Nokia N93 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding Nokia N93
9245303
Versie 1 NL
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart, NOKIA CORPORATION, dat het toestel RM-55 in
overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante
bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de
conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de Europese gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden aangeboden aan het einde van de levensduur van het product. Dit geldt voor het apparaat, maar ook voor alle toebehoren die van dit symbool
zijn voorzien. Bied deze producten niet aan bij het gewone huisvuil. Copyright © 2006 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of
een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
Nokia, Nokia Connecting People, Visual Radio en Pop-Port zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
This product includes software licensed from Symbian Software Ltd (c) 1998-200(6). Symbian and Symbian OS are trademarks of Symbian Ltd.
Java™ and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.
declaration_of_conformity/.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Stac ®, LZS ®, ©1996, Stac, Inc., ©1994-1996 Microsoft Corporation. Includes one or more U.S. Patents: No. 4701745, 5016009, 5126739, 5146221, and 5414425. Other patents pending.
Hi/fn ®, LZS ®,©1988-98, Hi/fn. Includes one or more U.S. Patents: No. 4701745, 5016009, 5126739, 5146221, and 5414425. Other patents pending.
Part of the software in this product is © Copyright ANT Ltd. 1998. All rights reserved. US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright (C) 1997-2006. Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information including that relating to promotional, internal and commercial uses may be obtained from MPEG LA, LLC. See <http://www.mpegla.com>. Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is ve rkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie <http://www.mpegla.com>. Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
KENNISGEVING FCC / INDUSTRY CANADA Het apparaat kan storingen veroorzaken bij het gebruik van een tv of radio (bijvoorbeeld wanneer een telefoon in de nabijheid van ontvangstapparatuur wordt
gebruikt). De FCC of Industry Canada kan u verplichten het gebruik van de telefoon te staken als dergelijke storingen niet kunnen worden verholpen. Neem contact op met het dichtstbijzijnde servicepunt als u hulp nodig hebt. Dit appar aat voldoet aan onderdeel 15 van de FCC-regels. Dit apparaat mag alleen worden gebruikt als het geen schadelijke storingen veroorzaakt.
ISSUE 1 NL, 9245303
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Inhoudsopgave

Voor uw veiligheid..................................... 7
Uw Nokia N93 .........................................11
Modi........................................................................................11
Handige sneltoetsen...........................................................13
Instellingen...........................................................................14
Inhoud van een ander apparaat overdragen............... 15
Belangrijke symbolen.........................................................16
Toetsenbordvergrendeling ................................................17
Volume- en luidsprekerregeling...................................... 17
Klok .........................................................................................18
Hoofdtelefoon......................................................................19
Polsbandje en bandje voor lenskap................................ 19
Draadloos LAN .....................................................................19
Eigen netwerk ......................................................................21
Geheugenkaart..................................................................... 22
Bestandsbeheer ...................................................................24
Help.........................................................................................25
Zelfstudie...............................................................................25
Camera......................................................26
Video's opnemen.................................................................26
Foto's maken ........................................................................28
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Galerij .......................................................34
Afbeeldingen en videoclips bekijken .............................35
Videoclips bewerken........................................................... 36
Afbeeldingen bewerken.....................................................38
Diavoorstelling.....................................................................39
TV out-modus....................................................................... 39
Presentaties ..........................................................................40
Albums ...................................................................................40
On line afdrukken................................................................40
Publiceren..............................................................................42
Mediatoepassingen..................................45
Music Player.........................................................................45
Afbeeldingen afdrukken....................................................46
Een back-up maken van bestanden...............................47
Berichten ..................................................48
Tekst invoeren......................................................................49
Berichten invoeren en verzenden...................................51
Inbox - berichten ontvangen........................................... 53
Mailbox .................................................................................. 55
Berichten op een SIM-kaart bekijken............................57
Berichtinstellingen.............................................................. 57
Bellen ....................................................... 63
Spraakoproepen ...................................................................63
Videogesprekken..................................................................65
Video sharing (netwerkdienst).........................................67
Een oproep beantwoorden of weigeren........................70
Logboek ..................................................................................72
Contacten (contactenlijst)..................... 75
Namen en nummers opslaan ...........................................75
Contactgegevens kopiëren................................................76
Beltonen toevoegen voor contactpersonen.................77
Contactgroepen maken......................................................77
Web.......................................................... 79
Webtoegangspunt...............................................................79
De weergave Bookmarks ...................................................79
Beveiliging van de verbinding..........................................80
Browsen..................................................................................80
Items downloaden en aanschaffen ................................81
Een verbinding verbreken..................................................82
Webinstellingen...................................................................82
Agenda..................................................... 84
Agenda-items maken .........................................................84
Vergaderverzoeken..............................................................85
Agendaweergaven...............................................................85
Agenda-items beheren......................................................85
Agenda-instellingen...........................................................85
Extra .........................................................86
Visual Radio (netwerkdienst)...........................................86
RealPlayer..............................................................................88
Flash Player...........................................................................91
Movie Director .....................................................................92
Spelletjes ...............................................................................93
Connectiviteit...........................................94
Bluetooth-connectiviteit ..................................................94
Infraroodverbinding............................................................ 98
Gegevenskabel .....................................................................99
Pc-verbindingen ..................................................................99
Verbindingsbeheer ..............................................................99
Synchronisatie....................................................................100
Apparaatbeheer .................................................................101
Eigen netwerk ....................................................................101
Kantoor.................................................. 105
Rekenmachine....................................................................105
Omrekenen..........................................................................105
Notities.................................................................................105
Webbrowser........................................................................106
Opname-eenheid...............................................................106
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Barcode reader...................................................................106
Quickoffice..........................................................................107
Het apparaat aanpassen....................... 110
Profielen - Tonen instellen.............................................111
Het uiterlijk van het apparaat wijzigen......................112
Actief standby....................................................................112
Instrumenten......................................... 114
Mediatoets..........................................................................114
Instellingen.........................................................................114
Tv-configuratie..................................................................126
Spraakopdrachten.............................................................127
Toepassingsbeheer............................................................127
Activeringssleutels voor auteursrechtelijk
beschermde bestanden....................................................130
Problemen oplossen.............................. 131
Vraag en antwoord...........................................................131
Informatie over de batterij.................. 135
Opladen en ontladen........................................................135
Richtlijnen voor het controleren van
de echtheid van Nokia-batterijen................................136
Verzorging en onderhoud .................... 138
Aanvullende veiligheidsinformatie...... 139
Index ...................................................... 143
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Voor uw veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als
het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Draadloze
apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN Gebruik het apparaat niet in een
benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle
mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik het apparaat niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
7
WATERBESTENDIGHEID Het apparaat is niet
waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de telefoonfunctie van het apparaat ingeschakeld en operationeel is. Het toetsenblok is alleen actief in de modus Opengevouwen. Druk zo vaak als nodig is op
om het scherm leeg te maken en terug te keren naar het startscherm. Toets het alarmnummer in en druk op . Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Informatie over het apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het EGSM 900/1800/1900- en UMTS 2100-netwerk. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme rechten van anderen.
Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt of gebruikt, aan alle regelgeving en eerbiedig de lokale gewoonten, privacy en legitieme rechten van anderen.
Dit apparaat ondersteunt algemene functies van Microsoft Word, PowerPoint en Excel (Microsoft Office 97, 2000, XP en 2003). Niet alle bestandsindelingen kunnen worden weergegeven of gewijzigd.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
8
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw serviceprovider extra instructies voor het gebruik van de diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten. Netwerkfuncties worden in deze handleiding aangeduid met (netwerkdiensten).
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. De telefoon kan ook speciaal geconfigureerd zijn. Deze configuratie kan menunamen, de menuvolgorde en symbolen betreffen. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Sommige functies van dit apparaat, zoals MMS, browsen, e-mail en het downloaden van inhoud met de browser of via MMS, vereisen netwerkondersteuning voor deze technologieën.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
Toebehoren, batterijen en laders
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: DC-4-, AC-3­of AC-4-lader, of een AC-1-, ACP-7-, ACP-8-, ACP-9-, ACP-12-, LCH-8-, LCH-9- of LCH-12-lader indien gebruikt met de CA-44-adapter die bij het apparaat wordt geleverd.
Dit apparaat moet worden gebruikt met een batterij van het type BP-6M.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
9
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders
en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere types kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
10
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Uw Nokia N93

Modelnummer: Nokia N93-1
Hierna aangeduid als de Nokia N93.

Modi

Het apparaat heeft vier mechanische modi die zeer geschikt zijn voor verschillende toepassingssituaties: Dichtgeklapt om het apparaat makkelijk te kunnen meenemen, Opengeklapt voor gebruik als een gewone mobiele telefoon, Beeldbewerking om videobeelden op te nemen en foto's te maken, en Weergave om uw afbeeldingen en video's te bekijken. Als u tussen de modi wilt schakelen, draait u de klep en het draaiasscherm. Er treeft een korte time-out op voordat een modus wordt geactiveerd.

Dichtgeklapte modus

Wanneer de klep wordt gesloten, wordt het hoofddisplay gedeactiveerd en wordt het klepscherm verlicht. Actieve gesprekken worden beëindigd, tenzij de luidspreker wordt gebruikt of een compatibele hoofdtelefoon is aangesloten. Zie “Coverdisplay” op pag. 115 als u de instellingen wilt wijzigen. Als u de speler gebruikt om een geluidsclip te beluisteren, blijft deze doorspelen.
In de modus Dichtgevouwen beschikt u op het klepscherm over een klok en statusinformatie. In de weergave van de standby-modus ziet u mogelijkerwijs de symbolen van de signaalsterkte en accu, tijdinformatie, statussymbolen en de naam van het actieve profiel (als dit niet Algemeen is). Als u via de Music Player naar een geluidsclip luistert, worden volumebalken en gegevens over de gespeelde nummers weergegeven. Gebruik de bladertoetsen aan de zijkant voor afspelen, onderbreken, volgende/vorige geluidsclip afspelen en om het volume harder of zachter te zetten.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Uw Nokia N93
11
Als u Visual Radio in de modus Dichtgevouwen gebruikt, wordt de visuele inhoud niet weergegeven op het klepscherm. U kunt een aantal vooraf ingestelde stations opslaan op naam, frequentie en locatiegegevens. Deze informatie wordt op het klepscherm weergegeven. Gebruik de bladertoets aan de zijkant van het apparaat om het geluid in en uit te schakelen, van kanaal te
Uw Nokia N93
veranderen en nieuwe kanalen te zoeken.
Agenda- en kloksignalen en notities voor gemiste oproepen en nieuwe ontvangen berichten worden eveneens weergegeven. Als u ontvangen SMS­berichten, en de tekst- en afbeeldingsobjecten van ontvangen multimediaberichten wilt weergeven, vouwt u de telefoon open en bekijkt u de berichten op het hoofddisplay.
Binnenkomende oproepen worden aangeduid met het gebruikelijke signaal en een notitie. Kies in de instellingen voor het klepscherm Antwrd bij openen tel. om een oproep te beantwoorden wanneer u de telefoon openvouwt. Als er een compatibele hoofdtelefoon op het apparaat is aangesloten, drukt u op de antwoordtoets op de hoofdtelefoon. Zie “Coverdisplay” op pag. 115 als u de instellingen wilt wijzigen.
Open de klep als u wilt bellen of het menu wilt gebruiken.
Druk op de flitsertoets aan de zijkant van het apparaat als u de flitser als zaklantaarn wilt gebruiken. De zaklantaarn gebruiken:
• Druk eenmaal kort op de flashtoets. De zaklantaarn wordt 1,5 seconde geactiveerd.
• Druk tweemaal kort op de flashtoets. De zaklantaarn wordt geactiveerd gedurende 3 minuten of totdat u de flashtoets weer indrukt.
• Houd de flashtoets ingedrukt. De zaklantaarn wordt geactiveerd en blijft aan zolang u de toets ingedrukt houdt of totdat er 3 minuten zijn verstreken.

Opengeklapte modus

Wanneer u de klep opent, wordt de modus opengeklapt automatisch geactiveerd: het hoofddisplay wordt verlicht, het toetsenblok is beschikbaar en u hebt toegang tot het menu. Blader met de bladertoets door het menu.
De modus Dichtgeklapt wordt zelfs geactiveerd als de klep niet volledig is geopend. De klep wordt tot ongeveer 160 graden geopend, zoals u op de afbeelding ziet. Probeer de klep niet verder te openen.
12
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Modus Beeldbewerking

Wanneer u de klep tot 90 graden opent, het apparaat met de zijkant naar u toe houdt en de klep omlaag draait zodat het hoofddisplay naar u toe is gericht, wordt de modus Beeldbewerking geactiveerd. De hoofdcamera wordt geactiveerd en u kunt het beeld zien dat u wilt vastleggen.
In de modus Beeldbewerking kunt u video's opnemen en foto's maken. Zie “Camera” op pag. 26.
In de modus Beeldbewerking is het toetsenblok niet actief. U kunt gebruikmaken van de toetsen voor opname, zoomen, bladeren, cameramodus en flash (alle aan de zijkant van het apparaat), de aan/uit-toets, en de toetsen voor Staand of Liggend en de selectietoetsen naast het hoofddisplay.

Weergavemodus

Wanneer u de zijkant van het draaiasscherm omhoog draait terwijl de klep is gesloten, wordt de weergavemodus geactiveerd.
Gebruik de weergavemodus voor het volgende:
• Uw afbeeldingen bekijken.
• Foto's en films vanuit de galerij activeren om diapresentaties te bekijken.
• Handsfree videogesprekken plaatsen en tijdens een videogesprek live video verzenden. De hoek van het scherm aanpassen om een optimale hoek voor de secundaire camera te verkrijgen.

Handige sneltoetsen

Gebruik sneltoetsen om het apparaat snel optimaal te kunnen gebruiken. Raadpleeg de desbetreffende hoofdstukken in deze gebruikershandleiding voor meer informatie over de functies.
Standby-modus
• Houd ingedrukt en selecteer een toepassing om te schakelen tussen geopende toepassingen. Als er onvoldoende geheugen is, is het mogelijk dat toepassingen automatisch worden gesloten.
Uw Nokia N93
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
13
Voordat een toepassing wordt gesloten, worden niet-opgeslagen gegevens opgeslagen. Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
• Als u de camera wilt starten, drukt u de
Uw Nokia N93
opnametoets in de modus Beeldbewerking geheel in.
• Houd ingedrukt om uw voicemailbox (netwerkdienst) te bellen.
• Houd ingedrukt als u multimediatoepassingen wilt openen. Zie “Mediatoets” op pag. 114.
• Als u het profiel wilt wijzigen, drukt u op en selecteert u een profiel.
• Als u wilt schakelen tussen de profielen Algemeen en
Stil, houdt u ingedrukt. Als u twee telefoonlijnen
hebt, wordt met deze actie geschakeld tussen de twee lijnen.
• Als u de lijst met laatst gekozen nummers wilt openen, drukt u op .
• Houd ingedrukt om spraakopdrachten te gebruiken.
• Als u een Diensten wilt starten, houdt u ingedrukt. Zie “Web” op pag. 79.
Raadpleeg “Actief standby” op pag. 112 voor meer sneltoetsen die beschikbaar zijn in de standby-modus.
Tekst en lijsten bewerken
• Als u een item in een lijst wilt markeren, gaat u erheen en drukt u tegelijkertijd op en .
• Als u meerdere items in een lijst wilt markeren, houdt u
ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op of . Als u de selectie wilt beëindigen, laat u achtereenvolgens en los.
• Zo kopieert en plakt u tekst: Houd ingedrukt om letters en woorden te selecteren. Druk tegelijkertijd op
of om tekst te markeren. Houd ingedrukt
en kies Kopiëren om de tekst naar het klembord te kopiëren. Houd ingedrukt en kies Plakken om de tekst in een document in te voegen.

Instellingen

In de Nokia N93 zijn MMS-, GPRS-, streaming- en instellingen voor mobiel internet doorgaans automatisch geconfigureerd in het apparaat op basis van de gegevens van de serviceprovider of netwerkoperator. De instellingen van uw serviceproviders zijn mogelijk al op het apparaat geïnstalleerd of u ontvangt de instellingen van de serviceproviders in een SMS-bericht.
14
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Inhoud van een ander apparaat overdragen

U kunt inhoud, zoals contactgegevens en agenda-items, kopiëren van een compatibel Nokia-apparaat naar uw Nokia N93 via een Bluetooth- of infraroodverbinding. Het soort inhoud dat kan worden gekopieerd, is afhankelijk van het type telefoon.
Vanwege copyrightbescherming kan het voorkomen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (waaronder beltonen) en andere items niet kunnen worden gekopieerd, gewijzigd, overgebracht of doorgestuurd.
U kunt de SIM-kaart in het andere apparaat plaatsen. Wanneer de Nokia N93 wordt ingeschakeld zonder SIM­kaart, wordt het profiel Offline automatisch geactiveerd.
Inhoud overbrengen
1 Druk op en selecteer Instrum. > Overdracht op de
Nokia N93.
2 Kies Doorgaan in de informatieweergave. 3 Geef aan of u een Bluetooth- of infraroodverbinding
wilt gebruiken om de gegevens over te brengen. Beide apparaten moeten het geselecteerde verbindingstype ondersteunen.
4 Als u Bluetooth-connectiviteit selecteert en u wilt
dat de Nokia N93 zoekt naar apparaten met Bluetooth­connectiviteit, kiest u Doorgaan. Kies het andere
apparaat in de lijst. U wordt gevraagd een code in te voeren op de Nokia N93. Voer een code in (1-16 cijfers) en selecteer OK. Voer dezelfde code ook in op het andere apparaat en selecteer OK. De apparaten zijn nu gepaard. Zie “Apparaten paren” op pag. 97. De toepassing Overdracht wordt als bericht verzonden naar het andere apparaat. Open het bericht om
Overdracht te installeren op het andere apparaat
en volg de instructies op het scherm. Sluit de twee apparaten aan als u een infraroodverbinding gebruikt. Zie “Infraroodverbinding” op pag. 98.
5 Selecteer vanaf de Nokia N93 de inhoud die u van het
andere apparaat wilt kopiëren.
De inhoud wordt gekopieerd vanuit het geheugen en vanaf de compatibele geheugenkaart (indien geplaatst) van het andere apparaat naar de overeenkomende locatie in uw Nokia N93 en de geheugenkaart (indien geplaatst). De tijd die nodig is voor het kopiëren, is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens. U kunt het kopiëren annuleren en later doorgaan.
Als u de logboekgegevens van een eerdere overdracht wilt bekijken, selecteert u in de beginweergave Overdr.log.
Als u de apparaten wilt zien waarvan u gegevens hebt gekopieerd of overgebracht, selecteert u in de beginweergave Telefoons.
Uw Nokia N93
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
15

Belangrijke symbolen

Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk.
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-netwerk
(netwerkdienst).
Uw Nokia N93
Er staan één of meer ongelezen berichten in de map
Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externe
mailbox.
De map Outbox bevat berichten die nog niet zijn
verzonden.
U hebt oproepen gemist.
Dit wordt weergegeven als Beltoontype is ingesteld
op Stil en Berichtensignaaltoon, Chatsignaaltoon en
Signaaltoon e-mail zijn ingesteld op Uit.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarm actief.
De tweede telefoonlijn wordt gebruikt
(netwerkdienst).
Alle oproepen naar het apparaat worden doorgestuurd naar een ander nummer. Als u twee telefoonlijnen hebt (netwerkdienst), is het symbool voor de eerste lijn. Het symbool voor de tweede lijn is .
Er is een hoofdtelefoon aangesloten op het apparaat.
De verbinding met een hoofdtelefoon met Bluetooth-
connectiviteit is verbroken.
Er is een gehoorapparaat aangesloten op het apparaat.
Er is een teksttelefoon aangesloten op het apparaat.
Er is een gegevensoproep actief.
Er is een GPRS- of EDGE-pakketgegevensverbinding
beschikbaar.
Er is een GPRS- of EDGE-pakketgegevensverbinding
actief.
Er staat een GPRS- of EDGE-pakketgegevensverbinding
in de wachtstand.
Er is een UMTS-pakketgegevensverbinding beschikbaar.
Er is een UMTS-pakketgegevensverbinding actief.
Er staat een UMTS-pakketgegevensverbinding in de
wachtstand.
U hebt het zoeken naar draadloze LAN-netwerken ingeschakeld en er is een draadloos LAN-netwerk beschikbaar. Zie “Wireless LAN” op pag. 121.
Er is een draadloze LAN-verbinding actief in een
netwerk met codering.
Er is een draadloze LAN-verbinding actief in een netwerk zonder codering.
16
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld.
Er worden gegevens verzonden met behulp van
Bluetooth-connectiviteit.
Er is een USB-verbinding actief.
Er is een infraroodverbinding actief. Als het symbool op het apparaat knippert, wordt geprobeerd verbinding te maken met het andere apparaat of is de verbinding verbroken.

Toetsenbordvergrendeling

Door de toetsen te blokkeren (vergrendelen) voorkomt u dat deze per ongeluk worden ingedrukt.
Druk op de aan/uit-toets als u de verlichting van het scherm wilt inschakelen wanneer de toetsenblokvergrendeling is ingeschakeld.
• Zo vergrendelt u de toetsen: Druk in de standby-modus
op en op . Wanneer de toetsen vergrendeld zijn, verschijnt op het scherm.
• De vergrendeling opheffen in de opengevouwen
modus: Druk op en op .
• De vergrendeling opheffen in de dichtgevouwen
modus: Druk op de bladertoets. Er verschijnt een dialoogvenster waarin u de vergrendeling kunt opheffen. Selecteer Ja met behulp van de bladertoets.
Wanneer de toetsenbordvergrendeling is ingeschakeld, kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer bellen.

Volume- en luidsprekerregeling

Druk op of als u het volume wilt verhogen of verlagen tijdens een actieve oproep of wanneer u naar een geluid luistert.
Door de ingebouwde luidspreker kunt u vanaf een korte afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat aan uw oor moet houden.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht
bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Als u de luidspreker wilt gebruiken tijdens een gesprek, kiest u Opties > Luidspreker insch..
Als u de luidspreker wilt uitschakelen, kiest u Opties >
Telefoon insch..
Uw Nokia N93
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
17

Klok

Druk op en selecteer Klok. Kies Opties > Alarm
instellen om een nieuw alarm in te stellen. Als een
alarm actief is, wordt weergegeven.
Uw Nokia N93
Als u het alarm wilt uitschakelen, kiest u Stop en als u het alarm 5 minuten wilt stoppen, kiest u Snooze.
Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het apparaat zichzelf in en wordt het waarschuwingssignaal afgespeeld. Als u Stop selecteert, wordt u gevraagd of het apparaat moet worden geactiveerd voor oproepen. Selecteer Nee als u het apparaat wilt uitschakelen of Ja als u het apparaat wilt gebruiken om te bellen en gebeld te worden. Selecteer Ja niet wanneer het gebruik van draadloze telefoons storingen of gevaar kan opleveren.
Als u een alarm wilt annuleren, kiest u Klok > Opties >
Alarm uitschakelen.

Klokinstellingen

Als u de instellingen van de klok wilt wijzigen, kiest u
Klok > Opties > Instellingen.
Als u de tijd of de datum wilt wijzigen, selecteert u Tijd of Datum.
Als u de klok wilt wijzigen die in de standby-modus wordt weergegeven, kiest u Type klok > Analoog of Digitaal.
Als u wilt toestaan dat de tijd-, datum- en tijdzonegegevens op het apparaat worden bijgewerkt door het netwerk van de mobiele telefoon (netwerkdienst), kiest u Autom. tijd aanp. > Aan.
Als u de alarmtoon wilt wijzigen, kiest u Alarmtoon klok.

Wereldklok

Als u de weergave Wereldklok wilt openen, opent u Klok en drukt u op . In de weergave Wereldklok kunt u de tijd in verschillende steden zien.
Als u steden aan de lijst wilt toevoegen, kiest u Opties >
Stad toevoegen. U kunt maximaal 15 steden aan de lijst
toevoegen.
Als u de huidige stad wilt instellen, gaat u naar de gewenste stad en selecteert u Opties > Mijn huidige stad. De stad wordt weergegeven in de beginweergave van de klok en de tijd op het apparaat wordt aangepast aan de geselecteerde stad. Controleer of de tijd juist is en overeenkomt met de tijdzone.
18
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Hoofdtelefoon

Sluit een compatibele hoofdtelefoon aan op de
TM
Pop-Port het apparaat.
wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen.
-connector van
Waarschuwing:

Polsbandje en bandje voor lenskap

Rijg de bandjes op de aangegeven manier door het apparaat en trek ze vast.

Draadloos LAN

Het apparaat ondersteunt draadloos LAN (Local Area Network). Met draadloos LAN kunt u met het apparaat verbinding maken met internet en compatibele apparaten die zijn voorzien van draadloos LAN. Zie “Eigen netwerk” op pag. 21 voor informatie over het gebruik van uw apparaat in een thuisnetwerk.
In bepaalde gebieden, bijvoorbeeld Frankrijk, gelden beperkingen voor het gebruik van draadloze LAN's. Raadpleeg de lokale autoriteiten voor meer informatie.
Als functies gebruikmaken van draadloos LAN of als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
Uw apparaat ondersteunt de volgende voorzieningen van draadloos LAN:
• IEEE 802.11b/g standaard
• Frequentie van 2,4 GHz
• WEP-coderingsmethoden (Wired Equivalent Privacy) met sleutels tot 128 bit, WPA-toegang (Wi-Fi Protected Access) en 802.1x-coderingsmethoden. Deze functies kunnen alleen worden gebruikt als het netwerk hiervoor ondersteuning biedt.
Uw Nokia N93
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
19
U kunt een internettoegangspunt maken in een draadloos LAN-netwerk en dit toegangspunt gebruiken voor toepassingen waarvoor verbinding met internet vereist is.
Een internettoegangspunt maken
1 Druk op en selecteer Connect. > Verb.beh. >
Beschk. WLAN.
2 Er wordt gezocht naar draadloze LAN-netwerken
Uw Nokia N93
binnen het bereik. Ga naar het netwerk waarin u een internettoeganspunt wilt maken en kies Opties >
Toeg.pt definiëren.
3 Er wordt een internettoegangspunt gemaakt met
standaardinstellingen. Zie “Toegangspunten” op pag. 118 als u deze instellingen wilt bekijken of wijzigen.
Wanneer u wordt gevraagd een toegangspunt te selecteren, selecteert u het gemaakte toegangspunt en als u wilt zoeken naar draadloze LAN-netwerken binnen het bereik, kiest u WLAN-netwerk.
Er wordt een draadloze LAN-verbinding tot stand gebracht als u een gegevensverbinding maakt met een internettoegangspunt voor een draadloos LAN-netwerk. De actieve draadloze LAN-verbinding wordt beëindigd wanneer u de gegevensverbinding beëindigt. Zie “Verbindingsbeheer” op pag. 99 als u de verbinding wilt beëindigen.
U kunt draadloos LAN gebruiken tijdens een gesprek of wanneer pakketgegevens actief zijn. U kunt met maximaal één draadloos LAN-toegangspunt tegelijkertijd verbinding hebben, maar verschillende toepassingen kunnen dezelfde draadloze LAN-verbinding gebruiken.
Wanneer u het profiel Offline activeert, kunt u nog steeds draadloos LAN (indien beschikbaar) gebruiken. Zorg ervoor dat u voldoet aan de veiligheidseisen wanneer u een draadloze LAN-verbinding tot stand brengt en gebruikt.
Draadloos LAN kent twee modi: infrastructuur en ad-hoc.
In de infrastructuurmodus zijn twee soorten communicatie mogelijk: draadloze apparaten zijn met elkaar verbonden via een toegangspunt voor draadloos LAN of draadloze apparaten zijn op een bedraad LAN aangesloten via een toegangspunt voor draadloos LAN.
In de ad-hoc modus kunnen apparaten onderling rechtstreeks gegevens verzenden en ontvangen. Zie “Toegangspunten” op pag. 118 als u een internettoegangspunt wilt maken voor het ad-hoc netwerk.
Tip! Als u het unieke MAC-adres (Media Access
Control) voor uw apparaat wilt controleren, typt u *#62209526# in de standby-modus.
20
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Eigen netwerk

Uw apparaat is compatibel met UPnP (Universal Plug and Play). Met een toegangspunt voor draadloos LAN kunt u een eigen netwerk maken en daarin compatibele UPnP­apparaten opnemen die draadloze LAN-netwerken ondersteunen, zoals de Nokia N93, een compatibele pc, een compatibele printer, een compatibel geluidssysteem, een compatibele televisie, of een geluidssysteem of televisie voorzien van een compatibele draadloze multimedia-ontvanger.
Als u het thuisnetwerk hebt geconfigureerd, kunt u compatibele mediabestanden die zijn opgeslagen in de Galerij kopiëren, bekijken of afspelen op de andere aangesloten apparaten. U kunt bijvoorbeeld foto's die u op uw Nokia N93 hebt opgeslagen, bekijken op een compatibele televisie. Zie “Eigen netwerk” op pag. 101 en “Afbeeldingen afdrukken” op pag. 46.
Vanwege auteursrechtbescherming kan het voorkomen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (waaronder beltonen) en andere inhoud niet kunnen worden gekopieerd, overgebracht, bekeken, afgespeeld of afgedrukt.
Als u een thuisnetwerk wilt installeren in uw draadloze LAN, moet u eerst een toegangspunt maken en instellen en vervolgens de apparaten instellen. Definieer op de Nokia N93 de instellingen in de toepassing Eigen netwerk. Als u een compatibele pc met het thuisnetwerk wilt
verbinden, installeert u de Home Media Server-software vanaf de dvd-rom die bij de Nokia N93 is geleverd.
Wanneer u alle apparaten hebt ingesteld die op het netwerk zijn aangesloten, kunt u het Eigen netwerk gebruiken voor het delen van mediabestanden. Zie “Mediabestanden bekijken” op pag. 103.
In het thuisnetwerk worden de beveiligingsinstellingen van de draadloze LAN-verbinding gebruikt. Gebruik de voorziening voor het thuisnetwerk in een draadloos LAN­infrastructuurnetwerk met een draadloos LAN­toegangspunt en ingeschakelde codering.
Belangrijk: Gebruik altijd een van de beschikbare
coderingsmethoden ter beveiliging van uw draadloze LAN-verbinding. Door middel van codering beperkt u de kans dat onbevoegden toegang krijgen tot uw gegevens.
Uw apparaat wordt alleen met het thuisnetwerk verbonden als u een verbindingsverzoek van een ander apparaat accepteert of als u in de Galerij de optie selecteert voor het weergeven, afspelen, afdrukken of kopiëren van mediabestanden op uw Nokia N93 of naar andere apparaten zoekt in de map Eigen netwerk.

Belangrijke informatie over beveiliging

Schakel bij het configureren van het draadloze LAN­thuisnetwerk een coderingsmethode in, eerst op uw toegangspunt en vervolgens op de andere compatibele
Uw Nokia N93
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
21
apparaten die u op het thuisnetwerk wilt aansluiten. Raadpleeg de documentatie van de apparaten. Houd wachtwoorden geheim en bewaar deze op een veilige plek, afzonderlijk van de apparaten.
Zie “Toegangspunten” op pag. 118 als u de instellingen van het draadloze LAN-internettoegangspunt wilt bekijken of wijzigen in uw Nokia N93.
Uw Nokia N93
Als u de ad-hoc modus gebruikt om een thuisnetwerk te maken met een compatibel apparaat, schakelt u een van de coderingsmethoden in WLAN-beveil.modus in wanneer u het internettoegangspunt instelt. Met deze stap beperkt u het risico dat onbevoegden toegang kunnen krijgen tot het ad hoc-netwerk.
U krijgt een melding zodra met een ander apparaat wordt geprobeerd verbinding te maken met uw apparaat en met het thuisnetwerk. Accepteer geen verbindingsaanvragen van een onbekend apparaat.
Als u draadloos LAN gebruikt in een netwerk zonder codering, schakelt u het delen van Nokia N93-bestanden met andere apparaten uit of schakelt u het delen van privé-mediabestanden uit. Zie “Instellingen voor het eigen netwerk” op pag. 102 als u de instellingen voor delen wilt wijzigen.

Geheugenkaart

U kunt een compatibele miniSD­geheugenkaart gebruiken als extra opslagruimte om geheugen te besparen op het apparaat. U kunt ook een back­up van het apparaat maken op de geheugenkaart.
Gebruik alleen compatibele miniSD-geheugenkaarten met dit apparaat. Andere geheugenkaarten, zoals RS-MMC (Reduced Size MultiMediaCard), passen niet in de geheugenkaartsleuf en zijn niet compatibel met dit apparaat. Als u een incompatibele geheugenkaart gebruikt, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de incompatibele kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
Houd alle geheugenkaarten buiten bereik van kleine kinderen.
De geheugenkaart plaatsen
1 U opent het klepje van de
geheugenkaartsleuf door het tegen de klok in omhoog te draaien.
22
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
2 Plaats de geheugenkaart
in de sleuf. Let erop dat de contactpunten van de kaart daarbij naar boven zijn gericht.
verwijdert, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.

Geheugenkaart

3 Schuif de kaart naar
binnen. U hoort het wanneer de kaart vastklikt.
4 Sluit het klepje. U kunt de
geheugenkaart niet gebruiken als het klepje openstaat.
De geheugenkaart verwijderen
1 Druk voordat u de kaart verwijdert op de aan/uit-toets
en kies Geheugenkrt verw.. Alle toepassingen worden gesloten.
2 Wanneer Verwijder geheugenkaart en druk op 'OK'
wordt weergegeven, opent u het klepje van de geheugenkaartsleuf.
3 Druk op de geheugenkaart om deze los te maken uit
de sleuf.
4 Verwijder de geheugenkaart. Als het apparaat is
ingeschakeld, kiest u OK wanneer wordt gevraagd of u de kaart wilt verwijderen.
Belangrijk: verwijder de geheugenkaart nooit
tijdens een bewerking waarbij de kaart wordt gebruikt. Wanneer u de kaart tijdens een dergelijke bewerking
Druk op en kies Instrum. > Geheugen. U kunt een miniSD-geheugenkaart gebruiken als extra opslagruimte en voor het maken van back-ups van de informatie in het apparaatgeheugen.
Als u een back-up van het apparaatgeheugen wilt maken op een geheugenkaart, kiest u Opties > Reservekopie.
Als u de informatie van de geheugenkaart wilt terugzetten in het apparaatgeheugen, selecteert u Opties > Herst.
vanaf kaart.
Een geheugenkaart formatteren
Wanneer een geheugenkaart wordt geformatteerd, gaan alle gegevens op de kaart definitief verloren.
Sommige geheugenkaarten zijn voorgeformatteerd. Andere kaarten moet u zelf eerst formatteren. Raadpleeg uw leverancier om te achterhalen of u de geheugenkaart moet formatteren voor het eerste gebruik.
U formatteert een geheugenkaart door Opties >
Geh.kaart formatt. te kiezen. Selecteer Ja ter bevestiging.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Uw Nokia N93
23
Tip! U krijgt het beste resultaat als u alle nieuwe
miniSD-kaarten met uw Nokia N93 formatteert.

Bestandsbeheer

Uw Nokia N93
Voor een groot aantal functies van het apparaat, zoals contacten, berichten, afbeeldingen, video’s, beltonen, agendanotities, documenten en gedownloade toepassingen, wordt geheugen gebruikt voor de opslag van gegevens. De hoeveelheid beschikbaar geheugen is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens die al in het geheugen van het apparaat is opgeslagen.
U kunt een geheugenkaart gebruiken als extra opslagruimte. Geheugenkaarten zijn herschrijfbaar, zodat u oude gegevens kunt verwijderen en nieuwe gegevens op de geheugenkaart kunt opslaan.
Als u wilt bladeren in bestanden en mappen in het geheugen van het apparaat of op een geheugenkaart (indien geplaatst), drukt u op en kiest u Instrum. >
Best.beh. De weergave van het apparaatgeheugen ( )
wordt geopend. Druk op om de weergave van de geheugenkaart ( ) te openen (indien beschikbaar).
Als u bestanden wilt verplaatsen of kopiëren naar een map, drukt u tegelijk op en om een bestand
te markeren en kiest u Opties > Verplaats naar map of
Kopiëren naar map.
Als u naar een bestand wilt zoeken, kiest u Opties >
Zoeken en het geheugen waarin u wilt zoeken. Voer
vervolgens een zoektekst in die overeenkomt met de bestandsnaam.

Geheugengebruik weergeven

Als u wilt bekijken welke typen gegevens het apparaat bevat en hoeveel geheugen wordt gebruikt door de verschillende gegevenstypen, kiest u Opties > Gegevens
geheugen. De hoeveelheid beschikbaar geheugen wordt
weergegeven in Vrij geheug..

Geheugen raakt vol - ruimte vrijmaken

U krijgt een melding als het geheugen op het apparaat of het geheugen van de geheugenkaart bijna vol is.
Als u geheugen wilt vrijmaken, brengt u gegevens over naar een geheugenkaart, als u deze hebt. Markeer de bestanden die u wilt verplaatsen, kies Verplaats naar
map > Geheugenkaart en selecteer vervolgens een map.
U kunt mediabestanden ook overbrengen naar een compatibele pc, bijvoorbeeld met de optie voor het overbrengen van bestanden in Galerij. Zie “Een back-up maken van bestanden” op pag. 47.
24
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Tip! Met Nokia Phone Browser in Nokia PC Suite kunt
u de verschillende geheugens in het apparaat bekijken en gegevens overbrengen.
Als u gegevens wilt verwijderen om geheugen vrij te maken, gebruikt u Best.beh. of de desbetreffende toepassing. U kunt bijvoorbeeld de volgende items verwijderen:
• Berichten in de mappen Inbox, Ontwerpen en
Verzonden in Berichten
• Opgehaalde e-mailberichten in het geheugen van het apparaat.
• Opgeslagen webpagina's.
• Opgeslagen afbeeldingen, video's of geluidsbestanden.
• Contactgegevens.
•Agendanotities.
• Gedownloade toepassingen. Zie ook “Toepassingsbeheer” op pag. 127.
• Andere gegevens die u niet meer nodig hebt.

Help

Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help. Als u vanuit een geopende toepassing de Help voor de huidige weergave wilt openen, kiest u Opties > Help.
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar de toepassing die op de achtergrond geopend is door ingedrukt te houden.
Als u de Help wilt openen vanuit het hoofdmenu kiest u Instrum. > Help. Selecteer de gewenste toepassing om de bijbehorende helponderwerpen te bekijken.
Uw Nokia N93

Zelfstudie

De zelfstudie bevat informatie over enkele functies van het apparaat. Als u de zelfstudie wilt openen via het menu, drukt u op en selecteert u Extra > Zelfstudie en de sectie die u wilt bekijken.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
25

Camera

Camera
26
De Nokia N93 heeft twee camera's: een camera met een hoge resolutie aan de zijkant van het apparaat (de hoofdcamera) en een camera met een lage resolutie boven aan het hoofddisplay (de tweede camera). Met beide camera's kunt u in de modus Staand of Liggend foto's nemen en video's opnemen.
De hoofdcamera van de Nokia N93 ondersteunt een beeldresolutie van 2048x1536. De beeldresolutie kan in deze documentatie anders worden weergegeven.
De foto's en videoclips worden automatisch opgeslagen in de map Afbeeldingen en video in de Galerij. De foto's die u met de camera neemt, hebben de .jpeg-indeling. Videoclips worden opgenomen in de bestandsindeling .mp4 of 3GPP met de extensie .3gp (modus Delen). Zie “Video-instellingen” op pag. 27.
U kunt foto's en videoclips verzenden via een multimediabericht, als e-mailbijlage of via een Bluetooth-verbinding.

Video's opnemen

Draai het scherm in de modus Beeldbewerking om de hoofdcamera te activeren. Als de camera in de Naar
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
afbeeldingsmodus staat, gebruikt u de toets voor
cameramodus om Naar videomodus te kiezen.
Druk op de opnametoets om de opname te starten. Het opnamepictogram wordt weergegeven. De rode opnameknop knippert langzaam en u hoort een geluidssignaal, ten teken dat er een video wordt opgenomen.
1 Als u de opname wilt stoppen, drukt u op de
opnametoets.
2 Druk opnieuw op de opnametoets om de opname te
hervatten. De videoclip wordt automatisch opgeslagen in de map Afbeeldingen en video van Galerij. Zie “Galerij” op pag. 34.
Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen voordat u een video opneemt in de modus Beeldbewerking, gebruikt u de bladertoetsen aan de zijkant van het apparaat om in de werkbalk te bladeren. Zie “Beeldinstellingen: kleur en belichting” op pag. 31 en “Opnamemodi” op pag. 32.
Als u op het onderwerp wilt in- of uitzoomen (3x optisch en tot 20x digitaal), draait u de zoomtoets aan de zijkant van het apparaat.
In de videozoeker wordt het volgende weergegeven:
• Statussymbolen (1) voor geluiddemping aan, stabilisatie aan, en de actieve opnamemodus.
•De werkbalk (2), waarin u vóór de opname kunt bladeren om de gewenste opnamemodus, witbalans en kleurtoon te kiezen (de werkbalk wordt tijdens de opname niet weergegeven).
• De totale beschikbare tijd voor de video-opname (3). Tijdens de opname geeft het symbool voor de huidige videolengte ook de verstreken en resterende tijd aan.
• De symbolen voor het apparaatgeheugen ( ) en de geheugenkaart ( ) (4) geven aan waar video's worden opgeslagen.
• Het symbool voor de videokwaliteit (5) geeft aan of de kwaliteit van de video Tv (hoog), Tv (normaal),
Telefoon (hoog), Telefoon (normaal) of Delen is.
• Het bestandstype van de videoclip (6).
Tip! Kies Opties > Pictogrammen aan om alle
zoekersymbolen weer te geven of Pictogrammen
uit om alleen de statussymbolen voor video weer
te geven.
Afsluiten
Opties
Wanneer u een videoclip hebt opgenomen, kiest u een van de volgende opties op de werkbalk:
• Als u de zojuist opgenomen videoclip meteen wilt
afspelen, kiest u Afspelen.
• Als u de video niet wilt behouden, kiest u Verwijd..
• Als u de video wilt verzenden via multimedia, e-mail, Bluetooth of infrarood, drukt u op de beltoets of kiest u Zenden. Zie “Berichten” op pag. 48 en “Bluetooth­connectiviteit” op pag. 94 voor meer informatie. Deze optie is niet beschikbaar tijdens een actief gesprek. Videoclips in een .mp4-bestandsindeling kunnen niet als multimediabericht worden verzonden.
• Als u een nieuwe videoclip wilt opnemen, kiest u Nieuwe video.
Tip! Activeer het profiel Offline om u ervan
te verzekeren dat de video-opname niet wordt onderbroken door binnenkomende telefoontjes of berichten.

Video-instellingen

U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de videorecorder: de Videoconfiguratie en de begininstellingen. Zie “Beeldinstellingen: kleur en belichting” op pag. 31 als u de Videoconfiguratie wilt wijzigen. Als u de camera sluit, worden de standaardinstellingen voor video's weer hersteld, terwijl de begininstellingen gehandhaafd blijven tot u deze weer
Camera
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
27
wijzigt. Als u de begininstellingen wilt wijzigen, kiest u Opties > Instellingen en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Camera
Geluidsopname - Selecteer Aan om geluid op te nemen.
Videokwaliteit - Stel de kwaliteit van de videoclip in op Tv (hoog) (beste kwaliteit voor lang gebruik en afspelen
op een compatibele televisie of pc en handset), Tv
(normaal), Telefoon (hoog), Telefoon (normaal) of Delen (videoclips van beperkte grootte voor verzending
via MMS (Multimedia Message)). Als u de video op een televisie of pc wilt bekijken, kiest u Tv (hoog) om VGA­resolutie (640x480) en de bestandsindeling .mp4 te gebruiken. Als u de videoclip via MMS wilt verzenden, kiest u Delen (QCIF-resolutie, bestandsindeling .3gp). Een videoclip die is opgenomen met Delen (Delen), kan maximaal 300 kB groot zijn (een lengte van ongeveer 20 seconden). U kunt deze dan eenvoudig als multimediabericht verzenden naar een compatibel apparaat.
Videostabilisatie - Kies Aan om het bewegen van
de camera tijdens de video-opname tegen te gaan.
Toevoegen aan album - Geef aan of u de opgenomen
videoclip wilt toevoegen aan een bepaald album in de
Galerij. Selecteer Ja om een lijst met beschikbare
albums te openen.
Opgen. video tonen - Hiermee geeft u aan of het eerste
beeld van de opgenomen videoclip in het scherm moet worden weergegeven zodra de opname is voltooid. Kies
Afspelen op de werkbalk (hoofdcamera) of Opties > Afspelen (tweede camera) om de videoclip te bekijken.
Optische zoom tijdens opname - Selecteer Aan of Uit.
Selecteer Uit om tijdens de opname het mechanische geluid te onderdrukken dat de lens bij het optisch zoomen maakt.
Gebruikt geheugen - Geef aan welke geheugenopslag u
wilt gebruiken: apparaatgeheugen of een geheugenkaart (indien geplaatst).

Foto's maken

Activeer de hoofdcamera door het scherm naar de modus Beeldbewerking te draaien. Als de camera in de videomodus staat, kunt u met de toets voor de cameramodus weer terugschakelen naar de afbeeldingsmodus.
Druk de opnametoets half in (alleen hoofdcamera) om de focus op een onderwerp vast te zetten. U ziet het groene symbool voor de vergrendelde focus op het scherm. Als de focusvergrendeling niet lukt, brandt het rode focussymbool. Laat de opnametoets los en druk deze nogmaals half in. U kunt ook foto's nemen zonder de focus te vergrendelen.
28
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Druk op de opnametoets van de hoofdcamera om een foto te nemen. Houd het apparaat stil totdat de foto wordt opgeslagen.
Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen voordat u een foto neemt in de modus Beeldbewerking, gebruikt u de bladertoetsen aan de zijkant van het apparaat om in de werkbalk te bladeren. Zie “Beeldinstellingen: kleur en belichting” op pag. 31.
Het opslaan van een vastgelegde afbeelding kan langer duren als u de instellingen voor zoomen, belichting of kleur hebt gewijzigd.
In de camerazoeker wordt het volgende weergegeven:
• Statussymbolen (1) voor reeks aan, zelfontspanner aan;
Automatisch
(), Aan () of Uit () flashmodus en de actieve opnamemodus.
• De werkbalk (2), waarmee u, voordat u een foto neemt, de opnamemodus, witbalans, belichtingstijd en kleurtoon kunt selecteren (de werkbalk wordt niet
Afsluiten
Opties
weergegeven tijdens het scherpstellen en het maken van de foto).
• Het beeldresolutiesymbool (3) geeft aan of de
kwaliteit van de foto Afdrukken 3M - Groot (resolutie 2048x1536), Afdrukken 2M - Norm. (resolutie 1600x1200), Afdrukken 1,3M - Klein (resolutie 1280x960) of MMS 0,3M (resolutie 640x480) is.
• De afbeeldingsteller (4) geeft aan hoeveel foto's u ongeveer kunt nemen met de gebruikte beeldkwaliteit en geheugenruimte (de teller wordt tijdens focus en de opname niet weergegeven).
• De symbolen voor het apparaatgeheugen ( ) en de geheugenkaart ( ) (5) geven aan waar foto's worden opgeslagen.
Tip! Kies Opties > Pictogrammen aan om alle
zoekersymbolen weer te geven of Pictogrammen
uit om alleen de camerasymbolen weer te geven.
Houd rekening met het volgende wanneer u een foto neemt:
• Gebruik beide handen om de camera stil te houden.
• De kwaliteit van een digitaal gezoomde foto is lager dan die van een niet-gezoomde foto.
• Als u een poosje niet op een toets drukt, wordt de batterijspaarstand geactiveerd. Druk op om door te gaan met het nemen van foto's.
Camera
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
29
Wanneer u de foto hebt genomen, kiest u een van de volgende opties op de werkbalk:
• Als u de foto niet wilt behouden, kiest u Verwijd..
Camera
• Als u de video wilt verzenden via multimedia, e-mail, Bluetooth of infrarood, drukt u op de beltoets of kiest u Zenden.
• Als u een nieuwe foto wilt nemen, kiest u Nieuwe
afbeelding.
• Als u de foto wilt afdrukken, kiest u Afdrukken. Zie “Afbeeldingen afdrukken” op pag. 46.

Instellingen van fotocamera aanpassen

U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de fotocamera: de Afbeeldingconfiguratie en de begininstellingen. Zie “Beeldinstellingen: kleur en belichting” op pag. 31 als u de Afbeeldingconfiguratie wilt wijzigen. Als u de camera sluit, worden de standaardinstellingen voor video's weer hersteld, terwijl de begininstellingen gehandhaafd blijven tot u deze weer wijzigt. Als u de begininstellingen wilt wijzigen, kiest u
Opties > Instellingen en maakt u een keuze uit de
volgende opties:
Afbeeldingskwaliteit - Afdrukken 3M - Groot
(resolutie 2048x1536), Afdrukken 2M - Norm. (resolutie 1600x1200), Afdrukken 1,3M - Klein (resolutie 1280x960) of MMS 0,3M (resolutie 640x480). Hoe hoger de kwaliteit, hoe meer geheugenruimte de
afbeelding inneemt. Als u de afbeelding wilt afdrukken, kiest u Afdrukken 3M - Groot, Afdrukken 2M - Norm. of Afdrukken 1,3M - Klein. Als u de foto per e-mail wilt verzenden, kiest u Afdrukken 1,3M - Klein. Kies MMS
0,3M als u de afbeelding via MMS wilt verzenden.
Deze resoluties zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Toevoegen aan album - Geef aan of u de foto wilt opslaan
in een bepaald album in de galerij. Als u Ja kiest, wordt een lijst met beschikbare albums geopend.
Opgenomen afb. tonen - Selecteer Ja als u de vastgelegde
afbeelding wilt bekijken nadat deze is gemaakt, of selecteer Nee als u direct wilt doorgaan met het nemen van foto's.
Digitale zoom (alleen hoofdcamera) - Kies Aan (continu)
als u traploos digitaal en uitgebreid digitaal wilt zoomen,
Aan (onderbroken) als u in stappen digitaal en uitgebreid
digitaal wilt zoomen. Als u wel wilt inzoomen maar de geselecteerde beeldkwaliteit behouden moet blijven, kiest u Uit.
Trillingen wegnemen - Kies 50Hz of 60Hz.
Opnametoon - Hiermee kiest u de toon die
moet klinken bij het maken van een foto.
Gebruikt geheugen - Hiermee selecteert
u de opslaglocatie voor afbeeldingen.
30
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Foto's nemen in een reeks

Reeksmodus is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Als u de camera wilt instellen voor een opnamereeks van zes foto's (mits er voldoende geheugen beschikbaar is), kiest u Opties > Reeksmodus.
Druk op de opnametoets om de foto's te nemen.
Wanneer u de foto's hebt genomen, worden deze in een raster op het scherm weergegeven. Druk op als u een foto wilt bekijken.
U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met de zelfontspanner.
Druk op de opnametoets als u terug wilt naar de zoeker in de reeksmodus.

Zelf op de foto met de zelfontspanner

De zelfontspanner is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Met de zelfontspanner kunt u een opname uitstellen, zodat u zelf ook op de foto kan komen te staan. U stelt de
-zelfontspanner in door Opties > Zelfontsp. activeren >
2seconden, 10 seconden of 20 seconden te kiezen.
Selecteer Activeren om de zelfontspanner te activeren. Wanneer de zelfontspanner is geactiveerd, knippert het zelfontspannersymbool ( ) en hoort u een
geluidssignaal. De foto wordt genomen wanneer de geselecteerde vertraging is verstreken.
U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met de zelfontspanner.
Tip! Kies Opties > Zelfontsp. activeren >
2seconden zodat uw hand stil is wanneer
u een foto maakt.

Flash

De flash is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Houd een veilige afstand aan wanneer u de flash gebruikt. Richt de flash niet van dichtbij op mensen of dieren. Dek de flash niet af wanneer u een foto maakt.
De camera heeft een LED-flash voor omstandigheden met weinig licht. Beschikbare flashmodi: Automatisch (),
Aan () en Uit ().
Als u van de ene flashmodus naar de andere wilt gaan, drukt u op de flashtoets.

Beeldinstellingen: kleur en belichting

Als u de kleuren en belichting van de camera nauwkeuriger wilt instellen of als u effecten wilt toevoegen aan uw foto's of video's, gebruikt u de bladertoetsen aan de zijkant van het apparaat om
Camera
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
31
in de werkbalk te bladeren en kiest u een van de volgende opties:
Opnamemodus - Hiermee kiest u een geschikte
Camera
opnamemodus voor de omgeving waarin u foto's maakt. Elke opnamemodus heeft eigen belichtingsinstellingen die zijn afgestemd op een specifieke omgeving.
Witbalans - Hiermee selecteert u de huidige
belichtingssituatie in de lijst. Met behulp van deze optie kunt u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.
Belichtingswaarde (alleen afbeeldingen) - Hiermee
wijzigt u de belichtingstijd van de camera.
Kleurtoon - Hiermee selecteert u een kleureffect in
de lijst.
Het scherm wordt aangepast aan de nieuwe instellingen, zodat u ziet hoe de foto's of video's eruit komen te zien.
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van de geselecteerde camera.
De instellingen zijn cameraspecifiek, dus als u de instellingen van de tweede camera wijzigt, worden de instellingen van de hoofdcamera niet gewijzigd. De instellingen zijn echter wel zowel op de afbeeldings-als op de videomodus van toepassing.

Opnamemodi

Met een opnamemodus krijgt u automatisch de juiste instellingen voor kleur en belichting voor de huidige omgeving. Selecteer in de lijst met opnamemodi een geschikte opnamemodus voor het maken van foto's of het opnemen van videoclips. De instellingen van elke opnamemodus zijn afgestemd op een bepaalde stijl of omgeving.
Opnamemodi zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Gebruik de bladertoetsen aan de zijkant van het apparaat om in de werkbalk te bladeren en kies een van de volgende opties:
Video-opnamemodi
Normaal () (standaard) en Nacht ()
Foto-opnamemodi
Automatisch () (standaard), Gebruiker gedef. (), Close-upmodus (), Liggend (), Nacht () en Nacht, staand ().
Wanneer u foto's maakt, is de standaardopnamemodus
Automatisch.
32
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Als u uw eigen opnamemodus geschikt wilt maken voor een bepaalde omgeving, gaat u naar Gebruiker gedef. en kiest u Opties > Wijzigen. In de door de gebruiker gedefinieerde opnamemodus kunt u verschillende belichtings- en kleurinstellingen vastleggen. Als u de instellingen van een andere opnamemodus wilt kopiëren, kiest u Gebaseerd op opnamemodus en de gewenste opnamemodus.
Camera
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
33

Galerij

Galerij
Als u afbeeldingen, videoclips, geluidsfragmenten, afspeellijsten en koppelingen naar streaming-media wilt opslaan en indelen, of bestanden wilt delen met andere compatibele UPnP-apparaten (Universal Plug and Play) via een draadloos LAN-netwerk, drukt u op en kiest u
Galerij. Als u de galerij wilt openen vanuit de toepassing Camera selecteert u Opties > Ga naar Galerij. In Camera
is alleen de map Afbeeldingen en video beschikbaar.
Tip! Als u vanuit Galerij wilt overschakelen naar de camera, gaat u naar de map Afbeeldingen en video en drukt u op de opnametoets of selecteert u Opties >
Naar camera.
Kies Afbeeldingen en video , Tracks , Geluidsfragn
, Streaming kopp. , Presentaties , Alle
bestanden of Eigen netwerk en druk op om
het gewenste bestand te openen.
U kunt videoclips, .ram-bestanden en koppelingen naar streaming-media openen en afspelen in de toepassing RealPlayer. Zie “RealPlayer” op pag. 88. U kunt ook albums maken en items in de albums markeren en toevoegen. Zie “Albums” op pag. 40.
Druk op als u een bestand wilt openen. Video's worden geopend in RealPlayer, en muziek en geluidsclips in
Muz.speler. Zie “Afbeeldingen en videoclips bekijken”
op pag. 35.
Als u bestanden wilt kopiëren of verplaatsen naar de geheugenkaart (indien geplaatst) of het geheugen van het apparaat, selecteert u een bestand en kiest u vervolgens
Opties > Verplaatsen en kopiëren > Kop. naar geh.kaart/Verpl. naar geh.kaart of Kop. naar telef.geh./ Verpl. naar telef.geh..
Bestanden die zijn opgeslagen op de geheugenkaart (indien geplaatst), worden aangegeven met . Bestanden die zijn opgeslagen in het apparaatgeheugen, worden aangegeven met .
Als u de grootte wilt beperken van afbeeldingen die u al naar andere locaties hebt gekopieerd, zoals naar een compatibele pc, kiest u Opties > Overdracht en
geheugen > Verkleinen. Wanneer u Verkleinen kiest,
wordt de resolutie van een afbeelding beperkt tot 640x480. Als u geheugenruimte wilt vrijmaken nadat u items naar andere locaties of andere apparaten hebt gekopieerd, selecteert u een bestand en kiest u vervolgens
Opties > Vrij geheug.. Zie “Een back-up maken van
bestanden” op pag. 47.
34
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Als u met de browser bestanden wilt downloaden naar de Galerij in een van de hoofdmappen, kiest u Graf.
dwnloads, Videodownlds, Trackdownloads, or Geluidsdownlds. De browser wordt geopend, waarna u een
bookmark kunt selecteren voor de website waarvan u wilt downloaden.
Als u mediabestanden die zijn opgeslagen in Galerij wilt delen met andere compatibele UPnP-apparaten via een draadloos LAN-netwerk, moet u eerst het internettoegangspunt voor het draadloze LAN-netwerk configureren en vervolgens de toepassing Eigen netwerk instellen. Zie “Draadloos LAN” op pag. 19.
De opties voor Eigen netwerk zijn niet beschikbaar in
Galerij als de instellingen voor Eigen netwerk nog niet
zijn geconfigureerd.

Afbeeldingen en videoclips bekijken

De foto's en videoclips die u met de camera hebt gemaakt, worden opgeslagen in de map Afbeeldingen en video in de Galerij. Afbeeldingen en videoclips kunnen ook naar u worden verzonden in een multimediabericht, als e-mailbijlage, via een Bluetooth-verbinding of via infrarood. Als u een ontvangen afbeelding of videoclip in de galerij of de mediaspeler wilt bekijken, moet u deze
opslaan in het geheugen van het apparaat of op een compatibele geheugenkaart (indien geplaatst).
Open de map Afbeeldingen en video in Galerij. De bestanden met afbeeldingen en videoclips worden opeenvolgend op datum weergegeven. Het aantal bestanden wordt weergegeven. Ga naar links of naar rechts om een voor een door de bestanden te bladeren. Ga omhoog of omlaag om groepsgewijs door de bestanden te bladeren.
Als u een videoclip of foto wilt bewerken, kiest u Opties >
Bewerken. Er verschijnt een editor voor afbeeldingen of
video's. Zie “Videoclips bewerken” op pag. 36. Zie “Afbeeldingen bewerken” op pag. 38.
Als u een afbeelding of een videoclip wilt toevoegen aan een album in de galerij, selecteert u Opties > Albums >
Naar album. Zie “Albums” op pag. 40.
Als u aangepaste videoclips wilt maken, selecteert u een of meer videoclips in de galerij en kiest u Opties >
Bewerken. Zie “Videoclips bewerken” op pag. 36.
Als u uw afbeeldingen wilt afdrukken op een compatibele printer of als afdrukbestand wilt opslaan op de geheugenkaart (indien geplaatst), kiest u Opties >
Afdrukken. Zie “Afbeeldingen afdrukken” op pag. 46.
Als u een multimediabericht wilt verzenden naar de uploaddienst voor mediabestanden (netwerkdienst) van uw serviceprovider, drukt u op de beltoets en kiest u
Galerij
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
35
Uploaden (indien beschikbaar). Neem voor meer
informatie contact op met uw serviceprovider.
Wanneer u de afbeelding wilt bekijken, bladert u naar
Galerij
een afbeelding en drukt u op .
Als u een geopende afbeelding wilt zoomen, kiest u
Opties > Inzoomen of Uitzoomen. De zoomfactor
verschijnt boven in het display. De zoomfactor wordt niet permanent opgeslagen.
Als u de foto als achtergrondafbeelding wilt gebruiken, selecteert u de foto en kiest u Opties > Toewijzen > Inst.
als achtergr..
Als u een afbeelding of videoclip wilt verwijderen, drukt u op .

Videoclips bewerken

Als u videoclips wilt bewerken in Galerij en aangepaste videoclips wilt maken, gaat u naar een videoclip en kiest u Opties > Bewerken. Zie “Galerij” op pag. 34. U kunt aangepaste videoclips maken door videoclips te combineren en in te korten en afbeeldingen, geluidsfragmenten, overgangen en effecten toe te voegen. Overgangen zijn visuele effecten die u kunt toevoegen aan het begin en het einde van de video of tussen de videoclips.
U kunt ook aangepaste videoclips maken met Movie
director. Selecteer de videoclips en afbeeldingen waarmee
u een muvee wilt maken en kies Opties > Bewerken >
muvee maken. Zie “Movie Director” op pag. 92.
In de video-editor zijn twee tijdbalken te zien: een voor de videoclip en een voor het geluid. De afbeeldingen, tekst of overgangen die u toevoegt aan een videoclip, worden weergegeven op de tijdbalk van de videoclip. Schuif omhoog of omlaag om een andere tijdbalk te selecteren.

Video, geluid, afbeeldingen, tekst en overgangen bewerken

Als u aangepaste videoclips wilt maken, selecteert u een of meer videoclips en kiest u Opties > Bewerken.
Als u de video wilt wijzigen, selecteert u een van de volgende opties:
Videoclip bewerken:
Knippen - Hiermee kort u de videoclip in de weergave voor
het knippen van videoclips in.
Voeg kleureffect toe - Hiermee voegt u een kleureffect
toe aan de videoclip.
Vertraagd afspelen - Hiermee vertraagt u de snelheid van
de videoclip.
36
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Geluid dempen/Geluid vrijgeven - Hiermee dempt u het
oorspronkelijke geluid van de videoclip of geeft u het vrij.
Verplaatsen - Hiermee verplaatst u de videoclip naar de
geselecteerde locatie.
Verwijderen - Hiermee verwijdert u de videoclip uit
de video.
Dupliceren - Hiermee maakt u een kopie van de
geselecteerde videoclip.
Tekst bewerken (alleen beschikbaar als u tekst hebt
toegevoegd) - Hiermee kunt u tekst verplaatsen, verwijderen of dupliceren, de kleur en stijl van de tekst wijzigen, bepalen hoe lang de tekst in beeld is en effecten toepassen op de tekst.
Afbeelding bewerken (alleen beschikbaar als u een
afbeelding hebt toegevoegd) - Hiermee kunt u een afbeelding verplaatsen, verwijderen of dupliceren, bepalen hoe lang de afbeelding in beeld is en een achtergrond en kleureffect toepassen op de afbeelding.
Bewerk geluidsclip (alleen beschikbaar als u een
geluidsfragment hebt toegevoegd) - Hiermee kunt u een geluidsfragment knippen of verplaatsen of het fragment verwijderen of dupliceren.
Overgang bewerken - Er zijn drie typen overgangen: aan
het begin van een video, aan het einde van een video en
tussen videoclips in. U kunt een beginovergang selecteren wanneer de eerste overgang van de video actief is.
Invoegen - Kies Videoclip, Afbeelding, Tekst, Geluidsclip
of Nieuwe geluidsclip.
Film - Hiermee kunt u een voorbeeld van de film bekijken
in een volledig scherm of als een miniatuur, de film opslaan of verzenden of de film inkorten zodat deze als multimediabericht kan worden verzonden.
Als u een screenshot van een videoclip wilt maken, kiest u in de weergave voor het knippen van video Opties >
Snapshot maken. Druk in het miniatuurvoorbeeld op
en kies Snapshot maken.
Als u de videoclip wilt opslaan, kiest u Opties > Film >
Opslaan. Als u Gebruikt geheugen wilt definiëren, kiest u Opties > Instellingen. Standaard wordt het
apparaatgeheugen gebruikt.
U kunt in de weergave Instellingen verder de volgende items definiëren: Standaardvideonaam, Std.naam
schermfoto, Resolutie en Gebruikt geheugen.
Als u de video wilt verzenden, kiest u Zenden > Via
multimedia, Via e-mail, Via Bluetooth of Via infrarood.
Neem contact op met uw serviceprovider of netwerkoperator voor meer informatie over de maximale grootte van de multimediaberichten die u kunt verzenden. Als de video te groot is om in een multimediabericht te verzenden, wordt weergegeven.
Galerij
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
37
Tip! Als u een videoclip wilt verzenden die
groter is dan de maximaal toegestane grootte voor multimediaberichten, kunt u de clip verzenden via
Galerij
draadloze Bluetooth-technologie. Zie “Gegevens verzenden met behulp van Bluetooth-connectiviteit” op pag. 96. U kunt uw video's ook overbrengen naar een compatibele pc met behulp van een Bluetooth-verbinding of door middel van een los aangeschafte geheugenkaartlezer.

Afbeeldingen bewerken

Als u een nieuwe of bestaande in de Galerij wilt bewerken, kiest u Opties > Bewerken.
Kies Effect toepassen als u de afbeelding wilt bijsnijden en draaien, kenmerken zoals helderheid, kleur, contrast en resolutie wilt aanpassen of een effect, tekst, illustratie of kader aan de afbeelding wilt toevoegen.
Als u een afbeelding wilt bijsnijden, kiest u Opties >
Effect toepassen > Snijden. Als u de afbeelding
handmatig wilt bijsnijden, kiest u Handmatig of een vooraf gedefinieerde beeldverhouding in de lijst. Als u
Handmatig kiest, wordt in de linkerbovenhoek van de
afbeelding een kruis weergegeven. Verschuif de bladertoets om het gebied te selecteren dat u wilt bijsnijden en kies Instellen. Er verschijnt een tweede kruis in de rechterbenedenhoek. Selecteer wederom het gebied
dat u wilt bijsnijden. Als u het eerste geselecteerde gebied wilt aanpassen, kiest u Terug. Tezamen vormen de geselecteerde gebieden een rechthoek ter grootte van de bijgesneden afbeelding.
Als u een vooraf gedefinieerde beeldverhouding hebt gekozen, selecteert u de linkerbovenhoek van het gebied dat u wilt bijsnijden. Met de bladertoets kunt u het formaat van het gemarkeerde gebied wijzigen. Druk op als u het geselecteerde gebied wilt blokkeren. Met de bladertoets kunt u het gebied binnen de foto verplaatsen. Druk op om het gebied te selecteren dat u wilt bijsnijden.
Kies Opties > Effect toepassen > Rode-ogenreductie als u rode ogen in een afbeelding wilt corrigeren. Verplaats het kruis naar het oog en druk op . Er verschijnt een lus in het display. Verplaats de bladertoets om het formaat van de lus te wijzigen zodat het oog er precies in past. Druk op om de rode kleur te corrigeren.
Sneltoetsen in de afbeeldingseditor:
• Als u een afbeelding wilt bekijken op het volledige scherm, drukt u op . Druk nogmaals op om terug te keren naar de normale weergave.
• Als u een afbeelding met de klok mee of tegen de klok in wilt draaien, drukt u op of .
• Als u wilt in- of uitzoomen, drukt u op of .
• Als u wilt schuiven in een ingezoomde afbeelding, bladert u omhoog, omlaag, naar links of naar rechts.
38
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Diavoorstelling

Kies Opties > Diavoorstelling > Starten om afbeeldingen en videoclips te bekijken op het volledige scherm. De diavoorstelling begint met het geselecteerde bestand. Selecteer een van de volgende opties:
Afspelen - Hiermee opent u de toepassing RealPlayer
om een geselecteerde videoclip af te spelen.
Onderbreken - Hiermee onderbreekt u de
diavoorstelling.
Doorgaan - Hiermee hervat u de diavoorstelling.
Einde - Hiermee sluit u de diavoorstelling.
Als u door afbeeldingen wilt bladeren, drukt u op (vorige) of (volgende).
Als u het tempo van de diavoorstelling wilt aanpassen, kiest u Opties > Diavoorstelling > Instellingen >
Vertraging tussen dia's voordat u de diavoorstelling start.
Als u geluid wilt toevoegen aan de diavoorstelling, kiest u
Opties > Diavoorstelling > Instellingen en maakt u een
keuze uit de volgende opties:
Muziek - Selecteer Aan of Uit.
Track - Selecteer een muziekbestand in de lijst.
Als u het volume wilt aanpassen, drukt u op of .

TV out-modus

U kunt video's en afbeeldingen die op uw apparaat zijn opgeslagen, weergeven op het scherm van een compatibele televisie. Sluit de Nokia-kabel Video out (CA-64U) aan op de Pop-Port-connector TV out op uw apparaat en de video-ingang van een compatibele televisie. Voor alle toepassingen behalve de map
Afbeeldingen en video in de Galerij en RealPlayer
wordt op het televisiescherm weergegeven wat op het display van uw apparaat staat.
Wanneer u een afbeelding in de miniatuurweergave opent terwijl deze op een televisie wordt weergegeven, is de optie Inzoomen niet beschikbaar. Wordt de afbeelding niet gezoomd, dan wordt de geopende afbeelding op het volledige televisiescherm weergegeven.
U kunt video's en afbeeldingen weergeven in de vorm van een diapresentatie. Alle items in een album of de gemarkeerde video's en afbeeldingen worden op het volledige televisiescherm weergegeven terwijl de geselecteerde muziek wordt afgespeeld.
Wanneer u een geselecteerde videoclip opent, wordt deze door RealPlayer weergegeven op het display van uw apparaat en op het televisiescherm. Zie “RealPlayer” op pag. 88.
Galerij
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
39
Wanneer de Nokia-kabel Video out op het apparaat is aangesloten, wordt alle audio (inclusief het stereogeluid van videoclips, beltonen en toetsgeluiden) naar de
Galerij
televisie verzonden. U kunt de microfoon van het apparaat normaal blijven gebruiken.
De instellingen voor TV out moeten worden aangepast aan het gebruikte televisiesysteem en de beeldverhouding van de televisie. Zie “Tv-configuratie” op pag. 126.

Presentaties

Bij presentaties kunt u SVG-bestanden (Scalable Vector Graphics) bekijken, zoals cartoons en kaarten. SVG­afbeeldingen blijven er hetzelfde uitzien wanneer deze worden afgedrukt of worden bekeken bij een andere schermgrootte of resolutie. Als u SVG-bestanden wilt bekijken, selecteert u de map Presentaties, gaat u naar een afbeelding en kiest u Opties > Afspelen.
Druk op als u wilt inzoomen. Druk op als u wilt uitzoomen.
Druk op * als u wilt schakelen tussen een volledig en een normaal scherm.

Albums

U kunt afbeeldingen en videoclips eenvoudig beheren in albums. Als u de lijst met albums wilt bekijken, gaat u naar de map Afbeeldingen en video en kiest u Opties >
Albums > Albums weergeven.
Als u een foto of videoclip wilt toevoegen aan een album in de galerij, bladert u naar de gewenste foto of videoclip en kiest u Opties > Albums > Naar album. Er verschijnt een lijst met albums. Selecteer het gewenste album en druk op om de foto of videoclip aan het album toe te voegen.
Druk op om een bestand uit een album te verwijderen. Het bestand wordt niet verwijderd uit de map
Afbeeldingen en video in de Galerij.

On line afdrukken

Opmerking: De beschikbaarheid van deze dienst
is afhankelijk van het land of het gebied waarin u zich bevindt.
Met de toepassing On line afdr. kunt u afbeeldingen on line afdrukken en verschillende producten met de geselecteerde afbeelding bestellen, zoals bekers of muismatten. Welke producten beschikbaar zijn, is afhankelijk van de serviceprovider.
40
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Als u On line afdr. wilt gebruiken, moet u zich abonneren op deze dienst bij een serviceprovider voor on line afdrukken en moet u ten minste een configuratiebestand voor afdrukdiensten installeren. U kunt de bestanden verkrijgen bij providers van afdrukdiensten die On line
afdr. ondersteunen.
U kunt alleen afbeeldingen in de JPEG-indeling afdrukken.
Vanwege copyrightbescherming kan het voorkomen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (waaronder beltonen) en andere items niet kunnen worden gekopieerd, gewijzigd, overgebracht of doorgestuurd.
1 Druk op en selecteer Galerij > Afbeeldingen en
video. Selecteer een afbeelding of enkele afbeeldingen
en kies Opties > Afdrukken > Afdrukken bestellen.
2 Selecteer een serviceprovider in de lijst. 3 Selecteer Opties en kies een van de volgende opties:
Openen - hiermee start u de verbinding met de
serviceprovider.
Verwijderen - hiermee verwijdert u de serviceprovider
uit de lijst. Als u de laatste serviceprovider uit de lijst verwijdert, is de optie Afdrukken bestellen pas beschikbaar nadat u ten minste een configuratiebestand hebt geselecteerd.
Logboek - hiermee kunt u de details weergeven over
eerdere bestellingen: de naam van de serviceprovider, het totaalbedrag en de status van de bestelling.
Als u een verbinding hebt met de server van de serviceprovider, wordt de voorbeeldweergave voor afbeeldingen geopend en worden de afbeeldingen weergegeven die u eerder hebt geselecteerd in Galerij.
4 Selecteer Opties en kies een van de volgende opties:
Voorbeeld - hiermee geeft u de afbeelding weer
voordat u een afdruk bestelt. Schuif omhoog of omlaag om de afbeeldingen weer te geven.
Nu bestellen - hiermee kunt u uw bestelling
verzenden.
Productbest. wijzigen - hiermee kunt u de
productgegevens en het aantal exemplaren voor de geselecteerde afbeelding aanpassen. In de weergave voor bestelde producten kunt u een product selecteren en aangeven welk type u wilt bestellen. Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van de serviceprovider. Schuif naar links of naar rechts om de details weer te geven van de andere afbeeldingen in de bestelling.
Klantgegevens wijzigen - hiermee kunt u de
klantgegevens en bestelgegevens wijzigen. U kunt de klantgegevens kopiëren vanuit uw contactpersonen.
Afbeelding toevoegen - hiermee kunt u meer
afbeeldingen toevoegen aan de bestelling.
Afb. verwijderen - hiermee kunt u afbeeldingen
verwijderen uit de bestelling.
Logboek - hiermee kunt u de details over eerdere
bestellingen weergeven.
Galerij
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
41
Wanneer de bestelling is verzonden, wordt Bestelling
verzonden weergegeven.
Galerij

Publiceren

Opmerking: De beschikbaarheid van deze dienst is
afhankelijk van het land of het gebied waarin u zich bevindt.
Met de toepassing Publiceren kunt u afbeeldingen en video’s delen in on line albums, weblogs, en in andere diensten voor on line delen op het web. U kunt inhoud uploaden, een niet-voltooide post opslaan als concept en later doorgaan en de inhoud van de albums weergeven. Welke inhoudstypen worden ondersteund, is afhankelijk van de serviceprovider.
Vanwege copyrightbescherming kan het voorkomen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (waaronder beltonen) en andere items niet kunnen worden gekopieerd, gewijzigd, overgebracht of doorgestuurd.

Aan de slag

Als u Publiceren wilt gebruiken, moet u zich abonneren op deze dienst bij een serviceprovider voor on line delen. U kunt zich meestal op de betreffende dienst abonneren op de webpagina van de serviceprovider. Neem contact op met uw serviceprovider voor details over het
abonneren op de dienst. Zie www.nokia.com/support/
phones/N93 voor meer informatie over compatibele
serviceproviders.
Als u de dienst voor de eerste keer opent in de toepassing
Publiceren, wordt u gevraagd uw gebruikersnaam en
wachtwoord op te geven. U kunt later toegang krijgen tot de instellingen via Opties > Instellingen in de toepassing
Publiceren. Zie “Instellingen voor Publiceren” op pag. 43.

Bestanden uploaden

Druk op en kies Galerij > Afbeeldingen en video, selecteer de bestanden die u wilt uploaden en kies
Opties > Zenden > Uploaden naar service. U kunt de
toepassing Publiceren ook openen vanuit de hoofdcamera.
De weergave Serviceselectie wordt geopend. Als u een nieuwe account wilt maken voor een dienst, selecteert u Opties > Nieuwe account toev. of selecteert u het pictogram van de dienst met de tekst Nieuwe in de lijst met diensten. Als u off line een nieuwe account hebt gemaakt of een account of de instellingen voor de dienst hebt gewijzigd via een webbrowser op een compatibele pc, selecteert u Opties > Services ophalen om de lijst met diensten in uw apparaat bij te werken. Druk op de bladertoets om een dienst te selecteren.
Als u de dienst selecteert, worden de geselecteerde afbeeldingen en video’s gereed om te bewerken
42
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
weergegeven. U kunt de bestanden openen en weergeven, opnieuw indelen, hieraan tekst toevoegen of nieuwe bestanden toevoegen.
Als u het uploadproces via het web wilt annuleren en de gemaakte post als concept wilt opslaan, selecteert u Terug > Opslaan als concept. Als het uploaden al is gestart, selecteert u Annuleer > Opslaan als concept.
Als u verbinding wilt maken met de dienst en de bestanden wilt uploaden naar het web, selecteert u Opties >
Uploaden, of drukt u op .
de geüploade en conceptalbums weergeven in de webbrowser. Welke weergave beschikbaar is, is afhankelijk van de serviceprovider.
Concepten - hiermee kunt u conceptitems
weergeven en bewerken en uploaden naar het web
Verzonden - hiermee kunt u de laatste 20 items
weergeven die u hebt gemaakt met het apparaat
Nieuwe post - hiermee kunt u een nieuw item maken
Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van de serviceprovider.
Galerij

On line dienst openen

Als u de geüploade afbeeldingen en video’s in de on line dienst wilt weergeven, en concepten en verzonden items op uw apparaat wilt weergeven, selecteert u Opties > On
line services > Service openen in de map Afbeeldingen en video. Als u off line een nieuwe account hebt gemaakt
of een account of de instellingen voor de dienst hebt gewijzigd via een webbrowser op een compatibele pc, selecteert u Opties > Services ophalen om de lijst met diensten in uw apparaat bij te werken. Selecteer een dienst in de lijst.
Nadat u een dienst hebt geopend, selecteert u een van de volgende opties:
Openen in webbrowser - hiermee kunt u een
verbinding maken met de geselecteerde dienst en

Instellingen voor Publiceren

Als u de instellingen voor Publiceren wilt bewerken, selecteert u in Publiceren Opties > Instellingen.
Mijn accounts
In Mijn accounts kunt u nieuwe accounts maken of bestaande accounts bewerken. Als u een nieuwe account wilt maken, selecteert u Opties > Nieuwe account toev.. Als u een bestaande account wilt bewerken, selecteert u een account en kiest u Opties > Bewerken. Selecteer een van de volgende opties:
Accountnaam - hiermee kunt u een naam invoeren voor
de account
Serviceprovider - hiermee kunt u de serviceprovider
selecteren die u wilt gebruiken. U kunt de serviceprovider
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
43
niet wijzigen voor een bestaande account; u moet een nieuwe account maken voor de nieuwe serviceprovider. Als u een account verwijdert in Mijn accounts, worden de
Galerij
aan de account gekoppelde diensten tevens verwijderd van het apparaat, waaronder de verzonden items voor de dienst.
Gebruikersnaam en Wachtwoord - hiermee kunt u de
gebruikersnaam en het wachtwoord voor de account invoeren die u hebt gemaakt tijdens het registreren bij de on line dienst
Grootte uploadafb. - hiermee kunt u de grootte waarmee
afbeeldingen worden geüpload naar de dienst selecteren
Toepassingsinstellingen
Grootte weerg.afb. - hiermee kunt u de grootte
selecteren waarmee de afbeelding wordt weergegeven op het display van uw apparaat. Deze instelling is niet van toepassing op de uploadgrootte van afbeeldingen.
Grootte weerg.tekst - hiermee kunt u de lettergrootte
voor de weergave van tekst in conceptitems en verzonden items selecteren of voor het toevoegen van tekst aan een nieuw item
Geavanceerd
Serviceproviders - hiermee kunt u instellingen voor
serviceproviders weergeven of bewerken, een nieuwe serviceprovider toevoegen of details weergeven over
een serviceprovider. Als u de serviceprovider wijzigt, gaan alle gegevens van Mijn accounts voor de eerdere serviceprovider verloren. U kunt de instellingen voor vooraf gedefinieerde serviceproviders niet wijzigen.
Standaardtoeg.punt - als u het toegangspunt wilt
wijzigen dat wordt gebruikt voor het tot stand brengen van de verbinding met de on line dienst, selecteert u het gewenste toegangspunt.
44
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Mediatoepassingen

Music Player

Druk op en kies Muz.speler. U kunt met de Music Player muziekbestanden afspelen en afspeellijsten maken en deze beluisteren.
Waarschuwing: Luister naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.

Muziek toevoegen

Wanneer u de Music Player voor het eerst opent, wordt in het apparaatgeheugen gezocht naar muziekbestanden om een muziekbibliotheek samen te stellen.
Werk uw muziekbibliotheek bij wanneer u muziekbestanden hebt toegevoegd of verwijderd. Kies
Opties > Muziekbibliotheek > Opties > Muziekbibl. bijwerken.
Tip! U kunt muziekbestanden van het apparaat naar
een compatibele geheugenkaart (indien geplaatst) overbrengen met behulp van Nokia Audio Manager, dat beschikbaar is in Nokia PC Suite.

Muziek afspelen

Wanneer u de Music Player opent, wordt de vorige track of afspeellijst weergegeven. Als u de muziekbibliotheek wilt bekijken, kiest u of Opties > Muziekbibliotheek en de gewenste lijst met nummers. Als u de nummers in de lijst wilt afspelen, kiest u Opties > Afspelen.
Wanneer een nummer wordt afgespeeld, drukt u op of om te schakelen tussen afspelen en pauzeren.
Als u een nummer wilt beëindigen, drukt u op . Als u vooruit of achteruit wilt spoelen, houdt u of ingedrukt. Druk op of als u het volgende of vorige nummer wilt afspelen.
Als u de lijst met nummers wilt bekijken die momenteel wordt afgespeeld, kiest u of Opties > Afspelen'
openen. Als u de lijst met nummers wilt opslaan als een
afspeellijst, kiest u Opties > Tvgn aan tracklijst en maakt u een nieuwe afspeellijst of selecteert u een opgeslagen afspeellijst.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Mediatoepassingen
45
Druk op of om het volume aan te passen.
Als u de klank van afgespeelde muziek wilt aanpassen, selecteert u Opties > Equalizer.
Selecteer Opties > Willekeurig afspelen om te schakelen tussen een willekeurige volgorde en de normale afspeelmodus. Als u wilt dat het afspelen van de afspeellijst wordt herhaald zodra de gehele lijst is afgespeeld, kiest u Opties > Herhalen.
Mediatoepassingen
Als u de bookmarks wilt openen voor het downloaden van muziek, kiest u Opties > Trackdownloads.
Als u wilt terugkeren naar de standby-modus en de muziek op de achtergrond wilt laten spelen, kiest u
Opties > Afspelen in achtergrond.
Muziekbibliotheek
Als u de muziekbibliotheek wilt bekijken, kiest u Opties >
Muziekbibliotheek. Via Alle tracks geeft u alle muziek
weer. Als u de nummers gesorteerd wilt bekijken, kiest u
Albums, Artiesten, Genres of Componisten. De album-,
artiest-, genre- en componistgegevens worden, indien beschikbaar, opgehaald uit de ID3- of M4A-codes van de muziekbestanden.
Als u nummers, albums, artiesten, genres of componisten aan een afspeellijst wilt toevoegen, selecteert u de gewenste items en kiest u Opties > Tvgn aan tracklijst.
U kunt een nieuwe afspeellijst maken of nummers toevoegen aan een bestaande afspeellijst.
Als u afspeellijsten wilt bekijken, kiest u Tracklijsten. Als u een nieuwe afspeellijst wilt maken, kiest u Opties >
Nieuwe tracklijst. Als u extra nummers wilt toevoegen
aan een afspeellijst die u zelf hebt gemaakt, kiest u
Opties > Tracks toevoegen.
Druk op om een afspeellijst te verwijderen. Wanneer u een afspeellijst verwijdert, wordt alleen de afspeellijst verwijderd, niet de muziekbestanden.

Afbeeldingen afdrukken

Met Afb. afdrukken kunt u afbeeldingen afdrukken met behulp van een gegevenskabel, draadloos LAN (indien beschikbaar), Bluetooth-verbinding of compatibele geheugenkaart (indien beschikbaar).
U kunt alleen afbeeldingen in de JPEG-indeling afdrukken. De foto's die met de camera worden genomen, worden automatisch opgeslagen in de .jpeg-indeling.
Als u afbeeldingen wilt afdrukken met Afb. afdrukken, selecteert u de afbeelding die u wilt afdrukken en kiest u de afdrukoptie in de galerij, camera, afbeeldingseditor of afbeeldingsviewer.
46
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Als u wilt afdrukken op een printer die compatibel is met
Afb. afdrukken, sluit u de gegevenskabel aan voordat u de
afdrukoptie kiest.

Printer selecteren

Wanneer u Afb. afdrukken de eerste keer gebruikt, wordt een lijst met beschikbare printers weergegeven nadat u de afbeelding hebt geselecteerd. Selecteer een printer. De printer wordt ingesteld als de standaardprinter.
Als u met de CA-53-kabel een printer hebt aangesloten die compatibel is met Afb. afdrukken, wordt de printer automatisch weergegeven.
Als de standaardprinter niet beschikbaar is, wordt een lijst weergegeven met beschikbare afdrukapparaten.
Als u de standaardprinter wilt wijzigen, kiest u Opties >
Afdrukinstell. > Standaardprinter.

Afdrukvoorbeeld

Het afdrukvoorbeeld wordt alleen geopend wanneer u een afbeelding afdrukt vanuit de galerij.
De geselecteerde afbeeldingen worden weergegeven met vooraf gedefinieerde indelingen. Als u de indeling wilt wijzigen, schuift u naar links en naar rechts door de beschikbare indelingen voor de geselecteerde printer. Als de afbeeldingen niet op één pagina passen, bladert
u omhoog of omlaag om de aanvullende pagina’s te bekijken.

Afdrukinstellingen

De beschikbare opties variëren, afhankelijk van de mogelijkheden van de printer die u hebt geselecteerd.
Als u een standaardprinter wilt instellen, kiest u Opties >
Standaardprinter.
Als u het papierformaat wilt selecteren, kiest u
Papierformaat, selecteert u het gewenste formaat in de
lijst en kiest u OK. Selecteer Annuleer om terug te gaan naar de vorige weergave.

Een back-up maken van bestanden

Als u mediabestanden voor een back-up wilt overbrengen van uw apparaat naar een compatibele pc via het draadloze LAN-netwerk, kiest u Opties >
Doorverbinden > Starten. Zie “Draadloos LAN” op pag. 19.
Er wordt gezocht naar apparaten. Kies een apparaat en een map waarnaar u de mediabestanden wilt overbrengen. Selecteer OK.
Als u de instellingen van Opslagapparaat of Opslagmap wilt wijzigen, kiest u Opties > Instellingen.
Mediatoepassingen
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
47

Berichten

Berichten
48
Druk op en selecteer Berichten. In Berichten kunt u SMS-berichten, multimediaberichten, e-mailberichten en speciale SMS-berichten met gegevens maken, verzenden, ontvangen, bekijken, bewerken en ordenen. Ook kunt u berichten en gegevens ontvangen via Bluetooth­connectiviteit of een infraroodverbinding, webdienstberichten en infodienstberichten ontvangen, en dienstopdrachten verzenden.
Als u een nieuw bericht wilt maken, kiest u Nieuw
bericht.
Opmerking: Alleen compatibele apparaten die deze
functie ondersteunen, kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven. De manier waarop een bericht wordt weergegeven, kan verschillen, afhankelijk van het ontvangende apparaat.
Berichten bevat de volgende mappen:
Inbox - Deze map bevat alle ontvangen berichten,
behalve infodienst- en e-mailberichten. E-mailberichten worden opgeslagen in de Mailbox.
Mijn mappen - Hierin kunt u berichten
onderbrengen.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Tip! Met de teksten in de map voor sjablonen
voorkomt u dat u dezelfde tekst steeds opnieuw moet typen.
Mailbox - Maak verbinding met de externe
mailbox om nieuwe e-mailberichten op te halen of eerder opgehaalde e-mailberichten off line te bekijken. Zie “E-mail” op pag. 59.
Ontwerpen - Deze map bevat conceptberichten,
die nog niet zijn verzonden.
Verzonden - Deze map bevat de laatste 20 verzonden
berichten, exclusief berichten die zijn verzonden via een Bluetooth- of infraroodverbinding. Zie “Overige­instellingen” op pag. 62 als u meer of minder verzonden berichten wilt opslaan.
Outbox - Deze map bevat berichten die nog niet zijn
verzonden.
Voorbeeld: berichten worden in de map
Outbox geplaatst als het apparaat zich buiten het dekkingsgebied van het netwerk bevindt. U kunt ook aangeven dat e-mail moet worden verzonden zodra u weer verbinding maakt met de externe mailbox.
Rapporten - U kunt bij het netwerk een
leveringsrapport aanvragen voor de SMS-berichten en multimediaberichten die u hebt verzonden (netwerkdienst). Mogelijk kunt u geen leveringsrapport ontvangen voor multimediaberichten die naar een e-mailadres zijn verzonden.
Tip! Wanneer een van de standaardmappen
is geopend, kunt u naar een andere map door op of te drukken.
Als u bepaalde aanvragen (ook wel USSD-opdrachten genoemd), zoals activeringsopdrachten voor netwerkdiensten, wilt invoeren en naar de aanbieder wilt verzenden, selecteert u Opties > Dienstopdracht in de beginweergave van Berichten.
Met Infodienst (netwerkdienst) kunt u berichten ontvangen over verschillende onderwerpen, zoals het weer of het verkeer. Informeer bij de aanbieder van deze dienst naar de beschikbare items en hun nummers. Selecteer
Opties > Infodienst in de beginweergave van Berichten.
In de beginweergave kunt u de status, het nummer en de naam van een onderwerp zien en of het onderwerp is gemarkeerd voor opvolgen ( ).
U kunt geen infodienstberichten ontvangen in een UMTS-netwerk. Ook bij een pakketgegevensverbinding kunt u mogelijk geen infodienstberichten ontvangen.

Tekst invoeren

Met ABC, abc en Abc wordt de geselecteerde tekenmodus aangegeven. Met 123 wordt de cijfermodus aangegeven.
Berichten

Gewone tekstinvoer

wordt weergegeven wanneer u tekst invoert via de
gewone tekstinvoer.
• Druk op een cijfertoets ( - ) totdat het gewenste teken wordt weergegeven. Op de cijfertoetsen staan niet alle tekens afgebeeld die onder een toets beschikbaar zijn.
• Als de volgende letter onder dezelfde toets zit als de huidige, wacht u tot de cursor weer wordt weergegeven of drukt u op en voert u de letter in.
• Druk op om een spatie in te voegen. Druk drie keer op om de cursor naar de volgende regel te verplaatsen.

Tekstvoorspelling

Voor elke letter is één toetsaanslag voldoende. Tekstvoorspelling is gebaseerd op een ingebouwde woordenlijst die u zelf kunt uitbreiden. wordt weergegeven wanneer u tekst typt met tekstvoorspelling.
1 U schakelt tekstinvoer met woordenlijst in door op
te drukken en Tekstvoorspelling aan te selecteren.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
49
Hiermee schakelt u tekstvoorspelling in voor alle editors op het apparaat.
2 Typ het gewenste woord
door op de toetsen -
Berichten
te drukken. Druk eenmaal op een toets voor één letter. Als u bijvoorbeeld 'Nokia' wilt intoetsen terwijl de Nederlandse woordenlijst is geselecteerd, drukt u op voor N, voor o, voor k, voor i en voor a. Het gevormde woord verandert na elke toetsaanslag.
3 Als u het woord hebt ingetoetst en het resultaat klopt,
bevestigt u dit door op te drukken of door een spatie toe te voegen met . Als het woord niet correct is, drukt u meerdere malen op om de woorden uit de woordenlijst een voor een te bekijken of drukt u op en selecteert u
Tekstvoorspelling > Mogelijkheden.
Als u het teken ? ziet achter het woord, staat het woord niet in de woordenlijst. Als u een woord aan de woordenlijst wilt toevoegen, selecteert u Spellen. Toets het woord in via gewone tekstinvoer en selecteer OK. Het woord wordt toegevoegd. Als de woordenlijst vol is, vervangt het nieuwe woord het oudste woord in de lijst.
4 Toets het volgende woord in.
Samengestelde woorden invoeren
Typ het eerste deel van een samenstelling en bevestig door op te drukken. Typ het laatste deel van het samengestelde woord. Als u het samengestelde woord wilt voltooien, drukt u op om een spatie toe te voegen.
Tekstinvoer met woordenlijst uitschakelen
Druk op en selecteer Tekstvoorspelling > Uit om tekstvoorspelling uit te schakelen voor alle editors in het apparaat.
Tip! Druk twee keer kort op om tekstvoorspelling
in of uit te schakelen.

Tips bij tekstinvoer

Als u in de lettermodus een cijfer wilt invoegen, houdt u de toets met het gewenste cijfer ingedrukt.
Houd ingedrukt om te schakelen tussen letters en cijfers.
Druk op als u tussen de verschillende tekenmodi wilt schakelen.
Druk op om een teken te verwijderen. Houd ingedrukt om meerdere tekens te verwijderen.
De meestgebruikte leestekens zijn beschikbaar onder .
50
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Houd ingedrukt om een lijst met speciale tekens weer te geven.
Tip! Als u verschillende speciale tekens tegelijkertijd
wilt invoegen, drukt u op wanneer u elk teken selecteert.

Berichten invoeren en verzenden

De manier waarop een multimediabericht wordt weergegeven, kan afhankelijk van het ontvangende apparaat verschillen.
Vanwege copyrightbescherming kan het voorkomen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (waaronder beltonen) en andere items niet kunnen worden gekopieerd, gewijzigd, overgebracht of doorgestuurd.
Voordat u een multimediabericht of e-mailbericht kunt maken, moet de verbinding juist zijn ingesteld. Zie “MMS­en e-mailinstellingen ontvangen” op pag. 52 en “E-mail” op pag. 59.
Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten limiteren Als de omvang van de ingevoegde afbeelding de limiet overschrijdt, kan de afbeelding door het apparaat worden verkleind zodat deze via MMS kan worden verzonden.
1 Selecteer Nieuw bericht en een van de volgende opties:
SMS om een tekstbericht te verzenden.
Multimediabericht om een multimediabericht (MMS)
te verzenden.
E-mail om een e-mailbericht te verzenden.
Als u nog geen e-mailaccount hebt ingesteld, wordt u gevraagd om dit te doen. Als u de e-mailinstellingen wilt definiëren, kiest u Starten.
2 Druk in het veld Naar
op om ontvangers of groepen te selecteren in Contacten of voer het telefoonnummer of e-mailadres van de ontvanger in. Druk op
om een puntkomma
(;) toe te voegen als scheidingsteken tussen de ontvangers. U kunt het nummer of adres ook kopiëren en plakken via het klembord.
3 Voer in het veld Onderw. het onderwerp in van een
multimedia- of e-mailbericht. Als u de velden wilt wijzigen die zichtbaar zijn, kiest Opties >
Adresvelden.
4 Toets in het berichtveld het bericht in. Als u een
sjabloon wilt invoegen, kiest u Opties > Invoegen of Object invoegen > Sjabloon.
Berichten
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
51
5 Als u een mediaobject wilt toevoegen aan een
multimediabericht, selecteert u Opties > Object
invoegen > Afbeelding, Geluidsclip of Videoclip.
Wanneer u een geluidsfragment toevoegt, wordt
Berichten
weergegeven. Zie “Video-instellingen” op pag. 27 als u de indeling wilt wijzigen waarin opgenomen video's worden opgeslagen.
6 Als u voor een multimediabericht een nieuwe foto wilt
maken of geluid of video wilt opnemen, kiest u Nieuw
invoegen > Afbeelding, Geluidsclip of Videoclip. Als
u een nieuwe dia in het bericht wilt invoegen, selecteert u Dia. Als u wilt weten hoe het multimediabericht eruit zal zien, kiest u Opties > Voorbeeld.
7 Kies Opties > Invoegen > Afbeelding, Geluidsclip,
Videoclip of Notitie. E-mailbijlagen worden
aangeduid met .
Tip! Als u andere bestanden als bijlagen wilt
verzenden, opent u de bijbehorende toepassing en kiest u Zenden > Via e-mail, indien beschikbaar.
8 Kies Opties > Zenden of druk op om het bericht
te verzenden.
Met uw apparaat kunnen tekstberichten worden verzonden die langer zijn dan de tekenlimiet voor één bericht. Langere berichten worden verzonden als twee of meer berichten. Uw serviceprovider kan hiervoor de
desbetreffende kosten in rekening brengen. Tekens met accenten of andere symbolen en tekens in sommige taalopties zoals het Chinees, nemen meer ruimte in beslag waardoor het aantal tekens dat in één bericht kan worden verzonden, wordt beperkt. Op de navigatiebalk ziet u hoe de indicator van de berichtlengte terugtelt. 10 (2) betekent bijvoorbeeld dat u nog 10 tekens kunt toevoegen als u de tekst in twee berichten wilt verzenden.
E-mailberichten worden vóór verzending automatisch in de map Outbox geplaatst. Als het verzenden mislukt, blijft het bericht in Outbox staan met de status Mislukt.
Tip! U kunt afbeeldingen, video, geluid en tekst
combineren in een presentatie en deze in een multimediabericht verzenden. Maak een multimediabericht en kies Opties > Presentatie
maken. Deze optie wordt alleen weergegeven als MMS-aanmaakmodus is ingesteld op Met begeleiding of Vrij. Zie “Multimediaberichten”
op pag. 58.

MMS- en e-mailinstellingen ontvangen

U kunt de instellingen ontvangen in een bericht van uw netwerkoperator of serviceprovider. Zie “Gegevens en instellingen” op pag. 54.
52
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor informatie over de beschikbaarheid van gegevensdiensten. Volg de instructies van de serviceprovider.
De MMS-instellingen handmatig opgeven
1 Druk op en kies Instrum. > Instell. > Verbinding >
Toegangspunten en definieer de instellingen voor een
toegangspunt voor multimediaberichten. Zie “Instellingen verbinding” op pag. 117.
2 Druk op en selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > M.mediaber. > Toeg.punt in gebruik
en selecteer vervolgens het toegangspunt dat u hebt gemaakt voor de voorkeursverbinding. Zie ook “Multimediaberichten” op pag. 58.
Voordat u e-mailberichten kunt verzenden, ontvangen, ophalen, beantwoorden en doorsturen, moet u het volgende doen:
• Een internettoegangspunt configureren. Zie “Instellingen verbinding” op pag. 117.
• E-mailinstellingen definiëren. Als u Mailbox kiest in de beginweergave van Berichten en nog geen e-mailaccount hebt ingesteld, wordt u gevraagd dit te doen. Als u de e-mailinstellingen wilt definiëren, kiest u Starten. Zie ook “E-mail” op pag. 59. U moet een afzonderlijke e-mailaccount hebben. Volg de instructies van de aanbieder van uw externe mailbox en van de internetaanbieder.

Inbox - berichten ontvangen

In de map Inbox geeft een ongelezen SMS-bericht aan, een ongelezen multimediabericht, gegevens die via een infraroodverbinding zijn ontvangen en gegevens die via een Bluetooth-verbinding zijn ontvangen.
Als u een bericht hebt ontvangen, worden en de tekst 1 nieuw bericht weergegeven in de standby-modus. U opent het bericht door Tonen te kiezen. Als u een bericht in de map Inbox wilt openen, gaat u naar het gewenste bericht en drukt u op .
Als u een ontvangen bericht wilt beantwoorden, kiest u
Opties > Antwoorden.
Als u tekst of een multimediabericht wilt afdrukken op een compatibele met een BPP (Basic Print Profile) uitgeruste printer met Bluetooth-connectiviteit (bijvoorbeeld een HP Deskjet 450 mobiele printer of een HP Photosmart 8150), kiest u Opties > Afdrukken.

Multimediaberichten

Belangrijk: wees voorzichtig met het openen van
berichten. Objecten in multimediaberichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC.
Berichten
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
53
U kunt een melding ontvangen dat u een multimediabericht kunt ophalen in de multimediaberichtencentrale. Als u een pakketgegevensverbinding wilt starten om het bericht op het apparaat te ontvangen, kiest u Opties > Ophalen.
Berichten
Als u een multimediabericht opent ( ), kunt u tegelijkertijd een afbeelding bekijken en een bericht lezen.
geeft aan dat het bericht geluid bevat en geeft aan dat het bericht video bevat. Selecteer het symbool als u het geluid of de video wilt afspelen.
Als u de mediaobjecten wilt bekijken die in het multimediabericht zijn opgenomen, kiest u Opties >
Objecten.
Als het bericht een multimediapresentatie bevat, wordt
weergegeven. Selecteer het symbool als u de
presentatie wilt afspelen.

Gegevens en instellingen

Op uw apparaat kunt u diverse soorten berichten ontvangen die gegevens bevatten ( ):
Configuratiebericht - In een configuratiebericht kunt
u instellingen ontvangen van uw netwerkoperator, serviceprovider of afdeling voor informatiebeheer van uw bedrijf. Als u de instellingen wilt opslaan, kiest u
Opties > Alle opslaan.
Visitekaartje - Als u gegevens wilt opslaan in Contacten,
selecteert u Opties > Visitekaartje opsl.. Certificaten of geluidsbestanden die als bijlage aan visitekaartjes zijn toegevoegd, worden niet opgeslagen.
Beltoon - Als u de beltoon wilt opslaan, selecteert
u Opties > Opslaan.
Operatorlogo - Als u het logo in de standby-modus
wilt weergeven in plaats van het kenmerk van de netwerkoperator, kiest u Opties > Opslaan.
Agenda-item - Kies Opties > Opslaan in Agenda om een
uitnodiging op te slaan.
Webbericht - Selecteer Opties > Toev. aan bookms.
om een bookmark op te slaan in de lijst met bookmarks in Web. Als het bericht zowel instellingen voor een toegangspunt als bookmarks bevat, selecteert u Opties >
Alle opslaan.
Nwe e-mail - Geeft het aantal nieuwe e-mailberichten in
uw externe mailbox aan. Uitgebreidere meldingen kunnen meer details bevatten.

Webdienstberichten

Webdienstberichten ( ) zijn meldingen, bijvoorbeeld van nieuwsberichten, en kunnen een SMS-bericht of een koppeling bevatten. Informeer bij uw internetaanbieder naar de beschikbaarheid van dergelijke diensten.
54
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Mailbox

Als u Mailbox selecteert en u nog geen e-mailaccount hebt ingesteld, wordt u gevraagd dit te doen. Als u de e-mailinstellingen wilt definiëren, kiest u Starten. Zie ook “E-mail” op pag. 59.
Als u een nieuwe mailbox maakt, wordt Mailbox vervangen door de naam van de mailbox in de beginweergave van Berichten. U kunt maximaal zes mailboxen.

De mailbox openen

Wanneer u de mailbox opent, wordt u gevraagd of u verbinding wilt maken met de mailbox (Verbinden met
mailbox?).
Kies Ja om verbinding te maken met de mailbox en nieuwe e-mailberichtkoppen of e-mailberichten op te halen. Als u on line berichten bekijkt, hebt u onafgebroken verbinding met een externe mailbox via een gegevensverbinding. Zie ook “Instellingen verbinding” op pag. 117.
Kies Nee om eerder opgehaalde e-mailberichten off line te bekijken. Als u e-mailberichten off line bekijkt, is er geen verbinding tussen het apparaat en de externe mailbox.

E-mailberichten ophalen

Als u off line bent, kiest u Opties > Verbinden om verbinding te maken met de externe mailbox.
Belangrijk: wees voorzichtig met het openen van berichten. Objecten in e-mailberichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC.
1 Als u verbinding hebt met een externe mailbox, kiest u
Opties > E-mail ophalen en maakt u een keuze uit de
volgende opties:
Nieuw - Hiermee haalt u alle nieuwe e-mailberichten
op naar uw apparaat.
Geselecteerd - Hiermee haalt u alleen de gemarkeerde
e-mailberichten op.
Alle - Hiermee haalt u alle berichten op uit de mailbox.
Selecteert Annuleer om het ophalen van berichten te stoppen.
2 Nadat u de e-mailberichten hebt opgehaald, kunt u
deze on line bekijken. U kunt echter ook Opties >
Verbind. verbreken kiezen om de verbinding te
verbreken en de e-mailberichten off line te bekijken. Statuspictogrammen voor e-mail:
Het nieuwe e-mailbericht (in de off line of on
line modus) is niet opgehaald naar het apparaat.
Het nieuwe e-mailbericht is opgehaald naar
het apparaat.
Berichten
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
55
Het e-mailbericht is gelezen en het is niet
opgehaald naar het apparaat.
Het e-mailbericht is gelezen.
De berichtkop is gelezen en de bijbehorende
Berichten
berichtinhoud is verwijderd uit het apparaat.
3 Druk op om een e-mailbericht te openen. Als het
e-mailbericht niet is opgehaald en u in de off line modus bent, wordt u gevraagd of u dit bericht wilt ophalen uit de mailbox.
Als u e-mailbijlagen wilt bekijken, opent u een bericht met het bijlagesymbool en kiest u Opties > Bijlagen. Als het symbool voor een bijlage licht gekleurd is, is de bijlage nog niet opgehaald. Kies Opties > Ophalen om de bijlage op te halen.
U kunt ook vergaderverzoeken in de mailbox ontvangen. Zie “Vergaderverzoeken” op pag. 85 en “Agenda-items maken” op pag. 84.
Als u een e-mailbericht wilt afdrukken op een compatibele met een BPP (Basic Print Profile) uitgeruste printer met Bluetooth-connectiviteit (bijvoorbeeld een HP Deskjet 450 mobiele printer of een HP Photosmart 8150), kiest u Opties > Afdrukken.
E-mailberichten automatisch ophalen
Als u berichten automatisch wilt ophalen, kiest u
Opties > E-mailinstellingen > Automatisch ophalen > Header ophalen > Altijd aan of Uitsl. eigen netw. en
definieert u wanneer en hoe vaak de berichten worden opgehaald.
Wanneer u e-mailberichten automatisch ophaalt kunnen de gesprekskosten toenemen door het gegevensverkeer.

E-mailberichten verwijderen

Selecteer Opties > Verwijderen als u de inhoud van een e-mailbericht van het apparaat wilt verwijderen, maar deze inhoud nog wel in de externe mailbox wilt bewaren. Selecteer Alleen telefoon in Verw. ber. uit:.
In het apparaat worden dezelfde e-mailberichtkoppen weergegeven als in de externe mailbox. De berichtkop blijft dus zichtbaar in het apparaat nadat u de berichtinhoud hebt gewist. Als u de berichtkop ook wilt verwijderen, moet u eerst het bericht uit uw externe mailbox verwijderen en opnieuw een verbinding maken om de mailboxweergave in het apparaat bij te werken.
Als u een e-mailbericht wilt verwijderen uit het apparaat en uit de externe mailbox, kiest u Opties > Verwijderen. Selecteer Telefoon en server in Verw. ber. uit:.
Als u off line bent, wordt de e-mail eerst uit het apparaat verwijderd. De eerstvolgende keer dat u verbinding maakt met de externe mailbox, wordt de e-mail automatisch uit de mailbox verwijderd. Als u het POP3-protocol gebruikt, worden berichten die zijn gemarkeerd voor verwijderen,
56
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
pas verwijderd als de verbinding met de externe mailbox is verbroken.
Als u een e-mailbericht hebt gemarkeerd voor verwijdering uit het apparaat en van de server en u dit ongedaan wilt maken, selecteert u het desbetreffende e-mailbericht ( ) en kiest u Opties > Verwijd. onged. mkn.

De verbinding met de mailbox verbreken

Selecteer, terwijl u on line bent, Opties > Verbind.
verbreken om de gegevensverbinding met de externe
mailbox te beëindigen.

Berichten op een SIM-kaart bekijken

Voordat u SIM-berichten kunt bekijken, moet u deze kopiëren naar een map in het apparaat.
1 Kies in de beginweergave van Berichten de opties
Opties > SIM-berichten.
2 Kies Opties > Markeringen aan/uit > Markeren
of Alle markeren om berichten te markeren.
3 Kies Opties > Kopiëren. Er wordt een lijst met
mappen weergegeven.
4 Selecteer een map en kies OK om te beginnen met
kopiëren. Open de map om de berichten te bekijken.

Berichtinstellingen

Vul alle velden in die zijn voorzien van een rood sterretje of de aanduiding Te definiëren. Volg de instructies van de serviceprovider. Het is ook mogelijk dat u de instellingen van uw serviceprovider ontvangt in een configuratiebericht.
Sommige of alle berichtencentrales of toegangspunten kunnen vooraf zijn ingesteld voor uw apparaat door de serviceprovider of netwerkoperator en het is wellicht niet mogelijk deze instellingen te wijzigen of verwijderen of om nieuwe instellingen toe te voegen.

SMS-berichten

Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > SMS en een van de volgende opties:
Berichtencentrales - Hiermee geeft u een lijst weer
met alle SMS-berichtencentrales die zijn gedefinieerd.
Tekencodering - Als tekens moeten worden
geconverteerd naar een ander coderingssysteem wanneer dit beschikbaar is, kiest u Beperkte ondersteuning.
Berichten
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
57
Ber.centrale in gebr. - Hiermee selecteert u de
berichtencentrale voor het bezorgen van SMS-berichten.
Rapport ontvangen - Hiermee kunt u bij het netwerk
een leveringsrapport aanvragen voor uw berichten
Berichten
(netwerkdienst).
Geldigheid bericht - Hier geeft u aan hoe lang moet
worden geprobeerd het bericht opnieuw te verzenden als de eerste poging mislukt (netwerkdienst). Als de ontvanger niet binnen die periode kan worden bereikt, wordt het bericht bij de berichtencentrale verwijderd.
Ber. verzonden als - Wijzig deze optie alleen als u zeker
weet dat uw berichtencentrale SMS-berichten in deze andere indelingen kan omzetten. Neem contact op met uw netwerkoperator.
Voorkeursverbinding - Selecteer de verbinding die moet
worden gebruikt voor het verzenden van SMS-berichten: GSM-netwerk of pakketgegevens, als dit wordt ondersteund door het netwerk. Zie “Instellingen verbinding” op pag. 117.
Ant. via zelfde centr. - Geef aan of het antwoord moet
worden verzonden via hetzelfde nummer van de SMS­berichtencentrale (netwerkdienst).

Multimediaberichten

Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Multimediabericht en een van
de volgende opties:
Grootte afbeelding - Definieer de grootte van
de afbeelding in een multimediabericht: Origineel (wordt alleen weergegeven als MMS-aanmaakmodus is ingesteld op Met begeleiding of Vrij), Klein of Groot.
MMS-aanmaakmodus - Als u Met begeleiding selecteert,
ontvangt u een melding wanneer u een bericht verzendt dat mogelijk niet door de ontvanger wordt ondersteund. Selecteer Beperkt als u geen berichten wilt verzenden die mogelijk niet worden ondersteund.
Toeg.punt in gebruik - Geef aan welk toegangspunt
wordt gebruikt als de voorkeursverbinding voor de multimediaberichtencentrale.
Multimedia ophalen - Selecteer hoe u
multimediaberichten wilt ontvangen. Als u multimediaberichten automatisch in uw thuisnetwerk wilt ontvangen, selecteert u Aut. bij eigen netwrk. Buiten uw thuisnetwerk kunt u de melding ontvangen dat er een multimediabericht is dat u kunt ophalen in de multimediaberichtencentrale.
58
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Als u zich buiten uw eigen netwerk bevindt, is het verzenden en ontvangen van multimediaberichten mogelijk duurder.
Als u Multimedia ophalen > Altijd automatisch selecteert, wordt automatisch een actieve pakketgegevensverbinding tot stand gebracht om het bericht zowel binnen als buiten het eigen netwerk te ontvangen.
Anonieme ber. toest. - Geef aan of u berichten van
een anonieme afzender wilt ontvangen.
Advertent. ontvang. - Geef aan of u advertenties
in multimediaberichten wilt ontvangen.
Rapport ontvangen - Geef aan of u de status van
het verzonden bericht in het logboek wilt weergeven (netwerkdienst). Mogelijk kunt u geen leveringsrapport ontvangen voor multimediaberichten die naar een e-mailadres zijn verzonden.
Rapportz. weigeren - Geef aan of u wilt voorkomen
dat uw apparaat leveringsrapporten voor ontvangen multimediaberichten verzendt.
Geldigheid bericht - Geef aan hoe lang moet worden
geprobeerd het bericht opnieuw te verzenden als de eerste poging mislukt (netwerkdienst). Als de ontvanger niet binnen die periode kan worden bereikt, wordt het bericht bij de berichtencentrale verwijderd.
E-mail
Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > E-mail en een van de volgende opties:
Mailboxen - Selecteer een mailbox om de volgende
instellingen te wijzigen: Verbindingsinstellingen,
Gebruikersinst., Inst. voor ophalen en Automatisch ophalen.
Mailbox in gebruik - Selecteer de mailbox die u wilt
gebruiken voor het verzenden van e-mail.
Als u een nieuwe mailbox wilt maken, kiest u Opties >
Nieuwe mailbox in de beginweergave van de mailbox.
Verbindingsinstellingen
Als u de instellingen wilt bewerken voor de e-mail die u ontvangt, selecteert u Inkomende e-mail en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Gebruikersnaam - Voer de gebruikersnaam in die door
uw serviceprovider is verstrekt.
Wachtwoord - Voer uw wachtwoord in. Als u dit veld
niet invult, moet u een wachtwoord opgeven wanneer u verbinding maakt met de externe mailbox.
Server inkom. mail - Voer he t IP-a dres of de hostnaam in
van de mailserver waarmee uw e-mail wordt ontvangen.
Berichten
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
59
Toegangsp. in gebr. - Selecteer een
internettoegangspunt. Zie “Instellingen verbinding” op pag. 117.
Mailboxnaam - Voer een naam in voor de mailbox.
Berichten
Mailboxtype - Definieer het e-mailprotocol dat door
de serviceprovider van uw externe mailbox wordt aanbevolen. U kunt kiezen uit POP3 en IMAP4. U kunt deze optie slechts één keer instellen. De instelling kan niet worden gewijzigd als u de mailboxinstellingen hebt opgeslagen of hebt afgesloten. Als u het POP3-protocol gebruikt, worden e-mailberichten niet automatisch bijgewerkt wanneer u on line bent. Verbreek de verbinding en maak opnieuw verbinding met de mailbox als u de nieuwste e-mailberichten wilt zien.
Beveiliging (poorten) - Kies de beveiliging voor de
verbinding met de externe mailbox.
Poort - Definieer een poort voor de verbinding.
APOP beveil. inloggen (alleen voor POP3) - Gebruik
deze optie bij het POP3-protocol voor het coderen van wachtwoorden die naar de externe e-mailserver worden verzonden wanneer u verbinding maakt met de mailbox.
Als u de instellingen wilt bewerken voor de e-mail die u verzendt, kiest u Uitgaande e-mail en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Mijn e-mailadres - Voer het e-mailadres in dat u van
uw serviceprovider hebt gekregen. Antwoorden op uw e-mailberichten worden naar dit adres verzonden.
Server uitg. mail - Voer het IP-adres of de hostnaam in
van de mailserver waarmee uw e-mail wordt verzonden. U kunt mogelijk alleen de server voor uitgaande mail van uw netwerkoperator gebruiken. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Toegangsp. in gebr. - Selecteer een internettoegangspunt.
Zie “Instellingen verbinding” op pag. 117.
De instellingen voor Gebruikersnaam, Wachtwoord,
Beveiliging (poorten) en Poort komen overeen met de
instellingen voor Inkomende e-mail.
Gebruikersinst.
Mijn mailnaam - Voer uw eigen naam in. Uw e-mailadres
in het apparaat van de ontvanger wordt vervangen door uw naam als deze functie door het apparaat van de ontvanger wordt ondersteund.
Bericht zenden - Bepaal hoe e-mail wordt verzonden
vanaf het apparaat. Selecteer Meteen als de telefoon verbinding moet maken met de mailbox wanneer u Bericht
zenden selecteert. Als u Bij vlgende verb. kiest, wordt
e-mail verzonden zodra de verbinding met de externe mailbox beschikbaar is.
60
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Kopie naar mij - Geef aan of u een kopie van het
e-mailbericht wilt opslaan in uw externe mailbox en op het adres dat u hebt opgegeven in Mijn e-mailadres.
Handtek. opnemen - Geef aan of u een handtekening
wilt toevoegen aan uw e-mailberichten.
Melding nwe e-mail - Geef aan of u de nieuwe
e-mailaanduidingen, zoals een signaal of een melding, wilt ontvangen wanneer u nieuwe e-mail ontvangt in de mailbox.
Standaardcodering- Kies een andere codering op basis
van de taal.
Inst. voor ophalen
E-mail ophalen - Geef aan welk gedeelte van e-mail-
berichten moet worden opgehaald: Alleen headers,
Gedeeltelijk (kB), Berichten (alleen voor IMAP4) of Ber. en bijlagen.
Aantal - Definieer hoeveel nieuwe e-mailberichten naar
de mailbox moeten worden opgehaald.
Pad IMAP4-map (alleen voor IMAP4) - Definieer het pad
voor IMAP4-mappen.
Mapabonnementen (alleen voor IMAP4) - U kunt zich
abonneren op andere mappen in de externe mailbox en inhoud uit deze mappen ophalen.
Automatisch ophalen
E-mailmeldingen - Geef aan of u een melding wilt
ontvangen wanneer u nieuwe e-mail ontvangt in de externe mailbox.
E-mailmeldingen en het automatisch ophalen van headers kunnen niet tegelijkertijd actief zijn.
Header ophalen - Geef aan of nieuwe e-mail automatisch
moet worden opgehaald. U kunt aangeven wanneer en hoe vaak de berichten worden opgehaald.
Wanneer u e-mailberichten automatisch ophaalt kunnen de gesprekskosten toenemen door het gegevensverkeer.

Webdienstberichten

Druk op en kies Berichten > Opties > Instellingen >
Dienstbericht. Geef aan of u dienstberichten wilt
ontvangen. Als u de browser van het apparaat automatisch wilt activeren en een netwerkverbinding tot stand wilt brengen om inhoud op te halen wanneer u een dienstbericht ontvangt, kiest u Ber. downloaden >
Automatisch.

Infodienst

Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbare items en bijbehorende nummers. Druk op , selecteer
Berichten
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
61
Berichten > Opties > Instellingen > Infodienst en maak
een keuze uit de volgende opties:
Ontvangst - Geef aan of u infodienstberichten wilt
ontvangen.
Berichten
Taal - Selecteer de talen waarin u berichten wilt
ontvangen: Alle, Geselecteerd of Overige.
Itemherkenning - Geef aan of automatisch moet worden
gezocht naar nieuwe itemnummers en of de nieuwe nummers zonder naam in de lijst moeten worden opgeslagen.

Overige-instellingen

Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Overige en maak een keuze uit de
volgende opties:
Verzonden ber. opsl. - Geef aan of u in de map Verzonden een kopie wilt opslaan van elk verzonden
SMS-, multimedia- of e-mailbericht.
Aantal opgesl. ber. - Definieer hoeveel verzonden
berichten de map Verzonden kan bevatten. De standaardlimiet is 20 berichten. Wanneer de limiet wordt bereikt, wordt het oudste bericht verwijderd.
Gebruikt geheugen - Is er een geheugenkaart in het
apparaat geplaatst, kies dan het geheugen waarin u berichten wilt opslaan: Telefoongeh. of Geheugenkaart.
62
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Bellen

Spraakoproepen

Tip! Druk op om het volume tijdens een gesprek
harder te zetten of op om het volume zachter te zetten. Als u het volume hebt ingesteld op Dempen, kunt u het volume niet aanpassen met de toets of . Als u het volume wilt aanpassen, selecteert u Dmp oph. en drukt u op of .
U kunt spraakoproepen plaatsen in de modus Opengevouwen en de weergavemodus. Zie “Modi” op pag. 11.
1 Als u een spraakoproep wilt starten, voert u in de
modus Opengevouwen het telefoonnummer in, inclusief het netnummer. Druk op als u een nummer wilt verwijderen. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op voor het teken + (duidt de internationale toegangscode aan), kiest u vervolgens het landnummer, het netnummer (eventueel zonder voorloopnul) en het abonneenummer.
2 Druk op om het nummer te bellen. 3 Druk op om het gesprek te beëindigen
(of de oproep te annuleren).
Als u op drukt, wordt een gesprek altijd beëindigd,
Bellen
ook als een andere toepassing actief is.
Als u wilt bellen vanuit Contacten, drukt u op en selecteert u Contacten. Ga naar de gewenste naam of voer in het zoekveld de eerste letters van de naam in. De gevonden namen worden getoond. Duk op om een nummer te kiezen. Selecteer het oproeptype
Spraakoproep.
U moet de contactpersonen kopiëren van de SIM-kaart naar Contacten voordat u op deze manier kunt bellen. Zie “Contactgegevens kopiëren” op pag. 76.
Houd ingedrukt in de standby-modus als u uw voicemailbox (netwerkdienst) wilt bellen. Zie ook “Doorschakelen” op pag. 125.
Tip! Als u het nummer van uw voicemailbox wilt
wijzigen, drukt u op en selecteert u Instrum. >
Voicemail > Opties > Nummer wijzigen. Voer het
nummer in (dit krijgt u van de serviceprovider) en selecteer OK.
Als u een recent gekozen nummer wilt bellen in de standby-modus, drukt u op . Ga naar het gewenste nummer en druk op om het nummer te bellen.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
63

Een conferentiegesprek voeren

1 Bel de eerste deelnemer.
Bellen
2 Als u de volgende deelnemer wilt bellen, selecteert u
Opties > Nieuwe oproep. Het eerste gesprek wordt
automatisch in de wachtstand geplaatst.
3 Als de nieuwe oproep wordt beantwoord, kunt u de
eerste deelnemer in het conferentiegesprek opnemen. Hiervoor selecteert u Opties > Conferentie. Herhaal stap 2 om de volgende deelnemer aan het gesprek toe te voegen en selecteer Opties >
Conferentie > Toev. aan confer.
Conferentiegesprekken tussen maximaal zes deelnemers (inclusief uzelf) worden ondersteund. Als u een privé-gesprek wilt voeren met een van de deelnemers, selecteert u Opties > Conferentie >
Privé. Selecteer een deelnemer en selecteer Privé. Het
conferentiegesprek wordt in de wachtstand geplaatst. De andere deelnemers kunnen ondertussen met elkaar doorpraten. Als u het privé-gesprek hebt beëindigd, selecteert u Opties > Toev. aan confer. om terug te keren naar het conferentiegesprek. Als u een deelnemer uit het conferentiegesprek wilt verwijderen, selecteert u Opties > Conferentie >
Deelnemer verwijd.. Blader vervolgens naar de
desbetreffende deelnemer en selecteer Verwijd..
4 Druk op om het actieve conferentiegesprek
te beëindigen.

Bellen met een snelkeuzetoets

Als u snelkeuze wilt activeren, drukt u op en selecteert u Instrum. > Instell. > Bellen > Snelkeuze > Aan.
Als u een telefoonnummer wilt toewijzen aan een van de snelkeuzetoetsen ( - ), drukt u op en selecteert u Instrum. > Snelkeuze. Ga naar de toets waaraan u het telefoonnummer wilt toewijzen en selecteer Opties >
Toewijz.. is gereserveerd voor de voicemailbox.
Als u wilt bellen in de standby-modus, drukt u op de snelkeuzetoets en vervolgens op .

Spraakgestuurd bellen

Het apparaat ondersteunt uitgebreide spraakopdrachten. Uitgebreide spraakopdrachten zijn niet afhankelijk van de stem van de spreker. U hoeft dus niet op voorhand spraaklabels op te nemen. In plaats daarvan maakt het apparaat een spraaklabel voor de contactgegevens en vergelijkt het ingesproken spraaklabel daarmee. De spraakherkenning in het apparaat past zich aan de stem van de hoofdgebruiker aan, zodat de spraakopdrachten beter worden herkend.
Het spraaklabel voor een contactpersoon is de naam of bijnaam die op de contactkaart is opgeslagen. Als u het samengestelde spraaklabel wilt beluisteren, opent u een contactkaart en selecteert u Opties > Sprklabel afspelen.
64
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Bellen via een spraaklabel
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan
moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
Wanneer u spraakgestuurd bellen gebruikt, wordt de luidspreker gebruikt. Houd het apparaat op een korte afstand als u het spraaklabel inspreekt.
1 Als u spraakgestuurd bellen wilt starten, houdt u in de
standby-modus ingedrukt. Als u een compatibele hoofdtelefoon gebruikt met de toets voor de hoofdtelefoon, houdt u de toets voor de hoofdtelefoon ingedrukt als u spraakgestuurd bellen wilt starten.
2 U hoort een korte toon en de tekst Spreek nu wordt
weergegeven. Spreek duidelijk de naam of bijnaam uit van de persoon zoals deze op de contactkaart is opgeslagen.
3 Het apparaat speelt een samengesteld spraaklabel af
voor de herkende contactpersoon in de geselecteerde apparaattaal en geeft de naam en het nummer weer. Na een time-out van 2,5 seconde wordt het nummer gekozen. Als de herkende contactpersoon niet correct is, selecteert u Volgende als u een lijst met andere overeenkomsten wilt bekijken of Stoppen als u spraakgestuurd bellen wilt annuleren.
Als onder één naam meerdere nummers zijn opgeslagen, wordt het standaardnummer geselecteerd als dit is ingesteld. Anders wordt het eerste beschikbare nummer uit de volgende nummers geselecteerd: Mobiel, Mobiel
(thuis), Mobiel (werk), Telefoon, Telefoon (thuis) en Tel. (werk).

Videogesprekken

U kunt videogesprekken plaatsen in de modus Opengevouwen en de weergavemodus. Zie “Modi” op pag. 11.
Als u handsfree videogesprekken wilt plaatsen, gebruikt u de weergavemodus.
Wanneer u een videogesprekken doet, kunnen u en de ontvanger van de oproep een videoclip rechtstreeks bekijken. Het live videobeeld of het videobeeld dat is vastgelegd met de camera in het apparaat wordt weergegeven aan de ontvanger van het videogesprek.
Als u een videogesprek wilt doen, moet u beschikken over een USIM-kaart en zich binnen het dekkingsgebied van een UMTS-netwerk bevinden. Informeer bij de netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid van en abonnementen op video­oproepdiensten. Videogesprekken kunnen alleen worden uitgevoerd tussen twee partijen. U kunt het videogesprek doen naar een compatibele mobiele telefoon of een ISDN-
Bellen
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
65
client. U kunt geen videogesprekken doen wanneer er een andere spraak-, video- of gegevensoproep actief is.
Bellen
Pictogrammen:
U ontvangt geen videogegevens (de ontvanger verzendt geen videogegevens of deze worden niet overgedragen door het netwerk).
U hebt de verzending van videogegevens vanaf het apparaat geweigerd. Zie “Oproepinstillingen”op pag. 116 als u een foto wilt verzenden.
1 Als u een videogesprek
wilt starten, voert u in de modus Opengevouwen het telefoonnummer in de standby-modus in of u selecteert Contacten en vervolgens een contactpersoon.
2 Selecteer Opties >
Bellen > Video-oproep.
Als u een handsfree video­oproep wilt plaatsen, activeert u de weergavemodus nadat de ontvanger de oproep heeft beantwoord.
Het starten van een videogesprek kan enige tijd duren. De melding Wachten op videoafbeelding wordt weergegeven. Als de oproep mislukt, bijvoorbeeld omdat
videogesprekken niet worden ondersteund door het netwerk of omdat het ontvangende apparaat niet compatibel is, wordt u gevraagd of u een gewone oproep wilt doen of een bericht wilt verzenden.
Het videogesprek is actief wanneer u twee video­afbeeldingen ziet en een geluidsfragment hoort via de luidspreker. De ontvanger van de oproep kan de verzending van videoclips ( ) weigeren. In dat geval hoort u het geluid en wordt er mogelijk een foto of een grijze achtergrondafbeelding weergegeven.
Tip! Blader naar links of rechts om het volume
tijdens een gesprek harder of zachter te zetten.
Als u wilt schakelen tussen het weergeven van video of alleen het horen van geluid, selecteert u Inschakelen/
Uitschakelen > Video verzenden, Audio verzenden
of Audio & video vrzndn.
Als u op uw eigen beeld wilt in- of uitzoomen, selecteert u Inzoomen of Uitzoomen. Het zoomsymbool verschijnt boven in het scherm.
Als u de positie van de verzonden en ontvangen videobeelden in de weergave wilt wisselen, selecteert u Beeld wisselen.
Ook als u de verzending van videoclips tijdens een video­oproep hebt geweigerd, wordt de oproep als videogesprek
66
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
in rekening gebracht. Informeer bij de netwerkoperator of serviceprovider naar de tarieven.
Druk op om het videogesprek te beëindigen.

Video sharing (netwerkdienst)

Gebruik Video delen als u tijdens een spraakoproep live video of een videoclip van de mobiele telefoon naar een andere compatibele mobiele telefoon wilt verzenden. Nodig een ontvanger uit om de live video of een videoclip die u wilt delen te bekijken. Het delen begint automatisch wanneer de ontvanger de uitnodiging accepteert en u de juiste modus activeert. Zie “Video delen” op pag. 68.

Vereisten voor het delen van videobeelden

Omdat voor Video delen een 3G UMTS-verbinding nodig is (Universal Mobile Telecommunications System), kunt u
Video delen alleen gebruiken als er een 3G-netwerk
beschikbaar is. Neem contact op met de serviceprovider voor vragen over netwerkbeschikbaarheid en de kosten voor het gebruik van deze toepassing. Als u Video
delen wilt gebruiken, moet u het volgende nagaan:
• Controleer of Video delen op de Nokia N93 is
geïnstalleerd.
• Controleer of het apparaat is ingesteld voor verbindingen van persoon tot persoon. Zie “Instellingen” op pag. 67.
• Controleer of u een actieve UMTS-verbinding hebt en zich binnen het UMTS-netwerkdekkingsgebied bevindt. Zie “Instellingen” op pag. 67. Als u de deelsessie begint binnen het UMTS­netwerkdekkingsgebied en er een overdracht naar GSM plaatsvindt, wordt de deelsessie onderbroken, maar wordt de spraakoproep voortgezet.
• Controleer of zowel de zender als de ontvanger zijn geregistreerd bij het UMTS-netwerk. Als u iemand uitnodigt voor een deelsessie en de telefoon van deze persoon is uitgeschakeld of de persoon bevindt zich niet in een gebied met UMTS-netwerkdekking, weet deze persoon niet dat u een uitnodiging hebt verzonden. U ontvangt echter een foutbericht dat de ontvanger de uitnodiging niet kan accepteren.

Instellingen

Instellingen voor verbindingen van persoon tot persoon
Een verbinding van persoon tot persoon wordt ook wel een SIP-verbinding (Session Initiation Protocol) genoemd. De SIP-profielinstellingen moeten in het apparaat worden geconfigureerd voordat u Video delen kunt gebruiken. Door een SIP-profiel in te stellen, kunt u een live verbinding van persoon tot persoon tot stand brengen
Bellen
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
67
met een andere compatibele telefoon. Het SIP-profiel moet ook worden ingesteld om een deelsessie te kunnen ontvangen.
Bellen
Vraag uw netwerkoperator of serviceprovider naar de SIP-profielinstellingen en sla deze op in het apparaat. De netwerkoperator of serviceprovider stuurt de instellingen door de ether naar u toe.
Als u het SIP-adres van een ontvanger kent, kunt u het invoeren op de contactkaart voor deze persoon. Open
Contacten vanuit het hoofdmenu van het apparaat en
open de contactkaart of maak een nieuwe kaart voor die persoon. Selecteer Opties > Detail toevoegen > SIP. Voer het SIP-adres in met de indeling sip:gebruikersnaam@domeinnaam (u mag een IP-adres gebruiken in plaats van een domeinnaam).
UMTS-verbindingsinstellingen
Ga als volgt te werk als u de UMTS-verbinding wilt instellen:
• Neem contact op met uw serviceprovider om een overeenkomst op te stellen voor het gebruik van het UMTS-netwerk.
• Controleer of de verbindingsinstellingen voor het UMTS-toegangspunt van het apparaat correct zijn geconfigureerd. Zie “Instellingen verbinding” op pag. 117 voor hulp.

Video delen

Om een deelsessie te ontvangen, moet de ontvanger
Video delen installeren en de vereiste instellingen op zijn
mobiele telefoon configureren. U en de ontvanger moeten beiden bij de service zijn geregistreerd voordat het delen kan beginnen.
Als u uitnodigingen voor delen wilt ontvangen, moet u zijn geregistreerd bij de service, een actieve UMTS-verbinding hebben en zich in een gebied met UMTS-netwerkdekking bevinden.
Live video
1 Wanneer een spraakoproep actief is, selecteert u
Opties > Video delen > Live.
2 De uitnodiging wordt verzonden naar het SIP-adres
dat u hebt toegevoegd aan de contactkaart van de ontvanger. Als op de contactkaart van de ontvanger meerdere SIP-adressen staan, selecteert u het SIP-adres waar u de uitnodiging naartoe wilt verzenden en selecteert u
Selecteer om de uitnodiging te verzenden.
Als het SIP-adres van de ontvanger niet in de lijst staat, voert u het SIP-adres in. Selecteer OK om de uitnodiging te verzenden.
3 Het delen start automatisch zodra de ontvanger de
uitnodiging heeft geaccepteerd.
68
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
De luidspreker is actief. Terwijl u live videobeelden deelt, kunt u ook een hoofdtelefoon gebruiken om de spraakoproep voort te zetten.
4 Selecteer Pauze als u de deelsessie wilt onderbreken.
Selecteer Doorgaan als u het delen wilt hervatten.
5 Als u de deelsessie wilt beëindigen, selecteert u Stop.
Druk op de beëindigingstoets als u de spraakoproep wilt beëindigen.
Videoclip
1 Wanneer een spraakoproep actief is,
selecteert u Opties > Video delen > Clip. Er wordt een lijst met videoclips geopend.
2 Selecteer een videoclip die u wilt delen. Er wordt een
voorbeeldweergave geopend. Als u een voorbeeld van de clip wilt bekijken, selecteert u Opties > Afspelen.
3 Selecteer Opties > Uitnodigen.
Mogelijk moet u de videoclip converteren naar een geschikte indeling om deze te kunnen delen. De melding Clip moet worden geconverteerd voor delen.
Doorgaan? wordt weergegeven. Selecteer OK.
De uitnodiging wordt verzonden naar het SIP-adres dat u hebt toegevoegd aan de contactkaart van de ontvanger. Als op de contactkaart van de ontvanger meerdere SIP­adressen staan, selecteert u het SIP-adres waar u de uitnodiging naartoe wilt verzenden en selecteert u
Selecteer om de uitnodiging te verzenden.
Als het SIP-adres van de ontvanger niet in de lijst staat, voert u het SIP-adres in. Selecteer OK om de uitnodiging te verzenden.
4 Het delen start automatisch zodra de ontvanger de
uitnodiging heeft geaccepteerd.
5 Selecteer Pauze als u de deelsessie wilt onderbreken.
Selecteer Opties > Doorgaan als u het delen wilt hervatten.
6 Als u de deelsessie wilt beëindigen, selecteert u Stop.
Druk op de beëindigingstoets als u de spraakoproep wilt beëindigen.

Een uitnodiging accepteren

Wanneer iemand een uitnodiging voor delen naar u verzendt, wordt een uitnodigingsbericht weergegeven waarin de naam of het SIP-adres van de afzender staat vermeld. Als het apparaat niet is ingesteld op Stil gaat het over wanneer u een uitnodiging ontvangt.
Als iemand een uitnodiging voor delen naar u verzendt en u zich niet in een gebied met UMTS-netwerkdekking bevindt, weet u niet dat u een uitnodiging hebt ontvangen.
Wanneer u een uitnodiging ontvangt, kunt u de volgende opties selecteren:
Accept. om de deelsessie te starten. Als de afzender
live video wil delen, activeert u de weergavemodus.
Bellen
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
69
Weigeren om de uitnodiging te weigeren. De afzender ontvangt een bericht dat u de uitnodiging hebt
Bellen
geweigerd. U kunt ook op de beëindigingstoets klikken om de deelsessie te weigeren en de spraakoproep te verbreken.
Als u de deelsessie wilt beëindigen, selecteert u Stop. Als u een videoclip deelt, selecteert u Afsluiten. De tekst Video delen beëindigd wordt weergegeven.

Een oproep beantwoorden of weigeren

Druk op als u de oproep wilt beantwoorden in de modus Opengevouwen. Als Aannem. willek. toets is ingesteld op Aan, beantwoordt u een oproep in de modus Dichtgevouwen door de telefoon open te vouwen. De oproep begint dan automatisch. U kunt de telefoon ook openvouwen en op drukken.
Als u bij een inkomende oproep de beltoon wilt uitschakelen, selecteert u Stil.
Tip! Als er een compatibele hoofdtelefoon is
aangesloten op het apparaat, kunt u een oproep beantwoorden en beëindigen door op de toets voor de hoofdtelefoon te drukken.
Als u een oproep niet wilt beantwoorden, drukt u in de modus Opengevouwen op om de oproep te weigeren.
De beller hoort een bezettoon. Als u de functie
Doorsch.inst. > Indien bezet hebt geactiveerd om
oproepen door te schakelen, worden geweigerde oproepen ook doorgeschakeld. Zie “Doorschakelen” op pag. 125.
Wanneer u in de modus Opengevouwen een inkomende oproep weigert, kunt u ook een SMS-bericht naar de beller verzenden waarin u aangeeft waarom u de oproep niet hebt beantwoord. Selecteer Opties > Ber. verz.. U kunt de tekst bewerken voordat u deze verzendt. Als u deze optie wilt instellen en een standaard-SMS-bericht wilt opstellen, raadpleegt u “Oproepinstillingen”, p. 116.
Als u een spraakoproep beantwoordt tijdens een video­oproep, wordt het videogesprek beëindigd. Oproep in
wachtrij is niet beschikbaar tijdens een videogesprek.

Een videogesprek beantwoorden of weigeren

De tekst Wanneer u een videogesprek ontvangt, wordt weergegeven.
Tip! U kunt een beltoon toewijzen voor video-
oproepen. Druk op en selecteer Instrum. >
Profielen, een profiel en vervolgens Opties > Aanpassen > Toon video-oproep.
Druk in de modus Opengevouwen op om de video­oproep te beantwoorden.
70
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Als u het verzenden van videobeelden wilt starten, activeert u de weergavemodus, waarna er een live videobeeld, een opgenomen videoclip of de foto die met de camera in het apparaat is vastgelegd, aan de oproeper wordt getoond. Als u een live videobeeld wilt verzenden, draait u de camera in de richting van waaruit u het videobeeld wilt verzenden. Activeert u de weergavemodus niet, dan kunt u geen videobeelden verzenden. U kunt de ander echter wel nog horen. In plaats van de video ziet u een grijs scherm. Zie “Oproepinstillingen”, Afb. in video-
oproep op pag. 116 als u het groene scherm wilt
vervangen door een foto.
Opmerking: Ook als u de verzending van videoclips
tijdens een videogesprek hebt geweigerd, wordt de oproep als videogesprek in rekening gebracht. Informeer bij de netwerkoperator of serviceprovider naar de tarieven.
Als u het videogesprek wilt beëindigen, drukt u in de weergavemodus of in de modus Opengevouwen op .

Oproep in wachtrij (netwerkdienst)

U kunt een oproep beantwoorden terwijl u al een gesprek voert als u de functie Oproep in wachtrij in Instrum. >
Instellingen > Bellen > Oproep in wachtrij hebt
geactiveerd.
Druk op om de oproep in de wachtrij te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand gezet.
Als u tussen de twee gesprekken wilt schakelen, selecteert u Wisselen Selecteer Opties > Doorverbinden om het actieve gesprek en het gesprek in de wachtstand met elkaar te verbinden en zelf de verbinding te verbreken. Druk op om het actieve gesprek te beëindigen. Als u beide oproepen wilt beëindigen, selecteert u Opties > Alle
oproep. beëind.

Opties tijdens een spraakoproep

Veel van de opties die beschikbaar zijn tijdens een spraakoproep, zijn netwerkdiensten. Via Opties kunt u tijdens een gesprek de volgende functies activeren:
Dempen of Dmp oph., Aannemen, Weigeren, Wisselen, Standby of Oproep activeren, Telefoon insch., Luidspreker insch. of Handsfree insch. (als er een
compatibele hoofdtelefoon met Bluetooth-technologie is aangesloten), Actieve opr. beëind. of Alle oproep.
beëind., Nieuwe oproep, Conferentie en Doorverbinden.
Selecteer een van de volgende opties:
Vervangen - Hiermee beëindigt u een actieve oproep
en vervangt u deze door de oproep in de wachtstand te beantwoorden.
Bellen
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
71
MMS verzenden (alleen in UMTS-netwerken) - Hiermee
verzendt u een afbeelding of een videoclip in een multimediabericht naar de andere deelnemer van de
Bellen
oproep. U kunt het bericht bewerken en de ontvanger wijzigen voordat u het verzendt. Druk op om het bestand te verzenden naar een compatibel apparaat.
DTMF verzenden - Hiermee kunt u DTMF-tonen
verzenden, bijvoorbeeld een wachtwoord. Voer de DTMF-reeks in of zoek ernaar in Contacten. Als u een wachtteken (w) of een pauzeteken (p) wilt invoeren, drukt u herhaaldelijk op . Selecteer OK om de toon te verzenden.
Tip! U kunt DTMF-tonen toevoegen aan de velden
Telefoonnummer of DTMF op een contactkaart.

Opties tijdens een videogesprek

Via Opties kunt u tijdens een videogesprek de volgende functies activeren: Inschakelen of Uitschakelen (audio in de modus Opengevouwen; video, audio of beide in de weergavemodus), Telefoon insch. (als er een hoofdtelefoon met Bluetooth is aangesloten),
Luidspreker insch. of Handsfree insch. (alleen in de
modus Opengevouwen en als er een hoofdtelefoon met Bluetooth is aangesloten), Actieve opr. beëind., Beeld
wisselen, Inzoomen/Uitzoomen (alleen in de
weergavemodus) en Help.

Logboek

Recente oproepen

Als u de telefoonnummers wilt bijhouden van gemiste en ontvangen oproepen en gekozen nummers drukt u op en selecteert u Extra > Logboek > Recente opr.. Gemiste en ontvangen oproepen worden alleen geregistreerd als het netwerk deze functies ondersteunt, het apparaat aan staat en zich binnen het bereik van de netwerkdienst bevindt.
Tip! Als in de standby-modus wordt gemeld dat
u oproepen hebt gemist, selecteert u Tonen om de gemiste oproepen weer te geven. U kunt terugbellen door naar het nummer of de naam te gaan en op te drukken.
Als u alle lijsten met recente oproepen wilt wissen, selecteert u Opties > Wis recente oproep. in de weergave Recente oproepen. Als u een van de lijsten met oproepen wilt wissen, opent u de betreffende lijst en selecteert u
Opties > Lijst wissen. Als u een afzonderlijk item wilt
wissen, opent u de lijst, gaat u naar het gewenste item en drukt u op .
72
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Duur oproep

Als u de duur van inkomende en uitgaande oproepen wilt bijhouden, drukt u op en selecteert u Extra >
Logboek > Duur oproep.
Als u wilt dat de gespreksduur wordt weergegeven tijdens een gesprek , selecteert u Connect. > Logboek > Opties >
Instellingen > Duur oproep tonen > Ja of Nee.
Opmerking: De uiteindelijke gespreksduur die
door de serviceprovider in rekening wordt gebracht kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
Als u gespreksduurgegevens wilt wissen, selecteert u Opties > Timers op nul. Hiervoor hebt u de blokkeringscode nodig. Zie “Beveiliging”, “Telefoon en SIM” op pag. 121.

Packet-ggvns

Als u wilt controleren hoeveel gegevens er zijn verzonden en ontvangen tijdens pakketgegevensverbindingen, drukt u op en selecteert u Extra > Logboek > Packet-ggvns. De kosten van pakketgegevensverbindingen worden bijvoorbeeld mogelijk gebaseerd op de hoeveelheid verzonden/ontvangen gegevens.

Alle communicatiegebeurtenissen controleren

Pictogrammen in Logboek:
Inkomend Uitgaand Gemiste communicatiegebeurtenissen
Als u alle geregistreerde spraak- en videogesprekken, SMS-berichten of gegevensverbindingen wilt controleren, drukt u op , selecteert u Extra > Logboek en bladert u naar rechts om het algemene logboek te openen. U kunt per communicatiegebeurtenis de afzender of ontvanger, het telefoonnummer, de serviceprovider of het toegangspunt bekijken. Via een filter kunt u specifieke gegevens bekijken en op basis van de logboekgegevens nieuwe contactkaarten maken.
Tip! Als u tijdens een actieve oproep de duur van
de spraakoproep wilt weergeven op het hoofddisplay, selecteert u Opties > Instellingen > Duur oproep
tonen > Ja.
Bellen
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
73
Tip! Druk op en selecteer Berichten > Verzonden
om een lijst met verzonden berichten te bekijken.
Bellen
Subgebeurtenissen, zoals een SMS-bericht dat in delen wordt verzonden via een pakketgegevensverbinding, gelden als één communicatiegebeurtenis. Verbindingen met uw mailbox, de multimediaberichtencentrale of webpagina's worden weergegeven als pakketgegevensverbindingen.
Als u het logboek wilt filteren, selecteert u Opties >
Filter en een filter.
Als u de inhoud van het logboek, de lijst met recente oproepen en de leveringsrapporten definitief wilt wissen, selecteert u Opties > Logboek wissen. Selecteer Ja ter bevestiging. Als u één gebeurtenis uit het logboek wilt verwijderen, drukt u op .
Als u de optie Duur vermelding log wilt instellen, selecteert u Opties > Instellingen > Duur vermelding
log. De gebeurtenissen worden een aantal dagen
bewaard, waarna ze automatisch worden gewist. Als u
Geen logboek selecteert, worden de lijst met recente
oproepen, de leveringsrapporten van berichten en de volledige inhoud van het logboek definitief verwijderd.
Als u de details van een communicatiegebeurtenis wilt bekijken, bladert u in de algemene logboekweergave naar een gebeurtenis en drukt u op de bladertoets.
Tip! Als u in de detailweergave een telefoonnummer
naar het klembord wilt kopiëren, selecteert u Opties >
Nummer kopiëren.
Pakketgegevensteller en timer voor verbinding: Als u
wilt bekijken hoeveel gegevens, gemeten in kilobytes, zijn overgebracht en hoelang een pakketgegevensverbinding heeft geduurd, gaat u naar een inkomende of uitgaande gebeurtenis die wordt aangegeven met Pack. en selecteert u Opties > Gegevens bekijken.
74
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Contacten (contactenlijst)

Druk op en selecteer Contacten. In Contacten kunt u een persoonlijke beltoon of miniatuurafbeelding toevoegen aan een contactkaart. Ook kunt u contactgroepen maken, zodat u een SMS of e-mail kunt verzenden naar meerdere ontvangers tegelijk. U kunt ontvangen contactgegevens (visitekaartjes) opslaan in Contacten. Zie “Gegevens en instellingen” op pag. 54. Contactgegevens kunnen alleen worden verzonden naar of ontvangen van compatibele apparaten.

Namen en nummers opslaan

1 Kies Opties > Nieuw contact. 2 Vul de gewenste velden in en selecteer Gereed.
Als u contactkaarten wilt bewerken in Contacten, gaat u naar de contactkaart die u wilt bewerken en kiest u
Opties > Bewerken.
Tip! Als u contactkaarten wilt afdrukken op een
compatibele met een BPP (Basic Print Profile) uitgeruste printer met Bluetooth-connectiviteit (bijvoorbeeld een HP Deskjet 450 mobiele printer of een HP Photosmart 8150), kiest u Opties >
Afdrukken.
Als u een contactkaart wilt verwijderen uit Contacten, selecteert u een kaart en drukt u op . Als u meerdere contactkaarten tegelijk wilt verwijderen, drukt u op en om de contactpersonen te markeren en drukt u op om ze te verwijderen.
Tip! Als u contactkaarten wilt toevoegen en
bewerken, gebruikt u Nokia Contacts Editor in Nokia PC Suite.
Als u een miniatuurafbeelding aan een contactkaart wilt toevoegen, opent u de contactkaart en kiest u Opties >
Bewerken > Opties > Thumbnail toevoeg.. De miniatuur
wordt weergegeven zodra de bijbehorende contactpersoon belt.
Tip! Snelkeuze is een snelle manier om veelgebruikte
nummers te bellen. U kunt snelkeuzetoetsen toewijzen aan acht telefoonnummers. Zie “Bellen met een snelkeuzetoets” op pag. 64.
Tip! Als u contactgegevens wilt verzenden, selecteert
u het kaartje dat u wilt verzenden. Kies Opties >
Zenden > Via SMS, Via multimedia, Via Bluetooth of Via infrarood. Zie “Berichten” op pag. 48 en “Gegevens
verzenden met behulp van Bluetooth-connectiviteit” op pag. 96.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Contacten (contactenlijst)
75
Als u een contactpersoon aan een groep wilt toevoegen, kiest u Opties > Toev. aan groep: (wordt alleen weergegeven als u een groep hebt gemaakt). Zie “Contactgroepen maken” op pag. 77.
Als u het aantal contacten, groepen en het beschikbare geheugen in Contacten wilt zien, kiest u Opties >
Gegevens geheugen.

Standaardnummers en -adressen

U kunt standaardnummers of -adressen toewijzen aan een contactkaart. Op deze manier kunt u eenvoudig de contactpersoon bellen of een bericht naar hem of haar
Contacten (contactenlijst)
verzenden via een bepaald nummer of adres als een contactpersoon meerdere nummers of adressen heeft. Het standaardnummer wordt ook gebruikt als u spraakgestuurd belt.
1 Selecteer een contactpersoon in de contactenlijst
en druk op .
2 Kies Opties > Standaardnummers. 3 Selecteer een standaardnummer waaraan u een
nummer of adres wilt toevoegen en selecteer Toewijz.
4 Selecteer het nummer of adres dat u als standaard
wilt instellen.
Het standaardnummer of -adres wordt onderstreept op het visitekaartje.

Contactgegevens kopiëren

Als u namen en nummers van een SIM-kaart naar het apparaat wilt kopiëren, drukt u op en kiest u Contacten > Opties > SIM-contacten > SIM-
telefoonboek. Selecteer de namen die u wilt kopiëren
en kies vervolgens Opties > Kopie naar Contact..
Als u contactpersonen naar de SIM-kaart wilt kopiëren, drukt u op en selecteert u Contacten. Selecteer de namen die u wilt kopiëren en kies Opties > Kopieer naar
SIM of Opties > Kopiëren > Naar SIM-telef.boek. Alleen
de velden van de contactkaart die door de SIM-kaart worden ondersteund, worden gekopieerd.
Tip! U kunt uw contactpersonen synchroniseren
met een compatibele pc waarop Nokia PC Suite is geïnstalleerd.
SIM-telefoonb. en andere SIM­diensten
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
Druk op en selecteer Contacten > Opties > SIM-
contacten > SIM-telefoonb. om de namen en nummers
te bekijken die op de SIM-kaart zijn opgeslagen. In het
76
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
SIM-telefoonboek kunt u nummers toevoegen, bewerken of kopiëren naar Contacten en kunt u oproepen doen.
Als u de lijst met vaste nummers wilt bekijken, kiest u Opties > SIM-contacten > Nrs. vaste contacten. Deze instelling wordt alleen weergegeven als deze wordt ondersteund door de SIM-kaart.
Als u de oproepen vanaf het apparaat wilt beperken tot geselecteerde telefoonnummers, kiest u Opties > Vaste
nrs. activeren. Als u nieuwe telefoonnummers wilt
toevoegen aan de lijst met vaste nummers, kiest u
Opties > Nieuw SIM-contact. Voor deze functies
hebt u de PIN2-code nodig.
Wanneer u Vaste nummers gebruikt, zijn pakketgegevensverbindingen niet mogelijk, behalve wanneer u SMS-berichten verzendt via een pakketgegevensverbinding. In dit geval moeten het nummer van de berichtencentrale en het telefoonnummer van de ontvanger worden opgenomen in de lijst met vaste nummers.
Wanneer de functie Vaste nummers is ingeschakeld, kunt u soms wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.

Beltonen toevoegen voor contactpersonen

Als een contactpersoon of groepslid u belt, wordt de beltoon voor die persoon afgespeeld als het nummer van de beller wordt meegezonden met de oproep en door het apparaat wordt herkend.
1 Druk op om een contactkaart te openen of ga
naar de groepenlijst en selecteer een contactgroep.
2 Kies Opties > Beltoon. Er wordt een lijst met
beltonen weergegeven.
3 Selecteer de beltoon die u wilt gebruiken voor de
afzonderlijke contactpersoon of de gehele groep.
U kunt ook een videoclip als beltoon gebruiken.
U verwijdert de beltoon door Standaard beltoon te selecteren in de lijst met beltonen.

Contactgroepen maken

1 Druk in Contacten op om de groepenlijst te
openen.
2 Kies Opties > Nieuwe groep. 3 U kunt de standaardnaam Groep ... gebruiken of zelf
een naam typen. Selecteer vervolgens OK.
4 Open de groep en kies Opties > Leden toevoegen.
Contacten (contactenlijst)
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
77
5 Ga naar een contactpersoon en druk op om deze
te markeren. Herhaal dit voor alle contactpersonen die u wilt toevoegen.
6 Selecteer OK om de contactpersonen aan de groep toe
te voegen.
Als u de naam van een groep wilt wijzigen, kiest u
Opties > Naam wijzigen. Voer vervolgens de nieuwe
naam in en kies OK.

Leden uit een groep verwijderen

1 Open in de groepenlijst de groep die u wilt wijzigen.
Contacten (contactenlijst)
2 Ga naar de gewenste contactpersoon en kies Opties >
Verwijder uit groep.
3 Selecteer Ja om de contactpersoon uit de groep
te verwijderen.
Tip! Als u wilt controleren tot welke groep
een contactpersoon behoort, gaat u naar die contactpersoon en kiest u Opties > Hoort bij
groepen.
78
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Web
Diverse aanbieders onderhouden speciale pagina's voor mobiele apparaten. Op deze pagina's wordt WML (Wireless Markup Language), XHTML (Extensible Hypertext Markup Language) of HTML (Hypertext Markup Language) gebruikt.
Informeer bij uw netwerkoperator of aanbieder van webdiensten naar de beschikbaarheid en tarieven van diensten. De aanbieder kan u ook instructies geven voor het gebruik van deze diensten.
Druk op en selecteer Diensten.
Tip! U brengt een verbinding tot stand door
ingedrukt te houden in de standby-modus.

Webtoegangspunt

Als u pagina's wilt openen, hebt u de bijbehorende webdienstinstellingen nodig. Deze instellingen worden gewoonlijk via een speciaal SMS-bericht verstrekt door de netwerkoperator of de aanbieder van de webpagina. Zie “Gegevens en instellingen” op pag. 54. Neem contact op met de netwerkoperator of serviceprovider voor meer informatie.
Tip! Het kan zijn dat de juiste instellingen
beschikbaar zijn op de website van de netwerkoperator of aanbieder van de dienst.
Instellingen handmatig opgeven
1 Druk op , kies Instrum. > Instell. > Verbinding >
Toegangspunten en definieer de instellingen voor
een toegangspunt. Volg de instructies van de serviceprovider. Zie “Instellingen verbinding” op pag. 117.
2 Druk op en kies Diensten > Opties >
Bookmarkbeheer > Bookm. toev.. Typ een naam
voor de bookmark en het adres van de pagina die bij het huidige toegangspunt hoort.
3 Als u het nieuwe toegangspunt wilt instellen
als standaardtoegangspunt, kiest u Opties >
Instellingen > Toegangspunt.

De weergave Bookmarks

De weergave Bookmarks wordt geopend wanneer u Diensten opent.
In het apparaat zijn mogelijk vooraf een aantal bookmarks geïnstalleerd voor sites die niet met Nokia verbonden zijn. Deze sites worden niet door Nokia gegarandeerd of
b e
W
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
79
ondersteund. Als u deze sites wilt bezoeken, moet u op het gebied van beveiliging of inhoud dezelfde
Web
voorzorgsmaatregelen treffen als voor andere sites.
De startpagina die voor het standaardtoegangspunt
is gedefinieerd.

Beveiliging van de verbinding

Als tijdens een verbinding het beveiligingssymbool wordt weergegeven, is de overdracht van gegevens tussen het apparaat en de internetgateway of -server gecodeerd.
Het veiligheidspictogram geeft niet aan dat de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder (of de locatie waar de aangevraagde bron is opgeslagen) veilig is. De serviceprovider beveiligt de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder.
Kies Opties > Gegevens > Beveiliging om gegevens te bekijken over de verbinding, de coderingsstatus en de server- en gebruikersverificatie.
Voor een aantal diensten, zoals bankdiensten, zijn mogelijk beveiligingscertificaten vereist. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie. Zie ook “Certificaatbeheer” op pag. 123.

Browsen

Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u
vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden.
Selecteer een bookmark of typ het adres in het veld ( ) als u een pagina wilt downloaden.
Nieuwe koppelingen op een browserpagina zijn blauw onderstreept en bezochte koppelingen zijn paars. Afbeeldingen die als koppeling fungeren, krijgen een blauwe rand.
U kunt koppelingen openen en items selecteren door op te drukken.
Tip! Gebruik om naar het einde van een pagina te
gaan en om naar het begin van een pagina te gaan.
U keert terug naar de vorige pagina door Terug te selecteren. Als Terug niet beschikbaar is, kiest u Opties >
Navigatieopties > Geschiedenis. Er wordt een
chronologische lijst weergegeven met de pagina's die u tijdens een sessie hebt bezocht.
Door Opties > Navigatieopties > Opnieuw laden te kiezen, kunt u de actuele inhoud van de server ophalen.
Als u een bookmark wilt opslaan, kiest u Opties > Opsl. als
bookmark.
80
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Tip! Tijdens het browsen opent u de weergave
Bookmarks door ingedrukt te houden. U keert terug naar de browserweergave via Opties > Terug
naar pagina.
Als u tijdens het browsen een pagina wilt opslaan, kiest u Opties > Geavanc. opties > Pagina opslaan. U kunt pagina's opslaan in het geheugen van het apparaat of op een geheugenkaart (indien geplaatst) en de pagina's bekijken wanneer u off line bent. U kunt de pagina's op een later tijdstip openen door op te drukken in de weergave Bookmarks om de weergave Opgeslagen pagina's te openen.
Als u een nieuw URL-adres wilt invoeren, kiest u Opties >
Navigatieopties > Ga naar webadres.
Door Opties > Dienstopties te kiezen, opent u een lijst met opdrachten of acties voor de geopende pagina.
U kunt bestanden downloaden die niet op de browserpagina kunnen worden weergegeven, zoals beltonen, afbeeldingen, logo's, thema's en videoclips. Ga naar de koppeling en druk op om het item te downloaden.
Als u het downloaden start, krijgt u een lijst te zien van de lopende, onderbroken en voltooide downloads tijdens de huidige sessie. U kunt de lijst ook bekijken door
Opties > Instrumenten > Downloads te kiezen. Ga naar
een item in de lijst en selecteer Opties om lopende
downloads te onderbreken, hervatten of annuleren, of om voltooide downloads te openen, bewaren of verwijderen.
Vanwege copyrightbescherming kan het voorkomen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (waaronder beltonen) en andere items niet kunnen worden gekopieerd, gewijzigd, overgebracht of doorgestuurd.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen
toepassingen en andere software van bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden tegen schadelijke software.

Items downloaden en aanschaffen

U kunt onder andere beltonen, afbeeldingen, logo's, thema's en videoclips downloaden. Deze items worden gratis aangeboden of u kunt ze aanschaffen. Gedownloade items worden verder verwerkt door de bijbehorende toepassingen in het apparaat. Een gedownloade foto kan bijvoorbeeld worden opgeslagen in Galerij.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen
toepassingen en andere software van bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden tegen schadelijke software.
1 Ga naar de koppeling en druk op om het item
te downloaden.
Web
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
81
2 Selecteer de optie waarmee u het item kunt
Web
aanschaffen, bijvoorbeeld Kopen.
3 Lees alle informatie nauwkeurig door.
Kies Accept. als u het item wilt downloaden. Kies
Annuleer als u het downloaden wilt annuleren.

Een verbinding verbreken

Als u de verbinding wilt verbreken en de browserpagina off line wilt bekijken, kiest u Opties > Geavanc. opties >
Verbind. verbreken. Als u de verbinding wilt verbreken
en de browser wilt sluiten, kiest u Opties > Afsluiten.

De cache leegmaken

De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen in het cachegeheugen van het apparaat.
Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op te slaan. Als u toegang hebt gezocht of gehad tot vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwoord moet opgeven, kunt u de cache van het apparaat na gebruik beter legen. De informatie of de diensten waartoe u toegang hebt gehad, worden namelijk in de cache opgeslagen. U maakt de cache leeg door
Opties > Geavanc. opties > Cache wissen te kiezen.

Webinstellingen

Selecteer Opties > Instellingen en kies een van de volgende opties:
Toegangspunt - Hiermee wijzigt u het
standaardtoegangspunt. Zie “Instellingen verbinding” op pag. 117. Sommige of alle toegangspunten kunnen vooraf zijn ingesteld voor uw apparaat door de serviceprovider of netwerkoperator en het is wellicht niet mogelijk deze instellingen te wijzigen of verwijderen of om nieuwe instellingen toe te voegen.
Afb. en objctn tonen - Hiermee geeft u aan of u
afbeeldingen wilt laden tijdens het browsen. Als u Nee kiest, kunt u afbeeldingen alsnog laden door tijdens het browsen Opties > Toon afbeeldingen te kiezen.
Lettergrootte - Hiermee selecteert u de gewenste
tekstgrootte.
Standaardcodering - Als teksttekens niet correct worden
weergegeven, kunt u een andere codering kiezen op basis van taal.
Autom. bookmarks - Hiermee kunt u het automatisch
verzamelen van bookmarks in- of uitschakelen. Als u wilt doorgaan met het automatisch verzamelen van bookmarks, maar de map wilt verbergen in de weergave Bookmarks, selecteert u Map verbergen.
82
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Schermformaat - Hiermee kunt u de weergave selecteren
tijdens het browsen: Alleen sel.toetsen of Volledig
scherm.
Homepage - Hiermee definieert u de homepage.
Pagina zoeken - Hiermee kunt u een webpagina definiëren
die wordt gedownload als u Navigatieopties > Pagina
openen kiest in de weergave Bookmarks of als u aan het
browsen bent.
Volume - Selecteer het volume als u in de browser
geluiden wilt afspelen die zijn opgenomen in webpagina's.
Weergave - Als u de pagina-indeling zo nauwkeurig
mogelijk wilt weergeven in de modus Kleine weergave, selecteert u Op kwaliteit. Als u geen externe trapsgewijze opmaakmodellen wilt downloaden, selecteert u Op
snelheid.
Cookies - Hiermee schakelt u het ontvangen en verzenden
van cookies in of uit.
Java/ECMA-script - Hiermee schakelt u het gebruik van
scripts in of uit.
Veiligheidswrschwngn - Hiermee kunt u
veiligheidswaarschuwingen verbergen of weergeven.
Bevest. zenden DTMF - Hiermee geeft u aan of u het
verzenden van DTMF-tonen tijdens een telefoongesprek wilt bevestigen. Zie ook “Opties tijdens een spraakoproep” op pag. 71.
Web
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
83

Agenda

Agenda
In Agenda legt u vergaderingen en andere speciale data vast en houdt u taken en andere notities bij.

Agenda-items maken

Tip! Druk op een willekeurige toets ( ) in
de dag-, week- of maandweergave. Een afspraak wordt geopend en de ingevoerde tekens worden toegevoegd aan het veld Onderwerp. In de weergave Taken wordt een taak geopend.
1 Druk op , kies
Agenda > Opties > Nieuw item en kies
een itemtype:
Vergadering - Hiermee
wordt u herinnerd aan een afspraak op een specifieke datum en tijd.
Vergaderverzoek -
Hiermee verzendt u een vergaderverzoek per e-mail (er moet een mailbox in het apparaat zijn gedefinieerd).
Memo - Hiermee maakt u een algemeen item voor een
bepaalde dag.
Verjaardag - Hiermee maakt u een item voor
verjaardagen of andere speciale data (de items worden elk jaar herhaald).
Taken - Hiermee maakt u een item voor een taak die op
een specifieke datum moet worden uitgevoerd.
2 Vul de velden in. Als u een signaal wilt instellen, kiest u
Signaal > Aan en geeft u waarden op voor Tijd signaal
en Dag signaal. Als u een beschrijving wilt toevoegen voor een afspraak of vergadering, kiest u Opties > Beschrijving toevgn.
3 Selecteer Gereed om het item op te slaan.
Wanneer u een herinnering met een signaal krijgt voor een item, kunt u het geluid uitschakelen door Stil te kiezen. De tekst van de herinnering blijft op het scherm staan. Als u zowel de herinnering als het signaal wilt uitschakelen, kiest u Stop. U kunt ook Snooze kiezen.
Tip! Met behulp van Nokia PC Suite kunt u uw agenda
synchroniseren met een compatibele pc. Wanneer u een agenda-item maakt, stelt u de gewenste optie voor
Synchronisatie in.
84
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Vergaderverzoeken

Als u een vergaderverzoek in de mailbox van uw apparaat ontvangt, wordt het verzoek in de agenda opgeslagen wanneer u de e-mail opent.
U kunt de ontvangen vergaderverzoeken weergeven in de mailbox of in de agenda. Als u per e-mail op een vergaderverzoek wilt reageren, selecteert u Opties >
Reageren.

Agendaweergaven

Tip! Kies Opties > Instellingen om de begindag
van de week te wijzigen of de weergave te wijzigen die wordt getoond wanneer u de agenda opent.
In de maandweergave zijn datums met agenda-items gemarkeerd met een driehoekje in de rechterbenedenhoek. In de weekweergave worden memo's en speciale data zoals verjaardagen, vóór 8 uur geplaatst. Druk op om te schakelen tussen de maandweergave, de weekweergave, de dagweergave en de taakweergave.
Als u naar een bepaalde datum wilt gaan, kiest u Opties >
Ga naar datum. Druk op om naar de huidige datum te
gaan.
Als u een agendanotitie naar een compatibel apparaat wilt verzenden, kiest u Opties > Zenden.
Als u agenda-items wilt afdrukken op een compatibele BPP-printer (Basic Print Profile) met Bluetooth­connectiviteit (bijvoorbeeld een HP Deskjet 450 mobiele printer of een HP Photosmart 8150), kiest u Opties >
Afdrukken.

Agenda-items beheren

U kunt ruimte in het geheugen van het apparaat vrijmaken door afgelopen items uit Agenda te verwijderen.
Als u meerdere items tegelijk wilt verwijderen, gaat u naar de maandweergave en kiest u Opties > Item
verwijderen > Items voor: of Alle items.
Als u een taak als voltooid wilt markeren, gaat u naar de taak in de taakweergave en kiest u Opties > Markeer:
volbracht.

Agenda-instellingen

Als u de opties Agenda-alarmtoon, Standaardweergave,
Week begint met en Titel weekweergave wilt wijzigen,
selecteert u Opties > Instellingen.
Agenda
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
85

Extra

Extra

Visual Radio (netwerkdienst)

U kunt de toepassing Visual Radio gebruiken als een gewone FM-radio met automatische afstemming en opgeslagen stations. Als u afstemt op stations die de Visual Radio-dienst ondersteunen, krijgt u visuele informatie over het radioprogramma op het scherm te zien. Voor de visuele-radiodienst worden pakketgegevens gebruikt (netwerkdienst). U kunt naar de radio luisteren terwijl u andere toepassingen gebruikt.
Er moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden om de visuele-radiodienst te gebruiken:
• Het apparaat moet zijn ingeschakeld.
• In het apparaat moet een geldige SIM-kaart zijn geplaatst.
• Het station waarnaar u luistert en uw netwerkoperator moeten deze dienst ondersteunen.
• Er moet een internettoegangspunt zijn gedefinieerd voor toegang tot de server voor de visuele-radiodienst van de operator. Zie “Toegangspunten” op pag. 118.
• Voor het station moet de juiste id voor de visuele­radiodienst zijn gedefinieerd en moet deze dienst zijn ingeschakeld. Zie “Opgeslagen stations” op pag. 88.
Als u geen toegang hebt tot de visuele-radiodienst, ondersteunen de operators en radiostations in uw gebied deze dienst mogelijk niet. De visuele-radiodienst is mogelijk niet in alle gebieden en landen beschikbaar.
De FM-radio maakt gebruik van een andere antenne dan de antenne van het draadloze apparaat. De FM-radio functioneert alleen naar behoren als er een compatibele hoofdtelefoon of een compatibel toebehoren op het apparaat is aangesloten.
U kunt naar de radio luisteren via de ingebouwde luidspreker of een compatibele hoofdtelefoon. Bij gebruik van de luidspreker dient de hoofdtelefoon op het apparaat te zijn aangesloten. Het snoer van de hoofdtelefoon fungeert als antenne voor de radio; laat het daarom los hangen.
Waarschuwing: Luister naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Gewoonlijk kunt u iemand bellen of een inkomende oproep beantwoorden terwijl u naar de radio luistert. De radio
86
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
wordt uitgeschakeld wanneer er een actieve oproep is. Wanneer het gesprek is beëindigd, wordt de radio weer ingeschakeld.
De gebruikte frequentieband wordt geselecteerd op basis van de landgegevens die worden ontvangen via het netwerk.
Wanneer de klep van het apparaat is gesloten, kunt u luisteren via Visual Radio. Mogelijk worden op het klepscherm gegevens over de stations weergegeven. Druk op de knop op de klep om het geluid van de radio aan- of uit te zetten.

Naar de radio luisteren

De kwaliteit van de radio-uitzending is afhankelijk van de dekking van het radiostation in het desbetreffende gebied.
Sluit een compatibele hoofdtelefoon aan op het apparaat. Het snoer van de hoofdtelefoon fungeert als antenne voor de radio; laat het daarom los hangen. Druk op en kies
Extra > Radio.
Als u naar een station wilt zoeken, selecteert u of
. Het zoeken wordt gestopt wanneer er een station is
gevonden. Als u de frequentie handmatig wilt wijzigen, selecteert u Opties > Handmatig afstemmen.
Als u eerder opgeslagen radiostations wilt beluisteren, selecteert u of om naar het volgende of vorige opgeslagen station te gaan. Druk op de overeenkomende cijfertoets om de geheugenlocatie van een station te selecteren.
Druk op of om het volume aan te passen. Als u naar de radio wilt luisteren via de luidspreker, selecteert u Opties > Luidspreker aan.
Als u de beschikbare stations wilt bekijken op basis van de locatie, selecteert u Opties > Zenderoverzicht (netwerkdienst).
Als u het huidige station wilt opslaan in de lijst met stations, selecteert u
Opties > Zender opslaan.
Als u de lijst met opgeslagen stations wilt openen, selecteert u Opties >
Zenders. Zie “Opgeslagen
stations” op pag. 88.
Als u wilt terugkeren naar de standby-modus en de radio op de achtergrond wilt laten spelen, selecteert u Opties > Afsp. in achtergrond of drukt u op .
Extra
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
87

Visuele inhoud weergeven

Neem contact op met de netwerkoperator of
Extra
serviceprovider als u de beschikbaarheid en kosten wilt controleren en u zich wilt abonneren op de dienst.
Als u de beschikbare visuele inhoud van een afgestemd station wilt bekijken, selecteert u of kiest u in de stationsweergave Opties > Zender > Visuele dienst
starten. Als de id van de visuele dienst niet is opgeslagen
voor het station, voert u deze in of selecteert u Ophalen om hiernaar te zoeken in de stationsmap (netwerkdienst).
Wanneer er verbinding is gemaakt met de visuele dienst, wordt op het scherm de huidige visuele inhoud weergegeven die is ontworpen door de inhoudsprovider.
Als u de scherminstellingen voor de weergave van de visuele inhoud wilt aanpassen, selecteert u Opties >
Weergave-instellingen > Verlichting of Time-out spaarstand.
met de visuele-radiodienst, selecteert u Opties > Zender >
Visuele dienst starten.
Als u de stationsdetails wilt wijzigen, selecteert u Opties >
Zender > Bewerken.

Instellingen

Selecteer Opties > Instellingen en kies een van de volgende opties:
Starttoon - Selecteer het geluidssignaal dat moet
worden afgespeeld wanneer u de toepassing start.
Autostartdienst - Selecteer Ja als u wilt dat de visuele-
radiodienst automatisch wordt gestart wanneer u een opgeslagen station selecteert dat deze dienst ondersteunt.
Toegangspunt - Selecteer hier het toegangspunt voor de
gegevensverbinding. U hebt geen toegangspunt nodig als u de toepassing wilt gebruiken als normale radio.
88

Opgeslagen stations

U kunt maximaal 20 radiostations opslaan in Visual Radio. Selecteer Opties > Zenders om de lijst met stations te openen.
Als u naar een opgeslagen station wilt luisteren, selecteert u Opties > Zender > Luisteren. Als u de beschikbare visuele inhoud wilt bekijken voor een station
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

RealPlayer

Druk op en selecteer Extra > RealPlayer. U kunt met RealPlayer videoclips of streaming-mediabestanden afspelen. U kunt een koppeling naar streaming-media activeren wanneer u webpagina's bekijkt. U kunt deze
ook opslaan in het geheugen van het apparaat of op een compatibele geheugenkaart (indien geplaatst).
Tip! U kunt ook videoclips of koppelingen naar
streaming-media in het apparaat bekijken met andere compatibele UPnP-apparaten, zoals een tv of een pc, via een draadloos LAN-netwerk. Zie “Mediabestanden bekijken” op pag. 103.
RealPlayer ondersteunt bestanden met extensies zoals
.3GP, .MP4 en .RM. RealPlayer ondersteunt echter niet noodzakelijkerwijs alle bestandsindelingen of alle variaties van bestandsindelingen. In RealPlayer wordt bijvoorbeeld geprobeerd alle .mp4-bestanden te openen. Een aantal .mp4-bestanden kan echter inhoud bevatten die niet compatibel is met 3GPP-standaarden en die daarom niet wordt ondersteund door dit apparaat.

Videoclips afspelen

1 Als u een mediabestand wilt afspelen dat is opgeslagen
in het geheugen van het apparaat of op de geheugenkaart (indien geplaatst), kiest u
Opties > Openen en een van de volgende opties: Recente clips - Hiermee kunt u een van de zes
laatst afgespeelde bestanden afspelen in RealPlayer.
Opgeslagen clip - Hiermee kunt u een bestand
afspelen dat in de Galerij is opgeslagen. Zie “Galerij” op pag. 34.
2 Ga naar een bestand en druk op om het bestand af
te spelen.
Tip! Als u een videoclip wilt bekijken op het volledige
scherm, drukt u op . Druk nogmaals hierop om terug te gaan naar de normale schermmodus.
Sneltoetsen tijdens het afspelen:
• Als u vooruit wilt spoelen, houdt u ingedrukt.
• Als u het mediabestand wilt terugspoelen, houdt u ingedrukt.
• Als u het geluid wilt dempen, drukt u op en houdt u deze knop ingedrukt totdat wordt weergegeven. Als u het geluid wilt inschakelen, drukt u op totdat
wordt weergegeven.

Live streaming-inhoud afspelen

Bij veel serviceproviders moet u een internettoegangspunt (Internet Access Point of IAP) gebruiken als standaardtoegangspunt. Er zijn echter ook serviceproviders bij wie u een WAP-toegangspunt mag gebruiken.
De toegangspunten zijn mogelijk al geconfigureerd wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt.
Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Extra
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
89
U kunt in RealPlayer alleen URL's van het type rtsp:// openen. In RealPlayer wordt een HTTP-koppeling naar
Extra
een .RAM-bestand echter wel herkend.
Als u live streaming-inhoud wilt afspelen, selecteert u een koppeling naar streaming-media die is opgeslagen in
Galerij, op een webpagina of die u hebt ontvangen in een
SMS- of multimediabericht. Voordat de live streaming­inhoud wordt afgespeeld, wordt verbinding gemaakt met de site en wordt het laden van de inhoud gestart. De inhoud wordt niet opgeslagen in het apparaat.

RealPlayer-instellingen ontvangen

U kunt instellingen voor RealPlayer ontvangen in een speciaal SMS-bericht van uw netwerkoperator of serviceprovider. Zie “Gegevens en instellingen” op pag. 54. Neem contact op met de netwerkoperator of serviceprovider voor meer informatie.
De RealPlayer-instellingen wijzigen
Selecteer Opties > Instellingen en kies een van de volgende opties:
Video - Hiermee stelt u in dat in RealPlayer videoclips
automatisch worden herhaald wanneer deze zijn afgelopen.
Verbinding - Hiermee kunt u aangeven of u een
proxyserver wilt gebruiken, kunt u het
standaardtoegangspunt wijzigen en kunt u het poortbereik instellen dat wordt gebruikt wanneer er verbinding wordt gemaakt. Neem contact op met uw serviceprovider voor de juiste instellingen.
Proxyinst.:
Proxy gebruiken - Als u een proxy-server wilt
gebruiken, selecteert u Ja.
Proxy-serveradres - Voer het IP-adres van de
proxy-server in.
Proxy-poortnummer - Voer het poortnummer van de
proxy-server in.
Uitleg: Proxy-servers zijn tussenliggende servers
tussen mediaservers en gebruikers. Sommige serviceproviders gebruiken deze servers voor extra beveiliging of om de toegang tot browserpagina's met geluidsfragmenten of videoclips te versnellen.
Netwerkinst.:
Stand. toegangspunt - Ga naar het toegangspunt dat u
wilt gebruiken om verbinding te maken met internet en druk op .
Onlinetijd - Stel de tijd in waarna de verbinding met het
netwerk via RealPlayer moet worden verbroken wanneer u een mediaclip onderbreekt die via een netwerk wordt afgespeeld. Kies Door gebr. gedef. en druk op . Voer de tijd in en selecteer OK.
90
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Laagste UDP-poort - Voer het laagste poortnummer
in het poortbereik van de server in. De minimumwaarde is 1024.
Hoogste UDP-poort - Voer het hoogste poortnummer
in het poortbereik van de server in. De maximumwaarde is
65535.
Selecteer Opties > Geavanceerde inst. om de bandbreedtewaarden voor verschillende netwerken te bewerken.
Als u een flash-bestand naar een andere map wilt kopiëren, selecteert u Indelen > Kopiëren naar map.
Als u een flash-bestand naar een andere map wilt verplaatsen, selecteert u Indelen > Verplaats naar map.
Als u een map wilt maken waarin u de flash-bestanden kunt ordenen, selecteert u Indelen > Nieuwe map.
De beschikbare opties kunnen verschillen.
Als u een flash-bestand wilt verwijderen, bladert u naar het bestand en drukt u op .
Extra

Flash Player

Met Flash Player kunt u werken met flash-bestanden voor mobiele apparaten en deze bestanden weergeven en afspelen.

Flash-bestanden ordenen

Druk op en selecteer Extra > Flash-speler. Blader naar rechts.
Als u een map wilt openen of een flash-bestand wilt afspelen, bladert u naar de map of het bestand en drukt u op .
Als u een flash-bestand naar een compatibel apparaat wilt verzenden, bladert u naar het bestand en drukt u op .

Flash-bestanden afspelen

Druk op en selecteer Extra > Flash-speler. Blader naar een flash-bestand en druk op .
Selecteer Opties en kies een van de volgende opties:
Opmerking: opties zijn mogelijk niet voor alle flash­bestanden beschikbaar.
Pauze om het afspelen te onderbreken.
Stop om het afspelen te stoppen.
Volume om het afspeelvolume aan te passen. Blader naar links of naar rechts om het volume te verhogen of te verlagen.
Kwaliteit om de afspeelkwaliteit te selecteren. Als het bestand onregelmatig en langzaam wordt afgespeeld, stelt u Kwaliteit in op Normaal of Laag.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
91
Volledig scherm om het bestand op het volledige
Extra
scherm weer te geven. Selecteer Normaal scherm om terug te keren naar het normale scherm. Hoewel dit niet op het scherm wordt weergegeven, zijn de toetsfuncties voor de toetsen onder het scherm mogelijk nog steeds beschikbaar.
Aanpassen aan scherm om het bestand op het
oorspronkelijke formaat af te spelen nadat u hebt ingezoomd.
Panning aan om het scherm te kunnen verplaatsen
met de bladertoets wanneer u hebt ingezoomd.
De beschikbare opties kunnen verschillen.

Movie Director

Druk op en kies Extra > Regisseur of start de film vanuit de galerij. Muvees zijn videoclips met een bepaalde stijl die video, afbeeldingen, muziek en tekst kunnen bevatten. De stijl bepaalt welke overgangen, visuele effecten, afbeeldingen, muziek en tekst in de muvee worden gebruikt.

Muvees maken

1 Selecteer in de beginweergave van Movie director
de video's en afbeeldingen die u in de muvee wilt
gebruiken en kies vervolgens Opties > muvee maken of open de map Afbeeldingen en video in de Galerij. Selecteer de videoclips en afbeeldingen waarmee u een muvee wilt maken en selecteer Opties > Bewerken >
muvee maken.
2 Selecteer in de stijllijst een stijl voor de muvee. In
Movie director worden de muziek en tekst gebruikt die
zijn gekoppeld aan de gekozen stijl.
3 Selecteer muvee maken.
De muvee wordt automatisch gemaakt en de weergave
Voorbeeld verschijnt. Kies Opslaan om de muvee op te
slaan in de galerij, Opnieuw maken om de volgorde van de mediabestanden te wijzigen en een nieuwe muvee te maken of druk op Terug om een andere stijl voor de muvee te kiezen. U kunt ook Aanpassen kiezen om de muvee­instellingen te wijzigen en een aangepaste muvee te maken waaraan u afbeeldingen, muziek en tekst kunt toevoegen.

Een aangepaste muvee maken

1 Selecteer in de beginweergave van Movie director
de video's en afbeeldingen die u in de muvee wilt gebruiken en kies vervolgens Opties > muvee maken of kies de map Afbeeldingen en video in de Galerij. Selecteer de video's en afbeeldingen waarmee u een muvee wilt maken en kies Opties > Bewerken > muvee
maken.
92
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
2 Selecteer in de stijllijst een stijl voor de muvee. Kies in
de stijlweergave Opties > Aanpassen. Selecteer een van de volgende opties:
Muziek - om een muziekclip in de lijst te selecteren. Bericht - om het Openingsbericht en Afsluitingsbericht te bewerken. Video's en afb. - om een van de volgende opties te
selecteren:
Toevoegen/Verwijderen - om videoclips en
afbeeldingen toe te voegen of te verwijderen, of Toevoegen/Verwijderen > Vastleggen om de cameratoepassing te openen en nieuwe videoclips en afbeeldingen te maken.
Verplaatsen - om de positie van videoclips en
afbeeldingen in de aangepaste muvee te wijzigen.
Inhoud selecteren - om videofragmenten te
selecteren die u in de muvee wilt opnemen of eruit wilt verwijderen.
Lengte - Als u de duur van de muvee wilt
definiëren, kiest u Door gebr. gedefinieerd. Selecteer Multimediabericht, Gelijk aan muziek of
Automatisch selecteren. Als de muvee korter duurt
dan de muziek, wordt de muvee herhaald totdat de muziek is afgelopen. Duurt de muvee langer dan de muziek, dan wordt de muziek herhaald totdat de muvee is afgelopen.
Instellingen - om de instellingen voor muveeproductie
te wijzigen. Selecteer een van de volgende opties:
Gebruikt geheugen - Geef aan waar u uw muvees
wilt opslaan.
Resolutie - Selecteer de resolutie voor uw muvees.
Standaardnaam muvee - Geef een standaardnaam
op voor de muvees.
3 Selecteer muvee maken.
De muvee wordt automatisch gemaakt en de weergave
Voorbeeld verschijnt. Kies Opslaan om de muvee op te
slaan in de galerij, Opnieuw maken om de volgorde van de mediabestanden te wijzigen en een nieuwe muvee te maken of Aanpassen om terug te gaan naar de muvee­instellingen.

Spelletjes

Druk op en selecteer Extra. Kies vervolgens een spelletje. Selecteer Opties > Help voor de spelregels.
Extra
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
93

Connectiviteit

Connectiviteit
Met draadloze Bluetooth-technologie kunt u een draadloze verbinding tot stand brengen met andere compatibele apparaten. Dit kunnen apparaten zijn zoals mobiele telefoons, computers, en toebehoren zoals hoofdtelefoons en carkits. Met de Bluetooth­technologie kunt u afbeeldingen, videoclips, muziek- en geluidsfragmenten, en notities verzenden, een draadloze verbinding tot stand brengen met een compatibele pc (bijvoorbeeld voor bestandsoverdracht) of verbinding maken met een compatibele printer om afbeeldingen af te drukken met Afb. afdrukken. Zie “Afbeeldingen afdrukken” op pag. 46.
Aangezien apparaten met Bluetooth-technologie communiceren via radiogolven, hoeft er geen 'direct zicht' te bestaan tussen het apparaat en het andere apparaat. De twee apparaten mogen maximaal 10 meter van elkaar verwijderd zijn, hoewel de verbinding wel hinder kan ondervinden van obstakels, zoals muren of andere elektronische apparaten.
Het apparaat is compatibel met Bluetooth-specificatie
2.0, die de volgende profielen ondersteunt: Basic Printing
94
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Bluetooth-connectiviteit

Profile, Generic Access Profile, Serial Port Profile, Dial-up Networking Profile, Headset Profile, Handsfree Profile, Generic Object Exchange Profile, Object Push Profile, File Transfer Profile, Basic Imaging Profile, SIM Access Profile en Human Interface Device Profile. Gebruik door Nokia goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met andere apparatuur die Bluetooth-technologie ondersteunt. Informeer bij de fabrikanten van andere apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat.
Uitleg: een profiel hoort bij een dienst of functie
en bepaalt hoe de verbinding tussen verschillende apparaten tot stand wordt gebracht. Het profiel Handsfree wordt bijvoorbeeld gebruikt voor de verbinding tussen een handsfree apparaat en een telefoon. Apparaten kunnen alleen compatibel zijn als ze dezelfde profielen ondersteunen.
Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het gebruik van Bluetooth-technologie. Raadpleeg de lokale autoriteiten of serviceprovider voor meer informatie.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie of als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit
extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de batterij af.
Als het apparaat is vergrendeld, kunt u de Bluetooth­connectiviteit niet gebruiken. Zie “Beveiliging” op pag. 121 voor meer informatie over het vergrendelen van apparaten.

Instellingen

Druk op en selecteer Connect. > Bluetooth. Wanneer u de toepassing de eerste keer opent, wordt u gevraagd een naam te definiëren voor het apparaat. Nadat u een Bluetooth-verbinding hebt ingesteld en Waarneembrh.
tel. hebt ingesteld op Waarneembaar, is het apparaat
zichtbaar voor andere apparaten met Bluetooth­technologie.
Selecteer een van de volgende opties:
Bluetooth - Selecteer Aan of Uit. Als u een draadloze
verbinding met een ander compatibel apparaat wilt maken, stelt u de Bluetooth-connectiviteit eerst in op Aan en maakt u vervolgens verbinding.
Waarneembrh. tel. - Selecteer Waarneembaar, zodat uw
apparaat door andere Bluetooth-apparaten kan worden gevonden. Selecteer Verborgen als u wilt voorkomen dat de telefoon door andere apparaten wordt gevonden.
Naam van mijn telef. - Bewerk de naam van uw apparaat.
Externe SIM-modus - Als u een ander apparaat wilt
inschakelen, zoals een compatibele carkit, kiest u Aan om via de SIM-kaart in het apparaat verbinding te maken met het netwerk.
Externe SIM-modus
Als u de externe SIM-modus wilt gebruiken met een compatibele carkit, schakelt u de Bluetooth-connectiviteit in en schakelt u het gebruik van de externe SIM-modus in. Voordat de modus kan worden geactiveerd, moeten de twee apparaten worden gekoppeld, waarbij de koppelvorming wordt gestart op het andere apparaat. Gebruik voor de koppelvorming een 16-cijferig wachtwoord en geef het andere apparaat de benodigde autorisatie. Zie “Apparaten paren” op pag. 97. Activeer de externe SIM-modus vanaf het andere apparaat.
Wanneer de externe SIM-modus is ingeschakeld op de Nokia N93, wordt in de standby-modus Externe SIM weergegeven. De verbinding met het draadloze netwerk wordt uitgeschakeld, zoals wordt aangegeven met in de aanduiding voor de signaalsterkte, en u kunt geen SIM-kaartdiensten of -functies gebruiken die een mobiel netwerk vereisen. Tijdens de externe SIM-modus blijft echter een draadloze LAN-verbinding actief.
Connectiviteit
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
95
Waarschuwing: In de externe SIM-modus kunt
u geen gesprekken voeren of ontvangen met uw apparaat, behalve oproepen plaatsen naar bepaalde alarmnummers of andere functies gebruiken waarvoor netwerkdekking is vereist. Als u wilt bellen, moet u de externe SIM-modus eerst afsluiten. Als het toestel is
Connectiviteit
vergrendeld, voert u de blokkeringscode in.
Als u de externe SIM-modus wilt afsluiten, drukt u op de aan/uit-toets en kiest u Externe SIM sluiten.
Beveiligingstips
Als u niet met Bluetooth-connectiviteit wilt werken, kiest u Bluetooth > Uit of Waarneembrh. tel. > Verborgen.
Pas geen paarvorming toe op een onbekend apparaat.

Gegevens verzenden met behulp van Bluetooth-connectiviteit

Er kunnen verschillende Bluetooth-verbindingen tegelijk actief zijn. Als u bijvoorbeeld verbonden bent met een hoofdtelefoon, kunt u tegelijkertijd ook bestanden uitwisselen met een ander compatibel apparaat.
Symbolen voor Bluetooth-connectiviteit
• Als wordt weergegeven in de standby-modus, is Bluetooth-connectiviteit ingeschakeld.
• Als knippert, wordt geprobeerd verbinding te maken met een ander apparaat.
• Als continu wordt weergegeven, worden er gegevens overgebracht met behulp van Bluetooth­connectiviteit.
1 Open de toepassing waarin het item dat u wilt
verzenden, is opgeslagen. Als u bijvoorbeeld een afbeelding wilt verzenden naar een ander compatibel apparaat, opent u Galerij.
2 Selecteer het item en kies Opties > Zenden > Via
Bluetooth. Apparaten met Bluetooth-technologie die
zich binnen het bereik bevinden, worden weergegeven op het scherm. Apparaatpictogrammen zijn: computer, telefoon, audio- of video-apparaat en een ander apparaat. Als u de zoekopdracht wilt onderbreken, kiest u Stop.
3 Selecteer het apparaat waarmee u verbinding
wilt maken.
4 Als paarvorming met het andere apparaat is vereist,
hoort u een geluidssignaal en moet u een wachtwoord opgeven. Zie “Apparaten paren” op pag. 97.
5 Als de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt het
bericht Gegevens worden verzonden.
In de map Verzonden in Berichten worden geen berichten bewaard die via Bluetooth zijn verzonden.
Tip! Het kan zijn dat bij het zoeken naar apparaten
voor sommige apparaten alleen de unieke adressen worden weergeven (apparaatadressen). Als u wilt
96
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
weten wat het unieke adres van het apparaat is, geeft u de code *#2820# op in de standby-modus.

Apparaten paren

Als u de weergave voor gekoppelde apparaten wilt openen ( ), drukt u in de hoofdweergave van Bluetooth op .
Stel vóór de paarvorming uw wachtwoord in (1-16 cijfers) en spreek met de eigenaar van het andere apparaat af hetzelfde wachtwoord te gebruiken. Bij apparaten zonder gebruikersinterface wordt het wachtwoord gebruikt dat in de fabriek is ingesteld. Het wachtwoord is voor eenmalig gebruik.
Als u een koppelvorming tot stand wilt brengen met een apparaat, kiest u Opties > Nw gekoppeld app.. Apparaten met draadloze Bluetooth-technologie die zich binnen het bereik bevinden, worden weergegeven op het scherm. Selecteer het apparaat en voer het wachtwoord in. Op het andere apparaat moet hetzelfde wachtwoord worden ingevoerd. Vervolgens wordt het apparaat opgeslagen in de weergave voor gepaarde apparaten.
Gepaarde apparaten zijn te herkennen aan het symbool in de lijst met apparaten.
Als u gekoppelde apparaten wilt instellen als geautoriseerd of niet geautoriseerd, gaat u naar een apparaat en kiest u een van de volgende opties:
Geautoriseerd - Verbindingen tussen uw apparaat en dit
apparaat kunnen zonder uw medeweten tot stand worden gebracht. U hoeft de verbinding niet afzonderlijk te accepteren of autoriseren. Gebruik deze optie voor uw eigen apparaten, zoals uw compatibele hoofdtelefoon of pc of voor apparaten van mensen die u vertrouwt. geeft geautoriseerde apparaten aan in de weergave voor gekoppelde apparaten.
Niet geautoriseerd - Verbindingsverzoeken van dit
apparaat moeten altijd afzonderlijk worden geaccepteerd.
Als u een paarvorming wilt annuleren, gaat u naar het apparaat en selecteert u Opties > Verwijderen. Als u alle paarvormingen wilt annuleren, selecteert u Opties > Alle
verwijderen.
Tip! Als er momenteel een verbinding actief is
tussen het apparaat en een ander apparaat en u de paarvorming met dat apparaat verwijdert, wordt de paarvorming onmiddellijk opgeheven en de verbinding verbroken.
Gegevens ontvangen met behulp van Bluetooth-connectiviteit
Als u gegevens ontvangt via Bluetooth-connectiviteit, hoort u een geluidssignaal en wordt u gevraagd of u het bericht wilt ontvangen. Als u bevestigend antwoordt, verschijnt en wordt het item in de map Inbox in
Connectiviteit
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
97
Berichten geplaatst. Berichten die zijn ontvangen via
Bluetooth-connectiviteit, worden aangeduid met . Zie “Inbox - berichten ontvangen” op pag. 53.

Bluetooth uitschakelen

Als u Bluetooth wilt uitschakelen, kiest u
Connectiviteit
Bluetooth > Uit.

Infraroodverbinding

Via een infraroodverbinding kunt u gegevens zoals visitekaartjes, agendanotities en mediabestanden overbrengen naar een compatibel apparaat.
Richt de IR-straal (infrarood) niet op andermans ogen en vermijd dat deze stoort met andere IR-apparaten. Dit apparaat is een Klasse 1 laserproduct.
Gegevens verzenden en ontvangen via infrarood
1 Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van het
verzendende en ontvangende apparaat naar elkaar wijzen en dat zich tussen de apparaten geen obstakels bevinden. Plaats de twee apparaten liefst op maximaal één meter afstand van elkaar.
2 De gebruiker van het ontvangende apparaat activeert
de infraroodpoort.
Als u de infraroodpoort van uw apparaat wilt activeren zodat u gegevens kunt ontvangen via infrarood, drukt u op en kiest u Connect. > Infrarood.
3 De gebruiker van het verzendende apparaat
selecteert de gewenste infraroodfunctie om de gegevensoverdracht te starten. Als u gegevens wilt verzenden via infrarood, gaat u naar het gewenste bestand in een toepassing of bestandsbeheer en kiest u Opties > Zenden > Via
infrarood.
Als de gegevensoverdracht niet wordt gestart binnen één minuut na activering van de infraroodpoort, wordt de verbinding geannuleerd en moet deze opnieuw worden geactiveerd.
Alle items die via infrarood worden ontvangen, worden in de map Inbox geplaatst in Berichten. Nieuwe infraroodberichten worden aangeduid met .
Wanneer knippert, wordt geprobeerd een verbinding tot stand te brengen tussen de apparaten of is de verbinding verbroken.
Wanneer continu wordt weergegeven, is de infraroodverbinding actief is en kunt u gegevens verzenden en ontvangen via de infraroodpoort.
98
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.

Gegevenskabel

Druk op en selecteer Connect. > Gegev.kabel. Selecteer in de Gegevenskabelmodus waarvoor de verbinding met de USB-gegevenskabel wordt gebruikt: PC
Suite, Gegevensoverdracht of Afb. afdrukken. Als u wilt
instellen dat het doel van de verbinding moet worden opgegeven telkens wanneer de kabel wordt aangesloten, kiest u Vragen bij verbinding.

Pc-verbindingen

U kunt het apparaat gebruiken met allerlei toepassingen voor pc-connectiviteit en gegevenscommunicatie. Met Nokia PC Suite kunt u bijvoorbeeld afbeeldingen overbrengen tussen een apparaat en een compatibele pc.
Maak de verbinding om te synchroniseren met het apparaat altijd vanaf de pc.

Het apparaat als modem gebruiken

U kunt het apparaat als modem gebruiken voor het verzenden en ontvangen van e-mailberichten of om via een compatibele computer verbinding te maken met internet via een Bluetooth- of infraroodverbinding, of een USB-gegevenskabel. Voor gedetailleerde installatie-
instructies raadpleegt u de gebruikershandleiding van Nokia PC Suite.
Tip! Wanneer u Nokia PC Suite voor de eerste keer
gebruikt, gebruikt u de wizard Verbinding maken van Nokia PC Suite om verbinding te maken tussen het apparaat en de compatibele pc.
Connectiviteit

Verbindingsbeheer

Druk op en selecteer Connect. > Verb.beh.. Als u de status van gegevensverbindingen wilt bekijken of een verbinding wilt verbreken in een GSM- of UMTS-netwerk of een draadloos LAN-netwerk, kiest u Act. geg.verb.. Als u wilt zoeken naar de beschikbare draadloze LAN­netwerken binnen het bereik, kiest u Beschk. WLAN.

Gegevensverbindingen

In de weergave met actieve verbindingen, kunt u de geopende gegevensverbindingen bekijken: Gegevensoproepen ( ), pakketgegevensverbindingen ( of ) en draadloze LAN-verbindingen ( ).
Opmerking: De uiteindelijke gespreksduur die
door de serviceprovider in rekening wordt gebracht kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
99
Als u een verbinding wilt verbreken, kiest u Opties >
Verb. verbreken. Als u alle geopende verbindingen wilt
verbreken, kiest u Opties > Alle verb. verbrek..
Als u de details van een verbinding wilt bekijken, kiest u
Opties > Gegevens. Welke details worden weergegeven,
is afhankelijk van het type verbinding.
Connectiviteit

Draadloos LAN

In de weergave voor de beschikbare draadloze LAN­netwerken wordt een lijst met draadloze LAN-netwerken binnen het bereik weergegeven, de bijbehorende netwerkmodus (Infrastructuur of Ad-hoc) en een symbool voor de signaalsterkte. wordt weergegeven voor netwerken met codering en als uw apparaat een actieve verbinding heeft in het netwerk.
Als u de details van een netwerk wilt bekijken, kiest u
Opties > Gegevens.
Als u een internettoeganspunt in een netwerk wilt instellen, kiest u Opties > Toeg.pt definiëren.

Synchronisatie

Druk op en selecteer Connect. > Synchr. Met Synchr. kunt u uw notities, agenda- en contactgegevens en
e-mailberichten synchroniseren met diverse andere compatibele agenda- en adresboektoepassingen op een compatibele computer of op internet. U kunt ook synchronisatie-instellingen definiëren of bewerken.
In de synchronisatietoepassing wordt SyncML-technologie gebruikt voor het synchroniseren van gegevens. Voor informatie over de compatibiliteit met SyncML neemt u contact op met de leverancier van de toepassing waarmee u de gegevens op uw apparaat wilt synchroniseren.
U kunt synchronisatie-instellingen ontvangen in een speciaal SMS-bericht. Zie “Gegevens en instellingen” op pag. 54.

Gegevens synchroniseren

In de hoofdweergave Synchr. kunt u de verschillende synchronisatieprofielen bekijken.
1 Selecteer een synchronisatieprofiel en kies
vervolgens Opties > Synchroniseren. De status van de synchronisatie wordt op het scherm weergegeven. Als u de synchronisatie tussentijds wilt afbreken, kiest u Annuleer.
2 U ontvangt een melding wanneer de synchronisatie
is voltooid. Kies Ja om het logbestand met de synchronisatiestatus te bekijken en na te gaan hoeveel items zijn toegevoegd, bijgewerkt, verwijderd
100
Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
Loading...