Olivetti OFX 9300, OFX 9400 User Manual [nl]

Handleiding

Geachte klant,

Startercartridge
Uw toestel print met de meest moderne lasertechnologie. De leveringsomvang bevat een startercartridge. Voor deze startercartridge hebt u geen Plug’n’Print-kaart nodig.
In het telefoonboek van uw toestel kunt u tot 200 records opslaan. Uw toestel kan 10 verschillende groepen met max. 199 nummers opslaan.
Rondzenden
Met de Rondzendentoets (=Broadcasting) voegt u gedu­rende het kiezen verdere nummers toe en u verstuurt een bericht snel en gemakkelijk naar meerdere ontvangers
Verstuur faxberichten in verschillende resoluties aan een of
NL
meer ontvangers bijvoorbeeld een groep. U kunt ook fax­berichten pollen en documenten voor polling klaarleggen.
Faxsjablonen
In uw toestel zijn vijf faxsjablonen opgeslagen die u kunt uitprinten. Met deze sjablonen kunt u bijvoorbeeld snel een kort faxbericht opstellen of een uitnodiging maken.
Tijdstempel
Het toestel print de ontvangstdatum en de juiste tijd op elke binnenkomende fax (modelafhankelijk). Hiermee kunt u documenteren wanneer u een faxbericht hebt ont­vangen. Een buffergeheugen in het toestel waarborgt dat ook na een stroomstoring de juiste datum en de juiste tijd worden afgedrukt.
Kies uit de resolutie voor tekst en foto om documenten met uw toestel te kopiëren. U kunt ook meerdere kopieën maken.
Stuur SMS-berichten van uw toestel wanneer uw telefoon­aansluiting voor deze dienst vrijgeschakeld is (functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund). Bin­nengekomen SMS-berichten beheert u met de omvangrij­ke functies van het SMS-menu.
Text2Fax
U kunt op uw toestel een tekst intoetsen en als faxbericht naar een ander eindapparaat sturen (in landen en netwer­ken zonder SMS-functie).
Uw toestel print sudoku-raadsels uit in vier verschillende moelijkheidsgraden - desgewenst met de oplossing.
PC-aansluiting
U kunt het toestel op uw computer aansluiten (PC met Microsoft Windows 2000 (SP¦3) · ME · XP · Vista) en het toestel als laserprinter gebruiken (modelafhankelijk). Met Scan-to-PDF scant u documenten met uw toestel en u kunt ze direct als PDF-bestanden opslaan. Met de TWAIN-scannerdriver hebt u uit elke toepassing die deze standaard ondersteunt, toegang tot het toestel en kunt u documenten scannen.
Wijzig de gegevens uit het telefoonboek van uw toestel aan de computer. U kunt invoeren tussen de adresboekjes van uw toestel en Windows of Microsoft Outlook uitwisselen.
Veel plezier met uw toestel en zijn veelvoudige functies!

Over deze handleiding

Met de installatiehulp op de volgende bladzijden kunt u uw toestel snel en gemakkelijk in gebruik nemen. Gedetail­leerde beschrijvingen vindt u in de volgende hoofdstukken van deze handleiding.
Lees de handleiding nauwkeurig. Let op de veiligheidsin­structies om een correcte werking van uw toestel te garan­deren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enig gebruik dat afwijkt van het in de instructies be­schreven gebruik.
In deze handleiding worden verschillende modellen van de toestelreeks beschreven. Let op: sommige functies zijn slechts bij bepaalde modellen beschikbaar.

Gebruikte symbolen

Waarschuwing
Waarschuwt voor gevaar voor personen, voor bescha­digingen aan het toestel of andere voorwerpen en voor mogelijk verlies van gegevens. Ondeskundig ge­bruik kan tot verwondingen en beschadigingen lei­den.
Verklaring van de instructies
Met dit teken zijn tips gekenmerkt die de bediening van uw toestel efficiënter en eenvoudiger maken.
2

Installatiehandleiding

Inhoud verpakking

1 Toestel
Toestel
2 Telefoonhoorn (modelafhankelijk)
ƒ Telefoonhoorn (modelafhankelijk)
3 Spiraalsnoer voor telefoonhoorn (modelafhankelijk)
Spiraalsnoer voor telefoonhoorn (modelafhankelijk)
4 Documenthouder
Documentenhouder
5 Papierlade
Papierlade
6 Documentenopvang
Documentenopvang
7 Netkabel
ˆ Netkabel met stekker (afhankelijk van het land)
8 Telefoonkabel
Telefoonkabel met Stecker (afhankelijk van het land)
9 Startercartridge
Š Startercartridge
Handleiding
Bedieningshandleiding met installatiehandleiding (zonder afbeelding).
Installatie-CD (modelafhankelijk) (zonder afbeelding)
Verpackungsinhalt
Ontbrekende delen
Mocht een van de delen ontbreken of beschadigd zijn, neem dan contact op met uw vakhandelaar of met onze klantendienst.

Papier inleggen

Systeemeisen
Vooraleer u documenten kunt ontvangen of kopiëren moet u papier invoeren. Gebruik a.u.b. uitsluitend ge­schikt papier van het standaardformaat A4 · 210¦×¦297 millimeter · het liefst 80¦g/m technische specificaties.
Waaier het papier
Waaier het papier uit en breng het op een glad opper-
2
. Let op de gegevens in de
vlak in de juiste stand. Op die manier verhindert u dat meerdere vellen in een keer worden ingetrokken.
Papier voorbereiden
1 Verwijder het deksel van de papierlade.
2 Plaats slechts zoveel papier als onder de uitstekende be-
grenzingsmarkeringen aan de bovenste rand van de pa­pierlade past (zie ook tekeningen op het deksel van de papierlade). U kunt tot 250 vel plaatsen.
Wilt u op een origineel document printen (bij­voorbeeld formulieren of briefpapier), plaats het origineel dan met de zijde waarop u wilt afdruk­ken naar onder en met de kop van de bladzijde naar achter in de papierlade.
NL

Documenthouder aanbrengen

Documenthouder aanbrengen
Steek de documenthouder in de twee openingen van de af­dekkap. De houder moet goed vastklikken.
Dokumentenhalter anbringen
Voorgedrukte formulieren die door een laserprin­ter zijn afgedrukt zijn niet geschikt om verder be­drukt te worden. Dit kan ertoe leiden dat het pa­pier vastloopt.
Installatiehandleiding 3
3 Druk het papier naar beneden tot de hendel (A) aan de
achterzijde van de papierlade vastklikt.
4 Leg het deksel op de papierlade. Schuif de lade tot de
NL
aanslag in het toestel.
Trek de papierlade er niet uit als het toestel aan het afdrukken is. Dit kan ertoe leiden dat het pa­pier vastloopt.

Print- en faxuitvoersteun eruit trekken

Print- en faxuitvoersteun eruit trekken
Trek de print- en faxuitvoersteun uit het deksel van de pa­pierlade.
Druckausgabe rausziehen

Hoorn aansluiten

(modelafhankelijk)
(modelafhankelijk)
Hoorn aansluiten
Steek het einde van het spiraalsnoer in de bus aan de tele­foonhoorn. Steek het andere einde in de bus die met het )-symbool gekenmerkt is..
Telefonhörer anschließen

Startercartridge inleggen

Plug’n’Print-kaart
Voordat u documenten kunt ontvangen, kopiëren of af­drukken, moet er een tonercartridge in het toestel zijn ge­plaatst. Daarom bevindt zich bij het toestel een starter­cartridge. Het niveaugeheugen voor deze startercartridge werd in de fabriek ingesteld. De startercartridge hoeft niet met een Plug’n’Print-kaart te worden opgeladen. Voor elke volgende tonercartridge die u in uw teostel plaatst moet u het niveaugeheugen met de meegeleverde Plug’n’Print-kaart updaten.
1 Open de afdekkap door beide documentengeleiders
vast te pakken en de afdekkap naar achter te klappen.
Open nooit de tonercartridge. Mocht er tonerstof uit komen, vermijd dan een contact met huid en ogen. Adem de losse tonerstof niet in. Verwijder de stof van kleding of voorwerpen met koud wa-

Documentenopvang aanbrengen

Documentenopvang aanbreng en
Steek de documentenopvang in de twee openingen onder het bedieningspaneel.
Dokumentenausgabe anbringen
ter; heet water zou de toner fixeren.
2 Neem de nieuwe tonercartridge uit de verpakking.
3 Verwijder de zwarte beschermfolie en ander verpak-
kingsmateriaal, maar nog niet de bescherm­strook in de cartridge.
4 Schud de nieuwe tonercartridge meerdere malen heen
en weer om de toner gelijkmatig te verdelen en zo de af­drukkwaliteit te verbeteren.
4
5 Trek pas daarna de beschermstrook aan de linker
zijde van de cartridge er helemaal uit.
Schud de tonercartridge niet meer nadat u de be­schermstrook verwijderd hebt. Er zou anders to­nerstof vrij kunnen komen.
6 Plaats de tonercartridge in uw toestel. De cartridge
moet compleet vastklikken.
7 Sluit de afdekkap. Let er op dat de afdekkap aan beide
zijden vastklikt.

Telefoonkabel aansluiten

Telefoonkabel aansluiten
Verbind de telefoonkabel met het toestel door de kabel in de met LINE gekenmerkte bus te steken (Rj-11-aanslui­ting). Steek de telefoonstekker in uw telefoonaansluitings­doos.
Telefonkabel anschließen
Nevenaansluiting
Indien u uw toestel als nevenaansluiting aan een cen­trale aansluit, moet u uw toestel voor het gebruik als nevenaansluiting instellen (zie ook hoofdstuk Tele­foonaansluitingen en extra toestellen, pagina 29).

Netkabel aansluiten

Netspanning opstelplaat s
Controleer of de netspanning van uw toestel (type­plaatje) overeenkomt met de netspanning die op de opstelplaats beschikbaar is.
Netkabel aansluiten
Steek de netkabel in de aansluiting aan de achterkant van het toestel. Steek de netkabel in het stopcontact.
Netzkabel anschließen

Eerste installatie

Eerste installatie
Nadat u het toestel aan de netspanning hebt aangesloten, begint de eerste-installatie-procedure.

Land kiezen

Land juist instellen
Stel in ieder geval het land in waarin u het toestel ge­bruikt. Anders is uw toestel niet aangepast aan het te­lefoonnet. Indien uw land niet op de lijst staat, moet u een andere instelling kiezen en de juiste telefoonka­bel van het land gebruiken. Voor meer informatie kunt u terecht bij uw vakhandelaar.
1 Druk op OK. 2 Kies met [ het land waarin u het toestel wilt gebrui-
ken.
3 Bevestig twee keer met OK.

Nummer invoeren

kopregel
Uw nummer en uw naam worden aan de bovenste rand van elk faxbericht (= kopregel) samen met datum, tijd en paginanummer meegestuurd.
Nummer invoeren
1 Voer uw telefoonnummer in. Met # of * kunt u een
plus-teken intoetsen.
2 Bevestig met OK.

Naam invoeren

1 Voer de naam met de toetsen (A – Z) in.
Hoofdletters voert u in met ingedrukte ú-toets. Spaties voert u in met ½.
Druk op ü om speciale tekens en symbolen in te voegen. Druk op ûü om taalafhankelijke te­kens in te voegen. Kies met [. Bevestig met OK.
Met [ beweegt u de cursor. Met C wist u de te­kens afzonderlijk.
2 Bevestig met OK.

Datum en tijd invoeren

1 Voer de datum in (telkens twee cijfers) bijvoorbeeld
31¦05¦25 voor 31.5.2025.
2 Voer het tijdstip in, bijvoorbeeld 14¦00 voor 14
uur.
3 Bevestig met OK.
NL
Installatiehandleiding 5

Overzicht

Overzicht menufuncties

Uw toestel beschikt over de volgende functies. Er bestaan twee mogelijkheden om de functies op te roepen.
Menu-navigatie
Door het menu navigeren: Druk op OK of op een van de twee cursortoetsen [ om het functiemenu te ope­nen. Blader door het menu met [. Met OK kiest u een menufunctie. Met C keert u naar het vorige menu-niveau terug. Met j verlaat u het menu en keert u naar de uit-
NL
gangsmodus terug.
Direct oproepen
Functies direct oproepen: Met het functienummer roept u een menufunctie direct op. Druk op OK en voer met het cijfertoetsenbord het betreffende functienummer in. Bevestig met OK. De functienummers vindt u in de onderstaande lijst.

1 Installatie

11 Land kiezen
11 Land kiezen ............................................pagina 26
12 Taal kiezen
12 Taal kiezen .............................................pagina 26
13 Tijd en datum invoeren
13 Tijd en datum invoeren ..........................pagina 26
14 Nummer en naam intoetsen
14 Nummer en naam intoetsen ...................pagina 26
15 Soort aansluiting
15 Telefoonaansluitingen en -diensten instellen
....................................................................pagina 29
16 Verschillende instellingen uitvoeren
16 Verschillende instellingen uitvoeren........pagina 27
17 Aantal belsignalen instellen
17 Aantal belsignalen instellen .....................pagina 28
18 Volume van het belsignaal instellen
18 Volume van het belsignaal instellen ........pagina 27
19 Faxontvangstmodus instellen
19 Faxontvangstmodus instellen ..................pagina 28

2 Fax

21 Transmissiesnelheid
21 Transmissiesnelheid reduceren................pagina 27
22 Polling
22 Polling....................................................pagina 15
23 Verzending op afroep
23 Versturen op afroep ................................pagina 15
24 Fax later verzenden
24 Fax later verzenden .................................pagina 14
25 Verzendrapport
25 Instellingen voor het verzendrapport.......pagina 27
26 Tijdstempel (modelafhankelijk)
26 Tijdstempel activeren/deactiveren
(modelafhankelijk).......................................pagina 27
27 Beveiligde faxont vangst instellen
27 Automatisch afdrukken van faxberichten blokkeren
....................................................................pagina 15
28 Instellingen voor de faxontvangst
28 Instellingen voor de faxontvangst............pagina 27
29 Faxsjablonen gebruiken
29 Faxsjablonen gebruiken ..........................pagina 14

3 SMS

functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
(functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund)
31 SMS versturen
31 SMS versturen ........................................pagina 18
32 SMS lezen
32 SMS lezen...............................................pagina 18
33 SMS wissen
33 SMS wissen ............................................pagina 19
34 SMS uitprinten
34 SMS uitprinten.......................................pagina 18
35 Instellingen
35 Instellingen voor verzenden en ontvangen van SMS
....................................................................pagina 19
36 SMS-toegang
36 Zend- en ontvangstnummers wijzigen ....pagina 19

4 Lijsten en rapporten

41 Functielijst
41 Lijst van de beschikbare functies ............ pagina 28
42 Faxjournaal uitprinten
42 Faxjournaal uitprinten ........................... pagina 28
43 Telefoonboek uitprinten
43 Telefoonboek uitprinten ........................ pagina 28
44 Instellingen uitprinten
44 Instellingen uitprinten ........................... pagina 28
45 Opdrachtenlijst uitprinten
45 Opdrachtenlijst uitprinten ..................... pagina 16

5 Opdrachten

51 Opdracht meteen uitvoeren
51 Opdracht meteen uitvoeren ................... pagina 16
52 Opdracht wijzigen
52 Opdracht wijzigen ................................. pagina 16
53 Opdracht wissen
53 Opdracht wissen .................................... pagina 16
54 Opdracht uitprinten
54 Opdracht uitprinten ..............................pagina 16
55 Opdrachtenlijst uitprinten
55 Opdrachtenlijst uitprinten ..................... pagina 16

6 Varia

61 Toestel blokkeren
61 Toestel blokkeren................................... pagina 26
62 Verbruiksmaterialen
62 Nieuwe tonercartridge instellen.............. pagina 31
64 Sudoku
68 Sudoku .................................................. pagina 20

Hulppagina’s uitprinten

Functielijst afdrukken

Functielijst afdrukken
U kunt de functielijst ook afdrukken door op ¨, 1 en OK te drukken.

Telefoonboek uitprinten

Telefoonboek uitprinten
U kunt het telefoonboek ook afdrukken door op ¨, 4 en OK te drukken.

Faxsjablonen uitprinten

Faxsjablonen uitprinten
U kunt de faxsjablonen ook afdrukken door op ¨, 8 en OK te drukken.

Faxjournaal uitprinten

Faxjournaal uitprinten
U kunt het faxjournaal ook afdrukken door op ¨, 3 en OK te drukken.

Opdrachtenlijst printen

Opdrachtenlijst printen
U kunt een opdrachtenlijst ook afdrukken door op ¨, 6 en OK te drukken.

Sudoku: spel uitprinten

Sudoku: spel uitprinten
U kunt een nieuwe sudoku ook uitprinten door op ¨, 7 en OK te drukken.

Instellingslijst uitprinten

Instellingslijst uitprinten
U kunt de instellingslijst ook afdrukken door op ¨, 5 en OK te drukken.
6

Toesteloverzicht

1 Afdekkap
Afdekkap
2 Documenthouder
ƒ Documentenhouder
3 Documentinvoer
Documentinvoer
4 Documentengeleider
Documentengeleider
5 Paneel met display
Paneel met display
6 Documentenuitvoer
Documentenuitvoer
7 Print- en faxuitvoer
ˆ Print- en faxuitvoer (uittrekbaar)
8 Papierlade
Papierlade
9 Steekklem voor de Plug’n’Print-kaart
Š Steekklem voor de Plug’n’Print-kaart
10 Hoorn met krulsnoer (modelafhankelijk)
Hoorn met krulsnoer (modelafhankelijk)
Außenansicht nummerier t
Tonercartridge
Außenansicht Tonerkartusche
1 Telefoonhoornbus (modelafhankelijk)
)-bus – aansluitbus voor de telefoonhoorn (modelaf­hankelijk)
2 Externe toestellen
ƒ EXT-bus – aansluitbus voor extra toestellen
3 Telefoonkabel
LINE-bus – aansluitbus voor telefoonkabel
4 USB-aansluiting (modelafhankelijk)
-bus – USB-aansluiting voor de PC (modelafhanke­lijk)
5 Netkabelaansluiting
Netkabelaansluiting
Außenansicht Rückseite
NL
1 Tonercartridge
Overzicht 7

Paneel met display

Lettertoetsenbord
Toetsen (A – Z) – Telefoonboekregister: telefoonboekge­gevens oproepen / letters invoeren. Hoofdletters invoeren met ingedrukte ú-toets. Spaties invoegen met ½. Punt invoegen met .. Paragraaf invoegen met
Speciale tekens 1
ü - Speciale tekens (leestekens en symbolen) invoegen. Kiezen van het records met [. Bevestig met OK
Speciale tekens 2
ûü - Taalafhankelijke speciale tekens (speciale letters) in­voegen. Kiezen van het records met [. Bevestig met OK
Omschakeltoets
ú – Omschakeltoets: hoofdletters invoeren / in verbin­ding met andere toetsen: bijkomende functies oproepen
NL
am – Telefoonboekfuncties oproepen
Rood lampje
Rood lampje Æ – knippert het lampje, lees dan a.u.b. de aanwijzingen op het display
Groen lampje
Groen lampje â/_ – knippert, als een SMS-bericht is binnengekomen of wanneer zich een fax in het faxgeheu­gen bevindt.
Stop
j – functie afbreken / terugkeer naar de uitgangsmodus / documenten uitwerpen
C
C – terug naar het vorige menu-niveau / tekens afzonder­lijk wissen
Cursortoetsen
[ – menufuncties oproepen / door het menu navigeren / opties kiezen / cursor bewegen
OK
OK – menufuncties oproepen / invoer bevestigen
Start
o – faxtransmissie, faxontvangst starten
Copy
COPY – twee keer indrukken: automatisch kopiëren. Eén keer indrukken: kopieën aanpassen
Hulp
¨ – functie-, opdrachten-, instellingslijst printen / faxjour­naal of telefoonboek uitprinten / sudoku: spel uitprinten / faxsjablonen uitprinten
SMS
_ – SMS-menu oproepen (functie wordt niet in alle lan­den en netwerken ondersteund) / in landen en netwerken zonder SMS-functie: Text2Fax verzenden oproepen
Rondzenden
À – Rondzenden (= Broadcast): fax of SMS naar meerde­re ontvangers versturen.
Resolutie
fx – hogere resolutie voor het faxen en kopiëren instel­len (NORM., hFIJN, fSFIJN, xFOTO)
Cijfertoetsen
Cijfertoetsenbord – cijfers invoeren
Nummerherhaling
– lijst van de laatste tien gekozen nummers (= her­kieslijst)
Bellerslijst
ú en – lijst van de 10 laatste bellers (=bellerslijst)
Luidspreker (modelafhankelijk)
μ – verbindingsopbouw beluisteren / kiezen met opge­legde hoorn (modelafhankelijk)
R
– korte lijnonderbreking (hook flash) invoegen als kengetal bij nevenaansluitingen (PABX) of om speciale functies van het openbare telefoonnet (PSTN) op te roe­pen
P
ú en – kiespauze invoegen

Symbolen op het display

SFijn
f – Resolutie SFIJN ingesteld
Foto
x – Resolutie FOTO ingesteld
Fijn
h – Resolutie FIJN ingesteld
CLIP
ž – binnengekomen gesprekken tijdens afwezigheid (functie wordt niet in alle landen en netwerken onder­steund)
SMS
_ – binnengekomen SMS-berichten (functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund)
L3 Paneel
8

Algemene veiligheidsinstructies

Uw toestel is in overeenstemming met de normen EN 60950-1 resp. IEC 60950-1 gekeurd en mag alleen op te­lefoon- en stroomnetten worden gebruikt die aan deze nor­men voldoen. Het faxtoestel is uitsluitend voor gebruik in het desbetreffende land van verkoop gefabriceerd.
Breng geen instellingen en veranderingen aan die niet in deze handleiding zijn beschreven.

Toestel opstellen

Het toestel moet veilig en stabiel op een effen opp ervlak staan.
Het toestel moet veilig en stabiel op een effen oppervlak staan. Mocht het toestel naar beneden vallen, kan het wor­den beschadigd of personen – in het bijzonder kleine kin­deren – verwonden. Leg alle kabels zo dat er niemand over kan vallen, dat zich niemand er kan verwonden of dat het toestel wordt beschadigd.
De afstand tot andere apparaten of voorwerpen moet minstens 15 centimeter b edragen.
De afstand ten opzichte van andere toestellen of voorwer­pen moet tenminste 15 centimeter bedragen. Dit geldt ook voor het gebruik van extra draadloze telefoons. Zet het toe­stel niet in de buurt van radio- en TV-toestellen.
Klik het deksel van het toestel volledig in
Klik het deksel van het toestel volledig in wanneer u het toestel opent. U kunt zich kwetsen wanneer het deksel dichtvalt terwijl u aan het toestel werkt.
Bescherm het toestel tegen direct zonnelicht
Bescherm het toestel tegen direct zonnelicht, hitte, grote temperatuurverschillen en vochtigheid. Zet het toestel niet in de buurt van de verwarming of de airconditioning. Let op de informatie in de technische specificaties met betrek­king tot temperatuur en luchtvochtigheid.
De ruimte waarin het toestel staat moet voldoende worden verlucht
De ruimte waarin het toestel staat moet voldoende worden verlucht.Het toestel niet toedekken! Plaats het toestel niet in gesloten kasten of kisten. Plaats het niet op een zachte ondergrond zoals dekens of tapijten. Dek de ventilatiesleuf niet toe. Het toestel kan anders oververhit en in brand ge­raken.
De ruimte waarin u het toestel gebruikt moet goed en voldoende geventileerd zijn
De ruimte waarin u het toestel gebruikt moet goed en vol­doende geventileerd zijn – vooral als het toestel vaak ge­bruikt wordt. Zet uw toestel zo neer dat de uitgeblazen luchtstroom niet op een werkplek gericht is.
Wanneer het toestel te warm wordt of wann eer er rook uit het toestel komt
Wanneer het toestel te warm wordt of wanneer er rook uit het toestel komt – meteen de netstekker uit het stopcontact trekken. Laat uw toestel door een technische servicedienst onderzoeken. Om te vermijden dat zich een brand uit­breidt, moeten open vlammen uit de buurt van het toestel worden gehouden.
Sluit het toestel niet in vochtige ruimtes aa n.
Sluit het toestel niet in vochtige ruimtes aan. Raak de net­stekker, de netaansluiting of de telefoondoos nooit met natte handen aan.
Er mogen geen vloeistoffen in het toestel gera ken.
Er mogen geen vloeistoffen in het toestel geraken. Haal het toestel van het stroomnet wanneer vloeistoffen of vreemde deeltjes in het toestel zijn geraakt en laat uw toestel door een technische servicedienst onderzoeken.
Laat uw kinderen niet zonder toezicht met het toe stel omgaan.
Laat uw kinderen niet zonder toezicht met het toestel om­gaan. De verpakkingsfolie mag niet in de handen van kin­deren geraken.
Hoorn magnetisch
De hoorn van het toestel is magnetisch. Let op: kleine me­talen voorwerpen (paperclips enz.) kunnen aan de hoorn blijven plakken.

Stroomverzorging

Controleer of de netspanning van uw toestel
Controleer of de netspanning van uw toestel (typeplaatje) overeenkomt met de netspanning die op de opstelplaats beschikbaar is.
Gebruik alleen maar meegeleverde net- en telefoonkabels.
Gebruik alleen maar meegeleverde net- en telefoonkabels.
Het toestel heeft geen in- en uitschakelknop.
Zet uw toestel zo dat het stopcontact gemakkelijk toegan­kelijk is. Het toestel heeft geen in- en uitschakelknop. In noodgeval haalt u uw toestel van de stroomvoorziening door de netstekker uit te trekken.
Raak nooit de net- of tele foonkabel aan wann eer de isolatie is beschadigd.
Raak nooit de net- of telefoonkabel aan wanneer de isolatie is beschadigd.
Haal uw toestel van het stroom- of telefoonne t tijdens een onweer.
Haal uw toestel van het stroom- of telefoonnet tijdens een onweer. Is dit niet mogelijk, gebruik dan het toestel niet tijdens een onweer.
Haal uw toestel van het stroom- en telefoonnet vooraleer het oppervlak te reini gen.
Haal uw toestel van het stroom- en telefoonnet vooraleer het oppervlak te reinigen. Gebruik nooit vloeibare, gasvor­mige of licht ontvlambare reinigingsmiddelen (sprays, schurende middelen, politoeren, alcohol).
Reinig het display met een droge, zachte doek.
Reinig het display met een droge, zachte doek. Wanneer het display breekt, kan een zwarte bijtende vloeistof vrijko­men. Vermijd huid- en oogcontact.
Bij een stroomonderbreking functioneert uw toestel niet;
Bij een stroomonderbreking functioneert uw toestel niet; opgeslagen gegevens gaan niet verloren.

Reparaties

Indien er storingen optreden, let dan op de instructies op het display en op de foutmelding.
Repareer uw toestel niet zelf. Ondeskundig onderhoud kan tot lichamelijke en materiële schade leiden. Laat uw toestel uitsluitend door een geautoriseerde servicedienst repareren.
Verwijder het typeplaatje van uw toestel niet, ander komt de garantie te vervallen.

Verbruiksmaterialen

Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen. Deze krijgt u bij uw vakhandelaar of via onze bestelservice. An­dere verbruiksmaterialen kunnen het toestel beschadigen resp. de levensduur beperken.
Verwijder alle verbruiksmaterialen in overeenstemming met de in uw land geldende voorschriften i.v.m. afvalverwijdering.
Open nooit de tonercartridge. Mocht er tonerstof uit ko­men, vermijd dan een contact met huid en ogen. Bewaar nieuwe en gebruikte cartridges zo dat ze niet in de handen van kinderen terecht komen.
Trek het papier bij een papierstoring niet met geweld uit het toestel en gooi het voorzichtig weg: de toner zit even­tueel nog niet goed op het papier vast en er zou tonerstof vrij kunnen komen. Adem de losse tonerstof niet in. Ver­wijder de stof van kleding of voorwerpen met koud water; heet water zou de toner fixeren.

Laser-Veiligheid

Uw toestel werkt met laserstralen. Alleen een gekwalificeer­de servicedienstmedewerker mag het toestel openen en ser­vicewerkzaamheden uitvoeren, anders bestaat het gevaar van oogblessures door zichtbare en onzichtbare laserstralen.
Klasse 1 laser-product
à Klasse 1 laser-product
NL
Algemene veiligheidsinstructies 9
Inhoudsopgave
Geachte klant, ........................................................... 2
Over deze handleiding ............................................... 2
Installatiehandleiding ............................. 3
Inhoud verpakking .................................................... 3
Documenthouder aanbrengen ................................... 3
Papier inleggen .......................................................... 3
Print- en faxuitvoersteun eruit trekken ....................... 4
Documentenopvang aanbrengen ............................... 4
NL
Hoorn aansluiten ....................................................... 4
Startercartridge inleggen ............................................ 4
Telefoonkabel aansluiten ........................................... 5
Netkabel aansluiten ................................................... 5
Eerste installatie ......................................................... 5
Overzicht................................................. 6
Overzicht menufuncties ............................................. 6
Hulppagina’s uitprinten ............................................. 6
Toesteloverzicht ......................................................... 7
Paneel met display ..................................................... 8
Algemene veiligheidsinstructies ........... 9
1 Telefoonfuncties .............................. 11
Telefoneren met het toestel ...................................... 11
Buitenlijn nemen ..................................................... 11
Nummers met elkaar verbinden ............................... 11
Kiespauze invoegen .................................................. 11
Kiezen met opgelegde hoorn .................................... 11
Telefoonboek ........................................................... 11
Groepen .................................................................. 12
Nummerherkenning (CLIP) .................................... 12
Gemiste telefoongesprekken .................................... 12
2 Fax ..................................................... 13
Fax verzenden .......................................................... 13
Fax manueel verzenden ............................................ 13
Doorkiesnummer of onderadres opbellen ................ 14
Meeluisteren bij de verbindingsopbouw ................... 14
Rondzenden (= broadcasting) .................................. 14
Fax later verzenden .................................................. 14
Faxsjablonen gebruiken ........................................... 14
Fax ontvangen ......................................................... 14
Faxberichten manueel ontvangen ............................. 15
Tijdstempel ............................................................. 15
Automatisch afdrukken van faxberichten blokkeren . 15
Faxberichten afroepen .............................................. 15
Opdrachten ............................................................. 16
3 Kopieerapparaat .............................. 17
Document invoeren ................................................. 17
Een kopie maken ..................................................... 17
Kopieën aanpassen ................................................... 17
4 SMS ................................................... 18
SMS-vereisten .......................................................... 18
SMS versturen ......................................................... 18
SMS ontvangen ....................................................... 18
SMS lezen ................................................................ 18
SMS uitprinten ........................................................ 18
SMS wissen .............................................................. 19
Instellingen wijzigen ................................................ 19
Text2Fax versturen .................................................. 19
5 Spel en plezier ................................. 20
Sudoku .................................................................... 20
6 PC-aansluiting.................................. 21
Systeemeisen ............................................................ 21
Software installeren .................................................. 21
Companion Suite gebruiken .................................... 22
Telefoonboek bewerken ........................................... 22
Instellingen wijzigen ................................................ 23
Tonerniveau aangeven ............................................. 24
Printen vanaf de computer ....................................... 24
Scannen ................................................................... 24
Software deïnstalleren .............................................. 25
7 Instellingen....................................... 26
Energiebesparingsmodus .......................................... 26
Land kiezen .............................................................. 26
Taal kiezen ............................................................... 26
Datum en tijd invoeren ............................................ 26
Nummer en naam intoetsen ..................................... 26
Toestel blokkeren ..................................................... 26
Resolutie instellen .................................................... 27
Transmissiesnelheid reduceren ................................. 27
Kopregel in- en uitschakelen .................................... 27
Tijdstempel in- en uitschakelen ................................ 27
Verzendrapport in- en uitschakelen .......................... 27
Bijkomende opties voor faxontvangst ....................... 27
Beltonen instellen .................................................... 27
Faxontvangstmodus instellen ................................... 28
Lijsten en hulppagina’s uitprinten ............................ 28
8 Telefoonaansluitingen en extra toestel-
len .......................................................... 29
Telefoonaansluitingen en -diensten instellen ............ 29
Extra toestellen aansluiten ........................................ 29
Extra telefoons gebruiken (easylink) ......................... 29
9 Service .............................................. 30
Tonercartridge vervangen ......................................... 30
Opladen opnieuw opstarten ..................................... 31
Tonerniveau aangeven ............................................. 31
Papieropstopping verhelpen ..................................... 31
Documentenopstopping verhelpen .......................... 32
Reiniging ................................................................. 32
Snelle hulp ............................................................... 32
10 Verklarende woordenlijst ............... 34
11 Bijlage ............................................... 37
Technische specificaties ............................................ 37
10

1 Telefoonfuncties

(modelafhankelijk)
(modelafhankelijk)
Extra telefoons aansluiten
Hoe u extra telefoons aansluit en welke functies u ter be­schikking staan, staat in het hoofdstuk over telefoonaan­sluitingen en extra toestellen, pagina 29.

Telefoneren met het toestel

Kies het gewenste nummer. U hebt hiervoor verschillende mogelijkheden. Neem daarna de hoorn van de haak.
Direct kiezen
U kunt ook eerst de hoorn opnemen en dan een nummer kiezen. Het toestel begint meteen te kiezen.
Manueel kiezen: Kies het gewenste nummer met het cijfertoetsenbord.
Telefoonboekregister: Met de toetsen (A – Z) hebt u toegang tot de gegevens die in de telefoonboek zijn opge­slagen. Toets de beginletters of de gewenste naam van de record in. Uw toestel laat u de invoeren in de telefoonboek met de desbetreffende letters zien. Kies met [ een record.
Telefoonboek gebruiken
U kunt de telefoonboekrecords ook oproepen door op am te drukken en met [
De functie zoeken functioneert ook terwijl u telefo­neert.
Als u invoeren uit uw telefoonboek oproept, is het mogelijk de nummers te bewerken nadat u ze opge­roepen hebt. U kunt bijvoorbeeld kengetallen of doorkiesnummers toevoegen of wissen
Herkieslijst
Herkieslijst: Druk op @ù. Kies met [ een record uit de lijst van de gekozen nummers.
Bellerslijst
Bellerslijst: Druk op ú en . Kies met [ een re- cord uit de bellerslijst.
CLIP vereisten
Opdat deze functie zou functioneren, moet voor uw telefoonaansluiting de nummerherkenning (CLIP) geactiveerd zijn (afhankelijk van het land en het net­werk). Nummer en naam worden niet getoond wan­neer de beller zijn nummer onderdrukt.

Buitenlijn nemen

Centrales voor nevenaansluitingen (PABX)
Centrales voor nevenaansluitingen (PABX) zijn in heel wat bedrijven en huishoudens gebruikelijk. U moet een kent­getal kiezen om via een nevenaansluiting een verbinding met het openbare telefoonnet (PSTN) te kunnen krijgen.
Voer het kengetal van het openbare telefoonnet in vooral­eer u het gewenste nummer invoert of een opgeslagen re­cord kiest. Het kengetal van het openbare telefoonnet is meestal 0.
Fout kengetal
Soms kan het kengetal een ander cijfer zijn of uit twee cijfers bestaan. Bij oudere telefooncentrales kan het kengetal R (=flash) zijn. Druk op om dit kengetal in te voeren. Mocht de verbinding met het openbare telefoonnet niet mogelijk zijn, neem dan contact op met de aanbieder van uw telefooncentrale.
Nevenaansluiting instellen
Bij voortdurend gebruik van het toestel aan een ne­venaansluiting kunt u het kengetal opslaan met de functie 15 (zie pagina 29).
ZOEKEN te kiezen.

Nummers met elkaar verbinden

U kunt manueel ingevoerde cijfers en opgeslagen records combineren en bewerken vooraleer te kiezen. Hebt u bij­voorbeeld het netnummer van een gunstige telefoonaan­bieder (call-by-call) als telefoonboekrecord opgeslagen dan kiest u deze record. Aansluitend voert u het telefoonnum­mer manueel in of u kiest nog een andere opgeslagen re­cord.

Kiespauze invoegen

Kiespauze invoegen
Het kan noodzakelijk zijn om bij het nummer een kiespau­ze in te voegen, bijvoorbeeld voor een doorkiesnummer of onderadres of bij een interlokale telefoonverbinding. Druk op ú en . Het tweede deel van het nummer wordt pas na een korte pauze gekozen.

Kiezen met opgelegde hoorn

Kiezen met opgelegde hoorn
Druk op μ om met opgelegde hoorn te kiezen. U hoort de kiestoon uit de luidspreker, het nummer wordt meteen gedraaid.
Telefoonboek
Hulp 4 · Telefoonboek
Druk op ¨, 4 en OK, om een lijst van alle opgesla­gen records en groepen in de telefoonboek uit te printen.
Telefoonboek
Met am roept u de telefoonboekfuncties op. U kunt nieuwe invoeren opslaan, naar invoeren zoeken, groepen aanleggen en bewerken. U kunt tot 200 records in de tele­foongids van uw toestel opslaan.
Cursornavigatie 1
Met [ beweegt u de cursor. Met C wist u de tek ens afzonderlijk. Met j verlaat u het menu en keert u naar de uitgangsmodus terug.

Record opslaan

1 Druk op am. 2 Kies met [ 3 Bevestig met OK.
4 Voer de naam met de toetsen (A – Z) in.
5 Bevestig met OK.
6 Toets met de cijfertoetsen het nummer in. 7 Bevestig met OK.
8 Kies de snelheid voor de faxtransmissie naar deze abon-
nee. Normaal gesproken kunt u de hoogste snelheid se­lecteren. Stel een lage transmissiesnelheid in wanneer u faxberichten stuurt in netten met een slechte lijnkwali­teit.
9 Bevestig met OK. Het record wordt opgeslagen.
KIESCODES.
Hoofdletters voert u in met ingedrukte ú-toets. Spaties voert u in met ½.
Druk op ü om speciale tekens en symbolen in te voegen. Druk op ûü om taalafhankelijke te­kens in te voegen. Kies met [. Bevestig met OK.
NL
Telefoonfuncties 11

Record wijzigen

1 Druk op am. 2 Kies met [
WIJZIGEN.
3 Bevestig met OK. 4 Toets de beginletters in of selecteer met [ het record
dat u wilt wijzigen.
5 Bevestig met OK.
6 Wijzig de opgeslagen naam, het nummer en de trans-
missiesnelheid.
7 Bevestig de wijzigingen met OK.
NL

Record wissen

1 Druk op am. 2 Kies met [
WISSEN.
3 Bevestig met OK. 4 Toets de beginletters in of selecteer met [ het record
dat u wilt wissen.
5 Bevestig met OK. 6 Bevestig het wissen met OK.

Groepen

Groepen
U kunt met verschillende records van uw telefoonboek een groep maken. Een bericht wordt opeenvolgend aan alle le­den van de groep gestuurd. Uw toestel kan 10 verschillen­de groepen met max. 199 nummers opslaan.

Groepen maken

1 Druk op am. 2 Kies met [
GROEPEN.
3 Bevestig met OK.
4 Toets een naam voor de groep in. 5 Bevestig met OK. 6 Druk op am, en voeg er invoeren uit de telefoon-
boek aan toe. Toets de beginletters in of selecteer met [.
7 Bevestig met OK. 8 Druk op am, en voeg andere abonnees aan de groep
toe.
9 Beëindig de invoer met OK. 10 Toets een groepnummer van 1 tot 9 in. 11 Bevestig met OK. De groep wordt opgeslagen.

Groep bewerken

1 Druk op am. 2 Kies met [ 3 Bevestig met OK. 4 Kies met [ de groep die u wilt bewerken. 5 Bevestig met OK.
6 Toets desgewenst een nieuwe naam voor de groep in. 7 Bevestig met OK.
WIJZIGEN.
8 U kunt invoeren wissen of toevoegen. Met C wist u af-
zonderlijke abonnees. Druk op am, om nog meer abonnees uit de telefoonboek toe te voegen.
9 Bevestig met OK.
10 Toets desgewenst een nieuw nummer voor de groep in. 11 Bevestig met OK.

Groep wissen

1 Druk op am. 2 Kies met [ 3 Bevestig met OK.
4 Kies het bestand dat u wilt wissen. 5 Bevestig met OK. 6 Bevestig het wissen met OK.

Nummerherkenning (CLIP)

functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund
(functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund)
CLIP definitie
Op het display verschijnt het nummer van een binnenko­mend gesprek. Opdat deze functie zou functioneren, moet voor uw telefoonaansluiting de nummerherkenning (CLIP – Calling Line Identification Presentation) geactiveerd zijn. Meer informatie hierover krijgt u bij uw telefoonaan­bieder. Het kan gebeuren dat u voor de nummerherken­ning moet betalen.
Land instellen
Functioneert de nummerherkenning niet, ook al is deze functie voor uw telefoonaansluiting geactiveerd, controleer dan of u het juiste land hebt ingesteld (zie ook het hoofdstuk Instellingen, pagina 26)

Gemiste telefoongesprekken

Gemiste telefoongesprekken
Hebt u tijdens uw afwezigheid een gesprek ontvangen, ver­schijnt het symbool ž. Op het display verschijnt het num- mer van de beller. Uw tostel slaat de nummers van de laat­ste 10 oproepen op.
1 Druk op ú en @ù. 2 Kies met [ een record uit de bellerslijst. Nieuwe in-
voeren zijn met een sterretje * gekenmerkt.
3 Neem de hoorn van de haak om terug te bellen.
WISSEN.
Hebt u met functie 17 het aantal belsignalen op gezet, worden de telefoonnummers van bellers op extra aangesloten telefoons niet aangegeven.
0
12
Loading...
+ 28 hidden pages