Nokia N82 User Manual [nl]

Page 1
Gebruikershandleiding Nokia N82
Uitgave 5
Page 2
CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-313 in overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Nokia, Nokia Connecting People, Nseries, N82, Navi, N-Gage, Visual Radio en Nokia Care zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
Ltd.
This product includes software licensed from Symbian Software Ltd © 1998-2007. Symbian and Symbian OS are trademarks of Symbian
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright © 1997-2007. Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
Java and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.
Portions of the Nokia Maps software are copyright © 1996-2002 The FreeType Project. All rights reserved.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provid ed by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional inf ormation, including that related to promotional, internal, and commercial uses, may be obtained from MPEG LA, LLC. See http://www.mpegla.com.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEV OLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
Page 3
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZO NDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
Toepassingen van derden die bij uw apparaat geleverd worden, kunnen gemaakt zijn door en in eigendom zijn van personen en entiteiten die geen relatie of verband met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de auteursrechten of de intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig draagt Nokia geen verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de functionaliteit van deze toepassingen of de informatie in deze toepassingen of het materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden.
MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DIT VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT) GARANTIES BETREFFENDE TITEL, VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKEN OP OCTROOIEN, AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN VAN DERDEN.
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia­leverancier voor details en de beschikbaarheid van taalopties.
Exportbepalingen Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
MEDEDELING FCC/INDUSTRIE CANADA Dit apparaat kan TV- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorb eeld als u in de nabijheid van de ontvangstapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal Communicatie Commision (FCC) of Industrie Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden. Neem contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat veroorzaakt geen schadelijke storingen, en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf die een ongewenste werking tot gevolg hebben accepteren. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen.
/Uitgave 5
Page 4

Inhoudsopgave

Voor uw veiligheid ....................................10
Over dit apparaat..........................................................11
Netwerkdiensten...........................................................12
Toebehoren, batterijen en laders................................13
Verbinding maken.....................................14
Inhoudsopgave
Nuttige informatie.....................................15
Help.................................................................................15
Aan de slag....................................................................15
Nokia-ondersteuning en contactgegevens................15
Aanvullende toepassingen...........................................15
Software-updates..........................................................16
Instellingen....................................................................16
Toegangscodes..............................................................16
Levensduur van de batterij verlengen........................17
Geheugen vrijmaken.....................................................18
Het apparaat..............................................20
Welkom..........................................................................20
Overdracht.....................................................................20
Inhoud overbrengen..................................................20
Inhoud synchroniseren, ophalen of
verzenden...................................................................21
Schermsymbolen...........................................................22
Snel downloaden..........................................................23
Het toetsenblok vergrendelen.....................................24
Snelkoppelingen...........................................................24
Multimediamenu...........................................................25
Mobiel zoeken...............................................................26
N-Gage............................................................................26
Informatie over N-Gage.............................................26
N-Gage-weergaven....................................................27
Aan de slag..................................................................27
Een spelersnaam maken.........................................27
Een game starten....................................................28
Uw voortgang bijhouden........................................28
Spelen met vrienden...............................................28
Games spelen en beheren.........................................29
Profielgegevens bewerken........................................30
Verbinding maken met andere spelers....................30
Vrienden zoeken en toevoegen.............................30
Informatie over vrienden weergeven...................31
Vriendenlijst sorteren.............................................31
Een speler beoordelen............................................31
Berichten verzenden...............................................31
N-Gage-instellingen...................................................32
Hoofdtelefoon...............................................................32
Volume- en luidsprekerregeling..................................33
Het profiel Offline..........................................................33
Camera.......................................................35
Informatie over de camera..........................................35
Foto's maken.................................................................35
Symbolen van de fotocamera...................................35
Actieve werkbalk........................................................36
Foto's maken..............................................................37
Na het maken van een foto.......................................38
Locatiegegevens.........................................................39
Flitser...........................................................................39
Page 5
Scènes..........................................................................40
Foto's nemen in een reeks........................................40
Zelf op de foto met de zelfontspanner....................41
Tips voor het maken van goede foto's.....................41
Video-opname...............................................................42
Symbolen voor video-opnamen...............................43
Video's opnemen........................................................43
Na het opnemen van een video................................44
Camera-instellingen......................................................45
Instellingen van fotocamera aanpassen..................45
Standaardinstellingen - kleur en belichting
aanpassen...................................................................46
Video-instellingen......................................................47
Galerij.........................................................49
Bestanden weergeven en organiseren.......................49
Afbeeldingen en videoclips..........................................50
Afbeeldingen en video's weergeven........................50
Afbeeldingen en video's organiseren......................51
Actieve werkbalk........................................................51
Albums.........................................................................52
Print basket.................................................................52
Diavoorstelling...........................................................53
Afbeeldingen bewerken...............................................53
Afbeeldingseditor.......................................................53
Afbeeldingen bijsnijden............................................54
Rode ogen reduceren.................................................54
Handige sneltoetsen..................................................54
Video's bewerken..........................................................55
TV out-modus................................................................55
Presentaties...................................................................56
Afbeeldingen afdrukken...............................................56
Afbeeldingen afdrukken............................................56
Printer selecteren....................................................57
Afdrukvoorbeeld......................................................57
Afdrukinstellingen...................................................57
PrintOnline..................................................................57
Afbeeldingen en video's online delen.........................58
Eigen netwerk...............................................................58
Informatie over het eigen netwerk..........................58
Belangrijke informatie over beveiliging..................59
Instellingen voor eigen netwerk..............................60
Delen inschakelen en inhoud definiëren.................61
Mediabestanden weergeven en delen.....................61
Mediabestanden kopiëren.........................................62
Positionering (GPS)....................................63
Informatie over GPS......................................................63
GPS-ontvanger...............................................................64
Over satellietsignalen...................................................64
Positieaanvragen..........................................................66
Kaarten...........................................................................66
Informatie over Kaarten............................................66
Schuiven over kaarten...............................................67
Kaarten downloaden.................................................69
Een plaats zoeken......................................................70
Extra diensten voor Kaarten......................................71
Navigatie..................................................................71
Verkeersinformatie.................................................73
Gidsen.......................................................................73
Plaatsen..........................................................................74
GPS-gegevens................................................................74
Route-instructies........................................................75
Positiegegevens ophalen..........................................75
Tripmeter....................................................................76
Webbrowser..............................................77
Op internet surfen.........................................................77
Inhoudsopgave
Page 6
Werkbalk in de browser...............................................79
Navigeren over pagina's...............................................79
Webfeeds en blogs........................................................80
Widgets..........................................................................80
Inhoud zoeken..............................................................80
Items downloaden en aanschaffen.............................80
Bookmarks.....................................................................81
De cache wissen............................................................82
De verbinding verbreken..............................................82
Beveiliging van de verbinding.....................................82
Inhoudsopgave
Webinstellingen............................................................83
Verbindingen.............................................85
WLAN..............................................................................85
WLAN...........................................................................85
WLAN-verbindingen...................................................85
De WLAN-wizard.........................................................86
WLAN-internettoegangspunten................................87
Bedieningsmodi.........................................................87
Verbindingsbeheer.......................................................87
Actieve gegevensverbindingen.................................87
Beschikbare WLAN-netwerken..................................88
Bluetooth-connectiviteit..............................................88
Bluetooth-connectiviteit...........................................88
Instellingen.................................................................89
Beveiligingstips..........................................................89
Gegevens verzenden met behulp van Bluetooth-
connectiviteit..............................................................90
Apparaten koppelen..................................................90
Gegevens ontvangen met behulp van Bluetooth-
connectiviteit..............................................................91
Externe SIM-modus....................................................91
USB..................................................................................92
Pc-verbindingen............................................................92
Nokia Videocentrum..................................94
Video's zoeken en weergeven.....................................94
Internetvideo's..............................................................95
Gedownloade video's afspelen....................................95
Video's overbrengen van uw pc..................................96
Instellingen....................................................................96
Muziekmap.................................................98
Muziekspeler..................................................................98
Een liedje of podcast-episode afspelen...................98
Muziekmenu...............................................................99
Playlists.....................................................................100
Podcasts....................................................................100
Eigen netwerk met music player............................101
Muziek overbrengen naar uw apparaat................101
Muziek overbrengen vanaf de pc.........................102
Muziek overbrengen met Windows Media
Player......................................................................102
Nokia Muziekwinkel....................................................103
Radio............................................................................104
Naar de radio luisteren............................................104
Visuele inhoud weergeven......................................105
Opgeslagen zenders.................................................105
Instellingen...............................................................105
Nokia Podcasting .......................................................106
Instellingen...............................................................106
Zoeken.......................................................................107
Mappen......................................................................108
Downloaden.............................................................108
Podcasts afspelen en beheren................................109
Mediamap................................................111
RealPlayer ...................................................................111
Videoclips afspelen..................................................111
Page 7
Streaming inhoud afspelen.....................................111
Instellingen voor RealPlayer...................................112
Adobe Flash Player .....................................................112
Nokia Lifeblog ............................................................112
Activeringssleutels......................................................113
Dictafoon .....................................................................114
Het apparaat personaliseren...................115
Thema's........................................................................115
Profielen - tonen instellen.........................................116
3D-tonen......................................................................116
Stand-by modus wijzigen..........................................117
Het hoofdmenu aanpassen........................................117
Tijdmanagement.....................................119
Klok ..............................................................................119
Wekker......................................................................119
Wereldklok................................................................119
Agenda.........................................................................120
Een agenda-item maken.........................................120
Agendaweergaven...................................................121
Agenda-items beheren............................................121
Multimediaberichten...............................................127
Gegevens, instellingen en
webdienstberichten.................................................128
Mailbox.........................................................................128
E-mailinstellingen definiëren.................................128
De mailbox openen..................................................128
E-mails ophalen........................................................129
E-mail verwijderen...................................................129
De verbinding met de mailbox verbreken.............130
Berichten op een SIM-kaart bekijken........................130
Instellingen voor berichten.......................................130
Instellingen voor SMS-berichten.............................131
Instellingen voor multimediaberichten.................131
E-mailinstellingen....................................................132
Mailboxen beheren...............................................132
Verbindingsinstellingen.......................................132
Gebruikersinstellingen..........................................133
Instellingen voor ophalen van e-mail.................134
Automatisch ophalen instellen............................134
Instellingen voor webdienstberichten..................135
Instellingen voor infodiensten...............................135
Overige instellingen.................................................135
Inhoudsopgave
Berichten..................................................122
Berichten, hoofdweergave.........................................122
Tekst invoeren.............................................................123
Traditionele tekstinvoer..........................................123
Tekstvoorspelling.....................................................123
Tips voor tekstinvoer...............................................124
De invoertaal wijzigen.............................................124
Tekst en lijsten bewerken.......................................125
Berichten invoeren en verzenden.............................125
Inbox met ontvangen berichten...............................127
Berichten ontvangen...............................................127
Oproepen plaatsen...................................136
Spraakoproepen..........................................................136
Opties tijdens een oproep..........................................136
Spraak- en videomailb................................................137
Een oproep beantwoorden of weigeren..................137
Een conferentiegesprek voeren.................................138
Bellen met snelkeuze..................................................138
Oproep in wachtstand................................................139
Spraakoproepen..........................................................139
Een video-oproep plaatsen........................................140
Opties tijdens een videogesprek...............................141
Page 8
Een video-oproep beantwoorden of weigeren.......141
Video delen..................................................................142
Vereisten...................................................................142
Instellingen...............................................................143
Live videobeelden en videoclips delen..................143
Een uitnodiging accepteren....................................144
Internetoproepen.......................................................145
Een internetgespreksprofiel maken.......................145
Verbinding maken met de
internetgespreksdienst...........................................146
Inhoudsopgave
Internetoproepen plaatsen ....................................147
Instellingen voor diensten......................................147
Logboek.......................................................................148
Recente oproepen....................................................148
Gespreksduur............................................................148
Packet-gegevens......................................................149
Alle communicatiegebeurtenissen
controleren...............................................................149
Contacten (adressenlijst).........................151
Namen en nummers opslaan en bewerken.............151
Namen en nummers beheren....................................151
Standaardnummers en -adressen.............................152
Beltonen toevoegen voor contacten.........................152
Contacten kopiëren.....................................................152
SIM-telefoonboek en andere SIM-diensten..............153
Contactgroepen beheren...........................................153
Kantoormap.............................................155
Quickoffice...................................................................155
Quickword.................................................................155
Quicksheet................................................................155
Quickpoint.................................................................156
Quickmanager..........................................................156
Notities.........................................................................156
Adobe PDF Reader.......................................................156
Omrekenen..................................................................157
Zipmanager.................................................................157
Barcodelezer ...............................................................157
Map Toepassingen...................................159
Rekenmachine ............................................................159
Toepassingsbeheer.....................................................159
Toepassingen en software installeren ..................160
Toepassingen en software verwijderen................161
Instellingen...............................................................162
Map Instrumenten...................................163
Bestandsbeheer..........................................................163
Geheugenkaart............................................................163
Spraakopdrachten.......................................................164
Synchronisatie.............................................................164
Apparaatbeheer..........................................................165
Instellingen..............................................166
Algemene instellingen...............................................166
Persoonlijke instellingen.........................................166
Instellingen voor toebehoren.................................167
Beveiligingsinstellingen..........................................168
Telefoon en SIM.....................................................168
Certificaatbeheer...................................................169
Beveiligingsmodule..............................................171
Oorspronkelijke instellingen herstellen.................171
Instellingen voor positionering..............................171
Telefooninstellingen...................................................172
Oproepinstellingen..................................................172
Oproepen doorschakelen........................................173
Oproepblokkering....................................................173
Page 9
Netwerkinstellingen................................................174
Verbindingsinstellingen.............................................174
Gegevensverbindingen en toegangspunten.........175
Toegangspunten......................................................175
Een nieuw toegangspunt maken.........................175
Toegangspunten voor packet-gegevens............176
WLAN-internettoegangspunten...........................177
Instellingen voor packet-gegevens........................178
WLAN-instellingen....................................................179
SIP-instellingen........................................................179
Instellingen voor internetoproepen......................179
Configuraties............................................................179
Naamcontrole toegangspunt..................................179
Instellingen voor toepassingen.................................180
Problemen oplossen................................181
Informatie over de batterij......................185
Opladen en ontladen..................................................185
Richtlijnen voor het controleren van de echtheid van
Nokia-batterijen..........................................................186
De echtheid van het hologram controleren..........186
Wat als de batterij niet origineel is?......................187
Behandeling en onderhoud.....................188
Verwijdering................................................................189
Aanvullende veiligheidsinformatie.........190
Kleine kinderen...........................................................190
Gebruiksomgeving......................................................190
Medische apparatuur..................................................190
Geïmplanteerde medische apparatuur..................191
Gehoorapparaten.....................................................191
Voertuigen...................................................................191
Explosiegevaarlijke omgevingen..............................192
Alarmnummer kiezen.................................................192
Informatie over certificatie (SAR)..............................193
Index........................................................195
Inhoudsopgave
Page 10

Voor uw veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET
Voor uw veiligheid
10
VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik het apparaat niet in een benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik het apparaat niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de posities zoals deze in de productdocumentatie worden uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
Page 11
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoonfunctie van het apparaat ingeschakeld en operationeel is. Dr uk z o vaak als nod ig i s op de end -to ets om het scherm leeg te maken en terug te keren naar de stand-by modus. Voer het alarmnummer in en druk op de beltoets. Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het
gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.

Over dit apparaat

Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik op de (E)GSM­netwerken 850, 900, 1800 en 1900 en op het UMTS­netwerk 2100. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en eerbiedig lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechtbeschermingsmaatregelen kunnen verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd.
Dit apparaat ondersteunt internetverbindingen en andere verbindingsmethoden. Net als computers kan uw apparaat blootstaan aan virussen, schadelijke boodschappen en toepassingen, en andere schadelijke inhoud. Wees voorzichtig en open boodschappen, accepteer verbindingsverzoeken, download content en accepteer installaties alleen van betrouwbare bronnen. Overweeg de installatie van antivirussoftware met een periodieke updateservice en het gebruik van een firewall en andere relevante
Voor uw veiligheid
11
Page 12
software op uw apparaat om de beveiliging van de apparaten te vergroten.
De afbeeldingen in deze handleiding kunnen verschillen van die op het display van uw apparaat.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de wekker, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijke functies van Microsoft Word, PowerPoint en Excel
Voor uw veiligheid
(Microsoft Office 2000, XP en 2003). Niet alle bestandsindelingen kunnen worden bekeken of gewijzigd.
Tijdens intensief gebruik, zoals bij een actieve sessie waarin video's worden gedeeld of bij een snelle gegevensverbinding, kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Als u vermoedt dat het apparaat niet goed werkt, breng het dan naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
Mogelijk bevat het apparaat vooraf geïnstalleerde bookmarks en koppelingen voor websites van derden. U kunt websites van derden ook bezoeken vanaf uw apparaat. Nokia is niet gelieerd aan websites van derden. Nokia ondersteunt deze sites niet en draagt er geen aansprakelijkheid voor. Als u ervoor kiest om dergelijke websites te bezoeken, dient u voorzorgsmaatregelen voor beveiliging of inhoud te treffen.
12

Netwerkdiensten

Als u de telefoon wilt gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een provider van een draadloze verbindingsdienst. Veel van de functies vereisen speciale netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook netwerken waar u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat u gebuik kunt maken van de netwerkdiensten. Uw serviceprovider kan u instructies geven en uitleggen hoeveel het kost. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider heeft verzocht om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook beschikken over een speciale configuratie, zoals veranderingen in menunamen, menuvolgorde en pictogrammen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Sommige functies van dit apparaat, zoals MMS, surfen en e-mail,
Page 13
vereisen netwerkondersteuning voor deze technologieën.

Toebehoren, batterijen en laders

Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een lader van het type DC-4, AC-4 of AC-5, of met een lader van het type AC-1, ACP-8, ACP-9, ACP-12 of LCH-12 als de lader wordt gebruikt met de laderadapter CA-44.
Het exacte modelnummer van de lader kan afhankelijk zijn van het type aansluiting. Het type aansluiting wordt als volgt aangeduid: E, EB, X, AR, U, A, C of UB.
De batterij die voor gebruik met dit apparaat is bedoeld, is BP-6MT.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen,
laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
Voor uw veiligheid
13
Page 14

Verbinding maken

Verbinding maken
14
De Nokia N82 ondersteunt de volgende verbindingsmethoden:
2G- en 3G-netwerken
Bluetooth-connectiviteit: om bestanden over te
brengen en verbinding te maken met compatibele uitbreidingen.
connectiviteit', p. 88.
Nokia AV-aansluiting (3,5 mm): om verbinding te
maken met compatibele hoofdtelefoons, televisies of stereosets.
modus', p. 55.
USB-gegevenskabel: om verbinding te maken
met compatibele apparaten zoals printers en pc's.
Zie 'USB', p. 92.
WLAN: om verbinding te maken met apparaten
die WLAN gebruiken.
GPS: om verbinding te maken met GPS-
satellieten en uw locatie te bepalen.
'Positionering (GPS)', p. 63.
Zie 'Bluetooth-
Zie 'TV out-
Zie 'WLAN', p. 85.
Zie
Page 15

Nuttige informatie

Modelnummer: Nokia N82-1 Hierna aangeduid als Nokia N82.

Help

Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help. Selecteer Opties > Help als u vanuit een geopende toepassing de Help voor de huidige weergave wilt openen.
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar de toepassing die op de achtergrond geopend is door houden.
Selecteer Instrumenten > Hulpprogr. > Help als u de Help wilt openen vanuit het hoofdmenu. Selecteer de gewenste toepassing om de bijbehorende helponderwerpen te bekijken.
ingedrukt te

Aan de slag

Zie de handleiding Aan de slag voor informatie over toetsen en onderdelen, instructies voor het instellen van het apparaat en andere essentiële informatie.

Nokia-ondersteuning en contactgegevens

Ga naar www.nseries.com/support of de lokale Nokia-website voor de meest recente handleidingen, aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokia-product.
Zoek in de lijst met lokale contactcentrums van Nokia Care op www.nokia.com/customerservice wanneer u contact wilt opnemen met de klantenservice.
Raadpleeg voor onderhoud het dichtstbijzijnde Nokia Care-centrum op www.nokia.com/repair.

Aanvullende toepassingen

Dankzij tal van toepassingen van Nokia en andere softwareontwikkelaars kunt u optimaal gebruik maken van alle mogelijkheden van het apparaat. Deze toepassingen worden nader toegelicht in de handleidingen die beschikbaar zijn op de pagina's voor productondersteuning op www.nseries.com/ support of uw lokale Nokia-website.
Nuttige informatie
15
Page 16

Software-updates

Nokia kan software-updates vrijgeven die nieuwe mogelijkheden, uitgebreidere functies of verbeterde prestaties bieden. U kunt deze updates aanvragen via de pc-toepassing Nokia Software Updater. Als u de software op het apparaat wilt bijwerken, hebt u de toepassing Nokia Software Updater nodig en een compatibele pc met Microsoft Windows 2000, XP of Vista, breedband
Nuttige informatie
internettoegang en een compatibele datakabel voor de verbinding tussen het apparaat en de pc.
Bezoek www.nokia.com/softwareupdate of uw lokale Nokia-website als u meer informatie wilt en de toepassing Nokia Software Updater wilt downloaden.
Tip: Voer in de stand by modus *#0000# in als u wilt weten welke softwareversie er op het apparaat is geïnstalleerd.

Instellingen

In het apparaat zijn instellingen voor mobiel internet en MMS-, GPRS- en streaming-instellingen doorgaans automatisch geconfigureerd op basis van de gegevens van de netwerkexploitant. De instellingen van uw serviceproviders zijn mogelijk al op het apparaat geïnstalleerd of u kunt de
16
instellingen van de netwerkexploitanten ontvangen of aanvragen als speciaal bericht.
U kunt de algemene instellingen van het apparaat wijzigen voor bijvoorbeeld taal, stand-by modus, weergave en toetsenblokvergrendeling.
'Algemene instellingen', p. 166.
Zie

Toegangscodes

Neem contact op met uw serviceprovider als u een van de toegangscodes bent vergeten.
PIN-code (Personal Identification
Number) — Deze code beschermt uw SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik. De PIN-code (4 tot 8 cijfers) wordt gewoonlijk bij de SIM-kaart geleverd. Als u de PIN-code driemaal achter elkaar foutief invoert, wordt de code geblokkeerd. U hebt de PUK-code nodig om deze blokkering op te heffen.
UPIN-code — Deze code wordt mogelijk geleverd
bij de USIM-kaart. De USIM-kaart is een uitgebreide versie van de SIM-kaart die wordt ondersteund door mobiele UMTS-telefoons.
PIN2-code — Deze code (vier tot acht cijfers)
wordt bij sommige SIM-kaarten geleverd en verschaft u toegang tot bepaalde functies op het apparaat.
Blokkeringscode (ook wel beveiligingscode
genoemd) — De blokkeringscode helpt u om uw
Page 17
apparaat tegen ongeautoriseerd gebruik te beveiligen. U kunt de code maken en wijzigen en het apparaat zodanig instellen dat om de code wordt gevraagd. Houd de nieuwe code geheim en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij het apparaat). Als u de code vergeet en uw apparaat is geblokkeerd, is onderhoud aan het apparaat vereist. Hiervoor kunnen extra kosten in rekening worden gebracht. Neem voor meer informatie contact op met een Nokia Care­centrum of de leverancier van het apparaat.
PUK- (Personal Unblocking Key) en PUK2-
code — Deze codes (acht cijfers) zijn vereist om respectievelijk een geblokkeerde PIN- of PIN2­code te wijzigen. Neem contact op met de operator van uw SIM-kaart als de codes niet bij de SIM-kaart zijn geleverd.
UPUK-code — Deze code (acht cijfers) is vereist
voor het wijzigen van een geblokkeerde UPIN­code. Neem contact op met de operator van uw USIM-kaart als deze code niet bij de USIM-kaart is geleverd.

Levensduur van de batterij verlengen

Veel functies van het apparaat vergen extra batterijcapaciteit en verkorten de levensduur van
de batterij. Houd rekening met het volgende als u de batterij wilt sparen:
Als functies Bluetooth-technologie gebruiken of
als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit. Schakel Bluetooth-technologie uit wanneer u deze niet nodig hebt.
Als functies WLAN gebruiken of als dergelijke
functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit. WLAN op het Nokia-apparaat wordt uitgeschakeld wanneer u niet probeert om verbinding te maken, geen verbinding hebt met een toegangspunt of niet aan het zoeken bent naar beschikbare netwerken. Als u de batterij wilt sparen, kunt u aangeven dat er niet of minder vaak moet worden gezocht naar beschikbare netwerken op de achtergrond.
'WLAN', p. 85. Wanneer Zoeken naar
netwerken is ingesteld op Nooit, wordt het
pictogram voor de beschikbaarheid van een WLAN niet weergegeven in de stand-by modus. U kunt echter nog steeds handmatig zoeken naar beschikbare WLAN's en hiermee normaal verbinding maken.
Als u Packet-ggvnsverb. hebt ingesteld op
Autom. bij signaal in de
verbindingsinstellingen en er geen dekking voor
Zie
Nuttige informatie
17
Page 18
een packet-gegevensverbinding (GPRS) is, probeert het apparaat van tijd tot tijd een packet-gegevensverbinding tot stand te brengen. Selecteer Packet-ggvnsverb. >
Wanneer nodig om de bedrijfsduur van het
apparaat te verlengen.
Met de toepassing Kaarten worden nieuwe
kaartgegevens gedownload als u naar nieuwe gedeelten van de kaart bladert. Dit vergt extra batterijcapaciteit. U kunt voorkomen dat nieuwe
Nuttige informatie
kaarten automatisch worden gedownload.
'Kaarten', p. 66.
Als de signaalsterkte van het mobiele netwerk
erg varieert in uw gebied, moet het apparaat herhaaldelijk zoeken naar het beschikbare netwerk. Dit vergt extra batterijcapaciteit.
Als de netwerkmodus is ingesteld op Dual mode in de netwerkinstellingen, zoekt het apparaat naar het UMTS-netwerk. Druk op
Instrumenten > Instell. > Telefoon > Netwerk > Netwerkmodus > GSM als u alleen
het GSM-netwerk wilt gebruiken.
De achtergrondverlichting van het scherm vergt
extra batterijcapaciteit. Bij de weergave­instellingen kunt u de time-out wijzigen, waarna de achtergrondverlichting wordt uitgeschakeld en de lichtsensor aanpassen waarmee de
18
hoeveelheid licht wordt gecontroleerd en de helderheid van het scherm wordt aangepast.
Zie
en selecteer
Druk op en selecteer Instrumenten >
Instell. > Algemeen > Persoonlijk > Weergave en Time-out verlichting of Lichtsensor.
Als toepassingen op de achtergrond worden
uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit. Als u alle toepassingen wilt sluiten die u niet gebruikt, houdt u de toepassing in de lijst. Vervolgens drukt u op C.
Music Player wordt niet afgesloten als u op C drukt. Selecteer Music Player in de lijst en selecteer Opties > Afsluiten als u de toepassing wilt sluiten.
ingedrukt en bladert u naar

Geheugen vrijmaken

Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen om gegevens op te slaan. U krijgt een melding als het apparaatgeheugen of de geheugenkaart (indien beschikbaar) bijna vol is.
Druk op
Best.beh. > Opties > Gegevens geheugen als u
wilt bekijken welke gegevenstypen het apparaat bevat en hoeveel geheugen wordt gebruikt door de verschillende gegevenstypen. Bij Vrij geheugen kunt u de hoeveelheid beschikbaar geheugen zien.
en selecteer Instrumenten >
Page 19
Breng gegevens over naar een compatibele geheugenkaart (indien beschikbaar) of naar een compatibele pc als u apparaatgeheugen wilt vrijmaken.
Als u gegevens wilt verwijderen om geheugen vrij te maken, gebruikt u Bestandsbeheer om bestanden te verwijderen die u niet meer nodig hebt of gaat u naar de betreffende toepassing. U kunt de volgende elementen verwijderen:
E-mails in de mappen in Berichten en e-mails die
uit de mailbox zijn opgehaald
Opgeslagen webpagina's
Contactgegevens
Agendanotities
Toepassingen in Toepassingsbeheer die u niet
nodig hebt
Installatiebestanden (.sis of .sisx) voor
toepassingen die u hebt geïnstalleerd op een compatibele geheugenkaart (indien beschikbaar).
Afbeeldingen en videoclips in Galerij. Maak een
back-up van de bestanden op een compatibele pc met behulp van Nokia Nseries PC Suite.
Als u meerdere items wilt verwijderen en u ziet een van de volgende meldingen, verwijder de items dan één voor één, te beginnen met het kleinste item:
Onvoldoende geheugen voor bewerking.
Wis eerst enkele gegevens.
Geheugen bijna vol. Verwijder gegevens uit
het telefoongeheugen.
Nuttige informatie
19
Page 20

Het apparaat

Welkom

Als u het apparaat inschakelt, wordt de
Het apparaat
welkomsttoepassing weergegeven. Maak een keuze uit de volgende opties:
Inst.wizard — Hiermee configureert u diverse
instellingen, zoals e-mail. Raadpleeg de handleidingen op de productondersteuningspagina's van Nokia of op uw lokale Nokia-website voor meer informatie over de instellingswizard.
Overdracht — Hiermee brengt u inhoud, zoals
contacten en agenda-items, over vanaf een compatibel Nokia-apparaat.
overbrengen', p. 20.
De welkomsttoepassing kan ook een demonstratie van uw apparaat bevatten.
Als u de welkomsttoepassing later wilt openen, drukt u op
Hulpprogr. > Welkom. U kunt ook de
afzonderlijke toepassingen openen via de betreffende menuopties.
20
en selecteert u Instrumenten >
Zie 'Inhoud

Overdracht

Inhoud overbrengen

Met de toepassing Overdracht kunt u inhoud, zoals contacten, van het ene naar het andere compatibele Nokia-apparaat overbrengen via Bluetooth.
Het type inhoud dat kan worden overgedragen, hangt af van het model van het apparaat waaruit u de inhoud wilt overbrengen. Als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt u de gegevens tussen het andere apparaat en uw apparaat ook synchroniseren. Er wordt een bericht weergegeven als het andere apparaat niet compatibel is.
Als het andere apparaat alleen met een SIM-kaart kan worden ingeschakeld, kunt u deze plaatsen. Wanneer uw apparaat wordt ingeschakeld zonder SIM-kaart, wordt automatisch het profiel Offline geactiveerd.
Inhoud overbrengen
1. Selecteer Overdracht in de
welkomsttoepassing of druk op
Instrumenten > Hulpprogr. > Overdracht
en selecteer
Page 21
wanneer u voor het eerst gegevens van het
andere apparaat wilt ophalen naar uw apparaat.
2. Selecteer het verbindingstype dat u wilt
gebruiken om de gegevens over te brengen. Beide apparaten moeten het geselecteerde verbindingstype ondersteunen.
3. Ga als volgt te werk als u een Bluetooth-
verbinding gebruikt: selecteer Doorgaan als u met uw apparaat wilt zoeken naar andere apparaten met Bluetooth. Selecteer het apparaat waaruit u inhoud wilt overbrengen. U wordt gevraagd een code in te voeren op uw apparaat. Voer een code in (1-16 cijfers) en selecteer OK. Voer dezelfde code ook in op het andere apparaat en selecteer OK. De apparaten zijn nu gekoppeld.
koppelen', p. 90.
Bij sommige apparaatmodellen wordt de toepassing Overdracht als bericht naar het andere apparaat verzonden. Open het bericht om de toepassing Overdracht te installeren op het andere apparaat en volg de instructies op het display.
4. Selecteer vanaf uw apparaat de inhoud die u
vanaf het andere apparaat wilt overbrengen. Wanneer de overdracht is gestart, kunt u deze
annuleren en later verder gaan.
Zie 'Apparaten
De tijd die benodigd is voor de overdracht, is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens.
De inhoud wordt overgedragen vanuit het geheugen van het andere apparaat naar de overeenkomstige locatie op uw apparaat.

Inhoud synchroniseren, ophalen of verzenden

Selecteer na de eerste bestandsoverdracht een van de volgende opties om een nieuwe overdracht te starten, afhankelijk van het model van het andere apparaat:
om de inhoud tussen uw apparaat en het andere apparaat te synchroniseren, als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt. De synchronisatie verloopt in twee richtingen. Als een item op het ene apparaat is verwijderd, wordt het ook op het andere verwijderd. U kunt verwijderde items niet terugzetten via een synchronisatie.
om informatie van het andere apparaat naar uw apparaat te halen. Bij het ophalen worden gegevens van het andere apparaat naar uw apparaat gedownload. U wordt mogelijk gevraagd om de oorspronkelijke gegevens op het andere apparaat te houden of te verwijderen, afhankelijk van het model van het apparaat.
om gegevens van uw apparaat naar het andere apparaat te verzenden
Het apparaat
21
Page 22
Als Overdracht een item niet kan overdragen, afhankelijk van het type van het andere apparaat, kunt u het item toevoegen aan de Nokia-map (E: \Data\Nokia of E:\Data\Nokia) en vanuit die map overbrengen. Wanneer u de map selecteert waarnaar een item moet worden overgebracht, worden de items in de bijbehorende map in het
Het apparaat
andere apparaat gesynchroniseerd, en omgekeerd.
Een overdracht herhalen met een snelkoppeling
Na een gegevensoverdracht kunt u een snelkoppeling met de instellingen voor de overdracht in de hoofdweergave opslaan om dezelfde overdracht later te herhalen.
Blader naar een snelkoppeling en selecteer
Opties > Snelkoppellingsinstllngn om de
snelkoppeling te bewerken. U kunt de snelkoppeling bijvoorbeeld een naam geven of deze naam wijzigen.
Na elke overdracht wordt een overdrachtslogbestand weergegeven. Blader naar een snelkoppeling in de hoofdweergave en selecteer Opties > Log bekijken om het logbestand van een vorige overdracht te bekijken.
Omgaan met overdrachtsconflicten
Wanneer een item dat moet worden overgebracht op beide apparaten is bewerkt, probeert het
22
apparaat de wijzigingen automatisch samen te
voegen. Wanneer dit niet mogelijk is, is er sprake van een overdrachtsconflict. Selecteer 1 voor 1
controleren, Prioriteit deze telefoon of Priorit. andere telefoon om het conflict op te lossen.
Selecteer Opties > Help voor verdere instructies.

Schermsymbolen

Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk
(netwerkdienst).
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-
netwerk (netwerkdienst).
Er staan een of meer ongelezen berichten in
de map Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externe
mailbox.
De map Outbox bevat berichten die nog niet
zijn verzonden.
U hebt oproepen gemist.
Het beltoontype is Stil en de signaaltonen voor
berichten en voor e-mail zijn uitgeschakeld.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarmsignaal actief.
De tweede telefoonlijn wordt gebruikt
(netwerkdienst).
Page 23
Alle oproepen naar het apparaat worden omgeleid naar een ander nummer (netwerkdienst). Als u twee telefoonlijnen hebt, geeft een nummer de actieve lijn aan.
Er is een compatibele hoofdtelefoon
aangesloten op het apparaat.
Er is een compatibele TV Out-kabel aangesloten
op het apparaat.
Er is een compatibele teksttelefoon
aangesloten op het apparaat.
Er is een gegevensoproep actief (netwerkdienst).
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding actief (netwerkdienst). de wachtstand staat en beschikbaar is.
Er is een packet-gegevensverbinding actief in een gedeelte van het netwerk dat EGPRS ondersteunt (netwerkdienst). de wachtstand staat en beschikbaar is. De symbolen geven aan dat EGPRS beschikbaar is in het netwerk, maar mogelijk maakt het apparaat geen gebruik van EGPRS tijdens de gegevensoverdracht.
Er is e en UM TS- pac ket -gegevensverbinding actief (netwerkdienst). de wachtstand staat en beschikbaar is.
geeft aan dat de verbinding in
dat een verbinding
geeft aan dat de verbinding in
dat een verbinding
geeft aan dat de verbinding in
dat een verbinding
HSDPA (High-Speed Downlink Packet Access) wordt ondersteund en is actief (netwerkdienst). geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat en
dat een verbinding beschikbaar is. Zie 'Snel
downloaden', p. 23.
U hebt de scanfunctie voor WLAN's ingeschakeld en er is een WLAN beschikbaar (netwerkdienst).
'WLAN', p. 85.
Er is een WLAN-verbinding actief in een
netwerk met codering.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk zonder codering.
Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld. Zie
'Bluetooth-connectiviteit', p. 88.
E r w o rd e n g e ge v en s ve r zo n de n me t be h ul p va n Bluetooth-connectiviteit. Als het symbool knippert, probeert het apparaat verbinding te maken met een ander apparaat.
Er is een USB-verbinding actief.
Zie

Snel downloaden

High-speed downlink packet access (HSDPA, ook wel
3.5G genoemd, aangegeven met netwerkdienst in UMTS-netwerken en biedt een hoge snelheid voor gegevensdownloads. Wanneer HSDPA-ondersteuning in het apparaat is
) is een
Het apparaat
23
Page 24
ingeschakeld en het apparaat is verbonden met een UMTS-netwerk dat HSDPA ondersteunt, kunt u veel sneller gegevens downloaden via het mobiele netwerk, zoals berichten, e-mail en webpagina's. Een actieve HSDPA-verbinding wordt aangegeven met
. Zie 'Schermsymbolen', p. 22.
U kunt ondersteuning voor HSDPA in de
Het apparaat
apparaatinstellingen activeren of deactiveren.
'Instellingen voor packet-gegevens', p. 178.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de beschikbaarheid van en abonnementen op services voor gegevensverbinding.
HSDPA is alleen van invloed op de downloadsnelheid en niet op de verzending van gegevens naar het netwerk, zoals de verzending van berichten en e-mail.

Het toetsenblok vergrendelen

Als u de toetsen wilt vergrendelen, drukt u op de linkerselectietoets en op *.
Als u de toetsen wilt ontgrendelen, drukt u op de linkerselectietoets en op *.
24
U kunt het toetsenblok automatisch vergrendelen na een time-out.
'Beveiligingsinstellingen', p. 168.
Zie

Snelkoppelingen

Wanneer u zich in het menu bevindt, kunt u in p laats van de bladertoets ook de nummertoetsen, # en *
Zie
gebruiken om de toepassingen snel te openen. Druk in het hoofdmenu bijvoorbeeld op 2 om Berichten te openen, of # om de toepassing of map in de bijbehorende locatie in het menu te openen.
Als u tussen geopende toepassingen wilt schakelen, houdt u achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
Als u Galerij wilt openen, drukt u eenmaal op
Druk op de multimediatoets om het multimediamenu te openen en multimedia-inhoud te bekijken die u het meeste gebruikt in het apparaat.
Als u een webverbinding wilt openen (netwerkdienst) in de stand-by modus, houdt u 0 ingedrukt.
In veel toepassingen kunt u ook op de bladertoets drukken om de meestgebruikte opties te bekijken
ingedrukt. Als toepassingen op de
.
Page 25
Druk op de aan/uit-toets om een profiel te wijzigen en selecteer een profiel.
Als u in de stand-by modus wilt schakelen tussen de profielen Algemeen en Stil, houdt u # ingedrukt. Als u twee telefoonlijnen heeft (netwerkdienst), schakelt u met deze actie tussen de twee lijnen.
Als u uw voicemailbox wilt bellen (netwerkdienst) in de stand-by modus, houdt u 1 ingedrukt.
Als u de lijst met laatstgebruikte nummers in de stand-by modus wilt openen, drukt u op de beltoets.
Als u spraakberichten in de stand-by modus wilt gebruiken, houdt u de rechterselectietoets ingedrukt.

Multimediamenu

Via het multimediamenu kunt u de multimedia­inhoud bekijken die u het vaakst gebruikt. De geselecteerde inhoud wordt in de bijbehorende toepassing weergegeven.
1. Druk op de multimediatoets om het
multimediamenu te openen of te sluiten.
2. U kunt naar links of naar rechts bladeren om de
tegels te bekijken.
Het zijn de volgende tegels:
Muziek — Hiermee
gaat u naar Muziekspeler en de weergave Afspelen, kunt u door uw liedjes en afspeellijsten bladeren, of podcasts downloaden en beheren.
Galerij — Hiermee bekijkt u uw laatst
gemaakte foto, een diavoorstelling van uw afbeeldingen of mediabestanden in albums.
Kaarten — Bekijk uw favoriete locaties in de
toepassing Kaarten.
Web — Hiermee bekijkt u uw favoriete
webkoppelingen in de browser.
Contacten — Hiermee voegt u uw eigen
contacten toe, verstuurt u berichten of belt u iemand op. Wanneer u een nieuwe contactpersoon aan een lege positie in de lijst wilt toevoegen, drukt u op de bladertoets en selecteert u een contactpersoon. Wanneer u een bericht wilt versturen, selecteert u in het multimediamenu een contactpersoon en
Het apparaat
25
Page 26
selecteert u SMS verzenden of Multim. ber.
verzenden.
3. Druk de bladertoets omhoog of omlaag wanneer
u op een tegel omhoog of omlaag wilt schuiven. U kunt items selecteren met de bladertoets.
Selecteer Opties > Tegels ordenen als u de
Het apparaat
volgorde van de tegels wilt wijzigen.
Druk op de multimediatoets als u vanuit een geopende toepassing naar het multimediamenu wilt terugkeren.

Mobiel zoeken

Druk op en selecteer Zoekopdracht. Gebruik Mobiel zoeken om toegang tot
zoekmachines te krijgen, naar lokale diensten, websites, afbeeldingen en mobiele inhoud te zoeken en hiermee verbinding te maken. U kunt ook gegevens in het apparaat zoeken, zoals agenda­items, e-mail en andere berichten.
Zoeken op het web (netwerkdienst)
1. Selecteer in het hoofdscherm Zoeken op
internet.
2. Selecteer een zoekmachine.
3. Voer de tekst in waarop u wilt zoeken.
26
Zoeken naar mijn inhoud
Voer in het zoekveld van het hoofdscherm de tekst om te zoeken naar inhoud in het apparaat. De zoekresultaten worden weergegeven op het scherm terwijl u typt.

N-Gage

Informatie over N-Gage

N-Gage is een platform voor mobile gaming dat voor verschillende compatibele mobiele Nokia­apparaten beschikbaar is. De toepassing N-Gage op uw apparaat biedt toegang tot games, spelers en inhoud. U kunt ook games downloaden en op uw computer toegang tot bepaalde functies krijgen via www.n-gage.com.
Met N-Gage kunt u games downloaden en kopen en de ze ver volgen s zelf of sam en m et vri enden spe len. U kunt proefversies van nieuwe games downloaden en games die u leuk vindt vervolgens aanschaffen. Via N-Gage kunt u bovendien contact met andere spelers houden en scores en andere prestaties bijhouden en met elkaar vergelijken.
U hebt een GPRS- of 3G-verbinding nodig om N-Gage te kunnen gebruiken. U kunt ook een WLAN­verbinding gebruiken als deze beschikbaar is. U hebt de verbinding ook nodig om toegang te krijgen tot online functies, zoals functies voor het
Page 27
downloaden van games, game-licenties, games voor meerdere spelers of chatten. U hebt de verbinding ook nodig om te kunnen deelnemen aan online games of games voor meerdere spelers of om berichten naar andere spelers te verzenden.
Bij alle N-Gage-diensten waarvoor een verbinding met N-Gage-servers is vereist, worden grote hoeveelheden gegevens verzonden. Dit geldt bijvoorbeeld voor het downloaden van game­bestanden, het aanschaffen van games, online games, games voor meerdere spelers, het maken van een spelersnaam, chatten en het verzenden van berichten.
Uw serviceprovider brengt hiervoor kosten in rekening. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.

N-Gage-weergaven

De toepassing N-Gage bestaat uit vijf verschillende modules. Elke module wordt aangegeven met een tabblad.
Home is de standaardweergave waarin de
toepassing N-Gage wordt gestart. U kunt de game die u als laatste hebt gespeeld, starten of hervatten, uw huidige aantal N-Gage-punten controleren, meer games zoeken, uw berichten lezen of verbinding maken met een N-Gage-vriend die beschikbaar is om te spelen.
In Mijn games kunt u de games spelen en beheren die u naar uw apparaat hebt gedownload. U kunt games installeren en wissen, games die u hebt gespeeld beoordelen en bespreken en games bij uw N-Gage-vrienden aanbevelen.
In Mijn profiel kunt u uw profielgegevens beheren en een overzicht van uw gamegeschiedenis bijhouden.
In Mijn vrienden kunt u andere N-Gage-spelers voor uw lijst met vrienden uitnodigen en zien welke vrienden online zijn en beschikbaar zijn om te spelen. U kunt contact met N-Gage-vrienden maken door ze een persoonlijk bericht te sturen.
Showroom bevat informatie over N-Gage­games, inclusief screenshots en recensies van spelers. U kunt nieuwe games uitproberen door proefversies te downloaden en games die al op uw apparaat zijn geïnstalleerd met Game Extras uit te breiden.

Aan de slag

Een spelersnaam maken
U kunt zonder Player Name (spelersnaam) games downloaden, kopen en spelen, maar voor een optimale N-Gage-ervaring wordt u aangeraden een spelersnaam te maken. Met een Player Name (spelersnaam) kunt u deelnemen aan de N-Gage­community, verbinding maken met andere spelers
Het apparaat
27
Page 28
en scores, aanbevelingen en beoordelingen uitwisselen.
U hebt ook een spelersnaam nodig als u uw profielgegevens en N-Gage-punten naar een ander apparaat wilt overbrengen.
Wanneer u de toepassing N-Gage start en voor het
Het apparaat
eerst verbinding met de N-Gage-dienst maakt, wordt u gevraagd om een N-Gage-spelersnaam te maken. U kunt verbinding met het netwerk maken door bijvoorbeeld Opties > Set Availability >
Available to Play te selecteren om aan te geven dat
u beschikbaar bent. Als u al een N-Gage-spelersnaam hebt, geeft u aan
dat u al een account hebt en u voert u uw gebruikersnaam en wachtwoord in om u aan te melden.
Een nieuwe spelersnaam maken:
1. Selecteer Register new user.
2. Voer in het registratiescherm uw
geboortedatum, gewenste spelersnaam en wachtwoord in. Als de spelersnaam al wordt gebruikt, verschijnt een lijst van vergelijkbare namen die wel beschikbaar zijn.
3. Als u uw spelersnaam wilt registreren, voert u
uw gegevens in, leest en accepteert u de voorwaarden en selecteert u Register.
U kunt ook een spelersnaam maken op de website
28
van N-Gage op www.n-gage.com.
Wanneer u een spelersnaam hebt gemaakt, kunt u uw instellingen en persoonlijke gegevens wijzigen op het tabblad Private van de module My Profile.
Voor het maken van een spelersnaam op uw apparaat kunnen kosten voor gegevensoverdracht in rekening worden gebracht. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Een game starten
Als er een of meerdere games op uw apparaat zijn geïnstalleerd, wordt in de Home-module de optie Start Game weergegeven.
Als u de game wilt starten die u als laatste hebt gespeeld, opent u de Home-module en selecteert u
Start Game of Options > Start Game.
Selecteer Options > Resume Game als u een onderbroken game wilt hervatten.
Uw voortgang bijhouden
Als u uw huidige aantal N-Gage-punten wilt weergeven, opent u de Home-module en selecteert u Track My Progress of Options > View My
Points. U kunt ook uw profiel weergeven door Options > View My Profile te selecteren.
Spelen met vrienden
Als uw vriendenlijst een of meerdere N-Gage­vrienden bevat, wordt in de Home-module de optie
Page 29
Play With Friends weergegeven. Selecteer Play
With Friends als u verbinding wilt maken met N-
Gage-spelers en ze voor een game wilt uitnodigen. N-Gage stelt automatisch een vriend waarmee u kunt spelen voor op basis van uw spelgeschiedenis en de beschikbaarheid van uw N-Gage-vrienden.
Als u een andere vriend wilt zoeken, selecteert u
Options > View My Friends om de module Mijn
vrienden te openen. Dit onderdeel wordt niet weergegeven als uw
vriendenlijst geen vrienden bevat.
maken met andere spelers', p. 30.
Zie 'Verbinding

Games spelen en beheren

Als u games wilt spelen en beheren, opent u My
Games. Hier vindt u een lijst van games die zijn
gedownload en geïnstalleerd op uw apparaat. De games worden gesorteerd op de datum waarop u ze voor het laatst hebt gespeeld. Games die u het meest recentelijk hebt gespeeld, verschijnen boven in de lijst.
In Mijn games kunnen vijf typen games worden weergegeven:
Full Games — Deze games hebt u met een
volledige licentie aangeschaft. Mogelijk zijn er verschillende licentietypen beschikbaar, afhankelijk van de game en uw regio.
Trial Games — Dit zijn volledige gamebestanden
die gedurende een beperkte periode toegankelijk zijn of waarvan de inhoud beperkt is. Wanneer de proefperiode is verlopen, moet u een licentie aanschaffen om de volledige game te ontgrendelen en verder te kunnen spelen. Deze games worden in de lijst met games met een roze markering aangeduid.
Demo Games — Dit zijn delen van games met
slecht een paar functies en niveaus. Deze games worden in de lijst met games met een paarse markering aangeduid.
Full Expired — Deze games hebt u aangeschaft
met een beperkte licentie, die inmiddels is verlopen. Deze games worden in de lijst met games met een klok en pijl aangeduid.
Not available — Dit zijn volledige games die u
hebt verwijderd of die u hebt gedownload maar niet volledig hebt geïnstalleerd. Bij deze games wordt in de lijst met games aangeduid dat ze niet beschikbaar zijn. Als games op de geheugenkaart zijn geïnstalleerd en de geheugenkaart is verwijderd, wordt ook aangegeven dat deze games niet beschikbaar zijn.
Als er een Game Extra is gedownload maar dit niet volledig is geïnstalleerd, is de bijbehorende afbeelding niet beschikbaar en kan de game niet worden gespeeld totdat de Game Extra is geïnstalleerd.
Het apparaat
29
Page 30

Profielgegevens bewerken

Als u uw openbare profielgegevens wilt bewerken, selecteert u Opties > Edit Profile, gaat u naar het tabblad Public en selecteert u een van de volgende opties:
User icon — Kies een afbeelding voor uzelf.
Het apparaat
Wanneer u aangeeft dat u het symbool wilt wijzigen, verschijnt er een lijst van alle afbeeldingen in de Galerij op het apparaat die u als symbool kunt gebruiken. Selecteer de gewenste afbeelding in de lijst of gebruik de zoekfunctie om het gewenste symbool te zoeken.
Motto — Voeg een korte persoonlijke boodschap
toe. Selecteer Change als u de tekst wilt wijzigen.
Favorite Game(s) — Hier kunt u de namen van
uw favoriete games toevoegen. Selecteer
Change als u de tekst wilt wijzigen.
Device Model — Hier vindt u het modelnummer
van uw apparaat. Dit nummer wordt automatisch toegekend en kan niet worden gewijzigd.
Show Location — Schakel het selectievakje in om
uw stad en land in uw openbare profiel op te nemen. De locatie wordt standaard verborgen. U kunt uw locatie wijzigen op het tabblad Privé.
Wanneer u uw profiel hebt bijgewerkt, moet u zich
30
met uw spelersnaam bij de dienst aanmelden om
ervoor te zorgen dat de profielwijzigingen met de N-Gage-server worden gesynchroniseerd.

Verbinding maken met andere spelers

Ga naar My friends als u verbinding wilt maken met andere N-Gage-spelers en uw lijst met vrienden wilt beheren. U kunt een bepaalde N-Gage-speler zoeken en deze speler voor uw lijst met vrienden uitnodigen. Uw lijst met vrienden geeft aan welke vrienden online zijn en beschikbaar zijn voor games. Ook kunt u persoonlijke berichten en aanbevelingen voor games met vrienden uitwisselen.
Vrienden zoeken en toevoegen
Als u een N-Gage-speler aan uw vriendenlijst wilt toevoegen, geeft u uw vriendenlijst weer en voegt u de gewenste spelersnaam toe aan het veld Add a Friend. U kunt een persoonlijke boodschap aan de uitnodiging toevoegen. Selecteer Send om de uitnodiging te verzenden.
De ontvanger kan uw uitnodiging accepteren of afwijzen. Als de uitnodiging wordt geaccepteerd, wordt de speler aan uw vriendenlijst toegevoegd.
Als u nog geen N-Gage-vrienden hebt en andere spelers wilt ontmoeten, gaat u naar de N-Gage Arena opwww.n-gage.com en bezoekt u de chatruimten of forums.
Page 31
Informatie over vrienden weergeven
Als u informatie over een vriend wilt weergeven, zoals het huidige aantal N-Gage-punten of de laatst gespeelde games, gaat u naar de gewenste speler in uw vriendenlijst. U moet online zijn en verbinding hebben met de N-Gage-dienst om de online status van uw vrienden weer te geven.
Het symbool naast de spelersnaam duidt de beschikbaarheid van de speler aan.
U kunt altijd persoonlijke berichten naar uw N­Gage-vrienden verzenden, zelfs als u niet beschikbaar of offline bent.
Vriendenlijst sorteren
Selecteer Options > Sort Friends By als u uw vrienden wilt sorteren op basis van beschikbaarheid, spelersnaam of totaalaantal N­Gage-punten.
Een speler beoordelen
Als u een speler wilt beoordelen, zoekt u de speler in uw vriendenlijst en selecteert u Options > Rate
Player. U kunt een speler een beoordeling van
maximaal vijf sterren geven. Uw beoordeling beïnvloedt de reputatie van de speler binnen de community. (Dit wordt in het spelersprofiel weergegeven bij Rep.)
Berichten verzenden
In My Friends kunt u persoonlijke boodschappen uitwisselen met andere spelers in uw vriendenlijst. Als uw vriend momenteel bij de N-Gage-dienst is aangemeld, kan deze uw bericht beantwoorden en kunt u met elkaar chatten.
Als u de nieuwe berichten wilt weergeven die u van een N-Gage-vriend hebt ontvangen, zoekt u de gewenste vriend in uw vriendenlijst en selecteert u
Options > View Message. Berichten die u hebt
gelezen worden automatisch gewist wanneer u N­Gage afsluit.
Selecteer Options > View Recommendation als u aanbevelingen voor games wilt weergeven. Aanbevelingen voor games worden automatisch een week na ontvangst gewist.
Als u een bericht naar een N-Gage-vriend wilt verzenden, zoekt u de gewenste vriend in uw vriendenlijst en selecteert u Options > Bericht
zenden. De maximale grootte van een persoonlijk
bericht is 115 tekens. Selecteer Submit om het bericht te verzenden.
U hebt een GPRS-, 3G- of WLAN-verbinding nodig om de functie voor berichten te gebruiken. Mogelijk worden kosten voor gegevensoverdracht in rekening gebracht. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Het apparaat
31
Page 32

N-Gage-instellingen

Als u uw N-Gage-instellingen wilt wijzigen, selecteert u Options > Edit Profile en bladert u naar het tabblad Privé. Selecteer Options > N-
Gage Settings als u instellingen wilt wijzigen
wanneer de toepassing N-Gage actief is.
Het apparaat
Maak een keuze uit de volgende opties:
Player Name — U kunt uw spelersnaam alleen
wijzigen als u zich nog niet bij het netwerk hebt aangemeld. Bij uw eerste aanmelding wordt uw spelersnaam definitief vastgelegd.
Personal Settings — U kunt persoonlijke
gegevens instellen, die niet in uw openbare profiel worden opgenomen, en een abonnement op de N-Gage-nieuwsbrief nemen. U kunt ook aangeven of u tijdens het gamen berichten van N-Gage-vrienden wilt ontvangen.
Connection Settings — U kunt N-Gage zodanig
instellen dat er indien nodig automatisch verbinding wordt gemaakt met het netwerk. Ook kunt u het toegangspunt van uw voorkeur instellen en een limiet voor gegevensoverdracht instellen waarbij een waarschuwing wordt weergegeven als de limiet wordt overschreden.
Account Details — Hier worden uw voorkeuren
voor aankopen weergegeven. Wanneer u een game aanschaft, wordt gevraagd of u uw
32
betalingsgegevens (inclusief uw
creditcardnummer) wilt opslaan, zodat u in de toekomst sneller aankopen kunt doen.

Hoofdtelefoon

U kunt een compatibele headset of hoofdtelefoon bij uw apparaat gebruiken. Mogelijk moet u de kabelmodus selecteren.
Waarschuwing: Wanneer
u de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen.
Sommige hoofdtelefoons worden geleverd in twee delen, een externe afstandsbediening en een hoofdtelefoon. Een externe afstandsbediening bevat een microfoon en toetsen om een telefoongesprek te starten of te beëindigen, het volume aan te passen en muziek of videobestanden af te spelen. Als u de hoofdtelefoon in combinatie met een externe afstandsbediening wilt gebruiken, sluit u deze aan op de Nokia AV-aansluiting (3,5 mm) in het apparaat en sluit u vervolgens de hoofdtelefoon aan op de afstandsbediening.
Page 33
Bevat de hoofdtelefoon geen microfoon voor handsfree telefoongesprekken, gebruik dan een dergelijke hoofdtelefoon met een compatibele externe afstandsbediening of de microfoon van het apparaat.
Bij bepaalde hoofdtelefoons regelt u het volume tijdens een oproep via de volumetoets aan de zijkant van het apparaat. Sommige hoofdtelefoons zijn voorzien multimediavolumeknoppen waarmee u alleen het volume voor het afspelen van muziek of video's kunt aanpassen.
U kunt ook een compatibele TV Out-kabel aansluiten op de Nokia AV-aansluiting (3,5 mm) van uw apparaat.
Sluit geen producten aan die een uitvoersignaal produceren; dit kan leiden tot schade aan het apparaat. Sluit geen spanningsbron aan op de Nokia AV-aansluiting.
Bij het aansluiten van een extern apparaat of een hoofdtelefoon op de Nokia AV-connector, anders dan die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat, moet u vooral letten op het geluidsvolume.

Volume- en luidsprekerregeling

Druk op de volumetoets als u het volume wilt verhogen of verlagen tijdens een actieve oproep of wanneer u naar een geluid luistert.
Door de ingebouwde luidspreker kunt u vanaf een korte afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat aan uw oor hoeft te houden.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet
dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Selecteer Opties > Luidspreker insch. als u de luidspreker tijdens een gesprek wilt gebruiken.
Selecteer Opties > Telefoon insch. als u de luidspreker wilt uitschakelen.

Het profiel Offline

Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer Offline als u het profiel Offline wilt activeren. U kunt ook op
drukken en Instrumenten > Profielen >
Offline selecteren.
Met het profiel Offline kunt u het apparaat gebruiken zonder dat u verbinding hebt met het
Het apparaat
33
Page 34
draadloze netwerk. Wanneer u het profiel Offline activeert, wordt de verbinding met het draadloze netwerk verbroken, zoals wordt aangegeven met
in het gebied voor de signaalsterkte. Er zijn geen draadloze RF-signalen naar en van het apparaat mogelijk. Berichten die u wilt verzenden worden in de Outbox geplaatst, zodat u deze later kunt
Het apparaat
verzenden. Wanneer het profiel Offline actief is, kunt u het
apparaat gebruiken zonder een SIM-kaart.
Belangrijk: In het profiel Vlucht kunt u geen
oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere functies waarvoor netwerkdekking vereist is niet worden gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het alarmnummer dat in het apparaat is geprogrammeerd kiezen. Als u wilt bellen, moet u de telefoonfunctie eerst activeren door een ander profiel te kiezen. Als het apparaat vergrendeld is, moet u de beveiligingscode invoeren.
Wanneer u het profiel Offline hebt geactiveerd, kunt u nog steeds het WLAN gebruiken, bijvoorbeeld om uw e-mail te lezen of over internet te surfen. Zorg ervoor dat u voldoet aan de veiligheidseisen wanneer u een WLAN-verbinding tot stand brengt en gebruikt. U kunt ook Bluetooth-connectiviteit gebruiken zolang het profiel Offline actief is.
Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer een ander
34
profiel als u het profiel Offline wilt verlaten. Via het
apparaat wordt de draadloze overdracht opnieuw ingeschakeld (mits het signaal sterk genoeg is).
Page 35

Camera

Informatie over de camera

De Nokia N82 heeft twee camera's: een camera met een hoge resolutie achter op het apparaat (de hoofdcamera, tot maximaal 5 megapixels, in de modus Liggend) en een camera met een lage resolutie aan de voorkant (de tweede camera in de modus Staand). U kunt met beide camera's foto's maken en video's opnemen.
Het apparaat ondersteunt een beeldresolutie van 2592 x 1944 pixels. De beeldresolutie kan in deze documentatie anders zijn weergegeven.
De afbeeldingen en videoclips worden automatisch opgeslagen in de map Afb. en video in Galerij. De foto's die u met de camera maakt, hebben de JPEG­indeling. Videoclips worden opgenomen in de bestandsindeling MPEG-4 met de extensie .mp4 of in de bestandsindeling 3GPP met de extensie .3gp (kwaliteit voor delen).
instellingen', p. 47.
U kunt foto's en videoclips verzenden via een multimediabericht, als e-mailbijlage of via andere verbindingsmethoden, zoals een Bluetooth­verbinding of een WLAN-verbinding (Wireless LAN). U kunt deze ook uploaden naar een compatibel
Zie 'Video-
online album. Zie 'Afbeeldingen en video's online
Camera
delen', p. 58.

Foto's maken

Voor het inschakelen van de hoofdcamera opent u de lensdop via de camera-activeringsschakelaar.
Als u de hoofdcamera wilt inschakelen als de lensdop al is geopend, drukt u de opnametoets in en houdt u deze even ingedrukt.
Sluit de lensdop als u de hoofdcamera wilt sluiten.

Symbolen van de fotocamera

In de camerazoeker wordt het volgende weergegeven:
35
Page 36
1 — Symbool voor opnamemodus 2 — Actieve werkbalk. Tijdens de opname wordt de
werkbalk niet weergegeven.
werkbalk', p. 36.
Camera
3 — Symbool voor batterijniveau 4 — Het symbool voor de afbeeldingsresolutie geeft
de kwaliteit van de afbeelding aan. De kwaliteit van een digitaal gezoomde foto is lager dan die van een niet-gezoomde foto.
5 — Afbeeldingsteller, die een schatting geeft van
het aantal afbeeldingen dat u kunt maken met de ingestelde afbeeldingskwaliteit en het gebruikte geheugen. Tijdens de opname wordt de teller niet weergegeven.
6 — De symbolen voor het apparaatgeheugen (
en de geheugenkaart ( afbeeldingen worden opgeslagen.
7 — Het symbool voor de Xenon-flitser knippert
alleen wanneer de Xenon-flitser wordt opgeladen.
8 — Het GPS-symbool wordt weergegeven wanneer
Locatie vastleggen is geactiveerd in de camera-
instellingen.
Zie 'Locatiegegevens', p. 39.
Zie 'Actieve
) geven aan waar

Actieve werkbalk

De actieve werkbalk bevat snelkoppelingen naar verschillende items en instellingen voordat en
36
nadat u een foto maakt of een video opneemt. Ga
naar items en selecteer deze door op de bladertoets te drukken. U kunt ook opgeven wanneer de actieve werkbalk moet worden weergegeven in het scherm.
De standaardinstellingen op de actieve werkbalk worden hersteld zodra u de camera sluit.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u de actieve werkbalk wilt weergeven voordat en nadat u een foto hebt gemaakt of video opgenomen. Selecteer Opties > Pictogram verbergen als u de actieve werkbalk alleen wilt weergeven wanneer u deze nodig hebt. Alleen de symbolen voor de opnamemodus en het batterijniveau worden weergegeven in het scherm. U kunt de actieve werkbalk inschakelen door op de bladertoets te
)
drukken. De werkbalk is gedurende vijf seconden zichtbaar.
Maak in de actieve werkbalk een keuze uit de volgende opties voordat u een foto maakt of een video opneemt:
Hiermee schakelt u heen en weer tussen de
video- en afbeeldingsmodus.
Hiermee selecteert u de scène.
Hiermee selecteert u de flitsermodus (alleen
afbeeldingen).
Hiermee activeert u de zelfontspanner (alleen afbeeldingen).
zelfontspanner', p. 41.
Zie 'Zelf op de foto met de
Page 37
Hiermee activeert u de reeksmodus (alleen afbeeldingen).
reeks', p. 40.
Hiermee selecteert u een kleureffect.
Hiermee kunt u het zoekerraster weergeven of verbergen (alleen afbeeldingen).
Hiermee past u de witbalans aan.
Hiermee past u de belichtingscompensatie aan (alleen afbeeldingen).
Hiermee past u de scherpheid van het beeld aan (alleen afbeeldingen).
Hiermee past u het contrast aan (alleen
afbeeldingen).
Hiermee past u de lichtgevoeligheid aan (alleen
afbeeldingen). De pictogrammen veranderen om de huidige status
van de instelling aan te geven. De beschikbare opties variëren afhankelijk van de
huidige opnamemodus en weergave.
maken van een foto', p. 38. Zie 'Na het opnemen van een video', p. 44. De actieve werkbalk in
Galerij heeft diverse opties.
werkbalk', p. 51.
Zie 'Foto's nemen in een
Zie 'Na het
Zie 'Actieve

Foto's maken

Houd rekening met het volgende voordat u een foto maakt:
U kunt pas foto's maken wanneer de xenon-
flitser volledig is opgeladen, tenzij u de flitser hebt ingesteld op Uit. Terwijl de flitser wordt opgeladen, knippert opladen van de xenon-flitser duurt gewoonlijk slechts enkele seconden.
Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt
wijzigen, gebruikt u de bladertoets om over de actieve werkbalk te navigeren.
'Standaardinstellingen - kleur en belichting aanpassen', p. 46. Het opslaan van een
vastgelegde afbeelding kan langer duren als u de instellingen voor zoomen, belichting of kleur hebt gewijzigd.
Als u geheugen voor nieuwe foto's wilt
vrijmaken, kunt u met bijvoorbeeld een compatibele USB-gegevenskabel bestanden naar een compatibele pc kopiëren en de bestanden van het apparaat verwijderen. Wanneer het geheugen vol is, wordt een bericht weergegeven en wordt u gevraagd of u het gebruikte geheugen wilt wijzigen.
Houd rekening met het volgende wanneer u een foto maakt:
in het display. Het
Zie
Camera
37
Page 38
Gebruik beide handen om de camera stil te
houden.
De kwaliteit van een digitaal gezoomde foto is
lager dan die van een niet-gezoomde foto.
Camera
Als u een poosje niet op een toets drukt, wordt
de batterijspaarstand geactiveerd. Druk op de opnametoets als u wilt doorgaan met het maken van foto's.
Neem als volgt een foto:
1. Als de camera in de videomodus staat, selecteert
u de afbeeldingsmodus op de actieve werkbalk.
2. Druk de opnametoets
half in om de focus op een voorwerp vast te zetten (alleen hoofdcamera, niet beschikbaar in landschap- en sportscènes). U ziet het groene symbool voor de vergrendelde focus op het scherm. Als de focusvergrendeling niet lukt, brandt het rode focussymbool. Laat de opnametoets los en druk deze nogmaals half in. U kunt ook foto's nemen zonder de focus te vergrendelen.
3. Druk op de opnametoets om een foto te maken.
38
Houd het apparaat stil tot de foto is opgeslagen.
Gebruik de zoomtoets van het apparaat om in of uit te zoomen wanneer u een foto maakt.
Tip: Druk tweemaal op aan de zijkant van het apparaat als u Galerij wilt openen om de foto's te bekijken die u hebt gemaakt.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de camera aan de voorkant wilt activeren. Druk op de bladertoets om een foto te maken. Druk de bladertoets omhoog of omlaag als u wilt in- of uitzoomen.
Druk op geopend wilt houden en andere toepassingen wilt gebruiken. Houd de opnametoets ingedrukt als u wilt terugkeren naar de camera.
als u de camera op de achtergrond

Na het maken van een foto

Selecteer de volgende optie op de actieve werkbalk (alleen beschikbaar als u Opgenomen afb.
weerg. > Aan hebt geselecteerd in de instellingen
van de fotocamera):
Selecteer Verwijd. (
bewaren.
Als u de afbeelding wilt verzenden als een
multimediabericht, e-mailbericht of via een andere verbindingsmethode, bijvoorbeeld een Bluetooth-verbinding, drukt u op de beltoets of selecteert u Zenden (
) als u de foto niet wilt
). Zie 'Berichten invoeren
Page 39
en verzenden', p. 125. Deze optie is niet
beschikbaar tijdens een actief gesprek. U kunt de foto ook tijdens een actief gesprek
verzenden naar de ontvanger van de oproep. Selecteer Verzenden naar beller ( beschikbaar tijdens een actieve oproep).
Selecteer Toevoegen aan Print basket (
u afbeeldingen wilt toevoegen aan de afdrukwachtrij (Print basket) om ze later af te drukken.
Selecteer
account voor een compatibel online album hebt ingesteld) als u de afbeelding wilt verzenden naar een compatibel online album.
'Afbeeldingen en video's online delen', p. 58.
Als u op een foto wilt inzoomen nadat u deze hebt gemaakt, drukt u op te openen, en selecteert u de zoomoptie in de lijst met opties.
Selecteer Opties > Instell. als achtergrond als u de afbeelding als achtergrond in de modus Actief standby wilt gebruiken.
Selecteer Opties > Inst. als opr. afb. contct >
Toewijzen aan contact als u de afbeelding wilt
instellen als contactfoto voor een contactpersoon.
Druk op de opnametoets als u wilt terugkeren naar de zoeker om een nieuwe afbeelding vast te leggen.
(alleen beschikbaar als u een
om de foto in de Galerij
) (alleen
) als
Zie

Locatiegegevens

Voeg automatisch locatiegegevens aan foto's toe wanneer u de foto's maakt. U kunt deze gegevens bijvoorbeeld in Galerij gebruiken om de locatie te bekijken waar de foto is gemaakt.
Selecteer Opties > Instellingen > Locatie
vastleggen > Ja om de camera zo in te stellen dat
locatiegegevens aan foto's worden toegevoegd. De volgende locatiegegevenssymbolen worden
onder in het scherm weergegeven:
— Er zijn geen locatiegegevens beschikbaar. Als de GPS binnen enkele minuten een satellietverbinding vindt, verandert het symbool in
. Het apparaat voegt de huidige positioneringsgegevens toe aan alle foto's die u op dat moment maakt.
— Locatiegegevens zijn beschikbaar en
worden toegevoegd aan alle foto's die u maakt.
Zie 'Instellingen van fotocamera aanpassen', p. 45.
In Galerij worden foto's met locatiegegevens aangeduid met
.

Flitser

De flitser is alleen beschikbaar in de hoofdcamera. Houd een veilige afstand aan wanneer u de flitser
gebruikt. Richt de flitser niet van dichtbij op mensen
Camera
39
Page 40
of dieren. Dek de flitser niet af wanneer u een foto maakt.
De camera van uw apparaat heeft een xenon-flitser voor omstandigheden met weinig licht. De xenon-
Camera
flitser is niet beschikbaar in de sportscènemodus of als Burst is geselecteerd in de reeksmodus.
U kunt pas foto's maken wanneer de xenon-flitser volledig is opgeladen, tenzij u de flitser hebt ingesteld op Uit. Terwijl de flitser wordt opgeladen, knippert xenon-flitser duurt gewoonlijk slechts enkele seconden.
De volgende flitsermodi zijn beschikbaar voor de camera: Automatisch (
Aan (
Selecteer in de actieve werkbalk de gewenste flitsermodus als u de flitsermodus wilt wijzigen.
in het display. Het opladen van de
), Rde-ogenrd. ( ),
) en Uit ( ).

Scènes

Scènes zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera. Met een scène krijgt u automatisch de juiste
instellingen voor kleur en belichting voor de huidige omgeving. De instellingen van elke scène zijn afgestemd op een bepaalde stijl of omgeving.
De standaardscène in de afbeeldingsmodus is
Auto en in de videomodus Automatisch (beide
40
worden aangegeven met
).
Als u van scène wilt veranderen, selecteert u
Scènemodus op de actieve werkbalk en selecteert
u een scène. Ga naar Gebr. gedef. en selecteer Opties >
Wijzigen als u uw eigen scène geschikt wilt maken
voor een bepaalde omgeving. In de door de gebruiker gedefinieerde scène kunt u verschillende belichtings- en kleurinstellingen aanpassen. Selecteer Gebaseerd op modus en selecteer de gewenste scène als u de instellingen van een andere scène wilt kopiëren. Druk op Terug als u de wijzigingen wilt opslaan en wilt terugkeren naar de lijst met scènes. Als u uw eigen scène wilt activeren, bladert u naar Gebr. gedef., drukt u op de bladertoets en selecteert u Selecteren.

Foto's nemen in een reeks

De reeksmodus is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
De xenon-flitser is alleen beschikbaar in de reeksmodus als u een tijdsinterval opgeeft voor het vastleggen van foto's.
Als u de camera wilt instellen om zes foto's of het gewenste aantal foto's in een reeks te maken (indien er voldoende geheugen beschikbaar is), selecteert u Reeksmodus op de actieve werkbalk.
Selecteer Burst als u zes foto's wilt maken. Druk op de opnametoets om de foto's te maken.
Page 41
Selecteer de gewenste tijdsinterval als u twee of meer foto's achter elkaar wilt maken. Druk op de opnametoets als u foto's wilt maken met de geselecteerde tijdsinterval. Selecteer Annuleer als u wilt stoppen met het maken van foto's. Het aantal gemaakte foto's hangt af van het beschikbare geheugen.
Nadat u de foto's in de burstmodus hebt gemaakt, worden deze in een raster in het display weergegeven. Als u een foto wilt bekijken, drukt u op de bladertoets om de foto te openen. Als u een tijdsinterval hebt ingesteld, wordt alleen de laatst gemaakte foto weergegeven. De andere foto's ku nt u bekijken in Afb. en video in Galerij.
U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met de zelfontspanner.
Druk op de opnametoets als u terug wilt gaan naar de zoeker in de reeksmodus.
Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Reeksmodus > Enkele opname als u de
reeksmodus wilt uitschakelen.

Zelf op de foto met de zelfontspanner

De zelfontspanner is alleen beschikbaar in de hoofdcamera. Met de zelfontspanner kunt u een opname uitstellen zodat u zelf ook op de foto kunt komen te staan.
Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Zelfontspanner > 2 seconden, 10 seconden of 20 seconden om de vertraging voor de
zelfontspanner in te stellen.
Selecteer Activeren als u de zelfontspanner wilt activeren. U hoort een signaal wanneer de zelfontspanner is geactiveerd, en vóór de opname knippert de vierhoek. De foto wordt gemaakt wanneer de geselecteerde vertraging is verstreken.
Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Zelfontspanner > Uit om de zelfontspanner uit te
schakelen.
Tip: Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Zelfontspanner > 2 seconden zodat u uw
hand stil kunt houden wanneer u een foto maakt.

Tips voor het maken van goede foto's

Beeldkwaliteit
Gebruik de juiste beeldkwaliteit. De camera heeft diverse modi voor de beeldkwaliteit. Gebruik de hoogste instelling als u foto's wilt maken van de allerbeste beeldkwaliteit. Er is echter ook meer geheugenruimte nodig voor foto's van een betere beeldkwaliteit. Voor multimediaberichten (MMS) en e-mailbijlagen moet u misschien de laagste
Camera
41
Page 42
beeldkwaliteitsmodus kiezen, die is geoptimaliseerd voor MMS-verzending. U kunt de kwaliteit definiëren in de camera-instellingen.
'Instellingen van fotocamera aanpassen', p. 45.
Camera
Achtergrond
Gebruik een eenvoudige achtergrond. Voor portretten en andere foto's met mensen, moet u erop letten dat het onderwerp zich niet tegen een rommelige of complexe achtergrond bevindt, waardoor de aandacht van het onderwerp wordt afgeleid. Verplaats de camera of het onderwerp als aan deze voorwaarden niet wordt voldaan. Plaats de camera dichter bij het object om duidelijkere portretten te maken.
Diepte
Wanneer u landschappen fotografeert, kunt u diepte aan foto's toevoegen door objecten op de voorgrond te plaatsen. Als het object op de voorgrond zich te dicht bij de camera bevindt, kan het wazig worden.
Lichtomstandigheden
Een verandering van de bron, hoeveelheid en richting van het licht kan een foto aanzienlijk beïnvloeden. Hier volgen enkele veelvoorkomende lichtomstandigheden:
Lichtbron achter het onderwerp. Plaats het
42
onderwerp nooit vóór een sterke lichtbron. Als de lichtbron achter het onderwerp of zichtbaar
in het display staat, heeft de resulterende foto mogelijk een te zwak contrast, is de foto te
Zie
donker of bevat deze ongewenste lichteffecten.
Onderwerp wordt van opzij belicht. Een sterke
belichting van opzij geeft een dramatisch effect, maar is soms te schril, wat te veel contrast oplevert.
Lichtbron vóór het onderwerp. Fel zonlicht kan
tot gevolg hebben dat de personen hun ogen dichtknijpen. Bovendien is het contrast vaak te groot.
Optimale belichting vindt u in situaties met veel
diffuus, zacht licht, bijvoorbeeld op een heldere of lichtbewolkte dag of op een zonnige dag in de schaduw van bomen.

Video-opname

Voor het inschakelen van de hoofdcamera opent u de lensdop via de camera-activeringsschakelaar.
Als u de hoofdcamera wilt inschakelen als de lensdop al is geopend, drukt u de opnametoets in en houdt u deze even ingedrukt.
Sluit de lensdop als u de hoofdcamera wilt sluiten.
Page 43

Symbolen voor video-opnamen

In de videozoeker wordt het volgende weergegeven:
1 — Symbool voor opnamemodus 2 — Symbool voor ingeschakelde geluiddemping 3 — Actieve werkbalk. Tijdens de opname wordt de
werkbalk niet weergegeven.
werkbalk', p. 36.
4 — Symbool voor batterijniveau 5 — Symbool voor de videokwaliteit, dat aangeeft
of de kwaliteit van de video TV hoge kwaliteit, TV
normale kwaliteit, E-mail hoge kwalit., E-mail norm. kwalit. of Kwaliteit voor delen is.
6 — Het bestandstype van de videoclip 7 — De totale beschikbare tijd voor de video-
opname. Tijdens de opname geeft het symbool voor de huidige videolengte ook de verstreken en resterende tijd aan.
Zie 'Actieve
8 — De symbolen voor het apparaatgeheugen ( )
en de geheugenkaart ( worden opgeslagen
9 — De videostabilisatie is ingeschakeld (
'Video-instellingen', p. 47.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u alle zoekersymbolen wilt weergeven. Selecteer
Pictogram verbergen als u alleen de
videosymbolen en tijdens de opname de beschikbare opnametijd, de zoombalk bij gebruik van de zoomfunctie en de selectietoetsen wilt weergeven.
) geven aan waar video's
). Zie

Video's opnemen

Denk aan het volgende voordat u een video opneemt:
Blader door de actieve werkbalk om de
belichtings- en kleurinstellingen aan te passen.
Zie 'Standaardinstellingen - kleur en belichting aanpassen', p. 46. Zie 'Scènes', p. 40.
Als u geheugen voor nieuwe videoclips wilt
vrijmaken, kunt u met bijvoorbeeld een compatibele USB-gegevenskabel bestanden naar een compatibele pc kopiëren en de bestanden van het apparaat verwijderen. Wanneer het geheugen vol is, wordt een bericht weergegeven en wordt u gevraagd of u het gebruikte geheugen wilt wijzigen.
Camera
43
Page 44
Ga als volgt te werk om een video op te nemen:
1. Als de camera in de afbeeldingsmodus staat,
selecteert u de videomodus op de actieve werkbalk.
Camera
2. Druk op de opnametoets om de opname te
starten. Het rode opnamepictogram ( weergegeven en er klinkt een geluidssignaal om aan te geven dat de opname is gestart.
3. U kunt de opname op elk gewenst moment
onderbreken door op Pauze te drukken. De video-opname wordt automatisch gestopt als u de opname onderbreekt en gedurende één minuut niet op een toets drukt. Selecteer
Doorgaan om de opname te hervatten.
Gebruik de zoomtoets van het apparaat als u op het onderwerp wilt in- of uitzoomen.
4. Selecteer Stop om de opname te stoppen. De
videoclip wordt automatisch opgeslagen in de map Afb. en video van Galerij. De maximumlengte van de videoclip hangt af van het beschikbare geheugen.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de camera aan de voorkant wilt activeren. Druk op de bladertoets om het opnemen van een video te starten. Druk de bladertoets omhoog of omlaag als u wilt in- of uitzoomen.
44
) wordt

Na het opnemen van een video

Nadat u een videoclip hebt opgenomen, selecteert u het volgende op de actieve werkbalk (alleen beschikbaar als Opgenomen video tonen is ingesteld op Aan in de video-instellingen):
Selecteer Afspelen (
opgenomen videoclip meteen wilt afspelen.
Selecteer Verwijd. (
bewaren.
Als u de videoclip wilt verzenden als een
multimediabericht, e-mailbericht of via een andere verbindingsmethode, bijvoorbeeld een Bluetooth-verbinding, drukt u op de beltoets of selecteert u Zenden (
en verzenden', p. 125. Zie 'Gegevens verzenden met behulp van Bluetooth­connectiviteit', p. 90. Deze optie is niet
beschikbaar tijdens een actief gesprek. Videoclips in MP4-indeling kunnen mogelijk niet als multimediabericht worden verzonden.
U kunt de videoclip ook tijdens een actief gesprek verzenden naar de ontvanger van het gesprek. Selecteer Verzenden naar beller ( beschikbaar tijdens een actieve oproep).
Selecteer
account voor een compatibel online album hebt ingesteld) als u de videoclip wilt uploaden naar
(alleen beschikbaar als u een
) als u de zojuist
) als u de video niet wilt
). Zie 'Berichten invoeren
) (alleen
Page 45
een compatibel online album. Zie 'Afbeeldingen
en video's online delen', p. 58.
Druk op de opnametoets om terug te gaan naar
de zoeker en een nieuwe videoclip op te nemen.

Camera-instellingen

U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de camera: standaardinstellingen en begininstellingen. Als u de camera sluit, worden de standaardinstellingen voor video's weer hersteld, terwijl de begininstellingen gehandhaafd blijven totdat u deze weer wijzigt. Gebruik de opties op de actieve werkbalk als u de standaardinstellingen wilt wijzigen.
belichting aanpassen', p. 46. Ga naar de
afbeeldings- of videomodus en selecteer Opties >
Instellingen als u de begininstellingen wilt
wijzigen.

Instellingen van fotocamera aanpassen

Selecteer Opties > Instellingen in de afbeeldingsmodus en maak een keuze uit de volgende opties als u de begininstellingen wilt wijzigen:
Afbeeldingskwaliteit — Selecteer Afdr. 5M –
Zie 'Standaardinstellingen - kleur en
Groot (resolutie van 2592 x 1944), Afdr. 3M –
Normaal (resolutie van 2048 x 1536), Afdr. 2M – Normaal (resolutie van 1600 x 1200), E-mail 0,8M – Norm. (resolutie van 1024 x 768) of MMS 0,3M – Klein (resolutie van 640 x 480). Hoe hoger
de kwaliteit is, des te meer geheugenruimte de afbeelding inneemt. Selecteer Afdr. 5M – Groot,
Afdr. 3M – Normaal of Afdr. 2M – Normaal als
u de afbeelding wilt afdrukken. Selecteer E-mail
0,8M – Norm. als u de afbeelding per e-mail wilt
verzenden. Selecteer MMS 0,3M – Klein als u de afbeelding wilt verzenden als een multimediabericht.
Deze resoluties zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Toevoegen aan album — Hiermee geeft u aan
of u de foto wilt opslaan in een bepaald album in Galerij. Als u Ja selecteert, wordt een lijst met beschikbare albums geopend.
Locatie vastleggen — Selecteer Ja als u GPS-
locatiecoördinaten aan elk afbeeldingsbestand wilt toevoegen. De ontvangst van een GPS­signaal kan enige tijd in beslag nemen of het signaal is mogelijk niet beschikbaar.
Opgenomen afb. weerg. — Selecteer Aan als
u de vastgelegde afbeelding wilt bekijken nadat u deze hebt gemaakt of selecteer Uit als u direct wilt doorgaan met het maken van foto's.
Camera
45
Page 46
Stand.naam afbeelding — Hiermee geeft u de
standaardnaam voor de vastgelegde afbeeldingen op.
Uitgebr. digitale zoom (alleen hoofdcamera)
Camera
— Selecteer Aan (continu) als u traploos digitaal en uitgebreid digitaal wilt zoomen, Aan
(onderbroken) als u in digitale en uitgebreide
digitale stappen wilt zoomen en Uit als u beperkt wilt zoomen terwijl de beeldresolutie behouden blijft.
Opnametoon — Hiermee selecteert u de toon
die moet klinken bij het maken van een foto.
Gebruikt geheugen — Hiermee geeft u op waar
afbeeldingen moeten worden opgeslagen.
Afbeelding roteren — Selecteer of u
afbeeldingen die zijn genomen vanuit een rechtopstaande positie van het apparaat wilt draaien wanneer u deze in Galerij opent.
Instellingen herstellen — Selecteer Ja als u de
camera weer wilt instellen op de standaardwaarden.

Standaardinstellingen - kleur en belichting aanpassen

Als u de kleuren en belichting van de camera nauwkeuriger wilt instellen of als u effecten wilt toevoegen aan uw foto's of video's, bladert u over de actieve werkbalk en maakt u een keuze uit de
46
volgende opties:
Flitsermodus ( ) (alleen
afbeeldingen) — Hiermee selecteert u de gewenste flitsermodus.
Kleurtoon (
kleureffect in de lijst.
Witbalans (
huidige belichtingssituatie in de lijst. Met behulp van deze optie kunt u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.
Belichtingscompensatie (
afbeeldingen) — Als u een opname maakt van een donker onderwerp tegen een zeer lichte achtergrond, zoals sneeuw, stelt u de belichting in op +1 of +2 om de helderheid van de achtergrond te compenseren. Gebruik -1 of -2 voor lichte voorwerpen tegen een donkere achtergrond.
Scherpheid (
scherpheid van de foto aan.
Contrast (
verschil aan tussen de lichtste en donkerste delen van de foto.
Lichtgevoeligheid (
— Verhoog de lichtgevoeligheid bij weinig licht om de kans op te donkere afbeeldingen te verminderen.
De schermweergave wordt aangepast aan de nieuwe instellingen, zodat u ziet hoe de foto's of video's eruit komen te zien.
) — Hiermee selecteert u een
) — Hiermee selecteert u de
) (alleen
) (alleen afbeeldingen) — Pas de
) (alleen afbeeldingen) — Pas het
) (alleen afbeeldingen)
Page 47
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van de geselecteerde camera.
De instellingen zijn cameraspecifiek, dus als u de instellingen van de tweede camera wijzigt, worden de instellingen van de hoofdcamera niet gewijzigd. De instellingen zijn tevens opnamemodusspecifiek, dus als u de instellingen in de afbeeldingsmodus wijzigt, worden de instellingen in de videomodus niet gewijzigd. De gedefinieerde instellingen worden niet opnieuw ingesteld als u schakelt tussen de modi.
Wanneer u de camera sluit, worden de standaardinstellingen weer actief.
Als u een nieuwe scène selecteert, worden de kleur­en belichtingsinstellingen vervangen door de geselecteerde scène. U kunt de instellingen zo nodig wijzigen nadat u een scène hebt geselecteerd.

Video-instellingen

Selecteer Opties > Instellingen in de videomodus en maak een keuze uit de volgende opties als u de begininstellingen wilt wijzigen:
Videokwaliteit — Stel de kwaliteit van de
videoclip in op TV hoge kwaliteit, TV normale
kwaliteit, E-mail hoge kwalit., E-mail norm. kwalit. (standaardkwaliteit voor afspelen via uw
handset) of Kwaliteit voor delen. Selecteer TV
hoge kwaliteit of TV normale kwaliteit als u
de videofilm op een compatibele televisie of pc wilt bekijken. U gebruikt dan de VGA-resolutie (640 x 480) en de bestandsindeling .MP4. Videoclips in MP4-indeling kunnen mogelijk niet als multimediabericht worden verzonden. Als u de videoclip wilt verzenden in een multimediabericht, selecteert u Kwaliteit voor
delen, met een QCIF-resolutie en de
bestandsindeling .3gp.
Videostabilisatie — Selecteer Aan als u het
bewegen van de camera tijdens de video­opname wilt tegengaan.
Geluidsopname — Selecteer Dempen als u
geen geluid wilt opnemen.
Toevoegen aan album — Geef aan of u de
opgenomen videoclip wilt toevoegen aan een bepaald album in Galerij. Selecteer Ja als u een lijst met beschikbare albums wilt openen.
Opgenomen video tonen — Geef aan of u het
eerste beeld van de opgenomen videoclip wilt weergeven zodra de opname is voltooid. Selecteer Afspelen op de actieve werkbalk (hoofdcamera) of Opties > Afspelen (tweede camera) als u de videoclip wilt bekijken.
Standaardnaam video — Geef de
standaardnaam voor de vastgelegde videoclips op.
Gebruikt geheugen — Hier geeft u op waar
video's moeten worden opgeslagen.
Camera
47
Page 48
Instellingen herstellen — Selecteer Ja als u de
camera weer wilt instellen op de standaardwaarden.
Camera
48
Page 49

Galerij

Druk op en selecteer Galerij als u afbeeldingen, video- en geluidsclips en koppelingen naar streaming media wilt opslaan en indelen, of bestanden wilt delen met andere compatibele UPnP-apparaten (Universal Plug and Play) via een WLAN.
Tip: Druk op aan de zijkant van het apparaat als u zich in een andere toepassing bevindt en de laatst opgeslagen foto of videoclip in Galerij wilt bekijken. Druk nogmaals op de weergavetoets als u de hoofdweergave van de map Afb. en video wilt openen.

Bestanden weergeven en organiseren

Druk op en selecteer Galerij. Selecteer Afb. en video
Geluidsclips Presentaties
druk op de bladertoets om het item te openen.
, Streaming kop. ,
of Alle bestanden in Galerij en
, Tracks ,
U kunt mappen openen en hierin bladeren. Daarnaast kunt u items markeren, kopiëren en naar mappen verplaatsen. U kunt ook albums maken en items in de albums markeren, kopiëren en toevoegen.
Zie 'Albums', p. 52.
Bestanden die zijn opgeslagen op de compatibele geheugenkaart (indien geplaatst), worden aangegeven met
Druk op de bladertoets om een bestand te openen. Videoclips, RAM-bestanden en koppelingen naar streaming-media worden geopend en afgespeeld in RealPlayer, en muziek- en geluidsclips in Muziekspeler.
'Muziekspeler', p. 98.
Selecteer een bestand en selecteer Opties > Verpl.
en kopiëren > Kop. naar geh.kaart of Verpl. naar geh.kaart, of Kop. naar telef.geh. of Verpl. naar telef.geh. als u bestanden wilt kopiëren of
.
Zie 'RealPlayer ', p. 111. Zie
Galerij
49
Page 50
verplaatsen naar de geheugenkaart (indien geplaatst) of naar het apparaatgeheugen.
Galerij

Afbeeldingen en videoclips

Afbeeldingen en video's weergeven

Als u uw afbeeldingen en videoclips wilt weergeven, drukt u op
Afb. en video.
Foto's die zijn gemaakt en videoclips die zijn opgenomen met de camera van uw apparaat, worden opgeslagen in Afb. en video. Afbeeldingen en videoclips kunnen ook naar u worden verzonden in een multimediabericht, als e-mailbijlage of via een Bluetooth-verbinding. Als u een ontvangen afbeelding of videoclip in Galerij of in RealPlayer wilt kunnen weergeven, moet u deze eerst opslaan.
De videoclips die zijn opgeslagen in Nokia Video Centre, worden niet weergegeven in Afb. en
video in Galerij.
Zie 'Nokia Videocentrum', p. 94.
en selecteert u Galerij >
De bestanden met afbeeldingen en videoclips in Afb.
en video worden
opeenvolgend op datum en tijd weergegeven. Het aantal bestanden wordt weergegeven. Bekijk de bestanden één voor één door naar links of rechts te bladeren met de bladertoets. Als u de bestanden in groepen wilt weergeven, bladert u omhoog of omlaag met de bladertoets.
Druk op de bladertoets om een bestand te openen. Druk wanneer een afbeelding is geopend op de zoomtoets aan de zijkant van het apparaat als u op de afbeelding wilt inzoomen. De zoomfactor wordt niet permanent opgeslagen.
Als u wilt dat de weergave automatisch op basis van de richting van het apparaat wordt gedraaid, activeert u de weergaverotatie in de instellingen.
Zie 'Persoonlijke instellingen', p. 166.
Selecteer Opties > Bewerken als u een videoclip of foto wilt bewerken.
bewerken', p. 53.
Zie 'Afbeeldingen
50
Page 51
Als u wilt zien waar een afbeelding is vastgelegd die is gemarkeerd met
Tonen op kaart.
Selecteer Opties > Afdrukken als u uw afbeeldingen wilt afdrukken op een compatibele printer of als afdrukbestand wilt opslaan op de geheugenkaart (indien geplaatst).
'Afbeeldingen afdrukken', p. 56. U kunt ook
afbeeldingen toevoegen aan Print basket in Galerij zodat u ze later kunt afdrukken.
basket', p. 52.
, selecteert u Opties >
Zie
Zie 'Print

Afbeeldingen en video's organiseren

Selecteer Opties > Albums > Naar album als u een afbeelding of videoclip wilt toevoegen aan een album in Galerij.
Als u een afbeelding later wilt afdrukken, selecteert u de afbeelding en Tv. aan afdr. wachtrij op de actieve werkbalk .
Als u een foto als achtergrondafbeelding wilt gebruiken, selecteert u de foto en Opties >
Afbeelding gebruiken > Inst. als achtergrond.
Als u een afbeelding of videoclip wilt verwijderen, selecteert u Opties > Verwijderen.
Zie 'Albums', p. 52.
Zie 'Print basket', p. 52.
Sommige opties zijn ook beschikbaar via de actieve werkbalk (beschikbaar wanneer u een afbeelding of videoclip opent).
Zie 'Actieve werkbalk', p. 51.

Actieve werkbalk

In de map Afb. en video kunt u de actieve werkbalk gebruiken als een snelkoppeling naar verschillende taken. De actieve werkbalk is alleen beschikbaar wanneer u een afbeelding of videoclip hebt geselecteerd.
Navigeer in de actieve werkbalk omhoog of omlaag naar verschillende items en selecteer deze door op de bladertoets te drukken. De beschikbare opties variëren afhankelijk van de huidige status en het feit of u een afbeelding of videoclip hebt geselecteerd.
De standaardinstellingen op de actieve werkbalk worden hersteld zodra u de camera sluit.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u de actieve werkbalk altijd in het display wilt weergeven.
Selecteer Opties > Pictogram verbergen als u de actieve werkbalk alleen wilt weergeven wanneer u deze nodig hebt. U kunt de actieve werkbalk inschakelen door op de bladertoets te drukken.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Hiermee speelt u de geselecteerde videoclip af.
Galerij
51
Page 52
Hiermee verzendt u de geselecteerde afbeelding
of videoclip.
Hiermee laadt u de geselecteerde afbeelding of
Galerij
videoclip naar een compatibel online album (alleen beschikbaar als u een account voor een compatibel online album hebt ingesteld).
video's online delen', p. 58.
of Hiermee voegt u een afbeelding toe aan of verwijdert u deze uit de afdrukwachtrij (Print basket).
afbeeldingen.
afbeelding of videoclip. De beschikbare opties kunnen variëren afhankelijk
van de huidige weergave.
Zie 'Print basket', p. 52.
Hiermee drukt u de weergegeven afbeelding af.
Hiermee start u een diavoorstelling van uw
Hiermee verwijdert u de geselecteerde
Zie 'Afbeeldingen en

Albums

U kunt afbeeldingen en videoclips eenvoudig beheren in albums. Selecteer Afb. en video >
Opties > Albums > Albums weergeven als u de
lijst met albums in Galerij wilt weergeven.
Selecteer Opties > Nieuw album als u in de lijstweergave voor albums een nieuw album wilt maken.
52
Ga naar een foto of videoclip en selecteer Opties >
Albums > Naar album als u deze wilt toevoegen
aan een album in Galerij. Er verschijnt een lijst met albums. Selecteer het album waaraan u de afbeelding of videoclip wilt toevoegen. Het item dat u aan het album hebt toegevoegd, blijft zichtbaar in Afb. en video in Galerij.
Als u een bestand uit een album wilt verwijderen, opent u het album, bladert u naar het bestand en drukt u op C. Het bestand wordt niet verwijderd uit
Afb. en video in Galerij.

Print basket

U kunt afbeeldingen toevoegen aan de afdrukwachtrij (Print basket) en deze later afdrukken op een compatibele printer of in een compatibele afdrukkiosk, indien beschikbaar.
'Afbeeldingen afdrukken', p. 56. De toegevoegde
afbeeldingen worden aangeduid met
video en de betreffende albums.
Selecteer een afbeelding en Tv. aan afdr.
wachtrij in de actieve werkbalk als u een
afbeelding later wilt afdrukken.
Als u de afbeeldingen in Print basket wilt weergeven, selecteert u beschikbaar wanneer u afbeeldingen aan Print basket hebt toegevoegd) of Opties >
Afdrukken > Print basket weerg..
in Afb. en video (alleen
Zie
in Afb. en
Page 53
Als u een afbeelding uit Print basket wilt verwijderen, selecteert u een afbeelding in Afb. en
video of in een album en selecteert u Opties > Verwijd. uit basket.

Diavoorstelling

Als u uw afbeeldingen als een diavoorstelling wilt weergeven, selecteert u een afbeelding in Galerij en selecteert u Diavoorstelling starten ( actieve werkbalk. De diavoorstelling begint met het geselecteerde bestand.
Als u alleen de geselecteerde afbeeldingen als een diavoorstelling wilt weergeven, selecteert u
Opties > Markeringen aan/uit > Markeren om
afbeeldingen te markeren, en Opties >
Diavoorstelling > Starten om de diavoorstelling
te starten. Maak een keuze uit de volgende opties:
Onderbreken — Hiermee onderbreekt u de
diavoorstelling.
Doorgaan — Hiermee hervat u de
diavoorstelling.
Einde — Hiermee sluit u de diavoorstelling.
Blader naar links of rechts door de afbeeldingen met de bladertoets.
U kunt de instellingen van de diavoorstelling wijzigen voordat u de diavoorstelling start. Selecteer Opties > Diavoorstelling >
) op de
Instellingen en maak een keuze uit de volgende
opties:
Muziek — Hiermee voegt u geluid toe aan de
diavoorstelling. Selecteer Aan of Uit.
Nummer — Hiermee selecteert u een
muziekbestand in de lijst.
Vertraging tussen dia's — Hiermee wijzigt u
het tempo van de diavoorstelling.
Zoomen en pannen — Hiermee kunt u de dia's
soepel in elkaar laten overlopen en kunt u willekeurig in- en uitzoomen op de afbeeldingen in Galerij.
Gebruik de volumetoets van het apparaat als u het volume tijdens de diavoorstelling wilt aanpassen.

Afbeeldingen bewerken

Afbeeldingseditor

Selecteer Opties > Bewerken als u foto's nadat deze zijn gemaakt of foto's die al zijn opgeslagen in de galerij wilt bewerken. De afbeeldingseditor wordt geopend.
Selecteer Opties > Effect toepassen om een raster te openen waarin u verschillende bewerkingsopties kunt selecteren aan de hand van kleine pictogrammen. U kunt de afbeelding bijsnijden en draaien; de helderheid, de kleur, het contrast en de
Galerij
53
Page 54
resolutie aanpassen en effecten, tekst, illustraties of een kader aan de foto toevoegen.
Galerij

Afbeeldingen bijsnijden

Als u een afbeelding wilt bijsnijden, selecteert u
Opties > Effect toepassen > Snijden en kiest u
in de lijst een vooraf gedefinieerde beeldverhouding. Als u de afbeelding handmatig wilt bijsnijden, selecteert u Handmatig.
Als u Handmatig selecteert, wordt in de linkerbovenhoek van de afbeelding een kruis weergegeven. Gebruik de bladertoets om het gebied te selecteren dat u wilt bijsnijden en selecteer Instellen. Er verschijnt een tweede kruis in de rechterbenedenhoek. Selecteer wederom het gebied dat u wilt bijsnijden. Selecteer Terug als u het eerste geselecteerde gebied wilt aanpassen. Tezamen vormen de geselecteerde gebieden een rechthoek ter grootte van de bijgesneden afbeelding.
Als u een vooraf gedefinieerde beeldverhouding hebt gekozen, selecteert u de linkerbovenhoek van het gebied dat u wilt bijsnijden. Met de bladertoets kunt u het formaat van het gemarkeerde gebied wijzigen. Druk op de bladertoets om het geselecteerde gebied te bevriezen. Met de bladertoets kunt u het gebied binnen de foto verplaatsen. Druk op de bladertoets om het gebied
54
te selecteren dat u wilt bijsnijden.

Rode ogen reduceren

Selecteer Opties > Effect toepassen > Rode-
ogenreductie als u de roodheid van ogen in een
afbeelding wilt verminderen.
Verplaats het kruis naar het oog en druk op de bladertoets. Er verschijnt een lus in het scherm. Gebruik de bladertoets om het formaat van de lus te wijzigen zodat het oog er precies in past. Druk op de bladertoets om de roodheid te reduceren. Druk op Gereed als u klaar bent met het bewerken van de afbeelding.
Druk op Terug als u de wijzigingen wilt opslaan en wilt terugkeren naar Afb. en video.

Handige sneltoetsen

U kunt de volgende sneltoetsen gebruiken bij het bewerken van afbeeldingen:
Druk op * voor een afbeelding op het volledige
scherm. Druk nogmaals op * als u wilt terugkeren naar de normale weergave.
Druk op 3 of 1 als u een afbeelding naar rechts of
naar links wilt draaien.
Druk op 5 of 0 als u wilt in- of uitzoomen.
Druk de bladertoets omhoog, omlaag, naar links
of naar rechts als u wilt schuiven in een ingezoomde afbeelding.
Page 55

Video's bewerken

Als u de videoclips in Galerij wilt bewerken, gaat u naar een videoclip en selecteert u Opties >
Bewerken en een bewerkingsoptie.
De video-editor ondersteunt videobestanden in de indelingen .3GP en .MP4 en geluidsbestanden in de indelingen .AAC, .AMR, .MP3 en .WAV. De editor ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle kenmerken of alle variaties van bestandsindelingen.

TV out-modus

U kunt opgenomen afbeeldingen en videoclips bekijken op een compatibele tv met behulp van een Nokia Video Connectivity-kabel.
Voordat u de afbeeldingen en videoclips op tv weergeeft, moet u de TV out-instellingen voor het betreffende televisiesysteem en de beeldverhouding mogelijk configureren.
'Instellingen voor toebehoren', p. 167.
Ga als volgt te werk als u afbeeldingen en videoclips op tv wilt weergeven:
1. Verbind de Nokia Video Connectivity-kabel met
de video-invoeraansluiting van een compatibele tv.
Zie
2. Verbind het andere uiteinde van de Nokia Video
Connectivity-kabel met de Nokia AV-aansluiting van het apparaat.
3. Mogelijk moet u de kabelmodus selecteren.
4. Druk op
en selecteer het bestand dat u wilt weergeven.
De afbeeldingen worden weergegeven in de
afbeeldingsviewer en de videoclips worden afgespeeld in RealPlayer.
Wanneer de Nokia Video Connectivity-kabel op het apparaat is aangesloten, wordt alle audio (inclusief de actieve oproepen, het stereogeluid van videoclips, de toetstoon en de beltoon) naar de televisie verzonden. U kunt de microfoon van het apparaat normaal blijven gebruiken.
Voor alle toepassingen in een andere map dan Afb.
en video in Galerij en RealPlayer, ziet u op de tv wat
wordt weergegeven in het scherm van het apparaat.
De geopende afbeelding wordt in een volledig scherm weergegeven op de tv. Wanneer u een
, selecteer Galerij > Afb. en video
Galerij
55
Page 56
afbeelding in de miniatuurweergave opent terwijl deze op de tv wordt weergegeven, is inzoomen niet beschikbaar.
Galerij
Wanneer u een geselecteerde videoclip opent, wordt deze door RealPlayer weergegeven in het scherm van het apparaat en op de tv.
', p. 111.
U kunt afbeeldingen op de tv wee rgeve n in de vorm van een diapresentatie. Alle items in een album of gemarkeerde afbeeldingen worden in een volledig scherm weergegeven op de tv terwijl de geselecteerde muziek wordt afgespeeld.
'Diavoorstelling', p. 53.

Presentaties

Bij presentaties kunt u SVG-bestanden (Scalable Vector Graphics) bekijken, zoals cartoons en kaarten. SVG-afbeeldingen blijven er hetzelfde uitzien wanneer deze worden afgedrukt of worden bekeken bij een andere schermgrootte of resolutie.
Als u SVG-bestanden wilt bekijken, druk dan op
en selecteer Galerij > Presentaties. Ga naar een afbeelding en selecteer Opties > Afspelen. Selecteer Opties > Onderbreken als u het afspelen wilt onderbreken.
Druk op 5 als u wilt inzoomen. Druk op 0 als u wilt
56
uitzoomen.
Zie 'RealPlayer
Zie
Druk op 1 of 3 als u een afbeelding respectievelijk naar rechts of naar links wilt draaien. Druk op 7 of 9 als u de afbeelding 45 graden wilt draaien.
Druk op* als u wilt schakelen tussen een volledig en een normaal scherm.

Afbeeldingen afdrukken

Afbeeldingen afdrukken

Als u afbeeldingen wilt afdrukken via Afbeeldingen afdrukken, selecteert u de gewenste afbeelding en vervolgens de afdrukoptie in Galerij, de camera, de afbeeldingseditor of de afbeeldingsviewer.
Gebruik Afbeeldingen afdrukken om uw afbeeldingen af te drukken met behulp van een compatibele USB-gegevenskabel of Bluetooth­connectiviteit. U kunt ook afbeeldingen afdrukken via een WLAN. Als een compatibele geheugenkaart beschikbaar is, kunt u de afbeeldingen opslaan op de geheugenkaart en afdrukken via een compatibele printer.
U kunt alleen afbeeldingen in JPEG-indeling afdrukken. De foto's die met de camera worden gemaakt, worden automatisch opgeslagen in JPEG­indeling.
Page 57
Printer selecteren
Als u afbeeldingen wilt afdrukken via Afbeeldingen afdrukken, selecteert u de gewenste afbeelding en vervolgens de afdrukoptie in Galerij, de camera, de afbeeldingseditor of de afbeeldingsviewer.
Wanneer u Afbeeldingen afdrukken de eerste keer gebruikt, wordt een lijst met beschikbare compatibele printers weergegeven nadat u de afbeelding hebt geselecteerd. Selecteer een printer. De printer wordt ingesteld als de standaardprinter.
Als u wilt afdrukken op een printer die compatibel is met PictBridge, sluit u de compatibele gegevenskabel aan voordat u de afdrukoptie selecteert. Vervolgens controleert u of de gegevenskabelmodus is ingesteld op Afb.
afdrukken of Vragen bij verbind..
'USB', p. 92. De printer wordt automatisch
weergegeven als u de afdrukoptie selecteert. Als de standaardprinter niet beschikbaar is, wordt
een lijst met beschikbare afdrukapparaten weergegeven.
Selecteer Opties > Instellingen >
Standaardprinter als u de standaardprinter wilt
wijzigen.
Zie
Afdrukvoorbeeld
Nadat u de printer hebt geselecteerd, worden de geselecteerde afbeeldingen weergegeven met vooraf gedefinieerde indelingen.
Als u de indeling wilt wijzigen, drukt u de bladertoets naar links of rechts om door de beschikbare indelingen voor de geselecteerde printer te bladeren. Als de afbeeldingen niet op één pagina passen, drukt u de bladertoets omhoog of omlaag om de overige pagina's te bekijken.
Afdrukinstellingen
De beschikbare opties variëren, afhankelijk van de mogelijkheden van de printer die u hebt geselecteerd.
Selecteer Opties > Standaardprinter als u een standaardprinter wilt instellen.
Selecteer Papierformaat, het gewenste papierformaat in de lijst en OK als u het formaat wilt selecteren. Selecteer Annuleer als u wilt terugkeren naar de vorige weergave.

PrintOnline

Met PrintOnline kunt u online afdrukken van uw afbeeldingen bestellen en direct laten bezorgen bij u thuis of in een winkel waar u deze kunt ophalen. U kunt ook verschillende producten met de geselecteerde afbeelding bestellen, zoals mokken
Galerij
57
Page 58
of muismatten. Welke producten beschikbaar zijn, is afhankelijk van de serviceprovider.
Als u PrintOnline wilt gebruiken, moet minimaal
Galerij
één configuratiebestand van een afdrukservice zijn geïnstalleerd. U kunt de bestanden verkrijgen bij providers van afdrukdiensten die PrintOnline ondersteunen.
Raadpleeg de handleidingen op de productondersteuningspagina's van Nokia of op uw lokale Nokia-website voor meer informatie over deze toepassing.

Afbeeldingen en video's online delen

U kunt afbeeldingen en videoclips delen in compatibele online albums, weblogs of andere compatibele online diensten op internet. U kunt inhoud uploaden, een niet-voltooide post opslaan als concept en later doorgaan en de inhoud van de albums weergeven. Welke inhoudstypen worden ondersteund, is afhankelijk van de serviceprovider.
Voordat u afbeeldingen en video's online kunt delen, moet u zich abonneren op de dienst via een serviceprovider voor het delen van online afbeeldingen. Vervolgens moet u een nieuwe account maken. U kunt zich meestal op de
58
betreffende dienst abonneren via de webpagina
van de serviceprovider. Neem contact op met uw serviceprovider voor details over het abonneren op de dienst.
Als u een bestand vanuit Galerij naar de online dienst wilt uploaden, drukt u op
Galerij > Afb. en video. Blader naar het gewenste
bestand en selecteer Opties > Zenden > Posten
naar web, of selecteer het bestand en
actieve werkbalk. Ga naar de productondersteuningspagina's van
Nokia of uw lokale Nokia-website voor meer informatie over de toepassing en compatibele serviceproviders.
en selecteert u
vanuit de

Eigen netwerk

Informatie over het eigen netwerk

Het apparaat is compatibel met de UPnP­architectuur (Universal Plug and Play). Met een WLAN-toegangspunt of -router kunt u een eigen netwerk maken en compatibele UPnP-apparaten op het netwerk aansluiten die WLAN's ondersteunen, zoals het apparaat, een compatibele pc, een compatibele printer, een compatibel geluidssysteem, een compatibele tv of een geluidssysteem of tv voorzien van een compatibele draadloze multimedia-ontvanger.
Page 59
Als u de WLAN-functie van het apparaat in een eigen netwerk wilt gebruiken, hebt u een werkend LAN nodig, moeten de andere apparaten geschikt zijn voor UPnP en verbinding hebben met hetzelfde netwerk.
In het eigen netwerk worden de beveiligingsinstellingen van de WLAN-verbinding gebruikt. Gebruik de voorziening voor het eigen netwerk in een WLAN-infrastructuurnetwerk met een WLAN-toegangspunt en ingeschakelde codering.
U kunt mediabestanden die zijn opgeslagen in Galerij, delen met andere compatibele UPnP­apparaten via het eigen netwerk. Als u de instellingen van het eigen netwerk wilt beheren, drukt u op
Connect. > Eigen media. U kunt via het eigen
netwerk ook compatibele mediabestanden uit Galerij bekijken, afspelen, kopiëren of afdrukken.
Zie 'Mediabestanden weergeven en delen', p. 61.
Het apparaat wordt alleen met het eigen netwerk verbonden als u een verbindingsverzoek vanaf een ander compatibel apparaat accepteert of als u in Galerij de optie selecteert voor het weergeven, afspelen, afdrukken of kopiëren van mediabestanden op het apparaat of naar andere apparaten zoekt in de map Eigen netwerk.
Zie 'WLAN', p. 85.
en selecteert u Instrumenten >

Belangrijke informatie over beveiliging

Schakel bij het configureren van het eigen WLAN netwerk een coderingsmethode in op het toegangspunt en vervolgens op de andere compatibele apparaten die u op het eigen netwerk wilt aansluiten. Raadpleeg de documentatie van de apparaten. Houd wachtwoorden geheim en bewaar deze op een veilige plek, afzonderlijk van de apparaten.
U kunt de instellingen van het WLAN­internettoegangspunt in uw apparaat weergeven of wijzigen.
Als u de ad-hocmodus gebruikt om een eigen netwerk te maken met een compatibel apparaat, schakelt u een van de coderingsmethoden in
WLAN-beveil.modus in wanneer u het
internettoegangspunt instelt.
'Verbindingsinstellingen', p. 174. Met deze stap
beperkt u het risico dat onbevoegden toegang kunnen krijgen tot het ad hoc-netwerk.
U krijgt een melding zodra met een ander apparaat wordt geprobeerd verbinding te maken met het apparaat en met het eigen netwerk. Accepteer geen verbindingsaanvragen van een onbekend apparaat.
Als u WLAN gebruikt in een netwerk zonder codering, schakelt u het delen van bestanden met andere apparaten uit of schakelt u het delen van
Zie 'Toegangspunten', p. 175.
Zie
Galerij
59
Page 60
privé-mediabestanden uit. Zie 'Instellingen voor
eigen netwerk', p. 60.
Galerij

Instellingen voor eigen netwerk

Als u mediabestanden die u in Galerij hebt opgeslagen, via WLAN wilt delen met andere compatibele UPnP-apparaten, moet u uw WLAN­internettoegangspunt maken en configureren, en vervolgens de instellingen voor eigen netwerk configureren in de toepassing Eigen media.
'WLAN-internettoegangspunten', p. 87. Zie 'Verbindingsinstellingen', p. 174.
De opties met betrekking tot eigen netwerk zijn pas in toepassingen beschikbaar wanneer de instellingen in de toepassing Eigen media zijn geconfigureerd.
Wanneer u de toepassing Eigen media voor het eerst gebruikt, wordt de installatiewizard gestart. Deze begeleidt u bij het instellen van de instellingen voor het eigen netwerk op het apparaat. Als u de installatiewizard later wilt gebruiken, gaat u naar de hoofdweergave van Eigen media, selecteert u
Opties > Wizard uitvoeren en volgt u de
instructies in het display.
Als u een compatibele pc wilt aansluiten op het eigen netwerk, moet u op de pc de gerelateerde software installeren. U vindt de software op de cd-
60
rom of dvd-rom die bij het apparaat is geleverd, of
Zie
op de ondersteuningspagina's van het apparaat op de Nokia-website.
Instellingen configureren
Als u de instellingen voor eigen netwerk wilt configureren, selecteert u Instrumenten >
Connect. > Eigen media > Instellingen en
maakt u uw keuze uit de volgende opties:
Eigen toegangspunt — Selecteer Altijd
vragen als u wilt dat het apparaat telkens naar
het thuistoegangspunt vraagt wanneer u verbinding maakt met het eigen netwerk, Nieuw
maken als u een nieuw toegangspunt wilt
opgeven dat automatisch wordt gebruikt wanneer u het eigen netwerk gebruikt, of
Geen. Als voor uw eigen netwerk geen
beveiligingsinstellingen zijn ingeschakeld, krijgt u een beveiligingswaarschuwing. U kunt doorgaan en de beveiliging later inschakelen of het definiëren van het toegangspunt annuleren en eerst de beveiliging voor het WLAN inschakelen.
Apparaatnaam — Geef een naam op voor het
apparaat. Deze naam is zichtbaar voor de andere compatibele apparaten in het netwerk.
Kopiëren naar — Selecteer het geheugen
waarin u uw gekopieerde mediabestanden wilt opslaan.
Zie 'Toegangspunten', p. 175.
Page 61

Delen inschakelen en inhoud definiëren

Selecteer Instrumenten > Connect. > Eigen
media > Inhoud delen en maak een keuze uit de
volgende opties:
Inhoud delen — Hiermee kunt u het delen van
mediabestanden met compatibele apparaten
toestaan of weigeren. Schakel het delen van
inhoud pas in nadat u alle andere instellingen
hebt geconfigureerd. Als u het delen van inhoud
inschakelt, kunnen de overige UPnP-comp atibele
apparaten in het eigen netwerk de bestanden
bekijken en kopiëren die u hebt geselecteerd
voor delen in de map Afb. en video. Als u niet
wilt dat de andere apparaten toegang hebben
tot bestanden, schakelt u het delen van inhoud
uit.
Afbeeldingen en video — Hiermee selecteert u
mediabestanden die u wilt delen met andere
apparaten of bekijkt u de status voor het delen
van afbeeldingen en video's. Selecteer Opties >
Inhoud vernieuwen als u de inhoud van de map
wilt bijwerken.
Muziek — Selecteer afspeellijsten die u met
andere apparaten wilt delen, of bekijk de inhoud
van gedeelde afspeellijsten. Selecteer Opties >
Inhoud vernieuwen als u de inhoud van de map
wilt bijwerken.

Mediabestanden weergeven en delen

Als u uw mediabestanden wilt delen met andere UPnP compatibele apparaten in het eigen netwerk, schakelt u het delen van inhoud in.
inschakelen en inhoud definiëren', p. 61. Als het
delen van inhoud in het apparaat is uitgeschakeld, kunt u de mediabestanden die zijn opgeslagen in een ander apparaat in het eigen netwerk, nog wel bekijken en kopiëren als dit op het andere apparaat is toegestaan.
Mediabestanden weergeven die in het apparaat zijn opgeslagen
Als u uw afbeeldingen, video's en geluidsclips op een ander apparaat in het eigen netwerk wilt weergeven, bijvoorbeeld op een compatibele tv, gaat u als volgt te werk:
1. Selecteer een afbeelding, videoclip of geluidsclip
in Galerij en selecteer Opties > Tonen via
eigen netwerk.
2. Selecteer een compatibel apparaat waarin het
mediabestand wordt weergegeven. De afbeeldingen worden zowel op het andere netwerkapparaat als op uw apparaat weergegeven en de video- en geluidsclips worden alleen afgespeeld op het andere apparaat.
Zie 'Delen
Galerij
61
Page 62
3. Selecteer Opties > Tonen stoppen als u het
delen wilt stoppen.
Mediabestanden weergeven die in het
Galerij
andere apparaat zijn opgeslagen
Ga als volgt te werk als u mediabestanden die op een ander apparaat in het netwerk zijn opgeslagen, wilt weergeven op uw apparaat (of bijvoorbeeld op een compatibele tv) wilt weergeven:
1. Druk op
Connect. > Eigen media > Zk in eigen ntw.. Op het apparaat wordt gezocht naar
andere compatibele apparaten. De namen van gevonden apparaten verschijnen op het scherm.
2. Selecteer een apparaat in de lijst.
3. Selecteer het type media dat u wilt bekijken op
het andere apparaat. De beschikbare bestandstypen zijn afhankelijk van de functies van het andere apparaat.
Selecteer Opties > Zoeken als u bestanden met andere criteria wilt zoeken. Selecteer Opties >
Sorteren op als u de gevonden bestanden wilt
sorteren.
4. Selecteer het mediabestand of de mediamap die
u wilt weergeven.
5. Druk op de bladertoets en selecteer Afspelen of
Weergeven, en In apparaat of Via eigen
62
netwerk.
en selecteer Instrumenten >
6. Selecteer het apparaat waarin het bestand
wordt weergegeven.
Blader naar links of rechts om het volume te regelen terwijl u een video of geluidsclip afspeelt.
Selecteer Terug of Stop (beschikbaar wanneer video en muziek wordt afgespeeld) om het delen van het mediabestand te stoppen.
Tip: U kunt afbeeldingen die u in Galerij hebt opgeslagen, via een eigen netwerk afdrukken op een UPnP compatibele printer.
'Afbeeldingen afdrukken', p. 56. Het delen van
inhoud hoeft niet te zijn ingeschakeld.
Zie

Mediabestanden kopiëren

Als u mediabestanden wilt kopiëren of overbrengen van het apparaat naar een ander compatibel apparaat, zoals een met UPnP compatibele pc, selecteert u een bestand in Galerij en selecteert u
Opties > Verpl. en kopiëren > Kopie nr eig. netw. of Ve r pl . nr e ig . n e tw . . Het delen van inhoud
hoeft niet te zijn ingeschakeld.
Als u bestanden van het andere apparaat naar uw apparaat wilt kopiëren of overbrengen, selecteert u een bestand in het andere apparaat en selecteert u de gewenste kopieeroptie in de lijst met opties. Het delen van inhoud hoeft niet te zijn ingeschakeld.
Page 63

Positionering (GPS)

Informatie over GPS

GPS (Global Positioning System) is een wereldwijd radionavigatiesysteem dat bestaat uit 24 satellieten en hun grondstations waarmee de werking van de satellieten in de gaten wordt gehouden. Het apparaat heeft een interne GPS­ontvanger.
Een GPS-terminal ontvangt zwakke radiosignalen van satellieten en meet de afstand tussen de terminal en de signalen. Op basis van de reistijd kan de GPS-ontvanger de locatie tot op enkele meters nauwkeurig berekenen.
De coördinaten in het GPS worden uitgedrukt in graden en decimale graden op basis van het internationale coördinatensysteem WGS-84.
Het GPS-systeem (Global Positioning System) valt onder het beheer van de regering van de Verenigde Staten, die als enige verantwoordelijk is voor de nauwkeurigheid en het onderhoud van het systeem. De accuratesse van de locatiegegevens kan negatief worden beïnvloed door wijzigingen door de regering van de Verenigde Staten met betrekking tot de GPS-satellieten, en is onderhevig aan veranderingen in het GPS-beleid van het
ministerie van defensie van de Verenigde Staten voor civiele doeleinden en wijzigingen in het Federal Radionavigation Plan. De accuratesse kan ook negatief worden beïnvloed door een gebrekkige satellietconfiguratie. De beschikbaarheid en kwaliteit van GPS-signalen kunnen negatief worden beïnvloed door uw positie, gebouwen, natuurlijke obstakels en weersomstandigheden. U moet de GPS-ontvanger alleen buitenshuis gebruiken voor de ontvangst van GPS-signalen.
GPS mag niet worden gebruikt voor exacte plaatsbepaling en u moet nooit uitsluitend op de locatiegegevens van de GPS-ontvanger en mobiele radionetwerken vertrouwen voor positiebepaling of navigatie.
Uw apparaat ondersteunt ook Assisted GPS (A-GPS). Assisted GPS (A-GPS) wordt gebruikt om
ondersteuningsgegevens op te halen via een packet-gegevensverbinding. Deze gegevens worden gebruikt bij de berekening van de coördinaten van uw huidige locatie wanneer uw apparaat signalen van satellieten ontvangen.
A-GPS is een netwerkdienst.
Positionering (GPS)
63
Page 64
Uw apparaat is vooraf geconfigureerd voor gebruik van de A-GPS-dienst van Nokia als geen A-GPS­instellingen van een specifieke serviceprovider beschikbaar zijn. De ondersteuningsgegevens worden alleen van de server van de Nokia A-GPS­dienst opgehaald wanneer dat nodig is.
U moet een internettoegangspunt voor packet­gegevens in het apparaat hebben gedefinieerd om ondersteuningsgegevens te kunnen ophalen van de Nokia A-GPS-dienst. Als u een toegangspunt voor A-
Positionering (GPS)
GPS wilt definiëren, drukt u op
Instrumenten > Instell. > Algemeen > Positiebepaling > Positiebepalingsserver > Toegangspunt. Voor deze dienst kan geen WLAN-
toegangspunt worden gebruikt. Wanneer GPS de eerste keer in uw apparaat wordt gebruikt, wordt naar het internettoegangspunt voor packet­gegevens gevraagd.
Als u verschillende positiebepalingsmethoden, zoals Bluetooth GPS, wilt in- of uitschakelen, drukt u op
Instell. > Algemeen > Positiebepaling > Methoden pos.bepaling.
en selecteert u Instrumenten >
en selecteert u

GPS-ontvanger

De GPS-ontvanger bevindt zich boven in het apparaat. Wanneer u de ontvanger gebruikt, richt u
64
het apparaat vanuit een rechtopstaande positie, in
een hoek van circa 45 graden en met een niet­geblokkeerd uitzicht, naar de lucht.
Het kan enkele seconden tot enkele minuten duren voordat een GPS­verbinding tot stand is gebracht. In de auto duurt dit mogelijk langer.
De GPS-ontvanger kost batterijvermogen. Als u de GPS-ontvanger gebruikt, is de batterij mogelijk sneller leeg.

Over satellietsignalen

Houd rekening met het volgende als het apparaat geen satellietsignaal kan detecteren:
Als u binnen bent, ga dan naar buiten om een
beter signaal te ontvangen.
Ga als u buiten bent naar een omgeving met
minder obstakels.
Page 65
Controleer of
de GPS­antenne van het apparaat niet wordt afgedekt door uw hand.
'GPS­ontvanger' , p. 64.
Slechte weersomstandigheden kunnen de
signaalsterkte beïnvloeden.
Als de energiespaarstand wordt ingeschakeld
terwijl het apparaat een GPS-verbinding tot stand probeert te brengen, wordt deze poging onderbroken.
Het kan enkele seconden tot enkele minuten
duren voordat een GPS-verbinding tot stand is gebracht.
Zie
Satellietstatus
Als u wilt nagaan hoeveel satellieten uw apparaat heeft gevonden en of het apparaat satellietsignalen ontvangt, drukt u op
Instrumenten > Connect. > GPS-gegevens > Positie > Opties > Satellietstatus. Of selecteer Opties > Kaartweergave > GPS-info in de
toepassing Kaarten.
en selecteert u
Als uw apparaat satellieten heeft gevonden, wordt voor elke satelliet een balk weergegeven in de weergave met satellietgegevens. Hoe langer de balk, des te sterker is het satellietsignaal. Wanneer u voldoende gegevens van het satellietsignaal hebt ontvangen om de coördinaten van uw locatie te berekenen, wordt de balk zwart.
In eerste instantie moet het apparaat signalen van minstens vier satellieten ontvangen om de coördinaten van uw locatie te kunnen berekenen. Nadat een eerste berekening is gemaakt, kunnen verdere berekeningen van de coördinaten van uw locatie mogelijk worden uitgevoerd met drie satellieten. In het algemeen is de berekening echter nauwkeuriger als er meer satellieten worden gevonden.
Positionering (GPS)
65
Page 66

Positieaanvragen

Het kan zijn dat uw positiegegevens worden aangevraagd door een netwerkdienst Serviceproviders bieden mogelijk informatie over lokale onderwerpen, zoals weer of verkeer, op basis van de locatie van het apparaat.
Wanneer u een positieaanvraag ontvangt, wordt een bericht weergegeven met de mededeling dat de service deze gegevens heeft aangevraagd.
Positionering (GPS)
Selecteer Accept. als u uw positiegegevens wilt verzenden of Weigeren als u de aanvraag wilt weigeren.

Kaarten

Informatie over Kaarten

Druk op en selecteer Kaarten. Met Kaarten kunt u uw huidige locatie op de kaart
weergeven, over kaarten schuiven naar verschillende steden en landen, naar adressen en verschillende interessante locaties zoeken, routes tussen locaties plannen, verkeersinformatie weergeven en locaties als favorieten opslaan en naar compatibele apparaten verzenden.
U kunt ook extra diensten aanschaffen, zoals gidsen, een navigatiedienst met gesproken
66
instructies voor rijden en wandelen en een dienst voor verkeersinformatie.
De functie Kaarten maakt gebruik van GPS.
'Positionering (GPS)', p. 63. In de
apparaatinstellingen kunt u opgeven welke positioneringsmethoden moeten worden gebruikt op het apparaat.
positionering', p. 171. Voor de meest nauwkeurige
locatiegegevens gebruikt u de interne GPS­ontvanger of een compatibele externe GPS­ontvanger.
Wanneer u Kaarten voor de eerste keer gebruikt, moet u mogelijk een internettoegangspunt definiëren om kaartgegevens voor uw huidige locatie te downloaden. Als u het standaardtoegangspunt later wilt wijzigen, selecteert u in Kaarten Opties > Instrumenten >
Instellingen > Internet > Standaardtoegangspunt (wordt alleen
weergegeven als u online bent). Wanneer u naar een kaart in Kaarten bladert,
worden de kaartgegevens voor het gebied automatisch gedownload wanneer het apparaat een internetverbinding heeft. Een nieuwe kaart wordt alleen gedownload als u naar een gebied bladert dat niet valt onder de reeds gedownloade kaarten. Mogelijk zijn er al bepaalde kaarten op de geheugenkaart van uw apparaat geplaatst.
Zie 'Instellingen voor
Zie
Page 67
U kunt meer kaarten naar het apparaat downloaden met de Nokia Map Loader-software voor de pc.
'Kaarten downloaden', p. 69.
Tip: U kunt kaarten ook downloaden via een draadloze LAN-verbinding.
Bij het downloaden van kaarten worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de serviceprovider verzonden. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Als u de toepassing Kaarten zodanig wilt instellen dat er automatisch een internetverbinding tot stand wordt gebracht wanneer u de toepassing start, selecteert u Opties > Instrumenten >
Instellingen > Internet > Online gaan bij opstarten > Ja in Kaarten.
Als u een bericht wilt ontvangen wanneer het apparaat verbinding maakt met een ander netwerk dan uw eigen mobiele netwerk, selecteert u
Opties > Instrumenten > Instellingen > Internet > Roaming-waarschuwing > Aan
(wordt alleen weergegeven als u online bent). Neem contact op met uw netwerkprovider voor de details en kosten van roaming.
Bijna alle digitale cartografie is niet helemaal accuraat en volledig. Vertrouw nooit uitsluitend op de cartografie die bij dit apparaat is meegeleverd.
Zie

Schuiven over kaarten

De kaartdekking verschilt per land. Wanneer u de toepassing Nokia Kaarten opent,
wordt ingezoomd op de locatie die tijdens de laatste sessie is opgeslagen. Als tijdens de laatste sessie geen positie is opgeslagen, zoomt de toepassing Nokia Kaarten in op de hoofdstad van het land waarin u zich bevindt, gebaseerd op de gegevens die het apparaat ontvangt van het mobiele netwerk. Tegelijkertijd wordt de kaart van de locatie gedownload als dat tijdens voorgaande sessies nog niet is gebeurd.
Uw huidige locatie
Selecteer Opties > Mijn positie of druk op 0 om een GPS-verbinding tot stand te brengen en op uw huidige locatie in te zoomen. Als de energiespaarstand wordt ingeschakeld terwijl het apparaat een GPS-verbinding tot stand probeert te brengen, wordt deze poging onderbroken.
Op het scherm wordt een GPS-symbool
weergegeven. Eén balk staat voor één satelliet. Wanneer een poging wordt gedaan om een satelliet te vinden, is de balk geel. Als het apparaat voldoende gegevens van de satelliet ontvangt om een GPS-verbinding tot stand te brengen, wordt de balk groen. Hoe meer groene balken er worden weergegeven, hoe sterker de GPS­verbinding is.
Positionering (GPS)
67
Page 68
Als de GPS-verbinding actief is, wordt uw huidige locatie op de kaart aangeduid met
Verplaatsen of in- en uitzoomen
Druk de bladertoets omhoog, omlaag, naar links of naar rechts om over de kaart te schuiven. De kaart is standaard naar
Positionering (GPS)
het noorden gericht. De kompasroos geeft de richting van de kaart aan. Wanneer de richting van de kaart verandert, draait de kompasroos mee.
Wanneer u over de kaart op het scherm schuift, wordt automatisch een nieuwe kaart gedownload als u naar een gebied schuift dat buiten de reeds gedownloade kaarten valt. Deze kaarten zijn gratis, maar bij het downloaden worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de serviceprovider verzonden. Neem contact op met de serviceprovider voor meer informatie over de kosten voor gegevensoverdracht.
De kaarten worden automatisch opgeslagen op een compatibele geheugenkaart (indien deze kaart is geplaatst en is ingesteld als standaardopslaglocatie voor kaarten).
68
Druk op * of # om in of uit te zoomen. Gebruik de
.
schaalbalk om de afstand tussen twee plaatsen op de kaart te schatten.
De kaartweergave aanpassen
Selecteer Opties > Instrumenten >
Instellingen > Kaart > Maatstelsel > Metrisch of Engelse maten om het metrieke stelsel
voor de kaarten in te stellen.
Selecteer Opties > Instrumenten >
Instellingen > Kaart > Categorieën en de
gewenste categorieën om aan te geven welke interessante locaties op de kaart moeten worden getoond.
Selecteer Opties > Kaartmodus > Kaart, 3D-
kaart, Satelliet of Hybride om aan te geven of u
tweedimensionale, driedimensionale of hybride kaarten wilt gebruiken. Satellietbeelden zijn mogelijk niet voor alle locaties beschikbaar.
Selecteer Opties > Instrumenten >
Instellingen > Kaart > Kleuren > Dagmodus
of Nachtmod. om aan te geven of u de kaart in de dag- of nachtmodus wilt weergeven.
Selecteer Opties > Instrumenten >
Instellingen als u andere instellingen voor
internetgebruik, navigatie of routebepaling of algemene kaartinstellingen wilt wijzigen.
Page 69

Kaarten downloaden

Wanneer u in de toepassing Kaarten over de kaart op het scherm schuift, wordt automatisch een nieuwe kaart gedownload als u naar een gebied schuift dat buiten de reeds gedownloade kaarten valt. U kunt in de gegevensteller (kB) die op het scherm wordt weergegeven, bekijken hoeveel gegevens er worden overgebracht. De teller geeft de hoeveelheid netwerkverkeer aan wanneer u over kaarten schuift, routes maakt of online naar locaties zoekt. Bij het downloaden van kaartgegevens worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de serviceprovider verzonden. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Als u wilt voorkomen dat er kaarten of andere kaartgegevens die de extra diensten nodig hebben, automatisch van internet naar het apparaat worden gedownload, bijvoorbeeld wanneer u zich buiten uw eigen mobiele netwerk bevindt, selecteert u Opties > Instrumenten >
Instellingen > Internet > Online gaan bij opstarten > Nee.
Selecteer Opties > Instrumenten >
Instellingen > Kaart > Max. gebruikt geh. > Maximumgebr. geh.kaart om in te stellen hoeveel
ruimte op de geheugenkaart mag worden gebruikt voor het opslaan van kaarten of bestanden met
gesproken instructies. Deze optie is alleen beschikbaar als er een compatibele geheugenkaart is geplaatst en als deze als standaardopslaglocatie voor kaarten is ingesteld. Als het geheugen vol is, worden de oudste kaartgegevens gewist. U kunt de opgeslagen kaartgegevens wissen met de Nokia Map Loader-software voor de pc.
Nokia Map Loader
Nokia Map Loader is pc-software waarmee u kaarten van internet kunt downloaden en kunt installeren op een compatibele geheugenkaart. U kunt de software ook gebruiken om bestanden met gesproken instructies voor navigatie te downloaden.
U moet Nokia Map Loader eerst op een compatibele pc installeren voordat u het programma kunt gebruiken. U kunt de software voor de pc downloaden van internet op www.nokia.com/ maps. Volg de instructies in het scherm.
U moet de toepassing Kaarten gebruiken en minstens eenmaal kaarten hebben bekeken voordat u Nokia Map Loader kunt gebruiken. Nokia Map Loader gebruikt de geschiedenisgegevens van kaarten om de versie van de kaartgegevens te controleren die moeten worden gedownload.
Nadat u de software voor de pc op uw pc hebt geïnstalleerd, gaat u als volgt te werk om kaarten te downloaden:
Positionering (GPS)
69
Page 70
1. Sluit het apparaat via een compatibele USB-
gegevenskabel aan op de pc. Selecteer de USB­verbindingsmodus Gegevensoverdracht.
2. Open Nokia Map Loader op uw pc. Nokia Map
Loader controleert de versie van de kaartgegevens die gedownload moeten worden.
3. Selecteer de gewenste kaarten of
spraakbestanden, en download en installeer ze op uw apparaat.
Positionering (GPS)
Tip: Met Nokia Map Loader bespaart u op de
kosten voor mobiele gegevensoverdracht.

Een plaats zoeken

Als u op basis van trefwoord naar een locatie of bezienswaardigheid wilt zoeken, voert u in de hoofdweergave de naam van de locatie of een trefwoord in het zoekveld in en selecteert u
Zoeken.
Selecteer Opties > Selecteren uit Contacten als u het adres van een locatie uit uw contactgegevens wilt importeren.
Als u een locatie op de kaart wilt gebruiken, bijvoorbeeld als startpunt voor een zoekopdracht in de buurt, om een route te plannen, om de details ervan te bekijken of om de navigatie te starten (extra dienst), drukt u op de bladertoets en
70
selecteert u de gewenste optie.
Als u op basis van categorie door de plaatsen en attracties in uw nabijheid wilt bladeren, selecteert u Opties > Zoeken en selecteert u vervolgens een categorie. Als u op basis van een adres wilt zoeken, moet u de stad en het land opgeven. U kunt ook een adres gebruiken dat u in een contactkaart in Contacten hebt opgeslagen.
Als u een locatie als favoriete plaats wilt opslaan, gaat u naar de gewenste locatie, drukt u op de bladertoets en selecteert u Toev. aan Mijn
plaatsen. Voer een naam voor de plaats in en
selecteer OK. U kunt de locatie ook als onderdeel van een route of collectie opslaan. Selecteer
Opties > Favorieten > Mijn plaatsen als u uw
opgeslagen plaatsen wilt weergeven.
Als u een opgeslagen plaats naar een compatibel apparaat wilt verzenden, drukt u in de weergave Plaatsen op de bladertoets en selecteert u
Verzenden. Als u de plaats in een SMS-bericht
verzendt, wordt de informatie omgezet in onopgemaakte tekst.
Selecteer Opties > Instrumenten > Afb. van
kaart opslaan als u een screenshot van uw locatie
wilt maken. De screenshot wordt opgeslagen in Foto's. Als u de screenshot wilt verzenden, opent u Foto's en selecteert u de verzendoptie en de ge we nst e m eth od e op d e a cti ev e we rk balk of in h et menu met opties.
Page 71
Als u uw bladergeschiedenis, de plaatsen die u op een kaart hebt bekeken en de routes en collecties die u hebt gemaakt, wilt weergeven, selecteert u
Opties > Favorieten en de gewenste optie.
Een route plannen
Als u een route naar een bestemming wilt plannen, bladert u naar de gewenste bestemming, drukt u op de bladertoets en selecteert u Toevoegen aan
route. De locatie wordt aan de route toegevoegd.
Selecteer Opties > Routepunt toevoegen om meer locaties aan de route toe te voegen. De bestemming die u als eerste hebt geselecteerd, wordt als startpunt ingesteld. Als u de volgorde van de bestemmingen wilt wijzigen, drukt u op de bladertoets en selecteert u Verplaatsen.

Extra diensten voor Kaarten

U kunt een licentie kopen en verschillende gidsen met informatie over allerlei steden en reizen downloaden naar uw apparaat. U kunt ook een licentie kopen voor een navigatiedienst met gesproken instructies voor rijden en wandelen en een dienst voor verkeersinformatie die u in Kaarten kunt gebruiken. Een navigatielicentie is gekoppeld aan een regio (de regio die bij de aankoop van de licentie is geselecteerd) en kan alleen voor het geselecteerde gebied worden gebruikt. De
gedownloade gidsen worden automatisch op het apparaat opgeslagen.
De licentie die u voor een gids of navigatie hebt aangeschaft kan naar een ander apparaat worden overgebracht, maar u kunt een bepaalde licentie slechts op één apparaat tegelijk gebruiken.
Verkeersinformatie, gidsinhoud en verwante diensten worden geleverd door derden die onafhankelijk zijn van Nokia. De informatie kan onjuist, onvolledig of niet beschikbaar zijn. Zorg ervoor dat u nooit volledig op deze informatie en de bijbehorende diensten vertrouwd.
Navigatie
Als u een navigatiedienst met gesproken instructies voor rijden en lopen of alleen voor wandelen wilt aanschaffen, selecteert u Opties > Extra's > 1
Rijden/lopen of 2 Lopen. U kunt de dienst betalen
met een creditcard of u kunt het bedrag op uw telefoonrekening laten zetten (als dit wordt ondersteund door de provider van de mobiele netwerkdienst).
Navigatiedienst voor rijden
Selecteer Opties > Extra's > 1 Rijden/lopen als u een navigatiedienst voor rijden en wandelen wilt aanschaffen.
Wanneer u de navigatiedienst voor rijden voor de eerste keer gebruikt, wordt u gevraagd de taal van
Positionering (GPS)
71
Page 72
de gesproken instructies te selecteren en de bestanden met gesproken instructies in de geselecteerde taal te downloaden. U kunt de bestanden met gesproken instructies ook met Nokia Map Loader downloaden.
downloaden', p. 69.
Als u de taal later wilt wijzigen, selecteert u in de hoofdweergave van Kaarten Opties >
Instrumenten > Instellingen > Navigatie > Gesproken begeleiding en een taal, en downloadt
Positionering (GPS)
u de bestanden met gesproken instructies in de geselecteerde taal.
Zie 'Kaarten
Navigatiedienst voor wandelen
Selecteer Opties > Extra's > 2 Lopen als u een navigatiedienst voor wandelen wilt aanschaffen.
Er zijn vele verschillen tussen de navigatiedienst voor wandelen en de navigatiedienst voor rijden. Bij het bepalen van de wandelroute wordt bijvoorbeeld geen rekening gehouden met beperkingen voor autoverkeer, zoals eenrichtingsverkeer en het verbod om te keren, en wordt bovendien gebruikgemaakt van voetgangersgebieden en parken. Bovendien hebben voetpaden en kleinere wegen de voorkeur en worden snelwegen en autowegen vermeden. De lengte van een wandelroute is beperkt tot 50 kilometer. De maximumsnelheid is 30 km per uur. Als de maximumsnelheid wordt overschreden,
72
wordt de navigatie onderbroken. De navigatie
wordt hervat wanneer de snelheid weer onder de maximumsnelheid ligt.
Bij de navigatiedienst voor wandelen zijn geen gesproken instructies beschikbaar. In plaats daarvan verschijnen een grote pijl die de route aanduidt en een kleine pijl, onderaan in het scherm, die in de richting van de bestemming wijst. De satellietweergave is alleen bij navigatie voor wandelen beschikbaar.
Naar de gewenste bestemming navigeren
Als u de navigatie naar de gewenste bestemming met GPS wilt starten, selecteert u een locatie op de kaart of in een lijst met resultaten en selecteert u vervolgens Opties > Hierh een rijden of Hierheen
lopen.
Druk de bladertoets naar links of rechts als u tijdens de navigatie tussen verschillende weergaven wilt schakelen.
Druk op Stop als u de navigatie wilt stoppen.
Druk tijdens de navigatie op Opties als u navigatieopties wilt selecteren. Als de navigatie voor rijden actief is, verschijnt er een menu met twaalf opties.
Elke toets van het apparaat komt overeen met een optie. Druk op 2 om een gesproken instructie te herhalen, op 3 om tussen de dag- en nachtmodus
Page 73
te schakelen, op 4 om de huidige locatie op te slaan enzovoort.
Verkeersinformatie
Als u een licentie voor een realtimedienst voor verkeersinformatie wilt aanschaffen, selecteert u
Opties > Extra's > Verkeersinfo. De dienst biedt
informatie over verkeerssituaties die uw reis kunnen beïnvloeden. Bij het downloaden van extra diensten worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de serviceprovider verzonden. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Selecteer Opties > Verkeersinfo als u informatie wilt weergeven over verkeerssituaties die vertragingen kunnen veroorzaken of ertoe leiden dat u uw bestemming niet kunt bereiken. De gebeurtenissen worden op de kaarten aangeduid met waarschuwingsdriehoeken en lijnsymbolen. U kunt de functie voor het automatisch bepalen van een nieuwe route gebruiken om deze gebeurtenissen te vermijden.
Druk op de bladertoets als u meer informatie over een gebeurtenis en mogelijke opties voor nieuwe routes wilt weergeven.
Selecteer Verkeersinfo bijwerken als u de verkeersinformatie wilt bijwerken. Selecteer
Opties > Instrumenten > Instellingen >
Navigatie > Updates voor verkeersinfo als u de
instellingen voor het automatisch bijwerken van de verkeersinformatie wilt wijzigen.
Selecteer Opties > Instrumenten >
Instellingen > Navigatie > Nieuwe route vanwege verkeerssituatie > Automatisch als u
automatisch een alternatieve route wilt bepalen als een bepaalde verkeerssituatie vertraging veroorzaakt of ertoe leidt dat u uw bestemming niet kunt bereiken.
Gidsen
Selecteer Opties > Extra's > 0 Gidsen als u andere gidsen wilt aanschaffen en downloaden naar uw apparaat, bijvoorbeeld gidsen met informatie over andere steden en reizen.
De gidsen bevatten informatie over attracties, restaurants, hotels en andere interessante locaties. U moet deze gidsen aanschaffen en downloaden voordat u ze kunt gebruiken.
Als u door een gedownloade gids wilt bladeren, selecteert u op het tabblad Mijn gidsen in Gidsen een gids en een subcategorie (indien beschikbaar).
Als u een nieuwe gids naar het apparaat wilt downloaden, selecteert u in Gidsen de gewenste gids en selecteert u vervolgens Download. > Ja. Het aanschafproces wordt automatisch gestart. U kunt de gidsen betalen met een creditcard of u kunt het bedrag op uw telefoonrekening laten zetten (als
Positionering (GPS)
73
Page 74
dit wordt ondersteund door de provider van de mobiele netwerkdienst).
Selecteer twee keer OK om de aankoop te bevestigen. Als u per e-mail een bevestiging van uw aankoop wilt ontvangen, voert u uw naam en e­mailadres in en selecteert u vervolgens OK.

Plaatsen

Druk op en selecteer Instrumenten >
Positionering (GPS)
Connect. > Plaatsen.
Met Plaatsen kunt u de positiegegevens van specifieke locaties opslaan in het apparaat. U kunt de opgeslagen locaties sorteren in verschillende categorieën, zoals bedrijven, en andere informatie daaraan toevoegen, zoals adressen. U kunt uw opgeslagen plaatsen gebruiken in compatibele toepassingen, zoals GPS-gegevens en Kaarten.
De GPS-coördinaten worden uitgedrukt in graden en decimale graden op basis van het internationale coördinatensysteem WGS-84.
Selecteer Opties > Nieuwe plaats als u een nieuwe plaats wilt maken. Selecteer Huidige
positie als u een nieuwe positioneringsaanvraag
voor uw huidige locatie wilt maken. Selecteer
Handmatig opgeven als u de positiegegevens
handmatig wilt invoeren.
74
Ga naar een plaats en selecteer Opties >
Bewerken als u informatie wilt bewerken of
toevoegen aan een opgeslagen plaats (bijvoorbeeld een adres). Ga naar het gewenste veld en voer de gegevens in.
Selecteer Opties > Weergeven op kaart als u de plaats op de kaart wilt weergeven. Selecteer
Opties > Navigeren met kaart als u een route
naar de locatie wilt maken.
U kunt uw plaatsen sorteren in vooraf ingestelde categorieën en nieuwe categorieën maken. Druk de bladertoets naar rechts in Plaatsen en selecteer
Opties > Categor. bewerken als u nieuwe
plaatscategorieën wilt bewerken en maken.
Ga naar een plaats in Plaatsen en selecteer Opties >
Toev. aan categorie al s u de p laats wilt to evoeg en
aan een categorie. Ga naar elk categorie waaraan u de plaats wilt toevoegen en selecteer deze.
Selecteer Opties > Zenden als u een of meer plaatsen naar een compatibel apparaat wilt verzenden. De ontvangen plaatsen worden opgeslagen in de map Inbox in Berichten.

GPS-gegevens

GPS-gegevens zijn ontworpen om toegang te bieden tot informatie over de route naar een geselecteerde bestemming, positiegegevens over
Page 75
uw huidige locatie en reisgegevens, zoals de geschatte afstand tot de bestemming en de geschatte reisduur.
Druk op
Connect. > GPS-gegevens.
De coördinaten in het GPS worden uitgedrukt in graden en decimale graden op basis van het internationale coördinatensysteem WGS-84.
Als u GPS-gegevens wilt gebruiken, moet de GPS­ontvanger van het apparaat aanvankelijk positiegegevens ontvangen van minimaal vier satellieten om de coördinaten van uw locatie te kunnen berekenen. Nadat een eerste berekening is gemaakt, kunnen verdere berekeningen van de coördinaten van uw locatie mogelijk worden uitgevoerd met drie satellieten. In het algemeen is de berekening echter nauwkeuriger als er meer satellieten worden gevonden.
en selecteer Instrumenten >

Route-instructies

Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > GPS-gegevens > Navigatie.
Start de route-instructies buiten. Als u dit binnen doet, ontvangt de GPS-ontvanger mogelijk niet de benodigde informatie van de satellieten.
Bij route-instructies wordt een roterend kompas in het scherm van het apparaat gebruikt. Een rode bal geeft de richting van de bestemming aan en de
gemiddelde afstand tot deze bestemming wordt in de kompasring weergegeven.
Route-instructies zijn bedoeld om u de snelste en de kortste weg naar uw bestemming te tonen, gemeten in een rechte lijn. Obstakels onderweg, zoals gebouwen en natuurlijke obstakels, worden genegeerd. Bij het berekenen van de afstand worden hoogteverschillen buiten beschouwing gelaten. Route-instructies zijn alleen actief wanneer u in beweging bent.
Selecteer Opties > Bestemming instlln en een plaats als bestemming of voer de coördinaten (lengte- en breedtegraad) in als u de bestemming van uw reis wilt instellen. Selecteer Navigatie
stoppen als u de ingestelde bestemming wilt
wissen.

Positiegegevens ophalen

Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > GPS-gegevens > Positie.
In de positieweergave kunt u de positiegegevens van uw huidige locatie bekijken. U ziet ook een schatting van de juistheid van de locatie.
Selecteer Opties > Positie opslaan als u uw huidige locatie als plaats wilt opslaan. Plaatsen zijn opgeslagen locaties met meer informatie. Ze kunnen worden gebruikt in andere compatibele
Positionering (GPS)
75
Page 76
toepassingen en overgedragen tussen compatibele apparaten.

Tripmeter

Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > GPS-gegevens > Tripafstand.
Selecteer Opties > Starten als u de functie voor het berekenen van de reisafstand wilt inschakelen en Stoppen als u deze functie wilt uitschakelen. De
Positionering (GPS)
berekende waarden worden permanent in het scherm weergegeven. Gebruik deze functie buitenshuis zodat u een beter GPS-signaal ontvangt.
Selecteer Herstellen als u de reisafstand en -tijd en de gemiddelde en maximale snelheid op nul wilt instellen om een nieuwe berekening te starten. Selecteer Opnieuw starten als u de kilometerteller en totale tijd op nul wilt instellen.
De tripmeter heeft een beperkte nauwkeurigheid en er kunnen afrondingsfouten voorkomen. De nauwkeurigheid kan ook worden beïnvloed door de beschikbaarheid en de kwaliteit van GPS-signalen.
76
Page 77

Webbrowser

Met de webbrowser kunt u HTML-webpagina's (HyperText Markup Language) op internet weergeven zoals deze oorspronkelijk zijn ontworpen. U kunt ook bladeren door webpagina's die specifiek zijn ontworpen voor mobiele apparaten en XHTML (eXtensible HyperText Markup Language) of WML (Wireless Markup Language) gebruiken.
Als u wilt browsen op het web, moet op uw apparaat een internettoegangspunt zijn geconfigureerd.

Op internet surfen

Druk op en selecteer Web.
Sneltoets: Houd in de stand-by modus 0 ingedrukt om de browser te starten.
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten
die u vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen
toepassingen en andere software van betrouwbare
bronnen, zoals toepassingen die een Symbian­ondertekening dragen of die de Java Verified
hebben doorstaan.
Ga naar een webpagina door in de weergave Bookmarks een bookmark te selecteren of het adres in te voeren in het veld ( drukken.
Tip: Via de bookmarks van Nokia die standaard in de bookmarkweergave aanwezig zijn, kunt u informatie over de verschillende diensten van Nokia weergeven.
Sommige webpagina's kunnen materiaal bevatten, bijvoorbeeld afbeeldingen en geluiden, die alleen kunnen worden bekeken als uw apparaat over veel geheugen beschikt. Als geen geheugen meer beschikbaar is tijdens het laden van een dergelijke pagina, worden de afbeeldingen op de pagina niet weergegeven.
Wanneer u webpagina's zonder afbeeldingen wilt bekijken om geheugenruimte te sparen, selecteert u Opties > Instellingen > Pagina > Inhoud
laden > Alleen tekst.
Selecteer Opties > Ga naar webadres als u een nieuw webadres wilt invoeren dat u wilt bezoeken.
) en op de bladertoets te
TM
-test
Webbrowser
77
Page 78
Tip: Druk op 1 en selecteer een bookmark als
u een webpagina wilt bezoeken die als bookmark is opgeslagen in de weergave Bookmarks.
Selecteer Opties > Navigatieopties > Opnieuw
laden als u de meest recente versie van de pagina
Webbrowser
wilt ophalen vanaf de server.
Selecteer Opties > Opslaan als bookmark als u het webadres van de huidige pagina wilt opslaan als bookmark.
Selecteer Terug (beschikbaar als
Geschiedenislijst is ingesteld in de
browserinstellingen en de huidige pagina niet de eerste pagina is die u bezoekt) als u de visuele geschiedenis wilt gebruiken om tijdens het surfen snapshots van de bezochte pagina's te maken. Selecteer de pagina als u naar een eerder bezochte pagina wilt gaan.
Selecteer Opties > Instrumenten > Pagina
opslaan als u een pagina wilt opslaan tijdens het
bladeren.
U kunt pagina's opslaan om deze later te lezen als u offline bent. U kunt deze opgeslagen pagina's ook groeperen in mappen. Selecteer Opties >
Bookmarks > Opgeslagen pagina's om de
opgeslagen pagina's te openen.
Selecteer Opties > Dienstopties (indien
78
ondersteund door de webpagina) als u een sublijst
met opdrachten of acties voor de geopende pagina wilt openen.
Selecteer Opties > Venster > Pop-ups
blokkeren of Pop-ups toestaan als u wilt toestaan
of voorkomen dat meerdere vensters automatisch worden geopend.
Sneltoetsen tijdens het surfen over het internet
Druk op 1 om uw bookmarks te openen.
Druk op 2 om trefwoorden te zoeken op de
huidige pagina.
Druk op 3 om terug te keren naar de vorige
pagina.
Druk op 5 om een lijst met alle open vensters
weer te geven.
Druk op 8 om het paginaoverzicht van de huidige
pagina weer te geven. Druk nogmaals op 8 als u wilt inzoomen om het gewenste gedeelte van de pagina te zien.
Druk op 9 om een nieuw webadres in te voeren.
Druk op 0 om naar de homepage te gaan (indien
dit is gedefinieerd in de instellingen).
Druk op * en # om in en uit te zoomen op de
pagina.
Tip: Druk tweemaal op of druk op de end- toets als u wilt terugkeren naar de stand-by
Page 79
modus terwijl de browser op de achtergrond is geopend. Keer terug naar de browser door
ingedrukt te houden en de browser in de
lijst te selecteren.

Werkbalk in de browser

Met de werkbalk in de browser kunt u veelgebruikte browserfuncties selecteren.
Houd de bladertoets ingedrukt op een lege plek van een webpagina om de werkbalk te openen. Druk de bladertoets naar links of naar rechts om over de werkbalk te navigeren. Druk op de bladertoets om een functie te selecteren.
In de werkbalk kunt u de volgende opties selecteren:
Veelgebr. koppelingen — Hiermee geeft u een
lijst met vaak bezochte webadressen weer.
Paginaoverzicht — Hiermee geeft u een
overzicht weer van de huidige webpagina.
Zoeken — Hiermee kunt u trefwoorden zoeken
op de huidige pagina.
Opnieuw laden — Hiermee vernieuwt u de
pagina.
Abonner. op webfeeds (indien
beschikbaar) — Hiermee opent u een lijst met beschikbare webfeeds op de huidige webpagina en kunt u zich abonneren op een webfeed.

Navigeren over pagina's

De miniweergave en het paginaoverzicht helpen u bij het navigeren over pagina's die grote hoeveelheden informatie bevatten.
Wanneer de miniweergave is ingesteld in de browserinstellingen en u een grote webpagina weergeeft, wordt de miniweergave geopend met een overzicht van de bezochte webpagina.
Stel de miniweergave in door Opties >
Instellingen > Algemeen > Miniweergave > Aan te selecteren.
Druk de bladertoets naar rechts, naar links, omhoog of omlaag als u over de kaart wilt schuiven. Stop met bladeren als u de gewenste locatie hebt bereikt. De miniweergave verdwijnt en u blijft op de geselecteerde locatie.
Wanneer u een pagina met een grote hoeveelheid informatie bekijkt, kunt u ook Paginaoverzicht gebruiken om te bekijken wat voor informatie de pagina bevat.
Druk op 8 als u het paginaoverzicht van de huidige pagina wilt weergeven. Druk de bladertoets omhoog, omlaag, naar links of naar rechts om de gewenste plaats op de pagina te vinden. Druk nogmaals op 8 als u wilt inzoomen om het gewenste gedeelte van de pagina te zien.
Webbrowser
79
Page 80

Webfeeds en blogs

Webfeeds zijn XML-bestanden op webpagina's die worden gebruikt door de weblogcommunity en nieuwsorganisaties om de meest recente nieuwsberichten of tekst te delen, bijvoorbeeld nieuwsfeeds. Blogs of weblogs zijn dagboeken op
Webbrowser
het web. De meeste webfeeds gebruiken RSS- en Atom-technologie. Webfeeds worden veel toegepast op web-, blog- en wikipagina's.
De toepassing Web stelt automatisch vast of een webpagina webfeeds bevat.
Als u zich wilt abonneren op een webfeed, selecteert u Opties > Abonneren.
Selecteer in de weergave Bookmarks Webfeeds als u wilt bekijken op welke webfeeds u bent geabonneerd.
Werk een webfeed bij door deze te selecteren en
Opties > Vernieuwen te selecteren.
Selecteer Opties > Instellingen > Webfeeds als u wilt opgeven hoe de webfeeds moeten worden bijgewerkt.
multimedia, nieuwsfeeds en andere gegevens (zoals weerberichten) naar het apparaat worden verzonden. Geïnstalleerde widgets worden als afzonderlijke toepassingen weergegeven in de map
Toepassingen.
U kunt widgets met de toepassing Downloaden of via internet downloaden.
Voor widgets wordt het toegangspunt van de webbrowser gebruikt. In sommige widgets worden gegevens automatisch bijgewerkt op uw apparaat als de widgets actief zijn op de achtergrond.

Inhoud zoeken

Als u op de huidige webpagina wilt zoeken naar trefwoorden, telefoonnummers of e-mailadressen, selecteert u Opties > Zoeken en de gewenste optie. Druk de bladertoets omhoog om naar het vorige item te gaan. Druk de bladertoets omlaag om naar het volgende item te gaan.
Tip: Druk op 2 om trefwoorden te zoeken op de pagina.

Widgets

In de webbrowser wordt ondersteuning geboden voor widgets (netwerkdienst). Widgets zijn kleine,
80
downloadbare webtoepassingen waarmee

Items downloaden en aanschaffen

U kunt onder andere beltonen, afbeeldingen, logo's, thema's en videoclips downloaden. Deze items
Page 81
worden gratis aangeboden of u kunt deze aanschaffen. Gedownloade items worden verder verwerkt door de bijbehorende toepassingen in het apparaat. Een gedownloade foto of een MP3­bestand kunt u bijvoorbeeld opslaan in Galerij.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen
toepassingen en andere software van betrouwbare bronnen, zoals toepassingen die een Symbian-
ondertekening dragen of die de Java Verified hebben doorstaan.
Ga als volgt te werk om een item te downloaden:
1. Selecteer de koppeling.
2. Selecteer de optie waarmee u het item
aanschaft, bijvoorbeeld "Buy" ("Kopen").
3. Lees alle informatie nauwkeurig door.
4. Selecteer de gewenste optie om door te gaan of
om te stoppen met het downloaden, bijvoorbeeld "Accept" of "Cancel" ("Accepteren" of "Annuleren").
Als u het downloaden start, krijgt u een lijst te zien van de lopende en voltooide downloads tijdens de huidige sessie.
Als u de lijst wilt wijzigen, selecteert u Opties >
Downloads. Ga naar een item in de lijst en selecteer Opties als u lopende downloads wilt annuleren of
TM
-test
voltooide downloads wilt openen, opslaan of verwijderen.

Bookmarks

De weergave Bookmarks verschijnt als u de webtoepassing opent. U kunt webadressen selecteren in een lijst of in een verzameling bookmarks in de map Autom. bookmrks. U kunt de URL van de webpagina die u wilt bezoeken ook direct invoeren in het veld (
duidt de startpagina aan die voor het
standaardtoegangspunt is gedefinieerd. U kunt URL's opslaan als bookmarks terwijl u op
internet surft. U kunt adressen die u in een bericht hebt ontvangen, ook opslaan als bookmarks. Daarnaast kunt u opgeslagen bookmarks verzenden.
Druk op 1 of selecteer Opties > Bookmarks als u de weergave Bookmarks wilt openen terwijl u aan het surfen bent.
Selecteer Opties > Bookmarkbeheer >
Bewerken als u de details van een bookmark wilt
bewerken, zoals de titel. In de weergave Bookmarks kunt u ook andere
browsermappen openen. Met de toepassing Web kunt u tijdens het surfen webpagina's opslaan. In de map Opgeslagen pagina's kunt u de inhoud
).
Webbrowser
81
Page 82
bekijken van de pagina's die u offline hebt opgeslagen.
De toepassing Web houdt ook bij welke pagina's u tijdens het surfen bezoekt. In de map Autom.
bookmrks kunt u een lijst met bezochte
webpagina's weergeven.
Webbrowser
In Webfeeds kunt u opgeslagen koppelingen weergeven naar webfeeds en blogs waarop u zich hebt geabonneerd. Webfeeds worden vaak gebruikt op webpagina's van belangrijke nieuwsorganisaties, in persoonlijke weblogs, door online community's die de meest recente koppen bieden en in overzichten van artikelen. In webfeeds wordt RSS- en Atom-technologie gebruikt.

De cache wissen

De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen in het cachegeheugen van het apparaat.
Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op te slaan. Als u toegang hebt gezocht of gehad tot vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwoord moet opgeven, kunt u de cache van het apparaat na gebruik beter legen. De informatie of de diensten waartoe u toegang hebt gehad, worden namelijk in de cache opgeslagen.
82
Selecteer Opties > Privacyggvns wissen >
Cache wissen om de cache te wissen.

De verbinding verbreken

Selecteer Opties > Instrumenten > Verbind.
verbreken als u de verbinding wilt verbreken en de
browserpagina offline wilt weergeven. Selecteer
Opties > Afsluiten als u de verbinding wilt
verbreken en de browser wilt sluiten.
Druk eenmaal op de end-toets om de browser naar de achtergrond te verplaatsen. Houd de end-toets ingedrukt om de verbinding te verbreken.
Selecteer Opties > Privacyggvns wissen >
Verwijder cookies om de gegevens te verwijderen
die de netwerkserver verzamelt over uw bezoeken aan verschillende webpagina's.

Beveiliging van de verbinding

Als tijdens een verbinding het beveiligingssymbool
wordt weergegeven, is de gegevensoverdracht tussen het apparaat en de internetgateway of ­server gecodeerd.
Het veiligheidssymbool geeft niet aan dat de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder (of de locatie waar de
Page 83
aangevraagde bron is opgeslagen) veilig is. De serviceprovider beveiligt de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder.
Voor een aantal diensten, zoals bankdiensten, zijn mogelijk beveiligingscertificaten vereist. Als de identiteit van de server niet authentiek is of als u niet over het juiste beveiligingscertificaat beschikt, wordt een melding weergegeven. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.

Webinstellingen

Druk op en selecteer Web. Selecteer Opties > Instellingen en maak een
keuze uit de volgende opties:
Algemene instellingen
Toegangspunt — Hiermee wijzigt u het
standaardtoegangspunt. Sommige of alle toegangspunten kunnen door de serviceprovider vooraf zijn ingesteld voor het apparaat; het is wellicht niet mogelijk deze instellingen te wijzigen of verwijderen of om nieuwe instellingen toe te voegen.
Homepage — Hiermee definieert u de
homepage.
Miniweergave — Hiermee schakelt u de
miniweergave in of uit.
pagina's', p. 79.
Zie 'Navigeren over
Geschiedenislijst — Als u tijdens het surfen met
Terug een lijst wilt weergeven met de pagina's
die u hebt bezocht tijdens de huidige sessie, schakelt u Geschiedenislijst in.
Veiligheidswrschwngn — Hiermee verbergt of
toont u veiligheidswaarschuwingen.
Java/ECMA-script — Hiermee schakelt u het
gebruik van scripts in of uit.
Pagina-instellingen
Inhoud laden — Hiermee selecteert u of u
afbeeldingen en andere objecten wilt laden tijdens het surfen. Als u Alleen tekst hebt geselecteerd, selecteert u Opties >
Instrumenten > Afbeeldingen laden
wanneer u afbeeldingen of objecten later tijdens het surfen wilt laden.
Schermformaat — Hiermee schakelt u tussen de
volledige schermweergave en de normale weergave met de optielijst.
Standaardcodering — Als teksttekens niet
correct worden weergegeven, kunt u een andere codering selecteren op basis van de taal voor de huidige pagina.
Pop-ups blokkeren — Hiermee staat u toe of
voorkomt u dat verschillende pop-upvensters tijdens het surfen automatisch worden geopend.
Autom. opnieuw laden — Selecteer Aan als u
wilt dat webpagina's automatisch worden vernieuwd tijdens het surfen.
Webbrowser
83
Page 84
Lettergrootte — Hiermee geeft u de
lettergrootte voor webpagina's op.
Privacy-instellingen
Autom. bookmarks — Hiermee schakelt u het
automatisch verzamelen van bookmarks in of uit. Selecteer Map verbergen als u de adressen
Webbrowser
van de bezochte webpagina's wilt blijven opslaan in de map Autom. bookmrks.
Formulierggvns opslaan — Selecteer Uit als u
niet wilt dat de gegevens die u op de verschillende formulieren van de webpagina invult, worden opgeslagen en de volgende keer worden gebruikt wanneer u de pagina bezoekt.
Cookies — Hiermee schakelt u het ontvangen en
verzenden van cookies in of uit.
Instellingen voor webfeeds
Automatische updates — Hiermee geeft u op
of webfeeds automatisch moeten worden bijgewerkt en zo ja, hoe vaak dit moet gebeuren. Als u de toepassing zodanig instelt dat webfeeds automatisch worden opgehaald, kan dit ertoe leiden dat grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de serviceprovider worden verzonden. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Toeg.p. voor autom. aanp. — Selecteer het
84
gewenste toegangspunt voor bijwerken. Deze
instelling is alleen beschikbaar als
Automatische updates is ingeschakeld.
Page 85

Verbindingen

Het apparaat bevat verschillende opties voor verbindingen met internet of met andere compatibele apparaten of pc's.

WLAN

Het apparaat ondersteunt WLAN. Met WLAN kunt u vanaf het apparaat verbinding maken met internet en compatibele apparaten die mogelijkheden bieden voor WLAN.

WLAN

Als u WLAN wilt gebruiken, moet dit beschikbaar zijn op uw locatie en moet het apparaat op het WLAN zijn aangesloten.
In sommige gebieden, zoals Frankrijk, gelden restricties op het gebruik van draadloos LAN. Raadpleeg de lokale autoriteiten voor meer informatie.
Als functies gebruik maken van een WLAN of als dergelijke functies op de achtergrond mogen worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
Het apparaat ondersteunt de volgende WLAN­functies:
IEEE 802.11b/g standaard
Frequentie van 2,4 GHz
WEP-coderingsmethoden (Wired Equivalent
Privacy) met sleutels tot 128 bit, WPA-toegang (Wi-Fi Protected Access) en 802.1x­coderingsmethoden. Deze functies kunnen alleen worden gebruikt als het netwerk hiervoor ondersteuning biedt.

WLAN-verbindingen

Als u WLAN wilt gebruiken, moet u een internettoegangspunt voor WLAN maken. Gebruik het toegangspunt voor toepassingen die verbinding met internet moeten hebben.
'WLAN-internettoegangspunten', p. 87.
Belangrijk: Schakel altijd een van de
beschikbare encryptiemethoden in om de beveiliging van uw draadloze LAN-verbinding te vergroten. Het gebruik van encryptie verkleint het risico van onrechtmatige toegang tot uw gegevens.
Zie
Verbindingen
85
Page 86
Er wordt een WLAN-verbinding tot stand gebracht als u een gegevensverbinding maakt met een internettoegangspunt voor een WLAN. De actieve WLAN-verbinding wordt verbroken als u de gegevensverbinding verbreekt.
U kunt een WLAN gebruiken tijdens een gesprek of wanneer pakketgegevens actief zijn. U kunt met
Verbindingen
maximaal één WLAN-toegangspunt tegelijkertijd verbinding hebben, maar verschillende toepassingen kunnen hetzelfde internettoegangspunt gebruiken.
Als het offline profiel is ingesteld voor het apparaat, kunt nog steeds een WLAN gebruiken (indien beschikbaar). Zorg ervoor dat u voldoet aan de veiligheidseisen wanneer u een WLAN-verbinding tot stand brengt en gebruikt.
Tip: Als u het unieke MAC-adres (Media Access Control) voor het apparaat wilt controleren, typt u #62209526# in de stand-bymodus.

De WLAN-wizard

De WLAN-wizard helpt u om verbinding te maken met een WLAN en uw WLAN-verbindingen te beheren.
De WLAN-wizard toont de status van uw WLAN­verbindingen in de actieve stand-by modus. Ga naar de rij met de status en selecteer deze om de
86
beschikbare opties weer te geven.
Als er bijvoorbeeld WLAN's zijn gedetecteerd, wordt
WLAN-netw. gevonden weergegeven. Als u een
internettoegangspunt wilt maken en de webbrowser wilt starten met behulp van dit toegangspunt, selecteert u de status en Browsen
starten.
Als u een beveiligd WLAN selecteert, wordt u gevraagd om de betreffende wachtwoorden in te voeren. Als u verbinding wilt maken met een verborgen netwerk, moet u de juiste netwerknaam invoeren (SSID, Service Set Identifier). Als u een nieuw internettoegangspunt wilt maken voor een verborgen WLAN, selecteert u Nieuw WLAN.
Als u verbonden bent met een WLAN, wordt de naam van het internettoegangspunt getoond. Selecteer de status en selecteer Doorgaan met
browsen als u dit internettoegangspunt wilt
gebruiken voor de webbrowser. Als u de verbinding in het WLAN wilt verbreken, selecteert u de status en WLAN-verb. verbrkn.
Als de scanfunctie voor WLAN's is uitgeschakeld en u geen verbinding hebt met een WLAN, wordt
WLAN-scan uit weergegeven. Als u de scanfunctie
wilt inschakelen en wilt zoeken naar beschikbare WLAN's, selecteert u de status en drukt u op de bladerdtoets.
Als u wilt zoeken naar beschikbare WLAN's, selecteert u de status en Zoeken naar WLAN. Als u
Page 87
de WLAN-scanfunctie wilt uitschakelen, selecteert u de status en WLAN-scan uit.
Druk op
wiz. als u de WLAN-wizard in het menu wilt openen.
en selecteer Instrumenten > WLAN-

WLAN-internettoegangspunten

Druk op en selecteer Instrumenten > WLAN-
wiz..
Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
WLAN-netwrkn filteren — Hiermee filtert u de
WLAN's uit de lijst met gedetecteerde netwerken. De geselecteerde netwerken worden uitgefilterd als de toepassing de volgende keer naar WLAN's zoekt.
Details — Hiermee kunt u de details van een
netwerk in de lijst weergeven. Als u een actieve verbinding selecteert, worden de verbindingsdetails getoond.
Toeg.punt definiëren — Hiermee maakt u een
internettoegangspunt in een WLAN.
Toegangspunt bwrkn — Hiermee bewerkt u de
details van een bestaand internettoegangspunt.
U kunt ook het verbindingsbeheer gebruiken om internettoegangspunten te maken.
gegevensverbindingen', p. 87.
Zie 'Actieve

Bedieningsmodi

Een WLAN heeft twee bedieningsmodi: infrastructuur en adhoc.
In de infrastructuurmodus zijn twee soorten communicatie mogelijk: draadloze apparaten zijn met elkaar verbonden via een WLAN-toegangspunt of draadloze apparaten zijn op een LAN aangesloten via een WLAN-toegangspunt.
In de ad-hocmodus kunnen apparaten onderling rechtstreeks gegevens verzenden en ontvangen.

Verbindingsbeheer

Actieve gegevensverbindingen

Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > Verb.beh. > Act. geg.verb..
In de weergave Actieve gegevensverbindingen kunt u de geopende gegevensverbindingen bekijken:
gegevensoproepen
packet-gegevensverbindingen
WLAN-verbindingen
Opmerking: De uiteindelijke gespreksduur
die door de serviceprovider in rekening wordt gebracht kan variëren, afhankelijk van de
Verbindingen
87
Page 88
netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
Selecteer Opties > Verb. verbreken als u een verbinding wilt verbreken. Selecteer Opties > Alle
verb. verbrek. als u alle actieve verbindingen wilt
verbreken.
Verbindingen
Selecteer Opties > Gegevens als u de details van een verbinding wilt bekijken. Welke details worden weergegeven, is afhankelijk van het type verbinding.

Beschikbare WLAN-netwerken

Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > Verb.beh. > Beschk. WLAN.
De weergave met beschikbare WLAN's bevat een lijst met WLAN's binnen het bereik, de bijbehorende netwerkmodus (infrastructuur of ad hoc) en een symbool voor de signaalsterkte. netwerken met codering en apparaat een actieve verbinding heeft in het netwerk.
Selecteer Opties > Gegevens als u de details van een netwerk wilt bekijken.
Selecteer Opties > Toeg.pt definiëren als u een internettoegangspunt in een netwerk wilt maken.
88
verschijnt voor
verschijnt als het

Bluetooth-connectiviteit

Bluetooth-connectiviteit

U kunt een draadloze verbinding tot stand brengen met andere compatibele apparaten door middel van Bluetooth-connectiviteit. Dit kunnen apparaten zijn als mobiele telefoons en computers, en toebehoren als hoofdtelefoons en carkits. Met Bluetooth-connectiviteit kunt u afbeeldingen, notities en video-, muziek- en geluidsclips verzenden, een draadloze verbinding tot stand brengen met een compatibele pc (bijvoorbeeld voor bestandsoverdracht) of een verbinding tot stand brengen met een compatibele printer om afbeeldingen af te drukken met Afbeeldingen afdrukken.
Aangezien apparaten met draadloze Bluetooth­technologie communiceren via radiogolven, hoeft er geen 'direct zicht' te bestaan tussen de apparaten. De twee apparaten mogen maximaal 10 meter van elkaar zijn verwijderd, hoewel de verbinding wel hinder kan ondervinden van obstakels, zoals muren of andere elektronische apparaten.
Het apparaat is compatibel met Bluetooth­specificatie 2.0, die de volgende profielen ondersteunt: Advanced Audio Distribution, Audio/ Video Remote Control, Basic Imaging, Basic Printing, Dial-up Networking, File Transfer, Hands-
Page 89
Free, Headset, Human Interface Device, Object Push, SIM Access en Synchronization. Gebruik door Nokia goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met andere apparatuur die Bluetooth-technologie ondersteunt. Informeer bij de fabrikanten van andere apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat.
Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het gebruik van Bluetooth-technologie. Raadpleeg de lokale autoriteiten of serviceprovider voor meer informatie.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth­technologie of als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de batterij af.
Als het apparaat is vergrendeld, kunt u Bluetooth­connectiviteit niet gebruiken.
SIM', p. 168.
Zie 'Telefoon en

Instellingen

Druk op en selecteer Instrumenten >
Bluetooth.
Wanneer u de toepassing de eerste keer opent, wordt u gevraagd een naam te definiëren voor het apparaat. U kunt de naam later wijzigen.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Bluetooth — Stel Bluetooth-connectiviteit eerst
in op Aan en maak vervolgens verbinding als u een draadloze verbinding met een ander compatibel apparaat wilt maken. Selecteer Uit als u Bluetooth-connectiviteit wilt uitschakelen.
Waarneembrh. tel. — Selecteer
Waarneembaar als het apparaat mag worden
gedetecteerd door andere apparaten via draadloze Bluetooth-technologie. Selecteer
Periode opgeven als u wilt instellen na hoeveel
tijd de zichtbaarheid wordt veranderd van weergegeven in verborgen. Selecteer
Verborgen als u het apparaat wilt verbergen
voor andere apparaten.
Naam van mijn telef. — Wijzig de naam die
wordt weergegeven aan andere apparaten die draadloze Bluetooth-technologie gebruiken.
Externe SIM-modus — Selecteer Aan als u een
ander apparaat wilt inschakelen, zoals een compatibele carkit, om via de SIM-kaart in het apparaat verbinding te maken met het netwerk.
Zie 'Externe SIM-modus', p. 91.

Beveiligingstips

Druk op en selecteer Instrumenten >
Bluetooth.
Als u geen gebruik maakt van Bluetooth­connectiviteit, selecteert u Bluetooth > Uit of
Waarneembrh. tel. > Verborgen om te bepalen
Verbindingen
89
Page 90
wie het apparaat kan detecteren en er verbinding mee kan maken.
Accepteer geen verbindingsaanvragen van en koppel het apparaat niet aan een onbekend apparaat. Zo beschermt u het apparaat tegen schadelijke inhoud.
Verbindingen

Gegevens verzenden met behulp van Bluetooth-connectiviteit

Er kunnen verschillende Bluetooth-verbindingen tegelijk actief zijn. Als u bijvoorbeeld verbonden bent met een compatibele hoofdtelefoon, kunt u tegelijkertijd ook bestanden uitwisselen met een ander compatibel apparaat.
1. Open de toepassing waarin het item dat u wilt
verzenden, is opgeslagen. Open bijvoorbeeld Galerij als u een afbeelding wilt verzenden naar een ander compatibel apparaat.
2. Selecteer het item en Opties > Zenden > Via
Bluetooth.
Apparaten met draadloze Bluetooth­technologie die zich binnen het bereik bevinde n, worden weergegeven. Dit zijn de apparaatpictogrammen:
computer
90
telefoon
audio- of videoapparaat
ander apparaat
Selecteer Stop als u de zoekopdracht wilt onderbreken.
3. Selecteer het apparaat waarmee u verbinding
wilt maken.
4. Als koppeling met het andere apparaat vereist
is, hoort u een geluidssignaal en moet u een wachtwoord opgeven.
koppelen', p. 90.
Wanneer de verbinding is gemaakt, verschijnt
Gegevens worden verzonden.
Tip: Het kan zijn dat bij het zoeken naar
apparaten voor sommige apparaten alleen de unieke adressen worden weergeven (apparaatadressen). Als u wilt weten wat het unieke adres van uw apparaat is, geeft u de code *#2820# op in de stand-by modus.
Zie 'Apparaten

Apparaten koppelen

Als u een apparaat wilt koppelen aan compatibele apparaten en de gekoppelde apparaten wilt bekijken, schuift u naar rechts in de hoofdweergave van Bluetooth-connectiviteit.
Stel voordat u de koppeling uitvoert uw wachtwoord in (1 tot 16 cijfers) en spreek met de eigenaar van het andere apparaat af hetzelfde wachtwoord te gebruiken. Bij apparaten zonder gebruikersinterface wordt het wachtwoord
Page 91
gebruikt dat in de fabriek is ingesteld. Het wachtwoord is voor eenmalig gebruik.
1. Selecteer Opties > Nw gekoppeld app. als u
het apparaat wilt koppelen aan een ander apparaat. Apparaten die zich binnen het bereik bevinden, worden weergegeven.
2. Selecteer het apparaat en voer het wachtwoord
in. Op het andere apparaat moet hetzelfde wachtwoord worden ingevoerd.
3. Sommige audiotoebehoren maken na koppeling
automatisch verbinding met het apparaat. Ga anders naar het toebehoren en selecteer
Opties > Verb. met audioapparaat.
Gekoppelde apparaten zijn te herkennen aan het symbool
Als u gekoppelde apparaten wilt instellen als geautoriseerd of niet-geautoriseerd, gaat u naar het apparaat en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Geautoriseerd — Uw apparaat en het
geautoriseerde apparaat kunnen zonder uw medeweten verbinding maken. U hoeft de verbinding niet afzonderlijk te accepteren of autoriseren. Gebruik deze optie voor uw eigen apparaten, zoals uw compatibele hoofdtelefoon of pc of voor apparaten van mensen die u vertrouwt. aan in de weergave voor gekoppelde apparaten.
in de lijst met apparaten.
geeft geautoriseerde apparaten
Niet geautoriseerd — Verbindingsverzoeken
van dit apparaat moeten altijd afzonderlijk worden geaccepteerd.
Ga naar het apparaat en selecteer Opties >
Verwijderen als u een koppeling wilt annuleren.
Selecteer Opties > Alle verwijderen als u alle koppelingen wilt annuleren.

Gegevens ontvangen met behulp van Bluetooth-connectiviteit

Als u gegevens ontvangt via Bluetooth­connectiviteit, hoort u een geluidssignaal en wordt u gevraagd of u het bericht wilt ontvangen. Als u bevestigend antwoordt, verschijnt het item in de map Inbox in Berichten geplaatst. Berichten die zijn ontvangen via Bluetooth­connectiviteit, worden aangeduid met
en wordt
.

Externe SIM-modus

Voordat de externe SIM-modus kan worden geactiveerd, moeten de twee apparaten worden gekoppeld, waarbij de koppeling op het andere apparaat wordt gestart. Gebruik voor de koppeling een 16-cijferig wachtwoord en geef het andere apparaat de benodigde autorisatie.
Als u de externe SIM-modus wilt gebruiken met een compatibele carkit, activeert u Bluetooth-
Verbindingen
91
Page 92
connectiviteit en schakelt u het gebruik van de externe SIM-modus in. Activeer de externe SIM­modus vanaf het andere apparaat.
Wanneer de externe SIM-modus is ingeschakeld op het apparaat, wordt Externe SIM-modus weergegeven in de stand-by modus. De verbinding met het draadloze netwerk wordt uitgeschakeld,
Verbindingen
zoals wordt aangegeven met voor de signaalsterkte, en u kunt geen SIM­kaartdiensten of -functies gebruiken die een mobiel netwerk vereisen.
Als het draadloze apparaat in de externe SIM-modus staat, kunt u alleen via een compatibele en aangesloten uitbreiding, zoals een carkit, gesprekken voeren of ontvangen. U kunt in deze modus geen nummers kiezen met uw draadloze apparaat, behalve de alarmnummers die in het apparaat zijn geprogrammeerd. Als u wilt bellen met uw apparaat, moet u de externe SIM-modus verlaten. Als het apparaat is vergrendeld, moet u de beveiligingscode invoeren om het te ontgrendelen.
Druk op de aan/uit-toets en selecteer Externe SIM
sluiten als u de externe SIM-modus wilt afsluiten.
in de aanduiding
USB
Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > USB.
92
Selecteer Vragen bij verbind. > Ja als u wilt dat instellen dat het doel van de verbinding telkens moet worden opgegeven wanneer een compatibele gegevenskabel wordt aangesloten.
Als Vragen bij verbind. is uitgeschakeld en u de modus tijdens een actieve verbinding wilt wijzigen, selecteert u USB-modus en maakt u een keuze uit de volgende opties:
PC Suite — Hiermee kunt u Nokia PC-
toepassingen gebruiken, zoals Nokia Nseries PC Suite, Nokia Lifeblog en Nokia Software Updater.
Gegevensoverdracht — Hiermee brengt u
gegevens over tussen het apparaat en een compatibele pc. U kunt in deze modus ook kaarten downloaden met de pc-toepassing Nokia Map Loader.
Afb. afdrukken — Hiermee drukt u
afbeeldingen af op een compatibele printer.
Mediaspeler — Hiermee synchroniseert u
muziek met Windows Media Player.

Pc-verbindingen

U kunt het apparaat gebruiken met allerlei compatibele toepassingen voor pc-connectiviteit en gegevenscommunicatie. Met Nokia Nseries PC Suite kunt u bijvoorbeeld afbeeldingen overbrengen tussen een apparaat en een compatibele pc.
Page 93
Maak altijd verbinding vanaf de pc als u wilt synchroniseren met het apparaat.
Verbindingen
93
Page 94

Nokia Videocentrum

Met Nokia Videocentrum (netwerkdienst) kunt u videoclips downloaden en streamen vanaf compatibele internetvideodiensten die pakketgegevens of een WLAN (draadloos LAN) gebruiken. U kunt ook videoclips overbrengen vanaf een compatibele pc naar het apparaat en deze bekijken in Videocentrum.
Nokia Videocentrum
Videocentrum ondersteunt dezelfde bestandsindelingen als RealPlayer. Alle video's worden standaard in de liggende stand afgespeeld.
Het apparaat bevat mogelijk vooraf gedefinieerde diensten.
Serviceproviders kunnen inhoud gratis of tegen betaling bieden. Vraag de prijzen na bij de serviceprovider.

Video's zoeken en weergeven

1. Druk op en selecteer Videocentr..
2. Selecteer de gewenste videodienst door de
bladertoets naar links of rechts te drukken om
94
verbinding te maken met deze videodienst.
Het apparaat werkt de inhoud van de dienst bij, waarna het wordt weergegeven.
3. Als u video's per categorie wilt weergeven
(indien beschikbaar), drukt u de bladertoets naar links of rechts om de andere tabbladen te bekijken.
4. Selecteer Opties > Videodetails als u
informatie over een video wilt bekijken.
5. Bepaalde videoclips kunnen als streamingvideo
worden weergegeven, terwijl u andere clips eerst naar het apparaat moet downloaden. Selecteer Opties > Downloaden als u een videoclip wilt downloaden.
Page 95
Selecteer Opties > Afspelen als u een streamingclip of een gedownloade clip wilt weergeven.
6. Bedien de speler met de bladertoets en de
selectietoetsen terwijl de clip wordt afgespeeld. Druk op de volumetoets om het volume te regelen.
Clips worden verder op de achtergrond gedownload als u de toepassing sluit. De gedownloade video's worden opgeslagen in Videocentr. > Mijn
video's.
Selecteer Nieuwe diensten toev. als u een verbinding tot stand wilt brengen met internet om te bladeren door beschikbare diensten die u kunt toevoegen aan de hoofdweergave.

Internetvideo's

Internetvideo's zijn videoclips die op internet worden gedistribueerd via RSS-feeds. U kunt nieuwe feeds toevoegen aan Internetvideo's in de instellingen.
U kunt uw feeds bekijken in de map
Internetvideo's in Videocentrum.
Selecteer Opties > Feedabonnementen als u feeds wilt toevoegen of verwijderen.
Blader naar een feed en druk op de bladertoets als u wilt bekijken welke video's in een feed beschikbaar zijn.
Selecteer Opties > Videodetails als u informatie over een video wilt bekijken.
Blader naar een video en selecteer Opties >
Downloaden als u deze wilt downloaden.
Druk op de bladertoets om de gedownloade video af te spelen.

Gedownloade video's afspelen

De gedownloade video's worden opgeslagen in
Videocentr. > Mijn video's.
Druk op de bladertoets om een gedownloade video af te spelen.
Selecteer Opties > Afspelen via eigen netw. om een gedownloade video in uw eigen netwerk af te spelen. Eerst moet uw eigen netwerk zijn geconfigureerd.
netwerk', p. 58.
Bedien de speler met de bladertoets en de selectietoetsen terwijl de clip wordt afgespeeld.
Als er niet genoeg vrije ruimte beschikbaar is in het apparaatgeheugen of op een compatibele
Zie 'Informatie over het eigen
Nokia Videocentrum
95
Page 96
geheugenkaart, worden automatisch enkele van de oudste bekeken video's verwijderd wanneer nieuwe video's worden gedownload. dat video's binnenkort mogelijk worden verwijderd.
Selecteer Opties > Beveiligen als u wilt voorkomen dat een video automatisch wordt verwijderd (
Video's overbrengen van uw
Nokia Videocentrum
).
pc
Breng uw eigen video's over naar het videocentrum vanaf compatibele apparaten via een compatibele USB-kabel.
Ga als volgt te werk om video's vanaf een compatibele PC over te zetten naar de geheugenkaart in het apparaat:
1. Als u het apparaat op een pc wilt weergeven als
massageheugenapparaat (E:\) waarnaar u gegevensbestanden kunt overbrengen, maakt u verbinding via een compatibele USB-kabel.
2. Selecteer de verbindingsmodus
Gegevensoverdracht. Er moet een compatibele
geheugenkaart in het apparaat zijn geplaatst.
3. Selecteer de video's die u van uw pc wilt
96
kopiëren.
geeft aan
4. Breng de video's over naar E:\Mijn video's op de
geheugenkaart. De overgebrachte video's verschijnen in de map
Mijn video's in Videocentrum. Videobestanden
in andere mappen van uw apparaat worden niet weergegeven.

Instellingen

Selecteer Opties > Instellingen in de hoofdweergave van Videocentrum en kies een van de volgende opties:
Videodienst selecteren — Hiermee selecteert
u de videodiensten die u in de hoofdweergave van de toepassing wilt weergeven. U kunt ook de details van een videodienst bekijken.
Voor sommige diensten moet u een gebruikersnaam en wachtwoord opgeven. Deze gegevens ontvangt u van de serviceprovider.
Standaardtoegangspunt — Hiermee
selecteert u de toegangspunten voor de gegevensverbinding. Als u pakketgegevensverbindingen gebruikt om bestanden te downloaden, worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens verzonden via het netwerk van de serviceprovider. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Page 97
Ouderlijk toezicht — Hiermee activeert u het
kinderslot voor videodiensten.
Voorkeursgeheugen — Hier geeft u aan of
gedownloade video's moeten worden opgeslagen in het apparaatgeheugen of op een compatibele geheugenkaart. Als het geselecteerde geheugen bijna vol is, wordt de inhoud opgeslagen in het andere geheugen, indien beschikbaar. Als er niet genoeg ruimte vrij is in het andere geheugen, worden automatisch enkele van de oudste video's verwijderd.
Miniaturen — Hier geeft u aan of u miniaturen
in videolijsten wilt bekijken.
Nokia Videocentrum
97
Page 98

Muziekmap

Muziekspeler

Muziekmap
Waarschuwing: Luister naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Muziekspeler ondersteunt bestandsindelingen zoals AAC, AAC+, eAAC+, MP3 en WMA. Music Player ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle kenmerken van bestandsindelingen of alle variaties van bestandsindelingen.
U kunt Music player ook gebruiken om podcasts te beluisteren. Podcasts zijn de methode voor het aanleveren van audio- of video-inhoud via internet waarbij RSS- of ATOM-technologie wordt gebruikt om deze inhoud op mobiele apparaten en pc's af te spelen.
U kunt muziek van andere compatibele apparaten naar uw apparaat overbrengen.
overbrengen naar uw apparaat', p. 101.
98
Zie 'Muziek

Een liedje of podcast-episode afspelen

U moet mogelijk de bibliotheken met muziek en podcasts vernieuwen nadat u de selectie van liedjes of podcasts in uw apparaat hebt bijgewerkt. Selecteer Opties > Vernieuwen in de hoofdweergave van Muziekspeler wanneer u alle beschikbare items aan de bibliotheek wilt toevoegen.
Ga als volgt te werk om een liedje of podcast­episode af te spelen:
1. Druk op
Muziekspeler.
2. Selecteer Muziek of Podcasts.
3. Selecteer categorieën als u naar het nummer of
de podcast wilt gaan waarnaar u wilt luisteren.
4. Druk op de bladertoets om de geselecteerde
bestanden af te spelen.
Druk op de bladertoets om het afspelen te pauzeren. Druk opnieuw op de bladertoets om het afspelen te hervatten. Druk de bladertoets omlaag als u het afspelen wilt stoppen.
en selecteer Muziek >
Page 99
Druk de bladertoets naar links of rechts en houd deze ingedrukt als u snel vooruit wilt spoelen of terug wilt spoelen.
Druk de bladertoets naar rechts om naar het volgende item te gaan. Druk de bladertoets naar links als u wilt terugkeren naar het begin van het item. Druk de bladertoets binnen twee seconden nadat een liedje of podcast is gestart opnieuw naar links als u naar het vorige item wilt gaan.
Wanneer u willekeurig afspelen uitschakelen, selecteert u Opties > Willekeurig
afspelen.
Selecteer Opties > Herhalen wanneer u het huidige item ( of herhalen wilt uitschakelen.
Als u podcasts afspeelt, zijn willekeurig afspelen en herhalen automatisch uitgeschakeld.
Druk op de volumetoets om het volume te regelen.
Selecteer Opties > Equalizer als u de toon voor het afspelen van muziek wilt wijzigen.
) of alle items ( ) wilt herhalen,
wilt in- of
Selecteer Opties > Audio-instellingen als u de balans en het stereobeeld wilt wijzigen of de lage tonen wilt versterken.
Selecteer Opties > Visualisatie weergeven als u tijdens het afspelen een visualisatie wilt weergeven.
Druk op de beëindigingstoets als u wilt terugkeren naar de stand-by modus en de speler op de achtergrond wilt laten spelen of houd als u wilt schakelen naar een andere geopende toepassing.
Selecteer Opties > Afsluiten om de muziekspeler te sluiten.
ingedrukt

Muziekmenu

Druk op en selecteer Muziek >
Muziekspeler > Muziek.
In het muziekmenu wordt de beschikbare muziek weergegeven. Selecteer de gewenste optie in het muziekmenu om alle liedjes, gesorteerde liedjes of afspeellijsten te bekijken.
Als de muziekspeler op de achtergrond wordt afgespeeld, opent u de weergave Afspelen door de multimediatoets ingedrukt te houden.
Muziekmap
99
Page 100

Playlists

Druk op en selecteer Muziek >
Muziekspeler > Muziek.
Ga naar het menu Muziek en selecteer
Afspeellijsten als u playlists wilt weergeven en
Muziekmap
beheren.
Selecteer Opties > Details afspeellijst als u de details van de afspeellijst wilt bekijken.
Een playlist maken
1. Selecteer Opties > Afspeellijst maken.
2. Voer een naam voor de playlist in selecteer OK.
3. Selecteer Ja om nu liedjes toe te voegen of
selecteer Nee om de liedjes later toe te voegen.
4. Wanneer u Ja selecteert, selecteert u artiesten
om liedjes te zoeken die u in de afspeellijst wilt opnemen. Druk op de bladertoets om items toe te voegen.
Druk de bladertoets naar rechts als u de lijst met liedjes onder de naam van een artiest wilt weergeven. Druk de bladertoets naar links als u de lijst met liedjes wilt verbergen.
5. Selecteer Gereed wanneer u uw selecties hebt
voltooid. Als een compatibele geheugenkaart is geplaatst,
100
wordt de playlist hierop opgeslagen.
Selecteer Opties > Liedjes toevoe gen terwijl u de afspeellijst weergeeft als u later meer liedjes wilt toevoegen.
Selecteer een item en selecteer Opties > Toev . aan
afspeellijst > Opgesl. afspeellijst of Nieuwe afspeellijst als u liedjes, albums, artiesten, genres
en componisten aan een afspeellijst wilt toevoegen vanuit de verschillende weergaven van het muziekmenu.
Selecteer Opties > Verwijderen als u een liedje uit een afspeellijst wilt verwijderen. Hiermee verwijdert u het nummer niet uit het apparaat, maar alleen uit de playlist.
Ga naar het liedje dat u wilt verplaatsen en sel ecteer
Opties > Lijst opnieuw ordenen als u de
volgorde van liedjes in een afspeellijst wilt wijzigen. Gebruik de bladertoets als u nummers naar een nieuwe positie wilt slepen.

Podcasts

Druk op en selecteer Muziek >
Muziekspeler > Podcasts.
In het podcastmenu worden de podcasts weergegeven die beschikbaar zijn in het apparaat.
Er zijn drie statuswaarden voor podcast-episodes: nooit afgespeeld, gedeeltelijk afgespeeld en volledig afgespeeld. Wanneer een episode gedeeltelijk is afgespeeld, wordt deze de volgende
Loading...