Nokia N97 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding Nokia N97
Uitgave 2
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
CONFORMITEITSVERKLARING
Nokia, Nokia Connecting People, Nseries, N97, het Nokia Original Accessories-logo en Ovi zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. De Nokia-melodie is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Andere product- en bedrijfsnamen die in dit document worden genoemd, kunnen
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-505 in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Europese richtlijn 1999/5/EG. Een exemplaar van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
handelsmerken of handelsnamen van hun respectieve eigenaars zijn.
Reproductie, overdracht, distributie of opslag van de gehele of gedeeltelijke inhoud van dit document in enige vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nokia is verboden. Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
This product includes software licensed from Symbian Software Ltd ©1998-2009. Symbian and Symbian OS are trademarks of Symbian Ltd.
Java and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.
Portions of the Nokia Maps software are ©1996-2009 The FreeType Project. All rights reserved.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio-licentie (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is gecodeerd volgens de visuele norm MPEG-4, door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit, en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
Toepassingen van derden die bij uw apparaat worden geleverd, kunnen zijn gemaakt door en in eigendom zijn van personen en entiteiten die geen relatie of verband met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de auteursrechten of de intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig draagt Nokia geen verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de functionaliteit van deze toepassingen of de informatie in deze toepassingen of het materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden.
MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN A CCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT) GARANTIES BETREFFENDE TITEL,
VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKEN OP OCTROOIEN, AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN VAN DERDEN.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHT ENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VE RKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKT HEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. N OKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
Reverse engineering van de software in het apparaat is verboden voor zover maximaal is toegestaan op grond van het toepasselijke recht. Voor zover deze gebruikershandleiding beperkingen bevat aangaande verklaringen, garanties, schadevergoedingsplichten en aansprakelijkheden van Nokia, gelden deze beperkingen op dezelfde wijze voor verklaringen, garanties, schadevergoedingsplicht en aansprakelijkheden van Nokia-licentiegevers. De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia-dealer voor details en de beschikbaarheid van taalopties. Di t apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de VS en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
MEDEDELING FCC/INDUSTRY CANADA Dit apparaat kan tv- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van ontvangstapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal Communications Commission (FCC) of Industry Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden. Neem contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf accepteren, ook wanneer deze een ongewenste werking tot gevolg kunnen hebben. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen.
/Uitgave 2 NL

Inhoudsopgave

Veiligheid.........................................................8
Over dit apparaat..................................................................8
Netwerkdiensten..................................................................9
Gedeeld geheugen..............................................................10
ActiveSync............................................................................10
Inhoudsopgave
Hulp zoeken....................................................11
Ondersteuning....................................................................11
Help van het apparaat .......................................................11
Extra toepassingen.............................................................12
Apparaatsoftware bijwerken............................................12
Instellingen.........................................................................13
Toegangscodes...................................................................14
Extern vergrendelen...........................................................14
Levensduur van de batterij verlengen..............................15
Geheugen vrijmaken..........................................................16
Aan de slag.....................................................17
Toetsen en onderdelen (voorkant)...................................17
Toetsen en onderdelen (achterkant)................................17
Toetsen en onderdelen (sides)..........................................18
Toetsen en onderdelen (bovenkant)................................18
De SIM-kaart en de batterij plaatsen................................18
Geheugenkaart...................................................................19
Antennelocaties..................................................................21
Het apparaat in- en uitschakelen......................................21
De batterij opladen.............................................................21
Headset................................................................................22
Polsband bevestigen..........................................................23
Aanraakschermacties.........................................................23
Tekst schrijven....................................................................25
Toetsen en aanraakscherm vergrendelen........................28
Nokia-overdracht................................................................28
Uw apparaat...................................................31
Welkom................................................................................31
Startscherm.........................................................................31
Schermsymbolen................................................................33
Snelkoppelingen.................................................................34
Zoeken.................................................................................35
Volume- en luidsprekerregeling.......................................36
Het profiel Offline...............................................................36
Snel downloaden................................................................37
Ovi (netwerkdienst)............................................................38
Oproepen tot stand brengen..........................39
Nabijheidssensor................................................................39
Spraakoproepen .................................................................39
Tijdens een oproep.............................................................39
Voice- en videomailboxen ................................................40
Een oproep beantwoorden of weigeren..........................40
Een conferentiegesprek voeren........................................41
Snel telefoonnummers kiezen ..........................................41
Oproep in wachtstand........................................................42
Spraakoproepen.................................................................42
Een video-oproep plaatsen................................................43
Tijdens een video-oproep..................................................44
Een video-oproep beantwoorden of weigeren...............44
Video delen..........................................................................45
Logboek...............................................................................48
Contacten (telefoonboek)..............................50
Namen en nummers opslaan en bewerken.....................50
Contacten-werkbalk...........................................................50
Namen en nummers beheren............................................50
Standaardnummers en -adressen.....................................51
Contactkaarten....................................................................51
Contacten als favorieten instellen....................................51
Beltonen, afbeeldingen en beltekst voor contacten.......52
Contacten kopiëren............................................................52
SIM-diensten........................................................................52
Contactgroepen..................................................................54
Internet..........................................................83
Op internet surfen..............................................................83
Browserwerkbalk................................................................84
Navigeren op webpagina's................................................84
Webfeeds en blogs.............................................................85
Inhoud zoeken....................................................................85
Bookmarks...........................................................................85
De cache wissen..................................................................86
De verbinding verbreken...................................................86
Beveiliging van de verbinding...........................................86
Webinstellingen..................................................................87
Inhoudsopgave
Berichten........................................................55
Berichten, hoofdweergave................................................55
Berichten invoeren en verzenden.....................................55
Inbox met ontvangen berichten.......................................57
Mailbox................................................................................58
Berichten op een SIM-kaart bekijken................................60
Infodienstberichten............................................................60
Dienstopdrachten...............................................................60
Instellingen voor berichten...............................................60
Mail for Exchange................................................................66
Connectiviteit.................................................67
Gegevensverbindingen en toegangspunten....................67
Netwerkinstellingen...........................................................67
Draadloze LAN ....................................................................68
Toegangspunten.................................................................71
Actieve gegevensverbindingen.........................................75
Synchronisatie.....................................................................75
Bluetooth-connectiviteit....................................................76
USB.......................................................................................80
Pc-verbindingen..................................................................80
Beheerinstellingen.............................................................80
Positiebepaling (GPS).....................................89
Informatie over GPS............................................................89
A-GPS (Assisted GPS)...........................................................89
Het apparaat correct vasthouden.....................................90
Tips voor het maken van een GPS-verbinding.................90
Positieaanvragen................................................................91
Plaatsen...............................................................................91
GPS-gegevens......................................................................92
Instellingen voor positionering........................................93
Nokia Kaarten.................................................95
Kaarten................................................................................95
Netwerkpositionering........................................................95
Kompas................................................................................96
Over de kaart schuiven.......................................................96
Schermsymbolen................................................................97
Locatie zoeken....................................................................97
Een route plannen..............................................................98
Locaties opslaan en verzenden.........................................98
Opgeslagen items weergeven...........................................99
Navigeren naar de bestemming.....................................100
Navigatiesysteem voor voetgangers..............................100
Navigatiesysteem.............................................................101
Verkeersinformatie...........................................................101
Reisgidsen.........................................................................102
Kaartinstellingen..............................................................102
Internetinstellingen.........................................................102
Navigatie-instellingen......................................................103
Route-instellingen............................................................103
Kaartinstellingen..............................................................103
Kaarten bijwerken............................................................104
Nokia Map Loader.............................................................104
Inhoudsopgave
Camera..........................................................105
De camera activeren.........................................................105
Opname van afbeeldingen..............................................105
Video's opnemen..............................................................110
Camera-instellingen.........................................................111
Foto's............................................................113
Informatie over Foto's.....................................................113
Afbeeldingen en video's weergeven..............................113
Bestandsgegevens weergeven en bewerken................114
Afbeeldingen en video's organiseren.............................114
Werkbalk Foto's................................................................115
Albums...............................................................................115
Labels.................................................................................115
Diavoorstelling..................................................................116
Tv-uitvoermodus..............................................................116
Afbeeldingen bewerken...................................................117
Video's bewerken.............................................................118
Afbeelding afdrukken.......................................................119
Online delen......................................................................119
Muziek..........................................................121
Een nummer of podcast afspelen...................................121
Afspeellijsten.....................................................................122
Podcasts.............................................................................123
Muziek overbrengen van een computer........................123
Nokia Muziekwinkel.........................................................123
FM-zender..........................................................................124
Nokia Podcasting..............................................................125
FM-radio.............................................................................129
Video's..........................................................130
Videoclips downloaden en bekijken...............................130
Videofeeds.........................................................................131
Mijn video's.......................................................................131
Video's overbrengen van uw pc......................................132
Video-instellingen............................................................132
Uw apparaat aanpassen...............................134
Het uiterlijk van uw apparaat wijzigen..........................134
Profielen............................................................................134
3D-tonen............................................................................135
Het startscherm wijzigen.................................................135
Het hoofdmenu wijzigen.................................................135
Toepassingen...............................................137
Agenda...............................................................................137
Klok ...................................................................................138
RealPlayer .........................................................................139
Dictafoon...........................................................................141
Notities..............................................................................141
Office..................................................................................141
Instellingen..................................................147
Telefooninstellingen........................................................147
Toepassingsbeheer..........................................................155
Belinstellingen..................................................................157
Problemen oplossen....................................160
Groene tips...................................................163
Energie besparen..............................................................163
Recyclen.............................................................................163
Papier besparen................................................................163
Meer informatie................................................................163
Accessoires...................................................164
Informatie over de batterij en de lader.......165
Informatie over de batterij en de lader.........................165
Controleren van de echtheid van Nokia-batterijen.......166
Uw apparaat onderhouden..........................168
Recycling............................................................................169
Aanvullende veiligheidsinformatie.............170
Kleine kinderen.................................................................170
Gebruiksomgeving...........................................................170
Medische apparatuur.......................................................170
Gehoorapparaten.............................................................171
Voertuigen.........................................................................172
Explosiegevaarlijke omgevingen....................................172
Alarmnummer kiezen......................................................173
Informatie over certificatie (SAR)...................................174
Index............................................................175
Inhoudsopgave

Veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen
Veiligheid
van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in vliegtuigen en in de nabijheid van medische apparatuur, brandstof, chemicaliën of gebieden waar explosieven worden gebruikt.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
8
Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen vrij om uw voertuig te
besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.

Over dit apparaat

Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in de (E)GSM 850, 900, 1800,1900 en UMTS 900, 1900, 2100-netwerken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en eerbiedig lokale gebruiken,
privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechten kunnen verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek en andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd of overgedragen.
Het apparaat ondersteunt diverse verbindingsmethoden. Net als computers kan uw apparaat worden blootgesteld aan virussen en andere schadelijke inhoud. Wees voorzichtig met berichten, verbindingsverzoeken, browsen en downloaden. Installeer en gebruik alleen diensten en andere software van betrouwbare bronnen die adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden, zoals toepassingen die Symbian-ondertekend zijn of de Java Verified™-test hebben doorstaan. Overweeg de installatie van antivirus­en andere beveiligingssoftware op het apparaat en eventuele aangesloten computers.
Belangrijk: Uw apparaat kan slechts één
antivirustoepassing ondersteunen. Bij meerdere toepassingen met antivirusfunctionaliteit kunnen de prestaties en werking worden beïnvloed of kan het apparaat ophouden te werken.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bladwijzers en koppelingen naar websites van derden. U kunt met het apparaat ook andere sites van derden bezoeken. Sites van derden zijn niet verbonden met Nokia en Nokia onderschrijft deze niet en neemt er geen aansprakelijkheid voor. Als u dergelijke sites wilt
bezoeken, moet u voorzorgsmaatregelen treffen op het gebied van beveiliging of inhoud.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijke functies van Microsoft Word, PowerPoint en Excel (Microsoft Office 2000, XP en 2003). Niet alle bestandsindelingen kunnen worden bekeken of gewijzigd.
Vergeet niet een back-up of een gedrukte kopie te maken van alle belangrijke gegevens die in uw apparaat zijn opgeslagen.
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
De afbeeldingen in deze handleiding verschillen mogelijk van het scherm van uw apparaat.

Netwerkdiensten

Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikken over een abonnement bij een aanbieder van draadloze
Veiligheid
9
verbindingsdiensten. Enkele functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook functies waarvoor u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat u ze kunt gebruiken. Wanneer u netwerkdiensten gebruikt, worden er gegevens
Veiligheid
overgedragen. Informeer bij uw serviceprovider naar de kosten voor communicatie op uw eigen telefoonnetwerk en wanneer u in het dekkingsgebied van andere netwerken verkeert. Uw serviceprovider kan u vertellen welke kosten in rekening worden gebracht. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die invloed hebben op hoe u sommige functies van dit apparaat kunt gebruiken die netwerkondersteuning nodig hebben, zoals ondersteuning voor specifieke technologieën, bijvoorbeeld WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen en taalafhankelijke tekens.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Mogelijk is uw apparaat voorzien van aangepaste onderdelen, zoals menunamen, menuvolgorde en pictogrammen.

Gedeeld geheugen

De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik van gedeeld geheugen: MMS (multimedia
10
messaging), e-mail-toepassing, chatten. Door het gebruik
van een of meer van deze functies is er mogelijk minder geheugen beschikbaar voor de overige functies die geheugen delen. Wanneer u een functie probeert in te schakelen waarvoor gedeeld geheugen wordt gebruikt, is het mogelijk dat op het apparaat een bericht wordt weergeven dat het geheugen vol is. Verwijder in dit geval voordat u doorgaat een gedeelte van de informatie of registraties die in het gedeelde geheugen zijn opgeslagen.
Bij langdurig gebruik zoals een actief videogesprek en een gegevensverbinding met hoge snelheid kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Als u vermoedt dat het apparaat niet naar behoren werkt, brengt u het dan naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.

ActiveSync

Gebruik van Mail voor Exchange is beperkt tot draadloze synchronisatie van PIM-informatie tussen het Nokia­apparaat en de geautoriseerde Microsoft Exchange-server.

Hulp zoeken

Ondersteuning

Als u meer wilt weten over hoe u uw product kunt gebruiken of u weet niet zeker hoe het apparaat behoort te werken, gaat u naar de ondersteuningspagina's op www.nokia.com/support of de lokale Nokia-website www.nokia.mobi/support (voor mobiele apparaten), de Help-toepassing in het apparaat zelf of de gebruikershandleiding.
Als u hiermee het probleem niet kunt oplossen, doet u het volgende:
Start het apparaat opnieuw op: schakel het
apparaat uit en verwijder de batterij. Plaats de batterij na een ongeveer een minuut weer in het apparaat en schakel het apparaat in.
Werk de software op uw apparaat regelmatig bij
met de toepassing Nokia Software Updater zodat het optimaal presteert en beschikt over eventueel nieuwe functies. Ga naar www.nokia.com/ softwareupdate of uw lokale Nokia-website. Vergeet niet om een back-up te maken van de gegevens in het apparaat voordat u de software van het apparaat bijwerkt.
Herstel de oorspronkelijke fabrieksinstellingen
zoals in de gebruikershandleiding wordt uitgelegd.
Documenten en bestanden worden tijdens het opnieuw instellen van de oorspronkelijke waarden niet verwijderd.
Als het probleem nog steeds niet is opgelost, neemt u contact op met Nokia om het apparaat te laten repareren. Ga naar www.nokia.com/repair. Maak eerst een back-up van de gegevens in uw apparaat voordat u het voor reparatie verstuurt.

Help van het apparaat

Uw apparaat bevat instructies voor de toepassingen op het apparaat.
Als u help wilt openen vanuit het hoofdmenu, selecteert u Menu > Toepassingen > Help en de toepassing waarbij u hulp nodig hebt.
Als u vanuit een geopende toepassing de help voor de huidige weergave wilt openen, selecteert u Opties >
Help.
Als u tijdens het lezen de lettergrootte van de helptekst wilt wijzigen, selecteert u Opties > Lettergrootte
verkleinen of Lettergrootte vergroten.
Hulp zoeken
11
Aan het einde van de helptekst vindt u koppelingen naar verwante onderwerpen. Als u een onderstreept woord selecteert, wordt een korte uitleg weergegeven. In de help worden de volgende symbolen gebruikt: verwant helponderwerp.
Hulp zoeken
de toepassing die wordt besproken.
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar de toepassing die op de achtergrond is geopend door de menutoets ingedrukt te houden en een item te selecteren in de lijst geopende toepassingen.
toont een koppeling naar een
toont een koppeling naar
Met Software-update (netwerkdienst) kunt u de beschikbare updates voor toepassingen controleren, downloaden en op het apparaat installeren.
Bij het downloaden van software-updates worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van uw serviceprovider overgedragen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Zorg ervoor dat de batterij van het apparaat voldoende capaciteit heeft of dat de lader is aangesloten voordat u begint met bijwerken.

Extra toepassingen

Er zijn verschillende toepassingen beschikbaar van Nokia en andere leveranciers van software die u helpen meer met uw apparaat te doen. Deze toepassingen worden behandeld in de handleidingen die beschikbaar zijn op de pagina's voor productondersteuning op www.nokia.com/support of op uw lokale Nokia-website.

Apparaatsoftware bijwerken

Draadloos bijwerken van software

Selecteer Menu > Toepassingen > Sw-update.
12
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een
software-update kunt u het apparaat niet gebruiken, zelfs niet om een alarmnummer te bellen, totdat de installatie voltooid is en het apparaat opnieuw is ingeschakeld. Zorg ervoor dat u een back-up maakt van de gegevens voordat u de installatie van een update aanvaardt.
Nadat u de apparaatsoftware of toepassingen hebt bijgewerkt met Software-update, zijn de instructies voor de bijgewerkte toepassingen in de gebruikershandleiding of de Help mogelijk niet meer up-to-date.
Selecteer downloaden. Als u bepaalde updates niet wilt downloaden, selecteert u de desbetreffende updates in de lijst en verwijdert u de bijbehorende markering.
om de beschikbare updates te
Selecteer de update en klik op om informatie over een update weer te geven.
Als u de status van vorige updates wilt weergeven, selecteert u
Selecteer Opties en een van de volgende opties:
Update via computer — Hiermee werkt u het
apparaat bij met behulp van een pc. Deze optie vervangt de optie Update starten wanneer updates alleen beschikbaar zijn met behulp van de pc­toepassing Nokia Software Updater.
Upd.geschied. bekijken — Hiermee bekijkt u de
status van vorige updates.
Instellingen — Hiermee wijzigt u de instellingen,
zoals het standaardtoegangspunt dat moet worden gebruikt voor het downloaden van updates.
Vrijwaring — Hiermee bekijkt u de
licentieovereenkomst van Nokia.
.
compatibele USB-gegevenskabel om uw apparaat op de pc aan te sluiten.
Voor meer informatie, release notes voor de laatste softwareversies en voor het downloaden van de toepassing Nokia Software Updater, gaat u naar www.nokia.com/softwareupdate of uw plaatselijke Nokia-website.
Als u de apparaatsoftware wilt bijwerken, gaat u als volgt te werk:
1. Download en installeer de toepassing Nokia
Software Updater op uw pc.
2. Sluit uw apparaat aan op de pc met behulp van een
USB-gegevenskabel en open de toepassing Nokia Software Updater. De toepassing Nokia Software Updater helpt u bij het maken van een back-up van uw bestanden, het bijwerken van de software en het terugzetten van uw bestanden.
Hulp zoeken

Software-updates via de pc

Software-updates kunnen nieuwe en verbeterde functies bevatten die niet beschikbaar waren toen u uw apparaat aanschafte. De prestaties van het apparaat kunnen ook verbeteren door het bijwerken van de software.
Nokia Software Updater is een pc-toepassing waarmee u de software van uw apparaat kunt bijwerken. Als u dat wilt doen, hebt u een compatibele pc nodig, een breedbandverbinding met internet en een

Instellingen

Bij uw apparaat zijn de instellingen voor MMS, GPRS, streaming en mobiel internet gewoonlijk automatisch vooraf geconfigureerd op basis van de informatie van uw netwerkprovider. Misschien zijn de instellingen van uw dienstproviders al in uw apparaat ingesteld of ontvangt of vraagt u de instellingen van de netwerkproviders als een speciaal bericht.
13
U kunt de algemene instellingen in uw apparaat, zoals de instellingen voor de taal, de stand-bymodus, het scherm en de toetsenblokvergrendeling, wijzigen.

Toegangscodes

Hulp zoeken
Neem contact op met uw serviceprovider als u een van de toegangscodes bent vergeten.
PIN-code (Personal Identification Number) — Deze
code beschermt uw SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik. De PIN-code (4 tot 8 cijfers) wordt gewoonlijk bij de SIM-kaart geleverd. Als u de PIN­code driemaal achter elkaar foutief invoert, wordt de code geblokkeerd. U hebt de PUK-code nodig om deze blokkering op te heffen.
UPIN-code — Deze code wordt mogelijk geleverd bij
de USIM-kaart. De USIM-kaart is een uitgebreide versie van de SIM-kaart die wordt ondersteund door mobiele UMTS-telefoons.
PIN2-code — Deze code (vier tot acht cijfers) wordt
bij sommige SIM-kaarten geleverd en verschaft u toegang tot bepaalde functies op het apparaat.
Blokkeringscode (ook wel beveiligingscode
genoemd) — De blokkeringscode helpt u om uw apparaat tegen ongeautoriseerd gebruik te beveiligen. De code is bij aanschaf ingesteld op
12345. U kunt de code maken en wijzigen en het
14
apparaat zo instellen dat om de code wordt gevraagd. Houd de nieuwe code geheim en bewaar
deze op een veilige plaats (niet bij het apparaat). Als u de code vergeet en het apparaat is vergrendeld, heeft het apparaat onderhoud nodig. Hiervoor kunnen extra kosten in rekening worden gebracht. Neem contact op met een Nokia Care-centrum of de leverancier van het apparaat.
PUK- (Personal Unblocking Key) en PUK2-
code — Deze codes (acht cijfers) zijn vereist om respectievelijk een geblokkeerde PIN- of PIN2-code te wijzigen. Neem contact op met de operator van uw SIM-kaart als de codes niet bij de SIM-kaart zijn geleverd.
UPUK-code — Deze code (acht cijfers) is vereist voor
het wijzigen van een geblokkeerde UPIN-code. Neem contact op met de operator van uw USIM­kaart als deze code niet bij de USIM-kaart is geleverd.

Extern vergrendelen

U kunt uw apparaat en geheugenkaart extern vergrendelen met behulp van een SMS-bericht om ongeautoriseerd gebruik van uw apparaat te voorkomen. Geef de tekst voor het SMS-bericht op en verstuur het bericht vervolgens naar uw apparaat om het te vergrendelen. Als u het apparaat wilt ontgrendelen, hebt u de blokkeringscode nodig.
Als u externe vergrendeling wilt inschakelen en de inhoud van het SMS-bericht wilt opgeven, selecteert u
Menu > Instellingenen Telefoon >
Telefoonbeheer > Beveiliging > Telefoon en SIM­kaart > Ext. telef.vergrendeling > Ingeschakeld.
Tik op het invoerveld om de inh oud van het SMS-bericht in te voeren (5 tot 20 tekens), selecteer controleer het bericht. Voer de blokkeringscode in.
en

Levensduur van de batterij verlengen

Veel functies van uw apparaat gebruiken veel energie en verkorten de levensduur van de batterij. Houd het volgende in gedachten als u energie wilt besparen:
Functies waarbij de Bluetooth-technologie wordt
gebruikt, en het op de achtergrond actief zijn van zulke functies terwijl u andere functies gebruikt, vergen veel energie. Schakel de Bluetooth­technologie uit wanneer u deze niet nodig hebt.
Functies waarbij een WLAN (draadloos LAN) wordt
gebruikt en het op de achtergrond actief zijn van zulke functies terwijl u andere functies gebruikt, vergen veel energie. WLAN op uw Nokia-apparaat wordt uitgeschakeld, wanneer u geen verbinding probeert te maken, u geen verbinding met een toegangspunt hebt en u niet controleert op beschikbare netwerken. U kunt het batterijverbruik verder reduceren door op te geven dat er niet (of minder vaak) door uw apparaat op de achtergrond wordt gecontroleerd op beschikbare netwerken.
Als u Packet-ggvnsverbinding hebt ingesteld op
Automat. bij signaal in de verbindingsinstellingen
en er geen dekking voor een gegevensverbinding (GPRS) is, probeert het apparaat van tijd tot tijd een gegevensverbinding tot stand te brengen. Selecteer
Packet-ggvnsverbinding > Wanneer nodig om
de bedrijfsduur van het apparaat te verlengen.
Met de toepassing Kaarten worden nieuwe
kaartgegevens gedownload als u naar nieuwe gedeelten van de kaart bladert. Dit vergt extra batterijcapaciteit. U kunt voorkomen dat nieuwe kaarten automatisch worden gedownload.
Als de signaalsterkte van het mobiele netwerk erg
varieert in uw gebied, moet het apparaat herhaaldelijk zoeken naar het beschikbare netwerk. Dit vergt extra batterijcapaciteit.
Als de netwerkmodus in de netwerkinstellingen is ingesteld op dual-modus, zoekt het apparaat het UMTS-netwerk. U kunt het apparaat zo instellen dat het alleen het GSM-netwerk gebruikt. Als u wilt dat het apparaat alleen het GSM-netwerk gebruikt, selecteert u Menu > Instellingen en
Connectiviteit > Netwerk > Netwerkmodus > GSM.
De achtergrondverlichting van het scherm gebruikt
veel energie. U kunt bij de instellingen voor het scherm opgeven na hoeveel tijd de achtergrondverlichting wordt uitgeschakeld wanneer er geen activiteiten plaatsvin den. Ook kunt
Hulp zoeken
15
u hier de lichtsensor aanpassen die de lichtcondities controleert en de helderheid van scherm hierop afstemt. Selecteer Menu > Instellingen en
Telefoon > Weergave > Time-out verlichting
of Helderheid.
Het actief laten van toepassingen op de achtergrond
Hulp zoeken
kost energie. Als u toepassingen wilt sluiten die u niet gebruikt, houdt u de menutoets ingedrukt, selecteert u Opties > Open toepassingen en gaat u naar de toepassing door meerdere keren op de menutoets te drukken. Houd de menutoets ingedrukt en selecteer Afsluiten.

Geheugen vrijmaken

Als u wilt zien hoeveel ruimte beschikbaar is voor verschillende gegevenstypen, selecteert u Menu >
Toepassingen > Best.beheer.
Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen om gegevens op te slaan. Als er bijna geen geheugen beschikbaar is op de verschillende geheugenlocaties, wordt dit door het apparaat gemeld.
U maakt geheugen vrij door gegevens naar een compatibele geheugenkaart (indien beschikbaar) of een compatibele computer over te brengen.
Als u gegevens wilt verwijderen die u niet meer nodig hebt, gebruikt u Bestandsbeheer of opent u de
16
desbetreffende toepassing. U kunt het volgende verwijderen:
Berichten in de mappen in Berichten en opgehaalde
e-mailberichten in de mailbox
Opgeslagen webpagina's
Contactgegevens
Agendanotities
Toepassingen in Toepassingsbeheer die u niet
nodig hebt
Installatiebestanden (.SIS of .SISX) van toepassingen
die u hebt geïnstalleerd. Breng de installatiebestanden over naar een compatibele computer.
Afbeeldingen en videoclips in Foto's. Maak een back-
up van de bestanden op een compatibele computer.

Aan de slag

Opmerking: Het oppervlak van dit apparaat
bevat geen nikkel in de gemetalliseerde delen. Het oppervlak van dit apparaat bevat roestvrij staal.

Toetsen en onderdelen (voorkant)

1 — Nabijheidssensor 2 — Oorstukje 3 — Aanraakscherm 4 — Menutoets
5 — Beltoets 6 — Lens van secundaire camera 7 — Lichtsensor 8 — End-toets
Het gedeelte boven het aanraakscherm mag niet met bijvoorbeeld een beschermlaagje of met plakband worden bedekt.

Toetsen en onderdelen (achterkant)

1 — Cameraflitser 2 — Cameralens 3 — Lenskapje
Aan de slag
17

Toetsen en onderdelen (sides)

Aan de slag
1 — Stereospeaker 2 — Micro-USB-connector 3 — Indicatorlampje voor opladen 4 — Blokkeringsschakelaar 5 — Toets Volume omhoog/Inzoomen 6 — Toets Volume omlaag/Uitzoomen 7 — Opnametoets
18

Toetsen en onderdelen (bovenkant)

1 — Aan/uit-toets 2 — Nokia AV-connector (3,5 mm) voor compatibele
headsets, hoofdtelefoons en tv-uitvoerconnectoren

De SIM-kaart en de batterij plaatsen

Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
1. Verwijder de cover door deze van de onderkant van
het apparaat af te halen.
2. Als in het apparaat een batterij is geplaatst,
verwijdert u de batterij door deze in de richting van de pijl te tillen.
3. Trek de SIM-kaarthouder eruit en plaats de SIM-
kaart. Zorg ervoor dat de goudkleurige contactpunten op de kaart naar beneden zijn gericht en dat de afgeschuinde hoek van de geheugenkaart gericht is naar de afgeschuinde hoek van de kaarthouder. Duw de SIM-kaarthouder weer op zijn plaats.
4. Leg de contactpunten van de batterij op één lijn met
de overeenkomende aansluitpunten op het
batterijvak en schuif de batterij in de richting van de pijl.
5. Om de cover terug te plaatsen, houdt u de bovenste
vergrendelingen in de richting van de bijbehorende sleuven en duwt u de cover naar beneden totdat deze vastklikt.

Geheugenkaart

Gebruik alleen compatibele microSD­kaarten die door Nokia is goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Nokia maakt gebruik van goedgekeurde industriële normen voor geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet geheel compatibel met dit apparaat. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het
Aan de slag
19
apparaat beschadigen en gegevens op de kaart aantasten.

De geheugenkaart verwijderen

De geheugenkaart plaatsen

Mogelijk bevat het apparaat bij ingebruikneming al
Aan de slag
een geheugenkaart. Als dat niet het geval is, doet u het volgende:
1. Verwijder de cover van het apparaat.
2. Plaats een compatibele
geheugenkaart in de sleuf. Zorg ervoor dat de contactpunten van de kaart naar beneden en in de richting van de sleuf zijn gericht.
3. Duw de kaart in de sleuf. Als
de kaart goed is geplaatst, hoort u dat de kaart vastklikt.
4. Plaats de cover weer op het
apparaat. Houd het apparaat naar beneden gericht wanneer u de cover terugplaatst. Zorg ervoor dat de cover goed wordt gesloten.
20
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op
het moment dat er een bewerking wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Als u de kaart tijdens een dergelijke bewerking verwijdert, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
1. Druk voordat u de kaart verwijdert op de aan/uit-
toets en selecteer Geh.kaart verwijderen. Alle toepassingen worden gesloten.
2. Wanneer Bij verwijderen geheugenkaart
worden geopende toepassingen gesloten. Toch verwijderen? wordt weergegeven, selecteert u Ja.
3. Wanneer Verwijder geheugenkaart en druk op
'OK' wordt weergegeven, verwijdert u de cover van
het apparaat.
4. Haal de geheugenkaart uit de sleuf door op de kaart
te drukken.
5. Trek de geheugenkaart uit de sleuf. Als het apparaat
is ingeschakeld, selecteert u OK.
6. Plaats de cover weer op het apparaat. Zorg ervoor
dat de cover goed wordt gesloten.

Antennelocaties

Het apparaat kan interne en externe antennes hebben. Zoals bij alle radiozenda pparatuur, geldt dat u onnodig contact met het gebied rond de antenne moet vermijden als de antenne aan het zenden of ontvangen is. Contact met een dergelijke antenne kan de kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden, ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan anders noodzakelijk is en de levensduur van de batterij verkorten.

Het apparaat in- en uitschakelen

Het apparaat inschakelen:
1. Houd de aan/uit-toets ingedrukt.
2. Als er naar een PIN-code of
blokkeringscode wordt gevraagd, voert u deze in en selecteert u OK. De vooraf ingestelde blokkeringscode is
12345. Als u de code bent vergeten en het apparaat is geblokkeerd, kunnen er extra servicekosten in rekening worden gebracht. Neem voor meer informatie contact op met een Nokia Care-locatie of de leverancier van uw apparaat.
Als u het apparaat wilt uitschakelen, drukt u kort op de aan/uit-toets en selecteert u Uitschakelen!.

De batterij opladen

De batterij is in de fabriek gedeeltelijk opgeladen. U hoeft het apparaat niet eerst te laden. Als wordt aangegeven dat het batterijniveau laag is, gaat u als volgt te werk:
Aan de slag
21
Normaal opladen
1. Steek de oplader
in het stopcontact.
2. Sluit de oplader
aan op het
Aan de slag
apparaat. Het lichtje van de batterij-indicator naast de USB-connector brandt wanneer de batterij wordt opgeladen.
3. Wanneer wordt aangegeven dat de batterij volledig
is opgeladen, ontkoppelt u de oplader van het apparaat en haalt u deze uit het stopcontact.
U hoeft de batterij niet gedurende een bepaalde periode op te laden en u kunt het apparaat gebruiken terwijl het wordt opgeladen. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Tip: Haal de stekker van de lader uit het stopcontact wanneer de lader niet wordt gebruikt. Een lader die op het stopcontact is aangesloten, verbruikt stroom, zelfs als de lader niet op het apparaat is aangesloten.
Opladen via USB
U kunt opladen via USB als er geen stopcontact beschikbaar is. Als u het apparaat oplaadt via USB, kunt
22
u ook gelijktijdig gegevens overbrengen.
1. Sluit een compatibel USB-apparaat aan op uw
apparaat met een compatibele USB-kabel. Afhankelijk van het type apparaat dat voor het
opladen wordt gebruikt, kan het enige tijd duren voordat er met het laden wordt begonnen.
2. Als het apparaat is ingeschakeld, kunt u op het
scherm van het apparaat uit de beschikbare opties voor de USB-modus kiezen.
Opmerking: Het apparaat of de oplader kan bij
langdurig gebruik of bij het opladen warm aanvoelen. Dit is in de meeste gevallen normaal. Als u denkt dat het apparaat of de oplader niet goed werkt, kunt u deze naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt brengen.

Headset

U kunt een compatibele headset of hoofdtelefoon bij uw apparaat gebruiken. Mogelijk moet u de kabelmodus selecteren.
Sommige headsets worden geleverd in twee delen, een externe afstandsbediening en een hoofdtelefoon. Een externe afstandsbediening bevat een microfoon en toetsen om een telefoongesprek te starten of te beëindigen, het volume aan te passen en muziek of videobestanden af te spelen. Als u de hoofdtelefoon in combinatie met een externe afstandsbediening wilt gebruiken, sluit u deze aan op de Nokia AV-aansluiting
in het apparaat en sluit u vervolgens de hoofdtelefoon aan op de afstandsbediening.
Waarschuwing: Wanneer u
de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen.
Sluit geen producten aan die een uitgangssignaal afgeven, aangezien het apparaat dan beschadigd kan raken. Sluit geen energiebron aan op de netstroomconnector van Nokia.
Als u externe apparaten of hoofdtelefoons op de netstroomconnector van Nokia aansluit die niet door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat, moet u extra letten op het geluidsniveau.

Polsband bevestigen

1. Open de cover aan de achterkant.
2. Bevestig een polsband.
3. Sluit de cover.

Aanraakschermacties

Belangrijk: Gebruik alleen een Stylus die door
Nokia is goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Als u een andere Stylus gebruikt, kan de garantie op het apparaat vervallen en kan het aanraakscherm beschadigd raken. Voorkom dat er krassen ontstaan op het aanraakscherm. Gebruik nooit een echte pen of echt potlood of andere scherpe voorwerpen om op het aanraakscherm te schrijven.
Tikken en dubbeltikken
Als u een toepassing of ander element op het aanraakscherm wilt openen, tikt u er normaal gesproken op met uw vinger. Voor de volgende items geldt echter dat u er twee keer op moet tikken.
Lijst-items in een toepassing, zoals de map
Ontwerpen in de toepassing Berichten.
Bestanden in een bestandenlijst, bijvoorbeeld een
afbeelding in de map Opgenomen in de toepassing Foto's.
Aan de slag
23
Tip: Wanneer u een lijstweergave opent, is
het eerste item al geselecteerd. Als u het geselecteerde item wilt openen, tikt u er een keer op.
Als u een keer op een bestand of soortgelijk item tikt, wordt het niet geopend maar selecteert u het.
Aan de slag
Als u wilt zien welke opties beschikbaar zijn voor het item, selecteert u Opties of een pictogram op een werkbalk als deze beschikbaar is.
Selecteer
In deze gebruikersdocumentatie wordt het openen van toepassingen of items door er eenmaal of tweemaal op te tikken "selecteren" genoemd. Als u verschillende items op volgorde wilt selecteren, worden de te selecteren schermteksten gescheiden door pijlen.
Voorbeeld: Als u Opties > Help wilt selecteren, tikt u op Opties en vervolgens op Help.
Slepen
U kunt slepen door uw vinger op het scherm te plaatsen en over het scherm te laten glijden.
Voorbeeld: Als u naar de bovenkant of onderkant van een webpagina wilt gaan, sleept u de pagina met uw vinger.
De vinger heen en weer bewegen
U kunt ook items selecteren door uw vinger snel naar
24
links of rechts op het scherm heen en weer te bewegen.
Voorbeeld: Als u een afbeelding weergeeft en u wilt de volgende of vorige afbeelding weergeven, schuift u met uw vinger naar links of naar rechts.
Bladeren
Als u in een lijst die voorzien is van een schuifbalk naar boven of beneden wilt bladeren, sleept u de schuifregelaar van de schuifbalk.
In sommige lijstweergaven kunt u uw vinger op een item van de lijst plaatsen en het naar boven of beneden verplaatsen.
Voorbeeld: Als u door uw contacten wilt bladeren, plaatst u uw vinger op een contact en sleept u naar boven of beneden.
Tip: Als u een korte beschrijving van pictogrammen of knoppen wilt weergeven, plaatst u uw vinger op het betreffende pictogram of de knop. Niet voor alle pictogrammen en knoppen zijn beschrijvingen beschikbaar.
Achtergrondverlichting van het aanraakscherm
De achtergrondverlichting van het aanraakscherm wordt na een periode van inactiviteit uitgeschakeld. Als u de achtergrondverlichting van het scherm wilt inschakelen, tikt u op het scherm.
Als het aanraakscherm en de toetsen geblokkeerd zijn, kunt u de achtergrondverlichting van het scherm niet
inschakelen door op het scherm te tikken. Als u het scherm en de toetsen wilt deblokkeren, schuift u de blokkeringsschakelaar die zich aan de zijkant van het apparaat bevindt.

Tekst schrijven

U kunt tekst in verschillende modi invoeren. Het volledige toetsenbord werkt als een gewoon toetsenbord en met het alfanumerieke toetsenblok op het scherm kunt u op tekens tikken. Met de handschriftherkenningsmodi kunt u tekens direct op het scherm schrijven.
Als u de tekstinvoermodus wilt inschakelen, tikt u op een tekstinvoerveld.
Als u in de tekstinvoerweergave wilt schakelen tussen de beschikbare tekstinvoermodi, tikt u op selecteert u de gewenste invoermodus.
Welke invoermethoden en talen worden ondersteund door de handschriftherkenningsfunctie is afhankelijk van de regio.
en

Toetsenbordinvoer

Toetsenbord
Uw apparaat is uitgerust met een volledig toetsenbord. Als u het toetsenbord wilt openen, duwt u het aanraakscherm omhoog. In alle toepassingen wordt de weergave automatisch van staand in liggend veranderd zodra u het toetsenbord opent.
1Shift-toets. Als u tussen hoofdletters en kleine
letters wilt wisselen, drukt u op de Shift-toets. Om alleen hoofdletters of kleine letters te typen, drukt u twee keer snel op de Shift-toets
2Spatie-toets 3Sym-toets. Met de sym-toets kunt u tekens
invoeren die niet op het toetsenbord staan.
Aan de slag
25
4Functie-toets. Als u cijfers of tekens op de
bovenkant van de toetsen wilt invoegen, houdt u de functietoets ingedrukt en drukt u op de betreffende toets, of u drukt alleen op de betreffende toets. Als u alleen de tekens op de bovenkant van de toetsen wilt invoeren, drukt u snel twee keer achtereen op de
Aan de slag
functietoets. Als u terug wilt gaan naar de normale modus, drukt u opnieuw op de functietoets.
5Backspace-toets. Als u een teken wilt
verwijderen, drukt u op de backspace-toets. Als u meerdere tekens wilt verwijderen, drukt u op de backspace-toets en houdt u deze ingedrukt.

Aanraakinvoer

Handschrift
Als u de handschriftmodus wilt inschakelen, tikt u op
en Handschrift.
Schrijf leesbare blokletters in het gebied voor tekstinvoer en gebruik spaties tussen de tekens.
Als u het apparaat uw handschrift wilt leren, tikt u op
en Handschrifttraining.
Als u letters en getallen (standaardmodus) wilt invoeren, schrijft u woorden zoals u dat normaal zou doen. Als u de getallenmodus wilt selecteren, tikt u op
in het rechterdeelvenster van het invoergebied. Als
26
u niet-Latijnse tekens wilt invoeren, tikt u op het bijbehorende pictogram als dit beschikbaar is.
Als u speciale tekens wilt schrijven, schrijft u deze zoals u dat normaal zou doen. U kunt ook op rechterdeelvenster van het invoergebied tikken en het gewenste teken uit de pop-uptabel selecteren.
Als u tekens wilt verwijderen of de cursor terug wilt verplaatsen, gaat u naar achteren door uw vinger te bewegen (zie afbeelding 1). Als u een spatie wilt invoegen, gaat u vooruit door uw vinger te bewegen (zie afbeelding 2).
in het
Schermaanraakinstellingen
Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon >
Aanraakinvoer.
Als u tekstinvoerinstellingen wilt configureren voor het aanraakscherm, selecteert u uit de volgende:
Handschrifttraining — Open de
handschrifttrainingstoepassing. Hiermee leert het apparaat uw handschrift beter te herkennen. Deze optie is niet beschikbaar in alle talen.
Schrijftaal — Definieer welke taalspecifieke tekens
worden herkend in uw handschrift en hoe uw schermtoetsenbord wordt ingedeeld.
Schrijfsnelheid — Pas de snelheid aan waarmee
uw handschrift wordt herkend.
Hulplijn — De schrijflijn in het schrijfgebied tonen
of verbergen. De schrijflijn helpt u in een rechte lijn te schrijven. Hierdoor kan het apparaat uw handschrift beter herkennen.
Lijndikte — Hiermee wijzigt u de dikte van de tekst
die wordt geschreven met de stylus.
Schrijfkleur — Hiermee wijzigt u de kleur van de
tekst die wordt geschreven met de stylus.
Pictogrammen en functies
Met het schermtoetsenbord (Alfanumeriek
toetsenbl.) kunt u tekens invoeren net als met een
traditioneel telefoontoetsenbord met cijfers op de toetsen. Een uitleg van elk pictogram en zijn functie vindt u in de volgende figuur.
1 — Sluiten - Hiermee sluit u het schermtoetsenbord
(Alfanumeriek toetsenbl.).
2 — Invoermenu - Hiermee opent u het invoermenu,
dat opties bevat zoals Tekstvoorspell. activeren en
Schrijftaal.
3 — Tekstinvoersymbool - Hiermee opent u een pop-
upvenster waarin u tekstvoorspellingsmodi kunt inschakelen of uitschakelen en kunt wisselen tussen hoofdletters en kleine letters en tussen cijfer- en lettermodus.
4 — Invoermodus - Hiermee opent u een pop-
upvenster waarin u kunt selecteren uit de beschikbare invoermodi. Wanneer u op een item drukt, wordt de
Aan de slag
27
huidige invoermethodeweergave gesloten en wordt de geselecteerde geopend.
5 — Pijltjestoetsen - Hiermee verplaatst u de cursor
naar links of naar rechts.
6 — Backspace - Hiermee verwijdert u het zojuist
Aan de slag
ingevoerde teken.
7 — Cijfertoetsen - Hiermee voert u gewenste cijfers of
letters in, volgens de huidige hoofd-/kleineletter­modus en invoermodus.
8 — Sterretje - Hiermee opent u een tabel speciale
tekens.
9 — Shift - Hiermee wisselt u tussen hoofd-/kleine
letters, schakelt u tekstvoorspelling in of uit en schakelt u tussen cijfer- en lettermodus.

Toetsen en aanraakscherm vergrendelen

Door de vergrendelingsschakelaar aan de zijkant van het apparaat te verschuiven kunt u het aanraakscherm en de toetsen vergrendelen of ontgrendelen.
Wanneer het aanraakscherm en de toetsen vergrendeld zijn, is het aanraakscherm uitgeschakeld, en zijn de toetsen niet actief.
Het scherm en de toetsen worden mogelijk automatisch vergrendeld als u het apparaat een tijdje
28
niet gebruikt. Als u de instellingen voor automatische
scherm- en toetsenvergrendeling wilt weergeven, selecteert u Menu > Instellingen en Telefoon >
Telefoonbeheer > Aut. toetsblokk. > Per. autom. vergr. ttsnblk.

Nokia-overdracht

Inhoud overbrengen

Met de toepassing Overdracht kunt u inhoud, zoals telefoonnummers, adressen, agenda-items en afbeeldingen van uw vorige Nokia-apparaat kopiëren naar uw apparaat.
Welk type inhoud kan worden overgedragen, hangt af van het model van het apparaat waaruit u de inhoud wilt overbrengen. Als het apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt u de gegevens tussen de apparaten ook synchroniseren. Er wordt een bericht weergegeven als het andere apparaat niet compatibel is.
Als het andere apparaat alleen met een SIM-kaart kan worden ingeschakeld, kunt u uw SIM-kaart plaatsen. Wanneer uw apparaat wordt ingeschakeld zonder SIM­kaart, wordt automatisch het profiel Offline geactiveerd en is gegevensoverdracht mogelijk.
De eerste keer inhoud overbrengen
1. Wanneer u voor het eerst gegevens van het andere
apparaat wilt ophalen naar uw apparaat, selecteert u Telef.overdracht in de toepassing Welkom, of
selecteert u Menu > Instellingen >
Connectiviteit > Gegevensoverdr. > Telef.overdracht.
2. Selecteer het verbindingstype dat u wilt gebruiken
om de gegevens over te brengen. Beide apparaten moeten het geselecteerde verbindingstype ondersteunen.
3. Als u Bluetooth-verbindingen als verbindingstype
hebt gekozen, verbindt u beide apparaten. Selecteer Doorgaan als u met uw apparaat wilt zoeken naar andere apparaten met Bluetooth. Selecteer het apparaat waaruit u inhoud wilt overbrengen. U wordt gevraagd een code in te voeren op uw apparaat. Voer een code in (1-16 cijfers) en selecteer OK. Voer dezelfde code ook in op het andere apparaat en selecteer OK. De apparaten zijn nu gekoppeld.
Sommige oudere Nokia-apparaten hebben nog geen toepassing Overdracht. In dat geval wordt de toepassing Overdracht als bericht naar het andere apparaat verzonden. Open het bericht om de toepassing Overdracht te installeren op het andere apparaat en volg de instructies op het scherm.
4. Selecteer op uw apparaat de inhoud die u vanaf het
andere apparaat wilt overbrengen. Wanneer de overdracht is gestart, kunt u deze
annuleren en later verder gaan.
De inhoud wordt overgedragen vanuit het geheugen van het andere apparaat naar de overeenkomstige locatie op uw apparaat. De tijd die nodig is voor de overdracht, is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens.

Inhoud synchroniseren, ophalen of verzenden

Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit >
Gegevensoverdr. > Telef.overdracht.
Selecteer na de eerste bestandsoverdracht een van de volgende opties om een nieuwe overdracht te starten, afhankelijk van het model:
om de inhoud tussen uw apparaat en het andere apparaat te synchroniseren, als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt. De synchronisatie verloopt in twee richtingen. Als een item op het ene apparaat is verwijderd, wordt het ook op het andere verwijderd. U kunt verwijderde items niet terugzetten via een synchronisatie.
om inhoud van het andere apparaat naar uw apparaat te halen. Bij het ophalen wordt inhoud van het andere apparaat naar uw apparaat gedownload. Mogelijk wordt aan u gevraagd of u de oorspronkelijke inhoud op het andere apparaat wilt behouden of verwijderen, afhankelijk van het model van het apparaat.
Aan de slag
29
om inhoud van uw apparaat naar het andere
apparaat te verzenden Als een item niet kan worden verzonden, afhankelijk
van het type van het andere apparaat, kunt u het item toevoegen aan de Nokia-map onder C:\Nokia of E:
\Nokia in uw apparaat. Wanneer u de map selecteert
Aan de slag
waarnaar de items moeten worden overgebracht, worden de items in de bijbehorende map in het andere apparaat gesynchroniseerd, en omgekeerd.
Een overdracht herhalen met een snelkoppeling
Na een gegevensoverdracht kunt u een snelkoppeling met de instellingen voor de overdracht in de hoofdweergave opslaan om dezelfde overdracht later te herhalen.
Als u de snelkoppeling wilt bewerken, selecteert u
Opties > Snelkoppellingsinstllngn. U kunt
bijvoorbeeld de snelkoppeling een naam geven of deze naam wijzigen.
Na elke overdracht wordt een overdrachtslogbestand weergegeven. U kunt het logbestand van de laatste overdracht bekijken door een snelkoppeling in de hoofdweergave te selecteren en Opties > Log
bekijken te kiezen.
Omgaan met overdrachtsconflicten
Wanneer een item dat moet worden overgebracht op beide apparaten is bewerkt, probeert het apparaat de
30
wijzigingen automatisch samen te voegen. Als dit niet
mogelijk is, ontstaat er een overdrachtconflict. Selecteer 1 voor 1 controleren, Prioriteit deze
telefoon of Priorit. andere telefoon om het conflict
op te lossen.
Loading...
+ 150 hidden pages