gegeven aanwijzingen zorgvuldig op. Schoonmaken – Trek voordat u het apparaat gaat schoonmaken altijd eerst de stekker uit het
stopcontact. Gebruik om het apparaat schoon te maken, uitsluitend een vochtige doek. Gebruik nooit vloeibare of aërosole reinigingsmiddelen, of welk soort organische oplosmiddelen dan ook om het apparaat te reinigen.
Accessoires – Gebruik uit oogpunt van uw eigen veiligheid of om beschadigen van het apparaat te
voorkomen, uitsluitend de door OLYMPUS geadviseerde accessoires.
Water en vocht – Gebruik het apparaat nooit in de buurt van water – badkuip, keukenaanrecht,
wasmachines, vochtige kelders, zwembad of in de regen.
Plaats van opstelling – Leg het apparaat, om beschadiging ervan en persoonlijk letsel te voorkomen,
nooit op een instabiel vlak, statief, beugel, tafel of wagentje. Volg de aanwijzingen hoe u het apparaat het beste kunt opstellen nauwgezet op en gebruik uitsluitend de door de fabrikant geadviseerde bevestigingsmiddelen.
Elektrische voeding – Sluit dit apparaat uitsluitend aan op de in de technische gegevens beschreven
elektrische voeding. Bent u niet op de hoogte van de netspanning bij u ter plaatse, laat u dan informeren door de plaatselijke energieleverancier. Voor de wijze waarop u dit apparaat met batterijvoeding kunt gebruiken raadpleegt u de gebruiksaanwijzingen.
Aarding en polariteit – Als dit apparaat kan worden gebruikt met een lichtnetadapter van het voorge-
schreven type, is het mogelijk dat de adapter is voorzien van een gepolariseerde netstekker (een stekker waarvan de ene pen dikker is dan de andere). Deze veiligheidsmaatregel zorgt ervoor dat de stekker maar op één manier in het stopcontact past. Lukt het niet de stekker in het stopcontact te steken, dan trekt u hem eruit, keert de stekker om en steekt hem opnieuw in het stopcontact. Past de stekker dan nog niet, neem dan contact op met een elektro-installateur en laat de netstekker vervangen.
Algemene voorzorgsmaatregelen
LET OP
OPEN SPANNINGEN
NIET OPENEN
LET OP: VERWIJDER, OM HET GEVAAR VAN EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VOOR-
KOMEN, NOOIT HET CAMERAHUIS (OF DE ACHTERWAND). IN HET INWENDIGE VAN DE CAMERA BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN WAARAAN U ONDERHOUD KUNT VERRICHTEN. LAAT DAT OVER AAN ERKENDE OLYMPUS SERVICETECHNICI.
Een driehoek met daarin een bliksemschicht met een pijlpunt, waarschuwt u voor de aanwezigheid in het inwendige van de camera van open elektrische spanningen die een gevaarlijke elektrische schok kunnen veroorzaken.
Een driehoek met daarin een uitroepteken vestigt uw aandacht op belangrijke aanwijzingen in de bij deze camera geleverde documentatie ten aanzien van de bediening en het onderhoud ervan.
WAARSCHUWING Stel de camera, om het gevaar van brand of elektrische schok te voorkomen, nooit bloot aan water en gebruik de camera ook niet in omgevingen met zeer hoge vochtigheid.
7
Veiligheidsmaatregelen
Bescherming van het netsnoer – Leg het netsnoer zo dat er niet overheen gelopen wordt. Zet geen
zware voorwerpen op het netsnoer en wikkel het ook niet om de poot van een tafel of stoel. Houd het stopcontact waarop u dit apparaat aansluit, vrij van andere lichtnetadapters of netsnoeren van accessoires.
Onweer – Trek de stekker onmiddellijk uit het stopcontact als een onweer opsteekt terwijl u de voorge-
schreven lichtnetadapter gebruikt. Om schade als gevolg van netspanningpieken te voorkomen moet u de lichtnetadapter altijd onmiddellijk uit het stopcontact trekken en afkoppelen van de camera als u de camera niet gebruikt.
Overbelasting – Zorg ervoor dat u stopcontacten, verlengsnoeren en stopcontactlijsten niet overbelast
door er de stekkers van te veel andere apparaten in te steken.
Vreemde voorwerpen, gemorste vloeistoffen – Steek nooit metalen voorwerpen in de camera, om
persoonlijk letsel als gevolg van brand of elektrische schokken door aanrakingscontact met hoge elektrische spanningen in het inwendige van de camera te voorkomen. Gebruik de camera ook niet op plaatsen waar de kans bestaat dat er vloeistoffen op gemorst worden.
Warmte – Gebruik dit apparaat niet en berg het ook niet op in de buurt van warmtebronnen zoals
radiatoren, kachels of van wat voor soort apparatuur of huishoudelijke apparatuur dan ook dat warmte ontwikkelt, met inbegrip van stereoversterkers.
Service – Laat alle service over aan erkend servicepersoneel. Probeert u het huis te verwijderen of het
apparaat te demonteren, dan loopt u het risico in aanraking te komen met gevaarlijke hoge spanningen.
Schade waarbij de hulp van servicepersoneel nodig is – Constateert u een van de hieronder
beschreven situaties terwijl u een voorgeschreven lichtnetadapter gebruikt, dan trekt u de stekker uit het stopcontact en roept u de hulp in van erkend servicepersoneel: a) Als een of andere vloeistof over het apparaat is gemorst, of er een of ander voorwerp in is gevallen. b) Het apparaat blootgesteld is geweest aan water. c) Het apparaat niet normaal werkt, hoewel u de gebruiksaanwijzingen heeft opgevolgd. Stel alleen
de in de handleiding beschreven bedieningsorganen in omdat onoordeelkundig gebruik van andere bedieningsorganen het apparaat kan beschadigen, wat kostbare reparaties door erkend
servicepersoneel technici nodig zou kunnen maken. d) Als u het apparaat heeft laten vallen of het apparaat op een andere manier beschadigd is. e) Het apparaat een duidelijk afwijkend prestatiepatroon laat zien.
Vervangende onderdelen – Moeten onderdelen worden vervangen, overtuig u er dan van dat het
service center uitsluitend onderdelen gebruikt met dezelfde karakteristieke eigenschappen als de oorspronkelijke onderdelen, zoals geadviseerd door de fabrikant. Onoordeelkundig vervangen van onderdelen kan brand veroorzaken, een elektrische schok tot gevolg hebben of andere gevaarlijke situaties doen ontstaan.
Veiligheidscontrole – Vraag het servicepersoneel na een uitgevoerde reparatie een veiligheidscontrole
uit te voeren, zodat u kunt vaststellen dat het apparaat naar behoren functioneert.
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool verstrekte informatie, dan kan dat ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
GEVAAR
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool verstrekte informatie, dan kan dat letsel of de dood tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool verstrekte informatie, dan kan dat licht persoonlijk letsel, schade aan apparatuur, of het verlies van waardevolle data tot gevolg hebben.
LET OP
8
Veiligheidsmaatregelen
WAARSCHUWING
Gebruik de camera niet in de buurt van brandbare of explosieve gassen.
Dit kan brand of explosies veroorzaken.
Maak nooit flitsfoto’s van dichtbij van personen (jongeren en kleine kinderen, enzovoort).
Bij flitsfoto’s moet u een afstand tot het gelaat van de gefotografeerde persoon
aanhouden van minstens 1 m, zeker als u jongeren en kleine kinderen fotografeert.
Ontsteekt de flitser te dicht bij de ogen van de gefotografeerde persoon, dan kan dat
tijdelijk verlies van het gezichtsvermogen tot gevolg hebben.
Houd de camera uit de buurt van jongeren en kleine kinderen.
Doet u dat niet, dan kunnen de volgende gevaarlijke situaties ontstaan:
– Verward raken in de riem van de camera, wat verstikking tot gevolg kan hebben.
Als dat gebeurt volgt u de aanwijzingen van de arts op. – Per ongeluk inslikken van de batterij, kaartjes of andere kleine onderdelen. – Per ongeluk onsteken van de flitser terwijl u in de flitser kijkt of vlak voor de ogen van
kinderen.
– Per ongeluk letsel oplopen door bewegende delen van de camera.
Gebruik en berg de camera niet op in stoffige of vochtige ruimten.
Gebruiken en opbergen van de camera in stoffige of vochtige ruimten kan brand of een
elektrische schok tot gevolg hebben.
Dek de flitser, op het moment dat die ontsteekt, niet af met de hand.
Dek de flitser op het moment van ontsteken niet af met de hand, maar raak hem ook vlak daarna niet aan. Het is mogelijk dat de flitser heet is en kleine brandblaren kan veroorzaken.
Probeer niet de camera te demonteren of aan te passen.
Probeer nooit de camera te demonteren. De schakelingen in het inwendige van de
camera voeren hoge elektrische spanningen die ernstige verbrandingen of elektrische schokken kunnen veroorzaken.
Zorg ervoor dat geen water of vreemde voorwerpen in de camera binnendringen.
Dit kan brand of een elektrische schok veroorzaken. Heeft u de camera per ongeluk in
het water laten vallen of heeft u vloeistof in de camera gemorst, gebruik hem dan niet meer maar laat hem drogen en haal de batterij uit de camera. Neem contact op met het dichtstbijzijnde erkende Olympus service center.
Raak nooit een batterij die wordt opgeladen of het batterijlaadapparaat aan tot het
opladen voltooid is en de batterij afgekoeld is.
Tijdens het opladen kunnen batterij en batterijlaadapparaat flink warm worden. Ook het
voorgeschreven type lichtnetadapter wordt tijdens gebruik flink warm. Op die momenten kunnen ze kleine brandblaren veroorzaken.
Gebruik uitsluitend de voor deze camera voorgeschreven lithium-ionbatterij en
batterijlaadapparaat.
Gebruik van een andere lithium-ion batterij en/of batterijlaadapparaat dan die welke
speciaal voor deze camera werden ontworpen kunnen defecten in de camera of de batterij tot gevolg hebben evenals andere onverwachte gebeurtenissen tot gevolg hebben. OLYMPUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schaden welke voortvloeien uit het gebruik van niet voor deze camera ontworpen apparatuur.
Omgang met de camera
LET OP
Bespeurt u in de buurt van de camera ongewone geuren, vreemde geluiden of rook,
gebruik de camera dan onmiddellijk niet meer.
Bespeurt u ongewone geuren, vreemde geluiden of rook, schakel de camera dan
onmiddellijk uit en koppel de voorgeschreven lichtnetadapter af (als die is aangesloten).
9
Veiligheidsmaatregelen
Volg onderstaande belangrijke richtlijnen op om te voorkomen dat batterijen gaan lekken, oververhit raken, ontbranden, exploderen of elektrische schokken of verbandingen veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met batterijen
Probeer nooit batterijen te verhitten en gooi ze ook niet in het vuur.Verbind nooit de plus- en mincontacten van batterijen met elkaar met metalen
voorwerpen.
Tref maatregelen bij het vervoeren of opbergen van batterijen om te voorkomen dat
ze in aanraking komen met andere metalen objecten, zoals sieraden, pennen, paperclips, enzovoort.
Berg batterijen nooit op op plaatsen waar ze blootgesteld kunnen worden aan direct
zonlicht of aan hoge temperaturen zoals bijvoorbeeld in een afgesloten auto in de zon, in de buurt van warmtebronnen, enzovoort.
GEVAAR
Laat de camera uitgeschakeld enkele minuten afkoelen. Neem de camera mee naar buiten, uit de buurt van brandbare objecten, en haal de batterij voorzichtig uit de camera. Haal de camera nooit met blote handen uit de camera omdat u zich dan kunt branden. Neem onmiddellijk contact op met het dichtstbijzijnde erkende Olympus service center.
Gebruik de camera niet met natte handen.
Om beschadigingen en gevaarlijke elektrische schokken te vermijden, moet u de camera
nooit met natte handen hanteren. Steek met natte handen ook nooit de netstekker in het stopcontact en trek hem er dan ook niet uit.
Let op de camerariem terwijl u de camera met u meedraagt.
De riem kan achter een vreemd voorwerp blijven haken en zo ernstige schade
veroorzaken.
Laat de camera nooit achter op plaatsen waar die aan extreem hoge temperaturen
kan worden blootgesteld.
Doet u dat toch, dan kan daardoor de kwaliteit van bepaald onderdelen achteruit gaan en
in sommige gevallen zelfs brand veroorzaken.
Gebruik uitsluitend de door Olympus voorgeschreven lichtnetadapter.
Gebruik van een andere lichtnetadapter kan de camera of de elektrische voeding ervan beschadigen of ongelukken of brand veroorzaken. Overtuig u ervan dat de gebruikte lichtnetadapter geschikt is voor het land waar u hem gebruikt. Voor meer informatie neemt u contact op met het dichtstbijzijnde erkende Olympus service center of met de winkel waar u de camera kocht. Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit uit het gebruik van niet door Olympus geadviseerde lichtnetadapters.
Behandel de camera met zorg om te voorkomen dat u verbrandingen oploopt.
Camera’s die metalen onderdelen bevatten, kunnen door oververhitting verbrandingen
veroorzaken. Let daarom op het volgende: – Gebruikt u de camera lang achtereen, dan kan hij heet worden. Hanteert u de camera
in deze toestand, dan kan dat een verbranding veroorzaken.
– Op plaatsen waar extreem lage temperaturen kunnen optreden, kan de temperatuur
van het camerahuis hoger worden dan de omgevingstemperatuur. Draag waar mogelijk handschoenen als u de camera bij lage temperaturen hanteert.
Zorg dat het netsnoer van de lichtnetadapter niet beschadigd raakt.
Trek niet aan het netsnoer van de lichtnetadapter en gebruik ook geen verlengsnoeren. Pak
altijd de stekker vast als u de stekker in het stopcontact steekt of eruit trekt. Neem in onder­staande gevallen contact op met uw Olympus dealer of met een Olympus service center. – Als het netsnoer of de stekker heet wordt, begint te roken of een ongewone geur
verspreidt.
– Als het netsnoer geknikt of de stekker gebroken is, of de netstekker slecht contact maakt.
10
Houd batterijen altijd droog. Zorg ervoor dat batterijen niet in aanraking komen met
zoet of zout water.
Raak de batterij niet aan en hanteer hem ook niet met natte handen.Lukt het niet een heroplaadbare batterij binnen de gespecificeerde tijd opnieuw op te
laden, laad hem dan niet verder op en gebruik hem niet meer.
Doet u dat toch, dan kan dat brand, explosie, ontbranden of oververhitting tot gevolg
hebben.
Gebruik geen batterij die gebarsten of gebroken is.
Doet u dat toch, dan kan dat explosie of oververhitting tot gevolg hebben.
Stel batterijen nooit bloot aan zware schokken of ononderbroken trillingen.
Doet u dat toch, dan kan dat explosie of oververhitting tot gevolg hebben.
Probeer nooit het batterijcompartiment van de camera te modificeren en steek nooit
voorwerpen (behalve het voorgeschreven type batterij) in het batterijcompartiment.
Is de batterij gaan lekken, verkleurd of vervormd, of gedraagt deze zich of een of
andere manier afwijkend, gebruik dan de camera niet meer.
Raadpleeg uw dealer of een erkend Olympus service center. Voortgezet gebruik kan
brand veroorzaken of een elektrische schok tot gevolg hebben.
Is batterijvloeistof op uw kleding of op uw huid terecht gekomen, trek het
kledingstuk dan uit en spoel het onmiddellijk met ruim, stromend schoon water. Raadpleeg onmiddellijk een arts wanneer de vloeistof met uw huid in aanraking is gekomen.
Haal nooit de batterij uit de camera onmiddellijk nadat u die langdurig met de batterij
heeft gebruikt.
Doet u dat toch, dan kunt u zich branden.
Denkt u de camera lang achtereen niet te gebruiken, haal de batterij er dan uit.
Gebeurt dat niet, dan kan de batterij gaan lekken of oververhit raken wat brand of letsel
kan veroorzaken.
LET OP
GEVAAR
Dompel het laadapparaat niet onder in water en gebruik hem ook niet als hij nat is.
Raak het laadapparaat niet aan en hanteer hem ook niet met natte handen.
Doet u dat toch, dan kan het laadapparaat defect raken of een elektrische schok
veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met het laadapparaat
WAARSCHUWING
Veiligheidsmaatregelen
Probeer nooit een batterijen uit elkaar te halen of op een of andere manier aan te
passen, bijvoorbeeld door er aan te solderen, enzovoort.
Dat kan tot gevolg hebben dat batterijcontacten afbreken of batterijvloeistof weglekt wat
brand, explosie, oververhitting of andere schade kan veroorzaken.
Batterijvloeistof die in uw ogen terecht komt kan verlies van het gezichtsvermogen
tot gevolg hebben.
Is batterijvloeistof in uw ogen terecht gekomen, spoel uw ogen dan onmiddellijk
overvloedig met schoon, stromend water en raadpleeg onmiddellijk een arts.
11
Veiligheidsmaatregelen
FCC Verklaring
• Storing in radio- en televisieontvangst
Wijzigingen of aanpassing waarvoor de fabrikant niet uitdrukkelijk toestemming heeft verleend kunnen het recht van de gebruiker om dit apparaat te gebruiken ongeldig maken. Dit apparaat werd getest en is gebleken te voldoen aan de eisen voor digitale apparatuur Class B volgens Part 15 van de FCC Rules. Deze eisen werden opgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storingen in huisinstallaties. Deze apparatuur genereert en werkt met hoogfrequentenergie, kan die ook uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de aanwijzingen, radiocommunicatie hinderlijke storen. Er wordt echter geen enkele garantie gegeven dat in een bepaalde installatie geen storingen zouden kunnen optreden. Als dit apparaat radio- en televisieontvangst hinderlijk stoort, wat kan worden bepaald door het apparaat uit en weer in te schakelen, wordt de gebruiker geadviseerd te trachten de storing op te heffen door een of meer van de volgende maatregelen te treffen: – Richt de ontvangstantenne anders of verplaats die. – Vergroot de afstand tussen apparaat en ontvanger. – Sluit het apparaat aan op een stopcontact van een andere groep dan die waarop de
ontvanger aangesloten is.
– Raadpleeg de dealer of een ervaren radio/TV-technicus.
Voor het aansluiten van de camera op een personal computer (PC) mag uitsluitend het door
OLYMPUS bij de camera geleverde USB-kabeltje worden gebruikt. U dient zich er wel van bewust te zijn dat eventuele onoordeelkundig aangebrachte wijzigingen of modificaties van het apparaat, het recht van de gebruiker om dit apparaat te gebruiken ongeldig maken.
Beschadig niet het netsnoer van het laadapparaat.
Trek nooit aan het netsnoer en gebruik ook geen verlengsnoeren. Pak altijd de stekker
vast als u de stekker in het stopcontact steekt of eruit trekt. Stop het gebruik van de camera onmiddellijk en neem contact op met het dichtstbijzijnde erkende Olympus service center of de met winkel waar u de camera kocht in het geval: – Het netsnoer heet wordt, begint te roken of een ongewone geur verspreidt. – Als het netsnoer geknikt of de stekker gebroken is, of de netstekker slecht contact
maakt.
WAARSCHUWING
Trek voordat u de camera gaat reinigen altijd eerst de stekker van het laadapparaat
uit het stopcontact.
Doet u dat niet, dan kan dat een elektrische schok of letsel tot gevolg hebben.
LET OP
Gebruik het laadapparaat niet terwijl die bijvoorbeeld in een deken is gewikkeld.
Door de warmte die zich daarbij kan ophopen kan het laadapparaat vervormd raken,
wat brand, explosie of oververhitting kan veroorzaken.
Probeer niet het laadapparaat te demonteren of aan te passen.
Dit kan letsel of een elektrische schok tot gevolg hebben.
Gebruik uitsluitend een laadapparaat dat bestemd is voor de netspanning in het land
waar u de camera gebruikt.
Doet u dat toch, dan kan dat brand, explosie, rookontwikkeling, oververhitting, elektrische
schok of verbrandingen tot gevolg hebben.
12
Steek een uiteinde van de camerariem door het bevestigingspunt aan de camera.
Steek hetzelfde uiteinde van de riem door de ring en vervolgens door de schuifgesp, zoals aangegeven door de pijlen.
Steek de riem terug door de andere opening van de schuifgesp.
Trek de riem strak door aan het andere kant ervan te trekken en overtuig u ervan dat de riem stevig aan de camera is bevestigd.
Bevestig het andere uiteinde van de camerariem aan het andere bevestigingspunt door de stappen 1 tot en met 4 te herhalen.
Bevestigen van de camerariem
Let op dat de camerariem niet ergens achter blijft haken als u de camera met
u meedraagt, omdat daardoor letsel of schade kan ontstaan.
Bevestig de camerariem op de juiste wijze zodat die niet los kan raken. Olympus aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat als de riem niet goed aan de camera werd bevestigd en de camera valt.
Opmerking
Ring
Bevestigingspunt camerariem
Schuifgesp
1
2
3
5
4
13
Opladen van de batterij
Steek de apparaatstekker en de netstekker van het netsnoer als afgebeeld in het laadapparaat, respectievelijk het stopcontact.
Steek de batterij in het batterijlaadapparaat.
Nu wordt de batterij opgeladen. Volledig opladen van de batterij duurt ongeveer vijf
(5) uur.
Deze camera werkt met een Olympus lithium-ionbatterij (BLM-1). Gebruik nooit een ander type batterij. Op het moment van aanschaf is de batterij niet volledig opgeladen, zodat u die met het meegeleverde batterijlaadapparaat (BCM-2) eerst helemaal moet opladen.
Batterijlaad­apparaat
Netsnoer
Stopcontact
Lithium­ionbatterij
Laadindicator
Verwijder de beschermkap van de batterij.
Richt de batterij uit ten opzichte van het uitrichtteken.
Laad de batterij uitsluitend op met het voorgeschreven type laadapparaat (BCM-1 of BCM-2). Raadpleeg voor details de handleiding van het laadapparaat.
Opmerking
1
2
14
Laadindicator
Status laadindicator Laadtoestand
Rood Batterij wordt opgeladen Groen Opladen van de batterij voltooid Knippert rood Fout tijdens opladen (onderbreking, temperatuurfout)
Opladen van de batterij
Het energiegebruik is sterk afhankelijk van het gebruik van de camera en van de bedrijfsomstandigheden.
Het laadapparaat is geschikt voor netspanningen van 100 V tot 240 V (50/60 Hz wisselspanning). Wilt u het laadapparaat in het buitenland gebruiken, dan heeft u wellicht een verloopstekker nodig omdat de vormen van contactpennen en -bussen kunnen verschillen. Voor details raadpleegt u uw plaatselijke energieleverancier of uw reisbureau. Gaat u naar het buitenland, dan kunt u de in de handel verkrijgbare spanningconverters beter niet gebruiken, omdat die het laadapparaat kunnen beschadigen.
Let op dat u de beveiligingskap van de batterij niet kwijt raakt omdat u die nodig heeft om de batterij op te kunnen bergen.
Knippert de laadindicator rood, dan trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en neemt contact op met het OLYMPUS service center.
Lees, voordat u de batterij gaat opladen, eerst de “Veiligheidsmaatregelen” (blz. 6).
Opmerking
Belangrijk
Geachte Koper/Koopster,
De batterijen welke in dit product worden gebruikt, bevatten stoffen die schadelijk zijn voor het milieu.
Gooi daarom nooit batterijen bij het gewone huisvuil.
Laat bij voorkeur de batterijen door uw vakhandelaar vervangen of lever de batterijen in bij de chemokar of het chemo-inleverpunt in uw gemeente indien u de batterijen zelf verwisselt.
15
Batterij in de camera zetten
Overtuig u ervan dat de camera schakelaar in de stand OFF (Uit) staat.
Schuif de sluiting van het deksel van het batterijcompartiment in de stand en klap het deksel van het batterijcomparti­ment open.
Steek de batterij, als afgebeeld, in het batterijcompartiment.
Overtuig u ervan dat de cameraschakelaar
in de stand OFF (Uit) staat en dat de indicatie-LED Dataverkeer niet knippert.
Houd de camera, terwijl u de batterij tegenhoudt, ondersteboven. Haal de batterij uit de camera en zorg er daarbij voor dat u de batterij niet laat vallen.
Batterij uit de camera halen
Sluiting deksel batterijcompartiment
Deksel batterijcompartiment
Cameraschakelaar
Uitrichtteken
1
2
3
16
Batterij in de camera zetten
Schuif de sluiting van het deksel van het batterijcompartiment in de stand .
Andere voedingsbronnen
Lichtnetadapter
Met de optionele lichtnetadapter (AC-1) kunt u de camera gebruiken zonder
dat u zich daarbij om de nog beschikbare batterijlading hoeft te bekommeren. De lichtnetadapter is vooral handig bij tijdrovende bezigheden bijvoorbeeld wanneer u lang achtereen fotografeert of bij het downloaden van beelden naar een personal computer.
Batterijhouder
Met de optionele batterijhouder kunt u de camera gedurende lange perioden
gebruiken. Voor details over de wijze waarop u de batterijhouder aan de camera bevestigt, raadpleegt u de bij de batterijhouder geleverde handleiding.
Deksel van het batterijcompartiment
Wilt u de optionele batterijhouder gebruiken, dan moet u het deksel van het batterij­compartiment verwijderen door de borgpen ervan in de richting van de pijl te schuiven.
Borgpen van het deksel batterijcompartiment
4
17
Lens op de camera zetten
Geschikte lenzen
Kies de lens waarmee u wilt fotograferen. Gebruik daarvoor een voor het Four Thirds systeem geschikte lens (Four Thirds lensvatting*). Gebruikt u andere dan de daarvoor geschikte lenzen, dan werken het AF-(autofocus)systeem en het lichtmeetsysteem niet goed. Het is zelfs mogelijk dat in bepaalde gevallen ook andere functies niet werken.
*Four Thirds lensvatting:
Op basis van deze door Olympus geformuleerde norm voor Four Thirds lensvattingen worden geheel nieuw ontwikkelde verwisselbare lenzen vervaardigd waaraan speciale voor digitale camera's ontwikkelde optische technieken ten grondslag liggen.
Verwisselbare lenzen voor het Four Thirds systeem
Deze lenzen zijn zo ontworpen dat ze bestand zijn tegen zwaar professioneel gebruik. Het Four Thirds systeem maakt het mogelijk ook snelle lenzen zowel compact als licht uit te voeren.
De reeks verwisselbare lenzen van het Four Thirds systeem bestaat uit de volgende typen: ZUIKO DIGITAL14 mm – 54 mm f2,8 – f3,5:
Standaard zoomlens welke overeenkomt met een 28 mm – 108 mm lens van een kleinbeeldcamera.
ZUIKO DIGITALED 50 mm – 200 mm f2,8 – f3,5:
Supertelezoomlens welke overeenkomt met een 100 mm – 400 mm lens van een kleinbeeldcamera.
ZUIKO DIGITALED 40 mm – 150 mm f3,5 – f4,5:
Telezoomlens welke overeenkomt met een 80 mm – 300 mm lens van een kleinbeeldcamera.
Houd de lensvatting van de camera omlaag gericht wanneer u de cameradop op de camera zet of er vanaf haalt. Op die manier voorkomt u dat stof of ander vreemd materiaal in het inwendige van de camera terecht komt.
Verwijder in stoffige ruimten niet de cameradop van de camera en zet in dergelijke ruimten ook geen lens op de camera.
Richt de camera met daarop de lens niet recht op de zon. Doet u dat toch, dan kan de camera defect raken en kan als gevolg van de bundelende werking van de lens brand ontstaan.
Zorg ervoor dat u de voorste en de achterste cameradop niet kwijt raakt.
Zet u geen lens op de camera, houd dan wel de cameradop op de camera
om te voorkomen dat stof in het inwendige ervan terecht komt.
Opmerking
18
Overtuig u ervan dat de camera schakelaar in de stand OFF (Uit) staat.
Verwijder de cameradop van de camera.
Verwijder de achterdop van de lens.
Lens op de camera zetten
Camera-
schakelaar
Achterdop
Cameradop
1
2
3
Lens op de camera zetten
19
Lens van de camera verwijderen
Overtuig u ervan dat de camera schakelaar in de stand OFF (Uit) staat.
Haal de lens uit de vatting door het met ingedrukte vrijmaakknop tegen de wijzers van de klok in te draaien.
Lens vrijmaakknop
Houd het lens uitrichtteken (rood) op de lens tegenover het uitrichtteken (rood) op de camera en steek de lens in de lensvatting van het camerahuis. Draai de lens met de wijzers van de klok mee tot hij hoorbaar op zijn plaats klikt.
Verwijder de lensdop.
Lens uitrichtteken (rood)
Uitrichtteken (rood)
Lensdop
4
5
1 2
20
Kaartje in de camera zetten
Geschikte kaartjes
Overal waar in deze handleiding het begrip “kaartje” wordt gebruikt, wordt het geheugenkaartje bedoeld. Deze camera is geschikt voor geheugenkaartjes van het type Compact Flash en voor Microdrives (optioneel). In combinatie met een kaartadapter (optioneel) kunt u ook een xD-Picture Card gebruiken.
Compact Flash kaartje
Een Compact Flash kaartje is een vaste stof geheugenkaartje van het Flash-type met grote opslag-capaciteit. In deze camera kunt u de normaal in de handel verkrijgbare kaartjes gebruiken.
Microdrive
Een Microdrive is een geheugenkaartje waarin een compacte harde schijf met grote opslagcapaciteit wordt gebruikt. In deze camera kunt u Microdrives gebruiken die geschikt zijn voor CF+Type II (Compact Flash uitbreidingsnorm).
Een Microdrive is een medium dat met een kleine harde schijf werkt. Omdat de harde schijf ronddraait, is een Microdrive minder goed bestand tegen trillingen en schokken dan andere kaartjes. Het gebruik van een Microdrive vergt dan ook speciale aandacht (met name tijdens opnemen en weergeven) zodat de camera niet wordt blootgesteld aan schokken of trillingen. Lees voordat u een Microdrive gaat gebruiken vooral de hieronder opgesomde voorzorgs­maatregelen aandachtig door. Raadpleeg ook de bij uw Microdrive bijgesloten handleiding.
Ga voorzichtig te werk als u tijdens het opslaan van opnamen de camera neerlegt. Leg de camera voorzichtig neer en zorg voor een stevige ondergrond.
Let op dat u de camera niet tegen andere voorwerpen stoot als u hem aan de camerariem meedraagt.
Gebruik de camera niet in ruimten waar zeer sterke trillingen en schokken kunnen optreden, bijvoorbeeld op bouwplaatsen of in een auto als u over hobbelige wegen rijdt.
Kom met een Microdrive niet te dicht in de buurt van sterke magnetische velden.
Van onderstaande Microdrives is bekend dat ze zonder bezwaar in deze camera kunnen worden gebruikt (situatie per oktober 2004):
DSCM-1100 (1 GB) HMS360404D5CF00 (4 GB) DSCM-10512 (512 MB) HMS360402D5CF00 (2 GB) DSCM-10340 (340 MB)
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van Microdrives
21
Open het klepje over de kaartsleuf.
Steek het kaartje met de zijde met daarop de pijl ß naar de monitorkant (de achterkant) van de camera gericht als afgebeeld helemaal in de camera.
Is de pijl ß op het kaartje niet duidelijk te zien,
dan moet u er toch voor zorgen dat u het kaartje goed in de camera steekt.
Sluit het klepje over de kaartsleuf.
Kaartje in de camera zetten
Uitricht­teken
Kaartsleuf
Uitwerperknop
1
2
3
ß
22
Overtuig u ervan dat de indicatie-LED Dataverkeer niet brandt.
Open het klepje over de kaartsleuf.
Druk de uitwerperknop rustig in, laat hem langzaam omhoog komen en druk hem dan opnieuw helemaal in. Het kaartje veert dan een stukje naar buiten zodat u het uit de camera kunt trekken.
Drukt u de uitwerperknop te abrupt in, dan is het
mogelijk dat het kaartje uit de camera springt.
Trek het kaartje uit de kaartsleuf.
Sluit het klepje over de kaartsleuf.
Kaartje in de camera zetten
Kaartje uit de camera halen
Indicatie-LED Dataverkeer
Uitwerperknop
1 2
3
4
23
Inschakelen van de camera
Monitor
Bij het inschakelen van de camera verschijnt in de LCD-monitor het instelmenu. Zie ook de “Advanced Manual”.
Batterijcontrole
Naarmate de lading van de batterij verder afneemt, verandert bij het inschakelen of bij gebruik van de camera de indicatie van de batterijlading in de monitor als volgt:
*1 Het door de digitale camera opgenomen elektrische vermogen is sterk afhankelijk van
de wijze waarop de camera wordt gebruikt en van de bedrijfsomstandigheden. Onder bepaalde bedrijfsomstandigheden is het mogelijk dat de camera uitschakelt zonder dat eerst de waarschuwing voor te geringe batterijlading verschijnt. Als dat gebeurt moet u de batterij opladen.
*2 Knippert in de zoeker.
Brandt (groen)
Beschikbare lading: Hoog *
1
Brandt *2(rood)
Beschikbare lading: Gering. Laad de batterij op.
Stof vermindering functie werking
Op het moment dat u de camera inschakelt, wordt automatisch de functie Stofreductie geactiveerd. Deze functie verwijdert stof en vuil van de het oppervlak van de CCD met behulp van ultrasone trillingen. Als de stofreductiefunctie actief is knippert de SSWF-indicator.
Datum/tijdinstelling
Tegelijk met de opname worden ook de datum en tijd opgeslagen. Deze datum­tijdinformatie wordt gebruikt als basis voor het toekennen van bestandsnummers aan opgeslagen beelden. Zie ook de “Advanced Manual”.
Beschikbare lading: Batterij uitgeput. Laad de batterij op.
SSWF-indicator
Zet de cameraschakelaar in de stand ON (Aan).
Wilt u de camera weer uitschakelen,
dan zet u de cameraschakelaar terug in de stand OFF (Uit).
Zet de functieknop in de stand P.
Melding BATTERY EMPTY (Batterij leeg)
–.– – – –.– .–
P
ESP
ISO
AUTO
FP
WB
S-AF
FOCUS
AF ILLUMINATOR
DRIVE
HQ
24483264
AUTO AUTO
sRGB
24
Inschakelen van de camera
Fout
Lens
Vasthouden van de camera
Pak de handgreep van de camera vast met uw rechterhand en druk uw elleboog tegen uw lichaam.
Steun uw andere elleboog tegen uw lichaam en houd met de linkerhand de onderzijde van de lens stevig vast.
Maak uw opname.
Door uw linkerbeen iets naar voren te zetten,
verbetert u de stabiliteit van het bovenlichaam.
Vasthouden bij verticale opnamen
1
2
3
Zorg ervoor dat u niet uw vingers en/of de camerariem voor de lens houdt.
Opmerking
25
Zoekeroculair aanpassen aan uw gezichtsvermogen
Zoeker
Draai, terwijl u door de zoeker kijkt, de oogcorrectieknop zo, dat u het AF-kader in de zoeker duidelijk en scherp ziet.
Oogcorrectieknop
AF-kader
Oogdop
U kunt de aan het zoekeroculair bevestigde oogdop verwijderen en vervangen door een andere. Wilt u het meegeleverde afdekplaatje op de zoeker bevestigen, dan moet u, zoals afgebeeld, eerst de oogdop van de camera verwijderen.
26
Kijk door de zoeker en richt het AF-kader op uw onderwerp.
Stel scherp door de ontspanknop half in te drukken.
De scherpstelling wordt door de camera
vastgehouden en in de zoeker lichten het AF-teken en het AF-kader op.
De door de camera automatisch ingestelde sluitertijd en diafragma worden aangegeven.
Op het moment dat u de ontspanknop indrukt verdwijnt het instelmenu.
Ontspan de sluiter door de ontspanknop helemaal in te drukken.
Op het moment dat de opname wordt gemaakt
hoort u het geluid van de sluiter.
De indicatie-LED Dataverkeer begint te knipperen en de camera slaat het beeld op op het kaartje.
Wordt gedurende een (1) minuut geen enkele handeling op de camera uitgevoerd, dan dooft de monitor en werkt de camera niet meer. Om de camera weer te activeren, drukt u eenvoudig op een van de knoppen, bijvoorbeeld de ontspanknop. Wordt de camera circa een (1) uur niet gebruikt, dan schakelt hij automatisch uit. Wilt u de camera daarna gebruiken, dan moet u hem eerst inschakelen.
Fotograferen
Ontspanknop
AF-teken
Zoeker
AF-kader
Half indrukken
Helemaal indrukken
Indicatie-LED Dataverkeer
–.– – ––.– .–
ESP
P
AUTO
FP
FOCUS
AUTO AUTO
ISO
DRIVE
S-AF
AF ILLUMINATOR
HQ
24483264
WB
sRGB
Geheugenindicator
1
2
3
Fotograferen
27
Telkens wanneer u de ontspanknop indrukt, licht in het instelmenu de geheugenindicator op. De camera is dan bezig het zojuist gefotografeerde beeld op te slaan op het kaartje. Afhankelijk van het aantal opnamen dat de camera moet opslaan verandert de status van de geheugenindicator in de hieronder afgebeelde volgorde.
Vóór de opname
(Indicator
is gedoofd)
Eén opname
gemaakt (Brandt)
Maximale aantal
opnamen bereikt
(Alle segmenten
lichten op)
Voordat u de volgende
opname kunt maken
moet u wachten tot de
indicator weer de
status heeft zoals uiterst
links is aangegeven.
Fotograferen FotograferenFotograferen
Wachten
Twee of meer
opnamen
gemaakt (Brandt)
Druk de ontspanknop vooral rustig in. Drukt u te wild op de ontspanknop, dan zal de camera bewegen en worden de opnamen wazig (bewegings­onscherpte).
Haal nooit de batterij of het kaartje uit de camera en koppel ook niet de licht­netadapter af terwijl de indicatie-LED Dataverkeer knippert. Doet u dat toch, dan kunnen de opgeslagen beelden verloren gaan of is het mogelijk dat een zojuist gemaakte opname niet wordt opgeslagen.
Fotografeert u bij sterk tegenlicht, dan is het mogelijk dat het beeldvlak in de schaduw gekleurd wordt weergegeven.
Opmerking
28
Weergeven
Druk op de weergaveknop .
Wordt gedurende een (1) minuut geen enkele
handeling op de camera uitgevoerd, dan dooft de monitor. Wordt de camera circa een (1) uur niet gebruikt, dan schakelt hij automatisch uit. Wilt u de camera daarna gebruiken, dan moet u hem eerst inschakelen.
Selecteer het beeld dat u wilt bekijken met de pendelknop.
Door de ontspanknop half in te drukken, zet u de camera weer in de stand Fotograferen.
In de monitor verschijnt
de laatst gemaakte opname.
Hiermee springt u naar het beeld dat tien beelden eerder dan het huidige beeld werd opgeslagen.
Hiermee springt u naar het beeld dat tien beelden later dan het huidige beeld werd opgeslagen.
Toont het voorgaande beeld.
Weergaveknop
SQ
04.01.01 00 :00
100–0015 15
MENU
Pendelknop
1
2
Toont het volgende beeld.
29
Uitschakelen van de camera
Zet de cameraschakelaar in de stand OFF (Uit).
30
Wat u met de software OLYMPUS Master kunt doen
Decem
ber
S
u
n
M
a
n
T
u
e
W
e
d
T
h
u
F
r
i
S
a
t
Nadat u de bij de camera geleverde OLYMPUS Master applicatiesoftware vanaf de CD-ROM geïnstalleerd heeft, kunt u de met de camera gefotografeerde beelden bekijken en bewerken, zoals onderstaande afbeeldingen laten zien. Voor de wijze waarop u de OLYMPUS Master software gebruikt raadpleegt u na de installatie de Help-informatie.
*Installeer OLYMPUS Master op uw computer vanaf de bij de camera geleverde
CD-ROM. Daarna kunt u zich met OLYMPUS Master als eigenaar van de camera registreren, waarna u informatie over actuele software of firmware van Olympus ontvangt.
Beelden groeperen en organiseren
De gefotografeerde beelden kunt u rangschikken door ze te groeperen of door fotoalbums aan te leggen.
Beelden bewerken
Om vertekeningen uit beelden te verwijderen kunt u beelden draaien, afkappen enzovoort.
Beelden vanuit een computer naar de camera overbrengen
Beelden en videobeelden die u selecteert met de OLYMPUS Master software kunt u ook naar de camera overbrengen.
Diverse printformaten
Met de door u gefotografeerde beelden kunt u kalenders of ansichtkaarten samenstellen.
Beelden vanuit de camera of vanaf verwisselbare geheugenmedia naar uw computer overbrengen.
Beelden vanuit de camera naar uw computer overbrengen
Albums die u in de camera aanlegt kunt u met OLYMPUS Master* naar uw computer overbrengen en weergeven.
31
Technische gegevens – Camera
Informatie
Soort camera
Soort camera: Eenogige digitale reflexcamera met verwisselbaar
lenssysteem Lens: Zuiko Digital, Four Thirds systeemlens Lensvatting: Four Thirds lensvatting Brandpuntafstand (equivalent Circa tweemaal de brandpuntsafstand van de lens van een kleinbeeldcamera):
Beeldopneemelement
Soort beeldopneemelement: 4/3 volbeeld beeldopneemelement voor de primaire kleuren Totaal aantal pixels: Circa 8.880.000 pixels Aantal effectieve pixels: Circa 8.000.000 pixels Schermformaat: 17,3 mm x 13,0 mm (b x h) Aspectverhouding: 1,33 (4 : 3)
Zoeker
Soort zoeker: Ooghoogte eenogige reflexzoeker Beeldveld: Circa 94% (voor het beeldveld op opgeslagen beelden) Vergrotingsfactor: 1,0x (–1 m
–1
; 50 mm lens op oneindig) Oogpunt: 20 mm (–1 m–1) Oogcorrectiebereik: –3,0 tot +1,0 m
–1
Optische pad breking: Halfdoorlatende vlugterugspiegel Scherptediepte controle: Te controleren met de OK-knop (met geactiveerde
PREVIEW-functie) Scherpstel glas: Vast Oogdop: Verwisselbaar
Monitor
Soort monitor: 1,8“ (46 mm) LCD-kleurenmonitor Aantal pixels: Circa 134.000 pixels
Sluiter
Soort sluiter: Computergestuurde brandvlaksluiter Sluitertijden: 1/4000 s – 30 s (in stappen van 1/3; 1/2 of 1 EV)
Handinstelling: Tijdinstelling (grenswaarde: 8 min.)
Autofocus
Autofocussysteem: DDL-gestuurd fasecontrast detectiesysteem Scherpstelpunt: 3-punts meervoudig AF (links, centraal, rechts) AF verlichtingsbereik: EV 0 – EV 19 Keuze van het scherpstelpunt: Automatisch, Optioneel AF-hulpverlichting: Geleverd door de ingebouwde flitser
32
Informatie
Belichtingsregeling
Lichtmeetsysteem: DDL-gestuurde lichtmeting bij volle lensopening
(1) Digitale ESP-meting
(2) Gemiddelde waardemeting met nadruk op het
beeldmidden.
(3) Spotmeting (aan circa 2% van het zoekerbeeld) Lichtmeetbereik: (1) EV 2 – EV 20 (Digitale ESP-meting; Gemiddelde
waardemeting met nadruk op het beeldmidden).
(2) EV 3 – EV 17 (Spotmeting)
(Bij normale temperatuur; 50 mm; F2; ISO 100)
Belichtingsfunctie: (1) P: Programmagestuurd Auto (Programma-aanpassing
mogelijk) (2) A: Diafragmavoorkeuze Auto (3) S: Sluitertijdvoorkeuze Auto (4) M: Handinstelling
ISO-equivalente gevoeligheid: 100 – 400 (Hoge ISO-waarden [800 en 1600] zijn eveneens
beschikbaar)
Belichtingscompensatie: De belichting is over een bereik van ±5 EV aanpasbaar in
stappen van 1/3 EV; 1/2 EV of 1 EV
Witbalans
Soort witbalans: CCD Instelbare witbalansfuncties: Automatisch; aangepaste witbalans (8 instellingen);
voorkeurswitbalans (er kunnen 4 instellingen worden gedefinieerd), snelle witbalans
Beeldopslag
Geheugen: Compact Flash kaartje (Compatibel met Type I en II)
Geschikt voor Microdrive (Compatibel met FAT 32)
Registratiesysteem: Digitaal registratiesysteem; TIFF (niet gecomprimeerd);
JPEG (in overeenstemming met Design Rule for Camera File system [DCF]); bestandstype RAW
Voldoet aan de normen: Exif 2.2; Digital print Order Format (DPOF);
PRINT Image Matching II; PictBridge
Weergave
Weergavefunctie: Enkelbeeld weergave; close-up weergave; indexweergave;
beeld draaien; diashow
Informatieweergave: Beeldinformatie; histogram
Sluiterfuncties
Sluiterfuncties: Enkelbeeld opname, repeterende opnamen, zelfontspanner,
afstandsbediening
Repeterende opnamen: Snelheid: 2,5 beelden per seconde (maximaal aantal
repeterende opnamen dat kan worden opgeslagen: 4 beelden in het bestandstype RAW/TIFF)
Zelfontspanner: Vertragingstijd: 12 s; 2 s Optische afstandsbediening: Vertragingstijd: 2; 0 s (onmiddellijke opname)
33
Informatie
Flitser
Synchronisatie: Gesynchroniseerd met de camera op 1/180 s of langere
sluitertijden
Flitser stuurfunctie: DDL-gestuurd Auto (DDL-gestuurde inleidende flits), AUTO,
MANUAL
Aansluiting losse flitser: Accessoireschoentje met middencontact
Externe connectors
USB-connector (mini-B), gelijkspanningsconnector DC-IN, video-uitgangsconnector VIDEO OUT
Elektrische voeding
Batterij: Lithium-ionbatterij van het type BLM-1 Lichtnetadapter: Lichtnetadapter van het type AC-1 (optioneel)
Afmetingen/Massa
Afmetingen: 146,5 mm x 85,0 mm x 64,0 mm (b x h x d) Massa: Circa 580 g (zonder batterij)
Bedrijfsomstandigheden
Temperatuur: 0 °C tot 40 °C (tijdens bedrijf)/
–20 °C tot 60 °C (tijdens opslag)
Relatieve vochtigheid: 30% tot 90% (tijdens bedrijf)/
10% tot 90% (tijdens opslag)
34
Lithium-ionbatterij BLM-1
Type batterij: Lithium-ionbatterij Nominale uitgangsspanning: 7,2 V gelijkspanning Nominale capaciteit: 1500 mAh Levensduur batterij: Circa 500 volledige laad/ontlaadcycli
• Afhankelijk van de temperatuur van de batterij
Aanbevolen temperatuurbereik: 0 °C tot 40 °C (tijdens opladen)
–10 °C tot 60 °C (tijdens bedrijf) –20 °C tot 35 °C (tijdens opslag)
Afmetingen: 55,0 mm x 39,0 mm x 21,5 mm (b x d x h) Massa: Circa 75 g
Batterijlaadapparaat BCM-2
Netspanning: 100 V tot 240 V (50/60 Hz wisselspanning) Oplaadtijd: Circa 5 uur
• Afhankelijk van de temperatuur van de batterij
Bedrijfstemperatuur: 0 °C tot 40 °C Opslagtemperatuur: –20 °C tot 60 °C Afmetingen: 62,0 mm x 83,0 mm x 26,0 mm (b x d x h) Massa: Circa 72 g (zonder netsnoer)
WIJZIGINGEN IN TECHNISCHE GEGEVENS EN UITVOERING VOORBEHOUDEN ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING OF ENIGE VERPLICHTING VAN DE ZIJDE VAN DE FABRIKANT.
Technische gegevens – Meegeleverde accessoires
Informatie
Belangrijk
Geachte Koper/Koopster,
Zorg ervoor dat het Nederlandse garantiebewijs geheel is ingevuld en afgestempeld door uw leverancier. Bewaar de aankoopbon zeer zorgvuldig. Als u onverhoopt gebruik moet maken van de garantievoorwaarden, dient u deze bescheiden te overleggen.
35
Memo
http://www.olympus.com/
Shinjuku Monolith, 3-1 Nishi-Shinjuku 2-chome, Shinjuku-ku, Tokyo, Japan
Two Corporate Center Drive, PO Box 9058, Melville, NY11747-9058, U.S.A.
Tel. 1-631-844-5000
Technical Support (USA)
24/7 online automated help: http://www.olympusamerica.com/E1 Phone customer support: Tel. 1-800-260-1625 (Toll-free)
Our phone customer support is available from 8 am to 10 pm (Monday to Friday) ET E-Mail: e-slrpro@olympusamerica.com Olympus software updates can be obtained at: http://www.olympus.com/digital
Premises: Wendenstrasse 14-18, 20097 Hamburg, Germany
Tel. +49 40 - 23 77 3-0 / Fax +49 40 - 23 07 61 Goods delivery: Bredowstrasse 20, 22113 Hamburg, Germany Letters: Postfach 10 49 08, 20034 Hamburg, Germany
European Technical Customer Support:
Bezoek ook onze homepage http://www.olympus-europa.com Of bel ons gratis nummer*: 00800 - 67 10 83 00
voor België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland. * Sommige (mobiele) telefoon services / providers geven geen toegang of
hebben een extra voorvoegsel voor +800 nummers nodig.
Voor alle niet genoemde Europese landen en is het geval geen verbinding tot stand kan worden gebracht met het vovenstaande nummer, belt u een van de volgende NIET GRATIS nummers: +49 180 5 - 67 10 83 or +49 40 - 237 73 899 Onze Hotline is van maandag tot en met vrijdag bereikbaar tussen 09.00 uur en 18.00 uur.
© 2004
Printed in Germany · OE · 2.7 · 11/2004 · E0415057
Loading...