Uw toestel print met de meest moderne lasertechnologie.
De leveringsomvang bevat een startercartridge. Voor deze
startercartridge hebt u geen Plug’n’Print-kaart nodig.
Telefoonboek
In het telefoonboek van uw toestel kunt u tot 200 records
opslaan. Uw toestel kan 10 verschillende groepen met max.
199 nummers opslaan.
Rondzenden
Met de Rondzendentoets (=Broadcasting) voegt u gedurende het kiezen verdere nummers toe en u verstuurt een
bericht snel en gemakkelijk naar meerdere ontvangers
Verstuur faxberichten in verschillende resoluties aan een of
NL
meer ontvangers bijvoorbeeld een groep. U kunt ook faxberichten pollen en documenten voor polling klaarleggen.
Faxsjablonen
In uw toestel zijn vijf faxsjablonen opgeslagen die u kunt
uitprinten. Met deze sjablonen kunt u bijvoorbeeld snel
een kort faxbericht opstellen of een uitnodiging maken.
Tijdstempel
Het toestel print de ontvangstdatum en de juiste tijd op
elke binnenkomende fax (modelafhankelijk). Hiermee
kunt u documenteren wanneer u een faxbericht hebt ontvangen. Een buffergeheugen in het toestel waarborgt dat
ook na een stroomstoring de juiste datum en de juiste tijd
worden afgedrukt.
Kies uit de resolutie voor tekst en foto om documenten
met uw toestel te kopiëren. U kunt ook meerdere kopieën
maken.
Stuur SMS-berichten van uw toestel wanneer uw telefoonaansluiting voor deze dienst vrijgeschakeld is (functie
wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund). Binnengekomen SMS-berichten beheert u met de omvangrijke functies van het SMS-menu.
Text2Fax
U kunt op uw toestel een tekst intoetsen en als faxbericht
naar een ander eindapparaat sturen (in landen en netwerken zonder SMS-functie).
Uw toestel print sudoku-raadsels uit in vier verschillende
moelijkheidsgraden - desgewenst met de oplossing.
PC-aansluiting
U kunt het toestel op uw computer aansluiten (PC met
Microsoft Windows 2000 (SP¦3) · ME · XP · Vista) en het
toestel als laserprinter gebruiken (modelafhankelijk). Met
Scan-to-PDF scant u documenten met uw toestel en u
kunt ze direct als PDF-bestanden opslaan. Met de
TWAIN-scannerdriver hebt u uit elke toepassing die deze
standaard ondersteunt, toegang tot het toestel en kunt u
documenten scannen.
Telefoonboek
Wijzig de gegevens uit het telefoonboek van uw toestel aan
de computer. U kunt invoeren tussen de adresboekjes van
uw toestel en Windows of Microsoft Outlook uitwisselen.
Veel plezier met uw toestel en zijn veelvoudige functies!
Over deze handleiding
Met de installatiehulp op de volgende bladzijden kunt u
uw toestel snel en gemakkelijk in gebruik nemen. Gedetailleerde beschrijvingen vindt u in de volgende hoofdstukken
van deze handleiding.
Lees de handleiding nauwkeurig. Let op de veiligheidsinstructies om een correcte werking van uw toestel te garanderen. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor enig gebruik dat afwijkt van het in de instructies beschreven gebruik.
In deze handleiding worden verschillende modellen van de
toestelreeks beschreven. Let op: sommige functies zijn
slechts bij bepaalde modellen beschikbaar.
Gebruikte symbolen
Waarschuwing
Waarschuwt voor gevaar voor personen, voor beschadigingen aan het toestel of andere voorwerpen en
voor mogelijk verlies van gegevens. Ondeskundig gebruik kan tot verwondingen en beschadigingen leiden.
Verklaring van de instructies
Met dit teken zijn tips gekenmerkt die de bediening
van uw toestel efficiënter en eenvoudiger maken.
2
Installatiehandleiding
Inhoud verpakking
1 Toestel
‚ Toestel
2 Telefoonhoorn (modelafhankelijk)
ƒ Telefoonhoorn (modelafhankelijk)
3 Spiraalsnoer voor telefoonhoorn (modelafhankelijk)
„ Spiraalsnoer voor telefoonhoorn (modelafhankelijk)
4 Documenthouder
… Documentenhouder
5 Papierlade
† Papierlade
6 Documentenopvang
‡ Documentenopvang
7 Netkabel
ˆ Netkabel met stekker (afhankelijk van het land)
8 Telefoonkabel
‰ Telefoonkabel met Stecker (afhankelijk van het land)
9 Startercartridge
Š Startercartridge
Handleiding
Bedieningshandleiding met installatiehandleiding (zonder
afbeelding).
Mocht een van de delen ontbreken of beschadigd
zijn, neem dan contact op met uw vakhandelaar of
met onze klantendienst.
Papier inleggen
Systeemeisen
Vooraleer u documenten kunt ontvangen of kopiëren
moet u papier invoeren. Gebruik a.u.b. uitsluitend geschikt papier van het standaardformaat A4 · 210¦×¦297millimeter · het liefst 80¦g/m
technische specificaties.
Waaier het papier
Waaier het papier uit en breng het op een glad opper-
2
. Let op de gegevens in de
vlak in de juiste stand. Op die manier verhindert u
dat meerdere vellen in een keer worden ingetrokken.
Papier voorbereiden
1 Verwijder het deksel van de papierlade.
2 Plaats slechts zoveel papier als onder de uitstekende be-
grenzingsmarkeringen aan de bovenste rand van de papierlade past (zie ook tekeningen op het deksel van de
papierlade). U kunt tot 250 vel plaatsen.
Wilt u op een origineel document printen (bijvoorbeeld formulieren of briefpapier), plaats het
origineel dan met de zijde waarop u wilt afdrukken naar onder en met de kop van de bladzijde
naar achter in de papierlade.
NL
Documenthouder aanbrengen
Documenthouder aanbrengen
Steek de documenthouder in de twee openingen van de afdekkap. De houder moet goed vastklikken.
Dokumentenhalter anbringen
Voorgedrukte formulieren die door een laserprinter zijn afgedrukt zijn niet geschikt om verder bedrukt te worden. Dit kan ertoe leiden dat het papier vastloopt.
Installatiehandleiding 3
3 Druk het papier naar beneden tot de hendel (A) aan de
achterzijde van de papierlade vastklikt.
4 Leg het deksel op de papierlade. Schuif de lade tot de
NL
aanslag in het toestel.
Trek de papierlade er niet uit als het toestel aan
het afdrukken is. Dit kan ertoe leiden dat het papier vastloopt.
Print- en faxuitvoersteun eruit
trekken
Print- en faxuitvoersteun eruit trekken
Trek de print- en faxuitvoersteun uit het deksel van de papierlade.
Druckausgabe rausziehen
Hoorn aansluiten
(modelafhankelijk)
(modelafhankelijk)
Hoorn aansluiten
Steek het einde van het spiraalsnoer in de bus aan de telefoonhoorn. Steek het andere einde in de bus die met het
)-symbool gekenmerkt is..
Telefonhörer anschließen
Startercartridge inleggen
Plug’n’Print-kaart
Voordat u documenten kunt ontvangen, kopiëren of afdrukken, moet er een tonercartridge in het toestel zijn geplaatst. Daarom bevindt zich bij het toestel een startercartridge. Het niveaugeheugen voor deze startercartridge
werd in de fabriek ingesteld. De startercartridge hoeft niet
met een Plug’n’Print-kaart te worden opgeladen. Voor
elke volgende tonercartridge die u in uw teostel plaatst
moet u het niveaugeheugen met de meegeleverde
Plug’n’Print-kaart updaten.
1 Open de afdekkap door beide documentengeleiders
vast te pakken en de afdekkap naar achter te klappen.
Open nooit de tonercartridge. Mocht er tonerstof
uit komen, vermijd dan een contact met huid en
ogen. Adem de losse tonerstof niet in. Verwijder
de stof van kleding of voorwerpen met koud wa-
Documentenopvang aanbrengen
Documentenopvang aanbreng en
Steek de documentenopvang in de twee openingen onder
het bedieningspaneel.
Dokumentenausgabe anbringen
ter; heet water zou de toner fixeren.
2 Neem de nieuwe tonercartridge uit de verpakking.
3 Verwijder de zwarte beschermfolie en ander verpak-
kingsmateriaal, maar nog niet de beschermstrook in de cartridge.
4 Schud de nieuwe tonercartridge meerdere malen heen
en weer om de toner gelijkmatig te verdelen en zo de afdrukkwaliteit te verbeteren.
4
5 Trek pas daarna de beschermstrook aan de linker
zijde van de cartridge er helemaal uit.
Schud de tonercartridge niet meer nadat u de beschermstrook verwijderd hebt. Er zou anders tonerstof vrij kunnen komen.
6 Plaats de tonercartridge in uw toestel. De cartridge
moet compleet vastklikken.
7 Sluit de afdekkap. Let er op dat de afdekkap aan beide
zijden vastklikt.
Telefoonkabel aansluiten
Telefoonkabel aansluiten
Verbind de telefoonkabel met het toestel door de kabel in
de met LINE gekenmerkte bus te steken (Rj-11-aansluiting). Steek de telefoonstekker in uw telefoonaansluitingsdoos.
Telefonkabel anschließen
Nevenaansluiting
Indien u uw toestel als nevenaansluiting aan een centrale aansluit, moet u uw toestel voor het gebruik als
nevenaansluiting instellen (zie ook hoofdstuk Telefoonaansluitingen en extra toestellen, pagina 29).
Netkabel aansluiten
Netspanning opstelplaat s
Controleer of de netspanning van uw toestel (typeplaatje) overeenkomt met de netspanning die op de
opstelplaats beschikbaar is.
Netkabel aansluiten
Steek de netkabel in de aansluiting aan de achterkant van
het toestel. Steek de netkabel in het stopcontact.
Netzkabel anschließen
Eerste installatie
Eerste installatie
Nadat u het toestel aan de netspanning hebt aangesloten,
begint de eerste-installatie-procedure.
Land kiezen
Land juist instellen
Stel in ieder geval het land in waarin u het toestel gebruikt. Anders is uw toestel niet aangepast aan het telefoonnet. Indien uw land niet op de lijst staat, moet
u een andere instelling kiezen en de juiste telefoonkabel van het land gebruiken. Voor meer informatie
kunt u terecht bij uw vakhandelaar.
1 Druk op OK.
2 Kies met [ het land waarin u het toestel wilt gebrui-
ken.
3 Bevestig twee keer met OK.
Nummer invoeren
kopregel
Uw nummer en uw naam worden aan de bovenste rand
van elk faxbericht (= kopregel) samen met datum, tijd en
paginanummer meegestuurd.
Nummer invoeren
1 Voer uw telefoonnummer in. Met # of * kunt u een
plus-teken intoetsen.
2 Bevestig met OK.
Naam invoeren
1 Voer de naam met de toetsen (A – Z) in.
Hoofdletters voert u in met ingedrukte ú-toets.
Spaties voert u in met ½.
Druk op ü om speciale tekens en symbolen in
te voegen. Druk op ûü om taalafhankelijke tekens in te voegen. Kies met [. Bevestig met
OK.
Met [ beweegt u de cursor. Met C wist u de tekens afzonderlijk.
2 Bevestig met OK.
Datum en tijd invoeren
1 Voer de datum in (telkens twee cijfers) bijvoorbeeld
31¦05¦25 voor 31.5.2025.
2 Voer het tijdstip in, bijvoorbeeld 14¦00 voor 14
uur.
3 Bevestig met OK.
NL
Installatiehandleiding 5
Overzicht
Overzicht menufuncties
Uw toestel beschikt over de volgende functies. Er bestaan
twee mogelijkheden om de functies op te roepen.
Menu-navigatie
Door het menu navigeren: Druk op OK of op een
van de twee cursortoetsen [ om het functiemenu te openen. Blader door het menu met [. Met OK kiest u een
menufunctie. Met C keert u naar het vorige menu-niveau
terug. Met j verlaat u het menu en keert u naar de uit-
NL
gangsmodus terug.
Direct oproepen
Functies direct oproepen: Met het functienummer
roept u een menufunctie direct op. Druk op OK en voer
met het cijfertoetsenbord het betreffende functienummer
in. Bevestig met OK. De functienummers vindt u in de
onderstaande lijst.
1 Installatie
11 Land kiezen
11 Land kiezen ............................................pagina 26
12 Taal kiezen
12 Taal kiezen .............................................pagina 26
13 Tijd en datum invoeren
13 Tijd en datum invoeren ..........................pagina 26
14 Nummer en naam intoetsen
14 Nummer en naam intoetsen ...................pagina 26
55 Opdrachtenlijst uitprinten ..................... pagina 16
6 Varia
61 Toestel blokkeren
61 Toestel blokkeren................................... pagina 26
62 Verbruiksmaterialen
62 Nieuwe tonercartridge instellen.............. pagina 31
64 Sudoku
68 Sudoku .................................................. pagina 20
Hulppagina’s uitprinten
Functielijst afdrukken
Functielijst afdrukken
U kunt de functielijst ook afdrukken door op ¨, 1 en
OK te drukken.
Telefoonboek uitprinten
Telefoonboek uitprinten
U kunt het telefoonboek ook afdrukken door op ¨, 4 en
OK te drukken.
Faxsjablonen uitprinten
Faxsjablonen uitprinten
U kunt de faxsjablonen ook afdrukken door op ¨, 8 en
OK te drukken.
Faxjournaal uitprinten
Faxjournaal uitprinten
U kunt het faxjournaal ook afdrukken door op ¨, 3 en
OK te drukken.
Opdrachtenlijst printen
Opdrachtenlijst printen
U kunt een opdrachtenlijst ook afdrukken door op ¨, 6
en OK te drukken.
Sudoku: spel uitprinten
Sudoku: spel uitprinten
U kunt een nieuwe sudoku ook uitprinten door op ¨, 7
en OK te drukken.
Instellingslijst uitprinten
Instellingslijst uitprinten
U kunt de instellingslijst ook afdrukken door op ¨, 5 en
OK te drukken.
6
Toesteloverzicht
1 Afdekkap
‚ Afdekkap
2 Documenthouder
ƒ Documentenhouder
3 Documentinvoer
„ Documentinvoer
4 Documentengeleider
… Documentengeleider
5 Paneel met display
† Paneel met display
6 Documentenuitvoer
‡ Documentenuitvoer
7 Print- en faxuitvoer
ˆ Print- en faxuitvoer (uittrekbaar)
8 Papierlade
‰ Papierlade
9 Steekklem voor de Plug’n’Print-kaart
Š Steekklem voor de Plug’n’Print-kaart
10 Hoorn met krulsnoer (modelafhankelijk)
‹ Hoorn met krulsnoer (modelafhankelijk)
Außenansicht nummeriert
‚ Tonercartridge
Außenansicht Tonerkartusche
1 Telefoonhoornbus (modelafhankelijk)
‚ )-bus – aansluitbus voor de telefoonhoorn (modelafhankelijk)
2 Externe toestellen
ƒEXT-bus – aansluitbus voor extra toestellen
3 Telefoonkabel
„LINE-bus – aansluitbus voor telefoonkabel
4 USB-aansluiting (modelafhankelijk)
…-bus – USB-aansluiting voor de PC (modelafhankelijk)
5 Netkabelaansluiting
† Netkabelaansluiting
Außenansicht Rückseite
NL
1 Tonercartridge
Overzicht 7
Paneel met display
Lettertoetsenbord
Toetsen (A – Z) – Telefoonboekregister: telefoonboekgegevens oproepen / letters invoeren. Hoofdletters invoeren
met ingedrukte ú-toets. Spaties invoegen met ½. Punt
invoegen met .. Paragraaf invoegen met Rø
Speciale tekens 1
ü - Speciale tekens (leestekens en symbolen) invoegen.
Kiezen van het records met [. Bevestig met OK
Speciale tekens 2
ûü - Taalafhankelijke speciale tekens (speciale letters) invoegen. Kiezen van het records met [. Bevestig met OK
Omschakeltoets
ú – Omschakeltoets: hoofdletters invoeren / in verbinding met andere toetsen: bijkomende functies oproepen
NL
Telefoonboek
am – Telefoonboekfuncties oproepen
Rood lampje
Rood lampje Æ – knippert het lampje, lees dan a.u.b. de
aanwijzingen op het display
Groen lampje
Groen lampje â/_ – knippert, als een SMS-bericht is
binnengekomen of wanneer zich een fax in het faxgeheugen bevindt.
Stop
j – functie afbreken / terugkeer naar de uitgangsmodus /
documenten uitwerpen
C
C – terug naar het vorige menu-niveau / tekens afzonderlijk wissen
Cursortoetsen
[ – menufuncties oproepen / door het menu navigeren /
opties kiezen / cursor bewegen
OK
OK – menufuncties oproepen / invoer bevestigen
Start
o – faxtransmissie, faxontvangst starten
Copy
COPY – twee keer indrukken: automatisch kopiëren. Eén
keer indrukken: kopieën aanpassen
_ – SMS-menu oproepen (functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund) / in landen en netwerken
zonder SMS-functie: Text2Fax verzenden oproepen
Rondzenden
À – Rondzenden (= Broadcast): fax of SMS naar meerdere ontvangers versturen.
Resolutie
fx – hogere resolutie voor het faxen en kopiëren instellen (NORM., h – FIJN, f – SFIJN, x – FOTO)
Cijfertoetsen
Cijfertoetsenbord – cijfers invoeren
Nummerherhaling
@ù – lijst van de laatste tien gekozen nummers (= herkieslijst)
Bellerslijst
ú en @ù – lijst van de 10 laatste bellers (=bellerslijst)
Luidspreker (modelafhankelijk)
μ – verbindingsopbouw beluisteren / kiezen met opgelegde hoorn (modelafhankelijk)
R
Rø – korte lijnonderbreking (hook flash) invoegen als
kengetal bij nevenaansluitingen (PABX) of om speciale
functies van het openbare telefoonnet (PSTN) op te roepen
P
ú en Rø – kiespauze invoegen
Symbolen op het display
SFijn
f – Resolutie SFIJN ingesteld
Foto
x – Resolutie FOTO ingesteld
Fijn
h – Resolutie FIJN ingesteld
CLIP
ž – binnengekomen gesprekken tijdens afwezigheid
(functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund)
SMS
_ – binnengekomen SMS-berichten (functie wordt niet
in alle landen en netwerken ondersteund)
L3 Paneel
8
Algemene veiligheidsinstructies
Uw toestel is in overeenstemming met de normen EN
60950-1 resp. IEC 60950-1 gekeurd en mag alleen op telefoon- en stroomnetten worden gebruikt die aan deze normen voldoen. Het faxtoestel is uitsluitend voor gebruik in
het desbetreffende land van verkoop gefabriceerd.
Breng geen instellingen en veranderingen aan die niet in
deze handleiding zijn beschreven.
Toestel opstellen
Het toestel moet veilig en stabiel op een effen opp ervlak staan.
Het toestel moet veilig en stabiel op een effen oppervlak
staan. Mocht het toestel naar beneden vallen, kan het worden beschadigd of personen – in het bijzonder kleine kinderen – verwonden. Leg alle kabels zo dat er niemand over
kan vallen, dat zich niemand er kan verwonden of dat het
toestel wordt beschadigd.
De afstand tot andere apparaten of voorwerpen moet minstens 15 centimeter b edragen.
De afstand ten opzichte van andere toestellen of voorwerpen moet tenminste 15 centimeter bedragen. Dit geldt ook
voor het gebruik van extra draadloze telefoons. Zet het toestel niet in de buurt van radio- en TV-toestellen.
Klik het deksel van het toestel volledig in
Klik het deksel van het toestel volledig in wanneer u het
toestel opent. U kunt zich kwetsen wanneer het deksel
dichtvalt terwijl u aan het toestel werkt.
Bescherm het toestel tegen direct zonnelicht
Bescherm het toestel tegen direct zonnelicht, hitte, grote
temperatuurverschillen en vochtigheid. Zet het toestel niet
in de buurt van de verwarming of de airconditioning. Let
op de informatie in de technische specificaties met betrekking tot temperatuur en luchtvochtigheid.
De ruimte waarin het toestel staat moet voldoende worden verlucht
De ruimte waarin het toestel staat moet voldoende worden
verlucht.Het toestel niet toedekken! Plaats het toestel niet
in gesloten kasten of kisten. Plaats het niet op een zachte
ondergrond zoals dekens of tapijten. Dek de ventilatiesleuf
niet toe. Het toestel kan anders oververhit en in brand geraken.
De ruimte waarin u het toestel gebruikt moet goed en voldoende geventileerd zijn
De ruimte waarin u het toestel gebruikt moet goed en voldoende geventileerd zijn – vooral als het toestel vaak gebruikt wordt. Zet uw toestel zo neer dat de uitgeblazen
luchtstroom niet op een werkplek gericht is.
Wanneer het toestel te warm wordt of wann eer er rook uit het toestel komt
Wanneer het toestel te warm wordt of wanneer er rook uit
het toestel komt – meteen de netstekker uit het stopcontact
trekken. Laat uw toestel door een technische servicedienst
onderzoeken. Om te vermijden dat zich een brand uitbreidt, moeten open vlammen uit de buurt van het toestel
worden gehouden.
Sluit het toestel niet in vochtige ruimtes aa n.
Sluit het toestel niet in vochtige ruimtes aan. Raak de netstekker, de netaansluiting of de telefoondoos nooit met
natte handen aan.
Er mogen geen vloeistoffen in het toestel gera ken.
Er mogen geen vloeistoffen in het toestel geraken. Haal het
toestel van het stroomnet wanneer vloeistoffen of vreemde
deeltjes in het toestel zijn geraakt en laat uw toestel door
een technische servicedienst onderzoeken.
Laat uw kinderen niet zonder toezicht met het toe stel omgaan.
Laat uw kinderen niet zonder toezicht met het toestel omgaan. De verpakkingsfolie mag niet in de handen van kinderen geraken.
Hoorn magnetisch
De hoorn van het toestel is magnetisch. Let op: kleine metalen voorwerpen (paperclips enz.) kunnen aan de hoorn
blijven plakken.
Stroomverzorging
Controleer of de netspanning van uw toestel
Controleer of de netspanning van uw toestel (typeplaatje)
overeenkomt met de netspanning die op de opstelplaats
beschikbaar is.
Gebruik alleen maar meegeleverde net- en telefoonkabels.
Gebruik alleen maar meegeleverde net- en telefoonkabels.
Het toestel heeft geen in- en uitschakelknop.
Zet uw toestel zo dat het stopcontact gemakkelijk toegankelijk is. Het toestel heeft geen in- en uitschakelknop. In
noodgeval haalt u uw toestel van de stroomvoorziening
door de netstekker uit te trekken.
Raak nooit de net- of tele foonkabel aan wann eer de isolatie is beschadigd.
Raak nooit de net- of telefoonkabel aan wanneer de isolatie
is beschadigd.
Haal uw toestel van het stroom- of telefoonne t tijdens een onweer.
Haal uw toestel van het stroom- of telefoonnet tijdens een
onweer. Is dit niet mogelijk, gebruik dan het toestel niet
tijdens een onweer.
Haal uw toestel van het stroom- en telefoonnet vooraleer het oppervlak te reini gen.
Haal uw toestel van het stroom- en telefoonnet vooraleer
het oppervlak te reinigen. Gebruik nooit vloeibare, gasvormige of licht ontvlambare reinigingsmiddelen (sprays,
schurende middelen, politoeren, alcohol).
Reinig het display met een droge, zachte doek.
Reinig het display met een droge, zachte doek. Wanneer
het display breekt, kan een zwarte bijtende vloeistof vrijkomen. Vermijd huid- en oogcontact.
Bij een stroomonderbreking functioneert uw toestel niet;
Bij een stroomonderbreking functioneert uw toestel niet;
opgeslagen gegevens gaan niet verloren.
Reparaties
Indien er storingen optreden, let dan op de instructies op
het display en op de foutmelding.
Repareer uw toestel niet zelf. Ondeskundig onderhoud kan
tot lichamelijke en materiële schade leiden. Laat uw toestel
uitsluitend door een geautoriseerde servicedienst repareren.
Verwijder het typeplaatje van uw toestel niet, ander komt
de garantie te vervallen.
Verbruiksmaterialen
Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen. Deze
krijgt u bij uw vakhandelaar of via onze bestelservice. Andere verbruiksmaterialen kunnen het toestel beschadigen
resp. de levensduur beperken.
Verwijder alle verbruiksmaterialen in overeenstemming met
de in uw land geldende voorschriften i.v.m. afvalverwijdering.
Open nooit de tonercartridge. Mocht er tonerstof uit komen, vermijd dan een contact met huid en ogen. Bewaar
nieuwe en gebruikte cartridges zo dat ze niet in de handen
van kinderen terecht komen.
Trek het papier bij een papierstoring niet met geweld uit
het toestel en gooi het voorzichtig weg: de toner zit eventueel nog niet goed op het papier vast en er zou tonerstof
vrij kunnen komen. Adem de losse tonerstof niet in. Verwijder de stof van kleding of voorwerpen met koud water;
heet water zou de toner fixeren.
Laser-Veiligheid
Uw toestel werkt met laserstralen. Alleen een gekwalificeerde servicedienstmedewerker mag het toestel openen en servicewerkzaamheden uitvoeren, anders bestaat het gevaar van
oogblessures door zichtbare en onzichtbare laserstralen.
Hoe u extra telefoons aansluit en welke functies u ter beschikking staan, staat in het hoofdstuk over telefoonaansluitingen en extra toestellen, pagina 29.
Telefoneren met het toestel
Kies het gewenste nummer. U hebt hiervoor verschillende
mogelijkheden. Neem daarna de hoorn van de haak.
Direct kiezen
U kunt ook eerst de hoorn opnemen en dan een
nummer kiezen. Het toestel begint meteen te kiezen.
Manueel kiezen: Kies het gewenste nummer met het
cijfertoetsenbord.
Telefoonboek
Telefoonboekregister: Met de toetsen (A – Z) hebt u
toegang tot de gegevens die in de telefoonboek zijn opgeslagen. Toets de beginletters of de gewenste naam van de
record in. Uw toestel laat u de invoeren in de telefoonboek
met de desbetreffende letters zien. Kies met [ een record.
Telefoonboek gebruiken
U kunt de telefoonboekrecords ook oproepen door
op am te drukken en met [
De functie zoeken functioneert ook terwijl u telefoneert.
Als u invoeren uit uw telefoonboek oproept, is het
mogelijk de nummers te bewerken nadat u ze opgeroepen hebt. U kunt bijvoorbeeld kengetallen of
doorkiesnummers toevoegen of wissen
Herkieslijst
Herkieslijst: Druk op @ù. Kies met [ een record
uit de lijst van de gekozen nummers.
Bellerslijst
Bellerslijst: Druk op ú en @ù. Kies met [ een re-
cord uit de bellerslijst.
CLIP vereisten
Opdat deze functie zou functioneren, moet voor uw
telefoonaansluiting de nummerherkenning (CLIP)
geactiveerd zijn (afhankelijk van het land en het netwerk). Nummer en naam worden niet getoond wanneer de beller zijn nummer onderdrukt.
Buitenlijn nemen
Centrales voor nevenaansluitingen (PABX)
Centrales voor nevenaansluitingen (PABX) zijn in heel wat
bedrijven en huishoudens gebruikelijk. U moet een kentgetal kiezen om via een nevenaansluiting een verbinding
met het openbare telefoonnet (PSTN) te kunnen krijgen.
Voer het kengetal van het openbare telefoonnet in vooraleer u het gewenste nummer invoert of een opgeslagen record kiest. Het kengetal van het openbare telefoonnet is
meestal 0.
Fout kengetal
Soms kan het kengetal een ander cijfer zijn of uit
twee cijfers bestaan. Bij oudere telefooncentrales kan
het kengetal R (=flash) zijn. Druk op Rø om dit
kengetal in te voeren. Mocht de verbinding met het
openbare telefoonnet niet mogelijk zijn, neem dan
contact op met de aanbieder van uw telefooncentrale.
Nevenaansluiting instellen
Bij voortdurend gebruik van het toestel aan een nevenaansluiting kunt u het kengetal opslaan met de
functie 15 (zie pagina 29).
ZOEKEN te kiezen.
Nummers met elkaar verbinden
U kunt manueel ingevoerde cijfers en opgeslagen records
combineren en bewerken vooraleer te kiezen. Hebt u bijvoorbeeld het netnummer van een gunstige telefoonaanbieder (call-by-call) als telefoonboekrecord opgeslagen dan
kiest u deze record. Aansluitend voert u het telefoonnummer manueel in of u kiest nog een andere opgeslagen record.
Kiespauze invoegen
Kiespauze invoegen
Het kan noodzakelijk zijn om bij het nummer een kiespauze in te voegen, bijvoorbeeld voor een doorkiesnummer of
onderadres of bij een interlokale telefoonverbinding. Druk
op ú en Rø. Het tweede deel van het nummer wordt pas
na een korte pauze gekozen.
Kiezen met opgelegde hoorn
Kiezen met opgelegde hoorn
Druk op μ om met opgelegde hoorn te kiezen. U hoort
de kiestoon uit de luidspreker, het nummer wordt meteen
gedraaid.
Telefoonboek
Hulp 4 · Telefoonboek
Druk op ¨, 4 en OK, om een lijst van alle opgeslagen records en groepen in de telefoonboek uit te
printen.
Telefoonboek
Met am roept u de telefoonboekfuncties op. U kunt
nieuwe invoeren opslaan, naar invoeren zoeken, groepen
aanleggen en bewerken. U kunt tot 200 records in de telefoongids van uw toestel opslaan.
Cursornavigatie 1
Met [ beweegt u de cursor. Met C wist u de tek ens
afzonderlijk. Met j verlaat u het menu en keert u
naar de uitgangsmodus terug.
Record opslaan
1 Druk op am.
2 Kies met [
3 Bevestig met OK.
4 Voer de naam met de toetsen (A – Z) in.
5 Bevestig met OK.
6 Toets met de cijfertoetsen het nummer in.
7 Bevestig met OK.
8 Kies de snelheid voor de faxtransmissie naar deze abon-
nee. Normaal gesproken kunt u de hoogste snelheid selecteren. Stel een lage transmissiesnelheid in wanneer u
faxberichten stuurt in netten met een slechte lijnkwaliteit.
9 Bevestig met OK. Het record wordt opgeslagen.
KIESCODES.
Hoofdletters voert u in met ingedrukte ú-toets.
Spaties voert u in met ½.
Druk op ü om speciale tekens en symbolen in
te voegen. Druk op ûü om taalafhankelijke tekens in te voegen. Kies met [. Bevestig met
OK.
NL
Telefoonfuncties 11
Record wijzigen
1 Druk op am.
2 Kies met [
WIJZIGEN.
3 Bevestig met OK.
4 Toets de beginletters in of selecteer met [ het record
dat u wilt wijzigen.
5 Bevestig met OK.
6 Wijzig de opgeslagen naam, het nummer en de trans-
missiesnelheid.
7 Bevestig de wijzigingen met OK.
NL
Record wissen
1 Druk op am.
2 Kies met [
WISSEN.
3 Bevestig met OK.
4 Toets de beginletters in of selecteer met [ het record
dat u wilt wissen.
5 Bevestig met OK.
6 Bevestig het wissen met OK.
Groepen
Groepen
U kunt met verschillende records van uw telefoonboek een
groep maken. Een bericht wordt opeenvolgend aan alle leden van de groep gestuurd. Uw toestel kan 10 verschillende groepen met max. 199 nummers opslaan.
Groepen maken
1 Druk op am.
2 Kies met [
GROEPEN.
3 Bevestig met OK.
4 Toets een naam voor de groep in.
5 Bevestig met OK.
6 Druk op am, en voeg er invoeren uit de telefoon-
boek aan toe. Toets de beginletters in of selecteer met
[.
7 Bevestig met OK.
8 Druk op am, en voeg andere abonnees aan de groep
toe.
9 Beëindig de invoer met OK.
10 Toets een groepnummer van 1 tot 9 in.
11 Bevestig met OK. De groep wordt opgeslagen.
Groep bewerken
1 Druk op am.
2 Kies met [
3 Bevestig met OK.
4 Kies met [ de groep die u wilt bewerken.
5 Bevestig met OK.
6 Toets desgewenst een nieuwe naam voor de groep in.
7 Bevestig met OK.
WIJZIGEN.
8 U kunt invoeren wissen of toevoegen. Met C wist u af-
zonderlijke abonnees. Druk op am, om nog meer
abonnees uit de telefoonboek toe te voegen.
9 Bevestig met OK.
10 Toets desgewenst een nieuw nummer voor de groep in.
11 Bevestig met OK.
Groep wissen
1 Druk op am.
2 Kies met [
3 Bevestig met OK.
4 Kies het bestand dat u wilt wissen.
5 Bevestig met OK.
6 Bevestig het wissen met OK.
Nummerherkenning (CLIP)
functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
(functie wordt niet in alle landen en netwerken
ondersteund)
CLIP definitie
Op het display verschijnt het nummer van een binnenkomend gesprek. Opdat deze functie zou functioneren, moet
voor uw telefoonaansluiting de nummerherkenning (CLIP
– Calling Line Identification Presentation) geactiveerd
zijn. Meer informatie hierover krijgt u bij uw telefoonaanbieder. Het kan gebeuren dat u voor de nummerherkenning moet betalen.
Land instellen
Functioneert de nummerherkenning niet, ook al is
deze functie voor uw telefoonaansluiting geactiveerd,
controleer dan of u het juiste land hebt ingesteld (zie
ook het hoofdstuk Instellingen, pagina 26)
Gemiste telefoongesprekken
Gemiste telefoongesprekken
Hebt u tijdens uw afwezigheid een gesprek ontvangen, verschijnt het symbool ž. Op het display verschijnt het num-
mer van de beller. Uw tostel slaat de nummers van de laatste 10 oproepen op.
1 Druk op ú en @ù.
2 Kies met [ een record uit de bellerslijst. Nieuwe in-
voeren zijn met een sterretje * gekenmerkt.
3 Neem de hoorn van de haak om terug te bellen.
WISSEN.
Hebt u met functie 17 het aantal belsignalen op
gezet, worden de telefoonnummers van bellers op
extra aangesloten telefoons niet aangegeven.
0
12
Loading...
+ 28 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.