CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij verklaart, NOKIA CORPORATION,
dat het toestel RM-55 in
overeenstemming is met de essentiële
eisen en de andere relevante
bepalingen van richtlijn 1999/5/EG.
Een kopie van de
conformiteitsverklaring kunt u
vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de
Europese gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden
aangeboden aan het einde van de levensduur van het product. Dit geldt
voor het apparaat, maar ook voor alle toebehoren die van dit symbool
een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming
van Nokia is verboden.
Nokia, Nokia Connecting People, Visual Radio en Pop-Port zijn handelsmerken
of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere
producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de
respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
This product includes software licensed from Symbian Software Ltd (c)
1998-200(6). Symbian and Symbian OS are trademarks of Symbian Ltd.
Java™ and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun
Microsystems, Inc.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for
personal and noncommercial use in connection with information which has been
encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged
in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with
MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall
be implied for any other use. Additional information including that relating to
promotional, internal and commercial uses may be obtained from MPEG LA, LLC.
See <http://www.mpegla.com>.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License
(i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is
geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader
van een privé- en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met
MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt.
Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt.
Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele
doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is ve rkrijgbaar bij MPEG LA, LLC.
Zie <http://www.mpegla.com>.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich
het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan
te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten
of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt.
Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie
gegeven betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit
document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar niet
beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid
voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder
voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen.
Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig
zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen.
Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
KENNISGEVING FCC / INDUSTRY CANADA
Het apparaat kan storingen veroorzaken bij het gebruik van een tv of radio
(bijvoorbeeld wanneer een telefoon in de nabijheid van ontvangstapparatuur wordt
gebruikt). De FCC of Industry Canada kan u verplichten het gebruik van de telefoon
te staken als dergelijke storingen niet kunnen worden verholpen. Neem contact op
met het dichtstbijzijnde servicepunt als u hulp nodig hebt. Dit appar aat voldoet aan
onderdeel 15 van de FCC-regels. Dit apparaat mag alleen worden gebruikt als het
geen schadelijke storingen veroorzaakt.
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de
richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige
gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS
HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als
het gebruik van mobiele telefoons verboden is
of als dit storing of gevaar zou kunnen
opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl
u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te
besturen. De verkeersveiligheid dient uw
eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING Alle draadloze apparaten kunnen
gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking
van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
ZIEKENHUIZEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Schakel het apparaat
uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
VLIEGTUIGEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Draadloze
apparatuur kan storingen veroorzaken in
vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET
TANKEN Gebruik het apparaat niet in een
benzinestation. Gebruik het apparaat niet in
de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT
VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle
mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik
het apparaat niet waar explosieven worden
gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale
positie zoals in de productdocumentatie wordt
uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag
alleen door deskundigen worden geïnstalleerd
of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik
alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen.
Sluit geen incompatibele producten aan.
MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een
gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens
die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander
apparaat aansluit, dient u eerst de
handleiding van het desbetreffende
apparaat te raadplegen voor uitgebreide
veiligheidsinstructies. Sluit geen
incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer
of de telefoonfunctie van het apparaat
ingeschakeld en operationeel is. Het
toetsenblok is alleen actief in de modus
Opengevouwen. Druk zo vaak als nodig is op
om het scherm leeg te maken en terug
te keren naar het startscherm. Toets het
alarmnummer in en druk op . Geef op
waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek
pas wanneer u daarvoor toestemming hebt
gekregen.
Informatie over het apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt
beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het EGSM
900/1800/1900- en UMTS 2100-netwerk. Neem contact
op met uw serviceprovider voor meer informatie over
netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat
aan alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme
rechten van anderen.
Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt of
gebruikt, aan alle regelgeving en eerbiedig de lokale
gewoonten, privacy en legitieme rechten van anderen.
Dit apparaat ondersteunt algemene functies van Microsoft
Word, PowerPoint en Excel (Microsoft Office 97, 2000, XP
en 2003). Niet alle bestandsindelingen kunnen worden
weergegeven of gewijzigd.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het
apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet
in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur
storingen of gevaar kan veroorzaken.
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn
aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten.
Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van
de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk.
Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle netwerken
beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen
moet treffen met uw serviceprovider voordat u de
netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van
uw serviceprovider extra instructies voor het gebruik van
de diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij
sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik
van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden.
Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning
voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Netwerkfuncties worden in deze handleiding aangeduid
met (netwerkdiensten).
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in
uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het
menu van uw apparaat weergegeven. De telefoon kan ook
speciaal geconfigureerd zijn. Deze configuratie kan
menunamen, de menuvolgorde en symbolen betreffen.
Neem voor meer informatie contact op met uw
serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP
en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Sommige
functies van dit apparaat, zoals MMS, browsen, e-mail en
het downloaden van inhoud met de browser of via MMS,
vereisen netwerkondersteuning voor deze technologieën.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor
informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan
de serviceprovider, netwerkoperator of een andere
leverancier zijn.
Toebehoren, batterijen en laders
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader
voordat u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u
deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor
gebruik met de volgende voedingsbronnen: DC-4-, AC-3of AC-4-lader, of een AC-1-, ACP-7-, ACP-8-, ACP-9-,
ACP-12-, LCH-8-, LCH-9- of LCH-12-lader indien gebruikt
met de CA-44-adapter die bij het apparaat wordt
geleverd.
Dit apparaat moet worden gebruikt met een batterij van
het type BP-6M.
en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor
gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere
types kan de goedkeuring of garantie doen vervallen
en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van
goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker
en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
Het apparaat heeft vier mechanische modi die zeer
geschikt zijn voor verschillende toepassingssituaties:
Dichtgeklapt om het apparaat makkelijk te kunnen
meenemen, Opengeklapt voor gebruik als een gewone
mobiele telefoon, Beeldbewerking om videobeelden
op te nemen en foto's te maken, en Weergave om uw
afbeeldingen en video's te bekijken. Als u tussen de modi
wilt schakelen, draait u de klep en het draaiasscherm.
Er treeft een korte time-out op voordat een modus
wordt geactiveerd.
Dichtgeklapte modus
Wanneer de klep wordt gesloten,
wordt het hoofddisplay gedeactiveerd
en wordt het klepscherm verlicht.
Actieve gesprekken worden beëindigd,
tenzij de luidspreker wordt gebruikt of
een compatibele hoofdtelefoon is
aangesloten. Zie “Coverdisplay” op
pag. 115 als u de instellingen wilt
wijzigen. Als u de speler gebruikt om
een geluidsclip te beluisteren, blijft
deze doorspelen.
In de modus Dichtgevouwen beschikt u op het klepscherm
over een klok en statusinformatie. In de weergave van de
standby-modus ziet u mogelijkerwijs de symbolen van de
signaalsterkte en accu, tijdinformatie, statussymbolen en
de naam van het actieve profiel (als dit niet Algemeen is).
Als u via de Music Player naar een geluidsclip luistert,
worden volumebalken en gegevens over de gespeelde
nummers weergegeven. Gebruik de bladertoetsen aan
de zijkant voor afspelen, onderbreken, volgende/vorige
geluidsclip afspelen en om het volume harder of zachter
te zetten.
Als u Visual Radio in de modus Dichtgevouwen
gebruikt, wordt de visuele inhoud niet weergegeven
op het klepscherm. U kunt een aantal vooraf ingestelde
stations opslaan op naam, frequentie en locatiegegevens.
Deze informatie wordt op het klepscherm weergegeven.
Gebruik de bladertoets aan de zijkant van het apparaat
om het geluid in en uit te schakelen, van kanaal te
Uw Nokia N93
veranderen en nieuwe kanalen te zoeken.
Agenda- en kloksignalen en notities voor gemiste
oproepen en nieuwe ontvangen berichten worden
eveneens weergegeven. Als u ontvangen SMSberichten, en de tekst- en afbeeldingsobjecten van
ontvangen multimediaberichten wilt weergeven, vouwt
u de telefoon open en bekijkt u de berichten op het
hoofddisplay.
Binnenkomende oproepen worden aangeduid met het
gebruikelijke signaal en een notitie. Kies in de instellingen
voor het klepscherm Antwrd bij openen tel. om een
oproep te beantwoorden wanneer u de telefoon
openvouwt. Als er een compatibele hoofdtelefoon op het
apparaat is aangesloten, drukt u op de antwoordtoets op
de hoofdtelefoon. Zie “Coverdisplay” op pag. 115 als u de
instellingen wilt wijzigen.
Open de klep als u wilt bellen of het menu wilt gebruiken.
Druk op de flitsertoets aan de zijkant van het apparaat als
u de flitser als zaklantaarn wilt gebruiken. De zaklantaarn
gebruiken:
• Druk eenmaal kort op de flashtoets. De zaklantaarn
wordt 1,5 seconde geactiveerd.
• Druk tweemaal kort op de flashtoets. De zaklantaarn
wordt geactiveerd gedurende 3 minuten of totdat u
de flashtoets weer indrukt.
• Houd de flashtoets ingedrukt. De zaklantaarn wordt
geactiveerd en blijft aan zolang u de toets ingedrukt
houdt of totdat er 3 minuten zijn verstreken.
Opengeklapte modus
Wanneer u de klep opent,
wordt de modus opengeklapt
automatisch geactiveerd: het
hoofddisplay wordt verlicht, het
toetsenblok is beschikbaar en
u hebt toegang tot het menu.
Blader met de bladertoets door
het menu.
De modus Dichtgeklapt wordt
zelfs geactiveerd als de klep niet volledig is geopend.
De klep wordt tot ongeveer 160 graden geopend, zoals
u op de afbeelding ziet. Probeer de klep niet verder te
openen.
Wanneer u de klep tot
90 graden opent, het
apparaat met de zijkant
naar u toe houdt en de klep
omlaag draait zodat het
hoofddisplay naar u toe
is gericht, wordt de
modus Beeldbewerking
geactiveerd. De
hoofdcamera wordt
geactiveerd en u kunt het
beeld zien dat u wilt vastleggen.
In de modus Beeldbewerking kunt u video's opnemen
en foto's maken. Zie “Camera” op pag. 26.
In de modus Beeldbewerking is het toetsenblok niet actief.
U kunt gebruikmaken van de toetsen voor opname,
zoomen, bladeren, cameramodus en flash (alle aan de
zijkant van het apparaat), de aan/uit-toets, en de toetsen
voor Staand of Liggend en de selectietoetsen naast het
hoofddisplay.
Weergavemodus
Wanneer u de zijkant van het draaiasscherm omhoog
draait terwijl de klep is gesloten, wordt de weergavemodus
geactiveerd.
Gebruik de
weergavemodus
voor het volgende:
• Uw afbeeldingen
bekijken.
• Foto's en films
vanuit de galerij
activeren om
diapresentaties
te bekijken.
• Handsfree videogesprekken plaatsen en tijdens een
videogesprek live video verzenden. De hoek van het
scherm aanpassen om een optimale hoek voor de
secundaire camera te verkrijgen.
Handige sneltoetsen
Gebruik sneltoetsen om het apparaat snel optimaal
te kunnen gebruiken. Raadpleeg de desbetreffende
hoofdstukken in deze gebruikershandleiding voor
meer informatie over de functies.
Standby-modus
• Houd ingedrukt en selecteer een toepassing
om te schakelen tussen geopende toepassingen.
Als er onvoldoende geheugen is, is het mogelijk
dat toepassingen automatisch worden gesloten.
Voordat een toepassing wordt gesloten, worden
niet-opgeslagen gegevens opgeslagen.
Als toepassingen op de achtergrond worden
uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit
en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
• Als u de camera wilt starten, drukt u de
Uw Nokia N93
opnametoets in de modus Beeldbewerking geheel in.
• Houd ingedrukt om uw voicemailbox
(netwerkdienst) te bellen.
• Houd ingedrukt als u multimediatoepassingen
wilt openen. Zie “Mediatoets” op pag. 114.
• Als u het profiel wilt wijzigen, drukt u op
en selecteert u een profiel.
• Als u wilt schakelen tussen de profielen Algemeen en
Stil, houdt u ingedrukt. Als u twee telefoonlijnen
hebt, wordt met deze actie geschakeld tussen de twee
lijnen.
• Als u de lijst met laatst gekozen nummers wilt openen,
drukt u op .
• Houd ingedrukt om spraakopdrachten te
gebruiken.
• Als u een Diensten wilt starten, houdt u
ingedrukt. Zie “Web” op pag. 79.
Raadpleeg “Actief standby” op pag. 112 voor meer
sneltoetsen die beschikbaar zijn in de standby-modus.
Tekst en lijsten bewerken
• Als u een item in een lijst wilt markeren, gaat u
erheen en drukt u tegelijkertijd op en .
• Als u meerdere items in een lijst wilt markeren, houdt u
ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op of .
Als u de selectie wilt beëindigen, laat u
achtereenvolgens en los.
• Zo kopieert en plakt u tekst: Houd ingedrukt om
letters en woorden te selecteren. Druk tegelijkertijd op
of om tekst te markeren. Houd ingedrukt
en kies Kopiëren om de tekst naar het klembord te
kopiëren. Houd ingedrukt en kies Plakken om de
tekst in een document in te voegen.
Instellingen
In de Nokia N93 zijn MMS-, GPRS-, streaming- en
instellingen voor mobiel internet doorgaans automatisch
geconfigureerd in het apparaat op basis van de gegevens
van de serviceprovider of netwerkoperator. De instellingen
van uw serviceproviders zijn mogelijk al op het apparaat
geïnstalleerd of u ontvangt de instellingen van de
serviceproviders in een SMS-bericht.
U kunt inhoud, zoals contactgegevens en agenda-items,
kopiëren van een compatibel Nokia-apparaat naar uw
Nokia N93 via een Bluetooth- of infraroodverbinding. Het
soort inhoud dat kan worden gekopieerd, is afhankelijk van
het type telefoon.
Vanwege copyrightbescherming kan het voorkomen dat
bepaalde afbeeldingen, muziek (waaronder beltonen) en
andere items niet kunnen worden gekopieerd, gewijzigd,
overgebracht of doorgestuurd.
U kunt de SIM-kaart in het andere apparaat plaatsen.
Wanneer de Nokia N93 wordt ingeschakeld zonder SIMkaart, wordt het profiel Offline automatisch geactiveerd.
Inhoud overbrengen
1 Druk op en selecteer Instrum. > Overdracht op de
Nokia N93.
2 Kies Doorgaan in de informatieweergave.
3 Geef aan of u een Bluetooth- of infraroodverbinding
wilt gebruiken om de gegevens over te brengen. Beide
apparaten moeten het geselecteerde verbindingstype
ondersteunen.
4 Als u Bluetooth-connectiviteit selecteert en u wilt
dat de Nokia N93 zoekt naar apparaten met Bluetoothconnectiviteit, kiest u Doorgaan. Kies het andere
apparaat in de lijst. U wordt gevraagd een code in te
voeren op de Nokia N93. Voer een code in (1-16 cijfers)
en selecteer OK. Voer dezelfde code ook in op het
andere apparaat en selecteer OK. De apparaten zijn
nu gepaard. Zie “Apparaten paren” op pag. 97.
De toepassing Overdracht wordt als bericht verzonden
naar het andere apparaat. Open het bericht om
Overdracht te installeren op het andere apparaat
en volg de instructies op het scherm.
Sluit de twee apparaten aan als u een
infraroodverbinding gebruikt. Zie
“Infraroodverbinding” op pag. 98.
5 Selecteer vanaf de Nokia N93 de inhoud die u van het
andere apparaat wilt kopiëren.
De inhoud wordt gekopieerd vanuit het geheugen en vanaf
de compatibele geheugenkaart (indien geplaatst) van het
andere apparaat naar de overeenkomende locatie in uw
Nokia N93 en de geheugenkaart (indien geplaatst). De
tijd die nodig is voor het kopiëren, is afhankelijk van de
hoeveelheid gegevens. U kunt het kopiëren annuleren en
later doorgaan.
Als u de logboekgegevens van een eerdere overdracht wilt
bekijken, selecteert u in de beginweergave Overdr.log.
Als u de apparaten wilt zien waarvan u gegevens hebt
gekopieerd of overgebracht, selecteert u in de
beginweergave Telefoons.
Er staan één of meer ongelezen berichten in de map
Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externe
mailbox.
De map Outbox bevat berichten die nog niet zijn
verzonden.
U hebt oproepen gemist.
Dit wordt weergegeven als Beltoontype is ingesteld
op Stil en Berichtensignaaltoon, Chatsignaaltoon en
Signaaltoon e-mail zijn ingesteld op Uit.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarm actief.
De tweede telefoonlijn wordt gebruikt
(netwerkdienst).
Alle oproepen naar het apparaat worden
doorgestuurd naar een ander nummer. Als u twee
telefoonlijnen hebt (netwerkdienst), is het
symbool voor de eerste lijn. Het symbool voor de tweede
lijn is.
Er is een hoofdtelefoon aangesloten op het apparaat.
De verbinding met een hoofdtelefoon met Bluetooth-
connectiviteit is verbroken.
Er is een gehoorapparaat aangesloten op het apparaat.
Er is een teksttelefoon aangesloten op het apparaat.
Er is een gegevensoproep actief.
Er is een GPRS- of EDGE-pakketgegevensverbinding
beschikbaar.
Er is een GPRS- of EDGE-pakketgegevensverbinding
actief.
Er staat een GPRS- of EDGE-pakketgegevensverbinding
in de wachtstand.
Er is een UMTS-pakketgegevensverbinding beschikbaar.
Er is een UMTS-pakketgegevensverbinding actief.
Er staat een UMTS-pakketgegevensverbinding in de
wachtstand.
U hebt het zoeken naar draadloze LAN-netwerken
ingeschakeld en er is een draadloos LAN-netwerk
beschikbaar. Zie “Wireless LAN” op pag. 121.
Er is een draadloze LAN-verbinding actief in een
netwerk met codering.
Er is een draadloze LAN-verbinding actief in een
netwerk zonder codering.
Er is een infraroodverbinding actief. Als het symbool
op het apparaat knippert, wordt geprobeerd verbinding
te maken met het andere apparaat of is de verbinding
verbroken.
Toetsenbordvergrendeling
Door de toetsen te blokkeren (vergrendelen) voorkomt
u dat deze per ongeluk worden ingedrukt.
Druk op de aan/uit-toets als u de verlichting van het
scherm wilt inschakelen wanneer de
toetsenblokvergrendeling is ingeschakeld.
• Zo vergrendelt u de toetsen: Druk in de standby-modus
op en op . Wanneer de toetsen vergrendeld
zijn, verschijnt op het scherm.
• De vergrendeling opheffen in de opengevouwen
modus: Druk op en op .
• De vergrendeling opheffen in de dichtgevouwen
modus: Druk op de bladertoets. Er verschijnt een
dialoogvenster waarin u de vergrendeling kunt
opheffen. Selecteer Ja met behulp van de bladertoets.
Wanneer de toetsenbordvergrendeling is ingeschakeld,
kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde
alarmnummer bellen.
Volume- en luidsprekerregeling
Druk op of als u het
volume wilt verhogen of
verlagen tijdens een actieve
oproep of wanneer u naar een geluid luistert.
Door de ingebouwde luidspreker kunt u vanaf een korte
afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat
aan uw oor moet houden.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht
bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt,
aangezien het volume erg luid kan zijn.
Als u de luidspreker wilt gebruiken tijdens een gesprek,
kiest u Opties > Luidspreker insch..
Als u de luidspreker wilt uitschakelen, kiest u Opties >
instellen om een nieuw alarm in te stellen. Als een
alarm actief is, wordt weergegeven.
Uw Nokia N93
Als u het alarm wilt uitschakelen, kiest u Stop en als
u het alarm 5 minuten wilt stoppen, kiest u Snooze.
Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken
terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het
apparaat zichzelf in en wordt het waarschuwingssignaal
afgespeeld. Als u Stop selecteert, wordt u gevraagd of
het apparaat moet worden geactiveerd voor oproepen.
Selecteer Nee als u het apparaat wilt uitschakelen of Ja
als u het apparaat wilt gebruiken om te bellen en gebeld
te worden. Selecteer Ja niet wanneer het gebruik van
draadloze telefoons storingen of gevaar kan opleveren.
Als u een alarm wilt annuleren, kiest u Klok > Opties >
Alarm uitschakelen.
Klokinstellingen
Als u de instellingen van de klok wilt wijzigen, kiest u
Klok > Opties > Instellingen.
Als u de tijd of de datum wilt wijzigen, selecteert u Tijd
of Datum.
Als u de klok wilt wijzigen die in de standby-modus wordt
weergegeven, kiest u Type klok > Analoog of Digitaal.
Als u wilt toestaan dat de tijd-, datum- en
tijdzonegegevens op het apparaat worden bijgewerkt door
het netwerk van de mobiele telefoon (netwerkdienst), kiest
u Autom. tijd aanp. > Aan.
Als u de alarmtoon wilt wijzigen, kiest u Alarmtoon klok.
Wereldklok
Als u de weergave Wereldklok wilt openen, opent u Klok en
drukt u op . In de weergave Wereldklok kunt u de tijd in
verschillende steden zien.
Als u steden aan de lijst wilt toevoegen, kiest u Opties >
Stad toevoegen. U kunt maximaal 15 steden aan de lijst
toevoegen.
Als u de huidige stad wilt instellen, gaat u naar de
gewenste stad en selecteert u Opties > Mijn huidige stad.
De stad wordt weergegeven in de beginweergave van
de klok en de tijd op het apparaat wordt aangepast
aan de geselecteerde stad. Controleer of de tijd juist
is en overeenkomt met de tijdzone.
wanneer u de
hoofdtelefoon gebruikt,
kan uw vermogen om geluiden van buitenaf te horen
negatief worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon
niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen.
-connector van
Waarschuwing:
Polsbandje en bandje voor
lenskap
Rijg de bandjes
op de
aangegeven
manier door het
apparaat en trek
ze vast.
Draadloos LAN
Het apparaat ondersteunt draadloos LAN (Local Area
Network). Met draadloos LAN kunt u met het apparaat
verbinding maken met internet en compatibele apparaten
die zijn voorzien van draadloos LAN. Zie “Eigen netwerk”
op pag. 21 voor informatie over het gebruik van uw
apparaat in een thuisnetwerk.
In bepaalde gebieden, bijvoorbeeld Frankrijk, gelden
beperkingen voor het gebruik van draadloze LAN's.
Raadpleeg de lokale autoriteiten voor meer informatie.
Als functies gebruikmaken van draadloos LAN of als
dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd
terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra
batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de
batterij af.
Uw apparaat ondersteunt de volgende voorzieningen van
draadloos LAN:
• IEEE 802.11b/g standaard
• Frequentie van 2,4 GHz
• WEP-coderingsmethoden (Wired Equivalent Privacy)
met sleutels tot 128 bit, WPA-toegang (Wi-Fi
Protected Access) en 802.1x-coderingsmethoden.
Deze functies kunnen alleen worden gebruikt als
het netwerk hiervoor ondersteuning biedt.
U kunt een internettoegangspunt maken in een draadloos
LAN-netwerk en dit toegangspunt gebruiken voor
toepassingen waarvoor verbinding met internet vereist is.
Een internettoegangspunt maken
1 Druk op en selecteer Connect. > Verb.beh. >
Beschk. WLAN.
2 Er wordt gezocht naar draadloze LAN-netwerken
Uw Nokia N93
binnen het bereik. Ga naar het netwerk waarin u
een internettoeganspunt wilt maken en kies Opties >
Toeg.pt definiëren.
3 Er wordt een internettoegangspunt gemaakt met
standaardinstellingen. Zie “Toegangspunten” op
pag. 118 als u deze instellingen wilt bekijken of
wijzigen.
Wanneer u wordt gevraagd een toegangspunt te
selecteren, selecteert u het gemaakte toegangspunt en
als u wilt zoeken naar draadloze LAN-netwerken binnen
het bereik, kiest u WLAN-netwerk.
Er wordt een draadloze LAN-verbinding tot stand
gebracht als u een gegevensverbinding maakt met een
internettoegangspunt voor een draadloos LAN-netwerk.
De actieve draadloze LAN-verbinding wordt beëindigd
wanneer u de gegevensverbinding beëindigt. Zie
“Verbindingsbeheer” op pag. 99 als u de verbinding wilt
beëindigen.
U kunt draadloos LAN gebruiken tijdens een gesprek of
wanneer pakketgegevens actief zijn. U kunt met maximaal
één draadloos LAN-toegangspunt tegelijkertijd verbinding
hebben, maar verschillende toepassingen kunnen dezelfde
draadloze LAN-verbinding gebruiken.
Wanneer u het profiel Offline activeert, kunt u nog steeds
draadloos LAN (indien beschikbaar) gebruiken. Zorg ervoor
dat u voldoet aan de veiligheidseisen wanneer u een
draadloze LAN-verbinding tot stand brengt en gebruikt.
Draadloos LAN kent twee modi: infrastructuur en ad-hoc.
In de infrastructuurmodus zijn twee soorten communicatie
mogelijk: draadloze apparaten zijn met elkaar verbonden
via een toegangspunt voor draadloos LAN of draadloze
apparaten zijn op een bedraad LAN aangesloten via een
toegangspunt voor draadloos LAN.
In de ad-hoc modus kunnen apparaten onderling
rechtstreeks gegevens verzenden en ontvangen.
Zie “Toegangspunten” op pag. 118 als u een
internettoegangspunt wilt maken voor het ad-hoc
netwerk.
Tip! Als u het unieke MAC-adres (Media Access
Control) voor uw apparaat wilt controleren, typt u
*#62209526# in de standby-modus.
Uw apparaat is compatibel met UPnP (Universal Plug and
Play). Met een toegangspunt voor draadloos LAN kunt u
een eigen netwerk maken en daarin compatibele UPnPapparaten opnemen die draadloze LAN-netwerken
ondersteunen, zoals de Nokia N93, een compatibele pc,
een compatibele printer, een compatibel geluidssysteem,
een compatibele televisie, of een geluidssysteem of
televisie voorzien van een compatibele draadloze
multimedia-ontvanger.
Als u het thuisnetwerk hebt geconfigureerd, kunt u
compatibele mediabestanden die zijn opgeslagen in
de Galerij kopiëren, bekijken of afspelen op de andere
aangesloten apparaten. U kunt bijvoorbeeld foto's die
u op uw Nokia N93 hebt opgeslagen, bekijken op een
compatibele televisie. Zie “Eigen netwerk” op pag. 101
en “Afbeeldingen afdrukken” op pag. 46.
Vanwege auteursrechtbescherming kan het voorkomen
dat bepaalde afbeeldingen, muziek (waaronder beltonen)
en andere inhoud niet kunnen worden gekopieerd,
overgebracht, bekeken, afgespeeld of afgedrukt.
Als u een thuisnetwerk wilt installeren in uw draadloze
LAN, moet u eerst een toegangspunt maken en instellen
en vervolgens de apparaten instellen. Definieer op de
Nokia N93 de instellingen in de toepassing Eigen netwerk.
Als u een compatibele pc met het thuisnetwerk wilt
verbinden, installeert u de Home Media Server-software
vanaf de dvd-rom die bij de Nokia N93 is geleverd.
Wanneer u alle apparaten hebt ingesteld die op het
netwerk zijn aangesloten, kunt u het Eigen netwerk
gebruiken voor het delen van mediabestanden. Zie
“Mediabestanden bekijken” op pag. 103.
In het thuisnetwerk worden de beveiligingsinstellingen
van de draadloze LAN-verbinding gebruikt. Gebruik de
voorziening voor het thuisnetwerk in een draadloos LANinfrastructuurnetwerk met een draadloos LANtoegangspunt en ingeschakelde codering.
Belangrijk: Gebruik altijd een van de beschikbare
coderingsmethoden ter beveiliging van uw draadloze
LAN-verbinding. Door middel van codering beperkt u de
kans dat onbevoegden toegang krijgen tot uw gegevens.
Uw apparaat wordt alleen met het thuisnetwerk
verbonden als u een verbindingsverzoek van een ander
apparaat accepteert of als u in de Galerij de optie
selecteert voor het weergeven, afspelen, afdrukken of
kopiëren van mediabestanden op uw Nokia N93 of naar
andere apparaten zoekt in de map Eigen netwerk.
Belangrijke informatie over beveiliging
Schakel bij het configureren van het draadloze LANthuisnetwerk een coderingsmethode in, eerst op uw
toegangspunt en vervolgens op de andere compatibele
apparaten die u op het thuisnetwerk wilt aansluiten.
Raadpleeg de documentatie van de apparaten. Houd
wachtwoorden geheim en bewaar deze op een veilige
plek, afzonderlijk van de apparaten.
Zie “Toegangspunten” op pag. 118 als u de instellingen
van het draadloze LAN-internettoegangspunt wilt
bekijken of wijzigen in uw Nokia N93.
Uw Nokia N93
Als u de ad-hoc modus gebruikt om een thuisnetwerk
te maken met een compatibel apparaat, schakelt u een
van de coderingsmethoden in WLAN-beveil.modus in
wanneer u het internettoegangspunt instelt. Met deze
stap beperkt u het risico dat onbevoegden toegang
kunnen krijgen tot het ad hoc-netwerk.
U krijgt een melding zodra met een ander apparaat wordt
geprobeerd verbinding te maken met uw apparaat en met
het thuisnetwerk. Accepteer geen verbindingsaanvragen
van een onbekend apparaat.
Als u draadloos LAN gebruikt in een netwerk zonder
codering, schakelt u het delen van Nokia N93-bestanden
met andere apparaten uit of schakelt u het delen van
privé-mediabestanden uit. Zie “Instellingen voor het
eigen netwerk” op pag. 102 als u de instellingen voor
delen wilt wijzigen.
Geheugenkaart
U kunt een compatibele miniSDgeheugenkaart gebruiken als extra
opslagruimte om geheugen te besparen
op het apparaat. U kunt ook een backup van het apparaat maken op de geheugenkaart.
Gebruik alleen compatibele miniSD-geheugenkaarten met
dit apparaat. Andere geheugenkaarten, zoals RS-MMC
(Reduced Size MultiMediaCard), passen niet in de
geheugenkaartsleuf en zijn niet compatibel met dit
apparaat. Als u een incompatibele geheugenkaart gebruikt,
kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en het
apparaat en kunnen de gegevens die op de incompatibele
kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
Houd alle geheugenkaarten buiten bereik van kleine
kinderen.
De geheugenkaart plaatsen
1 U opent het klepje van de
geheugenkaartsleuf door
het tegen de klok in
omhoog te draaien.
in de sleuf. Let erop dat
de contactpunten van
de kaart daarbij naar
boven zijn gericht.
verwijdert, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en
het apparaat en kunnen de gegevens die op de kaart zijn
opgeslagen, beschadigd raken.
Geheugenkaart
3 Schuif de kaart naar
binnen. U hoort het
wanneer de kaart vastklikt.
4 Sluit het klepje. U kunt de
geheugenkaart niet gebruiken
als het klepje openstaat.
De geheugenkaart verwijderen
1 Druk voordat u de kaart verwijdert op de aan/uit-toets
en kies Geheugenkrt verw.. Alle toepassingen worden
gesloten.
2 Wanneer Verwijder geheugenkaart en druk op 'OK'
wordt weergegeven, opent u het klepje van de
geheugenkaartsleuf.
3 Druk op de geheugenkaart om deze los te maken uit
de sleuf.
4 Verwijder de geheugenkaart. Als het apparaat is
ingeschakeld, kiest u OK wanneer wordt gevraagd of
u de kaart wilt verwijderen.
Belangrijk: verwijder de geheugenkaart nooit
tijdens een bewerking waarbij de kaart wordt gebruikt.
Wanneer u de kaart tijdens een dergelijke bewerking
Druk op en kies Instrum. > Geheugen. U kunt een
miniSD-geheugenkaart gebruiken als extra opslagruimte
en voor het maken van back-ups van de informatie in het
apparaatgeheugen.
Als u een back-up van het apparaatgeheugen wilt maken
op een geheugenkaart, kiest u Opties > Reservekopie.
Als u de informatie van de geheugenkaart wilt terugzetten
in het apparaatgeheugen, selecteert u Opties > Herst.
vanaf kaart.
Een geheugenkaart formatteren
Wanneer een geheugenkaart wordt geformatteerd,
gaan alle gegevens op de kaart definitief verloren.
Sommige geheugenkaarten zijn voorgeformatteerd.
Andere kaarten moet u zelf eerst formatteren. Raadpleeg
uw leverancier om te achterhalen of u de geheugenkaart
moet formatteren voor het eerste gebruik.
U formatteert een geheugenkaart door Opties >
Geh.kaart formatt. te kiezen. Selecteer Ja ter bevestiging.
Tip! U krijgt het beste resultaat als u alle nieuwe
miniSD-kaarten met uw Nokia N93 formatteert.
Bestandsbeheer
Uw Nokia N93
Voor een groot aantal functies van het apparaat, zoals
contacten, berichten, afbeeldingen, video’s, beltonen,
agendanotities, documenten en gedownloade
toepassingen, wordt geheugen gebruikt voor de opslag
van gegevens. De hoeveelheid beschikbaar geheugen is
afhankelijk van de hoeveelheid gegevens die al
in het geheugen van het apparaat is opgeslagen.
U kunt een geheugenkaart gebruiken als extra
opslagruimte. Geheugenkaarten zijn herschrijfbaar,
zodat u oude gegevens kunt verwijderen en nieuwe
gegevens op de geheugenkaart kunt opslaan.
Als u wilt bladeren in bestanden en mappen in het
geheugen van het apparaat of op een geheugenkaart
(indien geplaatst), drukt u op en kiest u Instrum. >
Best.beh. De weergave van het apparaatgeheugen ()
wordt geopend. Druk op om de weergave van de
geheugenkaart () te openen (indien beschikbaar).
Als u bestanden wilt verplaatsen of kopiëren naar een
map, drukt u tegelijk op en om een bestand
te markeren en kiest u Opties > Verplaats naar map of
Kopiëren naar map.
Als u naar een bestand wilt zoeken, kiest u Opties >
Zoeken en het geheugen waarin u wilt zoeken. Voer
vervolgens een zoektekst in die overeenkomt met de
bestandsnaam.
Geheugengebruik weergeven
Als u wilt bekijken welke typen gegevens het apparaat
bevat en hoeveel geheugen wordt gebruikt door de
verschillende gegevenstypen, kiest u Opties > Gegevens
geheugen. De hoeveelheid beschikbaar geheugen wordt
weergegeven in Vrij geheug..
Geheugen raakt vol - ruimte vrijmaken
U krijgt een melding als het geheugen op het apparaat
of het geheugen van de geheugenkaart bijna vol is.
Als u geheugen wilt vrijmaken, brengt u gegevens over
naar een geheugenkaart, als u deze hebt. Markeer de
bestanden die u wilt verplaatsen, kies Verplaats naar
map > Geheugenkaart en selecteer vervolgens een map.
U kunt mediabestanden ook overbrengen naar een
compatibele pc, bijvoorbeeld met de optie voor het
overbrengen van bestanden in Galerij. Zie “Een back-up
maken van bestanden” op pag. 47.
Tip! Met Nokia Phone Browser in Nokia PC Suite kunt
u de verschillende geheugens in het apparaat bekijken
en gegevens overbrengen.
Als u gegevens wilt verwijderen om geheugen vrij te
maken, gebruikt u Best.beh. of de desbetreffende
toepassing. U kunt bijvoorbeeld de volgende items
verwijderen:
• Berichten in de mappen Inbox, Ontwerpen en
Verzonden in Berichten
• Opgehaalde e-mailberichten in het geheugen van
het apparaat.
• Opgeslagen webpagina's.
• Opgeslagen afbeeldingen, video's of geluidsbestanden.
• Contactgegevens.
•Agendanotities.
• Gedownloade toepassingen. Zie ook
“Toepassingsbeheer” op pag. 127.
• Andere gegevens die u niet meer nodig hebt.
Help
Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help. Als u
vanuit een geopende toepassing de Help voor de huidige
weergave wilt openen, kiest u Opties > Help.
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar
de toepassing die op de achtergrond geopend is door
ingedrukt te houden.
Als u de Help wilt openen vanuit het hoofdmenu kiest
u Instrum. > Help. Selecteer de gewenste toepassing
om de bijbehorende helponderwerpen te bekijken.
Uw Nokia N93
Zelfstudie
De zelfstudie bevat informatie over enkele functies van
het apparaat. Als u de zelfstudie wilt openen via het menu,
drukt u op en selecteert u Extra > Zelfstudie en de
sectie die u wilt bekijken.
De Nokia N93 heeft twee camera's: een camera met
een hoge resolutie aan de zijkant van het apparaat
(de hoofdcamera) en een camera met een lage resolutie
boven aan het hoofddisplay (de tweede camera). Met
beide camera's kunt u in de modus Staand of Liggend
foto's nemen en video's opnemen.
De hoofdcamera van de Nokia N93 ondersteunt een
beeldresolutie van 2048x1536. De beeldresolutie kan
in deze documentatie anders worden weergegeven.
De foto's en videoclips worden automatisch opgeslagen in
de map Afbeeldingen en video in de Galerij. De foto's die
u met de camera neemt, hebben de .jpeg-indeling.
Videoclips worden opgenomen in de bestandsindeling
.mp4 of 3GPP met de extensie .3gp (modus Delen).
Zie “Video-instellingen” op pag. 27.
U kunt foto's en videoclips verzenden via een
multimediabericht, als e-mailbijlage of via een
Bluetooth-verbinding.
Video's opnemen
Draai het scherm in de modus Beeldbewerking om de
hoofdcamera te activeren. Als de camera in de Naar
Druk op de opnametoets om de opname te starten.
Het opnamepictogram wordt weergegeven. De
rode opnameknop knippert langzaam en u hoort een
geluidssignaal, ten teken dat er een video wordt
opgenomen.
1 Als u de opname wilt stoppen, drukt u op de
opnametoets.
2 Druk opnieuw op de opnametoets om de opname te
hervatten. De videoclip wordt automatisch opgeslagen
in de map Afbeeldingen en video van Galerij. Zie
“Galerij” op pag. 34.
Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen
voordat u een video opneemt in de modus Beeldbewerking,
gebruikt u de bladertoetsen aan de zijkant van het
apparaat om in de werkbalk te bladeren. Zie
“Beeldinstellingen: kleur en belichting” op pag. 31 en
“Opnamemodi” op pag. 32.
Als u op het onderwerp wilt in- of uitzoomen (3x optisch
en tot 20x digitaal), draait u de zoomtoets aan de zijkant
van het apparaat.
In de videozoeker wordt het volgende weergegeven:
• Statussymbolen
(1) voor
geluiddemping
aan, stabilisatie
aan, en de
actieve
opnamemodus.
•De werkbalk (2),
waarin u vóór
de opname kunt
bladeren om de
gewenste opnamemodus, witbalans en kleurtoon
te kiezen (de werkbalk wordt tijdens de opname
niet weergegeven).
• De totale beschikbare tijd voor de video-opname (3).
Tijdens de opname geeft het symbool voor de huidige
videolengte ook de verstreken en resterende tijd aan.
• De symbolen voor het apparaatgeheugen ( ) en de
geheugenkaart ( ) (4) geven aan waar video's worden
opgeslagen.
• Het symbool voor de videokwaliteit (5) geeft aan of
de kwaliteit van de video Tv (hoog), Tv (normaal),
Telefoon (hoog), Telefoon (normaal) of Delen is.
• Het bestandstype van de videoclip (6).
Tip! Kies Opties > Pictogrammen aan om alle
zoekersymbolen weer te geven of Pictogrammen
uit om alleen de statussymbolen voor video weer
te geven.
Afsluiten
Opties
Wanneer u een videoclip hebt opgenomen, kiest u een
van de volgende opties op de werkbalk:
• Als u de zojuist opgenomen videoclip meteen wilt
afspelen, kiest u Afspelen.
• Als u de video niet wilt behouden, kiest u Verwijd..
• Als u de video wilt verzenden via multimedia, e-mail,
Bluetooth of infrarood, drukt u op de beltoets of kiest
u Zenden. Zie “Berichten” op pag. 48 en “Bluetoothconnectiviteit” op pag. 94 voor meer informatie. Deze
optie is niet beschikbaar tijdens een actief gesprek.
Videoclips in een .mp4-bestandsindeling kunnen niet
als multimediabericht worden verzonden.
• Als u een nieuwe videoclip wilt opnemen,
kiest u Nieuwe video.
Tip! Activeer het profiel Offline om u ervan
te verzekeren dat de video-opname niet wordt
onderbroken door binnenkomende telefoontjes
of berichten.
Video-instellingen
U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor
de videorecorder: de Videoconfiguratie en de
begininstellingen. Zie “Beeldinstellingen: kleur en
belichting” op pag. 31 als u de Videoconfiguratie
wilt wijzigen. Als u de camera sluit, worden de
standaardinstellingen voor video's weer hersteld, terwijl
de begininstellingen gehandhaafd blijven tot u deze weer
wijzigt. Als u de begininstellingen wilt wijzigen, kiest
u Opties > Instellingen en maakt u een keuze uit de
volgende opties:
Camera
Geluidsopname - Selecteer Aan om geluid op te nemen.
Videokwaliteit - Stel de kwaliteit van de videoclip in op
Tv (hoog) (beste kwaliteit voor lang gebruik en afspelen
op een compatibele televisie of pc en handset), Tv
(normaal), Telefoon (hoog), Telefoon (normaal) of
Delen (videoclips van beperkte grootte voor verzending
via MMS (Multimedia Message)). Als u de video op een
televisie of pc wilt bekijken, kiest u Tv (hoog) om VGAresolutie (640x480) en de bestandsindeling .mp4 te
gebruiken. Als u de videoclip via MMS wilt verzenden,
kiest u Delen (QCIF-resolutie, bestandsindeling .3gp).
Een videoclip die is opgenomen met Delen (Delen), kan
maximaal 300 kB groot zijn (een lengte van ongeveer
20 seconden). U kunt deze dan eenvoudig als
multimediabericht verzenden naar een compatibel
apparaat.
Videostabilisatie - Kies Aan om het bewegen van
de camera tijdens de video-opname tegen te gaan.
Toevoegen aan album - Geef aan of u de opgenomen
videoclip wilt toevoegen aan een bepaald album in de
Galerij. Selecteer Ja om een lijst met beschikbare
albums te openen.
Opgen. video tonen - Hiermee geeft u aan of het eerste
beeld van de opgenomen videoclip in het scherm moet
worden weergegeven zodra de opname is voltooid. Kies
Afspelen op de werkbalk (hoofdcamera) of Opties >
Afspelen (tweede camera) om de videoclip te bekijken.
Optische zoom tijdens opname - Selecteer Aan of Uit.
Selecteer Uit om tijdens de opname het mechanische
geluid te onderdrukken dat de lens bij het optisch zoomen
maakt.
Gebruikt geheugen - Geef aan welke geheugenopslag u
wilt gebruiken: apparaatgeheugen of een geheugenkaart
(indien geplaatst).
Foto's maken
Activeer de hoofdcamera door het scherm naar de
modus Beeldbewerking te draaien. Als de camera
in de videomodus staat, kunt u met de toets voor
de cameramodus weer terugschakelen naar de
afbeeldingsmodus.
Druk de opnametoets half in (alleen hoofdcamera) om de
focus op een onderwerp vast te zetten. U ziet het groene
symbool voor de vergrendelde focus op het scherm.
Als de focusvergrendeling niet lukt, brandt het rode
focussymbool. Laat de opnametoets los en druk deze
nogmaals half in. U kunt ook foto's nemen zonder de
focus te vergrendelen.
Druk op de opnametoets van de hoofdcamera om een foto
te nemen. Houd het apparaat stil totdat de foto wordt
opgeslagen.
Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen
voordat u een foto neemt in de modus Beeldbewerking,
gebruikt u de bladertoetsen aan de zijkant van het
apparaat om in de werkbalk te bladeren. Zie
“Beeldinstellingen: kleur en belichting” op pag. 31.
Het opslaan van een vastgelegde afbeelding kan langer
duren als u de instellingen voor zoomen, belichting of
kleur hebt gewijzigd.
In de camerazoeker wordt het volgende weergegeven:
• Statussymbolen
(1) voor reeks
aan,
zelfontspanner
aan;
Automatisch
(), Aan ()
of Uit ()
flashmodus en
de actieve
opnamemodus.
• De werkbalk (2), waarmee u, voordat u een foto
neemt, de opnamemodus, witbalans, belichtingstijd
en kleurtoon kunt selecteren (de werkbalk wordt niet
Afsluiten
Opties
weergegeven tijdens het scherpstellen en het
maken van de foto).
• Het beeldresolutiesymbool (3) geeft aan of de
kwaliteit van de foto Afdrukken 3M - Groot
(resolutie 2048x1536), Afdrukken 2M - Norm.
(resolutie 1600x1200), Afdrukken 1,3M - Klein
(resolutie 1280x960) of MMS 0,3M (resolutie
640x480) is.
• De afbeeldingsteller (4) geeft aan hoeveel foto's u
ongeveer kunt nemen met de gebruikte beeldkwaliteit
en geheugenruimte (de teller wordt tijdens focus en de
opname niet weergegeven).
• De symbolen voor het apparaatgeheugen ( ) en de
geheugenkaart ( ) (5) geven aan waar foto's worden
opgeslagen.
Tip! Kies Opties > Pictogrammen aan om alle
zoekersymbolen weer te geven of Pictogrammen
uit om alleen de camerasymbolen weer te geven.
Houd rekening met het volgende wanneer u een foto
neemt:
• Gebruik beide handen om de camera stil te houden.
• De kwaliteit van een digitaal gezoomde foto is lager
dan die van een niet-gezoomde foto.
• Als u een poosje niet op een toets drukt, wordt de
batterijspaarstand geactiveerd. Druk op om door
te gaan met het nemen van foto's.
Wanneer u de foto hebt genomen, kiest u een van de
volgende opties op de werkbalk:
• Als u de foto niet wilt behouden, kiest u Verwijd..
Camera
• Als u de video wilt verzenden via multimedia, e-mail,
Bluetooth of infrarood, drukt u op de beltoets of kiest
u Zenden.
• Als u een nieuwe foto wilt nemen, kiest u Nieuwe
afbeelding.
• Als u de foto wilt afdrukken, kiest u Afdrukken.
Zie “Afbeeldingen afdrukken” op pag. 46.
Instellingen van fotocamera aanpassen
U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de
fotocamera: de Afbeeldingconfiguratie en de
begininstellingen. Zie “Beeldinstellingen: kleur en
belichting” op pag. 31 als u de Afbeeldingconfiguratie
wilt wijzigen. Als u de camera sluit, worden de
standaardinstellingen voor video's weer hersteld, terwijl
de begininstellingen gehandhaafd blijven tot u deze weer
wijzigt. Als u de begininstellingen wilt wijzigen, kiest u
Opties > Instellingen en maakt u een keuze uit de
volgende opties:
Afbeeldingskwaliteit - Afdrukken 3M - Groot
(resolutie 2048x1536), Afdrukken 2M - Norm.
(resolutie 1600x1200), Afdrukken 1,3M - Klein
(resolutie 1280x960) of MMS 0,3M (resolutie 640x480).
Hoe hoger de kwaliteit, hoe meer geheugenruimte de
afbeelding inneemt. Als u de afbeelding wilt afdrukken,
kiest u Afdrukken 3M - Groot, Afdrukken 2M - Norm.
of Afdrukken 1,3M - Klein. Als u de foto per e-mail wilt
verzenden, kiest u Afdrukken 1,3M - Klein. Kies MMS
0,3M als u de afbeelding via MMS wilt verzenden.
Deze resoluties zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Toevoegen aan album - Geef aan of u de foto wilt opslaan
in een bepaald album in de galerij. Als u Ja kiest, wordt een
lijst met beschikbare albums geopend.
Opgenomen afb. tonen - Selecteer Ja als u de vastgelegde
afbeelding wilt bekijken nadat deze is gemaakt, of
selecteer Nee als u direct wilt doorgaan met het nemen
van foto's.
Digitale zoom (alleen hoofdcamera) - Kies Aan (continu)
als u traploos digitaal en uitgebreid digitaal wilt zoomen,
Aan (onderbroken) als u in stappen digitaal en uitgebreid
digitaal wilt zoomen. Als u wel wilt inzoomen maar de
geselecteerde beeldkwaliteit behouden moet blijven,
kiest u Uit.