Novy ONE POWER, ONE PRO, 1801, 1811 Mounting Instructions

NL Montage instructie p. 4
FR Instructions d’installation p. 9
DE Montageanleitung S. 14
EN Mounting instructions p. 19
1801 One Power 1811 One Pro
1801_1811_110515_MA2
1
2
3a
3b
E/F
K
P
E F K P X Z
750 490 4 6 Min. 55 Min. 800
2
6
E/F
S/T
K P
E F S T K P X R
750 490 784 524 4 6 Min. 55 7
3c 3d
18011811
4 5
6 7
8
9 10
NL 4
INHOUD
1. Algemene informatie 5
1.1 Algemeen 5
1.2 Veiligheid 5
1.3 Afvoer of recirculatie 5
2. Installatie 5
2.1 Installatie voorschriften 5
2.2 Installatie van het toestel 6
3. Installatie van het afvoerkanaal 6
3.1 Recirculatie 6
3.2 Afvoerkanaal naar buiten 7
4. Elektrische aansluiting 7
5. Ingebruikname 8
5.1 Glasplaat op de toren monteren. 8
5.2 Gebruik met afvoerkanaal naar buiten 8
6. Accessoires 8
NL 5
1. ALGEMENE INFORMATIE
1.1 Algemeen
Dit is de montage-instructie voor het op de voorzijde aangegeven Novy-toestel. De gebruiksaanwijzing wordt afzonderlijk bij dit toestel geleverd. Lees deze instructies goed door, voor de installatie en ingebruikname van dit toestel.
In deze gebruiksaanwijzing wordt gewerkt met een aantal symbolen. Hieronder vind u de betekenis van deze symbolen.
Symbool Betekenis Actie
Lezen Lees de instructie goed
Waarschuwing Dit symbool duidt op een gevaarlijke
situatie.
Leef deze instructie na om letsel en materiële schade te voorkomen.
1.2 Veiligheid
Neem volgende montage- en veiligheidstips in acht voor montage:
• De installatie en de elektrische aansluiting van het toestel dienen aan een erkende vakman toevertrouwd te worden. De fabrikant kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele schade voortkomend uit een foutieve inbouw of aansluiting.
• Neem het toestel zorgvuldig uit de verpakking (volgens afbeelding 1) en controleer het toestel vóór montage op schade. Niet monteren als er schade is aan het toestel.
• Controleer aan de hand van tekening 2 of alle montagematerialen meegeleverd zijn.
• Het toestel is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik (bereiding van voedingsmiddelen) met uitsluiting van alle ander huishoudelijk, commercieel of industrieel gebruik.
• Positioneer de elektrische aansluiting zodanig dat deze in de kast geplaatst wordt waarin het kooktoestel gemonteerd wordt.
• De veiligheid wordt enkel verzekerd wanneer het apparaat volgens de vereiste voorschriften op een aardleiding is aangesloten.
• Gebruik geen verlengkabel voor de aansluiting op het elektrische net.
• Beschadigingen aan de kookplaat kunnen uw veiligheid in gevaar brengen. Controleer de kookplaat op zichtbare be­schadigingen. Monteer een beschadigde kookplaat niet, maar neem contact op met uw leverancier.
• Het apparaat niet ombouwen of wijzigen.
• De kookplaat niet als ondergrond of werkvlak gebruiken.
• Pacemakers, en andere metalen implantaten: Inductie kookplaten wekken een magnetisch veld op in de omgeving van de kookzones. Dit magnetische veld kan elektronische apparatuur beïnvloeden. Neem bij twijfel contact op met de fabrikant van de pacemaker of met uw arts.
1.3 Afvoer of recirculatie
Voor montage dient de keuze gemaakt te worden tussen een afvoerkanaal naar buiten of recirculatie. Het toestel wordt standaard geleverd met instellingen voor recirculatie. In hoofdstuk 3 worden de voorwaarden voor beide systemen uitgebreid toegelicht.
2. INSTALLATIE
Lees voor de installatie de algemene informatie en veiligheden door (zie hoofdstuk 1). De montage dient enkel door erkende specialisten te worden uitgevoerd. De gebruiker dient de wetgeving en de normen van het land van zijn verblijfplaats na te leven.
2.1 Installatie voorschriften
• De afstand tussen de kookplaat en de muur dient minstens 55 mm te bedragen.
• De kookplaat is een apparaat toebehorend aan de beschermingsklasse « Y ». Ingebouwd mag zich een hoge kastwand of een muur aan één zijde en aan de achterzijde bevinden. Aan de andere zijde mag geen enkel meubel of apparaat hoger zijn dan het kookvlak.
• Minimaal 650 mm tussen werkblad en bovenkast.
• De strippen aan de muurranden dienen hittebestendig te zijn.
• Het apparaat mag niet gemonteerd worden boven een vaatwasmachine, oven, koelapparaten of een was- of droogma­chine.
• Onder de omkasting van het apparaat dient een afstand van 20 mm voorzien te worden om goede verluchting te ver­zekeren.
• Vermijd ontvlambare en niet warmtebestendige voorwerpen in de lade onder de kookplaat op te bergen (bv. spray).
• De verbindingskabel mag na aansluiting aan geen enkele mechanische spanning onderhevig zijn, zoals bijvoorbeeld een lade.
NL 6
2.2 Installatie van het toestel
Volg de onderstaande stappen voor de montage van het toestel en maak gebruik van de montage tekeningen voorin deze instructie.
1. Uitpakken toestel
Neem het toestel uit de verpakking op de plaats van de 2 uitsparingen in de verpakking om schade aan het glas of
het toestel te voorkomen.
2. Materialen
Controleer of alle materialen meegeleverd zijn.
3. Uitsparing opbouwmontage en vlakinbouw
De kookplaat kan zowel in opbouw als vlakbouw gemonteerd worden in het werkblad.
Voorwaarden voor de uitsparing:
• Werkbladen dienen in warmtebestendige materialen (100°C) uitgevoerd te worden.
• De materialen van het werkblad kunnen opzwellen bij contact van vocht. Om de uitsnijding te beschermen, be­strijk deze met een vernis of een speciale lijm.
• Neem de instructies van de werkbladfabrikant in acht.
a. Opbouwmontage
Maak een uitsparing in het werkblad volgens tekening 3a.
b. Vlakbouw
Maak een uitsparing en een freesrand in het werkblad volgens tekening 3b.
c. Ventilatie 1811 One Pro + d. Ventilatie 1801 One Power
Voorzie een ventilatieopening net onder het werkblad van 4mm over een breedte van min. 600mm voor voldoende afkoeling van de kooplaat. Voorzie tevens voldoende luchtinlaat onder het apparaat.
4. Waterdichte strip
Draai het toestel niet volledig om om schade aan het glas of uitvallen van de onderdelen van de afzuigtoren te
voorkomen.
Plak de waterdicht strip op 2mm van de buitenrand aan de achterkant van de glasplaat
5. Bocht plaatsen voor afvoerkanaal
Indien het afvoerkanaal direct met een bocht naar beneden wordt gemonteerd, plaats dan eerst de meegeleverde
bocht op de unit. Aan de achterzijde van de unit bevindt zich de aansluiting voor het afvoerkanaal. Gebruik aluminiumtape om de aansluiting luchtdicht te maken.
6. Plaatsen toestel
Plaats het toestel in de voorziene opening. Neem de kookplaat links en rechts stevig vast. Kantel deze lichtjes,
zodat eerst de achterzijde in de openingen past. Laat daarna de voorzijde voorzichtig zakken.
Nu kan het kanaal aangesloten worden. Volg hiervoor de beschrijving in hoofdstuk 3.
3. INSTALLATIE VAN HET AFVOERKANAAL
3.1 Recirculatie
Wanneer het niet mogelijk is een afvoerkanaal naar buiten te maken, biedt recirculatie een oplossing. Novy biedt hiervoor
een uitblaasbox aan met monoblock lter. De uitblaasbox is de ideale oplossing om het toestel geschikt te maken voor
recirculatie (zie afbeelding 7).
UITBLAASBOX
De uitblaasbox wordt aangesloten op het afvoerkanaal dat vanaf het toestel komt. In de uitblaasbox is het monoblock lter geplaatst. Er kan gekozen worden uit de volgende modellen uitblaasboxen (incl. monoblock lter):
Type Model Afmetingen (hxbxd)(mm) Aansluiting kanaal 7921400
7922400 7923400
Inbouwbox met monoblocklter H 98 WIT Inbouwbox met monoblocklter H 98 ZWART Inbouwbox met monoblocklter H 98 INOX LOOK
98 x 818 x 290 222 x 89
7931400 7932400 7933400
Inbouwbox met monoblocklter H 140 WIT Inbouwbox met monoblocklter H 140 ZWART Inbouwbox met monoblocklter H 140 INOX LOOK
140 x 820 x 292 222 x 89
NL 7
3.2 Afvoerkanaal naar buiten
De uitlaat van de motor heeft een rechthoekige uitlaat van 222 x 89 mm. Het advies is om hier een afvoerkanaal op aan te sluiten met dezelfde afmetingen. (zie afbeelding 8).
Voor een optimale werking van de afzuigkap is het van belang om bij de installatie op de volgende punten te letten.
Bij gebruik van een plat afvoerkanaal:
• Gebruik platte kanalen met afgeronde hoeken en luchtgeleiders in de bochten. Deze kanalen zijn verkrijgbaar bij Novy.
• Met behulp van een overgangsstuk is het mogelijk van een plat naar een rond afvoerkanaal over te gaan.
Bij gebruik van een rond afvoerkanaal:
• Gebruik gladde, onbrandbare buizen met een inwendige diameter die gelijk is aan de uitwendige diameter van de
aansluittuit van de afzuigkap. Trek exibele kanalen maximaal uit en snij deze op maat af.
• Verminder de afvoerdiameter niet. Dit zal de capaciteit doen verminderen en het geluidsniveau doen toenemen.
• Bij aansluiting op een kort afvoerkanaal is het aangeraden om in het kanaal een terugslagklep te monteren om windinval te voorkomen.
• Gebruik een slangklem of aluminiumtape voor luchtdichte verbindingen.
• Maak bij een afvoer door de buitengevel gebruik van het buitenmuurrooster.
Algemeen:
• Maak het kanaal zo kort mogelijk en met zo min mogelijk bochten naar buiten.
• Vermijd haakse bochten. Maak gebruik van afgeronde bochten voor een goede luchtgeleiding.
• Bij een afvoer door de buitengevel, via een spouwmuur, dient er op gelet te worden dat het afvoerkanaal de spouw
volledig overbrugt en iets aoopt naar de buitenzijde.
• Maak bij een afvoer via het dak gebruik van een dubbelwandige dakdoorvoer met voldoende doorlaat.
• Nooit aansluiten op een rookgasafvoerkanaal.
• Zorg voor voldoende luchttoevoer. Het aanvoeren van verse lucht kan geschieden door een ventilatiesysteem, een raam of een buitendeur enigszins te openen of door een toevoerrooster aan te brengen.
De unit is standaard ingesteld op recirculatie. Bij afvoer naar buiten dient het recirculatie programma
gedeactiveerd te worden.
4. ELEKTRISCHE AANSLUITING
De installatie en de aansluiting op het elektrische net mag enkel toevertrouwd worden
aan een vakman (elektricien) die op de hoogte is van de voorgeschreven normen.
De aansluitdoos bevindt zich aan de onderzijde van de kookplaat. Om het deksel te openen, gebruik een schroevendraaier en plaats deze in de 2 gleuven voor de pijlen. Schakel de hoofdschakelaar of de betreffende zekering uit voordat het toestel aangesloten wordt. Sluit het toestel aan volgens de onderstaande tabel en schema.
Netwerk Aansluiting Min. Dikte
aansluitsnoer
Nominale stroom automaat
Aansluitschema
230V 50/60Hz 1 phase + N 3 x 6 mm² 32 A
230V 50/60Hz 3 phases 4 x 6 mm² 20 A
400V 50/60 Hz 2 phasen + N 4 x 4 mm² 16 A
400V 50/60 Hz 3 phasen + N 5 x 4 mm² 16 A
Let op ! De draden goed doorsteken en de schroeven goed aanspannen.
We kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor ongevallen voortkomend uit een slechte of verkeerde aansluiting of ongevallen die gebeuren door toestellen zonder of met een defecte aarding.
NL 8
5. INGEBRUIKNAME
5.1 Glasplaat op de toren monteren.
Druk 2 sec. op
om de toren omhoog te laten komen. Neem de toren geheel uit de kookplaat door deze omhoog te trekken en plaats de toren op het werkblad. Neem de losse glasplaat en plaats deze met een draaibeweging op de toren. (zie afbeelding 9 en 10).
5.2 Gebruiksmodus apparaat
Het toestel is standaard ingesteld om in recirculatiemodus te werken. Indien u toch met afvoer naar buiten werkt, dient u
de indicator voor verzadigde recirculatielter als volgt uit te schakelen:
WIJZIGING INSTELLING VOOR AFVOERKANAAL NAAR BUITEN:
Uitsluitend de programmering deactiveren indien er een afvoerkanaal naar buiten wordt gemonteerd. Deze instelling kan enkel gewijzigd worden wanneer de toren niet geactiveerd is en dus volledig beneden staat. Druk de toetsencombinatie [ ], [ ], [ ] gelijktijdig in gedurende 3 seconden tot de led naast 3x knippert
INSTELLING TERUG NAAR RECIRCULATIE:
Druk de toetsencombinatie [
], [ ], [ ] gelijktijdig in gedurende 3 seconden tot de led naast 3 seconden aan blijft
5.3 Beperking maximaal vermogen kookplaat (enkel voor 1801 One Power)
De kookplaat is uitgerust met een aanpasbare vermogenbeperking. Als het maximale vermogen bereikt is, is het onmogelijk om deze te verhogen van de verschillende kookzones en een pieptoon zal weerklinken. Deze beperking is ingesteld op 7400W (32A) af fabriek, maar het is mogelijk om deze te veranderen in 4800W (20A) of 3000W (12A).
Voordat u met de procedure begint om de vermogensbeperking te wijzigen:
• Zorg dat er geen pan meer op de kookzone(s) staat
• Schakel de hoofdschakelaar of de betreffende zekering uit van het apparaat gedurende 30 seconden.
• Schakel de hoofdschakelaar of zekering terug in
• Start de procedure binnen 2 minuten nadat u de zekering hebt ingeschakeld
• Zorg ervoor dat alle kookzones uitgeschakeld zijn.
Procedure:
1) Druk tegelijkertijd op de zone selectietoetsen van de twee onderste zones gedurende 3 seconden. Een piepsignaal weerklinkt en de huidige vermogensbeperking wordt weergegeven.
2) Gebruik de [+] en [-] om de vermogensbeperking in te stellen. Om de procedure te verlaten zonder wijzigingen, raak geen enkele toets gedurende 60 seconden aan.
3) Om de nieuwe vermogensbegrenzing op te slaan, drukt u opnieuw op de twee zone selectietoetsen van de onderste zones gedurende 3 seconden. Zodra de nieuwe beperking is geregistreerd, weerklinkt een pieptoon.
6. ACCESSOIRES
Bij het toestel kunnen de volgende accessoires besteld worden:
• Muurdoorvoer plat kanaal. Inox/ RVS incl. terugslagklep: artikel 906407
• Buitenmuurrooster rond kanaal Ø150mm. Aluminium jaloezie rooster: artikel 906178
• Terugslagklep rond kanaal Ø150mm: artikel 906432
• Aluminium tape, rol à 50 meter: artikel 906292
OPTIONEEL (enkel voor 1801 One Power)
Installatie I/O module n° 990034 Open het deksel van de elektrische aansluitbox.
Sluit de I/O module connectie kabel aan op de aansluitconnector. (Zie handleiding 990034 I/O module)
Loading...
+ 16 hidden pages