Nokia, Nokia Connecting People, Nseries, N97, het Nokia Original Accessories-logo en Ovi zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia
Corporation. De Nokia-melodie is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Andere product- en bedrijfsnamen die in dit document worden genoemd, kunnen
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-505 in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere
relevante bepalingen van Europese richtlijn 1999/5/EG. Een exemplaar van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de
volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
handelsmerken of handelsnamen van hun respectieve eigenaars zijn.
Reproductie, overdracht, distributie of opslag van de gehele of gedeeltelijke inhoud van dit document in enige vorm zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Nokia is verboden. Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande
kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio-licentie (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is
gecodeerd volgens de visuele norm MPEG-4, door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit, en (ii) voor gebruik in verband met
MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie
verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar
bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE
OORZAAK DAN OOK.
Toepassingen van derden die bij uw apparaat worden geleverd, kunnen zijn gemaakt door en in eigendom zijn van personen en entiteiten die geen relatie of
verband met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de auteursrechten of de intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig
draagt Nokia geen verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de functionaliteit van deze toepassingen of de informatie in deze
toepassingen of het materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden.
MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN A CCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ
IMPLICIET, VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH GELIEERDE PARTIJEN
VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT) GARANTIES BETREFFENDE TITEL,
VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKEN OP OCTROOIEN, AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN
OF ANDERE RECHTEN VAN DERDEN.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHT ENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE
GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER
MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VE RKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKT HEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. N OKIA BEHOUDT
ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
Reverse engineering van de software in het apparaat is verboden voor zover maximaal is toegestaan op grond van het toepasselijke recht. Voor zover deze
gebruikershandleiding beperkingen bevat aangaande verklaringen, garanties, schadevergoedingsplichten en aansprakelijkheden van Nokia, gelden deze
beperkingen op dezelfde wijze voor verklaringen, garanties, schadevergoedingsplicht en aansprakelijkheden van Nokia-licentiegevers.
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia-dealer
voor details en de beschikbaarheid van taalopties. Di t apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving
betreffende export van de VS en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
MEDEDELING FCC/INDUSTRY CANADA
Dit apparaat kan tv- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van ontvangstapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal
Communications Commission (FCC) of Industry Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden.
Neem contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de
volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf accepteren, ook
wanneer deze een ongewenste werking tot gevolg kunnen hebben. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen
het recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen.
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen
Veiligheid
van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees
de volledige gebruikershandleiding voor meer
informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET
VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van
mobiele telefoons verboden is of als dit storing
of gevaar zou kunnen opleveren.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn
voor storing. Dit kan de werking van het
apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN
WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT
Houd u aan alle mogelijke beperkende
maatregelen. Schakel het apparaat uit in
vliegtuigen en in de nabijheid van medische
apparatuur, brandstof, chemicaliën of gebieden
waar explosieven worden gebruikt.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
8
Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens
het rijden uw handen vrij om uw voertuig te
besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste
prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen
worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en
batterijen. Sluit geen incompatibele producten
aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het
apparaat droog.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt
beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in de (E)GSM 850,
900, 1800,1900 en UMTS 900, 1900, 2100-netwerken.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer
informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat
aan alle regelgeving en eerbiedig lokale gebruiken,
privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder
auteursrechten.
Auteursrechten kunnen verhinderen dat bepaalde
afbeeldingen, muziek en andere inhoud worden
gekopieerd, gewijzigd of overgedragen.
Het apparaat ondersteunt diverse verbindingsmethoden.
Net als computers kan uw apparaat worden blootgesteld
aan virussen en andere schadelijke inhoud. Wees
voorzichtig met berichten, verbindingsverzoeken,
browsen en downloaden. Installeer en gebruik alleen
diensten en andere software van betrouwbare bronnen
die adequate beveiliging en bescherming tegen
schadelijke software bieden, zoals toepassingen die
Symbian-ondertekend zijn of de Java Verified™-test
hebben doorstaan. Overweeg de installatie van antivirusen andere beveiligingssoftware op het apparaat en
eventuele aangesloten computers.
Belangrijk: Uw apparaat kan slechts één
antivirustoepassing ondersteunen. Bij meerdere
toepassingen met antivirusfunctionaliteit kunnen de
prestaties en werking worden beïnvloed of kan het
apparaat ophouden te werken.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde
bladwijzers en koppelingen naar websites van derden. U
kunt met het apparaat ook andere sites van derden
bezoeken. Sites van derden zijn niet verbonden met Nokia
en Nokia onderschrijft deze niet en neemt er geen
aansprakelijkheid voor. Als u dergelijke sites wilt
bezoeken, moet u voorzorgsmaatregelen treffen op het
gebied van beveiliging of inhoud.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het
apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in
wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen
of gevaar kan veroorzaken.
De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijke
functies van Microsoft Word, PowerPoint en Excel
(Microsoft Office 2000, XP en 2003). Niet alle
bestandsindelingen kunnen worden bekeken of
gewijzigd.
Vergeet niet een back-up of een gedrukte kopie te maken
van alle belangrijke gegevens die in uw apparaat zijn
opgeslagen.
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit,
dient u eerst de handleiding van het desbetreffende
apparaat te raadplegen voor uitgebreide
veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele
producten aan.
De afbeeldingen in deze handleiding verschillen mogelijk
van het scherm van uw apparaat.
Netwerkdiensten
Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikken
over een abonnement bij een aanbieder van draadloze
Veiligheid
9
verbindingsdiensten. Enkele functies zijn niet op alle
netwerken beschikbaar. Er zijn ook functies waarvoor u
specifieke regelingen met uw serviceprovider moet
treffen voordat u ze kunt gebruiken. Wanneer u
netwerkdiensten gebruikt, worden er gegevens
Veiligheid
overgedragen. Informeer bij uw serviceprovider naar de
kosten voor communicatie op uw eigen telefoonnetwerk
en wanneer u in het dekkingsgebied van andere
netwerken verkeert. Uw serviceprovider kan u vertellen
welke kosten in rekening worden gebracht. Bij sommige
netwerken gelden beperkingen die invloed hebben op hoe
u sommige functies van dit apparaat kunt gebruiken die
netwerkondersteuning nodig hebben, zoals
ondersteuning voor specifieke technologieën,
bijvoorbeeld WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die
werken met TCP/IP-protocollen en taalafhankelijke
tekens.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in
uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het
menu van uw apparaat weergegeven. Mogelijk is uw
apparaat voorzien van aangepaste onderdelen, zoals
menunamen, menuvolgorde en pictogrammen.
Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk
gebruik van gedeeld geheugen: MMS (multimedia
10
messaging), e-mail-toepassing, chatten. Door het gebruik
van een of meer van deze functies is er mogelijk minder
geheugen beschikbaar voor de overige functies die
geheugen delen. Wanneer u een functie probeert in te
schakelen waarvoor gedeeld geheugen wordt gebruikt, is
het mogelijk dat op het apparaat een bericht wordt
weergeven dat het geheugen vol is. Verwijder in dit geval
voordat u doorgaat een gedeelte van de informatie of
registraties die in het gedeelde geheugen zijn opgeslagen.
Bij langdurig gebruik zoals een actief videogesprek en een
gegevensverbinding met hoge snelheid kan het apparaat
warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Als
u vermoedt dat het apparaat niet naar behoren werkt,
brengt u het dan naar het dichtstbijzijnde bevoegde
servicepunt.
ActiveSync
Gebruik van Mail voor Exchange is beperkt tot draadloze
synchronisatie van PIM-informatie tussen het Nokiaapparaat en de geautoriseerde Microsoft Exchange-server.
Hulp zoeken
Ondersteuning
Als u meer wilt weten over hoe u uw product kunt
gebruiken of u weet niet zeker hoe het apparaat
behoort te werken, gaat u naar de
ondersteuningspagina's op www.nokia.com/support
of de lokale Nokia-website www.nokia.mobi/support
(voor mobiele apparaten), de Help-toepassing in het
apparaat zelf of de gebruikershandleiding.
Als u hiermee het probleem niet kunt oplossen, doet u
het volgende:
● Start het apparaat opnieuw op: schakel het
apparaat uit en verwijder de batterij. Plaats de
batterij na een ongeveer een minuut weer in het
apparaat en schakel het apparaat in.
● Werk de software op uw apparaat regelmatig bij
met de toepassing Nokia Software Updater zodat
het optimaal presteert en beschikt over eventueel
nieuwe functies. Ga naar www.nokia.com/
softwareupdate of uw lokale Nokia-website.
Vergeet niet om een back-up te maken van de
gegevens in het apparaat voordat u de software van
het apparaat bijwerkt.
● Herstel de oorspronkelijke fabrieksinstellingen
zoals in de gebruikershandleiding wordt uitgelegd.
Documenten en bestanden worden tijdens het
opnieuw instellen van de oorspronkelijke waarden
niet verwijderd.
Als het probleem nog steeds niet is opgelost, neemt u
contact op met Nokia om het apparaat te laten
repareren. Ga naar www.nokia.com/repair. Maak eerst
een back-up van de gegevens in uw apparaat voordat
u het voor reparatie verstuurt.
Help van het apparaat
Uw apparaat bevat instructies voor de toepassingen op
het apparaat.
Als u help wilt openen vanuit het hoofdmenu,
selecteert u Menu > Toepassingen > Help en de
toepassing waarbij u hulp nodig hebt.
Als u vanuit een geopende toepassing de help voor de
huidige weergave wilt openen, selecteert u Opties >
Help.
Als u tijdens het lezen de lettergrootte van de helptekst
wilt wijzigen, selecteert u Opties > Lettergrootte
verkleinen of Lettergrootte vergroten.
Hulp zoeken
11
Aan het einde van de helptekst vindt u koppelingen
naar verwante onderwerpen. Als u een onderstreept
woord selecteert, wordt een korte uitleg
weergegeven. In de help worden de volgende
symbolen gebruikt:
verwant helponderwerp.
Hulp zoeken
de toepassing die wordt besproken.
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan
naar de toepassing die op de achtergrond is geopend
door de menutoets ingedrukt te houden en een item
te selecteren in de lijst geopende toepassingen.
toont een koppeling naar een
toont een koppeling naar
Met Software-update (netwerkdienst) kunt u de
beschikbare updates voor toepassingen controleren,
downloaden en op het apparaat installeren.
Bij het downloaden van software-updates worden
mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het
netwerk van uw serviceprovider overgedragen. Neem
contact op met uw serviceprovider voor meer
informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Zorg ervoor dat de batterij van het apparaat voldoende
capaciteit heeft of dat de lader is aangesloten voordat
u begint met bijwerken.
Extra toepassingen
Er zijn verschillende toepassingen beschikbaar van
Nokia en andere leveranciers van software die u helpen
meer met uw apparaat te doen. Deze toepassingen
worden behandeld in de handleidingen die
beschikbaar zijn op de pagina's voor
productondersteuning op www.nokia.com/support of
op uw lokale Nokia-website.
Apparaatsoftware bijwerken
Draadloos bijwerken van software
Selecteer Menu > Toepassingen > Sw-update.
12
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een
software-update kunt u het apparaat niet gebruiken,
zelfs niet om een alarmnummer te bellen, totdat de
installatie voltooid is en het apparaat opnieuw is
ingeschakeld. Zorg ervoor dat u een back-up maakt van
de gegevens voordat u de installatie van een update
aanvaardt.
Nadat u de apparaatsoftware of toepassingen hebt
bijgewerkt met Software-update, zijn de instructies
voor de bijgewerkte toepassingen in de
gebruikershandleiding of de Help mogelijk niet meer
up-to-date.
Selecteer
downloaden. Als u bepaalde updates niet wilt
downloaden, selecteert u de desbetreffende updates
in de lijst en verwijdert u de bijbehorende markering.
om de beschikbare updates te
Selecteer de update en klik op om informatie over
een update weer te geven.
Als u de status van vorige updates wilt weergeven,
selecteert u
Selecteer Opties en een van de volgende opties:
● Update via computer — Hiermee werkt u het
apparaat bij met behulp van een pc. Deze optie
vervangt de optie Update starten wanneer updates
alleen beschikbaar zijn met behulp van de pctoepassing Nokia Software Updater.
● Upd.geschied. bekijken — Hiermee bekijkt u de
status van vorige updates.
● Instellingen — Hiermee wijzigt u de instellingen,
zoals het standaardtoegangspunt dat moet worden
gebruikt voor het downloaden van updates.
● Vrijwaring — Hiermee bekijkt u de
licentieovereenkomst van Nokia.
.
compatibele USB-gegevenskabel om uw apparaat op
de pc aan te sluiten.
Voor meer informatie, release notes voor de laatste
softwareversies en voor het downloaden van de
toepassing Nokia Software Updater, gaat u naar
www.nokia.com/softwareupdate of uw plaatselijke
Nokia-website.
Als u de apparaatsoftware wilt bijwerken, gaat u als
volgt te werk:
1. Download en installeer de toepassing Nokia
Software Updater op uw pc.
2. Sluit uw apparaat aan op de pc met behulp van een
USB-gegevenskabel en open de toepassing Nokia
Software Updater. De toepassing Nokia Software
Updater helpt u bij het maken van een back-up van
uw bestanden, het bijwerken van de software en
het terugzetten van uw bestanden.
Hulp zoeken
Software-updates via de pc
Software-updates kunnen nieuwe en verbeterde
functies bevatten die niet beschikbaar waren toen u
uw apparaat aanschafte. De prestaties van het
apparaat kunnen ook verbeteren door het bijwerken
van de software.
Nokia Software Updater is een pc-toepassing waarmee
u de software van uw apparaat kunt bijwerken. Als u
dat wilt doen, hebt u een compatibele pc nodig, een
breedbandverbinding met internet en een
Instellingen
Bij uw apparaat zijn de instellingen voor MMS, GPRS,
streaming en mobiel internet gewoonlijk automatisch
vooraf geconfigureerd op basis van de informatie van
uw netwerkprovider. Misschien zijn de instellingen van
uw dienstproviders al in uw apparaat ingesteld of
ontvangt of vraagt u de instellingen van de
netwerkproviders als een speciaal bericht.
13
U kunt de algemene instellingen in uw apparaat, zoals
de instellingen voor de taal, de stand-bymodus, het
scherm en de toetsenblokvergrendeling, wijzigen.
Toegangscodes
Hulp zoeken
Neem contact op met uw serviceprovider als u een van
de toegangscodes bent vergeten.
● PIN-code (Personal Identification Number) — Deze
code beschermt uw SIM-kaart tegen ongeoorloofd
gebruik. De PIN-code (4 tot 8 cijfers) wordt
gewoonlijk bij de SIM-kaart geleverd. Als u de PINcode driemaal achter elkaar foutief invoert, wordt
de code geblokkeerd. U hebt de PUK-code nodig om
deze blokkering op te heffen.
● UPIN-code — Deze code wordt mogelijk geleverd bij
de USIM-kaart. De USIM-kaart is een uitgebreide
versie van de SIM-kaart die wordt ondersteund door
mobiele UMTS-telefoons.
● PIN2-code — Deze code (vier tot acht cijfers) wordt
bij sommige SIM-kaarten geleverd en verschaft u
toegang tot bepaalde functies op het apparaat.
● Blokkeringscode (ook wel beveiligingscode
genoemd) — De blokkeringscode helpt u om uw
apparaat tegen ongeautoriseerd gebruik te
beveiligen. De code is bij aanschaf ingesteld op
12345. U kunt de code maken en wijzigen en het
14
apparaat zo instellen dat om de code wordt
gevraagd. Houd de nieuwe code geheim en bewaar
deze op een veilige plaats (niet bij het apparaat). Als
u de code vergeet en het apparaat is vergrendeld,
heeft het apparaat onderhoud nodig. Hiervoor
kunnen extra kosten in rekening worden gebracht.
Neem contact op met een Nokia Care-centrum of de
leverancier van het apparaat.
● PUK- (Personal Unblocking Key) en PUK2-
code — Deze codes (acht cijfers) zijn vereist om
respectievelijk een geblokkeerde PIN- of PIN2-code
te wijzigen. Neem contact op met de operator van
uw SIM-kaart als de codes niet bij de SIM-kaart zijn
geleverd.
● UPUK-code — Deze code (acht cijfers) is vereist voor
het wijzigen van een geblokkeerde UPIN-code.
Neem contact op met de operator van uw USIMkaart als deze code niet bij de USIM-kaart is geleverd.
Extern vergrendelen
U kunt uw apparaat en geheugenkaart extern
vergrendelen met behulp van een SMS-bericht om
ongeautoriseerd gebruik van uw apparaat te
voorkomen. Geef de tekst voor het SMS-bericht op en
verstuur het bericht vervolgens naar uw apparaat om
het te vergrendelen. Als u het apparaat wilt
ontgrendelen, hebt u de blokkeringscode nodig.
Als u externe vergrendeling wilt inschakelen en de
inhoud van het SMS-bericht wilt opgeven, selecteert u
Tik op het invoerveld om de inh oud van het SMS-bericht
in te voeren (5 tot 20 tekens), selecteer
controleer het bericht. Voer de blokkeringscode in.
en
Levensduur van de batterij
verlengen
Veel functies van uw apparaat gebruiken veel energie
en verkorten de levensduur van de batterij. Houd het
volgende in gedachten als u energie wilt besparen:
● Functies waarbij de Bluetooth-technologie wordt
gebruikt, en het op de achtergrond actief zijn van
zulke functies terwijl u andere functies gebruikt,
vergen veel energie. Schakel de Bluetoothtechnologie uit wanneer u deze niet nodig hebt.
● Functies waarbij een WLAN (draadloos LAN) wordt
gebruikt en het op de achtergrond actief zijn van
zulke functies terwijl u andere functies gebruikt,
vergen veel energie. WLAN op uw Nokia-apparaat
wordt uitgeschakeld, wanneer u geen verbinding
probeert te maken, u geen verbinding met een
toegangspunt hebt en u niet controleert op
beschikbare netwerken. U kunt het batterijverbruik
verder reduceren door op te geven dat er niet (of
minder vaak) door uw apparaat op de achtergrond
wordt gecontroleerd op beschikbare netwerken.
● Als u Packet-ggvnsverbinding hebt ingesteld op
Automat. bij signaal in de verbindingsinstellingen
en er geen dekking voor een gegevensverbinding
(GPRS) is, probeert het apparaat van tijd tot tijd een
gegevensverbinding tot stand te brengen. Selecteer
Packet-ggvnsverbinding > Wanneer nodig om
de bedrijfsduur van het apparaat te verlengen.
● Met de toepassing Kaarten worden nieuwe
kaartgegevens gedownload als u naar nieuwe
gedeelten van de kaart bladert. Dit vergt extra
batterijcapaciteit. U kunt voorkomen dat nieuwe
kaarten automatisch worden gedownload.
● Als de signaalsterkte van het mobiele netwerk erg
varieert in uw gebied, moet het apparaat
herhaaldelijk zoeken naar het beschikbare netwerk.
Dit vergt extra batterijcapaciteit.
Als de netwerkmodus in de netwerkinstellingen is
ingesteld op dual-modus, zoekt het apparaat het
UMTS-netwerk. U kunt het apparaat zo instellen dat
het alleen het GSM-netwerk gebruikt. Als u wilt dat
het apparaat alleen het GSM-netwerk gebruikt,
selecteert u Menu > Instellingen en
Connectiviteit > Netwerk > Netwerkmodus >
GSM.
● De achtergrondverlichting van het scherm gebruikt
veel energie. U kunt bij de instellingen voor het
scherm opgeven na hoeveel tijd de
achtergrondverlichting wordt uitgeschakeld
wanneer er geen activiteiten plaatsvin den. Ook kunt
Hulp zoeken
15
u hier de lichtsensor aanpassen die de lichtcondities
controleert en de helderheid van scherm hierop
afstemt. Selecteer Menu > Instellingen en
Telefoon > Weergave > Time-out verlichting
of Helderheid.
● Het actief laten van toepassingen op de achtergrond
Hulp zoeken
kost energie. Als u toepassingen wilt sluiten die u
niet gebruikt, houdt u de menutoets ingedrukt,
selecteert u Opties > Open toepassingen en gaat
u naar de toepassing door meerdere keren op de
menutoets te drukken. Houd de menutoets
ingedrukt en selecteer Afsluiten.
Geheugen vrijmaken
Als u wilt zien hoeveel ruimte beschikbaar is voor
verschillende gegevenstypen, selecteert u Menu >
Toepassingen > Best.beheer.
Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen
om gegevens op te slaan. Als er bijna geen geheugen
beschikbaar is op de verschillende geheugenlocaties,
wordt dit door het apparaat gemeld.
U maakt geheugen vrij door gegevens naar een
compatibele geheugenkaart (indien beschikbaar) of
een compatibele computer over te brengen.
Als u gegevens wilt verwijderen die u niet meer nodig
hebt, gebruikt u Bestandsbeheer of opent u de
16
desbetreffende toepassing. U kunt het volgende
verwijderen:
● Berichten in de mappen in Berichten en opgehaalde
e-mailberichten in de mailbox
● Opgeslagen webpagina's
● Contactgegevens
● Agendanotities
● Toepassingen in Toepassingsbeheer die u niet
nodig hebt
● Installatiebestanden (.SIS of .SISX) van toepassingen
die u hebt geïnstalleerd. Breng de
installatiebestanden over naar een compatibele
computer.
● Afbeeldingen en videoclips in Foto's. Maak een back-
up van de bestanden op een compatibele computer.
Aan de slag
Opmerking: Het oppervlak van dit apparaat
bevat geen nikkel in de gemetalliseerde delen. Het
oppervlak van dit apparaat bevat roestvrij staal.
1 — Aan/uit-toets
2 — Nokia AV-connector (3,5 mm) voor compatibele
headsets, hoofdtelefoons en tv-uitvoerconnectoren
De SIM-kaart en de batterij
plaatsen
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader
voordat u de batterij verwijdert.
1. Verwijder de cover door deze van de onderkant van
het apparaat af te halen.
2. Als in het apparaat een batterij is geplaatst,
verwijdert u de batterij door deze in de richting van
de pijl te tillen.
3. Trek de SIM-kaarthouder eruit en plaats de SIM-
kaart. Zorg ervoor dat de goudkleurige
contactpunten op de kaart naar beneden zijn
gericht en dat de afgeschuinde hoek van de
geheugenkaart gericht is naar de afgeschuinde
hoek van de kaarthouder. Duw de SIM-kaarthouder
weer op zijn plaats.
4. Leg de contactpunten van de batterij op één lijn met
de overeenkomende aansluitpunten op het
batterijvak en schuif de batterij in de richting van
de pijl.
5. Om de cover terug te plaatsen, houdt u de bovenste
vergrendelingen in de richting van de bijbehorende
sleuven en duwt u de cover naar beneden totdat
deze vastklikt.
Geheugenkaart
Gebruik alleen compatibele microSDkaarten die door Nokia is goedgekeurd voor
gebruik met dit apparaat. Nokia maakt
gebruik van goedgekeurde industriële normen voor
geheugenkaarten, maar sommige merken zijn
mogelijk niet geheel compatibel met dit apparaat.
Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het
Aan de slag
19
apparaat beschadigen en gegevens op de kaart
aantasten.
De geheugenkaart verwijderen
De geheugenkaart plaatsen
Mogelijk bevat het apparaat bij ingebruikneming al
Aan de slag
een geheugenkaart. Als dat niet het geval is, doet u het
volgende:
1. Verwijder de cover van het apparaat.
2. Plaats een compatibele
geheugenkaart in de
sleuf. Zorg ervoor dat de
contactpunten van de
kaart naar beneden en in
de richting van de sleuf
zijn gericht.
3. Duw de kaart in de sleuf. Als
de kaart goed is geplaatst,
hoort u dat de kaart vastklikt.
4. Plaats de cover weer op het
apparaat. Houd het apparaat
naar beneden gericht
wanneer u de cover
terugplaatst. Zorg ervoor dat de cover goed wordt
gesloten.
20
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op
het moment dat er een bewerking wordt uitgevoerd
waarbij de kaart wordt gebruikt. Als u de kaart tijdens
een dergelijke bewerking verwijdert, kan schade
ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en
kunnen de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen,
beschadigd raken.
1. Druk voordat u de kaart verwijdert op de aan/uit-
toets en selecteer Geh.kaart verwijderen. Alle
toepassingen worden gesloten.
2. Wanneer Bij verwijderen geheugenkaart
worden geopende toepassingen gesloten. Toch
verwijderen? wordt weergegeven, selecteert u
Ja.
3. Wanneer Verwijder geheugenkaart en druk op
'OK' wordt weergegeven, verwijdert u de cover van
het apparaat.
4. Haal de geheugenkaart uit de sleuf door op de kaart
te drukken.
5. Trek de geheugenkaart uit de sleuf. Als het apparaat
is ingeschakeld, selecteert u OK.
6. Plaats de cover weer op het apparaat. Zorg ervoor
dat de cover goed wordt gesloten.
Antennelocaties
Het apparaat kan interne en externe antennes hebben.
Zoals bij alle radiozenda pparatuur, geldt dat u onnodig
contact met het gebied rond de antenne moet
vermijden als de antenne aan het zenden of ontvangen
is. Contact met een dergelijke antenne kan de kwaliteit
van de communicatie nadelig beïnvloeden, ervoor
zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan
anders noodzakelijk is en de levensduur van de batterij
verkorten.
Het apparaat in- en
uitschakelen
Het apparaat inschakelen:
1. Houd de aan/uit-toets ingedrukt.
2. Als er naar een PIN-code of
blokkeringscode wordt
gevraagd, voert u deze in en
selecteert u OK. De vooraf
ingestelde blokkeringscode is
12345. Als u de code bent
vergeten en het apparaat is
geblokkeerd, kunnen er extra
servicekosten in rekening
worden gebracht. Neem voor
meer informatie contact op met
een Nokia Care-locatie of de
leverancier van uw apparaat.
Als u het apparaat wilt uitschakelen,
drukt u kort op de aan/uit-toets en
selecteert u Uitschakelen!.
De batterij opladen
De batterij is in de fabriek gedeeltelijk opgeladen. U
hoeft het apparaat niet eerst te laden. Als wordt
aangegeven dat het batterijniveau laag is, gaat u als
volgt te werk:
Aan de slag
21
Normaal opladen
1. Steek de oplader
in het stopcontact.
2. Sluit de oplader
aan op het
Aan de slag
apparaat. Het
lichtje van de
batterij-indicator
naast de USB-connector brandt wanneer de batterij
wordt opgeladen.
3. Wanneer wordt aangegeven dat de batterij volledig
is opgeladen, ontkoppelt u de oplader van het
apparaat en haalt u deze uit het stopcontact.
U hoeft de batterij niet gedurende een bepaalde
periode op te laden en u kunt het apparaat gebruiken
terwijl het wordt opgeladen. Als de batterij volledig
ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de
batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven
en u weer met het apparaat kunt bellen.
Tip: Haal de stekker van de lader uit het
stopcontact wanneer de lader niet wordt
gebruikt. Een lader die op het stopcontact is
aangesloten, verbruikt stroom, zelfs als de lader
niet op het apparaat is aangesloten.
Opladen via USB
U kunt opladen via USB als er geen stopcontact
beschikbaar is. Als u het apparaat oplaadt via USB, kunt
22
u ook gelijktijdig gegevens overbrengen.
1. Sluit een compatibel USB-apparaat aan op uw
apparaat met een compatibele USB-kabel.
Afhankelijk van het type apparaat dat voor het
opladen wordt gebruikt, kan het enige tijd duren
voordat er met het laden wordt begonnen.
2. Als het apparaat is ingeschakeld, kunt u op het
scherm van het apparaat uit de beschikbare opties
voor de USB-modus kiezen.
Opmerking: Het apparaat of de oplader kan bij
langdurig gebruik of bij het opladen warm aanvoelen.
Dit is in de meeste gevallen normaal. Als u denkt dat
het apparaat of de oplader niet goed werkt, kunt u
deze naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt
brengen.
Headset
U kunt een compatibele headset of hoofdtelefoon bij
uw apparaat gebruiken. Mogelijk moet u de
kabelmodus selecteren.
Sommige headsets worden geleverd in twee delen,
een externe afstandsbediening en een hoofdtelefoon.
Een externe afstandsbediening bevat een microfoon
en toetsen om een telefoongesprek te starten of te
beëindigen, het volume aan te passen en muziek of
videobestanden af te spelen. Als u de hoofdtelefoon in
combinatie met een externe afstandsbediening wilt
gebruiken, sluit u deze aan op de Nokia AV-aansluiting
in het apparaat en sluit u vervolgens de hoofdtelefoon
aan op de afstandsbediening.
Waarschuwing: Wanneer u
de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw
vermogen om geluiden van
buitenaf te horen negatief worden
beïnvloed. Gebruik de
hoofdtelefoon niet wanneer dit uw
veiligheid in gevaar kan brengen.
Sluit geen producten aan die een
uitgangssignaal afgeven,
aangezien het apparaat dan
beschadigd kan raken. Sluit geen
energiebron aan op de
netstroomconnector van Nokia.
Als u externe apparaten of
hoofdtelefoons op de
netstroomconnector van Nokia
aansluit die niet door Nokia zijn
goedgekeurd voor gebruik met dit
apparaat, moet u extra letten op het
geluidsniveau.
Polsband bevestigen
1. Open de cover aan de achterkant.
2. Bevestig een polsband.
3. Sluit de cover.
Aanraakschermacties
Belangrijk: Gebruik alleen een Stylus die door
Nokia is goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat.
Als u een andere Stylus gebruikt, kan de garantie op
het apparaat vervallen en kan het aanraakscherm
beschadigd raken. Voorkom dat er krassen ontstaan op
het aanraakscherm. Gebruik nooit een echte pen of
echt potlood of andere scherpe voorwerpen om op het
aanraakscherm te schrijven.
Tikken en dubbeltikken
Als u een toepassing of ander element op het
aanraakscherm wilt openen, tikt u er normaal
gesproken op met uw vinger. Voor de volgende items
geldt echter dat u er twee keer op moet tikken.
● Lijst-items in een toepassing, zoals de map
Ontwerpen in de toepassing Berichten.
● Bestanden in een bestandenlijst, bijvoorbeeld een
afbeelding in de map Opgenomen in de toepassing
Foto's.
Aan de slag
23
Tip: Wanneer u een lijstweergave opent, is
het eerste item al geselecteerd. Als u het
geselecteerde item wilt openen, tikt u er een
keer op.
Als u een keer op een bestand of soortgelijk item
tikt, wordt het niet geopend maar selecteert u het.
Aan de slag
Als u wilt zien welke opties beschikbaar zijn voor het
item, selecteert u Opties of een pictogram op een
werkbalk als deze beschikbaar is.
Selecteer
In deze gebruikersdocumentatie wordt het openen
van toepassingen of items door er eenmaal of
tweemaal op te tikken "selecteren" genoemd. Als u
verschillende items op volgorde wilt selecteren,
worden de te selecteren schermteksten gescheiden
door pijlen.
Voorbeeld: Als u Opties > Help wilt selecteren,
tikt u op Opties en vervolgens op Help.
Slepen
U kunt slepen door uw vinger op het scherm te plaatsen
en over het scherm te laten glijden.
Voorbeeld: Als u naar de bovenkant of
onderkant van een webpagina wilt gaan, sleept
u de pagina met uw vinger.
De vinger heen en weer bewegen
U kunt ook items selecteren door uw vinger snel naar
24
links of rechts op het scherm heen en weer te bewegen.
Voorbeeld: Als u een afbeelding weergeeft en u
wilt de volgende of vorige afbeelding
weergeven, schuift u met uw vinger naar links of
naar rechts.
Bladeren
Als u in een lijst die voorzien is van een schuifbalk naar
boven of beneden wilt bladeren, sleept u de
schuifregelaar van de schuifbalk.
In sommige lijstweergaven kunt u uw vinger op een
item van de lijst plaatsen en het naar boven of beneden
verplaatsen.
Voorbeeld: Als u door uw contacten wilt
bladeren, plaatst u uw vinger op een contact en
sleept u naar boven of beneden.
Tip: Als u een korte beschrijving van
pictogrammen of knoppen wilt weergeven,
plaatst u uw vinger op het betreffende
pictogram of de knop. Niet voor alle
pictogrammen en knoppen zijn beschrijvingen
beschikbaar.
Achtergrondverlichting van het aanraakscherm
De achtergrondverlichting van het aanraakscherm
wordt na een periode van inactiviteit uitgeschakeld.
Als u de achtergrondverlichting van het scherm wilt
inschakelen, tikt u op het scherm.
Als het aanraakscherm en de toetsen geblokkeerd zijn,
kunt u de achtergrondverlichting van het scherm niet
inschakelen door op het scherm te tikken. Als u het
scherm en de toetsen wilt deblokkeren, schuift u de
blokkeringsschakelaar die zich aan de zijkant van het
apparaat bevindt.
Tekst schrijven
U kunt tekst in verschillende modi invoeren. Het
volledige toetsenbord werkt als een gewoon
toetsenbord en met het alfanumerieke toetsenblok op
het scherm kunt u op tekens tikken. Met de
handschriftherkenningsmodi kunt u tekens direct op
het scherm schrijven.
Als u de tekstinvoermodus wilt inschakelen, tikt u op
een tekstinvoerveld.
Als u in de tekstinvoerweergave wilt schakelen tussen
de beschikbare tekstinvoermodi, tikt u op
selecteert u de gewenste invoermodus.
Welke invoermethoden en talen worden ondersteund
door de handschriftherkenningsfunctie is afhankelijk
van de regio.
en
Toetsenbordinvoer
Toetsenbord
Uw apparaat is uitgerust met
een volledig toetsenbord. Als
u het toetsenbord wilt
openen, duwt u het
aanraakscherm omhoog. In
alle toepassingen wordt de
weergave automatisch van
staand in liggend veranderd
zodra u het toetsenbord
opent.
1 — Shift-toets. Als u tussen hoofdletters en kleine
letters wilt wisselen, drukt u op de Shift-toets. Om
alleen hoofdletters of kleine letters te typen, drukt u
twee keer snel op de Shift-toets
2 — Spatie-toets
3 — Sym-toets. Met de sym-toets kunt u tekens
invoeren die niet op het toetsenbord staan.
Aan de slag
25
4 — Functie-toets. Als u cijfers of tekens op de
bovenkant van de toetsen wilt invoegen, houdt u de
functietoets ingedrukt en drukt u op de betreffende
toets, of u drukt alleen op de betreffende toets. Als u
alleen de tekens op de bovenkant van de toetsen wilt
invoeren, drukt u snel twee keer achtereen op de
Aan de slag
functietoets. Als u terug wilt gaan naar de normale
modus, drukt u opnieuw op de functietoets.
5 — Backspace-toets. Als u een teken wilt
verwijderen, drukt u op de backspace-toets. Als u
meerdere tekens wilt verwijderen, drukt u op de
backspace-toets en houdt u deze ingedrukt.
Aanraakinvoer
Handschrift
Als u de handschriftmodus wilt inschakelen, tikt u op
en Handschrift.
Schrijf leesbare blokletters in het gebied voor
tekstinvoer en gebruik spaties tussen de tekens.
Als u het apparaat uw handschrift wilt leren, tikt u op
en Handschrifttraining.
Als u letters en getallen (standaardmodus) wilt
invoeren, schrijft u woorden zoals u dat normaal zou
doen. Als u de getallenmodus wilt selecteren, tikt u op
in het rechterdeelvenster van het invoergebied. Als
26
u niet-Latijnse tekens wilt invoeren, tikt u op het
bijbehorende pictogram als dit beschikbaar is.
Als u speciale tekens wilt
schrijven, schrijft u deze zoals
u dat normaal zou doen. U
kunt ook op
rechterdeelvenster van het
invoergebied tikken en het
gewenste teken uit de pop-uptabel selecteren.
Als u tekens wilt verwijderen of de cursor terug wilt
verplaatsen, gaat u naar achteren door uw vinger te
bewegen (zie afbeelding 1). Als u een spatie wilt
invoegen, gaat u vooruit door uw vinger te bewegen
(zie afbeelding 2).
in het
Schermaanraakinstellingen
Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon >
Aanraakinvoer.
Als u tekstinvoerinstellingen wilt configureren voor
het aanraakscherm, selecteert u uit de volgende:
● Handschrifttraining — Open de
handschrifttrainingstoepassing. Hiermee leert het
apparaat uw handschrift beter te herkennen. Deze
optie is niet beschikbaar in alle talen.
worden herkend in uw handschrift en hoe uw
schermtoetsenbord wordt ingedeeld.
● Schrijfsnelheid — Pas de snelheid aan waarmee
uw handschrift wordt herkend.
● Hulplijn — De schrijflijn in het schrijfgebied tonen
of verbergen. De schrijflijn helpt u in een rechte lijn
te schrijven. Hierdoor kan het apparaat uw
handschrift beter herkennen.
● Lijndikte — Hiermee wijzigt u de dikte van de tekst
die wordt geschreven met de stylus.
● Schrijfkleur — Hiermee wijzigt u de kleur van de
tekst die wordt geschreven met de stylus.
Pictogrammen en functies
Met het schermtoetsenbord (Alfanumeriek
toetsenbl.) kunt u tekens invoeren net als met een
traditioneel telefoontoetsenbord met cijfers op de
toetsen. Een uitleg van elk pictogram en zijn functie
vindt u in de volgende figuur.
1 — Sluiten - Hiermee sluit u het schermtoetsenbord
(Alfanumeriek toetsenbl.).
2 — Invoermenu - Hiermee opent u het invoermenu,
dat opties bevat zoals Tekstvoorspell. activeren en
Schrijftaal.
3 — Tekstinvoersymbool - Hiermee opent u een pop-
upvenster waarin u tekstvoorspellingsmodi kunt
inschakelen of uitschakelen en kunt wisselen tussen
hoofdletters en kleine letters en tussen cijfer- en
lettermodus.
4 — Invoermodus - Hiermee opent u een pop-
upvenster waarin u kunt selecteren uit de beschikbare
invoermodi. Wanneer u op een item drukt, wordt de
Aan de slag
27
huidige invoermethodeweergave gesloten en wordt
de geselecteerde geopend.
5 — Pijltjestoetsen - Hiermee verplaatst u de cursor
naar links of naar rechts.
6 — Backspace - Hiermee verwijdert u het zojuist
Aan de slag
ingevoerde teken.
7 — Cijfertoetsen - Hiermee voert u gewenste cijfers of
letters in, volgens de huidige hoofd-/kleinelettermodus en invoermodus.
8 — Sterretje - Hiermee opent u een tabel speciale
tekens.
9 — Shift - Hiermee wisselt u tussen hoofd-/kleine
letters, schakelt u tekstvoorspelling in of uit en
schakelt u tussen cijfer- en lettermodus.
Toetsen en aanraakscherm
vergrendelen
Door de vergrendelingsschakelaar aan de zijkant van
het apparaat te verschuiven kunt u het aanraakscherm
en de toetsen vergrendelen of ontgrendelen.
Wanneer het aanraakscherm en de toetsen
vergrendeld zijn, is het aanraakscherm uitgeschakeld,
en zijn de toetsen niet actief.
Het scherm en de toetsen worden mogelijk
automatisch vergrendeld als u het apparaat een tijdje
28
niet gebruikt. Als u de instellingen voor automatische
scherm- en toetsenvergrendeling wilt weergeven,
selecteert u Menu > Instellingen en Telefoon >
Met de toepassing Overdracht kunt u inhoud, zoals
telefoonnummers, adressen, agenda-items en
afbeeldingen van uw vorige Nokia-apparaat kopiëren
naar uw apparaat.
Welk type inhoud kan worden overgedragen, hangt af
van het model van het apparaat waaruit u de inhoud
wilt overbrengen. Als het apparaat synchronisatie
ondersteunt, kunt u de gegevens tussen de apparaten
ook synchroniseren. Er wordt een bericht
weergegeven als het andere apparaat niet compatibel
is.
Als het andere apparaat alleen met een SIM-kaart kan
worden ingeschakeld, kunt u uw SIM-kaart plaatsen.
Wanneer uw apparaat wordt ingeschakeld zonder SIMkaart, wordt automatisch het profiel Offline
geactiveerd en is gegevensoverdracht mogelijk.
De eerste keer inhoud overbrengen
1. Wanneer u voor het eerst gegevens van het andere
apparaat wilt ophalen naar uw apparaat, selecteert
u Telef.overdracht in de toepassing Welkom, of
2. Selecteer het verbindingstype dat u wilt gebruiken
om de gegevens over te brengen. Beide apparaten
moeten het geselecteerde verbindingstype
ondersteunen.
3. Als u Bluetooth-verbindingen als verbindingstype
hebt gekozen, verbindt u beide apparaten.
Selecteer Doorgaan als u met uw apparaat wilt
zoeken naar andere apparaten met Bluetooth.
Selecteer het apparaat waaruit u inhoud wilt
overbrengen. U wordt gevraagd een code in te
voeren op uw apparaat. Voer een code in (1-16
cijfers) en selecteer OK. Voer dezelfde code ook in
op het andere apparaat en selecteer OK. De
apparaten zijn nu gekoppeld.
Sommige oudere Nokia-apparaten hebben nog
geen toepassing Overdracht. In dat geval wordt de
toepassing Overdracht als bericht naar het andere
apparaat verzonden. Open het bericht om de
toepassing Overdracht te installeren op het andere
apparaat en volg de instructies op het scherm.
4. Selecteer op uw apparaat de inhoud die u vanaf het
andere apparaat wilt overbrengen.
Wanneer de overdracht is gestart, kunt u deze
annuleren en later verder gaan.
De inhoud wordt overgedragen vanuit het geheugen
van het andere apparaat naar de overeenkomstige
locatie op uw apparaat. De tijd die nodig is voor de
overdracht, is afhankelijk van de hoeveelheid
gegevens.
Inhoud synchroniseren, ophalen of
verzenden
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit >
Gegevensoverdr. > Telef.overdracht.
Selecteer na de eerste bestandsoverdracht een van de
volgende opties om een nieuwe overdracht te starten,
afhankelijk van het model:
om de inhoud tussen uw apparaat en het andere
apparaat te synchroniseren, als het andere apparaat
synchronisatie ondersteunt. De synchronisatie
verloopt in twee richtingen. Als een item op het ene
apparaat is verwijderd, wordt het ook op het andere
verwijderd. U kunt verwijderde items niet terugzetten
via een synchronisatie.
om inhoud van het andere apparaat naar uw
apparaat te halen. Bij het ophalen wordt inhoud van
het andere apparaat naar uw apparaat gedownload.
Mogelijk wordt aan u gevraagd of u de oorspronkelijke
inhoud op het andere apparaat wilt behouden of
verwijderen, afhankelijk van het model van het
apparaat.
Aan de slag
29
om inhoud van uw apparaat naar het andere
apparaat te verzenden
Als een item niet kan worden verzonden, afhankelijk
van het type van het andere apparaat, kunt u het item
toevoegen aan de Nokia-map onder C:\Nokia of E:
\Nokia in uw apparaat. Wanneer u de map selecteert
Aan de slag
waarnaar de items moeten worden overgebracht,
worden de items in de bijbehorende map in het andere
apparaat gesynchroniseerd, en omgekeerd.
Een overdracht herhalen met een snelkoppeling
Na een gegevensoverdracht kunt u een snelkoppeling
met de instellingen voor de overdracht in de
hoofdweergave opslaan om dezelfde overdracht later
te herhalen.
Als u de snelkoppeling wilt bewerken, selecteert u
Opties > Snelkoppellingsinstllngn. U kunt
bijvoorbeeld de snelkoppeling een naam geven of deze
naam wijzigen.
Na elke overdracht wordt een overdrachtslogbestand
weergegeven. U kunt het logbestand van de laatste
overdracht bekijken door een snelkoppeling in de
hoofdweergave te selecteren en Opties > Log
bekijken te kiezen.
Omgaan met overdrachtsconflicten
Wanneer een item dat moet worden overgebracht op
beide apparaten is bewerkt, probeert het apparaat de
30
wijzigingen automatisch samen te voegen. Als dit niet
mogelijk is, ontstaat er een overdrachtconflict.
Selecteer 1 voor 1 controleren, Prioriteit deze
telefoon of Priorit. andere telefoon om het conflict
op te lossen.
Loading...
+ 150 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.