Nokia N90 User Manual [nl]

CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RM-42 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de Europese gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden aangeboden aan het einde van de levensduur van het product. Dit geldt voor het apparaat, maar ook voor alle toebehoren die van dit symbool
zijn voorzien. Bied deze producten niet aan bij het gewone huisvui. Copyright © 2005 Nokia. Alle rechten voorbehouden Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden. Nokia, Nokia Connecting People en Pop-Port zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven
kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
This product includes software licensed from Symbian Software Ltd (c) 1998­200(5). Symbian and Symbian OS are trademarks of Symbian Ltd.
Java™ and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.
Stac ®, LZS ®, ©1996, Stac, Inc., ©1994-1996 Microsoft Corporation. Includes one or more U.S. Patents: No. 4701745, 5016009, 5126739, 5146221, and 5414425. Other patents pending.
declaration_of_conformity/.
Hi/fn ®, LZS ®,©1988-98, Hi/fn. Includes one or more U.S. Patents: No. 4701745, 5016009, 5126739, 5146221, and 5414425. Other patents pending. Part of the software in this product is © Copyright ANT Ltd. 1998. All rights reserved. US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright (C) 1997-2005. Tegic Communications, Inc. All rights reserved. MPEG-4
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information includ ing that relating to promotional, internal and commercial uses may be obtained from MPE G LA, LLC. See <http://www.mpegla.com>.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé­en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4­videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is ve rkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie <http://www.mpegla.com>
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade. De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia-leverancier.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Exportbepalingen Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Omleiding in strijd met de wetgeving is verboden.
FCC-/INDUSTRY CANADA-KENNISGEVING Het apparaat kan storingen veroorzaken bij tv's of radio's (bijvoorbeeld wanneer u een telefoon te dichtbij een ontvangend apparaat gebruikt). De FCC of Industry
Canada kan u verplichten het gebruik van uw telefoon te staken als dergelijke storing niet kan worden beëindigd. Als u hulp nodig hebt, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke netwerkexploitant. Dit apparaat voldoet aan artikel 15 van de FCC-regels. Gebruik is onderhevig aan de voorwaarde dat dit apparaat geen schadelijke storing veroorzaakt.
ISSUE 2 NL, 9238598
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Inhoudsopgave

Voor uw veiligheid..................................... 9
De Nokia N90 ..........................................12
Modi........................................................................................12
Modus Opengevouwen ..............................................12
Modus Dichtgevouwen..............................................12
Modus Beeldbewerking ............................................. 13
Modus Camera.............................................................14
Belangrijke symbolen.........................................................14
Het polsbandje aansluiten................................................ 15
Instellingen configureren..................................................15
Ondersteuning van Nokia via internet.......................... 16
Help.........................................................................................16
Klok .........................................................................................16
Klokinstellingen ........................................................... 17
Wereldklok ....................................................................17
Volume- en luidsprekerregeling...................................... 17
Bestandsbeheer ...................................................................18
Geheugengebruik weergeven................................... 19
Geheugen bijna vol - ruimte vrijmaken................ 19
Geheugenkaart..................................................................... 19
Een geheugenkaart formatteren.............................20
Handige sneltoetsen...........................................................21
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Het apparaat aanpassen .........................23
Profielen - Tonen instellen...............................................24
Het profiel Offline.......................................................25
Inhoud van een ander apparaat overdragen...............25
Het uiterlijk van het apparaat wijzigen........................ 26
Actief standby......................................................................27
Bellen........................................................29
Spraakoproepen...................................................................29
Een conferentiegesprek voeren...............................30
Bellen met een snelkeuzetoets................................30
Spraakgestuurd bellen ...............................................30
Video-oproepen...................................................................31
Videobeelden delen ...........................................................33
Vereisten voor het delen van videobeelden......... 33
Settings..........................................................................34
Video delen....................................................................34
Een uitnodiging accepteren ..................................... 36
Een oproep beantwoorden of weigeren........................ 36
Een video-oproep beantwoorden of weigeren.... 37
Oproep in wachtrij .....................................................38
Opties tijdens een spraakoproep............................. 38
Opties tijdens een video-oproep............................. 39
Logboek ..................................................................................39
Recente oproepen .......................................................39
Duur oproep...................................................................40
Packet-ggvns.................................................................40
Alle communicatiegebeurtenissen
controleren ....................................................................40
Contacten (adresboek) ........................... 42
Namen en nummers opslaan ...........................................42
Standaardnummers en -adressen...........................43
Contactgegevens kopiëren................................................43
SIM-telefoonboek en andere SIM-diensten.........44
Beltonen toevoegen voor contactpersonen.................44
Contactgroepen maken......................................................45
Leden uit een groep verwijderen.............................45
Camera en Galerij ................................... 46
Camera ...................................................................................46
Foto's nemen in de modus Beeldbewerking.........46
Foto's nemen in de modus Camera ........................52
Afbeeldingen bewerken .............................................53
Tips voor het nemen van foto's................................55
Video's opnemen..........................................................56
Videoclips bewerken ...................................................58
Galerij......................................................................................62
Afbeeldingen en videoclips bekijken......................63
Albums............................................................................64
Beeldbewerking........................................65
Afbeeldingen afdrukken ....................................................65
Printer selecteren ........................................................65
Afdrukvoorbeeld...........................................................66
Afdrukinstellingen.......................................................66
RealPlayer™...........................................................................66
Videoclips of geluidsfragmenten afspelen ...........67
Een speellijst maken...................................................67
Live streaming-inhoud afspelen..............................68
RealPlayer-instellingen ontvangen ........................68
Movie Director .....................................................................69
Een snelle muvee maken...........................................70
Een aangepaste muvee maken................................70
Settings ..........................................................................71
Berichten ..................................................72
Tekst invoeren......................................................................73
Gewone tekstinvoer....................................................73
Tekstinvoer met woordenlijst - Woordenboek.... 74
Tekst naar het klembord kopiëren ..........................76
Berichten invoeren en verzenden...................................76
MMS- en e-mailinstellingen ontvangen ..............78
Inbox - berichten ontvangen...........................................79
Multimediaberichten..................................................79
Gegevens en instellingen ..........................................80
Webdienstberichten....................................................80
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Mijn mappen .......................................................................81
Mailbox.................................................................................. 81
De mailbox openen..................................................... 81
E-mailberichten ophalen........................................... 81
E-mailberichten verwijderen.................................... 82
De verbinding met de mailbox verbreken............. 83
Outbox - berichten die nog niet zijn verzonden........ 83
Berichten op een SIM-kaart bekijken ........................... 84
Berichtinstellingen..............................................................84
SMS-berichten.............................................................84
Multimediaberichten..................................................85
E-mail ............................................................................. 86
Webdienstberichten ...................................................88
Infodienst ...................................................................... 88
Overige instellingen....................................................89
Agenda......................................................90
Agenda-items maken.........................................................90
Een agendasignaal instellen.....................................91
Agendaweergaven...............................................................91
Agenda-items verwijderen ............................................... 92
Agenda-instellingen...........................................................92
Web...........................................................93
Toegang tot het web..........................................................93
Browserinstellingen ontvangen...............................93
Instellingen handmatig opgeven ............................ 93
De weergave Bookmarks...................................................94
Bookmarks handmatig toevoegen..........................94
Bookmarks verzenden ................................................94
Verbinding maken...............................................................95
Beveiliging van de verbinding.................................. 95
Browsen .................................................................................95
Opgeslagen pagina's weergeven.............................96
Items downloaden en aanschaffen................................97
Een verbinding verbreken .................................................97
De cache leegmaken...................................................97
Webinstellingen................................................................... 98
Kantoor.................................................. 100
Rekenmachine....................................................................100
Percentages berekenen............................................100
Omrekenen..........................................................................100
Basisvaluta en wisselkoersen instellen ...............101
Taak.......................................................................................101
Een takenlijst maken ................................................101
Notities ................................................................................102
Opname-eenheid...............................................................102
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Persoonlijk ............................................. 103
Favorieten - Snelkoppelingen toevoegen.................. 103
Een snelkoppeling verwijderen .............................103
Chatten - Instant messaging (chatten) .................... 103
Chatinstellingen ontvangen .................................. 104
Verbinding maken met een chatserver............... 104
Chatinstellingen aanpassen................................... 104
Chatgroepen en -gebruikers zoeken ................... 105
Aanmelden bij een chatgroep of
een chatgroep verlaten........................................... 105
Chatten........................................................................105
Gesprekken bekijken en starten............................106
Chatcontacten........................................................... 107
Chatgroepen beheren.............................................. 108
Een chatgroep beheren ...........................................109
Instellingen van de chatserver.............................. 110
Connectiviteit........................................ 111
Bluetooth-verbinding......................................................111
Instellingen voor Bluetooth-verbindingen ........ 112
Gegevens verzenden via een
Bluetooth-verbinding ..............................................112
Apparaten paren .......................................................113
Gegevens ontvangen via een
Bluetooth-verbinding...............................................114
Bluetooth uitschakelen............................................115
Pc-verbindingen ................................................................115
Cd-rom .........................................................................115
Het apparaat als modem gebruiken.....................115
Verbindingsbeheer ............................................................115
Gegevensverbindingsdetails bekijken ..................116
Externe synchronisatie ....................................................117
Een nieuw synchronisatieprofiel maken.............117
Gegevens synchroniseren........................................118
Apparaatbeheer .................................................................118
Serverprofielinstellingen .........................................119
Instrumenten......................................... 120
Instellingen .........................................................................120
Telefoon-instellingen ...............................................120
Oproepinstellingen....................................................121
Instellingen verbinding ............................................122
Datum en tijd..............................................................125
Beveiliging...................................................................126
Oproepen doorschakelen.........................................129
Oproepblokk. ..............................................................129
Netwerk........................................................................130
Instellingen toebehoren...........................................130
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Instellingen klepdisplay...................................................131
Spraakopdrachten.............................................................131
Toepassingsbeheer............................................................132
Toepassingen en software installeren.................132
Toepassingen en software verwijderen...............134
Toepassingsinstellingen...........................................134
Activeringssleutels - Auteursrechtelijk
beschermde bestanden verwerken...............................134
Problemen oplossen.............................. 136
Vraag en antwoord...........................................................136
Informatie over de batterij.................. 140
Opladen en ontladen........................................................140
Richtlijnen voor het controleren van de
echtheid van Nokia-batterijen......................................141
Verzorging en onderhoud .................... 143
Aanvullende veiligheidsinformatie...... 144
Index ...................................................... 148
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Voor uw veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel de telefoon niet
in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING Alle draadloze telefoons kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van de telefoon negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Schakel de telefoon uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN Gebruik de telefoon niet in een
benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle
mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de telefoon niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag
alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
9
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik
alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID De telefoon is niet
waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een
gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de telefoon is ingeschakeld en actief is. Het toetsenblok is alleen actief in de modus Opengevouwen. Druk zo vaak als nodig is op de beëindigingstoets om het display te wissen en ga terug naar het beginscherm. Geef het alarmnummer op en druk op de kiestoets. Geef uw locatie op. Beëindig het gesprek pas als u hiervoor toestemming krijgt.
Informatie over het apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het EGSM 900/1800/1900- en UMTS 2100-netwerk. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme rechten van anderen.
Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt of gebruikt, aan alle regelgeving en eerbiedig de lokale gewoonten, privacy en legitieme rechten van anderen.
Waarschuwing:
wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken
Als u andere functies van dit apparaat
.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle netwerken
10
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw serviceprovider extra instructies voor het gebruik van de diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten. Netwerk­functies worden in deze handleiding aangeduid met .
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook speciaal geconfigureerd zijn. Deze configuratie kan menunamen, de menuvolgorde en symbolen betreffen. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Voor een aantal functies van dit apparaat, zoals MMS, browsen, e-mail en het downloaden van inhoud via een browser of MMS, is mogelijk netwerkondersteuning nodig voor deze technologieën.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten.
Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
Uitbreidingen, batterijen en opladers
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: DC-4-, AC-3 en AC-4-lader, of een AC-1-, ACP-7-, ACP-8-, ACP-9-, ACP-12-, LCH-8-, LCH-9- of LCH-12-lader indien gebruikt met de CA-44-adapter die bij de telefoon wordt geleverd.
De batterij die bestemd is voor gebruik met dit apparaat is de BL-5B.
Waarschuwing:
toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere types kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
Gebruik alleen batterijen, laders en
.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
11

De Nokia N90

Modelnummer: Nokia N90-1
Hierna aangeduid als de Nokia N90.
De Nokia N90

Modi

Het apparaat heeft vier mechanische modi die verschillende toepassingssituaties ondersteunen: Dichtgevouwen, Opengevouwen voor het gebruik van het apparaat, Beeldbewerking voor het opnemen van video en het nemen van foto's, en Camera voor het nemen van foto's. Als u tussen de modi wilt schakelen, draait u de klep en de draaiascamera. Er treedt een korte time-out op voordat een modus wordt geactiveerd.
12
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Modus Opengevouwen

Wanneer u de klep opent, wordt de modus Opengevouwen automatisch geactiveerd: het hoofddisplay wordt verlicht, het toetsenblok is beschikbaar en u hebt toegang tot het menu. U kunt met de bladertoets door het menu schuiven.
De modus Dichtgevouwen wordt zelfs geactiveerd als de klep niet volledig is geopend. De klep wordt tot ongeveer 150 graden geopend, zoals u in de afbeelding ziet. Probeer de klep niet verder te openen.

Modus Dichtgevouwen

Wanneer de klep wordt gesloten, wordt het hoofddisplay gedeactiveerd en wordt het klepdisplay verlicht. Actieve gesprekken worden beëindigd tenzij de luidspreker wordt gebruikt of een hoofdtelefoon is aangesloten. Als u de speler gebruikt om een geluidsclip te beluisteren, blijft deze doorspelen.
In de modus Dichtgevouwen biedt het klepdisplay een beperkte functionaliteit. In de weergave van de standby­modus ziet u mogelijkerwijs de symbolen van de signaalsterkte en accu, het operatorlogo, tijdinformatie, statussymbolen en de naam van het actieve profiel (als dit niet Algemeen is). Als u naar een geluidsclip luistert, worden volumebalken en gegevens over de gespeelde nummers weergegeven.
Als het toetsenblok niet is vergrendeld, kunt u de aan/uit­toets, de bladertoets en de opnametoets (voor uitgebreide spraakopdrachten) gebruiken. Als u opdrachten in het display wilt selecteren, bijvoorbeeld Tonen en Terug, beweegt u de bladertoets om de gewenste tekst te markeren en drukt u vervolgens op de bladertoets.
Agenda- en kloksignalen en notities voor gemiste oproepen en nieuwe ontvangen berichten worden eveneens weergegeven. U kunt ontvangen SMS-berichten en de tekst- en afbeeldingsobjecten van ontvangen multimediaberichten weergeven in het klepdisplay. Als u andere typen berichten wilt bekijken, opent u de klep en bekijkt u de berichten in het hoofddisplay.
Binnenkomende oproepen worden aangeduid met het gebruikelijke signaal en een notitie. Open de klep als u een oproep wilt beantwoorden en de hoorn wilt gebruiken. Als u een oproep wilt beantwoorden en de luidspreker wilt
gebruiken, selecteert u Antwrd. Als een hoofdtelefoon op het apparaat is aangesloten, drukt u op de antwoordtoets op de hoofdtelefoon.
Open de klep als u wilt bellen of het menu wilt gebruiken.

Modus Beeldbewerking

In de modus Beeldbewerking kunt u video's opnemen, foto's maken, videoclips en foto's bewerken en live videobeelden verzenden tijdens een video-oproep . Zie ‘Camera en Galerij’ op pag. 46 en ‘Video-oproepen’ op pag. 31.
Als u de modus Beeldbewerking wilt activeren, opent u de klep tot 90 graden, houdt u het apparaat zijdelings en draait u de klep omhoog zodat het hoofddisplay naar u toe is gericht. De camera wordt gestart en u kunt de vast te leggen weergave bekijken. U kunt de draai-ascamera ook draaien. In de modus Beeldbewerking draait de camera 180 graden linksom en bijna 135 graden rechtsom. Probeer de camera niet verder te draaien.
De Nokia N90
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
13
In de modus Beeldbewerking is het toetsenblok niet actief. U kunt de opnametoets, bladertoets, aan/uit-toets, de selectietoetsen Omhoog en Omlaag naast het hoofddisplay en gebruiken om een actieve oproep te beëindigen.
De Nokia N90
Waarschuwing: u kunt in de modus
Beeldbewerking geen alarmnummers bellen, omdat het toetsenblok niet actief is. Als u een alarmnummer moet bellen, activeert u de modus Opengevouwen.

Modus Camera

In de modus Camera kunt u snel foto's maken. U kunt de camera gebruiken tijdens een actieve oproep. Zie ‘Camera en Galerij’ op pag. 46.
Als u de modus Camera wilt activeren, draait u de draai-ascamera wanneer de klep is gesloten. De zoeker wordt weergegeven in het klepdisplay. De camera draait 180 graden linksom en bijna 135 graden rechtsom. Probeer de camera niet verder te draaien.
In de modus Camera kunt u de opnametoets, bladertoets en aan/uit-toets gebruiken.

Belangrijke symbolen

- De telefoon wordt gebruikt in een GSM-netwerk.
(netwerkdienst) – De telefoon wordt gebruikt in een
UMTS-netwerk. Zie ‘Netwerk’ op pag. 130.
- U hebt een of meer berichten ontvangen in de
map Inbox in Berichten.
- De map Outbox bevat berichten die nog niet zijn
verzonden. Zie ‘Outbox - berichten die nog niet zijn verzonden’ op pag. 83.
- U hebt oproepen gemist. Zie ‘Recente oproepen’
op pag. 39.
- Dit wordt weergegeven als Beltoontype is ingesteld
op Stil en Berichtensignaaltoon, Chatsignaaltoon en
Signaaltoon e-mail zijn ingesteld op Uit. Zie ‘Profielen -
Tonen instellen’ op pag. 24.
- Het toetsenblok van de telefoon is vergrendeld. Zie Toetsenblokvergrendeling in de handleiding Aan de slag.
- Er is een alarm actief. Zie ‘Klok’ op pag. 16.
- De tweede telefoonlijn wordt gebruikt.
Zie ‘Oproepinstellingen’ op pag. 121.
14
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
- Alle oproepen naar de telefoon worden omgeleid
naar een ander nummer. Als u twee telefoonlijnen hebt, is
het doorschakelsymbool voor de eerste lijn en
voor de tweede lijn.
- Er is een hoofdtelefoon aangesloten op de telefoon.
- Er is een hoorapparaat aangesloten op de telefoon.
- De verbinding met een Bluetooth-hoofdtelefoon is
verbroken.
- Er is een gegevensoproep actief.
- Er is een GPRS- of EDGE-pakketgegevensverbinding
beschikbaar.
- Er is een GPRS- of EDGE-pakketgegevensverbinding
actief.
- Er staat een GPRS- of EDGE­pakketgegevensverbinding in de wachtstand. Deze pictogrammen worden weergegeven in plaats van het symbool voor de signaalsterkte (in de linkerbovenhoek in de standby-modus). Zie ‘Pakketgegevensverbindingen in GSM- en UMTS-netwerken’ op pag. 123.
- Er is een UMTS-pakketgegevensverbinding beschikbaar.
- Er is een UMTS-pakketgegevensverbinding actief.
- Er staat een UMTS-pakketgegevensverbinding in de wacht.
- Bluetooth-connectiviteit is Aan.
- Er worden gegevens verzonden via een Bluetooth-
verbinding. Zie ‘Bluetooth-verbinding’ op pag. 111.
- Er is een USB-verbinding actief.
- Er is een gelezen e-mailbericht dat u kunt ophalen
naar de telefoon.
- Er is een ongelezen e-mailbericht dat u kunt ophalen
naar de telefoon.

Het polsbandje aansluiten

Rijg het bandje door het toestel volgens de afbeelding en trek het vast.

Instellingen configureren

Om multimediaberichtgeving, GPRS, internet en andere draadloze services te kunnen gebruiken, moet u de juiste configuratie-instellingen op de telefoon hebben ingesteld.
Het is mogelijk dat de instellingen door uw serviceprovider al op de telefoon zijn geïnstalleerd, of u kunt de instellingen als een speciaal SMS-bericht ontvangen van uw serviceprovider. Zie ‘Gegevens en instellingen’ op pag.
80. Voor meer informatie over de beschikbaarheid van de instellingen neemt u contact op met uw netwerkoperator,
De Nokia N90
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
15
serviceprovider of dichtstbijzijnde bevoegde Nokia-dealer, of gaat u naar het ondersteuningsgedeelte van de Nokia­website op www.nokia.com/support.

Ondersteuning van Nokia via internet

De Nokia N90
Kijk op www.nokia.com/support of op de lokale website van Nokia voor de nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en services voor uw Nokia-product.
Als u Help wilt openen vanuit het hoofdmenu selecteert u
Instrum. > Help. Selecteer de gewenste toepassing om een
lijst met Help-onderwerpen weer te geven. Als u Help­onderwerpen wilt zoeken met behulp van trefwoorden, selecteert u Opties > Zoeken op trefw..
Wanneer u een Help-onderwerp leest, kunt u op of drukken als u andere verwante onderwerpen wilt bekijken.

Klok

16

Help

Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help. U hebt vanuit elke toepassing of vanuit het hoofdmenu toegang tot de Help.
Als u vanuit een geopende toepassing de Help voor de huidige weergave wilt openen, selecteert u Opties > Help.
Voorbeeld: als u instructies wilt bekijken over het
maken van een visitekaartje, maakt u een visitekaartje en selecteert u Opties > Help.
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar de toepassing die op de achtergrond geopend is door ingedrukt te houden.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Druk op en selecteer Klok.
Selecteer Opties > Alarm instellen om een nieuw alarm in te stellen. Voer de alarmtijd in en selecteer OK. Als het alarm actief is, wordt het symbool weergegeven.
Als u het alarm wilt uitschakelen, selecteert u Stop. Als het alarm afgaat, kunt u het gedurende vijf minuten uitschakelen door op een willekeurige toets te drukken of Snooze te selecteren. Daarna gaat het alarm weer af. U kunt dit maximaal vijf keer doen.
Als het tijdstip voor het alarm is aangebroken terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het apparaat zichzelf in en wordt de alarmtoon afgespeeld. Als u Stop selecteert, wordt u gevraagd of het apparaat moet worden geactiveerd voor oproepen. Selecteer Nee als u het apparaat wilt uitschakelen of Ja als u het apparaat wilt
gebruiken om te bellen en gebeld te worden. Selecteer Ja niet wanneer het gebruik van een draadloze telefoon storingen of gevaar kan opleveren.
Als u een alarm wilt annuleren, selecteert u Klok >
Opties > Alarm uitschakelen.

Klokinstellingen

Als u de klokinstellingen wilt wijzigen, selecteert u
Opties > Instellingen in de klok. Als u de datum of
tijd wilt wijzigen, selecteert u Tijd of Datum.
Als u de klok wilt wijzigen die wordt weergegeven in standby-modus, bladert u omlaag en selecteert u
Type klok > Analoog of Digitaal.
Als u wilt toestaan dat de tijd-, datum- en tijdzonegegevens op de telefoon worden bijgewerkt door het netwerk van de mobiele telefoon , bladert u omlaag en selecteert u Autom. tijd aanp.. De instelling Autom.
tijd aanp. wordt pas actief als u de telefoon opnieuw hebt
ingeschakeld.
Als u de alarmtoon wilt wijzigen, bladert u omlaag en selecteert u Alarmtoon klok.
Als u de status van de zomertijd wilt aanpassen, bladert u omlaag en selecteert u Zomertijd. Selecteer Aan om een uur toe te voegen aan de tijd van Mijn huidige stad. Zie ‘Wereldklok’ op pag. 17. Wanneer de zomertijd actief is,
wordt het symbool weergegeven in de beginweergave van de klok. Deze instelling wordt niet weergegeven als
Autom. tijd aanp. is ingeschakeld.

Wereldklok

Open Klok en druk op om de weergave Wereldklok te openen. In de weergave Wereldklok kunt u de tijd in verschillende steden zien.
Als u steden aan de lijst wilt toevoegen, selecteert u
Opties > Stad toevoegen. Voer de eerste letters van de
naam van de stad in. Het zoekveld verschijnt automatisch en de overeenkomende steden worden weergegeven. Selecteer een stad. U kunt maximaal 15 steden aan de lijst toevoegen.
Als u de huidige stad wilt instellen, gaat u naar de gewenste stad en selecteert u Opties > Mijn huidige stad. De stad wordt weergegeven in de beginweergave van de klok en de tijd op de telefoon wordt aangepast aan de geselecteerde stad. Controleer of de tijd juist is en overeenkomt met de tijdzone.

Volume- en luidsprekerregeling

Terwijl u belt of naar een geluid luistert, kunt u het geluidsvolume regelen.
De Nokia N90
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
17
Daartoe drukt u respectievelijk op of of beweegt u de bladertoets naar rechts of links.
De ingebouwde luidspreker maakt het mogelijk vanaf een korte afstand te spreken en luisteren zonder dat u de telefoon bij uw oor hoeft te houden. Geluidstoepassingen maken standaard gebruik van de luidspreker.
De Nokia N90
Waarschuwing: houd het apparaat niet dicht
bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Zie Toetsen en onderdelen in de handleiding Aan de slag voor een afbeelding van de luidspreker.
Als u de luidspreker wilt gebruiken tijdens een oproep, start u een oproep en drukt u op Opties > Luidspreker
insch..
Als u de luidspreker wilt uitschakelen tijdens een actieve oproep of wanneer u naar een geluid luistert, selecteert u
Opties > Telefoon insch..

Bestandsbeheer

Voor veel functies van de telefoon wordt geheugen gebruikt voor het opslaan van gegevens. Het gaat hierbij om functies voor contactpersonen, berichten, afbeeldingen, beltonen, agenda en taken, documenten
en gedownloade toepassingen. De hoeveelheid beschikbaar geheugen is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens die al in het telefoongeheugen is opgeslagen. U kunt een geheugenkaart gebruiken als extra opslagruimte. Geheugenkaarten zijn herschrijfbaar, zodat u gegevens erop kunt opslaan en verwijderen.
Als u wilt bladeren in bestanden en mappen in het telefoongeheugen of op een geheugenkaart (indien ingevoegd), drukt u op en selecteert u Instrum. >
Best.beh. De weergave van het telefoongeheugen ( )
wordt geopend. Druk op om de weergave van de geheugenkaart te openen ( ).
Als u bestanden wilt verplaatsen of kopiëren naar een map, drukt u tegelijk op en om een bestand te markeren en selecteert u Opties > Verplaats naar map of Kopiëren
naar map.
Pictogrammen in Best.beh.:
Map Map met een submap
Als u naar een bestand wilt zoeken, selecteert u Opties >
Zoeken en het geheugen waarin u wilt zoeken. Voer
vervolgens een zoektekst in die overeenkomt met de bestandsnaam.
Tip! Met Nokia Phone Browser in Nokia PC Suite kunt
u de verschillende geheugens in de telefoon bekijken. Zie de cd-rom in het pakket.
18
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Geheugengebruik weergeven

Als u wilt bekijken welke typen gegevens de telefoon bevat en hoeveel geheugen in gebruik wordt genomen door de verschillende gegevenstypen, selecteert u Opties >
Gegevens geheugen. Ga naar Vrij geheug. om
de hoeveelheid beschikbaar geheugen in de telefoon te bekijken.
Als u de hoeveelheid beschikbaar geheugen op de geheugenkaart wilt bekijken wanneer deze in de telefoon is geplaatst, drukt u op om de weergave van de geheugenkaart te openen en selecteert u Opties >
Gegevens geheugen.

Geheugen bijna vol - ruimte vrijmaken

U ontvangt een melding op de telefoon als het telefoongeheugen of het geheugen van de geheugenkaart bijna vol raakt. Als het telefoongeheugen bijna leeg is terwijl de browser is geopend, wordt de browser automatisch gesloten om wat geheugenruimte vrij te maken.
Als u telefoongeheugen wilt vrijmaken, kopieert u via bestandsbeheer gegevens naar een geheugenkaart. Markeer de bestanden die u wilt verplaatsen en selecteer
Verplaats naar map > Geheugenkaart en een map.
Tip! Als u geheugen op de telefoon of geheugenkaart
wilt vrijmaken, gebruikt u Image Store in Nokia PC Suite om foto's en videoclips over te brengen naar een compatibele pc. Zie de cd-rom in het pakket.
Als u gegevens wilt verwijderen om geheugen vrij te maken, gebruikt u Best.beh. of gaat u naar de desbetreffende toepassing. U kunt bijvoorbeeld de volgende items verwijderen:
• Berichten in de mappen Inbox, Ontwerpen en
Verzonden in Berichten
• Opgehaalde e-mailberichten in het telefoongeheugen.
• Opgeslagen webpagina's.
• Opgeslagen afbeeldingen, video's of geluidsbestanden.
• Contactgegevens.
• Agendanotities.
• Gedownloade toepassingen. Zie ook ‘Toepassingsbeheer’ op pag. 132.
• Andere gegevens die u niet meer nodig hebt..

Geheugenkaart

Opmerking: in dit apparaat wordt een multimediakaart (RS-MMC-kaart) gebruikt van het type Reduced Size Dual Voltage (1,8/3V). Gebruik alleen RS­MMC-kaarten met tweevoudig voltage als u verzekerd
De Nokia N90
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
19
wilt zijn van compatibiliteit tussen de onderdelen. Informeer bij de fabrikant of leverancier van de RS-MMC­kaart naar de compatibiliteit van de geheugenkaart.
Gebruik alleen compatibele multimediakaarten (RS-MMC-kaarten) met dit apparaat. Andere geheugenkaarten, zoals SD-kaarten (Secure Digital)
De Nokia N90
passen niet in de geheugenkaartsleuf en zijn niet compatibel met dit apparaat. Als u een incompatibele geheugenkaart gebruikt, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de incompatibele kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
Houd alle geheugenkaarten buiten bereik van kleine kinderen.
Druk op en selecteer
Instrum. > Geheugen.
U kunt een geheugenkaart gebruiken als extra opslagruimte. Het is bovendien verstandig de gegevens in het telefoongeheugen regelmatig naar de geheugenkaart te kopiëren. U kunt de gegevens later op de telefoon herstellen. Zie De geheugenkaart plaatsen in de handleiding Aan de slag.
U kunt de geheugenkaart niet gebruiken als het klepje van de geheugenkaartsleuf is geopend.
Belangrijk: verwijder de geheugenkaart nooit
tijdens een bewerking waarbij de kaart wordt gebruikt. Als de kaart midden in een bewerking wordt verwijderd, kan dit schade toebrengen aan het apparaat, de geheugenkaart en de gegevens op de kaart.
Als u een back-up van het telefoongeheugen wilt maken op een geheugenkaart, selecteert u Opties >
Reservekopie.
Als u de informatie van de geheugenkaart wilt terugzetten in het telefoongeheugen, selecteert u Opties > Herst.
vanaf kaart.
Tip! Als u de naam van een geheugenkaart wilt
wijzigen, selecteert u Opties > Naam geh.kaart.

Een geheugenkaart formatteren

Wanneer een geheugenkaart opnieuw wordt geformatteerd, gaan alle gegevens op de kaart definitief verloren.
Sommige geheugenkaarten zijn voorgeformatteerd. Andere kaarten moet u zelf eerst formatteren. Raadpleeg uw leverancier om te achterhalen of u de geheugenkaart moet formatteren voor het eerste gebruik.
20
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
U formatteert een geheugenkaart door Opties > Geh.kaart
formatt. te selecteren. Selecteer Ja ter bevestiging. Voer
na het formatteren een naam in voor de geheugenkaart en selecteer OK.

Handige sneltoetsen

Gebruik sneltoetsen om het apparaat snel optimaal te kunnen gebruiken. Raadpleeg de desbetreffende hoofdstukken in deze gebruikershandleiding voor meer informatie over de functies.
Sneltoetsen tijdens het fotograferen
• Als u wilt in- en uitzoomen, drukt u de bladertoets omhoog en omlaag.
• Als u de instellingen voor Afbeeldingsinstell. wilt invoeren, drukt u op de bladertoets.
• Als u de flitsmodus wilt wijzigen, drukt u de bladertoets naar links of rechts.
• Nadat u een foto hebt genomen, drukt u de opnametoets half in om een nieuwe foto te maken.
• Als u een toepassing hebt geactiveerd in de modus Beeldbewerking, drukt u op de opnametoets om terug te keren naar de camera.
Sneltoetsen tijdens het opnemen van video's
• Als u wilt in- of uitzoomen, drukt u de bladertoets omhoog of omlaag.
• Als u de instellingen voor Video-instellingen wilt
invoeren, drukt u op de bladertoets.
• Als u een toepassing hebt geactiveerd in de modus Beeldbewerking, drukt u op de opnametoets om terug te keren naar de camera.
Tekst en lijsten bewerken
• Als u een item in een lijst wilt markeren, gaat u erheen en drukt u tegelijkertijd op en .
• Als u meerdere items in een lijst wilt markeren, houdt u ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op of . Als u de selectie wilt beëindigen, laat u achtereenvolgens en los.
• Zo kopieert en plakt u tekst: houd ingedrukt Druk tegelijkertijd op of om letters en woorden te selecteren of op of om rijen tekst te selecteren. Alle tekst die u zo selecteert, wordt gemarkeerd. Houd
ingedrukt en kies Kopiëren om de tekst naar het
klembord te kopiëren. Houd ingedrukt en kies
Plakken om de tekst in een document in te voegen.
Standby-modus
• Houd ingedrukt om te schakelen tussen geopende toepassingen. Als er onvoldoende geheugen is, kan het zijn dat toepassingen automatisch worden gesloten. Voordat een toepassing wordt gesloten, worden niet­opgeslagen gegevens opgeslagen.
• Als u het profiel wilt wijzigen, drukt u op en selecteert u een profiel.
De Nokia N90
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
21
• Houd ingedrukt om te schakelen tussen de
profielen Algemeen en Stil. Als u twee telefoonlijnen hebt, wordt met deze actie geschakeld tussen de twee lijnen.
• Als u de lijst met laatst gekozen nummers wilt openen, drukt u op .
• Als u spraakopdrachten wilt gebruiken, houdt u de
De Nokia N90
toets Vastleggen ingedrukt. Zie ‘Spraakopdrachten’ op pag. 131.
• Als u een Web wilt starten, houdt u ingedrukt. Zie ‘Web’ op pag. 93.
Raadpleeg ‘Actief standby’, p. 27 voor meer sneltoetsen die beschikbaar zijn in de standby-modus.
Toetsenblokvergrendeling
• Zo vergrendelt u de toetsen: Druk in de standby-modus op en op .
• Zo heft u de vergrendeling op: Druk op en op .
• Als u het toetsenblok wilt vergrendelen in de modus Dichtgevouwen, drukt u op en selecteert u
Toetsblk. blokkeren.
• Druk op als u de verlichting van het display wilt inschakelen wanneer de toetsenblokvergrendeling is ingeschakeld.
Wanneer het toetsenslot is ingeschakeld, kunt u mogelijk wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen. Toets het alarmnummer in en druk op .
22
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Het apparaat aanpassen

Het kan zijn dat uw serviceprovider heeft verzocht om bepaalde functies in uw apparaat uit te schakelen of niet te activeren. In dat geval worden deze functies niet weergegeven in het menu van het apparaat. Het kan ook zijn dat het apparaat speciaal voor uw netwerkprovider is geconfigureerd. Deze configuratie kan betrekking hebben op wijzigingen in menunamen, de menuvolgorde en pictogrammen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
• Zie ‘Actief standby’ op pagina 27 als u het standby hoofddisplay wilt gebruiken voor snelle toegang tot de toepassingen die u vaak gebruikt.
• Zie ‘Het uiterlijk van het apparaat wijzigen’ op pag. 26 en ‘Instellingen klepdisplay’ op pag. 131. als u de achtergrondafbeelding of de screensaver voor de standby-modus wilt wijzigen.
• Zie ‘Profielen - Tonen instellen’ op pag. 24 als u de beltonen wilt aanpassen.
• Zie ‘Standby-modus’ op pag. 121 als u de sneltoetsen wilt wijzigen voor de verschillende toetsaanslagen van de bladertoets en de linker- en rechterselectietoetsen in de standby-modus. De snelkoppelingen voor de bladertoets zijn niet beschikbaar als de actieve standby-modus is ingeschakeld.
• Als u de klok in de standby-modus wilt wijzigen, drukt u op en selecteert u Klok > Opties >
Instellingen > Type klok > Analoog of Digitaal.
• Als u de alarmtoon van de klok wilt wijzigen, drukt u op en selecteert u Klok > Opties > Instellingen >
Alarmtoon klok en selecteert u een toon.
• Als u de signaaltoon van de agenda wilt wijzigen, drukt u op en selecteert u Agenda > Opties >
Instellingen > Agenda-alarmtoon en selecteert u
een toon.
• Als u de welkomsttekst wilt wijzigen in tekst of een afbeelding, drukt u op en selecteert u Instrum. >
Instellingen > Telefoon > Algemeen > Welkomstnotitie/logo.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Het apparaat aanpassen
23
• Als u een afzonderlijke beltoon aan een contactpersoon wilt toewijzen, drukt u op en selecteert u Contacten. Zie ‘Beltonen toevoegen voor contactpersonen’ op pag. 44.
• Als u een snelkeuzetoets aan een contactpersoon wilt toewijzen, drukt u in de standby-modus op een cijfertoets ( is gereserveerd voor de voicemailbox) en drukt u op . Selecteer Ja en selecteer vervolgens een contactpersoon.
• Als u het hoofdmenu opnieuw wilt indelen, selecteert u in het hoofdmenu Opties > Verplaatsen, Verplaats
Het apparaat aanpassen
naar map of Nieuwe map. Weinig gebruikte
toepassingen kunt u in mappen plaatsen en veelgebruikte toepassingen kunt u van een map naar het hoofdmenu verplaatsen.

Profielen - Tonen instellen

Als u de beltonen, berichtensignaaltonen en andere tonen voor verschillende gebeurtenissen, situaties of bellergroepen wilt instellen en aanpassen, drukt u op en selecteert u Instrum. > Profielen. Als het geselecteerde profiel niet het profiel Algemeen is, wordt de profielnaam in de standby-modus boven in de weergave vermeld.
Druk in de standby-modus op om het profiel te wijzigen. Ga naar het profiel dat u wilt activeren en selecteer OK.
Als u een profiel wilt wijzigen, drukt u op en selecteert u Instrum. > Profielen. Ga naar het profiel en selecteer
Opties > Aanpassen. Ga naar de instelling die u wilt
wijzigen en druk op om de opties te openen. Tonen die zijn opgeslagen op de geheugenkaart, worden aangegeven met . U kunt elke beltoon in de lijst beluisteren voordat u een toon kiest. Druk op een willekeurige toets om het geluid te stoppen.
Tip! Wanneer u een toon kiest, wordt er via
Beltoondownl. een lijst met bookmarks geopend.
U kunt een bookmark selecteren en verbinding maken met een webpagina om tonen te downloaden.
Tip! Zie ‘Het apparaat aanpassen’ op pagina 23
voor informatie over het wijzigen van de toon voor de agenda of klok.
Als u een nieuw profiel wilt maken, selecteert u Opties >
Nieuw maken.
24
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Het profiel Offline

Via het profiel Offline kunt u de telefoon gebruiken zonder verbinding te maken met het draadloze netwerk. Wanneer u het profiel Offline activeert, wordt de verbinding met het draadloze netwerk uitgeschakeld, zoals aangegeven door in de indicator voor de signaalsterkte. Er zijn geen draadloze telefoonsignalen naar en van het apparaat mogelijk. Berichten die u wilt verzenden worden in de Outbox geplaatst, zodat u deze later kunt verzenden.
Waarschuwing:
oproepen doen of ontvangen,
bepaalde alarmnummers
waarvoor netwerkdekking vereist is, niet worden gebruikt
Waarschuwing: u kunt het profiel Offline alleen
gebruiken als het apparaat is ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele apparaten verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Als u het profiel Offline wilt verlaten, drukt u op en selecteert u Instrum. > Profielen. Selecteer een ander profiel en selecteer Opties > Activeren > Ja. Via de telefoon wordt de draadloze overdracht opnieuw ingeschakeld (mits het signaal sterk genoeg is). Als er
In het profiel Offline kunt u geen
behalve oproepen naar
, en kunnen ook overige functies
een Bluetooth-verbinding actief was toen u het profiel
Offline inschakelde, wordt Bluetooth weer gedeactiveerd.
De Bluetooth-verbinding wordt automatisch opnieuw geactiveerd zodra u het profiel Offline verlaat. Zie ‘Instellingen voor Bluetooth-verbindingen’ op pag. 112.

Inhoud van een ander apparaat overdragen

U kunt contactpersonen, agendagegevens, afbeeldingen, videoclips en geluidsfragmenten via Bluetooth kopiëren vanaf een compatibel Serie 60-apparaat van Nokia.
U kunt uw Nokia N90-apparaat gebruiken zonder
.
SIM-kaart. Het off line profiel wordt automatisch geactiveerd wanneer het apparaat wordt ingeschakeld zonder SIM-kaart. U kunt de SIM-kaart dan gebruiken in een ander apparaat.
Om dubbele items te voorkomen kunt u gegevens van hetzelfde type, bijvoorbeeld contactpersonen, maar eenmaal overbrengen van het andere apparaat naar de Nokia N90.
Het apparaat aanpassen
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
25
Activeer Bluetooth op beide apparaten voordat u de overdracht start. Druk op elk apparaat op en selecteer Connect. > Bluetooth. Selecteer Bluetooth >
Aan. Geef een naam op voor elk apparaat.
Ga als volgt te werk om inhoud over te brengen:
1 Druk op en selecteer Instrum. > Transfer op
de Nokia N90. Volg de instructies op het scherm.
2 Het apparaat zoekt naar apparaten met Bluetooth-
connectiviteit. Als de zoekactie is voltooid, selecteert u de andere telefoon in de lijst.
3 U wordt gevraagd een code in te voeren op de
Het apparaat aanpassen
Nokia N90. Voer een code in (1-16 cijfers) en selecteer OK. Voer de code ook in op de andere telefoon en selecteer OK.
4 De toepassing Transfer wordt als bericht verzonden
naar de andere telefoon.
5 Open het bericht om Transfer te installeren op de
andere telefoon en volg de instructies op het scherm.
6 Selecteer met de Nokia N90 de inhoud die u van de
andere telefoon wilt kopiëren.
De inhoud wordt gekopieerd van het geheugen en de geheugenkaart van de andere telefoon naar de Nokia N90 en de bijbehorende geheugenkaart. De tijd die hiervoor nodig is, is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens
die moet worden overgedragen. U kunt het kopiëren annuleren en later doorgaan. De toepassing Transfer wordt toegevoegd aan het hoofdmenu van de andere telefoon.

Het uiterlijk van het apparaat wijzigen

Als u het uiterlijk van de telefoonweergaven wilt wijzigen, zoals de achtergrondafbeelding en pictogrammen, drukt u op en selecteert u Instrum. > Thema's. Het actieve thema wordt aangegeven met . In Thema's kunt u elementen van andere thema's groeperen of afbeeldingen uit de Galerij selecteren om thema's verder aan te passen. Thema's die zijn opgeslagen op de geheugenkaart, worden aangegeven met . De thema's op de geheugenkaart zijn niet beschikbaar als de geheugenkaart zich niet in de telefoon bevindt. Als u de thema's die op de geheugenkaart zijn opgeslagen zonder de geheugenkaart wilt gebruiken, moet u de thema's eerst opslaan in het telefoongeheugen.
Zie ook ‘Instellingen klepdisplay’ op pag. 131.
Als u een browserverbinding wilt openen en meer thema's wilt downloaden, selecteert u Themadownloads.
26
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Als u een thema wilt activeren, selecteert u dit en kiest u Opties > Toepassen.
Als u een voorbeeld van een thema wilt bekijken, selecteert u dit en kiest u Opties > Bekijken.
Als u thema's wilt bewerken, selecteert u een thema en kiest u Opties > Bewerken om de volgende opties te wijzigen:
Achtergrond - De afbeelding die u wilt weergeven als
achtergrondafbeelding in de standby-modus.
Energiespaarstand - Het type energiebesparing op het
hoofddisplay: datum en tijd of een tekst die u zelf hebt getypt. Zie ook Time-out energiesp., p. 121.
Afb. in Favorieten - De achtergrondafbeelding voor de toepassing Favorieten.
Als u bij het bewerken van een thema voor het geselecteerde thema de oorspronkelijke instellingen wilt herstellen, selecteert u Opties > Oorspr. th. herst..

Actief standby

Via het standby hoofddisplay hebt u snel toegang tot de toepassingen die u vaak gebruikt. Standaard is de actieve standby-modus ingeschakeld.
Druk op , selecteer Instrum. > Instell. > Telefoon >
Standby-modus > Actief standby en druk op om
de actieve standby-modus in of uit te schakelen.
Boven aan de actieve standby-display worden de standaardtoepassingen weergegeven met daaronder agenda-items en taken.
Ga naar een toepassing of item en druk op .
Als de actieve standby­modus is ingeschakeld, kunt u niet gebruikmaken van de standaardsnelkoppelingen voor de bladertoets die beschikbaar zijn in de standby-modus.
Het apparaat aanpassen
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
27
Ga als volgt te werk om standaardsnelkoppelingen van de toepassing te wijzigen:
1 Druk op , selecteer Instrum. > Instell. > Telefoon >
Standby-modus > Toep. actief standby en druk
op .
2 Markeer een snelkoppeling voor een toepassing
en selecteer Opties > Wijzigen.
3 Selecteer een nieuwe toepassing in de lijst en
druk op .
Sommige snelkoppelingen zijn vaste koppelingen die u niet kunt wijzigen.
Het apparaat aanpassen
28
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Bellen

Spraakoproepen

Tip! Druk op om het volume tijdens een gesprek
harder te zetten of op om het volume zachter te zetten. Als u het volume hebt ingesteld op Dempen, kunt u het volume niet aanpassen met de bladertoets. Als u het volume wilt aanpassen, selecteert u Dmp oph. en drukt u op of .
1 Voer in de standby-modus het telefoonnummer,
inclusief het netnummer, in. Druk op om een nummer te verwijderen. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op voor het teken + (duidt de internationale toegangscode aan), kiest u vervolgens het landnummer, het netnummer (eventueel zonder voorloopnul) en het abonneenummer.
2 Druk op om het nummer te bellen. 3 Druk op om het gesprek te beëindigen (of de
oproep te annuleren).
Als u op drukt, wordt een gesprek altijd beëindigd, ook als een andere toepassing actief is.
Als u de modus Dichtgevouwen activeert tijdens een
Bellen
actieve oproep wordt de oproep beëindigd, tenzij u de luidspreker of een hoofdtelefoon hebt geactiveerd.
Als u wilt bellen vanuit Contacten, drukt u op en selecteert u Contacten. Ga naar de gewenste naam of voer in het zoekveld de eerste letters van de naam in. De gevonden namen worden getoond. Druk op om te bellen of selecteer Opties > Bellen > Spraakoproep. Als er meer dan een nummer wordt vermeld voor de contactpersoon, bladert u naar het nummer dat u wilt bellen en selecteert u Bellen.
U moet de contactpersonen kopiëren van de SIM-kaart naar Contacten voordat u op deze manier kunt bellen. Zie ‘Contactgegevens kopiëren’ op pag. 43.
Houd ingedrukt in de standby-modus als u uw voicemailbox ( ) wilt bellen. Zie ook ‘Oproepen doorschakelen’ op pag. 129.
Tip! Als u het nummer van uw voicemailbox wilt
wijzigen, drukt u op en selecteert u Instrum. >
Voicemail > Opties > Nummer wijzigen. Voer het
nummer in (dit krijgt u van de serviceprovider) en selecteer OK.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
29
Als u een recent gekozen nummer wilt bellen, drukt u in de standby-modus op om een lijst weer te geven met de 20 laatstgekozen nummers. Ga naar het gewenste
Bellen
nummer en druk op om het nummer te bellen.

Een conferentiegesprek voeren

1 Bel de eerste deelnemer. 2 Als u de volgende deelnemer wilt bellen, selecteert u
Opties > Nieuwe oproep. Het eerste gesprek wordt
automatisch in de wachtstand geplaatst.
3 Als de nieuwe oproep wordt beantwoord, kunt u de
eerste deelnemer in het conferentiegesprek opnemen. Hiervoor selecteert u Opties > Conferentie. Herhaal stap 2 om de volgende deelnemer aan het gesprek toe te voegen en selecteer Opties >
Conferentie > Toev. aan confer.
Conferentiegesprekken tussen maximaal zes deelnemers (inclusief uzelf) worden ondersteund. Als u een privé-gesprek wilt voeren met een van de deelnemers, selecteert u Opties > Conferentie >
Privé. Selecteer een deelnemer en selecteer Privé.
Het conferentiegesprek wordt in de wachtstand geplaatst. De andere deelnemers kunnen ondertussen met elkaar doorpraten. Als u het privé-gesprek hebt beëindigd, selecteert u Opties > Toev. aan confer. om terug te keren naar het conferentiegesprek.
Als u een deelnemer uit het conferentiegesprek wilt verwijderen, selecteert u Opties > Conferentie>
Deelnemer verwijd.. Ga vervolgens naar de
desbetreffende deelnemer en selecteer Verwijd..
4 Druk op om het actieve conferentiegesprek
te beëindigen.

Bellen met een snelkeuzetoets

Als u snelkeuze wilt activeren, drukt u op en selecteert u Instrum.> Instell. > Bellen > Snelkeuze > Aan.
Als u een telefoonnummer wilt toewijzen aan een van de snelkeuzetoetsen ( - ), drukt u op en selecteert u Instrum. > Snelkeuze. Ga naar de toets waaraan u het telefoonnummer wilt toewijzen en selecteer Opties >
Toewijz.. is gereserveerd voor de voicemailbox.
Als u wilt bellen in de standby-modus, drukt u op de snelkeuzetoets en vervolgens op .

Spraakgestuurd bellen

Het apparaat ondersteunt uitgebreide spraakopdrachten. Uitgebreide spraakopdrachten zijn niet afhankelijk van de stem van de spreker. De gebruiker hoeft dus niet op voorhand spraaklabels op te nemen. In plaats daarvan maakt het apparaat een spraaklabel voor de contactgegevens en vergelijkt het ingesproken
30
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
spraaklabel daarmee. De spraakherkenning in het apparaat past zich aan de stem van de hoofdgebruiker aan, zodat de spraakopdrachten beter worden herkend.
Het spraaklabel voor een contactpersoon is de naam of bijnaam die op de contactkaart is opgeslagen. Als u het samengestelde spraaklabel wilt beluisteren, opent u een contactkaart en selecteert u Opties > Sprklabel afspelen.
Bellen via een spraaklabel
Opmerking: het gebruik van spraaklabels kan
moeilijk zijn in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat u uitsluitend afhankelijk bent van spraaklabels.
Wanneer u spraakgestuurd bellen gebruikt, wordt de luidspreker gebruikt. Houd het apparaat op een korte afstand als u het spraaklabel inspreekt.
1 Houd de opnametoets ingedrukt om spraakgestuurd
bellen te starten. Als u een compatibele hoofdtelefoon gebruikt met de toets voor de hoofdtelefoon, houdt u de toets voor de hoofdtelefoon ingedrukt als u spraakgestuurd bellen wilt starten.
2 U hoort een korte toon en de tekst Spreek nu wordt
weergegeven. Spreek duidelijk de naam of bijnaam uit van de persoon zoals deze op het visitekaartje is opgeslagen.
3 Het apparaat speelt een samengesteld spraaklabel af
voor de herkende contactpersoon in de geselecteerde
apparaattaal en geeft de naam en het nummer weer. Na een time-out van 1,5 seconde wordt het nummer gekozen. Als de herkende contactpersoon niet correct is, selecteert u Volgende als u een lijst met andere overeenkomsten wilt bekijken of Stoppen als u bellen met spraaklabels wilt annuleren.
Als onder één naam meerdere nummers zijn opgeslagen, wordt het standaardnummer geselecteerd als dit is ingesteld. Anders wordt het eerste beschikbare nummer uit de volgende nummers geselecteerd: Mobiel, Mobiel
(thuis), Mobiel (werk), Telefoon, Telefoon (thuis)
en Tel. (werk).

Video-oproepen

Wanneer u een video-oproep doet, kunnen u en de ontvanger van de oproep een videoclip rechtstreeks bekijken. Het live videobeeld dat, of de geselecteerde foto die, is vastgelegd met de camera in het apparaat wordt weergegeven aan de ontvanger van de video­oproep.
Als u een video-oproep wilt doen, moet u beschikken over een USIM-kaart en zich binnen het dekkingsgebied van een UMTS-netwerk bevinden. Informeer bij de netwerkoperator of serviceprovider naar de beschikbaarheid van en abonnementen op video-
Bellen
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
31
oproepdiensten. Video-oproepen kunnen alleen worden uitgevoerd tussen twee partijen. U kunt de video-oproep doen naar een compatibele mobiele telefoon of een ISDN-
Bellen
client. U kunt geen video-oproepen doen wanneer er een andere spraak-, video- of gegevensoproep actief is.
Waarschuwing! U kunt in de modus
Beeldbewerking geen alarmnummers bellen omdat het toetsenblok niet actief is. Als u een alarmnummer moet bellen, activeert u de modus Opengevouwen.
Pictogrammen:
U ontvangt geen videogegevens (de ontvanger verzendt geen videogegevens of deze worden niet overgedragen door het netwerk).
U hebt de verzending van videogegevens vanaf het apparaat geweigerd. Zie ‘Oproepinstellingen’op pag. 121 als u een foto wilt verzenden.
1 Als u een video-oproep wilt
starten, voert u in de modus Opengevouwen het telefoonnummer in of selecteert u in de standby­modus Contacten en selecteert u een contactpersoon.
2 Selecteer Opties >
Bellen > Video-oproep.
3 Activeer de modus Beeldbewerking nadat de ontvanger
de oproep heeft beantwoord.
Het starten van een video-oproep kan enige tijd duren. De melding Wachten op afbeelding wordt weergegeven. Als de oproep mislukt, bijvoorbeeld omdat video-oproepen niet worden ondersteund door het netwerk of omdat het ontvangende apparaat niet compatibel is, wordt u gevraagd of u een gewone oproep wilt doen of een bericht wilt verzenden.
De video-oproep is actief wanneer u twee video­afbeeldingen ziet en een geluidsfragment hoort via de luidspreker. De ontvanger van de oproep kan de verzending van videoclips ( ) weigeren. In dat geval hoort u het geluid en wordt er mogelijk een foto of een grijze achtergrondafbeelding weergegeven.
Tip! Als u tijdens een oproep het volume wilt
verhogen of verlagen, drukt u in de modus Opengevouwen op of , of verplaatst u in de modus Beeldbewerking de bladertoets naar links of rechts.
Als u wilt schakelen tussen het weergeven van video of alleen het horen van geluid, selecteert u Inschakelen/
Uitschakelen > Video verzenden (alleen modus
Beeldbewerking), Audio verzenden of Audio & video
vrzndn (alleen modus Beeldbewerking).
32
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Als u live videobeelden van uzelf wilt verzenden, draait u de camera zo dat de lens op u is gericht.
Beweeg de joystick omhoog en omlaag als u wilt in- of uitzoomen op uw eigen afbeelding. Het zoomsymbool verschijnt boven in het display.
Als u de positie van de verzonden videobeelden in de weergave wilt wisselen, selecteert u Beeld wisselen.
Als u tijdens een video-oproep de modus Opengevouwen activeert, wordt het verzenden van uw eigen videobeeld stopgezet omdat de camera niet actief is. U kunt echter wel de video van de ontvanger zien.
Opmerking: ook als u de verzending van videoclips
tijdens een video-oproep hebt geweigerd, wordt de oproep als video-oproep in rekening gebracht. Informeer bij de netwerkoperator of serviceprovider naar de tarieven.
Druk op om de video-oproep te beëindigen.

Videobeelden delen

Gebruik Video delen als u tijdens een spraakoproep live video of een videoclip van de mobiele telefoon naar een andere compatibele mobiele telefoon wilt verzenden. Nodig een ontvanger uit om de live video of een videoclip die u wilt delen te bekijken. Het delen begint automatisch
wanneer de ontvanger de uitnodiging accepteert en u de juiste modus activeert. Zie ‘Video delen’ op pag. 34.

Vereisten voor het delen van videobeelden

Omdat voor Video delen een 3G UMTS-verbinding nodig is (Universal Mobile Telecommunications System), kunt u
Video delen alleen gebruiken als er een 3G-netwerk
beschikbaar is. Neem contact op met de serviceprovider voor vragen over netwerkbeschikbaarheid en de kosten voor het gebruik van deze toepassing. Als u Video delen wilt gebruiken, moet u het volgende nagaan:
• Controleer of Video delen op de Nokia N90 is
geïnstalleerd.
• Controleer of het apparaat is ingesteld voor verbindingen van persoon tot persoon. Zie ‘Settings’ op pag. 34.
• Controleer of u een actieve UMTS-verbinding hebt en zich binnen het UMTS-netwerkdekkingsgebied bevindt. Zie ‘Settings’ op pag. 34. Als u de deelsessie begint binnen het UMTS-netwerkdekkingsgebied en er een overdracht naar GSM plaatsvindt, wordt de deelsessie onderbroken, maar wordt de spraakoproep voortgezet.
• Controleer of zowel de zender als de ontvanger zijn geregistreerd bij het UMTS-netwerk. Als u iemand uitnodigt voor een deelsessie en deze persoon zijn
Bellen
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
33
telefoon heeft uitgeschakeld, zich niet in een UMTS-netwerkdekkingsgebied bevindt, het delen
Bellen
van videobeelden niet heeft geïnstalleerd of verbindingen van persoon tot persoon niet heeft ingesteld, weet deze persoon niet dat u een uitnodiging hebt verzonden. U ontvangt echter een foutbericht dat de ontvanger de uitnodiging niet kan accepteren.

Settings

Instellingen voor verbindingen van persoon tot persoon
Een verbinding van persoon tot persoon wordt ook wel een SIP-verbinding (Session Initiation Protocol) genoemd. De SIP-profielinstellingen moeten in het apparaat worden geconfigureerd voordat u Video delen kunt gebruiken. Door een SIP-profiel in te stellen, kunt u een live verbinding van persoon tot persoon tot stand brengen met een andere compatibele telefoon. Het SIP-profiel moet ook worden ingesteld om een deelsessie te kunnen ontvangen.
Vraag uw netwerkoperator of serviceprovider naar de SIP-profielinstellingen en sla deze op in het apparaat. De netwerkoperator of serviceprovider stuurt de instellingen door de ether naar u toe.
Als u het SIP-adres van een ontvanger kent, kunt u het invoeren op de contactkaart voor deze persoon. Open Contacten vanuit het hoofdmenu van het apparaat en open de contactkaart of maak een nieuwe kaart voor die persoon. Selecteer Opties >Detail toevoegen >
Webadres. Voer het SIP-adres in met de indeling
sip:gebruikersnaam@domeinnaam (u mag een IP-adres in plaats van een domeinnaam gebruiken).
UMTS-verbindingsinstellingen
Ga als volgt te werk als u de UMTS-verbinding wilt instellen:
• Neem contact op met uw serviceprovider om een overeenkomst op te stellen voor het gebruik van het UMTS-netwerk.
• Controleer of de verbindingsinstellingen voor het UMTS-toegangspunt van het apparaat correct zijn geconfigureerd. Zie ‘Instellingen verbinding’ op pag. 122 voor hulp.

Video delen

Om een deelsessie te ontvangen, moet de ontvanger
Video delen installeren en de vereiste instellingen op
zijn mobiele telefoon configureren. U en de ontvanger moeten beiden bij de service zijn geregistreerd voordat het delen kan beginnen.
34
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Als u uitnodigingen voor delen wilt ontvangen, moet u zijn geregistreerd bij de service, een actieve UMTS-verbinding hebben en zich in een gebied met UMTS-netwerkdekking bevinden.
Live video
1 Wanneer een spraakoproep actief is, selecteert u
Opties > Video delen > Live.
2 De uitnodiging wordt verzonden naar het SIP-adres
dat u hebt toegevoegd aan de contactkaart van de ontvanger. Als op de contactkaart van de ontvanger meerdere SIP-adressen staan, selecteert u het SIP-adres waar u de uitnodiging naartoe wilt verzenden en selecteert u
Selecteer om de uitnodiging te verzenden.
Als het SIP-adres van de ontvanger niet in de lijst staat, voert u het SIP-adres in. Selecteer OK om de uitnodiging te verzenden.
3 Het delen begint automatisch wanneer de ontvanger de
uitnodiging accepteert en u de modus Beeldbewerking activeert. Zie ‘Modus Beeldbewerking’ op pag. 13. Als u de modus Beeldbewerking activeert, is de luidspreker actief. Terwijl u live videobeelden deelt, kunt u ook een hoofdtelefoon gebruiken om de spraakoproep voort te zetten.
4 Selecteer Pauze als u de deelsessie wilt onderbreken.
Selecteer Doorgaan als u het delen wilt hervatten.
5 Als u de deelsessie wilt beëindigen in de modus
Beeldbewerking, gaat u terug naar de modus Opengevouwen. Druk op de beëindigingstoets als u de spraakoproep wilt beëindigen.
Videoclip
1 Wanneer een spraakoproep actief is, selecteert
u Opties > Video delen > Clip. Er wordt een lijst met videoclips geopend.
2 Selecteer een videoclip die u wilt delen. Er wordt een
voorbeeldweergave geopend. Als u een voorbeeld van de clip wilt bekijken, selecteert u Opties > Afspelen.
3 Selecteer Opties > Uitnodig..
Mogelijk moet u de videoclip converteren naar een geschikte indeling om deze te kunnen delen. De melding Clip moet worden geconverteerd voor
delen. Doorgaan? wordt weergegeven. Selecteer OK.
De uitnodiging wordt verzonden naar het SIP-adres dat u hebt toegevoegd aan de contactkaart van de ontvanger. Als op de contactkaart van de ontvanger meerdere SIP-adressen staan, selecteert u het SIP-adres waar u de uitnodiging naartoe wilt verzenden en selecteert u Selecteer om de uitnodiging te verzenden. Als het SIP-adres van de ontvanger niet in de lijst staat, voert u het SIP-adres in. Selecteer OK om de uitnodiging te verzenden.
Bellen
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
35
4 In de modus Opengevouwen wordt het delen
automatisch gestart als de ontvanger de uitnodiging
Bellen
accepteert. Zie ‘Modus Opengevouwen’ op pag. 12.
5 Selecteer Pauze als u de deelsessie wilt onderbreken.
Selecteer Opties > Doorgaan als u het delen wilt hervatten.
6 Als u de deelsessie wilt beëindigen, selecteert u Stop.
Druk op de beëindigingstoets als u de spraakoproep wilt beëindigen.

Een uitnodiging accepteren

Wanneer iemand een uitnodiging voor delen naar u verzendt, wordt een uitnodigingsbericht weergegeven waarin de naam of het SIP-adres van de afzender staat vermeld. Als het apparaat niet is ingesteld op Stil gaat het over wanneer u een uitnodiging ontvangt.
Als iemand een uitnodiging voor delen naar u verzendt en u zich niet in een gebied met UMTS-netwerkdekking bevindt, weet u niet dat u een uitnodiging hebt ontvangen.
Wanneer u een uitnodiging ontvangt, kunt u de volgende opties selecteren:
Accepteren: om de deelsessie te starten. Als de
afzender live video wil delen, activeert u de modus Beeldbewerking.
Weigeren om de uitnodiging te weigeren. De afzender ontvangt een bericht dat u de uitnodiging hebt geweigerd. U kunt ook op de beëindigingstoets klikken om de deelsessie te weigeren en de spraakoproep te verbreken.
Als u de sessie wilt verbreken bij het delen van een live video, gaat u terug naar de modus Opengevouwen. Als u een videoclip deelt, selecteert u Afsluiten. De tekst Deling
beëindigd wordt weergegeven.

Een oproep beantwoorden of weigeren

Druk op als u de oproep wilt beantwoorden in de modus Opengevouwen. Als Aannem. willek. toets is ingesteld op Aan, klapt u de telefoon open als u een oproep in de modus Dichtgevouwen wilt beantwoorden. De oproep wordt dan automatisch gestart. U kunt de telefoon ook openklappen en drukken op . Als u een oproep wilt beantwoorden en de luidspreker in de modus Dichtgevouwen wilt gebruiken, selecteert u Antwrd ().
Als u bij een inkomende oproep de beltoon wilt uitschakelen, selecteert u Stil.
36
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Tip! Als er een compatibele hoofdtelefoon is
aangesloten op het apparaat, kunt u een oproep beantwoorden en beëindigen door op de toets voor de hoofdtelefoon te drukken.
Als u een oproep niet wilt beantwoorden, drukt u in de modus Dichtgevouwen op om deze te weigeren. Selecteer Wgrn in de modus Dichtgevouwen. De beller hoort een bezettoon. Als u de functie Doorschakel-
instellingen > Indien bezet hebt geactiveerd om oproepen
door te schakelen, worden geweigerde oproepen ook doorgeschakeld. Zie ‘Oproepen doorschakelen’ op pag. 129.
Wanneer u in de modus Dichtgevouwen een inkomende oproep weigert, kunt u ook een SMS-bericht naar de beller verzenden waarin u aangeeft waarom u de oproep niet hebt beantwoord. Selecteer Opties > SMS verzenden. U kunt de tekst bewerken voordat u deze verzendt. Als u deze optie wilt instellen en een standaard-SMS-bericht wilt opstellen, raadpleegt u ‘Oproepinstellingen’, p. 121.
Als u een spraakoproep beantwoordt tijdens een video­oproep, wordt de video-oproep beëindigd. Oproep in
wachtrij is niet beschikbaar tijdens een video-oproep.
Een video-oproep beantwoorden of weigeren
De tekst Wanneer u een video-oproep ontvangt, wordt
weergegeven.
Tip! U kunt een beltoon toewijzen voor video­oproepen. Druk op , selecteer Instrum. > Profielen en selecteer een profiel en Opties > Aanpassen > Toon
video-oproep.
Druk in de modus Opengevouwen op om de video­oproep te beantwoorden.
Als u het verzenden van videobeelden wilt starten, activeert u de modus Beeldbewerking, waarna een live videobeeld, een opgenomen videoclip of de foto die met de camera in het apparaat is vastgelegd, aan de oproeper wordt getoond. Als u een live videobeeld wilt verzenden, draait u de camera in de richting van waaruit u het videobeeld wilt verzenden. Als u de modus Beeldbewerking niet activeert, kunt u geen videobeelden verzenden maar kunt u de andere persoon wel horen. In plaats van de video ziet u een grijs scherm. Zie ‘Oproepinstellingen’, Afb. in video-oproep op pag. 121 als u het groene scherm wilt vervangen door een foto.
Bellen
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
37
Tip! Als u videobeelden van uzelf wilt verzenden,
draait u de camera in de modus Beeldbewerking zo
Bellen
dat de lens op u is gericht.
Als u tijdens een video-oproep de modus Opengevouwen activeert, wordt het verzenden van uw eigen videobeeld stopgezet omdat de camera niet actief is. U kunt echter wel de video van de ontvanger zien.
Opmerking: ook als u de verzending van videoclips
tijdens een video-oproep hebt geweigerd, wordt de oproep als video-oproep in rekening gebracht. Informeer bij de netwerkoperator of serviceprovider naar de tarieven.
Als u de video-oproep wilt beëindigen, drukt u in de modus Beeldbewerking of Opengevouwen op .

Oproep in wachtrij

U kunt een oproep beantwoorden terwijl u al een gesprek voert als u de functie Oproep in wachtrij in Instrum. >
Instellingen > Bellen > Oproep in wachtrij hebt
geactiveerd.
Druk op om de oproep in de wachtrij te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand gezet.
Als u tussen de twee gesprekken wilt schakelen, selecteert u Wisselen Selecteer Opties > Doorverbinden om het actieve gesprek en het gesprek in de wachtstand met elkaar te verbinden en zelf de verbinding te verbreken. Druk op om het actieve gesprek te beëindigen. Als u beide oproepen wilt beëindigen, selecteert u
Opties > Alle oproep. beëind.

Opties tijdens een spraakoproep

Veel van de opties die beschikbaar zijn tijdens een spraakoproep, zijn netwerkdiensten. Via Opties kunt u tijdens een gesprek de volgende functies activeren:
Dempen of Dmp oph., Aannemen, Weigeren, Wisselen, Standby of Oproep activeren, Telefoon insch., Luidspreker insch. of Handsfree insch. (als er een
compatibele hoofdtelefoon met Bluetooth-technologie is aangesloten), Actieve opr. beëind. of Alle oproep.
beëind., Nieuwe oproep, Conferentie en Doorverbinden.
Selecteer een van de volgende opties:
Vervangen - Hiermee beëindigt u een actieve oproep
en vervangt u deze door de oproep in de wachtstand te beantwoorden.
MMS verzenden (alleen in UMTS-netwerken) - Hiermee
verzendt u een afbeelding of een videoclip in een multimediabericht naar de andere deelnemer van de
38
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
oproep. U kunt het bericht bewerken en de ontvanger wijzigen voordat u het verzendt. Druk op om het bestand te verzenden naar een compatibel apparaat ( ).
DTMF verzenden - Hiermee kunt u DTMF-tonen
verzenden, bijvoorbeeld een wachtwoord. Voer de DTMF-reeks in of zoek ernaar in Contacten. Als u een wachtteken (w) of een pauzeteken (p) wilt invoeren, drukt u herhaaldelijk op . Selecteer OK om de toon te verzenden.
Tip! U kunt DTMF-tonen toevoegen aan de velden
Telefoonnummer of DTMF op een visitekaartje.

Opties tijdens een video-oproep

Via Opties kunt u tijdens een video-oproep de volgende functies activeren: Inschakelen of Uitschakelen (audio in de modus Opengevouwen; video, audio of beide in de modus Beeldbewerking), Telefoon insch. (als een hoofdtelefoon met Bluetooth is aangesloten), Luidspreker
insch. of Handsfree insch. (alleen in de modus
Opengevouwen en als een hoofdtelefoon met Bluetooth is aangesloten), Actieve opr. beëind., Beeld wisselen,
Inzoomen/Uitzoomen (alleen in de modus
Beeldbewerking) en Help.

Logboek

Bellen

Recente oproepen

Als u de telefoonnummers wilt bijhouden van gemiste en ontvangen oproepen en gekozen nummers drukt u op en selecteert u Persoonlijk > Logboek > Recente opr.. Gemiste en ontvangen oproepen worden alleen geregistreerd als het netwerk deze functies ondersteunt, het apparaat aan staat en zich binnen het bereik van de netwerkdienst bevindt.
Tip! Als in de standby-modus wordt gemeld dat u oproepen hebt gemist, selecteert u Tonen om de gemiste oproepen weer te geven. U kunt terugbellen door naar het nummer of de naam te gaan en op te drukken.
Als u alle lijsten met recente oproepen wilt wissen, selecteert u Opties > Wis recente oproep. in de weergave Recente oproepen. Als u een van de lijsten met oproepen wilt wissen, opent u de betreffende lijst en selecteert u
Opties > Lijst wissen. Als u een afzonderlijk item wilt
wissen, opent u de lijst, gaat u naar het gewenste item en drukt u op .
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
39

Duur oproep

Als u de duur van inkomende en uitgaande oproepen wilt
Bellen
bijhouden, drukt u op en selecteert u Persoonlijk >
Logboek > Duur oproep.
Als u de gespreksduur op het display wilt weergeven elke keer dat er een oproep actief is, selecteert u Persoonlijk >
Logboek > Opties > Instellingen > Duur oproep tonen.
Selecteer Ja of Nee.
Opmerking: de uiteindelijke gespreksduur die door
de serviceprovider in rekening wordt gebracht, varieert afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
Als u gespreksduurgegevens wilt wissen, selecteert u
Opties > Timers op nul. Hiervoor hebt u de
blokkeringscode nodig. Zie ‘Beveiliging’ ‘Telefoon en SIM’ op pag. 126.

Packet-ggvns

Als u wilt controleren hoeveel gegevens er zijn verzonden en ontvangen tijdens pakketgegevensverbindingen, drukt u op en selecteert u Persoonlijk > Logboek > Packet-
ggvns. De kosten van pakketgegevensverbindingen
worden bijvoorbeeld mogelijk gebaseerd op de hoeveelheid verzonden/ontvangen gegevens.

Alle communicatiegebeurtenissen controleren

Pictogrammen in Logboek:
Inkomend Uitgaand Gemiste communicatiegebeurtenissen
Als u alle geregistreerde spraak- en video-oproepen, SMS-berichten of gegevensverbindingen wilt controleren, drukt u op , selecteert u Persoonlijk >
Logboek en drukt u op
om het algemene logboek te openen. U kunt per communicatiegebeurtenis de afzender of ontvanger, het telefoonnummer, de serviceprovider of het toegangspunt bekijken. Via een filter kunt u specifieke gegevens bekijken en op basis van de logboekgegevens nieuwe visitekaartjes maken.
Tip! Als u tijdens een actieve oproep de duur van
de spraakoproep wilt weergeven op het hoofddisplay, selecteert u Opties > Instellingen > Duur oproep
tonen > Ja.
40
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Tip! Druk op en selecteer Berichten > Verzonden
om een lijst met verzonden berichten te bekijken.
Subgebeurtenissen, zoals een SMS-bericht dat in delen wordt verzonden via een pakketgegevensverbinding, gelden als één communicatiegebeurtenis. Verbindingen met uw mailbox, de multimediaberichtencentrale of webpagina's worden weergegeven als pakketgegevensverbindingen.
Als u het logboek wilt filteren, selecteert u Opties > Filter en een filter.
Als u de inhoud van het logboek, de lijst met recente oproepen en de leveringsrapporten definitief wilt wissen, selecteert u Opties > Logboek wissen. Selecteer Ja ter bevestiging.
Als u de optie Duur vermelding log wilt instellen, selecteert u Opties > Instellingen > Duur vermelding log. De gebeurtenissen worden een aantal dagen bewaard, waarna ze automatisch worden gewist. Als u Geen
logboek selecteert, worden de lijst met recente oproepen,
de leveringsrapporten van berichten en de volledige inhoud van het logboek definitief verwijderd.
Als u de details van een communicatiegebeurtenis wilt bekijken, bladert u in de algemene logboekweergave naar een gebeurtenis en drukt u op de bladertoets.
Tip! In de detailweergave kunt u een telefoonnummer naar het klembord kopiëren en het bijvoorbeeld in een SMS-bericht plakken. Selecteer
Opties > Nummer kopiëren.
Pakketgegevensteller en timer voor verbinding: Als u
wilt bekijken hoeveel gegevens, gemeten in kilobytes, zijn overgebracht en hoelang een pakketgegevensverbinding heeft geduurd, gaat u naar een inkomende of uitgaande gebeurtenis die wordt aangegeven met Pack. en selecteert u Opties > Gegevens bekijken.
Bellen
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
41

Contacten (adresboek)

Druk op en selecteer Contacten. In Contacten kunt u een persoonlijke beltoon of miniatuurafbeelding toevoegen aan een visitekaartje. Ook kunt u contactgroepen maken, zodat u een SMS of e-mail kunt verzenden naar meerdere ontvangers tegelijk. U kunt ontvangen contactgegevens (visitekaartjes) opslaan in Contacten. Zie ‘Gegevens en instellingen’ op pag. 80.
Contacten (adresboek)
Contactgegevens kunnen alleen worden verzonden naar of ontvangen van compatibele apparaten.
Tip! Maak regelmatig een kopie van de
telefoongegevens op de geheugenkaart. U kunt de gegevens, zoals contactpersonen, later terugzetten op de telefoon. Zie ‘Geheugenkaart’ op pag. 19. U kunt ook Nokia PC Suite gebruiken om een back-up van de contactpersonen op te slaan op een compatibele pc. Zie de cd-rom in het pakket.
Bericht maken, Nieuw contact, Gesprek openen, Bewerken, Verwijderen, Dupliceren, Toev. aan groep, Hoort bij groepen, Markeringen aan/uit, Kopiëren/ Kopieer naar SIM, SIM-contacten, Ga naar webadres, Zenden, Gegevens geheugen, Instellingen, Help en Afsluiten.
42
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Beschikbare opties in Contacten: Openen, Bellen,

Namen en nummers opslaan

1 Selecteer Opties > Nieuw contact. 2 Vul de gewenste velden in en selecteer Gereed.
Tip! Als u het uitwisselen van videobeelden
met een contactpersoon gebruikt, slaat u het SIP-adres (Session Initiation Protocol) van de contactpersoon op in het veld Webadres op het visitekaartje. Voer het SIP-adres in met de indeling sip:gebruikersnaam@domeinnaam (u mag een IP-adres gebruiken in plaats van een domeinnaam).
Als u visitekaartjes wilt bewerken in Contacten, gaat u naar het visitekaartje dat u wilt bewerken en selecteert u Opties > Bewerken.
Als u een visitekaartje wilt verwijderen uit Contacten, selecteert u een kaartje en drukt u op . Als u meerdere visitekaartjes tegelijk wilt verwijderen, drukt u op en
om de contactpersonen te markeren en drukt u op
om ze te verwijderen.
Tip! Als u visitekaartjes wilt toevoegen en bewerken,
gebruikt u Nokia Contacts Editor in Nokia PC Suite. Zie de cd-rom in het pakket.
Als u een miniatuurafbeelding aan een visitekaartje wilt toevoegen, opent u het visitekaartje en selecteert u Opties > Bewerken > Opties > Thumbnail toevoeg. De miniatuur wordt weergegeven zodra de bijbehorende contactpersoon belt.
Tip! Via snelkeuzetoetsen kunt u snel veelgebruikte
nummers bellen. U kunt aan acht telefoonnummers een snelkeuzetoets toewijzen. Zie ‘Bellen met een snelkeuzetoets’ op pag. 30.
Tip! Als u contactgegevens wilt verzenden, selecteert
u het kaartje dat u wilt verzenden. Selecteer Opties >
Zenden > Via SMS, Via multimedia of Via Bluetooth.
Zie ‘Berichten’ op pag. 72 en ‘Gegevens verzenden via een Bluetooth-verbinding’ op pag. 112.

Standaardnummers en -adressen

U kunt standaardnummers of -adressen toewijzen aan een visitekaartje. Op deze manier kunt u eenvoudig de contactpersoon bellen of een bericht naar hem of haar verzenden via een bepaald nummer of adres als een contactpersoon meerdere nummers of adressen heeft. Het standaardnummer wordt ook gebruikt als u belt met spraaklabels.
1 Selecteer een contactpersoon in Contacten en
druk op .
2 Selecteer Opties > Standaardnummers.
3 Selecteer een standaardnummer waaraan u een
nummer of adres wilt toevoegen en selecteer Toewijz.
4 Selecteer het nummer of adres dat u als standaard
wilt instellen.
Het standaardnummer of -adres wordt onderstreept op het visitekaartje.

Contactgegevens kopiëren

Als u telefoonnummers hebt opgeslagen op de SIM-kaart, kopieert u deze naar Contacten. Items die alleen zijn opgeslagen op de SIM-kaart, worden niet weergegeven in de lijst met contactpersonen. Voor inkomende oproepen en berichten kan het apparaat het nummer niet aan een naam koppelen.
Wanneer u een nieuwe SIM-kaart in het apparaat plaatst en u Contacten voor het eerst opent, wordt u gevraagd of u de contactpersoonitems op de SIM-kaart wilt kopiëren naar het apparaatgeheugen. Selecteer Ja als u de items wilt kopiëren naar uw lijst met contactpersonen.
Als u afzonderlijke namen en nummers van een SIM-kaart naar uw apparaat wilt kopiëren, drukt u op en selecteert u Contacten > Opties > SIM-contacten >
SIM-telefoonboek. Selecteer de namen die u wilt
kopiëren en kies vervolgens Opties > Kopie naar Contact.
Contacten (adresboek)
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
43
Als u contactpersonen naar de SIM-kaart wilt kopiëren, drukt u op en selecteert u Contacten. Selecteer de namen die u wilt kopiëren en selecteer Opties > Kopieer
naar SIM of Opties > Kopiëren > Naar SIM-telef.boek.
Alleen de velden van het visitekaartje die door de SIM-kaart worden ondersteund, worden gekopieerd.
Tip! U kunt uw contactpersonen synchroniseren
met een compatibele pc waarop Nokia PC Suite is geïnstalleerd. Zie de cd-rom in het pakket.
Contacten (adresboek)

SIM-telefoonboek en andere SIM-diensten

Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
Druk op en selecteer Contacten > Opties > SIM-
contacten > SIM-telefoonb. om de namen en nummers
te bekijken die op de SIM-kaart zijn opgeslagen. In het SIM-telefoonboek kunt u nummers toevoegen, bewerken of kopiëren naar Contacten en kunt u oproepen doen.
Als u de lijst met vaste nummers wilt bekijken, selecteert u Opties > SIM-contacten > Nrs. vaste contacten. Deze instelling wordt alleen weergegeven als deze wordt ondersteund door de SIM-kaart.
Als u de oproepen vanaf de telefoon wilt beperken tot geselecteerde telefoonnummers, selecteert u Opties >
Vaste nrs. activeren. Als u nieuwe telefoonnummers wilt
toevoegen aan de lijst met vaste nummers, selecteert u
Opties > Nieuw SIM-contact. Voor deze functies hebt
u de PIN2-code nodig.
Wanneer u Vaste nummers gebruikt, zijn pakketgegevensverbindingen niet mogelijk, behalve wanneer u SMS-berichten verzendt via een pakketgegevensverbinding. In dit geval moeten het nummer van de berichtencentrale en het telefoonnummer van de ontvanger worden opgenomen in de lijst met vaste nummers.
Wanneer de functie Vaste nummers is ingeschakeld, kunt u soms wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Beltonen toevoegen voor contactpersonen
Als een contactpersoon of groepslid u belt, wordt de beltoon voor die persoon afgespeeld indien het nummer van de beller wordt meegezonden met de oproep en door de telefoon wordt herkend.
1 Druk op om een visitekaartje te openen of ga naar
de groepenlijst en selecteer een contactgroep.
44
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
2 Selecteer Opties > Beltoon. Er wordt een lijst met
beltonen weergegeven.
3 Selecteer de beltoon die u wilt gebruiken voor de
afzonderlijke contactpersoon of de gehele groep.
U verwijdert de beltoon door Standaard beltoon te selecteren in de lijst met beltonen.

Contactgroepen maken

Beschikbare opties in de
groepenlijstweergave:Openen, Nieuwe groep,
Verwijderen, Naam wijzigen, Beltoon, Gegevens geheugen, Instellingen, Help en Afsluiten.
1 Druk in Contacten op om de groepenlijst te openen. 2 Selecteer Opties > Nieuwe groep. 3 U kunt de standaardnaam Groep 1 gebruiken of zelf
een naam typen. Selecteer vervolgens OK.
4 Open de groep en selecteer Opties > Leden toevoegen. 5 Ga naar een contactpersoon en druk op om deze te
markeren. Herhaal dit voor alle contactpersonen die u wilt toevoegen.
6 Selecteer OK om de contactpersonen aan de groep toe
te voegen.
Als u de naam van een groep wilt wijzigen, selecteert u
Opties > Naam wijzigen. Voer vervolgens de nieuwe naam
in en selecteer OK.

Leden uit een groep verwijderen

1 Open in de groepenlijst de groep die u wilt wijzigen. 2 Ga naar de gewenste contactpersoon en selecteer
Opties > Verwijder uit groep.
3 Selecteer Ja om de contactpersoon uit de groep te
verwijderen.
Tip! Als u wilt controleren tot welke groep een contactpersoon behoort, gaat u naar die contactpersoon en selecteert u Opties >
Hoort bij groepen.
Contacten (adresboek)
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
45

Camera en Galerij

Camera

De Nokia N90 ondersteunt een beeldresolutie van 1600 x 1200 pixels. De beeldresolutie kan in deze documentatie anders worden weergegeven.
Camera en Galerij
Ga naar de modus Beeldbewerking om de camera te activeren. Zie ‘Modus Beeldbewerking’ op pag. 13. De camera wordt gestart en het opnamebeeld is nu zichtbaar.
Waarschuwing!
U kunt in de modus Beeldbewerking geen alarmnummers bellen omdat het toetsenblok niet actief is. Als u een alarmnummer moet bellen, activeert u de modus Opengevouwen.
Als de Videomodus van de camera actief is, kiest u Opties > Afbeeldingsmodus om naar de afbeeldingsmodus te gaan.
46
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
De afbeeldingen worden automatisch opgeslagen in een JPEG-indeling. U kunt afbeeldingen ook verzenden via een multimediabericht, als e-mailbijlage of via een Bluetooth­verbinding.

Foto's nemen in de modus Beeldbewerking

Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen voordat u een foto neemt, drukt u op de joystick en selecteert u Flits, Witbalans, Belichtingswaarde of
Kleurtoon. Zie ‘Instellingen: kleur en belichting aanpassen’
op pag. 49.
Als u een scène wilt selecteren, drukt u op de joystick en selecteert u Modus. Zie ‘Scènes’ op pag. 50.
Het apparaat heeft ook een verdraaibare camera, zodat u in verschillende situaties eenvoudig foto's kunt nemen. U kunt de camera rechtsom en linksom draaien. Zie ‘Modus Camera’ op pag. 14.
U hebt de volgende opties voor het nemen
van foto’s: Videomodus, Ga naar Galerij,
Afbeeldingsinstell., Reeksmodus/Normale modus, Zelfontsp. activeren, Instellingen en Help.
Druk de opnametoets half in om de focus op een onderwerp vast te zetten. U ziet het groene symbool voor de vergrendelde focus op het display. Als de focusvergrendeling niet lukt, brandt het rode focussymbool. Laat de opnametoets los en druk deze nogmaals half in. U kunt ook foto's nemen zonder de focus te vergrendelen.
Druk op de opnametoets om een foto te maken. Houd het apparaat stil totdat de foto wordt opgeslagen. De afbeelding wordt automatisch opgeslagen in de map
Afbeeldingen en video van Galerij. Zie ‘Galerij’ op pag. 62.
Tip! U kunt ook eenvoudig foto's nemen in de
modus Camera. Zie ‘Foto's nemen in de modus Camera’ op pag. 52.
Symbolen voor de camera in de modus Beeldbewerking:
• De symbolen voor het telefoongeheugen ( ) en de geheugenkaart ( ) geven aan waar afbeeldingen worden opgeslagen (1).
• Het afbeeldingssymbool (2) geeft aan hoeveel afbeeldingen, afhankelijk van de geselecteerde beeldkwaliteit, er in het resterende geheugen van het apparaat of op de geheugenkaart passen.
• Het scènesymbool (3) geeft de huidige scène aan. Zie ‘Scènes’ op pag. 50.
• Het flitssymbool (4) geeft aan of de flits is ingesteld op
Automatisch (), Rode ogen (), Geforceerd ()
of Uit ().
•Het groene focussymbool (5) verschijnt wanneer de focus in de zoeker is vergrendeld (niet zichtbaar in de reeksmodus).
• Het zelfontspannersymbool (6) geeft aan dat de zelfontspanner is geactiveerd. Zie ‘Zelf op de foto ­Zelfontspanner’ op pag. 49.
• Het reeksmodussymbool (7) geeft aan dat de reeksmodus actief is. Zie ‘Foto's nemen in een reeks’ op pag. 48.
• Het resolutiesymbool (8) geeft aan welke beeldkwaliteit er is geselecteerd. Zie ‘Instellingen van fotocamera aanpassen’ op pag. 51
Sneltoetsen:
• Druk de bladertoets omhoog of omlaag om in of uit te zoomen. Het zoomsymbool aan de zijkant geeft de zoomfactor aan.
Camera en Galerij
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
47
• Druk op de bladertoets om de instellingen van
Afbeeldingsinstell. weer te geven. Zie ‘Instellingen:
kleur en belichting aanpassen’ op pag. 49.
• Druk op de bladertoets naar links of rechts om de flitsmodus te wijzigen.
Het opslaan van een vastgelegde afbeelding kan langer duren als u de instellingen voor zoomen, belichting of kleur hebt gewijzigd.
Camera en Galerij
Houd rekening met het volgende wanneer u een foto neemt:
• Het is raadzaam beide handen te gebruiken, zodat de camera niet beweegt.
• Gebruik de juiste scène voor elke omgeving als u foto­of video-opnamen maakt in een wisselende omgeving. Zie ‘Scènes’ op pag. 50.
• Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen voordat u een foto neemt, drukt u op de joystick of selecteert u Opties > Afbeeldingsinstell. >
Modus, Flits, Witbalans, Belichtingswaarde of Kleurtoon. Zie ‘Instellingen: kleur en belichting
aanpassen’ op pag. 49.
• De kwaliteit van een ingezoomde foto is lager dan die van een niet-ingezoomde foto.
• Als u een tijdje niet op een toets drukt, wordt de batterijspaarstand geactiveerd. Druk op de opnametoets om verder te gaan met het maken van foto's.
Houd rekening met het volgende wanneer u een foto hebt gemaakt:
• Als u de foto niet wilt behouden, selecteert u Opties >
Verwijderen.
• Druk de opnametoets half in om terug te gaan naar de zoeker en een nieuwe foto te maken.
• Als u de afbeelding wilt verzenden Via multimedia, Via
e-mail of Via Bluetooth, selecteert u Opties > Zenden.
Zie ‘Berichten’ op pag. 72 en ‘Bluetooth-verbinding’ op pag. 111 voor meer informatie. Deze optie is niet beschikbaar tijdens een actief gesprek.
• Als u tijdens een actief gesprek een afbeelding wilt verzenden, selecteert u Opties > Verz. naar beller.
• Als u de foto wilt bewerken, selecteert u Opties >
Bewerken. Zie ‘Afbeeldingen bewerken’ op pag. 53.
• Als u de foto wilt afdrukken, selecteert u Opties >
Afdrukken. Zie ‘Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 65.
Foto's nemen in een reeks
Selecteer Opties > Reeksmodus om de camera zodanig in te stellen dat er een reeks van zes foto's wordt gemaakt. U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met de zelfontspanner. Zie ‘Zelf op de foto - Zelfontspanner’ op pag. 49. De foto's worden automatisch opgeslagen in de
Galerij.
48
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Als u de foto’s wilt nemen, houdt u de toets Vastleggen ingedrukt. Als u minder dan zes foto’s wilt nemen, laat u de toets Vastleggen los na het gewenste aantal foto’s.
De genomen foto's worden in een raster weergeven op het hoofddisplay. Druk op de bladertoets om een foto te openen.
Druk de opnametoets half in om terug te gaan naar de zoeker van de reeksmodus.
Zelf op de foto - Zelfontspanner
Met de zelfontspanner kunt u het nemen van een foto uitstellen, zodat u zelf ook op de foto komt te staan. U schakelt de zelfontspanner in door Opties > Zelfontsp.
activeren > 2 seconden of 10 seconden te selecteren.
Selecteer Activeren om de zelfontspanner te activeren. Wanneer de zelfontspanner is geactiveerd, knippert het zelfontspannersymbool ( ) en hoort u een geluidssignaal. De foto wordt genomen wanneer de geselecteerde vertraging is verstreken. U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met de zelfontspanner. Zie ‘Foto's nemen in een reeks’ op pag. 48.
Tip! Als u Opties > Zelfontsp. activeren > 2
seconden selecteert, moet u uw handen stil houden
tijdens het fotograferen.
Flitser
Gebruik de flitser alleen op een veilige afstand. Gebruik de flitser niet te dicht in de buurt van mensen en dieren. Dek de flitser niet af wanneer u een foto neemt.
De camera heeft een LED-flitser voor omstandigheden met weinig licht. Beschikbare flitsermodi: Automatisch (),
Rode ogen (), Geforceerd () en Uit ().
Selecteer Opties > Afbeeldingsinstell. > Flits >
Geforceerd als u de flitser wilt gebruiken.
Als de flitser in een situatie met veel licht is ingesteld op Uit of Automatisch, wordt een zwak flitslicht gebruikt bij het nemen van de foto. Zo kan de persoon van wie u een foto neemt, zien wanneer de foto wordt genomen. Dit zwakke flitslicht heeft geen effect op de belichting van de foto.
Als u de flitser hebt ingesteld op Rode ogen, worden rode ogen op de foto voorkomen.
Instellingen: kleur en belichting aanpassen
Als u de kleuren en belichting van de camera nauwkeuriger wilt instellen of als u effecten wilt toevoegen aan uw foto's of video's, selecteert u Opties >
Afbeeldingsinstell. of Video-instellingen en selecteert
u een van de volgende opties:
Camera en Galerij
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
49
Modus - Hiermee selecteert u de juiste scène voor de
omgeving waarin u fotografeert. Zie ‘Scènes’ op pag. 50. Elke scène heeft eigen belichtingsinstellingen die zijn afgestemd op een specifieke omgeving.
Flits (alleen afbeeldingen) - Hiermee stelt u de flitser in op Automatisch,Rode ogen, Geforceerd of Uit. Zie ‘Flitser’
op pag. 49.
Witbalans - Hiermee selecteert u de huidige
Camera en Galerij
belichtingssituatie in de lijst. Met behulp van deze optie kunt u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.
Belichtingswaarde (alleen afbeeldingen) -
Hiermee wijzigt u de belichtingstijd van de camera.
Kleurtoon - Hiermee selecteert u een kleureffect in
de lijst.
Het display wordt aangepast aan de nieuwe instellingen en u ziet hoe de foto's of video's er uit zullen zien.
Wanneer u de camera sluit, worden de standaardinstellingen weer actief. Als u een nieuwe scène selecteert, worden de instellingen vervangen door die van de geselecteerde scène. Zie ‘Scènes’ op pag. 50. U kunt de beeldinstellingen ook wijzigen nadat u een scène hebt geselecteerd.
Scènes
Met een scène krijgt u automatisch de juiste instellingen voor kleur en belichting voor de huidige omgeving. U selecteert de gewenste scène voor de foto- of filmsessie uit een lijst met scènes. Elke scène heeft specifieke instellingen die zijn afgestemd op de omgeving waarin de opnamen worden gemaakt. Selecteer Opties >
Afbeeldingsinstell./Video-instellingen > Modus:
Videoscènes
Normaal ( ) (standaard) - Deze scène is geschikt voor
elke omgeving.
Nacht ( ) - Deze scène is geschikt voor een omgeving
met weinig licht.
Afbeeldingsscènes
Automatisch ( ) (standaard) - Deze scène is geschikt
voor elke omgeving.
Close-upmodus ( ) - Gebruik deze scène als u close-
upfoto's wilt maken.
Nacht ( ) - Deze scène is geschikt voor een omgeving
met weinig licht.
50
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Sport ( ) - Gebruik deze scène als u onderwerpen wilt
fotograferen die snel bewegen. Met deze scène wordt de beeldresolutie verlaagd van 1600x1200 tot 800x600. Zie Afbeeldingskwaliteit op pag. 51.
Portret ( ) - Gebruik deze scène om portretfoto's te
maken en bijvoorbeeld iemand vanaf borsthoogte of in een zittende positie te fotograferen.
Landschap ( ) - Gebruik deze scène als u foto's wilt
nemen van onderwerpen op grotere afstand.
Door gebr. gedef. ( ) - Gebruik deze scène om een
aangepaste scène samen te stellen met uw eigen instellingen voor flits, witbalans, belichtingstijd en kleurtoon.
Als u fotografeert, wordt standaard de scène Automatisch gebruikt. Als u echter de scène Door gebr. gedef. selecteert, wordt deze als standaardscène ingesteld.
Als u een eigen scène geschikt wilt maken voor een bepaalde omgeving, selecteert u de scène Door gebr.
gedef.. In een door de gebruiker gedefinieerde scène
kunt u de volgende opties aanpassen: Gebaseerd op
modus, Flits, Witbalans, Belichtingswaarde, Kleurtoon
en Gebr.modus opn. inst.. Als u de instellingen van een andere scène wilt kopiëren, selecteert u Gebaseerd op
modus en vervolgens de gewenste scène.
Instellingen van fotocamera aanpassen
In de modus Beeldbewerking kent de fotocamera twee soorten instellingen: de Afbeeldingsinstell.-instellingen en de begininstellingen. Zie ‘Instellingen: kleur en belichting aanpassen’ op pagina 49 als u de instellingen van Afbeeldingsinstell. wilt wijzigen. Als u de camera sluit, worden de standaardinstellingen voor video's weer hersteld, terwijl de begininstellingen gehandhaafd blijven tot u deze weer wijzigt. Als u de begininstellingen wilt wijzigen, selecteert u Opties > Instellingen en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Afbeeldingskwaliteit - Hoog 2M - Afdr. (resolutie
1600x1200), Norm. 0,5M - mail (resolutie 800x600) of Laag 0,3M - MMS (resolutie 640x480). Hoe hoger de kwaliteit, hoe meer geheugenruimte de afbeelding inneemt. De kwaliteit van een ingezoomde foto is lager dan die van een niet-ingezoomde foto. Selecteer Hoog
2M - Afdr. als u de afbeelding wilt afdrukken. Selecteer Norm. 0,5M - mail als u de afbeelding per e-mail wilt
verzenden. Selecteer Laag 0,3M - MMS als u de afbeelding als MMS wilt verzenden.
Naar album - Hiermee kunt u de afbeelding opslaan in
een bepaald album in de galerij. Als u Ja kiest, wordt een lijst met beschikbare albums geopend.
Camera en Galerij
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
51
Scherpstelpunt tonen (alleen afbeeldingen) - Selecteer Ja als u het focuspunt tijdens het fotograferen wilt
weergeven op het hoofddisplay.
Opgen. afb. tonen - Selecteer Ja als u de vastgelegde
afbeelding wilt bekijken nadat deze is gemaakt, of selecteer Nee als u direct wilt doorgaan met het nemen van foto's.
Gebruikt geheugen - Hiermee selecteert u de
Camera en Galerij
opslaglocatie voor afbeeldingen.

Foto's nemen in de modus Camera

In de modus Camera kunt u de camera activeren en ook gebruiken tijdens een actief gesprek.
1 U kunt de modus
Camera in de modus Dichtgevouwen inschakelen door de camera te draaien. Zie ‘Modus Camera’ op pag. 14. De toetsenblokvergrend eling wordt uitgeschakeld en de zoeker verschijnt op het klepdisplay. U kunt in- of uitzoomen door de bladertoets naar rechts of links te bewegen.
2 Druk de opnametoets half in om de focus op een
onderwerp vast te zetten. U ziet het groene symbool voor de vergrendelde focus op het display. Als de focusvergrendeling niet lukt, brandt het rode focussymbool. Laat de opnametoets los en druk deze nogmaals half in. U kunt ook foto's nemen zonder de focus te vergrendelen.
3 Druk de opnametoets helemaal in om een foto te
maken. De foto wordt automatisch opgeslagen in de galerij. Zie ‘Galerij’ op pag. 62.
Houd de opnametoets ingedrukt als u een foto hebt genomen en deze op het display in beeld wilt houden. Laat de opnametoets los om de zoeker opnieuw weer te geven.
Symbolen voor de modus Camera:
• Het modussymbool (1) geeft de huidige scène aan. Zie ‘Scènes’ op pag. 50.
• De symbolen voor het telefoongeheugen ( ) en de geheugenkaart ( ) geven aan waar afbeeldingen worden opgeslagen (2).
52
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
• Het afbeeldingssymbool (3) geeft aan hoeveel afbeeldingen, afhankelijk van de geselecteerde beeldkwaliteit, er in het resterende geheugen van het apparaat of op de geheugenkaart passen.
• Het groene focussymbool (4) verschijnt wanneer de focus in de zoeker is vergrendeld.
• Het zelfontspannersymbool (5) geeft aan dat de zelfontspanner is ingeschakeld. Zie ‘Zelf op de foto ­Zelfontspanner’ op pag. 49.
• Het flitssymbool (6) geeft aan of de flits is ingesteld op
Automatisch (), Rode ogen (), Geforceerd ()
of Uit ( ). Druk de bladertoets omhoog of omlaag om een keuze te maken uit de flitsmodi. De gekozen flitsmodus wordt weergegeven in het pop-upvenster op het display.
• Het zoomsymbool (7) geeft de zoomfactor aan. Druk de bladertoets naar links of rechts om in of uit te zoomen.
• Het symbool van de bladertoets ( ) (8) geeft aan dat het menu Opties beschikbaar is. Druk op de bladertoets om het menu Opties te openen.
U sluit de camera en de modus Camera door de camera terug te draaien naar de modus Dichtgevouwen. Zie ‘Modus Dichtgevouwen’ op pag. 12.
Opties voor de modus Camera
Als u de beeldinstellingen wilt wijzigen, drukt u op de bladertoets en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Opnamemodus - Hiermee selecteert u de juiste scène
voor de opnameomgeving. Zie ‘Scènes’ op pag. 50.
Weerg. omslaan - Hiermee kunt u de foto 180 graden
draaien. Deze optie is handig wanneer de zoeker ondersteboven zit omdat u de camera naar u toe richt om bijvoorbeeld een foto van uzelf te nemen.
Zelfontspanner - Hiermee activeert u de zelfontspanner.
Selecteer 2 seconden of 10 seconden.
Waarde sluitertijd - Hiermee wijzigt u de helderheid
van de foto.
Instellingen - Hiermee wijzigt u de instellingen van Kwaliteit afbeelding, Gebruikt geheugen en Opg. afbeeld. tonen. Zie ‘Instellingen van fotocamera
aanpassen’ op pag. 51.

Afbeeldingen bewerken

Als u een nieuwe foto of de foto's in de Galerij wilt bewerken, selecteert u Opties > Bewerken. U kunt de toepassing Galerij openen in de modus Beeldbewerking of in de modus Opengevouwen.
Camera en Galerij
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
53
In de weergave voor fotobewerking zijn de volgende
opties beschikbaar: Effect toepassen, Bewerking
sluiten, Ongedaan maken, Zenden, Volledig scherm/ Normaal scherm, Inzoomen/Uitzoomen, Opslaan, Afdrukken en Help.
Selecteer Effect toepassen als u de foto bijvoorbeeld wilt bijsnijden en draaien, of kenmerken als helderheid, kleur, contrast en resolutie wilt aanpassen, of een effect, tekst,
Camera en Galerij
illustratie of kader aan de foto wilt toevoegen.
Als u een afbeelding wilt bijsnijden, selecteert u Opties >
Effect toepassen > Snijden. Selecteer Handmatig als u
de grootte van een afbeelding handmatig wilt bijsnijden of selecteer een vooraf gedefinieerde hoogte­breedteverhouding in de lijst. Als u Handmatig selecteert, verschijnt er een kruis in de linkerbovenhoek van de afbeelding. Als u het kruis wilt verplaatsen en het gebied wilt selecteren dat moet worden bijgesneden, drukt u op de bladertoets. Selecteer Instellen. Er verschijnt een tweede kruis in de rechterbenedenhoek. Selecteer nogmaals het gebied dat moet worden bijgesneden en selecteer Snijden. De geselecteerde gebieden vormen samen de bijgesneden afbeelding.
Als u rode ogen in een foto wilt verminderen, selecteert u Opties > Effect toepassen > Rode-ogenreductie. Plaats het kruis op het oog en druk op de bladertoets. Er verschijnt een lus in het display. Beweeg de bladertoets zodat de lus even groot wordt als het oog. Druk op de bladertoets om de roodheid te verminderen.
Als u een illustratie wilt toevoegen aan een afbeelding, selecteert u Opties > Effect toepassen > Pictogram. Selecteer het gewenste item in de lijst en druk op de bladertoets. Als u het item wilt verplaatsen, draaien, vergroten of verkleinen, selecteert u Opties > Verplaatsen,
Formaat wijzigen of Roteren.
Als u tekst wilt toevoegen aan een afbeelding, selecteert u Opties > Effect toepassen > Tekst. Voer de tekst in en selecteer OK. Als u de tekst wilt bewerken, selecteert u
Opties > Verplaatsen, Formaat wijzigen, Roteren of Kleur selecteren.
Sneltoetsen in de modus Opengevouwen:
• Als u een afbeelding in een volledig scherm wilt bekijken, drukt u op . Druk nogmaals op om terug te keren naar de normale weergave.
• Als u een afbeelding rechtsom of linksom wilt draaien, drukt u op of .
• Als u wilt inzoomen of uitzoomen, drukt u op
of .
54
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Tips voor het nemen van foto's

Als u met een moeilijke invalshoek te maken hebt, kunt u de camera verdraaien om een betere opnamepositie te krijgen. U kunt de camera rechtsom of linksom draaien. Zie ‘Modus Camera’ op pag. 14.
Fotokwaliteit
Gebruik de juiste fotokwaliteit. De camera beschikt
over drie verschillende fotokwaliteiten (Hoog 2M - Afdr.,
Norm. 0,5M - mail en Laag 0,3M - MMS). Gebruik de
instelling Hoog 2M - Afdr. als u foto's van de hoogst beschikbare kwaliteit wilt maken. Houd er rekening mee dat een hogere fotokwaliteit meer opslagruimte vereist. Foto's die per MMS en e-mail worden verzonden, moeten waarschijnlijk de kwaliteit Norm. 0,5M - mail of Laag
0,3M - MMS hebben. Als u de kwaliteit wilt definiëren in
de afbeeldingsmodus van de camera, selecteert u Opties >
Instellingen.
Achtergrond
Gebruik een eenvoudige achtergrond. Voorkom bij
portretten en andere foto's van mensen dat het onderwerp tegen een rommelige, onoverzichtelijke achtergrond komt te staan waardoor de aandacht wordt afgeleid. Verplaats de camera of het onderwerp als de achtergrond onbruikbaar is. Plaats de camera dichter bij het onderwerp als u een scherpe portretfoto wilt maken.
Diepte
Wanneer u een landschap of andere mooie omgeving fotografeert, geven objecten op de voorgrond de foto meer diepte. Als dit object echter te dicht bij de camera staat, komt het mogelijk wazig op de foto.
Belichtingssituaties
De lichtbron, lichtsterkte en invalshoek van het licht hebben een enorme invloed op het uiteindelijke resultaat van de foto. Hier volgen enkele typische belichtingssituaties:
Lichtbron achter het onderwerp. Voorkom dat het
onderwerp voor een sterke lichtbron staat. Als de lichtbron achter het onderwerp staat of in het display schijnt, zal de foto waarschijnlijk weinig contrast hebben, te donker ogen en ongewenste lichteffecten vertonen. U kunt dan de flits gebruiken om donkere delen extra te belichten. Zie ‘Flitser’ op pag. 49.
Lichtbron aan de zijkant van het onderwerp. Een
sterke belichting vanaf de zijkant kan een opvallend effect opleveren, maar soms ook weer leiden tot te veel contrast.
Lichtbron voor het onderwerp. Bij fel zonlicht zal
het onderwerp mogelijk de ogen half dicht knijpen. De foto kan dan ook te veel contrast hebben.
Camera en Galerij
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
55
Optimale belichting vindt u in situaties met
voldoende diffuus, zacht licht, zoals op een heldere, lichtbewolkte dag of in de schaduw van bomen op een zonnige dag.

Video's opnemen

Ga naar de modus Beeldbewerking om de camera te activeren en de zoeker op het hoofddisplay weer te geven.
Camera en Galerij
Zie ‘Foto's nemen in de modus Beeldbewerking’ op pag.
46. De camera wordt gestart en u kunt de vast te leggen weergave bekijken.
Als de Afbeeldingsmodus van de camera actief is, kiest u
Opties Videomodus om naar de videomodus te gaan.
Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen voordat u gaat filmen, drukt u op de joystick en selecteert u Witbalans of Kleurtoon. Zie ‘Instellingen: kleur en belichting aanpassen’ op pag. 49.
Als u een scène wilt selecteren, drukt u op de joystick en selecteert u Modus. Zie ‘Scènes’ op pag. 50.
U hebt de volgende opties voor het maken van
videofilms: Afbeeldingsmodus, Ga naar
Galerij,Video-instellingen, Instellingen en Help.
1 Druk op de opnametoets om de opname te starten.
Het opnamepictogram wordt weergegeven. De LED-indicator begint te branden en u hoort een geluid ten teken dat de opname is gestart. Dit heeft geen effect op de belichting van de video.
2 U kunt de opname op elk gewenst moment onderbreken
door op Pauze te drukken. Het pauzepictogram knippert op het display. De video-opname wordt automatisch gestopt als u de opname onderbreekt en gedurende één minuut niet op een toets drukt.
3 Selecteer Doorgaan om de opname te hervatten. 4 Selecteer Stop of druk op de opnametoets om de
opname te stoppen. De videoclip wordt automatisch opgeslagen in de map Afbeeldingen en video van
Galerij. Zie ‘Galerij’ op pag. 62.
Symbolen voor de videorecorder:
• De symbolen voor het telefoongeheugen () en de geheugenkaart ( ) (1) geven aan waar de video wordt opgeslagen.
• Het symbool voor de huidige videolengte (2) geeft de verstreken en resterende tijd aan.
56
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
• Het scènesymbool (3) geeft de huidige scène aan. Zie ‘Scènes’ op pag. 50.
• Het microfoonsymbool (4) geeft aan dat de microfoon wordt gedempt.
• Het bestandssymbool (5) geeft de bestandsindeling van de videoclip aan in overeenstemming met de geselecteerde videokwaliteit.
• Het videokwaliteitssymbool (6) geeft de kwaliteit aan van de geselecteerde videoclip. Zie ‘Video-instellingen’ op pag. 57
Sneltoetsen:
• Druk de bladertoets omhoog of omlaag om in of uit te zoomen. Het zoomsymbool aan de zijkant geeft de zoomfactor aan.
• Druk op de bladertoets om de instellingen van Video-
instellingen weer te geven. Zie ‘Instellingen: kleur en
belichting aanpassen’ op pag. 49.
Nadat u een videoclip hebt opgenomen:
• Als u de zojuist opgenomen videoclip direct wilt afspelen, selecteert u Opties > Afspelen.
• Als u de film niet wilt behouden, selecteert u Opties >
Verwijderen.
• Als u wilt teruggaan naar de zoeker om een nieuwe videoclip op te nemen, drukt u op de opnametoets.
• Als u de videoclip wilt verzenden Via multimedia, Via
e-mail of Via Bluetooth, selecteert u Opties > Zenden. Zie ‘Berichten’ op pag. 72 en ‘Bluetooth-
verbinding’ op pag. 111 voor meer informatie. Deze optie is niet beschikbaar tijdens een actief gesprek.
• Als u tijdens een actief gesprek een videoclip wilt
verzenden, selecteert u Opties > Verz. naar beller.
• Als u de videoclip wilt bewerken, selecteert u Opties >
Bewerken. Zie ‘Videoclips bewerken’ op pag. 58.
Video-instellingen
In de modus Beeldbewerking kent de videorecorder twee soorten instellingen: de Video-instellingen-instellingen en de begininstellingen. Zie ‘Instellingen: kleur en belichting aanpassen’ op pagina 49 als u de instellingen van Video-instellingen wilt wijzigen. Als u de camera sluit, worden de standaardinstellingen voor video's weer hersteld, terwijl de begininstellingen gehandhaafd blijven tot u deze weer wijzigt. Als u de begininstellingen wilt wijzigen, selecteert u Opties > Instellingen en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Geluidsopname - Selecteer Aan om zowel beeld als geluid
op te nemen.
Camera en Galerij
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
57
Videokwaliteit - Stel de kwaliteit van de videoclip in op Hoog, Normaal of Delen. De kwaliteit wordt aangeduid
met een van de volgende pictogrammen: (Hoog), (Normaal) of (Sharing). Als u Hoog of Normaal selecteert, wordt de lengte van de video-opname beperkt tot de beschikbare ruimte op de geheugenkaart en tot maximaal één uur per clip. Als u de videofilm op een tv of pc wilt bekijken, selecteert u de videokwaliteit Hoog. U hebt dan een CIF-resolutie (352x288) en de
Camera en Galerij
bestandsindeling .mp4. Videoclips in een .mp4-indeling kunnen niet als multimediabericht worden verzonden. Als u de videoclip op een mobiele telefoon wilt bekijken, selecteert u de kwaliteit Normaal, zodat u een QCIF­resolutie (176x144) en de bestandsindeling .3gp hebt. Als u de videoclip via MMS wilt verzenden of wilt delen, selecteert u Delen (QCIF-resolutie, bestandsindeling .3gp). Zie ‘Videobeelden delen’ op pag. 33. Deze videoclips kunnen maximaal 300 kB groot zijn (een lengte van ongeveer 20 seconden). U kunt ze dan eenvoudig als multimediabericht verzenden naar een compatibel apparaat. Het kan zijn dat in een aantal netwerken alleen het verzenden van multimediaberichten met een maximumformaat van 100 kB wordt ondersteund. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Naar album - Hiermee kunt u de opgenomen videoclip
opslaan in een bepaald album in de Galerij. Als u Ja kiest, wordt een lijst met beschikbare albums geopend.
Opgen. video tonen - Als u Ja selecteert, kunt u de
opgenomen videoclip meteen afspelen nadat u deze hebt opgenomen door Opties > Afspelen te selecteren in de camera. Als u Nee selecteert, kunt u onmiddellijk een nieuwe video opnemen.
Gebruikt geheugen - Geef op welke geheugenopslag
u wilt gebruiken: telefoongeheugen of geheugenkaart.
Als er bijna geen telefoongeheugen meer beschikbaar is, kan de opnamekwaliteit afnemen. Als u telefoongeheugen wilt vrijmaken, verplaatst u gegevens naar een compatibele geheugenkaart of een pc, of verwijdert u gegevens.
Tip! U kunt de camera zo instellen dat deze een
compatibele geheugenkaart gebruikt voor het opslaan van video’s door Opties > Instellingen > Gebruikt
geheugen > Geheugenkaart te selecteren.

Videoclips bewerken

U kunt videoclips bewerken in de Galerij van de modus Beeldbewerking of de modus Opengevouwen. Zie ‘Foto's nemen in de modus Beeldbewerking’ op pag. 46 en ‘Galerij’ op pag. 62.
Als u videoclips wilt bewerken of aangepaste videoclips wilt maken, gaat u naar een videoclip en selecteert u
Opties > Bewerken. U kunt aangepaste videoclips
maken door videoclips te combineren en in te korten,
58
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
en afbeeldingen, geluidsfragmenten, overgangen en effecten toe te voegen. Overgangen zijn visuele effecten die u kunt toevoegen aan het begin en het einde van de video of tussen de videoclips.
In de video-editor zijn twee tijdbalken te zien: een voor de videoclip en een voor het geluid. De afbeeldingen, tekst of overgangen die u toevoegt aan een videoclip, worden weergegeven op de tijdbalk van de videoclip. Schuif naar links of naar rechts om een tijdbalk te doorlopen. Schuif omhoog of omlaag om een andere tijdbalk te selecteren.
Video, geluid, afbeeldingen, tekst en overgangen bewerken
Als u aangepaste videoclips wilt maken, selecteert u een of meer videoclips en kiest u Opties > Bewerken.
In de weergave Videoclip bewerken kunt u videoclips invoegen om een aangepaste videoclip te maken en de clips bewerken door ze in te korten en effecten toe te voegen. U kunt afbeeldingen en geluidsfragmenten toevoegen en de duur ervan wijzigen, alsmede tekst en overgangen toevoegen aan de clip. Druk op en om tussen de videoclip en het geluidsfragment te schakelen.
Als u de video wilt wijzigen, selecteert u een van de volgende opties:
Videoclip bewerken:
Knippen - Hiermee kort u de videoclip in de weergave voor
het knippen van videoclips in.
Voeg kleureffect toe - Hiermee voegt u een kleureffect
toe aan de videoclip.
Vertraagd afspelen - Hiermee vertraagt u de snelheid van
de videoclip.
Geluid dempen/Geluid vrijgeven—Hiermee dempt u het
oorspronkelijke geluid van de videoclip of geeft u het vrij.
Verplaatsen (wordt alleen weergegeven als er twee of
meer videoclips zijn ingevoegd) - Hiermee verplaatst u de videoclip naar de geselecteerde locatie.
Verwijderen - Hiermee verwijdert u de videoclip uit
de video.
Dupliceren - Hiermee maakt u een kopie van de
geselecteerde videoclip.
Tekst bewerken (alleen beschikbaar als u tekst hebt
toegevoegd) - Hiermee kunt u tekst verplaatsen, verwijderen of dupliceren, de kleur en stijl van de tekst wijzigen, bepalen hoe lang de tekst in beeld is, plus effecten toepassen op de tekst.
Camera en Galerij
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
59
Afbeeld. bewerken (alleen beschikbaar als u een
afbeelding hebt toegevoegd) - Hiermee kunt u een afbeelding verplaatsen, verwijderen of dupliceren, bepalen hoe lang de afbeelding in beeld is, plus een achtergrond en kleureffect toepassen op de afbeelding.
Bewerk geluidsclip:
Knippen - Hiermee kort u het geluidsfragment in de
weergave voor het knippen van geluidsfragmenten in.
Camera en Galerij
Verplaatsen (wordt alleen weergegeven als er twee
of meer geluidsfragmenten zijn ingevoegd) - Hiermee verplaatst u het geluidsfragment naar de geselecteerde locatie.
Duur instellen - Hiermee wijzigt u de lengte van het
geluidsfragment.
Verwijderen - Hiermee verwijdert u het geluidsfragment
uit de video.
Dupliceren - Hiermee maakt
u een kopie van het geselecteerde geluidsfragment.
Overgang bewerken - Er zijn
drie typen overgangen: aan het begin van een video, aan het einde van een video en tussen videoclips in. U kunt een beginovergang selecteren wanneer de eerste overgang van de video actief is.
Invoegen:
Videoclip - Hiermee voegt u de geselecteerde videoclip in.
Er wordt een miniatuur van de videoclip weergegeven in de beginweergave. Een miniatuur bestaat uit het eerste niet­zwarte beeld van de videoclip. De naam en lengte van de geselecteerde videoclip worden ook weergegeven.
Afbeelding - Hiermee voegt u de geselecteerde afbeelding
in. Er wordt een miniatuur van de afbeelding weergegeven in de beginweergave.
60
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Tekst - Hiermee voegt u tekst in de videoclip in.
U kunt een titel, ondertitel of aftiteling toevoegen.
Geluidsclip - Hiermee voegt u het geselecteerde
geluidsfragment in. De naam en lengte van het geselecteerde geluidsfragment worden weergegeven in de beginweergave.
Nieuwe geluidsclip - Hiermee neemt u een nieuw
geluidsfragment op de geselecteerde locatie op.
Film - Hiermee kunt u een voorbeeld van de film bekijken
in een volledig scherm of als een miniatuur, de film opslaan of de film inkorten zodat deze als multimediabericht kan worden verzonden.
Tip! Als u een screenshot wilt maken van een
videoclip, selecteert u Opties > Snapshot maken in het miniatuurvoorbeeld of in de weergave voor het knippen van videoclips.
Als u een videoclip of geluidsfragment wilt knippen, gaat u naar de gewenste tijdbalk en selecteert u Opties >
Videoclip bewerken > Knippen of Opties > Bewerk geluidsclip > Knippen. Als u het beginpunt van de
videoclip of het geluidsfragment wilt markeren, selecteert u in de weergave voor het knippen van videoclips of geluidsfragmenten Opties > Beginmrk. Als u het einde van de videoclip of het geluidsfragment wilt markeren,
selecteert u Opties > Eindmrk.. Als u de geknipte clip wilt afspelen, selecteert u Opties > Gemrk. sectie afspln. Druk op Gereed om de wijzigingen op te slaan.
Als u de videoclip wilt opslaan, selecteert u in de beginweergave van de video-editor Opties > Film >
Opslaan. Als u Gebruikt geheugen wilt definiëren,
selecteert u Opties > Instellingen. Standaard wordt het telefoongeheugen gebruikt.
Tip! U kunt in de weergave Instellingen de volgende
items definiëren: Standaardvideonaam, Std.naam
schermfoto, Resolutie en Gebruikt geheugen.
Selecteer Zenden > Via multimedia, Via e-mail of Via
Bluetooth als u de video wilt verzenden. Neem contact
op met uw serviceprovider voor meer informatie over de maximale grootte van de multimediaberichten die u kunt verzenden. Als de video te groot is om in een multimediabericht te verzenden, wordt het symbool weergegeven. Selecteer Opties > Film > Bewerken voor
MMS om de film te knippen.
Tip! Als u een videoclip wilt verzenden die
groter is dan de maximaal toegestane grootte voor multimediaberichten, kunt u de clip verzenden via Bluetooth. Zie ‘Gegevens verzenden via een Bluetooth­verbinding’ op pag. 112. U kunt de video's ook via Bluetooth of een geheugenkaartlezer (toebehoren) verzenden naar pc's waarvoor Bluetooth is ingeschakeld.
Camera en Galerij
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
61

Galerij

Als u uw afbeeldingen, videoclips, geluidsfragmenten, speellijsten en koppelingen naar streaming-media wilt opslaan en ordenen, drukt u in de modus Opengevouwen op en selecteert u Galerij. Als u de galerij in de modus Beeldbewerking wilt openen, selecteert u Opties > Ga
Camera en Galerij
naar Galerij. In de modus Beeldbewerking is alleen de
map Afbeeldingen en video beschikbaar.
Tip! Als u in de modus
Beeldbewerking wilt schakelen van Galerij naar de camera, selecteert u Camera.
Selecteer Afbeeldingen en
video , Tracks , Geluidsfragn , Koppelingen of Alle bestanden en druk op
om deze map te openen.
U kunt mappen openen en hierin bladeren. Daarnaast kunt u items markeren, kopiëren en naar mappen verplaatsen. U kunt geluidsfragmenten, videoclips, .ram-bestanden en koppelingen naar streaming-media openen en afspelen in
de toepassing RealPlayer. Zie ‘RealPlayer™’ op pag. 66. U kunt ook albums maken en items in de albums markeren, kopiëren en toevoegen. Zie ‘Albums’ op pag. 64.
Tip! U kunt afbeeldingen overbrengen van het
apparaat naar een compatibele pc waarop Nokia Phone Browser beschikbaar is in Nokia PC Suite. Zie de cd-rom die bij het apparaat is geleverd.
Druk op om een bestand te openen. Alle videoclips en muziek- en geluidsfragmenten worden geopend in
RealPlayer. Zie ‘Afbeeldingen en videoclips bekijken’ op
pag. 63.
Als u bestanden wilt kopiëren of verplaatsen naar de geheugenkaart of het telefoongeheugen, selecteert u een bestand en vervolgens Opties > Organiseren > Kop. naar
geh.kaart/Verpl. naar geh.kaart of Kop. naar telef.geh./ Verpl. naar telef.geh.. Bestanden die zijn opgeslagen op
de geheugenkaart, worden aangegeven met .
Als u bestanden met de browser wilt downloaden naar de Galerij in een van de hoofdmappen, selecteert u bijvoorbeeld het downloadpictogram ( ) om afbeeldingen te downloaden. De browser wordt geopend, waarna u een bookmark kunt selecteren voor de website waarvan u wilt downloaden.
62
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Afbeeldingen en videoclips bekijken

De foto's en videoclips die u met de camera hebt gemaakt, worden opgeslagen in de map Afbeeldingen en video in de Galerij. De kwaliteit van een videoclip wordt aangeduid met een van de volgende pictogrammen: (Hoog), (Normaal) en (Delen). Zie ‘Video-instellingen’ op pag. 57 voor meer informatie over videokwaliteit. Afbeeldingen en videoclips kunnen ook naar u worden verzonden in een multimediabericht, als e-mailbijlage of via een Bluetooth­verbinding. Als u een ontvangen afbeelding of videoclip in de galerij of de mediaspeler wilt bekijken, moet u deze opslaan in het telefoongeheugen of op een geheugenkaart.
Open de map Afbeeldingen en video in de Galerij. De bestanden met afbeeldingen en videoclips worden opeenvolgend op datum weergegeven. Het aantal bestanden is te zien op het display. Ga omhoog of omlaag om door de bestanden te bladeren. Houd de bladertoets omhoog of omlaag ingedrukt om cyclisch door de bestanden te bladeren. Schuif naar links of rechts om meerdere bestanden tegelijk te verplaatsen.
Tip! In de modus Beeldbewerking kunt u de
bladertoets gebruiken om door bestanden te navigeren en ze te openen.
De volgende opties zijn beschikbaar in de
beginweergave van Afbeeldingen en video: Openen (alleen afbeeldingen), Afspelen (alleen video's),
Zenden, Naar camera, Naar album, Albums, Afdrukken (alleen afbeeldingen), Bewerken, Verwijderen, Organiseren, Markeringen aan/uit, Help en Afsluiten.
Als u een foto of videoclip wilt bewerken, selecteert u Opties > Bewerken. Er verschijnt een editor voor afbeeldingen of video's.
Als u een afbeelding of een videoclip wilt toevoegen aan een album in de galerij, selecteert u Opties > Naar album. Zie ‘Albums’ op pag. 64.
Als u aangepaste videoclips wilt maken, selecteert u een of meer videoclips in de galerij en kiest u Opties >
Bewerken. Zie ‘Videoclips bewerken’ op pag. 58.
De volgende opties zijn beschikbaar voor het
bekijken van afbeeldingen: Inzoomen, Zenden,
Naar album, Inst. als achtergr., Toev. aan contact, Afdrukken, Bewerken, Verwijderen, Naam wijzigen, Gegevens bekijken, Toev. aan Favoriet., Help en Afsluiten.
Als u uw afbeeldingen wilt afdrukken op een printer die op het apparaat is aangesloten of als u ze wilt opslaan op uw MMC om ze later af te drukken met een compatibel apparaat, selecteert u Opties > Afdrukken. Zie ‘Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 65.
Camera en Galerij
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
63
Als u een afbeelding wilt zoomen, selecteert u Opties >
Inzoomen. De zoomfactor verschijnt boven in het display.
De zoomfactor wordt niet permanent opgeslagen.
Als u een afbeelding of videoclip wilt verwijderen, drukt u op .

Albums

Camera en Galerij
U kunt afbeeldingen en videoclips eenvoudig beheren in albums. Als u de lijst met albums wilt weergeven, gaat u naar de map Afbeeldingen en video en selecteert u
Opties > Albums. De albums zijn alfabetisch
gerangschikt. Druk op de bladertoets om de inhoud van een album te bekijken.
Als u een nieuw album wilt maken, selecteert u
Opties > Nieuw album. Voer de naam van het album
in en selecteer OK.
Als u een foto of videoclip wilt toevoegen aan een album in de galerij, bladert u naar de foto of videoclip en selecteert u Opties > Naar album. Er verschijnt een lijst met albums. Selecteer het gewenste album en druk op de bladertoets om de foto of videoclip aan het album toe te voegen.
Druk op om een bestand uit een album te verwijderen. Het bestand wordt niet verwijderd uit de map
Afbeeldingen en video in de Galerij.
64
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Beeldbewerking

Afbeeldingen afdrukken

Met Afb. afdrukken kunt u afbeeldingen afdrukken door de afdrukoptie te selecteren in de galerij, camera, afbeeldingseditor, afbeeldingsviewer of de actieve standby-modus.
Met Afb. afdrukken kunt u afbeeldingen afdrukken via een gegevenskabel, een Bluetooth-verbinding of de geheugenkaart.
U kunt alleen afbeeldingen in de .jpg-indeling afdrukken. De foto's die met de camera worden genomen, worden automatisch opgeslagen in de .jpg-indeling.
Opmerking: als u wilt afdrukken naar een printer
die compatibel is met PictBridge, moet u de afdrukoptie selecteren voordat u de USB-kabel aansluit.
Selecteer de afbeelding die u wilt afdrukken en kies
Opties > Afdrukken.

Printer selecteren

Wanneer u Afb. afdrukken de eerste keer gebruikt, wordt een lijst met beschikbare printers weergegeven nadat u de afbeelding hebt geselecteerd. Selecteer de printer die u wilt gebruiken. De printer wordt ingesteld als de standaardprinter.
Als u een met PictBridge compatibele USB-printer hebt aangesloten via de CA-53-datakabel die bij het apparaat is geleverd, wordt de printer automatisch weergegeven.
Als de standaardprinter niet beschikbaar is, wordt nogmaals een lijst weergegeven met beschikbare afdrukapparaten.
Als u de standaardprinter wilt wijzigen, selecteert u
Opties > Instellingen > Standaardprinter.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Beeldbewerking
65

Afdrukvoorbeeld

De afdrukweergave wordt alleen geopend als u het afdrukken van een afbeelding start vanuit de galerij of de actieve standby-modus.
De geselecteerde afbeeldingen worden weergegeven met vooraf gedefinieerde indelingen. Als u de indeling wilt
Beeldbewerking
wijzigen, schuift u naar links en naar rechts door de beschikbare indelingen voor de geselecteerde printer. Als de afbeeldingen niet op één pagina passen, bladert u omhoog of omlaag om de aanvullende pagina’s te bekijken.
Beschikbare opties in het afdrukvoorbeeld:
Afdrukken, Instellingen, Help en Afsluiten.

Afdrukinstellingen

De beschikbare opties variëren, afhankelijk van de mogelijkheden van de printer die u hebt geselecteerd.
Als u een standaardprinter wilt instellen, selecteert u
Opties > Standaardprinter.
Als u het papierformaat wilt selecteren, kiest u
Papierformaat, selecteert u het gewenste formaat in de
lijst en kiest u OK. Selecteer Annuleer om terug te gaan naar de vorige weergave.

RealPlayer™

Druk op en selecteer RealPlayer. U kunt met
RealPlayer videoclips, geluidsfragmenten, afspeellijsten en
streaming-mediabestanden afspelen. U kunt een koppeling naar streaming-media activeren wanneer u webpagina's bekijkt. U kunt deze ook opslaan in het telefoongeheugen of op de geheugenkaart. U kunt RealPlayer ook met beperkte toetsfuncties gebruiken in de modus Beeldbewerking. Zie ‘Foto's nemen in de modus Beeldbewerking’ op pag. 46.
RealPlayer ondersteunt bestanden met extensies
zoals .aac, .awb, .m4a, .mid, .mp3, en .wav. RealPlayer ondersteunt echter niet noodzakelijkerwijs alle bestandsindelingen of alle variaties van bestandsindelingen. In RealPlayer wordt bijvoorbeeld geprobeerd alle mp4-bestanden te openen. Een aantal mp4-bestanden kan echter inhoud bevatten die niet compatibel is met 3GPP-standaarden en die daarom niet wordt ondersteund door dit apparaat.
Tip! U kunt muziekbestanden van het apparaat naar
de geheugenkaart overbrengen met behulp van Nokia Audio Manager, dat beschikbaar is in Nokia PC Suite. Zie de cd-rom die bij het apparaat is geleverd.
66
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Videoclips of geluidsfragmenten afspelen

Waarschuwing: Zet de muziek niet te hard. Door langdurige blootstelling aan harde muziek kan uw gehoord beschadigd raken.
Beschikbare opties in RealPlayer wanneer er een
clip is geselecteerd: Afspelen/Doorgaan, Op volledig
scherm/Drg. op voll. scherm, Stoppen, Dempen/ Dempen opheffen, Gegevens clip, Zenden, Instellingen, Help en Afsluiten.
1 Als u een mediabestand wilt afspelen dat is opgeslagen
in het telefoongeheugen of op een geheugenkaart, selecteert u Opties > Openen en selecteert u:
Recente clips - Hiermee kunt u een van de zes
laatst afgespeelde bestanden afspelen in RealPlayer.
Opgeslagen clip - Hiermee kunt u een bestand
afspelen dat is opgeslagen in Galerij. Zie ‘Galerij’ op pag. 62.
Geluidsclips op geh.krt - Hiermee kunt u een speellijst
maken en de bestanden afspelen die zijn opgeslagen op de geheugenkaart. Zie ‘Een speellijst maken’ op pag. 67.
2 Ga naar een bestand en druk op om het bestand af
te spelen.
Tip! Als u een videoclip wilt bekijken op het volledige
scherm, drukt u op . Druk nogmaals hierop om terug te gaan naar de normale schermmodus.
Pictogrammen in RealPlayer: - Herhalen;
- Willekeurige volgorde; - Herhalen en
willekeurige volgorde; en - Luidspreker uit.
Sneltoetsen tijdens het afspelen:
• Als u een video vooruit wilt spoelen, houdt u ingedrukt.
• Als u de videoclip wilt terugspoelen, houdt u ingedrukt.
• Om het geluid te dempen, drukt u op en houdt u deze knop ingedrukt totdat het symbool wordt weergegeven. Als u het geluid wilt inschakelen, drukt u op totdat het symbool wordt weergegeven.

Een speellijst maken

Ga als volgt te werk als u een speellijst met muzieknummers wilt maken in uw telefoongeheugen of op de geheugenkaart:
1 Selecteer Opties > Nieuwe tracklijst. 2 Selecteer het geheugen waaruit u de
muzieknummers wilt selecteren.
3 Voer een naam in voor de speellijst.
Beeldbewerking
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
67
4 Als u de muzieknummers wilt markeren die u wilt
opnemen in de speellijst, selecteert u Opties >
Markeringen aan/uit > Markeren of Alle markeren.
5 Selecteer Opties > Gemark. items sel..
Tip! Als u de toepassing open wilt houden en muziek
op de achtergrond wilt laten spelen, drukt u twee keer
Beeldbewerking
op om terug te keren naar de standby-modus. Als u naar de toepassing wilt terugkeren, drukt u op en selecteert u RealPlayer.

Live streaming-inhoud afspelen

Bij veel serviceproviders moet u een internettoegangspunt (Internet Access Point of IAP) gebruiken als standaardtoegangspunt. Er zijn echter ook serviceproviders bij wie u een WAP-toegangspunt mag gebruiken.
De toegangspunten zijn mogelijk al geconfigureerd wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Opmerking: in RealPlayer kunt u alleen URL's
van het type rtsp:// openen. RealPlayer herkent echter wel een http-koppeling naar een .ram-bestand.
Als u live streaming-inhoud wilt afspelen, selecteert u een koppeling naar streaming-media die is opgeslagen in
Galerij, op een webpagina of die u hebt ontvangen in een
SMS- of multimediabericht. Voordat de live streaming­inhoud wordt afgespeeld, wordt verbinding gemaakt met de site en wordt het laden van de inhoud gestart. De inhoud wordt niet opgeslagen in het apparaat.

RealPlayer-instellingen ontvangen

U kunt RealPlayer-instellingen ontvangen in een speciaal SMS-bericht van uw netwerkoperator of serviceprovider. Zie ‘Gegevens en instellingen’ op pag. 80. Neem contact op met de netwerkoperator of serviceprovider voor meer informatie.
De RealPlayer-instellingen wijzigen
Selecteer Opties > Instellingen en wijzig het volgende:
Video - Hiermee stelt u in dat in RealPlayer videoclips
automatisch worden herhaald wanneer ze zijn afgelopen.
Geluid - Hiermee geeft u aan of het afspelen van
speellijsten moet worden herhaald of dat geluidsfragmenten in een speellijst in willekeurige volgorde moeten worden afgespeeld.
Verbinding - Hiermee kunt u aangeven of u een proxy-
server wilt gebruiken, kunt u het standaardtoegangspunt wijzigen en kunt u het poortbereik instellen dat wordt gebruikt bij het maken van de verbinding. Neem contact op met uw serviceprovider voor de juiste instellingen.
68
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Proxyinstellingen:
Proxy gebruiken - Als u een proxyserver wilt gebruiken, selecteert u Ja.
Proxy-serveradres - Voer het IP-adres van de
proxyserver in.
Proxy-poortnummer - Voer het poortnummer
van de proxyserver in.
Uitleg: Proxy-servers zijn tussenliggende servers
tussen mediaservers en gebruikers. Sommige serviceproviders gebruiken deze servers voor extra beveiliging of om de toegang tot browserpagina's met geluidsfragmenten of videoclips te versnellen.
Netwerk-instellingen:
Stand. toegangspunt - Ga naar het toegangspunt dat u wilt gebruiken om verbinding te maken met internet en druk op .
Onlinetijd - Stel de tijd in waarop de verbinding met het netwerk via RealPlayer moet worden verbroken wanneer u een mediaclip hebt onderbroken die via het netwerk wordt afgespeeld. Selecteer vervolgens
Door gebr. gedef. en druk op . Voer de tijd in en
selecteer OK.
Laagste UDP-poort - Voer het laagste poortnummer in het serverpoortbereik in. De standaardwaarde is 6970.
Hoogste UDP-poort - Voer het hoogste poortnummer in het serverpoortbereik in. De standaardwaarde is 32000.
Selecteer Opties > Geavanceerde inst. om de bandbreedtewaarden voor verschillende netwerken te bewerken.

Movie Director

Als u muvees wilt maken, drukt u op en selecteert u Beeldbew. > Regisseur. muvees zijn korte, bewerkte videoclips die video, afbeeldingen, muziek en tekst kunnen bevatten. Snelle muvee wordt automatisch gemaakt door
Movie director nadat u de stijl van de muvee hebt
geselecteerd. In Movie Director worden willekeurige afbeeldingen geselecteerd en worden de standaardmuziek en -tekst gebruikt die zijn gekoppeld aan de gekozen stijl. Elke stijl heeft een eigen lettertype, kleur, muziek en snelheid. In een Aangep. muveekunt u uw eigen video­en muziekclips, afbeeldingen en stijl selecteren en een begin- en eindbericht toevoegen. U kunt muvees verzenden via MMS.
Open Regisseur en druk op of om te schakelen tussen de weergaven en . U kunt ook teruggaan naar de beginweergave van de weergave door
Gereed te selecteren.
De weergave bevat een lijst met videoclips waarmee u het volgende kunt doen: Afspelen, Zenden, Naam
wijzigen en Verwijderen.
Beeldbewerking
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
69

Een snelle muvee maken

1 Selecteer in de beginweergave van Movie director
de optie Snelle muvee.
2 Selecteer in de stijllijst een stijl voor de muvee. De
gemaakte muvee wordt opgeslagen in de muveelijst van de Movie director. De muvee wordt automatisch
Beeldbewerking
afgespeeld nadat u deze hebt opgeslagen.
Tip! Als u nieuwe stijlen wilt downloaden op uw apparaat, selecteert u Stijldownloads () in de beginweergave van Movie director.

Een aangepaste muvee maken

1 Selecteer in de beginweergave van Movie Director de
optie Aangep. muvee.
2 Selecteer de clips die u in de muvee wilt opnemen in
Video, Afbeelding, Stijl of Muziek.
Nadat u videoclips en afbeeldingen hebt geselecteerd, selecteert u Opties > Geavancrde opties om de volgorde te definiëren waarin de bestanden in de muvee worden afgespeeld. Selecteer het bestand dat u wilt verplaatsen door op de bladertoets te drukken. Schuif vervolgens naar het bestand waaronder u het gemarkeerde bestand wilt plaatsen en druk op de bladertoets. Als u de videoclips wilt knippen, selecteert u Opties>
Inhoud selecteren. Zie ‘Inhoud selecteren’ op pag. 70.
U kunt in Bericht een begin- en eindtekst toevoegen aan de muvee.
3 Selecteer muvee maken en kies uit de volgende opties:
Multimediabericht - Hiermee optimaliseert u de
lengte van de muvee voor verzending als MMS.
Autom. selecteren - Hiermee worden alle
geselecteerde foto's en videoclips in de muvee automatisch geselecteerd.
Gelijk aan muziek - Hiermee stelt u de duur van
de muvee in op de duur van de gekozen muziekclip.
Door gebr. gedef. - Hiermee bepaalt u de lengte
van de muvee.
4 Selecteer Opties > Opslaan.
Als u een voorbeeld van de aangepaste muvee wilt bekijken voordat u deze opslaat, kiest u Opties > Afspelen in de weergave muvee bekijken.
Als u een nieuwe aangepaste muvee wilt maken met dezelfde stijlinstellingen, selecteert u Opties >
Opnieuw maken.
Inhoud selecteren
Wanneer u afbeeldingen en videoclips voor uw muvee hebt geselecteerd, kunt u de geselecteerde videoclips bewerken. Selecteer Opties > Geavancrde opties > Opties > Inhoud
selecteren. U kunt selecteren welke delen van de videoclip
u in de muvee wilt opnemen of wilt uitsluiten. Een regelaar onder het videoscherm geeft de opgenomen, uitgesloten
70
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
en opgeheven delen met kleuren aan: groen zijn de opgenomen delen, rood de uitgesloten delen en grijs de geneutraliseerde delen.
Als u een deel van de videoclip in de muvee wilt opnemen, schuift u naar het deel en selecteert u Opties > Opnemen.
Als u een deel van de videoclip in de muvee wilt uitsluiten, schuift u naar het deel en selecteert u Opties > Uitsluiten.
Als u wilt dat Movie director een deel van de videoclip naar willekeur opneemt of uitsluit, schuift u naar het deel en selecteert u Opties > Mark. als neutraal.
Als u een foto uit de videoclip wilt uitsluiten, selecteert u
Opties > Opname uitsluiten.
Als u wilt dat Movie director delen van de videoclip naar willekeur opneemt of uitsluit, selecteert u Opties > Alles
mrk. als neutr..

Settings

Selecteer Instellingen om de volgende opties te bewerken:
Gebruikt geheugen - Hiermee selecteert u de
opslaglocatie van de muvees.
Resolutie - Hiermee selecteert u de resolutie van de
muvees.
Stand.naam muvee - Hiermee stelt u een standaardnaam
in voor de muvees.
Beeldbewerking
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
71

Berichten

Berichten
72
Druk op en selecteer Berichten. In Berichten kunt u SMS-berichten, multimediaberichten, e-mailberichten en speciale SMS-berichten met gegevens maken, verzenden, ontvangen, bekijken, bewerken en ordenen. Ook kunt u berichten en gegevens ontvangen via een Bluetooth­verbinding, webdienstberichten en infodienstberichten ontvangen en dienstopdrachten verzenden.
Opmerking:
functie ondersteunen, kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven. De manier waarop een bericht wordt weergegeven, kan verschillen, afhankelijk van het ontvangende apparaat
In de weergave Berichten ziet u de optie Nieuw bericht en een lijst met mappen:
Inbox - Deze map bevat alle ontvangen berichten
behalve infodienst- en e-mailberichten. E-mailberichten worden opgeslagen in de Mailbox.
Mijn mappen - Hierin kunt u berichten
onderbrengen.
Mailbox - In Mailbox kunt u verbinding maken met
de externe mailbox om nieuwe e-mailberichten op te halen of eerder opgehaalde e-mailberichten off line te bekijken. Zie ‘E-mail’ op pag. 86.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Alleen compatibele apparaten die deze
.
Ontwerpen - Deze map bevat conceptberichten
die nog niet zijn verzonden.
Verzonden - Deze map bevat de laatste 20 verzonden
berichten, exclusief berichten die zijn verzonden via een Bluetooth-verbinding. Zie ‘Overige instellingen’ op pag. 89 als u meer of minder verzonden berichten wilt opslaan.
Outbox - Deze map is een tijdelijke opslagplaats
voor voltooide berichten die nog niet zijn verzonden.
Rapporten ( ) - U kunt bij het netwerk een
leveringsrapport aanvragen voor SMS-berichten en multimediaberichten die u hebt verzonden. Mogelijk kunt u geen leveringsrapport ontvangen voor multimediaberichten die naar een e-mailadres zijn verzonden.
Tip! Wanneer een van de standaardmappen is
geopend, kunt u naar een andere map door op of te drukken.
Als u bepaalde aanvragen (ook wel USSD-opdrachten genoemd), zoals activeringsopdrachten voor netwerkdiensten, wilt invoeren en naar de aanbieder verzenden, selecteert u Opties > Dienstopdracht in de beginweergave van Berichten.
Met Infodienst kunt u berichten ontvangen over verschillende onderwerpen (zoals het weer of het verkeer). Informeer bij de aanbieder van deze dienst naar de beschikbare items en hun nummers. Selecteer Opties >
Infodienst in de beginweergave van Berichten. In de
beginweergave kunt u de status, het nummer en de naam van een onderwerp zien en of het onderwerp is gemarkeerd voor opvolgen ( ).
Beschikbare opties in Infodienst: Openen,
Abonnement/Abonnem. opzeggen, Direct melden/ Direct melden verw., Item, Instellingen, Help en Afsluiten.
U kunt geen infodienstberichten ontvangen in een UMTS-netwerk. Ook bij een pakketgegevensverbinding kunt u mogelijk geen infodienstberichten ontvangen.

Tekst invoeren

Gewone tekstinvoer

en geven de geselecteerde modus aan.
betekent dat de eerste letter van het woord met een hoofdletter wordt geschreven en alle andere letters automatisch in kleine letters worden geschreven.
geeft de cijfermodus aan.
Als u de gewone tekstinvoer gebruikt, wordt het symbool
rechtsboven op de display weergegeven.
• Druk op een cijfertoets ( - ) totdat het gewenste teken wordt weergegeven. Op de cijfertoetsen staan niet alle tekens afgebeeld die onder een toets beschikbaar zijn.
• Houd de cijfertoets ingedrukt om een cijfer in te voegen.
• Houd ingedrukt om te schakelen tussen letters en cijfers.
• Als de volgende letter onder dezelfde toets zit als de huidige, wacht u tot de cursor weer wordt weergegeven of drukt u op en voert u de letter in.
• Druk op om één teken te wissen. Houd ingedrukt om meerdere tekens te wissen.
• De meestgebruikte leestekens zijn beschikbaar onder
. Druk op totdat het gewenste leesteken wordt weergegeven. Als u op drukt, wordt een lijst met speciale tekens weergegeven. Ga met naar het gewenste teken en druk op Selecteer om het te selecteren.
• Druk op om een spatie in te voegen. Druk drie keer op om de cursor naar de volgende regel te verplaatsen.
• Druk op als u tussen de verschillende tekenmodi wilt schakelen.
Berichten
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
73
Tekstinvoer met woordenlijst ­Woordenboek
Voor elke letter is één toetsaanslag voldoende. Tekstinvoer
Berichten
met woordenlijst is gebaseerd op een ingebouwde woordenlijst die u zelf kunt uitbreiden. Als de woordenlijst vol is, vervangt het nieuwe woord het oudste woord in de lijst.
1 U schakelt tekstinvoer
met woordenlijst in door op te drukken en
Woordenboek open te
selecteren. Deze wijze van tekstinvoer wordt dan ingeschakeld voor alle editors in de telefoon. Als u tekstinvoer met woordenlijst gebruikt, wordt het symbool rechtsboven op de display weergegeven.
2 Typ het gewenste woord door op de toetsen -
te drukken. Druk eenmaal op een toets voor één letter. Als u bijvoorbeeld 'Nokia' wilt intoetsen terwijl de Nederlandse woordenlijst is geselecteerd, drukt u op
voor N, voor o, voor k, voor i en voor a. Het gevormde woord verandert na elke toetsaanslag.
3 Als u het woord hebt ingetoetst en het resultaat klopt,
bevestigt u dit door op te drukken of door een spatie toe te voegen met . Als het woord niet juist is, drukt u meerdere malen op
om de woorden uit de woordenlijst een voor een te
bekijken, of drukt u op en selecteert u
Woordenboek > Mogelijkheden.
Als u het teken ? ziet achter het woord, staat het gewenste woord niet in de woordenlijst. Als u een woord aan de woordenlijst wilt toevoegen, selecteert u
Spellen. Toets het woord in via gewone tekstinvoer en
selecteer OK. Het woord wordt toegevoegd. Als de woordenlijst vol is, vervangt het nieuwe woord het oudste woord in de lijst.
4 Toets het volgende woord in.
Tip! Druk twee keer kort op om invoer met
woordenlijst in of uit te schakelen.
Tips bij het gebruik van tekstinvoer met woordenlijst
Druk op om één teken te wissen. Houd ingedrukt om meerdere tekens te wissen.
Druk op als u tussen de verschillende tekenmodi wilt schakelen. Als u twee keer kort op drukt, wordt tekstinvoer met woordenlijst uitgeschakeld.
74
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Tip! De functie voor tekstinvoer met woordenlijst
probeert te raden welk veelgebruikt leesteken (.,?!‘) u nodig hebt. De volgorde en beschikbaarheid van leestekens zijn afhankelijk van de taal van de woordenlijst.
Als u in de lettermodus een cijfer wilt invoegen, houdt u de toets met het gewenste cijfer ingedrukt.
Houd ingedrukt om te schakelen tussen letters en cijfers.
De meestgebruikte leestekens zijn beschikbaar onder . Druk op en vervolgens op totdat het gewenste leesteken wordt weergegeven.
Houd ingedrukt om een lijst met speciale tekens weer te geven.
Druk meermaals op om de woorden uit de woordenlijst een voor een te bekijken.
Druk op , selecteer Woordenboek en druk op
om een van de volgende opties te selecteren:
Mogelijkheden - Hiermee geeft u een lijst met
woorden weer die met uw toetsaanslagen overeenkomen.
Woord invoegen - Hiermee voegt u een woord aan
de woordenlijst toe via gewone tekstinvoer. Als de woordenlijst vol is, vervangt het nieuwe woord het oudste woord in de lijst.
Woord bewerken - Hiermee bewerkt u het woord via
gewone tekstinvoer. Deze optie is beschikbaar als het woord actief (onderstreept) is.
Tip! Als u op drukt, worden de volgende opties
weergegeven (afhankelijk van de bewerkingsmodus):
Woordenboek (tekstinvoer met woordenlijst), Alfabetische modus (gewone tekstinvoer), Cijfermodus, Knippen (als er tekst is geselecteerd), Kopiëren (als er tekst is geselecteerd), Plakken (als er
eerst tekst is geknipt of gekopieerd), Nummer
invoegen, Symbool invoegen en Invoertaal: (hiermee
wijzigt u de invoertaal voor alle editors op de telefoon).
Samengestelde woorden invoeren
Typ het eerste deel van een samenstelling en bevestig door op te drukken. Typ het laatste deel van het samengestelde woord. Als u het samengestelde woord wilt voltooien, drukt u op om een spatie toe te voegen.
Tekstinvoer met woordenlijst uitschakelen
Druk op en selecteer Woordenboek > Uit om tekstinvoer met woordenlijst uit te schakelen voor alle editors in de telefoon.
Berichten
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
75

Tekst naar het klembord kopiëren

1 Houd ingedrukt om letters en woorden te
selecteren. Druk tegelijkertijd op of .
Berichten
Alle tekst die u zo selecteert, wordt gemarkeerd.
2 Houd ingedrukt en selecteer Kopiëren om
de tekst naar het klembord te kopiëren.
3 Houd ingedrukt en selecteer Plakken, of druk
eenmaal op en selecteer Plakken om de tekst in te voegen in een document. Houd ingedrukt om hele regels te selecteren. Druk tegelijkertijd op of . Druk op als u de geselecteerde tekst uit het document wilt verwijderen.

Berichten invoeren en verzenden

De manier waarop een multimediabericht wordt weergegeven, kan afhankelijk van het ontvangende apparaat verschillen.
Auteursrechtbescherming kan meebrengen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud niet mogen worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd.
Tip! Kies de optie Zenden in een toepassing (indien
beschikbaar) om een bericht te maken. Selecteer een bestand (afbeelding of tekst) dat u aan het bericht wilt toevoegen en selecteer Opties > Zenden.
Voordat u een multimediabericht of e-mailbericht kunt maken, moet de verbinding juist zijn ingesteld. Zie ‘MMS­en e-mailinstellingen ontvangen’ op pag. 78 en ‘E-mail’ op pag. 86.
Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten limiteren Als de omvang van de ingevoegde afbeelding de limiet overschrijdt, kan de afbeelding door het apparaat worden verkleind zodat deze via MMS kan worden verzonden.
1 Selecteert Nieuw bericht. Er wordt een lijst met
berichtopties weergegeven.
SMS - Hiermee kunt u een SMS-bericht verzenden. Multimediabericht - Hiermee kunt u een
multimediabericht (MMS) verzenden.
E-mail - Hiermee kunt u een e-mailbericht verzenden.
Als u nog geen e-mailaccount hebt ingesteld, wordt u gevraagd om dit te doen.
76
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
2 Druk op om ontvangers of groepen te selecteren in
Contacten, of voer het telefoonnummer of e-mailadres van de ontvanger in. Druk op om een puntkomma (;) toe te voegen als scheidingsteken tussen de ontvangers. U kunt het nummer of adres ook kopiëren en plakken via het klembord.
Tip! Ga naar een contactpersoon en druk op
om deze te markeren. U kunt meerdere ontvangers tegelijk markeren.
3 Druk op om naar het berichtvak te gaan. 4 Typ het bericht. 5 Als u een mediaobject wilt toevoegen aan een
multimediabericht, selecteert u Opties > Object
invoegen > Afbeelding, Geluidsclip of Videoclip. Als u
een geluidsfragment toevoegt, verschijnt het pictogram op de navigatiebalk. U kunt in een multimediabericht geen videoclips verzenden die zijn opgeslagen in de .mp4-indeling. Zie ‘Video-instellingen’ op pag. 57 als u de indeling wilt wijzigen waarin opgenomen video's worden opgeslagen.
6 Als u voor een
multimediabericht een nieuwe foto wilt maken of geluid of video wilt opnemen, selecteert u
Nieuw invoegen > Afbeelding, Geluidsclip
of Videoclip. Als u een nieuwe dia in het bericht wilt invoegen, selecteert u Dia. Als u wilt weten hoe het multimediabericht eruit zal zien, selecteert u Opties >
Voorbeeld.
7 Selecteer Opties > Invoegen > Afbeelding,
Geluidsclip, Videoclip of Notitie om een bijlage
aan een e-mailbericht toe te voegen. E-mailbijlagen worden aangeduid met in de navigatiebalk.
Tip! Als u andere bestanden dan geluiden en
notities als bijlagen wilt verzenden, opent u de bijbehorende toepassing en selecteert u Zenden >
Via e-mail, indien beschikbaar.
8 Selecteer Opties > Zenden of druk op om het
bericht te verzenden.
Berichten
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
77
Met uw apparaat kunnen tekstberichten worden verzonden die langer zijn dan de tekenlimiet voor één bericht. Langere berichten worden verzonden als twee of meer berichten. Uw serviceprovider kan hiervoor de desbetreffende kosten in rekening brengen. Tekens met
Berichten
accenten of andere symbolen en tekens in sommige taalopties zoals het Chinees, nemen meer ruimte in beslag waardoor het aantal tekens dat in één bericht kan worden verzonden, wordt beperkt. Op de navigatiebalk ziet u hoe de indicator van de berichtlengte terugtelt. 10 (2) betekent bijvoorbeeld dat u nog 10 tekens kunt toevoegen als u de tekst in twee berichten wilt verzenden.
Opmerking: e-mailberichten worden vóór verzending automatisch in de map Outbox geplaatst. Als het verzenden mislukt, blijft het bericht in Outbox staan met de status Mislukt.
Tip! In Berichten kunt u ook presentaties maken
en als multimediabericht verzenden. Selecteer in de editorweergave voor multimediaberichten Opties >
Presentatie maken (wordt alleen weergegeven als MMS-aanmaakmodus is ingesteld op Met begeleiding of Vrij). Zie ‘Multimediaberichten’ op
pag. 85.
Tip! Als u een multimediabericht verzendt naar
een e-mailadres of naar een apparaat dat grote afbeeldingen kan ontvangen, kunt u grotere afbeeldingen gebruiken. Als u het ontvangende apparaat niet kent of u via het netwerk geen grote bestanden kunt verzenden, kunt u beter kleinere afbeeldingen gebruiken en een geluidsclip van maximaal 15 seconden. Als u de instelling wilt wijzigen, selecteert u Opties > Instellingen >
Multimediabericht > Grootte afbeelding in
de beginweergave van Berichten.

MMS- en e-mailinstellingen ontvangen

U kunt de instellingen ontvangen in een SMS-bericht van uw netwerkoperator of serviceprovider. Zie ‘Gegevens en instellingen’ op pag. 80.
Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor informatie over de beschikbaarheid van gegevensdiensten. Volg de instructies van de serviceprovider.
78
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
De MMS-instellingen handmatig opgeven:
1 Selecteer Instrum. > Instell. > Verbinding >
Toegangspunten en definieer de instellingen
voor een toegangspunt voor multimediaberichten. Zie ‘Instellingen verbinding’ op pag. 122.
2 Selecteer Berichten > Opties > Instellingen >
Multimedia-bericht > Toeg.punt in gebruik en het
toegangspunt dat u hebt gemaakt voor de voorkeurs­verbinding. Zie ook ‘Multimediaberichten’ op pag. 85.
Voordat u e-mailberichten kunt verzenden, ontvangen, ophalen, beantwoorden en doorsturen, moet u het volgende doen:
• Een internettoegangspunt configureren. Zie ‘Instellingen verbinding’ op pag. 122.
• E-mailinstellingen definiëren. Zie ‘E-mail’ op pag. 86. U moet een afzonderlijke e-mailaccount hebben. Volg de instructies van de aanbieder van uw externe mailbox en van de internetaanbieder.

Inbox - berichten ontvangen

Pictogrammen in de map Inbox: - ongelezen berichten in Inbox; - ongelezen SMS-bericht; ­ongelezen multimediabericht; - gegevens die zijn ontvangen via een Bluetooth-verbinding.
Als u een bericht hebt ontvangen, ziet u en de tekst
1 nieuw bericht in de standby-modus. Selecteer Tonen
om het bericht te openen. Als u een bericht in de map
Inbox wilt openen, gaat u naar het gewenste bericht
en drukt u op .

Multimediaberichten

Belangrijk: Wees voorzichtig bij het openen van
berichten. Objecten in multimediaberichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw telefoon of computer.
U kunt een melding ontvangen dat u een multimediabericht hebt ontvangen dat is opgeslagen in de multimediaberichtencentrale. Als u een pakketgegevensverbinding wilt starten om het bericht op de telefoon te ontvangen, selecteert u Opties > Ophalen.
Als u een multimediabericht opent ( ), kunt u tegelijkertijd een afbeelding bekijken, een bericht lezen en een geluidsfragment beluisteren via de luidspreker ( geeft aan dat het bericht geluid bevat). Klik op de pijl in het pictogram om het geluid te beluisteren.
Als u de mediaobjecten in een multimediabericht wilt bekijken, opent u het bericht en selecteert u Opties >
Objecten. U kunt een bestand met multimediaobjecten
Berichten
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
79
opslaan op de telefoon of naar een ander compatibel apparaat verzenden, bijvoorbeeld via een Bluetooth­verbinding.
Als u ontvangen multimediapresentaties wilt bekijken,
Berichten
selecteert u Opties > Presentatie afsp..
Auteursrechtbescherming kan meebrengen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud niet mogen worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd.

Gegevens en instellingen

Met uw telefoon kunt u allerlei SMS-berichten ontvangen die gegevens ( ) bevatten. Deze berichten worden ook wel OTA-berichten (Over-The-Air) genoemd.
Configuratiebericht - In een configuratiebericht
kunt u dienstnummers voor SMS-berichten, voicemailboxnummers, instellingen voor internettoegangspunten, inlogscriptinstellingen voor toegangspunten of e-mailinstellingen van de netwerkoperator, serviceprovider of de afdeling voor bedrijfsinformatiebeheer ontvangen. Als u de instellingen wilt opslaan, selecteert u Opties > Alle opslaan.
Visitekaartje - Als u gegevens wilt opslaan in Contacten,
selecteert u Opties > Visitekaartje opsl. Certificaten of geluidsbestanden die als bijlage aan visitekaartjes zijn toegevoegd, worden niet opgeslagen.
Beltoon - Als u de beltoon wilt opslaan, selecteert u Opties > Opslaan.
Operatorlogo - Als u het logo in de standby-modus
wilt weergeven in plaats van het kenmerk van de netwerkoperator, selecteert u Opties > Opslaan.
Agenda-item - Selecteer Opties > Opslaan in Agenda
om een uitnodiging op te slaan.
Webbericht - Selecteer Opties > Toev. aan bookms. om
een bookmark op te slaan in de lijst met bookmarks in Web. Als het bericht zowel instellingen voor een toegangspunt als bookmarks bevat, selecteert u Opties > Alle opslaan.
U heeft nieuwe E-mail - Geeft het aantal nieuwe
e-mailberichten in uw externe mailbox aan. Uitgebreidere meldingen kunnen meer details bevatten.
Tip! Als u een vCard-bestand ontvangt met een
afbeelding als bijlage, wordt de afbeelding opgeslagen in Contacten.

Webdienstberichten

Webdienstberichten ( ) zijn meldingen, bijvoorbeeld van nieuwsberichten, en kunnen een SMS-bericht of een koppeling bevatten. Informeer bij uw internetaanbieder naar de beschikbaarheid van dergelijke diensten.
80
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Mijn mappen

In Mijn mappen kunt u berichten in mappen onderbrengen, nieuwe mappen maken, de naam van mappen wijzigen en mappen verwijderen.
Tip! Met de teksten in de map voor sjablonen
voorkomt u dat u dezelfde tekst steeds opnieuw moet typen.
Selecteer Ja om verbinding te maken met de mailbox en nieuwe e-mailberichtkoppen of -berichten op te halen. Als u on line berichten bekijkt, hebt u onafgebroken verbinding met een externe mailbox via een pakketgegevensverbinding. Zie ook ‘Instellingen verbinding’ op pag. 122.
Selecteer Nee om eerder opgehaalde e-mailberichten off line te bekijken. Als u e-mailberichten off line bekijkt, heeft uw telefoon geen verbinding met de externe mailbox.
Berichten

Mailbox

Als u Mailbox selecteert en u nog geen e-mailaccount hebt ingesteld, wordt u gevraagd dit te doen. Zie ‘E-mail’ op pag. 86. Als u een nieuwe mailbox maakt, wordt
Mailbox vervangen door de naam van de mailbox in
de beginweergave van Berichten. U kunt maximaal zes mailboxen.

De mailbox openen

Als u de mailbox opent, kunt u kiezen of u de eerder opgehaalde e-mailberichten en berichtkoppen off line wilt bekijken of verbinding wilt maken met de e-mailserver.
Als u naar de mailbox gaat en op drukt, verschijnt de vraag Verbinden met mailbox?.

E-mailberichten ophalen

Als u off line bent, selecteert u Opties > Verbinden om verbinding te maken met een externe mailbox.
Belangrijk: Wees voorzichtig bij het openen van berichten. Objecten in e-mailberichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw telefoon of computer.
1 Als u verbinding hebt met een externe mailbox,
selecteert u Opties > E-mail ophalen
Nieuw - Hiermee haalt u alle nieuwe e-
mailberichten op.
Geselecteerd - Hiermee haalt u alleen de gemarkeerde
e-mailberichten op.
Alle - Hiermee haalt u alle berichten op uit de mailbox.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
81
Selecteert Annuleer om het ophalen van berichten te stoppen.
2 Nadat u de e-mailberichten hebt opgehaald, kunt
u deze on line bekijken. U kunt echter ook Opties >
Berichten
Verbind. verbreken selecteren om de verbinding te
verbreken en de e-mailberichten off line te bekijken. Statuspictogrammen voor e-mail:
Nieuwe e-mailberichten (in de off line of on line modus): de inhoud is nog niet opgehaald naar de telefoon.
Nieuwe e-mail: de inhoud is opgehaald naar de telefoon.
Het e-mailbericht is gelezen.
De berichtkop is gelezen en de bijbehorende berichtinhoud is verwijderd uit de telefoon.
3 Druk op om een e-mailbericht te openen. Als
het e-mailbericht niet is opgehaald (de pijl in het pictogram wijst naar buiten) en u in de off line modus bent, wordt u gevraagd of u dit bericht wilt ophalen uit de mailbox.
Als u e-mailbijlagen wilt bekijken, opent u een bericht met het bijlagesymbool en selecteert u Opties > Bijlagen. Als het symbool voor een bijlage licht gekleurd is, is de bijlage nog niet opgehaald. Selecteer Opties > Ophalen om de bijlage op te halen. In de weergave Bijlagen kunt u bijlagen ophalen, openen, opslaan of verwijderen. U kunt ook bijlagen verzenden via een Bluetooth-verbinding.
Tip! Als uw mailbox het IMAP4-protocol gebruikt,
kunt u bepalen hoeveel berichten worden opgehaald en of de bijlagen worden opgehaald. Met het POP3­protocol hebt u de keus tussen Alleen headers,
Gedeeltelijk (kB) of Ber. en bijlagen.
E-mailberichten automatisch ophalen
Als u berichten automatisch wilt ophalen, selecteert u
Opties > E-mailinstellingen > Automatisch ophalen > Header ophalen. Selecteer Altijd aan of Uitsl. eigen netw. en definieer wanneer en hoe vaak de berichten
moeten worden opgehaald.
Wanneer u e-mailberichten automatisch ophaalt kunnen de gesprekskosten toenemen door het gegevensverkeer.

E-mailberichten verwijderen

Selecteer Opties > Verwijderen als u de inhoud van een e-mailbericht van de telefoon wilt verwijderen, maar deze inhoud nog wel in de externe mailbox wilt bewaren. Selecteer Alleen telefoon in Verwijder ber. uit:.
In de telefoon worden dezelfde e-mailberichtkoppen weergegeven als in de externe mailbox. De berichtkop blijft dus zichtbaar in de telefoon nadat u de berichtinhoud hebt gewist. Als u de berichtkop ook wilt verwijderen, moet u eerst het bericht uit uw externe mailbox verwijderen en opnieuw een verbinding maken om de mailboxweergave in de telefoon bij te werken.
82
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Tip! Als u een e-mailbericht uit de externe mailbox naar een map in Mijn mappen wilt kopiëren, selecteert u Opties > Naar map kopiëren. Selecteer vervolgens een map in de lijst en kies OK.
Als u een e-mailbericht wilt verwijderen uit de telefoon en uit de externe mailbox, selecteert u Opties >
Verwijderen. Selecteer Telefoon en server in Verwijder ber. uit:.
Als u off line bent, wordt de e-mail eerst uit de telefoon verwijderd. De eerstvolgende keer dat u verbinding maakt met de externe mailbox, wordt de e-mail automatisch uit de mailbox verwijderd. Als u het POP3-protocol gebruikt, worden berichten die zijn gemarkeerd voor verwijderen, pas verwijderd als de verbinding met de externe mailbox is verbroken.
Als u een e-mailbericht hebt gemarkeerd voor verwijdering uit de telefoon en van de server en u dit ongedaan wilt maken, selecteert u het e-mailbericht in kwestie ( ) en selecteert u Opties > Verwijd. onged. mkn.

De verbinding met de mailbox verbreken

Selecteer, terwijl u on line bent, Opties > Verbind.
verbreken om de pakketgegevensverbinding met de
externe mailbox te beëindigen.
Tip! U kunt de verbinding met de mailbox ook open
laten staan. De nieuwe e-mailberichten (met Alleen
headers als standaardinstelling) worden dan
automatisch uit de externe mailbox opgehaald (alleen als de functie IMAP IDLE wordt ondersteund door de server). Druk twee keer op om de toepassing Berichten actief te laten op de achtergrond. Wanneer de verbinding open blijft, kunnen door het gegevensverkeer de gesprekskosten toenemen.
E-mailberichten off line bekijken
Wanneer u de Mailbox weer opent en u de e-mailberichten off line wilt bekijken, antwoordt u Nee op de vraag Verbinden met mailbox? U kunt de eerder opgehaalde e-mailberichtkoppen en/of berichten lezen. U kunt ook nieuwe e-mailberichten invoeren en berichten beantwoorden of doorsturen. Deze berichten worden verzonden zodra u weer verbinding maakt met de mailbox.

Outbox - berichten die nog niet zijn verzonden

De map Outbox is een tijdelijke opslagplaats voor voltooide berichten die nog niet zijn verzonden.
Status van de berichten in Outbox:
Bezig met verzenden - Er wordt verbinding gemaakt en
het bericht wordt verzonden.
Berichten
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
83
Wacht/In wachtrij - Het bericht wordt verzonden zodra
eerdere berichten van hetzelfde type zijn verzonden.
Opnieuw zenden om... (tijd) - Na een time-outperiode
wordt opnieuw geprobeerd het bericht te verzenden.
Berichten
Selecteer Zenden om het direct opnieuw te proberen.
Uitgesteld - U kunt de verzending van documenten in Outbox uitstellen. Ga naar een bericht dat wordt
verzonden en selecteer Opties > Zenden uitstellen.
Mislukt - Het maximum aantal verzendpogingen is
bereikt. Het verzenden is mislukt. Als het een SMS-bericht betreft, opent u het bericht en controleert u de verzendopties.
Voorbeeld: Berichten worden in de map Outbox
geplaatst als de telefoon zich buiten het dekkingsgebied bevindt. U kunt ook aangeven dat e-mail moet worden verzonden zodra u weer verbinding maakt met de externe mailbox.

Berichten op een SIM-kaart bekijken

Voordat u SIM-berichten kunt bekijken, moet u deze naar een map in uw telefoon kopiëren.
1 Selecteer Opties > SIM-berichten in de
beginweergave van Berichten.
2 Selecteert Opties > Markeringen aan/uit > Markeren
of Alle markeren om berichten te markeren.
3 Selecteer Opties > Kopiëren. Er wordt een lijst met
mappen weergegeven.
4 Selecteer een map en druk op OK om het kopiëren te
starten. Open de map om de berichten te bekijken.

Berichtinstellingen

SMS-berichten

Selecteer Berichten > Opties > Instellingen > SMS.
Berichtencentrales - Hiermee opent u een lijst met alle
SMS-berichtencentrales die zijn gedefinieerd.
Ber.centrale in gebr. - Hiermee selecteert u de
berichtencentrale voor het bezorgen van SMS-berichten.
Rapport ontvangen ( ) - Hiermee kunt u bij het netwerk
een leveringsrapport aanvragen voor uw berichten. Als de instelling Nee is, verschijnt alleen de status Verzonden in het logboek. Zie ‘Logboek’ op pag. 39.
Geldigheid bericht - Als een berichtontvanger niet
binnen de geldigheidsperiode kan worden bereikt, wordt het bericht uit de SMS-berichtencentrale verwijderd. Deze functie moet worden ondersteund door het netwerk.
Maximale duur is de maximumtijd die binnen het netwerk
is toegestaan.
84
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Ber. verzonden als - Wijzig deze optie alleen als u zeker
weet dat uw berichtencentrale SMS-berichten in deze andere indelingen kan omzetten. Neem contact op met uw netwerkoperator.
Voorkeursverbinding - U kunt SMS-berichten verzenden
via het normale GSM-netwerk of via pakketgegevens, indien dit door het netwerk wordt ondersteund. Zie ‘Instellingen verbinding’ op pag. 122.
Ant. via zelfde centr. () - Selecteer Ja als het
antwoord moet worden verzonden via hetzelfde nummer van de SMS-berichtencentrale.
Een nieuwe SMS-berichtencentrale toevoegen
1 Selecteer Berichtencentrales > Opties > Nwe
berichtencentr.
2 Druk op , typ een naam voor de berichtencentrale en
selecteer OK.
3 Druk op en en typ het nummer van de
SMS-berichtencentrale. U krijgt dit nummer van uw serviceprovider.
4 Selecteer OK. 5 Ga terug naar de weergave Instellingen om de nieuwe
instellingen te activeren. Ga naar Ber.centrale in gebr. en selecteer de nieuwe berichtencentrale.

Multimediaberichten

Selecteer Berichten > Opties > Instellingen >
Multimediabericht.
Grootte afbeelding - Definieer de grootte van de
afbeelding in een multimediabericht. De beschikbare opties zijn Origineel (wordt alleen weergegeven als de
MMS-aanmaakmodus is ingesteld op Met begeleiding
of Vrij), Klein en Groot. Selecteer Origineel als u het multimediabericht groter wilt maken.
MMS-aanmaakmodus - Als u Met begeleiding
selecteert, ontvangt u een melding als u een bericht verzendt dat mogelijk niet door de ontvanger wordt ondersteund. Als u Beperkt selecteert, kunt u geen berichten verzenden die niet worden ondersteund.
Toeg.punt in gebruik (Te definiëren) - Selecteert het
toegangspunt voor de voorkeursverbinding voor de multimediaberichtencentrale.
Multimedia ophalen - Selecteer hoe u multimedia-
berichten wilt ontvangen. Als u multimediaberichten automatisch in uw thuisnetwerk wilt ontvangen, selecteert u Aut. bij eigen netwrk. Buiten uw thuisnetwerk kunt u een melding ontvangen dat u een multimediabericht hebt ontvangen dat in de multimediaberichtencentrale is opgeslagen. U kunt selecteren of u het bericht op de telefoon wilt ontvangen.
Berichten
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
85
Als u zich buiten uw eigen netwerk bevindt, is het verzenden en ontvangen van multimediaberichten mogelijk duurder.
Als u Multimedia ophalen > Altijd automatisch
Berichten
selecteert, wordt automatisch een actieve pakket­gegevensverbinding tot stand gebracht om het bericht zowel binnen als buiten uw thuisnetwerk te ontvangen.
Anonieme ber. toest. - Selecteer Nee als u berichten
van een anonieme afzender wilt weigeren.
Advertent. ontvang. - Geef aan of u advertenties in
multimediaberichten wilt ontvangen.
Rapport ontvangen ( ) - Selecteer Ja als u de status
van het verzonden bericht in het logboek wilt weergeven. Mogelijk kunt u geen leveringsrapport ontvangen voor multimediaberichten die naar een e-mailadres zijn verzonden.
Rapportz. weigeren - Selecteer Ja als u geen
leveringsrapporten voor ontvangen multimediaberichten wilt verzenden.
Geldigheid bericht - Als een berichtontvanger niet
binnen de geldigheidsduur kan worden bereikt, wordt het bericht uit de multimediaberichtencentrale verwijderd. Deze functie moet worden ondersteund door het netwerk.
Maximale duur is de maximumtijd die binnen het
netwerk is toegestaan.
Tip! U kunt de instellingen voor multimedia en e-mail
ook ontvangen via een configuratiebericht van uw serviceprovider. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie. Zie ‘Gegevens en instellingen’, op pag. 80.

E-mail

Selecteer Berichten > Opties > Instellingen > E-mail, of selecteer in de beginweergave van Mailbox Opties >
E-mailinstellingen en een van de volgende opties:
Mailbox in gebruik - Selecteer de mailbox die u wilt
gebruiken voor het verzenden van e-mail.
Mailboxen - Hiermee opent u een lijst met gedefinieerde
mailboxen. Als er geen mailboxen zijn gedefinieerd, wordt u gevraagd dit alsnog te doen. Selecteer een mailbox om de volgende instellingen te wijzigen: Mailboxinstellingen,
Gebruikersinst. en Automatisch ophalen.
Mailboxinstellingen:
Mailboxnaam - Voer een beschrijvende naam in voor
de mailbox.
Toegangsp. in gebr. (Te definiëren) - Kies een
internettoegangspunt voor de mailbox. Zie ‘Instellingen verbinding’ op pag. 122.
Mijn e-mailadres (Te definiëren) - Voer het e-mailadres
in dat u van uw serviceprovider hebt gekregen.
86
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Antwoorden op uw e-mailberichten worden naar dit adres verzonden.
Server uitg. mail (Te definiëren) - Voer het IP-adres of de
hostnaam in van de mailserver waarmee uw e-mail wordt verzonden. U kunt mogelijk alleen de server voor uitgaande mail van uw netwerkoperator gebruiken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Gebruikersnaam - Voer de gebruikersnaam in die door
uw serviceprovider is verstrekt.
Wachtwoord: - Voer uw wachtwoord in. Als u dit veld niet
invult, moet u een wachtwoord opgeven wanneer u verbinding maakt met de externe mailbox.
Server inkom. mail (Te definiëren) - Voer het IP-adres
of de hostnaam in van de mailserver waarmee uw e-mail wordt ontvangen.
Mailboxtype: - Definieer het e-mailprotocol dat door
de serviceprovider van uw externe mailbox wordt aanbevolen. U kunt kiezen uit POP3 en IMAP4. U kunt deze optie slechts één keer instellen. De instelling kan niet worden gewijzigd als u de mailboxinstellingen hebt opgeslagen of hebt afgesloten. Als u het POP3-protocol gebruikt, worden e-mailberichten niet automatisch bijgewerkt in de on line modus. Verbreek de verbinding en maak opnieuw verbinding met de mailbox als u de nieuwste e-mailberichten wilt zien.
Beveiliging (poorten) - Deze optie wordt gebruikt met de
protocollen POP3, IMAP4 en SMTP om de verbinding met de externe mailbox te beveiligen.
APOP beveil. inloggen (niet beschikbaar als u IMAP4
hebt geselecteerd als Mailboxtype) - Deze optie wordt gebruikt met het POP3-protocol om wachtwoorden te coderen bij verzending naar de externe e-mailserver wanneer u verbinding maakt met de mailbox.
Gebruikersinst.:
Bericht zenden - Bepaal hoe e-mail wordt verzonden
vanaf de telefoon. Selecteer Meteen als de telefoon verbinding moet maken met de mailbox wanneer u
Bericht zenden selecteert. Als u Bij besch. verb.
selecteert, wordt e-mail verzonden zodra de verbinding met de externe mailbox beschikbaar is.
E-mails ophalen (niet weergegeven als het
e-mailprotocol op POP3 is ingesteld) - Hiermee definieert u hoeveel nieuwe e-mailberichten worden opgehaald in de mailbox.
Ophalen (wordt niet weergegeven als het e-mailprotocol
is ingesteld op IMAP4) - Hiermee definieert u welke delen van e-mailberichten worden opgehaald: Alleen headers,
Gedeeltelijk (kB) of Ber. en bijlagen
Bijlagen ophalen (niet beschikbaar als het e-mailprotocol
is ingesteld op POP3) - Geef aan of u e-mail met of zonder bijlagen wilt ophalen.
Berichten
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
87
Mpn met abonnement (niet beschikbaar als het
e-mailprotocol is ingesteld op POP3) - U kunt zich abonneren op andere mappen in de externe mailbox en inhoud uit deze mappen ophalen.
Berichten
Kopie naar mij - Selecteer Ja om een kopie van het
e-mailbericht op te slaan in uw externe mailbox en op het adres dat u hebt opgegeven bij Mijn e-mailadres.
Handtek. opnemen - Selecteer Ja als u een handtekening
wilt toevoegen aan uw e-mailberichten.
Mijn mailnaam - Voer hier uw eigen naam in. Uw
e-mailadres in de telefoon van de ontvanger wordt vervangen door uw naam indien deze functie door de telefoon van de ontvanger wordt ondersteund.
Automatisch ophalen:
Header ophalen - Als deze functie is ingeschakeld,
worden berichten automatisch opgehaald. U kunt aangeven wanneer en hoe vaak de berichten worden opgehaald.
Wanneer u de functie Header ophalen hebt geactiveerd, kunnen de gesprekskosten toenemen vanwege het gegevensverkeer.

Webdienstberichten

Selecteer Berichten > Opties > Instellingen >
Dienstbericht. Geef aan of u dienstberichten wilt
ontvangen. Als u de browser van de telefoon automatisch wilt activeren en een netwerkverbinding tot stand wilt brengen om inhoud op te halen wanneer er een dienstbericht wordt ontvangen, selecteert u Ber.
downloaden > Automatisch.

Infodienst

Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbare items en itemnummers en selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Infodienst om de instellingen te wijzigen.
Ontvangst - Kies of u infodienstberichten wilt ontvangen.
Taal - Als u Alle kiest, kunt u infodienstberichten
ontvangen in alle ondersteunde talen. Als u Geselecteerd kiest, kunt u zelf bepalen in welke talen u infodienstberichten wilt ontvangen. Als u de gewenste taal niet kunt vinden, kiest u Overige.
Itemherkenning - Als u Itemherkenning > hebt ingesteld
op Aan, zoekt de telefoon automatisch naar nieuwe itemnummers en worden de nieuwe nummers zonder naam opgeslagen in de itemlijst. Selecteer Uit als u nieuwe itemnummers niet automatisch wilt opslaan.
88
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Overige instellingen

Selecteer Berichten > Opties > Instellingen > Overige.
Verzonden ber. opsl. - Selecteer deze optie als u in de map Verzonden een kopie wilt opslaan van elk verzonden SMS-,
multimedia- of e-mailbericht.
Aantal opgesl. ber. - Definieer hoeveel verzonden
berichten de map Verzonden kan bevatten. De standaardlimiet is 20 berichten. Wanneer de limiet wordt bereikt, wordt het oudste bericht verwijderd.
Gebruikt geheugen - Hiermee geeft u aan in welk
geheugen u de berichten wilt opslaan: Telefoongeheugen of Geheugenkaart.
Tip! Als Geheugenkaart is geselecteerd, moet u het profiel Offline activeren voordat u de geheugenkaartsleuf opent of de geheugenkaart verwijdert. Als de geheugenkaart niet beschikbaar is, worden de berichten opgeslagen in het telefoongeheugen.
Melding nwe e-mail - Geef aan of u de nieuwe
e-mailaanduidingen, zoals een signaal of een melding, wilt ontvangen wanneer u nieuwe e-mail ontvangt in de mailbox.
Berichten
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
89

Agenda

Agenda
90
Tip! Druk op een willekeurige toets ( - ) in een
agendaweergave. Een item van het type Vergadering wordt geopend en de ingevoerde tekens worden toegevoegd aan het veld Onderwerp.
Tip! Maak regelmatig een back-up van de
telefoongegevens op de geheugenkaart. U kunt de gegevens, zoals agenda-items, dan later indien nodig weer terugzetten op de telefoon. Zie ‘Geheugenkaart’ op pag. 19.

Agenda-items maken

1 Druk op , selecteer
Agenda > Opties > Nieuw item en kies
vervolgens een itemtype:
Vergadering - Hiermee
maakt u een afspraak op een specifieke datum en tijd.
Memo - Hiermee maakt
u een algemeen item voor een bepaalde dag.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Verjaardag - Hiermee maakt u een herinnering voor
een verjaardag of een andere speciale datum. Dit item wordt ingesteld als een jaarlijks terugkerend item.
2 Vul de velden in. Met gaat u naar de
verschillende velden.
Signaal (alleen voor vergaderingen en verjaardagen) -
Selecteer Aan en druk op om de velden Tijd signaal en Dag signaal in te vullen. in de dagweergave geeft aan dat er een signaal is ingesteld.
Herhalen - Druk op om het item te laten terugkeren
( wordt weergegeven in de dagweergave).
Herhalen tot - U kunt een einddatum instellen voor
het terugkerende item.
Synchronisatie: Privé - Na synchronisatie kan het agenda-item alleen
door uzelf worden bekeken en niet door anderen met on line toegang tot de agenda.
Openbaar - Het agenda-item is zichtbaar voor anderen
die on line toegang hebben tot uw agenda.
Geen - Het agenda-item wordt bij het synchroniseren
niet naar de pc gekopieerd.
3 Selecteer Gereed om het item op te slaan.
Als u een agendasignaal wilt uitschakelen, selecteert u Stil. De tekst van de herinnering blijft op het display staan. Selecteer Stop om het agendasignaal helemaal te beëindigen. Selecteer Snoozeom het signaal tijdelijk te onderbreken.
Tip! Als u een agendanotitie naar een compatibele telefoon wilt verzenden, selecteert u Opties >
Zenden > Via SMS, Via multimedia of Via Bluetooth.
Tip! U kunt agenda- en taakgegevens van veel verschillende Nokia-telefoons overbrengen naar uw telefoon, of de agenda en taken synchroniseren met een compatibele pc via Nokia PC Suite. Zie de cd-rom die bij de telefoon is geleverd.

Een agendasignaal instellen

U kunt een signaal instellen als herinnering voor een vergadering of verjaardag.
1 Open een item waarvoor u een signaal wilt
instellen en selecteer Signaal > Aan.
2 Stel Tijd signaal en Dag signaal in. 3 Blader naar Herhalen en druk op om te selecteren
hoe vaak het signaal moet worden herhaald.
4 Selecteer Gereed.
Als u een agendasignaal wilt verwijderen, opent u het item waarvoor u het signaal wilt verwijderen en selecteert u
Signaal > Uit.
Agenda

Agendaweergaven

Tip! Selecteer Opties > Instellingen om de begindag
van de week te wijzigen of de weergave te wijzigen die wordt getoond wanneer u de agenda opent.
In de maandweergave zijn datums met agenda-items gemarkeerd met een driehoekje in de rechterbenedenhoek. In de weekweergave worden memo's en verjaardagen vóór 8 uur geplaatst. Druk op om te schakelen tussen de maandweergave, weekweergave en dagweergave.
Pictogrammen in de dag- en weekweergave:
Memo Verjaardag
Er bestaat geen pictogram voor Vergadering.
Als u naar een bepaalde datum wilt gaan, selecteert u Opties > Ga naar datum. Voer de datum in en selecteer OK.
Druk op om naar vandaag te gaan.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
91

Agenda-items verwijderen

U kunt ruimte in het telefoongeheugen vrijmaken door afgelopen items uit Agenda te verwijderen.
Agenda
Als u meerdere items tegelijk wilt verwijderen, gaat u naar de maandweergave en selecteert u Opties > Item
verwijderen en een van de volgende opties:
Items voor - Hiermee verwijdert u alle agenda-items
die vóór een bepaalde datum plaatsvinden.
Alle items - Hiermee verwijdert u alle agenda-items.

Agenda-instellingen

Als u de opties Agenda-alarmtoon, Standaardweergave,
Week begint met en Titel weekweergave wilt wijzigen,
selecteert u Opties > Instellingen.
92
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Web
Web
Diverse aanbieders onderhouden speciale pagina's voor mobiele apparaten. U gaat naar deze pagina's door op te drukken en Web te selecteren. Op deze pagina's wordt WML (Wireless Markup Language), XHTML (Extensible Hypertext Markup Language) of HTML (Hypertext Markup Language) gebruikt.
Informeer bij uw netwerkoperator of aanbieder van webdiensten naar de beschikbaarheid en tarieven van diensten. De aanbieder kan u ook instructies geven voor het gebruik van deze diensten.
Tip! U brengt een verbinding tot stand door ingedrukt te houden in de standby-modus.

Toegang tot het web

• Sla de instellingen op voor de webpagina die u wilt gebruiken. Zie de sectie ‘Browserinstellingen ontvangen’ op pag. 93 of ‘Instellingen handmatig opgeven’op pag. 93.
• Breng een internetverbinding tot stand. Zie ‘Verbinding maken’ op pag. 95.
• Navigeer naar de gewenste pagina's. Zie ‘Browsen’ op pag. 95.
• Verbreek de internetverbinding. Zie ‘Een verbinding verbreken’ op pag. 97.

Browserinstellingen ontvangen

Tip! Het kan zijn dat de juiste instellingen
beschikbaar zijn op de website van de netwerkoperator of aanbieder van de dienst.
Mogelijk ontvangt u de instellingen voor de webdienst via een speciaal SMS-bericht van de aanbieder van de webpagina of de netwerkoperator. Zie ‘Gegevens en instellingen’ op pag. 80. Neem contact op met de netwerkoperator of serviceprovider voor meer informatie.

Instellingen handmatig opgeven

Volg de instructies van de serviceprovider.
1 Druk op en selecteer Instrum. > Instell. >
Verbinding > Toegangspunten en definieer de
instellingen voor een toegangspunt. Zie ‘Instellingen verbinding’ op pag. 122.
2 Selecteer Web > Opties > Bookmarkbeheer > Bookm.
toev.. Typ een naam voor de bookmark en het adres
van de pagina die bij het huidige toegangspunt hoort.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
93
3 Als u het nieuwe toegangspunt wilt instellen als
Web
standaardtoegangspunt in Web, selecteert u Web >
Opties > Instellingen > Toegangspunt.

De weergave Bookmarks

Uitleg: Een bookmark omvat een internetadres
(verplicht), een titel, een toegangspunt en, als de webpagina dat vereist, een gebruiksnaam en wachtwoord.
Opties in de bookmarksweergave: Openen/
Downloaden, Bookmarkbeheer, Markeringen aan/ uit, Navigatieopties, Instrumenten, Geavanc. opties, Zenden, Bookmark zoeken, Gegevens, Instellingen, Help en Afsluiten.
In het apparaat zijn mogelijk vooraf een aantal bookmarks geïnstalleerd voor sites die niet met Nokia verbonden zijn. Deze sites worden niet door Nokia gegarandeerd of ondersteund. Als u deze sites wilt bezoeken, moet u op het gebied van beveiliging of inhoud dezelfde voorzorgsmaatregelen treffen als die u voor andere sites treft
Pictogrammen in de weergave Bookmarks:
De startpagina die voor het standaardtoegangspunt is gedefinieerd. Als u een ander standaardtoegangspunt gebruikt voor het browsen, wordt de startpagina daaraan aangepast.
De map Autom. bookmarks bevat bookmarks ( ) die automatisch worden verzameld wanneer u pagina's bekijkt. De bookmarks in deze map worden automatisch geordend op domein.
Een bookmark die de titel of het internetadres van
de bookmark aangeeft.

Bookmarks handmatig toevoegen

1 Selecteer Opties > Bookmarkbeheer > Bookm. toev.
in de weergave Bookmarks.
2 Vul de velden in. U hoeft alleen het URL-adres op te
geven. Aan de bookmark wordt het standaardtoegangspunt toegewezen, tenzij u een ander toegangspunt selecteert. Druk op als u speciale tekens wilt gebruiken zoals /, ., : en @. Druk op om tekens te wissen.
3 Kies Opties > Opslaan om de bookmark op te slaan.

Bookmarks verzenden

Ga naar een bookmark en selecteer Opties > Zenden > Via
.
SMS. Druk op om de bookmark te verzenden. U kunt
meerdere bookmarks tegelijk verzenden.
94
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Verbinding maken

Zodra u de vereiste verbindingsinstellingen hebt opgeslagen, kunt u de pagina's openen.
1 Selecteer een bookmark of typ het adres in het
veld ( ). Wanneer u het adres typt, worden de overeenkomende bookmarks boven het veld weergegeven. Druk op om een overeenkomende bookmark te selecteren.
2 Druk op om de pagina te downloaden.

Beveiliging van de verbinding

Als tijdens een verbinding het beveiligingssymbool wordt weergegeven, is de overdracht van gegevens tussen het apparaat en de internetgateway of -server gecodeerd.
Het veiligheidssymbool geeft niet aan dat de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder (of de locatie waar de aangevraagde bron is opgeslagen) veilig is. De serviceprovider beveiligt de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder.
Selecteer Opties > Gegevens > Beveiliging voor informatie over de verbinding, de coderingsstatus en de server- en gebruikersverificatie.
Voor een aantal diensten, zoals bankdiensten, zijn mogelijk beveiligingsfuncties vereist. Voor dergelijke verbindingen hebt u beveiligingscertificaten nodig. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie. Zie ook ‘Certificaatbeheer’ op pag. 127.

Browsen

Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u
vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden
Beschikbare opties tijdens het browsen (afhankelijk
van de pagina die u bekijkt): Openen, Accepteren,
Bestand verwijdern, Openen in viewer, Dienstopties, Bookmarks, Opsl. als bookmark, Navigatieopties, Instrumenten, Geavanc. opties, Toon afbeeldingen, Bookmark verzndn, Zoeken, Gegevens, Instellingen, Help en Afsluiten.
Nieuwe koppelingen op een browserpagina zijn blauw onderstreept en bezochte koppelingen zijn paars. Afbeeldingen die als koppeling fungeren, krijgen een blauwe rand.
U kunt een koppeling openen, selectievakjes inschakelen en items selecteren door op te drukken.
.
Web
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
95
Tip! Gebruik om naar het einde van een
Web
pagina te gaan en om naar het begin van een pagina te gaan.
U keert terug naar de vorige pagina door Terug te selecteren. Als Terug niet beschikbaar is, kiest u
Opties Navigatieopties > Geschiedenis. Er wordt een
chronologische lijst weergegeven met de pagina's die u tijdens een sessie hebt bezocht. Deze lijst wordt gewist wanneer u de sessie beëindigt.
Door Opties > Navigatieopties > Opnieuw laden te selecteren, kunt u de actuele inhoud van de server ophalen.
Als u een bookmark wilt opslaan, selecteert u Opties >
Opsl. als bookmark.
Tip! Tijdens het browsen opent u de weergave
Bookmarks door ingedrukt te houden. U keert terug naar de browserweergave via Opties > Terug naar
pagina.
Als u tijdens het browsen een pagina wilt opslaan, selecteert u Opties > Geavanc. opties > Pagina opslaan. U kunt pagina's opslaan in het geheugen van de telefoon of op een geheugenkaart en de pagina's bekijken wanneer u off line bent. U kunt de pagina's op een later tijdstip openen door op te drukken in de weergave Bookmarks om de weergave Opgeslagen pagina's te openen.
Als u een nieuw URL-adres wilt invoeren, selecteert u
Opties > Navigatieopties > Ga naar webadres.
Door Opties > Dienstopties te selecteren opent u een lijst met opdrachten of acties voor de geopende pagina.
U kunt bestanden downloaden die niet op de browserpagina kunnen worden weergegeven, zoals beltonen, afbeeldingen, logo's, thema's en videoclips. Gedownloade items worden verder verwerkt door de bijbehorende toepassingen in de telefoon. Een gedownloade afbeelding wordt bijvoorbeeld opgeslagen in Galerij.
Auteursrechtbescherming kan meebrengen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud niet mogen worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd.
Belangrijk:
en andere software van bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden tegen schadelijke software
Tip! Bookmarks worden automatisch verzameld in de
browser wanneer u webpagina's bekijkt. De bookmarks worden opgeslagen in de map Autom. bookmarks ( ) en automatisch geordend op domein. Zie ook ‘Webinstellingen’ op pag. 98.
Installeer en gebruik alleen toepassingen
.
96
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Opgeslagen pagina's weergeven

Als u regelmatig pagina's bezoekt waarvan de inhoud niet vaak verandert, kunt u deze pagina's opslaan om ze off line te bekijken. In de weergave voor opgeslagen pagina's kunt u ook mappen maken om opgeslagen browserpagina's in op te slaan.
Beschikbare opties in de weergave Opgeslagen
pagina's: Openen, Terug naar pagina, Opnieuw laden,
Opgesl. pagina's, Markeringen aan/uit, Navigatieopties, Geavanc. opties, Gegevens, Instellingen, Help en Afsluiten.
U kunt de weergave Opgeslagen pagina's openen door op
te drukken in de weergave Bookmarks. Druk in de weergave Opgeslagen pagina's op om een opgeslagen pagina ( ) te openen.
Als u tijdens het browsen een pagina wilt opslaan, selecteert u Opties > Geavanc. opties > Pagina opslaan.
Als u verbinding wilt maken met de browserdienst en de nieuwste versie van de pagina wilt downloaden, selecteert u Opties > Opnieuw laden. Nadat u de pagina opnieuw hebt geladen, blijft de telefoon on line.

Items downloaden en aanschaffen

U kunt onder andere beltonen, afbeeldingen, logo's, thema's en videoclips downloaden. Deze items worden gratis aangeboden of u kunt ze aanschaffen. Gedownloade items worden verder verwerkt door de bijbehorende toepassingen in de telefoon. Een gedownloade foto kan bijvoorbeeld worden opgeslagen in Galerij.
Belangrijk:
en andere software van bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden tegen schadelijke software
1 Ga naar de koppeling en druk op om het item
te downloaden.
2 Selecteer de optie waarmee u het item kunt
aanschaffen, bijvoorbeeld Kopen.
3 Lees alle informatie nauwkeurig door.
Kies Accept. als u het item wilt downloaden. Kies Annuleer als u het downloaden wilt annuleren.
Auteursrechtbescherming kan meebrengen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud niet mogen worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd.
Installeer en gebruik alleen toepassingen
.
Web
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
97

Een verbinding verbreken

Web
Selecteer Opties > Geavanc. opties > Verbind. verbreken om de verbinding te verbreken en de browserpagina off line te bekijken, of selecteer Opties > Afsluiten om de verbinding te verbreken en de browser te sluiten.

De cache leegmaken

De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen in het cachegeheugen van de telefoon.
Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op te slaan. Als u toegang hebt gezocht of gehad tot vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwoord moet opgeven, kunt u de cache van het apparaat na gebruik beter legen. De informatie of de diensten waartoe u toegang hebt gehad, worden namelijk in de cache opgeslagen. Als u de cache wilt legen,
opties > Cache wissen te kiezen.
Opties > Geavanc.

Webinstellingen

Selecteer Opties > Instellingen en wijzig het volgende:
Toegangspunt - U wijzigt het standaardtoegangspunt
door op te drukken. Er wordt vervolgens een lijst met beschikbare toegangspunten weergegeven. Zie ‘Instellingen verbinding’ op pag. 122.
Toon afbeeldingen - Hiermee bepaalt u of u afbeeldingen
wilt laden tijdens het browsen. Als u Nee selecteert, kunt u afbeeldingen alsnog laden door tijdens het browsen
Opties > Toon afbeeldingen te selecteren.
Lettergrootte - Hiermee bepaalt u de lettergrootte.
Standaardcodering - Als teksttekens niet juist worden
weergegeven, kunt u een andere codering kiezen op basis van taal.
Autom. bookmarks - Selecteer Uit als u het automatisch
verzamelen van bookmarks wilt uitschakelen. Als u wilt doorgaan met het automatisch verzamelen van bookmarks, maar de map wilt verbergen in de weergave Bookmarks, selecteert u Map verbergen.
Schermformaat - Hiermee kunt u de weergave selecteren
tijdens het browsen. Selecteer Alleen sel.toetsen of
Volledig scherm.
Homepage - U configureert de homepage als volgt:
Pagina zoeken - Hiermee kunt u een webpagina definiëren
die wordt gedownload als u Navigatieopties > Pagina
openen selecteert in de weergave Bookmarks of als u aan
het browsen bent.
Volume - Selecteer het volume als u in de browser
geluiden wilt afspelen die zijn opgenomen in webpagina's.
98
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Weergave - Als u de pagina-indeling zo nauwkeurig
mogelijk wilt weergeven in de modus Kleine weergave, selecteert u Op kwaliteit. Als u geen externe trapsgewijze opmaakmodellen wilt downloaden, selecteert u Op
snelheid.
Cookies - Hiermee schakelt u het ontvangen en verzenden
van cookies in of uit.
Uitleg: Via cookies kunnen aanbieders van inhoud
gebruikers en hun voorkeuren met betrekking tot
veelgebruikte inhoud identificeren.
Java/ECMA-script - Hiermee schakelt u het gebruik van
scripts in of uit.
Veiligheidswrschwngn - Hiermee kunt u
veiligheidswaarschuwingen verbergen of weergeven.
Serienr. verzenden - hiermee kunt u het verzenden
van serienummers in- of uitschakelen. Sommige serviceproviders eisen dat u deze functie inschakelt voordat u kunt surfen op internet.
Bevest. zenden DTMF - Geef aan of u het verzenden
van DTMF-tonen tijdens een telefoongesprek wilt bevestigen. Zie ook ‘Opties tijdens een spraakoproep’ op pag. 38.
Web
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
99

Kantoor

Kantoor
100

Rekenmachine

Als u wilt optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen en vierkantswortels en percentages berekenen, drukt u op
en selecteert u Kantoor > Rekenm..
Opmerking:
nauwkeurigheid en is ontworpen voor eenvoudige berekeningen
Als u een getal in het geheugen wilt opslaan (aangegeven met G), selecteert u Opties > Geheugen > Opslaan. Als u een getal wilt ophalen uit het geheugen, selecteert u
Opties > Geheugen > Oproepen. Als u een getal wilt
wissen uit het geheugen, selecteert u Opties >
Geheugen > Wissen.

Percentages berekenen

1 Voer een getal in waarvoor u een percentage wilt
berekenen.
2 Selecteer , , of . 3 Voer het percentage in. 4 Selecteer .
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Deze rekenmachine heeft een beperkte
.

Omrekenen

Als u maateenheden zoals Lengte wilt omrekenen (bijvoorbeeld van Meter naar Yard), drukt u op en selecteert u Kantoor > Omreken..
Beschikbare opties voor Omreken.: Selecteer
eenheid/Valuta wijzigen, Conversietype, Wisselkoersen, Help en Afsluiten.
Houd er rekening mee dat de nauwkeurigheid van
Omreken. beperkt is. Er kunnen afrondingsfouten
optreden.
1 Ga naar het veld Type en druk op om een lijst met
maateenheden te openen. Ga naar de maateenheid die u wilt gebruiken en selecteer OK.
2 Ga naar het eerste veld Eenheid en druk op .
Selecteer de broneenheid die u wilt omrekenen en selecteer OK. Ga naar het volgende veld Eenheid en selecteer de doeleenheid waarnaar u de broneenheid wilt omrekenen.
Loading...