CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION verklaart op eigen
verantwoordelijkheid dat het product RM-42
conform is aan de bepalingen van de volgende
Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG. Een kopie van
de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de
volgende website: http://www.nokia.com/phones/
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de
Europese gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden
aangeboden aan het einde van de levensduur van het product. Dit geldt
voor het apparaat, maar ook voor alle toebehoren die van dit symbool
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i)
for personal and noncommercial use in connection with information which has
been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer
engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection
with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted
or shall be implied for any other use. Additional information includ ing that relating
to promotional, internal and commercial uses may be obtained from MPE G LA, LLC.
See <http://www.mpegla.com>.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor
privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd
volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privéen niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder
ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt.
Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele
doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is ve rkrijgbaar bij MPEG LA, LLC.
Zie <http://www.mpegla.com>
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich
het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan
te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten
of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt.
Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie
gegeven betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit
document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar
niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de
geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht
voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen.
Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia-leverancier.
Exportbepalingen
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig
zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen.
Omleiding in strijd met de wetgeving is verboden.
FCC-/INDUSTRY CANADA-KENNISGEVING
Het apparaat kan storingen veroorzaken bij tv's of radio's (bijvoorbeeld wanneer
u een telefoon te dichtbij een ontvangend apparaat gebruikt). De FCC of Industry
Canada kan u verplichten het gebruik van uw telefoon te staken als dergelijke
storing niet kan worden beëindigd. Als u hulp nodig hebt, kunt u contact opnemen
met uw plaatselijke netwerkexploitant. Dit apparaat voldoet aan artikel 15 van
de FCC-regels. Gebruik is onderhevig aan de voorwaarde dat dit apparaat geen
schadelijke storing veroorzaakt.
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van
de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de
volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS
HET VEILIG IS Schakel de telefoon niet
in als het gebruik van mobiele telefoons
verboden is of als dit storing of gevaar
zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl
u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te
besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste
prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING Alle draadloze telefoons kunnen
gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking
van de telefoon negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
ZIEKENHUIZEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Schakel de telefoon
uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
VLIEGTUIGEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Draadloze
apparatuur kan storingen veroorzaken
in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET
TANKEN Gebruik de telefoon niet in een
benzinestation. Gebruik het apparaat niet in
de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT
VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle
mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik
de telefoon niet waar explosieven worden
gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale
positie zoals in de productdocumentatie wordt
uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag
alleen door deskundigen worden geïnstalleerd
of gerepareerd.
alleen goedgekeurde toebehoren en
batterijen. Sluit geen incompatibele
producten aan.
WATERBESTENDIGHEID De telefoon is niet
waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een
gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens
die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander
apparaat aansluit, dient u eerst de
handleiding van het desbetreffende apparaat
te raadplegen voor uitgebreide
veiligheidsinstructies. Sluit geen
incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer
of de telefoon is ingeschakeld en actief is.
Het toetsenblok is alleen actief in de modus
Opengevouwen. Druk zo vaak als nodig is op
de beëindigingstoets om het display te wissen
en ga terug naar het beginscherm. Geef het
alarmnummer op en druk op de kiestoets.
Geef uw locatie op. Beëindig het gesprek
pas als u hiervoor toestemming krijgt.
Informatie over het apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding
wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het
EGSM 900/1800/1900- en UMTS 2100-netwerk. Neem
contact op met uw serviceprovider voor meer informatie
over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan
alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme
rechten van anderen.
Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt
of gebruikt, aan alle regelgeving en eerbiedig de lokale
gewoonten, privacy en legitieme rechten van anderen.
Waarschuwing:
wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn
ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het
gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar
kan veroorzaken
Als u andere functies van dit apparaat
.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn
aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten.
Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van
de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk.
Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle netwerken
beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen
moet treffen met uw serviceprovider voordat u de
netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw
serviceprovider extra instructies voor het gebruik van de
diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij
sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik
van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo
bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor
bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten. Netwerkfuncties worden in deze handleiding aangeduid met .
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in
uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het
menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook
speciaal geconfigureerd zijn. Deze configuratie kan
menunamen, de menuvolgorde en symbolen betreffen.
Neem voor meer informatie contact op met uw
serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en
SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Voor een aantal
functies van dit apparaat, zoals MMS, browsen, e-mail en
het downloaden van inhoud via een browser of MMS,
is mogelijk netwerkondersteuning nodig voor deze
technologieën.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor
informatie over het gebruik van SIM-diensten.
Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere
leverancier zijn.
Uitbreidingen, batterijen
en opladers
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat
u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u
deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor
gebruik met de volgende voedingsbronnen: DC-4-, AC-3
en AC-4-lader, of een AC-1-, ACP-7-, ACP-8-, ACP-9-,
ACP-12-, LCH-8-, LCH-9- of LCH-12-lader indien gebruikt
met de CA-44-adapter die bij de telefoon wordt geleverd.
De batterij die bestemd is voor gebruik met dit apparaat is
de BL-5B.
Waarschuwing:
toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik
met dit model. Het gebruik van alle andere types kan
de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan
gevaarlijk zijn
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van
goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker
en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
Het apparaat heeft vier
mechanische modi die
verschillende toepassingssituaties
ondersteunen: Dichtgevouwen,
Opengevouwen voor het gebruik
van het apparaat,
Beeldbewerking voor het
opnemen van video en het nemen
van foto's, en Camera voor het
nemen van foto's. Als u tussen de
modi wilt schakelen, draait u de
klep en de draaiascamera. Er
treedt een korte time-out op
voordat een modus wordt geactiveerd.
Wanneer u de klep opent, wordt de modus Opengevouwen
automatisch geactiveerd: het hoofddisplay wordt verlicht,
het toetsenblok is beschikbaar en u hebt toegang tot het
menu. U kunt met de bladertoets door het menu schuiven.
De modus Dichtgevouwen wordt zelfs geactiveerd als de
klep niet volledig is geopend. De klep wordt tot ongeveer
150 graden geopend, zoals u in de afbeelding ziet. Probeer
de klep niet verder te openen.
Modus Dichtgevouwen
Wanneer de klep wordt gesloten, wordt
het hoofddisplay gedeactiveerd en wordt
het klepdisplay verlicht. Actieve
gesprekken worden beëindigd tenzij de
luidspreker wordt gebruikt of een
hoofdtelefoon is aangesloten. Als u de
speler gebruikt om een geluidsclip te
beluisteren, blijft deze doorspelen.
In de modus Dichtgevouwen biedt het klepdisplay een
beperkte functionaliteit. In de weergave van de standbymodus ziet u mogelijkerwijs de symbolen van de
signaalsterkte en accu, het operatorlogo, tijdinformatie,
statussymbolen en de naam van het actieve profiel (als
dit niet Algemeen is). Als u naar een geluidsclip luistert,
worden volumebalken en gegevens over de gespeelde
nummers weergegeven.
Als het toetsenblok niet is vergrendeld, kunt u de aan/uittoets, de bladertoets en de opnametoets (voor uitgebreide
spraakopdrachten) gebruiken. Als u opdrachten in het
display wilt selecteren, bijvoorbeeld Tonen en Terug,
beweegt u de bladertoets om de gewenste tekst te
markeren en drukt u vervolgens op de bladertoets.
Agenda- en kloksignalen en notities voor gemiste
oproepen en nieuwe ontvangen berichten worden
eveneens weergegeven. U kunt ontvangen SMS-berichten
en de tekst- en afbeeldingsobjecten van ontvangen
multimediaberichten weergeven in het klepdisplay.
Als u andere typen berichten wilt bekijken, opent u
de klep en bekijkt u de berichten in het hoofddisplay.
Binnenkomende oproepen worden aangeduid met het
gebruikelijke signaal en een notitie. Open de klep als u
een oproep wilt beantwoorden en de hoorn wilt gebruiken.
Als u een oproep wilt beantwoorden en de luidspreker wilt
gebruiken, selecteert u Antwrd. Als een
hoofdtelefoon op het apparaat is aangesloten, drukt u
op de antwoordtoets op de hoofdtelefoon.
Open de klep als u wilt bellen of het menu wilt gebruiken.
Modus Beeldbewerking
In de modus Beeldbewerking kunt u video's opnemen,
foto's maken, videoclips en foto's bewerken en live
videobeelden verzenden tijdens een video-oproep .
Zie ‘Camera en Galerij’ op pag. 46 en ‘Video-oproepen’
op pag. 31.
Als u de modus
Beeldbewerking wilt
activeren, opent u de klep
tot 90 graden, houdt u het
apparaat zijdelings en
draait u de klep omhoog
zodat het hoofddisplay
naar u toe is gericht.
De camera wordt gestart
en u kunt de vast te leggen
weergave bekijken. U kunt
de draai-ascamera ook draaien. In de modus
Beeldbewerking draait de camera 180 graden linksom
en bijna 135 graden rechtsom. Probeer de camera niet
verder te draaien.
In de modus Beeldbewerking is het toetsenblok niet actief.
U kunt de opnametoets, bladertoets, aan/uit-toets,
de selectietoetsen Omhoog en Omlaag naast het
hoofddisplay en gebruiken om een actieve
oproep te beëindigen.
De Nokia N90
Waarschuwing: u kunt in de modus
Beeldbewerking geen alarmnummers bellen, omdat het
toetsenblok niet actief is. Als u een alarmnummer moet
bellen, activeert u de modus Opengevouwen.
Modus Camera
In de modus Camera
kunt u snel foto's
maken. U kunt de
camera gebruiken tijdens
een actieve oproep. Zie
‘Camera en Galerij’ op
pag. 46.
Als u de modus Camera
wilt activeren, draait u de
draai-ascamera wanneer de klep is gesloten. De zoeker
wordt weergegeven in het klepdisplay. De camera draait
180 graden linksom en bijna 135 graden rechtsom.
Probeer de camera niet verder te draaien.
In de modus Camera kunt u de opnametoets, bladertoets
en aan/uit-toets gebruiken.
Belangrijke symbolen
- De telefoon wordt gebruikt in een GSM-netwerk.
(netwerkdienst) – De telefoon wordt gebruikt in een
UMTS-netwerk. Zie ‘Netwerk’ op pag. 130.
- U hebt een of meer berichten ontvangen in de
map Inbox in Berichten.
- De map Outbox bevat berichten die nog niet zijn
verzonden. Zie ‘Outbox - berichten die nog niet zijn
verzonden’ op pag. 83.
- U hebt oproepen gemist. Zie ‘Recente oproepen’
op pag. 39.
- Dit wordt weergegeven als Beltoontype is ingesteld
op Stil en Berichtensignaaltoon, Chatsignaaltoon en
Signaaltoon e-mail zijn ingesteld op Uit. Zie ‘Profielen -
Tonen instellen’ op pag. 24.
- Het toetsenblok van de telefoon is vergrendeld.
Zie Toetsenblokvergrendeling in de handleiding Aan de
slag.
naar een ander nummer. Als u twee telefoonlijnen hebt, is
het doorschakelsymbool voor de eerste lijn en
voor de tweede lijn.
- Er is een hoofdtelefoon aangesloten op de telefoon.
- Er is een hoorapparaat aangesloten op de telefoon.
- De verbinding met een Bluetooth-hoofdtelefoon is
verbroken.
- Er is een gegevensoproep actief.
- Er is een GPRS- of EDGE-pakketgegevensverbinding
beschikbaar.
- Er is een GPRS- of EDGE-pakketgegevensverbinding
actief.
- Er staat een GPRS- of EDGEpakketgegevensverbinding in de wachtstand. Deze
pictogrammen worden weergegeven in plaats van het
symbool voor de signaalsterkte (in de linkerbovenhoek in
de standby-modus). Zie ‘Pakketgegevensverbindingen in
GSM- en UMTS-netwerken’ op pag. 123.
- Er is een UMTS-pakketgegevensverbinding
beschikbaar.
- Er is een UMTS-pakketgegevensverbinding actief.
- Er staat een UMTS-pakketgegevensverbinding in
de wacht.
- Bluetooth-connectiviteit is Aan.
- Er worden gegevens verzonden via een Bluetooth-
verbinding. Zie ‘Bluetooth-verbinding’ op pag. 111.
- Er is een USB-verbinding actief.
- Er is een gelezen e-mailbericht dat u kunt ophalen
naar de telefoon.
- Er is een ongelezen e-mailbericht dat u kunt ophalen
naar de telefoon.
Het polsbandje
aansluiten
Rijg het bandje door het toestel
volgens de afbeelding en trek het vast.
Instellingen configureren
Om multimediaberichtgeving, GPRS, internet en andere
draadloze services te kunnen gebruiken, moet u de juiste
configuratie-instellingen op de telefoon hebben ingesteld.
Het is mogelijk dat de instellingen door uw serviceprovider
al op de telefoon zijn geïnstalleerd, of u kunt de
instellingen als een speciaal SMS-bericht ontvangen van
uw serviceprovider. Zie ‘Gegevens en instellingen’ op pag.
80. Voor meer informatie over de beschikbaarheid van de
instellingen neemt u contact op met uw netwerkoperator,
serviceprovider of dichtstbijzijnde bevoegde Nokia-dealer,
of gaat u naar het ondersteuningsgedeelte van de Nokiawebsite op www.nokia.com/support.
Ondersteuning van Nokia via
internet
De Nokia N90
Kijk op www.nokia.com/support of op de lokale website
van Nokia voor de nieuwste versie van deze handleiding,
aanvullende informatie, downloads en services voor uw
Nokia-product.
Als u Help wilt openen vanuit het hoofdmenu selecteert u
Instrum. > Help. Selecteer de gewenste toepassing om een
lijst met Help-onderwerpen weer te geven. Als u Helponderwerpen wilt zoeken met behulp van trefwoorden,
selecteert u Opties > Zoeken op trefw..
Wanneer u een Help-onderwerp leest, kunt u op of
drukken als u andere verwante onderwerpen wilt bekijken.
Klok
16
Help
Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help. U hebt
vanuit elke toepassing of vanuit het hoofdmenu toegang
tot de Help.
Als u vanuit een geopende toepassing de Help voor de
huidige weergave wilt openen, selecteert u Opties > Help.
Voorbeeld: als u instructies wilt bekijken over het
maken van een visitekaartje, maakt u een visitekaartje
en selecteert u Opties > Help.
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar
de toepassing die op de achtergrond geopend is door
ingedrukt te houden.
Selecteer Opties > Alarm instellen om een nieuw alarm
in te stellen. Voer de alarmtijd in en selecteer OK. Als
het alarm actief is, wordt het symbool weergegeven.
Als u het alarm wilt uitschakelen, selecteert u Stop.
Als het alarm afgaat, kunt u het gedurende vijf minuten
uitschakelen door op een willekeurige toets te drukken
of Snooze te selecteren. Daarna gaat het alarm weer af.
U kunt dit maximaal vijf keer doen.
Als het tijdstip voor het alarm is aangebroken terwijl het
apparaat is uitgeschakeld, schakelt het apparaat zichzelf
in en wordt de alarmtoon afgespeeld. Als u Stop selecteert,
wordt u gevraagd of het apparaat moet worden
geactiveerd voor oproepen. Selecteer Nee als u het
apparaat wilt uitschakelen of Ja als u het apparaat wilt
gebruiken om te bellen en gebeld te worden. Selecteer Ja
niet wanneer het gebruik van een draadloze telefoon
storingen of gevaar kan opleveren.
Als u een alarm wilt annuleren, selecteert u Klok >
Opties > Alarm uitschakelen.
Klokinstellingen
Als u de klokinstellingen wilt wijzigen, selecteert u
Opties > Instellingen in de klok. Als u de datum of
tijd wilt wijzigen, selecteert u Tijd of Datum.
Als u de klok wilt wijzigen die wordt weergegeven in
standby-modus, bladert u omlaag en selecteert u
Type klok > Analoog of Digitaal.
Als u wilt toestaan dat de tijd-, datum- en
tijdzonegegevens op de telefoon worden bijgewerkt door
het netwerk van de mobiele telefoon , bladert u omlaag
en selecteert u Autom. tijd aanp.. De instelling Autom.
tijd aanp. wordt pas actief als u de telefoon opnieuw hebt
ingeschakeld.
Als u de alarmtoon wilt wijzigen, bladert u omlaag en
selecteert u Alarmtoon klok.
Als u de status van de zomertijd wilt aanpassen, bladert u
omlaag en selecteert u Zomertijd. Selecteer Aan om een
uur toe te voegen aan de tijd van Mijn huidige stad. Zie
‘Wereldklok’ op pag. 17. Wanneer de zomertijd actief is,
wordt het symbool weergegeven in de beginweergave
van de klok. Deze instelling wordt niet weergegeven als
Autom. tijd aanp. is ingeschakeld.
Wereldklok
Open Klok en druk op om de weergave Wereldklok
te openen. In de weergave Wereldklok kunt u de tijd in
verschillende steden zien.
Als u steden aan de lijst wilt toevoegen, selecteert u
Opties > Stad toevoegen. Voer de eerste letters van de
naam van de stad in. Het zoekveld verschijnt automatisch
en de overeenkomende steden worden weergegeven.
Selecteer een stad. U kunt maximaal 15 steden aan de
lijst toevoegen.
Als u de huidige stad wilt instellen, gaat u naar de
gewenste stad en selecteert u Opties > Mijn huidige stad.
De stad wordt weergegeven in de beginweergave van de
klok en de tijd op de telefoon wordt aangepast aan de
geselecteerde stad. Controleer of de tijd juist is en
overeenkomt met de tijdzone.
Volume- en luidsprekerregeling
Terwijl u belt of naar een
geluid luistert, kunt u het
geluidsvolume regelen.
Daartoe drukt u respectievelijk op of of beweegt u
de bladertoets naar rechts of links.
De ingebouwde luidspreker maakt het mogelijk vanaf een
korte afstand te spreken en luisteren zonder dat u de
telefoon bij uw oor hoeft te houden. Geluidstoepassingen
maken standaard gebruik van de luidspreker.
De Nokia N90
Waarschuwing: houd het apparaat niet dicht
bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt,
aangezien het volume erg luid kan zijn.
Zie Toetsen en onderdelen in de handleiding Aan de
slag voor een afbeelding van de luidspreker.
Als u de luidspreker wilt gebruiken tijdens een oproep,
start u een oproep en drukt u op Opties > Luidspreker
insch..
Als u de luidspreker wilt uitschakelen tijdens een actieve
oproep of wanneer u naar een geluid luistert, selecteert u
Opties > Telefoon insch..
Bestandsbeheer
Voor veel functies van de telefoon wordt geheugen
gebruikt voor het opslaan van gegevens. Het gaat hierbij
om functies voor contactpersonen, berichten,
afbeeldingen, beltonen, agenda en taken, documenten
en gedownloade toepassingen. De hoeveelheid
beschikbaar geheugen is afhankelijk van de hoeveelheid
gegevens die al in het telefoongeheugen is opgeslagen.
U kunt een geheugenkaart gebruiken als extra
opslagruimte. Geheugenkaarten zijn herschrijfbaar,
zodat u gegevens erop kunt opslaan en verwijderen.
Als u wilt bladeren in bestanden en mappen in het
telefoongeheugen of op een geheugenkaart (indien
ingevoegd), drukt u op en selecteert u Instrum. >
Best.beh. De weergave van het telefoongeheugen ()
wordt geopend. Druk op om de weergave van de
geheugenkaart te openen ().
Als u bestanden wilt verplaatsen of kopiëren naar een map,
drukt u tegelijk op en om een bestand te markeren
en selecteert u Opties > Verplaats naar map of Kopiëren
naar map.
Pictogrammen in Best.beh.:
Map
Map met een submap
Als u naar een bestand wilt zoeken, selecteert u Opties >
Zoeken en het geheugen waarin u wilt zoeken. Voer
vervolgens een zoektekst in die overeenkomt met de
bestandsnaam.
Tip! Met Nokia Phone Browser in Nokia PC Suite kunt
u de verschillende geheugens in de telefoon bekijken.
Zie de cd-rom in het pakket.
Als u wilt bekijken welke typen gegevens de telefoon
bevat en hoeveel geheugen in gebruik wordt genomen
door de verschillende gegevenstypen, selecteert u Opties >
Gegevens geheugen. Ga naar Vrij geheug. om
de hoeveelheid beschikbaar geheugen in de telefoon
te bekijken.
Als u de hoeveelheid beschikbaar geheugen op de
geheugenkaart wilt bekijken wanneer deze in de telefoon
is geplaatst, drukt u op om de weergave van de
geheugenkaart te openen en selecteert u Opties >
Gegevens geheugen.
Geheugen bijna vol - ruimte vrijmaken
U ontvangt een melding op de telefoon als het
telefoongeheugen of het geheugen van de geheugenkaart
bijna vol raakt. Als het telefoongeheugen bijna leeg is
terwijl de browser is geopend, wordt de browser
automatisch gesloten om wat geheugenruimte vrij
te maken.
Als u telefoongeheugen wilt vrijmaken, kopieert u via
bestandsbeheer gegevens naar een geheugenkaart.
Markeer de bestanden die u wilt verplaatsen en selecteer
Verplaats naar map > Geheugenkaart en een map.
Tip! Als u geheugen op de telefoon of geheugenkaart
wilt vrijmaken, gebruikt u Image Store in Nokia PC
Suite om foto's en videoclips over te brengen naar
een compatibele pc. Zie de cd-rom in het pakket.
Als u gegevens wilt verwijderen om geheugen vrij te
maken, gebruikt u Best.beh. of gaat u naar de
desbetreffende toepassing. U kunt bijvoorbeeld de
volgende items verwijderen:
• Berichten in de mappen Inbox, Ontwerpen en
Verzonden in Berichten
• Opgehaalde e-mailberichten in het telefoongeheugen.
• Opgeslagen webpagina's.
• Opgeslagen afbeeldingen, video's of geluidsbestanden.
• Contactgegevens.
• Agendanotities.
• Gedownloade toepassingen. Zie ook
‘Toepassingsbeheer’ op pag. 132.
• Andere gegevens die u niet meer nodig hebt..
Geheugenkaart
Opmerking: in dit apparaat wordt een
multimediakaart (RS-MMC-kaart) gebruikt van het type
Reduced Size Dual Voltage (1,8/3V). Gebruik alleen RSMMC-kaarten met tweevoudig voltage als u verzekerd
wilt zijn van compatibiliteit tussen de onderdelen.
Informeer bij de fabrikant of leverancier van de RS-MMCkaart naar de compatibiliteit van de geheugenkaart.
Gebruik alleen compatibele multimediakaarten
(RS-MMC-kaarten) met dit apparaat. Andere
geheugenkaarten, zoals SD-kaarten (Secure Digital)
De Nokia N90
passen niet in de geheugenkaartsleuf en zijn niet
compatibel met dit apparaat. Als u een incompatibele
geheugenkaart gebruikt, kan schade ontstaan aan de
geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens
die op de incompatibele kaart zijn opgeslagen,
beschadigd raken.
Houd alle geheugenkaarten buiten bereik van kleine
kinderen.
Druk op en selecteer
Instrum. > Geheugen.
U kunt een geheugenkaart
gebruiken als extra
opslagruimte. Het is
bovendien verstandig de
gegevens in het
telefoongeheugen
regelmatig naar de
geheugenkaart te kopiëren.
U kunt de gegevens later op
de telefoon herstellen. Zie De
geheugenkaart plaatsen in de handleiding Aan de slag.
U kunt de geheugenkaart niet gebruiken als het klepje
van de geheugenkaartsleuf is geopend.
Belangrijk: verwijder de geheugenkaart nooit
tijdens een bewerking waarbij de kaart wordt gebruikt.
Als de kaart midden in een bewerking wordt verwijderd,
kan dit schade toebrengen aan het apparaat,
de geheugenkaart en de gegevens op de kaart.
Als u een back-up van het telefoongeheugen wilt maken
op een geheugenkaart, selecteert u Opties >
Reservekopie.
Als u de informatie van de geheugenkaart wilt terugzetten
in het telefoongeheugen, selecteert u Opties > Herst.
vanaf kaart.
Tip! Als u de naam van een geheugenkaart wilt
wijzigen, selecteert u Opties > Naam geh.kaart.
Een geheugenkaart formatteren
Wanneer een geheugenkaart opnieuw wordt
geformatteerd, gaan alle gegevens op de kaart definitief
verloren.
Sommige geheugenkaarten zijn voorgeformatteerd.
Andere kaarten moet u zelf eerst formatteren. Raadpleeg
uw leverancier om te achterhalen of u de geheugenkaart
moet formatteren voor het eerste gebruik.
U formatteert een geheugenkaart door Opties > Geh.kaart
formatt. te selecteren. Selecteer Ja ter bevestiging. Voer
na het formatteren een naam in voor de geheugenkaart en
selecteer OK.
Handige sneltoetsen
Gebruik sneltoetsen om het apparaat snel optimaal
te kunnen gebruiken. Raadpleeg de desbetreffende
hoofdstukken in deze gebruikershandleiding voor meer
informatie over de functies.
Sneltoetsen tijdens het fotograferen
• Als u wilt in- en uitzoomen, drukt u de bladertoets
omhoog en omlaag.
• Als u de instellingen voor Afbeeldingsinstell.
wilt invoeren, drukt u op de bladertoets.
• Als u de flitsmodus wilt wijzigen, drukt u de bladertoets
naar links of rechts.
• Nadat u een foto hebt genomen, drukt u de
opnametoets half in om een nieuwe foto te maken.
• Als u een toepassing hebt geactiveerd in de modus
Beeldbewerking, drukt u op de opnametoets om terug
te keren naar de camera.
Sneltoetsen tijdens het opnemen van video's
• Als u wilt in- of uitzoomen, drukt u de bladertoets
omhoog of omlaag.
• Als u de instellingen voor Video-instellingen wilt
invoeren, drukt u op de bladertoets.
• Als u een toepassing hebt geactiveerd in de modus
Beeldbewerking, drukt u op de opnametoets om terug
te keren naar de camera.
Tekst en lijsten bewerken
• Als u een item in een lijst wilt markeren, gaat u erheen
en drukt u tegelijkertijd op en .
• Als u meerdere items in een lijst wilt markeren, houdt
u ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op of .
Als u de selectie wilt beëindigen, laat u
achtereenvolgens en los.
• Zo kopieert en plakt u tekst: houd ingedrukt Druk
tegelijkertijd op of om letters en woorden te
selecteren of op of om rijen tekst te selecteren.
Alle tekst die u zo selecteert, wordt gemarkeerd. Houd
ingedrukt en kies Kopiëren om de tekst naar het
klembord te kopiëren. Houd ingedrukt en kies
Plakken om de tekst in een document in te voegen.
Standby-modus
• Houd ingedrukt om te schakelen tussen geopende
toepassingen. Als er onvoldoende geheugen is, kan het
zijn dat toepassingen automatisch worden gesloten.
Voordat een toepassing wordt gesloten, worden nietopgeslagen gegevens opgeslagen.
• Als u het profiel wilt wijzigen, drukt u op en
selecteert u een profiel.
Het kan zijn dat uw serviceprovider heeft verzocht om
bepaalde functies in uw apparaat uit te schakelen of
niet te activeren. In dat geval worden deze functies niet
weergegeven in het menu van het apparaat. Het kan ook
zijn dat het apparaat speciaal voor uw netwerkprovider is
geconfigureerd. Deze configuratie kan betrekking hebben
op wijzigingen in menunamen, de menuvolgorde en
pictogrammen. Neem contact op met uw serviceprovider
voor meer informatie.
• Zie ‘Actief standby’ op pagina 27 als u het standby
hoofddisplay wilt gebruiken voor snelle toegang tot
de toepassingen die u vaak gebruikt.
• Zie ‘Het uiterlijk van het
apparaat wijzigen’ op
pag. 26 en ‘Instellingen
klepdisplay’ op pag. 131.
als u de
achtergrondafbeelding
of de screensaver voor
de standby-modus
wilt wijzigen.
• Zie ‘Profielen - Tonen instellen’ op pag. 24 als u de
beltonen wilt aanpassen.
• Zie ‘Standby-modus’ op pag. 121 als u de sneltoetsen
wilt wijzigen voor de verschillende toetsaanslagen van
de bladertoets en de linker- en rechterselectietoetsen
in de standby-modus. De snelkoppelingen voor de
bladertoets zijn niet beschikbaar als de actieve
standby-modus is ingeschakeld.
• Als u de klok in de standby-modus wilt wijzigen,
drukt u op en selecteert u Klok > Opties >
Instellingen > Type klok > Analoog of Digitaal.
• Als u de alarmtoon van de klok wilt wijzigen, drukt u
op en selecteert u Klok > Opties > Instellingen >
Alarmtoon klok en selecteert u een toon.
• Als u de signaaltoon van de agenda wilt wijzigen,
drukt u op en selecteert u Agenda > Opties >
Instellingen > Agenda-alarmtoon en selecteert u
een toon.
• Als u de welkomsttekst wilt wijzigen in tekst of een
afbeelding, drukt u op en selecteert u Instrum. >
• Als u een afzonderlijke beltoon aan een
contactpersoon wilt toewijzen, drukt u op en
selecteert u Contacten. Zie ‘Beltonen toevoegen
voor contactpersonen’ op pag. 44.
• Als u een snelkeuzetoets aan een contactpersoon
wilt toewijzen, drukt u in de standby-modus op
een cijfertoets ( is gereserveerd voor de
voicemailbox) en drukt u op . Selecteer Ja
en selecteer vervolgens een contactpersoon.
• Als u het hoofdmenu opnieuw wilt indelen, selecteert
u in het hoofdmenu Opties > Verplaatsen, Verplaats
Het apparaat aanpassen
naar map of Nieuwe map. Weinig gebruikte
toepassingen kunt u in mappen plaatsen en
veelgebruikte toepassingen kunt u van een map naar
het hoofdmenu verplaatsen.
Profielen - Tonen instellen
Als u de beltonen, berichtensignaaltonen en andere
tonen voor verschillende gebeurtenissen, situaties of
bellergroepen wilt instellen en aanpassen, drukt u op
en selecteert u Instrum. > Profielen. Als het
geselecteerde profiel niet het profiel Algemeen is,
wordt de profielnaam in de standby-modus boven
in de weergave vermeld.
Druk in de standby-modus op om het profiel te
wijzigen. Ga naar het profiel dat u wilt activeren en
selecteer OK.
Als u een profiel wilt wijzigen, drukt u op en selecteert
u Instrum. > Profielen. Ga naar het profiel en selecteer
Opties > Aanpassen. Ga naar de instelling die u wilt
wijzigen en druk op om de opties te openen. Tonen die
zijn opgeslagen op de geheugenkaart, worden aangegeven
met . U kunt elke beltoon in de lijst beluisteren voordat
u een toon kiest. Druk op een willekeurige toets om het
geluid te stoppen.
Tip! Wanneer u een toon kiest, wordt er via
Beltoondownl. een lijst met bookmarks geopend.
U kunt een bookmark selecteren en verbinding maken
met een webpagina om tonen te downloaden.
Tip! Zie ‘Het apparaat aanpassen’ op pagina 23
voor informatie over het wijzigen van de toon voor
de agenda of klok.
Als u een nieuw profiel wilt maken, selecteert u Opties >
Via het profiel Offline kunt u de telefoon gebruiken zonder
verbinding te maken met het draadloze netwerk. Wanneer
u het profiel Offline activeert, wordt de verbinding met
het draadloze netwerk uitgeschakeld, zoals aangegeven
door in de indicator voor de signaalsterkte. Er zijn
geen draadloze telefoonsignalen naar en van het apparaat
mogelijk. Berichten die u wilt verzenden worden in de
Outbox geplaatst, zodat u deze later kunt verzenden.
Waarschuwing:
oproepen doen of ontvangen,
bepaalde alarmnummers
waarvoor netwerkdekking vereist is, niet worden gebruikt
Waarschuwing: u kunt het profiel Offline alleen
gebruiken als het apparaat is ingeschakeld. Schakel
het apparaat niet in als het gebruik van mobiele
apparaten verboden is of als dit storing of gevaar
zou kunnen opleveren.
Als u het profiel Offline wilt verlaten, drukt u op
en selecteert u Instrum. > Profielen. Selecteer een
ander profiel en selecteer Opties > Activeren > Ja.
Via de telefoon wordt de draadloze overdracht opnieuw
ingeschakeld (mits het signaal sterk genoeg is). Als er
In het profiel Offline kunt u geen
behalve oproepen naar
, en kunnen ook overige functies
een Bluetooth-verbinding actief was toen u het profiel
Offline inschakelde, wordt Bluetooth weer gedeactiveerd.
De Bluetooth-verbinding wordt automatisch opnieuw
geactiveerd zodra u het profiel Offline verlaat. Zie
‘Instellingen voor Bluetooth-verbindingen’ op pag. 112.
Inhoud van een ander
apparaat overdragen
U kunt contactpersonen, agendagegevens, afbeeldingen,
videoclips en geluidsfragmenten via Bluetooth kopiëren
vanaf een compatibel Serie 60-apparaat van Nokia.
U kunt uw Nokia N90-apparaat gebruiken zonder
.
SIM-kaart. Het off line profiel wordt automatisch
geactiveerd wanneer het apparaat wordt ingeschakeld
zonder SIM-kaart. U kunt de SIM-kaart dan gebruiken in
een ander apparaat.
Om dubbele items te voorkomen kunt u gegevens van
hetzelfde type, bijvoorbeeld contactpersonen, maar
eenmaal overbrengen van het andere apparaat naar
de Nokia N90.
Activeer Bluetooth op beide apparaten voordat u de
overdracht start. Druk op elk apparaat op en
selecteer Connect. > Bluetooth. Selecteer Bluetooth >
Aan. Geef een naam op voor elk apparaat.
Ga als volgt te werk om inhoud over te brengen:
1 Druk op en selecteer Instrum. > Transfer op
de Nokia N90. Volg de instructies op het scherm.
2 Het apparaat zoekt naar apparaten met Bluetooth-
connectiviteit. Als de zoekactie is voltooid, selecteert
u de andere telefoon in de lijst.
3 U wordt gevraagd een code in te voeren op de
Het apparaat aanpassen
Nokia N90. Voer een code in (1-16 cijfers) en
selecteer OK. Voer de code ook in op de andere
telefoon en selecteer OK.
4 De toepassing Transfer wordt als bericht verzonden
naar de andere telefoon.
5 Open het bericht om Transfer te installeren op de
andere telefoon en volg de instructies op het scherm.
6 Selecteer met de Nokia N90 de inhoud die u van de
andere telefoon wilt kopiëren.
De inhoud wordt gekopieerd van het geheugen en de
geheugenkaart van de andere telefoon naar de Nokia N90
en de bijbehorende geheugenkaart. De tijd die hiervoor
nodig is, is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens
die moet worden overgedragen. U kunt het kopiëren
annuleren en later doorgaan. De toepassing Transfer
wordt toegevoegd aan het hoofdmenu van de
andere telefoon.
Het uiterlijk van het
apparaat wijzigen
Als u het uiterlijk van de telefoonweergaven wilt wijzigen,
zoals de achtergrondafbeelding en pictogrammen, drukt u
op en selecteert u Instrum. > Thema's. Het actieve
thema wordt aangegeven met . In Thema's kunt u
elementen van andere thema's groeperen of afbeeldingen
uit de Galerij selecteren om thema's verder aan te passen.
Thema's die zijn opgeslagen op de geheugenkaart, worden
aangegeven met . De thema's op de geheugenkaart zijn
niet beschikbaar als de geheugenkaart zich niet in de
telefoon bevindt. Als u de thema's die op de geheugenkaart
zijn opgeslagen zonder de geheugenkaart wilt gebruiken,
moet u de thema's eerst opslaan in het telefoongeheugen.
Zie ook ‘Instellingen klepdisplay’ op pag. 131.
Als u een browserverbinding wilt openen en meer thema's
wilt downloaden, selecteert u Themadownloads.
Als u een thema wilt activeren, selecteert u dit en kiest
u Opties > Toepassen.
Als u een voorbeeld van een thema wilt bekijken,
selecteert u dit en kiest u Opties > Bekijken.
Als u thema's wilt bewerken, selecteert u een thema en
kiest u Opties > Bewerken om de volgende opties te
wijzigen:
• Achtergrond - De afbeelding die u wilt weergeven als
achtergrondafbeelding in de standby-modus.
• Energiespaarstand - Het type energiebesparing op het
hoofddisplay: datum en tijd of een tekst die u zelf
hebt getypt. Zie ook Time-out energiesp., p. 121.
• Afb. in Favorieten - De achtergrondafbeelding voor
de toepassing Favorieten.
Als u bij het bewerken van een thema voor het
geselecteerde thema de oorspronkelijke instellingen wilt
herstellen, selecteert u Opties > Oorspr. th. herst..
Actief standby
Via het standby hoofddisplay hebt u snel toegang tot de
toepassingen die u vaak gebruikt. Standaard is de actieve
standby-modus ingeschakeld.
Druk op , selecteer Instrum. > Instell. > Telefoon >
Standby-modus > Actief standby en druk op om
de actieve standby-modus in of uit te schakelen.
Boven aan de actieve
standby-display worden
de standaardtoepassingen
weergegeven met daaronder
agenda-items en taken.
Ga naar een toepassing
of item en druk op .
Als de actieve standbymodus is ingeschakeld, kunt
u niet gebruikmaken van de
standaardsnelkoppelingen
voor de bladertoets die beschikbaar
zijn in de standby-modus.
harder te zetten of op om het volume zachter te
zetten. Als u het volume hebt ingesteld op Dempen,
kunt u het volume niet aanpassen met de bladertoets.
Als u het volume wilt aanpassen, selecteert u Dmp oph.
en drukt u op of .
1 Voer in de standby-modus het telefoonnummer,
inclusief het netnummer, in. Druk op om een
nummer te verwijderen.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal
op voor het teken + (duidt de internationale
toegangscode aan), kiest u vervolgens het landnummer,
het netnummer (eventueel zonder voorloopnul) en het
abonneenummer.
2 Druk op om het nummer te bellen.
3 Druk op om het gesprek te beëindigen (of de
oproep te annuleren).
Als u op drukt, wordt een gesprek altijd beëindigd,
ook als een andere toepassing actief is.
Als u de modus Dichtgevouwen activeert tijdens een
Bellen
actieve oproep wordt de oproep beëindigd, tenzij u de
luidspreker of een hoofdtelefoon hebt geactiveerd.
Als u wilt bellen vanuit Contacten, drukt u op en
selecteert u Contacten. Ga naar de gewenste naam of
voer in het zoekveld de eerste letters van de naam in.
De gevonden namen worden getoond. Druk op om
te bellen of selecteer Opties > Bellen > Spraakoproep.
Als er meer dan een nummer wordt vermeld voor de
contactpersoon, bladert u naar het nummer dat u wilt
bellen en selecteert u Bellen.
U moet de contactpersonen kopiëren van de SIM-kaart
naar Contacten voordat u op deze manier kunt bellen.
Zie ‘Contactgegevens kopiëren’ op pag. 43.
Houd ingedrukt in de standby-modus als u uw
voicemailbox () wilt bellen. Zie ook ‘Oproepen
doorschakelen’ op pag. 129.
Tip! Als u het nummer van uw voicemailbox wilt
wijzigen, drukt u op en selecteert u Instrum. >
Voicemail > Opties > Nummer wijzigen. Voer het
nummer in (dit krijgt u van de serviceprovider) en
selecteer OK.
Als u een recent gekozen nummer wilt bellen, drukt u in
de standby-modus op om een lijst weer te geven met
de 20 laatstgekozen nummers. Ga naar het gewenste
Bellen
nummer en druk op om het nummer te bellen.
Een conferentiegesprek voeren
1 Bel de eerste deelnemer.
2 Als u de volgende deelnemer wilt bellen, selecteert u
Opties > Nieuwe oproep. Het eerste gesprek wordt
automatisch in de wachtstand geplaatst.
3 Als de nieuwe oproep wordt beantwoord, kunt u de
eerste deelnemer in het conferentiegesprek opnemen.
Hiervoor selecteert u Opties > Conferentie.
Herhaal stap 2 om de volgende deelnemer aan het
gesprek toe te voegen en selecteer Opties >
Conferentie > Toev. aan confer.
Conferentiegesprekken tussen maximaal zes
deelnemers (inclusief uzelf) worden ondersteund.
Als u een privé-gesprek wilt voeren met een van de
deelnemers, selecteert u Opties > Conferentie >
Privé. Selecteer een deelnemer en selecteer Privé.
Het conferentiegesprek wordt in de wachtstand
geplaatst. De andere deelnemers kunnen ondertussen
met elkaar doorpraten. Als u het privé-gesprek hebt
beëindigd, selecteert u Opties > Toev. aan confer.
om terug te keren naar het conferentiegesprek.
Als u een deelnemer uit het conferentiegesprek wilt
verwijderen, selecteert u Opties > Conferentie>
Deelnemer verwijd.. Ga vervolgens naar de
desbetreffende deelnemer en selecteer Verwijd..
4 Druk op om het actieve conferentiegesprek
te beëindigen.
Bellen met een snelkeuzetoets
Als u snelkeuze wilt activeren, drukt u op en selecteert
u Instrum.> Instell. > Bellen > Snelkeuze > Aan.
Als u een telefoonnummer wilt toewijzen aan een van de
snelkeuzetoetsen ( - ), drukt u op en selecteert
u Instrum. > Snelkeuze. Ga naar de toets waaraan u het
telefoonnummer wilt toewijzen en selecteer Opties >
Toewijz.. is gereserveerd voor de voicemailbox.
Als u wilt bellen in de standby-modus, drukt u op de
snelkeuzetoets en vervolgens op.
Spraakgestuurd bellen
Het apparaat ondersteunt uitgebreide spraakopdrachten.
Uitgebreide spraakopdrachten zijn niet afhankelijk van
de stem van de spreker. De gebruiker hoeft dus niet op
voorhand spraaklabels op te nemen. In plaats daarvan
maakt het apparaat een spraaklabel voor de
contactgegevens en vergelijkt het ingesproken