Nokia N95 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding Nokia N95 8GB
Uitgave 4
CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-320 in overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Nokia, Nokia Connecting People, Nseries, N95, N-Gage, Visual Radio en Nokia Care zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
Ltd.
This product includes software licensed from Symbian Software Ltd © 1998-2008. Symbian and Symbian OS are trademarks of Symbian
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright © 1997-2008. Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
Java and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.
Portions of the Nokia Maps software are copyright © 1996-2008 The FreeType Project. All rights reserved.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provid ed by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional inf ormation, including that related to promotional, internal, and commercial uses, may be obtained from MPEG LA, LLC. See http://www.mpegla.com.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEV OLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
Toepassingen van derden die bij uw apparaat geleverd worden, kunnen gemaakt zijn door en in eigendom zijn van personen en entiteiten die geen relatie of verband met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de auteursrechten of de intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig draagt Nokia geen verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de functionaliteit van deze toepassingen of de informatie in deze toepassingen of het materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden.
MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DIT VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT . U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT) GARANTIES BETREFFENDE TITEL, VERKOOPBAARHEID, GESCHIK THEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKEN OP OCTROOIEN, AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN VAN DERDEN.
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia­leverancier voor details en de beschikbaarheid van taalopties.
Exportbepalingen Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
MEDEDELING FCC/INDUSTRIE CANADA Dit apparaat kan TV- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van de ontvangapparatuur een telefoon gebruikt). De FCC (Federal Communications Commision) of Industry Canada kunnen u vragen uw telefoon niet langer te gebruiken als deze storingen niet kunnen worden verholpen. Neem contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat veroorzaakt geen schadelijke storingen, en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf die een ongewenste werking tot gevolg goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen.
hebben accepteren. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn
/Uitgave 4

Inhoudsopgave

Voor uw veiligheid ....................................10
Over dit apparaat..........................................................11
Netwerkdiensten...........................................................12
Toebehoren, batterijen en laders................................13
Verbinding maken.....................................14
Inhoudsopgave
Nuttige informatie.....................................15
Help.................................................................................15
Aan de slag....................................................................15
Nokia-ondersteuning en contactgegevens................15
Aanvullende toepassingen...........................................15
Software-updates..........................................................16
Instellingen....................................................................16
Toegangscodes..............................................................16
Levensduur van de batterij verlengen........................17
Geheugen vrijmaken.....................................................18
Het apparaat..............................................20
Welkom..........................................................................20
Overdracht.....................................................................20
Inhoud overbrengen..................................................20
Inhoud synchroniseren, ophalen of
verzenden...................................................................21
Schermsymbolen...........................................................22
Volume- en luidsprekerregeling..................................24
Het toetsenblok vergrendelen.....................................24
Het profiel Offline..........................................................24
Multimediamenu...........................................................25
Snel downloaden..........................................................26
Webbrowser..............................................27
Op internet surfen.........................................................27
Werkbalk in de browser...............................................29
Navigeren over pagina's...............................................29
Webfeeds en blogs........................................................30
Widgets..........................................................................30
Inhoud zoeken..............................................................30
Items downloaden en aanschaffen.............................30
Bookmarks.....................................................................31
De cache wissen............................................................32
De verbinding verbreken..............................................32
Beveiliging van de verbinding.....................................32
Webinstellingen............................................................33
Verbindingen.............................................35
WLAN..............................................................................35
WLAN...........................................................................35
WLAN-verbindingen...................................................35
De WLAN-wizard.........................................................36
WLAN-internettoegangspunten................................37
Bedieningsmodi.........................................................37
Verbindingsbeheer.......................................................37
Actieve gegevensverbindingen.................................37
Beschikbare WLAN-netwerken..................................38
Bluetooth-connectiviteit..............................................38
Bluetooth-connectiviteit...........................................38
Instellingen.................................................................39
Beveiligingstips..........................................................39
Gegevens verzenden met behulp van Bluetooth-
connectiviteit..............................................................40
Apparaten koppelen..................................................40
Gegevens ontvangen met behulp van Bluetooth-
connectiviteit..............................................................41
Externe SIM-modus....................................................41
Infrarood........................................................................42
USB..................................................................................43
Pc-verbindingen............................................................43
Draadloos Nokia-toetsenbord......................................43
Modem ..........................................................................44
Nokia Videocentrum..................................45
Video's zoeken en weergeven.....................................45
Internetvideo's..............................................................46
Gedownloade video's afspelen....................................46
Video's overbrengen van uw pc..................................47
Instellingen....................................................................47
N-Gage........................................................49
Informatie over N-Gage................................................49
N-Gage-weergaven.......................................................49
Aan de slag....................................................................50
Een spelersnaam maken............................................50
Een game starten.......................................................51
Uw voortgang volgen................................................51
Spelen met vrienden..................................................51
Games spelen en beheren............................................51
Profielgegevens bewerken..........................................52
Verbinding maken met andere spelers.......................52
Vrienden zoeken en toevoegen................................53
Gegevens over vrienden weergeven........................53
De vriendenlijst sorteren...........................................53
Een speler beoordelen...............................................53
Berichten verzenden..................................................53
N-Gage-instellingen......................................................54
Muziekmap.................................................55
Muziekspeler..................................................................55
Een liedje of podcast-episode afspelen...................55
Muziekmenu...............................................................56
Playlists.......................................................................57
Podcasts......................................................................57
Eigen netwerk met music player..............................58
Muziek overbrengen naar uw apparaat...................58
Muziek overbrengen vanaf de pc...........................59
Muziek overbrengen met Windows Media
Player........................................................................59
Nokia Muziekwinkel......................................................60
Radio..............................................................................61
Naar de radio luisteren..............................................61
Visuele inhoud weergeven........................................62
Opgeslagen zenders...................................................62
Instellingen.................................................................62
Nokia Podcasting .........................................................63
Instellingen.................................................................63
Zoeken.........................................................................64
Mappen........................................................................65
Downloaden................................................................65
Podcasts afspelen en beheren..................................66
Mediamap..................................................68
RealPlayer .....................................................................68
Videoclips afspelen....................................................68
Streaming inhoud afspelen.......................................68
Instellingen voor RealPlayer.....................................69
Adobe Flash Player .......................................................69
Nokia Lifeblog ..............................................................69
Informatie over Nokia Lifeblog.................................69
Installatie op de pc.....................................................70
Het apparaat aansluiten op de pc............................70
Inhoudsopgave
Items kopiëren...........................................................71
Bladeren door de tijdbalk en favorieten..................71
Posten naar het web..................................................71
Items importeren.......................................................72
Activeringssleutels........................................................73
Dictafoon .......................................................................74
Camera.......................................................75
Informatie over de camera..........................................75
Foto's maken.................................................................75
Inhoudsopgave
Symbolen van de fotocamera...................................75
Actieve werkbalk........................................................76
Foto's maken..............................................................77
Na het maken van een foto.......................................78
Flitser...........................................................................79
Scènes..........................................................................79
Een reeks foto's maken..............................................80
Zelf op de foto met de zelfontspanner....................80
Tips voor het maken van goede foto's.....................81
Video-opname...............................................................82
Symbolen voor video-opnamen...............................82
Video's opnemen........................................................83
Na het opnemen van een video................................84
Camera-instellingen......................................................84
Instellingen van fotocamera aanpassen..................84
Standaardinstellingen - kleur en belichting
aanpassen...................................................................85
Video-instellingen......................................................86
Galerij.........................................................88
Bestanden weergeven en organiseren.......................88
Afbeeldingen en videoclips..........................................88
Afbeeldingen en video's weergeven........................88
Afbeeldingen en video's organiseren......................89
Actieve werkbalk........................................................90
Albums.........................................................................90
Print basket.................................................................91
Diavoorstelling...........................................................91
Afbeeldingen bewerken...............................................92
Afbeeldingseditor.......................................................92
Afbeeldingen bijsnijden............................................92
Rode ogen reduceren.................................................93
Handige sneltoetsen..................................................93
Video's bewerken..........................................................93
TV out-modus................................................................93
Presentaties...................................................................95
Afbeeldingen afdrukken...............................................95
Afbeeldingen afdrukken............................................95
Printer selecteren....................................................95
Afdrukvoorbeeld......................................................96
Afdrukinstellingen...................................................96
PrintOnline..................................................................96
Afbeeldingen en video's online delen.........................96
Eigen netwerk...............................................................97
Informatie over het eigen netwerk..........................97
Belangrijke informatie over beveiliging..................98
Instellingen voor eigen netwerk..............................98
Delen inschakelen en inhoud definiëren.................99
Mediabestanden weergeven en delen...................100
Mediabestanden kopiëren......................................101
Positionering (GPS)..................................102
Informatie over GPS....................................................102
GPS-ontvanger.............................................................103
Tips voor het maken van een GPS-verbinding.........103
Positieaanvragen........................................................104
Kaarten.........................................................................104
Informatie over Kaarten..........................................104
Schuiven over kaarten.............................................106
Kaarten downloaden...............................................107
Een plaats zoeken....................................................108
Extra diensten voor Kaarten...................................109
Navigatie................................................................110
Verkeersinformatie...............................................111
Gidsen.....................................................................112
Plaatsen.......................................................................112
GPS-gegevens..............................................................113
Route-instructies......................................................113
Positiegegevens ophalen........................................114
Tripmeter..................................................................114
Het apparaat personaliseren...................115
Thema's........................................................................115
Profielen - tonen instellen.........................................115
3D-tonen......................................................................116
Stand-by modus wijzigen..........................................117
Het hoofdmenu aanpassen........................................117
Tijdmanagement.....................................118
Klok ..............................................................................118
Wekker......................................................................118
Wereldklok................................................................118
Agenda.........................................................................119
Een agenda-item maken.........................................119
Agendaweergaven...................................................120
Agenda-items beheren............................................120
Tips voor tekstinv.....................................................123
De invoertaal wijzigen.............................................123
Tekst en lijsten bewerken.......................................124
Berichten invoeren en verzenden.............................124
Inbox met ontvangen berichten...............................126
Berichten ontvangen...............................................126
Multimediaberichten...............................................126
Gegevens, instellingen en
webdienstberichten.................................................127
Mailbox.........................................................................127
E-mailinstellingen definiëren.................................127
De mailbox openen..................................................127
E-mails ophalen........................................................128
E-mail verwijderen...................................................128
De verbinding met de mailbox verbreken.............129
Berichten op een SIM-kaart bekijken........................129
Instellingen voor berichten.......................................129
Instellingen voor SMS-berichten.............................130
Instellingen voor multimediaberichten.................130
E-mailinstellingen....................................................131
Mailboxen beheren...............................................131
Verbindingsinstellingen.......................................132
Gebruikersinstellingen..........................................132
Instellingen voor ophalen van e-mail.................133
Automatisch ophalen instellen............................133
Instellingen voor webdienstberichten..................134
Instellingen voor infodiensten...............................134
Overige instellingen.................................................134
Inhoudsopgave
Berichten..................................................121
Berichten, hoofdweergave.........................................121
Tekst invoeren.............................................................122
Traditionele tekstinvoer..........................................122
Tekstvoorspelling.....................................................122
Oproepen plaatsen...................................135
Spraakoproepen..........................................................135
Opties tijdens een oproep..........................................135
Spraak- en videomailb................................................136
Een oproep beantwoorden of weigeren..................136
Een conferentiegesprek voeren.................................137
Bellen met snelkeuze..................................................137
Oproep in wachtstand................................................138
Spraakoproepen..........................................................138
Een video-oproep plaatsen........................................139
Opties tijdens een videogesprek...............................140
Een video-oproep beantwoorden of weigeren.......140
Video delen..................................................................141
Vereisten...................................................................141
Instellingen...............................................................142
Inhoudsopgave
Live videobeelden en videoclips delen..................142
Een uitnodiging accepteren....................................143
Internetoproepen.......................................................144
Een internetgespreksprofiel maken.......................144
Verbinding maken met de
internetgespreksdienst...........................................145
Internetoproepen plaatsen ....................................146
Instellingen voor diensten......................................146
Logboek.......................................................................147
Recente oproepen....................................................147
Gespreksduur............................................................147
Packet-gegevens......................................................148
Alle communicatiegebeurtenissen
controleren...............................................................148
Contacten (adressenlijst).........................150
Namen en nummers opslaan en bewerken.............150
Namen en nummers beheren....................................150
Standaardnummers en -adressen.............................151
Beltonen toevoegen voor contacten.........................151
Contacten kopiëren.....................................................151
SIM-telefoonboek en andere SIM-diensten..............152
Contactgroepen beheren...........................................152
Kantoormap.............................................154
Quickoffice...................................................................154
Quickword.................................................................154
Quicksheet................................................................154
Quickpoint.................................................................155
Quickmanager..........................................................155
Notities.........................................................................155
Adobe PDF Reader.......................................................155
Omrekenen..................................................................156
Zipmanager.................................................................156
Barcodelezer ...............................................................156
Map Toepassingen...................................158
Rekenmachine ............................................................158
Toepassingsbeheer.....................................................158
Toepassingen en software installeren ..................159
Toepassingen en software verwijderen................160
Instellingen...............................................................161
Map Instrumenten...................................162
Bestandsbeheer..........................................................162
Massageheugen..........................................................162
Spraakopdrachten.......................................................163
Synchronisatie.............................................................164
Apparaatbeheer..........................................................164
Instellingen..............................................166
Algemene instellingen...............................................166
Persoonlijke instellingen.........................................166
Instellingen voor toebehoren.................................167
Beveiligingsinstellingen..........................................168
Telefoon en SIM.....................................................168
Certificaatbeheer...................................................169
Beveiligingsmodule..............................................171
Oorspronkelijke instellingen herstellen.................171
Instellingen voor positionering..............................171
Telefooninstellingen...................................................172
Oproepinstellingen..................................................172
Oproepen doorschakelen........................................173
Oproepblokkering....................................................173
Netwerkinstellingen................................................174
Verbindingsinstellingen.............................................175
Gegevensverbindingen en toegangspunten.........175
Toegangspunten......................................................175
Een nieuw toegangspunt maken.........................175
Toegangspunten voor packet-gegevens............176
WLAN-internettoegangspunten...........................177
Instellingen voor packet-gegevens........................178
WLAN-instellingen....................................................179
SIP-instellingen........................................................179
Instellingen voor internetoproepen......................179
Configuraties............................................................179
Naamcontrole toegangspunt..................................180
Instellingen voor toepassingen.................................180
Problemen oplossen................................181
Informatie over de batterij......................185
Opladen en ontladen..................................................185
Richtlijnen voor het controleren van de echtheid van
Nokia-batterijen..........................................................186
De echtheid van het hologram controleren..........186
Wat als de batterij niet origineel is?......................187
Behandeling en onderhoud.....................188
Verwijdering................................................................189
Kleine kinderen...........................................................190
Gebruiksomgeving......................................................190
Medische apparatuur..................................................190
Geïmplanteerde medische apparatuur..................191
Gehoorapparaten.....................................................191
Voertuigen...................................................................191
Explosiegevaarlijke omgevingen..............................192
Alarmnummer kiezen.................................................192
Informatie over certificatie (SAR)..............................193
Inhoudsopgave
Index........................................................195
Aanvullende veiligheidsinformatie.........190

Voor uw veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET
Voor uw veiligheid
10
VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik het apparaat niet in een benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik het apparaat niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de posities zoals deze in de productdocumentatie worden uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoonfunctie van het apparaat ingeschakeld en operationeel is. Dr uk z o vaak als nod ig i s op de end -to ets om het scherm leeg te maken en terug te keren naar de stand-by modus. Voer het alarmnummer in en druk op de beltoets. Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het
gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.

Over dit apparaat

Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik op de (E)GSM­netwerken 850, 900, 1800 en 1900 en op de UMTS­netwerken 900 en 2100. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en eerbiedig lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechtbeschermingsmaatregelen kunnen verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd.
Dit apparaat ondersteunt internetverbindingen en andere verbindingsmethoden. Net als computers kan uw apparaat blootstaan aan virussen, schadelijke boodschappen en toepassingen, en andere schadelijke inhoud. Wees voorzichtig en open boodschappen, accepteer verbindingsverzoeken, download content en accepteer installaties alleen van betrouwbare bronnen. Overweeg de installatie van antivirussoftware met een periodieke updateservice en het gebruik van een firewall en andere relevante
Voor uw veiligheid
11
software op uw apparaat om de beveiliging van de apparaten te vergroten.
De afbeeldingen in deze handleiding kunnen verschillen van die op het display van uw apparaat.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de wekker, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijke functies van Microsoft Word, PowerPoint en Excel
Voor uw veiligheid
(Microsoft Office 2000, XP en 2003). Niet alle bestandsindelingen kunnen worden bekeken of gewijzigd.
Tijdens intensief gebruik, zoals bij een actieve sessie waarin video's worden gedeeld of bij een snelle gegevensverbinding, kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Als u vermoedt dat het apparaat niet goed werkt, breng het dan naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
Mogelijk bevat het apparaat vooraf geïnstalleerde bookmarks en koppelingen voor websites van derden. U kunt websites van derden ook bezoeken vanaf uw apparaat. Nokia is niet gelieerd aan websites van derden. Nokia ondersteunt deze sites niet en draagt er geen aansprakelijkheid voor. Als u ervoor kiest om dergelijke websites te bezoeken, dient u voorzorgsmaatregelen voor beveiliging of inhoud te treffen.
12

Netwerkdiensten

Als u de telefoon wilt gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een provider van een draadloze verbindingsdienst. Veel van de functies vereisen speciale netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook netwerken waar u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat u gebuik kunt maken van de netwerkdiensten. Uw serviceprovider kan u instructies geven en uitleggen hoeveel het kost. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider heeft verzocht om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw appara at. In da t geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook beschikken over een speciale configuratie, zoals veranderingen in menunamen, menuvolgorde en pictogrammen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Sommige functies van dit apparaat, zoals MMS, surfen en e-mail,
vereisen netwerkondersteuning voor deze technologieën.

Toebehoren, batterijen en laders

Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een lader van het type DC-4, AC-4 of AC-5, of met een lader van het type AC-1, ACP-8, ACP-9, ACP-12 of LCH-12 als de lader wordt gebruikt met de laderadapter CA-44.
Het exacte modelnummer van de oplader kan afhankelijk zijn van het type aansluiting. De stekkervariant wordt door een van de volgende codes aangegeven: E, EB, X, AR, U, A, C of UB.
De batterij die voor gebruik met dit apparaat is bedoeld, is BL-6F.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen,
laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
Voor uw veiligheid
13

Verbinding maken

Verbinding maken
14
De Nokia N95 8GB ondersteunt de volgende verbindingsmethoden:
2G- en 3G-netwerken
Bluetooth-connectiviteit: om bestanden over te
brengen en verbinding te maken met compatibele uitbreidingen.
connectiviteit', p. 38.
Nokia AV-aansluiting (3,5 mm): om verbinding te
maken met compatibele hoofdtelefoons, televisies of stereosets.
modus', p. 93.
Gegevenskabel: om verbinding te maken met
compatibele apparaten zoals printers en pc's.
'USB', p. 43.
WLAN: om verbinding te maken met apparaten
die WLAN gebruiken.
Infrarood: om gegevens over te dragen en te
synchroniseren tussen compatibele aparaten.
' Infrarood', p. 42.
GPS: om verbinding te maken met GPS-
satellieten en uw locatie te bepalen.
'Positionering (GPS)', p. 102.
Zie 'Bluetooth-
Zie 'TV out-
Zie
Zie 'WLAN', p. 35.
Zie
Zie

Nuttige informatie

Modelnummer: N95-2 Hierna aangeduid als Nokia N95 8GB.

Help

Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help. Selecteer Opties > Help als u vanuit een geopende toepassing de Help voor de huidige weergave wilt openen.
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar de toepassing die op de achtergrond geopend is door houden.
Selecteer Instrumenten > Hulpprogr. > Help als u de Help wilt openen vanuit het hoofdmenu. Selecteer de gewenste toepassing om de bijbehorende helponderwerpen te bekijken.
ingedrukt te

Aan de slag

Zie de handleiding Aan de slag voor informatie over toetsen en onderdelen, instructies voor het instellen van het apparaat en andere essentiële informatie.

Nokia-ondersteuning en contactgegevens

Ga naar www.nseries.com/support of de lokale Nokia-website voor de meest recente handleidingen, aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokia-product.
Zoek in de lijst met lokale contactcentrums van Nokia Care op www.nokia.com/customerservice wanneer u contact wilt opnemen met de klantenservice.
Raadpleeg voor onderhoud het dichtstbijzijnde Nokia Care-centrum op www.nokia.com/repair.

Aanvullende toepassingen

Dankzij tal van toepassingen van Nokia en andere softwareontwikkelaars kunt u optimaal gebruik maken van alle mogelijkheden van het apparaat. Deze toepassingen worden nader toegelicht in de handleidingen die beschikbaar zijn op de pagina's voor productondersteuning op www.nseries.com/ support of uw lokale Nokia-website.
Nuttige informatie
15

Software-updates

Nokia kan software-updates vrijgeven die nieuwe mogelijkheden, uitgebreidere functies of verbeterde prestaties bieden. U kunt deze updates aanvragen via de pc-toepassing Nokia Software Updater. Als u de software op het apparaat wilt bijwerken, hebt u de toepassing Nokia Software Updater nodig en een compatibele pc met Microsoft Windows 2000, XP of Vista, breedband
Nuttige informatie
internettoegang en een compatibele datakabel voor de verbinding tussen het apparaat en de pc.
Bezoek www.nokia.com/softwareupdate of uw lokale Nokia-website als u meer informatie wilt en de toepassing Nokia Software Updater wilt downloaden.
Tip: Voer in de stand by modus *#0000# in als u wilt weten welke softwareversie er op het apparaat is geïnstalleerd.

Instellingen

In het apparaat zijn instellingen voor mobiel internet en MMS-, GPRS- en streaming-instellingen doorgaans automatisch geconfigureerd op basis van de gegevens van de netwerkexploitant. De instellingen van uw serviceproviders zijn mogelijk al op het apparaat geïnstalleerd of u kunt de
16
instellingen van de netwerkexploitanten ontvangen of aanvragen als speciaal bericht.
U kunt de algemene instellingen van het apparaat wijzigen voor bijvoorbeeld taal, stand-by modus, weergave en toetsenblokvergrendeling.
'Algemene instellingen', p. 166.
Zie

Toegangscodes

Neem contact op met uw serviceprovider als u een van de toegangscodes bent vergeten.
PIN-code (Personal Identification
Number) — Deze code beschermt uw SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik. De PIN-code (4 tot 8 cijfers) wordt gewoonlijk bij de SIM-kaart geleverd. Als u de PIN-code driemaal achter elkaar foutief invoert, wordt de code geblokkeerd. U hebt de PUK-code nodig om deze blokkering op te heffen.
UPIN-code — Deze code wordt mogelijk geleverd
bij de USIM-kaart. De USIM-kaart is een uitgebreide versie van de SIM-kaart die wordt ondersteund door mobiele UMTS-telefoons.
PIN2-code — Deze code (vier tot acht cijfers)
wordt bij sommige SIM-kaarten geleverd en verschaft u toegang tot bepaalde functies op het apparaat.
Blokkeringscode (ook wel beveiligingscode
genoemd) — Met deze code (vijf cijfers) kunt u
het apparaat blokkeren om ongeoorloofd gebruik te voorkomen. De fabrieksinstelling voor de blokkeringscode is 12345. Verander de blokkeringscode om ongeoorloofd gebruik van het apparaat te voorkomen. Houd de nieuwe code geheim en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij het apparaat). Probeer slechts eenmaal de code in te voeren als u de code bent vergeten. Als de code die u hebt ingevoerd, niet correct is, neemt u contact op met een Nokia Care-centrum of uw serviceprovider voor verdere instucties.
PUK- (Personal Unblocking Key) en PUK2-
code — Deze codes (acht cijfers) zijn vereist om respectievelijk een geblokkeerde PIN- of PIN2­code te wijzigen. Neem contact op met de operator van uw SIM-kaart als de codes niet bij de SIM-kaart zijn geleverd.
UPUK-code — Deze code (acht cijfers) is vereist
voor het wijzigen van een geblokkeerde UPIN­code. Neem contact op met de operator van uw USIM-kaart als deze code niet bij de USIM-kaart is geleverd.

Levensduur van de batterij verlengen

Veel functies van het apparaat vergen extra batterijcapaciteit en verkorten de levensduur van
de batterij. Houd rekening met het volgende als u de batterij wilt sparen:
Als functies Bluetooth-technologie gebruiken of
als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit. Als u de bedrijfsduur van het apparaat wilt verlengen, schakelt u de Bluetooth-technologie uit wanneer u deze niet nodig hebt.
Als functies WLAN gebruiken of als dergelijke
functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit. WLAN op het Nokia-apparaat wordt uitgeschakeld wanneer u niet probeert om verbinding te maken, geen verbinding hebt met een ander toegangspunt of niet aan het zoeken bent naar beschikbare netwerken. Als u de batterij wilt sparen, kunt u aangeven dat er niet of minder vaak moet worden gezocht naar beschikbare netwerken op de achtergrond. WLAN wordt uitgeschakeld tussen scans op de achtergrond.
Zoeken naar netwerken is ingesteld op Nooit,
wordt het pictogram voor de beschikbaarheid van een WLAN niet weergegeven in de stand-by modus. U kunt echter nog steeds handmatig zoeken naar beschikbare WLAN's en hiermee normaal verbinding maken.
Zie 'WLAN', p. 35. Wanneer
Nuttige informatie
17
Als u Packet-ggvnsverb. hebt ingesteld op
Autom. bij signaal in de
verbindingsinstellingen en er geen dekking voor een packet-gegevensverbinding (GPRS) is, probeert het apparaat van tijd tot tijd een packet-gegevensverbinding tot stand te brengen, hetgeen extra batterijcapaciteit vergt. Selecteer Packet-ggvnsverb. > Wanneer
nodig om de bedrijfsduur van het apparaat te
verlengen.
Nuttige informatie
Met de toepassing Kaarten worden nieuwe
kaartgegevens gedownload als u naar nieuwe gedeelten van de kaart bladert. Dit vergt extra batterijcapaciteit. U kunt voorkomen dat nieuwe kaarten automatisch worden gedownload.
'Kaarten', p. 104.
Als de signaalsterkte van het mobiele netwerk
erg varieert in uw gebied, moet het apparaat herhaaldelijk zoeken naar het beschikbare netwerk. Dit vergt extra batterijcapaciteit.
Als de netwerkmodus is ingesteld op Dual mode in de netwerkinstellingen, zoekt het apparaat naar het UMTS-netwerk. Als dit niet beschikbaar is, gebruikt het apparaat het beschikbare GSM-
18
netwerk. Druk op
Instrumenten > Instell. > Telefoon > Netwerk > Netwerkmodus > GSM als u alleen
het GSM-netwerk wilt gebruiken.
en selecteer
De achtergrondverlichting van het scherm vergt
extra batterijcapaciteit. Druk op
Instrumenten > Instell. > Algemeen > Persoonlijk > Weergave > Time-out verlichting om de time-out te wijzigen, waarna
de achtergrondverlichting wordt uitgeschakeld. Selecteer Lichtsensor als u de lichtsensor wilt aanpassen waarmee de hoeveelheid licht wordt gecontroleerd en als u de helderheid van het scherm wilt aanpassen.
Als toepassingen op de achtergrond worden
uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit. Als u alle toepassingen wilt sluiten die u niet
Zie
gebruikt, houdt u de toepassing in de lijst. Vervolgens drukt u op C.
Music Player wordt niet afgesloten als u op C drukt. Selecteer Music Player in de lijst en selecteer Opties > Afsluiten als u de toepassing wilt sluiten.
ingedrukt en bladert u naar

Geheugen vrijmaken

Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen om gegevens op te slaan. U krijgt een melding als het apparaatgeheugen bijna vol is.
Druk op
Best.beh. > Opties > Gegevens geheugen als u
wilt bekijken welke gegevenstypen het apparaat
en selecteer Instrumenten >
en selecteer
bevat en hoeveel geheugen wordt gebruikt door de verschillende gegevenstypen. Bij Vrij geheugen kunt u de hoeveelheid beschikbaar geheugen zien.
Breng gegevens over naar een compatibele pc als u apparaatgeheugen wilt vrijmaken.
Als u gegevens wilt verwijderen om geheugen vrij te maken, gebruikt u Bestandsbeheer om bestanden te verwijderen die u niet meer nodig hebt of gaat u naar de betreffende toepassing. U kunt de volgende elementen verwijderen:
E-mails in de mappen in Berichten en e-mails die
uit de mailbox zijn opgehaald
Opgeslagen webpagina's
Contactgegevens
Agendanotities
Toepassingen in Toepassingsbeheer die u niet
nodig hebt
Installatiebestanden (.sis of .sisx) van
toepassingen die u hebt geïnstalleerd op het apparaat.
Afbeeldingen en videoclips in Galerij. Maak een
back-up van de bestanden op een compatibele pc met behulp van Nokia Nseries PC Suite.
Als u meerdere items wilt verwijderen en u ziet een van de volgende meldingen, verwijder de items dan één voor één, te beginnen met het kleinste item:
Onvoldoende geheugen voor bewerking.
Wis eerst enkele gegevens.
Geheugen bijna vol. Verwijder gegevens uit
het telefoongeheugen.
Nuttige informatie
19

Het apparaat

Welkom

Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt,
Het apparaat
wordt de welkomsttoepassing weergegeven. Maak een keuze uit de volgende opties:
Inst.wizard — Hiermee configureert u diverse
instellingen, zoals e-mail. Raadpleeg de handleidingen op de productondersteuningspagina's van Nokia of op uw lokale Nokia-website voor meer informatie over de instellingswizard.
Overdracht — Hiermee brengt u inhoud, zoals
contacten en agenda-items, over vanaf een compatibel Nokia-apparaat.
overbrengen', p. 20.
De welkomsttoepassing kan ook een demonstratie van uw apparaat bevatten.
Als u de welkomsttoepassing later wilt openen, drukt u op
Hulpprogr. > Welkom. U kunt ook de
afzonderlijke toepassingen openen via de betreffende menuopties.
20
en selecteert u Instrumenten >
Zie 'Inhoud

Overdracht

Inhoud overbrengen

Met de toepassing Overdracht kunt u inhoud, zoals contacten, van het ene naar het andere compatibele Nokia-apparaat overbrengen via Bluetooth of een infraroodverbinding.
Het type inhoud dat kan worden overgedragen, hangt af van het model van het apparaat waaruit u de inhoud wilt overbrengen. Als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt u de gegevens tussen het andere apparaat en uw apparaat ook synchroniseren. Er wordt een bericht weergegeven als het andere apparaat niet compatibel is.
Als het andere apparaat alleen met een SIM-kaart kan worden ingeschakeld, kunt u deze plaatsen. Wanneer uw apparaat wordt ingeschakeld zonder SIM-kaart, wordt automatisch het profiel Offline geactiveerd.
Inhoud overbrengen
1. Selecteer Overdracht in de
welkomsttoepassing of druk op
Instrumenten > Hulpprogr. > Overdracht
en selecteer
wanneer u voor het eerst gegevens van het andere apparaat wilt ophalen naar uw apparaat.
2. Selecteer het verbindingstype dat u wilt
gebruiken om de gegevens over te brengen. Beide apparaten moeten het geselecteerde verbindingstype ondersteunen.
3. Ga als volgt te werk als u een Bluetooth-
verbinding gebruikt: selecteer Doorgaan als u met uw apparaat wilt zoeken naar andere apparaten met Bluetooth. Selecteer het apparaat waaruit u inhoud wilt overbrengen. U wordt gevraagd een code in te voeren op uw apparaat. Voer een code in (1-16 cijfers) en selecteer OK. Voer dezelfde code ook in op het andere apparaat en selecteer OK. De apparaten zijn nu gekoppeld.
koppelen', p. 40.
Bij sommige apparaatmodellen wordt de toepassing Overdracht als bericht naar het andere apparaat verzonden. Open het bericht om de toepassing Overdracht te installeren op het andere apparaat en volg de instructies op het display.
Sluit de twee apparaten aan als u een infraroodverbinding gebruikt.
Infrarood', p. 42.
4. Selecteer vanaf uw apparaat de inhoud die u
vanaf het andere apparaat wilt overbrengen.
Zie 'Apparaten
Zie '
Wanneer de overdracht is gestart, kunt u deze annuleren en later verder gaan.
De tijd die benodigd is voor de overdracht, is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens.
De inhoud wordt overgedragen vanuit het geheugen van het andere apparaat naar de overeenkomstige locatie op uw apparaat.

Inhoud synchroniseren, ophalen of verzenden

Selecteer na de eerste bestandsoverdracht een van de volgende opties om een nieuwe overdracht te starten, afhankelijk van het model van het andere apparaat:
om de inhoud tussen uw apparaat en het andere apparaat te synchroniseren, als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt. De synchronisatie verloopt in twee richtingen. Als een item op het ene apparaat is verwijderd, wordt het ook op het andere verwijderd. U kunt verwijderde items niet terugzetten via een synchronisatie.
om informatie van het andere apparaat naar uw apparaat te halen. Bij het ophalen worden gegevens van het andere apparaat naar uw apparaat gedownload. U wordt mogelijk gevraagd om de oorspronkelijke gegevens op het andere apparaat te houden of te verwijderen, afhankelijk van het model van het apparaat.
Het apparaat
21
om gegevens van uw apparaat naar het andere
apparaat te verzenden Als Overdracht een item niet kan overdragen,
afhankelijk van het type van het andere apparaat, kunt u het item toevoegen aan de Nokia-map (E: \Data\Nokia of E:\Data\Nokia) en vanuit die map overbrengen. Wanneer u de map selecteert
Het apparaat
waarnaar een item moet worden overgebracht, worden de items in de bijbehorende map in het andere apparaat gesynchroniseerd, en omgekeerd.
Een overdracht herhalen met een snelkoppeling
Na een gegevensoverdracht kunt u een snelkoppeling met de instellingen voor de overdracht in de hoofdweergave opslaan om dezelfde overdracht later te herhalen.
Blader naar een snelkoppeling en selecteer
Opties > Snelkoppellingsinstllngn om de
snelkoppeling te bewerken. U kunt de snelkoppeling bijvoorbeeld een naam geven of deze naam wijzigen.
Na elke overdracht wordt een overdrachtslogbestand weergegeven. Blader naar een snelkoppeling in de hoofdweergave en selecteer Opties > Log bekijken om het logbestand van een vorige overdracht te bekijken.
22
Omgaan met overdrachtsconflicten
Wanneer een item dat moet worden overgebracht op beide apparaten is bewerkt, probeert het apparaat de wijzigingen automatisch samen te voegen. Wanneer dit niet mogelijk is, is er sprake van een overdrachtsconflict. Selecteer 1 voor 1
controleren, Prioriteit deze telefoon of Priorit. andere telefoon om het conflict op te lossen.
Selecteer Opties > Help voor verdere instructies.

Schermsymbolen

Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk
(netwerkdienst).
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-
netwerk (netwerkdienst).
Er staan een of meer ongelezen berichten in
de map Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externe
mailbox.
De map Outbox bevat berichten die nog niet
zijn verzonden.
U hebt oproepen gemist.
Het beltoontype is Stil en de signaaltonen voor
berichten en voor e-mail zijn uitgeschakeld.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarmsignaal actief.
De tweede telefoonlijn wordt gebruikt
(netwerkdienst).
Alle oproepen naar het apparaat worden omgeleid naar een ander nummer (netwerkdienst). Als u twee telefoonlijnen hebt, geeft een nummer de actieve lijn aan.
Er is een compatibele hoofdtelefoon
aangesloten op het apparaat.
Er is een compatibele TV Out-kabel aangesloten
op het apparaat.
Er is een compatibele teksttelefoon
aangesloten op het apparaat.
Er is een gegevensoproep actief (netwerkdienst).
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding actief (netwerkdienst). de wachtstand staat en beschikbaar is.
Er is een packet-gegevensverbinding actief in een gedeelte van het netwerk dat EGPRS ondersteunt (netwerkdienst). de wachtstand staat en beschikbaar is. De symbolen geven aan dat EGPRS beschikbaar is in het netwerk, maar mogelijk maakt het apparaat geen gebruik van EGPRS tijdens de gegevensoverdracht.
geeft aan dat de verbinding in
dat een verbinding
geeft aan dat de verbinding in
dat een verbinding
Er is e en UM TS- pac ket -gegevensverbinding actief (netwerkdienst). de wachtstand staat en beschikbaar is.
HSDPA (High-Speed Downlink Packet Access) wordt ondersteund en is actief (netwerkdienst). geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat en
dat een verbinding beschikbaar is. Zie 'Snel
downloaden', p. 26.
U hebt de scanfunctie voor WLAN's ingeschakeld en er is een WLAN beschikbaar (netwerkdienst).
'WLAN', p. 35.
Er is een WLAN-verbinding actief in een
netwerk met codering.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk zonder codering.
Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld. Zie
'Bluetooth-connectiviteit', p. 38.
E r w o rd e n g e ge v en s ve r zo n de n me t be h ul p va n Bluetooth-connectiviteit. Als het symbool knippert, probeert het apparaat verbinding te maken met een ander apparaat.
Er is een USB-verbinding actief.
Er is een infraroodverbinding actief. Als het symbool op het apparaat knippert, probeert het apparaat om verbinding te maken met het andere apparaat of is de verbinding verbroken.
geeft aan dat de verbinding in
dat een verbinding
Zie
Het apparaat
23

Volume- en luidsprekerregeling

Druk op de volumetoets als u het volume wilt verhogen of verlagen tijdens een actieve oproep of wanneer u naar een geluid luistert.
Het apparaat
Door de ingebouwde luidspreker kunt u vanaf een korte afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat aan uw oor hoeft te houden.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet
dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Selecteer Opties > Luidspreker insch. als u de luidspreker tijdens een gesprek wilt gebruiken.
Selecteer Opties > Telefoon insch. als u de luidspreker wilt uitschakelen.

Het toetsenblok vergrendelen

Druk achtereenvolgens op de linker- en rechterselectietoets om het toetsenblok te vergrendelen.
24
Open de schuif of druk achtereenvolgens op de linker- en rechterselectietoets om het toetsenblok te ontgrendelen.
U kunt het toetsenblok automatisch vergrendelen na een time-out of wanneer u de schuif sluit.
'Beveiligingsinstellingen', p. 168.
Zie

Het profiel Offline

Druk op en selecteer Instrumenten >
Profielen > Offline.
Met het profiel Offline kunt u het apparaat gebruiken zonder dat u verbinding hebt met het draadloze netwerk. Wanneer u het profiel Offline activeert, wordt de verbinding met het draadloze netwerk verbroken, zoals wordt aangegeven met
in het gebied voor de signaalsterkte. Er zijn geen draadloze RF-signalen naar en van het apparaat mogelijk. Berichten die u wilt verzenden worden in de Outbox geplaatst, zodat u deze later kunt verzenden.
Wanneer het profiel Offline actief is, kunt u het apparaat gebruiken zonder een SIM-kaart.
Belangrijk: In het profiel Vlucht kunt u geen
oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere functies waarvoor netwerkdekking vereist is niet worden gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het alarmnummer dat in het apparaat is
geprogrammeerd kiezen. Als u wilt bellen, moet u de telefoonfunctie eerst activeren door een ander profiel te kiezen. Als het apparaat vergrendeld is, moet u de beveiligingscode invoeren.
Wanneer u het profiel Offline hebt geactivee rd, kunt u nog steeds het WLAN gebruiken, bijvoorbeeld om uw e-mail te lezen of over internet te surfen. Zorg ervoor dat u voldoet aan de veiligheidseisen wanneer u een WLAN-verbinding tot stand brengt en gebruikt. U kunt ook Bluetooth-connectiviteit gebruiken zolang het profiel Offline actief is.
Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer een ander profiel als u het profiel Offline wilt activeren. Via het apparaat wordt de draadloze overdracht opnieuw ingeschakeld (mits het signaal sterk genoeg is).

Multimediamenu

Via het multimediamenu kunt u de multimedia­inhoud bekijken die u het vaakst gebruikt. De geselecteerde inhoud wordt in de bijbehorende toepassing weergegeven.
Druk op de multimediatoets om het multimediamenu te openen of te sluiten. U kunt naar links of naar rechts bladeren om de tegels te bekijken. U kunt items selecteren met de bladertoets. Druk op de multimediatoets als u vanuit een geopende toepassing naar het multimediamenu wilt terugkeren.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Muziek — Hiermee gaat u naar Muziekspeler en
de weergave Afspelen, kunt u door uw liedjes en afspeellijsten bladeren, of podcasts downloaden en beheren.
Galerij — Hiermee bekijkt u uw laatst gemaakte
foto, een diavoorstelling van uw afbeeldingen of mediabestanden in albums.
Spelletjes — Hiermee kunt u de spelletjes van
Nokia Nseries uitproberen.
Het apparaat
25
Kaarten — Hiermee bekijkt u uw favoriete
locaties in Nokia Kaarten.
Web — Hiermee bekijkt u uw favoriete
webkoppelingen in de browser.
Contacten — Hiermee voegt u uw eigen
contacten toe, verstuurt u berichten of belt u iemand op. Wanneer u een nieuwe
Het apparaat
contactpersoon aan een lege positie in de lijst wilt toevoegen, drukt u op de bladertoets en selecteert u een contactpersoon. Wanneer u een bericht wilt versturen, selecteert u in het multimediamenu een contactpersoon en selecteert u SMS verzenden of Multim. ber.
verzenden.
Video's — Bekijk uw favoriete video's en de
videoclips die zijn opgeslagen in Nokia Videocentrum.
Selecteer Opties > Tegels ordenen als u de volgorde van de tegels wilt wijzigen.

Snel downloaden

High-speed downlink packet access (HSDPA, ook wel
3.5G genoemd, aangegeven met netwerkdienst in UMTS-netwerken en biedt een hoge snelheid voor gegevensdownloads. Wanneer HSDPA-ondersteuning in het apparaat is ingeschakeld en het apparaat is verbonden met een
26
UMTS-netwerk dat HSDPA ondersteunt, kunt u veel
) is een
sneller gegevens downloaden via het mobiele netwerk, zoals berichten, e-mail en webpagina's. Een actieve HSDPA-verbinding wordt aangegeven met
. Zie 'Schermsymbolen', p. 22.
U kunt ondersteuning voor HSDPA in de apparaatinstellingen activeren of deactiveren.
'Instellingen voor packet-gegevens', p. 178.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de beschikbaarheid van en abonnementen op services voor gegevensverbinding.
HSDPA is alleen van invloed op de downloadsnelheid en niet op de verzending van gegevens naar het netwerk, zoals de verzending van berichten en e-mail.
Zie

Webbrowser

Met de webbrowser kunt u HTML-webpagina's (HyperText Markup Language) op internet weergeven zoals deze oorspronkelijk zijn ontworpen. U kunt ook bladeren door webpagina's die specifiek zijn ontworpen voor mobiele apparaten en XHTML (eXtensible HyperText Markup Language) of WML (Wireless Markup Language) gebruiken.
Als u wilt browsen op het web, moet op uw apparaat een internettoegangspunt zijn geconfigureerd.

Op internet surfen

Druk op en selecteer Web.
Sneltoets: Houd in de stand-by modus 0 ingedrukt om de browser te starten.
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten
die u vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen
toepassingen en andere software van betrouwbare
bronnen, zoals toepassingen die een Symbian­ondertekening dragen of die de Java Verified
hebben doorstaan.
Ga naar een webpagina door in de weergave Bookmarks een bookmark te selecteren of het adres in te voeren in het veld ( drukken.
Sommige webpagina's kunnen materiaal bevatten, bijvoorbeeld afbeeldingen en geluiden, die alleen kunnen worden bekeken als uw apparaat over veel geheugen beschikt. Als geen geheugen meer beschikbaar is tijdens het laden van een dergelijke pagina, worden de afbeeldingen op de pagina niet weergegeven.
Wanneer u webpagina's zonder afbeeldingen wilt bekijken om geheugenruimte te sparen, selecteert u Opties > Instellingen > Pagina > Inhoud
laden > Alleen tekst.
Selecteer Opties > Ga naar webadres als u een nieuw te bezoeken webadres wilt invoeren.
Tip: Druk op 1 en selecteer een bookmark als u een webpagina wilt bezoeken die als
) en op de bladertoets te
TM
-test
Webbrowser
27
bookmark is opgeslagen in de weergave Bookmarks.
Selecteer Opties > Navigatieopties > Opnieuw
laden als u de meest recente versie van de pagina
wilt ophalen vanaf de server.
Selecteer Opties > Opslaan als bookmark als u
Webbrowser
het webadres van de huidige pagina wilt opslaan als bookmark.
Selecteer Terug (beschikbaar als
Geschiedenislijst is ingesteld in de
browserinstellingen en de huidige pagina niet de eerste pagina is die u bezoekt) als u de visuele geschiedenis wilt gebruiken om tijdens het surfen snapshots van de bezochte pagina's te maken. Selecteer de pagina als u naar een eerder bezochte pagina wilt gaan.
Selecteer Opties > Instrumenten > Pagina
opslaan als u een pagina wilt opslaan tijdens het
surfen.
U kunt pagina's opslaan om deze later te lezen als u offline bent. U kunt deze opgeslagen pagina's ook groeperen in mappen. Selecteer Opties >
Bookmarks > Opgeslagen pagina's om de
opgeslagen pagina's te openen.
Selecteer Opties > Dienstopties (indien ondersteund door de webpagina) als u een sublijst met opdrachten of acties voor de geopende pagina
28
wilt openen.
Selecteer Opties > Venster > Pop-ups
blokkeren of Pop-ups toestaan als u wilt toestaan
of voorkomen dat meerdere vensters automatisch worden geopend.
Sneltoetsen tijdens het surfen over het internet
Druk op 1 om uw bookmarks te openen.
Druk op 2 om trefwoorden te zoeken op de
huidige pagina.
Druk op 3 om terug te keren naar de vorige
pagina.
Druk op 5 om een lijst met alle open vensters
weer te geven.
Druk op 8 om het paginaoverzicht van de huidige
pagina weer te geven. Druk nogmaals op 8 als u wilt inzoomen om het gewenste gedeelte van de pagina te zien.
Druk op 9 om een nieuw webadres in te voeren.
Druk op 0 om naar de homepage te gaan (indien
dit is gedefinieerd in de instellingen).
Druk op * en # om in en uit te zoomen op de
pagina.
Tip: Druk tweemaal op of druk op de end- toets als u wilt terugkeren naar de stand-by modus terwijl de browser op de achtergrond is geopend. Keer terug naar de browser door
ingedrukt te houden en de browser in de
lijst te selecteren.

Werkbalk in de browser

Met de werkbalk in de browser kunt u veelgebruikte browserfuncties selecteren.
Houd de bladertoets ingedrukt op een lege plek van een webpagina om de werkbalk te openen. Druk de bladertoets naar links of naar rechts om over de werkbalk te navigeren. Druk op de bladertoets om een functie te selecteren.
In de werkbalk kunt u de volgende opties selecteren:
Veelgebr. koppelingen — Hiermee geeft u een
lijst met vaak bezochte webadressen weer.
Paginaoverzicht — Hiermee geeft u een
overzicht weer van de huidige webpagina.
Zoeken — Hiermee kunt u trefwoorden zoeken
op de huidige pagina.
Opnieuw laden — Hiermee vernieuwt u de
pagina.
Abonner. op webfeeds (indien
beschikbaar) — Hiermee opent u een lijst met beschikbare webfeeds op de huidige webpagina en kunt u zich abonneren op een webfeed.

Navigeren over pagina's

De miniweergave en het paginaoverzicht helpen u bij het navigeren over pagina's die grote hoeveelheden informatie bevatten.
Wanneer de miniweergave is ingesteld in de browserinstellingen en u een grote webpagina weergeeft, wordt de miniweergave geopend met een overzicht van de bezochte webpagina.
Stel de miniweergave in door Opties >
Instellingen > Algemeen > Miniweergave > Aan te selecteren.
Druk de bladertoets naar rechts, naar links, omhoog of omlaag als u over de kaart wilt schuiven. Stop met bladeren als u de gewenste locatie hebt bereikt. De miniweergave verdwijnt en u blijft op de geselecteerde locatie.
Wanneer u een pagina met een grote hoeveelheid informatie bekijkt, kunt u ook Paginaoverzicht gebruiken om te bekijken wat voor informatie de pagina bevat.
Druk op 8 als u het paginaoverzicht van de huidige pagina wilt weergeven. Druk de bladertoets omhoog, omlaag, naar links of naar rechts om de gewenste plaats op de pagina te vinden. Druk nogmaals op 8 als u wilt inzoomen om het gewenste gedeelte van de pagina te zien.
Webbrowser
29

Webfeeds en blogs

Webfeeds zijn XML-bestanden op webpagina's die worden gebruikt door de weblogcommunity en nieuwsorganisaties om de meest recente nieuwsberichten of tekst te delen, bijvoorbeeld nieuwsfeeds. Blogs of weblogs zijn dagboeken op
Webbrowser
het web. De meeste webfeeds gebruiken RSS- en Atom-technologie. Webfeeds worden veel toegepast op web-, blog- en wikipagina's.
De toepassing Web stelt automatisch vast of een webpagina webfeeds bevat.
Als u zich wilt abonneren op een webfeed, selecteert u Opties > Abonneren.
Selecteer in de weergave Bookmarks Webfeeds als u wilt bekijken op welke webfeeds u bent geabonneerd.
Werk een webfeed bij door deze te selecteren en
Opties > Vernieuwen te selecteren.
Selecteer Opties > Instellingen > Webfeeds als u wilt opgeven hoe de webfeeds moeten worden bijgewerkt.
multimedia, nieuwsfeeds en andere gegevens (zoals weerberichten) naar het apparaat worden verzonden. Geïnstalleerde widgets worden als afzonderlijke toepassingen weergegeven in de map
Toepassingen.
U kunt widgets met de toepassing Downloaden of via internet downloaden.
Voor widgets wordt het toegangspunt van de webbrowser gebruikt. In sommige widgets worden gegevens automatisch bijgewerkt op uw apparaat als de widgets actief zijn op de achtergrond.

Inhoud zoeken

Als u op de huidige webpagina wilt zoeken naar trefwoorden, telefoonnummers of e-mailadressen, selecteert u Opties > Zoeken en de gewenste optie. Druk de bladertoets omhoog om naar het vorige item te gaan. Druk de bladertoets omlaag om naar het volgende item te gaan.
Tip: Druk op 2 om trefwoorden te zoeken op de pagina.

Widgets

In de webbrowser wordt ondersteuning geboden voor widgets (netwerkdienst). Widgets zijn kleine,
30
downloadbare webtoepassingen waarmee

Items downloaden en aanschaffen

U kunt onder andere beltonen, afbeeldingen, logo's, thema's en videoclips downloaden. Deze items
worden gratis aangeboden of u kunt deze aanschaffen. Gedownloade items worden verder verwerkt door de bijbehorende toepassingen in het apparaat. Een gedownloade foto of een MP3­bestand kunt u bijvoorbeeld opslaan in Galerij.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen
toepassingen en andere software van betrouwbare bronnen, zoals toepassingen die een Symbian-
ondertekening dragen of die de Java Verified hebben doorstaan.
Ga als volgt te werk om een item te downloaden:
1. Selecteer de koppeling.
2. Selecteer de optie waarmee u het item
aanschaft, bijvoorbeeld "Buy" ("Kopen").
3. Lees alle informatie nauwkeurig door.
4. Selecteer de gewenste optie om door te gaan of
om te stoppen met het downloaden, bijvoorbeeld "Accept" of "Cancel" ("Accepteren" of "Annuleren").
Als u het downloaden start, krijgt u een lijst te zien van de lopende en voltooide downloads tijdens de huidige sessie.
Als u de lijst wilt wijzigen, selecteert u Opties >
Downloads. Ga naar een item in de lijst en selecteer Opties als u lopende downloads wilt annuleren of
TM
-test
voltooide downloads wilt openen, opslaan of verwijderen.

Bookmarks

De weergave Bookmarks verschijnt als u de webtoepassing opent. U kunt webadressen selecteren in een lijst of in een verzameling bookmarks in de map Autom. bookmrks. U kunt de URL van de webpagina die u wilt bezoeken ook direct invoeren in het veld (
duidt de startpagina aan die voor het
standaardtoegangspunt is gedefinieerd. U kunt URL's opslaan als bookmarks terwijl u op
internet surft. U kunt adressen die u in een bericht hebt ontvangen, ook opslaan als bookmarks. Daarnaast kunt u opgeslagen bookmarks verzenden.
Druk op 1 of selecteer Opties > Bookmarks als u de weergave Bookmarks wilt openen terwijl u aan het surfen bent.
Selecteer Opties > Bookmarkbeheer >
Bewerken als u de details van een bookmark wilt
bewerken, zoals de titel. In de weergave Bookmarks kunt u ook andere
browsermappen openen. Met de toepassing Web kunt u tijdens het surfen webpagina's opslaan. In de map Opgeslagen pagina's kunt u de inhoud
).
Webbrowser
31
bekijken van de pagina's die u offline hebt opgeslagen.
De toepassing Web houdt ook bij welke pagina's u tijdens het surfen bezoekt. In de map Autom.
bookmrks kunt u een lijst met bezochte
webpagina's weergeven.
Webbrowser
In Webfeeds kunt u opgeslagen koppelingen weergeven naar webfeeds en blogs waarop u zich hebt geabonneerd. Webfeeds worden vaak gebruikt op webpagina's van belangrijke nieuwsorganisaties, in persoonlijke weblogs, door online community's die de meest recente koppen bieden en in overzichten van artikelen. In webfeeds wordt RSS- en Atom-technologie gebruikt.

De cache wissen

De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen in het cachegeheugen van het apparaat.
Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op te slaan. Als u toegang hebt gezocht of gehad tot vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwoord moet opgeven, kunt u de cache van het apparaat na gebruik beter legen. De informatie of de diensten waartoe u toegang hebt gehad, worden namelijk in de cache opgeslagen.
32
Selecteer Opties > Privacyggvns wissen >
Cache wissen om de cache te wissen.

De verbinding verbreken

Selecteer Opties > Instrumenten > Verbind.
verbreken als u de verbinding wilt verbreken en de
browserpagina offline wilt weergeven. Selecteer
Opties > Afsluiten als u de verbinding wilt
verbreken en de browser wilt sluiten.
Druk eenmaal op de end-toets om de browser naar de achtergrond te verplaatsen. Houd de end-toets ingedrukt om de verbinding te verbreken.
Selecteer Opties > Privacyggvns wissen >
Verwijder cookies om de gegevens te verwijderen
die de netwerkserver verzamelt over uw bezoeken aan verschillende webpagina's.

Beveiliging van de verbinding

Als tijdens een verbinding het beveiligingssymbool
wordt weergegeven, is de gegevensoverdracht tussen het apparaat en de internetgateway of ­server gecodeerd.
Het veiligheidssymbool geeft niet aan dat de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder (of de locatie waar de
aangevraagde bron is opgeslagen) veilig is. De serviceprovider beveiligt de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder.
Voor een aantal diensten, zoals bankdiensten, zijn mogelijk beveiligingscertificaten vereist. Als de identiteit van de server niet authentiek is of als u niet over het juiste beveiligingscertificaat beschikt, wordt een melding weergegeven. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.

Webinstellingen

Druk op en selecteer Web. Selecteer Opties > Instellingen en maak een
keuze uit de volgende opties:
Algemene instellingen
Toegangspunt — Hiermee wijzigt u het
standaardtoegangspunt. Sommige of alle toegangspunten kunnen door de serviceprovider vooraf zijn ingesteld voor het apparaat; het is wellicht niet mogelijk deze instellingen te wijzigen of verwijderen of om nieuwe instellingen toe te voegen.
Homepage — Hiermee definieert u de
homepage.
Miniweergave — Hiermee schakelt u de
miniweergave in of uit.
pagina's', p. 29.
Zie 'Navigeren over
Geschiedenislijst — Als u tijdens het surfen met
Terug een lijst wilt weergeven met de pagina's
die u hebt bezocht tijdens de huidige sessie, schakelt u Geschiedenislijst in.
Veiligheidswrschwngn — Hiermee verbergt of
toont u veiligheidswaarschuwingen.
Java/ECMA-script — Hiermee schakelt u het
gebruik van scripts in of uit.
Pagina-instellingen
Inhoud laden — Hiermee selecteert u of u
afbeeldingen en andere objecten wilt laden tijdens het surfen. Als u Alleen tekst hebt geselecteerd, selecteert u Opties >
Instrumenten > Afbeeldingen laden
wanneer u afbeeldingen of objecten later tijdens het surfen wilt laden.
Schermformaat — Hiermee schakelt u tussen de
volledige schermweergave en de normale weergave met de optielijst.
Standaardcodering — Als teksttekens niet
correct worden weergegeven, kunt u een andere codering selecteren op basis van de taal voor de huidige pagina.
Pop-ups blokkeren — Hiermee staat u toe of
voorkomt u dat verschillende pop-upvensters tijdens het surfen automatisch worden geopend.
Autom. opnieuw laden — Selecteer Aan als u
wilt dat webpagina's automatisch worden vernieuwd tijdens het surfen.
Webbrowser
33
Lettergrootte — Hiermee geeft u de
lettergrootte voor webpagina's op.
Privacy-instellingen
Autom. bookmarks — Hiermee schakelt u het
automatisch verzamelen van bookmarks in of uit. Selecteer Map verbergen als u de adressen
Webbrowser
van de bezochte webpagina's wilt blijven opslaan in de map Autom. bookmrks.
Formulierggvns opslaan — Selecteer Uit als u
niet wilt dat de gegevens die u op de verschillende formulieren van de webpagina invult, worden opgeslagen en de volgende keer worden gebruikt wanneer u de pagina bezoekt.
Cookies — Hiermee schakelt u het ontvangen en
verzenden van cookies in of uit.
Instellingen voor webfeeds
Automatische updates — Hiermee geeft u op
of webfeeds automatisch moeten worden bijgewerkt en zo ja, hoe vaak dit moet gebeuren. Als u de toepassing zodanig instelt dat webfeeds automatisch worden opgehaald, kan dit ertoe leiden dat grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de serviceprovider worden verzonden. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Toeg.p. voor autom. aanp. — Selecteer het
34
gewenste toegangspunt voor bijwerken. Deze
instelling is alleen beschikbaar als
Automatische updates is ingeschakeld.

Verbindingen

Het apparaat bevat verschillende opties voor verbindingen met internet of met andere compatibele apparaten of pc's.

WLAN

Het apparaat ondersteunt WLAN. Met WLAN kunt u vanaf het apparaat verbinding maken met internet en compatibele apparaten die mogelijkheden bieden voor WLAN.

WLAN

Als u WLAN wilt gebruiken, moet dit beschikbaar zijn op uw locatie en moet het apparaat op het WLAN zijn aangesloten.
In sommige gebieden, zoals Frankrijk, gelden restricties op het gebruik van draadloos LAN. Raadpleeg de lokale autoriteiten voor meer informatie.
Als functies gebruik maken van een WLAN of als dergelijke functies op de achtergrond mogen worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
Het apparaat ondersteunt de volgende WLAN­functies:
IEEE 802.11b/g standaard
Frequentie van 2,4 GHz
WEP-coderingsmethoden (Wired Equivalent
Privacy) met sleutels tot 128 bit, WPA-toegang (Wi-Fi Protected Access) en 802.1x­coderingsmethoden. Deze functies kunnen alleen worden gebruikt als het netwerk hiervoor ondersteuning biedt.

WLAN-verbindingen

Als u WLAN wilt gebruiken, moet u een internettoegangspunt voor WLAN maken. Gebruik het toegangspunt voor toepassingen die verbinding met internet moeten hebben.
'WLAN-internettoegangspunten', p. 37.
Belangrijk: Schakel altijd een van de
beschikbare encryptiemethoden in om de beveiliging van uw draadloze LAN-verbinding te vergroten. Het gebruik van encryptie verkleint het risico van onrechtmatige toegang tot uw gegevens.
Zie
Verbindingen
35
Er wordt een WLAN-verbinding tot stand gebracht als u een gegevensverbinding maakt met een internettoegangspunt voor een WLAN. De actieve WLAN-verbinding wordt verbroken als u de gegevensverbinding verbreekt.
U kunt een WLAN gebruiken tijdens een gesprek of wanneer pakketgegevens actief zijn. U kunt met
Verbindingen
maximaal één WLAN-toegangspunt tegelijkertijd verbinding hebben, maar verschillende toepassingen kunnen hetzelfde internettoegangspunt gebruiken.
Als het offline profiel is ingesteld voor het apparaat, kunt nog steeds een WLAN gebruiken (indien beschikbaar). Zorg ervoor dat u voldoet aan de veiligheidseisen wanneer u een WLAN-verbinding tot stand brengt en gebruikt.
Tip: Als u het unieke MAC-adres (Media Access Control) voor het apparaat wilt controleren, typt u #62209526# in de stand-bymodus.

De WLAN-wizard

De WLAN-wizard helpt u om verbinding te maken met een WLAN en uw WLAN-verbindingen te beheren.
De WLAN-wizard toont de status van uw WLAN­verbindingen in de actieve stand-by modus. Ga naar de rij met de status en selecteer deze om de
36
beschikbare opties weer te geven.
Als er bijvoorbeeld WLAN's zijn gedetecteerd, wordt
WLAN-netw. gevonden weergegeven. Als u een
internettoegangspunt wilt maken en de webbrowser wilt starten met behulp van dit toegangspunt, selecteert u de status en Browsen
starten.
Als u een beveiligd WLAN selecteert, wordt u gevraagd om de betreffende wachtwoorden in te voeren. Als u verbinding wilt maken met een verborgen netwerk, moet u de juiste netwerknaam invoeren (SSID, Service Set Identifier). Als u een nieuw internettoegangspunt wilt maken voor een verborgen WLAN, selecteert u Nieuw WLAN.
Als u verbonden bent met een WLAN, wordt de naam van het internettoegangspunt getoond. Selecteer de status en selecteer Doorgaan met
browsen als u dit internettoegangspunt wilt
gebruiken voor de webbrowser. Als u de verbinding in het WLAN wilt verbreken, selecteert u de status en WLAN-verb. verbrkn.
Als de scanfunctie voor WLAN's is uitgeschakeld en u geen verbinding hebt met een WLAN, wordt
WLAN-scan uit weergegeven. Als u de scanfunctie
wilt inschakelen en wilt zoeken naar beschikbare WLAN's, selecteert u de status en drukt u op de bladerdtoets.
Als u wilt zoeken naar beschikbare WLAN's, selecteert u de status en Zoeken naar WLAN. Als u
de WLAN-scanfunctie wilt uitschakelen, selecteert u de status en WLAN-scan uit.
Druk op
wiz. als u de WLAN-wizard in het menu wilt openen.
en selecteer Instrumenten > WLAN-

WLAN-internettoegangspunten

Druk op en selecteer Instrumenten > WLAN-
wiz..
Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
WLAN-netwrkn filteren — Hiermee filtert u de
WLAN's uit de lijst met gedetecteerde netwerken. De geselecteerde netwerken worden uitgefilterd als de toepassing de volgende keer naar WLAN's zoekt.
Details — Hiermee kunt u de details van een
netwerk in de lijst weergeven. Als u een actieve verbinding selecteert, worden de verbindingsdetails getoond.
Toeg.punt definiëren — Hiermee maakt u een
internettoegangspunt in een WLAN.
Toegangspunt bwrkn — Hiermee bewerkt u de
details van een bestaand internettoegangspunt.
U kunt ook het verbindingsbeheer gebruiken om internettoegangspunten te maken.
gegevensverbindingen', p. 37.
Zie 'Actieve

Bedieningsmodi

Een WLAN heeft twee bedieningsmodi: infrastructuur en adhoc.
In de infrastructuurmodus zijn twee soorten communicatie mogelijk: draadloze apparaten zijn met elkaar verbonden via een WLAN-toegangspunt of draadloze apparaten zijn op een LAN aangesloten via een WLAN-toegangspunt.
In de ad-hocmodus kunnen apparaten onderling rechtstreeks gegevens verzenden en ontvangen.

Verbindingsbeheer

Actieve gegevensverbindingen

Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > Verb.beh. > Act. geg.verb..
In de weergave Actieve gegevensverbindingen kunt u de geopende gegevensverbindingen bekijken:
gegevensoproepen
packet-gegevensverbindingen
WLAN-verbindingen
Opmerking: De uiteindelijke gespreksduur
die door de serviceprovider in rekening wordt gebracht kan variëren, afhankelijk van de
Verbindingen
37
netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
Selecteer Opties > Verb. verbreken als u een verbinding wilt verbreken. Selecteer Opties > Alle
verb. verbrek. als u alle actieve verbindingen wilt
verbreken.
Verbindingen
Selecteer Opties > Gegevens als u de details van een verbinding wilt bekijken. Welke details worden weergegeven, is afhankelijk van het type verbinding.

Beschikbare WLAN-netwerken

Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > Verb.beh. > Beschk. WLAN.
De weergave met beschikbare WLAN's bevat een lijst met WLAN's binnen het bereik, de bijbehorende netwerkmodus (infrastructuur of ad hoc) en een symbool voor de signaalsterkte. netwerken met codering en apparaat een actieve verbinding heeft in het netwerk.
Selecteer Opties > Gegevens als u de details van een netwerk wilt bekijken.
Selecteer Opties > Toeg.pt definiëren als u een internettoegangspunt in een netwerk wilt maken.
38
verschijnt voor
verschijnt als het

Bluetooth-connectiviteit

Bluetooth-connectiviteit

U kunt een draadloze verbinding tot stand brengen met andere compatibele apparaten door middel van Bluetooth-connectiviteit. Dit kunnen apparaten zijn als mobiele telefoons en computers, en toebehoren als hoofdtelefoons en carkits. Met Bluetooth-connectiviteit kunt u afbeeldingen, notities en video-, muziek- en geluidsclips verzenden, een draadloze verbinding tot stand brengen met een compatibele pc (bijvoorbeeld voor bestandsoverdracht) of een verbinding tot stand brengen met een compatibele printer om afbeeldingen af te drukken met Afbeeldingen afdrukken.
Aangezien apparaten met draadloze Bluetooth­technologie communiceren via radiogolven, hoeft er geen 'direct zicht' te bestaan tussen de apparaten. De twee apparaten mogen maximaal 10 meter van elkaar zijn verwijderd, hoewel de verbinding wel hinder kan ondervinden van obstakels, zoals muren of andere elektronische apparaten.
Het apparaat is compatibel met Bluetooth­specificatie 2.0, die de volgende profielen ondersteunt: Advanced Audio Distribution, Audio/ Video Remote Control, Basic Imaging, Basic Printing, Dial-up Networking, File Transfer, Hands-
Free, Headset, Human Interface Device, Object Push, SIM Access en Synchronization. Gebruik door Nokia goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met andere apparatuur die Bluetooth-technologie ondersteunt. Informeer bij de fabrikanten van andere apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat.
Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het gebruik van Bluetooth-technologie. Raadpleeg de lokale autoriteiten of serviceprovider voor meer informatie.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth­technologie of als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de batterij af.
Als het apparaat is vergrendeld, kunt u Bluetooth­connectiviteit niet gebruiken.
SIM', p. 168.
Zie 'Telefoon en

Instellingen

Druk op en selecteer Instrumenten >
Bluetooth.
Wanneer u de toepassing de eerste keer opent, wordt u gevraagd een naam te definiëren voor het apparaat. U kunt de naam later wijzigen.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Bluetooth — Stel Bluetooth-connectiviteit eerst
in op Aan en maak vervolgens verbinding als u een draadloze verbinding met een ander compatibel apparaat wilt maken. Selecteer Uit als u Bluetooth-connectiviteit wilt uitschakelen.
Waarneembrh. tel. — Selecteer
Waarneembaar als het apparaat mag worden
gedetecteerd door andere apparaten via draadloze Bluetooth-technologie. Selecteer
Periode opgeven als u wilt instellen na hoeveel
tijd de zichtbaarheid wordt veranderd van weergegeven in verborgen. Selecteer
Verborgen als u het apparaat wilt verbergen
voor andere apparaten.
Naam van mijn telef. — Wijzig de naam die
wordt weergegeven aan andere apparaten die draadloze Bluetooth-technologie gebruiken.
Externe SIM-modus — Selecteer Aan als u een
ander apparaat wilt inschakelen, zoals een compatibele carkit, om via de SIM-kaart in het apparaat verbinding te maken met het netwerk.
Zie 'Externe SIM-modus', p. 41.

Beveiligingstips

Druk op en selecteer Instrumenten >
Bluetooth.
Als u geen gebruik maakt van Bluetooth­connectiviteit, selecteert u Bluetooth > Uit of
Waarneembrh. tel. > Verborgen om te bepalen
Verbindingen
39
wie het apparaat kan detecteren en er verbinding mee kan maken.
Accepteer geen verbindingsaanvragen van en koppel het apparaat niet aan een onbekend apparaat. Zo beschermt u het apparaat tegen schadelijke inhoud.
Verbindingen

Gegevens verzenden met behulp van Bluetooth-connectiviteit

Er kunnen verschillende Bluetooth-verbindingen tegelijk actief zijn. Als u bijvoorbeeld verbonden bent met een compatibele hoofdtelefoon, kunt u tegelijkertijd ook bestanden uitwisselen met een ander compatibel apparaat.
1. Open de toepassing waarin het item dat u wilt
verzenden, is opgeslagen. Open bijvoorbeeld Galerij als u een afbeelding wilt verzenden naar een ander compatibel apparaat.
2. Selecteer het item en Opties > Zenden > Via
Bluetooth.
Apparaten met draadloze Bluetooth­technologie die zich binnen het bereik bevinde n, worden weergegeven. Dit zijn de apparaatpictogrammen:
computer
40
telefoon
audio- of videoapparaat
ander apparaat
Selecteer Stop als u de zoekopdracht wilt onderbreken.
3. Selecteer het apparaat waarmee u verbinding
wilt maken.
4. Als koppeling met het andere apparaat vereist
is, hoort u een geluidssignaal en moet u een wachtwoord opgeven.
koppelen', p. 40.
Wanneer de verbinding is gemaakt, verschijnt
Gegevens worden verzonden.
Tip: Het kan zijn dat bij het zoeken naar
apparaten voor sommige apparaten alleen de unieke adressen worden weergeven (apparaatadressen). Als u wilt weten wat het unieke adres van uw apparaat is, geeft u de code *#2820# op in de stand-by modus.
Zie 'Apparaten

Apparaten koppelen

Als u een apparaat wilt koppelen aan compatibele apparaten en de gekoppelde apparaten wilt bekijken, schuift u naar rechts in de hoofdweergave van Bluetooth-connectiviteit.
Stel voordat u de koppeling uitvoert uw wachtwoord in (1 tot 16 cijfers) en spreek met de eigenaar van het andere apparaat af hetzelfde wachtwoord te gebruiken. Bij apparaten zonder gebruikersinterface wordt het wachtwoord
gebruikt dat in de fabriek is ingesteld. Het wachtwoord is voor eenmalig gebruik.
1. Selecteer Opties > Nw gekoppeld app. als u
het apparaat wilt koppelen aan een ander apparaat. Apparaten die zich binnen het bereik bevinden, worden weergegeven.
2. Selecteer het apparaat en voer het wachtwoord
in. Op het andere apparaat moet hetzelfde wachtwoord worden ingevoerd.
3. Sommige audiotoebehoren maken na koppeling
automatisch verbinding met het apparaat. Ga anders naar het toebehoren en selecteer
Opties > Verb. met audioapparaat.
Gekoppelde apparaten zijn te herkennen aan het symbool
Als u gekoppelde apparaten wilt instellen als geautoriseerd of niet-geautoriseerd, gaat u naar het apparaat en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Geautoriseerd — Uw apparaat en het
geautoriseerde apparaat kunnen zonder uw medeweten verbinding maken. U hoeft de verbinding niet afzonderlijk te accepteren of autoriseren. Gebruik deze optie voor uw eigen apparaten, zoals uw compatibele hoofdtelefoon of pc of voor apparaten van mensen die u vertrouwt. aan in de weergave voor gekoppelde apparaten.
in de lijst met apparaten.
geeft geautoriseerde apparaten
Niet geautoriseerd — Verbindingsverzoeken
van dit apparaat moeten altijd afzonderlijk worden geaccepteerd.
Ga naar het apparaat en selecteer Opties >
Verwijderen als u een koppeling wilt annuleren.
Selecteer Opties > Alle verwijderen als u alle koppelingen wilt annuleren.

Gegevens ontvangen met behulp van Bluetooth-connectiviteit

Als u gegevens ontvangt via Bluetooth­connectiviteit, hoort u een geluidssignaal en wordt u gevraagd of u het bericht wilt ontvangen. Als u bevestigend antwoordt, verschijnt het item in de map Inbox in Berichten geplaatst. Berichten die zijn ontvangen via Bluetooth­connectiviteit, worden aangeduid met
en wordt
.

Externe SIM-modus

Voordat de externe SIM-modus kan worden geactiveerd, moeten de twee apparaten worden gekoppeld, waarbij de koppeling op het andere apparaat wordt gestart. Gebruik voor de koppeling een 16-cijferig wachtwoord en geef het andere apparaat de benodigde autorisatie.
Als u de externe SIM-modus wilt gebruiken met een compatibele carkit, activeert u Bluetooth-
Verbindingen
41
connectiviteit en schakelt u het gebruik van de externe SIM-modus in. Activeer de externe SIM­modus vanaf het andere apparaat.
Wanneer de externe SIM-modus is ingeschakeld op het apparaat, wordt Externe SIM-modus weergegeven in de stand-by modus. De verbinding met het draadloze netwerk wordt uitgeschakeld,
Verbindingen
zoals wordt aangegeven met voor de signaalsterkte, en u kunt geen SIM­kaartdiensten of -functies gebruiken die een mobiel netwerk vereisen.
Als het draadloze apparaat in de externe SIM-modus staat, kunt u alleen via een compatibele en aangesloten uitbreiding, zoals een carkit, gesprekken voeren of ontvangen. U kunt in deze modus geen nummers kiezen met uw draadloze apparaat, behalve de alarmnummers die in het apparaat zijn geprogrammeerd. Als u wilt bellen met uw apparaat, moet u de externe SIM-modus verlaten. Als het apparaat is vergrendeld, moet u de beveiligingscode invoeren om het te ontgrendelen.
Druk op de aan/uit-toets en selecteer Externe SIM
sluiten als u de externe SIM-modus wilt afsluiten.
in de aanduiding

Infrarood

Via een infraroodverbinding kunt u gegevens zoals visitekaartjes, agendanotities en mediabestanden
42
overbrengen naar een compatibel apparaat.
Richt de infrarood-straal (IR) niet op andermans ogen en vermijd dat deze stoort met andere IR­apparaten. Dit apparaat is een Klasse 1 laserproduct.
Ga als volgt te werk als u gegevens wilt verzenden en ontvangen via infrarood:
1. Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van het
verzendende en ontvangende apparaat naar elkaar wijzen en dat zich tussen de apparaten geen obstakels bevinden. De afstand tussen beide apparaten mag niet groter zijn dan 1 meter.
2. De gebruiker van het ontvangende apparaat
activeert de infraroodpoort.
3. Druk op
Connect. > Infrarood om de infraroodpoort
van het apparaat te activeren zodat u gegevens kunt ontvangen via een infraroodverbinding.
4. De gebruiker van het verzendende apparaat
selecteert de gewenste infraroodfunctie om de gegevensoverdracht te starten.
5. Ga naar het gewenste bestand in een toepassing
of Bestandsbeheer en selecteer Opties >
Zenden > Via infrarood om gegevens te
verzenden via een infraroodverbinding.
Als de gegevensoverdracht niet wordt gestart binnen één minuut nadat de infraroodpoort is
en selecteer Instrumenten >
geactiveerd, wordt de verbinding geannuleerd en moet deze opnieuw worden geactiveerd.
Items die via een infraroodverbinding worden ontvangen, worden opgeslagen in de map Inbox in Berichten. Nieuwe infraroodberichten worden aangeduid met
.
USB
Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > USB.
Selecteer Vragen bij verbind. > Ja als u wilt dat instellen dat het doel van de verbinding telkens moet worden opgegeven wanneer een compatibele gegevenskabel wordt aangesloten.
Als Vragen bij verbind. is uitgeschakeld en u de modus tijdens een actieve verbinding wilt wijzigen, selecteert u USB-modus en maakt u een keuze uit de volgende opties:
PC Suite — Hiermee kunt u Nokia PC-
toepassingen gebruiken, zoals Nokia Nseries PC Suite, Nokia Lifeblog en Nokia Software Updater.
Gegevensoverdracht — Hiermee brengt u
gegevens over tussen het apparaat en een compatibele pc. U kunt in deze modus ook kaarten downloaden met de pc-toepassing Nokia Map Loader.
Afb. afdrukken — Hiermee drukt u
afbeeldingen af op een compatibele printer.
Mediaspeler — Hiermee synchroniseert u
muziek met Windows Media Player.

Pc-verbindingen

U kunt het apparaat gebruiken met allerlei compatibele toepassingen voor pc-connectiviteit en gegevenscommunicatie. Met Nokia Nseries PC Suite kunt u bijvoorbeeld afbeeldingen overbrengen tussen een apparaat en een compatibele pc.
Maak altijd verbinding vanaf de pc als u wilt synchroniseren met het apparaat.
Draadloos Nokia­toetsenbord
Gebruik de toepassing Draadloos toetsenbord als u een draadloos Nokia-toetsenbord of een ander compatibel draadloos toetsenbord met ondersteuning voor het Bluetooth HID-profiel (Human Interface Devices) wilt instellen voor gebruik met het apparaat. U kunt het volledige QWERTY-toetsenbord gebruiken om gemakkelijk tekstberichten, e-mail en agenda-items in te voeren.
Verbindingen
43
1. Activeer Bluetooth-connectiviteit op het
apparaat.
2. Schakel het toetsenbord in.
3. Druk op
Connect. > Drdls tts.brd.
4. Selecteer Opties > Toetsenbord zoeken om te
Verbindingen
zoeken naar apparaten met Bluetooth­connectiviteit.
5. Selecteer het toetsenbord uit de lijst en druk op
de bladertoets om de verbinding te starten.
6. Koppel het toetsenbord met het apparaat door
een wachtwoord van uw keuze (één tot negen cijfers) op het apparaat en hetzelfde wachtwoord op het toetsenbord in te voeren.
Als u de cijfers van het wachtwoord wilt invoeren, moet u mogelijk eerst op de toets Fn drukken.
7. Als u wordt gevraagd naar een
toetsenbordindeling, selecteer deze dan uit een lijst op het apparaat.
Wanneer de naam van het toetsenbord wordt weergegeven, verandert de status in Toetsenbord
verbonden. Het groene indicatielampje van het
toetsenbord knippert langzaam; het toetsenbord is klaar voor gebruik.
en selecteer Instrumenten >
Zie de gebruikershandleiding bij het toetsenbord voor meer informatie over de werking en het onderhoud van het toetsenbord.

Modem

Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > Modem.
Druk op de bladertoets wanneer u het apparaat als modem wilt verbinden met een compatibele pc via infrarood.
Zie ' Infrarood', p. 42.
44

Nokia Videocentrum

Met Nokia Videocentrum (netwerkdienst) kunt u videoclips downloaden en streamen vanaf compatibele internetvideodiensten die pakketgegevens of een WLAN (draadloos LAN) gebruiken. U kunt ook videoclips overbrengen vanaf een compatibele pc naar het apparaat en deze bekijken in Videocentrum.
Videocentrum ondersteunt dezelfde bestandsindelingen als RealPlayer. Alle video's worden standaard in de liggende stand afgespeeld.
Het apparaat bevat mogelijk vooraf gedefinieerde diensten.
Serviceproviders kunnen inhoud gratis of tegen betaling bieden. Vraag de prijzen na bij de serviceprovider.

Video's zoeken en weergeven

1. Druk op en selecteer Videocentr..
2. Selecteer de gewenste videodienst door de
bladertoets naar links of rechts te drukken om verbinding te maken met deze videodienst.
Het apparaat werkt de inhoud van de dienst bij, waarna het wordt weergegeven.
3. Als u video's per categorie wilt weergeven
(indien beschikbaar), drukt u de bladertoets naar links of rechts om de andere tabbladen te bekijken.
4. Selecteer Opties > Videodetails als u
informatie over een video wilt bekijken.
5. Bepaalde videoclips kunnen als streamingvideo
worden weergegeven, terwijl u andere clips eerst naar het apparaat moet downloaden. Selecteer Opties > Downloaden als u een videoclip wilt downloaden.
Nokia Videocentrum
45
Selecteer Opties > Afspelen als u een streamingclip of een gedownloade clip wilt weergeven.
6. Bedien de speler via de mediatoetsen wanneer
de clip wordt afgespeeld. Druk op de volumetoets om het volume te regelen.
Clips worden verder op de achtergrond gedownload als u de toepassing sluit. De gedownloade video's worden opgeslagen in Videocentr. > Mijn
video's.
Nokia Videocentrum
Selecteer Nieuwe diensten toev. als u een verbinding tot stand wilt brengen met internet om te bladeren door beschikbare diensten die u kunt toevoegen aan de hoofdweergave.

Internetvideo's

Internetvideo's zijn videoclips die op internet worden gedistribueerd via RSS-feeds. U kunt nieuwe feeds toevoegen aan Internetvideo's in de instellingen.
U kunt uw feeds bekijken in de map
Internetvideo's in Videocentrum.
Selecteer Opties > Feedabonnementen als u feeds wilt toevoegen of verwijderen.
Blader naar een feed en druk op de bladertoets als u wilt bekijken welke video's in een feed
46
beschikbaar zijn.
Selecteer Opties > Videodetails als u informatie over een video wilt bekijken.
Blader naar een video en selecteer Opties >
Downloaden als u deze wilt downloaden.
Druk op de bladertoets om de gedownloade video af te spelen.

Gedownloade video's afspelen

De gedownloade video's worden opgeslagen in
Videocentr. > Mijn video's.
Druk op de bladertoets om een gedownloade video af te spelen.
Selecteer Opties > Afspelen via eigen netw. om een gedownloade video in uw eigen netwerk af te spelen. Eerst moet uw eigen netwerk zijn geconfigureerd.
netwerk', p. 97.
Bedien de speler via de mediatoetsen wanneer de clip wordt afgespeeld. Druk op de volumetoets om het volume te regelen.
Als er niet genoeg vrije ruimte beschikbaar is in het apparaatgeheugen, worden automatisch enkele van de oudste bekeken video's verwijderd wanneer nieuwe video's worden gedownload.
Zie 'Informatie over het eigen
geeft aan
dat video's binnenkort mogelijk worden verwijderd.
Selecteer Opties > Beveiligen als u wilt voorkomen dat een video automatisch wordt verwijderd (
).

Video's overbrengen van uw pc

Breng uw eigen video's over naar het videocentrum vanaf compatibele apparaten via een compatibele USB-kabel.
Ga als volgt te werk om video's over te zetten vanaf een compatibele pc:
1. Als u het apparaat op een pc wilt weergeven als
massageheugenapparaat (E:\) waarnaar u gegevensbestanden kunt overbrengen, maakt u verbinding via een compatibele USB-kabel.
2. Selecteer de verbindingsmodus
Gegevensoverdracht.
3. Selecteer de video's die u van uw pc wilt
kopiëren.
4. Breng de video's over naar E:\Mijn video's in het
massageheugen van uw apparaat. De overgebrachte video's verschijnen in de map
Mijn video's in Videocentrum. Videobestanden
in andere mappen van uw apparaat worden niet weergegeven.

Instellingen

Selecteer Opties > Instellingen in de hoofdweergave van Videocentrum en kies een van de volgende opties:
Videodienst selecteren — Hiermee selecteert
u de videodiensten die u in de hoofdweergave van de toepassing wilt weergeven. U kunt ook de details van een videodienst bekijken.
Voor sommige diensten moet u een gebruikersnaam en wachtwoord opgeven. Deze gegevens ontvangt u van de serviceprovider.
Standaardtoegangspunt — Hiermee
selecteert u de toegangspunten voor de gegevensverbinding. Als u pakketgegevensverbindingen gebruikt om bestanden te downloaden, worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens verzonden via het netwerk van de serviceprovider. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Ouderlijk toezicht — Hiermee activeert u het
kinderslot voor videodiensten.
Voorkeursgeheugen — Hier geeft u aan of
gedownloade video's moeten worden opgeslagen in het apparaatgeheugen of op een
Nokia Videocentrum
47
compatibele geheugenkaart. Als het geselecteerde geheugen bijna vol is, wordt de inhoud opgeslagen in het andere geheugen, indien beschikbaar. Als er niet genoeg ruimte vrij is in het andere geheugen, worden automatisch enkele van de oudste video's verwijderd.
Miniaturen — Hier geeft u aan of u miniaturen
in videolijsten wilt bekijken.
Nokia Videocentrum
48

N-Gage

Informatie over N-Gage

N-Gage is een platform voor mobile gaming dat voor verschillende compatibele mobiele Nokia­apparaten beschikbaar is. De toepassing N-Gage op uw apparaat biedt toegang tot games, spelers en inhoud. U kunt ook games downloaden en op uw computer toegang tot bepaalde functies krijgen via www.n-gage.com.
Met N-Gage kunt u games downloaden en kopen en deze vervolgens zelf of samen met vrienden spelen. U kunt proefversies van nieuwe games downloaden en games die u leuk vindt vervolgens aanschaffen. Via N-Gage kunt u bovendien contact met andere spelers houden en scores en andere prestaties bijhouden en met elkaar vergelijken.
U hebt een GPRS- of 3G-verbinding nodig om N-Gage te kunnen gebruiken. U kunt ook een WLAN­verbinding gebruiken als deze beschikbaar is. U hebt de verbinding ook nodig om toegang te krijgen tot online functies, zoals functies voor het downloaden van games, game-licenties, games voor meerdere spelers of chatten. U hebt de verbinding ook nodig om te kunnen deelnemen aan
online games of games voor meerdere spelers of om berichten naar andere spelers te verzenden.
Bij alle N-Gage-diensten waarvoor een verbinding met N-Gage-servers is vereist, worden grote hoeveelheden gegevens verzonden. Dit geldt bijvoorbeeld voor het downloaden van game­bestanden, het aanschaffen van games, online games, games voor meerdere spelers, het maken van een spelersnaam, chatten en het verzenden van berichten.
Uw serviceprovider brengt hiervoor kosten in rekening. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.

N-Gage-weergaven

De toepassing N-Gage bestaat uit vijf onderdelen.
De hoofdweergave wordt geopend wanneer u de toepassing N-Gage start. U kunt een game gaan spelen of de laatst gespeelde game voortzetten, het behaalde aantal N-Gage-punten bekijken, meer games zoeken, uw berichten lezen of verbinding maken met een N-Gage-vriend die beschikbaar is om te spelen.
N-Gage
49
In Mijn games kunt u spelletjes die u op uw apparaat hebt gedownload, spelen en beheren. U kunt games installeren en verwijderen, gespeelde games beoordelen en recenseren, en deze
N-Gage
aanbevelen bij uw N-Gage-vrienden.
In Mijn profiel kunt u uw profielinformatie en ­gegevens beheren, en een registratie bijhouden van uw N-Gage-game-historie.
In Mijn vrienden kunt u andere N-Gage-spelers uitnodigen voor uw vriendenlijst, en zien of ze online zijn en beschikbaar om te spelen. U kunt ook berichten naar uw N-Gage-vrienden sturen.
In Showroom vindt u informatie over N-Gage­games, waaronder schermafbeeldingen en recensies van spelers. U kunt nieuwe games ook uitproberen door testversies te downloaden, en u kunt uw spelervaring uitbreiden met extra game­onderdelen voor games die al op uw apparaat zijn geïnstalleerd.

Aan de slag

Een spelersnaam maken

U kunt zonder spelersnaam games downloaden, kopen en spelen, maar voor een optimale N-Gage­ervaring wordt u aangeraden een spelersnaam te maken. Met een spelersnaam kunt u deelne men aan
50
de N-Gage-community, verbinding maken met
andere spelers en scores, aanbevelingen en beoordelingen uitwisselen. U hebt ook een spelersnaam nodig als u uw profielgegevens en N­Gage-punten naar een ander apparaat wilt overbrengen.
Wanneer u de toepassing N-Gage start en voor het eerst verbinding maakt met de N-Gage-dienst, wordt u gevraagd om een N-Gage-spelersnaam te maken. U kunt verbinding met het netwerk maken door bijvoorbeeld Opties > Stel Online Status
in > Speelbaar te selecteren om aan te geven dat
u beschikbaar bent. Als u al een N-Gage-spelersnaam hebt, geeft u aan
dat u al een account hebt en u voert u uw gebruikersnaam en wachtwoord in om u aan te melden.
Een nieuwe spelersnaam maken:
1. Selecteer Register New Account.
2. Voer in het registratiescherm uw
geboortedatum, gewenste spelersnaam en wachtwoord in. Als de spelersnaam al wordt gebruikt, verschijnt er een lijst van vergelijkbare namen die wel beschikbaar zijn.
3. Als u uw spelersnaam wilt registreren, voert u
uw gegevens in, leest en accepteert u de voorwaarden en selecteert u Inschrijven.
U kunt ook een spelersnaam maken op de website van N-Gage, op www.n-gage.com.
Wanneer u een spelersnaam hebt gemaakt, kunt u uw instellingen en persoonlijke gegevens wijzigen op het tabblad Private van de module My Profile.
Voor het maken van een spelersnaam op het apparaat kunnen kosten voor gegevensoverdracht in rekening worden gebracht.
Als u een andere vriend wilt zoeken om mee te spelen, selecteert u Opties > Toon Mijn
Vrienden.
Dit item wordt niet weergegeven als uw vriendenlijst leeg is.
andere spelers', p. 52.
Zie 'Verbinding maken met
N-Gage

Een game starten

Als u de laatst gespeelde game wilt starten, gaat u naar de hoofdweergave en selecteert u Start
Game.
Selecteer Opties > Hervat Game om een onderbroken game te hervatten.

Uw voortgang volgen

Als u het aantal behaalde N-Gage-punten wilt bekijken, gaat u naar de hoofdweergave en selecteert u Volg mijn voortgang.

Spelen met vrienden

Selecteer Speel Met Vrienden als u verbinding wilt maken met N-Gage-spelers in uw vriendenlijst, en ze wilt uitnodigen voor een game. Op basis van uw game-historie en de beschikbaarheid van uw N­Gage-vrienden, stelt N-Gage een vriend voor om een game mee te spelen.

Games spelen en beheren

Selecteer Mijn Games als u de games die u op uw apparaat hebt gedownload en geïnstalleerd, wilt spelen en beheren. De games zijn gesorteerd op de datum waarop ze het laatst zijn gespeeld, met de meest recent gespeelde games bovenaan.
Mijn games kan vijf typen spelletjes bevatten:
Volledige versies — Dit zijn games die u met een
volledige licentie hebt gekocht. Afhankelijk van de game en uw regio zijn verschillende typen licenties beschikbaar.
Testversies — Dit zijn volledige game-bestanden
waartoe u slechts een beperkte periode toegang hebt of waarvan de inhoud beperkt is. Wanneer de testperiode is verlopen, moet u een licentie kopen om de volledige game te ontgrendelen en verder te gaan. Deze games zijn gemarkeerd met een testversie-banner.
Gamedemo's — Dit zijn kleinere onderdelen van
de game, met slechts een beperkte reeks functies
51
en niveaus. Deze games zijn gemarkeerd met een demoversie-banner.
Volledig vervallen — Dit zijn games die u met
een beperkte licentie hebt gekocht en waarvan
N-Gage
de licentie is verlopen. Deze games zijn gemarkeerd met een klok en een pijl.
Niet beschikbaar — Dit zijn volledige games die
u hebt verwijderd, of die u hebt gedownload maar niet volledig hebt geïnstalleerd. Deze games worden in de lijst met games als niet beschikbaar weergegeven. Ook games die op de geheugenkaart zijn geïnstalleerd, worden als niet-beschikbaar weergegeven als de geheugenkaart is verwijderd.
Als een extra game-onderdeel is gedownload maar niet volledig is geïnstalleerd, is de betreffende game-afbeelding ook niet beschikbaar en kan de game pas worden gespeeld wanneer het extra game-onderdeel is geïnstalleerd.

Profielgegevens bewerken

Als u de gegevens van uw openbaar profiel wilt bewerken, selecteert u Opties > Profiel
Wijzigen. Open het tabblad Openbaar en maak uw
keuze uit de volgende opties:
Pictogram — Voeg een afbeelding toe om uzelf
52
voor te stellen. Als u het pictogram verandert, wordt in N-Gage een lijst weergegeven met alle
afbeeldingen in de Galerij van uw apparaat, die als pictogram kunnen worden gebruikt. Selecteer de gewenste afbeelding in de lijst, of gebruik de zoekfunctie om een afbeelding te zoeken.
Motto — Voer een kort persoonlijk bericht toe.
Selecteer Wijzigen om de tekst te bewerken.
Favoriete Game(s) — Voer de namen van uw
favoriete games in.
Apparaat Model — Het modelnummer van uw
apparaat. Dit wordt automatisch gedefinieerd en kan niet worden bewerkt.
Toon Locatie — Selecteer of u uw woonplaats
en land in uw openbare profiel wilt weergeven. U kunt uw locatie wijzigen op het tabblad Privé.
Nadat u uw profiel hebt bijgewerkt, meldt u zich met uw spelersnaam aan bij de dienst om ervoor te zorgen dat de wijzigingen die u in uw profiel hebt aangebracht, worden gesynchroniseerd met de N­Gage-server.

Verbinding maken met andere spelers

Ga naar My friends als u verbinding wilt maken met andere N-Gage-spelers en uw lijst met vrienden wilt beheren. U kunt een bepaalde N-Gage-speler zoeken en deze speler voor uw lijst met vrienden uitnodigen. Uw lijst met vrienden geeft aan welke
vrienden online zijn en beschikbaar zijn voor games. Ook kunt u persoonlijke berichten en aanbevelingen voor games met vrienden uitwisselen.
Het symbool naast de spelersnaam geeft de beschikbaarheid van de vriend aan.
U kunt privé-berichten naar uw N-Gage-vrienden sturen, zelfs als u niet-beschikbaar of offline bent.
N-Gage

Vrienden zoeken en toevoegen

Als u een N-Gage-speler wilt uitnodigen voor uw vriendenlijst, voert u de spelersnaam van de speler in het veld Voeg een Vriend toe van de vriendenlijst in. Voeg indien nodig een bericht aan de uitnodiging toe. Selecteer Verzenden om de uitnodiging te versturen. Als de speler de uitnodiging accepteert, wordt de speler in uw vriendenlijst opgenomen.
Als u geen N-Gage-vrienden hebt en andere spelers wilt ontmoeten, gaat u naar N-Gage Arena op www.n-gage.com en bezoekt u de chatrooms en forums.

Gegevens over vrienden weergeven

Als u informatie over een vriend wilt weergeven, zoals het aantal N-Gage-punten of de meest recent gespeelde games van een vriend, gaat u naar de speler in uw vriendenlijst. U moet online zijn en met de N-Gage-dienst zijn verbonden om de online status van uw vrienden te kunnen bekijken.

De vriendenlijst sorteren

Als u uw vrienden wilt sorteren op beschikbaarheid, spelersnaam of N-Gage-punten, selecteert u
Opties > Sorteer Vrienden Op.

Een speler beoordelen

Als u een speler wilt beoordelen, gaat u naar de speler in uw vriendenlijst en selecteert u Opties >
Beoordeel speler. U kunt een speler beoordelen
met één tot vijf sterren. De beoordeling die u geeft, beïnvloedt de reputatie van de speler in de gemeenschap.

Berichten verzenden

In Mijn vrienden kunt u privé-berichten sturen naar spelers in uw vriendenlijst. Als uw vriend op dat moment is aangemeld bij de N-Gage-dienst, kan de vriend uw bericht beantwoorden en kunt u één-op­een chatten.
Als u nieuwe berichten wilt bekijken die u van een N-Gage-vriend hebt ontvangen, gaat u naar de vriend in de vriendenlijst en selecteert u Opties >
53
Toon Bericht. Gelezen berichten worden
automatisch verwijderd wanneer u N-Gage afsluit.
Selecteer Opties > Bekijk Aanrader als u game-
N-Gage
aanbevelingen wilt bekijken. Game-aanbevelingen worden een week nadat u ze hebt ontvangen, automatisch verwijderd.
Als u een bericht naar een N-Gage-vriend wilt verzenden, gaat u naar de vriend in de vriendenlijst en selecteert u Opties > Bericht zenden. De maximumgrootte van een privé-bericht is 115 tekens. Selecteer Indienen om het bericht te versturen.
U hebt een GPRS-, 3G- of draadloze LAN-verbinding nodig om de berichtfunctie te kunnen gebruiken. Er kunnen kosten in rekening worden gebracht voor gegevensoverdracht. Neem voor meer informatie contact op met de provider van mobiele diensten.

N-Gage-instellingen

Als u de N-Gage-instellingen wilt wijzigen, selecteert u Opties > Profiel Wijzigen. Open het tabblad Privé en selecteer Opties > N-Gage
Instellingen.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Spelersnaam — Bewerk uw spelersnaam. U
54
kunt de naam alleen bewerken als u nog niet bent aangemeld bij de N-Gage-dienst.
Persoonlijk Instellingen — Definieer uw
persoonlijke gegevens, die niet in uw openbare profiel worden weergegeven, en meld u aan bij de nieuwsbrief van N-Gage. Geef ook op of u tijdens het spelen van een game berichten van uw N-Gage-vrienden wilt ontvangen.
Verbindingsinstellingen — Selecteer of de N-
Gage-toepassing automatisch verbinding met het netwerk mag maken als dat nodig is, en geef uw voorkeurstoegangspunt en de gegevensoverdrachtlimiet op waarbij een waarschuwing wordt gegenereerd.
Accountgegevens — Selecteer uw
aankoopvoorkeuren. Wanneer u een game koopt, wordt u gevraagd of u uw factuurgegevens, waaronder uw creditcardnummer, wilt opslaan zodat een volgende aankoop sneller kan worden afgerond.

Muziekmap

Muziekspeler

Waarschuwing: Luiste r naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Muziekspeler ondersteunt bestandsindelingen zoals AAC, AAC+, eAAC+, MP3 en WMA. Music Player ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle kenmerken van bestandsindelingen of alle variaties van bestandsindelingen.
U kunt Music player ook gebruiken om podcasts te beluisteren. Podcasts zijn de methode voor het aanleveren van audio- of video-inhoud via internet waarbij RSS- of ATOM-technologie wordt gebruikt om deze inhoud op mobiele apparaten en pc's af te spelen.
U kunt muziek van andere compatibele apparaten naar uw apparaat overbrengen.
overbrengen naar uw apparaat', p. 58.
Zie 'Muziek

Een liedje of podcast-episode afspelen

U moet mogelijk de bibliotheken met muziek en podcasts vernieuwen nadat u de selectie van liedjes of podcasts in uw apparaat hebt bijgewerkt. Selecteer Opties > Vernieuwen in de hoofdweergave van Muziekspeler wanneer u alle beschikbare items aan de bibliotheek wilt toevoegen.
Ga als volgt te werk om een liedje of podcast­episode af te spelen:
1. Druk op
Muziekspeler.
2. Selecteer Muziek of Podcasts.
3. Selecteer categorieën als u
naar het nummer of de podcast wilt gaan waarnaar u wilt luisteren.
4. Druk op
geselecteerde bestanden wilt afspelen.
Druk op wilt onderbreken. Druk op
en selecteer Muziek >
als u de
als u het afspelen
als u het afspelen
Muziekmap
55
wilt hervatten. Druk op als u het afspelen wilt stoppen.
Houd of ingedrukt als u vooruit of achteruit wilt spoelen.
Druk op
Muziekmap
naar het volgende item wilt gaan. Druk op wilt terugkeren naar het begin van het item. Druk nogmaals op binnen twee seconden nadat een nummer of podcast is gestart als u naar het vorige item wilt gaan.
Wanneer u willekeurig afspelen uitschakelen, selecteert u Opties > Willekeurig
afspelen.
Selecteer Opties > Herhalen wanneer u het huidige item ( of herhalen wilt uitschakelen.
Als u podcasts afspeelt, zijn willekeurig afspelen en herhalen automatisch uitgeschakeld.
Druk op de volumetoets om het volume te regelen.
Selecteer Opties > Equalizer a l s u de t oo n v o or he t afspelen van muziek wilt wijzigen.
56
als u
als u
wilt in- of
) of alle items ( ) wilt herhalen,
Selecteer Opties > Audio-instellingen als u de balans en het stereobeeld wilt wijzigen of de lage tonen wilt versterken.
Selecteer Opties > Visualisatie weergeven als u tijdens het afspelen een visualisatie wilt weergeven.
Druk op de beëindigingstoets als u wilt terugkeren naar de stand-by modus en de speler op de achtergrond wilt laten spelen of houd als u wilt schakelen naar een andere geopende toepassing.
Selecteer Opties > Afsluiten om de muziekspeler te sluiten.
ingedrukt

Muziekmenu

Druk op en selecteer Muziek >
Muziekspeler > Muziek.
In het muziekmenu wordt de beschikbare muziek weergegeven. Selecteer de gewenste optie in het muziekmenu om alle liedjes, gesorteerde liedjes of afspeellijsten te bekijken.
Als de muziekspeler op de achtergrond wordt afgespeeld, opent u de weergave Afspelen door de multimediatoets ingedrukt te houden.

Playlists

Druk op en selecteer Muziek >
Muziekspeler > Muziek.
Ga naar het menu Muziek en selecteer
Tracklijsten als u playlists wilt weergeven en
beheren.
Selecteer Opties > Details tracklijst als u de details van de afspeellijst wilt bekijken.
Een playlist maken
1. Selecteer Opties > Afspeellijst maken.
2. Voer een naam voor de playlist in selecteer OK.
3. Selecteer Ja om nu liedjes toe te voegen of
selecteer Nee om de liedjes later toe te voegen.
4. Wanneer u Ja selecteert, selecteert u artiesten
om liedjes te zoeken die u in de afspeellijst wilt opnemen. Druk op de bladertoets om items toe te voegen.
Druk de bladertoets naar rechts als u de lijst met liedjes onder de naam van een artiest wilt weergeven. Druk de bladertoets naar links als u de lijst met liedjes wilt verbergen.
5. Selecteer Gereed wanneer u uw selecties hebt
voltooid. De afspeellijst wordt opgeslagen in het
massageheugen van uw apparaat.
Selecteer Opties > Liedjes toevoegen terwijl u de afspeellijst weergeeft als u later meer liedjes wilt toevoegen.
Selecteer een item en selecteer Opties > Tvgn aan
tracklijst > Opgeslagen tracklijst of Nieuwe tracklijst als u liedjes, albums, artiesten, genres en
componisten aan een afspeellijst wilt toevoegen vanuit de verschillende weergaven van het muziekmenu.
Selecteer Opties > Verwijderen als u een liedje uit een afspeellijst wilt verwijderen. Hiermee verwijdert u het nummer niet uit het apparaat, maar alleen uit de playlist.
Ga naar het liedje dat u wilt verplaatsen en selecteer
Opties > Lijst opnieuw ordenen als u de
volgorde van liedjes in een afspeellijst wilt wijzigen. Gebruik de bladertoets als u nummers naar een nieuwe positie wilt slepen.

Podcasts

Druk op en selecteer Muziek >
Muziekspeler > Podcasts.
In het podcastmenu worden de podcasts weergegeven die beschikbaar zijn in het apparaat.
Er zijn drie statuswaarden voor podcast-episodes: nooit afgespeeld, gedeeltelijk afgespeeld en volledig afgespeeld. Wanneer een episode gedeeltelijk is afgespeeld, wordt deze de volgende
Muziekmap
57
keer vanaf de laatste afspeelpositie afgespeeld. Wanneer een episode nooit is afgespee ld of volledig is afgespeeld, wordt deze vanaf het begin afgespeeld.

Eigen netwerk met music player

Muziekmap
U kunt gegevens die op uw Nokia-apparaat zijn opgeslagen, op afstand afspelen op compatibele apparatuur in een eigen netwerk. U kunt bestanden van uw Nokia-apparaat ook naar andere apparaten kopiëren die op uw eigen netwerk zijn aangesloten. Eerst moet uw eigen netwerk zijn geconfigureerd.
Zie 'Informatie over het eigen netwerk', p. 97.
Een nummer of podcast extern afspelen
1. Druk op en selecteer Muziek >
Muziekspeler.
2. Selecteer Muziek of Podcasts.
3. Selecteer categorieën als u naar het nummer of
de podcast wilt gaan waarnaar u wilt luisteren.
4. Selecteer het gewenste liedje of de podcast van
uw keuze en selecteer vervolgens Opties >
Afspelen > Via eigen netwerk.
5. Selecteer het apparaat waarin het bestand
wordt afgespeeld.
Nummers of podcasts draadloos kopiëren
Selecteer een bestand en Opties > Verpl. en
58
kopiëren > Kopie nr eig. netw. of Verpl. nr eig.
netw. om mediabestanden van uw apparaat naar
een ander compatibel apparaat in uw eigen netwerk te kopiëren of te verplaatsen. U hoeft in uw eigen netwerk niet in te stellen dat inhoud moet worden gedeeld.
definiëren', p. 99.
Zie 'Delen inschakelen en inhoud

Muziek overbrengen naar uw apparaat

U kunt muziek overbrengen vanaf een compatibele pc of andere compatibele apparaten met behulp van een compatibele USB-kabel of via Bluetooth.
Pc-vereisten voor muziekoverdracht:
Microsoft Windows XP (of hoger)
Een compatibele versie van Windows Media
Player. Meer informatie over de compatibiliteit met Windows Media Player vindt u op de productpagina's van uw apparaat op de Nokia­website.
Nokia Nseries PC Suite 1.6 of hoger
Windows Media Player 10 kan afspeelvertragingen veroorzaken in bestanden die zijn beveiligd met WMDRM-technologie nadat ze naar uw apparaat zijn overgebracht. Raadpleeg de ondersteuningswebsite van Microsoft voor een hotfix op Windows Media Player 10 of schaf een nieuwere, compatibele versie van Windows Media Player aan.
Muziek overbrengen vanaf de pc
U kunt muziek overbrengen op drie verschillende manieren:
Als u het apparaat op een pc wilt weergeven als
massageheugenapparaat waarnaar u gegevensbestanden kunt overbrengen, maakt u verbinding via een compatibele USB-kabel of via Bluetooth. Selecteer Gegevensoverdracht als verbindingsmethode wanneer u de USB-kabel gebruikt.
Sluit de compatibele USB-kabel aan en selecteer
Mediaspeler als verbindingsmethode wanneer
u muziek wilt synchroniseren met Windows Media Player.
Sluit de compatibele USB-kabel aan en selecteer
PC Suite als verbindingsmethode wanneer u
Nokia Music Manager in Nokia Nseries PC Suite wilt gebruiken.
Met de modi Gegevensoverdracht en
Mediaspeler brengt u bestanden over naar het
massageheugen van uw apparaat.
Druk op
Connect. > USB > USB-modus als u de standaard
USB-verbindingsmodus wilt wijzigen. Zowel Windows Media Player als Nokia Music
Manager in Nokia Nseries PC Suite zijn geoptimaliseerd voor de overdracht van muziekbestanden. Zie voor informatie over de
en selecteer Instrumenten >
overdracht van muziekbestanden met Nokia Music Manager de Help-functie in Nokia Nseries PC Suite of bezoek de ondersteuningspagina's van Nokia.
Muziek overbrengen met Windows Media Player
De synchronisatiefuncties voor muziek kunnen per versie van Windows Media Player variëren. Zie de gebruikershandleiding en Help van Windows Media Player voor meer informatie.
Handmatige synchronisatie
Met handmatige synchronisatie kunt u de liedjes en afspeellijsten selecteren die u wilt verplaatsen, kopiëren of verwijderen.
1. Nadat u het apparaat hebt verbonden met
Windows Media Player, selecteert u het apparaat in het navigatiedeelvenster aan de rechterkant wanneer er meer dan één apparaat is aangesloten.
2. Blader in het linkernavigatiedeelvenster door de
muziekbestanden op uw pc die u wilt synchroniseren.
3. Versleep en plaats nummers naar de
synchronisatielijst aan de rechterzijde. U kunt de hoeveelheid beschikbaar geheugen in
het apparaat bekijken boven in de
synchronisatielijst.
Muziekmap
59
4. Als u nummers of albums wilt verwijderen,
selecteert u een item in de synchronisatielijst. Vervolgens klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u Verwijderen uit lijst.
5. Klik op Synchrn. starten om de synchronisatie
te starten.
Muziekmap
Automatische synchronisatie
1. Klik op de tab Sync om de automatische
synchronisatiefunctie in Windows Media Player in te schakelen, selecteer Nokia Handset > Synchronisatie intsellen en schakel het selectievakje Dit apparaat automatisch synchroniseren in.
2. Selecteer in het venster Beschikbare playlists
de playlists die u automatisch wilt synchroniseren en klik op Toevoegen.
De geselecteerde items worden overgebracht naar het deelvenster Te synchroniseren playlists.
3. Klik op Voltooien als u de instelling van
automatische synchronisatie wilt voltooien.
Als het selectievakje Dit apparaat automatisch synchroniseren is ingeschakeld en u uw apparaat met de PC verbindt, wordt de muziekbibliotheek in het apparaat automatisch bijgewerkt op basis van de playlists die u hebt geselecteerd in Windows Media Player. Als u geen afspeellijsten hebt
60
geselecteerd, wordt de volledige
muziekbibliotheek op de pc geselecteerd voor synchronisatie. Wanneer er niet genoeg vrije ruimte op uw apparaat aanwezig is, selecteert Windows Media Player automatisch de handmatige synchronisatie.
Als u de synchronisatie wilt stoppen, klikt op de tab
Sync en selecteert u Synchronisatie met 'Nokia­toestel' stoppen.

Nokia Muziekwinkel

In de Nokia Muziekwinkel (netwerkdienst) kunt u muziek opzoeken, doorbladeren en aanschaffen om te downloaden naar het apparaat. Om muziek te kunnen aanschaffen, moet u zich eerst voor deze dienst registreren.
Kijk voor meer informatie over de beschikbaarheid van Nokia Muziekwinkel in uw land op music.nokia.com.
Als u de Nokia Muziekwinkel wilt bezoeken, moet u beschikken over een geldig internettoegangspunt op het apparaat.
Druk op als u Nokia Muziekwinkel wilt openen.
Selecteer Opties > Zoeken i n muziekwinkel voor meer muziek in de verschillende categorieën van het muziekmenu.
en selecteer Muziek > Muziekwinkl
Instellingen voor Nokia Muziekwinkel
De beschikbaarheid en het uiterlijk van de instellingen voor Muziekwinkel kunnen variëren. De instellingen kunnen ook vooraf zijn gedefinieerd, waardoor u deze niet kunt bewerken. Wanneer de instellingen niet vooraf zijn gedefinieerd, wordt u misschien gevraagd om het toegangspunt te selecteren dat u wilt gebruiken wanneer u een verbinding tot stand brengt met Muziekwinkel. Selecteer Std. toeg. punt om het toegangspunt te selecteren.
In Muziekwinkel kunt u mogelijk instellingen bewerken door Opties > Instellingen te selecteren.

Radio

U kunt de radio als gewone FM-radio gebruiken met automatische afstemming en opgeslagen zenders of met parallelle visuele informatie over het radioprogramma in het scherm als u afstemt op zenders die de dienst Visual Radio ondersteunen. Voor de dienst Visual Radio worden packet­gegevens gebruikt (netwerkdienst).
Waarschuwing: Luiste r naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Houd het apparaat niet dicht
bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Wanneer u de radio voor de eerste keer opent, helpt een wizard u bij het opslaan van lokale radiostations (netwerkdienst).
Als u geen toegang hebt tot de dienst Visual Radio, ondersteunen de operators en radiozenders in uw gebied deze dienst mogelijk niet.

Naar de radio luisteren

De FM-radio maakt gebruik van een andere antenne dan de antenne van het draadloze apparaat. De FM­radio functioneert alleen naar behoren als er een compatibele hoofdtelefoon of een compatibel toebehoren op het apparaat is aangesloten.
Druk op De kwaliteit van de radio-uitzending is afhankelijk
van de dekking van het radiozenders in het betreffende gebied.
U kunt iemand bellen of een inkomende oproep normaal beantwoorden terwijl u naar de radio luistert. De radio wordt gedempt wanneer er een actieve oproep is.
Selecteer Selecteer Opties > Handmatig afstemmen als u de frequentie handmatig wilt wijzigen.
en selecteer Muziek > Radio.
of om een zender te zoeken.
Muziekmap
61
Als u al eerder radiozenders hebt opgeslagen, selecteert u vorige opgeslagen zender te gaan.
Druk op de volumetoets om het volume te regelen.
Selecteer Opties > Luidspreker aan als u via de
Muziekmap
luidspreker naar de radio wilt luisteren.
Selecteer Opties > Zenderoverzicht (netwerkdienst) als u beschikbare zenders op basis van de locatie wilt weergeven.
Selecteer Opties > Zender opslaan als u de huidige zender wilt opslaan in de lijst met zenders. Selecteer Opties > Zenders als u de lijst met opgeslagen zenders wilt openen.
Selecteer Opties > Afsp. in achtergrond als u wilt terugkeren naar de stand-by modus en de FM-radio op de achtergrond wilt laten spelen.
of om naar de volgende of

Visuele inhoud weergeven

Neem contact op met de serviceprovider als u meer wilt weten over de beschikbaarheid en kosten van de dienst en als u zich hierop wilt abonneren.
Selecteer als u de beschikbare visuele inhoud voor een zender wilt weergeven. Voer de ID van de visuele dienst in als u deze niet hebt opgeslagen voor de zender of selecteer Ophalen als u hiernaar wilt zoeken in de
62
lijst met zenders (netwerkdienst).
of Opties > Visuele dienst starten
Wanneer de verbinding met de visuele dienst tot stand is gebracht, wordt de huidige visuele inhoud getoond.

Opgeslagen zenders

Selecteer Opties > Zenders als u de lijst met opgeslagen zenders wilt openen.
Selecteer Opties > Zender > Luisteren als u wilt luisteren naar een opgeslagen zender. Selecteer
Opties > Zender > Visuele dienst starten als u
de beschikbare visuele inhoud voor een zender wilt weergeven met de dienst Visual Radio.
Selecteer Opties > Zender > Bewerken als u de details van een zender wilt wijzigen.

Instellingen

Druk op en selecteer Muziek > Radio. Selecteer Opties > Instellingen en maak een
keuze uit de volgende opties:
Starttoon — Selecteer of u een toon wilt
afspelen wanneer de toepassing wordt gestart.
Autostart dienst — Selecteer Ja om Visual Radio
automatisch te starten als u een opgeslagen zender selecteert die de dienst Visual Radio aanbiedt.
Toegangspunt — Selecteer het toegangspunt
voor de gegevensverbinding. U hebt geen
toegangspunt nodig als u de toepassing wilt gebruiken als normale radio.
Huidige regio — Selecteer de regio waarin u
zich momenteel bevindt. Deze instelling verschijnt alleen als er geen netwerkdekking is wanneer de toepassing wordt opgestart.

Nokia Podcasting

Met de toepassing Nokia Podcasting (netwerkservice) kunt u podcasts zoeken, beluisteren en downloaden en kunt u zich op podcasts abonneren. Daarnaast kunt u audio- en videopodcasts afspelen, beheren en delen via uw apparaat.
Waarschuwing: Luiste r naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.

Instellingen

Stel uw verbindings- en downloadinstellingen in voordat u Nokia Podcasting gebruikt.
De aanbevolen verbindingsmethode is WLAN. Vraag bij uw serviceprovider naar de voorwaarden en kosten voor gegevensdiensten voordat u andere
verbindingen gebruikt. Bij een gegevensplan met een vast tarief kunt u bijvoorbeeld grote hoeveelheden gegevens overbrengen tegen één maandelijks bedrag.
Verbindingsinstellingen
Druk op en selecteer Muziek > Podcasting >
Opties > Instellingen > Verbinding als u de
verbindingsinstellingen wilt bewerken. Definieer het volgende:
Standaardtoeg. punt — Selecteer het
toegangspunt om uw internetverbinding te definiëren.
URL van zoekservice — Definieer de dienst voor
het zoeken naar podcasts die u in zoekopdrachten wilt gebruiken.
Downloadinstellingen
Druk op en selecteer Muziek > Podcasting >
Opties > Instellingen > Downloaden als u de
downloadinstellingen wilt bewerken. Definieer het volgende:
Opslaan in — Definieer de locatie waar u de
podcasts wilt opslaan. Voor een optimaal gebruik van de opslagruimte wordt een massageheugen aanbevolen.
Update-interval — Geef aan hoe vaak er een
update van de podcasts moet worden uitgevoerd.
Muziekmap
63
Datum volgende update — Geef de datum van
de volgende automatische update op.
Tijd volgende update — Geef het tijdstip van
de volgende automatische update op. Automatische updates vinden alleen plaats als
een specifiek standaardtoegangspunt is
Muziekmap
geselecteerd en Nokia Podcasting wordt uitgevoerd. Als Nokia Podcasting niet wordt uitgevoerd, worden de automatische updates niet geactiveerd.
Downloadlimiet (%) — Geef aan hoeveel
geheugen voor gedownloade podcasts wordt gebruikt.
Als limiet is bereikt — Geef aan wat u wilt doen
als de downloads de downloadlimiet overschrijden.
Het instellen van de toepassing om automatische podcasts binnen te halen, kan de overdracht van grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van uw serviceprovider met zich meebrengen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Selecteer Opties > Standaardinstellingen in de weergave Instellingen als u de standaardinstellingen wilt herstellen.
64

Zoeken

Met Zoeken kunt u podcasts op trefwoord of titel zoeken.
De zoekfunctie gebruikt de podcastzoekservice die u instelt in Podcasting > Opties >
Instellingen > Verbinding > URL van zoekservice.
Druk op
Zoeken en voer de gewenste trefwoorden in om
podcasts te zoeken.
Selecteer Opties > Abonneren om een abonnement te nemen op gemarkeerde kanalen en deze aan uw podcasts toe te voegen. U kunt ook een podcast toevoegen door er een te selecteren.
Selecteer Opties > Opnieuw zoeken om een nieuwe zoekopdracht te starten.
Selecteer Opties > Webpagina openen om naar de website van de podcast te gaan (netwerkservice).
Selecteer Opties > Beschrijving als u de details van een podcast wilt bekijken.
, selecteer Muziek > Podcasting >
Tip: Er wordt naar podcasttitels en trefwoorden in beschrijvingen gezocht, niet naar specifieke episoden. Algemene onderwerpen, zoals voetbal of hip-hop, leveren meestal betere resultaten op dan een specifiek team of een specifieke artiest.
Selecteer Opties > Zenden om geselecteerde podcasts naar een ander compatibel apparaat te verzenden.

Mappen

In de mappen kunt u nieuwe podcast-episodes vinden waarop u zich kunt abonneren.
Druk op
Mappen als u mappen wilt openen.
De inhoud van de mappen verandert. Selecteer de gewenste map om deze bij te werken (netwerkservice). Wanneer de kleur van de map verandert, drukt u opnieuw op de bladertoets om de map te openen.
In de mappen worden de podcasts gesorteerd op populariteit of in themamappen.
Druk op de bladertoets om de gewenste themamap te openen. Er wordt een lijst met podcasts weergegeven.
U kunt zich abonneren op een podcast door de titel te selecteren en op de bladertoets te drukken. Nadat u zich hebt geabonneerd op de episodes van een podcast, kunt u deze downloaden, beheren en afspelen in het podcastmenu.
Selecteer Opties > Nieuw > Webmap of Map als u een nieuwe map wilt toevoegen. Selecteer een
en selecteer Muziek > Podcasting >
titel, een URL van het .opml-bestand (outline processor markup language) en Gereed.
Selecteer Opties > Bewerken om de geselecteerde map, webkoppeling of webmap te bewerken.
Selecteer Opties > OPML-best. importeren om een .opml-bestand te importeren dat op uw apparaat is opgeslagen. Selecteer de locatie van het bestand en importeer het.
Wanneer u een map als multimediabericht of via Bluetooth wilt verzenden, selecteert u de map en
Opties > Zenden.
Wanneer u een bericht met een .opml-bestand via Bluetooth ontvangt, opent u het bestand om het op te slaan in de map Ontvangen in de mappen. Open de map om een abonnement te nemen op een van de koppelingen en deze aan uw podcasts toe te voegen.

Downloaden

Nadat u zich op een podcast hebt geabonneerd, kunt u vanuit de mappen, door te zoeken of door een URL in te voeren, in Podcasts episodes beheren, downloaden en afspelen.
Selecteer Podcasting > Podcasts om de podcasts te bekijken waarop u zich hebt geabonneerd.
Muziekmap
65
Selecteer het podcastbestand om de titels van afzonderlijke episodes te bekijken (een episode is een specifiek mediabestand van een podcast).
Selecteer de episodetitel om te beginnen met downloaden. Selecteer Opties > Downloaden of
Downloaden voortz. om geselecteerde of
Muziekmap
gemarkeerde episodes te downloaden of verder te gaan met het downloaden van deze episodes. U kunt verschillende episodes tegelijk downloaden.
Als u een deel van een podcast wilt afspelen tijdens het downloaden of na deze gedeeltelijk te hebben gedownload, selecteert u de podcast en vervolgens
Opties > Voorbeeld afspelen.
Volledig gedownloade podcasts zijn te vinden in de map Podcasts maar worden pas weergegeven nadat u de bibliotheek hebt vernieuwd.

Podcasts afspelen en beheren

Selecteer Opties > Openen om de beschikbare episodes van de geselecteerde podcast weer te geven. Onder elke episode ziet u de bestandsindeling, de bestandsgrootte en de uploadtijd.
Selecteer Podcasts > Opties > Afspelen, of druk op
en selecteer Muziek > Muziekspeler >
Podcasts om de volledige episode af te spelen
wanneer de podcast volledig is gedownload.
66
Selecteer Opties > Bijwerken om de geselecteerde podcast of de gemarkeerde podcasts bij te werken voor een nieuwe episode.
Selecteer Opties > Bijwerken stoppen om de update te stoppen.
Selecteer Opties > Nieuwe podcast om een nieuwe podcast toe te voegen door de URL van de podcast in te voeren. Neem contact op met uw serviceprovider wanneer u niet over een gedefinieerd toegangspunt beschikt of wanneer u tijdens een pakketgegevensverbinding wordt gevraagd een gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren.
Selecteer Opties > Bewerken om de URL van de geselecteerde podcast te bewerken.
Selecteer Opties > Verwijderen om een gedownloade podcast of gemarkeerde podcasts van uw apparaat te verwijderen.
Selecteer Opties > Zenden om de geselecteerde podcast of gemarkeerde podcasts naar een ander compatibel apparaat te verzenden als .opml­bestand, als multimediabericht of via Bluetooth.
Selecteer Opties > Markeringen aan/uit, markeer de gewenste podcasts en selecteer
Opties om de gewenste handeling te selecteren als
u een groep geselecteerde podcasts in één keer wilt bijwerken, verwijderen en verzenden.
Selecteer Opties > Webpagina openen wanneer u de website van de podcast wilt openen (netwerkservice).
Sommige podcasts bieden de mogelijkheid om met de makers te communiceren via het toevoegen van opmerkingen en door te stemmen. Selecteer
Opties > Opmerkingen weerg. om hiervoor een
verbinding te maken met internet.
Muziekmap
67

Mediamap

RealPlayer

Mediamap
Met RealPlayer kunt u videoclips of streaming mediabestanden afspelen zonder dat u deze eerst in het apparaat hoeft op te slaan.
RealPlayer ondersteunt bestandsindelingen als . 3GP, .MP4 of .RM. RealPlayer ondersteunt echter niet noodzakelijkerwijs alle bestandsindelingen of alle variaties van bestandsindelingen.
Wanneer Afspelen actief is, gebruikt u in de modus Liggend de mediatoetsen om de speler te bedienen.

Videoclips afspelen

Druk op en selecteer Toepass. > Media >
RealPlayer.
1. Selecteer Opties > Openen als u een
opgeslagen mediabestand wilt afspelen. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Recente clips — Hiermee speelt u een van
de laatste zes bestanden af die zijn afgespeeld in RealPlayer.
Opgeslagen clip — Hiermee speelt u een
68
bestand af dat is opgeslagen in de galerij.
2. Ga naar een bestand en druk op de bladertoets
als u dit wilt afspelen.
Gebruik de volumetoets als u het volume wilt regelen.

Streaming inhoud afspelen

Bij veel serviceproviders moet u een internettoegangspunt gebruiken voor uw standaardtoegangspunt. Er zijn echter ook serviceproviders bij wie u een WAP-toegangspunt kunt gebruiken.
In RealPlayer kunt u alleen een webadres van het type rtsp:// openen. Als u echter een HTTP­koppeling naar een RAM-bestand opent in een browser, speelt RealPlayer dit bestand af.
Als u streaming inhoud wilt afspelen (netwerkdienst), selecteert u een streaming koppeling die is opgeslagen in Galerij, wordt weergegeven op een webpagina of is ontvangen in een SMS- of multimediabericht. Voordat de live streaming inhoud wordt afgespeeld, wordt verbinding gemaakt met de site en wordt het laden van de inhoud gestart. De inhoud wordt niet opgeslagen in het apparaat.

Instellingen voor RealPlayer

Druk op en selecteer Toepass. > Media >
RealPlayer.
U kunt de instellingen van RealPlayer ontvangen in een speciaal bericht van de serviceprovider. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Selecteer Opties > Instellingen en maak een keuze uit de volgende opties:
Video — Geef aan of videoclips automatisch
worden herhaald nadat ze zijn afgespeeld.
Streaming — Hiermee selecteert u of u een
proxyserver gebruikt, wijzigt u het standaardtoegangspunt en stelt u het poortbereik in dat wordt gebruikt wanneer u verbinding maakt. Neem contact op met uw serviceprovider voor de juiste instellingen.

Adobe Flash Player

Druk op en selecteer Toepass. > Media >
Flash-speler.
Met Adobe Flash Player kunt u compatibele flashbestanden voor mobiele apparaten weergeven, afspelen en gebruiken.
Ga naar een flashbestand en selecteer dit om het bestand te openen.

Nokia Lifeblog

Druk op en selecteer Toepass. > Media >
Lifeblog.

Informatie over Nokia Lifeblog

Lifeblog is een combinatie van software voor mobiele telefoons en pc's waarmee een multimediadagboek wordt bijgehouden van items die u verzamelt met het apparaat. Met Lifeblog kunt u uw foto's, video's, geluiden, SMS-berichten, multimediaberichten en weblog-items in chronologische volgorde organiseren. Vervolgens kunt u bladeren, zoeken, de gegevens delen en publiceren, en er back-ups van maken. Met zowel Nokia Lifeblog PC als Nokia Lifeblog mobile kunt u uw items verzenden of in een blog opnemen zodat anderen ze kunnen zien.
Lifeblog mobile houdt uw multimedia-items automatisch bij. Gebruik Lifeblog op het apparaat om items te zoeken, deze naar anderen te versturen of ze op het web te publiceren. Sluit het apparaat middels een compatibele USB-gegevenskabel of via Bluetooth aan op een compatibele pc om de items op het apparaat over te brengen naar en te synchroniseren met de compatibele pc.
Met Lifeblog PC kunt u eenvoudig items zoeken en selecteren die u met het apparaat hebt verzameld. Als u over een compatibele USB-kabel of Bluetooth-
Mediamap
69
connectiviteit beschikt, kunt u met één knop al uw favoriete foto's, video's, tekst en multimedia berichten weer op uw apparaat terugzetten.
Om veiligheidsredenen kunt u een back-up van uw Nokia Lifeblog-database maken op de vaste schijf
Mediamap
van uw compatibele pc, cd's, dvd's, verwisselbare schijven of op een compatibel netwerkstation. U kunt bovendien items naar uw weblog (blog) posten.
Voor meer informatie over weblogdiensten en hun compatibiliteit met Nokia Lifeblog, gaat u naar www.nokia.com/lifeblog of drukt u op F1 in de Nokia Lifeblog-toepassing op de pc om Nokia Lifeblog Help te openen.

Installatie op de pc

U hebt het volgende nodig om Nokia Lifeblog op een compatibele pc te kunnen installeren:
Intel Pentium-processor van 1 GHz of
vergelijkbaar, 128 MB RAM
400 MB vrije ruimte op de vaste schijf (als
Microsoft DirectX en Nokia Nseries PC Suite moeten worden geïnstalleerd)
Grafische capaciteit van 1024 x 768 en 24-bits
kleuren
Grafische kaart van 32 MB
70
Microsoft Windows 2000 of Windows XP
Ga als volgt te werk als u Nokia Lifeblog wilt installeren op uw pc:
1. Plaats de cd-rom of dvd-rom die bij het apparaat
is meegeleverd.
2. Installeer Nokia Nseries PC Suite (inclusief de
Nokia Connectivity Cable-stuurprogramma's voor USB-verbinding).
3. Installeer Nokia Lifeblog voor de pc.
Als Microsoft DirectX 9.0 nog niet op de pc is geïnstalleerd, wordt dit gelijktijdig met Nokia Lifeblog geïnstalleerd.

Het apparaat aansluiten op de pc

Ga als volgt te werk als u het apparaat met een USB­gegevenskabel wilt aansluiten op een compatibele pc:
1. Zorg ervoor dat Nokia Nseries PC Suite is
geïnstalleerd.
2. Sluit de USB-gegevenskabel aan op het apparaat
en de pc. De USB-modus moet PC Suite zijn.
'USB', p. 43. Wanneer u het apparaat voor de
eerste keer met de pc verbindt nadat u Nokia Nseries PC Suite hebt geïnstalleerd, zal de pc het juiste stuurprogramma voor het apparaat installeren. Dit kan even duren.
3. Start de pc-toepassing Nokia Lifeblog.
Zie
Ga als volgt te werk als u het apparaat met behulp van een draadloze Bluetooth-verbinding wilt aansluiten op een compatibele pc:
1. Zorg dat Nokia Nseries PC Suite op uw pc is
geïnstalleerd.
2. Zorg ervoor dat u het apparaat en de pc via
Bluetooth hebt gekoppeld met Get Connected in Nokia Nseries PC Suite.
3. Activeer de Bluetooth-verbinding op het
apparaat en de pc.
Zie 'Instellingen', p. 39.

Items kopiëren

Nieuwe of bewerkte items van het apparaat kopiëren naar de pc en geselecteerde items van de pc kopiëren naar het apparaat:
1. Sluit het apparaat aan op de pc.
2. Start de toepassing Nokia Lifeblog op de pc.
3. Selecteer Bestand > Kopiëren van en naar
telefoon in de toepassing Nokia Lifeblog PC. De nieuwe items worden van het apparaat naar
de pc gekopieerd. De items op het tabblad Naar telefoon worden van de pc naar het apparaat gekopieerd.

Bladeren door de tijdbalk en favorieten

Druk op en selecteer Toepass. > Media >
Lifeblog.
Wanneer u Nokia Lifeblog op het apparaat start, wordt de tijdbalkweergave met uw multimedia­items geopend.
Selecteer Opties > Favorieten weergeven als u uw opgeslagen favorieten wilt openen.
Wanneer u Nokia Lifeblog op de pc start, kunt u op diverse manieren in de weergave met de tijdbalk en de weergave Favorieten navigeren. De snelste manier is door de schuifregelaar vooruit of achteruit te bewegen. U kunt ook op de tijdbalk klikken om een datum te selecteren, de functie Ga naar datum selecteren of de pijltoetsen gebruiken.

Posten naar het web

Druk op en selecteer Toepass. > Media >
Lifeblog.
Stuur uw beste Nokia Lifeblog-items naar uw weblog op internet zodat anderen deze kunnen bekijken.
U moet eerst een account bij een weblogdienst maken, een of meer weblogs instellen waarnaar u uw post kunt verzenden en uw weblogaccount toevoegen aan Nokia Lifeblog. De aanbevolen
Mediamap
71
weblogdienst voor Nokia Lifeblog is TypePad van Six Apart (www.typepad.com).
Selecteer Opties > Instellingen > Blog op het apparaat als u de weblogaccount in Nokia Lifeblog wilt toevoegen. Als u accounts op uw pc wilt
Mediamap
bewerken, selecteert u Bestand >
Blogaccountbeheer....
Items naar het web posten vanaf het apparaat
1. Selecteer in Tijdlijn of Favorieten de items die
u wilt posten naar het web.
2. Selecteer Opties > Posten naar het web.
Wanneer u de functie voor het eerst gebruikt, wordt door Nokia Lifeblog een lijst met weblogs op de weblogserver weergegeven.
Het dialoogvenster voor weblog-items wordt geopend.
3. Selecteer in de lijst Posten naar: het weblog dat
u wilt gebruiken. Hebt u nieuwe weblogs gemaakt, selecteer dan Opties > Bloglijst
vernieuwen als u de lijst met weblogs wilt
bijwerken.
4. Geef een titel en beschrijving voor de post op. U
kunt een langere tekst of beschrijving invoeren in het veld voor de hoofdstekst.
5. Selecteer Opties > Verzenden als u klaar bent.
72
Items naar het web posten vanaf de pc
1. Selecteer in de tijdlijn of favorieten de items
(maximaal 50) die u naar het web wilt posten.
2. Selecteer Bestand > Posten naar het web....
3. Geef een titel en beschrijving voor de post op. U
kunt een langere tekst of beschrijving invoeren in het veld voor de hoofdstekst.
4. Selecteer het gewenste weblog in de lijst Posten
naar: lijst.
5. Klik op Verzenden als u klaar bent.

Items importeren

Behalve de JPG-afbeeldingen van het apparaat kunt u ook JPG-afbeeldingen en 3GP- en MP4-videoclips, AMR-geluidsbestanden en TXT-tekstbestanden in Nokia Lifeblog importeren vanuit andere bronnen (zoals een compatibele cd of dvd, of mappen op de vaste schijf van uw compatibele pc).
Ga als volg te werk als u afbeeldingen of video's wilt importeren vanaf een compatibele pc naar Nokia Lifeblog voor de pc:
1. Ga naar de weergave Tijdbalk of Favorieten en
selecteer Bestand > Importeren van pc....
2. Ga in de lijst naar het afbeeldings-, video-,
geluids- of tekstbestand of zoek in andere mappen naar het bestand dat u wilt importeren.
Blader in de lijst Look in naar andere stations of apparaten.
3. Selecteer een map, een bestand of meerdere
bestanden. U kunt de betreffende inhoud bekijken in het voorbeeldvenster.
4. Als u de map (inclusief submappen) of de
geselecteerde bestanden wilt importeren, klikt u op Openen.

Activeringssleutels

Druk op en selecteer Toepass. > Media >
Act.sleutels als u de activeringssleutels voor de
digitale rechten wilt bekijken die zijn opgeslagen op het apparaat.
Digital Rights Management (DRM)
Content-eigenaren kunnen verschillende soorten technologieën voor het beheer van digitale rechten (DRM) gebruiken om hun intellectuele eigendom, waaronder auteursrechten, te beschermen. Dit apparaat maakt gebruik van verschillende typen DRM-software om toegang te krijgen tot DRM­beveiligde inhoud. Met dit apparaat hebt u toegang tot inhoud die is beveiligd met WMDRM 10, OMA DRM
1.0 en OMA DRM 2.0. Als bepaalde DRM-software er
niet in slaagt de inhoud te beschermen, kunnen content-eigenaren verlangen dat de mogelijkheid om met die DRM-software toegang te krijgen tot nieuwe DRM-beveiligde inhoud, wordt ingetrokken.
Deze intrekking kan het vernieuwen van dergelijke DRM-beveiligde inhoud die al in uw apparaat is opgeslagen verhinderen. Het intrekken van dergelijke DRM-software heeft geen invloed op het gebruik van inhoud die is beveiligd met andere typen DRM of het gebruik van niet door DRM beveiligde inhoud.
Bij inhoud die is beveiligd met een beheersysteem voor digitale rechten (DRM) wordt een bijbehorende activeringssleutel geleverd die uw rechten om gebruik te maken van de inhoud definieert.
Als uw apparaat OMA DRM-beveiligde inhoud bevat, kunt u met de back-upfunctie van de Nokia PC Suite een back-up van zowel de activeringssleutels als de inhoud maken. Andere overdrachtsmethoden kunnen mogelijk de activeringssleutels die samen met de inhoud hersteld moeten worden niet overdragen, waardoor u de OMA DRM-beveiligde inhoud niet weer kunt gebruiken nadat u het apparaatgeheugen hebt geformatteerd. U moet mogelijk ook de activeringssleutels herstellen als de bestanden op uw apparaat beschadigd zijn geraakt.
Als uw apparaat WMDRM-beveiligde inhoud bevat, zullen zowel de activeringssleutels als de inhoud verloren gaan als het apparaatgeheugen wordt geformatteerd. Het is ook mogelijk dat de activeringssleutels en de inhoud verloren gaan als de bestanden op uw apparaat beschadigd zijn
Mediamap
73
geraakt. Het verlies van de activeringssleutels of de inhoud kan uw mogelijkheden beperken om dezelfde inhoud op uw apparaat weer te gebruiken. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Mediamap
Sommige activeringssleutels kunnen worden verbonden met een specifieke SIM-kaart en de beveiligde inhoud kan alleen worden geopend als de SIM-kaart in het apparaat is geplaatst.
Maak vervolgens in de hoofdweergave van de activeringssleutels een keuze uit de volgende opties:
Geldige sleutels — Hiermee kunt u sleutels
bekijken die zijn gekoppeld aan een of meer mediabestanden en sleutels die nog niet geldig zijn.
Ong. sleutels — Hiermee kunt u sleutels
bekijken die nog niet geldig zijn. De gebruiksperiode voor het mediabestand is verstreken of het apparaat bevat een beschermd mediabestand zonder de bijbehorende activeringssleutel.
Niet-gebr. sl. — Hiermee kunt u sleutels
bekijken waaraan geen mediabestanden zijn gekoppeld in het apparaat.
Selecteer een ongeldige activeringssleutel en selecteer Opties > Nieuwe sleutel ophalen als u meer gebruikstijd wilt kopen of de gebruiksperiode
74
voor een mediabestand wilt verlengen.
Activeringssleutels kunnen niet worden bijgewerkt als u de ontvangst van webdienstberichten hebt uitgeschakeld.
webdienstberichten', p. 134.
Ga naar een activeringssleutel en druk op de bladertoets als u uitgebreide informatie wilt bekijken, zoals de geldigheidsstatus en de mogelijkheid het bestand te verzenden.
Zie 'Instellingen voor

Dictafoon

Druk op en selecteer Toepass. > Media >
Dictafoon.
Met Dictafoon kunt u spraakmemo's en telefoongesprekken opnemen.
Open Dictafoon tijdens een telefoongesprek als u het gesprek wilt opnemen. Beide deelnemers horen tijdens de opname elke vijf seconden een toon.

Camera

Als u de hoofdcamera wilt activeren, houdt u de opnametoets ingedrukt of drukt u op selecteert u Toepass. > Camera.
Druk op Afsluiten als u de hoofdcamera wilt sluiten.

Informatie over de camera

De Nokia N95 8GB heeft twee camera's: een camera met een hoge resolutie achter op het apparaat (de hoofdcamera, tot maximaal 5 megapixels, in de modus Liggend) en een camera met een lage resolutie aan de voorkant (de tweede camera in de modus Staand). U kunt met beide camera's foto's maken en video's opnemen.
Het apparaat ondersteunt een beeldresolutie van 2592 x 1944 pixels. De beeldresolutie kan in deze documentatie anders zijn weergegeven.
De afbeeldingen en videoclips worden automatisch opgeslagen in de map Afb. en video in Galerij. De foto's die u met de camera maakt, hebben de JPEG­indeling. Videoclips worden opgenomen in de bestandsindeling MPEG-4 met de extensie .mp4 of in de bestandsindeling 3GPP met de extensie .3gp
en
(kwaliteit voor delen). Zie 'Video-
instellingen', p. 86.
U kunt foto's en videoclips verzenden via een multimediabericht, als e-mailbijlage of via andere verbindingsmethoden, zoals een Bluetooth­verbinding of een WLAN-verbinding (Wireless LAN). U kunt deze ook uploaden naar een compatibel online album.
delen', p. 96.
Selecteer de juiste afbeeldings- of videokwaliteit in de camera-instellingen als u de grootte van de afbeelding of videoclip voor verzenden wilt optimaliseren. Informeer bij uw provider naar de maximale grootte van MMS- en e-mailberichten.
Zie 'Afbeeldingen en video's online

Foto's maken

Als u de hoofdcamera wilt activeren, houdt u de opnametoets ingedrukt of drukt u op selecteert u Toepass. > Camera.

Symbolen van de fotocamera

In de camerazoeker wordt het volgende weergegeven:
en
Camera
75
Camera
1 — Symbool voor opnamemodus 2 — Actieve werkbalk. Tijdens de opname wordt de
werkbalk niet weergegeven.
werkbalk', p. 76.
3 — Symbool voor batterijniveau 4 — Symbool voor afbeeldingsresolutie, dat
aa ngee ft o f de k wal iteit van de afbeelding Afdr. 5M
– Groot, Afdr. 3M – Normaal, Afdr. 2M – Normaal, E-mail 0,8M – Norm. of MMS 0,3M – Klein is. De kwaliteit van een digitaal gezoomde
foto is lager dan die van een niet-gezoomde foto.
5 — Afbeeldingsteller, die een schatting geeft van
het aantal afbeeldingen dat u kunt maken met de ingestelde afbeeldingskwaliteit en het gebruikte geheugen. Tijdens de opname wordt de teller niet weergegeven.
6 — De symbolen voor het apparaatgeheugen (
en het massageheugen (
76
worden opgeslagen.
Zie 'Actieve
) geven aan waar foto's

Actieve werkbalk

De actieve werkbalk bevat snelkoppelingen naar verschillende items en instellingen voordat en nadat u een foto maakt of een video opneemt. Ga naar items en selecteer deze door op de bladertoets te drukken. U kunt ook opgeven wanneer de actieve werkbalk moet worden weergegeven in het scherm.
De standaardinstellingen op de actieve werkbalk worden hersteld zodra u de camera sluit.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u de actieve werkbalk wilt weergeven voordat en nadat u een foto hebt gemaakt of video opgenomen. Selecteer Opties > Pictogram verbergen als u de actieve werkbalk alleen wilt weergeven wanneer u deze nodig hebt. Alleen de symbolen voor de opnamemodus en het batterijniveau worden weergegeven in het scherm. U kunt de actieve werkbalk inschakelen door op de bladertoets te drukken. De werkbalk is gedurende vijf seconden zichtbaar.
Maak in de actieve werkbalk een keuze uit de volgende opties voordat u een foto maakt of een video opneemt:
Hiermee schakelt u heen en weer tussen de
)
video- en afbeeldingsmodus.
Hiermee selecteert u de scène.
Hiermee selecteert u de flitsermodus (alleen
afbeeldingen).
Hiermee activeert u de zelfontspanner (alleen afbeeldingen).
zelfontspanner', p. 80.
Hiermee activeert u de reeksmodus (alleen afbeeldingen).
maken', p. 80.
Hiermee selecteert u een kleureffect.
Hiermee kunt u het zoekerraster weergeven of verbergen (alleen afbeeldingen).
Hiermee past u de witbalans aan.
Hiermee past u de belichtingscompensatie aan (alleen afbeeldingen).
Hiermee past u de scherpheid van het beeld aan (alleen afbeeldingen).
Hiermee past u het contrast aan (alleen
afbeeldingen).
Hiermee past u de lichtgevoeligheid aan (alleen
afbeeldingen). De pictogrammen veranderen om de huidige status
van de instelling aan te geven. De beschikbare opties variëren afhankelijk van de
huidige opnamemodus en weergave.
maken van een foto', p. 78. Zie 'Na het opnemen van een video', p. 84. De actieve werkbalk in
Zie 'Zelf op de foto met de
Zie 'Een reeks foto's
Zie 'Na het
Galerij heeft diverse opties. Zie 'Actieve
werkbalk', p. 90.

Foto's maken

Houd rekening met het volgende voordat u een foto maakt:
Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt
wijzigen, gebruikt u de bladertoets om over de actieve werkbalk te navigeren.
'Standaardinstellingen - kleur en belichting aanpassen', p. 85. Het opslaan van een
vastgelegde afbeelding kan langer duren als u de instellingen voor zoomen, belichting of kleur hebt gewijzigd.
Als u geheugen voor nieuwe foto's wilt
vrijmaken, kunt u met bijvoorbeeld een compatibele USB-gegevenskabel bestanden naar een compatibele pc kopiëren en de bestanden van het apparaat verwijderen. Wanneer het geheugen vol is, wordt een bericht weergegeven en wordt u gevraagd of u het gebruikte geheugen wilt wijzigen.
Houd rekening met het volgende wanneer u een foto maakt:
Gebruik beide handen om de camera stil te
houden.
De kwaliteit van een digitaal gezoomde foto is
lager dan die van een niet-gezoomde foto.
Zie
Camera
77
Als u een poosje niet op een toets drukt, wordt
de batterijspaarstand geactiveerd. Druk op de opnametoets als u wilt doorgaan met het maken van foto's.
Camera
Neem als volgt een foto:
1. Als de camera in de videomodus staat, selecteert
u de afbeeldingsmodus op de actieve werkbalk.
2. Druk de opnametoets half
in om de focus op een voorwerp vast te zetten (alleen hoofdcamera, niet beschikbaar in landschap- en sportscènes). U ziet het groene symbool voor de vergrendelde focus op het scherm. Als de focusvergrendeling niet lukt, brandt het rode focussymbool. Laat de opnametoets los en druk deze nogmaals half in. U kunt ook foto's nemen zonder de focus te vergrendelen.
3. Druk op de opnametoets om een foto te maken.
Houd het apparaat stil tot de foto is opgeslagen.
Gebruik de zoomtoets van het apparaat om in of uit te zoomen wanneer u een foto maakt.
Tip: Druk tweemaal op aan de zijkant
78
van het apparaat als u Galerij wilt openen om de foto's te bekijken die u hebt gemaakt.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de camera aan de voorkant wilt activeren. Druk op de bladertoets om een foto te maken. Druk de bladertoets omhoog of omlaag als u wilt in- of uitzoomen.
Druk op geopend wilt houden en andere toepassingen wilt gebruiken. Houd de opnametoets ingedrukt als u wilt terugkeren naar de camera.
als u de camera op de achtergrond

Na het maken van een foto

Selecteer de volgende optie op de actieve werkbalk (alleen beschikbaar als u Opgenomen afb.
weerg. > Aan hebt geselecteerd in de instellingen
van de fotocamera):
Selecteer Verwijd. (
bewaren.
Als u de afbeelding wilt verzenden als een
multimediabericht, e-mailbericht of via een andere verbindingsmethode, bijvoorbeeld een Bluetooth-verbinding, drukt u op de beltoets of selecteert u Zenden (
en verzenden', p. 124. Deze optie is niet
beschikbaar tijdens een actief gesprek. U kunt de foto ook tijdens een actief gesprek
verzenden naar de ontvanger van de oproep. Selecteer Verzenden naar beller ( beschikbaar tijdens een actieve oproep).
) als u de foto niet wilt
). Zie 'Berichten invoeren
) (alleen
Selecteer Toevoegen aan Print basket ( ) als
u afbeeldingen wilt toevoegen aan de afdrukwachtrij (Print basket) om ze later af te drukken.
Selecteer
account voor een compatibel online album hebt ingesteld) als u de afbeelding wilt verzenden naar een compatibel online album.
'Afbeeldingen en video's online delen', p. 96.
Als u op een foto wilt inzoomen nadat u deze hebt gemaakt, drukt u op te openen, en selecteert u de zoomoptie in de lijst met opties.
Selecteer Opties > Instell. als achtergrond als u de afbeelding als achtergrond in de modus Actief standby wilt gebruiken.
Selecteer Opties > Inst. als opr. afb. contct >
Toewijzen aan contact als u de afbeelding wilt
instellen als contactfoto voor een contactpersoon.
Druk op de opnametoets als u wilt terugkeren naar de zoeker om een nieuwe afbeelding vast te leggen.
(alleen beschikbaar als u een
Zie
om de foto in de Galerij

Flitser

De flitser is alleen beschikbaar in de hoofdcamera. Houd een veilige afstand aan wanneer u de flitser
gebruikt. Richt de flitser niet van dichtbij op mensen
of dieren. Dek de flitser niet af wanneer u een foto maakt.
De camera van uw apparaat heeft een LED-flitser voor omstandigheden met weinig licht. De volgende flashmodi zijn beschikbaar voor de camera: Automatisch (
) en Uit ( ).
Aan (
Selecteer in de actieve werkbalk de gewenste flashmodus als u de flashmodus wilt wijzigen.
), Rde-ogenrd. ( ),

Scènes

Scènes zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera. Met een scène krijgt u automatisch de juiste
instellingen voor kleur en belichting voor de huidige omgeving. De instellingen van elke scène zijn afgestemd op een bepaalde stijl of omgeving.
De standaardscène in de afbeeldingsmodus is
Auto en in de videomodus Automatisch (beide
worden aangegeven met
Als u van scène wilt veranderen, selecteert u
Scènemodus op de actieve werkbalk en selecteert
u een scène. Ga naar Gebr. gedef. en selecteer Opties >
Wijzigen als u uw eigen scène geschikt wilt maken
voor een bepaalde omgeving. In de door de gebruiker gedefinieerde scène kunt u verschillende belichtings- en kleurinstellingen aanpassen.
).
Camera
79
Selecteer Gebaseerd op modus en selecteer de gewenste scène als u de instellingen van een andere scène wilt kopiëren. Druk op Terug als u de wijzigingen wilt opslaan en wilt terugkeren naar de
Camera
lijst met scènes. Als u uw eigen scène wilt activeren, bladert u naar Gebr. gedef., drukt u op de bladertoets en selecteert u Selecteren.

Een reeks foto's maken

De reeksmodus is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Selecteer Reeksmodus in de actieve werkbalk om de camera in te stellen om een reeks afbeeldingen vast te leggen (als er voldoende geheugen beschikbaar is).
Selecteer Burst om het maken van foto's in een snelle reeks te starten. Houd vervolgens op de opnametoets ingedrukt. Er worden foto's gemaakt totdat u de opnametoets loslaat of er geen geheugen meer beschikbaar is. Als u de opnametoets kort indrukt, wordt een reeks van zes foto's gemaakt.
Als u een reeks van twee of meer foto's volgens een gedefinieerd interval wilt maken, selecteert u de gewenste waarde. Druk op de opnametoets om de foto's te maken. Selecteer Annuleer om te stoppen met het maken van foto's. Het hangt af van het
80
beschikbare geheugen hoeveel foto's worden gemaakt.
De gemaakte foto's worden in een raster op het scherm weergegeven. Druk op de bladertoets om een foto weer te geven. Als u een tijdsinterval hebt ingesteld, wordt alleen de foto weergegeven die u als laatste hebt gemaakt.
U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met de zelfontspanner.
Druk op de opnametoets als u terug wilt gaan naar de zoeker in de reeksmodus.
Selecteer Reeksmodus > Enkele opname in de actieve werkbalk om de reeksmodus uit te schakelen.

Zelf op de foto met de zelfontspanner

De zelfontspanner is alleen beschikbaar in de hoofdcamera. Met de zelfontspanner kunt u een opname uitstellen zodat u zelf ook op de foto kunt komen te staan.
Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Zelfontspanner > 2 seconden, 10 seconden of 20 seconden om de vertraging voor de
zelfontspanner in te stellen.
Selecteer Activeren als u de zelfontspanner wilt activeren. U hoort een signaal wanneer de
zelfontspanner is geactiveerd, en vóór de opname knippert de vierhoek. De foto wordt gemaakt wanneer de geselecteerde vertraging is verstreken.
Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Zelfontspanner > Uit om de zelfontspanner uit te
schakelen.
Tip: Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Zelfontspanner > 2 seconden zodat u uw
hand stil kunt houden wanneer u een foto maakt.

Tips voor het maken van goede foto's

Beeldkwaliteit
Gebruik de juiste beeldkwaliteit. De camera heeft diverse modi voor de beeldkwaliteit. Gebruik de hoogste instelling als u foto's wilt maken van de allerbeste beeldkwaliteit. Er is echter ook meer geheugenruimte nodig voor foto's van een betere beeldkwaliteit. Voor multimediaberichten (MMS) en e-mailbijlagen moet u misschien de laagste beeldkwaliteitsmodus kiezen, die is geoptimaliseerd voor MMS-verzending. U kunt de kwaliteit definiëren in de camera-instellingen.
'Instellingen van fotocamera aanpassen', p. 84.
Zie
Achtergrond
Gebruik een eenvoudige achtergrond. Voor portretten en andere foto's met mensen, moet u erop letten dat het onderwerp zich niet tegen een rommelige of complexe achtergrond bevindt, waardoor de aandacht van het onderwerp wordt afgeleid. Verplaats de camera of het onderwerp als aan deze voorwaarden niet wordt voldaan. Plaats de camera dichter bij het object om duidelijkere portretten te maken.
Diepte
Wanneer u landschappen fotografeert, kunt u diepte aan foto's toevoegen door objecten op de voorgrond te plaatsen. Als het object op de voorgrond zich te dicht bij de camera bevindt, kan het wazig worden.
Lichtomstandigheden
Een verandering van de bron, hoeveelheid en richting van het licht kan een foto aanzienlijk beïnvloeden. Hier volgen enkele veelvoorkomende lichtomstandigheden:
Lichtbron achter het onderwerp. Plaats het
onderwerp nooit vóór een sterke lichtbron. Als de lichtbron achter het onderwerp of zichtbaar in het display staat, heeft de resulterende foto mogelijk een te zwak contrast, is de foto te donker of bevat deze ongewenste lichteffecten.
Camera
81
Onderwerp wordt van opzij belicht. Een sterke
belichting van opzij geeft een dramatisch effect, maar is soms te schril, wat te veel contrast oplevert.
Camera
Lichtbron vóór het onderwerp. Fel zonlicht kan
tot gevolg hebben dat de personen hun ogen dichtknijpen. Bovendien is het contrast vaak te groot.
Optimale belichting vindt u in situaties met veel
diffuus, zacht licht, bijvoorbeeld op een heldere of lichtbewolkte dag of op een zonnige dag in de schaduw van bomen.

Video-opname

Als u de hoofdcamera wilt activeren, houdt u de opnametoets ingedrukt of drukt u op selecteert u Toepass. > Camera.

Symbolen voor video-opnamen

In de videozoeker wordt het volgende weergegeven:
82
en
1 — Symbool voor opnamemodus 2 — Symbool voor ingeschakelde geluiddemping 3 — Actieve werkbalk. Tijdens de opname wordt de
werkbalk niet weergegeven.
werkbalk', p. 76.
4 — Symbool voor batterijniveau 5 — Symbool voor de videokwaliteit, dat aangeeft
of de kwaliteit van de video TV hoge kwaliteit, TV
normale kwaliteit, E-mail hoge kwalit., E-mail norm. kwalit. of Kwaliteit voor delen is.
6 — Het bestandstype van de videoclip 7 — De totale beschikbare tijd voor de video-
opname. Tijdens de opname geeft het symbool voor de huidige videolengte ook de verstreken en resterende tijd aan.
8 — De symbolen voor het apparaatgeheugen (
en het massageheugen ( worden opgeslagen
Zie 'Actieve
) geven aan waar video's
)
9 — De videostabilisatie is ingeschakeld ( ). Zie
'Video-instellingen', p. 86.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u alle zoekersymbolen wilt weergeven. Selecteer
Pictogram verbergen als u alleen de
videosymbolen en tijdens de opname de beschikbare opnametijd, de zoombalk bij gebruik van de zoomfunctie en de selectietoetsen wilt weergeven.

Video's opnemen

Denk aan het volgende voordat u een video opneemt:
Blader door de actieve werkbalk om de
belichtings- en kleurinstellingen aan te passen.
Zie 'Standaardinstellingen - kleur en belichting aanpassen', p. 85. Zie 'Scènes', p. 79.
Als u geheugen voor nieuwe videoclips wilt
vrijmaken, kunt u met bijvoorbeeld een compatibele USB-gegevenskabel bestanden naar een compatibele pc kopiëren en de bestanden van het apparaat verwijderen. Wanneer het geheugen vol is, wordt een bericht weergegeven en wordt u gevraagd of u het gebruikte geheugen wilt wijzigen.
Ga als volgt te werk om een video op te nemen:
1. Als de camera in de afbeeldingsmodus staat,
selecteert u de videomodus op de actieve werkbalk.
2. Druk op de opnametoets om de opname te
starten. Het rode opnamepictogram ( weergegeven en er klinkt een geluidssignaal om aan te geven dat de opname is gestart.
3. U kunt de opname op elk gewenst moment
onderbreken door op Pauze te drukken. De video-opname wordt automatisch gestopt als u de opname onderbreekt en gedurende één minuut niet op een toets drukt. Selecteer
Doorgaan om de opname te hervatten.
Gebruik de zoomtoets van het apparaat als u op het onderwerp wilt in- of uitzoomen.
4. Selecteer Stop om de opname te stoppen. De
videoclip wordt automatisch opgeslagen in de map Afb. en video van Galerij. De maximumlengte van de videoclip hangt af van het beschikbare geheugen.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de camera aan de voorkant wilt activeren. Druk op de bladertoets om het opnemen van een video te starten. Druk de bladertoets omhoog of omlaag als u wilt in- of uitzoomen.
) wordt
Camera
83

Na het opnemen van een video

Nadat u een videoclip hebt opgenomen, selecteert u het volgende op de actieve werkbalk (alleen
Camera
beschikbaar als Opgenomen video tonen is ingesteld op Aan in de video-instellingen):
Selecteer Afspelen (
opgenomen videoclip meteen wilt afspelen.
Selecteer Verwijd. (
bewaren.
Als u de videoclip wilt verzenden als een
multimediabericht, e-mailbericht of via een andere verbindingsmethode, bijvoorbeeld een Bluetooth-verbinding, drukt u op de beltoets of selecteert u Zenden (
en verzenden', p. 124. Zie 'Gegevens verzenden met behulp van Bluetooth-connectiviteit', p. 40.
Deze optie is niet beschikbaar tijdens een actief gesprek. Videoclips in MP4-indeling kunnen mogelijk niet als multimediabericht worden verzonden.
U kunt de videoclip ook tijdens een actief gesprek verzenden naar de ontvanger van het gesprek. Selecteer Verzenden naar beller ( beschikbaar tijdens een actieve oproep).
84
Selecteer
account voor een compatibel online album hebt ingesteld) als u de videoclip wilt uploaden naar
(alleen beschikbaar als u een
) als u de zojuist
) als u de video niet wilt
). Zie 'Berichten invoeren
) (alleen
een compatibel online album. Zie 'Afbeeldingen
en video's online delen', p. 96.
Druk op de opnametoets om terug te gaan naar
de zoeker en een nieuwe videoclip op te nemen.

Camera-instellingen

U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de camera: standaardinstellingen en begininstellingen. Als u de camera sluit, worden de standaardinstellingen voor video's weer hersteld, terwijl de begininstellingen gehandhaafd blijven totdat u deze weer wijzigt. Gebruik de opties op de actieve werkbalk als u de standaardinstellingen wilt wijzigen.
belichting aanpassen', p. 85. Ga naar de
afbeeldings- of videomodus en selecteer Opties >
Instellingen als u de begininstellingen wilt
wijzigen.

Instellingen van fotocamera aanpassen

Selecteer Opties > Instellingen in de afbeeldingsmodus en maak een keuze uit de volgende opties als u de begininstellingen wilt wijzigen:
Afbeeldingskwaliteit — Selecteer Afdr. 5M –
Zie 'Standaardinstellingen - kleur en
Groot (resolutie van 2592 x 1944), Afdr. 3M –
Normaal (resolutie van 2048 x 1536), Afdr. 2M – Normaal (resolutie van 1600 x 1200), E-mail 0,8M – Norm. (resolutie van 1024 x 768) of MMS 0,3M – Klein (resolutie van 640 x 480). Hoe hoger
de kwaliteit is, des te meer geheugenruimte de afbeelding inneemt. Selecteer Afdr. 5M – Groot,
Afdr. 3M – Normaal of Afdr. 2M – Normaal als
u de afbeelding wilt afdrukken. Selecteer E-mail
0,8M – Norm. als u de afbeelding per e-mail wilt
verzenden. Selecteer MMS 0,3M – Klein als u de afbeelding wilt verzenden als een multimediabericht.
Deze resoluties zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Toevoegen aan album — Hiermee geeft u aan
of u d e fot o wil t ops laan in een bepaald album in Galerij. Als u Ja selecteert, wordt een lijst met beschikbare albums geopend.
Opgenomen afb. weerg. — Selecteer Aan als
u de vastgelegde afbeelding wilt bekijken nadat u deze hebt gemaakt of selecteer Uit als u direct wilt doorgaan met het maken van foto's.
Stand.naam afbeelding — Hiermee geeft u de
standaardnaam voor de vastgelegde afbeeldingen op.
Uitgebr. digitale zoom (alleen hoofdcamera)
— Selecteer Aan (continu) als u traploos digitaal en uitgebreid digitaal wilt zoomen, Aan
(onderbroken) als u in digitale en uitgebreide
digitale stappen wilt zoomen en Uit als u beperkt wilt zoomen terwijl de beeldresolutie behouden blijft.
Opnametoon — Hiermee selecteert u de toon
die moet klinken bij het maken van een foto.
Gebruikt geheugen — Hiermee geeft u op waar
afbeeldingen moeten worden opgeslagen.
Afbeelding roteren — Selecteer of u
afbeeldingen die zijn genomen vanuit een rechtopstaande positie van het apparaat wilt draaien wanneer u deze in Galerij opent.
Instellingen herstellen — Selecteer Ja als u de
camera weer wilt instellen op de standaardwaarden.

Standaardinstellingen - kleur en belichting aanpassen

Als u de kleuren en belichting van de camera nauwkeuriger wilt instellen of als u effecten wilt toevoegen aan uw foto's of video's, bladert u over de actieve werkbalk en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Flitsermodus (
afbeeldingen) — Hiermee selecteert u de gewenste flitsermodus.
Kleurtoon (
kleureffect in de lijst.
) (alleen
) — Hiermee selecteert u een
Camera
85
Witbalans ( ) — Hiermee selecteert u de
huidige belichtingssituatie in de lijst. Met behulp van deze optie kunt u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.
Camera
Belichtingscompensatie (
afbeeldingen) — Als u een opname maakt van een donker onderwerp tegen een zeer lichte achtergrond, zoals sneeuw, stelt u de belichting in op +1 of +2 om de helderheid van de achtergrond te compenseren. Gebruik -1 of -2 voor lichte voorwerpen tegen een donkere achtergrond.
Scherpheid (
scherpheid van de foto aan.
Contrast (
verschil aan tussen de lichtste en donkerste delen van de foto.
Lichtgevoeligheid (
— Verhoog de lichtgevoeligheid bij weinig licht om de kans op te donkere afbeeldingen te verminderen.
De schermweergave wordt aangepast aan de nieuwe instellingen, zodat u ziet hoe de foto's of video's eruit komen te zien.
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van de geselecteerde camera.
De instellingen zijn cameraspecifiek, dus als u de instellingen van de tweede camera wijzigt, worden
86
de instellingen van de hoofdcamera niet gewijzigd.
) (alleen afbeeldingen) — Pas de
) (alleen afbeeldingen) — Pas het
) (alleen
) (alleen afbeeldingen)
De instellingen zijn tevens opnamemodusspecifiek, dus als u de instellingen in de afbeeldingsmodus wijzigt, worden de instellingen in de videomodus niet gewijzigd. De gedefinieerde instellingen worden niet opnieuw ingesteld als u schakelt tussen de modi.
Wanneer u de camera sluit, worden de standaardinstellingen weer actief.
Als u een nieuwe scène selecteert, worden de kleur­en belichtingsinstellingen vervangen door de geselecteerde scène. U kunt de instellingen zo nodig wijzigen nadat u een scène hebt geselecteerd.

Video-instellingen

Selecteer Opties > Instellingen in de videomodus en maak een keuze uit de volgende opties als u de begininstellingen wilt wijzigen:
Videokwaliteit — Stel de kwaliteit van de
videoclip in op TV hoge kwaliteit, TV normale
kwaliteit, E-mail hoge kwalit., E-mail norm. kwalit. (standaardkwaliteit voor afspelen via uw
handset) of Kwaliteit voor delen. Selecteer TV
hoge kwaliteit of TV normale kwaliteit als u
de videofilm op een compatibele televisie of pc wilt bekijken. U gebruikt dan de VGA-resolutie (640 x 480) en de bestandsindeling .MP4. Videoclips in MP4-indeling kunnen mogelijk niet
als multimediabericht worden verzonden. Als u de videoclip wilt verzenden in een multimediabericht, selecteert u Kwaliteit voor
delen, met een QCIF-resolutie en de
bestandsindeling .3gp.
Videostabilisatie — Selecteer Aan als u het
bewegen van de camera tijdens de video­opname wilt tegengaan.
Geluidsopname — Selecteer Dempen als u
geen geluid wilt opnemen.
Toevoegen aan album — Geef aan of u de
opgenomen videoclip wilt toevoegen aan een bepaald album in Galerij. Selecteer Ja als u een lijst met beschikbare albums wilt openen.
Opgenomen video tonen — Geef aan of u het
eerste beeld van de opgenomen videoclip wilt weergeven zodra de opname is voltooid. Selecteer Afspelen op de actieve werkbalk (hoofdcamera) of Opties > Afspelen (tweede camera) als u de videoclip wilt bekijken.
Standaardnaam video — Geef de
standaardnaam voor de vastgelegde videoclips op.
Gebruikt geheugen — Hier geeft u op waar
video's moeten worden opgeslagen.
Instellingen herstellen — Selecteer Ja als u de
camera weer wilt instellen op de standaardwaarden.
Camera
87

Galerij

Galerij
Druk op en selecteer Galerij als u afbeeldingen, video- en geluidsclips en koppelingen naar streaming media wilt opslaan en indelen, of bestanden wilt delen met andere compatibele UPnP-apparaten (Universal Plug and Play) via een WLAN.
Tip: Druk op aan de zijkant van het apparaat als u zich in een andere toepassing bevindt en de laatst opgeslagen foto in Galerij wilt bekijken. Druk nogmaals op deze weergavetoets als u de hoofdweergave van de map Afb. en video wilt openen.

Bestanden weergeven en organiseren

Druk op en selecteer Galerij. Selecteer Afb. en video
Geluidsclips Presentaties
druk op de bladertoets om het item te openen.
88
, Streaming kop. ,
of Alle bestanden in Galerij en
, Tracks ,
U kunt mappen openen en hierin bladeren. Daarnaast kunt u items markeren, kopiëren en naar mappen verplaatsen. U kunt ook albums maken en items in de albums markeren, kopiëren en toevoegen.
Zie 'Albums', p. 90.
Druk op de bladertoets om een bestand te openen. Videoclips, RAM­bestanden en koppelingen naar streaming-media worden geopend en afgespeeld in RealPlayer, en muziek- en geluidsclips in Muziekspeler.
'RealPlayer ', p. 68. Zie 'Muziekspeler', p. 55.
Zie

Afbeeldingen en videoclips

Afbeeldingen en video's weergeven

Als u uw afbeeldingen en videoclips wilt weergeven, drukt u op
Afb. en video.
en selecteert u Galerij >
Foto's die zijn gemaakt en videoclips die zijn opgenomen met de camera van uw apparaat, worden opgeslagen in Afb. en video. Afbeeldingen en videoclips kunnen ook naar u worden verzonden in een multimediabericht, als e-mailbijlage, via een Bluetooth-verbinding of via infrarood. Als u een ontvangen afbeelding of videoclip in Galerij of in RealPlayer wilt kunnen weergeven, moet u deze eerst opslaan.
De videoclips die zijn opgeslagen in Nokia Video Centre, worden niet weergegeven in Afb. en
video in Galerij.
De bestanden met afbeeldingen en videoclips in Afb.
en video worden
opeenvolgend op datum en tijd weergegeven. Het aantal bestanden wordt weergegeven. Bekijk de bestanden één voor één door naar links of rechts te bladeren met de bladertoets. Als u de bestanden in groepen wilt weergeven, bladert u omhoog of omlaag met de bladertoets.
Druk op de bladertoets om een bestand te openen. Druk wanneer een afbeelding is geopend op de zoomtoets aan de zijkant van het apparaat als u op
Zie 'Nokia Videocentrum', p. 45.
de afbeelding wilt inzoomen. De zoomfactor wordt niet permanent opgeslagen.
Als u wilt dat de weergave automatisch op basis van de richting van het apparaat wordt gedraaid, activeert u de weergaverotatie in de instellingen.
Zie 'Persoonlijke instellingen', p. 166.
Selecteer Opties > Bewerken als u een videoclip of foto wilt bewerken.
bewerken', p. 92.
Als u uw afbeeldingen wilt afdrukken op een compatibele printer, selecteert u Opties >
Afdrukken.
kunt ook afbeeldingen toevoegen aan Print basket in Galerij zodat u ze later kunt afdrukken.
basket', p. 91.
Zie 'Afbeeldingen afdrukken', p. 95. U
Zie 'Afbeeldingen
Zie 'Print

Afbeeldingen en video's organiseren

Selecteer Opties > Albums > Naar album als u een afbeelding of videoclip wilt toevoegen aan een album in Galerij.
Als u een afbeelding later wilt afdrukken, selecteert u de afbeelding en Tv. aan afdr. wachtrij op de actieve werkbalk .
Als u een foto als achtergrondafbeelding wilt gebruiken, selecteert u de foto en Opties >
Afbeelding gebruiken > Inst. als achtergrond.
Zie 'Albums', p. 90.
Zie 'Print basket', p. 91.
Galerij
89
Als u een afbeelding of videoclip wilt verwijderen, selecteert u Opties > Verwijderen.
Sommige opties zijn ook beschikbaar via de actieve
Galerij
werkbalk (beschikbaar wanneer u een afbeelding of videoclip opent).
Zie 'Actieve werkbalk', p. 90.

Actieve werkbalk

In de map Afb. en video kunt u de actieve werkbalk gebruiken als een snelkoppeling naar verschillende taken. De actieve werkbalk is alleen beschikbaar wanneer u een afbeelding of videoclip hebt geselecteerd.
Navigeer in de actieve werkbalk omhoog of omlaag naar verschillende items en selecteer deze door op de bladertoets te drukken. De beschikbare opties variëren afhankelijk van de huidige status en het feit of u een afbeelding of videoclip hebt geselecteerd.
De standaardinstellingen op de actieve werkbalk worden hersteld zodra u de camera sluit.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u de actieve werkbalk altijd in het display wilt weergeven.
Selecteer Opties > Pictogram verbergen als u de actieve werkbalk alleen wilt weergeven wanneer u deze nodig hebt. U kunt de actieve werkbalk inschakelen door op de bladertoets te drukken.
90
Maak een keuze uit de volgende opties:
Hiermee speelt u de geselecteerde videoclip af.
Hiermee verzendt u de geselecteerde afbeelding
of videoclip.
Hiermee laadt u de geselecteerde afbeelding of videoclip naar een compatibel online album (alleen beschikbaar als u een account voor een compatibel online album hebt ingesteld).
video's online delen', p. 96.
of Hiermee voegt u een afbeelding toe aan of verwijdert u deze uit de afdrukwachtrij (Print basket).
afbeeldingen.
afbeelding of videoclip. De beschikbare opties kunnen variëren afhankelijk
van de huidige weergave.
Zie 'Print basket', p. 91.
Hiermee drukt u de weergegeven afbeelding af.
Hiermee start u een diavoorstelling van uw
Hiermee verwijdert u de geselecteerde
Zie 'Afbeeldingen en

Albums

U kunt afbeeldingen en videoclips eenvoudig beheren in albums. Selecteer Afb. en video >
Opties > Albums > Albums weergeven als u de
lijst met albums in Galerij wilt weergeven.
Selecteer Opties > Nieuw album als u in de lijstweergave voor albums een nieuw album wilt maken.
Ga naar een foto of videoclip en selecteer Opties >
Albums > Naar album als u deze wilt toevoegen
aan een album in Galerij. Er verschijnt een lijst met albums. Selecteer het album waaraan u de afbeelding of videoclip wilt toevoegen. Het item dat u aan het album hebt toegevoegd, blijft zichtbaar in Afb. en video in Galerij.
Als u een bestand uit een album wilt verwijderen, opent u het album, bladert u naar het bestand en drukt u op C. Het bestand wordt niet verwijderd uit
Afb. en video in Galerij.

Print basket

U kunt afbeeldingen toevoegen aan de afdrukwachtrij (Print basket) en deze later afdrukken op een compatibele printer of in een compatibele afdrukkiosk, indien beschikbaar.
'Afbeeldingen afdrukken', p. 95. De toegevoegde
afbeeldingen worden aangeduid met
video en de betreffende albums.
Selecteer een afbeelding en Tv. aan afdr.
wachtrij in de actieve werkbalk als u een
afbeelding later wilt afdrukken.
Als u de afbeeldingen in Print basket wilt weergeven, selecteert u
in Afb. en video (alleen
Zie
in Afb. en
beschikbaar wanneer u afbeeldingen aan Print basket hebt toegevoegd) of Opties >
Afdrukken > Print basket weerg..
Als u een afbeelding uit Print basket wilt verwijderen, selecteert u een afbeelding in Afb. en
video of in een album en selecteert u Opties > Verwijd. uit basket.

Diavoorstelling

Als u uw afbeeldingen als een diavoorstelling wilt weergeven, selecteert u een afbeelding in Galerij en selecteert u Diavoorstelling starten ( actieve werkbalk. De diavoorstelling begint met het geselecteerde bestand.
Als u alleen de geselecteerde afbeeldingen als een diavoorstelling wilt weergeven, selecteert u
Opties > Markeringen aan/uit > Markeren om
afbeeldingen te markeren, en Opties >
Diavoorstelling > Starten om de diavoorstelling
te starten. Maak een keuze uit de volgende opties:
Onderbreken — Hiermee onderbreekt u de
diavoorstelling.
Doorgaan — Hiermee hervat u de
diavoorstelling.
Einde — Hiermee sluit u de diavoorstelling.
) op de
Galerij
91
Blader naar links of rechts door de afbeeldingen met de bladertoets.
U kunt de instellingen van de diavoorstelling
Galerij
wijzigen voordat u de diavoorstelling start. Selecteer Opties > Diavoorstelling >
Instellingen en maak een keuze uit de volgende
opties:
Muziek — Hiermee voegt u geluid toe aan de
diavoorstelling. Selecteer Aan of Uit.
Nummer — Hiermee selecteert u een
muziekbestand in de lijst.
Vertraging tussen dia's — Hiermee wijzigt u
het tempo van de diavoorstelling.
Zoomen en pannen — Hiermee kunt u de dia's
soepel in elkaar laten overlopen en kunt u willekeurig in- en uitzoomen op de afbeeldingen in Galerij.
Gebruik de volumetoets van het apparaat als u het volume tijdens de diavoorstelling wilt aanpassen.

Afbeeldingen bewerken

Afbeeldingseditor

Selecteer Opties > Bewerken als u foto's nadat deze zijn gemaakt of foto's die al zijn opgeslagen in de galerij wilt bewerken. De afbeeldingseditor wordt geopend.
92
Selecteer Opties > Effect toepassen om een raster te openen waarin u verschillende bewerkingsopties kunt selecteren aan de hand van kleine pictogrammen. U kunt de afbeelding bijsnijden en draaien; de helderheid, de kleur, het contrast en de resolutie aanpassen en effecten, tekst, illustraties of een kader aan de foto toevoegen.

Afbeeldingen bijsnijden

Als u een afbeelding wilt bijsnijden, selecteert u
Opties > Effect toepassen > Snijden en kiest u
in de lijst een vooraf gedefinieerde beeldverhouding. Als u de afbeelding handmatig wilt bijsnijden, selecteert u Handmatig.
Als u Handmatig selecteert, wordt in de linkerbovenhoek van de afbeelding een kruis weergegeven. Gebruik de bladertoets om het gebied te selecteren dat u wilt bijsnijden en selecteer Instellen. Er verschijnt een tweede kruis in de rechterbenedenhoek. Selecteer wederom het gebied dat u wilt bijsnijden. Selecteer Terug als u het eerste geselecteerde gebied wilt aanpassen. Tezamen vormen de geselecteerde gebieden een rechthoek ter grootte van de bijgesneden afbeelding.
Als u een vooraf gedefinieerde beeldverhouding hebt gekozen, selecteert u de linkerbovenhoek van het gebied dat u wilt bijsnijden. Met de bladertoets kunt u het formaat van het gemarkeerde gebied
wijzigen. Druk op de bladertoets om het geselecteerde gebied te bevriezen. Met de bladertoets kunt u het gebied binnen de foto verplaatsen. Druk op de bladertoets om het gebied te selecteren dat u wilt bijsnijden.

Rode ogen reduceren

Selecteer Opties > Effect toepassen > Rode-
ogenreductie als u de roodheid van ogen in een
afbeelding wilt verminderen.
Verplaats het kruis naar het oog en druk op de bladertoets. Er verschijnt een lus in het scherm. Gebruik de bladertoets om het formaat van de lus te wij zig en zo dat h et o og er pre cies in p ast . Dru k op de bladertoets om de roodheid te reduceren. Druk op Gereed als u klaar bent met het bewerken van de afbeelding.
Druk op Terug als u de wijzigingen wilt opslaan en wilt terugkeren naar Afb. en video.

Handige sneltoetsen

U kunt de volgende sneltoetsen gebruiken bij het bewerken van afbeeldingen:
Druk op * voor een afbeelding op het volledige
scherm. Druk nogmaals op * als u wilt terugkeren naar de normale weergave.
Druk op 3 of 1 als u een afbeelding naar rechts of
naar links wilt draaien.
Druk op 5 of 0 als u wilt in- of uitzoomen.
Druk de bladertoets omhoog, omlaag, naar links
of naar rechts als u wilt schuiven in een ingezoomde afbeelding.

Video's bewerken

Als u de videoclips in Galerij wilt bewerken, gaat u naar een videoclip en selecteert u Opties >
Bewerken en een bewerkingsoptie.
De video-editor ondersteunt videobestanden in de indelingen .3GP en .MP4 en geluidsbestanden in de indelingen .AAC, .AMR, .MP3 en .WAV. De editor ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle kenmerken of alle variaties van bestandsindelingen.

TV out-modus

U kunt opgenomen afbeeldingen en videoclips bekijken op een compatibele tv met behulp van een Nokia Video Connectivity-kabel.
Voordat u de afbeeldingen en videoclips op tv weergeeft, moet u de TV out-instellingen voor het betreffende televisiesysteem en de
Galerij
93
beeldverhouding mogelijk configureren. Zie
'Instellingen voor toebehoren', p. 167.
Ga als volgt te werk als u afbeeldingen en videoclips
Galerij
op tv wilt weergeven:
1. Verbind de Nokia Video Connectivity-kabel met
de video-invoeraansluiting van een compatibele tv.
2. Verbind het andere uiteinde van de Nokia Video
Connectivity-kabel met de Nokia AV-aansluiting van het apparaat.
3. Mogelijk moet u de kabelmodus selecteren.
4. Druk op
video en het bestand dat u wilt bekijken.
De afbeeldingen worden weergegeven in de
afbeeldingsviewer en de videoclips worden afgespeeld in RealPlayer.
Wanneer de Nokia Video Connectivity-kabel op het apparaat is aangesloten, wordt alle audio (inclusief de actieve oproepen, het stereogeluid van videoclips, de toetstoon en de beltoon) naar de
94
en selecteer Galerij > Afb. en
televisie verzonden. U kunt de microfoon van het apparaat normaal blijven gebruiken.
Voor alle toepassingen in een andere map dan Afb.
en video in Galerij en RealPlayer, ziet u op de tv wat
wordt weergegeven in het scherm van het apparaat.
De geopende afbeelding wordt in een volledig scherm weergegeven op de tv. Wanneer u een afbeelding in de miniatuurweergave opent terwijl de ze op de tv wor dt wee rg ege ve n, i s i nzo om en ni et beschikbaar.
Wanneer u een geselecteerde videoclip opent, wordt deze door RealPlayer weergegeven in het scherm van het apparaat en op de tv.
', p. 68.
U k unt af beeldi ngen op de tv w eerge ven in de v orm van een diapresentatie. Alle items in een album of gemarkeerde afbeeldingen worden in een volledig scherm weergegeven op de tv terwijl de geselecteerde muziek wordt afgespeeld.
'Diavoorstelling', p. 91.
De kwaliteit van het tv-beeld kan verschillen als gevolg van de verschillende resoluties van de apparaten.
Draadloze radiosignalen zoals inkomende oproepen, kunnen storingen in het beeld van de tv veroorzaken.
Zie 'RealPlayer
Zie

Presentaties

Bij presentaties kunt u SVG-bestanden (Scalable Vector Graphics) bekijken, zoals cartoons en kaarten. SVG-afbeeldingen blijven er hetzelfde uitzien wanneer deze worden afgedrukt of worden bekeken bij een andere schermgrootte of resolutie.
Als u SVG-bestanden wilt bekijken, druk dan op
en selecteer Galerij > Presentaties. Ga naar een afbeelding en selecteer Opties > Afspelen. Selecteer Opties > Onderbreken als u het afspelen wilt onderbreken.
Druk op 5 als u wilt inzoomen. Druk op 0 als u wilt uitzoomen.
Druk op 1 of 3 als u een afbeelding respectievelijk naar rechts of naar links wilt draaien. Druk op 7 of 9 als u de afbeelding 45 graden wilt draaien.
Druk op* als u wilt schakelen tussen een volledig en een normaal scherm.

Afbeeldingen afdrukken

Afbeeldingen afdrukken

Als u afbeeldingen wilt afdrukken via Afbeeldingen afdrukken, selecteert u de gewenste afbeelding en vervolgens de afdrukoptie in Galerij, de camera, de afbeeldingseditor of de afbeeldingsviewer.
Gebruik Afbeeldingen afdrukken om uw afbeeldingen af te drukken met behulp van een compatibele USB-gegevenskabel of Bluetooth­connectiviteit. U kunt ook afbeeldingen afdrukken via een WLAN.
U kunt alleen afbeeldingen in JPEG-indeling afdrukken. De foto's die met de camera worden gemaakt, worden automatisch opgeslagen in JPEG­indeling.
Printer selecteren
Als u afbeeldingen wilt afdrukken via Afbeeldingen afdrukken, selecteert u de gewenste afbeelding en vervolgens de afdrukoptie in Galerij, de camera, de afbeeldingseditor of de afbeeldingsviewer.
Wanneer u Afbeeldingen afdrukken de eerste keer gebruikt, wordt een lijst met beschikbare compatibele printers weergegeven nadat u de afbeelding hebt geselecteerd. Selecteer een printer. De printer wordt ingesteld als de standaardprinter.
Als u wilt afdrukken op een printer die compatibel is met PictBridge, sluit u de compatibele gegevenskabel aan voordat u de afdrukoptie selecteert. Vervolgens controleert u of de gegevenskabelmodus is ingesteld op Afb.
afdrukken of Vragen bij verbind..
'USB', p. 43. De printer wordt automatisch
weergegeven als u de afdrukoptie selecteert.
Zie
Galerij
95
Als de standaardprinter niet beschikbaar is, wordt een lijst met beschikbare afdrukapparaten weergegeven.
Galerij
Selecteer Opties > Instellingen >
Standaardprinter als u de standaardprinter wilt
wijzigen.
Afdrukvoorbeeld
Nadat u de printer hebt geselecteerd, worden de geselecteerde afbeeldingen weergegeven met vooraf gedefinieerde indelingen.
Als u de indeling wilt wijzigen, drukt u de bladertoets naar links of rechts om door de beschikbare indelingen voor de geselecteerde printer te bladeren. Als de afbeeldingen niet op één pagina passen, drukt u de bladertoets omhoog of omlaag om de overige pagina's te bekijken.
Afdrukinstellingen
De beschikbare opties variëren, afhankelijk van de mogelijkheden van de printer die u hebt geselecteerd.
Selecteer Opties > Standaardprinter als u een standaardprinter wilt instellen.
Selecteer Papierformaat, het gewenste papierformaat in de lijst en OK als u het formaat wilt selecteren. Selecteer Annuleer als u wilt
96
terugkeren naar de vorige weergave.

PrintOnline

Met PrintOnline kunt u online afdrukken van uw afbeeldingen bestellen en direct laten bezorgen bij u thuis of in een winkel waar u deze kunt ophalen. U kunt ook verschillende producten met de geselecteerde afbeelding bestellen, zoals mokken of muismatten. Welke producten beschikbaar zijn, is afhankelijk van de serviceprovider.
Als u PrintOnline wilt gebruiken, moet minimaal één configuratiebestand van een afdrukservice zijn geïnstalleerd. U kunt de bestanden verkrijgen bij providers van afdrukdiensten die PrintOnline ondersteunen.
Raadpleeg de handleidingen op de productondersteuningspagina's van Nokia of op uw lokale Nokia-website voor meer informatie over deze toepassing.

Afbeeldingen en video's online delen

U kunt afbeeldingen en videoclips delen in compatibele online albums, weblogs of andere compatibele online diensten op internet. U kunt inhoud uploaden, een niet-voltooide post opslaan als concept en later doorgaan en de inhoud van de albums weergeven. Welke inhoudstypen worden ondersteund, is afhankelijk van de serviceprovider.
Voordat u afbeeldingen en video's online kunt delen, moet u zich abonneren op de dienst via een serviceprovider voor het delen van online afbeeldingen. Vervolgens moet u een nieuwe account maken. U kunt zich meestal op de betreffende dienst abonneren via de webpagina van de serviceprovider. Neem contact op met uw serviceprovider voor details over het abonneren op de dienst.
Als u een bestand vanuit Galerij naar de online dienst wilt uploaden, drukt u op
Galerij > Afb. en video. Blader naar het gewenste
bestand en selecteer Opties > Zenden > Posten
naar web, of selecteer het bestand en
actieve werkbalk. Ga naar de productondersteuningspagina's van
Nokia of uw lokale Nokia-website voor meer informatie over de toepassing en compatibele serviceproviders.
en selecteert u
vanuit de

Eigen netwerk

Informatie over het eigen netwerk

Het apparaat is compatibel met de UPnP­architectuur (Universal Plug and Play). Met een WLAN-toegangspunt of -router kunt u een eigen netwerk maken en compatibele UPnP-apparaten op
het netwerk aansluiten die WLAN's ondersteunen, zoals het apparaat, een compatibele pc, een compatibele printer, een compatibel geluidssysteem, een compatibele tv of een geluidssysteem of tv voorzien van een compatibele draadloze multimedia-ontvanger.
Als u de WLAN-functie van het apparaat in een eigen netwerk wilt gebruiken, hebt u een werkend LAN nodig, moeten de andere apparaten geschikt zijn voor UPnP en verbinding hebben met hetzelfde netwerk.
In het eigen netwerk worden de beveiligingsinstellingen van de WLAN-verbinding gebruikt. Gebruik de voorziening voor het eigen netwerk in een WLAN-infrastructuurnetwerk met een WLAN-toegangspunt en ingeschakelde codering.
U kunt mediabestanden die zijn opgeslagen in Galerij, delen met andere compatibele UPnP­apparaten via het eigen netwerk. Als u de instellingen van het eigen netwerk wilt beheren, drukt u op
Connect. > Eigen media. U kunt via het eigen
netwerk ook compatibele mediabestanden uit Galerij bekijken, afspelen, kopiëren of afdrukken.
Zie 'Mediabestanden weergeven en delen', p. 100.
Het apparaat wordt alleen met het eigen netwerk verbonden als u een verbindingsverzoek vanaf een ander compatibel apparaat accepteert of als u in
Zie 'WLAN', p. 35.
en selecteert u Instrumenten >
Galerij
97
Galerij de optie selecteert voor het weergeven, afspelen, afdrukken of kopiëren van mediabestanden op het apparaat of naar andere
Galerij
apparaten zoekt in de map Eigen netwerk.

Belangrijke informatie over beveiliging

Schakel bij het configureren van het eigen WLAN netwerk een coderingsmethode in op het toegangspunt en vervolgens op de andere compatibele apparaten die u op het eigen netwerk wilt aansluiten. Raadpleeg de documentatie van de apparaten. Houd wachtwoorden geheim en bewaar deze op een veilige plek, afzonderlijk van de apparaten.
U kunt de instellingen van het WLAN­internettoegangspunt in uw apparaat weergeven of wijzigen.
Als u de ad-hocmodus gebruikt om een eigen netwerk te maken met een compatibel apparaat, schakelt u een van de coderingsmethoden in
WLAN-beveil.modus in wanneer u het
internettoegangspunt instelt.
'Verbindingsinstellingen', p. 175. Met deze stap
beperkt u het risico dat onbevoegden toegang kunnen krijgen tot het ad hoc-netwerk.
U krijgt een melding zodra met een ander apparaat
98
wordt geprobeerd verbinding te maken met het
Zie 'Toegangspunten', p. 175.
Zie
apparaat en met het eigen netwerk. Accepteer geen verbindingsaanvragen van een onbekend apparaat.
Als u WLAN gebruikt in een netwerk zonder codering, schakelt u het delen van bestanden met andere apparaten uit of schakelt u het delen van privé-mediabestanden uit.
eigen netwerk', p. 98.
Zie 'Instellingen voor

Instellingen voor eigen netwerk

Als u mediabestanden die u in Galerij hebt opgeslagen, via WLAN wilt delen met andere compatibele UPnP-apparaten, moet u uw WLAN­internettoegangspunt maken en configureren, en vervolgens de instellingen voor eigen netwerk configureren in de toepassing Eigen media.
'WLAN-internettoegangspunten', p. 37. Zie 'Verbindingsinstellingen', p. 175.
De opties met betrekking tot eigen netwerk zijn pas in toepassingen beschikbaar wanneer de instellingen in de toepassing Eigen media zijn geconfigureerd.
Wanneer u de toepassing Eigen media voor het eerst gebruikt, wordt de installatiewizard gestart. Deze begeleidt u bij het instellen van de instellingen voor het eigen netwerk op het apparaat. Als u de installatiewizard later wilt gebruiken, gaat u naar de hoofdweergave van Eigen media, selecteert u
Zie
Opties > Wizard uitvoeren en volgt u de
instructies in het display.
Als u een compatibele pc wilt aansluiten op het eigen netwerk, moet u op de pc de gerelateerde software installeren. U vindt de software op de cd­rom of dvd-rom die bij het apparaat is geleverd, of op de ondersteuningspagina's van het apparaat op de Nokia-website.
Instellingen configureren
Als u de instellingen voor eigen netwerk wilt configureren, selecteert u Instrumenten >
Connect. > Eigen media > Instellingen en
maakt u uw keuze uit de volgende opties:
Eigen toegangspunt — Selecteer Altijd
vragen als u wilt dat het apparaat telkens naar
het thuistoegangspunt vraagt wanneer u verbinding maakt met het eigen netwerk, Nieuw
maken als u een nieuw toegangspunt wilt
opgeven dat automatisch wordt gebruikt wanneer u het eigen netwerk gebruikt, of
Geen. Als voor uw eigen netwerk geen
beveiligingsinstellingen zijn ingeschakeld, krijgt u een beveiligingswaarschuwing. U kunt doorgaan en de beveiliging later inschakelen of het definiëren van het toegangspunt annuleren en eerst de beveiliging voor het WLAN inschakelen.
Zie 'Toegangspunten', p. 175.
Apparaatnaam — Geef een naam op voor het
apparaat. Deze naam is zichtbaar voor de andere compatibele apparaten in het netwerk.
Kopiëren naar — Selecteer het geheugen
waarin u uw gekopieerde mediabestanden wilt opslaan.

Delen inschakelen en inhoud definiëren

Selecteer Instrumenten > Connect. > Eigen
media > Inhoud delen en maak een keuze uit de
volgende opties:
Inhoud delen — Hiermee kunt u het delen van
mediabestanden met compatibele apparaten toestaan of weigeren. Schakel het delen van inhoud pas in nadat u alle andere instellingen hebt geconfigureerd. Als u het delen van inhoud inschakelt, kunnen de overige UPnP-compatibele apparaten in het eigen netwerk de bestanden bekijken en kopiëren die u hebt geselecteerd voor delen in de map Afb. en video. Als u niet wilt dat de andere apparaten toegang hebben tot bestanden, schakelt u het delen van inhoud uit.
Afbeeldingen en video — Hiermee selecteert u
mediabestanden die u wilt delen met andere apparaten of bekijkt u de status voor het delen van afbeeldingen en video's. Selecteer Opties >
Galerij
99
Inhoud vernieuwen als u de inhoud van de map
wilt bijwerken.
Muziek — Selecteer afspeellijsten die u met
Galerij
andere apparaten wilt delen, of bekijk de inhoud van gedeelde afspeellijsten. Selecteer Opties >
Inhoud vernieuwen als u de inhoud van de map
wilt bijwerken.

Mediabestanden weergeven en delen

Als u uw mediabestanden wilt delen met andere UPnP compatibele apparaten in het eigen netwerk, schakelt u het delen van inhoud in.
inschakelen en inhoud definiëren', p. 99. Als het
delen van inhoud in het apparaat is uitgeschakeld, kunt u de mediabestanden die zijn opgeslagen in een ander apparaat in het eigen netwerk, nog wel bekijken en kopiëren als dit op het andere apparaat is toegestaan.
Mediabestanden weergeven die in het apparaat zijn opgeslagen
Als u uw afbeeldingen, video's en geluidsclips op een ander apparaat in het eigen netwerk wilt weergeven, bijvoorbeeld op een compatibele tv, gaat u als volgt te werk:
1. Selecteer een afbeelding, videoclip of geluidsclip
100
in Galerij en selecteer Opties > Tonen via
eigen netwerk.
Zie 'Delen
2. Selecteer een compatibel apparaat waarin het
mediabestand wordt weergegeven. De afbeeldingen worden zowel op het andere netwerkapparaat als op uw apparaat weergegeven en de video- en geluidsclips worden alleen afgespeeld op het andere apparaat.
3. Selecteer Opties > Tonen stoppen als u het
delen wilt stoppen.
Mediabestanden weergeven die in het andere apparaat zijn opgeslagen
Ga als volgt te werk als u mediabestanden die op een ander apparaat in het netwerk zijn opgeslagen, wilt weergeven op uw apparaat (of bijvoorbeeld op een compatibele tv) wilt weergeven:
1. Druk op
Connect. > Eigen media > Zk in eigen ntw.. Op het apparaat wordt gezocht naar
andere compatibele apparaten. De namen van gevonden apparaten verschijnen op het scherm.
2. Selecteer een apparaat in de lijst.
3. Selecteer het type media dat u wilt bekijken op
het andere apparaat. De beschikbare bestandstypen zijn afhankelijk van de functies van het andere apparaat.
Selecteer Opties > Zoeken als u bestanden met andere criteria wilt zoeken. Selecteer Opties >
en selecteer Instrumenten >
Loading...