CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-159 in
overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen van
Nokia, Nokia Connecting People, Nseries, N95 en Visual Radio zijn handelsmerken
of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Nokia tune is een
geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven
kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of
een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming
van Nokia is verboden.
trademarks of Symbian Ltd.
Java™ and all Java-based marks are trademarks or registered
trademarks of Sun Microsystems, Inc.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor
privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd
volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privéen niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met
MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt.
Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt.
Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele
doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is ve rkrijgbaar bij MPEG LA, LLC.
Zie <http://www.mpegla.com>.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt
zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen
aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELJKE RECHT,
ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF
VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE
VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN
ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID,
BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK
HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT
IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE
HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE
WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze
producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia leverancier
voor details en de beschikbaarheid van taalopties.
Exportbepalingen
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig
zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen.
Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
MEDEDELING FCC/INDUSTRIE CANADA
Dit apparaat kan TV- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in
de nabijheid van de ontvangapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal
Communications Commision (FCC) of Industrie Canada kunnen u vragen niet langer
uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden. Neem
contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet
aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende twee
voorwaarden: (1) Dit apparaat veroorzaakt geen schadelijke storingen, en (2) dit
apparaat moet storingen van buitenaf die een ongewenste werking tot gevolg
hebben accepteren. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door
Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze apparatuur
te werken tenietdoen.
Toepassingen van derden die bij uw apparaat geleverd worden, kunnen gemaakt
zijn door en in eigendom zijn van personen en entiteiten die geen relatie of verband
met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de auteursrechten of de intellectuele
eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig draagt Nokia
geen verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de
functionaliteit van deze toepassingen of de informatie in deze toepassingen of
het materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden.
MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN
WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK
HETZIJ IMPLICIET, DIT VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN
HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH
GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN,
UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT)
GARANTIES BETREFFENDE TITEL, VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKEN OP OCTROOIEN,
AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN VAN DERDEN.
Versie 3 NL, 9205534
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid.....................................7
en antwoord.......................................... 150
Informatie over de batterij.................. 154
Opladen en ontladen........................................................154
De echtheid van Nokia-batterijen controleren.........155
Behandeling en onderhoud.................. 156
Aanvullende veiligheidsinformatie...... 158
Index ...................................................... 162
Voor uw veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de
richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige
gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS
HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in
als het gebruik van mobiele telefoons verboden
is of als dit storing of gevaar zou kunnen
opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl
u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te
besturen. De verkeersveiligheid dient uw
eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING Alle draadloze apparaten kunnen
gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking
van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
ZIEKENHUIZEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Schakel het apparaat
uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
VLIEGTUIGEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen.
Draadloze apparatuur kan storingen
veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET
TANKEN Gebruik het apparaat niet in een
benzinestation. Gebruik het apparaat niet in
de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT
VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Gebruik het apparaat
niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale
positie zoals in de productdocumentatie wordt
uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag
alleen door deskundigen worden geïnstalleerd
of gerepareerd.
7
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik
alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen.
Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID Het apparaat is niet
waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een
gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens
die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat
aansluit, dient u eerst de handleiding van het
desbetreffende apparaat te raadplegen voor
uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen
incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de
telefoonfunctie van het apparaat ingeschakeld
en operationeel is. Druk zo vaak als nodig
is op de end-toets om het scherm leeg te
maken en terug te keren naar de stand-by
modus. Voer het alarmnummer in en druk
op de beltoets. Geef op waar u zich bevindt.
Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor
toestemming hebt gekregen.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze gids wordt beschreven,
is goedgekeurd voor gebruik op de netwerken (E)GSM 850,
900, 1800 en 1900, en UMTS 2100. Neem contact op met
uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan
alle regelgeving en eerbiedig lokale gebruiken, privacy en
legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechtbeschermingsmaatregelen kunnen
verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief
beltonen) en andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd,
overgedragen of doorgestuurd.
Dit apparaat ondersteunt internetverbindingen en
andere verbindingsmethoden. Net als computers
kan uw apparaat blootstaan aan virussen, schadelijke
boodschappen en toepassingen, en andere schadelijke
inhoud. Wees voorzichtig en open boodschappen,
accepteer verbindingsverzoeken, download content en
accepteer installaties alleen van betrouwbare bronnen.
Overweeg de installatie van antivirussoftware met een
periodieke updateservice en het gebruik van een firewall
om de beveiliging van het apparaat te vergroten.
8
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het
apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet
in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur
storingen of gevaar kan veroorzaken.
De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijke
functies van Microsoft Word, PowerPoint en Excel
(Microsoft Office 2000, XP en 2003). Niet alle
bestandsindelingen kunnen worden bekeken of gewijzigd.
Tijdens langdurig gebruik, bijvoorbeeld bij het delen
van videobeelden of een gegevensverbinding met hoge
snelheid, voelt het apparaat mogelijk warm aan. Over
het algemeen is dit normaal. Neem contact op met het
dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als u vermoedt dat
het apparaat niet goed werkt.
Mogelijk bevat het apparaat vooraf geïnstalleerde
bookmarks en koppelingen voor websites van derden.
U kunt websites van derden ook bezoeken vanaf uw
apparaat. Met websites van derden heeft Nokia niets te
maken. Nokia ondersteunt deze sites niet en draagt er geen
aansprakelijkheid voor. Als u ervoor kiest om dergelijke
websites te bezoeken, dient u voorzorgsmaatregelen voor
beveiliging of inhoud te treffen.
De afbeeldingen in deze documentatie kunnen verschillen
van de afbeeldingen op het scherm van het apparaat.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn
aangemeld bij een aanbieder van een draadloze
verbindingsdienst. Veel van de functies vereisen speciale
netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle netwerken
beschikbaar. Er zijn ook netwerken waar u specifieke
regelingen met uw serviceprovider moet treffen
voordat u gebruik kunt maken van de netwerkdiensten.
Uw serviceprovider kan u instructies geven en uitleggen
hoeveel het kost. Bij sommige netwerken gelden
beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief
kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen
ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens
en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft
om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren
in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet
in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat
kan ook beschikken over een speciale configuratie,
zoals veranderingen in menunamen, menuvolgorde en
pictogrammen. Neem voor meer informatie contact op
met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en
SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Sommige functies
van dit apparaat, zoals MMS, surfen en e-mail, vereisen
netwerkondersteuning voor deze technologieën.
9
Toebehoren, batterijen en laders
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader
voordat u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat
u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld
voor gebruik indien voorzien van stroom uit een DC-4-,
AC-4- of AC-5-lader en uit een AC-1-, ACP-8-, ACP-9-,
ACP-12- of LCH-12-oplader, indien deze wordt gebruikt
met de CA-44-laderadapter.
De batterij die in dit apparaat moet worden gebruikt
is BL-5F.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders
en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor
gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere
typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen
en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van
goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker
en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
10
Ondersteuning
Modelnummer: Nokia N95-1
Hierna aangeduid als de Nokia N95.
Help
Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help.
Selecteer Opties > Help als u vanuit een geopende
toepassing de Help voor de huidige weergave wilt openen.
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar
de toepassing die op de achtergrond geopend is door
ingedrukt te houden.
Selecteer Instrumenten > Hulpprogr. > Help als u de Help
wilt openen vanuit het hoofdmenu. Selecteer de gewenste
toepassing om de bijbehorende helponderwerpen
te bekijken.
Nokia-ondersteuning
en contactgegevens
Kijk op www.nseries.com/support of uw lokale Nokiawebsite voor de nieuwste versie van deze handleiding,
aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw
Nokia-product.
Op de website vindt u informatie over het gebruik
van Nokia-producten en -diensten. Ga naar de lijst
met plaatselijke vertegenwoordigers van Nokia op
www.nokia.com/customerservice als u contact wilt
opnemen met de klantenservice.
Neem voor onderhoudsdiensten contact op met
het dichtstbijzijnde Nokia-servicecentrum op
www.nokia.com/repair.
Aan de slag
Zie de aan-de-slag-handleiding voor informatie over
toetsen en onderdelen en instructies voor het instellen
van het apparaat.
Aanvullende toepassingen
Dankzij tal van toepassingen van Nokia en andere
software-ontwikkelaars kunt u optimaal gebruik
maken van alle mogelijkheden van uw Nokia N95.
Deze toepassingen worden uitgelegd in de brochure
over aanvullende toepassingen. Deze is beschikbaar op
de pagina's met productondersteuning voor de Nokia N95
op www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-website.
Ondersteuning
11
Uw Nokia N95
Software-updates
Nokia kan software-updates vrijgeven die nieuwe
mogelijkheden, uitgebreidere functies of verbeterde
Uw Nokia N95
prestaties bieden. U kunt deze updates aanvragen via de
pc-toepassing Nokia Software Updater. Als u de software
op het apparaat wilt gebruiken, hebt u de toepassing
Nokia Software Updater nodig en een compatibele pc
met Microsoft Windows 2000, XP of Vista, breedband
internettoegang en een compatibele datakabel voor de
verbinding tussen het apparaat en de pc.
Ga naar www.nokia.com/softwareupdate of uw lokale
Nokia-website als u meer hierover wilt weten of de
toepassing Nokia Software Updater wilt downloaden.
Instellingen
In het apparaat zijn instellingen voor mobiel internet
en MMS-, GPRS- en streaming-instellingen doorgaans
automatisch geconfigureerd in het apparaat op basis
van de gegevens van de serviceprovider. De instellingen
van uw serviceproviders zijn mogelijk al op het apparaat
geïnstalleerd of u kunt de instellingen van de
12
serviceproviders ontvangen of aanvragen als
speciaal bericht.
Welkom
Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt, wordt
Welkom geopend. Maak een keuze uit de volgende opties:
• Inst.wizard – Hiermee configureert u verschillende
instellingen. Zie de brochure over aanvullende
toepassingen.
• Telef.overdracht – Hiermee brengt u inhoud, zoals
contactpersonen en agenda-items, over vanaf een
compatibel Nokia-apparaat. Zie ’Inhoud vanaf een
ander apparaat overbrengen’ op pag. 13.
Druk op en selecteer Instrumenten > Hulpprogr. >
Welkom als u Welkom later wilt openen. U kunt ook
de afzonderlijke toepassingen openen via de betreffende
menuopties.
Raadpleeg de handleidingen bij uw apparaat op
www.nseries.com/support of ga naar uw lokale
Nokia-website voor meer informatie over Instelwizard.
Inhoud vanaf een ander
apparaat overbrengen
U kunt inhoud, zoals contactgegevens, overbrengen vanaf
een compatibel Nokia-apparaat naar de Nokia N95 via een
Bluetooth- of infraroodverbinding. Er wordt een bericht
weergegeven als het andere apparaat niet compatibel is.
Het type inhoud dat kan worden overgedragen, hangt
af van het model van het apparaat waaruit u de inhoud
wilt overbrengen. Als het andere apparaat synchronisatie
ondersteunt, kunt u ook gegevens tussen het andere
apparaat en de Nokia N95 synchroniseren.
Als het andere apparaat alleen met een SIM-kaart kan
worden ingeschakeld, kunt u deze plaatsen. Wanneer
de Nokia N95 wordt ingeschakeld zonder SIM-kaart,
wordt het profiel Offline automatisch geactiveerd.
Inhoud overbrengen
1 Als u de toepassing voor het eerst wilt gebruiken,
selecteert u deze op de Nokia N95 in de toepassing
Welkom of drukt u op en selecteert
u Instrumenten > Hulpprogr. > Overdracht. Selecteer
Telef.overdracht als u de toepassing al eerder hebt
gebruikt en opnieuw gegevens wilt overbrengen.
2 Geef aan of u een Bluetooth- of infraroodverbinding
wilt gebruiken om de gegevens over te dragen. Beide
apparaten moeten het geselecteerde verbindingstype
ondersteunen.
3 Ga als volgt te werk als u een Bluetooth-verbinding
gebruikt:
Selecteer Doorgaan als u wilt zoeken naar andere
apparaten met Bluetooth-connectiviteit. Selecteer
in de lijst het apparaat vanaf waar u inhoud wilt
overbrengen. U wordt gevraagd een code in te voeren
op de Nokia N95. Voer een code in (1-16 cijfers) en
selecteer OK. Voer dezelfde code ook in op het andere
apparaat en selecteer OK. De apparaten zijn nu
gekoppeld. Zie ’Apparaten koppelen’ op pag. 34.
De toepassing Tel.overdracht wordt als bericht
verzonden naar het andere apparaat. Open het bericht
om Tel.overdracht te installeren op het andere
apparaat en volg de instructies in het scherm.
Sluit de twee apparaten aan als u een
infraroodverbinding gebruikt. Zie ’Infraroodverbinding’
op pag. 36.
4 Selecteer vanaf de Nokia N95 de inhoud die u vanaf het
andere apparaat wilt overbrengen.
De inhoud wordt overgedragen vanuit het geheugen van
het andere apparaat naar de overeenkomende locatie in
de Nokia N95. De tijd die benodigd is voor de overdracht,
is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens. U kunt de
overdracht annuleren en later doorgaan.
Als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt
u de gegevens in beide apparaten up-to-date houden.
Selecteer Telefoons als u de synchronisatie vanaf een
Uw Nokia N95
13
compatibel Nokia-apparaat wilt starten. Ga naar het
apparaat en selecteer Opties > Synchroniseren.
Volg de instructies in het scherm.
De synchronisatie verloopt in twee richtingen en de
gegevens op beide apparaten worden op elkaar afgestemd.
Als u een item verwijdert van het ene apparaat, wordt
het ook van het andere apparaat verwijderd tijdens de
Uw Nokia N95
synchronisatie. Met de synchronisatie kunt u verwijderde
items niet meer herstellen.
Selecteer Overdrachtslog als u het logbestand van een
eerdere overdracht wilt bekijken.
Belangrijke symbolen
Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk.
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-netwerk
(netwerkdienst).
Er staan een of meer ongelezen berichten in de map
Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externe
mailbox.
De map Outbox bevat berichten die nog niet zijn
verzonden.
U hebt oproepen gemist.
Wordt weergegeven als Beltoontype is ingesteld op
Stil en Berichtensignaaltoon en Signaaltoon e-mail zijn
ingesteld op Uit.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarm actief.
De tweede telefoonlijn wordt gebruikt (netwerkdienst).
Alle oproepen naar het apparaat worden omgeleid
naar een ander nummer. Als u twee telefoonlijnen hebt
(netwerkservice), geeft een nummer de actieve lijn aan.
Er is een compatibele hoofdtelefoon aangesloten op
het apparaat.
Er is een compatibele TV Out-kabel aangesloten op het
apparaat.
Er is een compatibele Teksttelefoon aangesloten op
het apparaat.
Er is een gegevensoproep actief.
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding actief.
geeft aan dat de verbinding in de wachtstand
staat en dat een verbinding beschikbaar is.
Er is een pakketgegevensverbinding actief in een
gedeelte van het netwerk dat EGPRS ondersteunt. geeft
aan dat de verbinding in de wachtstand staat en dat er
een verbinding beschikbaar is. De symbolen geven aan dat
EGPRS beschikbaar is in het netwerk, maar mogelijk maakt
14
het apparaat geen gebruik van EGPRS tijdens de
gegevensoverdracht.
Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding actief.
geeft aan dat de verbinding in de wachtstand
staat en dat een verbinding beschikbaar is.
U hebt de scanfunctie voor WLAN's (draadloos LAN)
ingeschakeld en er is een WLAN beschikbaar. Zie ’WLAN
(draadloos LAN)’ op pag. 29.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk
met codering.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk
zonder codering.
Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld.
Er worden gegevens verzonden met behulp van
Bluetooth-connectiviteit. Als het symbool knippert,
probeert het apparaat verbinding te maken met een
ander apparaat.
Er is een USB-verbinding actief.
Er is een infraroodverbinding actief. Als het symbool
op het apparaat knippert, probeert het apparaat om
verbinding te maken met het andere apparaat of is
de verbinding verbroken.
Snel downloaden
U kunt ondersteuning voor HSDPA (High-Speed Downlink
Packet Access, oftewel 3.5G) in de instellingen van het
apparaat inschakelen of uitschakelen. Zie ’Packetgegevens’ op pag. 148.
HSDPA is een netwerkservice in UMTS-netwerken en biedt
een hoge snelheid voor het downloaden van gegevens.
Wanneer HSDPA-ondersteuning in het apparaat is
ingeschakeld en het apparaat is verbonden met een
UMTS-netwerk dat HSDPA ondersteunt, kunt u veel
sneller gegevens downloaden via het mobiele netwerk,
zoals berichten, e-mail en webpagina's.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer
informatie over de beschikbaarheid van en abonnementen
op services voor gegevensverbinding.
HSDPA is alleen van invloed op de downloadsnelheid en
niet op de verzending van gegevens naar het netwerk,
zoals berichten en e-mail.
Volume- en luidsprekerregeling
Druk op de volumetoets als
u het volume wilt verhogen
of verlagen tijdens een
actieve oproep of wanneer u naar een geluid luistert.
Uw Nokia N95
15
Door de ingebouwde luidspreker kunt u vanaf een korte
afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat aan
uw oor moet houden.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw
oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien
het volume erg luid kan zijn.
Uw Nokia N95
Selecteer Opties > Luidspreker insch. als u de luidspreker
tijdens een gesprek wilt gebruiken.
Selecteer Opties > Telefoon insch. als u de luidspreker
wilt uitschakelen.
Multimediamenu
Het multimediamenu biedt snelle toegang tot multimediainhoud en vooraf gedefinieerde toepassingen.
Druk op als u het
multimediamenu
wilt openen. U kunt
ook de mediatoetsen
onder de schuif
gebruiken wanneer
het apparaat in de
stand-by modus
staat.
Gebruik de
bladertoets als u door het multimediamenu wilt navigeren.
Houd de toets ingedrukt als u sneller wilt navigeren.
Druk op als u een toepassing wilt openen.
Selecteer Opties > Menu-items als u de weergegeven
snelkoppelingen wilt wijzigen. U kunt snelkoppelingen
verwijderen uit, ordenen in of toevoegen aan toepassingen,
bookmarks en radiozenders die in Visual Radio zijn
gedefinieerd.
U kunt de opmaak van het multimediamenu aanpassen.
Selecteer Opties > Achtergr.afbeeldingen en de
gewenste optie als u de afbeeldingen op de achtergrond
wilt wijzigen. Selecteer Opties > Afbeeldingseffecten als
u zoomen en pannen wilt in- of uitschakelen. Selecteer
Opties > Menugeluiden als u geluiden wilt in- of
uitschakelen.
Toetsenblokvergrendeling
Druk achtereenvolgens op en als u de toetsen wilt
vergrendelen.
U kunt de toetsen ontgrendelen door de schuiftoets met
twee richtingen te openen of door achtereenvolgens op
en te drukken.
Wanneer de toetsen zijn vergrendeld, worden ze
ontgrendeld zodra u de lenskap van de cameralens opent.
16
U kunt het toetsenblok automatisch vergrendelen na een
time-out of wanneer u de schuif sluit. Zie ’Beveiliging’
op pag. 138.
Wanneer het toetsenslot is ingeschakeld, kunt u soms
wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Spelletjes
Het apparaat is compatibel met de N-Gage™ gaming
experience. Met N-Gage kunt u kwalitatief hoogstaande
spelletjes voor meerdere personen downloaden en spelen.
Het apparaat bevat een van de volgende toepassingen:
• Ontdek de N-Gage-toepassing: met deze
previewtoepassing krijgt u informatie over de nieuwe
spelmogelijkheden van N-Gage, demo's van spelletjes
uitproberen en de volledige versie van N-Gage
downloaden en installeren zodra deze beschikbaar is.
• Toepassing N-Gage – De uitgebreide toepassing geeft
u toegang tot de volledige N-Gage experience die de
toepassing Discover N-Gage in het menu vervangt.
U kunt naar nieuwe spelletjes zoeken, spelletjes
uitproberen en kopen, naar andere spelers zoeken,
scores en gebeurtenissen bekijken, chatten en nog
veel meer.
Voor de volledige mogelijkheden van N-Gage moet
het apparaat beschikken over een internetverbinding
(via het mobiele netwerk of WLAN). Neem contact
op met uw serviceprovider voor meer informatie over
gegevensdiensten.
Ga naar www.n-gage.com voor meer informatie.
Hoofdtelefoon
U kunt een compatibele
hoofdtelefoon aansluiten
op de Nokia AVaansluiting (3,5 mm) van
het apparaat. Mogelijk
moet u de kabelmodus
selecteren.
Sluit geen producten aan die een uitvoersignaal genereren,
omdat u hiermee het apparaat kunt beschadigen.
Verbind geen spanningsbron op de Nokia AV-aansluiting.
Houd volumeniveaus goed in de gaten wanneer u met
de Nokia AV-aansluiting een extern apparaat of een
hoofdtelefoon verbindt die niet door Nokia is goedgekeurd
voor gebruik met het apparaat.
Waarschuwing: Wanneer u de hoofdtelefoon
gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf
te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de
hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar
kan brengen.
Uw Nokia N95
17
Als u een hoofdtelefoon met een externe
bedieningseenheid wilt gebruiken, bijvoorbeeld de Nokia
Audio Controller AD-43, verbindt u de eenheid met de
aansluiting van het apparaat, waarna u de hoofdtelefoon
op de eenheid aansluit.
Sommige hoofdtelefoons hebben geen microfoon.
Gebruik voor telefoongesprekken een hoofdtelefoon
Uw Nokia N95
met een externe bedieningseenheid of de microfoon
van het apparaat.
Wanneer u bepaalde toebehoren voor hoofdtelefoons
gebruikt, zoals de Nokia Audio Controller AD-43, kunt
u tijdens een gesprek het volume aanpassen met de
volumetoets van het apparaat. De Nokia Audio Controller
AD-43 bevat volumetoetsen waarmee u alleen het volume
van afgespeelde muziek of video kunt aanpassen.
Geheugenkaart
Gebruik alleen compatibele
microSD-kaarten die door Nokia zijn
goedgekeurd voor gebruik met dit
apparaat. Nokia maakt gebruik van
goedgekeurde industriële normen voor geheugenkaarten,
maar sommige merken zijn mogelijk niet helemaal
compatibel met dit apparaat zijn. Incompatibele kaarten
kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens
die op de kaart staan aantasten.
Houd alle geheugenkaarten buiten bereik van kleine
kinderen.
De geheugenkaart plaatsen
1 Plaats uw vinger
in de uitsparing
onder het
klepje van de
geheugenkaartsleuf en open
het klepje. Trek
het klepje naar
rechts om het
scharnier bloot
te leggen en draai het klepje opzij.
2 Plaats een
compatibele
geheugenkaart in de
sleuf. Controleer of de
contactpunten op de
kaart naar boven en
in de richting van de
sleuf zijn gericht.
18
3 Schuif de kaart naar binnen.
U kunt horen wanneer
de kaart vastklikt.
4 Druk het scharnier weer naar
binnen en sluit het klepje.
Controleer of het klepje
goed is afgesloten.
De geheugenkaart verwijderen
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het
moment dat er een bewerking wordt uitgevoerd waarbij
de kaart wordt gebruikt. Wanneer u de kaart tijdens een
dergelijke bewerking verwijdert, kan schade ontstaan
aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen
de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen,
beschadigd raken.
1 Druk voordat u de kaart verwijdert op en selecteer
Geheugenkrt verw.. Alle toepassingen worden
gesloten.
2 Selecteer Ja wanneer Bij verwijderen geh.kaart
worden geopende toepassingen gesloten.
Toch verwijderen? wordt weergegeven.
3 Open het klepje van de geheugenkaartsleuf wanneer
Verwijder geheugenkaart en druk op 'OK' wordt
weergegeven.
4 Druk op de geheugenkaart om deze los te maken
uit de sleuf.
5 Verwijder de geheugenkaart. Selecteer OK als het
apparaat is ingeschakeld.
Geheugenkaart
Druk op en selecteer Instrumenten > Hulpprogr. >
Geheugen.
Selecteer Opties > Reservekopie als u een back-up
van gegevens in het apparaatgeheugen wilt opslaan
op een compatibele geheugenkaart (indien beschikbaar).
Het apparaat stelt u op de hoogte als de geheugenkaart
onvoldoende vrije ruimte bevat om een back-up te maken.
Selecteer Opties > Herst. vanaf kaart als u gegevens
vanaf de compatibele geheugenkaart wilt terugzetten
naar het apparaatgeheugen.
Wanneer een geheugenkaart wordt geformatteerd, gaan
alle gegevens op de kaart definitief verloren. Sommige
geheugenkaarten zijn voorgeformatteerd. Andere kaarten
moet u zelf eerst formatteren. Raadpleeg uw leverancier
Uw Nokia N95
19
om te achterhalen of u de geheugenkaart moet
formatteren voor het eerste gebruik.
Selecteer Opties > Geh.kaart formatt. als u een
geheugenkaart wilt formatteren. Selecteer Ja ter
bevestiging.
Uw Nokia N95
Bestandsbeheer
Druk op en selecteer Instrumenten > Best.beh. als
u wilt bladeren in bestanden en mappen in het geheugen
van het apparaat of op een geheugenkaart (indien
geplaatst). De weergave van het apparaatgeheugen ()
wordt geopend. Druk op om de weergave van de
geheugenkaart () te openen, indien beschikbaar.
Houd ingedrukt terwijl u op , of drukt
als u meerdere bestanden wilt markeren. Selecteer
Opties > Verplaats naar map of Kopiëren naar map als
u bestanden wilt verwijderen of kopiëren naar een map.
Als u naar een bestand wilt zoeken, selecteer dan
Opties > Zoeken en het geheugen vanaf waar u wilt
zoeken. Voer de bestandsnaam als zoektekst in.
Selecteer Opties > Gegevens geheugen als u wilt bekijken
welke gegevenstypen het apparaat bevat en hoeveel
geheugen wordt gebruikt door de verschillende
gegevenstypen. De hoeveelheid beschikbaar geheugen
wordt weergegeven in Vrij geheugen.
Geheugen raakt vol – ruimte vrijmaken
Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen
om gegevens op te slaan. U krijgt een melding als het
apparaatgeheugen of de geheugenkaart bijna vol is.
Draag gegevens over naar een compatibele geheugenkaart
(indien beschikbaar) of naar een compatibele pc als
u apparaatgeheugen wilt vrijmaken.
Als u gegevens wilt verwijderen om geheugen vrij te
maken, gebruikt u Best.beh. om bestanden te verwijderen
die u nodig hebt of om naar de betreffende toepassing te
gaan. U kunt bijvoorbeeld de volgende items verwijderen:
• Berichten in de mappen in Berichten en e-mails die uit
de mailbox zijn opgehaald
• Opgeslagen webpagina's
• Contactgegevens
• Agendanotities
• Toepassingen in Toep.beh. die u niet nodig hebt
• Installatiebestanden (.SIS) van toepassingen die u hebt
geïnstalleerd op een compatibele geheugenkaart;
sla eerst een back-up van de installatiebestanden
op een compatibele pc op
Downloaden
Met Downloaden (netwerkdienst) kunt u inhoud, diensten
en toepassingen voor uw Nokia N95 ontdekken, bekijken,
20
kopen, downloaden en upgraden. Spelletjes, beltonen,
achtergronden, toepassingen en nog veel meer liggen
binnen handbereik.
Druk op en selecteer Downloaden. De items zijn
ingedeeld in catalogi en mappen die door de verschillende
serviceproviders worden geleverd. Welke inhoud
beschikbaar is, is afhankelijk van de serviceprovider.
Voor sommige items kan een bedrag in rekening worden
gebracht, maar meestal kunt u deze gratis bekijken.
Uw Nokia N95
21
Webbrowser
Druk op en selecteer Web (netwerkdienst).
Webbrowser
Tip! Houd in de stand-by modus ingedrukt als
u Web wilt starten.
Met Web kunt u HTML-webpagina's (HyperText Markup
Language) op internet weergeven zoals deze oorspronkelijk
zijn ontworpen. U kunt ook bladeren door webpagina's
die specifiek zijn ontworpen voor mobiele apparaten en
XHTML (eXtensible HyperText Markup Language) of WML
(Wireless Markup Language) gebruiken.
Met Web kunt u bijvoorbeeld in- en uitzoomen op een
pagina, de Miniweergave gebruiken en gebruik maken
van het Paginaoverzicht om over pagina's te navigeren,
webfeeds en blogs te lezen, webpagina's te voorzien van
een bookmark en inhoud te downloaden.
Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid
en tarieven van diensten. De serviceprovider kan u ook
instructies geven voor het gebruik van deze diensten.
Als u Web wilt gebruiken, hebt u een toegangspunt
nodig om verbinding te maken met internet.
Zie ’Toegangspunten’ op pag. 145.
22
Beveiliging van de verbinding
Als tijdens een verbinding het beveiligingssymbool
wordt weergegeven, is de gegevensoverdracht tussen het
apparaat en de internetgateway of -server gecodeerd.
Het veiligheidssymbool geeft niet aan dat de
gegevensoverdracht tussen de gateway en de
contentaanbieder (of de locatie waar de aangevraagde
bron is opgeslagen) veilig is. De serviceprovider beveiligt
de gegevensoverdracht tussen de gateway en de
contentaanbieder.
Voor een aantal diensten, zoals bankdiensten, zijn mogelijk
beveiligingscertificaten vereist. Als de identiteit van de
server niet authentiek is of als u niet over het juiste
beveiligingscertificaat beschikt, wordt een melding
weergegeven. Neem voor meer informatie contact op met
uw serviceprovider. Zie ook ’Certificaatbeheer’ op pag. 140
voor meer informatie over certificaten en details hiervan.
De weergave Bookmarks
In de weergave Bookmarks kunt u webadressen selecteren
uit een lijst of uit een verzameling bookmarks in de map
Autom. bookmrks. U kunt ook direct in het veld de URL
invoeren van de webpagina die u wilt bezoeken ().
De startpagina die voor het standaardtoegangspunt
is gedefinieerd.
U kunt URL's opslaan als bookmarks terwijl u op internet
surft. U kunt adressen die u in een bericht hebt ontvangen,
ook opslaan als bookmarks. Daarnaast kunt u opgeslagen
bookmarks verzenden.
Mogelijk bevat het apparaat vooraf geïnstalleerde
bookmarks en koppelingen voor websites van derden.
U kunt websites van derden ook bezoeken vanaf uw
apparaat. Met websites van derden heeft Nokia niets te
maken. Nokia ondersteunt deze sites niet en draagt er geen
aansprakelijkheid voor. Als u ervoor kiest om dergelijke
websites te bezoeken, dient u voorzorgsmaatregelen voor
beveiliging of inhoud te treffen.
Druk op of selecteer Opties > Bookmarks als
u de weergave Bookmarks wilt openen terwijl u aan
het surfen bent.
Selecteer Opties > Bookmarkbeheer > Bewerken als u de
details van een bookmark wilt bewerken, zoals de titel.
In de weergave Bookmarks kunt u ook andere
browsermappen openen. Met de optie Web kunt
u webpagina's opslaan tijdens het surfen. In de map
Opgeslagen pagina's kunt u de inhoud bekijken van
de pagina's die u offline hebt opgeslagen.
Web houdt ook bij welke pagina's u tijdens het surfen
bezoekt. In de map Autom. bookmrks kunt u een lijst
met bezochte webpagina's weergeven.
In Webfeeds kunt u opgeslagen koppelingen weergeven
naar webfeeds en blogs waarop u zich hebt geabonneerd.
Webfeeds worden vaak gebruikt op webpagina's van
belangrijke nieuwsorganisaties, in persoonlijke weblogs,
door online community's die de meest recente koppen
bieden en in overzichten van artikelen. In webfeeds worden
RSS- en ATOM-technologie gebruikt.
Op internet surfen
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten
die u vertrouwt en die een adequate beveiliging en
bescherming tegen schadelijke software bieden.
Met Web kunt u webpagina's weergeven zoals deze
oorspronkelijk zijn ontworpen. Ga naar een webpagina
door in de weergave Bookmarks een bookmark te
selecteren of het adres in te voeren in het veld ().
Druk vervolgens op .
Sommige webpagina's kunnen materiaal bevatten,
bijvoorbeeld afbeeldingen en geluiden, die alleen kunnen
worden bekeken als uw apparaat over veel geheugen
beschikt. Als er geen geheugen meer beschikbaar is
tijdens het laden van een dergelijke pagina, worden de
afbeeldingen op de pagina niet weergegeven.
Webbrowser
23
Wanneer u webpagina's wilt bekijken zonder afbeeldingen
om geheugenruimte te sparen, selecteert u Opties >
Instellingen > Pagina > Inhoud laden > Alleen tekst.
Tip! Druk tweemaal op of druk op als u wilt
Webbrowser
terugkeren naar de stand-by modus terwijl de browser
op de achtergrond is geopend. Keer terug naar de
browser door ingedrukt te houden en de browser
in de lijst te selecteren.
Druk op als u koppelingen wilt openen en items wilt
selecteren.
Selecteer Opties > Ga naar webadres als u een nieuw
te bezoeken webadres wilt invoeren.
Tip! Druk op en selecteer een bookmark als
u een webpagina wilt bezoeken die als bookmark is
opgeslagen in de weergave Bookmarks.
Selecteer Opties > Navigatieopties > Opnieuw laden als
u de meest recente versie van de pagina wilt ophalen vanaf
de server.
Selecteer Opties > Opslaan als bookmark als u het
webadres van de huidige pagina wilt opslaan als bookmark.
Selecteer Terug (beschikbaar als Geschiedenislijst is
ingesteld in de browserinstellingen) als u de visuele
geschiedenis wilt gebruiken om tijdens het surfen
snapshots van de bezochte pagina's te maken. Selecteer
de pagina als u naar een eerder bezochte pagina wilt gaan.
Selecteer Opties > Instrumenten > Pagina opslaan als
u een pagina wilt opslaan tijdens het surfen. U kunt
pagina's opslaan in het apparaatgeheugen of op een
compatibele geheugenkaart (indien geplaatst) en de
pagina's bekijken wanneer u offline bent. U kunt de
pagina's ook groeperen in mappen. Selecteer Opgeslagen
pagina's als u de pagina's naderhand in de weergave
Bookmarks wilt openen.
Selecteer Opties > Dienstopties (indien ondersteund door
de webpagina) als u een sublijst met opdrachten of acties
voor de geopende pagina wilt openen.
Selecteer Opties > Venster > Pop-ups blokkeren of
Pop-ups toestaan als u wilt toestaan of voorkomen dat
meerdere vensters automatisch worden geopend.
Tijdens het surfen kunt u de volgende sneltoetsen
gebruiken:
• Druk op om uw bookmarks te openen.
• Druk op om trefwoorden te zoeken op de huidige
pagina.
• Druk op om terug te keren naar de vorige pagina.
• Druk op om een lijst met alle open vensters weer
te geven.
• Druk op om het paginaoverzicht van de huidige
pagina weer te geven. Druk nogmaals op als u wilt
inzoomen en het gewenste gedeelte van de pagina wilt
weergeven.
• Druk op om een nieuw webadres in te voeren.
24
• Druk op om naar de startpagina te gaan.
• Druk op of om in of uit te zoomen
op de pagina.
• Abonneren (indien beschikbaar) om een lijst met
beschikbare webfeeds op de huidige webpagina weer
te geven en om u te abonneren op een webfeed.
Zoeken in tekst
Druk op Opties > Zoeken > Tekst en voer een trefwoord
in als u trefwoorden op de huidige webpagina wilt zoeken.
Druk op als u naar de vorige overeenkomst wilt gaan.
Druk op als u naar de volgende overeenkomst wilt gaan.
Tip! Druk op om trefwoorden te zoeken
op de pagina.
Werkbalk in de browser
Met de werkbalk kunt u veelgebruikte functies in de
browser selecteren. Druk op een lege plek van een
webpagina op als u de werkbalk wilt openen.
Druk op of als u over de werkbalk wilt navigeren.
Druk op als u een functie wilt selecteren.
In de werkbalk kunt u de volgende opties selecteren:
• Veelgebr. koppelingen om een lijst met vaak bezochte
webadressen weer te geven.
• Paginaoverzicht om het overzicht van de huidige
webpagina weer te geven.
• Zoeken om trefwoorden te zoeken op de huidige
pagina.
• Opnieuw laden om de pagina te vernieuwen.
Items downloaden en aanschaffen
U kunt onder andere beltonen, afbeeldingen, logo's,
thema's en videoclips downloaden. Deze items worden
gratis aangeboden of u kunt ze aanschaffen. Gedownloade
items worden verder verwerkt door de bijbehorende
toepassingen in het apparaat. Een gedownloade foto of
een MP3-bestand kunt u bijvoorbeeld opslaan in Galerij.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen
en andere software van betrouwbare bronnen, zoals
toepassingen die een Symbian-ondertekening dragen
of die de Java-Verified
1 Klik op de koppeling als u het item wilt downloaden.
2 Selecteer de optie waarmee u het item aanschaft,
bijvoorbeeld Kopen.
3 Lees alle informatie nauwkeurig door.
Selecteer Accept. als u het item wilt downloaden.
Selecteer Annuleer als u het item niet wilt
downloaden.
Als u het downloaden start, krijgt u een lijst te zien van de
lopende en voltooide downloads tijdens de huidige sessie.
Selecteer Opties > Downloads als u ook de lijst wilt
weergeven. Ga naar een item in de lijst en selecteer Opties
TM
test hebben doorstaan.
Webbrowser
25
als u lopende downloads wilt annuleren of voltooide
downloads wilt openen, opslaan of verwijderen.
Miniweergave
Met Miniweergave kunt u over webpagina's met
Webbrowser
grote hoeveelheden informatie navigeren. Wanneer
Miniweergave is ingesteld in de browserinstellingen en
u een grote webpagina weergeeft, wordt Miniweergave
geopend en een overzicht van de bezochte webpagina
weergegeven. Druk op , , of als u door de
Miniweergave wilt bladeren. Stop met bladeren
wanneer u de gewenste informatie hebt gevonden.
De Miniweergave verdwijnt en de geselecteerde
locatie wordt weergegeven.
Als u Miniweergave wilt instellen, selecteert u Opties >
Instellingen > Algemeen > Miniweergave > Aan.
Paginaoverzicht
Wanneer u een pagina met een grote hoeveelheid
informatie bekijkt, kunt u Paginaoverzicht gebruiken
om te bekijken wat voor informatie de pagina bevat.
Druk op als u het paginaoverzicht van de huidige
pagina wilt weergeven. Druk op , , of als
u naar het gewenste punt op de pagina wilt zoeken.
Druk nogmaals op als u wilt inzoomen en het
gewenste gedeelte van de pagina wilt weergeven.
Webfeeds en blogs
Webfeeds zijn XML-bestanden op de webpagina's
die worden gebruikt door de weblogcommunity en
nieuwsorganisaties om de meest recente koppen of
volledige teksten te delen, bijvoorbeeld actueel nieuws
in de vorm van nieuwsfeeds. Blogs of weblogs zijn
dagboeken op het web. De meeste webfeeds gebruiken
RSS- en ATOM- technologie. Webfeeds worden veel
toegepast op web-, blog- en wikipagina's.
Web detecteert automatisch als een webpagina webfeeds
bevat. Selecteer Opties > Abonneren of klik op de
koppeling als u zich wilt abonneren op een webfeed.
Selecteer in de weergave Bookmarks Webfeeds als u
wilt bekijken op welke webfeeds u bent geabonneerd.
Werk een webfeed bij door deze te selecteren en Opties >
Vernieuwen te selecteren.
Selecteer Opties > Instellingen > Webfeeds als u wilt
opgeven hoe de webfeeds moeten worden bijgewerkt.
Zie ’Instellingen’ op pag. 27.
Verbinding verbreken
Selecteer Opties > Instrumenten > Verbind. verbreken
als u de verbinding wilt verbreken en de browserpagina
offline wilt weergeven. Selecteer Opties > Afsluiten als
u de verbinding wilt verbreken en de browser wilt sluiten.
26
Als u op drukt, wordt de verbinding niet verbroken,
maar wordt de browser naar de achtergrond verplaatst.
netwerkserver verzamelt over uw bezoeken aan
verschillende webpagina's.
De cache leegmaken
De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen
in het cachegeheugen van het apparaat.
Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om
gegevens tijdelijk op te slaan. Als u toegang hebt gezocht
of gehad tot vertrouwelijke informatie waarvoor u een
wachtwoord moet opgeven, kunt u de cache van het
apparaat na gebruik beter legen. De informatie of de
diensten waartoe u toegang hebt gehad, worden namelijk
in de cache opgeslagen. Selecteer Opties > Privacyggvns
wissen > Cache wissen als u de cache wilt wissen.
Instellingen
Selecteer Opties > Instellingen en kies een van
de volgende opties:
Algemene instellingen
Toegangspunt – Hiermee wijzigt u het
standaardtoegangspunt. Zie ’Verbinding’ op pag. 144.
Sommige of alle toegangspunten kunnen door de
serviceprovider vooraf zijn ingesteld voor het apparaat;
het is wellicht niet mogelijk deze instellingen te wijzigen
of verwijderen of om nieuwe instellingen toe te voegen.
Homepage – Hiermee definieert u de homepage.
Miniweergave – Hiermee schakelt u Miniweergave in of
uit. Zie ’Miniweergave’ op pag. 26.
Geschiedenislijst – Schakel Geschiedenislijst in als
u tijdens het surfen met de selectietoets Terug een lijst
wilt weergeven met de pagina's die u hebt bezocht tijdens
de huidige sessie.
Veiligheidswrschwngn – Hiermee verbergt of toont
u veiligheidswaarschuwingen.
Java/ECMA-script – Hiermee schakelt u het gebruik van
scripts in of uit.
Pagina-instellingen
Afb. en objctn tonen – Hiermee selecteert u of
u afbeeldingen en andere objecten tijdens het surfen
wilt laden. Als u Nee hebt geselecteerd, selecteert
u Opties > Instrumenten > Afbeeldingen laden wanneer
u afbeeldingen of objecten later tijdens het surfen
wilt laden.
Webbrowser
27
Schermformaat – Hiermee schakelt u tussen de weergave
Volledig scherm en de normale weergave met de lijst
met opties.
Standaardcodering – Als teksttekens niet correct worden
weergegeven, kunt u een andere codering selecteren op
Webbrowser
basis van de taal voor de huidige pagina.
Pop-ups blokkeren – Hiermee staat u toe of voorkomt
u dat verschillende pop-upvensters tijdens het surfen
automatisch worden geopend
Autom. opnieuw laden – Selecteer Aan als u wilt dat
webpagina's automatisch worden vernieuwd tijdens
het surfen.
Lettergrootte – Hiermee geeft u de lettergrootte voor
webpagina's op.
Privacy-instellingen
Autom. bookmarks – Hiermee schakelt u het automatisch
verzamelen van bookmarks in of uit. Selecteer Map
verbergen als u de adressen van de bezochte webpagina's
wilt blijven opslaan in de map Autom. bookmrks.
Formulierggvns opslaan – Selecteer Uit als u niet wilt dat
de gegevens die u op de verschillende formulieren van de
webpagina invult, worden opgeslagen en de volgende keer
worden gebruikt wanneer u de pagina bezoekt.
Cookies – Hiermee schakelt u het ontvangen en verzenden
van cookies in of uit.
Instellingen voor webfeeds
Automatische updates – Hiermee geeft u op of webfeeds
automatisch moeten worden bijgewerkt en zo ja, hoe vaak
dit moet gebeuren. Als u de toepassing zodanig instelt dat
webfeeds automatisch worden opgehaald, kan dit ertoe
leiden dat grote hoeveelheden gegevens via het netwerk
van de serviceprovider worden verzonden. Neem contact
op met uw serviceprovider voor meer informatie over de
kosten van gegevensoverdracht.
Toeg.p. voor autom. aanp. (alleen beschikbaar als de optie
Automatische updates is geselecteerd) – Hiermee kunt
u het toegangspunt selecteren dat bij het bijwerken moet
worden gebruikt.
28
Verbindingen
WLAN (draadloos LAN)
Het apparaat ondersteunt WLAN (draadloos LAN).
Met WLAN kunt u het apparaat verbinden met internet
en met compatibele apparaten die ook WLAN hebben.
Zie ’Eigen netwerk’ op pag. 76 voor meer informatie voor
het gebruik van het apparaat met andere compatibele
UPnP-apparaten (Universal Plug and Play) via een WLAN.
U kunt WLAN alleen gebruiken als het beschikbaar is op uw
locatie en als het apparaat met WLAN is verbonden.
In sommige gebieden, zoals Frankrijk, gelden restricties op
het gebruik van WLAN. Raadpleeg de lokale autoriteiten
voor meer informatie.
Als functies gebruik maken van een WLAN of als dergelijke
functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u
andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit
en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
Het apparaat ondersteunt de volgende voorzieningen van
een WLAN:
Protected Access) en 802.1x-coderingsmethoden.
Deze functies kunnen alleen worden gebruikt als het
netwerk hiervoor ondersteuning biedt.
WLAN-verbindingen
Als u WLAN wilt gebruiken, moet u een
internettoegangspunt maken in een WLAN. Gebruik het
toegangspunt voor toepassingen die verbinding met
internet moeten hebben. Zie ’WLAN-toegangspunten’
op pag. 30.
Belangrijk: Schakel altijd een van de beschikbare
encryptiemethoden in om de beveiliging van uw
WLAN-verbinding te vergroten. Het gebruik van
encryptie verkleint het risico van onrechtmatige
toegang tot uw gegevens.
Er wordt een WLAN-verbinding tot stand gebracht
als u een gegevensverbinding maakt met een
internettoegangspunt voor een WLAN. De actieve
WLAN-verbinding wordt beëindigd wanneer u de
gegevensverbinding beëindigt. Zie ’Verbindingsbeheer’
op pag. 31 als u de verbinding wilt beëindigen.
U kunt een WLAN gebruiken tijdens een gesprek of
wanneer packetgegevens actief zijn. U kunt met maximaal
Verbindingen
29
één WLAN-toegangspunt tegelijkertijd verbinding hebben,
maar verschillende toepassingen kunnen hetzelfde
internettoegangspunt gebruiken.
Wanneer het profiel Offline is ingesteld voor het apparaat,
kunt nog steeds een WLAN gebruiken (indien beschikbaar).
Zorg ervoor dat u voldoet aan de veiligheidseisen wanneer
Verbindingen
u een WLAN-verbinding tot stand brengt en gebruikt.
Tip! Als u het unieke MAC-adres (Media Access
Control) voor het apparaat wilt controleren, typt
u *#62209526# in de stand-by modus.
De WLAN-wizard
De WLAN-wizard helpt u om verbinding te maken met
een WLAN en uw WLAN-verbindingen te beheren.
De WLAN-wizard toont de status van uw
WLAN-verbindingen in de actieve stand-by modus.
Ga naar de rij met de status en druk op als u de
beschikbare opties wilt weergeven.
Als de zoekresultaten van gedetecteerde WLAN's worden
weergegeven, bijvoorbeeld WLAN-netw. gevonden,
maakt u een internettoegangspunt en start u de
webbrowser met dit toegangspunt door de status, de
optie Browsen starten en het netwerk te selecteren.
Als u een beveiligd WLAN selecteert, wordt u gevraagd
om de betreffende wachtwoorden in te voeren.
Als u verbinding wilt maken met een verborgen netwerk,
moet u de juiste netwerknaam invoeren (SSID, Service Set
Identifier). Selecteer Nieuw WLAN als u een nieuw
toegangspunt voor verborgen WLAN wilt maken.
Als u verbinding hebt met een WLAN, wordt de naam
van het internettoegangspunt weergegeven. Selecteer
de status en selecteer Doorg. met browsen als u dit
internettoegangspunt wilt gaan gebruiken voor de
webbrowser. Selecteer de status en de optie WLAN-verb.
verbrkn als u de verbinding met het WLAN wilt verbreken.
Als de scanfunctie voor WLAN's is uitgeschakeld en u geen
verbinding hebt met een WLAN, wordt WLAN-scan uit
weergegeven. Selecteer de status en druk op als u de
scanfunctie wilt inschakelen om te zoeken naar
beschikbare WLAN's.
Selecteer een status en de optie Zoeken naar WLAN als
u wilt zoeken naar beschikbare WLAN's. Selecteer een
status en de optie WLAN-scan uitschakln als u de
scanfunctie voor WLAN's wilt uitschakelen.
Druk op en selecteer Instrumenten > WLAN-wiz. als
u de WLAN-wizard in het menu wilt openen.
WLAN-toegangspunten
Druk op en selecteer Instrumenten > WLAN-wiz.
als u wilt zoeken naar de beschikbare WLAN's binnen
het bereik.
30
Selecteer Opties en maak een keuze uit de
volgende opties:
• WLAN-netwrkn filteren – Hiermee filtert u WLAN's
uit de lijst met gevonden netwerken. De geselecteerde
netwerken worden eruit gefilterd wanneer de
toepassing de volgende keer naar WLAN's zoekt.
• Details – Hiermee geeft u de details van een netwerk
in de lijst weer. Als u een actieve verbinding selecteert,
worden de verbindingsgegevens weergegeven.
• Toeg.punt definiëren – Hiermee maakt u een
internettoegangspunt in een WLAN.
• Toegangspunt bwrkn – Hiermee bewerkt u de
gegevens van een bestaand internettoegangspunt.
U kunt ook Verb.beh. gebruiken om
internettoegangspunten te maken. Zie ’WLAN (draadloos
LAN)’ op pag. 32.
Bedieningsmodi
Een WLAN kent twee modi: infrastructuur en adhoc.
In de infrastructuurmodus zijn twee soorten communicatie
mogelijk: draadloze apparaten zijn met elkaar verbonden
via een WLAN-toegangspunt of draadloze apparaten zijn
op een LAN aangesloten via een WLAN-toegangspunt.
In de ad-hocmodus kunnen apparaten onderling
rechtstreeks gegevens verzenden en ontvangen.
Zie ’Toegangspunten’ op pag. 145 als u een
internettoegangspunt wilt maken voor een
ad-hocnetwerk.
Verbindingsbeheer
Gegevensverbindingen
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
Verb.beh. > Act. geg.verb.. In de weergave
met actieve verbindingen kunt u de geopende
gegevensverbindingen bekijken: gegevensoproepen ( ),
packet-gegevensverbindingen ( of ) en
WLAN-verbindingen ().
Opmerking: De uiteindelijke gespreksduur die
door de serviceprovider in rekening wordt gebracht
kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties,
afrondingen, belastingen, enzovoort.
Selecteer Opties > Verb. verbreken als u een verbinding
wilt verbreken. Selecteer Opties > Alle verb. verbrek.
als u alle actieve verbindingen wilt verbreken.
Selecteer Opties > Gegevens als u de details van
een verbinding wilt bekijken. Welke details worden
weergegeven, is afhankelijk van het type verbinding.
Verbindingen
31
WLAN (draadloos LAN)
Druk op en selecteer Instrumenten > Verb.beh. >
Beschk. WLAN als u wilt zoeken naar de beschikbare
WLAN's binnen het bereik.
In de weergave voor de beschikbare WLAN's wordt een
Verbindingen
lijst met WLAN's binnen het bereik, de bijbehorende
netwerkmodus (Infrastructuur of Ad-hoc) en een
symbool voor de signaalsterkte weergegeven. wordt
weergegeven voor netwerken met codering en als
het apparaat een actieve verbinding heeft in het netwerk.
Selecteer Opties > Gegevens als u de details van een
netwerk wilt bekijken.
Selecteer Opties > Toeg.pt definiëren als u een
internettoegangspunt in een netwerk wilt maken.
Bluetooth-connectiviteit
Met draadloze Bluetooth-technologie kunt u een
draadloze verbinding tot stand brengen met andere
compatibele apparaten. Dit kunnen apparaten zijn als
mobiele telefoons en computers, en toebehoren als
hoofdtelefoons en carkits. Met de Bluetooth-technologie
kunt u afbeeldingen, notities en video-, muziek- en
geluidsclips verzenden, een draadloze verbinding tot stand
brengen met een compatibele pc (bijvoorbeeld voor
bestandsoverdracht) of een verbinding tot stand brengen
met een compatibele printer om afbeeldingen af
te drukken met Afb. afdrukken. Zie ’Afbeeldingen
afdrukken’ op pag. 74.
Aangezien apparaten met draadloze Bluetoothtechnologie communiceren via radiogolven, hoeft er geen
'direct zicht' te bestaan tussen het apparaat en het andere
apparaat. De twee apparaten mogen maximaal 10 meter
van elkaar zijn verwijderd, hoewel de verbinding wel hinder
kan ondervinden van obstakels, zoals muren of andere
elektronische apparaten.
Het apparaat is compatibel met Bluetooth-specificatie 2.0,
die de volgende profielen ondersteunt: Advanced Audio
Distribution, Audio/Video Remote Control, Basic Imaging,
Basic Printing, Dial-up Networking, File Transfer,
Hands-Free, Headset, Human Interface Device, Object
Push, SIM Access en Synchronization. Gebruik door Nokia
goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd
wilt zijn van compatibiliteit met andere apparatuur die
Bluetooth-technologie ondersteunt. Informeer bij de
fabrikanten van andere apparatuur naar de compatibiliteit
met dit apparaat.
Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het
gebruik van Bluetooth-technologie. Raadpleeg de lokale
autoriteiten of serviceprovider voor meer informatie.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie
of als dergelijke functies op de achtergrond worden
32
uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit
extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de
batterij af.
Als het apparaat is vergrendeld, kunt u de Bluetoothconnectiviteit niet gebruiken. Zie ’Telefoon en SIM-kaart’
op pag. 138 voor meer informatie over het vergrendelen
van apparaten.
Instellingen
Druk op en selecteer Instrumenten > Bluetooth.
Wanneer u de toepassing de eerste keer opent, wordt
u gevraagd een naam te definiëren voor het apparaat.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Bluetooth – Stel de Bluetooth-connectiviteit eerst in op
Aan en maak vervolgens verbinding als u een draadloze
verbinding met een ander compatibel apparaat wilt maken.
Selecteer Uit als u Bluetooth-connectiviteit wilt
uitschakelen.
Waarneembrh. tel. – Selecteer Waarneembaar als
het apparaat mag worden gedetecteerd door andere
apparaten via draadloze Bluetooth-technologie.
Selecteer Periode opgeven als u wilt instellen na hoeveel
tijd de zichtbaarheid wordt veranderd van weergegeven
in verborgen. Selecteer Verborgen als u het apparaat wilt
verbergen voor andere apparaten.
Naam van mijn telef. – Wijzig de naam die wordt
weergegeven aan andere apparaten die draadloze
Bluetooth-technologie gebruiken.
Externe SIM-modus – Selecteer Aan als u een ander
apparaat wilt inschakelen, zoals een compatibele carkit,
om via de SIM-kaart in het apparaat verbinding te maken
met het netwerk. Zie ’Externe SIM-modus’ op pag. 35 voor
meer informatie.
Beveiligingstips
Selecteer Bluetooth > Uit of Waarneembrh. tel. >
Verborgen als u geen gebruik maakt van Bluetooth-
connectiviteit. Zodoende kunt u beter regelen wie het
apparaat met draadloze Bluetooth-technologie kan
detecteren en hiermee verbinding kan maken.
Accepteer geen verbindingsaanvragen van en koppel het
apparaat niet aan een onbekend apparaat. Zodoende kunt
u het apparaat beter beschermen tegen schadelijke inhoud.
Gegevens verzenden met behulp
van Bluetooth-connectiviteit
Er kunnen verschillende Bluetooth-verbindingen tegelijk
actief zijn. Als u bijvoorbeeld verbonden bent met een
compatibele hoofdtelefoon, kunt u tegelijkertijd ook
bestanden uitwisselen met een ander compatibel apparaat.
Verbindingen
33
Zie ’Belangrijke symbolen’ op pag. 32 voor meer informatie
over symbolen voor Bluetooth-connectiviteit.
Tip! Als u tekst wilt verzenden via Bluetoothconnectiviteit, open dan Notities, schrijf de tekst
en selecteer Opties > Zenden > Via Bluetooth.
1 Open de toepassing waarin het item dat u wilt
Verbindingen
verzenden, is opgeslagen. Open Galerij als
u bijvoorbeeld een afbeelding wilt verzenden
naar een ander compatibel apparaat.
2 Selecteer het item en Opties > Zenden >
Via Bluetooth. Apparaten met draadloze Bluetooth-
technologie die zich binnen het bereik bevinden,
worden weergegeven in het scherm.
Apparaatpictogrammen: computer, telefoon,
audio- of video-apparaat en een ander
apparaat.
Selecteer Stop als u de zoekopdracht wilt onderbreken.
3 Selecteer het apparaat waarmee u verbinding
wilt maken.
4 Als koppeling met het andere apparaat vereist is,
hoort u een geluidssignaal en moet u een wachtwoord
opgeven. Zie ’Apparaten koppelen’ op pag. 34.
5 Als de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt het
bericht Gegevens worden verzonden.
Tip! Het kan zijn dat bij het zoeken naar apparaten
voor sommige apparaten alleen de unieke adressen
worden weergeven (apparaatadressen). Als u wilt
weten wat het unieke adres van uw apparaat is,
geeft u de code *#2820# op in de stand-by modus.
Apparaten koppelen
Druk in de beginweergave Bluetooth van de toepassing
op als u het apparaat wilt koppelen met compatibele
apparaten en de gekoppelde apparaten wilt weergeven.
Stel voordat u de koppeling uitvoert uw wachtwoord
in (1-16 cijfers) en spreek met de eigenaar van het
andere apparaat af hetzelfde wachtwoord te gebruiken.
Bij apparaten zonder gebruikersinterface wordt het
wachtwoord gebruikt dat in de fabriek is ingesteld.
Het wachtwoord is voor eenmalig gebruik.
1 Selecteer Opties > Nw gekoppeld app. als u het
apparaat wilt koppelen aan een ander apparaat.
Apparaten met draadloze Bluetooth-technologie die
zich binnen het bereik bevinden, worden weergegeven
in het scherm.
2 Selecteer het apparaat en voer het wachtwoord in.
Op het andere apparaat moet hetzelfde wachtwoord
worden ingevoerd.
Sommige audiotoebehoren maken na koppeling
automatisch verbinding met het apparaat. Navigeer anders
naar het toebehoren en selecteer Opties > Verb. met
audioapparaat.
34
Gekoppelde apparaten zijn te herkennen aan het
symbool in de lijst met apparaten.
Als u gekoppelde apparaten wilt instellen als geautoriseerd
of niet-geautoriseerd, gaat u naar een apparaat en maakt
u een keuze uit de volgende opties:
Geautoriseerd – Uw apparaat en dit apparaat kunnen
zonder uw medeweten verbinding maken. U hoeft de
verbinding niet afzonderlijk te accepteren of autoriseren.
Gebruik deze optie voor uw eigen apparaten, zoals uw
compatibele hoofdtelefoon of pc of voor apparaten
van mensen die u vertrouwt. geeft geautoriseerde
apparaten aan in de weergave voor gekoppelde apparaten.
Niet geautoriseerd – Verbindingsverzoeken van dit
apparaat moeten altijd afzonderlijk worden geaccepteerd.
Ga naar het apparaat en selecteer Opties > Verwijderen
als u een koppeling wilt annuleren. Selecteer Opties >
Alle verwijderen als u alle koppelingen wilt annuleren.
Gegevens ontvangen met behulp
van Bluetooth-connectiviteit
Als u gegevens ontvangt via Bluetooth-connectiviteit,
hoort u een geluidssignaal en wordt u gevraagd of u het
bericht wilt ontvangen. Als u bevestigend antwoordt,
verschijnt en wordt het item in de map Inbox
in Berichten geplaatst. Berichten die zijn ontvangen
via Bluetooth-connectiviteit, worden aangeduid met .
Zie ’Inbox – berichten ontvangen’ op pag. 102.
Externe SIM-modus
Als u de externe SIM-modus wilt gebruiken met een
compatibele carkit, schakelt u de Bluetooth-connectiviteit
in en schakelt u het gebruik van de externe SIM-modus in.
Zie ’Instellingen’ op pag. 33. Voordat de modus kan worden
geactiveerd, moeten de twee apparaten worden gekoppeld,
waarbij de koppeling op het andere apparaat wordt
gestart. Gebruik voor de koppeling een 16-cijferig
wachtwoord en geef het andere apparaat de benodigde
autorisatie. Zie ’Apparaten koppelen’ op pag. 34. Activeer
de externe SIM-modus vanaf het andere apparaat.
Wanneer de externe SIM-modus is ingeschakeld op het
apparaat, wordt Externe SIM weergegeven in de stand-by
modus. De verbinding met het draadloze netwerk wordt
uitgeschakeld, zoals wordt aangegeven met in de
aanduiding voor de signaalsterkte, en u kunt geen
SIM-kaartdiensten of -functies gebruiken die een
mobiel netwerk vereisen.
Als het draadloze apparaat in de externe SIM-modus
staat, kunt u alleen via een compatibele en aangesloten
uitbreiding, zoals een carkit, gesprekken voeren of
ontvangen. U kunt in deze modus geen nummers kiezen
met uw draadloze apparaat, behalve de alarmnummers die
Verbindingen
35
in het apparaat zijn geprogrammeerd. Als u wilt bellen met
uw apparaat, moet u eerst de externe SIM-modus verlaten.
Als het apparaat vergrendeld is, moet u eerst de
beveiligingscode invoeren om het te ontgrendelen.
Druk op de aan/uit-toets en selecteer Externe SIM sluiten
als u de externe SIM-modus wilt afsluiten.
Verbindingen
Infraroodverbinding
Via een infraroodverbinding kunt u gegevens zoals
visitekaartjes, agendanotities en mediabestanden
overbrengen naar een compatibel apparaat.
Richt de infrarood-straal (IR) niet op andermans ogen
en vermijd dat deze stoort met andere IR-apparaten.
Dit apparaat is een Klasse 1 laserproduct.
Gegevens verzenden en ontvangen via infrarood
1 Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van het
verzendende en ontvangende apparaat naar elkaar
wijzen en dat zich tussen de apparaten geen obstakels
bevinden. Plaats de twee apparaten liefst op maximaal
één meter afstand van elkaar.
2 De gebruiker van het ontvangende apparaat activeert
de infraroodpoort.
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
Infrarood als u de infraroodpoort van het apparaat wilt
activeren zodat u gegevens kunt ontvangen via een
infraroodverbinding.
3 De gebruiker van het verzendende apparaat
selecteert de gewenste infraroodfunctie om de
gegevensoverdracht te starten.
Ga naar het gewenste bestand in een toepassing of
Bestandsbeheer en selecteer Opties > Zenden >
Via infrarood als u gegevens wilt verzenden via
een infraroodverbinding.
Als de gegevensoverdracht niet wordt gestart binnen één
minuut nadat de infraroodpoort is geactiveerd, wordt de
verbinding geannuleerd en moet deze opnieuw worden
geactiveerd.
Items die via een infraroodverbinding worden ontvangen,
worden opgeslagen in de map Inbox in Berichten. Nieuwe
infraroodberichten worden aangeduid met .
Zie ’Belangrijke symbolen’ op pag. 32 voor meer informatie
over symbolen voor een infraroodverbinding.
USB
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. > USB.
Selecteer Vragen bij verbind. > Ja als u wilt instellen
dat het doel van de verbinding telkens moet worden
opgegeven wanneer de kabel wordt aangesloten.
36
Als Vragen bij verbind. is uitgeschakeld en u de modus
tijdens een actieve verbinding wilt wijzigen, selecteert u
USB-modus en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Mediaspeler – Hiermee synchroniseert u muziek met
Windows Media Player. Zie ’Muziek overbrengen met
Windows Media Player’ op pag. 43.
PC Suite – Hiermee gebruikt u Nokia PC-toepassingen,
zoals Nokia Nseries PC Suite, Nokia Lifeblog en
Nokia Software Updater.
Gegevensoverdracht – Hiermee brengt u gegevens over
tussen het apparaat en een compatibele pc.
Afb. afdrukken – Hiermee drukt u afbeeldingen af op
een compatibele printer. Zie ’Afbeeldingen afdrukken’
op pag. 74.
Pc-verbindingen
U kunt het apparaat gebruiken met allerlei
compatibele toepassingen voor pc-connectiviteit en
gegevenscommunicatie. Met Nokia Nseries PC Suite
kunt u bijvoorbeeld afbeeldingen overbrengen tussen
het apparaat en een compatibele pc.
Maak de verbinding om te synchroniseren met het
apparaat altijd vanaf de pc.
Synchroniseren
Met Synchr. kunt u notities, agenda-items, SMS-berichten
of contactpersonen synchroniseren met verschillende
compatibele toepassingen op een compatibele computer
of op internet.
U kunt synchronisatie-instellingen ontvangen in een
speciaal bericht. Zie ’Gegevens en instellingen’ op pag. 103.
In de beginweergave Synchr. kunt u de verschillende
synchronisatieprofielen bekijken. Een synchronisatieprofiel
bevat de benodigde instellingen om gegevens in het
apparaat te synchroniseren met een externe database
op een server of in een compatibel apparaat.
1 Druk op en selecteer Instrumenten > Synchr..
2 Selecteer een synchronisatieprofiel en Opties >
Synchroniseren. Selecteer Annuleer als u de
synchronisatie tussentijds wilt afbreken.
Apparaatbeheer
Druk op en selecteer Instrumenten > Hulpprogr. >
App.beh. als u verbinding met een server wilt maken
en configuratie-instellingen voor het apparaat wilt
ontvangen om nieuwe serverprofielen te maken of
bestaande serverprofielen weer te geven en te beheren.
Verbindingen
37
U ontvangt mogelijk serverprofielen en verschillende
configuratie-instellingen van uw serviceproviders
of afdeling voor informatiebeheer van uw bedrijf.
Deze configuratie-instellingen kunnen bijvoorbeeld
verbindingsinstellingen zijn die door verschillende
toepassingen in het apparaat worden gebruikt.
Verbindingen
Ga naar een serverprofiel, selecteer Opties en maak
een keuze uit de volgende opties:
Configuratie starten – Hiermee maakt u verbinding met
de server en ontvangt u configuratie-instellingen voor
het apparaat.
Nieuw serverprofiel – Hiermee maakt u een serverprofiel.
Ga naar het profiel en druk op als u een serverprofiel
wilt verwijderen.
Modem
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
Modem. Druk op als u het apparaat via een
infraroodverbinding wilt aansluiten op een
compatibele pc zodat u het als modem kunt gebruiken.
Zie ’Infraroodverbinding’ op pag. 36 voor meer informatie
over het tot stand brengen van een verbinding met
deze apparaten.
38
Mediatoepassingen
Muziekspeler
Muziekspeler ondersteunt bestandsindelingen als AAC,
AAC+, eAAC+, MP3 en WMA. Muziekspeler ondersteunt
echter niet noodzakelijkerwijs alle bestandsindelingen of
alle variaties van bestandsindelingen.
U kunt Muziekspeler ook gebruiken om podcasts te
beluisteren. Podcasts zijn de methode voor het leveren van
audio- of video-inhoud via internet waarbij RSS- of
ATOM-technologie wordt gebruikt om deze inhoud op
mobiele apparaten en pc's af te spelen.
Waarschuwing: Luister naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling
aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor
beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor
wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het
volume erg luid kan zijn.
Zie ’Muziek overbrengen’ op pag. 42 voor meer informatie
over het toevoegen van nummers aan het apparaat.
Zie ’Digital Rights Management’ op pag. 133 voor meer
informatie over copyrightbescherming.
Als u de bibliotheek wilt vernieuwen nadat u de
nummerselectie in het apparaat hebt bijgewerkt, gaat u
naar de beginweergave van de muziekspeler en selecteert
u Opties > Vernieuwen.
Een nummer afspelen
Tip! Houd ingedrukt als u de Music player wilt
openen. U kunt de speler ook openen vanuit het
multimediamenu. Zie ’Multimediamenu’ op pag. 16.
1 Druk op en selecteer Muziek > Muziekspeler.
2 Open de mediatoetsen
onder de schuif.
3 Selecteer een nummer,
artiest of andere categorie.
4 Druk op als u het
geselecteerde nummer of de
geselecteerde lijst met
nummers wilt afspelen.
Mediatoepassingen
39
Druk op als u
het afspelen wilt
onderbreken en
nogmaals op
als u het afspelen
wilt hervatten. Druk
op als u het
afspelen wilt
stoppen.
Mediatoepassingen
Houd of
ingedrukt als u vooruit of achteruit wilt spoelen.
Druk op als u naar het volgende nummer wilt gaan.
Druk op als u wilt terugkeren naar het begin van het
nummer. Druk nogmaals op binnen twee seconden
nadat een nummer is gestart als u naar het vorige nummer
wilt gaan.
U kunt de speler ook bedienen met de bladertoets.
Selecteer Opties > Willekeurig afspelen als u willekeurig
afspelen () wilt in- of uitschakelen.
Selecteer Opties > Herhalen als u het huidige nummer
() of alle nummers () wilt herhalen; of als u
herhalen wilt uitschakelen.
Gebruik de volumetoets als u het volume wilt regelen.
Selecteer Opties > Equalizer als u de toon voor het
afspelen van muziek wilt wijzigen.
Selecteer Opties > Audio-instellingen als u de balans, de
luidheid en het stereobeeld wilt wijzigen of de bas wilt
versterken.
Selecteer Opties > Visualisatie starten als u tijdens het
afspelen een visualisatie wilt weergeven.
Druk op als u wilt terugkeren naar de stand-by modus
en de speler op de achtergrond wilt laten spelen of houd
ingedrukt als u wilt schakelen naar een andere
geopende toepassing.
Menu Muziek
Selecteer Opties > Ga naar menu Muziek in de weergave
Afspelen als u meer muziek wilt selecteren om af te
spelen.
Het menu Muziek bevatte muziek die beschikbaar is in het
apparaat en op de compatibele geheugenkaart (indien
geplaatst). Alle liedjes bevat alle muziek. Selecteer
Albums, Artiesten, Genres of Componisten als u
geselecteerde nummers wilt weergeven. Selecteer
Afspeellijsten als u playlists wilt weergeven.
Houd ingedrukt als u de weergave wilt openen met het
nummer dat momenteel wordt afgespeeld.
40
Playlists
Ga naar het menu Muziek en selecteer Afspeellijsten als u
playlists wilt weergeven en beheren. De volgende playlists
worden automatisch weergegeven: Populaire tracks,
Recente liedjes en Recente aanvull..
Selecteer Opties > Details afspeellijst als u de details van
de playlist wilt weergeven.
Een playlist maken
1 Selecteer Opties > Afspeellijst maken.
2 Voer een naam voor de playlist in en selecteer OK.
3 Selecteer artiesten als u wilt zoeken naar de nummers
die u wilt opnemen in de playlist. Druk op als u items
wilt toevoegen. Druk op als u de lijst met nummers
onder de naam van een artiest wilt weergeven. Druk op
als u de lijst met nummers wilt verbergen.
4 Selecteer Gereed wanneer u uw selecties hebt voltooid.
Als er een compatibele geheugenkaart is geplaatst,
wordt de playlist hierop opgeslagen.
Selecteer Opties > Liedjes toevoegen terwijl u de playlist
weergeeft als u later meer nummers wilt toevoegen.
Selecteer een item en Opties > Toev. aan afspeellijst >
Opgesl. afspeellijst of Nieuwe afspeellijst als u nummers,
albums, artiesten, genres en componisten aan een playlist
wilt toevoegen.
Selecteer Opties > Verw. uit afspeellijst als u een nummer
wilt verwijderen uit een playlist. Hiermee verwijdert u
niet het nummer vanaf het apparaat, maar alleen uit
de playlist.
Ga naar het nummer dat u wilt verplaatsen en selecteer
Opties > Lijst opn. sort. als u de volgorde van nummers
in een playlist wilt wijzigen. Gebruik de bladertoets als
u nummers naar een nieuwe positie wilt slepen.
Mediatoepassingen
Nokia Muziekwinkel
In de Nokia Muziekwinkel (netwerkdienst) kunt u muziek
opzoeken, doorbladeren en aanschaffen om te downloaden
naar het apparaat. Om muziek te kunnen aanschaffen,
moet u zich eerst voor deze dienst registreren.
Kijk voor meer informatie over de beschikbaarheid van de
Nokia Muziekwinkel in uw land op music.nokia.com.
Als u de Nokia Muziekwinkel wilt bezoeken, moet u
beschikken over een geldig internettoegangspunt op het
apparaat. Zie ’Toegangspunten’ op pag. 145 voor meer
informatie.
Druk op en selecteer Muziek > Muziekwinkl als
u de Nokia Muziekwinkel wilt openen. Voor verdere
instructies selecteert u Help op de hoofdpagina van
de Nokia Muziekwinkel.
41
Tip! Als u meer muziek wilt zoeken in de diverse
categorieën van het muziekmenu, selecteert u Opties >
Ga naar muziekwinkel in de muziekspeler.
Instellingen voor Muziekwinkel
Mogelijk wordt u gevraagd de volgende instellingen in
te voeren:
Std. toeg. punt - Selecteer het toegangspunt waarmee u
verbinding wilt maken met de muziekwinkel.
Mediatoepassingen
In de muziekwinkel kunt u mogelijk instellingen bewerken
door Opties > Instellingen te selecteren.
U hebt ook toegang tot de Nokia Muziekwinkel vanaf een
compatibele pc op music.nokia.com. Voor verdere
instructies selecteert u Help op de hoofdpagina.
Muziek overbrengen
U kunt muziek overbrengen vanaf een compatibele pc
of andere compatibele apparaten met behulp van een
compatibele USB-kabel of Bluetooth-connectiviteit.
Zie ’Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 32 voor meer
informatie.
Ga naar Menu Muziek en selecteer Opties > Muziekbibl.
vernieuwen als u de bibliotheek wilt vernieuwen nadat u
de nummerselectie in het apparaat hebt bijgewerkt.
De pc-vereisten voor het overbrengen van muziek:
• Microsoft Windows XP (of hoger)
• Een compatibele versie van Windows Media Player.
Meer informatie over compatibiliteit met Windows
Media Player vindt u in het gedeelte over de Nokia N95
op de Nokia-website.
• Nokia Nseries PC Suite versie 1.6 of hoger
Muziek overbrengen vanaf de pc
U kunt muziek overbrengen op drie verschillende
manieren:
• Maak verbinding via een compatibele USB-kabel of
Bluetooth-connectiviteit als u het apparaat op de pc
wilt weergeven als externe vaste schijf waarnaar u
gegevensbestanden kunt overbrengen. Selecteer
Gegevensoverdracht als verbindingsmethode wanneer
u de USB-kabel gebruikt. Er moet een compatibele
geheugenkaart in het apparaat zijn geplaatst.
• Sluit de compatibele USB-kabel aan en selecteer
Mediaspeler als verbindingsmethode wanneer u
muziek wilt synchroniseren met Windows Media
Player. Er moet een compatibele geheugenkaart in
het apparaat zijn geplaatst.
• Sluit de compatibele USB-kabel aan en selecteer
PC Suite als verbindingsmethode wanneer u
Nokia Music Manager in Nokia Nseries PC Suite
wilt gebruiken.
42
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
USB > USB-modus als u de standaard USB-
verbindingsmodus wilt wijzigen.
Zowel Windows Media Player als Nokia Music Manager
in Nokia Nseries PC Suite is geoptimaliseerd voor het
overbrengen van muziekbestanden. Zie de gebruikershandleiding van Nokia Nseries PC Suite voor meer
informatie over het overbrengen van muziek met
Nokia Music Manager.
Muziek overbrengen met
Windows Media Player
De functionaliteit voor het synchroniseren van muziek
kan verschillen tussen de diverse versies van Windows
Media Player. Zie de gebruikershandleiding en Help van
Windows Media Player voor meer informatie.
Handmatige synchronisatie
Met handmatige synchronisatie kunt u de nummers en
playlists selecteren die u wilt verplaatsen, kopiëren of
verwijderen.
1. Nadat u het apparaat hebt verbonden met Windows
Media Player, selecteert u het apparaat in het
navigatiedeelvenster aan de rechterkant als meer
dan één apparaat is verbonden.
2. Blader in het linkernavigatiedeelvenster naar de
muziekbestanden op de pc waarmee u wilt
synchroniseren.
3. Sleep de nummers naar de synchronisatielijst aan de
rechterzijde.
Boven de Synchronisatielijst kunt u zien hoeveel
geheugen u nog beschikbaar hebt in uw apparaat.
4. Als u nummers of albums wilt verwijderen, selecteert
u een item in de synchronisatielijst, klikt u met de
rechtermuisknop en selecteert u Verwijderen uit lijst.
5. Klik op Synchronisatie starten om de synchronisatie
te starten.
Automatische synchronisatie
1. Als u de automatische synchronisatiefunctie in
Windows Media Player wilt starten, klikt u op het
tabblad Synchroniseren, selecteert u Nokia Handset > Synchronisatie instellen en schakelt u het
selectievakje Dit apparaat automatisch
synchroniseren in.
2. Selecteer de playlists die u automatisch wilt
synchroniseren in het deelvenster Beschikbare
playlists en klik op Toevoegen.
De geselecteerde items worden overgebracht naar het
deelvenster Te synchroniseren afspeellijsten.
Mediatoepassingen
43
3. Klik op Voltooien om het instellen van automatische
synchronisatie te voltooien.
Als het selectievakje Dit apparaat automatisch synchroniseren is ingeschakeld en u het apparaat
verbindt, wordt de muziekbibliotheek in het apparaat
automatisch bijgewerkt op basis van de playlists die u hebt
geselecteerd in Windows Media Player. Als u geen playlists
hebt geselecteerd, wordt de volledige muziekbibliotheek
op de pc geselecteerd voor synchronisatie. Als er
Mediatoepassingen
onvoldoende geheugen vrij is op het apparaat, wordt in
Windows Media Player automatisch de optie Handmatige
synchronisatie geselecteerd.
Als u de automatische synchronisatie wilt stoppen, gaat
u naar het tabblad Synchroniseren en selecteert u
Synchronisatie naar 'Nokia Handset' stoppen.
pakketgegevens gebruikt (netwerkdienst). U kunt naar de
radio luisteren terwijl u andere toepassingen gebruikt.
Op http://www.visualradio.com vindt u de actuele lijst met
alle stations die de dienst Visual Radio bieden.
Als u geen toegang hebt tot de dienst Visual Radio,
ondersteunen de operators en radiozenders in uw gebied
deze dienst mogelijk niet.
Neem contact op met de serviceprovider als u meer wilt
weten over de beschikbaarheid en kosten van de dienst en
als u zich hierop wilt abonneren.
Normaal gesproken kunt u iemand bellen of een
inkomende oproep beantwoorden terwijl u naar de radio
luistert. De radio wordt gedempt wanneer er een actieve
oproep is.
Radio
Druk op en selecteer Muziek > Radio.
Als u Visual Radio de eerste keer opent, helpt een wizard u
de lokale stations op te slaan.
U kunt de toepassing gebruiken als een gewone radio met
automatische afstemming en opgeslagen zenders of met
parallelle visuele informatie over het radioprogramma in
het scherm, als u afstemt op zenders die de dienst Visual
Radio ondersteunen. Voor de dienst Visual Radio worden
44
Naar de radio luisteren
De kwaliteit van de radio-uitzending is afhankelijk van de
dekking van het radiozenders in het betreffende gebied.
De FM-radio maakt gebruik van een andere antenne dan de
antenne van het draadloze apparaat. De FM-radio
functioneert alleen naar behoren als er een compatibele
hoofdtelefoon of een compatibel toebehoren op het
apparaat is aangesloten.
Druk op en selecteer Muziek > Radio. Selecteer
of of houd de mediatoets of ingedrukt als
u wilt zoeken naar zenders. Selecteer Opties > Handmatig
afstemmen als u de frequentie handmatig wilt wijzigen.
Als u eerder radiozenders hebt opgeslagen, selecteert u
of of drukt u op de mediatoets of
om naar de vorige of volgende opgeslagen zender te gaan.
Druk op de volumetoetsen als u het volume wilt regelen.
Als u via de luidspreker naar de radio wilt luisteren,
selecteert u Opties > Luidspreker aan.
Waarschuwing: Luister naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling
aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor
beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor
wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het
volume erg luid kan zijn.
Selecteer Opties > Zenderoverzicht (netwerkdienst)
als u beschikbare zenders op basis van de locatie wilt
weergeven.
Selecteer Opties > Zender opslaan als u de huidige zender
wilt opslaan in de lijst met zenders. Selecteer Opties >
Zenders als u de lijst met opgeslagen zenders wilt openen.
Selecteer Opties > Afsp. in achtergrond als u wilt
terugkeren naar de stand-by modus en de FM-radio
op de achtergrond wilt laten spelen.
Visuele inhoud weergeven
Selecteer of Opties > Visuele dienst starten als
u de beschikbare visuele inhoud voor een zender wilt
weergeven. Voer de id van de visuele dienst in als u deze
niet hebt opgeslagen voor de zender of selecteer Ophalen
als u hiernaar wilt zoeken in de lijst met zenders
(netwerkdienst).
Wanneer er verbinding is gemaakt met de visuele dienst,
wordt in het scherm de huidige visuele inhoud weergegeven.
Opgeslagen zenders
Selecteer Opties > Zenders als u de lijst met opgeslagen
zenders wilt openen.
Selecteer Opties > Zender > Luisteren als u wilt luisteren
naar een opgeslagen zender. Selecteer Opties > Zender >
Visuele dienst starten als u de beschikbare visuele inhoud
voor een zender met de dienst Visual Radio wilt weergeven.
Selecteer Opties > Zender > Bewerken als u de details van
een zender wilt wijzigen.
Instellingen
Selecteer Opties > Instellingen en kies een van de
volgende opties:
Mediatoepassingen
45
Starttoon - Selecteer of u een toon wilt afspelen wanneer
de toepassing wordt gestart.
Autostart dienst - Selecteer Ja als u de dienst Visual Radio
automatisch wilt starten wanneer u een opgeslagen
zender selecteert die de dienst Visual Radio biedt.
Toegangspunt - Selecteer het toegangspunt voor de
gegevensverbinding met Visual Radio. U hebt geen
toegangspunt nodig als u de toepassing wilt gebruiken
Mediatoepassingen
als normale radio.
Huidige regio—Selecteer de regio waarin u zich
momenteel bevindt. Deze instelling wordt alleen
weergegeven als er geen netwerkdekking is op het
moment dat u de toepassing start.
Nokia Podcasting
Met de toepassing Nokia Podcasting kunt u podcasts
zoeken, beluisteren en downloaden en kunt u zich
abonneren op podcasts. Daarnaast kunt u audio- en
videopodcasts afspelen, beheren en delen met het
apparaat.
Druk op en selecteer Muziek > Podcasting als u
Nokia Podcasting wilt openen.
Instellingen
Stel uw verbindings- en downloadinstellingen in voordat u
Nokia Podcasting gebruikt.
De aanbevolen verbindingsmethode is WLAN (draadloos
LAN). Vraag bij uw serviceprovider de voorwaarden en
kosten voor gegevensdiensten na voordat u andere
verbindingen gebruikt. Bij een gegevensplan met een vast
tarief kunt u bijvoorbeeld grote hoeveelheden gegevens
overbrengen tegen één maandelijks bedrag.
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
Verb.beh. > Beschk. WLAN als u wilt zoeken naar de
beschikbare WLAN's binnen bereik.
Selecteer Opties > Toeg.pt definiëren als u een
internettoegangspunt in een netwerk wilt maken.
Verbindingsinstellingen
Druk op en selecteer Muziek > Podcasting > Opties >
Instellingen > Verbinding als u de verbindingsinstellingen
wilt bewerken. Definieer het volgende:
Standaardtoeg. punt - Selecteer het toegangspunt om uw
internetverbinding te definiëren.
URL van zoekservice - Definieer de dienst voor het zoeken
naar podcasts voor gebruik in Zoeken.
46
Downloadinstellingen
Druk op en selecteer Muziek > Podcasting > Opties >
Instellingen > Downloaden als u de downloadinstellingen
wilt bewerken. Definieer het volgende:
Opslaan in - Definieer de locatie waar u de podcasts wilt
opslaan. Voor een optimaal gebruik van de opslagruimte
wordt een massageheugen aanbevolen.
Update-interval - Geef aan hoe vaak podcasts worden
bijgewerkt.
Datum volgende update - Geef de datum van de volgende
automatische update op.
Tijd volgende update - Geef het tijdstip van de volgende
automatische update op.
Automatische updates vinden alleen plaats als een
specifiek standaardtoegangspunt is geselecteerd en
Nokia Podcasting wordt uitgevoerd. Als Nokia Podcasting
niet wordt uitgevoerd, worden de automatische updates
niet geactiveerd.
Downloadlimiet (%) - Geef aan hoeveel geheugen voor
gedownloade podcasts wordt gebruikt.
Als limiet is bereikt - Geef aan wat u wilt doen als de
downloads de downloadlimiet overschrijden.
Het instellen van de toepassing om automatische podcasts
binnen te halen, kan de overdracht van grote hoeveelheden
gegevens via het netwerk van uw serviceprovider met
zich meebrengen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten
van gegevensoverdracht.
Selecteer Opties > Standaardinstellingen in de weergave
Instellingen als u de standaardinstellingen wilt herstellen.
Zoeken
Met de zoekfunctie kunt u podcasts zoeken op trefwoord
of titel.
Het zoeksysteem maakt gebruik van de podcast-zoekdienst
die u hebt ingesteld in Podcasting > Opties >
Instellingen > Verbinding > URL van zoekservice.
Als u wilt zoeken naar podcasts, drukt u op , selecteert
u Muziek > Podcasting > Zoeken en voert u de gewenste
trefwoorden in.
Tip! Met Zoeken wordt gezocht naar titels en
trefwoorden van podcasts in beschrijvingen, niet in
specifieke episodes. Algemene onderwerpen, zoals
voetbal of hiphop, geven meestal betere resultaten
dan een specifiek team of artiest.
Als u zich wilt abonneren op een of meer gemarkeerde
kanalen en deze wilt toevoegen aan uw Podcasts,
selecteert u Abonneren. U kunt ook een podcast aan
uw lijst toevoegen door een podcast te selecteren.
Mediatoepassingen
47
Selecteer Opties > Opnieuw zoeken als u een nieuwe
zoekactie wilt starten.
Selecteer Opties > Webpagina openen om naar de
website van de podcast te gaan (netwerkdienst).
Selecteer Opties > Beschrijving als u de details van een
podcast wilt bekijken.
Selecteer Opties > Zenden als u een of meer geselecteerde
podcasts naar een ander compatibel apparaat wilt
Mediatoepassingen
verzenden.
De beschikbare opties kunnen variëren.
Mappen
Met de optie Mappen kunt u nieuwe podcastepisodes
zoeken waarop u zich wilt abonneren.
Druk op en selecteer Muziek > Podcasting > Mappen
om Mappen te openen.
De inhoud van de mappen verandert. U kunt een map
bijwerken door de gewenste map te selecteren
(netwerkdienst). Als de map van kleur verandert, klikt u
nogmaals op de bladertoets om de map te openen.
Mappen kunnen podcasts bevatten die zijn gesorteerd op
populariteit of thema.
Druk op de bladertoets om het gewenste maponderwerp te
openen. Er wordt een lijst met podcasts weergegeven.
U abonneert zich op een podcast door de titel te selecteren
en op de bladertoets te drukken. Nadat u zich hebt
geabonneerd op de episodes van een podcast kunt u deze
met de optie Podcasts downloaden, beheren en afspelen.
Selecteer Opties > Nieuw > Webmap of Map als u een
nieuwe map wilt toevoegen. Voer een titel en URL van de
.opml (Outline Processor Markup Language) in en selecteer
Gereed.
Als u de geselecteerde map, webkoppeling of webmap wilt
bewerken, selecteert u Opties > Bewerken.
Selecteer Opties > OPML-best. importeren als u een
OPML-bestand wilt importeren dat op uw apparaat is
opgeslagen. Selecteer de locatie van het bestand en
importeer het.
Als u een map als een MMS-bericht of via Bluetoothconnectiviteit wilt verzenden, selecteert u de map en
selecteert u Opties > Zenden.
Wanneer u een bericht met een OPML-bestand ontvangt
dat via Bluetooth-connectiviteit is verzonden, opent u het
bestand om het op te slaan in Ontvangen in Mappen.
Open Ontvangen om u te abonneren op een van de
koppelingen en deze toe te voegen aan uw Podcasts.
48
Downloaden
Nadat u zich hebt geabonneerd op een podcast, kunt u
vanuit Mappen, Zoeken of door een URL in te voeren, de
episodes in Podcasts beheren, downloaden en afspelen.
Selecteer Podcasting > Podcasts om de podcasts te zien
waarop u bent geabonneerd. Selecteer de titel van de
podcast om afzonderlijke episodetitels te bekijken. Een
episode is een bepaald mediabestand van een podcast.
U start een download door de episodetitel te selecteren.
Selecteer Opties > Downloaden of Downloaden voortz.
om te downloaden of het downloaden van geselecteerde of
gemarkeerde episodes voort te zetten. U kunt meerdere
episodes tegelijk downloaden.
Selecteer Podcasts > Opties > Voorbeeld afspelen als u
een gedeelte van een podcast wilt afspelen tijdens het
downloaden of na een gedeeltelijke download.
Volledig gedownloade podcasts vindt u in de map
Podcasts, maar ze worden pas weergegeven wanneer
de muziekbibliotheek is vernieuwd.
De beschikbare opties kunnen variëren.
Podcasts afspelen en beheren
Selecteer Opties > Openen om de beschikbare episodes uit
de geselecteerde podcast af te spelen. Onder elke episode
wordt de bestandsindeling, de grootte van het bestand en
de duur van de upload weergegeven.
Wanneer de podcast volledig is gedownload, kunt u de
volledige episode afspelen door Podcasts > Opties >
Afspelen te selecteren of op te drukken en Muziek >
Muziekspeler > Podcasts te selecteren.
Selecteer Opties > Bijwerken om de geselecteerde podcast
of gemarkeerde podcasts voor een nieuwe episode bij te
werken.
Selecteer Opties > Bijwerken stoppen als u het bijwerken
van de geselecteerde podcast of gemarkeerde podcasts
wilt stoppen.
Selecteer Opties > Nieuwe podcast als u een nieuwe
podcast wilt toevoegen door de URL van de podcast in
te voeren.
Neem contact op met uw serviceprovider als u geen
toegangspunt hebt gedefinieerd of als u tijdens een
packet-gegevensverbinding wordt gevraagd om een
gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren.
Selecteer Opties > Bewerken om de URL van de
geselecteerde podcast te bewerken.
Selecteer Opties > Verwijderen als u een gedownloade
podcast of gemarkeerde podcasts van het apparaat wilt
verwijderen.
Mediatoepassingen
49
Als u de geselecteerde podcast of gemarkeerde podcasts
als een OPML-bestand naar een ander compatibel
apparaat wilt verzenden als een MMS-bericht of via
Bluetooth-connectiviteit, selecteert u Opties > Zenden.
Als u een groep geselecteerde podcasts tegelijk wilt
bijwerken, verwijderen of verzenden, selecteert u Opties >
Markeringen aan/uit, markeert u de gewenste podcasts
en selecteert u Opties om de gewenste actie te kiezen.
Mediatoepassingen
Selecteer Opties > Webpagina openen om de website van
de podcast te openen (netwerkdienst).
Sommige podcasts bieden de mogelijkheid contact te
maken met de makers via opmerkingen en verkiezingen.
Selecteer Opties > Opmerkingen weerg. als u verbinding
met internet wilt maken om dit te doen.
Nokia Videocentrum
Met Nokia Videocentrum (netwerkdienst) kunt u videoclips
downloaden en streamen vanaf compatibele internetvideodiensten die packet-gegevens of een WLAN
(draadloos LAN) gebruiken. U kunt videoclips ook
overbrengen vanaf een compatibele pc naar het apparaat
en deze bekijken in Videocentr..
Videocentr. ondersteunt dezelfde bestandsindelingen als
RealPlayer. Zie ’RealPlayer’ op pag. 52.
Het apparaat bevat mogelijk vooraf gedefinieerde
diensten. Selecteer Nieuwe diensten toev. als u een
verbinding tot stand wilt brengen met internet om te
bladeren door beschikbare diensten die u kunt toevoegen
aan Videocentr..
Serviceproviders kunnen inhoud gratis of tegen betaling
bieden. Vraag de prijzen na bij de serviceprovider.
Video's zoeken en weergeven
1 Druk op en selecteer Videocentr..
2 Blader naar links of naar rechts en selecteer de gewenste
videodienst om verbinding met de dienst te maken.
3 Het apparaat wordt bijgewerkt, waarna de inhoud van
de dienst wordt weergegeven. Als u video per categorie
wilt weergeven (indien beschikbaar), drukt u op en
om de verschillende tabbladen te bekijken.
Selecteer Video zoeken als u naar video's in de dienst
wilt zoeken. Er is mogelijk niet in alle diensten een
zoekfunctie beschikbaar.
4 Selecteer Opties > Videodetails als u informatie over
een video wilt weergeven.
Bepaalde clips kunnen als streaming video worden
weergegeven, terwijl u andere clips eerst naar het
apparaat moet downloaden. Selecteer Opties >
Downloaden als u een clip wilt downloaden.
Selecteer Opties > Afspelen als u een streaming clip
of een gedownloade clip wilt weergeven.
50
5 Bedien de speler via de mediatoetsen wanneer de clip
wordt afgespeeld. Gebruik de volumetoets als u het
volume wilt regelen.
Selecteer Opties > Downloads plannen om een
automatische download voor video's in een dienst te
plannen. Automatische downloads worden dagelijks
uitgevoerd op de tijd die u opgeeft. Video's die al in Mijn
video's beschikbaar zijn, worden niet gedownload.
Clips worden verder op de achtergrond gedownload als u
de toepassing sluit. De gedownloade video's worden
opgeslagen in Videocentr. > Mijn video's.
Selecteer Nieuwe diensten toev. als u een verbinding tot
stand wilt brengen met internet om te bladeren door
beschikbare diensten die u kunt toevoegen aan de
hoofdweergave.
Internetvideo's
Internetvideo's zijn videoclips die op internet worden
gedistribueerd via RSS-feeds. U kunt nieuwe feeds
toevoegen aan Internetvideo's in de instellingen. Zie
’Instellingen’ op pag. 52.
1 Ga naar Videocentr. en selecteer de map
Internetvideo's. Uw feeds worden weergegeven.
Selecteer Opties > Feedabonnementen als u feeds wilt
toevoegen of verwijderen.
2 Ga naar een feed en druk op als u wilt bekijken
welke video's in een feed beschikbaar zijn. Selecteer
Opties > Videodetails als u informatie over een video
wilt weergeven.
3 Ga naar een video en selecteer Opties > Downloaden
als u deze wilt downloaden. Druk op als u de
gedownloade video wilt afspelen.
Gedownloade video's afspelen
De gedownloade video's worden opgeslagen in
Videocentr. > Mijn video's. Druk op als u een
gedownloade video wilt afspelen.
Selecteer Opties > Afspelen via eigen netw. om een
gedownloade video in het eigen netwerk af te spelen. Het
eigen netwerk moet eerst worden geconfigureerd. Zie
’Eigen netwerk’ op pag. 76.
U kunt videoclips ook overbrengen vanaf een compatibele
pc naar het apparaat en deze bekijken in Videocentr. >
Mijn video's. Videoclips zijn pas beschikbaar in
Videocentr. als u deze hebt opgeslagen in de map
C:\Data\My Videos in het apparaatgeheugen (C:\) of
E:\My Videos op een compatibele geheugenkaart (E:\).
Gebruik bijvoorbeeld Bestandsbeheer in Nokia Nseries
PC Suite om bestanden naar de juiste map over te brengen.
Bedien de speler via de mediatoetsen wanneer de clip
wordt afgespeeld. Gebruik de volumetoets als u het volume
Mediatoepassingen
51
wilt regelen. Selecteer Opties > Hervat. in voll. scherm of
Op volledig scherm als u de video in een volledig scherm
wilt weergeven, wilt onderbreken of wilt stoppen.
Als er onvoldoende ruimte beschikbaar is in het apparaatgeheugen of op een compatibele geheugenkaart, worden
automatisch enkele van de oudste bekeken video's
verwijderd wanneer nieuwe video's worden gedownload.
geeft aan dat video's binnenkort mogelijk worden
verwijderd. Selecteer Opties > Beveiligen om te
Mediatoepassingen
voorkomen dat een video automatisch wordt
verwijderd ().
Selecteer Opties > Verwijderen als u een video wilt
verwijderen. Selecteer Opties > Downloaden annuleren
als u een actieve download wilt annuleren. Selecteer
Opties > Organiseren en de gewenste optie als u de map
of geheugenlocatie van een video wilt wijzigen.
Instellingen
Selecteer Opties > Instellingen in de hoofdweergave van
Videocentrum en selecteer een van de volgende opties:
Videodienst selecteren - Selecteer de videodiensten die u
in Videocentrum wilt weergeven. U kunt ook de details van
een videodienst weergeven. Voor sommige diensten moet
u een gebruikersnaam en wachtwoord opgeven. Deze
gegevens ontvangt u van de serviceprovider.
Standaardtoegangspunt - Selecteer het toegangspunt
voor de gegevensverbinding. Als u toegangspunten voor
pakketgegevens gebruikt om bestanden te downloaden,
worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens verzonden
via het netwerk van de serviceprovider. Neem contact op
met uw serviceprovider voor meer informatie over de
kosten van gegevensoverdracht.
Ouderlijk toezicht - Activeer de ouderlijke blokkering voor
videodiensten als de serviceprovider leeftijdsgrenzen voor
video's heeft ingesteld.
Voorkeursgeheugen - Selecteer of gedownloade video's
moeten worden opgeslagen in het apparaatgeheugen of op
een compatibele geheugenkaart. Als het geselecteerde
geheugen bijna vol is, wordt de inhoud opgeslagen in het
andere geheugen, indien beschikbaar. Als er onvoldoende
ruimte vrij is in het andere geheugen, worden automatisch
enkele van de oudste bekeken video's verwijderd.
Miniaturen - Selecteer of miniaturen moeten worden
weergegeven in de lijst met videodiensten.
RealPlayer
Druk op en selecteer Toepass. > Media > RealPlayer.
Met RealPlayer, kunt u videoclips of streaming mediabestanden afspelen zonder dat u deze eerst in het apparaat
hoeft op te slaan.
52
RealPlayer ondersteunt bestandsindelingen als .3gp, .mp4
en .rm. RealPlayer ondersteunt echter niet noodzakelijkerwijs alle bestandsindelingen of alle variaties van
bestandsindelingen.
Gebruik in de modus Liggend de mediatoetsen om de speler
te bedienen.
Videoclips afspelen
1 Selecteer Opties > Openen als u een opgeslagen
mediabestand wilt afspelen. Maak vervolgens een
keuze uit de volgende opties:
Recente clips- Hiermee speelt u een van de laatste zes
bestanden af die zijn afgespeeld in RealPlayer
Opgeslagen clip - Hiermee speelt u een bestand af dat
is opgeslagen in Galerij.
2 Ga naar een bestand en druk op als u dit wilt
afspelen.
Gebruik de volumetoets als u het volume wilt regelen.
Streaming inhoud afspelen
Bij veel serviceproviders moet u een internettoegangspunt
gebruiken voor uw standaardtoegangspunt. Er zijn echter
ook serviceproviders bij wie u een WAP-toegangspunt
mag gebruiken.
In RealPlayer kunt u alleen een webadres van het type
rtsp:// openen. RealPlayer herkent echter een HTTPkoppeling naar een RAM-bestand.
Als u streaming inhoud wilt afspelen, selecteert u een
streaming-koppeling die is opgeslagen in Galerij, wordt
weergegeven op een webpagina of is ontvangen in een
SMS- of multimediabericht. Voordat de live streaminginhoud wordt afgespeeld, wordt verbinding gemaakt met
de site en wordt het laden van de inhoud gestart. De
inhoud wordt niet opgeslagen in het apparaat.
Instellingen van RealPlayer
U kunt de instellingen van RealPlayer ontvangen in een
speciaal bericht van de serviceprovider. Zie ’Gegevens en
instellingen’ op pag. 103. Neem voor meer informatie
contact op met uw serviceprovider.
Selecteer Opties > Instellingen en kies een van de
volgende opties:
Video - Hiermee past u het contrast aan van de video of
worden videoclips automatisch herhaald in RealPlayer
nadat ze zijn afgespeeld.
Streaming - Hiermee selecteert u of u een proxyserver
gebruikt, wijzigt u het standaardtoegangspunt en stelt u
het poortbereik in dat wordt gebruikt wanneer u
verbinding maakt. Neem contact op met uw
serviceprovider voor de juiste instellingen.
Mediatoepassingen
53
Adobe Flash Player
Druk op en selecteer Toepass. > Media > Flash-speler
als u compatibele flashbestanden voor mobiele apparaten
wilt weergeven, afspelen en gebruiken. Ga naar een
flashbestand en druk op .
Nokia Lifeblog
Mediatoepassingen
Druk op en selecteer Toepass. > Media > Lifeblog als
u Lifeblog op het apparaat wilt starten.
Nokia Lifeblog is een combinatie van software voor
mobiele telefoons en pc's waarmee een multimediadagboek wordt bijgehouden van items die u verzamelt met
het apparaat. Uw multimedia-item's worden automatisch
bijgehouden en uw foto's, video's, geluiden, SMSberichten, multimediaberichten en weblog-items worden
in chronologische volgorde geplaatst. Vervolgens kunt u
bladeren, zoeken, de gegevens delen en publiceren, en er
back-ups van maken.
Ga voor meer informatie over weblogdiensten
en hun compatibiliteit met Nokia Lifeblog naar
www.nokia.com/lifeblog of druk op F1 in de
Nokia Lifeblog-toepassing op de pc om Nokia Lifeblog Help
te openen.
Installatie op de pc
U hebt het volgende nodig om Nokia Lifeblog op een
compatibele pc te kunnen installeren:
• Intel Pentium-processor van 1 GHz of vergelijkbaar,
128 MB RAM
• 400 MB vrije ruimte op de vaste schijf (als Microsoft
DirectX en Nokia Nseries PC Suite moeten worden
geïnstalleerd)
• Grafische capaciteit van 1024x768 en 24-bits kleuren
• Grafische kaart van 32 MB
• Microsoft Windows 2000 of Windows XP
Nokia Lifeblog installeren op de pc:
1 Plaats de cd-rom of dvd-rom die bij het apparaat is
meegeleverd.
2 Installeer Nokia Nseries PC Suite (inclusief de
Nokia Connectivity Cable-stuurprogramma's voor
USB-verbinding).
3 Installeer Nokia Lifeblog voor de pc.
Als Microsoft DirectX 9.0 nog niet op de pc is geïnstalleerd,
wordt dit gelijktijdig met Nokia Lifeblog geïnstalleerd.
Het apparaat aansluiten op de pc
Het apparaat aansluiten op een compatibele pc met een
USB-gegevenskabel:
1 Zorg ervoor dat Nokia Nseries PC Suite is geïnstalleerd.
54
2 Sluit de USB-datakabel aan op het apparaat en de pc.
De USB-modus moet zijn ingesteld op PC Suite. Zie
’USB’ op pag. 36. Wanneer u het apparaat voor de
eerste keer met de pc verbindt nadat u Nokia Nseries
PC Suite hebt geïnstalleerd, zal de pc het juiste
stuurprogramma voor het apparaat installeren. Dit kan
even duren.
3 Start de pc-toepassing Nokia Lifeblog.
Het apparaat aansluiten op een compatibele pc met behulp
van een draadloze Bluetooth-verbinding:
1 Zorg dat Nokia Nseries PC Suite op uw pc is
geïnstalleerd.
2 Zorg ervoor dat u het apparaat en de pc hebt gekoppeld
via draadloze Bluetooth-technologie met Get
Connected in Nokia Nseries PC Suite.
3 Activeer de Bluetooth-verbinding op het apparaat en
de pc. Zie ’Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 32 en de
documentatie bij de pc voor meer informatie.
3 Selecteer Bestand > Kopiëren van en naar telefoon in
de toepassing Nokia Lifeblog PC.
De nieuwe items worden van het apparaat naar de pc
gekopieerd. De items in de weergave Naar telefoon
worden van de pc naar het apparaat gekopieerd.
Bladeren in Tijdlijn en Favorieten
Wanneer u Nokia Lifeblog op het apparaat start, wordt de
weergave Tijdlijn met uw multimedia-items geopend.
Selecteer Opties > Favorieten weergeven als u uw
opgeslagen favorieten wilt openen.
Wanneer u Nokia Lifeblog op de pc start, hebt u
verschillende manieren om in de weergaven Tijdlijn en
Favorieten te navigeren. De snelste manier is door de
schuifregelaar snel of langzaam vooruit of achteruit te
bewegen. U kunt ook op de tijdbalk klikken om een datum
te selecteren, de functie Naar datum selecteren of de
pijltoetsen gebruiken.
Mediatoepassingen
Items kopiëren
Nieuwe of bewerkte items van het apparaat kopiëren naar
de pc en geselecteerde items van de pc kopiëren naar het
apparaat:
1 Sluit het apparaat aan op de pc.
2 Start de toepassing Nokia Lifeblog op de pc.
Posten naar het web
Stuur uw beste Nokia Lifeblog-items naar uw weblog op
internet zodat anderen deze kunnen bekijken.
U moet eerst een account bij een weblogdienst maken,
een of meer weblogs instellen waarnaar u uw post kunt
verzenden en uw weblogaccount toevoegen aan
55
Nokia Lifeblog. De aanbevolen weblogdienst voor
Nokia Lifeblog is TypePad van Six Apart (www.typepad.com).
Selecteer op het apparaat Opties > Instellingen > Blog als
u de weblogaccount in Nokia Lifeblog wilt toevoegen.
Bewerk op de pc accounts in het venster
Blogaccountbeheer.
Items naar het web posten vanaf het apparaat:
1 Selecteer in Tijdlijn of Favorieten de items die u wilt
Mediatoepassingen
posten naar het web.
2 Selecteer Opties > Posten naar het web.
3 Wanneer u de functie voor het eerst gebruikt, wordt
door Nokia Lifeblog een lijst met weblogs op de
weblogserver weergegeven.
4 Het dialoogvenster voor weblog-items wordt geopend.
Selecteer in de lijst Posten naar: het weblog dat u wilt
gebruiken. Hebt u nieuwe weblogs gemaakt, selecteer
dan Opties > Bloglijst vernieuwen als u de lijst met
weblogs wilt bijwerken.
5 Geef een titel en beschrijving voor de post op. U kunt
een langere tekst of beschrijving invoeren in het veld
voor de hoofdtekst.
6 Selecteer Opties > Verzenden als u klaar bent.
Items naar het web posten vanaf de pc:
1 Selecteer in de tijdlijn met favorieten de items
(maximaal 50) die u naar het web wilt posten.
2 Selecteer Bestand > Posten naar het web....
3 Geef een titel en beschrijving voor de post op. U kunt
een langere tekst of beschrijving invoeren in het veld
voor de hoofdtekst.
4 Selecteer het gewenste weblog in de lijst Posten naar:
lijst.
5 Klik op de knop Verzenden als u klaar bent.
Items importeren uit andere bronnen
Behalve de JPEG-afbeeldingen van het apparaat kunt u ook
JPEG-afbeeldingen en 3GP- en MP4-videoclips, AMRgeluidsbestanden en TXT-tekstbestanden in Nokia Lifeblog
importeren vanuit andere bronnen (zoals een cd, dvd of
mappen op de vaste schijf).
Selecteer Bestand > Importeren van pc... als u
afbeeldingen of video's wilt importeren vanaf een
compatibele pc naar Nokia Lifeblog voor de pc.
56
Camera
De Nokia N95 heeft twee camera's: een camera met een
hoge resolutie achter op het apparaat (de hoofdcamera in
de modus Liggend) en een camera met een lage resolutie
aan de voorkant (de tweede camera in de modus Staand).
U kunt met beide camera's foto's maken en video's
opnemen.
De hoofdcamera van het apparaat ondersteunt een
beeldresolutie van 2592 x 1944 pixels. De beeldresolutie
kan in deze documentatie anders zijn weergegeven.
De afbeeldingen en videoclips worden automatisch
opgeslagen in de map Afb. en video in Galerij. De foto's
die u met de camera maakt, hebben de JPEG-indeling.
Videoclips worden opgenomen in de bestandsindeling
MPEG-4 met de extensie .MP4 of in de bestandsindeling
3GPP met de extensie .3GP (kwaliteit Delen).
Zie ’Video-instellingen’ op pag. 66.
Tip! Druk tweemaal op de weergavetoets aan
de zijkant van het apparaat als u naar Galerij wilt gaan
om de gemaakte foto's te bekijken.
U kunt foto's en videoclips verzenden via een
multimediabericht, als e-mailbijlage of via een
Bluetooth-verbinding, infrarood of een WLAN-verbinding
(Wireless LAN). U kunt deze ook uploaden naar een
compatibel online album. Zie ’Online delen’ op pag. 75.
Foto's maken
Houd rekening met het volgende wanneer u een
foto maakt:
• Gebruik beide handen om de camera stil te houden.
• De kwaliteit van een digitaal gezoomde foto is lager
dan die van een niet-gezoomde foto.
• Als u een poosje niet op een toets drukt, wordt de
batterijspaarstand geactiveerd. Druk op om
door te gaan met het nemen van foto's.
Neem als volgt een foto:
1 Activeer de hoofdcamera
door de lenskap te openen
met behulp van de
activeringsschakelaar
voor de camera. Selecteer
Afbeeldingsmodus in de
actieve werkbalk als de
camera zich in de
Videomodus bevindt.
Camera
57
2 Druk de opnametoets half in om de focus op een
voorwerp vast te zetten (alleen hoofdcamera, niet
beschikbaar in close-up en panorama's). U ziet het
Camera
groene symbool voor de vergrendelde focus op het
scherm. Als de focusvergrendeling niet lukt, brandt het
rode focussymbool. Laat de opnametoets los en druk
deze nogmaals half in. U kunt ook foto's nemen zonder
de focus te vergrendelen.
3 Druk op de opnametoets van de hoofdcamera om
een foto te nemen. Houd het apparaat stil tot de foto
is opgeslagen.
Gebruik de zoomtoets van het apparaat als u wilt inof uitzoomen.
Navigeer met de bladertoets langs de actieve werkbalk
als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen
voordat u een foto maakt. Zie ’Beeldinstellingen: kleur en
belichting’ op pag. 61. Het opslaan van een vastgelegde
afbeelding kan langer duren als u de instellingen voor
zoomen, belichting of kleur hebt gewijzigd.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de camera
aan de voorkant wilt activeren.
Druk op als u de camera geopend wilt houden op
de achtergrond en andere toepassingen wilt gebruiken.
Druk op de opnametoets als u wilt terugkeren naar
de camera.
Sluit de lenskap als u de hoofdcamera wilt sluiten.
Symbolen van de fotocamera
In de camerazoeker wordt het volgende weergegeven:
1 Het symbool voor de huidige opnamemodus.
2 De actieve werkbalk, waarlangs u kunt navigeren
voordat u de afbeelding vastlegt om verschillende
items en instellingen te selecteren. (De actieve
werkbalk wordt tijdens focus en de opname niet
weergegeven.) Zie ’Actieve werkbalk’ op pag. 59.
3 Symbool voor batterijniveau.
4 Het beeldre-
solutiesymbool
geeft aan of de
kwaliteit van
de foto Afdr.
5M – Groot,
Afdr. 3M –
Normaal,
Afdr. 2M –
Normaal,
E-mail
0,8M – Norm. of MMS 0,3M – Klein is.
5 De afbeeldingsteller geeft aan hoeveel foto's
u ongeveer kunt nemen met de gebruikte
beeldkwaliteit en geheugenruimte. (De teller wordt
tijdens focus en de opname niet weergegeven.)
58
6 De symbolen voor het apparaatgeheugen ( )
en de geheugenkaart ( ) geven aan waar foto's
worden opgeslagen.
Actieve werkbalk
De actieve werkbalk bevat snelkoppelingen naar
verschillende items en instellingen voordat en nadat
u een foto maakt of een video opneemt. Ga naar items en
selecteer deze door op de bladertoets te drukken. U kunt
ook opgeven wanneer de actieve werkbalk moet worden
weergegeven in het scherm.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u de actieve
werkbalk wilt weergeven voordat en nadat u een foto
maakt of een video opneemt. Selecteer Opties >
Pictogram verbergen als u de actieve werkbalk alleen wilt
weergeven wanneer u deze nodig hebt. Alleen het symbool
voor de opnamemodus wordt weergegeven in het scherm.
U kunt de actieve werkbalk inschakelen door op de
bladertoets te drukken. Druk de opnametoets half in
als u de werkbalk weer wilt verbergen.
Maak in de actieve werkbalk een keuze uit de volgende
opties voordat u een foto maakt of een video opneemt:
– Hiermee schakelt u tussen de video-
en afbeeldingsmodus.
– Hiermee selecteert u de scène.
– Hiermee selecteert u de flashmodus
(alleen afbeeldingen).
– Hiermee activeert u de zelfontspanner
(alleen afbeeldingen). Zie ’Zelf op de foto met
de zelfontspanner’ op pag. 63.
– Hiermee activeert u de reeksmodus
(alleen afbeeldingen). Zie ’Foto's nemen in een reeks’
op pag. 63.
– Hiermee selecteert u een kleureffect.
– Hiermee geeft u het raster van de zoeker weer
of verbergt u dit (alleen afbeeldingen).
– Hiermee past u de witbalans aan.
– Hiermee past u de belichtingscompensatie aan
(alleen afbeeldingen).
– Hiermee past u de lichtgevoeligheid aan
(alleen afbeeldingen).
– Hiermee past u het contrast aan
(alleen afbeeldingen).
– Hiermee past u de scherpte aan
(alleen afbeeldingen).
De pictogrammen veranderen om de huidige status van
de instelling aan te geven.
De beschikbare opties variëren afhankelijk van de huidige
opnamemodus en weergave.
Camera
59
Zie ook de opties voor de actieve werkbalk in ’Na het
maken van een foto’ op pag. 60, ’Na het opnemen van een
video’ op pag. 65 en ’Actieve werkbalk’ op pag. 69
in Galerij.
Camera
Na het maken van een foto
Nadat u de foto hebt gemaakt, selecteert u het volgende
in de actieve werkbalk (alleen beschikbaar als Opgenomen
afb. weerg. is ingesteld op Ja in de instellingen van
de fotocamera):
• Selecteer Verwijd. als u de foto niet wilt behouden.
• Druk op de beltoets of selecteer Zenden als u de foto
wilt verzenden via een multimediabericht, een e-mail,
Bluetooth-connectiviteit, of een infraroodverbinding.
Zie ’Berichten’ op pag. 99 en ’Bluetooth-connectiviteit’
op pag. 32 voor meer informatie. Deze optie is niet
beschikbaar tijdens een actief gesprek.
U kunt de foto ook tijdens een actief gesprek verzenden
naar de ontvanger van de oproep. Selecteer Verzenden
naar beller (alleen beschikbaar tijdens een actieve
oproep).
• Selecteer Aanmelden voor On line delen als u een
afbeelding naar een compatibel online album wilt
verzenden. Selecteer Posten naar ... als u zich al hebt
aangemeld voor een online dienst (alleen beschikbaar
als u een account hebt ingesteld voor een compatibel
online album). Zie ’Online delen’ op pag. 75.
• Selecteer Toevoegen aan Print basket als
u afbeeldingen wilt toevoegen aan de afdrukwachtrij
zodat u deze later kunt afdrukken.
Selecteer Opties > Instell. als achtergrond als u de
foto wilt gebruiken als achtergrond in de actieve
stand-by modus.
Selecteer Inst. als opr. afb. contct als u de afbeelding
wilt instellen als contactfoto voor een contactpersoon.
Druk op de opnametoets als u wilt terugkeren naar
de zoeker om een nieuwe afbeelding vast te leggen.
Instellingen van fotocamera aanpassen
U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de
fotocamera: Afb.configuratie en begininstellingen.
Zie ’Beeldinstellingen: kleur en belichting’ op pag. 61 voor
meer informatie over het aanpassen van Afb.configuratie.
Als u de camera sluit, worden de standaardinstellingen
voor video's weer hersteld, terwijl de begininstellingen
gehandhaafd blijven totdat u deze weer wijzigt.
Selecteer Opties > Instellingen als u de begininstellingen
wilt wijzigen. Maak vervolgens een keuze uit de
volgende opties:
Afbeeldingskwaliteit—Afdr. 5M – Groot (resolutie van
2592 x 1944), Afdr. 3M – Normaal (resolutie van
2048 x 1536), Afdr. 2M – Normaal (resolutie van
1600 x 1200), E-mail 0,8M – Norm. (resolutie van
60
1024 x 768) of MMS 0,3M – Klein (resolutie van
640 x 480). Hoe hoger de kwaliteit is, des te meer
geheugenruimte de afbeelding inneemt. Selecteer
Afdr. 5M – Groot, Afdr. 3M – Normaal of Afdr. 2M –
Normaal als u de afbeelding wilt afdrukken. Selecteer
E-mail 0,8M – Norm. als u de afbeelding per e-mail
wilt verzenden. Selecteer MMS 0,3M – Klein als u de
afbeelding via MMS wilt verzenden.
Deze resoluties zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Toevoegen aan album – Hiermee geeft u aan of u de
foto wilt opslaan in een bepaald album in de galerij.
Als u Ja selecteert, wordt een lijst met beschikbare
albums geopend.
Opgenomen afb. weerg. – Selecteer Ja als u de
vastgelegde afbeelding wilt bekijken nadat u deze hebt
gemaakt of selecteer Nee als u direct wilt doorgaan met
het maken van foto's.
Stand.naam afbeelding – Hiermee geeft u de
standaardnaam voor de vastgelegde afbeeldingen op.
Uitgebr. digitale zoom (alleen hoofdcamera) –
Selecteer Aan als u traploos digitaal en uitgebreid wilt
zoomen. Selecteer Uit als u wel wilt inzoomen maar de
geselecteerde beeldkwaliteit behouden moet blijven.
Opnametoon – Hiermee selecteert u de toon die moet
klinken bij het maken van een foto.
Gebruikt geheugen – Hiermee geeft u op waar
afbeeldingen moeten worden opgeslagen.
Afbeelding roteren – Hiermee geeft u aan of u de
afbeelding wilt roteren met de juiste zijde omhoog
wanneer u de afbeelding opent in de galerij.
Instellingen herstellen – Selecteer Ja als u de camera
weer wilt instellen op de standaardwaarden.
Flash
De flash is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Houd een veilige afstand aan wanneer u de flitser gebruikt.
Richt de flitser niet van dichtbij op mensen of dieren.
Dek de flitser niet af wanneer u een foto maakt.
De camera heeft een LED-flash voor omstandigheden
met weinig licht. De volgende flashmodi zijn beschikbaar
voor de camera: Automatisch (), Rde-ogenrd. (),
Aan () en Uit ().
Selecteer in de actieve werkbalk de gewenste flashmodus
als u de flashmodus wilt wijzigen.
Beeldinstellingen: kleur en belichting
Als u de kleuren en belichting van de camera nauwkeuriger
wilt instellen of als u effecten wilt toevoegen aan uw foto's
of video's, gebruikt u de bladertoetsen om over de actieve
Camera
61
werkbalk te navigeren en maakt u een keuze uit de
volgende opties:
Witbalans – Hiermee selecteert u de huidige
Camera
belichtingssituatie in de lijst. Met behulp van deze optie
kunt u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.
Belichtingscompensatie (alleen afbeeldingen) –
Hiermee wijzigt u de belichtingstijd van de camera.
Flitser – Hiermee selecteert u de gewenste flitsmodus.
Zie ’Flash’ op pag. 61.
Kleurtoon – Hiermee selecteert u een kleureffect
in de lijst.
Lichtgevoeligheid (alleen afbeeldingen) –
Hiermee selecteert u de lichtgevoeligheid van de
camera. Hoe donkerder de omgeving is, des te hoger
de lichtgevoeligheid moet zijn.
Het scherm wordt aangepast aan de nieuwe instellingen,
zodat u ziet hoe de foto's of video's eruit komen te zien.
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van
de geselecteerde camera.
De instellingen zijn cameraspecifiek, dus als u de
instellingen van de tweede camera wijzigt, worden
de instellingen van de hoofdcamera niet gewijzigd.
De instellingen zijn echter wel zowel op de afbeeldings- als
op de videomodus van toepassing. Wanneer u de camera
sluit, worden de standaardinstellingen weer actief.
Als u een nieuwe scène selecteert, worden de kleur- en
belichtingsinstellingen vervangen door de geselecteerde
scène. Zie ’Scènes’ op pag. 62. U kunt de instellingen zo
nodig wijzigen nadat u een scène hebt geselecteerd.
Scènes
Met een scène krijgt u automatisch de juiste instellingen
voor kleur en belichting voor de huidige omgeving.
De instellingen van elke scène zijn afgestemd op een
bepaalde stijl of omgeving.
Scènes zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
In de actieve werkbalk kunt u de volgende opties
selecteren:
Videoscènes
Automatisch () (standaard) en Nacht ()
Afbeeldingsscènes
Auto () (standaard), Gebr. gedef. (),
Close-upmodus (), Staand (), Liggend (),
Sport (), Nacht () en Nacht, staand ().
Wanneer u foto's maakt, is de standaardscène
Auto. U kunt de scène Gebr. gedef. selecteren als
standaardscène.
Ga naar Gebr. gedef. en selecteer Opties > Wijzigen als
u uw eigen scène geschikt wilt maken voor een bepaalde
62
omgeving. In de door de gebruiker gedefinieerde scène
kunt u verschillende belichtings- en kleurinstellingen
vastleggen. Selecteer Gebaseerd op modus en selecteer de
gewenste scène als u de instellingen van een andere scène
wilt kopiëren.
Foto's nemen in een reeks
De reeksmodus is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Als u de camera wilt instellen om zes foto's of meer in een
reeks te maken (indien er voldoende geheugen beschikbaar
is), selecteert u in de actieve werkbalk Naar reeksmodus >
Burst om zes foto's te maken of op te geven gedurende
hoeveel tijd u foto's wilt maken. Het aantal gemaakte
foto's hangt af van het beschikbare geheugen.
Druk op de opnametoets als u zes foto's wilt maken.
Druk op Annuleer als u wilt stoppen met het maken van
foto's. Houd de opnametoets ingedrukt als u meer dan
zes foto's wilt maken. Laat de opnametoets los als u geen
foto's meer wilt maken. U kunt maximaal 100 foto's
maken, afhankelijk van het beschikbare geheugen.
Selecteer Naar reeksmodus en een tijdsperiode als
u gedurende een bepaalde tijd foto's wilt maken.
Druk op de opnametoets als u wilt beginnen met het
maken van foto's. Druk nogmaals op de opnametoets als
u wilt stoppen met het maken van foto's voordat de tijd
is verstreken.
Nadat u de foto's hebt gemaakt, worden deze in een raster
in het scherm weergegeven. Druk op als u een foto
wilt bekijken. Als u een tijdsperiode hebt ingesteld voor
het maken van foto's, wordt de laatst gemaakte foto
weergegeven. Druk op als u andere foto's wilt
weergeven.
U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met
de zelfontspanner. Wanneer u de zelfontspanner gebruikt,
kunt u niet meer dan zes foto's maken.
Druk op de opnametoets als u terug wilt gaan naar
de zoeker in de reeksmodus.
Zelf op de foto met
de zelfontspanner
De zelfontspanner is alleen beschikbaar in
de hoofdcamera.
Met de zelfontspanner kunt u een opname uitstellen
zodat u zelf ook op de foto kunt komen te staan.
Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Zelfontspanner > 2 seconden, 10 seconden of
20 seconden als u de vertraging voor de zelfontspanner
wilt instellen. Selecteer Activeren als u de zelfontspanner
wilt activeren. Wanneer de zelfontspanner is geactiveerd,
knippert de rechthoek en hoort u een geluidssignaal.
Camera
63
De foto wordt gemaakt wanneer de geselecteerde
vertraging is verstreken.
Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Camera
Zelfontspanner > Uit als u de Zelfontspanner
wilt uitschakelen.
Tip! Selecteer Zelfontspanner > 2 seconden in de
actieve werkbalk zodat uw hand stil is wanneer u een
foto maakt.
Video's opnemen
1 Open de lenskap als u de hoofdcamera wilt activeren.
Selecteer Videomodus in de actieve werkbalk als de
camera zich in de Afbeeldingsmodus bevindt.
2 Druk op de opnametoets om de opname te starten.
Gebruik in de modus Staand de bladertoets om een
opname te maken. Het rode opnamepictogram
wordt weergegeven en er klinkt een geluidssignaal
om aan te geven dat de opname is gestart.
3 Selecteer Stop als u de opname wilt stoppen.
De videoclip wordt automatisch opgeslagen in de
map Afb. en video van Galerij. Zie ’Galerij’ op pag. 67.
De maximumlengte van de video is 60 minuten
(als er voldoende geheugen beschikbaar is).
U kunt de opname op elk gewenst moment onderbreken
door op Pauze te drukken. Het pauzepictogram ()
knippert op het scherm. De video-opname wordt
automatisch gestopt als u de opname onderbreekt en
gedurende één minuut niet op een toets drukt. Druk op
Doorgaan als u de opname wilt hervatten.
Gebruik de zoomtoets aan de zijkant van het apparaat om
in of uit te zoomen op het onderwerp.
Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen
voordat u een video opneemt, gebruikt u de bladertoets
om over de actieve werkbalk te navigeren. Zie
’Beeldinstellingen: kleur en belichting’ op pag. 61
en ’Scènes’ op pag. 62.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de camera
aan de voorkant wilt activeren.
Symbolen voor video-opnamen
In de videozoeker wordt het volgende weergegeven:
1 Het symbool voor de huidige opnamemodus.
2 Het symbool voor ingeschakelde geluiddemping.
3 De actieve werkbalk, waarlangs u kunt navigeren
voordat u een opname maakt om verschillende items
en instellingen te selecteren. (De werkbalk wordt niet
weergegeven tijdens opnamen.) Zie ’Actieve werkbalk’
op pag. 59.
4 Symbool voor batterijniveau.
5 Het symbool voor de videokwaliteit geeft aan of de
kwaliteit van de video TV hoge kwaliteit, TV normale
6 Het bestandstype van de videoclip.
7 De totale beschikbare tijd voor de video-opname.
Tijdens de opname geeft het symbool voor de huidige
videolengte ook de verstreken en resterende tijd aan.
8 De symbolen
voor het
apparaatgeheugen ( ) en de
geheugenkaart
() geven aan
waar video's
worden
opgeslagen.
9 De videostabili-
satie is ingeschakeld (). Zie ’Video-instellingen’
op pag. 66.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u alle
zoekersymbolen wilt weergeven. Selecteer Pictogram
verbergen als u alleen de videosymbolen en tijdens de
opname de beschikbare opnametijd, de zoombalk bij
gebruik van de zoomfunctie en de selectietoetsen wilt
weergeven.
Na het opnemen van een video
Nadat u een videoclip hebt opgenomen, selecteert u het
volgende in de actieve werkbalk (alleen beschikbaar als
Opgenomen video tonen is ingesteld op Ja in de
video-instellingen):
• Selecteer Afspelen als u de zojuist opgenomen
videoclip meteen wilt afspelen.
• Selecteer Verwijd. als u de video niet wilt behouden.
• Druk op de beltoets of selecteer Zenden als u de
videoclip wilt verzenden via een multimediabericht,
een e-mail, Bluetooth-connectiviteit, of een
infraroodverbinding. Zie ’Berichten’ op pag. 99
en ’Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 32 voor meer
informatie. Deze optie is niet beschikbaar tijdens een
actief gesprek. Videoclips in MP4-indeling kunnen
mogelijk niet als multimediabericht worden verzonden.
U kunt de videoclip ook tijdens een actief gesprek
verzenden naar de ontvanger van het gesprek.
Selecteer Verzenden naar beller.
• Selecteer Aanmelden voor On line delen als
u de videoclip naar een compatibel online album wilt
uploaden. Selecteer Posten naar ... als u zich al hebt
aangemeld voor een online dienst (alleen beschikbaar
als u een account hebt ingesteld voor een compatibel
online album). Zie ’Online delen’ op pag. 75.
• Druk op de opnametoets als u wilt terugkeren naar
de zoeker om een nieuwe videoclip op te nemen.
Camera
65
Video-instellingen
U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de
videorecorder: Videoconfiguratie en begininstellingen.
Camera
Zie ’Beeldinstellingen: kleur en belichting’ op pag. 61 voor
meer informatie over het aanpassen van de instellingen
voor Videoconfiguratie. Als u de camera sluit, worden de
standaardinstellingen voor video's weer hersteld, terwijl
de begininstellingen gehandhaafd blijven totdat u deze
weer wijzigt. Selecteer Opties > Instellingen als u de
begininstellingen wilt wijzigen. Maak vervolgens een
keuze uit de volgende opties:
Videokwaliteit – Hiermee stelt de kwaliteit van de
(standaardkwaliteit voor afspelen via uw handset) of
Kwaliteit voor delen. Selecteer TV hoge kwaliteit or
TV normale kwaliteit als u de videofilm op een
compatibele televisie of pc wilt bekijken. U gebruikt dan
de VGA-resolutie (640 x 480) en de bestandsindeling .MP4.
Videoclips in MP4-indeling kunnen mogelijk niet als
multimediabericht worden verzonden. Selecteer Kwaliteit
voor delen (QCIF-resolutie, bestandsindeling .3GP) als
u de videoclip via MMS wilt verzenden. Een videoclip die
is opgenomen met Kwaliteit voor delen, kan maximaal
300 kB groot zijn (een lengte van ongeveer 20 seconden).
U kunt deze dan eenvoudig als multimediabericht
verzenden naar een compatibel apparaat.
Videostabilisatie – Selecteer Aan als u het bewegen van
de camera tijdens de video-opname wilt tegengaan.
Geluidsopname – Selecteer Uit als u geen geluid
wilt opnemen.
Toevoegen aan album – Selecteer of u de opgenomen
videoclip wilt toevoegen aan een bepaald album in Galerij.
Selecteer Ja als u een lijst met beschikbare albums
wilt openen.
Opgenomen video tonen – Selecteer of u het eerste
beeld van de opgenomen videoclip wilt weergeven zodra
de opname is voltooid. Selecteer Afspelen in de actieve
werkbalk (hoofdcamera) of Opties > Afspelen (tweede
camera) als u de videoclip wilt bekijken.
Standaardnaam video – Geef de standaardnaam voor
de vastgelegde videoclips op.
Gebruikt geheugen – Geef de standaard-geheugenopslag
op: apparaatgeheugen of geheugenkaart (indien
geplaatst).
Instellingen herstellen – Selecteer Ja als u de camera
weer wilt instellen op de standaardwaarden.
66
Galerij
Druk op en selecteer Galerij als u afbeeldingen, videoen geluidsclips en koppelingen naar streaming media wilt
opslaan en indelen, of bestanden wilt delen met andere
compatibele UPnP-apparaten (Universal Plug and Play)
via een WLAN (draadloos LAN).
Tip! Druk op de weergavetoets aan de zijkant
van het apparaat als u zich in een andere toepassing
bevindt en de laatst opgeslagen foto in Galerij wilt
bekijken. Druk nogmaals op de weergavetoets als u de
hoofdweergave van de map Afb. en video wilt openen.
Door bestanden bladeren
en deze weergeven
Selecteer Afb. en video,
Tracks , Geluidsclips ,
Streaming kop. ,
Presentaties , Alle
bestanden of Eigen
netwerk en druk op
om het item te openen. De
inhoud in de map Afb. en
video wordt weergegeven in
de modus Liggend.
U kunt mappen openen en
hierin bladeren. Daarnaast
kunt u items markeren, kopiëren en naar mappen
verplaatsen. U kunt ook albums maken en items in de
albums markeren, kopiëren en toevoegen. Zie ’Albums’
op pag. 70.
Bestanden die zijn opgeslagen op de compatibele
geheugenkaart (indien geplaatst), worden aangegeven
met.
Galerij
67
Druk op als u een bestand wilt openen. Videoclips,
RAM-bestanden en koppelingen naar streaming-media
worden geopend en afgespeeld in de toepassing
Galerij
RealPlayer en muziek- en geluidsclips in de toepassing
Muziekspeler. Zie ’RealPlayer’ op pag. 52 en
’Muziekspeler’ op pag. 39.
Selecteer een bestand en Opties > Verpl. en kopiëren >
Kop. naar geh.kaart of Verpl. naar geh.kaart, of Kop.
naar telef.geh. of Verpl. naar telef.geh. als u bestanden
wilt kopiëren of verplaatsen naar de geheugenkaart
(indien geplaatst) of naar het apparaatgeheugen.
Als u geluidsclips naar de Galerij wilt downloaden met
de browser, selecteert u in de Geluidsclips de optie
Geluiden dwnl..
Afbeeldingen en videoclips
De foto's en videoclips die u met de camera hebt gemaakt,
worden opgeslagen in de map Afb. en video in Galerij.
Afbeeldingen en videoclips kunnen ook naar u worden
verzonden in een multimediabericht, als e-mailbijlage,
via een Bluetooth-verbinding of via infrarood.
Als u een ontvangen afbeelding of videoclip in Galerij of
de mediaspeler wilt bekijken, moet u deze opslaan in het
apparaatgeheugen of op een compatibele geheugenkaart
(indien geplaatst).
De videoclips die zijn opgeslagen in Videocentr., worden
niet weergegeven in Afb. en video in Galerij. Raadpleeg
’Nokia Videocentrum’, p. 50 als u videoclips wilt bekijken
in Videocentr..
Selecteer Galerij >
Afb. en video.
De bestanden met
afbeeldingen en
videoclips worden
opeenvolgend
op datum en tijd
weergegeven. Het
aantal bestanden
wordt weergegeven. Druk op
of als u één voor één door de bestanden wilt bladeren.
Druk op of als u groepsgewijs door bestanden
wilt bladeren.
Druk wanneer een afbeelding is geopend op de zoomtoets
aan de zijkant van het apparaat als u op de afbeelding
wilt inzoomen. De zoomfactor wordt niet permanent
opgeslagen.
Selecteer Opties > Roteren > Naar links of Naar rechts
als u de geselecteerde afbeelding naar links of rechts
wilt draaien.
68
Selecteer Opties > Bewerken als u een videoclip of foto
wilt bewerken. Zie ’Videoclips bewerken’ op pag. 72.
Zie ’Afbeeldingen bewerken’ op pag. 71.
Als u aangepaste videoclips wilt maken, selecteer dan
een of meer videoclips in de galerij en selecteer Opties >
Bewerken. Zie ’Videoclips bewerken’ op pag. 72.
Selecteer Opties > Afdrukken als u uw afbeeldingen wilt
afdrukken op een compatibele printer of als afdrukbestand
wilt opslaan op de geheugenkaart (indien geplaatst).
Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 74. U kunt ook
afbeeldingen toevoegen aan de afdrukwachtrij in Galerij
zodat u ze later kunt afdrukken. Zie ’Print basket’ op
pag. 70.
Selecteer Opties > Albums > Naar album als u een
afbeelding of videoclip wilt toevoegen aan een album in
de galerij. Zie ’Albums’ op pag. 70.
Als u een afbeelding als achtergrond wilt gebruiken,
selecteert u de afbeelding en Opties > Afbeelding
gebruiken > Inst. als achtergrond.
Selecteer Verwijderen in de actieve werkbalk als u een
afbeelding of videoclip wilt verwijderen. Zie ’Actieve
werkbalk’ op pag. 69.
Druk op de opnametoets en open het lenskapje aan de
achterzijde als u vanuit Galerij naar de camera wilt gaan.
Actieve werkbalk
In de map Afb. en video kunt u de actieve werkbalk
gebruiken om snel verschillende taken te selecteren.
De actieve werkbalk is alleen beschikbaar wanneer
u een afbeelding of videoclip hebt geselecteerd.
Navigeer in de actieve werkbalk omhoog of omlaag
naar verschillende items en selecteer deze door op de
bladertoets te drukken. De beschikbare opties variëren
afhankelijk van de huidige status en het feit of u een
afbeelding of videoclip hebt geselecteerd. U kunt ook
instellen dat de actieve werkbalk altijd wordt weergegeven
in het scherm of wordt geactiveerd door een toets in
te drukken.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u de actieve
werkbalk in het scherm wilt weergeven.
Selecteer Opties > Pictogram verbergen als u wilt dat
de actieve werkbalk alleen wordt weergegeven wanneer
u deze nodig hebt. Druk op als u de actieve werkbalk
wilt activeren.
Maak een keuze uit de volgende opties:
– Hiermee speelt u de geselecteerde videoclip af.
– Hiermee verzendt u de geselecteerde afbeelding
of videoclip.
Galerij
69
/ – Hiermee voegt u een afbeelding toe aan of
verwijdert u deze uit de afdrukwachtrij. Zie ’Print basket’
op pag. 70.
Galerij
– Hiermee geeft u de afbeeldingen in de
afdrukwachtrij weer.
– Hiermee start u een diapresentatie van
uw afbeeldingen.
– Hiermee verwijdert u de geselecteerde afbeelding
of videoclip.
– Hiermee drukt u de weergegeven afbeelding af.
De beschikbare opties kunnen variëren afhankelijk van
de huidige weergave.
Print basket
U kunt afbeeldingen toevoegen aan de Print basket, de
afdrukwachtrij, en ze later afdrukken op een compatibele
printer of in een compatibele afdrukkiosk, indien
beschikbaar. Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 74.
De toegevoegde afbeeldingen worden aangeduid met
in de map Afb. en video en de betreffende albums.
Selecteer een afbeelding en Tv. aan afdr. wachtrij in de
actieve werkbalk als u een afbeelding later wilt afdrukken.
Selecteer Print basket weerg. in de actieve werkbalk of
selecteer in de map Afb. en video (alleen beschikbaar
wanneer u afbeeldingen hebt toegevoegd aan de Print
basket) als u de afbeeldingen in de Print basket wilt
weergeven.
Selecteer een afbeelding in de map Afb. en video of in
een album en selecteer Verw. uit Print basket in de
actieve werkbalk als u de afbeelding wilt verwijderen uit
de Print basket.
Albums
U kunt afbeeldingen en videoclips eenvoudig beheren
in albums. Selecteer Afb. en video > Opties > Albums >
Albums weergeven als u de lijst met albums wilt
weergeven.
Ga naar een foto of videoclip en selecteer Opties >
Albums > Naar album als u deze wilt toevoegen aan
een album in de galerij. Er verschijnt een lijst met albums.
Selecteer het album waaraan u de foto of videoclip wilt
toevoegen. De toegevoegde foto's en videoclips worden
niet verwijderd uit de map Afb. en video.
Druk op als u een bestand uit een album wilt
verwijderen. Het bestand wordt niet verwijderd uit de
map Afb. en video in Galerij.
Selecteer Opties > Nieuw album als u in de lijstweergave
voor albums een nieuw album wilt maken.
70
Afbeeldingen bewerken
Selecteer Opties > Bewerken als u een nieuwe foto of een
foto in Galerij wilt bewerken.
Selecteer Opties > Effect toepassen als u een raster wilt
openen waarin u verschillende bewerkingsopties aan de
hand van kleine pictogrammen kunt selecteren. U kunt de
afbeelding bijsnijden en draaien; de helderheid, de kleur,
het contrast en de resolutie aanpassen, en effecten, tekst,
illustraties of een kader aan de foto toevoegen.
Afbeeldingen bijsnijden
Selecteer Opties > Effect toepassen > Snijden als
u een afbeelding wilt bijsnijden. Selecteer Handmatig
of selecteer een vooraf gedefinieerde beeldverhouding
in de lijst als u de afbeelding handmatig wilt bijsnijden.
Als u Handmatig selecteert, wordt in de linkerbovenhoek
van de afbeelding een kruis weergegeven. Gebruik de
bladertoets om het gebied te selecteren dat u wilt
bijsnijden en selecteer Instellen. Er verschijnt een tweede
kruis in de rechterbenedenhoek. Selecteer wederom het
gebied dat u wilt bijsnijden. Selecteer Terug als u het
eerste geselecteerde gebied wilt aanpassen. Tezamen
vormen de geselecteerde gebieden een rechthoek ter
grootte van de bijgesneden afbeelding.
Als u een vooraf gedefinieerde beeldverhouding hebt
gekozen, selecteert u de linkerbovenhoek van het gebied
dat u wilt bijsnijden. Met de bladertoets kunt u het
formaat van het gemarkeerde gebied wijzigen. Druk op
als u het geselecteerde gebied wilt blokkeren. Met de
bladertoets kunt u het gebied binnen de foto verplaatsen.
Druk op als u wilt selecteren welk gebied u wilt
bijsnijden.
Roodheid verminderen
Selecteer Opties > Effect toepassen >
Rode-ogenreductie als u de roodheid van ogen in
een afbeelding wilt verminderen. Verplaats het kruis naar
het oog en druk op . Er verschijnt een lus in het scherm.
Gebruik de bladertoets om het formaat van de lus te
wijzigen zodat het oog er precies in past. Druk op
om de rode kleur te corrigeren.
Handige sneltoetsen
Sneltoetsen in de afbeeldingseditor:
• Druk op als u een afbeelding wilt bekijken op het
volledige scherm. Druk nogmaals op als u wilt
terugkeren naar de normale weergave.
• Druk op of als u een afbeelding naar rechts
of naar links wilt draaien.
• Druk op of als u wilt in- of uitzoomen.
Galerij
71
• Druk de bladertoets omhoog, omlaag, naar links of naar
rechts als u wilt schuiven in een ingezoomde
Galerij
afbeelding.
Videoclips bewerken
Als u videoclips in Galerij wilt bewerken en aangepaste
videoclips wilt maken, gaat u naar een videoclip en
selecteert u Opties > Bewerken.
De video-editor ondersteunt videobestanden in de
indelingen .3GP en .MP4 en geluidsbestanden in de
indelingen .AAC, .AMR, .MP3 en .WAV.
Tip! Als u een videoclip wilt verzenden die
groter is dan de maximaal toegestane grootte voor
multimediaberichten, verzendt u de clip via draadloze
Bluetooth-technologie. U kunt uw video's ook
overbrengen naar een compatibele pc met behulp
van een Bluetooth-verbinding, een USB-kabel of een
compatibele geheugenkaartlezer.
Diavoorstelling
Selecteer Diavoorstelling () in de actieve werkbalk
als u een diavoorstelling van afbeeldingen in een volledig
scherm wilt bekijken. De diavoorstelling begint met het
geselecteerde bestand. Maak een keuze uit de
volgende opties:
Onderbreken – Hiermee onderbreekt u de diavoorstelling.
Doorgaan – Hiermee hervat u de diavoorstelling.
Einde – Hiermee sluit u de diavoorstelling.
Druk op (vorige) of (volgende) (alleen beschikbaar
wanneer Zoomen en pannen is uitgeschakeld) als u door
de afbeeldingen wilt bladeren.
diavoorstelling wilt aanpassen voordat deze wordt gestart.
Selecteer Zoomen en pannen als u de dia's soepel in elkaar
wilt laten overlopen en willekeurig wilt in- en uitzoomen
op de afbeeldingen in de galerij.
Selecteer Opties > Diavoorstelling > Instellingen als
u geluid wilt toevoegen aan de diavoorstelling.
Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Muziek – Kies Aan of Uit.
Nummer – Selecteer een muziekbestand in de lijst.
Gebruik de volumetoets van het apparaat als u het volume
wilt aanpassen.
72
TV Out-modus
U kunt opgenomen afbeeldingen en videoclips bekijken
op een compatibele tv met behulp van een Nokia Video
Connectivity-kabel.
Voordat u de afbeeldingen en videoclips op tv weergeeft,
moet u de TV Out-instellingen voor het betreffende
televisiesysteem en de beeldverhouding configureren.
Zie ’Toebehoren’ op pag. 137.
Ga als volgt te werk als u afbeeldingen en videoclips op tv
wilt weergeven:
1 Verbind de Nokia Video Connectivy-kabel met de
video-invoeraansluiting van een compatibele tv.
2 Verbind het andere uiteinde van de Nokia Video
Connectivity-kabel met de Nokia AV-aansluiting van
het apparaat.
3 Mogelijk
moet u de
kabelmodus
selecteren.
4 Druk op ,
selecteer
Galerij >
Video's en
afb. en selecteer het bestand dat u wilt weergeven.
De afbeeldingen worden weergegeven in de
afbeeldingsviewer en de videoclips worden afgespeeld
in RealPlayer.
Wanneer de Nokia Video Connectivy-kabel op het apparaat
is aangesloten, wordt alle audio (inclusief het stereogeluid
van videoclips, beltonen en toetsgeluiden) naar de televisie
verzonden. U kunt de microfoon van het apparaat normaal
blijven gebruiken.
Voor alle toepassingen in een andere map dan Afb. en
video in Galerij en RealPlayer ziet u op de tv hetgeen
wordt weergegeven in het scherm van het apparaat.
De geopende afbeelding wordt in een volledig scherm
weergegeven op de tv. Wanneer u een afbeelding in de
miniatuurweergave opent terwijl deze op de tv wordt
weergegeven, is de optie Inzoomen niet beschikbaar.
Wanneer u een geselecteerde videoclip opent, wordt
deze door RealPlayer weergegeven in het scherm van
het apparaat en op de tv. Zie ’RealPlayer’ op pag. 52.
U kunt afbeeldingen op de tv weergeven in de vorm van
een diapresentatie. Alle items in een album of gemarkeerde
afbeeldingen worden in een volledig scherm weergegeven
op de tv terwijl de geselecteerde muziek wordt afgespeeld.
Zie ’Diavoorstelling’ op pag. 72.
Galerij
73
Presentaties
Bij presentaties kunt u SVG-bestanden (Scalable
Galerij
Vector Graphics) bekijken, zoals cartoons en kaarten.
SVG-afbeeldingen blijven er hetzelfde uitzien wanneer
deze worden afgedrukt of worden bekeken bij een andere
schermgrootte of resolutie. Selecteer Presentaties, ga naar
een afbeelding en selecteer Opties > Afspelen als
u SVG-bestanden wilt weergeven. Selecteer Opties >
Onderbreken als u het afspelen wilt onderbreken.
Druk op als u wilt inzoomen. Druk op als
u wilt uitzoomen.
Druk op of als u de afbeelding 90 graden linksof rechtsom wilt draaien. Druk op of als u de
afbeelding 45 graden wilt draaien.
Druk op als u wilt schakelen tussen een volledig en een
normaal scherm.
Afbeeldingen afdrukken
Als u afbeeldingen wilt afdrukken met Afb. afdrukken,
selecteert u de gewenste afbeelding en vervolgens de
afdrukoptie in de galerij, camera, afbeeldingseditor of
afbeeldingsviewer.
Gebruik Afb. afdrukken als u afbeeldingen wilt afdrukken
via een compatibele USB-gegevenskabel, een WLAN,
Bluetooth-connectiviteit of een compatibele
geheugenkaart (indien beschikbaar).
U kunt alleen afbeeldingen in JPEG-indeling afdrukken.
De foto's die met de camera worden gemaakt, worden
automatisch opgeslagen in JPEG-indeling.
Als u wilt afdrukken op een printer die compatibel is
met PictBridge, sluit u de gegevenskabel aan voordat
u de afdrukoptie selecteert. Vervolgens controleert u of
de gegevenskabelmodus is ingesteld op Afb. afdrukken
of Vragen bij verbind.. Zie ’USB’ op pag. 36.
Printer selecteren
Wanneer u Afb. afdrukken de eerste keer gebruikt,
wordt een lijst met beschikbare compatibele printers
weergegeven nadat u de afbeelding hebt geselecteerd.
Selecteer een printer. De printer wordt ingesteld als de
standaardprinter.
Als u via een compatibele USB-gegevenskabel een printer
hebt aangesloten die compatibel is met PictBridge, wordt
de printer automatisch weergegeven.
Als de standaardprinter niet beschikbaar is, wordt een lijst
met beschikbare afdrukapparaten weergegeven.
Selecteer Opties > Instellingen > Standaardprinter als
u de standaardprinter wilt wijzigen.
74
Afdrukvoorbeeld
Nadat u de printer hebt geselecteerd, worden de
geselecteerde afbeeldingen weergegeven met vooraf
gedefinieerde indelingen. Als u de indeling wilt wijzigen,
drukt u op of om door de beschikbare indelingen
voor de geselecteerde printer te bladeren. Als de
afbeeldingen niet op één pagina passen, drukt u op
of om de aanvullende pagina's te bekijken.
Afdrukinstellingen
De beschikbare opties variëren, afhankelijk van de
mogelijkheden van de printer die u hebt geselecteerd.
Selecteer Opties > Standaardprinter als u een
standaardprinter wilt instellen.
Selecteer Papierformaat, het gewenste papierformaat in
de lijst en OK als u het formaat wilt selecteren. Selecteer
Annuleer als u wilt terugkeren naar de vorige weergave.
Online afdrukken
Met Online afdrukken kunt u afdrukken van uw
afbeeldingen online bestellen en direct laten bezorgen
bij u thuis of in een winkel waar u deze kunt ophalen.
U kunt ook verschillende producten met de geselecteerde
afbeelding bestellen, zoals mokken of muismatten.
Welke producten beschikbaar zijn, is afhankelijk van
de serviceprovider.
Als u Online afdrukken wilt gebruiken, moet minimaal
één configuratiebestand van een afdrukservice zijn
geïnstalleerd. U kunt de bestanden verkrijgen bij providers
van afdrukdiensten die Online afdrukken ondersteunen.
Zie de brochure over aanvullende toepassingen voor
het apparaat op www.nseries.com/support of uw lokale
Nokia-website voor meer informatie over de toepassing.
Online delen
Met On line delen kunt u afbeeldingen en videoclips
delen in compatibele online albums, weblogs of in andere
webservices voor online delen. U kunt inhoud uploaden,
een niet-voltooide post opslaan als concept en later
doorgaan en de inhoud van de albums weergeven.
Welke inhoudstypen worden ondersteund, is afhankelijk
van de serviceprovider.
Als u On line delen wilt gebruiken, moet u zich abonneren
op de dienst via een serviceprovider voor het delen van
online afbeeldingen. Vervolgens moet u een nieuwe
account maken. U kunt zich meestal op de betreffende
dienst abonneren via de webpagina van de serviceprovider.
Neem contact op met uw serviceprovider voor details
over het abonneren op de dienst. Zie de pagina's voor
productondersteuning op www.nseries.com/support of uw
Galerij
75
lokale Nokia-website voor meer informatie over
compatibele serviceproviders.
Zie de brochure over aanvullende toepassingen voor het
Galerij
apparaat op www.nseries.com/support of uw lokale
Nokia-website voor meer informatie over de toepassing.
Eigen netwerk
Het apparaat is compatibel met de UPnP-architectuur
(Universal Plug and Play). Met een WLAN-toegangspunt
of -router kunt u een eigen netwerk maken en compatibele
UPnP-apparaten op het netwerk aansluiten die WLAN's
ondersteunen, zoals de Nokia N95, een compatibele pc,
een compatibele printer, een compatibel geluidssysteem,
een compatibele tv of een geluidssysteem of tv voorzien
van een compatibele draadloze multimedia-ontvanger.
Als u de WLAN-functionaliteit van de Nokia N95 wilt
gebruiken in een eigen netwerk, hebt u een werkend
LAN nodig, moeten de andere apparaten geschikt zijn
voor UPnP en verbinding hebben met hetzelfde netwerk.
In het eigen netwerk worden de beveiligingsinstellingen
van de WLAN-verbinding gebruikt. Gebruik de
voorziening voor het eigen netwerk in een
WLAN-infrastructuurnetwerk met een
WLAN-toegangspunt en ingeschakelde codering.
U kunt mediabestanden die zijn opgeslagen in Galerij,
delen met andere compatibele UPnP-apparaten via het
eigen netwerk. Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > Eigen netw als u de instellingen voor Eigen
netw wilt beheren. U kunt via het eigen netwerk ook
compatibele mediabestanden uit Galerij bekijken,
afspelen, kopiëren of afdrukken. Zie ’Mediabestanden
weergeven en delen’ op pag. 78.
Belangrijk: Schakel altijd een van de beschikbare
encryptiemethoden in om de beveiliging van uw
draadloze LAN-verbinding te vergroten. Het gebruik
van encryptie verkleint het risico van onrechtmatige
toegang tot uw gegevens.
Het apparaat wordt alleen met het eigen netwerk
verbonden als u een verbindingsverzoek vanaf een ander
compatibel apparaat accepteert of als u in de Galerij de
optie selecteert voor het weergeven, afspelen, afdrukken
of kopiëren van mediabestanden op uw Nokia N95 of naar
andere apparaten zoekt in de map Eigen netwerk.
Belangrijke informatie over beveiliging
Schakel bij het configureren van het eigen WLAN
netwerk een coderingsmethode in op het toegangspunt
en vervolgens op de andere compatibele apparaten die
u op het eigen netwerk wilt aansluiten. Raadpleeg de
documentatie van de apparaten. Houd wachtwoorden
76
geheim en bewaar deze op een veilige plek, afzonderlijk
van de apparaten.
Zie ’Toegangspunten’ op pag. 145 als u de instellingen van
het internettoegangspunt voor het WLAN wilt bekijken of
wijzigen in het apparaat.
Als u de ad-hocmodus gebruikt om een eigen netwerk
te maken met een compatibel apparaat, schakelt u een
van de coderingsmethoden in WLAN-beveil.modus in
wanneer u het internettoegangspunt instelt. Met deze
stap beperkt u het risico dat onbevoegden toegang
kunnen krijgen tot het ad hoc-netwerk.
U krijgt een melding zodra met een ander apparaat wordt
geprobeerd verbinding te maken met het apparaat en met
het eigen netwerk. Accepteer geen verbindingsaanvragen
van een onbekend apparaat.
Als u WLAN gebruikt in een netwerk zonder codering,
schakelt u het delen van Nokia N95-bestanden met
andere apparaten uit of schakelt u het delen van
privé-mediabestanden uit. Zie ’Instellingen voor het eigen
netwerk’ op pag. 77 als u de instellingen voor delen
wilt wijzigen.
Instellingen voor het eigen netwerk
Als u mediabestanden die zijn opgeslagen in Galerij wilt
delen met andere compatibele UPnP-apparaten via een
WLAN, moet u eerst het internettoegangspunt voor het
WLAN configureren en vervolgens de toepassing Eigen
netw instellen. Zie ’WLAN (draadloos LAN)’ op pag. 29 en
de WLAN-instellingen in ’Toegangspunten’ op pag. 145.
De opties voor Eigen netw zijn pas beschikbaar in Galerij
nadat de instellingen voor Eigen netw zijn geconfigureerd.
Wanneer u de eigen-netwerktoepassing voor het eerst
gebruikt, wordt de installatiewizard gestart. Deze begeleidt
u bij het instellen van het eigen netwerk op het apparaat.
Selecteer Opties > Wizard uitvoeren en volg de
instructies in het scherm als u de installatiewizard
later wilt gebruiken.
Als u een compatibele pc wilt verbinden met het eigen
netwerk, installeert u op de pc de betreffende software
vanaf de cd-rom of dvd-rom die bij het apparaat
is geleverd.
Instellingen configureren
Selecteer Instrumenten > Connect. > Eigen netw >
Instellingen als u de eigen-netwerktoepassing wilt
configureren. Maak vervolgens een keuze uit de
volgende opties:
Eigen toegangspunt – Selecteer Altijd vragen als u wilt
dat het apparaat telkens naar het thuistoegangspunt
vraagt wanneer u verbinding maakt met het eigen netwerk,
Nieuw maken als u een nieuw toegangspunt wilt opgeven
dat automatisch wordt gebruikt wanneer u Eigen netw
gebruikt of Geen. Als voor uw eigen netwerk geen
Galerij
77
beveiligingsinstellingen zijn ingeschakeld, krijgt u een
beveiligingswaarschuwing. U kunt doorgaan en de
beveiliging later inschakelen of het definiëren van het
Galerij
toegangspunt annuleren en eerst de beveiliging voor
het WLAN inschakelen. Zie WLAN (draadloos WLAN)
in ’Toegangspunten’ op pag. 145.
Apparaatnaam – Geef een naam op voor het apparaat.
Deze naam is zichtbaar voor de andere compatibele
apparaten in het netwerk.
Delen inschakelen en inhoud definiëren
Selecteer Instrumenten > Connect. > Eigen netw >
Inhoud delen en maak een keuze uit de volgende opties:
Inhoud delen – Hiermee kunt u het delen van
mediabestanden met compatibele apparaten toestaan of
weigeren. Schakel Inhoud delen pas in nadat u alle andere
instellingen hebt geconfigureerd. Als u Inhoud delen
inschakelt, kunnen vanaf de overige UPnP-compatibele
apparaten in het eigen netwerk de bestanden worden
bekeken en gekopieerd die u hebt geselecteerd voor delen
in de map Afbeeldingen en video.
Afbeeldingen en video – Hiermee selecteert
u mediabestanden die u wilt delen met andere apparaten
of bekijkt u de status voor het delen van Afbeeldingen en
video. Selecteer Opties > Inhoud vernieuwen als de
inhoud van de map wilt bijwerken.
Mediabestanden weergeven en delen
Als Inhoud delen voor het apparaat is ingeschakeld,
kunnen de mediabestanden die u hebt geselecteerd voor
delen in Inhoud delen, worden bekeken en gekopieerd
vanaf andere UPnP-compatibele apparaten in het eigen
netwerk. Schakel Inhoud delen uit als u niet wilt dat uw
bestanden toegankelijk zijn voor andere apparaten.
Zelfs wanneer Inhoud delen in het apparaat is
uitgeschakeld, kunt u de mediabestanden die zijn
opgeslagen in een ander apparaat in het eigen netwerk,
nog wel bekijken en kopiëren als dit op het andere
apparaat is toegestaan.
Mediabestanden weergeven die in het apparaat
zijn opgeslagen
Ga als volgt te werk om afbeeldingen en video's te
selecteren die op het apparaat zijn opgeslagen en deze
weer te geven op een ander apparaat in het eigen netwerk,
zoals op een compatibele tv:
1 Selecteer een afbeelding of een videoclip in de Galerij.
2 Selecteer Opties > Tonen via eigen netwerk.
3 Selecteer een compatibel apparaat waarin het
mediabestand wordt weergegeven. De afbeeldingen
worden zowel op het andere netwerkapparaat als op
uw apparaat weergegeven en de videoclips worden
alleen afgespeeld op het andere apparaat.
78
Mediabestanden weergeven die in het andere
apparaat zijn opgeslagen
Ga als volgt te werk als u mediabestanden wilt selecteren
die op een ander apparaat in het netwerk zijn opgeslagen
en u deze vervolgens in uw apparaat of bijvoorbeeld op een
compatibele tv wilt weergeven:
1 Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
Eigen netw > Zk in eigen ntw.. Op het apparaat wordt
gezocht naar andere compatibele apparaten. De namen
van gevonden apparaten verschijnen op het scherm.
2 Selecteer een apparaat in de lijst.
3 Selecteer het type media dat u wilt bekijken op het
andere apparaat. De beschikbare bestandstypen zijn
afhankelijk van de functies van het andere apparaat.
4 Selecteer de afbeelding, videoclip, muziekclip of map
die u wilt weergeven en selecteer Tonen via eigen
netwerk (afbeeldingen en video) of Afspelen via
eigen netw. (muziek).
5 Selecteer het apparaat waarin het bestand wordt
weergegeven. In het eigen netwerk kunt u geen muziek
afspelen op uw apparaat, maar u kunt wel muziek
afspelen op compatibele externe apparaten, en daarbij
uw apparaat als afstandsbediening gebruiken.
Selecteer Opties > Tonen stoppen als u het delen van het
mediabestand wilt stoppen.
Selecteer de afdrukoptie in Galerij als u afbeeldingen die
zijn opgeslagen in Galerij via Eigen netw wilt afdrukken
op een UPnP-compatibele printer, Zie ’Afbeeldingen
afdrukken’ op pag. 74. Inhoud delen hoeft niet te zijn
ingeschakeld.
Selecteer Opties > Zoeken als u bestanden met andere
criteria wilt zoeken. Selecteer Opties > Sorteren op als
u de gevonden bestanden wilt sorteren.
Mediabestanden kopiëren
Als u mediabestanden wilt kopiëren of overbrengen
vanaf een ander compatibel apparaat, zoals een
UPnP-compatibele pc, selecteert u een bestand in
Galerij en Opties > Verpl. en kopiëren > Kopie nr
eig. netw. of Verpl. nr eig. netw.. Inhoud delen hoeft
niet te zijn ingeschakeld.
Als u bestanden kopieert of overbrengt vanaf een ander
apparaat naar uw apparaat, selecteert u een bestand in
het andere apparaat en Opties > Telef. geheugen of
Massageheugen (de naam van de geheugenkaart als
deze kaart beschikbaar is). Inhoud delen hoeft niet te
zijn ingeschakeld.
Galerij
79
Positionering
GPS (Global Positioning System) is een wereldwijd
radionavigatiesysteem dat bestaat uit 24 satellieten en
hun grondstations waarmee de werking van de satellieten
Positionering
in de gaten wordt gehouden. Het apparaat heeft een
interne GPS-ontvanger.
Een GPS-terminal, zoals de GPS-ontvanger in het
apparaat, ontvangt radiosignalen met een laag vermogen
van de satellieten en meet de reistijd van de signalen. Op
basis van de reistijd kan de GPS-ontvanger de locatie tot
op enkele meters nauwkeurig berekenen.
De coördinaten in het GPS worden uitgedrukt in graden en
decimale graden op basis van het internationale
coördinatensysteem WGS-84.
Het GPS-systeem (Global Positioning System) valt onder
het beheer van de regering van de Verenigde Staten, die als
enige verantwoordelijk is voor de nauwkeurigheid en het
onderhoud van het systeem. De accuratesse van de
locatiegegevens kan negatief worden beïnvloed door
wijzigingen door de regering van de Verenigde Staten met
betrekking tot de GPS-satellieten, en is onderhevig aan
veranderingen in het GPS-beleid van het ministerie van
defensie van de Verenigde Staten voor civiele doeleinden
en wijzigingen in het Federal Radionavigation Plan. De
accuratesse kan ook negatief worden beïnvloed door een
80
gebrekkige satellietconfiguratie. De beschikbaarheid en
kwaliteit van GPS-signalen kunnen negatief worden
beïnvloed door uw positie, gebouwen, natuurlijke obstakels
en weersomstandigheden. U moet de GPS-ontvanger
alleen buitenshuis gebruiken voor de ontvangst van GPSsignalen.
GPS moet alleen worden gebruikt als navigatiehulpmiddel.
Het moet niet worden gebruikt voor exacte plaatsbepaling
en u moet nooit uitsluitend op de locatiegegevens van de
GPS-ontvanger vertrouwen voor plaatsbepaling of
navigatie.
Het apparaat ondersteunt ook Assisted GPS (A-GPS).
Bij Assisted GPS (A-GPS) wordt gebruikgemaakt van een
packet-gegevensverbinding om hulpgegevens op te halen
voor betere GPS-prestaties. Met deze gegevens kan de
huidige locatie van uw apparaat sneller worden berekend
wanneer uw apparaat signalen van satellieten ontvangt.
A-GPS is een netwerkdienst.
Uw apparaat is vooraf geconfigureerd voor de A-GPSdienst van Nokia als er geen specifieke A-GPS-instellingen
van een serviceprovider beschikbaar zijn. De hulpgegevens
worden alleen van de Nokia A-GPS-dienst opgehaald als
dat nodig is.
U moet een internettoegangspunt voor packet-gegevens
opgeven om hulpgegevens van de Nokia A-GPS-dienst op
te halen. Druk op en selecteer Instrumenten >
Instell. > Algemeen > Positiebepaling >
Positiebepalingsserver > Toegangspunt om een
toegangspunt voor A-GPS op te geven. U kunt geen WLANtoegangspunt voor deze dienst gebruiken. Er wordt om het
internettoegangspunt voor packet-gegevens gevraagd
wanneer GPS voor de eerste keer in uw apparaat wordt
gebruikt.
als u andere positioneringsmethoden, positionering (GPS)
zoals Bluetooth GPS, wilt in- of uitschakelen.
GPS-ontvanger
De GPS-ontvanger
bevindt zich onder in het
apparaat. Schuif het
numerieke toetsenblok
open wanneer u de
ontvanger gebruikt en
houd het apparaat
rechtop in uw hand in
een hoek van ongeveer
45 graden, in de open
lucht. Het kan enkele seconden tot enkele minuten duren
voordat een GPS-verbinding tot stand is gebracht. In de
auto duurt dit mogelijk langer.
De GPS-ontvanger kost batterijvermogen. Als u de GPSontvanger gebruikt, is de batterij mogelijk sneller leeg.
Positionering
Over satellietsignalen
Houd rekening met het volgende als het apparaat geen
satellietsignaal kan detecteren:
• Als u binnen bent, ga dan naar buiten om een beter
signaal te ontvangen.
• Open de schuif van het numerieke toetsenblok als deze
is gesloten.
• Ga als u buiten bent naar een omgeving met minder
obstakels.
• Zorg ervoor dat de GPS-antenne van het apparaat niet
wordt afgedekt door uw hand. Zie ’GPS-ontvanger’ op
pag. 81 voor de locatie van de antenne.
• Als het weer slecht is, kan de signaalsterkte hierdoor
ook worden beïnvloed.
• Het kan enkele seconden tot enkele minuten duren
voordat een GPS-verbinding tot stand is gebracht.
81
Satellietstatus
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
GPS-gegevens > Positie > Opties > Satellietstatus als u
wilt controleren hoeveel satellieten uw apparaat heeft
gevonden en of uw apparaat satellietsignalen ontvangt.
Als uw apparaat satellieten heeft gevonden, wordt in in de
Positionering
informatieweergave voor satellieten een balk weergegeven
voor elke gevonden satelliet. Hoe langer de balk, hoe
sterker het signaal van de satelliet. Als uw apparaat
voldoende informatie heeft ontvangen uit het
satellietsignaal om de coördinaten van uw locatie te
berekenen, wordt de balk zwart.
Uw apparaat moet in het begin signalen ontvangen van
minstens vier satellieten om uw plaats te kunnen bepalen.
Als de eerste berekening is uitgevoerd, zijn vervolgens
mogelijk drie satellieten voldoende voor het berekenen van
uw coördinaten. De berekening is over het algemeen echter
nauwkeuriger als meer satellieten worden gevonden.
Positieaanvragen
Het kan zijn dat uw positiegegevens worden aangevraagd
door een netwerkdienst. Serviceproviders bieden mogelijk
informatie over lokale onderwerpen, zoals weer of verkeer,
op basis van de locatie van het apparaat.
Wanneer u een positieaanvraag ontvangt, wordt een
bericht weergegeven met de mededeling dat de service
deze gegevens heeft aangevraagd. Selecteer Accept. als u
uw positiegegevens wilt verzenden of Weigeren als u de
aanvraag wilt weigeren.
Kaarten
Druk op en selecteer Kaarten. Met Kaarten kunt u uw
huidige locatie op de kaart weergeven, over kaarten
schuiven naar verschillende steden en landen, zoeken naar
adressen en verschillende interessante locaties, routes
tussen locaties plannen, verkeersinformatie bekijken en
locaties als plaatsen opslaan en naar compatibele
apparaten verzenden.
U kunt ook extra diensten aanschaffen, zoals gidsen, een
navigatiedienst met gesproken instructies en een
verkeersinformatiedienst.
Kaarten gebruikt GPS. In de apparaatinstellingen kunt u
opgeven welke positioneringsmethoden worden gebruikt
met het apparaat. Zie ’Positiebepaling’ op pag. 142.
Gebruik de interne GPS of externe GPS-ontvanger voor de
meest nauwkeurige locatiegegevens.
Wanneer u Kaarten voor de eerste keer gebruikt, moet u
mogelijk een internettoegangspunt definiëren om
kaartgegevens voor uw huidige locatie te downloaden.
Selecteer Opties > Instrumenten > Instellingen >
82
Internet > Standaardtoegangspunt als u het
standaardtoegangspunt later wilt wijzigen (wordt alleen
weergegeven wanneer u online bent).
Wanneer u in Kaarten over een kaart schuift, worden de
kaartgegevens voor het gebied automatisch via internet
naar uw apparaat gedownload. Een nieuwe kaart wordt
alleen gedownload als u naar een gebied schuift dat nog
niet voorkomt op de kaarten die al zijn gedownload.
Bijna alle digitale cartografie is niet helemaal accuraat en
volledig. Vertrouw nooit uitsluitend op de cartografie die u
downloadt voor gebruik in dit apparaat.
Bij het downloaden van kaarten worden mogelijk grote
hoeveelheden gegevens via het netwerk van de
serviceprovider verzonden. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie over de kosten van
gegevensoverdracht.
Tip! U kunt ook kaarten downloaden via een WLAN-
verbinding of via internet met Nokia Map
’Kaarten downloaden’ op pag. 85.
Selecteer in Kaarten Opties > Instrumenten >
Instellingen > Internet > Online gaan bij opstarten > Ja
als u wilt dat vanuit de toepassing Kaarten automatisch
een internetverbinding wordt gemaakt wanneer u de
toepassing start.
Selecteer Opties > Instrumenten > Instellingen >
Internet > Roaming-waarschuwing > Aan als u een
Loader. Zie
bericht wilt ontvangen wanneer uw apparaat wordt
geregistreerd bij een netwerk buiten uw eigen mobiele
netwerk (wordt alleen weergegeven wanneer u online
bent). Neem contact op met uw serviceprovider voor meer
informatie en de kosten van roaming.
Schuiven over kaarten
De kaartdekking verschilt per land.
Wanneer u de toepassing Kaarten opent, wordt in Kaarten
ingezoomd op de locatie die is opgeslagen na uw laatste
sessie. Als bij de laatste sessie geen positie is opgeslagen,
wordt in de toepassing Kaarten ingezoomd op de
hoofdstad van het land waarin u zich bevindt, op basis van
de informatie die het apparaat ontvangt van het mobiele
netwerk. Tegelijkertijd wordt de kaart van de locatie
gedownload als de kaart tijdens een eerdere sessie nog niet
is gedownload.
Uw huidige locatie
Selecteer Opties > Mijn positie of druk op als u een
GPS-verbinding tot stand wilt brengen en wilt inzoomen
op uw huidige locatie. Als de modus voor energiebesparing
wordt ingeschakeld terwijl het apparaat een GPSverbinding tot stand probeert te brengen, wordt de poging
onderbroken.
Op het scherm wordt een GPS-indicator
weergegeven. Eén balk is één satelliet. Wanneer het
Positionering
83
apparaat een satelliet probeert te vinden, is de balk geel.
Wanneer het apparaat voldoende gegevens van de satelliet
ontvangt om een GPS-verbinding tot stand te brengen,
wordt de balk groen. Hoe meer groene balken, des te
sterker de verbinding.
Wanneer de GPS-verbinding actief is, wordt uw huidige
Positionering
locatie met op de kaart aangegeven.
Verplaatsen en in- en
uitzoomen
Druk de bladertoets naar
rechts, naar links, omhoog of
omlaag als u over de kaart
wilt schuiven. De kaart is
standaard naar het noorden
gericht. De kompasroos geeft
de richting van de kaart aan
en draait tijdens het
navigeren wanneer de
richting verandert.
Wanneer u over de kaart op het scherm schuift, wordt er
automatisch een nieuwe kaart gedownload als u naar een
gebied schuift dat nog niet voorkomt op de kaarten die al
zijn gedownload. Deze kaarten zijn gratis, maar tijdens het
downloaden worden mogelijk grote hoeveelheden
gegevens via het netwerk van de serviceprovider
verzonden. Neem contact op met de serviceprovider voor
meer informatie over de kosten voor gegevensoverdracht.
De kaarten worden automatisch opgeslagen in het
apparaatgeheugen of op een compatibele geheugenkaart
(als deze kaart is geplaatst en is ingesteld als de
standaardopslagplaats voor kaarten).
Druk op of als u wilt in- of uitzoomen op de kaart.
Gebruik de schaalbalk om de afstand tussen twee punten
op de kaart te schatten.
De kaartweergave aanpassen
Selecteer Opties > Instrumenten > Instellingen >
Kaart > Maatstelsel > Metrisch of Engelse maten als u
het metrische systeem wilt opgeven dat in de kaarten moet
worden gebruikt.
Selecteer Opties > Instrumenten > Instellingen >
Kaart > Categorieën en de gewenste categorieën als u
wilt opgeven welke interessante locaties op de kaart
moeten worden weergegeven.
Selecteer Opties > Kaartmodus > Kaart, 3D-kaart,
Satelliet of Hybride als u de kaarten in de 2D- of 3D-
modus, als satellietbeeld of als een combinatie van deze
opties wilt weergeven. Satellietbeelden zijn mogelijk niet
voor alle geografische locaties beschikbaar.
Selecteer Opties > Instrumenten > Instellingen >
Kaart > Dagmodus of Nachtmod. als u wilt opgeven of de
84
kaartweergave in de dag- of de nachtweergave moet
worden weergegeven.
Selecteer Opties > Instrumenten > Instellingen als u
andere instellingen voor internet, navigatie en routering en
algemene instellingen wilt aanpassen.
Kaarten downloaden
Wanneer u over de kaart in het scherm schuift,
bijvoorbeeld om naar een ander land te gaan, wordt een
nieuwe kaart automatisch gedownload. Alle gedownloade
kaarten zijn gratis, maar tijdens het downloaden worden
mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van
de serviceprovider verzonden. Neem contact op met de
serviceprovider voor meer informatie over de kosten voor
gegevensoverdracht.
U kunt de hoeveelheid verzonden gegevens bekijken op de
gegevensteller (kB) in het scherm. Op de teller ziet u de
hoeveelheid netwerkverkeer als u door kaarten schuift,
routes maakt of online naar locaties zoekt.
Selecteer Opties > Instrumenten > Instellingen >
Internet > Online gaan bij opstarten > Nee als u wilt
voorkomen dat kaarten automatisch via internet worden
gedownload, bijvoorbeeld wanneer u geen verbinding met
uw eigen mobiele netwerk hebt of wanneer er andere
kaartgegevens voor de extra diensten zijn vereist.
geh.kaart als u wilt definiëren hoeveel ruimte u wilt
gebruiken op een compatibele geheugenkaart voor het
opslaan van kaartgegevens of bestanden voor gesproken
instructies. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer een
compatibele geheugenkaart is geplaatst. Wanneer het
geheugen vol is, worden de oudste kaartgegevens
verwijderd. De opgeslagen kaarten kunnen met de Nokia
Map Loader-software voor de pc worden verwijderd.
Nokia Map Loader
Nokia Map Loader is pc-software die u kunt gebruiken om
kaarten van verschillende landen vanaf internet naar uw
apparaat te downloaden en te installeren. U kunt de
functie ook gebruiken om spraakbestanden te downloaden
voor gesproken navigatie-instructies.
Installeer Nokia Map Loader op een compatibele pc om het
programma te kunnen gebruiken. U kunt de pc-software
van internet downloaden op www.nokia.com/maps. Volg
de instructies in het scherm.
U moet de toepassing Kaarten gebruiken en ten minste
één keer over kaarten schuiven voordat u Nokia Map
Loader kunt gebruiken. In Nokia Map Loader worden de
historiegegevens van Kaarten gebruikt om de versie te
controleren van de kaartgegevens die worden gedownload.
Nadat u de pc-software op uw pc hebt gedownload gaat u
als volgt te werk, om kaarten te downloaden:
Positionering
85
1. Sluit u apparaat op de pc aan via een compatibele USB-
gegevenskabel. Kies Massaopslag als USB-
verbindingsmodus.
2. Open Nokia Map Loader in uw pc. In Nokia Map Loader
wordt de versie gecontroleerd van de kaartgegevens die
Positionering
worden gedownload.
3. Selecteer de gewenste kaarten of de bestanden met
gesproken instructies en download en installeer deze
op uw apparaat.
Tip! Gebruik Nokia Map Loader om kosten voor de
mobiele overdracht van gegevens te besparen.
Een plaats zoeken
Voer in het hoofdvenster de naam van de plaats of het
gewenste trefwoord in het zoekveld in en selecteer Zoeken
als u naar een locatie of interessante locatie wilt zoeken.
Selecteer Opties > Selecteren uit Contacten als u een
adres van een locatie vanuit uw contactgegevens wilt
importeren.
Als u de locatie op de kaart bijvoorbeeld als startpunt wilt
gebruiken om iets in de buurt op te zoeken, een route te
plannen, de details van de route wilt bekijken of de
navigatie (extra dienst) wilt starten, drukt u op de
bladertoets en selecteert u de gewenste optie.
Selecteer Opties > Zoeken en een categorie als u op
categorie door plaatsen en attracties bij u in de buurt wilt
bladeren. Als u een adres zoekt, moet u de plaats en het
land opgeven. U kunt ook een adres gebruiken dat u in
Contacten in een contactkaart hebt opgeslagen.
Druk op de bladertoets, selecteer Toev. aan Mijn plaatsen,
voer de naam van een plaats in en selecteer OK om een
locatie als een favoriete plaats op te slaan. U kunt de
locatie ook naar een route of een collectie opslaan.
Selecteer Opties > Favorieten > Mijn plaatsen als u
opgeslagen plaatsen wilt weergeven.
Druk in de plaatsweergave op de bladertoets en selecteer
Verzenden als u een plaats naar een compatibel apparaat
wilt verzenden. Als u de plaats verzendt in een SMSbericht, wordt de informatie geconverteerd naar
onopgemaakte tekst.
Selecteer Opties > Instrumenten > Afb. van kaart
opslaan als u een screenshot wilt maken van uw locatie.
Het screenshot wordt in Galerij opgeslagen. Als u het
screenshot wilt verzenden, opent u Galerij en selecteert u
de verzendoptie op de actieve werkbalk of in het
optiemenu en de methode.
Selecteer Opties > Favorieten en de gewenste optie als u
uw bladergeschiedenis, plaatsen die u op een kaart hebt
weergegeven en routes en collecties die u hebt gemaakt,
wilt weergeven.
86
Een route plannen
Schuif naar de gewenste bestemming, druk op de
bladertoets en selecteer Toevoegen aan route als u een
route naar een bestemming wilt plannen. De locatie wordt
aan de route toegevoegd.
Selecteer Opties > Routepunt toevoegen als u meer
locaties aan de route wilt toevoegen. De reisonderbreking
die als eerste wordt geselecteerd, is het startpunt. Druk op
de bladertoets en selecteer Verplaatsen als u de volgorde
van de reisonderbrekingen wilt wijzigen.
Extra diensten voor Maps
U kunt verschillende soorten gidsen, zoals stads- en
reisgidsen, voor verschillende steden aanschaffen en
downloaden op uw apparaat. U kunt ook een licentie voor
een navigatiedienst met gesproken instructies en een
verkeersinformatiedienst aanschaffen die u in Kaarten
kunt gebruiken. Een navigatielicentie is specifiek voor een
bepaalde regio (de regio die bij de aankoop van de licentie
is geselecteerd) en kan alleen in het geselecteerde gebied
worden gebruikt.
De gedownloade gidsen worden automatisch opgeslagen
in het apparaatgeheugen of op een compatibele
geheugenkaart (indien geplaatst).
De licentie die u aanschaft voor een gids of navigatie, kan
naar een ander apparaat worden overgebracht, maar kan
slechts in één apparaat worden geactiveerd.
Informatie over verkeer en gidsen en verwante services
worden onafhankelijk van Nokia door derden gegenereerd.
De informatie is mogelijk niet helemaal accuraat en
volledig en is wellicht niet altijd beschikbaarheid. Vertrouw
nooit uitsluitend op de hiervoor genoemde informatie en
verwante diensten.
Navigatie
Selecteer Opties > Extra's > 0 Gidsen of 2 Lopen als u
alleen een navigatiedienst met gesproken instructies voor
rijden en wandelen of alleen een navigatiedienst voor
wandelen wilt aanschaffen. U kunt voor de dienst betalen
met een creditcard, maar u kunt het bedrag ook laten
afschrijven via uw telefoonrekening (als dit wordt
ondersteund door de serviceprovider van uw mobiele
netwerk).
Autonavigatie
Wanneer u de autonavigatie voor het eerst gebruikt, wordt
u gevraagd de taal voor gesproken instructies te selecteren
en de spraakbestanden van de geselecteerde taal te
downloaden. U kunt de spraakbestanden ook downloaden
met Nokia Map Loader. Zie ’Nokia Map Loader’ op pag. 85.
Positionering
87
Selecteer Opties > Instrumenten > Instellingen >
Navigatie > Gesproken begeleiding en een taal in
de hoofdweergave van Kaarten en download de
spraakbestanden voor de geselecteerde taal.
Wandelnavigatie
Wandelnavigatie verschilt in vele opzichten van
Positionering
autonavigatie: Bij de wandelroute worden eventuele
beperkingen die bij autonavigatie gelden, zoals straten met
eenrichtingsverkeer en locaties waar niet mag worden
gedraaid, genegeerd. In de wandelroute worden wel
gebieden, zoals voetgangerszones en parken, opgenomen.
Ook wordt zoveel mogelijk de voorkeur gegeven aan
wandelpaden en kleinere wegen en worden hoofdwegen
en snelwegen vermeden. De lengte van een wandelroute is
beperkt tot maximaal 50 kilometer (31 mijl) en de
reissnelheid tot maximaal 30 km per uur (18 mijl per uur).
Als deze snelheid wordt overschreden, stopt de navigatie.
De navigatie wordt pas weer hervat als de snelheid weer
minder is dan 30 km per uur.
Navigatiediensten met gesproken instructies zijn niet
beschikbaar voor wandelnavigatie. Bij wandelnavigatie
geeft een grote pijl de route aan en geeft een kleine pijl
onderaan in het scherm de bestemming aan.
Satellietweergave is alleen beschikbaar voor
wandelnavigatie.
Navigeren naar de gewenste bestemming
Selecteer een locatie op de kaart of in een lijst met
resultaten en selecteer Opties > Hierheen rijden of
Hierheen lopen als u de navigatie naar de gewenste
bestemming met GPS wilt starten.
Schuif naar links of naar rechts om tijdens de navigatie
tussen verschillende weergaven te schakelen.
Druk op Stoppen om de navigatie te stoppen.
Druk tijdens de navigatie op Opties om navigatieopties te
selecteren. Als de navigatie voor rijden is geactiveerd,
verschijnt er een menuweergave met twaalf opties.
Elke toets op het toetsenblok komt overeen met één optie
in de weergave. Druk op 2 om een spraakopdracht te
herhalen, op 3 om tussen de dagmodus en de nachtmodus
te schakelen en op 4 om de huidige plaats op te slaan
enzovoort.
Verkeersinformatie
Selecteer Opties > Extra's > Verkeersinfo als u een
licentie voor een actuele verkeersinformatiedienst wilt
aanschaffen. De dienst biedt informatie over
verkeersgebeurtenissen die van invloed kunnen zijn op uw
reis. Bij het downloaden van extra diensten worden
mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van
de serviceprovider verzonden. Neem contact op met uw
88
serviceprovider voor meer informatie over de kosten van
gegevensoverdracht.
Selecteer Opties > Verkeersinfo als u informatie wilt
weergeven over verkeersgebeurtenissen die vertragingen
kunnen veroorzaken of u kunnen beletten uw bestemming
te bereiken. De gebeurtenissen worden op de kaart als
waarschuwingsdriehoeken en lijnsymbolen aangegeven.
U kunt de functie voor het automatisch bepalen van
een nieuwe route gebruiken om deze gebeurtenissen
te vermijden.
Druk op de bladertoets om meer informatie over een
gebeurtenis en mogelijke opties voor nieuwe routes weer
te geven.
Selecteer Verkeersinfo bijwerken om de verkeersinformatie bij te werken. Selecteer Opties >
Instrumenten > Instellingen > Navigatie > Updates
voor verkeersinfo om op te geven hoe vaak de
verkeersinformatie automatisch moet worden bijgewerkt.
Selecteer Opties > Instrumenten > Instellingen >
Navigatie > Nieuwe route vanwege verkeerssituatie >
Automatisch om automatisch een alternatieve route
te laten bepalen in het geval een verkeersgebeurtenis
vertragingen veroorzaakt of u belet uw bestemming
te bereiken.
Gidsen
Selecteer Opties > Extra's > 0 Gidsen als u verschillende
soorten gidsen, zoals stads- en reisgidsen, voor
verschillende steden wilt aanschaffen en downloaden
op uw apparaat.
De gidsen bieden informatie over attracties, restaurants,
hotels en andere interessante locaties. U moet gidsen
downloaden en aanschaffen voordat u deze kunt
gebruiken.
Ga naar het tabblad Mijn gidsen in 0 Gidsen en selecteer
een gids en een subcategorie (indien beschikbaar) als u wilt
bladeren door een gedownloade gids.
Selecteer in 0 Gidsen de gewenste gids en Download. > Ja
om een nieuwe gids naar uw apparaat te downloaden. Het
aankoopproces wordt automatisch gestart. U kunt voor de
gidsen betalen met een creditcard, maar u kunt het bedrag
ook laten afschrijven via uw telefoonrekening (als dit
wordt ondersteund door de serviceprovider van uw
mobiele netwerk).
Selecteer tweemaal OK om de aankoop te bevestigen. Voer
uw naam en e-mailadres in en selecteer OK als u per
e-mail een bevestiging van de aankoop wilt ontvangen.
Positionering
89
Plaatsen
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
Plaatsen. Met Plaatsen kunt u de positiegegevens van
specifieke locaties opslaan in het apparaat. U kunt de
opgeslagen locaties sorteren in verschillende categorieën,
Positionering
zoals bedrijven, en andere informatie daaraan toevoegen,
zoals adressen. U kunt uw opgeslagen plaatsen gebruiken
in compatibele toepassingen, zoals GPS-gegevens en
Kaarten.
De coördinaten in het GPS worden uitgedrukt in graden en
decimale graden op basis van het internationale
coördinatensysteem WGS-84.
Selecteer Opties > Nieuwe plaats als u een nieuwe plaats
wilt maken. Selecteer Huidige positie als u een nieuwe
positioneringsaanvraag voor de coördinaten van uw
huidige locatie wilt maken. Selecteer Handmatig opgeven
als u de positiegegevens handmatig wilt invoeren.
Ga naar een plaats en druk op als u informatie wilt
bewerken of toevoegen aan een opgeslagen plaats
(bijvoorbeeld een adres). Ga naar het gewenste veld en
voer de gegevens in.
Selecteer Opties > Weergeven op kaart als u de plaats op
de kaart wilt weergeven. Selecteer Opties > Navigeren
met kaart als u een route naar de locatie wilt maken.
U kunt uw plaatsen sorteren in de vooraf ingestelde
categorieën en nieuwe categorieën maken. Druk op in
Plaatsen en selecteer Opties > Categor. bewerken als u
nieuwe plaatscategorieën wilt bewerken en maken.
Ga naar een plaats in Plaatsen en selecteer Opties > Toev.
aan categorie als u de plaats wilt toevoegen aan een
categorie. Ga naar elk categorie waaraan u de plaats wilt
toevoegen en selecteer deze.
Selecteer Opties > Zenden als u een of meer plaatsen naar
een compatibel apparaat wilt verzenden. De ontvangen
plaatsen worden opgeslagen in de map Inbox in Berichten.
GPS-gegevens
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
GPS-gegevens. GPS-gegevens is bedoeld om informatie
over de route naar de geselecteerde bestemming,
positiegegevens over uw huidige locatie en de
reisgegevens te verstrekken, zoals de gemiddelde afstand
tot de bestemming en de gemiddelde reisduur.
De coördinaten in het GPS worden uitgedrukt in graden en
decimale graden op basis van het internationale
coördinatensysteem WGS-84.
Als u GPS-gegevens wilt gebruiken, moet de GPSontvanger van het apparaat positiegegevens ontvangen
van minimaal drie satellieten om de coördinaten van uw
locatie te kunnen berekenen.
90
Route-instructies
Selecteer Navigatie als u route-instructies wilt gebruiken.
Start de route-instructies buiten. Als u dit binnen doet,
ontvangt de GPS-ontvanger mogelijk niet de benodigde
informatie van de satellieten.
Bij route-instructies wordt een roterend kompas in het
scherm van het apparaat gebruikt. Een rode bal geeft de
richting van de bestemming aan en de gemiddelde afstand
tot deze bestemming wordt in de kompasring
weergegeven.
Route-instructies zijn bedoeld om u de snelste en de
kortste weg naar uw bestemming te tonen, gemeten in een
rechte lijn. Obstakels onderweg, zoals gebouwen en
natuurlijke obstakels, worden genegeerd. Bij het berekenen
van de afstand worden hoogteverschillen buiten
beschouwing gelaten. Route-instructies zijn alleen actief
wanneer u in beweging bent.
Selecteer Opties > Bestemming instlln en een plaats als
bestemming of voer de coördinaten (lengte- en
breedtegraad) in als u de bestemming van uw reis wilt
instellen. Selecteer Navigatie stoppen als u de ingestelde
bestemming wilt wissen.
Positiegegevens ophalen
Selecteer Positie als u de positiegegevens van uw huidige
locatie wilt weergeven. In het scherm wordt de geschatte
nauwkeurigheid van de locatie weergegeven.
Selecteer Opties > Positie opslaan als u uw huidige
locatie als plaats wilt opslaan.
Plaatsen zijn opgeslagen locaties met meer informatie.
Ze kunnen worden gebruikt in andere compatibele toepassingen en overgedragen tussen compatibele apparaten.
Tripmeter
Selecteer Tripafstand > Opties > Starten als u de functie
voor het berekenen van de reisafstand wilt inschakelen en
Stoppen als u deze functie wilt uitschakelen. De berekende
waarden worden permanent in het scherm weergegeven.
Gebruik deze functie buitenshuis zodat u een beter GPSsignaal ontvangt.
Selecteer Herstellen als u de reisafstand en -tijd en de
gemiddelde en maximale snelheid op nul wilt instellen om
een nieuwe berekening te starten. Selecteer Opnieuw
starten als u ook de kilometerteller en totale tijd op nul
wilt instellen.
De tripmeter heeft een beperkte nauwkeurigheid en er
kunnen afrondingsfouten voorkomen. De nauwkeurigheid
kan ook worden beïnvloed door de beschikbaarheid en de
kwaliteit van GPS-signalen.
Positionering
91
Het apparaat naar wens aanpassen
Maak een keuze uit de volgende opties als u het apparaat
wilt aanpassen:
• Zie ’Actieve stand-by modus’ op pag. 95 als u het
stand-by scherm wilt gebruiken voor snelle toegang
tot de toepassingen die u vaak gebruikt.
• Zie ’Het uiterlijk van het apparaat wijzigen’ op pag. 94
als u de achtergrondafbeelding voor de stand-by
modus of de screensaver wilt wijzigen.
• Zie ’Profielen – tonen instellen’ op pag. 92 en ’Beltonen
toevoegen voor contactpersonen’ op pag. 124 als u de
beltonen wilt aanpassen.
• Zie ’Standby-modus’ op pag. 137 als u de sneltoetsen
wilt wijzigen voor de verschillende toetsaanslagen van
Het apparaat naar wens aanpassen
de bladertoets en de linker- en rechterselectietoetsen
in de stand-by modus.
• Druk op en selecteer Toepass. > Klok > Opties >
Instellingen > Type klok > Analoog of Digitaal
als u een andere klok in de stand-by modus wilt
weergeven.
• Druk op en selecteer Instrumenten >
Instell. > Algemeen > Persoonlijk > Weergave >
Welkomstnotitie/logo als u het welkomstbericht
wilt wijzigen in een afbeelding of animatie.
92
• Ga naar het hoofdmenu en selecteer Opties >
Menuweergave wijzigen > Raster of Lijst als
u de weergave van het hoofdmenu wilt wijzigen.
• Selecteer Opties > Pictogramanimatie > Aan in het
hoofdmenu als u bewegende pictogrammen op uw
apparaat wilt weergeven.
• Ga naar het hoofdmenu en selecteer Opties >
Verplaatsen, Verplaats naar map of Nieuwe map als
u het hoofdmenu opnieuw wilt indelen. U kunt minder
vaak gebruikte toepassingen naar mappen verplaatsen
en vaak gebruikte toepassingen in het hoofdmenu
opnemen.
Profielen – tonen instellen
Druk op en selecteer Instrumenten > Profielen als
u de beltonen, berichtensignaaltonen en anderen
tonen voor verschillende gebeurtenissen, situaties
of bellergroepen wilt instellen en aanpassen.
Selecteer Instrumenten > Profielen, een profiel en
Opties > Activeren als u het profiel wilt wijzigen. U kunt
het profiel ook wijzigen door in de stand-by modus op
te drukken. Ga naar het profiel dat u wilt activeren en
selecteer OK.
Tip! Houd ingedrukt als u wilt schakelen
de tussen het algemene en stille profiel.
Druk op en selecteer Instrumenten > Profielen als
u een profiel wilt wijzigen. Ga naar het profiel en selecteer
Opties > Aanpassen. Ga naar de instelling die u wilt
wijzigen en druk op om de opties te openen. Tonen
die zijn opgeslagen op een compatibele geheugenkaart
(indien geplaatst), worden aangegeven met .
In de lijst met tonen wordt met de koppeling Geluiden
downldn (netwerkdienst) een lijst met bookmarks
geopend. U kunt een bookmark selecteren en verbinding
met een webpagina maken om meer tonen te downloaden.
Selecteer Opties > Aanpassen en stel Naam beller uitspr.
in op Aan als u wilt dat de naam van de beller wordt
uitgesproken wanneer u wordt gebeld. De naam van de
beller moet zijn opgeslagen in Contacten.
Selecteer Opties > Nieuw maken als u een nieuw profiel
wilt maken.
Het profiel Offline
Met het profiel Offline kunt u het apparaat gebruiken
zonder dat u verbinding hebt met het draadloze netwerk.
Wanneer u het profiel Offline activeert, wordt de
verbinding met het draadloze netwerk verbroken, zoals
wordt aangegeven met in het symbool voor de
signaalsterkte. Er zijn geen draadloze RF-signalen naar
en van het apparaat mogelijk. Berichten die u wilt
verzenden worden in de Outbox geplaatst, zodat
u deze later kunt verzenden.
Wanneer het profiel Offline actief is, kunt u het
apparaat gebruiken zonder een (U)SIM-kaart.
Belangrijk: In het profiel Vlucht kunt u geen
oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere
functies waarvoor netwerkdekking vereist is niet
worden gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het
alarmnummer dat in het apparaat is geprogrammeerd
kiezen. Als u wilt bellen, moet u de telefoonfunctie
eerst activeren door een ander profiel te kiezen. Als het
apparaat vergrendeld is, moet u de beveiligingscode
invoeren.
Wanneer u het profiel Offline hebt geactiveerd, kunt u nog
steeds het WLAN (draadloze LAN) gebruiken, bijvoorbeeld
om uw e-mail te lezen of over internet te surfen.
Zorg ervoor dat u voldoet aan de veiligheidseisen wanneer
u een WLAN-verbinding tot stand brengt en gebruikt.
Zie ’WLAN (draadloos LAN)’ op pag. 29. U kunt ook
Bluetooth-connectiviteit gebruiken zolang het profiel
Offline actief is. Zie ’Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 32.
Druk op de aan/uit-toets en selecteer een ander profiel als
u het profiel Offline wilt verlaten. Via het apparaat wordt
de draadloze overdracht opnieuw ingeschakeld (mits het
signaal sterk genoeg is).
Het apparaat naar wens aanpassen
93
3-D-tonen
Druk op en selecteer Instrumenten > 3-D-tonen.
Met 3-D-tonen kunt u driedimensionale geluidseffecten
inschakelen voor beltonen. Niet alle beltonen bieden
ondersteuning voor 3D-effecten.
Selecteer 3-D-beltooneffecten > Aan als u 3D-effecten
wilt inschakelen. Selecteer Beltoon en de gewenste
beltoon als u deze wilt wijzigen.
Selecteer Geluidsbaan en het gewenste 3D-effect als
u een ander effect wilt toepassen op de beltoon.
Maak een keuze uit de volgende instellingen als u het
effect wilt wijzigen:
Snelheid geluidsbaan – Druk de bladertoets naar links of
rechts als u de snelheid wilt aanpassen waarmee geluid
van richting verandert. Deze instelling is niet voor alle
Het apparaat naar wens aanpassen
beltonen beschikbaar.
Galm – Selecteer het type echo.
Doppler-effect – Selecteer Aan als u beltonen hoger wilt
weergeven wanneer u zich in de buurt van het apparaat
bevindt en lager wanneer u verder weg staat. Wanneer u
op het apparaat toeloopt, wordt de beltoon hoger, terwijl
de toon lager wordt wanneer u wegloopt. Deze instelling is
niet voor alle beltonen en geluidstrajecten beschikbaar.
Selecteer Opties > Toon afspelen als u de beltoon met het
3D-effect wilt beluisteren.
Als u 3D-tonen inschakelt zonder een 3D-effect te
selecteren, wordt stereoverbreding toegepast op
de beltoon.
Selecteer Instrumenten > Profielen > Opties >
Aanpassen > Belvolume als u het volume van de
beltoon wilt aanpassen.
Het uiterlijk van het
apparaat wijzigen
Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. >
Algemeen > Persoonlijk > Thema's als u het uiterlijk
van het scherm wilt aanpassen met bijvoorbeeld een
achtergrond en pictogrammen.
Selecteer Thema's > Algemeen als u een ander thema wilt
gebruiken voor alle toepassingen in het apparaat. Ga naar
de hoofdweergave en selecteer een toepassing als u het
thema van een bepaalde toepassing wilt wijzigen.
Selecteer Opties > Bekijken als u een thema wilt bekijken
voordat u dit activeert. Selecteer Opties > Instellen als
u het thema wilt activeren. Het actieve thema wordt
aangegeven met .
Thema's die zijn opgeslagen op een compatibele
geheugenkaart (indien geplaatst), worden aangegeven
met. De thema's op de geheugenkaart zijn niet
beschikbaar als de geheugenkaart zich niet in het apparaat
94
bevindt. Als u de thema's die op de geheugenkaart zijn
opgeslagen zonder de geheugenkaart wilt gebruiken,
moet u de thema's eerst opslaan in het geheugen van
het apparaat.
Selecteer Thema's > Menuweerg. als u de indeling van
het hoofdmenu wilt wijzigen.
Ga naar Algemeen of Menuweerg. en selecteer Thema's
downldn (netwerkdienst) als u een browserverbinding
wilt openen om meer thema's te downloaden.
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten
die u vertrouwt en die een adequate beveiliging
en bescherming tegen schadelijke software bieden.
U kunt de achtergrond en energiebesparing voor
het huidige thema bewerken. Selecteer Thema's >
Achtergrond als u de achtergrondafbeelding in het
scherm voor de actieve stand-by modus wilt wijzigen
of Spaarstand als u de energiebesparing wilt wijzigen
die wordt weergegeven in het scherm voor de actieve
stand-by modus. Zie ook ’Weergave’ op pag. 136 voor
meer informatie over het instellen van de time-out voor
de energiebesparing.
Actieve stand-by modus
In de actieve stand-by modus worden snelkoppelingen
naar toepassingen en gebeurtenissen in toepassingen
weergegeven, zoals de agenda en de speler.
Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. >
Algemeen > Persoonlijk > Standby-modus > Act.
standby als u de actieve stand-by modus wilt in- of
uitschakelen.
Ga naar een toepassing of
gebeurtenis en druk op .
Als de actieve stand-by
modus is ingeschakeld,
kunt u geen gebruik
maken van de
standaardsnelkoppelingen
voor de bladertoets die
beschikbaar zijn in deze
modus.
Druk op en selecteer
Instrumenten > Instell. >
Algemeen > Persoonlijk >
Standby-modus > Toep. actief standby als u de
standaardsnelkoppelingen van toepassingen wilt wijzigen.
Sommige snelkoppelingen zijn vast en kunnen niet worden
gewijzigd.
Het apparaat naar wens aanpassen
95
Tijdmanagement
Klok
Druk op en selecteer Toepass. > Klok. Selecteer
Opties > Nieuw snel alarm als u een nieuw, niet-
herhalend alarmsignaal wilt instellen. Druk op als
Tijdmanagement
u uw actieve en inactieve alarmsignalen wilt weergeven.
Selecteer Opties > Alarm instellen als u een nieuw
alarmsignaal wilt instellen. Als een alarmsignaal actief is,
wordt weergegeven.
Selecteer Stop als u het alarmsignaal wilt uitschakelen.
Selecteer Snooze als u het alarmsignaal gedurende vijf
minuten wilt stoppen.
Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken
terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het
apparaat zichzelf in en wordt het waarschuwingssignaal
afgespeeld. Als u Stop selecteert, wordt u gevraagd of u
het apparaat voor oproepen wilt activeren. Selecteer Nee
als u het apparaat wilt uitschakelen of Ja als u gesprekken
wilt voeren en oproepen wilt ontvangen. Selecteer Ja niet
wanneer het gebruik van draadloze telefoons storingen of
gevaar kan opleveren.
Selecteer Toepass. > Klok > Opties > Alarm verwijderen
als u een alarmsignaal wilt annuleren.
Tijd of Datum, Type klok, of Alarmtoon klok als u de
klokinstellingen wilt wijzigen.
Selecteer Tijd via netw.operator > Autom. aanpassen als
u wilt toestaan dat de tijd-, datum- en tijdzonegegevens
op het apparaat worden bijgewerkt door het netwerk van
de mobiele telefoon (netwerkdienst).
Wereldklok
Selecteer Klok en druk tweemaal op als u de weergave
Wereldklok wilt openen. In de weergave Wereldklok kunt
u de tijd in verschillende steden zien. Selecteer Opties >
Stad toevoegen als u steden wilt toevoegen aan de lijst.
U kunt maximaal 15 steden aan de lijst toevoegen.
Ga naar een stad en selecteer Opties > Instellen als
huidige stad als u uw huidige stad wilt instellen. De stad
wordt weergegeven in de beginweergave van de klok en de
tijd op het apparaat wordt aangepast aan de geselecteerde
stad. Controleer of de tijd juist is en overeenkomt met de
tijdzone.
Agenda
Druk op en selecteer Toepass. > Agenda. Selecteer
Opties > Nieuw item als u een nieuw agenda-item wilt
toevoegen. Maak vervolgens een keuze uit de volgende
opties:
1 Vergadering – Hiermee wordt u herinnerd aan
een afspraak op een specifieke datum en tijd.
Memo – Hiermee maakt u een algemeen item
voor een bepaalde dag.
Verjaardag- Hiermee maakt u een item voor
verjaardagen of andere speciale datums.
(De items worden elk jaar herhaald.)
Taak – Hiermee maakt u een item voor een taak die
op een specifieke datum moet worden uitgevoerd.
2 Vul de velden in.
Selecteer Signaal >
Aan en voer Tijd
signaal en Dag
signaal. in als
u een alarmsignaal
wilt instellen.
Selecteer Opties >
Beschrijving toevgn
als u een beschrijving
voor een item wilt
toevoegen.
3 Selecteer Gereed als u een item wilt opslaan.
Tip! Druk op een willekeurige toets ( – ) in
de dag-, week- of maandweergave. Een afspraak wordt
geopend en de ingevoerde tekens worden toegevoegd
aan het veld Onderwerp. In de weergave Taken wordt
een taak geopend.
Wanneer u een herinnering met een signaal krijgt voor een
item, kunt u het geluid uitschakelen door Stil te selecteren.
De tekst van de herinnering blijft op het scherm staan.
Selecteer Stop als u zowel de herinnering als het signaal
wilt uitschakelen. U kunt ook Snooze selecteren.
Met behulp van Nokia Nseries PC Suite kunt u uw agenda
synchroniseren met een compatibele pc. Stel de gewenste
optie voor Synchronisatie in wanneer u een agenda-item
maakt.
Agendaweergaven
Selecteer Opties > Instellingen als u de begindag van de
week wilt wijzigen of de weergave wilt wijzigen die wordt
getoond wanneer u de agenda opent.
Selecteer Opties > Ga naar datum als u naar een bepaalde
datum wilt gaan. Druk op als u naar de huidige datum
wilt gaan.
Druk op als u wilt schakelen tussen de maand-, week-,
dag- en taakweergave.
Tijdmanagement
97
Selecteer Opties > Zenden als u een agendanotitie naar
een compatibel apparaat wilt verzenden.
Als het apparaat niet compatibel is met UTC (Coordinated
Universal Time), worden de tijdgegevens van ontvangen
agenda-items mogelijk niet correct weergegeven.
Ga naar de maandweergave en selecteer Opties > Item
verwijderen > Items voor: of Alle items als u meer dan
één gebeurtenis tegelijkertijd wilt verwijderen.
Als u een taak als voltooid wilt markeren, ga dan naar
de taak in de taakweergave en selecteer Opties >
Markeer: volbracht.
98
Berichten
Druk op en selecteer Berichten (netwerkdienst).
Alleen compatibele apparaten die deze functie
ondersteunen, kunnen multimediaberichten ontvangen
en weergeven. De manier waarop een bericht wordt
weergegeven, kan verschillen, afhankelijk van het
ontvangende apparaat.
Selecteer Nieuw bericht als u een nieuw bericht
wilt maken.
Berichten bevat de volgende mappen:
Inbox – Deze map bevat ontvangen berichten,
behalve e-mails en infodienstberichten. E-mails worden
opgeslagen in de Mailbox.
Mijn mappen – Hierin kunt u berichten onderbrengen.
Tip! Met de teksten in de map voor sjablonen
voorkomt u dat u dezelfde tekst steeds opnieuw
moet typen. U kunt ook uw eigen sjablonen maken
en opslaan.
Mailbox – Maak verbinding met de externe mailbox
om nieuwe e-mails op te halen of eerder opgehaalde
e-mails offline te bekijken. Zie ’E-mail’ op pag. 107.
Ontwerpen – Deze map bevat conceptberichten,
die nog niet zijn verzonden.
Verzonden – Deze map bevat de laatste verzonden
berichten, behalve berichten die zijn verzonden via
een Bluetooth- of infraroodverbinding. Zie ’Overige
instellingen’ op pag. 110 als u meer of minder verzonden
berichten wilt opslaan.
Outbox – Berichten worden in de map Outbox
geplaatst als het apparaat zich buiten het dekkingsgebied
van het netwerk bevindt.
Rapporten – U kunt bij het netwerk een
leveringsrapport aanvragen voor de SMS-berichten
en multimediaberichten die u hebt verzonden
(netwerkdienst).
Selecteer Opties > Dienstopdracht in hoofdweergave
van Berichten als u dienstopdrachten (ook wel
USSD-opdrachten genoemd), zoals activeringsopdrachten
voor netwerkdiensten, wilt invoeren en verzenden naar
de aanbieder.
Met Infodienst (netwerkdienst) kunt u berichten
ontvangen over verschillende onderwerpen, zoals het
weer of het verkeer. Informeer bij de serviceprovider
naar de beschikbare items en hun nummers. Ga naar
de hoofdweergave van Berichten en selecteer Opties >
Infodienst.
Berichten
99
U kunt geen infodienstberichten ontvangen in een
UMTS-netwerk. Ook bij een pakketgegevensverbinding
kunt u mogelijk geen infodienstberichten ontvangen.
Berichten
Tekst invoeren
Met ABC, abc en Abc wordt de geselecteerde tekenmodus
aangegeven. Met 123 wordt de cijfermodus aangegeven.
Houd ingedrukt als u wilt schakelen tussen letters
en cijfers. Druk op als u wilt schakelen tussen de
verschillende tekenmodi.
Houd de toets met het gewenste cijfer ingedrukt als u in de
lettermodus een cijfer wilt invoegen.
wordt weergegeven wanneer u tekst invoert via de
gewone tekstinvoer en wanneer u tekst typt met
tekstvoorspelling.
Met tekstvoorspelling kunt u iedere letter invoeren
door slechts eenmaal op de betreffende toets drukken.
Tekstvoorspelling is gebaseerd op een ingebouwde
woordenlijst die u zelf kunt uitbreiden.
Druk op en selecteer Tekstvoorspell. activeren als
u tekstvoorspelling wilt inschakelen.
Tip! Druk twee keer kort op als
u tekstvoorspelling wilt in- of uitschakelen.
Tekst en lijsten bewerken
• Ga naar een item in een lijst en druk tegelijkertijd
op en als u het item wilt selecteren.
• Houd ingedrukt en druk tegelijkertijd op of
als u meerdere items in een lijst wilt markeren. Laat
achtereenvolgens en los als u de selectie wilt
beëindigen.
• Houd ingedrukt en druk op of als u tekst
wilt selecteren zodat u deze kunt kopiëren en plakken.
Houd ingedrukt en selecteer Kopiëren als u de
tekst naar het klembord wilt kopiëren. Houd
ingedrukt en selecteer Plakken als u de tekst in een
document wilt invoegen.
Berichten invoeren en verzenden
Voordat u een multimediabericht of e-mail kunt
maken, moet de verbinding juist zijn ingesteld.
Zie ’E-mailinstellingen’ op pag. 103 en ’E-mail’
op pag. 107.
Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten
limiteren Als de omvang van de ingevoegde afbeelding de
limiet overschrijdt, kan de afbeelding door het apparaat
worden verkleind zodat deze via MMS kan worden
verzonden.
100
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.