Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-313 in overeenstemming is met de essentiële eisen en
andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de
volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Nokia, Nokia Connecting People, Nseries, N82, Navi, N-Gage, Visual Radio en Nokia Care zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia
Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen
van de respectievelijke eigenaren zijn.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven
toestemming van Nokia is verboden.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in connection with information which
has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in
connection with MPEG-4 video provid ed by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional inf ormation,
including that related to promotional, internal, and commercial uses, may be obtained from MPEG LA, LLC. See http://www.mpegla.com.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die
is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in
verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch
impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en
commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen
en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEV OLGSCHADE
VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
Page 3
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT
GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ
IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR
EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZO NDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE
HERROEPEN.
Toepassingen van derden die bij uw apparaat geleverd worden, kunnen gemaakt zijn door en in eigendom zijn van personen en entiteiten die geen
relatie of verband met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de auteursrechten of de intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van
derden. Als zodanig draagt Nokia geen verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de functionaliteit van deze toepassingen
of de informatie in deze toepassingen of het materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden.
MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ
UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DIT VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH
NOKIA NOCH GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT
TOT) GARANTIES BETREFFENDE TITEL, VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKEN OP
OCTROOIEN, AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN VAN DERDEN.
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokialeverancier voor details en de beschikbaarheid van taalopties.
Exportbepalingen
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere
landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
MEDEDELING FCC/INDUSTRIE CANADA
Dit apparaat kan TV- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorb eeld als u in de nabijheid van de ontvangstapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal
Communicatie Commision (FCC) of Industrie Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen
worden. Neem contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk
van de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat veroorzaakt geen schadelijke storingen, en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf die een
ongewenste werking tot gevolg hebben accepteren. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het
recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen.
/Uitgave 5
Page 4
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid ....................................10
Over dit apparaat..........................................................11
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen
van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn.
Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer
informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET
Voor uw veiligheid
10
VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik
van mobiele telefoons verboden is of als dit
storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd
terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig
te besturen. De verkeersveiligheid dient uw
eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig
zijn voor storing. Dit kan de werking van het
apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende
maatregelen. Schakel het apparaat uit in de
nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende
maatregelen. Draadloze apparatuur kan
storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET
TANKEN
Gebruik het apparaat niet in een
benzinestation. Gebruik het apparaat niet in
de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT
VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende
maatregelen. Gebruik het apparaat niet
waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de posities
zoals deze in de productdocumentatie
worden uitgelegd. Raak de antenne niet
onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen
worden geïnstalleerd of gerepareerd.
Page 11
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren
en batterijen. Sluit geen incompatibele
producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd
het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Maak een back-up of een gedrukte kopie van
alle belangrijke gegevens die in de telefoon
zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander
apparaat aansluit, dient u eerst de
handleiding van het desbetreffende
apparaat te raadplegen voor uitgebreide
veiligheidsinstructies. Sluit geen
incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoonfunctie van het
apparaat ingeschakeld en operationeel is.
Dr uk z o vaak als nod ig i s op de end -to ets om
het scherm leeg te maken en terug te keren
naar de stand-by modus. Voer het
alarmnummer in en druk op de beltoets.
Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het
gesprek pas wanneer u daarvoor
toestemming hebt gekregen.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt
beschreven, is goedgekeurd voor gebruik op de (E)GSMnetwerken 850, 900, 1800 en 1900 en op het UMTSnetwerk 2100. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat
aan alle regelgeving en eerbiedig lokale gebruiken,
privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder
auteursrechten.
Auteursrechtbeschermingsmaatregelen kunnen
verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek
(inclusief beltonen) en andere inhoud worden
gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of
doorgestuurd.
Dit apparaat ondersteunt internetverbindingen en
andere verbindingsmethoden. Net als computers kan
uw apparaat blootstaan aan virussen, schadelijke
boodschappen en toepassingen, en andere schadelijke
inhoud. Wees voorzichtig en open boodschappen,
accepteer verbindingsverzoeken, download content
en accepteer installaties alleen van betrouwbare
bronnen. Overweeg de installatie van
antivirussoftware met een periodieke updateservice
en het gebruik van een firewall en andere relevante
Voor uw veiligheid
11
Page 12
software op uw apparaat om de beveiliging van de
apparaten te vergroten.
De afbeeldingen in deze handleiding kunnen
verschillen van die op het display van uw apparaat.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de wekker, moet het
apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet
in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur
storingen of gevaar kan veroorzaken.
De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijke
functies van Microsoft Word, PowerPoint en Excel
Voor uw veiligheid
(Microsoft Office 2000, XP en 2003). Niet alle
bestandsindelingen kunnen worden bekeken of
gewijzigd.
Tijdens intensief gebruik, zoals bij een actieve sessie
waarin video's worden gedeeld of bij een snelle
gegevensverbinding, kan het apparaat warm
aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Als u
vermoedt dat het apparaat niet goed werkt, breng het
dan naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
Mogelijk bevat het apparaat vooraf geïnstalleerde
bookmarks en koppelingen voor websites van derden.
U kunt websites van derden ook bezoeken vanaf uw
apparaat. Nokia is niet gelieerd aan websites van
derden. Nokia ondersteunt deze sites niet en draagt er
geen aansprakelijkheid voor. Als u ervoor kiest om
dergelijke websites te bezoeken, dient u
voorzorgsmaatregelen voor beveiliging of inhoud te
treffen.
12
Netwerkdiensten
Als u de telefoon wilt gebruiken, moet u zijn
aangemeld bij een provider van een draadloze
verbindingsdienst. Veel van de functies vereisen
speciale netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle
netwerken beschikbaar. Er zijn ook netwerken waar u
specifieke regelingen met uw serviceprovider moet
treffen voordat u gebuik kunt maken van de
netwerkdiensten. Uw serviceprovider kan u instructies
geven en uitleggen hoeveel het kost. Bij sommige
netwerken gelden beperkingen die het gebruik van
netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo
bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor
bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider heeft verzocht om
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren
in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet
in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw
apparaat kan ook beschikken over een speciale
configuratie, zoals veranderingen in menunamen,
menuvolgorde en pictogrammen. Neem contact op
met uw serviceprovider voor meer informatie.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP
en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Sommige
functies van dit apparaat, zoals MMS, surfen en e-mail,
Page 13
vereisen netwerkondersteuning voor deze
technologieën.
Toebehoren, batterijen en
laders
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader
voordat u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u
deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld
voor gebruik met een lader van het type DC-4, AC-4 of
AC-5, of met een lader van het type AC-1, ACP-8, ACP-9,
ACP-12 of LCH-12 als de lader wordt gebruikt met de
laderadapter CA-44.
Het exacte modelnummer van de lader kan afhankelijk
zijn van het type aansluiting. Het type aansluiting
wordt als volgt aangeduid: E, EB, X, AR, U, A, C of UB.
De batterij die voor gebruik met dit apparaat is
bedoeld, is BP-6MT.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen,
laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd
voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle
andere typen kan de goedkeuring of garantie doen
vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van
goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker
en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
Voor uw veiligheid
13
Page 14
Verbinding maken
Verbinding maken
14
De Nokia N82 ondersteunt de volgende
verbindingsmethoden:
● 2G- en 3G-netwerken
● Bluetooth-connectiviteit: om bestanden over te
brengen en verbinding te maken met
compatibele uitbreidingen.
connectiviteit', p. 88.
● Nokia AV-aansluiting (3,5 mm): om verbinding te
maken met compatibele hoofdtelefoons,
televisies of stereosets.
modus', p. 55.
● USB-gegevenskabel: om verbinding te maken
met compatibele apparaten zoals printers en
pc's.
Zie 'USB', p. 92.
● WLAN: om verbinding te maken met apparaten
die WLAN gebruiken.
● GPS: om verbinding te maken met GPS-
satellieten en uw locatie te bepalen.
'Positionering (GPS)', p. 63.
Zie 'Bluetooth-
Zie 'TV out-
Zie 'WLAN', p. 85.
Zie
Page 15
Nuttige informatie
Modelnummer: Nokia N82-1
Hierna aangeduid als Nokia N82.
Help
Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help.
Selecteer Opties > Help als u vanuit een geopende
toepassing de Help voor de huidige weergave wilt
openen.
Tijdens het lezen van de instructies kunt u
teruggaan naar de toepassing die op de
achtergrond geopend is door
houden.
Selecteer Instrumenten > Hulpprogr. > Help als
u de Help wilt openen vanuit het hoofdmenu.
Selecteer de gewenste toepassing om de
bijbehorende helponderwerpen te bekijken.
ingedrukt te
Aan de slag
Zie de handleiding Aan de slag voor informatie over
toetsen en onderdelen, instructies voor het
instellen van het apparaat en andere essentiële
informatie.
Nokia-ondersteuning en
contactgegevens
Ga naar www.nseries.com/support of de lokale
Nokia-website voor de meest recente
handleidingen, aanvullende informatie, downloads
en diensten voor uw Nokia-product.
Zoek in de lijst met lokale contactcentrums van
Nokia Care op www.nokia.com/customerservice
wanneer u contact wilt opnemen met de
klantenservice.
Raadpleeg voor onderhoud het dichtstbijzijnde
Nokia Care-centrum op www.nokia.com/repair.
Aanvullende toepassingen
Dankzij tal van toepassingen van Nokia en andere
softwareontwikkelaars kunt u optimaal gebruik
maken van alle mogelijkheden van het apparaat.
Deze toepassingen worden nader toegelicht in de
handleidingen die beschikbaar zijn op de pagina's
voor productondersteuning op www.nseries.com/
support of uw lokale Nokia-website.
Nuttige informatie
15
Page 16
Software-updates
Nokia kan software-updates vrijgeven die nieuwe
mogelijkheden, uitgebreidere functies of
verbeterde prestaties bieden. U kunt deze updates
aanvragen via de pc-toepassing Nokia Software
Updater. Als u de software op het apparaat wilt
bijwerken, hebt u de toepassing Nokia Software
Updater nodig en een compatibele pc met Microsoft
Windows 2000, XP of Vista, breedband
Nuttige informatie
internettoegang en een compatibele datakabel
voor de verbinding tussen het apparaat en de pc.
Bezoek www.nokia.com/softwareupdate of uw
lokale Nokia-website als u meer informatie wilt en
de toepassing Nokia Software Updater wilt
downloaden.
Tip: Voer in de stand by modus *#0000# in
als u wilt weten welke softwareversie er op
het apparaat is geïnstalleerd.
Instellingen
In het apparaat zijn instellingen voor mobiel
internet en MMS-, GPRS- en streaming-instellingen
doorgaans automatisch geconfigureerd op basis
van de gegevens van de netwerkexploitant. De
instellingen van uw serviceproviders zijn mogelijk
al op het apparaat geïnstalleerd of u kunt de
16
instellingen van de netwerkexploitanten
ontvangen of aanvragen als speciaal bericht.
U kunt de algemene instellingen van het apparaat
wijzigen voor bijvoorbeeld taal, stand-by modus,
weergave en toetsenblokvergrendeling.
'Algemene instellingen', p. 166.
Zie
Toegangscodes
Neem contact op met uw serviceprovider als u een
van de toegangscodes bent vergeten.
● PIN-code (Personal Identification
Number) — Deze code beschermt uw SIM-kaart
tegen ongeoorloofd gebruik. De PIN-code (4 tot
8 cijfers) wordt gewoonlijk bij de SIM-kaart
geleverd. Als u de PIN-code driemaal achter
elkaar foutief invoert, wordt de code
geblokkeerd. U hebt de PUK-code nodig om deze
blokkering op te heffen.
● UPIN-code — Deze code wordt mogelijk geleverd
bij de USIM-kaart. De USIM-kaart is een
uitgebreide versie van de SIM-kaart die wordt
ondersteund door mobiele UMTS-telefoons.
● PIN2-code — Deze code (vier tot acht cijfers)
wordt bij sommige SIM-kaarten geleverd en
verschaft u toegang tot bepaalde functies op het
apparaat.
● Blokkeringscode (ook wel beveiligingscode
genoemd) — De blokkeringscode helpt u om uw
Page 17
apparaat tegen ongeautoriseerd gebruik te
beveiligen. U kunt de code maken en wijzigen en
het apparaat zodanig instellen dat om de code
wordt gevraagd. Houd de nieuwe code geheim
en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij het
apparaat). Als u de code vergeet en uw apparaat
is geblokkeerd, is onderhoud aan het apparaat
vereist. Hiervoor kunnen extra kosten in
rekening worden gebracht. Neem voor meer
informatie contact op met een Nokia Carecentrum of de leverancier van het apparaat.
● PUK- (Personal Unblocking Key) en PUK2-
code — Deze codes (acht cijfers) zijn vereist om
respectievelijk een geblokkeerde PIN- of PIN2code te wijzigen. Neem contact op met de
operator van uw SIM-kaart als de codes niet bij
de SIM-kaart zijn geleverd.
● UPUK-code — Deze code (acht cijfers) is vereist
voor het wijzigen van een geblokkeerde UPINcode. Neem contact op met de operator van uw
USIM-kaart als deze code niet bij de USIM-kaart is
geleverd.
Levensduur van de batterij
verlengen
Veel functies van het apparaat vergen extra
batterijcapaciteit en verkorten de levensduur van
de batterij. Houd rekening met het volgende als u
de batterij wilt sparen:
● Als functies Bluetooth-technologie gebruiken of
als dergelijke functies op de achtergrond worden
uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt,
vergt dit extra batterijcapaciteit. Schakel
Bluetooth-technologie uit wanneer u deze niet
nodig hebt.
● Als functies WLAN gebruiken of als dergelijke
functies op de achtergrond worden uitgevoerd
terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra
batterijcapaciteit. WLAN op het Nokia-apparaat
wordt uitgeschakeld wanneer u niet probeert
om verbinding te maken, geen verbinding hebt
met een toegangspunt of niet aan het zoeken
bent naar beschikbare netwerken. Als u de
batterij wilt sparen, kunt u aangeven dat er niet
of minder vaak moet worden gezocht naar
beschikbare netwerken op de achtergrond.
'WLAN', p. 85. Wanneer Zoeken naar
netwerken is ingesteld op Nooit, wordt het
pictogram voor de beschikbaarheid van een
WLAN niet weergegeven in de stand-by modus.
U kunt echter nog steeds handmatig zoeken naar
beschikbare WLAN's en hiermee normaal
verbinding maken.
● Als u Packet-ggvnsverb. hebt ingesteld op
Autom. bij signaal in de
verbindingsinstellingen en er geen dekking voor
Zie
Nuttige informatie
17
Page 18
een packet-gegevensverbinding (GPRS) is,
probeert het apparaat van tijd tot tijd een
packet-gegevensverbinding tot stand te
brengen. Selecteer Packet-ggvnsverb. >
Wanneer nodig om de bedrijfsduur van het
apparaat te verlengen.
● Met de toepassing Kaarten worden nieuwe
kaartgegevens gedownload als u naar nieuwe
gedeelten van de kaart bladert. Dit vergt extra
batterijcapaciteit. U kunt voorkomen dat nieuwe
Nuttige informatie
kaarten automatisch worden gedownload.
'Kaarten', p. 66.
● Als de signaalsterkte van het mobiele netwerk
erg varieert in uw gebied, moet het apparaat
herhaaldelijk zoeken naar het beschikbare
netwerk. Dit vergt extra batterijcapaciteit.
Als de netwerkmodus is ingesteld op Dual mode
in de netwerkinstellingen, zoekt het apparaat
naar het UMTS-netwerk. Druk op
Instrumenten > Instell. > Telefoon >
Netwerk > Netwerkmodus > GSM als u alleen
het GSM-netwerk wilt gebruiken.
● De achtergrondverlichting van het scherm vergt
extra batterijcapaciteit. Bij de weergaveinstellingen kunt u de time-out wijzigen, waarna
de achtergrondverlichting wordt uitgeschakeld
en de lichtsensor aanpassen waarmee de
18
hoeveelheid licht wordt gecontroleerd en de
helderheid van het scherm wordt aangepast.
Zie
en selecteer
Druk op en selecteer Instrumenten >
Instell. > Algemeen > Persoonlijk >
Weergave en Time-out verlichting of
Lichtsensor.
● Als toepassingen op de achtergrond worden
uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit. Als
u alle toepassingen wilt sluiten die u niet
gebruikt, houdt u
de toepassing in de lijst. Vervolgens drukt u op
C.
Music Player wordt niet afgesloten als u op C
drukt. Selecteer Music Player in de lijst en
selecteer Opties > Afsluiten als u de toepassing
wilt sluiten.
ingedrukt en bladert u naar
Geheugen vrijmaken
Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen
om gegevens op te slaan. U krijgt een melding als
het apparaatgeheugen of de geheugenkaart
(indien beschikbaar) bijna vol is.
Druk op
Best.beh. > Opties > Gegevens geheugen als u
wilt bekijken welke gegevenstypen het apparaat
bevat en hoeveel geheugen wordt gebruikt door de
verschillende gegevenstypen. Bij Vrij geheugen
kunt u de hoeveelheid beschikbaar geheugen zien.
en selecteer Instrumenten >
Page 19
Breng gegevens over naar een compatibele
geheugenkaart (indien beschikbaar) of naar een
compatibele pc als u apparaatgeheugen wilt
vrijmaken.
Als u gegevens wilt verwijderen om geheugen vrij
te maken, gebruikt u Bestandsbeheer om
bestanden te verwijderen die u niet meer nodig
hebt of gaat u naar de betreffende toepassing. U
kunt de volgende elementen verwijderen:
● E-mails in de mappen in Berichten en e-mails die
uit de mailbox zijn opgehaald
● Opgeslagen webpagina's
● Contactgegevens
● Agendanotities
● Toepassingen in Toepassingsbeheer die u niet
nodig hebt
● Installatiebestanden (.sis of .sisx) voor
toepassingen die u hebt geïnstalleerd op een
compatibele geheugenkaart (indien
beschikbaar).
● Afbeeldingen en videoclips in Galerij. Maak een
back-up van de bestanden op een compatibele
pc met behulp van Nokia Nseries PC Suite.
Als u meerdere items wilt verwijderen en u ziet een
van de volgende meldingen, verwijder de items dan
één voor één, te beginnen met het kleinste item:
● Onvoldoende geheugen voor bewerking.
Wis eerst enkele gegevens.
● Geheugen bijna vol. Verwijder gegevens uit
het telefoongeheugen.
Nuttige informatie
19
Page 20
Het apparaat
Welkom
Als u het apparaat inschakelt, wordt de
Het apparaat
welkomsttoepassing weergegeven.
Maak een keuze uit de volgende opties:
● Inst.wizard — Hiermee configureert u diverse
instellingen, zoals e-mail. Raadpleeg de
handleidingen op de
productondersteuningspagina's van Nokia of op
uw lokale Nokia-website voor meer informatie
over de instellingswizard.
● Overdracht — Hiermee brengt u inhoud, zoals
contacten en agenda-items, over vanaf een
compatibel Nokia-apparaat.
overbrengen', p. 20.
De welkomsttoepassing kan ook een demonstratie
van uw apparaat bevatten.
Als u de welkomsttoepassing later wilt openen,
drukt u op
Hulpprogr. > Welkom. U kunt ook de
afzonderlijke toepassingen openen via de
betreffende menuopties.
20
en selecteert u Instrumenten >
Zie 'Inhoud
Overdracht
Inhoud overbrengen
Met de toepassing Overdracht kunt u inhoud, zoals
contacten, van het ene naar het andere compatibele
Nokia-apparaat overbrengen via Bluetooth.
Het type inhoud dat kan worden overgedragen,
hangt af van het model van het apparaat waaruit u
de inhoud wilt overbrengen. Als het andere
apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt u de
gegevens tussen het andere apparaat en uw
apparaat ook synchroniseren. Er wordt een bericht
weergegeven als het andere apparaat niet
compatibel is.
Als het andere apparaat alleen met een SIM-kaart
kan worden ingeschakeld, kunt u deze plaatsen.
Wanneer uw apparaat wordt ingeschakeld zonder
SIM-kaart, wordt automatisch het profiel Offline
geactiveerd.
Inhoud overbrengen
1. Selecteer Overdracht in de
welkomsttoepassing of druk op
Instrumenten > Hulpprogr. > Overdracht
en selecteer
Page 21
wanneer u voor het eerst gegevens van het
andere apparaat wilt ophalen naar uw apparaat.
2. Selecteer het verbindingstype dat u wilt
gebruiken om de gegevens over te brengen.
Beide apparaten moeten het geselecteerde
verbindingstype ondersteunen.
3. Ga als volgt te werk als u een Bluetooth-
verbinding gebruikt: selecteer Doorgaan als u
met uw apparaat wilt zoeken naar andere
apparaten met Bluetooth. Selecteer het
apparaat waaruit u inhoud wilt overbrengen. U
wordt gevraagd een code in te voeren op uw
apparaat. Voer een code in (1-16 cijfers) en
selecteer OK. Voer dezelfde code ook in op het
andere apparaat en selecteer OK. De apparaten
zijn nu gekoppeld.
koppelen', p. 90.
Bij sommige apparaatmodellen wordt de
toepassing Overdracht als bericht naar het
andere apparaat verzonden. Open het bericht
om de toepassing Overdracht te installeren op
het andere apparaat en volg de instructies op
het display.
4. Selecteer vanaf uw apparaat de inhoud die u
vanaf het andere apparaat wilt overbrengen.
Wanneer de overdracht is gestart, kunt u deze
annuleren en later verder gaan.
Zie 'Apparaten
De tijd die benodigd is voor de overdracht, is
afhankelijk van de hoeveelheid gegevens.
De inhoud wordt overgedragen vanuit het
geheugen van het andere apparaat naar de
overeenkomstige locatie op uw apparaat.
Inhoud synchroniseren, ophalen
of verzenden
Selecteer na de eerste bestandsoverdracht een van
de volgende opties om een nieuwe overdracht te
starten, afhankelijk van het model van het andere
apparaat:
om de inhoud tussen uw apparaat en het andere
apparaat te synchroniseren, als het andere
apparaat synchronisatie ondersteunt. De
synchronisatie verloopt in twee richtingen. Als een
item op het ene apparaat is verwijderd, wordt het
ook op het andere verwijderd. U kunt verwijderde
items niet terugzetten via een synchronisatie.
om informatie van het andere apparaat naar uw
apparaat te halen. Bij het ophalen worden
gegevens van het andere apparaat naar uw
apparaat gedownload. U wordt mogelijk gevraagd
om de oorspronkelijke gegevens op het andere
apparaat te houden of te verwijderen, afhankelijk
van het model van het apparaat.
om gegevens van uw apparaat naar het andere
apparaat te verzenden
Het apparaat
21
Page 22
Als Overdracht een item niet kan overdragen,
afhankelijk van het type van het andere apparaat,
kunt u het item toevoegen aan de Nokia-map (E:\Data\Nokia of E:\Data\Nokia) en vanuit die map
overbrengen. Wanneer u de map selecteert
waarnaar een item moet worden overgebracht,
worden de items in de bijbehorende map in het
Het apparaat
andere apparaat gesynchroniseerd, en omgekeerd.
Een overdracht herhalen met een
snelkoppeling
Na een gegevensoverdracht kunt u een
snelkoppeling met de instellingen voor de
overdracht in de hoofdweergave opslaan om
dezelfde overdracht later te herhalen.
Blader naar een snelkoppeling en selecteer
Opties > Snelkoppellingsinstllngn om de
snelkoppeling te bewerken. U kunt de
snelkoppeling bijvoorbeeld een naam geven of
deze naam wijzigen.
Na elke overdracht wordt een
overdrachtslogbestand weergegeven. Blader naar
een snelkoppeling in de hoofdweergave en
selecteer Opties > Log bekijken om het
logbestand van een vorige overdracht te bekijken.
Omgaan met overdrachtsconflicten
Wanneer een item dat moet worden overgebracht
op beide apparaten is bewerkt, probeert het
22
apparaat de wijzigingen automatisch samen te
voegen. Wanneer dit niet mogelijk is, is er sprake
van een overdrachtsconflict. Selecteer 1 voor 1
controleren, Prioriteit deze telefoon of Priorit.
andere telefoon om het conflict op te lossen.
Selecteer Opties > Help voor verdere instructies.
Schermsymbolen
Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk
(netwerkdienst).
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-
netwerk (netwerkdienst).
Er staan een of meer ongelezen berichten in
de map Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externe
mailbox.
De map Outbox bevat berichten die nog niet
zijn verzonden.
U hebt oproepen gemist.
Het beltoontype is Stil en de signaaltonen voor
berichten en voor e-mail zijn uitgeschakeld.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarmsignaal actief.
De tweede telefoonlijn wordt gebruikt
(netwerkdienst).
Page 23
Alle oproepen naar het apparaat worden
omgeleid naar een ander nummer (netwerkdienst).
Als u twee telefoonlijnen hebt, geeft een nummer
de actieve lijn aan.
Er is een compatibele hoofdtelefoon
aangesloten op het apparaat.
Er is een compatibele TV Out-kabel aangesloten
op het apparaat.
Er is een compatibele teksttelefoon
aangesloten op het apparaat.
Er is een gegevensoproep actief (netwerkdienst).
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding actief
(netwerkdienst).
de wachtstand staat en
beschikbaar is.
Er is een packet-gegevensverbinding actief in een
gedeelte van het netwerk dat EGPRS ondersteunt
(netwerkdienst).
de wachtstand staat en
beschikbaar is. De symbolen geven aan dat EGPRS
beschikbaar is in het netwerk, maar mogelijk maakt
het apparaat geen gebruik van EGPRS tijdens de
gegevensoverdracht.
Er is e en UM TS- pac ket -gegevensverbinding actief
(netwerkdienst).
de wachtstand staat en
beschikbaar is.
geeft aan dat de verbinding in
dat een verbinding
geeft aan dat de verbinding in
dat een verbinding
geeft aan dat de verbinding in
dat een verbinding
HSDPA (High-Speed Downlink Packet Access)
wordt ondersteund en is actief (netwerkdienst).
geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat
en
dat een verbinding beschikbaar is. Zie 'Snel
downloaden', p. 23.
U hebt de scanfunctie voor WLAN's ingeschakeld
en er is een WLAN beschikbaar (netwerkdienst).
'WLAN', p. 85.
Er is een WLAN-verbinding actief in een
netwerk met codering.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk
zonder codering.
Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld. Zie
'Bluetooth-connectiviteit', p. 88.
E r w o rd e n g e ge v en s ve r zo n de n me t be h ul p va n
Bluetooth-connectiviteit. Als het symbool knippert,
probeert het apparaat verbinding te maken met een
ander apparaat.
Er is een USB-verbinding actief.
Zie
Snel downloaden
High-speed downlink packet access (HSDPA, ook wel
3.5G genoemd, aangegeven met
netwerkdienst in UMTS-netwerken en biedt een
hoge snelheid voor gegevensdownloads. Wanneer
HSDPA-ondersteuning in het apparaat is
) is een
Het apparaat
23
Page 24
ingeschakeld en het apparaat is verbonden met een
UMTS-netwerk dat HSDPA ondersteunt, kunt u veel
sneller gegevens downloaden via het mobiele
netwerk, zoals berichten, e-mail en webpagina's.
Een actieve HSDPA-verbinding wordt aangegeven
met
. Zie 'Schermsymbolen', p. 22.
U kunt ondersteuning voor HSDPA in de
Het apparaat
apparaatinstellingen activeren of deactiveren.
'Instellingen voor packet-gegevens', p. 178.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer
informatie over de beschikbaarheid van en
abonnementen op services voor
gegevensverbinding.
HSDPA is alleen van invloed op de
downloadsnelheid en niet op de verzending van
gegevens naar het netwerk, zoals de verzending
van berichten en e-mail.
Het toetsenblok
vergrendelen
Als u de toetsen wilt vergrendelen, drukt u op de
linkerselectietoets en op *.
Als u de toetsen wilt ontgrendelen, drukt u op de
linkerselectietoets en op *.
24
U kunt het toetsenblok automatisch vergrendelen
na een time-out.
'Beveiligingsinstellingen', p. 168.
Zie
Snelkoppelingen
Wanneer u zich in het menu bevindt, kunt u in p laats
van de bladertoets ook de nummertoetsen, # en *
Zie
gebruiken om de toepassingen snel te openen. Druk
in het hoofdmenu bijvoorbeeld op 2 om Berichten
te openen, of # om de toepassing of map in de
bijbehorende locatie in het menu te openen.
Als u tussen geopende toepassingen wilt schakelen,
houdt u
achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra
batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de
batterij af.
Als u Galerij wilt openen, drukt u eenmaal op
Druk op de multimediatoets om het
multimediamenu te openen en multimedia-inhoud
te bekijken die u het meeste gebruikt in het
apparaat.
Als u een webverbinding wilt openen
(netwerkdienst) in de stand-by modus, houdt u 0
ingedrukt.
In veel toepassingen kunt u ook op de bladertoets
drukken om de meestgebruikte opties te bekijken
ingedrukt. Als toepassingen op de
.
Page 25
Druk op de aan/uit-toets om een profiel te wijzigen
en selecteer een profiel.
Als u in de stand-by modus wilt schakelen tussen de
profielen Algemeen en Stil, houdt u # ingedrukt.
Als u twee telefoonlijnen heeft (netwerkdienst),
schakelt u met deze actie tussen de twee lijnen.
Als u uw voicemailbox wilt bellen (netwerkdienst)
in de stand-by modus, houdt u 1 ingedrukt.
Als u de lijst met laatstgebruikte nummers in de
stand-by modus wilt openen, drukt u op de beltoets.
Als u spraakberichten in de stand-by modus wilt
gebruiken, houdt u de rechterselectietoets
ingedrukt.
Multimediamenu
Via het multimediamenu kunt u de multimediainhoud bekijken die u het vaakst gebruikt. De
geselecteerde inhoud wordt in de bijbehorende
toepassing weergegeven.
1. Druk op de multimediatoets om het
multimediamenu te openen of te sluiten.
2. U kunt naar links of naar rechts bladeren om de
tegels te bekijken.
Het zijn de volgende
tegels:
● Muziek — Hiermee
gaat u naar
Muziekspeler en de
weergave Afspelen,
kunt u door uw
liedjes en
afspeellijsten
bladeren, of
podcasts
downloaden en
beheren.
● Galerij — Hiermee bekijkt u uw laatst
gemaakte foto, een diavoorstelling van uw
afbeeldingen of mediabestanden in albums.
● Kaarten — Bekijk uw favoriete locaties in de
toepassing Kaarten.
● Web — Hiermee bekijkt u uw favoriete
webkoppelingen in de browser.
● Contacten — Hiermee voegt u uw eigen
contacten toe, verstuurt u berichten of belt u
iemand op. Wanneer u een nieuwe
contactpersoon aan een lege positie in de lijst
wilt toevoegen, drukt u op de bladertoets en
selecteert u een contactpersoon. Wanneer u
een bericht wilt versturen, selecteert u in het
multimediamenu een contactpersoon en
Het apparaat
25
Page 26
selecteert u SMS verzenden of Multim. ber.
verzenden.
3. Druk de bladertoets omhoog of omlaag wanneer
u op een tegel omhoog of omlaag wilt schuiven.
U kunt items selecteren met de bladertoets.
Selecteer Opties > Tegels ordenen als u de
Het apparaat
volgorde van de tegels wilt wijzigen.
Druk op de multimediatoets als u vanuit een
geopende toepassing naar het multimediamenu
wilt terugkeren.
Mobiel zoeken
Druk op en selecteer Zoekopdracht.
Gebruik Mobiel zoeken om toegang tot
zoekmachines te krijgen, naar lokale diensten,
websites, afbeeldingen en mobiele inhoud te
zoeken en hiermee verbinding te maken. U kunt ook
gegevens in het apparaat zoeken, zoals agendaitems, e-mail en andere berichten.
Zoeken op het web (netwerkdienst)
1. Selecteer in het hoofdscherm Zoeken op
internet.
2. Selecteer een zoekmachine.
3. Voer de tekst in waarop u wilt zoeken.
26
Zoeken naar mijn inhoud
Voer in het zoekveld van het hoofdscherm de tekst
om te zoeken naar inhoud in het apparaat. De
zoekresultaten worden weergegeven op het
scherm terwijl u typt.
N-Gage
Informatie over N-Gage
N-Gage is een platform voor mobile gaming dat
voor verschillende compatibele mobiele Nokiaapparaten beschikbaar is. De toepassing N-Gage op
uw apparaat biedt toegang tot games, spelers en
inhoud. U kunt ook games downloaden en op uw
computer toegang tot bepaalde functies krijgen via
www.n-gage.com.
Met N-Gage kunt u games downloaden en kopen en
de ze ver volgen s zelf of sam en m et vri enden spe len.
U kunt proefversies van nieuwe games downloaden
en games die u leuk vindt vervolgens aanschaffen.
Via N-Gage kunt u bovendien contact met andere
spelers houden en scores en andere prestaties
bijhouden en met elkaar vergelijken.
U hebt een GPRS- of 3G-verbinding nodig om N-Gage
te kunnen gebruiken. U kunt ook een WLANverbinding gebruiken als deze beschikbaar is. U
hebt de verbinding ook nodig om toegang te
krijgen tot online functies, zoals functies voor het
Page 27
downloaden van games, game-licenties, games
voor meerdere spelers of chatten. U hebt de
verbinding ook nodig om te kunnen deelnemen aan
online games of games voor meerdere spelers of om
berichten naar andere spelers te verzenden.
Bij alle N-Gage-diensten waarvoor een verbinding
met N-Gage-servers is vereist, worden grote
hoeveelheden gegevens verzonden. Dit geldt
bijvoorbeeld voor het downloaden van gamebestanden, het aanschaffen van games, online
games, games voor meerdere spelers, het maken
van een spelersnaam, chatten en het verzenden van
berichten.
Uw serviceprovider brengt hiervoor kosten in
rekening. Neem contact op met uw serviceprovider
voor meer informatie over de kosten van
gegevensoverdracht.
N-Gage-weergaven
De toepassing N-Gage bestaat uit vijf verschillende
modules. Elke module wordt aangegeven met een
tabblad.
Home is de standaardweergave waarin de
toepassing N-Gage wordt gestart. U kunt de game
die u als laatste hebt gespeeld, starten of hervatten,
uw huidige aantal N-Gage-punten controleren,
meer games zoeken, uw berichten lezen of
verbinding maken met een N-Gage-vriend die
beschikbaar is om te spelen.
In Mijn games kunt u de games spelen en
beheren die u naar uw apparaat hebt gedownload.
U kunt games installeren en wissen, games die u
hebt gespeeld beoordelen en bespreken en games
bij uw N-Gage-vrienden aanbevelen.
In Mijn profiel kunt u uw profielgegevens beheren
en een overzicht van uw gamegeschiedenis
bijhouden.
In Mijn vrienden kunt u andere N-Gage-spelers
voor uw lijst met vrienden uitnodigen en zien welke
vrienden online zijn en beschikbaar zijn om te
spelen. U kunt contact met N-Gage-vrienden maken
door ze een persoonlijk bericht te sturen.
Showroom bevat informatie over N-Gagegames, inclusief screenshots en recensies van
spelers. U kunt nieuwe games uitproberen door
proefversies te downloaden en games die al op uw
apparaat zijn geïnstalleerd met Game Extras uit te
breiden.
Aan de slag
Een spelersnaam maken
U kunt zonder Player Name (spelersnaam) games
downloaden, kopen en spelen, maar voor een
optimale N-Gage-ervaring wordt u aangeraden een
spelersnaam te maken. Met een Player Name
(spelersnaam) kunt u deelnemen aan de N-Gagecommunity, verbinding maken met andere spelers
Het apparaat
27
Page 28
en scores, aanbevelingen en beoordelingen
uitwisselen.
U hebt ook een spelersnaam nodig als u uw
profielgegevens en N-Gage-punten naar een ander
apparaat wilt overbrengen.
Wanneer u de toepassing N-Gage start en voor het
Het apparaat
eerst verbinding met de N-Gage-dienst maakt,
wordt u gevraagd om een N-Gage-spelersnaam te
maken. U kunt verbinding met het netwerk maken
door bijvoorbeeld Opties > Set Availability >
Available to Play te selecteren om aan te geven dat
u beschikbaar bent.
Als u al een N-Gage-spelersnaam hebt, geeft u aan
dat u al een account hebt en u voert u uw
gebruikersnaam en wachtwoord in om u aan te
melden.
Een nieuwe spelersnaam maken:
1. Selecteer Register new user.
2. Voer in het registratiescherm uw
geboortedatum, gewenste spelersnaam en
wachtwoord in. Als de spelersnaam al wordt
gebruikt, verschijnt een lijst van vergelijkbare
namen die wel beschikbaar zijn.
3. Als u uw spelersnaam wilt registreren, voert u
uw gegevens in, leest en accepteert u de
voorwaarden en selecteert u Register.
U kunt ook een spelersnaam maken op de website
28
van N-Gage op www.n-gage.com.
Wanneer u een spelersnaam hebt gemaakt, kunt u
uw instellingen en persoonlijke gegevens wijzigen
op het tabblad Private van de module My Profile.
Voor het maken van een spelersnaam op uw
apparaat kunnen kosten voor gegevensoverdracht
in rekening worden gebracht. Neem contact op met
uw serviceprovider voor meer informatie over de
kosten van gegevensoverdracht.
Een game starten
Als er een of meerdere games op uw apparaat zijn
geïnstalleerd, wordt in de Home-module de optie
Start Game weergegeven.
Als u de game wilt starten die u als laatste hebt
gespeeld, opent u de Home-module en selecteert u
Start Game of Options > Start Game.
Selecteer Options > Resume Game als u een
onderbroken game wilt hervatten.
Uw voortgang bijhouden
Als u uw huidige aantal N-Gage-punten wilt
weergeven, opent u de Home-module en selecteert
u Track My Progress of Options > View My
Points. U kunt ook uw profiel weergeven door
Options > View My Profile te selecteren.
Spelen met vrienden
Als uw vriendenlijst een of meerdere N-Gagevrienden bevat, wordt in de Home-module de optie
Page 29
Play With Friends weergegeven. Selecteer Play
With Friends als u verbinding wilt maken met N-
Gage-spelers en ze voor een game wilt uitnodigen.
N-Gage stelt automatisch een vriend waarmee u
kunt spelen voor op basis van uw spelgeschiedenis
en de beschikbaarheid van uw N-Gage-vrienden.
Als u een andere vriend wilt zoeken, selecteert u
Options > View My Friends om de module Mijn
vrienden te openen.
Dit onderdeel wordt niet weergegeven als uw
vriendenlijst geen vrienden bevat.
maken met andere spelers', p. 30.
Zie 'Verbinding
Games spelen en beheren
Als u games wilt spelen en beheren, opent u My
Games. Hier vindt u een lijst van games die zijn
gedownload en geïnstalleerd op uw apparaat. De
games worden gesorteerd op de datum waarop u
ze voor het laatst hebt gespeeld. Games die u het
meest recentelijk hebt gespeeld, verschijnen boven
in de lijst.
In Mijn games kunnen vijf typen games worden
weergegeven:
● Full Games — Deze games hebt u met een
volledige licentie aangeschaft. Mogelijk zijn er
verschillende licentietypen beschikbaar,
afhankelijk van de game en uw regio.
● Trial Games — Dit zijn volledige gamebestanden
die gedurende een beperkte periode
toegankelijk zijn of waarvan de inhoud beperkt
is. Wanneer de proefperiode is verlopen, moet u
een licentie aanschaffen om de volledige game
te ontgrendelen en verder te kunnen spelen.
Deze games worden in de lijst met games met
een roze markering aangeduid.
● Demo Games — Dit zijn delen van games met
slecht een paar functies en niveaus. Deze games
worden in de lijst met games met een paarse
markering aangeduid.
● Full Expired — Deze games hebt u aangeschaft
met een beperkte licentie, die inmiddels is
verlopen. Deze games worden in de lijst met
games met een klok en pijl aangeduid.
● Not available — Dit zijn volledige games die u
hebt verwijderd of die u hebt gedownload maar
niet volledig hebt geïnstalleerd. Bij deze games
wordt in de lijst met games aangeduid dat ze niet
beschikbaar zijn. Als games op de geheugenkaart
zijn geïnstalleerd en de geheugenkaart is
verwijderd, wordt ook aangegeven dat deze
games niet beschikbaar zijn.
Als er een Game Extra is gedownload maar dit niet
volledig is geïnstalleerd, is de bijbehorende
afbeelding niet beschikbaar en kan de game niet
worden gespeeld totdat de Game Extra is
geïnstalleerd.
Het apparaat
29
Page 30
Profielgegevens bewerken
Als u uw openbare profielgegevens wilt bewerken,
selecteert u Opties > Edit Profile, gaat u naar het
tabblad Public en selecteert u een van de volgende
opties:
● User icon — Kies een afbeelding voor uzelf.
Het apparaat
Wanneer u aangeeft dat u het symbool wilt
wijzigen, verschijnt er een lijst van alle
afbeeldingen in de Galerij op het apparaat die u
als symbool kunt gebruiken. Selecteer de
gewenste afbeelding in de lijst of gebruik de
zoekfunctie om het gewenste symbool te
zoeken.
● Motto — Voeg een korte persoonlijke boodschap
toe. Selecteer Change als u de tekst wilt
wijzigen.
● Favorite Game(s) — Hier kunt u de namen van
uw favoriete games toevoegen. Selecteer
Change als u de tekst wilt wijzigen.
● Device Model — Hier vindt u het modelnummer
van uw apparaat. Dit nummer wordt
automatisch toegekend en kan niet worden
gewijzigd.
● Show Location — Schakel het selectievakje in om
uw stad en land in uw openbare profiel op te
nemen. De locatie wordt standaard verborgen. U
kunt uw locatie wijzigen op het tabblad Privé.
Wanneer u uw profiel hebt bijgewerkt, moet u zich
30
met uw spelersnaam bij de dienst aanmelden om
ervoor te zorgen dat de profielwijzigingen met de
N-Gage-server worden gesynchroniseerd.
Verbinding maken met andere
spelers
Ga naar My friends als u verbinding wilt maken met
andere N-Gage-spelers en uw lijst met vrienden wilt
beheren. U kunt een bepaalde N-Gage-speler
zoeken en deze speler voor uw lijst met vrienden
uitnodigen. Uw lijst met vrienden geeft aan welke
vrienden online zijn en beschikbaar zijn voor
games. Ook kunt u persoonlijke berichten en
aanbevelingen voor games met vrienden
uitwisselen.
Vrienden zoeken en toevoegen
Als u een N-Gage-speler aan uw vriendenlijst wilt
toevoegen, geeft u uw vriendenlijst weer en voegt
u de gewenste spelersnaam toe aan het veld Add a
Friend. U kunt een persoonlijke boodschap aan de
uitnodiging toevoegen. Selecteer Send om de
uitnodiging te verzenden.
De ontvanger kan uw uitnodiging accepteren of
afwijzen. Als de uitnodiging wordt geaccepteerd,
wordt de speler aan uw vriendenlijst toegevoegd.
Als u nog geen N-Gage-vrienden hebt en andere
spelers wilt ontmoeten, gaat u naar de N-Gage
Arena opwww.n-gage.com en bezoekt u de
chatruimten of forums.
Page 31
Informatie over vrienden weergeven
Als u informatie over een vriend wilt weergeven,
zoals het huidige aantal N-Gage-punten of de laatst
gespeelde games, gaat u naar de gewenste speler
in uw vriendenlijst. U moet online zijn en verbinding
hebben met de N-Gage-dienst om de online status
van uw vrienden weer te geven.
Het symbool naast de spelersnaam duidt de
beschikbaarheid van de speler aan.
U kunt altijd persoonlijke berichten naar uw NGage-vrienden verzenden, zelfs als u niet
beschikbaar of offline bent.
Vriendenlijst sorteren
Selecteer Options > Sort Friends By als u uw
vrienden wilt sorteren op basis van
beschikbaarheid, spelersnaam of totaalaantal NGage-punten.
Een speler beoordelen
Als u een speler wilt beoordelen, zoekt u de speler
in uw vriendenlijst en selecteert u Options > Rate
Player. U kunt een speler een beoordeling van
maximaal vijf sterren geven. Uw beoordeling
beïnvloedt de reputatie van de speler binnen de
community. (Dit wordt in het spelersprofiel
weergegeven bij Rep.)
Berichten verzenden
In My Friends kunt u persoonlijke boodschappen
uitwisselen met andere spelers in uw vriendenlijst.
Als uw vriend momenteel bij de N-Gage-dienst is
aangemeld, kan deze uw bericht beantwoorden en
kunt u met elkaar chatten.
Als u de nieuwe berichten wilt weergeven die u van
een N-Gage-vriend hebt ontvangen, zoekt u de
gewenste vriend in uw vriendenlijst en selecteert u
Options > View Message. Berichten die u hebt
gelezen worden automatisch gewist wanneer u NGage afsluit.
Selecteer Options > View Recommendation als
u aanbevelingen voor games wilt weergeven.
Aanbevelingen voor games worden automatisch
een week na ontvangst gewist.
Als u een bericht naar een N-Gage-vriend wilt
verzenden, zoekt u de gewenste vriend in uw
vriendenlijst en selecteert u Options > Bericht
zenden. De maximale grootte van een persoonlijk
bericht is 115 tekens. Selecteer Submit om het
bericht te verzenden.
U hebt een GPRS-, 3G- of WLAN-verbinding nodig om
de functie voor berichten te gebruiken. Mogelijk
worden kosten voor gegevensoverdracht in
rekening gebracht. Neem voor meer informatie
contact op met uw serviceprovider.
Het apparaat
31
Page 32
N-Gage-instellingen
Als u uw N-Gage-instellingen wilt wijzigen,
selecteert u Options > Edit Profile en bladert u
naar het tabblad Privé. Selecteer Options > N-
Gage Settings als u instellingen wilt wijzigen
wanneer de toepassing N-Gage actief is.
Het apparaat
Maak een keuze uit de volgende opties:
● Player Name — U kunt uw spelersnaam alleen
wijzigen als u zich nog niet bij het netwerk hebt
aangemeld. Bij uw eerste aanmelding wordt uw
spelersnaam definitief vastgelegd.
● Personal Settings — U kunt persoonlijke
gegevens instellen, die niet in uw openbare
profiel worden opgenomen, en een abonnement
op de N-Gage-nieuwsbrief nemen. U kunt ook
aangeven of u tijdens het gamen berichten van
N-Gage-vrienden wilt ontvangen.
● Connection Settings — U kunt N-Gage zodanig
instellen dat er indien nodig automatisch
verbinding wordt gemaakt met het netwerk. Ook
kunt u het toegangspunt van uw voorkeur
instellen en een limiet voor gegevensoverdracht
instellen waarbij een waarschuwing wordt
weergegeven als de limiet wordt overschreden.
● Account Details — Hier worden uw voorkeuren
voor aankopen weergegeven. Wanneer u een
game aanschaft, wordt gevraagd of u uw
32
betalingsgegevens (inclusief uw
creditcardnummer) wilt opslaan, zodat u in de
toekomst sneller aankopen kunt doen.
Hoofdtelefoon
U kunt een compatibele headset of hoofdtelefoon
bij uw apparaat gebruiken. Mogelijk moet u de
kabelmodus selecteren.
Waarschuwing: Wanneer
u de hoofdtelefoon gebruikt, kan
uw vermogen om geluiden van
buitenaf te horen negatief
worden beïnvloed. Gebruik de
hoofdtelefoon niet wanneer dit
uw veiligheid in gevaar kan
brengen.
Sommige hoofdtelefoons worden
geleverd in twee delen, een
externe afstandsbediening en
een hoofdtelefoon. Een externe afstandsbediening
bevat een microfoon en toetsen om een
telefoongesprek te starten of te beëindigen, het
volume aan te passen en muziek of videobestanden
af te spelen. Als u de hoofdtelefoon in combinatie
met een externe afstandsbediening wilt gebruiken,
sluit u deze aan op de Nokia AV-aansluiting (3,5
mm) in het apparaat en sluit u vervolgens de
hoofdtelefoon aan op de afstandsbediening.
Page 33
Bevat de hoofdtelefoon geen microfoon voor
handsfree telefoongesprekken, gebruik dan een
dergelijke hoofdtelefoon met een compatibele
externe afstandsbediening of de microfoon van het
apparaat.
Bij bepaalde hoofdtelefoons regelt u het volume
tijdens een oproep via de volumetoets aan de
zijkant van het apparaat. Sommige hoofdtelefoons
zijn voorzien multimediavolumeknoppen waarmee
u alleen het volume voor het afspelen van muziek
of video's kunt aanpassen.
U kunt ook een compatibele TV Out-kabel aansluiten
op de Nokia AV-aansluiting (3,5 mm) van uw
apparaat.
Sluit geen producten aan die een uitvoersignaal
produceren; dit kan leiden tot schade aan het
apparaat. Sluit geen spanningsbron aan op de
Nokia AV-aansluiting.
Bij het aansluiten van een extern apparaat of een
hoofdtelefoon op de Nokia AV-connector, anders
dan die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik
met dit apparaat, moet u vooral letten op het
geluidsvolume.
Volume- en
luidsprekerregeling
Druk op de volumetoets als u het volume wilt
verhogen of verlagen tijdens een actieve oproep of
wanneer u naar een geluid luistert.
Door de ingebouwde
luidspreker kunt u vanaf
een korte afstand spreken
en luisteren zonder dat u het apparaat aan uw oor
hoeft te houden.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet
dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt
gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Selecteer Opties > Luidspreker insch. als u de
luidspreker tijdens een gesprek wilt gebruiken.
Selecteer Opties > Telefoon insch. als u de
luidspreker wilt uitschakelen.
Het profiel Offline
Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer Offline
als u het profiel Offline wilt activeren. U kunt ook op
drukken en Instrumenten > Profielen >
Offline selecteren.
Met het profiel Offline kunt u het apparaat
gebruiken zonder dat u verbinding hebt met het
Het apparaat
33
Page 34
draadloze netwerk. Wanneer u het profiel Offline
activeert, wordt de verbinding met het draadloze
netwerk verbroken, zoals wordt aangegeven met
in het gebied voor de signaalsterkte. Er zijn geen
draadloze RF-signalen naar en van het apparaat
mogelijk. Berichten die u wilt verzenden worden in
de Outbox geplaatst, zodat u deze later kunt
Het apparaat
verzenden.
Wanneer het profiel Offline actief is, kunt u het
apparaat gebruiken zonder een SIM-kaart.
Belangrijk: In het profiel Vlucht kunt u geen
oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere
functies waarvoor netwerkdekking vereist is niet
worden gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het
alarmnummer dat in het apparaat is
geprogrammeerd kiezen. Als u wilt bellen, moet u
de telefoonfunctie eerst activeren door een ander
profiel te kiezen. Als het apparaat vergrendeld is,
moet u de beveiligingscode invoeren.
Wanneer u het profiel Offline hebt geactiveerd, kunt
u nog steeds het WLAN gebruiken, bijvoorbeeld om
uw e-mail te lezen of over internet te surfen. Zorg
ervoor dat u voldoet aan de veiligheidseisen
wanneer u een WLAN-verbinding tot stand brengt
en gebruikt. U kunt ook Bluetooth-connectiviteit
gebruiken zolang het profiel Offline actief is.
Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer een ander
34
profiel als u het profiel Offline wilt verlaten. Via het
apparaat wordt de draadloze overdracht opnieuw
ingeschakeld (mits het signaal sterk genoeg is).
Page 35
Camera
Informatie over de camera
De Nokia N82 heeft twee camera's: een camera met
een hoge resolutie achter op het apparaat (de
hoofdcamera, tot maximaal 5 megapixels, in de
modus Liggend) en een camera met een lage
resolutie aan de voorkant (de tweede camera in de
modus Staand). U kunt met beide camera's foto's
maken en video's opnemen.
Het apparaat ondersteunt een beeldresolutie van
2592 x 1944 pixels. De beeldresolutie kan in deze
documentatie anders zijn weergegeven.
De afbeeldingen en videoclips worden automatisch
opgeslagen in de map Afb. en video in Galerij. De
foto's die u met de camera maakt, hebben de JPEGindeling. Videoclips worden opgenomen in de
bestandsindeling MPEG-4 met de extensie .mp4 of
in de bestandsindeling 3GPP met de extensie .3gp
(kwaliteit voor delen).
instellingen', p. 47.
U kunt foto's en videoclips verzenden via een
multimediabericht, als e-mailbijlage of via andere
verbindingsmethoden, zoals een Bluetoothverbinding of een WLAN-verbinding (Wireless LAN).
U kunt deze ook uploaden naar een compatibel
Zie 'Video-
online album. Zie 'Afbeeldingen en video's online
Camera
delen', p. 58.
Foto's maken
Voor het inschakelen van de hoofdcamera opent u
de lensdop via de camera-activeringsschakelaar.
Als u de hoofdcamera wilt inschakelen als de
lensdop al is geopend, drukt u de opnametoets in
en houdt u deze even ingedrukt.
Sluit de lensdop als u de hoofdcamera wilt sluiten.
Symbolen van de fotocamera
In de camerazoeker wordt het volgende
weergegeven:
35
Page 36
1 — Symbool voor opnamemodus
2 — Actieve werkbalk. Tijdens de opname wordt de
werkbalk niet weergegeven.
werkbalk', p. 36.
Camera
3 — Symbool voor batterijniveau
4 — Het symbool voor de afbeeldingsresolutie geeft
de kwaliteit van de afbeelding aan. De kwaliteit van
een digitaal gezoomde foto is lager dan die van een
niet-gezoomde foto.
5 — Afbeeldingsteller, die een schatting geeft van
het aantal afbeeldingen dat u kunt maken met de
ingestelde afbeeldingskwaliteit en het gebruikte
geheugen. Tijdens de opname wordt de teller niet
weergegeven.
6 — De symbolen voor het apparaatgeheugen (
en de geheugenkaart (
afbeeldingen worden opgeslagen.
7 — Het symbool voor de Xenon-flitser knippert
alleen wanneer de Xenon-flitser wordt opgeladen.
8 — Het GPS-symbool wordt weergegeven wanneer
Locatie vastleggen is geactiveerd in de camera-
instellingen.
Zie 'Locatiegegevens', p. 39.
Zie 'Actieve
) geven aan waar
Actieve werkbalk
De actieve werkbalk bevat snelkoppelingen naar
verschillende items en instellingen voordat en
36
nadat u een foto maakt of een video opneemt. Ga
naar items en selecteer deze door op de bladertoets
te drukken. U kunt ook opgeven wanneer de actieve
werkbalk moet worden weergegeven in het
scherm.
De standaardinstellingen op de actieve werkbalk
worden hersteld zodra u de camera sluit.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u de
actieve werkbalk wilt weergeven voordat en nadat
u een foto hebt gemaakt of video opgenomen.
Selecteer Opties > Pictogram verbergen als u de
actieve werkbalk alleen wilt weergeven wanneer u
deze nodig hebt. Alleen de symbolen voor de
opnamemodus en het batterijniveau worden
weergegeven in het scherm. U kunt de actieve
werkbalk inschakelen door op de bladertoets te
)
drukken. De werkbalk is gedurende vijf seconden
zichtbaar.
Maak in de actieve werkbalk een keuze uit de
volgende opties voordat u een foto maakt of een
video opneemt:
Hiermee schakelt u heen en weer tussen de
video- en afbeeldingsmodus.
Hiermee selecteert u de scène.
Hiermee selecteert u de flitsermodus (alleen
afbeeldingen).
Hiermee activeert u de zelfontspanner (alleen
afbeeldingen).
zelfontspanner', p. 41.
Zie 'Zelf op de foto met de
Page 37
Hiermee activeert u de reeksmodus (alleen
afbeeldingen).
reeks', p. 40.
Hiermee selecteert u een kleureffect.
Hiermee kunt u het zoekerraster weergeven of
verbergen (alleen afbeeldingen).
Hiermee past u de witbalans aan.
Hiermee past u de belichtingscompensatie aan
(alleen afbeeldingen).
Hiermee past u de scherpheid van het beeld aan
(alleen afbeeldingen).
Hiermee past u het contrast aan (alleen
afbeeldingen).
Hiermee past u de lichtgevoeligheid aan (alleen
afbeeldingen).
De pictogrammen veranderen om de huidige status
van de instelling aan te geven.
De beschikbare opties variëren afhankelijk van de
huidige opnamemodus en weergave.
maken van een foto', p. 38.Zie 'Na het opnemen
van een video', p. 44. De actieve werkbalk in
Galerij heeft diverse opties.
werkbalk', p. 51.
Zie 'Foto's nemen in een
Zie 'Na het
Zie 'Actieve
Foto's maken
Houd rekening met het volgende voordat u een foto
maakt:
● U kunt pas foto's maken wanneer de xenon-
flitser volledig is opgeladen, tenzij u de flitser
hebt ingesteld op Uit. Terwijl de flitser wordt
opgeladen, knippert
opladen van de xenon-flitser duurt gewoonlijk
slechts enkele seconden.
● Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt
wijzigen, gebruikt u de bladertoets om over de
actieve werkbalk te navigeren.
'Standaardinstellingen - kleur en belichting
aanpassen', p. 46. Het opslaan van een
vastgelegde afbeelding kan langer duren als u de
instellingen voor zoomen, belichting of kleur
hebt gewijzigd.
● Als u geheugen voor nieuwe foto's wilt
vrijmaken, kunt u met bijvoorbeeld een
compatibele USB-gegevenskabel bestanden naar
een compatibele pc kopiëren en de bestanden
van het apparaat verwijderen. Wanneer het
geheugen vol is, wordt een bericht weergegeven
en wordt u gevraagd of u het gebruikte
geheugen wilt wijzigen.
Houd rekening met het volgende wanneer u een
foto maakt:
in het display. Het
Zie
Camera
37
Page 38
● Gebruik beide handen om de camera stil te
houden.
● De kwaliteit van een digitaal gezoomde foto is
lager dan die van een niet-gezoomde foto.
Camera
● Als u een poosje niet op een toets drukt, wordt
de batterijspaarstand geactiveerd. Druk op de
opnametoets als u wilt doorgaan met het maken
van foto's.
Neem als volgt een foto:
1. Als de camera in de videomodus staat, selecteert
u de afbeeldingsmodus op de actieve werkbalk.
2. Druk de opnametoets
half in om de focus op
een voorwerp vast te
zetten (alleen
hoofdcamera, niet
beschikbaar in
landschap- en
sportscènes). U ziet het
groene symbool voor de vergrendelde focus op
het scherm. Als de focusvergrendeling niet lukt,
brandt het rode focussymbool. Laat de
opnametoets los en druk deze nogmaals half in.
U kunt ook foto's nemen zonder de focus te
vergrendelen.
3. Druk op de opnametoets om een foto te maken.
38
Houd het apparaat stil tot de foto is opgeslagen.
Gebruik de zoomtoets van het apparaat om in of uit
te zoomen wanneer u een foto maakt.
Tip: Druk tweemaal op aan de zijkant
van het apparaat als u Galerij wilt openen om
de foto's te bekijken die u hebt gemaakt.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de
camera aan de voorkant wilt activeren. Druk op de
bladertoets om een foto te maken. Druk de
bladertoets omhoog of omlaag als u wilt in- of
uitzoomen.
Druk op
geopend wilt houden en andere toepassingen wilt
gebruiken. Houd de opnametoets ingedrukt als u
wilt terugkeren naar de camera.
als u de camera op de achtergrond
Na het maken van een foto
Selecteer de volgende optie op de actieve werkbalk
(alleen beschikbaar als u Opgenomen afb.
weerg. > Aan hebt geselecteerd in de instellingen
van de fotocamera):
● Selecteer Verwijd. (
bewaren.
● Als u de afbeelding wilt verzenden als een
multimediabericht, e-mailbericht of via een
andere verbindingsmethode, bijvoorbeeld een
Bluetooth-verbinding, drukt u op de beltoets of
selecteert u Zenden (
) als u de foto niet wilt
). Zie 'Berichten invoeren
Page 39
en verzenden', p. 125. Deze optie is niet
beschikbaar tijdens een actief gesprek.
U kunt de foto ook tijdens een actief gesprek
verzenden naar de ontvanger van de oproep.
Selecteer Verzenden naar beller (
beschikbaar tijdens een actieve oproep).
● Selecteer Toevoegen aan Print basket (
u afbeeldingen wilt toevoegen aan de
afdrukwachtrij (Print basket) om ze later af te
drukken.
● Selecteer
account voor een compatibel online album hebt
ingesteld) als u de afbeelding wilt verzenden
naar een compatibel online album.
'Afbeeldingen en video's online delen', p. 58.
Als u op een foto wilt inzoomen nadat u deze hebt
gemaakt, drukt u op
te openen, en selecteert u de zoomoptie in de lijst
met opties.
Selecteer Opties > Instell. als achtergrond als u
de afbeelding als achtergrond in de modus Actief
standby wilt gebruiken.
Selecteer Opties > Inst. als opr. afb. contct >
Toewijzen aan contact als u de afbeelding wilt
instellen als contactfoto voor een contactpersoon.
Druk op de opnametoets als u wilt terugkeren naar
de zoeker om een nieuwe afbeelding vast te leggen.
(alleen beschikbaar als u een
om de foto in de Galerij
) (alleen
) als
Zie
Locatiegegevens
Voeg automatisch locatiegegevens aan foto's toe
wanneer u de foto's maakt. U kunt deze gegevens
bijvoorbeeld in Galerij gebruiken om de locatie te
bekijken waar de foto is gemaakt.
Selecteer Opties > Instellingen > Locatie
vastleggen > Ja om de camera zo in te stellen dat
locatiegegevens aan foto's worden toegevoegd.
De volgende locatiegegevenssymbolen worden
onder in het scherm weergegeven:
●
— Er zijn geen locatiegegevens beschikbaar.
Als de GPS binnen enkele minuten een
satellietverbinding vindt, verandert het symbool
in
. Het apparaat voegt de huidige
positioneringsgegevens toe aan alle foto's die u
op dat moment maakt.
●
— Locatiegegevens zijn beschikbaar en
worden toegevoegd aan alle foto's die u maakt.
Zie 'Instellingen van fotocamera
aanpassen', p. 45.
In Galerij worden foto's met locatiegegevens
aangeduid met
.
Flitser
De flitser is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Houd een veilige afstand aan wanneer u de flitser
gebruikt. Richt de flitser niet van dichtbij op mensen
Camera
39
Page 40
of dieren. Dek de flitser niet af wanneer u een foto
maakt.
De camera van uw apparaat heeft een xenon-flitser
voor omstandigheden met weinig licht. De xenon-
Camera
flitser is niet beschikbaar in de sportscènemodus of
als Burst is geselecteerd in de reeksmodus.
U kunt pas foto's maken wanneer de xenon-flitser
volledig is opgeladen, tenzij u de flitser hebt
ingesteld op Uit. Terwijl de flitser wordt opgeladen,
knippert
xenon-flitser duurt gewoonlijk slechts enkele
seconden.
De volgende flitsermodi zijn beschikbaar voor de
camera: Automatisch (
Aan (
Selecteer in de actieve werkbalk de gewenste
flitsermodus als u de flitsermodus wilt wijzigen.
in het display. Het opladen van de
), Rde-ogenrd. ( ),
) en Uit ( ).
Scènes
Scènes zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Met een scène krijgt u automatisch de juiste
instellingen voor kleur en belichting voor de
huidige omgeving. De instellingen van elke scène
zijn afgestemd op een bepaalde stijl of omgeving.
De standaardscène in de afbeeldingsmodus is
Auto en in de videomodus Automatisch (beide
40
worden aangegeven met
).
Als u van scène wilt veranderen, selecteert u
Scènemodus op de actieve werkbalk en selecteert
u een scène.
Ga naar Gebr. gedef. en selecteer Opties >
Wijzigen als u uw eigen scène geschikt wilt maken
voor een bepaalde omgeving. In de door de
gebruiker gedefinieerde scène kunt u verschillende
belichtings- en kleurinstellingen aanpassen.
Selecteer Gebaseerd op modus en selecteer de
gewenste scène als u de instellingen van een andere
scène wilt kopiëren. Druk op Terug als u de
wijzigingen wilt opslaan en wilt terugkeren naar de
lijst met scènes. Als u uw eigen scène wilt activeren,
bladert u naar Gebr. gedef., drukt u op de
bladertoets en selecteert u Selecteren.
Foto's nemen in een reeks
De reeksmodus is alleen beschikbaar in de
hoofdcamera.
De xenon-flitser is alleen beschikbaar in de
reeksmodus als u een tijdsinterval opgeeft voor het
vastleggen van foto's.
Als u de camera wilt instellen om zes foto's of het
gewenste aantal foto's in een reeks te maken
(indien er voldoende geheugen beschikbaar is),
selecteert u Reeksmodus op de actieve werkbalk.
Selecteer Burst als u zes foto's wilt maken. Druk op
de opnametoets om de foto's te maken.
Page 41
Selecteer de gewenste tijdsinterval als u twee of
meer foto's achter elkaar wilt maken. Druk op de
opnametoets als u foto's wilt maken met de
geselecteerde tijdsinterval. Selecteer Annuleer als
u wilt stoppen met het maken van foto's. Het aantal
gemaakte foto's hangt af van het beschikbare
geheugen.
Nadat u de foto's in de burstmodus hebt gemaakt,
worden deze in een raster in het display
weergegeven. Als u een foto wilt bekijken, drukt u
op de bladertoets om de foto te openen. Als u een
tijdsinterval hebt ingesteld, wordt alleen de laatst
gemaakte foto weergegeven. De andere foto's ku nt
u bekijken in Afb. en video in Galerij.
U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie
met de zelfontspanner.
Druk op de opnametoets als u terug wilt gaan naar
de zoeker in de reeksmodus.
Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Reeksmodus > Enkele opname als u de
reeksmodus wilt uitschakelen.
Zelf op de foto met de
zelfontspanner
De zelfontspanner is alleen beschikbaar in de
hoofdcamera. Met de zelfontspanner kunt u een
opname uitstellen zodat u zelf ook op de foto kunt
komen te staan.
Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Zelfontspanner > 2 seconden, 10 seconden of
20 seconden om de vertraging voor de
zelfontspanner in te stellen.
Selecteer Activeren als u de zelfontspanner wilt
activeren. U hoort een signaal wanneer de
zelfontspanner is geactiveerd, en vóór de opname
knippert de vierhoek. De foto wordt gemaakt
wanneer de geselecteerde vertraging is verstreken.
Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Zelfontspanner > Uit om de zelfontspanner uit te
schakelen.
Tip: Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Zelfontspanner > 2 seconden zodat u uw
hand stil kunt houden wanneer u een foto
maakt.
Tips voor het maken van goede
foto's
Beeldkwaliteit
Gebruik de juiste beeldkwaliteit. De camera heeft
diverse modi voor de beeldkwaliteit. Gebruik de
hoogste instelling als u foto's wilt maken van de
allerbeste beeldkwaliteit. Er is echter ook meer
geheugenruimte nodig voor foto's van een betere
beeldkwaliteit. Voor multimediaberichten (MMS) en
e-mailbijlagen moet u misschien de laagste
Camera
41
Page 42
beeldkwaliteitsmodus kiezen, die is
geoptimaliseerd voor MMS-verzending. U kunt de
kwaliteit definiëren in de camera-instellingen.
'Instellingen van fotocamera aanpassen', p. 45.
Camera
Achtergrond
Gebruik een eenvoudige achtergrond. Voor
portretten en andere foto's met mensen, moet u
erop letten dat het onderwerp zich niet tegen een
rommelige of complexe achtergrond bevindt,
waardoor de aandacht van het onderwerp wordt
afgeleid. Verplaats de camera of het onderwerp als
aan deze voorwaarden niet wordt voldaan. Plaats
de camera dichter bij het object om duidelijkere
portretten te maken.
Diepte
Wanneer u landschappen fotografeert, kunt u
diepte aan foto's toevoegen door objecten op de
voorgrond te plaatsen. Als het object op de
voorgrond zich te dicht bij de camera bevindt, kan
het wazig worden.
Lichtomstandigheden
Een verandering van de bron, hoeveelheid en
richting van het licht kan een foto aanzienlijk
beïnvloeden. Hier volgen enkele veelvoorkomende
lichtomstandigheden:
● Lichtbron achter het onderwerp. Plaats het
42
onderwerp nooit vóór een sterke lichtbron. Als
de lichtbron achter het onderwerp of zichtbaar
in het display staat, heeft de resulterende foto
mogelijk een te zwak contrast, is de foto te
Zie
donker of bevat deze ongewenste lichteffecten.
● Onderwerp wordt van opzij belicht. Een sterke
belichting van opzij geeft een dramatisch effect,
maar is soms te schril, wat te veel contrast
oplevert.
● Lichtbron vóór het onderwerp. Fel zonlicht kan
tot gevolg hebben dat de personen hun ogen
dichtknijpen. Bovendien is het contrast vaak te
groot.
● Optimale belichting vindt u in situaties met veel
diffuus, zacht licht, bijvoorbeeld op een heldere
of lichtbewolkte dag of op een zonnige dag in de
schaduw van bomen.
Video-opname
Voor het inschakelen van de hoofdcamera opent u
de lensdop via de camera-activeringsschakelaar.
Als u de hoofdcamera wilt inschakelen als de
lensdop al is geopend, drukt u de opnametoets in
en houdt u deze even ingedrukt.
Sluit de lensdop als u de hoofdcamera wilt sluiten.
Page 43
Symbolen voor video-opnamen
In de videozoeker wordt het volgende
weergegeven:
1 — Symbool voor opnamemodus
2 — Symbool voor ingeschakelde geluiddemping
3 — Actieve werkbalk. Tijdens de opname wordt de
werkbalk niet weergegeven.
werkbalk', p. 36.
4 — Symbool voor batterijniveau
5 — Symbool voor de videokwaliteit, dat aangeeft
of de kwaliteit van de video TV hoge kwaliteit, TV
normale kwaliteit, E-mail hoge kwalit., E-mail
norm. kwalit. of Kwaliteit voor delen is.
6 — Het bestandstype van de videoclip
7 — De totale beschikbare tijd voor de video-
opname. Tijdens de opname geeft het symbool voor
de huidige videolengte ook de verstreken en
resterende tijd aan.
Zie 'Actieve
8 — De symbolen voor het apparaatgeheugen ( )
en de geheugenkaart (
worden opgeslagen
9 — De videostabilisatie is ingeschakeld (
'Video-instellingen', p. 47.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u
alle zoekersymbolen wilt weergeven. Selecteer
Pictogram verbergen als u alleen de
videosymbolen en tijdens de opname de
beschikbare opnametijd, de zoombalk bij gebruik
van de zoomfunctie en de selectietoetsen wilt
weergeven.
) geven aan waar video's
). Zie
Video's opnemen
Denk aan het volgende voordat u een video
opneemt:
● Blader door de actieve werkbalk om de
belichtings- en kleurinstellingen aan te passen.
Zie 'Standaardinstellingen - kleur en belichting
aanpassen', p. 46.Zie 'Scènes', p. 40.
● Als u geheugen voor nieuwe videoclips wilt
vrijmaken, kunt u met bijvoorbeeld een
compatibele USB-gegevenskabel bestanden naar
een compatibele pc kopiëren en de bestanden
van het apparaat verwijderen. Wanneer het
geheugen vol is, wordt een bericht weergegeven
en wordt u gevraagd of u het gebruikte
geheugen wilt wijzigen.
Camera
43
Page 44
Ga als volgt te werk om een video op te nemen:
1. Als de camera in de afbeeldingsmodus staat,
selecteert u de videomodus op de actieve
werkbalk.
Camera
2. Druk op de opnametoets om de opname te
starten. Het rode opnamepictogram (
weergegeven en er klinkt een geluidssignaal om
aan te geven dat de opname is gestart.
3. U kunt de opname op elk gewenst moment
onderbreken door op Pauze te drukken. De
video-opname wordt automatisch gestopt als u
de opname onderbreekt en gedurende één
minuut niet op een toets drukt. Selecteer
Doorgaan om de opname te hervatten.
Gebruik de zoomtoets van het apparaat als u op
het onderwerp wilt in- of uitzoomen.
4. Selecteer Stop om de opname te stoppen. De
videoclip wordt automatisch opgeslagen in de
map Afb. en video van Galerij. De
maximumlengte van de videoclip hangt af van
het beschikbare geheugen.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de
camera aan de voorkant wilt activeren. Druk op de
bladertoets om het opnemen van een video te
starten. Druk de bladertoets omhoog of omlaag als
u wilt in- of uitzoomen.
44
) wordt
Na het opnemen van een video
Nadat u een videoclip hebt opgenomen, selecteert
u het volgende op de actieve werkbalk (alleen
beschikbaar als Opgenomen video tonen is
ingesteld op Aan in de video-instellingen):
● Selecteer Afspelen (
opgenomen videoclip meteen wilt afspelen.
● Selecteer Verwijd. (
bewaren.
● Als u de videoclip wilt verzenden als een
multimediabericht, e-mailbericht of via een
andere verbindingsmethode, bijvoorbeeld een
Bluetooth-verbinding, drukt u op de beltoets of
selecteert u Zenden (
en verzenden', p. 125.Zie 'Gegevens verzenden
met behulp van Bluetoothconnectiviteit', p. 90. Deze optie is niet
beschikbaar tijdens een actief gesprek.
Videoclips in MP4-indeling kunnen mogelijk niet
als multimediabericht worden verzonden.
U kunt de videoclip ook tijdens een actief gesprek
verzenden naar de ontvanger van het gesprek.
Selecteer Verzenden naar beller (
beschikbaar tijdens een actieve oproep).
● Selecteer
account voor een compatibel online album hebt
ingesteld) als u de videoclip wilt uploaden naar
(alleen beschikbaar als u een
) als u de zojuist
) als u de video niet wilt
). Zie 'Berichten invoeren
) (alleen
Page 45
een compatibel online album. Zie 'Afbeeldingen
en video's online delen', p. 58.
● Druk op de opnametoets om terug te gaan naar
de zoeker en een nieuwe videoclip op te nemen.
Camera-instellingen
U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de
camera: standaardinstellingen en
begininstellingen. Als u de camera sluit, worden de
standaardinstellingen voor video's weer hersteld,
terwijl de begininstellingen gehandhaafd blijven
totdat u deze weer wijzigt. Gebruik de opties op de
actieve werkbalk als u de standaardinstellingen wilt
wijzigen.
belichting aanpassen', p. 46. Ga naar de
afbeeldings- of videomodus en selecteer Opties >
Instellingen als u de begininstellingen wilt
wijzigen.
Instellingen van fotocamera
aanpassen
Selecteer Opties > Instellingen in de
afbeeldingsmodus en maak een keuze uit de
volgende opties als u de begininstellingen wilt
wijzigen:
● Afbeeldingskwaliteit — Selecteer Afdr. 5M –
Zie 'Standaardinstellingen - kleur en
Groot (resolutie van 2592 x 1944), Afdr. 3M –
Normaal (resolutie van 2048 x 1536), Afdr. 2M
– Normaal (resolutie van 1600 x 1200), E-mail
0,8M – Norm. (resolutie van 1024 x 768) of MMS
0,3M – Klein (resolutie van 640 x 480). Hoe hoger
de kwaliteit is, des te meer geheugenruimte de
afbeelding inneemt. Selecteer Afdr. 5M – Groot,
Afdr. 3M – Normaal of Afdr. 2M – Normaal als
u de afbeelding wilt afdrukken. Selecteer E-mail
0,8M – Norm. als u de afbeelding per e-mail wilt
verzenden. Selecteer MMS 0,3M – Klein als u de
afbeelding wilt verzenden als een
multimediabericht.
Deze resoluties zijn alleen beschikbaar in de
hoofdcamera.
● Toevoegen aan album — Hiermee geeft u aan
of u de foto wilt opslaan in een bepaald album in
Galerij. Als u Ja selecteert, wordt een lijst met
beschikbare albums geopend.
● Locatie vastleggen — Selecteer Ja als u GPS-
locatiecoördinaten aan elk afbeeldingsbestand
wilt toevoegen. De ontvangst van een GPSsignaal kan enige tijd in beslag nemen of het
signaal is mogelijk niet beschikbaar.
● Opgenomen afb. weerg. — Selecteer Aan als
u de vastgelegde afbeelding wilt bekijken nadat
u deze hebt gemaakt of selecteer Uit als u direct
wilt doorgaan met het maken van foto's.
Camera
45
Page 46
● Stand.naam afbeelding — Hiermee geeft u de
standaardnaam voor de vastgelegde
afbeeldingen op.
● Uitgebr. digitale zoom (alleen hoofdcamera)
Camera
— Selecteer Aan (continu) als u traploos
digitaal en uitgebreid digitaal wilt zoomen, Aan
(onderbroken) als u in digitale en uitgebreide
digitale stappen wilt zoomen en Uit als u beperkt
wilt zoomen terwijl de beeldresolutie behouden
blijft.
● Opnametoon — Hiermee selecteert u de toon
die moet klinken bij het maken van een foto.
● Gebruikt geheugen — Hiermee geeft u op waar
afbeeldingen moeten worden opgeslagen.
● Afbeelding roteren — Selecteer of u
afbeeldingen die zijn genomen vanuit een
rechtopstaande positie van het apparaat wilt
draaien wanneer u deze in Galerij opent.
● Instellingen herstellen — Selecteer Ja als u de
camera weer wilt instellen op de
standaardwaarden.
Standaardinstellingen - kleur en
belichting aanpassen
Als u de kleuren en belichting van de camera
nauwkeuriger wilt instellen of als u effecten wilt
toevoegen aan uw foto's of video's, bladert u over
de actieve werkbalk en maakt u een keuze uit de
46
volgende opties:
● Flitsermodus ( ) (alleen
afbeeldingen) — Hiermee selecteert u de
gewenste flitsermodus.
● Kleurtoon (
kleureffect in de lijst.
● Witbalans (
huidige belichtingssituatie in de lijst. Met behulp
van deze optie kunt u de kleuren van de camera
nauwkeuriger instellen.
● Belichtingscompensatie (
afbeeldingen) — Als u een opname maakt van
een donker onderwerp tegen een zeer lichte
achtergrond, zoals sneeuw, stelt u de belichting
in op +1 of +2 om de helderheid van de
achtergrond te compenseren. Gebruik -1 of -2
voor lichte voorwerpen tegen een donkere
achtergrond.
● Scherpheid (
scherpheid van de foto aan.
● Contrast (
verschil aan tussen de lichtste en donkerste
delen van de foto.
● Lichtgevoeligheid (
— Verhoog de lichtgevoeligheid bij weinig licht
om de kans op te donkere afbeeldingen te
verminderen.
De schermweergave wordt aangepast aan de
nieuwe instellingen, zodat u ziet hoe de foto's of
video's eruit komen te zien.
) — Hiermee selecteert u een
) — Hiermee selecteert u de
) (alleen
) (alleen afbeeldingen) — Pas de
) (alleen afbeeldingen) — Pas het
) (alleen afbeeldingen)
Page 47
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van de
geselecteerde camera.
De instellingen zijn cameraspecifiek, dus als u de
instellingen van de tweede camera wijzigt, worden
de instellingen van de hoofdcamera niet gewijzigd.
De instellingen zijn tevens opnamemodusspecifiek,
dus als u de instellingen in de afbeeldingsmodus
wijzigt, worden de instellingen in de videomodus
niet gewijzigd. De gedefinieerde instellingen
worden niet opnieuw ingesteld als u schakelt
tussen de modi.
Wanneer u de camera sluit, worden de
standaardinstellingen weer actief.
Als u een nieuwe scène selecteert, worden de kleuren belichtingsinstellingen vervangen door de
geselecteerde scène. U kunt de instellingen zo
nodig wijzigen nadat u een scène hebt
geselecteerd.
Video-instellingen
Selecteer Opties > Instellingen in de videomodus
en maak een keuze uit de volgende opties als u de
begininstellingen wilt wijzigen:
● Videokwaliteit — Stel de kwaliteit van de
videoclip in op TV hoge kwaliteit, TV normale
kwaliteit, E-mail hoge kwalit., E-mail norm.
kwalit. (standaardkwaliteit voor afspelen via uw
handset) of Kwaliteit voor delen. Selecteer TV
hoge kwaliteit of TV normale kwaliteit als u
de videofilm op een compatibele televisie of pc
wilt bekijken. U gebruikt dan de VGA-resolutie
(640 x 480) en de bestandsindeling .MP4.
Videoclips in MP4-indeling kunnen mogelijk niet
als multimediabericht worden verzonden. Als u
de videoclip wilt verzenden in een
multimediabericht, selecteert u Kwaliteit voor
delen, met een QCIF-resolutie en de
bestandsindeling .3gp.
● Videostabilisatie — Selecteer Aan als u het
bewegen van de camera tijdens de videoopname wilt tegengaan.
● Geluidsopname — Selecteer Dempen als u
geen geluid wilt opnemen.
● Toevoegen aan album — Geef aan of u de
opgenomen videoclip wilt toevoegen aan een
bepaald album in Galerij. Selecteer Ja als u een
lijst met beschikbare albums wilt openen.
● Opgenomen video tonen — Geef aan of u het
eerste beeld van de opgenomen videoclip wilt
weergeven zodra de opname is voltooid.
Selecteer Afspelen op de actieve werkbalk
(hoofdcamera) of Opties > Afspelen (tweede
camera) als u de videoclip wilt bekijken.
● Standaardnaam video — Geef de
standaardnaam voor de vastgelegde videoclips
op.
● Gebruikt geheugen — Hier geeft u op waar
video's moeten worden opgeslagen.
Camera
47
Page 48
● Instellingen herstellen — Selecteer Ja als u de
camera weer wilt instellen op de
standaardwaarden.
Camera
48
Page 49
Galerij
Druk op en selecteer Galerij als u afbeeldingen,
video- en geluidsclips en koppelingen naar
streaming media wilt opslaan en indelen, of
bestanden wilt delen met andere compatibele
UPnP-apparaten (Universal Plug and Play) via een
WLAN.
Tip: Druk op aan de zijkant van het
apparaat als u zich in een andere toepassing
bevindt en de laatst opgeslagen foto of
videoclip in Galerij wilt bekijken. Druk
nogmaals op de weergavetoets als u de
hoofdweergave van de map Afb. en video
wilt openen.
Bestanden weergeven en
organiseren
Druk op en selecteer Galerij.
Selecteer Afb. en video
Geluidsclips
Presentaties
druk op de bladertoets om het item te openen.
, Streaming kop.,
of Alle bestanden in Galerij en
, Tracks ,
U kunt mappen openen en
hierin bladeren. Daarnaast
kunt u items markeren,
kopiëren en naar mappen
verplaatsen. U kunt ook
albums maken en items in
de albums markeren,
kopiëren en toevoegen.
Zie 'Albums', p. 52.
Bestanden die zijn
opgeslagen op de
compatibele
geheugenkaart (indien geplaatst), worden
aangegeven met
Druk op de bladertoets om een bestand te openen.
Videoclips, RAM-bestanden en koppelingen naar
streaming-media worden geopend en afgespeeld
in RealPlayer, en muziek- en geluidsclips in
Muziekspeler.
'Muziekspeler', p. 98.
Selecteer een bestand en selecteer Opties > Verpl.
en kopiëren > Kop. naar geh.kaart of Verpl.
naar geh.kaart, of Kop. naar telef.geh. of Verpl.
naar telef.geh. als u bestanden wilt kopiëren of
.
Zie 'RealPlayer ', p. 111.Zie
Galerij
49
Page 50
verplaatsen naar de geheugenkaart (indien
geplaatst) of naar het apparaatgeheugen.
Galerij
Afbeeldingen en videoclips
Afbeeldingen en video's
weergeven
Als u uw afbeeldingen en videoclips wilt
weergeven, drukt u op
Afb. en video.
Foto's die zijn gemaakt en videoclips die zijn
opgenomen met de camera van uw apparaat,
worden opgeslagen in Afb. en video. Afbeeldingen
en videoclips kunnen ook naar u worden verzonden
in een multimediabericht, als e-mailbijlage of via
een Bluetooth-verbinding. Als u een ontvangen
afbeelding of videoclip in Galerij of in RealPlayer
wilt kunnen weergeven, moet u deze eerst opslaan.
De videoclips die zijn opgeslagen in Nokia Video
Centre, worden niet weergegeven in Afb. en
video in Galerij.
Zie 'Nokia Videocentrum', p. 94.
en selecteert u Galerij >
De bestanden met
afbeeldingen en
videoclips in Afb.
en video worden
opeenvolgend op
datum en tijd
weergegeven. Het
aantal bestanden
wordt
weergegeven. Bekijk de bestanden één voor één
door naar links of rechts te bladeren met de
bladertoets. Als u de bestanden in groepen wilt
weergeven, bladert u omhoog of omlaag met de
bladertoets.
Druk op de bladertoets om een bestand te openen.
Druk wanneer een afbeelding is geopend op de
zoomtoets aan de zijkant van het apparaat als u op
de afbeelding wilt inzoomen. De zoomfactor wordt
niet permanent opgeslagen.
Als u wilt dat de weergave automatisch op basis van
de richting van het apparaat wordt gedraaid,
activeert u de weergaverotatie in de instellingen.
Zie 'Persoonlijke instellingen', p. 166.
Selecteer Opties > Bewerken als u een videoclip
of foto wilt bewerken.
bewerken', p. 53.
Zie 'Afbeeldingen
50
Page 51
Als u wilt zien waar een afbeelding is vastgelegd die
is gemarkeerd met
Tonen op kaart.
Selecteer Opties > Afdrukken als u uw
afbeeldingen wilt afdrukken op een compatibele
printer of als afdrukbestand wilt opslaan op de
geheugenkaart (indien geplaatst).
'Afbeeldingen afdrukken', p. 56. U kunt ook
afbeeldingen toevoegen aan Print basket in Galerij
zodat u ze later kunt afdrukken.
basket', p. 52.
, selecteert u Opties >
Zie
Zie 'Print
Afbeeldingen en video's
organiseren
Selecteer Opties > Albums > Naar album als u
een afbeelding of videoclip wilt toevoegen aan een
album in Galerij.
Als u een afbeelding later wilt afdrukken, selecteert
u de afbeelding en Tv. aan afdr. wachtrij op de
actieve werkbalk .
Als u een foto als achtergrondafbeelding wilt
gebruiken, selecteert u de foto en Opties >
Afbeelding gebruiken > Inst. als achtergrond.
Als u een afbeelding of videoclip wilt verwijderen,
selecteert u Opties > Verwijderen.
Zie 'Albums', p. 52.
Zie 'Print basket', p. 52.
Sommige opties zijn ook beschikbaar via de actieve
werkbalk (beschikbaar wanneer u een afbeelding of
videoclip opent).
Zie 'Actieve werkbalk', p. 51.
Actieve werkbalk
In de map Afb. en video kunt u de actieve werkbalk
gebruiken als een snelkoppeling naar verschillende
taken. De actieve werkbalk is alleen beschikbaar
wanneer u een afbeelding of videoclip hebt
geselecteerd.
Navigeer in de actieve werkbalk omhoog of omlaag
naar verschillende items en selecteer deze door op
de bladertoets te drukken. De beschikbare opties
variëren afhankelijk van de huidige status en het
feit of u een afbeelding of videoclip hebt
geselecteerd.
De standaardinstellingen op de actieve werkbalk
worden hersteld zodra u de camera sluit.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u de
actieve werkbalk altijd in het display wilt
weergeven.
Selecteer Opties > Pictogram verbergen als u de
actieve werkbalk alleen wilt weergeven wanneer u
deze nodig hebt. U kunt de actieve werkbalk
inschakelen door op de bladertoets te drukken.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Hiermee speelt u de geselecteerde videoclip af.
Galerij
51
Page 52
Hiermee verzendt u de geselecteerde afbeelding
of videoclip.
Hiermee laadt u de geselecteerde afbeelding of
Galerij
videoclip naar een compatibel online album (alleen
beschikbaar als u een account voor een compatibel
online album hebt ingesteld).
video's online delen', p. 58.
of Hiermee voegt u een afbeelding toe aan of
verwijdert u deze uit de afdrukwachtrij (Print
basket).
afbeeldingen.
afbeelding of videoclip.
De beschikbare opties kunnen variëren afhankelijk
van de huidige weergave.
Zie 'Print basket', p. 52.
Hiermee drukt u de weergegeven afbeelding af.
Hiermee start u een diavoorstelling van uw
Hiermee verwijdert u de geselecteerde
Zie 'Afbeeldingen en
Albums
U kunt afbeeldingen en videoclips eenvoudig
beheren in albums. Selecteer Afb. en video >
Opties > Albums > Albums weergeven als u de
lijst met albums in Galerij wilt weergeven.
Selecteer Opties > Nieuw album als u in de
lijstweergave voor albums een nieuw album wilt
maken.
52
Ga naar een foto of videoclip en selecteer Opties >
Albums > Naar album als u deze wilt toevoegen
aan een album in Galerij. Er verschijnt een lijst met
albums. Selecteer het album waaraan u de
afbeelding of videoclip wilt toevoegen. Het item dat
u aan het album hebt toegevoegd, blijft zichtbaar
in Afb. en video in Galerij.
Als u een bestand uit een album wilt verwijderen,
opent u het album, bladert u naar het bestand en
drukt u op C. Het bestand wordt niet verwijderd uit
Afb. en video in Galerij.
Print basket
U kunt afbeeldingen toevoegen aan de
afdrukwachtrij (Print basket) en deze later
afdrukken op een compatibele printer of in een
compatibele afdrukkiosk, indien beschikbaar.
'Afbeeldingen afdrukken', p. 56. De toegevoegde
afbeeldingen worden aangeduid met
video en de betreffende albums.
Selecteer een afbeelding en Tv. aan afdr.
wachtrij in de actieve werkbalk als u een
afbeelding later wilt afdrukken.
Als u de afbeeldingen in Print basket wilt
weergeven, selecteert u
beschikbaar wanneer u afbeeldingen aan Print
basket hebt toegevoegd) of Opties >
Afdrukken > Print basket weerg..
in Afb. en video (alleen
Zie
in Afb. en
Page 53
Als u een afbeelding uit Print basket wilt
verwijderen, selecteert u een afbeelding in Afb. en
video of in een album en selecteert u Opties >
Verwijd. uit basket.
Diavoorstelling
Als u uw afbeeldingen als een diavoorstelling wilt
weergeven, selecteert u een afbeelding in Galerij en
selecteert u Diavoorstelling starten (
actieve werkbalk. De diavoorstelling begint met het
geselecteerde bestand.
Als u alleen de geselecteerde afbeeldingen als een
diavoorstelling wilt weergeven, selecteert u
Opties > Markeringen aan/uit > Markeren om
afbeeldingen te markeren, en Opties >
Diavoorstelling > Starten om de diavoorstelling
te starten.
Maak een keuze uit de volgende opties:
● Onderbreken — Hiermee onderbreekt u de
diavoorstelling.
● Doorgaan — Hiermee hervat u de
diavoorstelling.
● Einde — Hiermee sluit u de diavoorstelling.
Blader naar links of rechts door de afbeeldingen met
de bladertoets.
U kunt de instellingen van de diavoorstelling
wijzigen voordat u de diavoorstelling start.
Selecteer Opties > Diavoorstelling >
) op de
Instellingen en maak een keuze uit de volgende
opties:
● Muziek — Hiermee voegt u geluid toe aan de
diavoorstelling. Selecteer Aan of Uit.
● Nummer — Hiermee selecteert u een
muziekbestand in de lijst.
● Vertraging tussen dia's — Hiermee wijzigt u
het tempo van de diavoorstelling.
● Zoomen en pannen — Hiermee kunt u de dia's
soepel in elkaar laten overlopen en kunt u
willekeurig in- en uitzoomen op de afbeeldingen
in Galerij.
Gebruik de volumetoets van het apparaat als u het
volume tijdens de diavoorstelling wilt aanpassen.
Afbeeldingen bewerken
Afbeeldingseditor
Selecteer Opties > Bewerken als u foto's nadat
deze zijn gemaakt of foto's die al zijn opgeslagen in
de galerij wilt bewerken. De afbeeldingseditor
wordt geopend.
Selecteer Opties > Effect toepassen om een raster
te openen waarin u verschillende bewerkingsopties
kunt selecteren aan de hand van kleine
pictogrammen. U kunt de afbeelding bijsnijden en
draaien; de helderheid, de kleur, het contrast en de
Galerij
53
Page 54
resolutie aanpassen en effecten, tekst, illustraties
of een kader aan de foto toevoegen.
Galerij
Afbeeldingen bijsnijden
Als u een afbeelding wilt bijsnijden, selecteert u
Opties > Effect toepassen > Snijden en kiest u
in de lijst een vooraf gedefinieerde
beeldverhouding. Als u de afbeelding handmatig
wilt bijsnijden, selecteert u Handmatig.
Als u Handmatig selecteert, wordt in de
linkerbovenhoek van de afbeelding een kruis
weergegeven. Gebruik de bladertoets om het
gebied te selecteren dat u wilt bijsnijden en
selecteer Instellen. Er verschijnt een tweede kruis
in de rechterbenedenhoek. Selecteer wederom het
gebied dat u wilt bijsnijden. Selecteer Terug als u
het eerste geselecteerde gebied wilt aanpassen.
Tezamen vormen de geselecteerde gebieden een
rechthoek ter grootte van de bijgesneden
afbeelding.
Als u een vooraf gedefinieerde beeldverhouding
hebt gekozen, selecteert u de linkerbovenhoek van
het gebied dat u wilt bijsnijden. Met de bladertoets
kunt u het formaat van het gemarkeerde gebied
wijzigen. Druk op de bladertoets om het
geselecteerde gebied te bevriezen. Met de
bladertoets kunt u het gebied binnen de foto
verplaatsen. Druk op de bladertoets om het gebied
54
te selecteren dat u wilt bijsnijden.
Rode ogen reduceren
Selecteer Opties > Effect toepassen > Rode-
ogenreductie als u de roodheid van ogen in een
afbeelding wilt verminderen.
Verplaats het kruis naar het oog en druk op de
bladertoets. Er verschijnt een lus in het scherm.
Gebruik de bladertoets om het formaat van de lus
te wijzigen zodat het oog er precies in past. Druk op
de bladertoets om de roodheid te reduceren. Druk
op Gereed als u klaar bent met het bewerken van
de afbeelding.
Druk op Terug als u de wijzigingen wilt opslaan en
wilt terugkeren naar Afb. en video.
Handige sneltoetsen
U kunt de volgende sneltoetsen gebruiken bij het
bewerken van afbeeldingen:
● Druk op * voor een afbeelding op het volledige
scherm. Druk nogmaals op * als u wilt terugkeren
naar de normale weergave.
● Druk op 3 of 1 als u een afbeelding naar rechts of
naar links wilt draaien.
● Druk op 5 of 0 als u wilt in- of uitzoomen.
● Druk de bladertoets omhoog, omlaag, naar links
of naar rechts als u wilt schuiven in een
ingezoomde afbeelding.
Page 55
Video's bewerken
Als u de videoclips in Galerij wilt bewerken, gaat u
naar een videoclip en selecteert u Opties >
Bewerken en een bewerkingsoptie.
De video-editor ondersteunt videobestanden in de
indelingen .3GP en .MP4 en geluidsbestanden in de
indelingen .AAC, .AMR, .MP3 en .WAV. De editor
ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle
kenmerken of alle variaties van
bestandsindelingen.
TV out-modus
U kunt opgenomen afbeeldingen en videoclips
bekijken op een compatibele tv met behulp van een
Nokia Video Connectivity-kabel.
Voordat u de afbeeldingen en videoclips op tv
weergeeft, moet u de TV out-instellingen voor het
betreffende televisiesysteem en de
beeldverhouding mogelijk configureren.
'Instellingen voor toebehoren', p. 167.
Ga als volgt te werk als u afbeeldingen en videoclips
op tv wilt weergeven:
1. Verbind de Nokia Video Connectivity-kabel met
de video-invoeraansluiting van een compatibele
tv.
Zie
2. Verbind het andere uiteinde van de Nokia Video
Connectivity-kabel met de Nokia AV-aansluiting
van het apparaat.
3. Mogelijk moet u de kabelmodus selecteren.
4. Druk op
en selecteer het bestand dat u wilt weergeven.
De afbeeldingen
worden
weergegeven in
de
afbeeldingsviewer en de videoclips worden
afgespeeld in RealPlayer.
Wanneer de Nokia Video Connectivity-kabel op het
apparaat is aangesloten, wordt alle audio (inclusief
de actieve oproepen, het stereogeluid van
videoclips, de toetstoon en de beltoon) naar de
televisie verzonden. U kunt de microfoon van het
apparaat normaal blijven gebruiken.
Voor alle toepassingen in een andere map dan Afb.
en video in Galerij en RealPlayer, ziet u op de tv wat
wordt weergegeven in het scherm van het
apparaat.
De geopende afbeelding wordt in een volledig
scherm weergegeven op de tv. Wanneer u een
, selecteer Galerij > Afb. en video
Galerij
55
Page 56
afbeelding in de miniatuurweergave opent terwijl
deze op de tv wordt weergegeven, is inzoomen niet
beschikbaar.
Galerij
Wanneer u een geselecteerde videoclip opent,
wordt deze door RealPlayer weergegeven in het
scherm van het apparaat en op de tv.
', p. 111.
U kunt afbeeldingen op de tv wee rgeve n in de vorm
van een diapresentatie. Alle items in een album of
gemarkeerde afbeeldingen worden in een volledig
scherm weergegeven op de tv terwijl de
geselecteerde muziek wordt afgespeeld.
'Diavoorstelling', p. 53.
Presentaties
Bij presentaties kunt u SVG-bestanden (Scalable
Vector Graphics) bekijken, zoals cartoons en
kaarten. SVG-afbeeldingen blijven er hetzelfde
uitzien wanneer deze worden afgedrukt of worden
bekeken bij een andere schermgrootte of resolutie.
Als u SVG-bestanden wilt bekijken, druk dan op
en selecteer Galerij > Presentaties. Ga naar
een afbeelding en selecteer Opties > Afspelen.
Selecteer Opties > Onderbreken als u het
afspelen wilt onderbreken.
Druk op 5 als u wilt inzoomen. Druk op 0 als u wilt
56
uitzoomen.
Zie 'RealPlayer
Zie
Druk op 1 of 3 als u een afbeelding respectievelijk
naar rechts of naar links wilt draaien. Druk op 7 of
9 als u de afbeelding 45 graden wilt draaien.
Druk op* als u wilt schakelen tussen een volledig en
een normaal scherm.
Afbeeldingen afdrukken
Afbeeldingen afdrukken
Als u afbeeldingen wilt afdrukken via Afbeeldingen
afdrukken, selecteert u de gewenste afbeelding en
vervolgens de afdrukoptie in Galerij, de camera, de
afbeeldingseditor of de afbeeldingsviewer.
Gebruik Afbeeldingen afdrukken om uw
afbeeldingen af te drukken met behulp van een
compatibele USB-gegevenskabel of Bluetoothconnectiviteit. U kunt ook afbeeldingen afdrukken
via een WLAN. Als een compatibele geheugenkaart
beschikbaar is, kunt u de afbeeldingen opslaan op
de geheugenkaart en afdrukken via een
compatibele printer.
U kunt alleen afbeeldingen in JPEG-indeling
afdrukken. De foto's die met de camera worden
gemaakt, worden automatisch opgeslagen in JPEGindeling.
Page 57
Printer selecteren
Als u afbeeldingen wilt afdrukken via Afbeeldingen
afdrukken, selecteert u de gewenste afbeelding en
vervolgens de afdrukoptie in Galerij, de camera, de
afbeeldingseditor of de afbeeldingsviewer.
Wanneer u Afbeeldingen afdrukken de eerste keer
gebruikt, wordt een lijst met beschikbare
compatibele printers weergegeven nadat u de
afbeelding hebt geselecteerd. Selecteer een printer.
De printer wordt ingesteld als de standaardprinter.
Als u wilt afdrukken op een printer die compatibel
is met PictBridge, sluit u de compatibele
gegevenskabel aan voordat u de afdrukoptie
selecteert. Vervolgens controleert u of de
gegevenskabelmodus is ingesteld op Afb.
afdrukken of Vragen bij verbind..
'USB', p. 92. De printer wordt automatisch
weergegeven als u de afdrukoptie selecteert.
Als de standaardprinter niet beschikbaar is, wordt
een lijst met beschikbare afdrukapparaten
weergegeven.
Selecteer Opties > Instellingen >
Standaardprinter als u de standaardprinter wilt
wijzigen.
Zie
Afdrukvoorbeeld
Nadat u de printer hebt geselecteerd, worden de
geselecteerde afbeeldingen weergegeven met
vooraf gedefinieerde indelingen.
Als u de indeling wilt wijzigen, drukt u de
bladertoets naar links of rechts om door de
beschikbare indelingen voor de geselecteerde
printer te bladeren. Als de afbeeldingen niet op één
pagina passen, drukt u de bladertoets omhoog of
omlaag om de overige pagina's te bekijken.
Afdrukinstellingen
De beschikbare opties variëren, afhankelijk van de
mogelijkheden van de printer die u hebt
geselecteerd.
Selecteer Opties > Standaardprinter als u een
standaardprinter wilt instellen.
Selecteer Papierformaat, het gewenste
papierformaat in de lijst en OK als u het formaat wilt
selecteren. Selecteer Annuleer als u wilt
terugkeren naar de vorige weergave.
PrintOnline
Met PrintOnline kunt u online afdrukken van uw
afbeeldingen bestellen en direct laten bezorgen bij
u thuis of in een winkel waar u deze kunt ophalen.
U kunt ook verschillende producten met de
geselecteerde afbeelding bestellen, zoals mokken
Galerij
57
Page 58
of muismatten. Welke producten beschikbaar zijn,
is afhankelijk van de serviceprovider.
Als u PrintOnline wilt gebruiken, moet minimaal
Galerij
één configuratiebestand van een afdrukservice zijn
geïnstalleerd. U kunt de bestanden verkrijgen bij
providers van afdrukdiensten die PrintOnline
ondersteunen.
Raadpleeg de handleidingen op de
productondersteuningspagina's van Nokia of op uw
lokale Nokia-website voor meer informatie over
deze toepassing.
Afbeeldingen en video's
online delen
U kunt afbeeldingen en videoclips delen in
compatibele online albums, weblogs of andere
compatibele online diensten op internet. U kunt
inhoud uploaden, een niet-voltooide post opslaan
als concept en later doorgaan en de inhoud van de
albums weergeven. Welke inhoudstypen worden
ondersteund, is afhankelijk van de serviceprovider.
Voordat u afbeeldingen en video's online kunt
delen, moet u zich abonneren op de dienst via een
serviceprovider voor het delen van online
afbeeldingen. Vervolgens moet u een nieuwe
account maken. U kunt zich meestal op de
58
betreffende dienst abonneren via de webpagina
van de serviceprovider. Neem contact op met uw
serviceprovider voor details over het abonneren op
de dienst.
Als u een bestand vanuit Galerij naar de online
dienst wilt uploaden, drukt u op
Galerij > Afb. en video. Blader naar het gewenste
bestand en selecteer Opties > Zenden > Posten
naar web, of selecteer het bestand en
actieve werkbalk.
Ga naar de productondersteuningspagina's van
Nokia of uw lokale Nokia-website voor meer
informatie over de toepassing en compatibele
serviceproviders.
en selecteert u
vanuit de
Eigen netwerk
Informatie over het eigen
netwerk
Het apparaat is compatibel met de UPnParchitectuur (Universal Plug and Play). Met een
WLAN-toegangspunt of -router kunt u een eigen
netwerk maken en compatibele UPnP-apparaten op
het netwerk aansluiten die WLAN's ondersteunen,
zoals het apparaat, een compatibele pc, een
compatibele printer, een compatibel
geluidssysteem, een compatibele tv of een
geluidssysteem of tv voorzien van een compatibele
draadloze multimedia-ontvanger.
Page 59
Als u de WLAN-functie van het apparaat in een eigen
netwerk wilt gebruiken, hebt u een werkend LAN
nodig, moeten de andere apparaten geschikt zijn
voor UPnP en verbinding hebben met hetzelfde
netwerk.
In het eigen netwerk worden de
beveiligingsinstellingen van de WLAN-verbinding
gebruikt. Gebruik de voorziening voor het eigen
netwerk in een WLAN-infrastructuurnetwerk met
een WLAN-toegangspunt en ingeschakelde
codering.
U kunt mediabestanden die zijn opgeslagen in
Galerij, delen met andere compatibele UPnPapparaten via het eigen netwerk. Als u de
instellingen van het eigen netwerk wilt beheren,
drukt u op
Connect. > Eigen media. U kunt via het eigen
netwerk ook compatibele mediabestanden uit
Galerij bekijken, afspelen, kopiëren of afdrukken.
Zie 'Mediabestanden weergeven en delen', p. 61.
Het apparaat wordt alleen met het eigen netwerk
verbonden als u een verbindingsverzoek vanaf een
ander compatibel apparaat accepteert of als u in
Galerij de optie selecteert voor het weergeven,
afspelen, afdrukken of kopiëren van
mediabestanden op het apparaat of naar andere
apparaten zoekt in de map Eigen netwerk.
Zie 'WLAN', p. 85.
en selecteert u Instrumenten >
Belangrijke informatie over
beveiliging
Schakel bij het configureren van het eigen WLAN
netwerk een coderingsmethode in op het
toegangspunt en vervolgens op de andere
compatibele apparaten die u op het eigen netwerk
wilt aansluiten. Raadpleeg de documentatie van de
apparaten. Houd wachtwoorden geheim en bewaar
deze op een veilige plek, afzonderlijk van de
apparaten.
U kunt de instellingen van het WLANinternettoegangspunt in uw apparaat weergeven
of wijzigen.
Als u de ad-hocmodus gebruikt om een eigen
netwerk te maken met een compatibel apparaat,
schakelt u een van de coderingsmethoden in
WLAN-beveil.modus in wanneer u het
internettoegangspunt instelt.
'Verbindingsinstellingen', p. 174. Met deze stap
beperkt u het risico dat onbevoegden toegang
kunnen krijgen tot het ad hoc-netwerk.
U krijgt een melding zodra met een ander apparaat
wordt geprobeerd verbinding te maken met het
apparaat en met het eigen netwerk. Accepteer geen
verbindingsaanvragen van een onbekend apparaat.
Als u WLAN gebruikt in een netwerk zonder
codering, schakelt u het delen van bestanden met
andere apparaten uit of schakelt u het delen van
Zie 'Toegangspunten', p. 175.
Zie
Galerij
59
Page 60
privé-mediabestanden uit. Zie 'Instellingen voor
eigen netwerk', p. 60.
Galerij
Instellingen voor eigen netwerk
Als u mediabestanden die u in Galerij hebt
opgeslagen, via WLAN wilt delen met andere
compatibele UPnP-apparaten, moet u uw WLANinternettoegangspunt maken en configureren, en
vervolgens de instellingen voor eigen netwerk
configureren in de toepassing Eigen media.
'WLAN-internettoegangspunten', p. 87.Zie
'Verbindingsinstellingen', p. 174.
De opties met betrekking tot eigen netwerk zijn pas
in toepassingen beschikbaar wanneer de
instellingen in de toepassing Eigen media zijn
geconfigureerd.
Wanneer u de toepassing Eigen media voor het
eerst gebruikt, wordt de installatiewizard gestart.
Deze begeleidt u bij het instellen van de instellingen
voor het eigen netwerk op het apparaat. Als u de
installatiewizard later wilt gebruiken, gaat u naar
de hoofdweergave van Eigen media, selecteert u
Opties > Wizard uitvoeren en volgt u de
instructies in het display.
Als u een compatibele pc wilt aansluiten op het
eigen netwerk, moet u op de pc de gerelateerde
software installeren. U vindt de software op de cd-
60
rom of dvd-rom die bij het apparaat is geleverd, of
Zie
op de ondersteuningspagina's van het apparaat op
de Nokia-website.
Instellingen configureren
Als u de instellingen voor eigen netwerk wilt
configureren, selecteert u Instrumenten >
Connect. > Eigen media > Instellingen en
maakt u uw keuze uit de volgende opties:
● Eigen toegangspunt — Selecteer Altijd
vragen als u wilt dat het apparaat telkens naar
het thuistoegangspunt vraagt wanneer u
verbinding maakt met het eigen netwerk, Nieuw
maken als u een nieuw toegangspunt wilt
opgeven dat automatisch wordt gebruikt
wanneer u het eigen netwerk gebruikt, of
Geen. Als voor uw eigen netwerk geen
beveiligingsinstellingen zijn ingeschakeld, krijgt
u een beveiligingswaarschuwing. U kunt
doorgaan en de beveiliging later inschakelen of
het definiëren van het toegangspunt annuleren
en eerst de beveiliging voor het WLAN
inschakelen.
● Apparaatnaam — Geef een naam op voor het
apparaat. Deze naam is zichtbaar voor de andere
compatibele apparaten in het netwerk.
● Kopiëren naar — Selecteer het geheugen
waarin u uw gekopieerde mediabestanden wilt
opslaan.
Zie 'Toegangspunten', p. 175.
Page 61
Delen inschakelen en inhoud
definiëren
Selecteer Instrumenten > Connect. > Eigen
media > Inhoud delen en maak een keuze uit de
volgende opties:
● Inhoud delen — Hiermee kunt u het delen van
mediabestanden met compatibele apparaten
toestaan of weigeren. Schakel het delen van
inhoud pas in nadat u alle andere instellingen
hebt geconfigureerd. Als u het delen van inhoud
inschakelt, kunnen de overige UPnP-comp atibele
apparaten in het eigen netwerk de bestanden
bekijken en kopiëren die u hebt geselecteerd
voor delen in de map Afb. en video. Als u niet
wilt dat de andere apparaten toegang hebben
tot bestanden, schakelt u het delen van inhoud
uit.
● Afbeeldingen en video — Hiermee selecteert u
mediabestanden die u wilt delen met andere
apparaten of bekijkt u de status voor het delen
van afbeeldingen en video's. Selecteer Opties >
Inhoud vernieuwen als u de inhoud van de map
wilt bijwerken.
● Muziek — Selecteer afspeellijsten die u met
andere apparaten wilt delen, of bekijk de inhoud
van gedeelde afspeellijsten. Selecteer Opties >
Inhoud vernieuwen als u de inhoud van de map
wilt bijwerken.
Mediabestanden weergeven en
delen
Als u uw mediabestanden wilt delen met andere
UPnP compatibele apparaten in het eigen netwerk,
schakelt u het delen van inhoud in.
inschakelen en inhoud definiëren', p. 61. Als het
delen van inhoud in het apparaat is uitgeschakeld,
kunt u de mediabestanden die zijn opgeslagen in
een ander apparaat in het eigen netwerk, nog wel
bekijken en kopiëren als dit op het andere apparaat
is toegestaan.
Mediabestanden weergeven die in het
apparaat zijn opgeslagen
Als u uw afbeeldingen, video's en geluidsclips op
een ander apparaat in het eigen netwerk wilt
weergeven, bijvoorbeeld op een compatibele tv,
gaat u als volgt te werk:
1. Selecteer een afbeelding, videoclip of geluidsclip
in Galerij en selecteer Opties > Tonen via
eigen netwerk.
2. Selecteer een compatibel apparaat waarin het
mediabestand wordt weergegeven. De
afbeeldingen worden zowel op het andere
netwerkapparaat als op uw apparaat
weergegeven en de video- en geluidsclips
worden alleen afgespeeld op het andere
apparaat.
Zie 'Delen
Galerij
61
Page 62
3. Selecteer Opties > Tonen stoppen als u het
delen wilt stoppen.
Mediabestanden weergeven die in het
Galerij
andere apparaat zijn opgeslagen
Ga als volgt te werk als u mediabestanden die op
een ander apparaat in het netwerk zijn opgeslagen,
wilt weergeven op uw apparaat (of bijvoorbeeld op
een compatibele tv) wilt weergeven:
1. Druk op
Connect. > Eigen media > Zk in eigen
ntw.. Op het apparaat wordt gezocht naar
andere compatibele apparaten. De namen van
gevonden apparaten verschijnen op het scherm.
2. Selecteer een apparaat in de lijst.
3. Selecteer het type media dat u wilt bekijken op
het andere apparaat. De beschikbare
bestandstypen zijn afhankelijk van de functies
van het andere apparaat.
Selecteer Opties > Zoeken als u bestanden met
andere criteria wilt zoeken. Selecteer Opties >
Sorteren op als u de gevonden bestanden wilt
sorteren.
4. Selecteer het mediabestand of de mediamap die
u wilt weergeven.
5. Druk op de bladertoets en selecteer Afspelen of
Weergeven, en In apparaat of Via eigen
62
netwerk.
en selecteer Instrumenten >
6. Selecteer het apparaat waarin het bestand
wordt weergegeven.
Blader naar links of rechts om het volume te regelen
terwijl u een video of geluidsclip afspeelt.
Selecteer Terug of Stop (beschikbaar wanneer
video en muziek wordt afgespeeld) om het delen
van het mediabestand te stoppen.
Tip: U kunt afbeeldingen die u in Galerij hebt
opgeslagen, via een eigen netwerk afdrukken
op een UPnP compatibele printer.
'Afbeeldingen afdrukken', p. 56. Het delen van
inhoud hoeft niet te zijn ingeschakeld.
Zie
Mediabestanden kopiëren
Als u mediabestanden wilt kopiëren of overbrengen
van het apparaat naar een ander compatibel
apparaat, zoals een met UPnP compatibele pc,
selecteert u een bestand in Galerij en selecteert u
Opties > Verpl. en kopiëren > Kopie nr eig.
netw. of Ve r pl . nr e ig . n e tw . . Het delen van inhoud
hoeft niet te zijn ingeschakeld.
Als u bestanden van het andere apparaat naar uw
apparaat wilt kopiëren of overbrengen, selecteert u
een bestand in het andere apparaat en selecteert u
de gewenste kopieeroptie in de lijst met opties. Het
delen van inhoud hoeft niet te zijn ingeschakeld.
Page 63
Positionering (GPS)
Informatie over GPS
GPS (Global Positioning System) is een wereldwijd
radionavigatiesysteem dat bestaat uit 24
satellieten en hun grondstations waarmee de
werking van de satellieten in de gaten wordt
gehouden. Het apparaat heeft een interne GPSontvanger.
Een GPS-terminal ontvangt zwakke radiosignalen
van satellieten en meet de afstand tussen de
terminal en de signalen. Op basis van de reistijd kan
de GPS-ontvanger de locatie tot op enkele meters
nauwkeurig berekenen.
De coördinaten in het GPS worden uitgedrukt in
graden en decimale graden op basis van het
internationale coördinatensysteem WGS-84.
Het GPS-systeem (Global Positioning System) valt
onder het beheer van de regering van de Verenigde
Staten, die als enige verantwoordelijk is voor de
nauwkeurigheid en het onderhoud van het
systeem. De accuratesse van de locatiegegevens
kan negatief worden beïnvloed door wijzigingen
door de regering van de Verenigde Staten met
betrekking tot de GPS-satellieten, en is onderhevig
aan veranderingen in het GPS-beleid van het
ministerie van defensie van de Verenigde Staten
voor civiele doeleinden en wijzigingen in het
Federal Radionavigation Plan. De accuratesse kan
ook negatief worden beïnvloed door een
gebrekkige satellietconfiguratie. De
beschikbaarheid en kwaliteit van GPS-signalen
kunnen negatief worden beïnvloed door uw positie,
gebouwen, natuurlijke obstakels en
weersomstandigheden. U moet de GPS-ontvanger
alleen buitenshuis gebruiken voor de ontvangst van
GPS-signalen.
GPS mag niet worden gebruikt voor exacte
plaatsbepaling en u moet nooit uitsluitend op de
locatiegegevens van de GPS-ontvanger en mobiele
radionetwerken vertrouwen voor positiebepaling
of navigatie.
Uw apparaat ondersteunt ook Assisted GPS (A-GPS).
Assisted GPS (A-GPS) wordt gebruikt om
ondersteuningsgegevens op te halen via een
packet-gegevensverbinding. Deze gegevens
worden gebruikt bij de berekening van de
coördinaten van uw huidige locatie wanneer uw
apparaat signalen van satellieten ontvangen.
A-GPS is een netwerkdienst.
Positionering (GPS)
63
Page 64
Uw apparaat is vooraf geconfigureerd voor gebruik
van de A-GPS-dienst van Nokia als geen A-GPSinstellingen van een specifieke serviceprovider
beschikbaar zijn. De ondersteuningsgegevens
worden alleen van de server van de Nokia A-GPSdienst opgehaald wanneer dat nodig is.
U moet een internettoegangspunt voor packetgegevens in het apparaat hebben gedefinieerd om
ondersteuningsgegevens te kunnen ophalen van de
Nokia A-GPS-dienst. Als u een toegangspunt voor A-
Positionering (GPS)
GPS wilt definiëren, drukt u op
Instrumenten > Instell. > Algemeen >
Positiebepaling > Positiebepalingsserver >
Toegangspunt. Voor deze dienst kan geen WLAN-
toegangspunt worden gebruikt. Wanneer GPS de
eerste keer in uw apparaat wordt gebruikt, wordt
naar het internettoegangspunt voor packetgegevens gevraagd.
Als u verschillende positiebepalingsmethoden,
zoals Bluetooth GPS, wilt in- of uitschakelen, drukt
u op
De GPS-ontvanger bevindt zich boven in het
apparaat. Wanneer u de ontvanger gebruikt, richt u
64
het apparaat vanuit een rechtopstaande positie, in
een hoek van circa 45 graden en met een nietgeblokkeerd uitzicht, naar de lucht.
Het kan enkele
seconden tot
enkele minuten
duren voordat
een GPSverbinding tot
stand is
gebracht. In de
auto duurt dit
mogelijk langer.
De GPS-ontvanger kost batterijvermogen. Als u de
GPS-ontvanger gebruikt, is de batterij mogelijk
sneller leeg.
Over satellietsignalen
Houd rekening met het volgende als het apparaat
geen satellietsignaal kan detecteren:
● Als u binnen bent, ga dan naar buiten om een
beter signaal te ontvangen.
● Ga als u buiten bent naar een omgeving met
minder obstakels.
Page 65
● Controleer of
de GPSantenne van
het apparaat
niet wordt
afgedekt door
uw hand.
'GPSontvanger'
, p. 64.
● Slechte weersomstandigheden kunnen de
signaalsterkte beïnvloeden.
● Als de energiespaarstand wordt ingeschakeld
terwijl het apparaat een GPS-verbinding tot
stand probeert te brengen, wordt deze poging
onderbroken.
● Het kan enkele seconden tot enkele minuten
duren voordat een GPS-verbinding tot stand is
gebracht.
Zie
Satellietstatus
Als u wilt nagaan hoeveel satellieten uw apparaat
heeft gevonden en of het apparaat satellietsignalen
ontvangt, drukt u op
Instrumenten > Connect. > GPS-gegevens >
Positie > Opties > Satellietstatus. Of selecteer
Opties > Kaartweergave > GPS-info in de
toepassing Kaarten.
en selecteert u
Als uw apparaat
satellieten heeft
gevonden, wordt voor elke
satelliet een balk
weergegeven in de
weergave met
satellietgegevens. Hoe
langer de balk, des te
sterker is het
satellietsignaal. Wanneer
u voldoende gegevens van
het satellietsignaal hebt
ontvangen om de
coördinaten van uw locatie te berekenen, wordt de
balk zwart.
In eerste instantie moet
het apparaat signalen van
minstens vier satellieten
ontvangen om de
coördinaten van uw locatie
te kunnen berekenen.
Nadat een eerste
berekening is gemaakt,
kunnen verdere
berekeningen van de coördinaten van uw locatie
mogelijk worden uitgevoerd met drie satellieten. In
het algemeen is de berekening echter
nauwkeuriger als er meer satellieten worden
gevonden.
Positionering (GPS)
65
Page 66
Positieaanvragen
Het kan zijn dat uw positiegegevens worden
aangevraagd door een netwerkdienst
Serviceproviders bieden mogelijk informatie over
lokale onderwerpen, zoals weer of verkeer, op basis
van de locatie van het apparaat.
Wanneer u een positieaanvraag ontvangt, wordt
een bericht weergegeven met de mededeling dat
de service deze gegevens heeft aangevraagd.
Positionering (GPS)
Selecteer Accept. als u uw positiegegevens wilt
verzenden of Weigeren als u de aanvraag wilt
weigeren.
Kaarten
Informatie over Kaarten
Druk op en selecteer Kaarten.
Met Kaarten kunt u uw huidige locatie op de kaart
weergeven, over kaarten schuiven naar
verschillende steden en landen, naar adressen en
verschillende interessante locaties zoeken, routes
tussen locaties plannen, verkeersinformatie
weergeven en locaties als favorieten opslaan en
naar compatibele apparaten verzenden.
U kunt ook extra diensten aanschaffen, zoals
gidsen, een navigatiedienst met gesproken
66
instructies voor rijden en wandelen en een dienst
voor verkeersinformatie.
De functie Kaarten maakt gebruik van GPS.
'Positionering (GPS)', p. 63. In de
apparaatinstellingen kunt u opgeven welke
positioneringsmethoden moeten worden gebruikt
op het apparaat.
positionering', p. 171. Voor de meest nauwkeurige
locatiegegevens gebruikt u de interne GPSontvanger of een compatibele externe GPSontvanger.
Wanneer u Kaarten voor de eerste keer gebruikt,
moet u mogelijk een internettoegangspunt
definiëren om kaartgegevens voor uw huidige
locatie te downloaden. Als u het
standaardtoegangspunt later wilt wijzigen,
selecteert u in Kaarten Opties > Instrumenten >
Instellingen > Internet >
Standaardtoegangspunt (wordt alleen
weergegeven als u online bent).
Wanneer u naar een kaart in Kaarten bladert,
worden de kaartgegevens voor het gebied
automatisch gedownload wanneer het apparaat
een internetverbinding heeft. Een nieuwe kaart
wordt alleen gedownload als u naar een gebied
bladert dat niet valt onder de reeds gedownloade
kaarten. Mogelijk zijn er al bepaalde kaarten op de
geheugenkaart van uw apparaat geplaatst.
Zie 'Instellingen voor
Zie
Page 67
U kunt meer kaarten naar het apparaat downloaden
met de Nokia Map Loader-software voor de pc.
'Kaarten downloaden', p. 69.
Tip: U kunt kaarten ook downloaden via een
draadloze LAN-verbinding.
Bij het downloaden van kaarten worden mogelijk
grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van
de serviceprovider verzonden. Neem contact op met
uw serviceprovider voor meer informatie over de
kosten van gegevensoverdracht.
Als u de toepassing Kaarten zodanig wilt instellen
dat er automatisch een internetverbinding tot
stand wordt gebracht wanneer u de toepassing
start, selecteert u Opties > Instrumenten >
Instellingen > Internet > Online gaan bij
opstarten > Ja in Kaarten.
Als u een bericht wilt ontvangen wanneer het
apparaat verbinding maakt met een ander netwerk
dan uw eigen mobiele netwerk, selecteert u
Opties > Instrumenten > Instellingen >
Internet > Roaming-waarschuwing > Aan
(wordt alleen weergegeven als u online bent).
Neem contact op met uw netwerkprovider voor de
details en kosten van roaming.
Bijna alle digitale cartografie is niet helemaal
accuraat en volledig. Vertrouw nooit uitsluitend op
de cartografie die bij dit apparaat is meegeleverd.
Zie
Schuiven over kaarten
De kaartdekking verschilt per land.
Wanneer u de toepassing Nokia Kaarten opent,
wordt ingezoomd op de locatie die tijdens de
laatste sessie is opgeslagen. Als tijdens de laatste
sessie geen positie is opgeslagen, zoomt de
toepassing Nokia Kaarten in op de hoofdstad van
het land waarin u zich bevindt, gebaseerd op de
gegevens die het apparaat ontvangt van het
mobiele netwerk. Tegelijkertijd wordt de kaart van
de locatie gedownload als dat tijdens voorgaande
sessies nog niet is gebeurd.
Uw huidige locatie
Selecteer Opties > Mijn positie of druk op 0 om
een GPS-verbinding tot stand te brengen en op uw
huidige locatie in te zoomen. Als de
energiespaarstand wordt ingeschakeld terwijl het
apparaat een GPS-verbinding tot stand probeert te
brengen, wordt deze poging onderbroken.
Op het scherm wordt een GPS-symbool
weergegeven. Eén balk staat voor één
satelliet. Wanneer een poging wordt gedaan om
een satelliet te vinden, is de balk geel. Als het
apparaat voldoende gegevens van de satelliet
ontvangt om een GPS-verbinding tot stand te
brengen, wordt de balk groen. Hoe meer groene
balken er worden weergegeven, hoe sterker de GPSverbinding is.
Positionering (GPS)
67
Page 68
Als de GPS-verbinding actief is, wordt uw huidige
locatie op de kaart aangeduid met
Verplaatsen of in- en
uitzoomen
Druk de bladertoets
omhoog, omlaag, naar
links of naar rechts om
over de kaart te schuiven.
De kaart is standaard naar
Positionering (GPS)
het noorden gericht. De
kompasroos geeft de
richting van de kaart aan.
Wanneer de richting van
de kaart verandert, draait
de kompasroos mee.
Wanneer u over de kaart op het scherm schuift,
wordt automatisch een nieuwe kaart gedownload
als u naar een gebied schuift dat buiten de reeds
gedownloade kaarten valt. Deze kaarten zijn gratis,
maar bij het downloaden worden mogelijk grote
hoeveelheden gegevens via het netwerk van de
serviceprovider verzonden. Neem contact op met de
serviceprovider voor meer informatie over de
kosten voor gegevensoverdracht.
De kaarten worden automatisch opgeslagen op een
compatibele geheugenkaart (indien deze kaart is
geplaatst en is ingesteld als standaardopslaglocatie
voor kaarten).
68
Druk op * of # om in of uit te zoomen. Gebruik de
.
schaalbalk om de afstand tussen twee plaatsen op
de kaart te schatten.
De kaartweergave aanpassen
Selecteer Opties > Instrumenten >
Instellingen > Kaart > Maatstelsel >
Metrisch of Engelse maten om het metrieke stelsel
voor de kaarten in te stellen.
Selecteer Opties > Instrumenten >
Instellingen > Kaart > Categorieën en de
gewenste categorieën om aan te geven welke
interessante locaties op de kaart moeten worden
getoond.
Selecteer Opties > Kaartmodus > Kaart, 3D-
kaart, Satelliet of Hybride om aan te geven of u
tweedimensionale, driedimensionale of hybride
kaarten wilt gebruiken. Satellietbeelden zijn
mogelijk niet voor alle locaties beschikbaar.
Selecteer Opties > Instrumenten >
Instellingen > Kaart > Kleuren > Dagmodus
of Nachtmod. om aan te geven of u de kaart in de
dag- of nachtmodus wilt weergeven.
Selecteer Opties > Instrumenten >
Instellingen als u andere instellingen voor
internetgebruik, navigatie of routebepaling of
algemene kaartinstellingen wilt wijzigen.
Page 69
Kaarten downloaden
Wanneer u in de toepassing Kaarten over de kaart
op het scherm schuift, wordt automatisch een
nieuwe kaart gedownload als u naar een gebied
schuift dat buiten de reeds gedownloade kaarten
valt. U kunt in de gegevensteller (kB) die op het
scherm wordt weergegeven, bekijken hoeveel
gegevens er worden overgebracht. De teller geeft
de hoeveelheid netwerkverkeer aan wanneer u
over kaarten schuift, routes maakt of online naar
locaties zoekt. Bij het downloaden van
kaartgegevens worden mogelijk grote
hoeveelheden gegevens via het netwerk van de
serviceprovider verzonden. Neem contact op met
uw serviceprovider voor meer informatie over de
kosten van gegevensoverdracht.
Als u wilt voorkomen dat er kaarten of andere
kaartgegevens die de extra diensten nodig hebben,
automatisch van internet naar het apparaat
worden gedownload, bijvoorbeeld wanneer u zich
buiten uw eigen mobiele netwerk bevindt,
selecteert u Opties > Instrumenten >
Instellingen > Internet > Online gaan bij
opstarten > Nee.
Selecteer Opties > Instrumenten >
Instellingen > Kaart > Max. gebruikt geh. >
Maximumgebr. geh.kaart om in te stellen hoeveel
ruimte op de geheugenkaart mag worden gebruikt
voor het opslaan van kaarten of bestanden met
gesproken instructies. Deze optie is alleen
beschikbaar als er een compatibele geheugenkaart
is geplaatst en als deze als standaardopslaglocatie
voor kaarten is ingesteld. Als het geheugen vol is,
worden de oudste kaartgegevens gewist. U kunt de
opgeslagen kaartgegevens wissen met de Nokia
Map Loader-software voor de pc.
Nokia Map Loader
Nokia Map Loader is pc-software waarmee u
kaarten van internet kunt downloaden en kunt
installeren op een compatibele geheugenkaart. U
kunt de software ook gebruiken om bestanden met
gesproken instructies voor navigatie te
downloaden.
U moet Nokia Map Loader eerst op een compatibele
pc installeren voordat u het programma kunt
gebruiken. U kunt de software voor de pc
downloaden van internet op www.nokia.com/
maps. Volg de instructies in het scherm.
U moet de toepassing Kaarten gebruiken en
minstens eenmaal kaarten hebben bekeken
voordat u Nokia Map Loader kunt gebruiken. Nokia
Map Loader gebruikt de geschiedenisgegevens van
kaarten om de versie van de kaartgegevens te
controleren die moeten worden gedownload.
Nadat u de software voor de pc op uw pc hebt
geïnstalleerd, gaat u als volgt te werk om kaarten
te downloaden:
Positionering (GPS)
69
Page 70
1. Sluit het apparaat via een compatibele USB-
gegevenskabel aan op de pc. Selecteer de USBverbindingsmodus Gegevensoverdracht.
2. Open Nokia Map Loader op uw pc. Nokia Map
Loader controleert de versie van de
kaartgegevens die gedownload moeten
worden.
3. Selecteer de gewenste kaarten of
spraakbestanden, en download en installeer ze
op uw apparaat.
Positionering (GPS)
Tip: Met Nokia Map Loader bespaart u op de
kosten voor mobiele gegevensoverdracht.
Een plaats zoeken
Als u op basis van trefwoord naar een locatie of
bezienswaardigheid wilt zoeken, voert u in de
hoofdweergave de naam van de locatie of een
trefwoord in het zoekveld in en selecteert u
Zoeken.
Selecteer Opties > Selecteren uit Contacten als u
het adres van een locatie uit uw contactgegevens
wilt importeren.
Als u een locatie op de kaart wilt gebruiken,
bijvoorbeeld als startpunt voor een zoekopdracht in
de buurt, om een route te plannen, om de details
ervan te bekijken of om de navigatie te starten
(extra dienst), drukt u op de bladertoets en
70
selecteert u de gewenste optie.
Als u op basis van categorie door de plaatsen en
attracties in uw nabijheid wilt bladeren, selecteert
u Opties > Zoeken en selecteert u vervolgens een
categorie. Als u op basis van een adres wilt zoeken,
moet u de stad en het land opgeven. U kunt ook een
adres gebruiken dat u in een contactkaart in
Contacten hebt opgeslagen.
Als u een locatie als favoriete plaats wilt opslaan,
gaat u naar de gewenste locatie, drukt u op de
bladertoets en selecteert u Toev. aan Mijn
plaatsen. Voer een naam voor de plaats in en
selecteer OK. U kunt de locatie ook als onderdeel
van een route of collectie opslaan. Selecteer
Opties > Favorieten > Mijn plaatsen als u uw
opgeslagen plaatsen wilt weergeven.
Als u een opgeslagen plaats naar een compatibel
apparaat wilt verzenden, drukt u in de weergave
Plaatsen op de bladertoets en selecteert u
Verzenden. Als u de plaats in een SMS-bericht
verzendt, wordt de informatie omgezet in
onopgemaakte tekst.
Selecteer Opties > Instrumenten > Afb. van
kaart opslaan als u een screenshot van uw locatie
wilt maken. De screenshot wordt opgeslagen in
Foto's. Als u de screenshot wilt verzenden, opent u
Foto's en selecteert u de verzendoptie en de
ge we nst e m eth od e op d e a cti ev e we rk balk of in h et
menu met opties.
Page 71
Als u uw bladergeschiedenis, de plaatsen die u op
een kaart hebt bekeken en de routes en collecties
die u hebt gemaakt, wilt weergeven, selecteert u
Opties > Favorieten en de gewenste optie.
Een route plannen
Als u een route naar een bestemming wilt plannen,
bladert u naar de gewenste bestemming, drukt u op
de bladertoets en selecteert u Toevoegen aan
route. De locatie wordt aan de route toegevoegd.
Selecteer Opties > Routepunt toevoegen om
meer locaties aan de route toe te voegen. De
bestemming die u als eerste hebt geselecteerd,
wordt als startpunt ingesteld. Als u de volgorde van
de bestemmingen wilt wijzigen, drukt u op de
bladertoets en selecteert u Verplaatsen.
Extra diensten voor Kaarten
U kunt een licentie kopen en verschillende gidsen
met informatie over allerlei steden en reizen
downloaden naar uw apparaat. U kunt ook een
licentie kopen voor een navigatiedienst met
gesproken instructies voor rijden en wandelen en
een dienst voor verkeersinformatie die u in Kaarten
kunt gebruiken. Een navigatielicentie is gekoppeld
aan een regio (de regio die bij de aankoop van de
licentie is geselecteerd) en kan alleen voor het
geselecteerde gebied worden gebruikt. De
gedownloade gidsen worden automatisch op het
apparaat opgeslagen.
De licentie die u voor een gids of navigatie hebt
aangeschaft kan naar een ander apparaat worden
overgebracht, maar u kunt een bepaalde licentie
slechts op één apparaat tegelijk gebruiken.
Verkeersinformatie, gidsinhoud en verwante
diensten worden geleverd door derden die
onafhankelijk zijn van Nokia. De informatie kan
onjuist, onvolledig of niet beschikbaar zijn. Zorg
ervoor dat u nooit volledig op deze informatie en
de bijbehorende diensten vertrouwd.
Navigatie
Als u een navigatiedienst met gesproken instructies
voor rijden en lopen of alleen voor wandelen wilt
aanschaffen, selecteert u Opties > Extra's > 1
Rijden/lopen of 2 Lopen. U kunt de dienst betalen
met een creditcard of u kunt het bedrag op uw
telefoonrekening laten zetten (als dit wordt
ondersteund door de provider van de mobiele
netwerkdienst).
Navigatiedienst voor rijden
Selecteer Opties > Extra's > 1 Rijden/lopen als
u een navigatiedienst voor rijden en wandelen wilt
aanschaffen.
Wanneer u de navigatiedienst voor rijden voor de
eerste keer gebruikt, wordt u gevraagd de taal van
Positionering (GPS)
71
Page 72
de gesproken instructies te selecteren en de
bestanden met gesproken instructies in de
geselecteerde taal te downloaden. U kunt de
bestanden met gesproken instructies ook met
Nokia Map Loader downloaden.
downloaden', p. 69.
Als u de taal later wilt wijzigen, selecteert u in de
hoofdweergave van Kaarten Opties >
Instrumenten > Instellingen > Navigatie >
Gesproken begeleiding en een taal, en downloadt
Positionering (GPS)
u de bestanden met gesproken instructies in de
geselecteerde taal.
Zie 'Kaarten
Navigatiedienst voor wandelen
Selecteer Opties > Extra's > 2 Lopen als u een
navigatiedienst voor wandelen wilt aanschaffen.
Er zijn vele verschillen tussen de navigatiedienst
voor wandelen en de navigatiedienst voor rijden.
Bij het bepalen van de wandelroute wordt
bijvoorbeeld geen rekening gehouden met
beperkingen voor autoverkeer, zoals
eenrichtingsverkeer en het verbod om te keren, en
wordt bovendien gebruikgemaakt van
voetgangersgebieden en parken. Bovendien
hebben voetpaden en kleinere wegen de voorkeur
en worden snelwegen en autowegen vermeden. De
lengte van een wandelroute is beperkt tot 50
kilometer. De maximumsnelheid is 30 km per uur.
Als de maximumsnelheid wordt overschreden,
72
wordt de navigatie onderbroken. De navigatie
wordt hervat wanneer de snelheid weer onder de
maximumsnelheid ligt.
Bij de navigatiedienst voor wandelen zijn geen
gesproken instructies beschikbaar. In plaats
daarvan verschijnen een grote pijl die de route
aanduidt en een kleine pijl, onderaan in het scherm,
die in de richting van de bestemming wijst. De
satellietweergave is alleen bij navigatie voor
wandelen beschikbaar.
Naar de gewenste bestemming navigeren
Als u de navigatie naar de gewenste bestemming
met GPS wilt starten, selecteert u een locatie op de
kaart of in een lijst met resultaten en selecteert u
vervolgens Opties > Hierh een rijden of Hierheen
lopen.
Druk de bladertoets naar links of rechts als u tijdens
de navigatie tussen verschillende weergaven wilt
schakelen.
Druk op Stop als u de navigatie wilt stoppen.
Druk tijdens de navigatie op Opties als u
navigatieopties wilt selecteren. Als de navigatie
voor rijden actief is, verschijnt er een menu met
twaalf opties.
Elke toets van het apparaat komt overeen met een
optie. Druk op 2 om een gesproken instructie te
herhalen, op 3 om tussen de dag- en nachtmodus
Page 73
te schakelen, op 4 om de huidige locatie op te slaan
enzovoort.
Verkeersinformatie
Als u een licentie voor een realtimedienst voor
verkeersinformatie wilt aanschaffen, selecteert u
Opties > Extra's > Verkeersinfo. De dienst biedt
informatie over verkeerssituaties die uw reis
kunnen beïnvloeden. Bij het downloaden van extra
diensten worden mogelijk grote hoeveelheden
gegevens via het netwerk van de serviceprovider
verzonden. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie over de
kosten van gegevensoverdracht.
Selecteer Opties > Verkeersinfo als u informatie
wilt weergeven over verkeerssituaties die
vertragingen kunnen veroorzaken of ertoe leiden
dat u uw bestemming niet kunt bereiken. De
gebeurtenissen worden op de kaarten aangeduid
met waarschuwingsdriehoeken en lijnsymbolen. U
kunt de functie voor het automatisch bepalen van
een nieuwe route gebruiken om deze
gebeurtenissen te vermijden.
Druk op de bladertoets als u meer informatie over
een gebeurtenis en mogelijke opties voor nieuwe
routes wilt weergeven.
Selecteer Verkeersinfo bijwerken als u de
verkeersinformatie wilt bijwerken. Selecteer
Opties > Instrumenten > Instellingen >
Navigatie > Updates voor verkeersinfo als u de
instellingen voor het automatisch bijwerken van de
verkeersinformatie wilt wijzigen.
Selecteer Opties > Instrumenten >
Instellingen > Navigatie > Nieuwe route
vanwege verkeerssituatie > Automatisch als u
automatisch een alternatieve route wilt bepalen als
een bepaalde verkeerssituatie vertraging
veroorzaakt of ertoe leidt dat u uw bestemming
niet kunt bereiken.
Gidsen
Selecteer Opties > Extra's > 0 Gidsen als u
andere gidsen wilt aanschaffen en downloaden
naar uw apparaat, bijvoorbeeld gidsen met
informatie over andere steden en reizen.
De gidsen bevatten informatie over attracties,
restaurants, hotels en andere interessante locaties.
U moet deze gidsen aanschaffen en downloaden
voordat u ze kunt gebruiken.
Als u door een gedownloade gids wilt bladeren,
selecteert u op het tabblad Mijn gidsen in Gidsen
een gids en een subcategorie (indien beschikbaar).
Als u een nieuwe gids naar het apparaat wilt
downloaden, selecteert u in Gidsen de gewenste
gids en selecteert u vervolgens Download. > Ja.
Het aanschafproces wordt automatisch gestart. U
kunt de gidsen betalen met een creditcard of u kunt
het bedrag op uw telefoonrekening laten zetten (als
Positionering (GPS)
73
Page 74
dit wordt ondersteund door de provider van de
mobiele netwerkdienst).
Selecteer twee keer OK om de aankoop te
bevestigen. Als u per e-mail een bevestiging van uw
aankoop wilt ontvangen, voert u uw naam en emailadres in en selecteert u vervolgens OK.
Plaatsen
Druk op en selecteer Instrumenten >
Positionering (GPS)
Connect. > Plaatsen.
Met Plaatsen kunt u de positiegegevens van
specifieke locaties opslaan in het apparaat. U kunt
de opgeslagen locaties sorteren in verschillende
categorieën, zoals bedrijven, en andere informatie
daaraan toevoegen, zoals adressen. U kunt uw
opgeslagen plaatsen gebruiken in compatibele
toepassingen, zoals GPS-gegevens en Kaarten.
De GPS-coördinaten worden uitgedrukt in graden
en decimale graden op basis van het internationale
coördinatensysteem WGS-84.
Selecteer Opties > Nieuwe plaats als u een
nieuwe plaats wilt maken. Selecteer Huidige
positie als u een nieuwe positioneringsaanvraag
voor uw huidige locatie wilt maken. Selecteer
Handmatig opgeven als u de positiegegevens
handmatig wilt invoeren.
74
Ga naar een plaats en selecteer Opties >
Bewerken als u informatie wilt bewerken of
toevoegen aan een opgeslagen plaats (bijvoorbeeld
een adres). Ga naar het gewenste veld en voer de
gegevens in.
Selecteer Opties > Weergeven op kaart als u de
plaats op de kaart wilt weergeven. Selecteer
Opties > Navigeren met kaart als u een route
naar de locatie wilt maken.
U kunt uw plaatsen sorteren in vooraf ingestelde
categorieën en nieuwe categorieën maken. Druk de
bladertoets naar rechts in Plaatsen en selecteer
Opties > Categor. bewerken als u nieuwe
plaatscategorieën wilt bewerken en maken.
Ga naar een plaats in Plaatsen en selecteer Opties >
Toev. aan categorie al s u de p laats wilt to evoeg en
aan een categorie. Ga naar elk categorie waaraan u
de plaats wilt toevoegen en selecteer deze.
Selecteer Opties > Zenden als u een of meer
plaatsen naar een compatibel apparaat wilt
verzenden. De ontvangen plaatsen worden
opgeslagen in de map Inbox in Berichten.
GPS-gegevens
GPS-gegevens zijn ontworpen om toegang te
bieden tot informatie over de route naar een
geselecteerde bestemming, positiegegevens over
Page 75
uw huidige locatie en reisgegevens, zoals de
geschatte afstand tot de bestemming en de
geschatte reisduur.
Druk op
Connect. > GPS-gegevens.
De coördinaten in het GPS worden uitgedrukt in
graden en decimale graden op basis van het
internationale coördinatensysteem WGS-84.
Als u GPS-gegevens wilt gebruiken, moet de GPSontvanger van het apparaat aanvankelijk
positiegegevens ontvangen van minimaal vier
satellieten om de coördinaten van uw locatie te
kunnen berekenen. Nadat een eerste berekening is
gemaakt, kunnen verdere berekeningen van de
coördinaten van uw locatie mogelijk worden
uitgevoerd met drie satellieten. In het algemeen is
de berekening echter nauwkeuriger als er meer
satellieten worden gevonden.
en selecteer Instrumenten >
Route-instructies
Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > GPS-gegevens > Navigatie.
Start de route-instructies buiten. Als u dit binnen
doet, ontvangt de GPS-ontvanger mogelijk niet de
benodigde informatie van de satellieten.
Bij route-instructies wordt een roterend kompas in
het scherm van het apparaat gebruikt. Een rode bal
geeft de richting van de bestemming aan en de
gemiddelde afstand tot deze bestemming wordt in
de kompasring weergegeven.
Route-instructies zijn bedoeld om u de snelste en
de kortste weg naar uw bestemming te tonen,
gemeten in een rechte lijn. Obstakels onderweg,
zoals gebouwen en natuurlijke obstakels, worden
genegeerd. Bij het berekenen van de afstand
worden hoogteverschillen buiten beschouwing
gelaten. Route-instructies zijn alleen actief
wanneer u in beweging bent.
Selecteer Opties > Bestemming instlln en een
plaats als bestemming of voer de coördinaten
(lengte- en breedtegraad) in als u de bestemming
van uw reis wilt instellen. Selecteer Navigatie
stoppen als u de ingestelde bestemming wilt
wissen.
Positiegegevens ophalen
Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > GPS-gegevens > Positie.
In de positieweergave kunt u de positiegegevens
van uw huidige locatie bekijken. U ziet ook een
schatting van de juistheid van de locatie.
Selecteer Opties > Positie opslaan als u uw
huidige locatie als plaats wilt opslaan. Plaatsen zijn
opgeslagen locaties met meer informatie. Ze
kunnen worden gebruikt in andere compatibele
Positionering (GPS)
75
Page 76
toepassingen en overgedragen tussen compatibele
apparaten.
Tripmeter
Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > GPS-gegevens > Tripafstand.
Selecteer Opties > Starten als u de functie voor
het berekenen van de reisafstand wilt inschakelen
en Stoppen als u deze functie wilt uitschakelen. De
Positionering (GPS)
berekende waarden worden permanent in het
scherm weergegeven. Gebruik deze functie
buitenshuis zodat u een beter GPS-signaal
ontvangt.
Selecteer Herstellen als u de reisafstand en -tijd en
de gemiddelde en maximale snelheid op nul wilt
instellen om een nieuwe berekening te starten.
Selecteer Opnieuw starten als u de kilometerteller
en totale tijd op nul wilt instellen.
De tripmeter heeft een beperkte nauwkeurigheid
en er kunnen afrondingsfouten voorkomen. De
nauwkeurigheid kan ook worden beïnvloed door de
beschikbaarheid en de kwaliteit van GPS-signalen.
76
Page 77
Webbrowser
Met de webbrowser kunt u HTML-webpagina's
(HyperText Markup Language) op internet
weergeven zoals deze oorspronkelijk zijn
ontworpen. U kunt ook bladeren door webpagina's
die specifiek zijn ontworpen voor mobiele
apparaten en XHTML (eXtensible HyperText Markup
Language) of WML (Wireless Markup Language)
gebruiken.
Als u wilt browsen op het web, moet op uw
apparaat een internettoegangspunt zijn
geconfigureerd.
Op internet surfen
Druk op en selecteer Web.
Sneltoets: Houd in de stand-by modus 0
ingedrukt om de browser te starten.
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten
die u vertrouwt en die een adequate beveiliging en
bescherming tegen schadelijke software bieden.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen
toepassingen en andere software van betrouwbare
bronnen, zoals toepassingen die een Symbianondertekening dragen of die de Java Verified
hebben doorstaan.
Ga naar een webpagina door in de weergave
Bookmarks een bookmark te selecteren of het adres
in te voeren in het veld (
drukken.
Tip: Via de bookmarks van Nokia die
standaard in de bookmarkweergave
aanwezig zijn, kunt u informatie over de
verschillende diensten van Nokia weergeven.
Sommige webpagina's kunnen materiaal bevatten,
bijvoorbeeld afbeeldingen en geluiden, die alleen
kunnen worden bekeken als uw apparaat over veel
geheugen beschikt. Als geen geheugen meer
beschikbaar is tijdens het laden van een dergelijke
pagina, worden de afbeeldingen op de pagina niet
weergegeven.
Wanneer u webpagina's zonder afbeeldingen wilt
bekijken om geheugenruimte te sparen, selecteert
u Opties > Instellingen > Pagina > Inhoud
laden > Alleen tekst.
Selecteer Opties > Ga naar webadres als u een
nieuw webadres wilt invoeren dat u wilt bezoeken.
) en op de bladertoets te
TM
-test
Webbrowser
77
Page 78
Tip: Druk op 1 en selecteer een bookmark als
u een webpagina wilt bezoeken die als
bookmark is opgeslagen in de weergave
Bookmarks.
Selecteer Opties > Navigatieopties > Opnieuw
laden als u de meest recente versie van de pagina
Webbrowser
wilt ophalen vanaf de server.
Selecteer Opties > Opslaan als bookmark als u
het webadres van de huidige pagina wilt opslaan
als bookmark.
Selecteer Terug (beschikbaar als
Geschiedenislijst is ingesteld in de
browserinstellingen en de huidige pagina niet de
eerste pagina is die u bezoekt) als u de visuele
geschiedenis wilt gebruiken om tijdens het surfen
snapshots van de bezochte pagina's te maken.
Selecteer de pagina als u naar een eerder bezochte
pagina wilt gaan.
Selecteer Opties > Instrumenten > Pagina
opslaan als u een pagina wilt opslaan tijdens het
bladeren.
U kunt pagina's opslaan om deze later te lezen als
u offline bent. U kunt deze opgeslagen pagina's ook
groeperen in mappen. Selecteer Opties >
Bookmarks > Opgeslagen pagina's om de
opgeslagen pagina's te openen.
Selecteer Opties > Dienstopties (indien
78
ondersteund door de webpagina) als u een sublijst
met opdrachten of acties voor de geopende pagina
wilt openen.
Selecteer Opties > Venster > Pop-ups
blokkeren of Pop-ups toestaan als u wilt toestaan
of voorkomen dat meerdere vensters automatisch
worden geopend.
Sneltoetsen tijdens het surfen over het
internet
● Druk op 1 om uw bookmarks te openen.
● Druk op 2 om trefwoorden te zoeken op de
huidige pagina.
● Druk op 3 om terug te keren naar de vorige
pagina.
● Druk op 5 om een lijst met alle open vensters
weer te geven.
● Druk op 8 om het paginaoverzicht van de huidige
pagina weer te geven. Druk nogmaals op 8 als u
wilt inzoomen om het gewenste gedeelte van de
pagina te zien.
● Druk op 9 om een nieuw webadres in te voeren.
● Druk op 0 om naar de homepage te gaan (indien
dit is gedefinieerd in de instellingen).
● Druk op * en # om in en uit te zoomen op de
pagina.
Tip: Druk tweemaal op of druk op de end-
toets als u wilt terugkeren naar de stand-by
Page 79
modus terwijl de browser op de achtergrond
is geopend. Keer terug naar de browser door
ingedrukt te houden en de browser in de
lijst te selecteren.
Werkbalk in de browser
Met de werkbalk in de browser kunt u veelgebruikte
browserfuncties selecteren.
Houd de bladertoets ingedrukt op een lege plek van
een webpagina om de werkbalk te openen. Druk de
bladertoets naar links of naar rechts om over de
werkbalk te navigeren. Druk op de bladertoets om
een functie te selecteren.
In de werkbalk kunt u de volgende opties
selecteren:
● Veelgebr. koppelingen — Hiermee geeft u een
lijst met vaak bezochte webadressen weer.
● Paginaoverzicht — Hiermee geeft u een
overzicht weer van de huidige webpagina.
● Zoeken — Hiermee kunt u trefwoorden zoeken
op de huidige pagina.
● Opnieuw laden — Hiermee vernieuwt u de
pagina.
● Abonner. op webfeeds (indien
beschikbaar) — Hiermee opent u een lijst met
beschikbare webfeeds op de huidige webpagina
en kunt u zich abonneren op een webfeed.
Navigeren over pagina's
De miniweergave en het paginaoverzicht helpen u
bij het navigeren over pagina's die grote
hoeveelheden informatie bevatten.
Wanneer de miniweergave is ingesteld in de
browserinstellingen en u een grote webpagina
weergeeft, wordt de miniweergave geopend met
een overzicht van de bezochte webpagina.
Stel de miniweergave in door Opties >
Instellingen > Algemeen > Miniweergave >
Aan te selecteren.
Druk de bladertoets naar rechts, naar links, omhoog
of omlaag als u over de kaart wilt schuiven. Stop met
bladeren als u de gewenste locatie hebt bereikt. De
miniweergave verdwijnt en u blijft op de
geselecteerde locatie.
Wanneer u een pagina met een grote hoeveelheid
informatie bekijkt, kunt u ook Paginaoverzicht
gebruiken om te bekijken wat voor informatie de
pagina bevat.
Druk op 8 als u het paginaoverzicht van de huidige
pagina wilt weergeven. Druk de bladertoets
omhoog, omlaag, naar links of naar rechts om de
gewenste plaats op de pagina te vinden. Druk
nogmaals op 8 als u wilt inzoomen om het
gewenste gedeelte van de pagina te zien.
Webbrowser
79
Page 80
Webfeeds en blogs
Webfeeds zijn XML-bestanden op webpagina's die
worden gebruikt door de weblogcommunity en
nieuwsorganisaties om de meest recente
nieuwsberichten of tekst te delen, bijvoorbeeld
nieuwsfeeds. Blogs of weblogs zijn dagboeken op
Webbrowser
het web. De meeste webfeeds gebruiken RSS- en
Atom-technologie. Webfeeds worden veel
toegepast op web-, blog- en wikipagina's.
De toepassing Web stelt automatisch vast of een
webpagina webfeeds bevat.
Als u zich wilt abonneren op een webfeed,
selecteert u Opties > Abonneren.
Selecteer in de weergave Bookmarks Webfeeds als
u wilt bekijken op welke webfeeds u bent
geabonneerd.
Werk een webfeed bij door deze te selecteren en
Opties > Vernieuwen te selecteren.
Selecteer Opties > Instellingen > Webfeeds als
u wilt opgeven hoe de webfeeds moeten worden
bijgewerkt.
multimedia, nieuwsfeeds en andere gegevens
(zoals weerberichten) naar het apparaat worden
verzonden. Geïnstalleerde widgets worden als
afzonderlijke toepassingen weergegeven in de map
Toepassingen.
U kunt widgets met de toepassing Downloaden of
via internet downloaden.
Voor widgets wordt het toegangspunt van de
webbrowser gebruikt. In sommige widgets worden
gegevens automatisch bijgewerkt op uw apparaat
als de widgets actief zijn op de achtergrond.
Inhoud zoeken
Als u op de huidige webpagina wilt zoeken naar
trefwoorden, telefoonnummers of e-mailadressen,
selecteert u Opties > Zoeken en de gewenste
optie. Druk de bladertoets omhoog om naar het
vorige item te gaan. Druk de bladertoets omlaag om
naar het volgende item te gaan.
Tip: Druk op 2 om trefwoorden te zoeken op
de pagina.
Widgets
In de webbrowser wordt ondersteuning geboden
voor widgets (netwerkdienst). Widgets zijn kleine,
80
downloadbare webtoepassingen waarmee
Items downloaden en
aanschaffen
U kunt onder andere beltonen, afbeeldingen, logo's,
thema's en videoclips downloaden. Deze items
Page 81
worden gratis aangeboden of u kunt deze
aanschaffen. Gedownloade items worden verder
verwerkt door de bijbehorende toepassingen in het
apparaat. Een gedownloade foto of een MP3bestand kunt u bijvoorbeeld opslaan in Galerij.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen
toepassingen en andere software van betrouwbare
bronnen, zoals toepassingen die een Symbian-
ondertekening dragen of die de Java Verified
hebben doorstaan.
Ga als volgt te werk om een item te downloaden:
1. Selecteer de koppeling.
2. Selecteer de optie waarmee u het item
aanschaft, bijvoorbeeld "Buy" ("Kopen").
3. Lees alle informatie nauwkeurig door.
4. Selecteer de gewenste optie om door te gaan of
om te stoppen met het downloaden,
bijvoorbeeld "Accept" of "Cancel" ("Accepteren"
of "Annuleren").
Als u het downloaden start, krijgt u een lijst te zien
van de lopende en voltooide downloads tijdens de
huidige sessie.
Als u de lijst wilt wijzigen, selecteert u Opties >
Downloads. Ga naar een item in de lijst en selecteer
Opties als u lopende downloads wilt annuleren of
TM
-test
voltooide downloads wilt openen, opslaan of
verwijderen.
Bookmarks
De weergave Bookmarks verschijnt als u de
webtoepassing opent. U kunt webadressen
selecteren in een lijst of in een verzameling
bookmarks in de map Autom. bookmrks. U kunt
de URL van de webpagina die u wilt bezoeken ook
direct invoeren in het veld (
duidt de startpagina aan die voor het
standaardtoegangspunt is gedefinieerd.
U kunt URL's opslaan als bookmarks terwijl u op
internet surft. U kunt adressen die u in een bericht
hebt ontvangen, ook opslaan als bookmarks.
Daarnaast kunt u opgeslagen bookmarks
verzenden.
Druk op 1 of selecteer Opties > Bookmarks als u
de weergave Bookmarks wilt openen terwijl u aan
het surfen bent.
Selecteer Opties > Bookmarkbeheer >
Bewerken als u de details van een bookmark wilt
bewerken, zoals de titel.
In de weergave Bookmarks kunt u ook andere
browsermappen openen. Met de toepassing Web
kunt u tijdens het surfen webpagina's opslaan. In
de map Opgeslagen pagina's kunt u de inhoud
).
Webbrowser
81
Page 82
bekijken van de pagina's die u offline hebt
opgeslagen.
De toepassing Web houdt ook bij welke pagina's u
tijdens het surfen bezoekt. In de map Autom.
bookmrks kunt u een lijst met bezochte
webpagina's weergeven.
Webbrowser
In Webfeeds kunt u opgeslagen koppelingen
weergeven naar webfeeds en blogs waarop u zich
hebt geabonneerd. Webfeeds worden vaak
gebruikt op webpagina's van belangrijke
nieuwsorganisaties, in persoonlijke weblogs, door
online community's die de meest recente koppen
bieden en in overzichten van artikelen. In webfeeds
wordt RSS- en Atom-technologie gebruikt.
De cache wissen
De opgevraagde gegevens of diensten worden
opgeslagen in het cachegeheugen van het
apparaat.
Een cache is een geheugenlocatie die wordt
gebruikt om gegevens tijdelijk op te slaan. Als u
toegang hebt gezocht of gehad tot vertrouwelijke
informatie waarvoor u een wachtwoord moet
opgeven, kunt u de cache van het apparaat na
gebruik beter legen. De informatie of de diensten
waartoe u toegang hebt gehad, worden namelijk in
de cache opgeslagen.
82
Selecteer Opties > Privacyggvns wissen >
Cache wissen om de cache te wissen.
De verbinding verbreken
Selecteer Opties > Instrumenten > Verbind.
verbreken als u de verbinding wilt verbreken en de
browserpagina offline wilt weergeven. Selecteer
Opties > Afsluiten als u de verbinding wilt
verbreken en de browser wilt sluiten.
Druk eenmaal op de end-toets om de browser naar
de achtergrond te verplaatsen. Houd de end-toets
ingedrukt om de verbinding te verbreken.
Selecteer Opties > Privacyggvns wissen >
Verwijder cookies om de gegevens te verwijderen
die de netwerkserver verzamelt over uw bezoeken
aan verschillende webpagina's.
Beveiliging van de
verbinding
Als tijdens een verbinding het beveiligingssymbool
wordt weergegeven, is de gegevensoverdracht
tussen het apparaat en de internetgateway of server gecodeerd.
Het veiligheidssymbool geeft niet aan dat de
gegevensoverdracht tussen de gateway en de
contentaanbieder (of de locatie waar de
Page 83
aangevraagde bron is opgeslagen) veilig is. De
serviceprovider beveiligt de gegevensoverdracht
tussen de gateway en de contentaanbieder.
Voor een aantal diensten, zoals bankdiensten, zijn
mogelijk beveiligingscertificaten vereist. Als de
identiteit van de server niet authentiek is of als u
niet over het juiste beveiligingscertificaat beschikt,
wordt een melding weergegeven. Neem voor meer
informatie contact op met uw serviceprovider.
Webinstellingen
Druk op en selecteer Web.
Selecteer Opties > Instellingen en maak een
keuze uit de volgende opties:
Algemene instellingen
● Toegangspunt — Hiermee wijzigt u het
standaardtoegangspunt. Sommige of alle
toegangspunten kunnen door de serviceprovider
vooraf zijn ingesteld voor het apparaat; het is
wellicht niet mogelijk deze instellingen te
wijzigen of verwijderen of om nieuwe
instellingen toe te voegen.
● Homepage — Hiermee definieert u de
homepage.
● Miniweergave — Hiermee schakelt u de
miniweergave in of uit.
pagina's', p. 79.
Zie 'Navigeren over
● Geschiedenislijst — Als u tijdens het surfen met
Terug een lijst wilt weergeven met de pagina's
die u hebt bezocht tijdens de huidige sessie,
schakelt u Geschiedenislijst in.
● Veiligheidswrschwngn — Hiermee verbergt of
toont u veiligheidswaarschuwingen.
● Java/ECMA-script — Hiermee schakelt u het
gebruik van scripts in of uit.
Pagina-instellingen
● Inhoud laden — Hiermee selecteert u of u
afbeeldingen en andere objecten wilt laden
tijdens het surfen. Als u Alleen tekst hebt
geselecteerd, selecteert u Opties >
Instrumenten > Afbeeldingen laden
wanneer u afbeeldingen of objecten later tijdens
het surfen wilt laden.
● Schermformaat — Hiermee schakelt u tussen de
volledige schermweergave en de normale
weergave met de optielijst.
● Standaardcodering — Als teksttekens niet
correct worden weergegeven, kunt u een andere
codering selecteren op basis van de taal voor de
huidige pagina.
● Pop-ups blokkeren — Hiermee staat u toe of
voorkomt u dat verschillende pop-upvensters
tijdens het surfen automatisch worden geopend.
● Autom. opnieuw laden — Selecteer Aan als u
wilt dat webpagina's automatisch worden
vernieuwd tijdens het surfen.
Webbrowser
83
Page 84
● Lettergrootte — Hiermee geeft u de
lettergrootte voor webpagina's op.
Privacy-instellingen
● Autom. bookmarks — Hiermee schakelt u het
automatisch verzamelen van bookmarks in of
uit. Selecteer Map verbergen als u de adressen
Webbrowser
van de bezochte webpagina's wilt blijven
opslaan in de map Autom. bookmrks.
● Formulierggvns opslaan — Selecteer Uit als u
niet wilt dat de gegevens die u op de
verschillende formulieren van de webpagina
invult, worden opgeslagen en de volgende keer
worden gebruikt wanneer u de pagina bezoekt.
● Cookies — Hiermee schakelt u het ontvangen en
verzenden van cookies in of uit.
Instellingen voor webfeeds
● Automatische updates — Hiermee geeft u op
of webfeeds automatisch moeten worden
bijgewerkt en zo ja, hoe vaak dit moet gebeuren.
Als u de toepassing zodanig instelt dat webfeeds
automatisch worden opgehaald, kan dit ertoe
leiden dat grote hoeveelheden gegevens via het
netwerk van de serviceprovider worden
verzonden. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie over de
kosten van gegevensoverdracht.
● Toeg.p. voor autom. aanp. — Selecteer het
84
gewenste toegangspunt voor bijwerken. Deze
instelling is alleen beschikbaar als
Automatische updates is ingeschakeld.
Page 85
Verbindingen
Het apparaat bevat verschillende opties voor
verbindingen met internet of met andere
compatibele apparaten of pc's.
WLAN
Het apparaat ondersteunt WLAN. Met WLAN kunt u
vanaf het apparaat verbinding maken met internet
en compatibele apparaten die mogelijkheden
bieden voor WLAN.
WLAN
Als u WLAN wilt gebruiken, moet dit beschikbaar
zijn op uw locatie en moet het apparaat op het
WLAN zijn aangesloten.
In sommige gebieden, zoals Frankrijk, gelden
restricties op het gebruik van draadloos LAN.
Raadpleeg de lokale autoriteiten voor meer
informatie.
Als functies gebruik maken van een WLAN of als
dergelijke functies op de achtergrond mogen
worden uitgevoerd terwijl u andere functies
gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt
de gebruiksduur van de batterij af.
Het apparaat ondersteunt de volgende WLANfuncties:
● IEEE 802.11b/g standaard
● Frequentie van 2,4 GHz
● WEP-coderingsmethoden (Wired Equivalent
Privacy) met sleutels tot 128 bit, WPA-toegang
(Wi-Fi Protected Access) en 802.1xcoderingsmethoden. Deze functies kunnen
alleen worden gebruikt als het netwerk hiervoor
ondersteuning biedt.
WLAN-verbindingen
Als u WLAN wilt gebruiken, moet u een
internettoegangspunt voor WLAN maken. Gebruik
het toegangspunt voor toepassingen die
verbinding met internet moeten hebben.
'WLAN-internettoegangspunten', p. 87.
Belangrijk: Schakel altijd een van de
beschikbare encryptiemethoden in om de
beveiliging van uw draadloze LAN-verbinding te
vergroten. Het gebruik van encryptie verkleint het
risico van onrechtmatige toegang tot uw gegevens.
Zie
Verbindingen
85
Page 86
Er wordt een WLAN-verbinding tot stand gebracht
als u een gegevensverbinding maakt met een
internettoegangspunt voor een WLAN. De actieve
WLAN-verbinding wordt verbroken als u de
gegevensverbinding verbreekt.
U kunt een WLAN gebruiken tijdens een gesprek of
wanneer pakketgegevens actief zijn. U kunt met
Verbindingen
maximaal één WLAN-toegangspunt tegelijkertijd
verbinding hebben, maar verschillende
toepassingen kunnen hetzelfde
internettoegangspunt gebruiken.
Als het offline profiel is ingesteld voor het apparaat,
kunt nog steeds een WLAN gebruiken (indien
beschikbaar). Zorg ervoor dat u voldoet aan de
veiligheidseisen wanneer u een WLAN-verbinding
tot stand brengt en gebruikt.
Tip: Als u het unieke MAC-adres (Media Access
Control) voor het apparaat wilt controleren,
typt u #62209526# in de stand-bymodus.
De WLAN-wizard
De WLAN-wizard helpt u om verbinding te maken
met een WLAN en uw WLAN-verbindingen te
beheren.
De WLAN-wizard toont de status van uw WLANverbindingen in de actieve stand-by modus. Ga naar
de rij met de status en selecteer deze om de
86
beschikbare opties weer te geven.
Als er bijvoorbeeld WLAN's zijn gedetecteerd, wordt
WLAN-netw. gevonden weergegeven. Als u een
internettoegangspunt wilt maken en de
webbrowser wilt starten met behulp van dit
toegangspunt, selecteert u de status en Browsen
starten.
Als u een beveiligd WLAN selecteert, wordt u
gevraagd om de betreffende wachtwoorden in te
voeren. Als u verbinding wilt maken met een
verborgen netwerk, moet u de juiste netwerknaam
invoeren (SSID, Service Set Identifier). Als u een
nieuw internettoegangspunt wilt maken voor een
verborgen WLAN, selecteert u Nieuw WLAN.
Als u verbonden bent met een WLAN, wordt de
naam van het internettoegangspunt getoond.
Selecteer de status en selecteer Doorgaan met
browsen als u dit internettoegangspunt wilt
gebruiken voor de webbrowser. Als u de verbinding
in het WLAN wilt verbreken, selecteert u de status
en WLAN-verb. verbrkn.
Als de scanfunctie voor WLAN's is uitgeschakeld en
u geen verbinding hebt met een WLAN, wordt
WLAN-scan uit weergegeven. Als u de scanfunctie
wilt inschakelen en wilt zoeken naar beschikbare
WLAN's, selecteert u de status en drukt u op de
bladerdtoets.
Als u wilt zoeken naar beschikbare WLAN's,
selecteert u de status en Zoeken naar WLAN. Als u
Page 87
de WLAN-scanfunctie wilt uitschakelen, selecteert u
de status en WLAN-scan uit.
Druk op
wiz. als u de WLAN-wizard in het menu wilt openen.
en selecteer Instrumenten > WLAN-
WLAN-internettoegangspunten
Druk op en selecteer Instrumenten > WLAN-
wiz..
Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende
opties:
● WLAN-netwrkn filteren — Hiermee filtert u de
WLAN's uit de lijst met gedetecteerde netwerken.
De geselecteerde netwerken worden uitgefilterd
als de toepassing de volgende keer naar WLAN's
zoekt.
● Details — Hiermee kunt u de details van een
netwerk in de lijst weergeven. Als u een actieve
verbinding selecteert, worden de
verbindingsdetails getoond.
● Toeg.punt definiëren — Hiermee maakt u een
internettoegangspunt in een WLAN.
● Toegangspunt bwrkn — Hiermee bewerkt u de
details van een bestaand internettoegangspunt.
U kunt ook het verbindingsbeheer gebruiken om
internettoegangspunten te maken.
gegevensverbindingen', p. 87.
Zie 'Actieve
Bedieningsmodi
Een WLAN heeft twee bedieningsmodi:
infrastructuur en adhoc.
In de infrastructuurmodus zijn twee soorten
communicatie mogelijk: draadloze apparaten zijn
met elkaar verbonden via een WLAN-toegangspunt
of draadloze apparaten zijn op een LAN aangesloten
via een WLAN-toegangspunt.
In de ad-hocmodus kunnen apparaten onderling
rechtstreeks gegevens verzenden en ontvangen.
Verbindingsbeheer
Actieve gegevensverbindingen
Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > Verb.beh. > Act. geg.verb..
In de weergave Actieve gegevensverbindingen kunt
u de geopende gegevensverbindingen bekijken:
gegevensoproepen
packet-gegevensverbindingen
WLAN-verbindingen
Opmerking: De uiteindelijke gespreksduur
die door de serviceprovider in rekening wordt
gebracht kan variëren, afhankelijk van de
Selecteer Opties > Verb. verbreken als u een
verbinding wilt verbreken. Selecteer Opties > Alle
verb. verbrek. als u alle actieve verbindingen wilt
verbreken.
Verbindingen
Selecteer Opties > Gegevens als u de details van
een verbinding wilt bekijken. Welke details worden
weergegeven, is afhankelijk van het type
verbinding.
Beschikbare WLAN-netwerken
Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > Verb.beh. > Beschk. WLAN.
De weergave met beschikbare WLAN's bevat een
lijst met WLAN's binnen het bereik, de bijbehorende
netwerkmodus (infrastructuur of ad hoc) en een
symbool voor de signaalsterkte.
netwerken met codering en
apparaat een actieve verbinding heeft in het
netwerk.
Selecteer Opties > Gegevens als u de details van
een netwerk wilt bekijken.
Selecteer Opties > Toeg.pt definiëren als u een
internettoegangspunt in een netwerk wilt maken.
88
verschijnt voor
verschijnt als het
Bluetooth-connectiviteit
Bluetooth-connectiviteit
U kunt een draadloze verbinding tot stand brengen
met andere compatibele apparaten door middel
van Bluetooth-connectiviteit. Dit kunnen apparaten
zijn als mobiele telefoons en computers, en
toebehoren als hoofdtelefoons en carkits. Met
Bluetooth-connectiviteit kunt u afbeeldingen,
notities en video-, muziek- en geluidsclips
verzenden, een draadloze verbinding tot stand
brengen met een compatibele pc (bijvoorbeeld voor
bestandsoverdracht) of een verbinding tot stand
brengen met een compatibele printer om
afbeeldingen af te drukken met Afbeeldingen
afdrukken.
Aangezien apparaten met draadloze Bluetoothtechnologie communiceren via radiogolven, hoeft
er geen 'direct zicht' te bestaan tussen de
apparaten. De twee apparaten mogen maximaal 10
meter van elkaar zijn verwijderd, hoewel de
verbinding wel hinder kan ondervinden van
obstakels, zoals muren of andere elektronische
apparaten.
Het apparaat is compatibel met Bluetoothspecificatie 2.0, die de volgende profielen
ondersteunt: Advanced Audio Distribution, Audio/
Video Remote Control, Basic Imaging, Basic
Printing, Dial-up Networking, File Transfer, Hands-
Page 89
Free, Headset, Human Interface Device, Object Push,
SIM Access en Synchronization. Gebruik door Nokia
goedgekeurde toebehoren voor dit model als u
verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met andere
apparatuur die Bluetooth-technologie
ondersteunt. Informeer bij de fabrikanten van
andere apparatuur naar de compatibiliteit met dit
apparaat.
Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het
gebruik van Bluetooth-technologie. Raadpleeg de
lokale autoriteiten of serviceprovider voor meer
informatie.
Als functies gebruikmaken van Bluetoothtechnologie of als dergelijke functies op de
achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere
functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit
en neemt de levensduur van de batterij af.
Als het apparaat is vergrendeld, kunt u Bluetoothconnectiviteit niet gebruiken.
SIM', p. 168.
Zie 'Telefoon en
Instellingen
Druk op en selecteer Instrumenten >
Bluetooth.
Wanneer u de toepassing de eerste keer opent,
wordt u gevraagd een naam te definiëren voor het
apparaat. U kunt de naam later wijzigen.
Maak een keuze uit de volgende opties:
● Bluetooth — Stel Bluetooth-connectiviteit eerst
in op Aan en maak vervolgens verbinding als u
een draadloze verbinding met een ander
compatibel apparaat wilt maken. Selecteer Uit
als u Bluetooth-connectiviteit wilt uitschakelen.
● Waarneembrh. tel. — Selecteer
Waarneembaar als het apparaat mag worden
gedetecteerd door andere apparaten via
draadloze Bluetooth-technologie. Selecteer
Periode opgeven als u wilt instellen na hoeveel
tijd de zichtbaarheid wordt veranderd van
weergegeven in verborgen. Selecteer
Verborgen als u het apparaat wilt verbergen
voor andere apparaten.
● Naam van mijn telef. — Wijzig de naam die
wordt weergegeven aan andere apparaten die
draadloze Bluetooth-technologie gebruiken.
● Externe SIM-modus — Selecteer Aan als u een
ander apparaat wilt inschakelen, zoals een
compatibele carkit, om via de SIM-kaart in het
apparaat verbinding te maken met het netwerk.
Zie 'Externe SIM-modus', p. 91.
Beveiligingstips
Druk op en selecteer Instrumenten >
Bluetooth.
Als u geen gebruik maakt van Bluetoothconnectiviteit, selecteert u Bluetooth > Uit of
Waarneembrh. tel. > Verborgen om te bepalen
Verbindingen
89
Page 90
wie het apparaat kan detecteren en er verbinding
mee kan maken.
Accepteer geen verbindingsaanvragen van en
koppel het apparaat niet aan een onbekend
apparaat. Zo beschermt u het apparaat tegen
schadelijke inhoud.
Verbindingen
Gegevens verzenden met behulp
van Bluetooth-connectiviteit
Er kunnen verschillende Bluetooth-verbindingen
tegelijk actief zijn. Als u bijvoorbeeld verbonden
bent met een compatibele hoofdtelefoon, kunt u
tegelijkertijd ook bestanden uitwisselen met een
ander compatibel apparaat.
1. Open de toepassing waarin het item dat u wilt
verzenden, is opgeslagen. Open bijvoorbeeld
Galerij als u een afbeelding wilt verzenden naar
een ander compatibel apparaat.
2. Selecteer het item en Opties > Zenden > Via
Bluetooth.
Apparaten met draadloze Bluetoothtechnologie die zich binnen het bereik bevinde n,
worden weergegeven. Dit zijn de
apparaatpictogrammen:
computer
90
telefoon
audio- of videoapparaat
ander apparaat
Selecteer Stop als u de zoekopdracht wilt
onderbreken.
3. Selecteer het apparaat waarmee u verbinding
wilt maken.
4. Als koppeling met het andere apparaat vereist
is, hoort u een geluidssignaal en moet u een
wachtwoord opgeven.
koppelen', p. 90.
Wanneer de verbinding is gemaakt, verschijnt
Gegevens worden verzonden.
Tip: Het kan zijn dat bij het zoeken naar
apparaten voor sommige apparaten alleen de
unieke adressen worden weergeven
(apparaatadressen). Als u wilt weten wat het
unieke adres van uw apparaat is, geeft u de
code *#2820# op in de stand-by modus.
Zie 'Apparaten
Apparaten koppelen
Als u een apparaat wilt koppelen aan compatibele
apparaten en de gekoppelde apparaten wilt
bekijken, schuift u naar rechts in de hoofdweergave
van Bluetooth-connectiviteit.
Stel voordat u de koppeling uitvoert uw
wachtwoord in (1 tot 16 cijfers) en spreek met de
eigenaar van het andere apparaat af hetzelfde
wachtwoord te gebruiken. Bij apparaten zonder
gebruikersinterface wordt het wachtwoord
Page 91
gebruikt dat in de fabriek is ingesteld. Het
wachtwoord is voor eenmalig gebruik.
1. Selecteer Opties > Nw gekoppeld app. als u
het apparaat wilt koppelen aan een ander
apparaat. Apparaten die zich binnen het bereik
bevinden, worden weergegeven.
2. Selecteer het apparaat en voer het wachtwoord
in. Op het andere apparaat moet hetzelfde
wachtwoord worden ingevoerd.
3. Sommige audiotoebehoren maken na koppeling
automatisch verbinding met het apparaat. Ga
anders naar het toebehoren en selecteer
Opties > Verb. met audioapparaat.
Gekoppelde apparaten zijn te herkennen aan het
symbool
Als u gekoppelde apparaten wilt instellen als
geautoriseerd of niet-geautoriseerd, gaat u naar
het apparaat en maakt u een keuze uit de volgende
opties:
● Geautoriseerd — Uw apparaat en het
geautoriseerde apparaat kunnen zonder uw
medeweten verbinding maken. U hoeft de
verbinding niet afzonderlijk te accepteren of
autoriseren. Gebruik deze optie voor uw eigen
apparaten, zoals uw compatibele hoofdtelefoon
of pc of voor apparaten van mensen die u
vertrouwt.
aan in de weergave voor gekoppelde apparaten.
in de lijst met apparaten.
geeft geautoriseerde apparaten
● Niet geautoriseerd — Verbindingsverzoeken
van dit apparaat moeten altijd afzonderlijk
worden geaccepteerd.
Ga naar het apparaat en selecteer Opties >
Verwijderen als u een koppeling wilt annuleren.
Selecteer Opties > Alle verwijderen als u alle
koppelingen wilt annuleren.
Gegevens ontvangen met behulp
van Bluetooth-connectiviteit
Als u gegevens ontvangt via Bluetoothconnectiviteit, hoort u een geluidssignaal en wordt
u gevraagd of u het bericht wilt ontvangen. Als u
bevestigend antwoordt, verschijnt
het item in de map Inbox in Berichten geplaatst.
Berichten die zijn ontvangen via Bluetoothconnectiviteit, worden aangeduid met
en wordt
.
Externe SIM-modus
Voordat de externe SIM-modus kan worden
geactiveerd, moeten de twee apparaten worden
gekoppeld, waarbij de koppeling op het andere
apparaat wordt gestart. Gebruik voor de koppeling
een 16-cijferig wachtwoord en geef het andere
apparaat de benodigde autorisatie.
Als u de externe SIM-modus wilt gebruiken met een
compatibele carkit, activeert u Bluetooth-
Verbindingen
91
Page 92
connectiviteit en schakelt u het gebruik van de
externe SIM-modus in. Activeer de externe SIMmodus vanaf het andere apparaat.
Wanneer de externe SIM-modus is ingeschakeld op
het apparaat, wordt Externe SIM-modus
weergegeven in de stand-by modus. De verbinding
met het draadloze netwerk wordt uitgeschakeld,
Verbindingen
zoals wordt aangegeven met
voor de signaalsterkte, en u kunt geen SIMkaartdiensten of -functies gebruiken die een mobiel
netwerk vereisen.
Als het draadloze apparaat in de externe SIM-modus
staat, kunt u alleen via een compatibele en
aangesloten uitbreiding, zoals een carkit,
gesprekken voeren of ontvangen. U kunt in deze
modus geen nummers kiezen met uw draadloze
apparaat, behalve de alarmnummers die in het
apparaat zijn geprogrammeerd. Als u wilt bellen
met uw apparaat, moet u de externe SIM-modus
verlaten. Als het apparaat is vergrendeld, moet u de
beveiligingscode invoeren om het te ontgrendelen.
Druk op de aan/uit-toets en selecteer Externe SIM
sluiten als u de externe SIM-modus wilt afsluiten.
in de aanduiding
USB
Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > USB.
92
Selecteer Vragen bij verbind. > Ja als u wilt dat
instellen dat het doel van de verbinding telkens
moet worden opgegeven wanneer een compatibele
gegevenskabel wordt aangesloten.
Als Vragen bij verbind. is uitgeschakeld en u de
modus tijdens een actieve verbinding wilt wijzigen,
selecteert u USB-modus en maakt u een keuze uit
de volgende opties:
● PC Suite — Hiermee kunt u Nokia PC-
toepassingen gebruiken, zoals Nokia Nseries PC
Suite, Nokia Lifeblog en Nokia Software Updater.
● Gegevensoverdracht — Hiermee brengt u
gegevens over tussen het apparaat en een
compatibele pc. U kunt in deze modus ook
kaarten downloaden met de pc-toepassing
Nokia Map Loader.
● Afb. afdrukken — Hiermee drukt u
afbeeldingen af op een compatibele printer.
● Mediaspeler — Hiermee synchroniseert u
muziek met Windows Media Player.
Pc-verbindingen
U kunt het apparaat gebruiken met allerlei
compatibele toepassingen voor pc-connectiviteit
en gegevenscommunicatie. Met Nokia Nseries PC
Suite kunt u bijvoorbeeld afbeeldingen
overbrengen tussen een apparaat en een
compatibele pc.
Page 93
Maak altijd verbinding vanaf de pc als u wilt
synchroniseren met het apparaat.
Verbindingen
93
Page 94
Nokia Videocentrum
Met Nokia Videocentrum (netwerkdienst) kunt u
videoclips downloaden en streamen vanaf
compatibele internetvideodiensten die
pakketgegevens of een WLAN (draadloos LAN)
gebruiken. U kunt ook videoclips overbrengen vanaf
een compatibele pc naar het apparaat en deze
bekijken in Videocentrum.
Nokia Videocentrum
Videocentrum ondersteunt dezelfde
bestandsindelingen als RealPlayer. Alle video's
worden standaard in de liggende stand afgespeeld.
Het apparaat bevat mogelijk vooraf gedefinieerde
diensten.
Serviceproviders kunnen inhoud gratis of tegen
betaling bieden. Vraag de prijzen na bij de
serviceprovider.
Video's zoeken en
weergeven
1. Druk op en selecteer Videocentr..
2. Selecteer de gewenste videodienst door de
bladertoets naar links of rechts te drukken om
94
verbinding te maken met deze videodienst.
Het apparaat werkt de inhoud van de dienst bij,
waarna het wordt weergegeven.
3. Als u video's per categorie wilt weergeven
(indien beschikbaar), drukt u de bladertoets
naar links of rechts om de andere tabbladen te
bekijken.
4. Selecteer Opties > Videodetails als u
informatie over een video wilt bekijken.
5. Bepaalde videoclips kunnen als streamingvideo
worden weergegeven, terwijl u andere clips
eerst naar het apparaat moet downloaden.
Selecteer Opties > Downloaden als u een
videoclip wilt downloaden.
Page 95
Selecteer Opties > Afspelen als u een
streamingclip of een gedownloade clip wilt
weergeven.
6. Bedien de speler met de bladertoets en de
selectietoetsen terwijl de clip wordt afgespeeld.
Druk op de volumetoets om het volume te
regelen.
Clips worden verder op de achtergrond gedownload
als u de toepassing sluit. De gedownloade video's
worden opgeslagen in Videocentr. > Mijn
video's.
Selecteer Nieuwe diensten toev. als u een
verbinding tot stand wilt brengen met internet om
te bladeren door beschikbare diensten die u kunt
toevoegen aan de hoofdweergave.
Internetvideo's
Internetvideo's zijn videoclips die op internet
worden gedistribueerd via RSS-feeds. U kunt
nieuwe feeds toevoegen aan Internetvideo's in de
instellingen.
U kunt uw feeds bekijken in de map
Internetvideo's in Videocentrum.
Selecteer Opties > Feedabonnementen als u
feeds wilt toevoegen of verwijderen.
Blader naar een feed en druk op de bladertoets als
u wilt bekijken welke video's in een feed
beschikbaar zijn.
Selecteer Opties > Videodetails als u informatie
over een video wilt bekijken.
Blader naar een video en selecteer Opties >
Downloaden als u deze wilt downloaden.
Druk op de bladertoets om de gedownloade video
af te spelen.
Gedownloade video's
afspelen
De gedownloade video's worden opgeslagen in
Videocentr. > Mijn video's.
Druk op de bladertoets om een gedownloade video
af te spelen.
Selecteer Opties > Afspelen via eigen netw. om
een gedownloade video in uw eigen netwerk af te
spelen. Eerst moet uw eigen netwerk zijn
geconfigureerd.
netwerk', p. 58.
Bedien de speler met de bladertoets en de
selectietoetsen terwijl de clip wordt afgespeeld.
Als er niet genoeg vrije ruimte beschikbaar is in het
apparaatgeheugen of op een compatibele
Zie 'Informatie over het eigen
Nokia Videocentrum
95
Page 96
geheugenkaart, worden automatisch enkele van de
oudste bekeken video's verwijderd wanneer
nieuwe video's worden gedownload.
dat video's binnenkort mogelijk worden
verwijderd.
Selecteer Opties > Beveiligen als u wilt
voorkomen dat een video automatisch wordt
verwijderd (
Video's overbrengen van uw
Nokia Videocentrum
).
pc
Breng uw eigen video's over naar het videocentrum
vanaf compatibele apparaten via een compatibele
USB-kabel.
Ga als volgt te werk om video's vanaf een
compatibele PC over te zetten naar de
geheugenkaart in het apparaat:
1. Als u het apparaat op een pc wilt weergeven als
massageheugenapparaat (E:\) waarnaar u
gegevensbestanden kunt overbrengen, maakt u
verbinding via een compatibele USB-kabel.
2. Selecteer de verbindingsmodus
Gegevensoverdracht. Er moet een compatibele
geheugenkaart in het apparaat zijn geplaatst.
3. Selecteer de video's die u van uw pc wilt
96
kopiëren.
geeft aan
4. Breng de video's over naar E:\Mijn video's op de
geheugenkaart.
De overgebrachte video's verschijnen in de map
Mijn video's in Videocentrum. Videobestanden
in andere mappen van uw apparaat worden niet
weergegeven.
Instellingen
Selecteer Opties > Instellingen in de
hoofdweergave van Videocentrum en kies een van
de volgende opties:
● Videodienst selecteren — Hiermee selecteert
u de videodiensten die u in de hoofdweergave
van de toepassing wilt weergeven. U kunt ook de
details van een videodienst bekijken.
Voor sommige diensten moet u een
gebruikersnaam en wachtwoord opgeven. Deze
gegevens ontvangt u van de serviceprovider.
● Standaardtoegangspunt — Hiermee
selecteert u de toegangspunten voor de
gegevensverbinding. Als u
pakketgegevensverbindingen gebruikt om
bestanden te downloaden, worden mogelijk
grote hoeveelheden gegevens verzonden via het
netwerk van de serviceprovider. Neem contact
op met uw serviceprovider voor meer informatie
over de kosten van gegevensoverdracht.
Page 97
● Ouderlijk toezicht — Hiermee activeert u het
kinderslot voor videodiensten.
● Voorkeursgeheugen — Hier geeft u aan of
gedownloade video's moeten worden
opgeslagen in het apparaatgeheugen of op een
compatibele geheugenkaart. Als het
geselecteerde geheugen bijna vol is, wordt de
inhoud opgeslagen in het andere geheugen,
indien beschikbaar. Als er niet genoeg ruimte vrij
is in het andere geheugen, worden automatisch
enkele van de oudste video's verwijderd.
● Miniaturen — Hier geeft u aan of u miniaturen
in videolijsten wilt bekijken.
Nokia Videocentrum
97
Page 98
Muziekmap
Muziekspeler
Muziekmap
Waarschuwing: Luister naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Voortdurende
blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw
gehoor beschadigen. Houd het apparaat niet dicht
bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt,
aangezien het volume erg luid kan zijn.
Muziekspeler ondersteunt bestandsindelingen
zoals AAC, AAC+, eAAC+, MP3 en WMA. Music Player
ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle
kenmerken van bestandsindelingen of alle variaties
van bestandsindelingen.
U kunt Music player ook gebruiken om podcasts te
beluisteren. Podcasts zijn de methode voor het
aanleveren van audio- of video-inhoud via internet
waarbij RSS- of ATOM-technologie wordt gebruikt
om deze inhoud op mobiele apparaten en pc's af te
spelen.
U kunt muziek van andere compatibele apparaten
naar uw apparaat overbrengen.
overbrengen naar uw apparaat', p. 101.
98
Zie 'Muziek
Een liedje of podcast-episode
afspelen
U moet mogelijk de bibliotheken met muziek en
podcasts vernieuwen nadat u de selectie van liedjes
of podcasts in uw apparaat hebt bijgewerkt.
Selecteer Opties > Vernieuwen in de
hoofdweergave van Muziekspeler wanneer u alle
beschikbare items aan de bibliotheek wilt
toevoegen.
Ga als volgt te werk om een liedje of podcastepisode af te spelen:
1. Druk op
Muziekspeler.
2. Selecteer Muziek of Podcasts.
3. Selecteer categorieën als u naar het nummer of
de podcast wilt gaan waarnaar u wilt luisteren.
4. Druk op de bladertoets om de geselecteerde
bestanden af te spelen.
Druk op de bladertoets om het afspelen te
pauzeren. Druk opnieuw op de bladertoets om het
afspelen te hervatten. Druk de bladertoets omlaag
als u het afspelen wilt stoppen.
en selecteer Muziek >
Page 99
Druk de bladertoets naar links of rechts en houd
deze ingedrukt als u snel vooruit wilt spoelen of
terug wilt spoelen.
Druk de
bladertoets naar
rechts om naar het
volgende item te
gaan. Druk de
bladertoets naar
links als u wilt
terugkeren naar
het begin van het
item. Druk de bladertoets binnen twee seconden
nadat een liedje of podcast is gestart opnieuw naar
links als u naar het vorige item wilt gaan.
Wanneer u willekeurig afspelen
uitschakelen, selecteert u Opties > Willekeurig
afspelen.
Selecteer Opties > Herhalen wanneer u het
huidige item (
of herhalen wilt uitschakelen.
Als u podcasts afspeelt, zijn willekeurig afspelen en
herhalen automatisch uitgeschakeld.
Druk op de volumetoets om het volume te regelen.
Selecteer Opties > Equalizer als u de toon voor het
afspelen van muziek wilt wijzigen.
) of alle items ( ) wilt herhalen,
wilt in- of
Selecteer Opties > Audio-instellingen als u de
balans en het stereobeeld wilt wijzigen of de lage
tonen wilt versterken.
Selecteer Opties > Visualisatie weergeven als u
tijdens het afspelen een visualisatie wilt
weergeven.
Druk op de beëindigingstoets als u wilt terugkeren
naar de stand-by modus en de speler op de
achtergrond wilt laten spelen of houd
als u wilt schakelen naar een andere geopende
toepassing.
Selecteer Opties > Afsluiten om de muziekspeler
te sluiten.
ingedrukt
Muziekmenu
Druk op en selecteer Muziek >
Muziekspeler > Muziek.
In het muziekmenu wordt de beschikbare muziek
weergegeven. Selecteer de gewenste optie in het
muziekmenu om alle liedjes, gesorteerde liedjes of
afspeellijsten te bekijken.
Als de muziekspeler op de achtergrond wordt
afgespeeld, opent u de weergave Afspelen door de
multimediatoets ingedrukt te houden.
Muziekmap
99
Page 100
Playlists
Druk op en selecteer Muziek >
Muziekspeler > Muziek.
Ga naar het menu Muziek en selecteer
Afspeellijsten als u playlists wilt weergeven en
Muziekmap
beheren.
Selecteer Opties > Details afspeellijst als u de
details van de afspeellijst wilt bekijken.
Een playlist maken
1. Selecteer Opties > Afspeellijst maken.
2. Voer een naam voor de playlist in selecteer OK.
3. Selecteer Ja om nu liedjes toe te voegen of
selecteer Nee om de liedjes later toe te voegen.
4. Wanneer u Ja selecteert, selecteert u artiesten
om liedjes te zoeken die u in de afspeellijst wilt
opnemen. Druk op de bladertoets om items toe
te voegen.
Druk de bladertoets naar rechts als u de lijst met
liedjes onder de naam van een artiest wilt
weergeven. Druk de bladertoets naar links als u
de lijst met liedjes wilt verbergen.
5. Selecteer Gereed wanneer u uw selecties hebt
voltooid.
Als een compatibele geheugenkaart is geplaatst,
100
wordt de playlist hierop opgeslagen.
Selecteer Opties > Liedjes toevoe gen terwijl u de
afspeellijst weergeeft als u later meer liedjes wilt
toevoegen.
Selecteer een item en selecteer Opties > Toev . aan
afspeellijst > Opgesl. afspeellijst of Nieuwe
afspeellijst als u liedjes, albums, artiesten, genres
en componisten aan een afspeellijst wilt toevoegen
vanuit de verschillende weergaven van het
muziekmenu.
Selecteer Opties > Verwijderen als u een liedje uit
een afspeellijst wilt verwijderen. Hiermee
verwijdert u het nummer niet uit het apparaat,
maar alleen uit de playlist.
Ga naar het liedje dat u wilt verplaatsen en sel ecteer
Opties > Lijst opnieuw ordenen als u de
volgorde van liedjes in een afspeellijst wilt wijzigen.
Gebruik de bladertoets als u nummers naar een
nieuwe positie wilt slepen.
Podcasts
Druk op en selecteer Muziek >
Muziekspeler > Podcasts.
In het podcastmenu worden de podcasts
weergegeven die beschikbaar zijn in het apparaat.
Er zijn drie statuswaarden voor podcast-episodes:
nooit afgespeeld, gedeeltelijk afgespeeld en
volledig afgespeeld. Wanneer een episode
gedeeltelijk is afgespeeld, wordt deze de volgende
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.