Over dit apparaat6
Office-toepassingen7
Netwerkdiensten7
Gedeeld geheugen8
Mail for Exchange8
Magneten en magnetische velden8
Aan de slag9
Toetsen en onderdelen (voorkant)9
Toetsen en onderdelen (achterkant)9
Toetsen en onderdelen (sides)10
Toetsen en onderdelen (bovenkant)10
De SIM-kaart en de batterij plaatsen10
Geheugenkaart11
Antennelocaties12
Het apparaat in- of uitschakelen13
De batterij opladen13
Headset14
Een polsband bevestigen15
Aanraakschermacties15
Tekst invoeren17
De toetsen en het aanraakscherm blokkeren21
Nokia-overdracht21
Profielen23
Uw apparaat23
Startscherm23
Schermsymbolen25
Snelkoppelingen27
Zoeken27
Volume- en luidsprekerregeling28
Het profiel Offline28
Snel downloaden29
Ovi by Nokia (netwerkdienst)29
Oproepen tot stand brengen30
Aanraakscherm tijdens gesprekken30
Een spraakoproep tot stand brengen 30
Tijdens een oproep31
Een oproep beantwoorden of weigeren31
Contact zoeken32
Bellen met snelkeuze 32
Spraakoproepen33
Oproep in wachtstand33
Een conferentiegesprek voeren34
Voice- en videomailboxen 34
Een video-oproep plaatsen34
Tijdens een video-oproep35
Een video-oproep beantwoorden of weigeren36
Video delen36
Internetoproepen39
Logboek40
Contacten (telefoonboek)42
Namen en nummers opslaan en bewerken42
Contacten-werkbalk42
Namen en nummers beheren42
Standaardnummers en -adressen toewijzen43
Contactkaarten43
Contacten als favorieten instellen44
Beltonen, afbeeldingen en oproepteksten voor
contacten44
Contacten kopiëren45
SIM-diensten45
Contactgroepen46
Berichten47
Hoofdweergave Berichten47
Berichten schrijven en verzenden47
Inbox Berichten48
Berichten op een SIM-kaart bekijken49
Infodienstberichten50
Dienstopdrachten50
Instellingen van Berichten50
E-mail52
Over e-mail52
Een mailbox toevoegen53
E-mail lezen53
Een e-mailbericht verzenden54
Connectiviteit54
Gegevensverbindingen en toegangspunten54
Netwerkinstellingen54
Draadloze LAN 55
Toegangspunten57
Uw actieve gegevensverbindingen weergeven60
Synchronisatie60
Bluetooth-verbinding61
Gegevens overdragen met een USB-kabel64
Pc-verbindingen65
Beheerinstellingen65
Internet66
Over de webbrowser66
Op internet surfen66
Een bookmark toevoegen67
Abonneren op een webfeed67
Gebeurtenissen in de buurt ontdekken68
Positiebepaling (GPS)68
Informatie over GPS68
Over A-GPS (assisted GPS)69
Tips voor het maken van een GPS-verbinding69
Positieaanvragen70
Plaatsen70
GPS-gegevens71
Instellingen voor positionering72
Kaarten72
Overzicht van Kaarten72
Over positiebepalingsmethoden73
Uw locatie en de kaart weergeven74
Navigatieweergave75
Kaartweergave75
Een route plannen75
Verkeers- en veiligheidsinformatie opvragen77
Navigatiesysteem77
Navigatiesysteem voor voetgangers78
Locatie delen78
Plaatsen en routes opslaan79
Plaatsen naar uw vrienden verzenden79
De weergave van de kaart wijzigen79
Camera80
Opname van afbeeldingen80
Video's opnemen85
Camera-instellingen86
Foto's87
Informatie over Foto's87
Afbeeldingen en videoclips weergeven87
Bestandsgegevens weergeven en bewerken88
Afbeeldingen en videoclips ordenen89
Werkbalk Foto's89
Albums89
Labels90
Diavoorstelling90
Afbeeldingen bewerken91
Video's bewerken91
Afbeelding afdrukken92
Online delen92
Muziek93
Een nummer of podcast afspelen93
Afspeellijsten94
Songteksten weergeven terwijl u naar een track luistert 95
Podcasts95
Muziek overbrengen van een computer95
Ovi Muziek95
Nokia Podcasting96
FM-radio100
Video's100
Een videoclip downloaden en afspelen101
Videofeeds102
Mijn video's102
Uw video´s kopiëren van uw apparaat naar een computer
en omgekeerd103
Instellingen voor Video's en tv103
Uw apparaat aanpassen103
Het uiterlijk van uw apparaat wijzigen103
Profielen104
3D-tonen104
Het startscherm wijzigen104
Het hoofdmenu wijzigen105
Ondersteuning129
Help van het apparaat 129
Haal meer uit uw apparaat129
Apparaatsoftware bijwerken130
Instellingen130
Toegangscodes131
Extern vergrendelen131
Levensduur van de batterij verlengen132
Beschikbaar geheugen uitbreiden133
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de
richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige
gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van
mobiele telefoon verboden is of als dit storing of
gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan alle lokale wetgeving. Houd tijdens het
rijden altijd uw handen vrij om het voertuig te
besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste
prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn
voor storing. Dit kan de werking van het apparaat
negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN
EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT
Houd u aan alle mogelijke beperkende
maatregelen. Schakel het apparaat uit in
vliegtuigen en in de nabijheid van medische
apparatuur, brandstof, chemicaliën of gebieden
waar explosieven worden gebruikt.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden
geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en
batterijen. Sluit geen incompatibele producten
aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het
apparaat droog.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt
beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het (E)GSM 850-,
900-, 1800-, 1900- en UMTS 900-, 1900-, 2100 MHznetwerken . Neem contact op met uw serviceprovider voor
meer informatie over netwerken.
Dit apparaat ondersteunt verschillende
verbindingsmethoden en net als computers kan uw apparaat
worden blootgesteld aan virussen en andere schadelijke
inhoud. Wees voorzichtig met berichten,
verbindingsverzoeken, browsen en downloaden. Installeer
en gebruik alleen diensten en software van betrouwbare
bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden,
zoals toepassingen die Symbian Signed zijn of de Java
Verified™-test hebben doorstaan. Overweeg de installatie
van antivirus- en andere beveiligingssoftware op het
apparaat en eventuele aangesloten computers.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde
bladwijzers en koppelingen naar websites van derden. Deze
zijn niet verbonden met Nokia en Nokia onderschrijft deze
niet en aanvaardt er geen aansprakelijkheid voor. Als u
dergelijke sites bezoekt, moet u voorzorgsmaatregelen
treffen op het gebied van beveiliging of inhoud.
Waarschuwing:
Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de
alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het
apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze
apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
Houd u bij het gebruik van dit apparaat aan alle regelgeving
en respecteer lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten
van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechtbescherming kan verhinderen dat bepaalde
afbeeldingen, muziek en andere inhoud worden gekopieerd,
gewijzigd of overgedragen.
Maak een back-up of houd een schriftelijke neerslag bij van
alle belangrijke gegevens die in uw apparaat zijn opgeslagen.
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit,
dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat
te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit
geen incompatibele producten aan.
De afbeeldingen in deze documentatie kunnen verschillen
van de afbeeldingen op het scherm van het apparaat.
Voor andere belangrijke informatie over uw apparaat wordt
u verwezen naar de gebruikershandleiding .
Office-toepassingen
De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijke
functies van Microsoft Word, PowerPoint en Excel (Microsoft
Office 2000, XP en 2003). Niet alle bestandsindelingen
worden ondersteund.
Netwerkdiensten
Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikken
over een abonnement bij een aanbieder van draadloze
verbindingsdiensten. Enkele functies zijn niet op alle
netwerken beschikbaar. Er zijn ook functies waarvoor u
specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen
voordat u ze kunt gebruiken. Wanneer u netwerkdiensten
gebruikt, worden er gegevens overgedragen. Informeer bij
uw serviceprovider naar de kosten voor communicatie op uw
eigen telefoonnetwerk en wanneer u in het dekkingsgebied
van andere netwerken verkeert. Uw serviceprovider kan u
vertellen welke kosten in rekening worden gebracht. Bij
sommige netwerken gelden beperkingen die invloed hebben
op hoe u sommige functies van dit apparaat kunt gebruiken
die netwerkondersteuning nodig hebben, zoals
ondersteuning voor specifieke technologieën, bijvoorbeeld
WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IPprotocollen en taalafhankelijke tekens.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw
apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu
van uw apparaat weergegeven. Mogelijk is uw apparaat
voorzien van aangepaste onderdelen, zoals menunamen,
menuvolgorde en pictogrammen.
Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik
van gedeeld geheugen: multimediaberichten (MMS), emailtoepassing, instant messaging, extern. Door het gebruik
van een of meer van deze functies is er mogelijk minder
geheugen beschikbaar voor de overige functies. Als uw
apparaat een bericht weergeeft dat het geheugen vol is,
verwijdert u een gedeelte van de informatie die in het
gedeelde geheugen is opgeslagen.
Mail for Exchange
Gebruik van Mail for Exchange is beperkt tot draadloze
synchronisatie van PIM-informatie tussen het Nokiaapparaat en de geautoriseerde Microsoft Exchange-server.
Bij langdurig gebruik zoals een actief videogesprek en een
gegevensverbinding met hoge snelheid kan het apparaat
warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Als u
vermoedt dat het apparaat niet naar behoren werkt, brengt
u het dan naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
Magneten en magnetische velden
Houd het apparaat uit de buurt van magneten en
magneetvelden.
Belangrijk: Gebruik in dit apparaat geen mini-UICC SIM-
kaarten (ook wel micro-SIM-kaarten genoemd), micro-SIMkaarten met een adapter of SIM-kaarten met een mini-UICCuitsnede (zie afbeelding). Een micro-SIM-kaart is kleiner dan
de standaard SIM-kaart. Dit apparaat ondersteunt het
gebruik van micro-SIM-kaarten niet en gebruik van
incompatibele SIM-kaarten kan mogelijk de kaart of het
apparaat beschadigen en gegevens op de kaart aantasten.
2 Als de batterij is geplaatst, tilt u deze op om hem te
verwijderen.
3 Trek de SIM-kaarthouder eruit en plaats de SIM-kaart.
Zorg ervoor dat het contactgebied op de kaart naar
beneden is gericht en dat de ontbrekende hoek van de
kaart naar de ontbrekende hoek in de houder is gericht.
Duw de SIM-kaarthouder weer op zijn plaats.
4 Leg de contactpunten van de batterij op één lijn met de
overeenkomende aansluitpunten op het batterijvak en
plaats de batterij.
5 Om de cover terug te plaatsen, houdt u de bovenste
vergrendelingen in de richting van de bijbehorende
sleuven en duwt u de cover naar beneden totdat deze
vastklikt.
Geheugenkaart
Gebruik alleen compatibele micro-SD-kaarten die door Nokia
is goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Nokia maakt
gebruik van goedgekeurde industriële normen voor
geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet
geheel compatibel met dit apparaat. Incompatibele kaarten
kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens
op de kaart aantasten.
Mogelijk bevat het apparaat bij ingebruikneming al een
geheugenkaart. Als dat niet het geval is, doet u het volgende:
1 Verwijder de cover van het apparaat.
2 Plaats een compatibele geheugenkaart in de sleuf. Zorg
ervoor dat de contactpunten van de kaart naar beneden
en in de richting van de sleuf zijn gericht.
De geheugenkaart verwijderen
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het
moment dat er een bewerking wordt uitgevoerd waarbij de
kaart wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de kaart en het
apparaat beschadigd worden en kunnen gegevens op de
kaart worden aangetast.
1 Druk voordat u de kaart verwijdert op de aan/uit-toets
en selecteer Geh.kaart verwijderen. Alle toepassingen
worden gesloten.
2 Wanneer Bij verwijderen geheugenkaart worden
geopende toepassingen gesloten. Toch
verwijderen? wordt weergegeven, selecteert u Ja.
3 Wanneer Verwijder geheugenkaart en druk op 'OK'
wordt weergegeven, verwijdert u de cover van het
apparaat.
4 Haal de geheugenkaart uit de sleuf door op de kaart te
drukken.
5 Trek de geheugenkaart uit de sleuf. Als het apparaat is
ingeschakeld, selecteert u OK.
6 Plaats de cover weer op het apparaat. Zorg ervoor dat de
cover goed wordt gesloten.
3 Schuif de kaart naar binnen tot deze vast klikt.
4 Plaats de cover weer op het apparaat. Houd het apparaat
naar beneden gericht wanneer u de cover terugplaatst.
Zorg ervoor dat de cover goed wordt gesloten.
Antennelocaties
Het apparaat kan interne en externe antennes hebben.
Vermijd onnodig contact met het gebied rond de antenne als
de antenne aan het zenden of ontvangen is. Contact met
antennes kan de kwaliteit van de communicatie nadelig
beïnvloeden en kan tijdens gebruik leiden tot een hoger
stroomverbruik en tot een kortere levensduur van de batterij.
2 Als er naar een PIN-code of blokkeringscode wordt
gevraagd, voert u deze in en selecteert u OK. De vooraf
ingestelde blokkeringscode is 12345. Als u de code bent
Het apparaat in- of uitschakelen
Het apparaat inschakelen:
1 Houd de aan/uit-toets ingedrukt.
vergeten en het apparaat is geblokkeerd, kunnen er extra
servicekosten in rekening worden gebracht. Neem voor
meer informatie contact op met een Nokia Care-locatie
of de leverancier van uw apparaat.
Als u het apparaat wilt uitschakelen, drukt u kort op de aan/
uit-toets en selecteert u Uitschakelen!.
De batterij opladen
Uw batterij is in de fabriek gedeeltelijk opgeladen, maar
moet wellicht opnieuw worden opgeladen voordat u het
apparaat voor het eerst kunt inschakelen. Als wordt
aangegeven dat het batterijniveau laag is, gaat u als volgt te
werk:
1 Sluit de lader aan op een stopcontact.
2 Sluit de lader aan op het apparaat. Het batterij-
indicatielampje naast de micro-USB-aansluiting brandt
wanneer de batterij wordt opgeladen.
3 Wanneer het apparaat aangeeft dat de batterij volledig
is opgeladen, maakt u eerst de lader los van het apparaat
en vervolgens haalt u de lader uit het stopcontact.
U hoeft de batterij niet gedurende een bepaalde tijd op te
laden, en u kunt het apparaat gewoon gebruiken terwijl het
wordt opgeladen. Als de batterij volledig ontladen is, kan het
enkele minuten duren voordat de batterij-indicator op het
scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt
bellen.
Tip: Haal de stekker van de lader uit het stopcontact wanneer
de lader niet wordt gebruikt. Een lader die op het stopcontact
is aangesloten, verbruikt stroom, zelfs als de lader niet op het
apparaat is aangesloten.
Opladen via USB
U kunt opladen via USB als er geen stopcontact beschikbaar
is. Als u het apparaat oplaadt via USB, kunt u ook gelijktijdig
gegevens overbrengen.
1 Sluit een compatibel USB-apparaat aan op uw apparaat
met behulp van een compatibele USB-kabel.
De efficiëntie van het opladen via een USB-aansluiting
kan aanzienlijk verschillen. In sommige gevallen duurt
het vrij lang voordat het opladen begint en het apparaat
opnieuw is opgestart.
2 Als het apparaat is ingeschakeld, kunt u een keuze maken
uit de beschikbare USB-opties op het scherm van het
apparaat.
Bij langdurig gebruik zoals een actief videogesprek en een
gegevensverbinding met hoge snelheid kan het apparaat
warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Als u
vermoedt dat het apparaat niet naar behoren werkt, brengt
u het dan naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
Headset
U kunt een compatibele headset of hoofdtelefoon bij uw
apparaat gebruiken. Mogelijk moet u de kabelmodus
selecteren.
Wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om
geluiden van buitenaf te horen negatief worden beïnvloed.
Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in
gevaar kan brengen.
Sluit geen producten aan die een uitgangssignaal afgeven,
aangezien het apparaat dan beschadigd kan rak en. Sluit geen
energiebron aan op de netstroomconnector van Nokia.
Als u externe apparaten of hoofdtelefoons op de
netstroomconnector van Nokia aansluit die niet door Nokia
zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat, moet u
extra letten op het geluidsniveau.
Een polsband bevestigen
Haal de polsband erdoor en trek deze strak.
Aanraakschermacties
Bedien het aanraakscherm met uw vinger of met een stylus
(indien beschikbaar).
Belangrijk: Gebruik alleen een Stylus die door Nokia is
goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Als u een andere
Stylus gebruikt, kan de garantie op het apparaat vervallen en
kan het aanraakscherm beschadigd raken. Voorkom dat er
krassen ontstaan op het aanraakscherm. Gebruik nooit een
echte pen of echt potlood of andere scherpe voorwerpen om
op het aanraakscherm te schrijven.
Als u een toepassing of ander element op het aanraakscherm
wilt openen, tikt u er normaal gesproken op met uw vinger.
Voor de volgende items geldt echter dat u er twee keer op
moet tikken.
•Lijst-items in een toepassing, zoals de map Ontwerpen
in de toepassing Berichten.
•Bestanden in een bestandenlijst, bijvoorbeeld een
afbeelding in de map Opgenomen in de toepassing
Foto's.
Tip: Wanneer u een lijstweergave opent, is het eerste
item al geselecteerd. Als u het geselecteerde item wilt
openen, tikt u er een keer op.
Als u een keer op een bestand of soortgelijk item tikt,
wordt het niet geopend maar selecteert u het. Als u wilt
zien welke opties beschikbaar zijn voor het item,
selecteert u Opties of een pictogram op een werkbalk als
deze beschikbaar is.
Selecteer
In deze gebruikersdocumentatie wordt het openen van
toepassingen of items door er eenmaal of tweemaal op te
tikken "selecteren" genoemd.
Voorbeeld: Als u Opties > Help wilt selecteren, tikt u op
Opties en vervolgens op Help.
U kunt slepen door uw vinger op het scherm te plaatsen en
over het scherm te laten glijden.
Voorbeeld: Als u naar de bovenkant of onderkant van een
webpagina wilt gaan, sleept u de pagina met uw vinger.
De vinger heen en weer bewegen
U kunt ook items selecteren door uw vinger snel naar links of
rechts op het scherm heen en weer te bewegen.
Voorbeeld: Als u een afbeelding weergeeft en u wilt de
volgende of vorige afbeelding weergeven, schuift u met uw
vinger naar links of naar rechts.
Snelle bewegingen gebruiken
Als u een snelle beweging wilt gebruiken, plaatst u uw vinger
op het scherm, schuift u deze snel over het scherm en tilt u
de vinger vervolgens snel op. De inhoud van het scherm blijft
nu schuiven met de snelheid en de richting die deze had op
het moment dat u uw vinger optilde. Tik op een item om het
item te selecteren in een bladerlijst of om de beweging te
stoppen. Op uw apparaat zijn snelle beweging en beschikbaar
in Muziekspeler.
Bladeren
Als u in een lijst die voorzien is van een schuifbalk naar boven
of beneden wilt bladeren, sleept u de schuifregelaar van de
schuifbalk.
In sommige lijstweergaven kunt u uw vinger op een item van
de lijst plaatsen en het naar boven of beneden verplaatsen.
Voorbeeld: Als u door uw contacten wilt bladeren, plaatst u
uw vinger op een contact en sleept u naar boven of beneden.
Tip: Als u een korte beschrijving van een pictogram wilt
weergeven, plaatst u uw vinger op het pictogram. Niet voor
alle pictogrammen zijn beschrijvingen beschikbaar.
Achtergrondverlichting van het aanraakscherm
De achtergrondverlichting van het aanraakscherm wordt na
een periode van inactiviteit uitgeschakeld.
Als u de achtergrondverlichting wilt inschakelen, ontgrendelt
u indien nodig het scherm en de toetsen en drukt u op de
menutoets.
Tekst invoeren
U kunt tekst op verschillende manieren invoeren. Wanneer
de schuifregelaar is geopend, werkt het volledige
toetsenbord als een traditioneel toetsenbord. Wanneer de
schuifregelaar is gesloten, kunt u het virtuele toetsenbord
gebruiken om tekst in te voeren of de handschriftmodus
gebruiken om tekens rechtstreeks op het scherm te schrijven.
Als u het virtuele toetsenbord wilt openen, selecteert u een
willekeurig tekstinvoerveld. Als u wilt wisselen tussen het
virtuele toetsenbord en de handschriftmodus, selecteert u
Welke invoermethoden en talen worden ondersteund door
de handschriftherkenningsfunctie is afhankelijk van de regio.
Toetsenbordinvoer
Toetsenbord
Uw apparaat is uitgerust met een volledig toetsenbord. Als u
het toetsenbord wilt openen, duwt u het aanraakscherm
omhoog. In alle toepassingen wordt de weergave
automatisch van staand in liggend veranderd zodra u het
toetsenbord opent.
1Sym-toets. Als u speciale tekens wilt invoegen die niet
op het toetsenbord worden weergegeven, drukt u
eenmaal op de sym-toets en selecteert u het gewenste
teken in de tabel.
2Functie-toets. Als u speciale tekens op de bovenkant van
de toetsen wilt invoegen, houdt u de functietoets
ingedrukt en vervolgens drukt u op de desbetreffende
lettertoets, of u drukt alleen op de lettertoets en u houdt
deze ingedrukt. Als u verscheidene speciale tekens na
elkaar wilt invoegen, drukt u tweemaal snel op de
functietoets en vervolgens drukt u op de gewenste
lettertoetsen. Als u terug wilt gaan naar de normale
modus, drukt u eenmaal op de functietoets.
3Shift-toets. Als u wilt schakelen tussen de modus voor
hoofdletters en de modus voor kleine letters, drukt u
tweemaal op de shift-toets. Als u één hoofdletter wilt
invoeren in de modus voor kleine letters of als u één
kleine letter wilt invoeren in de modus voor hoofdletters,
drukt u eenmaal op de shift-toets en vervolgens drukt u
op de gewenste lettertoets.
4 Spatie-toets
5Pijltoetsen. Als u naar boven, naar beneden, naar links
of naar rechts wilt gaan, gebruikt u de pijltoetsen.
6Enter-toets
7 Backspace-toets. Als u een teken wilt verwijderen, drukt
u op de backspace-toets. Als u meerdere tekens wilt
verwijderen, drukt u op de backspace-toets en houdt u
deze ingedrukt.
Letters invoegen die niet op het toetsenbord worden
weergegeven
Het is mogelijk om variaties van letters in te voegen,
bijvoorbeeld letters met accenten. Als u á wilt invoegen,
drukt u op de sym-toets en houdt u deze ingedrukt, en
tegelijkertijd drukt u herhaaldelijk op de lettertoets A totdat
het gewenste teken wordt weergegeven. De volgorde en
beschikbaarheid van letters is afhankelijk van de
geselecteerde schrijftaal.
Als u het apparaat uw handschrift wilt leren, selecteert u
Handschrifttraining. Deze optie is niet voor alle talen
beschikbaar.
Als u letters en cijfers wilt invoeren (standaardmodus),
schrijft u woorden zoals u deze net als gewoonlijk. Als u
cijfermodus wilt selecteren, selecteert u
. Als u niet-Latijnse
tekens wilt invoeren, selecteert u het bijbehorende
pictogram, indien beschikbaar.
>
Aanraakinvoer
Handschrift
Als u speciale tekens wilt invoeren, schrijft u deze op de
gebruikelijke manier of selecteert u
en het gewenste
teken.
Welke invoermethoden en talen door handschriftherkenning
worden ondersteund, is afhankelijk van de regio.
Handschriftherkenning is mogelijk niet voor alle talen
Als u tekens wilt verwijderen of de cursor terug wilt zetten,
veegt u naar achteren (zie afbeelding 1).
beschikbaar.
Als u een spatie wilt invoegen, veegt u naar voren (zie
Als u de handschriftmodus wilt activeren, selecteert u
>
afbeelding 2).
Handschrift.
Schrijf leesbare, rechte tekens in het tekstinvoergedeelte, en
zorg voor ruimte tussen elke letter.
Als u tekstinvoerinstellingen wilt configureren voor het
aanraakscherm, selecteert u uit de volgende:
Handschrifttraining — Open de
handschrifttrainingstoepassing. Hiermee leert het apparaat
uw handschrift beter te herkennen. Deze optie is niet
beschikbaar in alle talen.
Schrijftaal — Definieer welke taalspecifieke tekens worden
herkend in uw handschrift en hoe uw schermtoetsenbord
wordt ingedeeld.
Schrijfsnelheid — Pas de snelheid aan waarmee uw
handschrift wordt herkend.
Hulplijn — De schrijflijn in het schrijfgebied tonen of
verbergen. De schrijflijn helpt u in een rechte lijn te schrijven.
Hierdoor kan het apparaat uw handschrift beter herkennen.
Deze optie is mogelijk niet in alle talen beschikbaar.
Lijndikte — Wijzig de dikte van de tekst.
Schrijfkleur — Wijzig de kleur van de tekst.
Virtueel toetsenblok
Met het virtuele toetsenblok (Alfanumeriek toetsenbl.)
kunt u tekens invoeren net als met een traditioneel
telefoontoetsenbord met cijfers op de toetsen.
1 Sluiten - Hiermee sluit u het virtuele toetsenblok
(Alfanumeriek toetsenbl.).
2 Invoermenu - Hiermee opent u het invoermenu, dat
opties bevat zoals Tekstvoorspell. activeren en
Schrijftaal. Selecteer Emoticon invoegen als u een
emoticon wilt toevoegen.
3 Tekstinvoersymbool - Hiermee opent u een pop-
upvenster waarin u tekstvoorspellingsmodi kunt
inschakelen of uitschakelen en kunt wisselen tussen
hoofdletters en kleine letters en tussen cijfer- en
lettermodi.
4 Invoermodus - Hiermee opent u een pop-upvenster
waarin u de invoermodus kunt selecteren. Wanneer u op
een item drukt, wordt de huidige
invoermethodeweergave gesloten en wordt de
geselecteerde geopend. De beschikbaarheid van
invoermodi kan variëren afhankelijk van of de
automatische invoermodus (sensorinstellingen) wel of
niet is geactiveerd.
5 Pijltjestoetsen - Hiermee bladert u naar links of naar
rechts.
6 Backspace
7 Cijfers
8 Sterretje - Hiermee opent u een tabel speciale tekens.
9 Shift - Hiermee wisselt u tussen hoofd-/kleine letters,
schakelt u tekstvoorspelling in of uit en schakelt u tussen
cijfer- en lettermodus.
De toetsen en het aanraakscherm blokkeren
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk nog
wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Als u het aanraakscherm en de toetsen wilt blokkeren of
deblokkeren, schuift u de blokkeringsschakelaar die zich aan
de zijkant van het apparaat bevindt.
Als het aanraakscherm en de toetsen geblokkeerd zijn, is het
aanraakscherm uitgeschakeld en werken de toetsen niet.
Als het aanraakscherm omhoog duwt, wordt het toetsenbord
ontgrendeld.
Het scherm en de toetsen kunnen na een periode van
inactiviteit automatisch geblokkeerd zijn.
Als u de instellingen voor automatische blokkering van
scherm en toetsen wilt wijzigen, selecteert u Menu >
Instellingen en Telefoon > Telefoonbeheer > Aut.
toetsblokk..
Nokia-overdracht
Inhoud overbrengen
Met de toepassing Overdracht kunt u inhoud, zoals
telefoonnummers, adressen, agenda-items en afbeeldingen
van uw vorige Nokia-apparaat kopiëren naar uw apparaat.
Welk type inhoud kan worden overgedragen, hangt af van
het model van het apparaat waaruit u de inhoud wilt
overbrengen. Als het apparaat synchronisatie ondersteunt,
kunt u de gegevens tussen de apparaten ook synchroniseren.
Als het andere apparaat niet compatibel is, wordt een bericht
weergegeven.
Als het andere apparaat alleen met een SIM-kaart kan worden
ingeschakeld, kunt u uw SIM-kaart plaatsen. Wanneer uw
apparaat wordt ingeschakeld zonder SIM-kaart, wordt
automatisch het profiel Offline geactiveerd en is
gegevensoverdracht mogelijk.
De eerste keer inhoud overbrengen
1 Als u voor het eerst gegevens van het andere apparaat
3 Als u Bluetooth-verbindingen als verbindingstype hebt
gekozen, verbindt u beide apparaten. Selecteer
Doorgaan als u met uw apparaat wilt zoeken naar
andere apparaten met Bluetooth. Selecteer het apparaat
waaruit u inhoud wilt overbrengen. U wordt gevraagd
een code in te voeren op uw apparaat. Voer een code in
(1-16 cijfers) en selecteer OK. Voer dezelfde code ook in
op het andere apparaat en selecteer OK. De apparaten
zijn nu gekoppeld.
Sommige oudere Nokia-apparaten hebben nog geen
toepassing Overdracht. In dat geval wordt de toepassing
Overdracht als bericht naar het andere apparaat
verzonden. Open het bericht om de toepassing
Overdracht te installeren op het andere apparaat en volg
de instructies op het scherm.
4 Selecteer op uw apparaat de inhoud die u vanaf het
andere apparaat wilt overbrengen.
Wanneer de overdracht is gestart, kunt u deze annuleren
en later verder gaan.
De inhoud wordt vanuit het geheugen van het andere
apparaat overgebracht naar de corresponderende locatie in
het apparaat. De tijd die nodig is voor de overdracht, is
afhankelijk van de hoeveelheid gegevens.
Inhoud synchroniseren, ophalen of verzenden
Na de eerste gegevensoverdracht kunt u nieuwe
overdrachten starten of snelkoppelingen maken om
hetzelfde type overdracht later te herhalen.
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit >
Gegevensoverdr. > Telef.overdracht.
Selecteer, afhankelijk van het model, uit de volgende opties
om een nieuwe overdracht te starten:
Inhoud tussen uw apparaat en het andere apparaat
synchroniseren, als het andere apparaat
synchronisatie ondersteunt. De synchronisatie
verloopt in twee richtingen. Als een item op het ene
apparaat is verwijderd, wordt het ook op het andere
verwijderd. U kunt verwijderde items niet
terugzetten via een synchronisatie.
Inhoud van het andere apparaat naar uw apparaat
halen. Bij het ophalen wordt inhoud van het andere
apparaat naar uw apparaat gedownload. Mogelijk
wordt aan u gevraagd of u de oorspronkelijke inhoud
op het andere apparaat wilt behouden of
verwijderen, afhankelijk van het model van het
apparaat.
Inhoud van het andere apparaat naar uw apparaat
halen.
Als een item niet kan worden verzonden, afhankelijk van het
type van het andere apparaat, kunt u het item toevoegen aan
de Nokia-map onder C:\Nokia of E:\Nokia in uw apparaat.
Wanneer u de map selecteert waarnaar de items moeten
worden overgebracht, worden de items in de bijbehorende
map in het andere apparaat gesynchroniseerd, en
omgekeerd.
Na een gegevensoverdracht wordt u gevraagd of u een
snelkoppeling met de overdrachtinstellingen in de
hoofdweergave wilt opslaan zodat u dezelfde overdracht
later nog eens kunt uitvoeren.
Selecteer Opties > Snelkoppellingsinstllngn. U kunt de
snelkoppeling bijvoorbeeld een naam geven of deze naam
wijzigen.
Het overdrachtbestand weergeven
Selecteer een snelkoppeling in de hoofdweergave en
Opties > Log bekijken.
Wanneer een item dat moet worden overgebracht op beide
apparaten is bewerkt, probeert het apparaat de wijzigingen
automatisch samen te voegen. Als dit niet mogelijk is,
ontstaat er een overdrachtconflict.
Overdrachtproblemen oplossen
Selecteer Per geval controleren, Prioriteit deze telefoon
of Priorit. andere telefoon.
Als u een profiel wilt aanpassen, bladert u naar het profiel en
selecteert u Opties > Aanpassen. Selecteer de instelling die
u wilt wijzigen.
Als u het profiel zo wilt instellen dat het tot een bepaalde tijd
binnen de volgende 24 uur actief is, selecteert u Opties >
Tijdelijk en stelt u de tijd in. Wanneer de ingestelde tijd
vervolgens is verstreken, wordt het profiel opnieuw ingesteld
op het vorige actieve profiel zonder tijdsinstelling. Als u een
tijdelijk profiel hebt ingesteld, wordt
startscherm. Het profiel Offline kan niet worden
geprogrammeerd.
Selecteer Opties > Nieuw maken als u een nieuw profiel
wilt maken.
weergegeven in het
Uw apparaat
Profielen
Selecteer Menu > Instellingen en Profielen.
U kunt profielen gebruiken om beltonen, signaaltonen voor
berichten en tonen voor verschillende gebeurtenissen,
omgevingen en groepen bellers in te stellen en aan te passen.
De naam van het geselecteerde profiel wordt boven in het
startscherm weergegeven.
Als u een profiel wilt wijzigen, bladert u naar het profiel en
selecteert u Opties > Inschakelen.
In het startscherm hebt u snel toegang tot de meest
gebruikte toepassingen en besturingstoepassingen (zoals de
muziekspeler), kunt u uw favoriete contacten bekijken en ziet
u in één oogopslag of u gesprekken hebt gemist en of er
nieuwe berichten zijn.
Interactieve elementen van het startscherm
Als u de toepassing Klok wilt openen, tikt u op de klok (1).
Als u in het startscherm de agenda wilt openen of profielen
wilt wijzigen, tikt u op de datum of op de naam van het profiel
(2).
Als u connectiviteitsinstellingen () wilt bekijken of
wijzigen, als u de beschikbare draadloze LAN's wilt bekijken
als de controle op WLAN's is ingeschakeld of als u de gemiste
gebeurtenissen wilt bekijken, tikt u op de rechterbovenhoek
(3).
Als u het belscherm wilt openen om een gesprek te starten,
selecteert u
(4).
Als u inhoud wilt tonen of verbergen, beweegt u uw vinger
over het startscherm.
Items aan het startscherm toevoegen
Houd een leeg gebied in het startscherm ingedrukt en
selecteer Inhoud toevoegen in het pop-upmenu en
vervolgens het item.
Bij het gebruik van widgets worden mogelijk grote
hoeveelheden gegevens verzonden (netwerkdienst).
Een item in het startscherm verplaatsen
Selecteer Opties > Inhoud bewerken en het gewenste item
en sleep het vervolgens naar een andere locatie.
Een item uit het startscherm verwijderen
Houd het item dat u wilt verwijderen ingedrukt en selecteer
Verwijderen in het pop-upmenu.
Muziekspeler in het startscherm
U kunt de Muziekspeler vanuit het startscherm gebruiken.
Muziekspelerbesturingen activeren
Selecteer in het startscherm Opties > Inhoud bewerken >
Opties > Inhoud toevoegen > Muziekspeler.
Muziekspeler openen
Selecteer Ga naar Muziek en de items die wilt beluisteren.
De besturingstoetsen van de Muziekspeler en - indien
beschikbaar - de titel van het nummer, de artiest en
albumhoes worden weergegeven wanneer een nummer
wordt afgespeeld.
U kunt rechtstreeks meerdere contacten aan het startscherm
toevoegen en snel gesprekken met contacten voeren,
berichten naar contacten versturen, de webfeeds van
contacten bekijken of gegevens en instellingen van
contacten weergeven.
Uw favoriete contacten aan het startscherm toevoegen
Uw feed voor Online delen aan het startscherm
toevoegen
Door de widget voor Online delen aan het startscherm toe te
voegen, hebt u snel toegang tot uw feed voor Online delen.
Selecteer in het startscherm Opties > Inhoud bewerken >
Opties > Inhoud toevoegen > Online delen.
U moet u bij de dienst registreren voordat u een feed kunt
ontvangen.
De widget geeft miniatuurafbeeldingen vanuit de feed weer.
De meest recente afbeeldingen worden het eerst
weergegeven.
Schermsymbolen
Algemene symbolen
Het aanraakscherm en de sleutels zijn
geblokkeerd.
Het apparaat waarschuwt stil wanneer
oproepen of berichten binnenkomen.
U hebt een klokalarm ingesteld.
U gebruikt een profiel met tijdinstelling.
Oproepsymbolen
Iemand heeft geprobeerd u te bellen.
U maakt gebruik van een tweede telefoonlijn
(netwerkdienst).
U hebt het apparaat ingesteld om inkomende
oproepen door te schakelen naar een ander
nummer (netwerkdienst). Als u twee
telefoonlijnen hebt, geeft een nummer de
actieve lijn aan.
Uw apparaat is gereed voor een internetoproep.
U hebt een actieve gegevensoproep
(netwerkdienst).
U hebt ongelezen berichten. Als het symbool
knippert, is het geheugen van de SIM-kaart
misschien vol.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen.
De map Outbox bevat berichten die nog
verzonden moeten worden.
Netwerksymbolen
Het apparaat is verbonden met een GSMnetwerk (netwerkdienst).
Het apparaat is verbonden met een 3G-netwerk
(netwerkdienst).
HSDPA (high-speed downlink packet access)/
HSUPA (high-speed uplink packet access)
(netwerkdienst) in het 3G-netwerk is
geactiveerd.
U heeft een GPRS-packet-gegevensverbinding
(netwerkdienst).
in de wachtstand staat en
tot stand wordt gebracht.
U heeft een EGPRS-packet-gegevensverbinding
(netwerkdienst).
in de wachtstand staat en
tot stand wordt gebracht.
geeft aan dat de verbinding
dat een verbinding
geeft aan dat de verbinding
dat een verbinding
U heeft een 3G-packet-gegevensverbinding
(netwerkdienst).
is uitgesteld en
wordt gebracht.
U heeft een HSDPA-verbinding (high-speed
downlink packet access) (netwerkdienst).
geeft aan dat de verbinding is uitgesteld en
dat een verbinding tot stand wordt gebracht.
Er is een WLAN-verbinding beschikbaar
(netwerkdienst).
verbinding is gecodeerd en
verbinding niet is gecodeerd.
Verbindingssymbolen
Bluetooth is actief. geeft aan dat uw
apparaat gegevens aan het verzenden is. Als het
symbool knippert, probeert het apparaat
verbinding te maken met een ander apparaat.
U hebt een USB-kabel op uw apparaat
aangesloten.
GPS is actief.
Het apparaat is bezig met synchroniseren.
U hebt een compatibele headset op het apparaat
aangesloten.
U hebt een compatibele TV Out-kabel
aangesloten op het apparaat.
U hebt een compatibele teksttelefoon
aangesloten op het apparaat.
Snelkoppelingen
Houd de menutoets ingedrukt om tussen geopende
toepassingen te schakelen.
Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd,
vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur
van de batterij af.
Als u de browsertoepassing wilt openen, tikt u in de dialler
op 0 en houdt u dit ingedrukt.
Als u het profiel wilt wijzigen, drukt u op de aan/uit-toets en
selecteert u een profiel.
Als u uw voicemail wilt bellen (netwerkdienst), tikt u in de
dialler op 1 en houdt u dit ingedrukt.
Als u een lijst met laatst gekozen nummers wilt openen, drukt
u in het startscherm op de beltoets.
Als u spraakopdrachten wilt gebruiken, drukt u in het
startscherm op de beltoets en houdt u deze ingedrukt.
Zoeken
Over Zoeken
Selecteer Menu > Toepassngn > Zoekopdr..
De zoekfunctie (netwerkdienst) stelt u in staat om met
diverse internetzoekdiensten te zoeken naar bijvoorbeeld
websites en afbeeldingen. De inhoud en beschikbaarheid van
de diensten kan variëren.
Zoekactie starten
Selecteer Menu > Toepassngn > Zoekopdr..
Voer in het zoekveld een zoekterm in of blader langs de
categorieën om te zoeken in de inhoud van het mobiele
apparaat. Als u de zoektermen invoert, worden de resultaten
geordend in categorieën. Boven aan de resultatenlijst
verschijnen de meest recent gebruikte resultaten, als deze
overeenkomen met de zoektermen.
Als u wilt zoeken naar webpagina's op internet, selecteert u
Zoeken op internet en een zoekprovider. Voer vervolgens
uw zoektermen in het zoekveld in. De zoekprovider die u hebt
geselecteerd, wordt ingesteld als standaardprovider voor
zoekopdrachten op internet.
Als er al een standaardzoekdienst is ingesteld, selecteert u
deze om een zoekactie te starten, of selecteert u Meer
zoekservices om een andere zoekdienst te gebruiken.
Wanneer u tijdens het schrijven de schrijftaal wilt wijzigen,
drukt u op
Als u de standaardzoekprovider wilt wijzigen, selecteert u
Opties > Instellingen > Zoekservices.
Als u de land- of regio-instellingen wilt wijzigen om
aanbieders van zoekdiensten te zoeken, selecteert u
Opties > Instellingen > Land of regio.
Zoekinstellingen
Selecteer Menu > Toepassngn > Zoekopdr..
Als u de instellingen van de toepassing Zoeken wilt wijzigen,
selecteert u Opties > Instellingen en maakt u een keuze uit
het volgende:
Land of regio — Het land of de regio selecteren
waarvandaan u wilt zoeken.
Verbinding — Het toegangspunt selecteren en
netwerkverbindingen toestaan of weigeren.
Zoekservices — Selecteren of serviceproviders en
zoekcategorieën worden weergegeven.
Algemeen — Knopinfo inschakelen of uitschakelen en de
zoekhistorie wissen.
Volume- en luidsprekerregeling
Het volume van een telefoongesprek of geluidsclip
aanpassen
Gebruik de volumetoetsen.
Dankzij de interne luidspreker kunt u vanaf korte afstand
spreken en luisteren zonder dat u het apparaat aan uw oor
hoeft te houden.
De luidspreker tijdens een gesprek gebruiken
Selecteer Luidspreker.
De luidspreker uitschakelen
Selecteer Telef. inschakelen.
Waarschuwing:
Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan
uw gehoor beschadigen. Luister naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Houd het apparaat niet dicht bij uw
oor wanneer de luidspreker in gebruik is.
Het profiel Offline
Met het profiel Offline kunt u het apparaat gebruiken zonder
dat u verbinding hebt met het draadloze netwerk. Wanneer
het profiel Offline actief is, kunt u het apparaat gebruiken
zonder een SIM-kaart.
Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer Offline.
Als u het profiel Offline activeert, is de verbinding met het
mobiele netwerk gesloten. Alle radiofrequentiesignalen naar
en van het apparaat vanaf het mobiele netwerk worden
voorkomen. Berichten die u wilt verzenden via het mobiele
netwerk, worden in de map Outbox geplaatst, zodat u deze
later kunt verzenden.
Belangrijk: In het profiel Offline kunt u geen oproepen
doen of ontvangen en kunnen ook andere functies waarvoor
netwerkdekking vereist is, niet worden gebruikt. U kunt
mogelijk nog wel het alarmnummer kiezen dat in het
apparaat is geprogrammeerd. Als u wilt bellen, moet u eerst
de telefoonfunctie activeren door een ander profiel te kiezen.
Als het apparaat is vergrendeld, moet u de beveiligingscode
invoeren.
Wanneer u het profiel Offline hebt geactiveerd, kunt u nog
steeds een WLAN gebruiken, bijvoorbeeld om uw e-mail te
lezen of over internet te surfen. U kunt ook Bluetoothconnectiviteit gebruiken zolang het profiel Offline actief is.
Zorg dat u voldoet aan de veiligheidseisen wanneer u een
WLAN-verbinding of Bluetooth-verbinding tot stand brengt
en gebruikt.
Snel downloaden
High-speed downlink packet access (HSDPA, ook wel 3.5G
genoemd, aangegeven met
) is een netwerkdienst in
UMTS-netwerken en biedt een hoge snelheid voor
gegevensdownloads. Wanneer HSDPA-ondersteuning in het
apparaat is ingeschakeld en het apparaat is verbonden met
een UMTS-netwerk dat HSDPA ondersteunt, kunt u veel sneller
gegevens downloaden via het mobiele netwerk, zoals
berichten, e-mail en webpagina's. Een actieve HSDPAverbinding wordt aangegeven met
.
U kunt ondersteuning voor HSDPA in packetgegevensinstellingen in- of uitschakelen.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer
informatie over de beschikbaarheid van en abonnementen
op services voor gegevensverbinding.
HSDPA is alleen van invloed op de downloadsnelheid en niet
op de verzending van gegevens naar het netwerk, zoals de
verzending van berichten en e-mail.
Ovi by Nokia (netwerkdienst)
Ovi by Nokia
Met Ovi by Nokia kunt u nieuwe plaatsen en diensten
ontdekken en in contact blijven met uw vrienden. U kunt
onder andere het volgende doen:
•Spelletjes, toepassingen, video's en beltonen naar uw
apparaat downloaden.
•De weg vinden naar allerlei locaties met de gratis
wandel- en autonavigatie, reizen plannen en locaties op
een kaart bekijken
•Muziek ophalen
Bepaalde items kunt u gratis downloaden, voor andere moet
u mogelijk betalen.
Welke diensten beschikbaar zijn hangt ook af van het land of
de regio en bovendien worden niet alle talen ondersteund.
Om de Ovi-diensten van Nokia te kunnen gebruiken, gaat u
naar www.ovi.com en registreert u uw eigen Nokia-account.
Ga naar het ondersteuningsgedeelte op www.ovi.com voor
meer informatie.
Over Ovi Store
Met Ovi Winkel kunt u mobiele spelletjes, toepassingen,
video's, foto's, thema's en beltonen downloaden naar het
apparaat. Sommige items zijn gratis; voor andere items moet
u via uw creditcard of telefoonrekening betalen. De
beschikbaarheid van betalingsmethoden is afhankelijk van
het land waarin u woont en uw serviceprovider. Via Ovi
Winkel kunt u over inhoud beschikken die compatibel is met
uw mobiele apparaat en die aan uw interesses en locatie
voldoet.
Oproepen tot stand brengen
Aanraakscherm tijdens gesprekken
Uw apparaat heeft een nabijheidssensor. Om de levensduur
van de batterij te verlengen en onbedoelde selecties te
voorkomen, wordt het aanraakscherm tijdens gesprekken
automatisch uitgeschakeld wanneer u het apparaat tegen
uw oor houdt.
Dek de nabijheidssensor niet af met bijvoorbeeld een
beschermende laag of plakband.
Een spraakoproep tot stand brengen
1 In het startscherm selecteert u
openen. Vervolgens voert u het telefoonnummer in,
inclusief netnummer. Als u een nummer wilt
verwijderen, selecteert u C .
Voor internationale oproepen selecteert u tweemaal *
voor het teken + (duidt de internationale toegangscode
aan). Vervolgens kiest u het landnummer, het
netnummer (eventueel zonder voorloopnul) en het
abonneenummer.
2 Druk op de beltoets als u de oproep wilt activeren.
3 Druk op de beëindigingstoets als u de oproep wilt
beëindigen (of de belpoging wilt annuleren).
Met de end-toets wordt altijd een oproep beëindigd, ook
als er nog een andere toepassing actief is.
Een contact bellen
1 Selecteer Menu > Contacten.
2 Ga naar de gewenste naam. Of typ de eerste letters of
tekens van de naam in het zoekveld en ga naar de naam.
3 Druk op de beltoets als u het contact wilt bellen. Als u
voor een contactpersoon verschillende nummers hebt