CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-233 product is
overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen
Nokia, Nokia Connecting People, N-Gage, Nseries, N81, Navi, en Visual Radio zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Nokia tune
is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en
bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke
eigenaren zijn.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of
een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming
van Nokia is verboden.
trademarks of Symbian Ltd.
Java™ and all Java-based marks are trademarks or registered
trademarks of Sun Microsystems, Inc.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG4 Visual Patent Por tfolio License (i) voor
privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd
volgens de visuele norm MPEG4 door een consument in het kader van een privé- en
niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met
MPEG4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt.
Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt.
Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele
doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is ve rkrijgbaar bij MPEG LA, LLC.
Zie <http://www.mpegla.com>.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt
zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen
aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELJKE RECHT,
ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF
VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE
VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT
GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID,
BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK
HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT
TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN
TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT
DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor
deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia
leverancier voor details en de beschikbaarheid van taalopties.
Exportbepalingen
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig
zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen.
Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
MEDEDELING FCC/INDUSTRIE CANADA
Dit apparaat kan TV- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in
de nabijheid van de ontvangapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal
Communications Commision (FCC) of Industrie Canada kunnen u vragen niet langer
uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden. Neem
contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet
aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende twee
voorwaarden: (1) Dit apparaat veroorzaakt geen schadelijke storingen, en (2) dit
apparaat moet storingen van buitenaf die een ongewenste werking tot gevolg
hebben accepteren. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door
Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze
apparatuur te werken tenietdoen.
Toepassingen van derden die bij uw apparaat worden geleverd, kunnen zijn
gemaakt door en in eigendom zijn van personen en entiteiten die geen relatie
of verband met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de auteursrechten of de
intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig
draagt Nokia geen verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers
of de functionaliteit van deze toepassingen of de informatie in deze toepassingen
of het materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden.
MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN
WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK
HETZIJ IMPLICIET, DIT VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN
HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH
GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN,
UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT)
GARANTIES BETREFFENDE TITEL, VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKEN OP OCTROOIEN,
AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN VAN DERDEN.
Versie 1 NL
Welkom
Modelnummer: Nokia N81-3. Hierna Nokia N81 genoemd.
Welkom
De Nokia N81 is een apparaat dat onderweg allerlei leuke mogelijkheden biedt.
Luister naar haarscherpe muziek en speel spelletjes op een strak, stijlvol apparaat, compleet met een
helder beeldscherm van 6 cm, speciale media - en speltoetsen en een uitstekende geluidskwaliteit.
Met de Nokia N81 kunt u onderweg naar uw favoriete muziek luisteren. De Nokia Music Store* biedt u meer dan
een miljoen nummers die u kunt doorbladeren en aanschaffen, draadloos met de N81 en thuis met een compatibele pc.
Als u genoeg hebt van draden die in de knoop raken, verbindt u een compatibele stereohoofdtelefoon via
Bluetooth-connectiviteit.
Speel mobiele spelletjes van hoge kwaliteit met speciale speltoetsen en geniet van scherpe beelden voor nog meer plezier.
Het multimediamenu biedt u direct toegang tot uw inhoud en helpt u om er snel en eenvoudig doorheen te bladeren.
Dankzij de intelligente toetsverlichting blijven toetsen verborgen totdat u deze nodig hebt.
Veel plezier!
*Kijk voor meer informatie over de beschikbaarheid van de Nokia Music Store in uw land op www.nokia.com/music.
vraag en antwoord ............................... 141
Informatie over de batterij.................. 145
Opladen en ontladen........................................................145
Controleren van de echtheid
van Nokia-batterijen........................................................146
Behandeling en onderhoud.................. 147
Aanvullende veiligheidsinformatie...... 149
Index ...................................................... 153
Voor uw veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de
richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige
gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS
HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in
als het gebruik van mobiele telefoons verboden
is of als dit storing of gevaar zou kunnen
opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl
u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te
besturen. De verkeersveiligheid dient uw
eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING Alle draadloze apparaten kunnen
gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking
van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
ZIEKENHUIZEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Schakel het apparaat
uit in de nabijheid van medische apparatuur.
8
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN
VLIEGTUIGEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Draadloze
apparatuur kan storingen veroorzaken
in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET
TANKEN Gebruik het apparaat niet in een
benzinestation. Gebruik het apparaat niet in
de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT
VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Gebruik het apparaat
niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de posities zoals
in de productdocumentatie wordt uitgelegd.
Raak de antennegebieden niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag
alleen door deskundigen worden geïnstalleerd
of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik
alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen.
Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID Het apparaat is niet
waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een
gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens
die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat
aansluit, dient u eerst de handleiding van het
desbetreffende apparaat te raadplegen voor
uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen
incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de
telefoonfunctie van het apparaat ingeschakeld
en operationeel is. Druk zo vaak als nodig is op
de end-toets om het scherm leeg te maken en
terug te keren naar de stand-by modus. Voer
het alarmnummer in en druk op de beltoets.
Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het
gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming
hebt gekregen.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding
wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in
de (E)GSM-netwerken 850, 900, 1800 en 1900 en
het UMTS-netwerk 2100. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan
alle regelgeving en eerbiedig lokale gebruiken, privacy en
legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechtbeschermingsmaatregelen kunnen
verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek
(inclusief beltonen) en andere inhoud worden
gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd.
Dit apparaat ondersteunt internetverbindingen en andere
verbindingsmethoden. Net als computers kan uw apparaat
blootstaan aan virussen, schadelijke boodschappen en
toepassingen, en andere schadelijke inhoud. Wees
voorzichtig en open boodschappen, accepteer
verbindingsverzoeken, download content en accepteer
installaties alleen van betrouwbare bronnen. Overweeg
de installatie van antivirussoftware met een periodieke
updateservice en het gebruik van een firewall en andere
relevante software op uw apparaat om de beveiliging
van de apparaten te vergroten.
9
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het
apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet
in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur
storingen of gevaar kan veroorzaken.
De kantoortoepassingen ondersteunen
gebruikelijke functies van Microsoft Word, PowerPoint
en Excel (Microsoft Office 97, 2000 en XP). Niet alle
bestandsindelingen kunnen worden bekeken of gewijzigd.
Tijdens intensief gebruik, zoals bij een actieve sessie
waarin video's worden gedeeld of bij een snelle
gegevensverbinding, kan het apparaat warm aanvoelen.
In de meeste gevallen is dit normaal. Als u vermoedt
dat het apparaat niet goed werkt, breng het dan
naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
Mogelijk bevat het apparaat vooraf geïnstalleerde
bookmarks en koppelingen voor websites van derden.
U kunt websites van derden ook bezoeken vanaf uw
apparaat. Nokia is niet gelieerd aan websites van derden.
Nokia ondersteunt deze sites niet en draagt er geen
aansprakelijkheid voor. Als u ervoor kiest om dergelijke
websites te bezoeken, dient u voorzorgsmaatregelen
voor beveiliging of inhoud te treffen.
De afbeeldingen in deze handleiding verschillen
mogelijk van de afbeeldingen in het apparaat.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn
aangemeld bij een netwerkprovider. Veel van de functies
vereisen speciale netwerkfuncties. Deze functies zijn niet
op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook netwerken
waar u specifieke regelingen met uw serviceprovider
moet treffen voordat u gebuik kunt maken van de
netwerkdiensten. Uw serviceprovider kan u instructies
geven en uitleggen hoeveel het kost. Bij sommige
netwerken gelden beperkingen die het gebruik van
netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden
sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde
taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren
in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet
in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat
kan ook beschikken over een speciale configuratie,
zoals veranderingen in menunamen, menuvolgorde en
pictogrammen. Neem voor meer informatie contact op
met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en
SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Sommige functies
van dit apparaat, zoals MMS, surfen en e-mail, vereisen
netwerkondersteuning voor deze technologieën.
10
Toebehoren, batterijen en laders
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel
de lader voordat u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze
bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor
gebruik met de volgende voedingsbronnen: AC-3, AC-4
of de oplader AC-5 en de opladers AC-1, ACP-8, ACP-9,
ACP-12 of LCH-12 wanneer de adapter CA44 wordt
gebruikt.
De batterij die voor gebruik met dit apparaat is bedoeld,
is BP-6MT.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders
en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor
gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere
typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen
en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van
goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker
en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
11
Ondersteuning
Help
Selecteer Opties > Help als u vanuit een geopende
toepassing de Help voor de huidige weergave wilt openen.
Ondersteuning
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar
de toepassing die op de achtergrond geopend is door
ingedrukt te houden.
Selecteer Instrumenten > Hulpprogr. > Help als u de Help
wilt openen vanuit het hoofdmenu. Selecteer de gewenste
toepassing om de bijbehorende helponderwerpen
te bekijken.
Aan de slag
Zie de handleiding Aan de slag voor informatie over
toetsen en onderdelen en instructies voor het instellen
van het apparaat en andere belangrijke informatie.
Aanvullende toepassingen
Dankzij tal van toepassingen van Nokia en andere
software-ontwikkelaars kunt u optimaal gebruik
maken van alle mogelijkheden van uw Nokia N81.
Deze toepassingen worden uitgelegd in de handleidingen
12
die beschikbaar zijn op de ondersteuningspagina's voor
de Nokia N81 op www.nseries.com/support of uw lokale
Nokia-website.
Nokia-ondersteuning
en contactgegevens
Kijk op www.nseries.com/support of uw lokale
Nokia-website voor de meest recente handleidingen,
aanvullende informatie, downloads en diensten voor
uw Nokia-product.
Ga naar de lijst met plaatselijke vertegenwoordigers
van Nokia op www.nokia.com/customerservice als
u contact wilt opnemen met de klantenservice. Neem voor
onderhoudsdiensten contact op met het dichtstbijzijnde
Nokia-servicecentrum op www.nokia.com/repair.
Uw Nokia N81
Welkom
Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt,
wordt Welkom weergegeven. Maak een keuze uit
de volgende opties:
Instelwizard – Hiermee configureert u verschillende
instellingen, zoals e-mail.
Overdracht – Hiermee brengt u inhoud, zoals
contactpersonen en agenda-items, over vanaf een
compatibel Nokia-apparaat. Zie ’Inhoud vanaf een ander
apparaat overbrengen’ op pag. 13.
Demo – Hiermee geeft u een demonstratie over uw
apparaat weer.
Als u Welkom later wilt openen, drukt u op en
selecteert u Instrumenten > Hulpprogr. > Welkom.
U kunt ook de afzonderlijke toepassingen openen via
hun menulocaties.
Instellingen
In het apparaat zijn instellingen voor mobiel internet
en MMS-, GPRS- en streaming-instellingen doorgaans
automatisch geconfigureerd op basis van informatie van
uw netwerkprovider. De instellingen van uw
serviceproviders zijn mogelijk al op het apparaat
geïnstalleerd of u kunt de instellingen van de
netwerkproviders ontvangen of aanvragen als
speciaal bericht.
Zie ’Telefoon’ op pag. 132 als u de algemene instellingen
op het apparaat wilt wijzigen, zoals de taal, de stand-by
modus en de weergave-instellingen.
Inhoud vanaf een ander
apparaat overbrengen
Met de toepassing Overdracht kunt u via
Bluetooth-connectiviteit inhoud overbrengen tussen
twee compatibele Nokia-apparaten, zoals contacten
en agenda-items.
Wanneer u de toepassing voor het eerst gebruikt, kunt
u inhoud overbrengen van een compatibel Nokia-apparaat
naar de Nokia N81.
Het type inhoud dat kan worden overgedragen, hangt af
van het model van het apparaat waaruit u de inhoud wilt
overbrengen. Er wordt een bericht weergegeven als het
andere apparaat niet compatibel is.
Uw Nokia N81
13
De toepassing Overdracht kan ook zonder de SIM-kaart
worden gebruikt. Als het andere apparaat alleen met een
SIM-kaart kan worden ingeschakeld, kunt u deze plaatsen.
Wanneer de Nokia N81 wordt ingeschakeld zonder SIMkaart, wordt het profiel Offline automatisch geactiveerd.
Inhoud overbrengen
1 Als u gegevens voor het eerst wilt ophalen vanaf
Uw Nokia N81
het andere apparaat, selecteert u op de Nokia N81
Telef.overdracht in de toepassing Welkom, of drukt
u op en selecteert u Instrumenten > Hulpprogr. >
Overdracht.
2 Selecteer Doorgaan als u met de Nokia N81 wilt zoeken
naar andere apparaten met Bluetooth-connectiviteit.
Als u nog geen naam voor uw Nokia N81 hebt
opgegeven, wordt u gevraagd dit alsnog te doen.
Accepteer de standaardnaam of kies zelf een naam.
3 Op sommige modellen wordt de toepassing Overdracht
als bericht verzonden naar het andere apparaat.
Open het bericht om Overdracht te installeren op het
andere apparaat en volg de instructies in het scherm.
4 Selecteer in de lijst het apparaat vanaf waar u inhoud
wilt overbrengen. U wordt gevraagd een code in te
voeren op de Nokia N81. Voer een zelfgekozen code
in (1-16 cijfers) en selecteer OK. Voer dezelfde code
ook in op het andere apparaat en selecteer OK.
De apparaten zijn nu gekoppeld. Zie ’Apparaten
koppelen’ op pag. 83.
5 Selecteer het bestand dat u wilt overbrengen.
Wanneer de overdracht is gestart, kunt u deze
annuleren en later voortzetten.
Inhoud synchroniseren,
ophalen of verzenden
Na de eerste overdracht kunt u, afhankelijk van het model
van het andere apparaat, een van de volgende opties
kiezen om een nieuwe overdracht te starten:
Hiermee synchroniseert u inhoud tussen de Nokia N81
en het andere apparaat als het andere apparaat
synchronisatie ondersteunt. De synchronisatie verloopt
in twee richtingen. Als een item op het ene apparaat is
verwijderd, wordt het ook op het andere verwijderd. U kunt
verwijderde items niet terugzetten via een synchronisatie.
Hiermee haalt u gegevens van het andere apparaat op
naar uw Nokia N81. Met het ophalen van gegevens worden
gegevens van het andere apparaat overgebracht naar uw
Nokia N81. Afhankelijk van het apparaat, is het mogelijk
dat u wordt gevraagd of u de oorspronkelijke gegevens
in het andere apparaat wilt behouden of verwijderen.
Hiermee verzendt u gegevens van de Nokia N81
naar het andere apparaat.
14
Als Tel.overdracht een item niet kan overbrengen, kunt u –
afhankelijk van het type van het andere apparaat – het
item toevoegen aan de Nokia-map C:\Data\Nokia of
E:\Data\Nokia en het daarvandaan overbrengen. Wanneer
u de map selecteert om over te brengen, worden de items
gesynchroniseerd in de corresponderende map in het
andere apparaat, en omgekeerd.
Snelkoppelingen gebruiken om een overdracht
te herhalen
Na een gegevensoverdracht kunt u een snelkoppeling
bij de overdrachtinstellingen in de hoofdweergave
opslaan waarmee u dezelfde overdracht later
opnieuw kunt uitvoeren.
Als u de snelkoppeling wilt bewerken, gaat u ernaartoe en
selecteert u Opties > Snelkoppellingsinstllngn. U kunt
bijvoorbeeld de naam van de snelkoppeling maken of
wijzigen.
Na elke overdracht wordt een overdrachtlogbestand
weergegeven. Als u het logbestand van een vorige
overdracht wilt bekijken, gaat u naar een snelkoppeling in
de hoofdweergave en selecteert u Opties > Log bekijken.
Overdrachtconflicten afhandelen
Als een item dat u wilt overbrengen in beide apparaten
is bewerkt, wordt automatisch geprobeerd de wijzigingen
samen te voegen. Als dit niet mogelijk is, ontstaat een
overdrachtconflict. Selecteer 1 voor 1 controleren,
Prioriteit deze telefoon, of Priorit. andere telefoon
om het conflict op te lossen. Selecteer Opties > Help
voor meer instructies.
Belangrijke symbolen
Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk.
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-netwerk
(netwerkdienst).
Er staan een of meer ongelezen berichten
in de map Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in
de externe mailbox.
De map Outbox bevat berichten die nog niet
zijn verzonden.
U hebt oproepen gemist.
Wordt weergegeven als Beltoontype is ingesteld op
Stil, en Berichtensignaaltoon en Signaaltoon e-mail zijn
ingesteld op Uit.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarm actief.
De tweede telefoonlijn wordt gebruikt (netwerkdienst).
Uw Nokia N81
15
Alle oproepen naar het apparaat worden omgeleid
naar een ander nummer. Als u twee telefoonlijnen hebt
(netwerkservice), geeft een nummer de actieve lijn aan.
Er is een compatibele hoofdtelefoon aangesloten op
het apparaat. geeft aan dat de verbinding is verbroken.
Uw Nokia N81
Er is een compatibele antenne aangesloten op
het apparaat.
Er is een compatibele Teksttelefoon aangesloten
op het apparaat.
Er is een gegevensoproep actief.
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding actief.
geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat
en dat een verbinding beschikbaar is.
Er is een packet-gegevensverbinding actief in een
gedeelte van het netwerk dat EDGE ondersteunt. geeft
aan dat de verbinding in de wachtstand staat en dat
een verbinding beschikbaar is. De pictogrammen geven
aan dat EDGE in het netwerk beschikbaar is, maar mogelijk
maakt het apparaat geen gebruik van EDGE tijdens de
gegevensoverdracht.
Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding actief.
geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat
en dat een verbinding beschikbaar is.
U hebt de scanfunctie voor WLAN's (draadloos LAN)
ingeschakeld en er is een WLAN beschikbaar. Zie ’WLAN
(draadloos LAN)’ op pag. 79.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk
met codering.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk
zonder codering.
Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld.
Er worden gegevens verzonden met behulp
van Bluetooth-connectiviteit. Als het symbool knippert,
probeert het apparaat verbinding te maken met een
ander apparaat.
Er is een USB-verbinding actief.
Navi™-bladertoets
Hierna aangeduid als de bladertoets.
Met de bladertoets kunt u in menu's navigeren (,
,, ) en items selecteren (). Druk op
en selecteer Instrumenten > Instell. > Algemeen >
Navigatiewieltje > Navigatiewieltje > Aan om de
aanvullende functionaliteit van het Navi™-wiel te
activeren.
16
Met het Navi-wiel kunt u snel door lijsten in de galerij en
de Muziekspeler bladeren en door het multimediamenu
navigeren. Draai hiervoor de rand van de bladertoets
gewoon naar links of rechts.
Tip! Wanneer u zich in een menu bevindt, kunt
u in plaats van de bladertoets de nummertoetsen
en gebruiken om snel toepassingen te openen.
Druk bijvoorbeeld in het hoofdmenu op om
Berichten te openen.
Multimediamenu
Met het multimediamenu
hebt u snel en gemakkelijk
toegang tot multimediainhoud, spelletjes, de
belangrijkste contacten en
de meest recente bookmarks
en plaatsen voor internet.
U kunt het menu bijvoorbeeld
gebruiken voor afbeeldingen
en muziek.
Druk op om het
multimediamenu te openen
of te sluiten. U kunt door de miniaturen bladeren met
de bladertoets of met het Navi-wiel. Druk op
als u vanuit een geopende toepassing naar het
multimediamenu wilt terugkeren.
Selecteer Opties > Tegels ordenen als u de volgorde
van de tegels wilt wijzigen.
LED voor energiebesparing
Het scherm wordt uitgeschakeld om de batterij te sparen
wanneer de screensaver is ingeschakeld. Een LED knippert
om aan te geven dat het apparaat is ingeschakeld, maar
zich in de slaapstand bevindt.
Zie ’Slaapstand’ op pag. 128 voor meer informatie over
het uitschakelen van de LED.
Volume- en luidsprekerregeling
Druk op de volumetoetsen als u het volume wilt verhogen
of verlagen tijdens een actieve oproep of wanneer u naar
een geluid luistert.
Door de ingebouwde luidspreker kunt u vanaf een korte
afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat aan
uw oor moet houden.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw
oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien
het volume erg luid kan zijn.
Uw Nokia N81
17
Selecteer Opties > Luidspreker insch. als u de luidspreker
tijdens een gesprek wilt gebruiken.
Selecteer Opties > Telefoon insch. als u de luidspreker
wilt uitschakelen.
Hoofdtelefoon
Uw Nokia N81
U kunt een compatibele
hoofdtelefoon aansluiten
op de Nokia AV-aansluiting
(3,5 mm) van het apparaat.
Mogelijk moet u de
kabelmodus selecteren.
Sluit geen producten aan
die een uitvoersignaal
genereren, omdat u hiermee
het apparaat kunt beschadigen. Verbind geen
spanningsbron op de Nokia AV-aansluiting.
Houd volumeniveaus goed in de gaten wanneer
u met de Nokia AV-aansluiting een extern apparaat of een
hoofdtelefoon verbindt die niet door Nokia is goedgekeurd
voor gebruik met het apparaat.
Waarschuwing: Wanneer u de hoofdtelefoon
gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf
te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de
hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in
gevaar kan brengen.
Bevestig de meegeleverde oordopjes aan de
hoofdtelefoon als u de geluidsprestaties wilt verbeteren.
Als u een hoofdtelefoon met een compatibele
afstandsbediening wilt gebruiken, bijvoorbeeld
de Nokia Audio Adapter AD-54, verbindt u de
afstandsbediening met de aansluiting op het apparaat
waarna u de hoofdtelefoon op de afstandsbediening
aansluit.
Sommige hoofdtelefoons hebben geen microfoon.
Gebruik voor telefoongesprekken een hoofdtelefoon met
een externe bedieningseenheid of de microfoon van het
apparaat.
De Nokia Audio Adapter AD-54 bevat volumetoetsen
waarmee u alleen het volume van afgespeelde muziek
of video kunt aanpassen.
Wanneer u bepaalde toebehoren voor hoofdtelefoons
gebruikt, zoals de Nokia Audio Adapter AD-54, kunt
u tijdens een gesprek het volume aanpassen met de
volumetoets van het apparaat.
Levensduur van batterij verlengen
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-connectiviteit,
WLAN en packet-gegevensverbindingen of als dergelijke
functies op de achtergrond worden uitgevoerd
terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra
18
batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de
batterij af.
Als u de bedrijfsduur van uw apparaat wilt verlengen,
schakelt u Bluetooth-connectiviteit uit wanneer
u deze niet nodig hebt. Stel Packet-ggvnsverb. eveneens
in op Wanneer nodig zodat het apparaat een packetgegevensverbinding alleen gebruikt als u een toepassing
of actie start waarvoor packet-gegevensverbinding
nodig is. Zie ’Packet-gegevens’ op pag. 139.
Als u de toepassingen wilt sluiten die op de achtergrond
worden uitgevoerd en die u niet gebruikt, houdt u
ingedrukt en selecteert u de toepassingen in de lijst .
Kaarten
Druk op en selecteer Kaarten. Met een externe
Bluetooth GPS-ontvanger en Kaarten kunt u uw huidige
locatie op de kaart bekijken, door kaarten van verschillende
steden en landen bladeren, naar adressen en interessante
locaties zoeken en routes tussen locaties plannen.
U kunt ook extra diensten aanschaffen, zoals een stadsgids
en een navigatiedienst met gesproken instructies.
Ga naar www.nseries.com/support of uw lokale
Nokia-website voor meer informatie over de toepassing.
Downloaden
Download! (netwerkdienst) is een mobiele winkel
op uw apparaat. U kunt bladeren door items, zoals
toepassingen en mediabestanden, en deze vanaf
internet downloaden en op het apparaat installeren.
Druk op en selecteer Download!.
De items zijn ingedeeld in catalogi en mappen die
door de verschillende serviceproviders worden geleverd.
Voor sommige items kan een bedrag in rekening worden
gebracht, maar meestal kunt u deze gratis bekijken.
Software-updates
Nokia kan software-updates vrijgeven die nieuwe
mogelijkheden, uitgebreidere functies of verbeterde
prestaties bieden. U kunt deze updates aanvragen via
de pc-toepassing Nokia Software Updater. Als u de
software op het apparaat wilt updaten, hebt u de
toepassing Nokia Software Updater nodig en een
compatibele pc met Microsoft Windows 2000 of XP,
breedband internettoegang en een compatibele
datakabel voor de verbinding tussen het
apparaat en de pc.
Ga naar www.nokia.com/softwareupdate of uw lokale
Nokia-website als u meer hierover wilt weten of de
toepassing Nokia Software Updater wilt downloaden.
Uw Nokia N81
19
Als mobiele software-updates door uw netwerk worden
ondersteund, kunt u ook updates via het apparaat ophalen.
Zie ’Apparaatbeheer’ en ’Software-updates’ op pag. 86.
Tip! Voer in de stand-by modus *#0000# in als
u de softwareversie op het apparaat wilt controleren.
Uw Nokia N81
20
Muziek
Muziekspeler
De Muziekspeler ondersteunt bestandsindelingen
als .AAC, .AAC+, .EAAC+, .MP3, .WAV en .WMA.
De Muziekspeler ondersteunt echter niet
noodzakelijkerwijs alle bestandsindelingen
of alle variaties van bestandsindelingen.
U kunt Music player ook gebruiken om podcasts
te beluisteren. Podcasts zijn de methode voor het
leveren van audio- of video-inhoud via internet waarbij
RSS- of ATOM-technologie wordt gebruikt om deze
inhoud op mobiele apparaten en pc's af te spelen.
Waarschuwing: Luister naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling
aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor
beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor
wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het
volume erg luid kan zijn.
Zie ’Muziek overbrengen’ op pag. 24 voor meer informatie
over het toevoegen van nummers aan het apparaat.
Zie ’Digital Rights Management’ op pag. 105 voor
meer informatie over copyrightbescherming.
Een episode of podcast afspelen
Tip! Druk op als u de miniatuur van de
music player in het multimediamenu wilt openen.
Zie ’Multimediamenu’ op pag. 17.
1 Druk op en selecteer Muziek > Muziekspeler.
2 Selecteer Muziek of Podcasts.
3 Selecteer categorieën als u naar het nummer of
de podcast wilt gaan waarnaar u wilt luisteren.
4 Druk op als u het geselecteerde nummer of
de geselecteerde lijst met nummers wilt afspelen.
Druk op als u het
afspelen wilt onderbreken
en nogmaals op als
u het afspelen wilt hervatten.
Druk op als u het
afspelen wilt stoppen.
Houd of
ingedrukt als u vooruit
of achteruit wilt spoelen.
Druk op als u naar
het volgende item wilt gaan.
Druk op als u wilt
Muziek
21
terugkeren naar het begin van het item. Druk nogmaals
op binnen twee seconden nadat een nummer of
podcast is gestart als u naar het vorige item wilt gaan.
Muziek
Selecteer Opties > Willekeurig afspelen als u willekeurig
afspelen () wilt in- of uitschakelen.
Selecteer Opties > Herhalen als u het huidige item ()
of alle items () wilt herhalen of als u herhalen wilt
uitschakelen.
Als u podcasts afspeelt, zijn willekeurig afspelen en
herhalen automatisch uitgeschakeld.
Gebruik de volumetoets als u het volume wilt regelen.
Selecteer Opties > Equalizer als u de toon voor het
afspelen van muziek wilt wijzigen.
Selecteer Opties > Audio-instellingen als u de balans en
het stereobeeld wilt wijzigen of de bas wilt versterken.
Selecteer Opties > Visualisatie weergeven als u tijdens
het afspelen een visualisatie wilt weergeven.
Druk op de beëindigingstoets als u wilt terugkeren naar de
stand-by modus en de speler op de achtergrond wilt laten
spelen of houd ingedrukt als u wilt schakelen naar een
andere geopende toepassing.
Menu Muziek
Selecteer Afspelen als u meer muziek wilt selecteren
om af te spelen in de weergave Muziek.
Het menu Muziek bevat muziek die beschikbaar is in het
apparaat. Alle liedjes bevat alle muziek. Selecteer Albums,
Artiesten, Genres of Componisten als u geselecteerde
nummers wilt weergeven. Selecteer Afspeellijsten
als u playlists wilt weergeven.
Selecteer Opties > Vernieuwen als u de bibliotheek wilt
vernieuwen nadat u het apparaat buiten Music Player
hebt bijgewerkt.
Playlists
Ga naar het menu Muziek en selecteer Afspeellijsten
als u playlists wilt weergeven en beheren. De volgende
playlists worden automatisch weergegeven: Populairst,
Recent afgespeeld en Recent toegev..
Selecteer Opties > Details afspeellijst als u de details
van de playlist wilt weergeven.
Een playlist maken
1 Selecteer Opties > Afspeellijst maken.
2 Voer een naam voor de playlist in selecteer OK.
3 Selecteer Ja als u nu nummers wilt toevoegen
of Nee als u de nummers later wilt toevoegen.
4 Wanneer u Ja hebt geselecteerd, selecteert u artiesten
als u wilt zoeken naar de nummers die u wilt opnemen
22
in de playlist. Druk op als u items wilt toevoegen.
Druk op als u de lijst met nummers onder de naam
van een artiest wilt weergeven. Druk op als u de
lijst met nummers wilt verbergen.
5 Selecteer Gereed wanneer u uw selecties hebt voltooid.
Selecteer Opties > Liedjes toevoegen terwijl u de playlist
weergeeft als u later meer nummers wilt toevoegen.
Selecteer een item en Opties > Toev. aan afspeellijst >
Opgesl. afspeellijst of Nieuwe afspeellijst als u nummers,
albums, artiesten, genres en componisten aan een playlist
wilt toevoegen.
Selecteer Opties > Verwijderen als u een nummer wilt
verwijderen uit een playlist. Hiermee verwijdert u het
nummer niet uit het apparaat, maar alleen uit de playlist.
Ga naar het nummer dat u wilt verplaatsen en selecteer
Opties > Lijst opn. sort. als u de volgorde van nummers
in een playlist wilt wijzigen. Gebruik de bladertoets
als u nummers naar een nieuwe positie wilt slepen.
Podcasts
Het menu Podcast bevat de podcasts die beschikbaar
zijn in het apparaat.
Selecteer Opties > Vernieuwen als u de verzameling wilt
vernieuwen nadat u het apparaat buiten Music Player
hebt bijgewerkt.
Podcast-episodes kunnen een van de volgende drie
statussen hebben: Nooit afgespeeld, Gedeeltelijk
afgespeeld en Volledig afgespeeld.
Als een episode gedeeltelijk is afgespeeld, wordt het de
volgende keer afgespeeld vanaf de laatste afspeelpositie.
Als een episode nooit of volledig is afgespeeld wordt
het vanaf het begin afgespeeld.
Eigen netwerk met Music Player
Met een UPnP-architectuur en WLAN kunt u een eigen
netwerk van compatibele apparaten maken. Via het eigen
netwerk kunt u inhoud die op de Nokia N81 is opgeslagen,
extern afspelen op een compatibel apparaat. U kunt ook
bestanden kopiëren van de Nokia N81 naar een compatibel
UPnP-apparaat. Zie ’Eigen netwerk’ op pag. 88 en ’Eigen
netwerk met Galerij’ op pag. 57 voor meer informatie.
Een nummer of podcast extern afspelen
1 Druk op en selecteer Muziek > Muziekspeler.
2 Selecteer muziek of podcasts.
3 Selecteer categorieën in de volgende menu's om te
navigeren naar het nummer of de podcast-episode
waarnaar u wilt luisteren.
4 Selecteer het nummer of de podcast waarnaar u wilt
luisteren en selecteer Opties > Afspelen > Afsp. via
eigen netwerk.
Muziek
23
5 Selecteer het apparaat waarin het bestand wordt
afgespeeld.
Nummers of podcasts draadloos kopiëren
Muziek
Selecteer een bestand en selecteer Opties > Kopie nr eig.
netw. of Verpl. nr eig. netw. als u mediabestanden wilt
kopiëren of overbrengen van het apparaat naar een ander
compatibel apparaat, bijvoorbeeld een UPnP-compatibele
pc. Het delen van inhoud hoeft niet te zijn ingeschakeld.
Muziek overbrengen
U kunt muziek overbrengen vanaf een compatibele pc
of andere compatibele apparaten met behulp van een
compatibele USB-kabel of Bluetooth-connectiviteit.
Zie ’Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 81 voor
meer informatie.
Pc-vereisten voor muziekoverdracht:
• Microsoft Windows XP (of hoger)
• Een compatibele versie van Windows Media Player.
Meer informatie over compatibiliteit met Windows
Media Player vindt u in het gedeelte over de Nokia N81
op de Nokia-website.
• Nokia Nseries PC Suite 6.7 of hoger
Muziek overbrengen vanaf de pc
U kunt muziek overbrengen op drie
verschillende manieren:
• Als u het apparaat op de pc wilt weergeven als
extern geheugen waarnaar u gegevensbestanden kunt
overbrengen, maakt u verbinding via een compatibele
USB-kabel of via Bluetooth-connectiviteit. Selecteer
Gegevensoverdracht als verbindingsmethode
wanneer u de USB-kabel gebruikt.
• Sluit de compatibele USB-kabel aan en selecteer
Mediaspeler als verbindingsmethode wanneer
u muziek wilt synchroniseren met Windows
Media Player.
• Sluit de compatibele USB-kabel aan en selecteer
PC Suite als verbindingsmethode wanneer u Nokia
Music Manager in Nokia Nseries PC Suite wilt
gebruiken.
De modi voor massageheugen en de Mediaspeler kunnen
alleen worden gebruikt met bestanden die zich op de
geheugenkaart van uw apparaat bevinden.
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
USB > USB-modus als u de standaard
USB-verbindingsmodus wilt wijzigen.
Als u muziek overbrengt met de modus
Gegevensoverdracht of PC Suite, moet u de bibliotheek in
het apparaat vernieuwen nadat u de nummerselectie in het
24
apparaat hebt bijgewerkt. Selecteer in het Menu Muziek
de optie Opties > Vernieuwen als u de bibliotheek wilt
vernieuwen.
Zowel Windows Media Player als Nokia Music Manager
in Nokia Nseries PC Suite is geoptimaliseerd voor
het overbrengen van muziekbestanden. Zie de
gebruikershandleiding van Nokia Nseries PC Suite voor
meer informatie over het overbrengen van muziek met
Nokia Music Manager.
Muziek overbrengen met
Windows Media Player
De synchronisatiefuncties voor muziek kunnen
variëren per versie van Windows Media Player. Zie de
gebruikershandleiding en Help van Windows Media Player
voor meer informatie.
Handmatige synchronisatie
Nadat u verbinding hebt gemaakt tussen het apparaat
en een compatibele pc, selecteert Windows Media Player
handmatige synchronisatie als er onvoldoende geheugen
beschikbaar is in het apparaat. Met handmatige
synchronisatie kunt u de nummers en playlists selecteren
die u wilt verplaatsen, kopiëren of verwijderen.
De eerste keer dat u het apparaat aansluit, moet u een
naam invoeren die wordt gebruikt als naam voor het
apparaat in Windows Media Player.
Handmatige selecties overbrengen:
1 Nadat u het apparaat hebt verbonden met Windows
Media Player, selecteert u het apparaat in het
navigatiedeelvenster als meer dan één apparaat
is verbonden.
2 Sleep de nummers of albums naar het lijstdeelvenster
voor synchronisatie. Selecteer een nummer of album in
de lijst en klik op Verwijderen uit lijst als u het item
wilt verwijderen.
3 Controleer of het lijstdeelvenster de bestanden bevat
die u wilt synchroniseren en of voldoende geheugen
beschikbaar is in het apparaat. Klik op Start Sync.
om de synchronisatie te starten.
Automatische synchronisatie
Klik op de pijl onder Synchroniseren, selecteer het
apparaat en klik op Synchronisatie instellen als u de
standaardoptie voor bestandsoverdracht wilt wijzigen
in Windows Media Player. Schakel het selectievakje
Dit apparaat automatisch synchroniseren uit of in.
Als het selectievakje Dit apparaat automatisch synchroniseren is ingeschakeld en u het apparaat
verbindt, wordt de muziekbibliotheek in het apparaat
automatisch bijgewerkt op basis van de playlists
die u hebt geselecteerd in Windows Media Player.
Als u geen playlists hebt geselecteerd, wordt de
volledige muziekbibliotheek op de pc geselecteerd
Muziek
25
voor synchronisatie. Uw pc-bibliotheek bevat mogelijk
meer bestanden dan op het apparaat passen. Zie de
Help van Windows Media Player voor meer informatie.
Muziek
De playlists in het apparaat zijn niet gesynchroniseerd
met de playlists van Windows Media Player.
Nokia Music Store
In de Nokia Music Store (netwerkdienst) kunt u muziek
opzoeken, doorbladeren en aanschaffen om te downloaden
naar het apparaat. Om muziek te kunnen aanschaffen,
moet u zich eerst voor deze dienst registreren.
Kijk voor meer informatie over de beschikbaarheid van
de Nokia Music Store in uw land op music.nokia.com.
Als u de Nokia Music Store wilt bezoeken, moet
u beschikken over een geldig internettoegangspunt
op het apparaat. Zie ’Toegangspunten’ op pag. 136
voor meer informatie.
Druk op en selecteer Muziek > Muziekwinkl als
u de Nokia Music Store wilt openen. Voor verdere
instructies selecteert u Help op de hoofdpagina
van de Nokia Music Store.
Tip! Selecteer Opties > Zoeken in muziekwinkel
in de Music Player als u meer muziek wilt zoeken
in de diverse categorieën van het menu Muziek.
Instellingen van de muziekwinkel
Mogelijk wordt u gevraagd de volgende instellingen
op te geven:
Std. toeg. punt – Selecteer het toegangspunt
waarmee u verbinding wilt maken met de muziekwinkel.
In de muziekwinkel kunt u mogelijk instellingen
bewerken door Opties > Instellingen te selecteren.
U kunt de Nokia Music Store ook vanaf uw compatibele
pc bezoeken op music.nokia.com. Voor verdere instructies
selecteert u Help op de hoofdpagina van de Nokia
Music Store.
Radio
Druk op en selecteer Muziek > Radio.
Wanneer u Visual Radio de eerste keer opent,
helpt een wizard u bij het opslaan van lokale zenders.
U kunt de toepassing gebruiken als een gewone radio met
automatische afstemming en opgeslagen zenders of met
parallelle visuele informatie over het radioprogramma
in het scherm, als u afstemt op zenders die de dienst
Visual Radio ondersteunen. Voor de dienst Visual Radio
worden packet-gegevens gebruikt (netwerkdienst).
U kunt naar de radio luisteren terwijl u andere
toepassingen gebruikt.
26
Ga naar http://www.visualradio.com voor een recente
lijst met alle zenders die de Visual Radio-dienst biedt.
Als u geen toegang hebt tot de dienst Visual Radio,
ondersteunen de operators en radiozenders in uw
gebied deze dienst mogelijk niet.
Neem contact op met de serviceprovider als u meer wilt
weten over de beschikbaarheid en kosten van de dienst
en als u zich hierop wilt abonneren.
U kunt iemand bellen of een inkomende oproep normaal
beantwoorden terwijl u naar de radio luistert. De radio
wordt gedempt tijdens actieve oproepen.
Naar de radio luisteren
De kwaliteit van de radio-uitzending is afhankelijk van de
dekking van het radiozenders in het betreffende gebied.
De FM-radio maakt gebruik van een andere antenne dan
de antenne van het draadloze apparaat. De FM-radio
functioneert alleen naar behoren als er een compatibele
hoofdtelefoon of een compatibel toebehoren op het
apparaat is aangesloten.
Druk op en selecteer Muziek > Radio. Selecteer
of of houd de mediatoets of ingedrukt als
u wilt zoeken naar zenders. Selecteer Opties > Handmatig
afstemmen als u de frequentie handmatig wilt wijzigen.
Als u eerder radiozenders hebt opgeslagen, selecteert
u of of drukt u op de mediatoets of
om naar de vorige of volgende opgeslagen zender te gaan.
Druk op de volumetoetsen als u het volume wilt regelen.
Selecteer Opties > Luidspreker aan als u via de
luidspreker naar de radio wilt luisteren.
Waarschuwing: Luister naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling
aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor
beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor
wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het
volume erg luid kan zijn.
Selecteer Opties > Zenderoverzicht (netwerkdienst)
als u beschikbare zenders op basis van de locatie wilt
weergeven.
Selecteer Opties > Zender opslaan als u de huidige zender
wilt opslaan in de lijst met zenders. Selecteer Opties >
Zenders als u de lijst met opgeslagen zenders wilt openen.
Selecteer Opties > Afsp. in achtergrond als u wilt
terugkeren naar de stand-by modus en de FM-radio
op de achtergrond wilt laten spelen.
Visuele inhoud weergeven
Selecteer of Opties > Visuele dienst starten als
u de beschikbare visuele inhoud voor een zender wilt
Muziek
27
weergeven. Voer de ID van de visuele dienst in als u deze
niet hebt opgeslagen voor de zender of selecteer Ophalen
als u hiernaar wilt zoeken in de lijst met zenders
Muziek
(netwerkdienst).
Wanneer verbinding is gemaakt met de visuele dienst,
wordt in het scherm de huidige visuele inhoud
weergegeven.
Opgeslagen zenders
Selecteer Opties > Zenders als u de lijst met opgeslagen
zenders wilt openen.
Selecteer Opties > Zender > Luisteren als u wilt luisteren
naar een opgeslagen zender. Selecteer Opties > Zender >
Visuele dienst starten als u de beschikbare visuele inhoud
voor een zender met de dienst Visual Radio wilt
weergeven.
Selecteer Opties > Zender > Bewerken als u de details
van een zender wilt wijzigen.
Instellingen
Selecteer Opties > Instellingen en kies een
van de volgende opties:
Starttoon – Selecteer of u een toon wilt afspelen
wanneer de toepassing wordt gestart.
Autostart dienst – Selecteer Ja als u de dienst
Visual Radio automatisch wilt starten wanneer
u een opgeslagen zender selecteert die de dienst
Visual Radio biedt.
Toegangspunt – Selecteer het toegangspunt voor
de gegevensverbinding met Visual Radio. U hebt geen
toegangspunt nodig als u de toepassing wilt gebruiken
als normale radio.
Huidige regio – Selecteer de regio waarin u zich
momenteel bevindt. Deze instelling wordt alleen
weergegeven als er geen netwerkdekking is op
het moment dat u de toepassing start.
Nokia Podcasting
Met de toepassing Nokia Podcasting kunt u podcasts
zoeken, beluisteren en downloaden en kunt u zich
abonneren op podcasts. Daarnaast kunt u audio- en
videopodcasts afspelen, beheren en delen met het
apparaat.
Druk op en selecteer Muziek > Podcasting
als u Nokia Podcasting wilt openen.
Instellingen
Stel uw verbindings- en downloadinstellingen in voordat
u Nokia Podcasting gebruikt.
28
De aanbevolen verbindingsmethode is WLAN (draadloos
LAN). Vraag bij uw serviceprovider de voorwaarden
en kosten voor gegevensdiensten na voordat u andere
verbindingen gebruikt. Bij een gegevensplan met een vast
tarief kunt u bijvoorbeeld grote hoeveelheden gegevens
overbrengen tegen één maandelijks bedrag.
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
Verb.beh. > Beschk. WLAN als u wilt zoeken naar de
beschikbare WLAN's binnen bereik.
Selecteer Opties > Toeg.pt definiëren als u een
internettoegangspunt in een netwerk wilt maken.
Verbindingsinstellingen
Druk op en selecteer Muziek > Podcasting > Opties >
Instellingen > Verbinding als u de verbindingsinstellingen
wilt bewerken. Definieer het volgende:
Standaardtoeg. punt – Selecteer het toegangspunt
om uw internetverbinding te definiëren.
URL van zoekservice – Definieer de dienst voor het zoeken
naar podcasts voor gebruik in Zoeken.
Downloadinstellingen
Druk op en selecteer Muziek > Podcasting > Opties >
Instellingen > Downloaden als u de downloadinstellingen
wilt bewerken. Definieer het volgende:
Opslaan in – Definieer de locatie waar u de podcasts wilt
opslaan. Voor een optimaal gebruik van de opslagruimte
wordt de geheugenkaart aanbevolen.
Update-interval – Geef aan hoe vaak podcasts
worden bijgewerkt.
Datum volgende update – Geef de datum van de volgende
automatische update op.
Tijd volgende update – Geef het tijdstip van de volgende
automatische update op.
Automatische updates vinden alleen plaats als een
specifiek standaardtoegangspunt is geselecteerd en
Nokia Podcasting wordt uitgevoerd. Als Nokia Podcasting
niet wordt uitgevoerd, worden de automatische updates
niet geactiveerd.
Downloadlimiet (%) – Geef aan hoeveel geheugen
voor gedownloade podcasts wordt gebruikt.
Als limiet is bereikt – Geef aan wat u wilt doen
als de downloads de downloadlimiet overschrijden.
Het instellen van de toepassing om automatische podcasts
binnen te halen, kan de overdracht van grote hoeveelheden
gegevens via het netwerk van uw serviceprovider met zich
meebrengen. Neem contact op met uw serviceprovider
voor meer informatie over de kosten van
gegevensoverdracht.
Muziek
29
Selecteer Opties > Standaardinstellingen in de weergave
Instellingen als u de standaardinstellingen wilt herstellen.
Muziek
Zoeken
Met Zoeken kunt u podcasts zoeken op trefwoord of titel.
Het zoeksysteem gebruikt de dienst voor het zoeken naar
podcasts die u hebt ingesteld in Podcasting > Opties >
Instellingen > Verbinding > URL van zoekservice.
Als u wilt zoeken naar podcasts, drukt u op , selecteert
u Muziek > Podcasting > Zoeken en voert u de gewenste
trefwoorden in.
Tip! Met Zoeken zoekt u naar podcast-titels en -
trefwoorden in beschrijvingen, niet naar specifieke
episodes. Algemene onderwerpen, zoals voetbal of
hip-hop, geven doorgaans betere resultaten dan een
specifieke ploeg of artiest.
Selecteer Opties > Abonneren als u zich wilt abonneren
op een of meer gemarkeerde zenders en deze wilt
toevoegen aan uw Podcasts. U kunt een podcast
aan uw Podcasts toevoegen door er een te selecteren.
Selecteer Opties > Opnieuw zoeken om een nieuwe
zoekactie te starten.
Selecteer Opties > Webpagina openen (netwerkdienst)
om naar de website van de podcast te gaan.
Selecteer Opties > Beschrijving om de details van een
podcast weer te geven.
Selecteer Opties > Zenden als u een of meer geselecteerde
podcasts wilt verzenden naar een ander compatibel
apparaat.
De beschikbare opties kunnen variëren.
Mappen
Met Mappen kunt u nieuwe podcast-episodes
vinden waarop u zich kunt abonneren.
Druk op en selecteer Muziek > Podcasting >
Mappen om Mappen te openen.
De inhoud van de Mappen verandert. Selecteer de
gewenste map om deze bij te werken (netwerkdienst).
Wanneer de kleur van de map verandert, drukt u nogmaals
op de bladertoets om de map te openen.
Mappen kunnen de beste podcasts bevatten,
geordend op populariteit of thema.
Druk op de bladertoets om het gewenste maponderwerp
te openen. Er wordt een lijst met podcasts weergegeven.
Als u zich op een podcast wilt abonneren, selecteert
u de titel en drukt u op de bladertoets. Nadat u zich
hebt geabonneerd op episodes van een podcast, kunt
u ze in Podcasts downloaden, beheren en afspelen.
30
Selecteer Opties > Nieuw > Webmap of Map als
u een nieuwe map wilt toevoegen. Voer een titel,
URL van de .OPML (Outline Processor Markup Language)
in en selecteer Gereed.
Selecteer Opties > Bewerken als u de geselecteerde
map, webkoppeling of webmap wilt bewerken.
Selecteer Opties > OPML-best. importeren als u een
ander OPML-bestand wilt importeren dat op uw apparaat
is opgeslagen. Selecteer de locatie van het bestand
en importeer het bestand.
Selecteer de map en selecteer Opties > Zenden als u een
map als een multimediabericht of via een Bluetoothverbinding wilt verzenden.
Wanneer u via Bluetooth-verbinding een bericht met een
OPML-bestand ontvangt, opent u het bestand en slaat
u het op in Ontvangen in Mappen. Open Ontvangen
om u te abonneren op een van de koppelingen
die u kunt toevoegen aan uw Podcasts.
Downloaden
Nadat u zich hebt geabonneerd op een podcast, kunt u de
episodes beheren, downloaden en afspelen in Podcasts
vanuit Mappen, Zoeken of door een URL in te voeren.
Selecteer Podcasting > Podcasts om de podcasts te
zien waarop u bent geabonneerd. Als u de titels van
afzonderlijke episodes wilt zien (een episode is een
bepaald mediabestand van een podcast), selecteert
u de podcast-titel.
Selecteer de titel van de episode om een download te
starten. Selecteer Opties > Downloaden or Downloaden
voortz. om geselecteerde of gemarkeerde episodes te
downloaden of het downloaden ervan voort te zetten.
U kunt meerdere episodes tegelijk downloaden.
Selecteer Podcasts > Opties > Voorbeeld afspelen als
u een gedeelte van een podcast tijdens het downloaden
of na een gedeeltelijke download wilt afspelen.
Volledige gedownloade podcasts vindt u in de map
Podcasts. Ze worden echter pas weergegeven
wanneer de muziekbibliotheek is vernieuwd.
De beschikbare opties kunnen variëren.
Podcasts afspelen en beheren
Selecteer Opties > Openen als u de beschikbare episodes
van de geselecteerde podcast wilt weergeven. Onder elke
episodes vindt u de bestandsindeling, de bestandsgrootte
en het tijdstip van de upload.
Wanneer de podcast volledig is gedownload, selecteert
u Podcasts > Opties > Afspelen, of drukt u op en
selecteert u Muziek > Muziekspeler > Podcasts als
u de volledige episode wilt afspelen.
Muziek
31
Selecteer Opties > Bijwerken als u de geselecteerde
podcast of gemarkeerde podcasts voor een nieuwe
episode wilt bijwerken.
Muziek
Selecteer Opties > Bijwerken stoppen als u het bijwerken
van de geselecteerde podcast of gemarkeerde podcasts
wilt stoppen.
Selecteer Opties > Nieuwe podcast als u een nieuwe
podcast wilt toevoegen door de URL van de podcast
in te voeren.
Als u geen toegangspunt hebt gedefinieerd of als u tijdens
de packet-gegevensverbinding wordt gevraagd een
gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren, neemt
u contact op met uw serviceprovider.
Selecteer Opties > Bewerken als u de URL van de
geselecteerde podcast wilt bewerken.
Selecteer Opties > Verwijderen als u een gedownloade
podcast of gemarkeerde podcasts van uw apparaat wilt
verwijderen.
Selecteer Opties > Zenden als u de geselecteerde podcast
of gemarkeerde podcasts als OPML-bestanden in een
multimediabericht of via Bluetooth-verbinding naar
een ander compatibel apparaat wilt verzenden.
Als u een groep geselecteerde podcasts tegelijk wilt
bijwerken, verwijderen of verzenden, selecteert u Opties >
Markeringen aan/uit markeert u de gewenste podcasts
en selecteert u Opties om de gewenste actie te kiezen.
Selecteer Opties > Webpagina openen om de website van
de podcast te openen (netwerkdienst).
Sommige podcasts bieden de mogelijkheid van interactie
met de makers middels commentaar en het uitbrengen
van stemmen. Selecteer Opties > Opmerkingen weerg.
als u een internetverbinding tot stand wilt brengen om
dit te doen.
32
Spelletjes
Uw Nokia N81 is compatibel met de N-Gage™ gaming experience. Met N-Gage kunt u kwalitiatief hoogstaande spelletjes
voor meerdere personen downloaden en spelen.
Het apparaat bevat een van de volgende toepassingen:
• Ontdek de N-Gage-toepassing: met deze previewtoepassing krijgt u informatie over de nieuwe spelmogelijkheden van
N-Gage, demo's van spelletjes uitproberen en de volledige versie van N-Gage downloaden en installeren zodra deze
beschikbaar is.
• N-Gage: met deze uitgebreide toepassing, die de toepassing Discover N-Gage in het menu vervangt, hebt u toegang
tot alle mogelijkheden van N-Gage. U kunt naar nieuwe spelletjes zoeken, spelletjes uitproberen en kopen, naar andere
spelers zoeken, scores en gebeurtenissen bekijken, chatten en nog veel meer. Mogelijk is een aantal functies niet
beschikbaar wanneer de software op uw apparaat wordt geïnstalleerd. Raadpleeg www.n-gage.com voor
informatie over software-updates.
Druk op en selecteer Spelletjes om te beginnen.
Voor de volledige mogelijkheden van N-Gage moet het apparaat beschikken over een internetverbinding
(via het mobiele netwerk of WLAN). Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over
gegevensdiensten.
Ga naar www.n-gage.com voor meer informatie.
Spelletjes
33
Contacten (adressenlijst)
Druk op en selecteer Contacten. In Contacten kunt
u contactgegevens opslaan en bijwerken. U kunt een
persoonlijke beltoon of een miniatuur toevoegen aan
een contactkaart. U kunt ook contactgroepen maken,
zodat u SMS- of e-mailberichten naar een groot aantal
ontvangers tegelijk kunt sturen. U kunt ontvangen
contactgegevens (visitekaartjes) opslaan in Contacten.
Contactgegevens kunnen alleen worden verzonden
naar of ontvangen van compatibele apparaten.
Contacten (adressenlijst)
Selecteer Opties > Contactinfo als u het aantal
contactpersonen en groepen en het beschikbare
geheugen in Contacten wilt weergeven.
Namen en nummers opslaan
en bewerken
1 Selecteer Opties > Nieuw contact.
2 Vul de gewenste velden in en selecteer Gereed.
Als u contactkaarten wilt bewerken in Contacten, ga
dan naar de contactkaart die u wilt bewerken en selecteer
Opties > Bewerken. U kunt ook zoeken naar de gewenste
contactpersoon door de eerste letters van de naam in te
34
voeren in het zoekveld. In het scherm verschijnt een lijst
met de contactpersonen waarvan de naam begint met
de betreffende letters.
Tip! Als u contactkaarten wilt toevoegen en
bewerken, kunt u ook Nokia Contacts Editor
in Nokia Nseries PC Suite gebruiken.
Als u een miniatuurafbeelding aan een contactkaart
wilt toevoegen, opent u de contactkaart en selecteert
u Opties > Bewerken > Opties > Thumbnail toevoeg..
De miniatuur wordt weergegeven zodra de bijbehorende
contactpersoon belt.
Selecteer een contactkaart en Opties > Sprklabel afspelen
als u het spraaklabel wilt beluisteren dat aan de
contactpersoon is toegewezen. Zie ’Spraakgestuurd
bellen’ op pag. 117.
Als u contactgegevens wilt verzenden, selecteert u de kaart
die u wilt verzenden en selecteert u Opties > Visitekaartje
verz. > Via SMS, Via multimedia, Via e-mail of Via
Bluetooth. Zie ’Berichten’ op pag. 38 en ’Gegevens
verzenden met behulp van Bluetooth-connectiviteit’
op pag. 83.
Tip! Als u contactkaarten wilt afdrukken op
een compatibele met een BPP (Basic Print Profile)
uitgeruste printer met Bluetooth-connectiviteit
(bijvoorbeeld een HP Deskjet 450 mobiele printer of een
HP Photosmart 8150), selecteert u Opties > Afdrukken.
Selecteer Opties > Toev. aan groep (wordt alleen
weergegeven als u een groep hebt gemaakt) als
u een contactpersoon aan een groep wilt toevoegen.
Zie ’Contactgroepen maken’ op pag. 37.
Selecteer een contactpersoon en Opties > Hoort bij
groepen als u wilt controleren tot welke groepen de
contactpersoon behoort.
Selecteer een contactkaart en druk op als u de
kaart wilt verwijderen uit Contacten.
Standaardnummers en -adressen
U kunt standaardnummers of -adressen toewijzen aan
een contactkaart. Als een contactpersoon dan meerdere
nummers of adressen heeft, kunt u gemakkelijk bellen
of de contactpersoon een bericht sturen op een bepaald
nummer of adres. Het standaardnummer wordt ook
gebruikt als u spraakgestuurd belt.
1 Selecteer in Contacten een contact.
2 Selecteer Opties > Standaardnummers.
3 Selecteer een standaardnummer waaraan u een
nummer of adres wilt toevoegen en selecteer Toewijz..
4 Selecteer het nummer of adres dat u als standaard
wilt instellen.
Het standaardnummer of -adres wordt onderstreept
op de contactkaart.
Contactgegevens kopiëren
Als u namen en nummers wilt kopiëren vanaf een
SIM-kaart naar het apparaat, druk dan op en
selecteer Contacten > Opties > SIM-contacten >
SIM-telefoonboek, de namen die u wilt kopiëren
en Opties > Kopie naar Contact..
Ga naar Contacten, selecteer de namen die u wilt kopiëren
en Opties > Kopieer naar SIM of Opties > Kopiëren >
Naar SIM-telef.boek als u contactpersonen wilt kopiëren
naar de SIM-kaart. Alleen de velden van de contactkaart
die door de SIM-kaart worden ondersteund,
worden gekopieerd.
Tip! U kunt uw contactpersonen synchroniseren
met een compatibele pc waarop Nokia Nseries PC Suite
is geïnstalleerd.
Contacten (adressenlijst)
35
SIM-telefoonboek en andere
SIM-diensten
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart over
beschikbaarheid en voor informatie over het gebruik
van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider of een
andere leverancier zijn.
Druk op en selecteer Contacten > Opties >
SIM-contacten > SIM-telefoonb. als u de namen
en nummers op de SIM-kaart wilt weergeven. In het
SIM-telefoonboek kunt u nummers toevoegen aan of
Contacten (adressenlijst)
kopiëren naar contactpersonen en kunt u deze nummers
bewerken. Bovendien kunt u van hieruit oproepen doen.
Selecteer Opties > SIM-contacten > Nrs. vaste
contacten als u de lijst met vaste nummers wilt
weergeven. Deze instelling wordt alleen weergegeven
als deze wordt ondersteund door de SIM-kaart.
Selecteer Opties > Vaste nrs. activeren als u oproepen
vanaf het apparaat naar geselecteerde telefoonnummers
wilt beperken. U hebt uw PIN2-code nodig om vaste
nummers in en uit te schakelen of om contacten met
een vast nummer te bewerken. Neem contact op met
uw serviceprovider als u de code niet hebt. Selecteer
Opties > Nieuw SIM-contact als u nieuwe nummers
wilt toevoegen aan de lijst met vaste nummers.
Voor deze functies hebt u de PIN2-code nodig.
Wanneer u Vaste nummers gebruikt, zijn
packet-gegevensverbindingen niet mogelijk,
behalve wanneer u SMS-berichten verzendt via een
packet-gegevensverbinding. In dit geval moeten het
nummer van de berichtencentrale en het telefoonnummer
van de nummers.
Wanneer de functie Vaste nummers is ingeschakeld,
kunt u soms nog wel het geprogrammeerde
alarmnummer kiezen.
Beltonen toevoegen voor
contactpersonen
Ga als volgt te werk als u een beltoon wilt
definiëren voor een contactpersoon of een contactgroep:
1 Druk op om een contactkaart te openen of ga
naar de groepenlijst en selecteer een contactgroep.
2 Selecteer Opties > Beltoon. Er wordt een lijst met
beltonen weergegeven.
3 Selecteer de beltoon die u wilt gebruiken voor de
afzonderlijke contactpersoon of de leden van de gehele
groep. U kunt ook een videoclip als beltoon gebruiken.
Als een contactpersoon of groepslid u belt, wordt de
beltoon voor die persoon afgespeeld als het nummer
van de beller wordt meegezonden met de oproep en
door het apparaat wordt herkend.
36
Selecteer Standaard beltoon in de lijst met beltonen
als u de beltoon wilt verwijderen.
Contactgroepen maken
1 Druk in Contacten op om de groepenlijst
te openen.
2 Selecteer Opties > Nieuwe groep.
3 U kunt de standaardnaam gebruiken of zelf
een naam typen. Selecteer vervolgens OK.
4 Selecteer de groep en Opties > Leden toevoegen.
5 Ga naar een contactpersoon en druk op om deze
te markeren. Herhaal dit voor alle contactpersonen
die u wilt toevoegen.
6 Selecteer OK om de contactpersonen aan de groep
toe te voegen.
Selecteer Opties > Naam wijzigen, voer de nieuwe naam
in en kies OK als u de naam van een groep wilt wijzigen.
Leden uit een groep verwijderen
1 Selecteer in de groepenlijst de groep die u wilt wijzigen.
2 Ga naar de contactpersoon en selecteer Opties >
Verwijder uit groep.
3 Selecteer Ja om de contactpersoon uit de groep
te verwijderen.
Contacten (adressenlijst)
37
Berichten
Druk op en selecteer Berichten (netwerkdienst).
Berichten
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen
van berichten. Objecten in e-mailberichten kunnen
schadelijke software bevatten of anderszins
schadelijk zijn voor uw apparaat of PC.
Alleen compatibele apparaten die deze functie
ondersteunen, kunnen multimediaberichten ontvangen
en weergeven. De manier waarop een bericht wordt
weergegeven, kan verschillen, afhankelijk van het
ontvangende apparaat.
Selecteer Nieuw bericht als u een nieuw bericht
wilt maken.
Berichten bevat de volgende mappen:
Inbox – Deze map bevat ontvangen berichten,
behalve e-mails en infodienstberichten. E-mails worden
opgeslagen in de Mailbox.
Mijn mappen – Hierin kunt u berichten onderbrengen.
Tip! Met de teksten in de map voor sjablonen
voorkomt u dat u dezelfde tekst steeds opnieuw
moet typen. U kunt ook uw eigen sjablonen maken
en opslaan.
38
Mailbox – Maak verbinding met de externe mailbox
om nieuwe e-mails op te halen of eerder opgehaalde
e-mails offline te bekijken. Zie ’E-mail’ op pag. 46.
Ontwerpen – Deze map bevat conceptberichten,
die nog niet zijn verzonden.
Verzonden – Deze map bevat de laatste verzonden
berichten, behalve berichten die zijn verzonden via een
Bluetooth-verbinding. Zie ’Overige instellingen’ op pag. 48
als u meer of minder verzonden berichten wilt opslaan.
Outbox – Berichten die moeten worden verzonden,
worden in de map Outbox geplaatst als het apparaat zich
buiten het dekkingsgebied van het netwerk bevindt.
Rapporten – U kunt bij het netwerk een
leveringsrapport aanvragen voor de SMS-berichten
en multimediaberichten die u hebt verzonden
(netwerkdienst).
Selecteer Opties > Dienstopdracht in hoofdweergave
van Berichten als u dienstopdrachten (ook wel
USSD-opdrachten genoemd), zoals activeringsopdrachten
voor netwerkdiensten, wilt invoeren en verzenden naar
de aanbieder.
Met Infodienst (netwerkdienst) kunt u berichten
ontvangen over verschillende onderwerpen, zoals het
weer of het verkeer. Informeer bij de serviceprovider
naar de beschikbare items en hun nummers. Ga naar
de hoofdweergave van Berichten en selecteer
Opties > Infodienst.
U kunt geen infodienstberichten ontvangen in een
UMTS-netwerk. Ook bij een packet-gegevensverbinding
kunt u mogelijk geen infodienstberichten ontvangen.
Tekst invoeren
Met ABC, abc en Abc wordt de geselecteerde tekenmodus
aangegeven. Met 123 wordt de cijfermodus aangegeven.
Houd ingedrukt als u wilt schakelen tussen letters
en cijfers. Druk op als u wilt schakelen tussen de
verschillende tekenmodi.
Houd de toets met het gewenste cijfer ingedrukt
als u in de lettermodus een cijfer wilt invoegen.
wordt weergegeven wanneer u tekst invoert via de
gewone tekstinvoer en wanneer u tekst typt met
tekstvoorspelling.
Met tekstvoorspelling kunt u iedere letter invoeren
door slechts eenmaal op de betreffende toets drukken.
Tekstvoorspelling is gebaseerd op een ingebouwde
woordenlijst die u zelf kunt uitbreiden.
Druk twee keer kort op als u tekstvoorspelling wilt
in- of uitschakelen.
Berichten invoeren en verzenden
Voordat u een multimediabericht of e-mail
kunt maken, moet de verbinding juist zijn ingesteld.
Zie ’E-mailinstellingen’ op pag. 42 en ’E-mail’ op pag. 46.
Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten
limiteren Als de omvang van de ingevoegde afbeelding de
limiet overschrijdt, kan de afbeelding door het apparaat
worden verkleind zodat deze via MMS kan worden
verzonden.
1 Selecteer Nieuw bericht en maak een keuze uit
de volgende opties:
SMS – Hiermee verzendt u een SMS-bericht.
Multimediabericht – Hiermee verzendt u een
multimediabericht (MMS).
Audiobericht – Hiermee verzendt u een audiobericht
(een multimediabericht met één geluidsclip).
E-mail- Hiermee verzendt u een e-mail.
2 Druk in het veld Naar op als u ontvangers
of contactgroepen wilt selecteren of als u het
telefoonnummer of e-mailadres van de ontvanger wilt
invoeren. Druk op om een puntkomma (;) toe te
voegen als scheidingsteken tussen de ontvangers.
Berichten
39
U kunt ook het nummer of adres
kopiëren en plakken vanaf het klembord.
3 Voer in het veld Onderw. het onderwerp van het
multimediabericht of e-mail in. Selecteer Opties >
Berichten
Adresvelden als u wilt wijzigen welke velden
worden weergegeven.
4 Ga naar het berichtveld
en voer het bericht in.
Selecteer Opties >
Invoegen of Object
invoegen > Sjabloon
als u een sjabloon
wilt invoegen.
5 Selecteer Opties > Object
invoegen > Afbeelding,
Geluidsclip of Videoclip
als u een mediaobject
wilt toevoegen aan een
multimediabericht.
6 Selecteer Opties > Nieuw invoegen > Afbeelding,
Geluidsclip of Videoclip als u een nieuwe foto wilt
maken of een geluid of videobeeld wilt opnemen
voor een multimediabericht. Selecteer Dia als
u een nieuwe dia wilt invoegen in het bericht.
Selecteer Opties > Voorbeeld als u wilt
bekijken hoe het multimediabericht eruitziet.
7 Selecteer Opties > Invoegen > Afbeelding,
Geluidsclip, Videoclip, Notitie of Overige voor andere
bestandstypen als u een bijlage wilt toevoegen aan
een e-mail. E-mailbijlagen worden aangeduid met .
8 Selecteer Opties > Zenden of druk op de beltoets
als u het bericht wilt verzenden.
Opmerking: Uw apparaat kan aangeven dat uw
boodschap naar het nummer van de berichtencentrale
dat in uw apparaat is geprogrammeerd is verzonden.
Het is mogelijk dat het apparaat niet aangeeft of de
boodschap op de bedoelde bestemming is ontvangen.
Neem contact op met uw serviceprovider voor
meer informatie over berichtdiensten.
Met uw apparaat kunnen tekstberichten worden
verzonden die langer zijn dan de tekenlimiet voor één
bericht. Langere berichten worden verzonden als twee
of meer berichten. Uw serviceprovider kan hiervoor de
desbetreffende kosten in rekening brengen. Tekens met
accenten of andere symbolen en tekens in sommige
taalopties nemen meer ruimte in beslag, waardoor
het aantal tekens dat in één bericht kan worden
verzonden, wordt beperkt.
U kunt videoclips mogelijk niet verzenden als deze zijn
opgeslagen in MP4-indeling of groter zijn dan de limiet
voor multimediaberichten in het draadloze netwerk.
Tip! U kunt afbeeldingen, video, geluid en tekst
combineren in een presentatie en deze in een
multimediabericht verzenden. Maak eerst een
multimediabericht en selecteer vervolgens Opties >
40
Presentatie maken. De optie wordt alleen
weergegeven als MMS-aanmaakmodus is ingesteld
op Met begeleiding of Vrij. Zie ’Multimediaberichten’
op pag. 45.
Inbox – berichten ontvangen
In de map Inbox geeft een ongelezen SMS-bericht
aan, een ongelezen multimediabericht, een
ongelezen audiobericht en gegevens die via een
Bluetooth-verbinding zijn ontvangen.
Wanneer u een bericht ontvangt, worden en 1 nieuw
bericht weergegeven in de stand-by modus. Selecteer
Tonen als u het bericht wilt openen. Als u een bericht wilt
openen in Inbox, bladert u ernaartoe en drukt u op .
Als u een ontvangen bericht wilt beantwoorden,
selecteert u Opties > Antwoorden.
Multimediaberichten
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van
berichten. Objecten in multimediaberichten kunnen
schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk
zijn voor uw apparaat of PC.
U kunt een melding ontvangen dat u een multimediabericht kunt ophalen in de multimediaberichtencentrale.
Selecteer Opties > Ophalen als u een packetgegevensverbinding wilt starten om een bericht
op het apparaat ontvangen.
Als u een multimediabericht opent (), kunt
u tegelijkertijd een afbeelding bekijken en een bericht
lezen. geeft aan dat het bericht geluid bevat en
geeft aan dat het bericht video bevat. Selecteer het
symbool als u het geluid of de video wilt afspelen.
Selecteer Opties > Objecten als u de mediaobjecten wilt
bekijken die in het multimediabericht zijn opgenomen.
Als het bericht een multimediapresentatie bevat,
wordt weergegeven. Selecteer het symbool
als u de presentatie wilt afspelen.
Gegevens en instellingen
Op het apparaat kunt u diverse soorten berichten
ontvangen die gegevens bevatten, zoals visitekaartjes,
beltonen, logo's van de operator, agenda-items en
e-mailmeldingen. U kunt ook instellingen van de
serviceprovider of de afdeling voor informatiebeheer
van uw bedrijf ontvangen in een configuratiebericht.
Selecteer Opties en de betreffende optie als u de
gegevens in het bericht wilt opslaan.
Berichten
41
Webdienstberichten
Webdienstberichten zijn meldingen (bijvoorbeeld van
nieuwsberichten) en kunnen een SMS-bericht of een
koppeling bevatten. Informeer bij de serviceprovider
Berichten
naar de beschikbaarheid van dergelijke diensten.
Mailbox
E-mailinstellingen
Tip! Gebruik Instelwizard als u uw mailbox wilt
instellen. Druk op en selecteer Instrumenten >
Hulpprogr. > Inst.wizard.
Als u e-mail wilt gebruiken, moet u beschikken over
een geldig internettoegangspunt in het apparaat en uw
e-mailinstellingen correct definiëren. Zie ’Toegangspunten’
op pag. 136.
Als u Mailbox selecteert in de hoofdweergave Berichten
zonder dat u uw e-mailaccount hebt ingesteld, wordt
u gevraagd om dit te doen. Selecteer Starten als u de
e-mailinstellingen wilt definiëren. Zie ook ’E-mail’
op pag. 46.
U moet een afzonderlijke e-mailaccount hebben. Volg de
instructies van de serviceprovider voor uw externe mailbox
en internet.
Wanneer u een nieuwe mailbox maakt, wordt Mailbox in
de hoofdweergave Berichten vervangen. U kunt maximaal
zes mailboxen gebruiken.
De mailbox openen
Wanneer u de mailbox opent, wordt u gevraagd of
u verbinding wilt maken met de mailbox (Verbinden
met mailbox?).
Selecteer Ja als u verbinding wilt maken met de mailbox
en nieuwe e-mailkoppen of -berichten wilt ophalen.
Als u online berichten bekijkt, hebt u onafgebroken
verbinding met een externe mailbox via een
gegevensverbinding.
Selecteer Nee als u eerder opgehaalde e-mails
offline wilt bekijken.
Selecteer Nieuw bericht > E-mail in de beginweergave
Berichten of Opties > Bericht maken > E-mail in
uw mailbox als u een nieuwe e-mail wilt maken.
Zie ’Berichten invoeren en verzenden’ op pag. 39.
E-mails ophalen
Selecteer Opties > Verbinden terwijl u offline bent
om verbinding te maken met de externe mailbox.
Selecteer Opties > E-mail ophalen en een van de opties.
Selecteer Opties > Verbind. verbreken als u de verbinding
42
wilt verbreken. Druk op de bladertoets als u een
e-mail wilt openen.
1 Wanneer u verbinding hebt gemaakt met een externe
mailbox, selecteert u Opties > E-mail ophalen.
Kies een van de volgende opties:
Nieuw – Hiermee haalt u alle nieuwe berichten op.
Geselecteerd – Hiermee haalt u alleen de gemarkeerde
berichten op.
Alle – Hiermee haalt u alle berichten op uit de mailbox.
Selecteer Annuleer als u het ophalen van berichten
wilt stoppen.
2 Als u de verbinding wilt verbreken en de e-mail
offline wilt bekijken, selecteert u Opties >
Verbind. verbreken.
3 Druk op als u een e-mail wilt openen. Als de e-mail
niet is opgehaald en u in de offline modus bent, wordt
u gevraagd of u dit bericht wilt ophalen uit de mailbox.
Bekijk e-mailbijlagen door het bericht te openen en het
bijlagenveld te selecteren. Dit veld wordt aangegeven
met. Als het symbool voor een bijlage licht gekleurd
is, is de bijlage nog niet opgehaald. Selecteer dan
ophalen als u berichten automatisch wilt ophalen. Zie
’Automatisch ophalen’ op pag. 47 voor meer informatie.
Als u het apparaat zo instelt dat e-mail automatisch wordt
opgehaald, worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens
via het netwerk van de serviceprovider verzonden. Neem
contact op met uw serviceprovider voor meer informatie
over de kosten van gegevensoverdracht.
E-mail verwijderen
Selecteer Opties > Verwijderen als u de inhoud van
een e-mail wilt verwijderen van het apparaat terwijl het
bericht in de externe mailbox behouden blijft. Ga naar
Verw. ber. uit: en selecteer Alleen telefoon.
In het apparaat worden dezelfde e-mailkoppen
weergegeven als in de externe mailbox. De berichtkop blijft
dus zichtbaar in het apparaat nadat u de berichtinhoud
hebt gewist. Als u de berichtkop ook wilt verwijderen, moet
u eerst het bericht uit uw externe mailbox verwijderen en
opnieuw een verbinding maken om de mailboxweergave
in het apparaat bij te werken.
Selecteer Opties > Verwijderen als u een e-mail wilt
verwijderen van het apparaat en uit de externe mailbox.
Ga naar Verw. ber. uit: en selecteer Telefoon en server.
Als u het verwijderen van een e-mailbericht van de server
wilt annuleren, bladert u naar een e-mailbericht dat
is gemarkeerd om tijdens de volgende verbinding te
worden verwijderd () en selecteert u Opties >
Verwijd. onged. mkn.
Berichten
43
De verbinding met de mailbox
verbreken
Selecteer Opties > Verbind. verbreken terwijl u online
Berichten
bent als u de gegevensverbinding met de externe mailbox
wilt verbreken.
Berichten beluisteren
U kunt audio-, e-mail-, multimedia- en SMS-berichten
in de Inbox beluisteren.
Als u een bericht wilt beluisteren, selecteert u het en
selecteert u Opties > Luisteren.
Berichten op een SIM-kaart
bekijken
Voordat u SIM-berichten kunt bekijken, moet
u deze kopiëren naar een map in het apparaat.
4 Selecteer een map en OK om te beginnen met kopiëren.
Open de map om de berichten te bekijken.
Berichtinstellingen
Vul alle velden in die zijn voorzien van een rood sterretje
of de aanduiding Te definiëren. Volg de instructies van
de serviceprovider. Het is ook mogelijk dat u de
instellingen van de serviceprovider ontvangt in
een configuratiebericht.
Sommige of alle berichtencentrales of toegangspunten
kunnen vooraf zijn ingesteld voor het apparaat door de
serviceprovider. Het is wellicht niet mogelijk om deze
instellingen te wijzigen of verwijderen of om nieuwe
instellingen toe te voegen.
SMS-berichten
Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > SMS en maak een keuze uit de
volgende opties:
Berichtencentrales – Hiermee geeft u een lijst met
alle gedefinieerde SMS-berichtencentrales weer.
Tekencodering – Selecteer Beperkte onderst. als
tekens moeten worden geconverteerd naar een
ander coderingssysteem wanneer dit beschikbaar is.
Ber.centrale in gebr. – Selecteer de berichtencentrale
voor het bezorgen van SMS-berichten.
44
Rapport ontvangen – Selecteer of u bij het netwerk
een leveringsrapport voor uw berichten wilt aanvragen
(netwerkdienst).
Geldigheid bericht – Selecteer hoelang moet worden
geprobeerd het bericht opnieuw te verzenden als de eerste
poging mislukt (netwerkdienst). Als het bericht niet binnen
de geldigheidsperiode kan worden verzonden, wordt het
verwijderd uit de berichtencentrale.
Ber. verzonden als – Neem contact op met de
serviceprovider als u wilt weten of de berichtencentrale
SMS-berichten in deze andere indelingen kan omzetten.
Voorkeursverbinding – Selecteer de gewenste verbinding.
Ant. via zelfde centr. – Selecteer of het antwoord
moet worden verzonden via hetzelfde nummer van
de SMS-berichtencentrale (netwerkdienst).
Multimediaberichten
Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Multimediabericht en maak een
keuze uit de volgende opties:
Grootte afbeelding – Definieer de grootte van
de afbeelding in een multimediabericht.
MMS-aanmaakmodus – Als u Met begeleiding
selecteert, ontvangt u een melding wanneer u een
bericht verzendt dat mogelijk niet door de ontvanger
wordt ondersteund. Als u Beperkt selecteert, is het niet
mogelijk om berichten te verzenden die niet worden
ondersteund. Selecteer Vrij als u inhoud in uw
berichten zonder meldingen wilt opnemen.
Toeg.punt in gebruik – Geef aan welk toegangspunt
wordt gebruikt als de voorkeursverbinding voor de
multimediaberichtencentrale.
Multimedia ophalen – Selecteer hoe u berichten wilt
ontvangen. Selecteer Aut. bij eigen ntwrk als u berichten
automatisch wilt ophalen in uw eigen netwerk. Buiten uw
eigen netwerk ontvangt in melding dat er geen berichten
zijn die u kunt ophalen vanuit de
multimediaberichtencentrale.
Buiten uw eigen mobiele netwerk kost het mogelijk meer
om multimediaberichten te verzenden en ontvangen.
Als u Multimedia ophalen > Altijd automatisch
selecteert, wordt automatisch een actieve
packet-gegevensverbinding tot stand gebracht
om het bericht zowel binnen als buiten het eigen
netwerk te ontvangen.
Anonieme ber. toest. – Selecteer of u berichten
van een anonieme afzender wilt weigeren.
Advertent. ontvang. – Geef aan of u advertenties
in multimediaberichten wilt ontvangen.
Berichten
45
Rapport ontvangen – Selecteer of u de status van
het verzonden bericht in het logboek wilt weergeven
(netwerkdienst).
Rapportz. weigeren – Selecteer of u leveringsrapporten
Berichten
voor ontvangen berichten wilt verzenden.
Geldigheid bericht – Selecteer hoelang moet worden
geprobeerd het bericht opnieuw te verzenden als de eerste
poging mislukt (netwerkdienst). Als het bericht niet binnen
de geldigheidsperiode kan worden verzonden, wordt het
verwijderd uit de berichtencentrale.
E-mail
Druk op en selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > E-mail.
Selecteer Mailbox in gebruik en een mailbox als
u wilt opgeven welke mailbox u wilt gebruiken
voor het verzenden van e-mail.
Ga naar een mailbox en druk op als u deze en de
betreffende berichten van het apparaat wilt verwijderen.
Selecteer Opties > Nieuwe mailbox als u een nieuwe
mailbox wilt maken.
Selecteer Mailboxen en een mailbox als u de volgende
instellingen wilt wijzigen: Verbindingsinstellingen,
Gebruikersinstellingen, Inst. voor ophalen en
Automatisch ophalen.
Verbindingsinstellingen
Selecteer Inkomende e-mail als u de instellingen voor
ontvangen e-mail wilt bewerken. Maak vervolgens een
keuze uit de volgende opties:
Gebruikersnaam – Voer de gebruikersnaam in die door
de serviceprovider is verstrekt.
Wachtwoord – Voer uw wachtwoord in. Als u dit veld
niet invult, moet u een wachtwoord opgeven wanneer
u verbinding maakt met de externe mailbox.
Server inkom. mail – Voer het IP-adres of de hostnaam in
van de mailserver waarmee uw e-mail wordt ontvangen.
Toegangsp. in gebr. – Selecteer een
internettoegangspunt. Zie ’Toegangspunten’ op pag. 136.
Mailboxnaam – Voer een naam in voor de mailbox.
Mailboxtype – Definieer het e-mailprotocol dat door de
serviceprovider van uw externe mailbox wordt aanbevolen.
De opties zijn POP3 en IMAP4. Deze instelling kan niet
worden gewijzigd.
Beveiliging (poorten) – Selecteer de beveiliging voor
de verbinding met de externe mailbox.
Poort – Definieer een poort voor de verbinding.
APOP beveil. inloggen (alleen voor POP3) – Gebruik
deze optie bij het POP3-protocol voor het coderen van
wachtwoorden die naar de externe e-mailserver worden
verzonden wanneer u verbinding maakt met de mailbox.
46
Selecteer Uitgaande e-mail als u de instellingen voor
verzonden e-mail wilt bewerken. Maak vervolgens een
keuze uit de volgende opties:
Mijn e-mailadres – Voer het e-mailadres in dat u van
uw serviceprovider hebt gekregen.
Server uitg. mail – Voer het IP-adres of de hostnaam in
van de mailserver waarmee uw e-mail wordt verzonden.
U kunt mogelijk alleen de server voor uitgaande mail van
de serviceprovider gebruiken. Neem voor meer informatie
contact op met uw serviceprovider.
De instellingen voor Gebruikersnaam, Wachtwoord,
Toegangsp. in gebr., Beveiliging (poorten) en Poort
komen overeen met die in Inkomende e-mail.
Gebruikersinstellingen
Mijn mailnaam – Voer uw eigen naam in. Uw e-mailadres
in het apparaat van de ontvanger wordt vervangen door
uw naam als deze functie door het apparaat van de
ontvanger wordt ondersteund.
Bericht zenden – Bepaal hoe e-mail wordt verzonden
vanaf het apparaat. Selecteer Meteen voor het apparaat
waarmee verbinding moet worden gemaakt met
de mailbox wanneer u Bericht zenden selecteert.
Als u Bij vlgende verb. selecteert, wordt e-mail
verzonden wanneer de verbinding met de externe
mailbox beschikbaar is.
Kopie naar mij – Selecteer of u een kopie van de e-mail
wilt verzenden naar uw eigen mailbox.
Handtek. opnemen – Selecteer of u een handtekening
wilt toevoegen aan uw e-mails.
Melding nwe e-mail – Selecteer of u de nieuwe
e-mailaanduidingen, zoals een signaal of een melding,
wilt ontvangen wanneer u nieuwe e-mail ontvangt in
de mailbox.
Instellingen voor ophalen
E-mail ophalen – Geef aan welk gedeelte van e-mails
moet worden opgehaald: Alleen headers, Groottelmt
(POP3) of Ber. en bijlagen (POP3).
Aantal – Geef aan hoeveel nieuwe e-mails naar de
mailbox moeten worden opgehaald.
Pad IMAP4-map (alleen voor IMAP4) – Definieer het
pad voor IMAP4-mappen.
Mapabonnementen (alleen voor IMAP4) – U kunt zich
op andere mappen in de externe mailbox abonneren
en inhoud uit deze mappen ophalen.
Automatisch ophalen
E-mailmeldingen – Selecteer Ontv. en aut. bijw. of
Uitsl. eigen netwrk als u automatisch de koppen naar
het apparaat wilt ophalen wanneer u nieuwe e-mail
in uw externe mailbox ontvangt.
Berichten
47
E-mail ophalen – Selecteer Ingeschakeld of Uitsl. eigen
netwrk als u automatisch op vaste tijden de koppen van
nieuwe e-mails wilt ophalen uit uw externe mailbox. Geef
aan wanneer en hoe vaak de berichten worden opgehaald.
Berichten
E-mailmeldingen en E-mail ophalen kunnen niet
tegelijkertijd actief zijn.
Als u het apparaat zo instelt dat e-mail automatisch wordt
opgehaald, worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens
via het netwerk van de serviceprovider verzonden. Neem
contact op met uw serviceprovider voor meer informatie
over de kosten van gegevensoverdracht.
Webdienstberichten
Druk op en selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Dienstbericht. Selecteer of
u dienstberichten wilt ontvangen. Selecteer
Ber. downloaden > Automatisch als u de browser
van het apparaat automatisch wilt activeren en een
netwerkverbinding tot stand wilt brengen om inhoud
op te halen wanneer u een dienstbericht ontvangt.
Infodienst
Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbare
items en bijbehorende nummers. Druk op , selecteer
Berichten > Opties > Instellingen > Infodienst en maak
een keuze uit de volgende opties:
Ontvangst – Selecteer of u infodienstberichten
wilt ontvangen.
Taal – Selecteer de talen waarin u berichten
wilt ontvangen: Alle, Geselecteerd of Overige.
Itemherkenning – Selecteer of automatisch moet worden
gezocht naar nieuwe itemnummers en of de nieuwe
nummers zonder naam in de lijst moeten worden
opgeslagen.
Overige instellingen
Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Overige en maak een keuze uit
de volgende opties:
Verzonden ber. opsl. – Selecteer of u in de
map Verzonden een kopie wilt opslaan van elk
verzonden SMS-, multimedia- of e-mailbericht.
Aantal opgesl. ber. – Geef aan hoeveel verzonden
berichten tegelijkertijd worden opgeslagen in de map
Verzonden. Wanneer de limiet wordt bereikt,
wordt het oudste bericht verwijderd.
Gebruikt geheugen – Selecteer het geheugen waar u uw
berichten wilt opslaan: Telefoongeh. of Massageheugen.
48
Galerij
Druk op en selecteer Galerij als u afbeeldingen, videoen geluidsclips, playlists en koppelingen naar streaming
media wilt opslaan en indelen of als u bestanden wilt delen
met andere compatibele UPnP-apparaten via een WLAN.
Tip! Druk op als u de miniatuur van de
afbeelding in het multimediamenu wilt openen.
Zie ’Multimediamenu’ op pag. 17.
Door bestanden bladeren
en deze weergeven
Selecteer Afb. en video , Tracks , Lifeblog ,
Geluidsclips , Streaming kop. , Presentaties of
Alle bestanden en druk op om het item te openen.
De inhoud in de map Afb. en video wordt weergegeven in
de modus Liggend.
U kunt mappen openen en hierin bladeren. Daarnaast kunt
u items markeren, kopiëren en naar mappen verplaatsen.
U kunt ook albums maken en items in de albums markeren,
kopiëren en toevoegen.
Druk op als u een bestand wilt openen. Videoclips,
RAM-bestanden en koppelingen naar streaming-media
worden geopend en afgespeeld in de toepassing
RealPlayer en muziek- en geluidsclips in de toepassing
Muziekspeler. Zie ’RealPlayer’ op pag. 97 en
’Muziekspeler’ op pag. 21.
Selecteer in de map Afb. en video het downloadpictogram
als u afbeeldingen of video's wilt downloaden. De browser
wordt geopend en u kunt een bookmark selecteren
waarmee u items wilt downloaden.
Afbeeldingen en videoclips
De foto's en videoclips die u met de camera hebt gemaakt,
worden opgeslagen in de map Afb. en video in Galerij.
Afbeeldingen en videoclips kunnen ook naar u worden
verzonden in een multimediabericht, als e-mailbijlage
of via een Bluetooth-verbinding. Als u een ontvangen
afbeelding of videoclip in Galerij of in Real Player
wilt kunnen weergeven, moet u deze eerst opslaan.
Selecteer Galerij > Afb. en video. De bestanden
met afbeeldingen en videoclips worden opeenvolgend
op datum weergegeven. Het aantal bestanden wordt
weergegeven.
Druk op de speltoetsen naast het scherm als de afbeelding
is geopend en u hierop wilt inzoomen. De zoomfactor
wordt niet permanent opgeslagen.
Galerij
49
Selecteer Opties > Roteren > Naar links of Naar rechts
als u de geselecteerde afbeelding naar links of rechts
wilt draaien.
Galerij
Selecteer Opties > Bewerken als u een videoclip of foto
wilt bewerken. Er verschijnt een editor voor afbeeldingen
of video's. Zie ’Videoclips bewerken’ op pag. 53.
Zie ’Afbeeldingen bewerken’ op pag. 52.
Selecteer een videoclip in de galerij en selecteer
Opties > Bewerken als u aangepaste videoclips
wilt maken. Zie ’Videoclips bewerken’ op pag. 53.
Selecteer Opties > Afdrukken als u de afbeeldingen
wilt afdrukken op een compatibele printer of wilt opslaan
om later af te drukken. Zie ’Afbeeldingen afdrukken’
op pag. 56. U kunt ook afbeeldingen toevoegen aan
de afdrukwachtrij in Galerij zodat u ze later kunt
afdrukken. Zie ’Print basket’ op pag. 51.
Selecteer Opties > Albums > Naar album als u een
afbeelding of videoclip wilt toevoegen aan een album
in de galerij.
Als u de afbeelding wilt gebruiken als een
achtergrondafbeelding, selecteert u de afbeelding en
Opties > Afbeelding gebruiken > Inst. als achtergrond.
Selecteer Verwijderen in de actieve werkbalk als u een
afbeelding of videoclip wilt verwijderen. Zie ’Actieve
werkbalk’ op pag. 50.
Druk op de opnametoets als u wilt
schakelen van Galerij naar de camera.
Actieve werkbalk
In de map Afb. en video kunt u de actieve werkbalk
gebruiken om snel verschillende taken te selecteren.
De actieve werkbalk is alleen beschikbaar wanneer
u een afbeelding of videoclip hebt geselecteerd.
Navigeer in de actieve werkbalk omhoog of omlaag
naar verschillende items en selecteer deze door op de
bladertoets te drukken. De beschikbare opties variëren
afhankelijk van de huidige status en het feit of u een
afbeelding of videoclip hebt geselecteerd. U kunt ook
instellen dat de actieve werkbalk altijd wordt weergegeven
in het scherm of wordt geactiveerd door een toets in te
drukken.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u de
actieve werkbalk in het scherm wilt weergeven.
Selecteer Opties > Pictogram verbergen als u wilt dat
de actieve werkbalk alleen wordt weergegeven wanneer
u deze nodig hebt. Druk op als u de actieve werkbalk
wilt activeren.
Maak een keuze uit de volgende opties:
– Hiermee speelt u de geselecteerde videoclip af.
50
– Hiermee verzendt u de geselecteerde afbeelding
of videoclip.
– Hiermee uploadt u de geselecteerde afbeelding
of videoclip.
/ – Hiermee voegt u een afbeelding toe aan of
verwijdert u deze uit de afdrukwachtrij. Zie ’Print basket’
op pag. 51.
– Hiermee geeft u de afbeeldingen in de
afdrukwachtrij weer.
– Hiermee start u een diapresentatie van
uw afbeeldingen.
– Hiermee verwijdert u de geselecteerde afbeelding
of videoclip.
– Hiermee drukt u de weergegeven afbeelding af.
De beschikbare opties kunnen variëren afhankelijk van
de huidige weergave.
Print basket
U kunt afbeeldingen toevoegen aan de Print basket, de
afdrukwachtrij, en ze later afdrukken op een compatibele
printer of in een compatibele afdrukkiosk, indien
beschikbaar. Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 56.
De toegevoegde afbeeldingen worden aangeduid met
in de map Afb. en video en de betreffende albums.
Selecteer een afbeelding en Tv. aan afdr. wachtrij in de
actieve werkbalk als u een afbeelding later wilt afdrukken.
Selecteer Print basket weerg. in de actieve werkbalk of
selecteer in de map Afb. en video (alleen beschikbaar
wanneer u afbeeldingen hebt toegevoegd aan de Print
basket) als u de afbeeldingen in de Print basket wilt
weergeven.
Selecteer een afbeelding in de map Afb. en video of in
een album en selecteer Verwijderen uit Print basket in
de actieve werkbalk als u de afbeelding wilt verwijderen
uit de Print basket.
Albums
U kunt afbeeldingen en videoclips eenvoudig beheren
in albums. Selecteer Afb. en video > Opties > Albums >
Albums weergeven als u de lijst met albums wilt
weergeven.
Ga naar een foto of videoclip en selecteer Opties >
Albums > Naar album als u deze wilt toevoegen aan
een album in de galerij. Er verschijnt een lijst met albums.
Selecteer het album waaraan u de afbeelding of videoclip
wilt toevoegen. U kunt eveneens een nieuw album maken.
Druk op als u een bestand uit een album wilt
verwijderen. Het bestand wordt niet verwijderd
uit de map Afb. en video in Galerij.
Galerij
51
Selecteer Opties > Nieuw album als u in de lijstweergave
voor albums een nieuw album wilt maken.
Galerij
Afbeeldingen bewerken
Selecteer Opties > Bewerken als u een nieuwe foto of
foto in Galerij wilt bewerken.
Selecteer Opties > Effect toepassen als u een raster wilt
openen waarin u verschillende bewerkingsopties aan de
hand van kleine pictogrammen kunt selecteren. U kunt de
afbeelding bijsnijden en draaien; de helderheid, de kleur,
het contrast en de resolutie aanpassen, en effecten, tekst,
illustraties of een kader aan de foto toevoegen.
Afbeeldingen bijsnijden
Selecteer Opties > Effect toepassen > Snijden als
u een afbeelding wilt bijsnijden. Selecteer Handmatig
of selecteer een vooraf gedefinieerde beeldverhouding
in de lijst als u de afbeelding handmatig wilt bijsnijden.
Als u Handmatig selecteert, wordt in de linkerbovenhoek
van de afbeelding een kruis weergegeven. Gebruik de
bladertoets om het gebied te selecteren dat u wilt
bijsnijden en selecteer Instellen. Er verschijnt een tweede
kruis in de rechterbenedenhoek. Selecteer wederom het
gebied dat u wilt bijsnijden. Selecteer Terug als u het
eerste geselecteerde gebied wilt aanpassen. Tezamen
vormen de geselecteerde gebieden een rechthoek ter
grootte van de bijgesneden afbeelding.
Als u een vooraf gedefinieerde beeldverhouding hebt
gekozen, selecteert u de linkerbovenhoek van het gebied
dat u wilt bijsnijden. Met de bladertoets kunt u het
formaat van het gemarkeerde gebied wijzigen. Druk op
als u het geselecteerde gebied wilt blokkeren. Met de
bladertoets kunt u het gebied binnen de foto verplaatsen.
Druk op als u wilt selecteren welk gebied u wilt
bijsnijden.
Roodheid verminderen
Selecteer Opties > Effect toepassen > Rode-
ogenreductie als u de roodheid van ogen in een afbeelding
wilt verminderen. Verplaats het kruis naar het oog en druk
op . Er verschijnt een lus in het scherm. Gebruik de
bladertoets om het formaat van de lus te wijzigen zodat
het oog er precies in past. Druk op om de rode kleur
te corrigeren.
Handige sneltoetsen
Sneltoetsen in de afbeeldingseditor:
• Druk op als u een afbeelding wilt bekijken op het
volledige scherm. Druk nogmaals op als u wilt
terugkeren naar de normale weergave.
52
• Druk op of als u een afbeelding
naar rechts of naar links wilt draaien.
• Druk op of als u wilt in- of uitzoomen.
• Druk de bladertoets omhoog, omlaag, naar links of
naar rechts als u wilt schuiven in een ingezoomde
afbeelding.
Videoclips bewerken
Als u videoclips in Galerij wilt bewerken en aangepaste
videoclips wilt maken, gaat u naar een videoclip en
selecteert u Opties > Bewerken > Samenvoegen,
Geluid wijzigen, Tekst toevoegen of Knippen.
Zie ’Galerij’ op pag. 49.
De video-editor ondersteunt videobestanden in
de indelingen .3GP en .MP4 en geluidsbestanden in
de indelingen .AAC, .AMR, .MP3 en .WAV. De editor
ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle kenmerken
van bestandsindelingen of alle variaties van
bestandsindelingen.
De aangepaste videoclips worden automatisch opgeslagen
in de map Afb. en video in Galerij. De clips worden
opgeslagen op de geheugenkaart.
Afbeeldingen, video, geluid
en tekst toevoegen
Als u aangepaste videoclips wilt maken, kunt
u afbeeldingen, videoclips en tekst toevoegen aan
een videoclip die u hebt geselecteerd in Galerij.
Als u een afbeelding of videoclip wilt combineren met de
geselecteerde videoclip, gaat u naar de map Afb. en video
en selecteert u Opties > Bewerken > Samenvoegen >
Afbeelding of Videoclip. Selecteer het gewenste bestand.
Als u een nieuwe geluidsclip wilt toevoegen en de
oorspronkelijke geluidsclip in de videoclip wilt vervangen,
selecteert u Opties > Bewerken > Geluid wijzigen en een
geluidsclip.
Als u tekst aan het begin of het einde van de videoclip
wilt toevoegen, selecteert u Opties > Bewerken > Tekst
toevoegen. Voer de tekst in die u wilt toevoegen en
selecteer OK. Selecteer vervolgens waar u de tekst wilt
toevoegen: Begin of Einde.
Videoclip knippen
U kunt de videoclip bijsnijden, en begin- en
eindmarkeringen toevoegen om delen uit de videoclip
uit te sluiten. Ga naar de map Afb. en video en selecteer
Opties > Bewerken > Knippen.
Galerij
53
Selecteer Opties > Afspelen als u de geselecteerde
videoclip vanaf het begin wilt afspelen.
Als u wilt selecteren welke delen van de videoclip u in
Galerij
de aangepaste videoclip wilt opnemen, en de begin- en
eindpunten voor die delen wilt definiëren, gaat u naar het
geselecteerde punt in de video en selecteert u Opties >
Beginmark. of Eindmarkering. Als u het begin- of
eindpunt van het geselecteerde deel wilt bewerken,
gaat u naar de gewenste markering en drukt u op
de bladertoets. Vervolgens kunt u de geselecteerde
markering vooruit of achteruit op de tijdlijn verplaatsen.
Selecteer Opties > Verwijderen > Alle markeringen
als u alle markeringen wilt verwijderen.
Selecteer Opties > Gemrk. sectie afspelen als u een
voorbeeld van de videoclip wilt bekijken. Druk de
bladertoets naar links of rechts om over de tijdlijn
te bewegen.
Selecteer Pauze om het afspelen van de videoclip te
stoppen. Selecteer Opties > Afspelen om het afspelen van
de clip voort te zetten. Selecteer Terug om weer terug te
gaan naar de weergave voor het knippen van video.
Als u de wijzigingen wilt opslaan en wilt teruggaan
naar Galerij, selecteert u Gereed.
Te verzenden videoclips bewerken
Selecteer Opties > Zenden > Via multimedia, Via e-mail,
Via Bluetooth of Posten naar web als u een videoclip
wilt verzenden. Neem contact op met de netwerkprovider
voor meer informatie over de maximale grootte van de
multimediaberichten die u kunt verzenden.
Als u een videoclip wilt verzenden die groter is dan de
maximaal toegestane grootte voor multimediaberichten,
kunt u de clip verzenden via draadloze Bluetoothtechnologie. Zie ’Gegevens verzenden met behulp
van Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 83. U kunt uw
video's ook naar een compatibele pc overbrengen
via een Bluetooth-verbinding of een compatibele
USB-gegevenskabel.
U kunt ook een videoclip bijknippen zodat u deze
kunt verzenden in een multimediabericht. Ga naar de
beginweergave van de video-editor en selecteer Opties >
Film > Bewerken voor MMS. De duur en grootte van de
videoclip worden weergegeven in het scherm. Druk de
bladertoets naar links of rechts als u de grootte van de clip
wilt bewerken. Selecteer Opties > Verzenden via MMS als
de clip de juiste grootte heeft om te worden verzonden.
Als de videoclip in MP4-indeling is opgeslagen, kunt u deze
mogelijk niet verzenden in een multimediabericht. Als
u de bestandsindeling van de clip wilt wijzigen, selecteert
udeclip in Galerij en selecteert u Opties > Bewerken >
Ga terug naar de beginweergave van de video-editor,
selecteer Opties > Film > Opslaan en voer een naam voor
de clip in. De videoclip wordt opgeslagen in 3GPP-indeling
en kan via een multimediabericht worden verzonden.
De bestandsindeling van de oorspronkelijke videoclip
wordt niet gewijzigd.
Diavoorstelling
Selecteer Diavoorstelling starten () in de actieve
werkbalk als u een diavoorstelling van afbeeldingen in een
volledig scherm wilt bekijken. De diavoorstelling begint
met het geselecteerde bestand. Maak een keuze uit de
volgende opties:
Onderbreken – Hiermee onderbreekt u de diavoorstelling.
Doorgaan – Hiermee hervat u de diavoorstelling.
Einde – Hiermee sluit u de diavoorstelling.
Druk op (vorige) of (volgende) (alleen beschikbaar
wanneer Zoomen en pannen is uitgeschakeld) als u door
de afbeeldingen wilt bladeren.
diavoorstelling wilt aanpassen voordat deze wordt gestart.
Selecteer Zoomen en pannen als u de dia's soepel in elkaar
wilt laten overlopen en willekeurig wilt in- en uitzoomen
op de afbeeldingen in de galerij.
Selecteer Opties > Diavoorstelling > Instellingen als
u geluid wilt toevoegen aan de diavoorstelling. Maak
vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Muziek – Kies Aan of Uit.
Nummer – Selecteer een muziekbestand in de lijst.
Gebruik de volumetoets van het apparaat als u het volume
wilt aanpassen.
Presentaties
Bij presentaties kunt u SVG-bestanden (Scalable Vector
Graphics) bekijken, zoals cartoons en kaarten. SVGafbeeldingen blijven er hetzelfde uitzien wanneer deze
worden afgedrukt of worden bekeken bij een andere
schermgrootte of resolutie.
Selecteer Presentaties, ga naar een afbeelding en
selecteer Opties > Afspelen als u SVG-bestanden
(Scalable Vector Graphics) wilt weergeven. Selecteer
Opties > Onderbreken als u het afspelen wilt onderbreken.
Druk op als u wilt inzoomen. Druk op als u wilt
uitzoomen.
Galerij
55
Druk op of als u de afbeelding 90 graden rechtsom
of linksom wilt draaien. Druk op of als u de
afbeelding 45 graden wilt draaien.
Galerij
Druk op als u wilt schakelen tussen een volledig en een
normaal scherm.
Afbeeldingen afdrukken
Als u afbeeldingen wilt afdrukken met Afb. afdrukken,
selecteert u de gewenste afbeelding en vervolgens de
afdrukoptie in de galerij, camera, afbeeldingseditor of
afbeeldingsviewer.
Gebruik Afb. afdrukken als u afbeeldingen wilt afdrukken
via een compatibele USB-gegevenskabel, WLAN of
Bluetooth-connectiviteit.
U kunt alleen afbeeldingen in JPEG-indeling afdrukken.
De foto's die met de camera worden gemaakt, worden
automatisch opgeslagen in JPEG-indeling.
Als u wilt afdrukken op een printer die compatibel is met
PictBridge, sluit u de gegevenskabel aan voordat u de
afdrukoptie selecteert. Vervolgens controleert u of de
gegevenskabelmodus is ingesteld op Afb. afdrukken
of Vragen bij verbind.. Zie ’USB’ op pag. 86.
Printer selecteren
Wanneer u Afb. afdrukken de eerste keer gebruikt,
wordt een lijst met beschikbare compatibele printers
weergegeven nadat u de afbeelding hebt geselecteerd.
Selecteer een printer. De printer wordt ingesteld als de
standaardprinter.
Als u via een compatibele Nokia-verbindingskabel een
printer hebt aangesloten die compatibel is met PictBridge,
wordt de printer automatisch weergegeven.
Als de standaardprinter niet beschikbaar is, wordt een
lijst met beschikbare afdrukapparaten weergegeven.
Selecteer Opties > Instellingen > Standaardprinter als
u de standaardprinter wilt wijzigen.
Afdrukvoorbeeld
Nadat u de printer hebt geselecteerd, worden de
geselecteerde afbeeldingen weergegeven met vooraf
gedefinieerde indelingen. Als u de indeling wilt wijzigen,
drukt u op of om door de beschikbare indelingen
voor de geselecteerde printer te bladeren. Als de
afbeeldingen niet op één pagina passen, drukt u op
of om de overige pagina's te bekijken.
56
Afdrukinstellingen
De beschikbare opties variëren, afhankelijk van de
mogelijkheden van de printer die u hebt geselecteerd.
Selecteer Opties > Standaardprinter als u een
standaardprinter wilt instellen.
Selecteer Papierformaat, het gewenste papierformaat in
de lijst en OK als u het formaat wilt selecteren. Selecteer
Annuleer als u wilt terugkeren naar de vorige weergave.
PrintOnline
Met Online afdrukken kunt u afdrukken van uw
afbeeldingen online bestellen en direct laten bezorgen bij
u thuis of in een winkel waar u deze kunt ophalen. U kunt
ook verschillende producten met de geselecteerde
afbeelding bestellen, zoals mokken of muismatten.
Welke producten beschikbaar zijn, is afhankelijk van
de serviceprovider.
Als u Online afdrukken wilt gebruiken, moet minimaal
één configuratiebestand van een afdrukservice zijn
geïnstalleerd. U kunt de bestanden verkrijgen bij providers
van afdrukdiensten die Online afdrukken ondersteunen.
Ga naar www.nseries.com/support of uw lokale
Nokia-website voor meer informatie over de toepassing.
Online delen
Met On line delen kunt u afbeeldingen en videoclips delen
in compatibele online albums, weblogs of in andere
compatibele webservices voor online delen. U kunt inhoud
uploaden, een niet-voltooide post opslaan als concept en
later doorgaan en de inhoud van de albums weergeven.
Welke inhoudstypen worden ondersteund, is afhankelijk
van de serviceprovider.
Als u On line delen wilt gebruiken, moet u zich abonneren
op de dienst via een serviceprovider voor het delen van
online afbeeldingen. Vervolgens moet u een nieuwe
account maken. U kunt zich meestal op de betreffende
dienst abonneren via de webpagina van de serviceprovider.
Neem contact op met uw serviceprovider voor details over
het abonneren op de dienst. Zie de pagina's voor
productondersteuning op www.nseries.com/support
of uw lokale Nokia-website voor meer informatie over
compatibele serviceproviders.
Ga naar www.nseries.com/support of uw lokale
Nokia-website voor meer informatie over de toepassing.
Eigen netwerk met Galerij
Met een UPnP-architectuur en WLAN kunt u een eigen
netwerk van compatibele apparaten maken. Via het eigen
netwerk kunt u inhoud die op de Nokia N81 is opgeslagen,
Galerij
57
extern weergeven op een compatibel apparaat. U kunt
ook bestanden kopiëren tussen de Nokia N81 en een
compatibel UPnP-apparaat. Zie ’Eigen netwerk’ op pag. 88
Galerij
en ’Eigen netwerk met Music Player’ op pag. 23 voor meer
informatie.
Mediabestanden weergeven die
in het apparaat zijn opgeslagen
Ga als volgt te werk om afbeeldingen, video's en
geluidsclips die op het apparaat zijn opgeslagen, te
selecteren en weer te geven op een ander apparaat
in het eigen netwerk, zoals op een compatibele tv:
1 Selecteer een afbeelding, videoclip of geluidsclip
in de Galerij.
2 Selecteer Opties > Tonen via eigen netwerk.
3 Selecteer een compatibel apparaat waarin het
mediabestand wordt weergegeven. De afbeeldingen
worden zowel op het andere netwerkapparaat als op
uw apparaat weergegeven en de video- en geluidsclips
worden alleen afgespeeld op het andere apparaat.
Selecteer de afdrukoptie in Galerij als u afbeeldingen die
zijn opgeslagen in Galerij via Eigen media wilt afdrukken
op een UPnP-compatibele printer, Zie ’Afbeeldingen
afdrukken’ op pag. 56. Inhoud delen hoeft niet te
zijn ingeschakeld.
Selecteer Opties > Zoeken als u bestanden met andere
criteria wilt zoeken. Selecteer Opties > Sorteren op als
u de gevonden bestanden wilt sorteren.
Mediabestanden kopiëren
Als u mediabestanden wilt kopiëren of overbrengen
vanaf een ander compatibel apparaat, zoals een
UPnP-compatibele pc, selecteert u een bestand in Galerij
en Opties > Verpl. en kopiëren > Kopie nr eig. netw.
of Verpl. nr eig. netw.. Inhoud delen hoeft niet te zijn
ingeschakeld.
Als u bestanden wilt kopiëren of wilt overbrengen van
het andere apparaat naar uw apparaat, selecteert u een
bestand op het andere apparaat en Opties > Kopiëren
naar > Telef. geheugen of Massageheugen. Inhoud delen
hoeft niet te zijn ingeschakeld.
58
Camera
De Nokia N81 heeft twee camera's: een camera met een
hoge resolutie achter op het apparaat (de hoofdcamera in
de modus Liggend) en een camera met een lage resolutie
aan de voorkant (de tweede camera in de modus Staand).
U kunt met beide camera's foto's maken en video's
opnemen.
De hoofdcamera van het apparaat ondersteunt
een afbeeldingsresolutie van 1600 x 1200 pixels.
De beeldresolutie kan in deze documentatie anders
zijn weergegeven.
De afbeeldingen en videoclips worden automatisch
opgeslagen in de map Afb. en video in Galerij. De foto's
die u met de camera maakt, hebben de JPEG-indeling.
Videoclips worden opgenomen in de bestandsindeling
MPEG-4 met de extensie .MP4 of in de bestandsindeling
3GPP met de extensie .3GP (kwaliteit Delen).
Zie ’Video-instellingen’ op pag. 68.
U kunt foto's en videoclips verzenden via een
multimediabericht, als e-mailbijlage of via een
Bluetooth-verbinding of een WLAN-verbinding
(Wireless LAN). U kunt deze ook uploaden naar uw
compatibele online album. Zie ’Online delen’ op pag. 57.
Foto's maken
Houd rekening met het volgende wanneer
u een foto maakt:
• Gebruik beide handen om de camera stil te houden.
• De kwaliteit van een digitaal gezoomde foto is lager
dan die van een niet-gezoomde foto.
• Als u een poosje niet op een toets drukt, wordt
de batterijspaarstand geactiveerd. Druk op
om door te gaan met het nemen van foto's.
Neem als volgt een foto:
1 Houd ingedrukt
om de hoofdcamera
te activeren. Selecteer
Naar afbeeldingsmodus
in de actieve werkbalk
als de camera zich in de
Videomodus bevindt.
2 Druk in de hoofdcamera
op om een foto te nemen. Houd het
apparaat stil tot de foto is opgeslagen.
Gebruik de volumetoets op het apparaat om
in of uit te zoomen.
Camera
59
Navigeer met de bladertoets langs de actieve werkbalk als
u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen
voordat u een foto maakt. Zie ’Kleur en belichting
aanpassen’ op pag. 63. Het opslaan van een vastgelegde
Camera
afbeelding kan langer duren als u de instellingen voor
zoomen, belichting of kleur hebt gewijzigd.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de camera
aan de voorkant wilt activeren. Druk op om een foto te
nemen. Druk op of als u wilt in- of uitzoomen.
Druk op als u de camera geopend wilt houden op
de achtergrond en andere toepassingen wilt gebruiken.
Houd ingedrukt als u wilt terugkeren naar de camera.
Symbolen van de fotocamera
In de camerazoeker wordt het volgende weergegeven:
1 Het symbool voor de huidige opnamemodus.
2 De actieve werkbalk. Zie ’Actieve werkbalk’ op pag. 60.
3 Symbool voor
batterijniveau.
4 Het symbool voor
de resolutie van
de afbeelding
geeft aan of
de kwaliteit
van de foto
Afdr. 2M – Groot, Afdr. 1M – Norm. of
MMS 0,3M – Klein is.
5 De afbeeldingsteller geeft aan hoeveel foto's
u ongeveer kunt nemen met de gebruikte
beeldkwaliteit en geheugenruimte. (De teller
wordt tijdens de opname niet weergegeven.)
6 De symbolen voor het apparaatgeheugen ( ) en de
geheugenkaart ( ) geven aan waar foto's worden
opgeslagen.
Actieve werkbalk
De actieve werkbalk bevat snelkoppelingen naar
verschillende items en instellingen voordat en nadat u een
foto maakt of een video opneemt. Ga naar de items en
selecteer deze door op te drukken. U kunt ook opgeven
wanneer de actieve werkbalk moet worden weergegeven in
het scherm.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u de
actieve werkbalk wilt weergeven voordat en nadat u een
foto maakt of een video opneemt. Selecteer Opties >
Pictogram verbergen als u de actieve werkbalk alleen wilt
weergeven wanneer u deze nodig hebt. Alleen de symbolen
voor de opnamemodus en het batterijniveau worden
weergegeven in het scherm. Druk op als u de actieve
werkbalk wilt activeren. De werkbalk is gedurende vijf
seconden zichtbaar.
60
Maak in de actieve werkbalk een keuze uit de volgende
opties voordat u een foto maakt of een video opneemt:
– Hiermee selecteert u de scène.
– Hiermee selecteert u de flashmodus
(alleen afbeeldingen).
– Hiermee activeert u de zelfontspanner
(alleen afbeeldingen). Zie ’Zelf op de foto met
de zelfontspanner’ op pag. 65.
– Hiermee activeert u de reeksmodus (alleen
afbeeldingen). Zie ’Foto's nemen in een reeks’ op pag. 64.
– Hiermee selecteert u een kleureffect.
– Hiermee geeft u het raster van de zoeker
weer of verbergt u dit (alleen afbeeldingen).
– Hiermee past u de witbalans aan.
– Hiermee past u de belichtingscompensatie
aan (alleen afbeeldingen).
– Hiermee past u de lichtgevoeligheid
aan (alleen afbeeldingen).
– Hiermee schakelt u tussen de video- en
afbeeldingsmodus.
De pictogrammen veranderen om de huidige status van de
instelling aan te geven.
De beschikbare opties variëren afhankelijk van de huidige
opnamemodus en weergave.
Zie ook de opties voor de actieve werkbalk in ’Na het
maken van een foto’ op pag. 61, ’Na het opnemen van
een video’, op pag. 67 en ’Actieve werkbalk’, op pag. 50
in Galerij.
Na het maken van een foto
Nadat u de foto hebt gemaakt, selecteert u het volgende
in de actieve werkbalk (alleen beschikbaar als Opgenomen
afb. weerg. is ingesteld op Aan in de instellingen van de
fotocamera):
• Selecteer Verwijd. als u de foto niet wilt behouden.
• Druk op de oproeptoets of selecteer Zenden als u de
afbeelding wilt verzenden. Zie ’Berichten’ op pag. 38,
’Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 81 en ’Online delen’
op pag. 57 voor meer informatie. Deze optie is niet
beschikbaar tijdens een actief gesprek. U kunt de
foto ook tijdens een actief gesprek verzenden naar de
ontvanger van de oproep. Selecteer Verzenden naar
beller (alleen beschikbaar tijdens een actieve oproep).
• Selecteer Toevoegen aan Print basket
als u afbeeldingen wilt toevoegen aan de
afdrukwachtrij zodat u deze later kunt afdrukken.
• Selecteer Posten naar ... als u de foto wilt verzenden
naar een compatibel onlinealbum (alleen beschikbaar
Camera
61
als u een account voor een compatibel onlinealbum
hebt ingesteld. Zie ’Online delen’ op pag. 57).
Selecteer Opties > Instell. als achtergrond als u de
Camera
afbeelding wilt gebruiken als achtergrond in de actieve
stand-by modus.
Selecteer Opties > Inst. als opr. afb. contct als
u de afbeelding wilt instellen als contactfoto voor
een contactpersoon.
Instellingen van fotocamera aanpassen
U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de
fotocamera: instellingen van de actieve werkbalk en
begininstellingen. Zie ’Kleur en belichting aanpassen’
op pag. 63 als u de instellingen van de actieve werkbalk
wilt gebruiken. Als u de camera sluit, worden de
instellingen van de actieve werkbalk weer hersteld, terwijl
de begininstellingen gehandhaafd blijven totdat u deze
weer wijzigt.
Selecteer Opties > Instellingen als u de begininstellingen
wilt wijzigen. Maak vervolgens een keuze uit de
volgende opties:
Afbeeldingskwaliteit – Afdr. 2M – Groot (resolutie
van 1600 x 1200), Afdr. 1M – Norm. (resolutie van
1152 x 864) of MMS 0,3M – Klein (resolutie van
640 x 480). Selecteer Afdr. 2M – Groot of Afdr. 1M –
Norm. als u de afbeelding wilt afdrukken. Selecteer MMS
0,3M – Klein als u de afbeelding via MMS wilt verzenden.
Deze resoluties zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Toevoegen aan album – Hiermee geeft u aan of u de foto
wilt opslaan in een bepaald album in de galerij. Als u Ja
selecteert, wordt een lijst met beschikbare albums
geopend.
Opgenomen afb. weerg. – Selecteer Aan als u de
vastgelegde afbeelding wilt bekijken nadat u deze hebt
gemaakt of selecteer Uit als u direct wilt doorgaan met
het maken van foto's.
Stand.naam afbeelding – Hiermee geeft u de
standaardnaam voor de vastgelegde afbeeldingen op.
Uitgebr. digitale zoom (alleen hoofdcamera) – Selecteer
Aan (continu) als u traploos digitaal en uitgebreid digitaal
wilt zoomen, Aan (onderbroken) als u in digitale en
uitgebreide digitale stappen wilt zoomen en Uit als
u beperkt wilt zoomen terwijl de beeldresolutie
behouden blijft.
Opnametoon – Hiermee selecteert u de toon
die moet klinken bij het maken van een foto.
Gebruikt geheugen – Hiermee geeft u op waar
afbeeldingen moeten worden opgeslagen.
Instellingen herstellen – Selecteer Ja als u de
camera weer wilt instellen op de standaardwaarden.
62
Flash
De flash is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Houd een veilige afstand aan wanneer u de flitser gebruikt.
Richt de flitser niet van dichtbij op mensen of dieren.
Dek de flitser niet af wanneer u een foto maakt.
De camera heeft een LED-flash voor omstandigheden
met weinig licht. De volgende flashmodi zijn beschikbaar
voor de camera: Automatisch (), Rde-ogenrd. (),
Aan () en Uit ().
Selecteer in de actieve werkbalk de gewenste
flashmodus als u de flashmodus wilt wijzigen.
Kleur en belichting aanpassen
Als u de kleuren en belichting van de camera nauwkeuriger
wilt instellen of als u effecten wilt toevoegen aan uw foto's
of video's, gebruikt u de bladertoetsen om over de actieve
werkbalk te navigeren en maakt u een keuze uit de
volgende opties:
Witbalans – Hiermee selecteert u de huidige
belichtingssituatie in de lijst. Met behulp van deze optie
kunt u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.
Belichtingscompensatie (alleen afbeeldingen) – Als u een
opname maakt van een donker onderwerp tegen een zeer
lichte achtergrond, zoals sneeuw, stelt u de belichting in
op +1 of zelfs +2 om de helderheid van de achtergrond te
compenseren. Gebruik -1 of -2 voor lichte voorwerpen
tegen een donkere achtergrond.
Flitsermodus – Hiermee selecteert u de gewenste
flitsmodus. Zie ’Flash’ op pag. 63.
Kleurtoon – Hiermee selecteert u een kleureffect
in de lijst.
Lichtgevoeligheid (alleen afbeeldingen) – Verhoog
de lichtgevoeligheid bij weinig licht als u de kans op
onscherpe of te donkere afbeeldingen wilt verminderen.
Met een hogere gevoeligheid kan de korreligheid van de
afbeeldingen toenemen.
Het scherm wordt aangepast aan de nieuwe instellingen,
zodat u ziet hoe de foto's of video's eruit komen te zien.
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van de
geselecteerde camera.
Wanneer u de camera sluit, worden de
standaardinstellingen weer actief.
Als u een nieuwe scène selecteert, worden de kleur- en
belichtingsinstellingen vervangen door de geselecteerde
scène. Zie ’Scènes’ op pag. 64. U kunt de instellingen zo
nodig wijzigen nadat u een scène hebt geselecteerd.
Camera
63
Scènes
Met een scène krijgt u automatisch de juiste instellingen
voor kleur en belichting voor de huidige omgeving.
Camera
De instellingen van elke scène zijn afgestemd op
een bepaalde stijl of omgeving.
Scènes zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
In de actieve werkbalk kunt u de volgende opties
selecteren:
Videoscènes
Auto () (standaard) en Nacht ()
Afbeeldingsscènes
Auto () (standaard), Gebr. gedef. (), Staand (),
Liggend (), Nacht () en Nacht, staand ().
Wanneer u foto's maakt, is de standaardscène Auto.
Ga naar Gebr. gedef. en selecteer Opties > Wijzigen als
u uw eigen scène geschikt wilt maken voor een bepaalde
omgeving. In de door de gebruiker gedefinieerde scène
kunt u verschillende belichtings- en kleurinstellingen
vastleggen. Selecteer Gebaseerd op modus en selecteer de
gewenste scène als u de instellingen van een andere scène
wilt kopiëren.
Foto's nemen in een reeks
De reeksmodus is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Als u de camera wilt instellen om zes foto's of meer in een
reeks te maken (indien er voldoende geheugen beschikbaar
is), selecteert u in de actieve werkbalk Reeksmodus >
Burst om zes foto's te maken of geeft u op gedurende
hoeveel tijd u foto’s wilt maken. Het aantal gemaakte
foto's hangt af van het beschikbare geheugen.
Druk op als u zes foto's wilt maken. Druk op Annuleer
als u wilt stoppen met het maken van foto's. Houd
ingedrukt als u meer dan zes foto's wilt maken. Laat de
knop los als u wilt stoppen met het maken van foto's.
Het aantal gemaakte foto's hangt af van het beschikbare
geheugen.
Selecteer Reeksmodus en een tijdsinterval om op
te geven gedurende hoeveel tijd u foto's wilt maken.
Druk op als u wilt beginnen met het maken van
foto's. Druk nogmaals op als u wilt stoppen met
het maken van foto's voordat de tijd is verstreken.
Nadat u de foto's hebt gemaakt, worden deze in een raster
in het s cher m weer gege ven. D ruk o p a ls u een foto w ilt
bekijken. Als u een tijdsperiode hebt ingesteld voor het
maken van foto's, wordt de laatst gemaakte foto
weergegeven.
64
U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met
de zelfontspanner. Wanneer u de zelfontspanner gebruikt,
kunt u niet meer dan zes foto's maken.
Druk op als u wilt terugkeren naar
de zoeker in de reeksmodus.
Ga naar de actieve werkbalk en selecteer Reeksmodus >
Enkele opname als u de reeksmodus wilt uitschakelen.
Zelf op de foto met
de zelfontspanner
De zelfontspanner is alleen beschikbaar in de
hoofdcamera.
Met de zelfontspanner kunt u een opname uitstellen
zodat u zelf ook op de foto kunt komen te staan. Ga naar
de actieve werkbalk en selecteer Zelfontspanner >
2seconden, 10 seconden of 20 seconden als u de
vertraging voor de zelfontspanner wilt instellen.
Selecteer Activeren als u de zelfontspanner wilt activeren.
Het apparaat piept wanneer de zelfontspanner actief is.
De foto wordt gemaakt wanneer de geselecteerde
vertraging is verstreken.
Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Zelfontspanner > Uit als u de Zelfontspanner
wilt uitschakelen.
Tip! Selecteer Zelfontspanner > 2 seconden in de
actieve werkbalk zodat uw hand stil is wanneer u een
foto maakt.
Camera
Tips voor het maken
van goede foto's
Beeldkwaliteit
Gebruik de juiste beeldkwaliteit. De camera heeft drie
beeldkwaliteitsmodi (Afdr. 2M – Groot, Afdr. 1M –
Norm. en MMS 0,3M – Klein). Gebruik de instelling
Hoog als u ervoor wilt zorgen dat de camera de beste
beeldkwaliteit produceert die mogelijk is. Let wel: hoe
beter de beeldkwaliteit, des te meer geheugenruimte is er
nodig. Voor MMS- en e-mailbijlagen moet u misschien de
instelling MMS 0,3M – Klein gebruiken. U definieert de
kwaliteit in Opties > Instellingen.
Achtergrond
Gebruik een eenvoudige achtergrond. Voor portretten
en andere foto's met mensen, moet u vermijden dat
het onderwerp zich tegen een rommelige, complexe
achtergrond bevindt, die de aandacht van het onderwerp
zou kunnen afleiden. Verplaats de camera of het
65
onderwerp als dit nodig is. Plaats de camera dichter bij
het onderwerp om duidelijkere portretten te maken.
Camera
Diepte
Wanneer u landschappen en taferelen vastlegt, kunt
u diepte aan uw foto's toevoegen door objecten op de
voorgrond te plaatsen. Als het object op de voorgrond
zich te dicht bij de camera bevindt, wordt het soms wazig.
Belichting
Door de bron, hoeveelheid en richting van het licht te
veranderen, kunnen foto's drastisch veranderen. Hier vindt
u enkele veelvoorkomende belichtingsomstandigheden:
• Lichtbron achter het onderwerp. Plaats het
onderwerp bij voorkeur niet vóór een sterke lichtbron.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of
zichtbaar is in het scherm, bevat de resulterende foto
een zwak contrast, is deze te donker of bevat deze
ongewenste lichteffecten.
• Onderwerp wordt van opzij belicht. Sterke belichting
van opzij geeft een dramatisch effect, maar is soms te
schril, wat teveel contrast oplevert.
• Lichtbron vóór het onderwerp. Fel zonlicht kan tot
gevolg hebben dat de personen hun ogen dichtknijpen.
Bovendien is het contrast vaak te groot.
• Optimale belichting vindt u in situaties met veel
diffuus, zacht licht, bijvoorbeeld op een heldere,
of lichtbewolkte dag of op een zonnige dag in de
schaduw van bomen.
Video's opnemen
1 Houd ingedrukt om de hoofdcamera te activeren.
Selecteer Naar videomodus in de actieve werkbalk als
de camera zich in de Afbeeldingsmodus bevindt.
2 Druk op om de opname te starten. Gebruik in
de modus Staand de bladertoets om een opname te
maken. Het opnamepictogram wordt weergegeven
en er klinkt een geluidssignaal om aan te geven dat de
opname is gestart.
3 Selecteer Stop als u de opname wilt stoppen.
De videoclip wordt automatisch opgeslagen in de
map Afb. en video van Galerij. Zie ’Galerij’ op pag. 49.
De maximumlengte van de videoclip hangt af van het
beschikbare geheugen.
U kunt de opname op elk gewenst moment onderbreken
door Pauze te selecteren. Het pauzepictogram ( )
knippert op het scherm. De video-opname wordt
automatisch gestopt als u de opname onderbreekt
en gedurende één minuut niet op een toets drukt.
Selecteer Doorgaan om de opname te hervatten.
66
Gebruik de volumetoets aan de zijkant van het apparaat
om in of uit te zoomen op het onderwerp. Druk in de
modus Staand op of als u wilt in- of uitzoomen.
Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen
voordat u een video opneemt, gebruikt u de bladertoets om
over de actieve werkbalk te navigeren. Zie ’Kleur en
belichting aanpassen’ op pag. 63 en ’Scènes’ op pag. 64.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de
camera aan de voorkant wilt activeren.
Symbolen voor video-opnamen
In de videozoeker wordt het volgende weergegeven:
1 Het symbool
voor de huidige
opnamemodus.
2 Het symbool voor
ingeschakelde
geluiddemping.
3 De actieve
werkbalk,
waarlangs
u kunt navigeren
voordat u een opname maakt om verschillende items
en instellingen te selecteren. (De werkbalk wordt niet
weergegeven tijdens opnamen.) Zie ’Actieve werkbalk’
op pag. 60.
4 Symbool voor batterijniveau.
5 Het symbool voor de videokwaliteit geeft aan of de
kwaliteit van de video Hoog, Normaal of Delen is.
6 Het bestandstype van de videoclip.
7 De totale beschikbare tijd voor de video-opname.
Tijdens de opname geeft het symbool voor de huidige
videolengte ook de verstreken en resterende tijd aan.
8 De symbolen voor het apparaatgeheugen ( ) en de
geheugenkaart ( ) geven aan waar video's worden
opgeslagen.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u alle
zoekersymbolen wilt weergeven. Selecteer Pictogram
verbergen als u alleen de videosymbolen en tijdens de
opname de beschikbare opnametijd, de zoombalk bij
gebruik van de zoomfunctie en de selectietoetsen wilt
weergeven.
Na het opnemen van een video
Nadat u een videoclip hebt opgenomen, selecteert
u het volgende in de actieve werkbalk (alleen beschikbaar
als Opgenomen video tonen is ingesteld op Aan in
de video-instellingen):
• Selecteer Afspelen als u de zojuist opgenomen
videoclip meteen wilt afspelen.
• Selecteer Verwijd. als u de video niet wilt behouden.
• Als u de videoclip via een MMS-bericht, e-mailbericht
of Bluetooth-connectiviteit wilt verzenden, drukt u op
Camera
67
de beltoets of selecteert u Zenden. Zie ’Berichten’
op pag. 38, ’Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 81
en ’Online delen’ op pag. 57 voor meer informatie.
Camera
Deze optie is niet beschikbaar tijdens een actief
gesprek. Videoclips in MP4-indeling kunnen mogelijk
niet als multimediabericht worden verzonden. U kunt
de videoclip ook tijdens een actief gesprek verzenden
naar de ontvanger van het gesprek.
Selecteer Verzenden naar beller.
• Als u de videoclip wilt laden naar een compatibel online
album, selecteert u Posten naar ... (alleen beschikbaar
als u een account hebt ingesteld voor een compatibel
online album. Zie ’Online delen’ op pag. 57).
Video-instellingen
U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de
videorecorder: Videoconfiguratie en begininstellingen.
Zie ’Kleur en belichting aanpassen’ op pag. 63 voor meer
informatie over het aanpassen van de instellingen voor
Videoconfiguratie. Als u de camera sluit, worden de
standaardinstellingen voor video's weer hersteld, terwijl
de begininstellingen gehandhaafd blijven totdat u deze
weer wijzigt. Selecteer Opties > Instellingen als u de
begininstellingen wilt wijzigen. Maak vervolgens een
keuze uit de volgende opties:
Videokwaliteit – Stel de kwaliteit van de videoclip in
op Hoog (beste kwaliteit voor lange-termijngebruik of
voor afspelen op een compatibele tv of pc en handset),
Normaal (standaardkwaliteit voor afspelen via uw
handset), of Delen (videoclip van beperkte omvang om
in een multimediabericht te verzenden). Als u de video op
een compatibele tv of pc wilt bekijken, kiest u Hoog, met
QVGA-resolutie (320 x 240) en de bestandsindeling .mp4.
Selecteer Delen (QCIF-resolutie, bestandsindeling .3GP) als
u de videoclip via MMS wilt verzenden. Een videoclip die
is opgenomen met Delen, kan maximaal 300 kB groot zijn
(een lengte van ongeveer 20 seconden). U kunt deze dan
eenvoudig als multimediabericht verzenden naar een
compatibel apparaat.
Geluidsopname – Selecteer Dempen als u geen geluid
wilt opnemen.
Toevoegen aan album – Selecteer of u de opgenomen
videoclip wilt toevoegen aan een bepaald album in
Galerij. Selecteer Ja als u een lijst met beschikbare
albums wilt openen.
Opgenomen video tonen – Selecteer of u het eerste
beeld van de opgenomen videoclip wilt weergeven zodra
de opname is voltooid. Selecteer Afspelen in de actieve
werkbalk (hoofdcamera) of Opties > Afspelen
(tweede camera) als u de videoclip wilt bekijken.
68
Standaardnaam video – Geef de standaardnaam
voor de vastgelegde videoclips op.
Gebruikt geheugen – Geef de standaard-
geheugenopslag op.
Instellingen herstellen – Selecteer Ja als u de camera
weer wilt instellen op de standaardwaarden.
Camera
69
Web
Web
Druk op en selecteer Web (netwerkdienst).
Tip! Houd in de stand-by modus ingedrukt
om de Web-browser te starten.
Met de Webbrowser kunt u HTML-webpagina's (HyperText
Markup Language) op internet weergeven zoals deze
oorspronkelijk zijn ontworpen. U kunt ook bladeren door
webpagina's die XHTML (eXtensible HyperText Markup
Language) of WML (Wireless Markup Language) gebruiken
en specifiek zijn ontworpen voor mobiele apparaten.
Met Web kunt u in- en uitzoomen op een pagina, de
Miniweergave en het paginaoverzicht gebruiken om
over pagina's te navigeren, webfeeds en blogs te lezen,
webpagina's van een bookmark te voorzien en inhoud
te downloaden.
Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid
en tarieven van diensten. De serviceprovider kan u ook
instructies geven voor het gebruik van deze diensten.
Als u de Web browser wilt gebruiken, hebt u een
toegangspunt nodig om verbinding te maken met
internet. Zie ’Toegangspunten’ op pag. 136.
70
Op internet surfen
Ga naar een webpagina door in de weergave Bookmarks
een bookmark te selecteren of het adres in te voeren in
het veld (). Druk vervolgens op.
Druk op als u koppelingen wilt openen en items
wilt selecteren.
Selecteer Opties > Ga naar webadres als u een nieuw
te bezoeken webadres wilt invoeren.
Tip! Druk op en selecteer een bookmark als
u een webpagina wilt bezoeken die als bookmark
is opgeslagen in de weergave Bookmarks.
Selecteer Opties > Navigatieopties > Opnieuw laden
als u de meest recente versie van de pagina wilt ophalen
vanaf de server.
Selecteer Opties > Opslaan als bookmark als u het
webadres van de huidige pagina wilt opslaan als bookmark.
Selecteer Terug (beschikbaar als Geschiedenislijst is
ingesteld in de browserinstellingen en de huidige pagina
niet de eerste pagina is die u bezoekt) als u de visuele
geschiedenis wilt gebruiken om tijdens het surfen
snapshots van de bezochte pagina's te maken. Selecteer
de pagina als u naar een eerder bezochte pagina wilt gaan.
Selecteer Opties > Instrumenten > Pagina opslaan
als u een pagina wilt opslaan tijdens het surfen.
U kunt pagina's opslaan en er later, offline, doorheen
bladeren. U kunt deze opgeslagen pagina's ook groeperen
in mappen. Selecteer Opties > Bookmarks > Opgeslagen
pagina's om toegang te krijgen tot de pagina's die u hebt
opgeslagen.
Selecteer Opties > Dienstopties (indien ondersteund door
de webpagina) als u een sublijst met opdrachten of acties
voor de geopende pagina wilt openen.
Sneltoetsen tijdens het surfen over het internet
• Druk op om uw bookmarks te openen.
• Druk op om trefwoorden te zoeken op de
huidige pagina.
• Druk op om terug te keren naar de vorige pagina.
• Druk op om een lijst met alle open vensters
weer te geven.
• Druk op om het huidige venster te sluiten als er
twee of meer venster geopend zijn.
• Druk op om het paginaoverzicht van de huidige
pagina weer te geven. Druk nogmaals op als u wilt
inzoomen en het gewenste gedeelte van de pagina
wilt weergeven.
• Druk op om een nieuw webadres in te voeren.
• Druk op om naar de startpagina te gaan.
• Druk op of om in of uit te zoomen op
de pagina.
Zoeken in tekst
Zoek op de huidige webpagina naar een trefwoord door
Opties > Zoeken > Tekst te selecteren en een trefwoord in
te voeren. Druk op als u naar het vorige item wilt gaan.
Druk op als u naar het volgende item wilt gaan.
Tip! U kunt ook naar trefwoorden op de pagina zoeken
door op te drukken.
Werkbalk in de browser
Met de werkbalk kunt u veelgebruikte functies in
de browser selecteren. Als u de werkbalk wilt openen
houdt u ingedrukt op een lege plek van een
webpagina. Druk op of als u over de werkbalk wilt
navigeren. Druk op als u een functie wilt selecteren.
In de werkbalk kunt u de volgende opties selecteren:
• Veelgebr. koppelingen om een lijst met vaak
bezochte webadressen weer te geven.
• Paginaoverzicht om het overzicht van de
huidige webpagina weer te geven.
• Zoeken om trefwoorden te zoeken op de
huidige pagina.
• Opnieuw laden om de pagina te vernieuwen.
• Abonner. op webfeeds (indien beschikbaar) om
een lijst met beschikbare webfeeds op de huidige
webpagina weer te geven en om u te abonneren
op een webfeed.
Web
71
Items downloaden en aanschaffen
Web
U kunt onder andere beltonen, afbeeldingen, logo's,
thema's en videoclips downloaden. Deze items worden
gratis aangeboden of u kunt ze aanschaffen. Gedownloade
items worden verder verwerkt door de bijbehorende
toepassingen in het apparaat. Een gedownloade foto
kunt u bijvoorbeeld opslaan in Galerij.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen
en andere software van betrouwbare bronnen, zoals
toepassingen die een Symbian-ondertekening dragen
of die de Java-Verified
1 Klik op de koppeling als u het item wilt downloaden.
2 Selecteer de optie waarmee u het item aanschaft,
bijvoorbeeld Kopen.
3 Lees alle informatie nauwkeurig door.
Selecteer Accept. als u het item wilt downloaden.
Selecteer Annuleer als u het item niet wilt
downloaden.
Als u het downloaden start, krijgt u een lijst te zien van de
lopende en voltooide downloads tijdens de huidige sessie.
Selecteer Opties > Downloads als u ook de lijst wilt
weergeven. Ga naar een item in de lijst en selecteer Opties
als u lopende downloads wilt annuleren of voltooide
downloads wilt openen, opslaan of verwijderen.
TM
test hebben doorstaan.
Miniweergave
Met Miniweergave kunt u over webpagina's met
grote hoeveelheden informatie navigeren. Wanneer
Miniweergave is ingesteld in de browserinstellingen en
u een grote webpagina weergeeft, wordt Miniweergave
geopend en een overzicht van de bezochte webpagina
weergegeven. Druk op , , of als u naar de
Miniweergave wilt gaan. Stop met bladeren wanneer u de
gewenste informatie hebt gevonden. De Miniweergave
verdwijnt en de geselecteerde locatie wordt weergegeven.
Selecteer Opties > Instellingen > Algemeen >
Miniweergave > Aan als u Miniweergave wilt instellen.
Paginaoverzicht
Wanneer u een webpagina met een grote hoeveelheid
informatie bekijkt, kunt u Paginaoverzicht gebruiken
om te bekijken welke informatie de pagina bevat.
Druk op als u het paginaoverzicht van de huidige
pagina wilt weergeven. Druk op , , of
als u naar het gewenste punt op de pagina wilt zoeken.
Druk nogmaals op als u wilt inzoomen en het
gewenste gedeelte van de pagina wilt weergeven.
72
Webfeeds en blogs
Webfeeds zijn XML-bestanden op de pagina's die worden
gebruikt door de weblogcommunity en nieuwsorganisaties
om de meest recente koppen of tekst te delen, bijvoorbeeld
nieuwsfeeds. Blogs of weblogs zijn dagboeken op het web.
De meeste webfeeds gebruiken RSS- en ATOMtechnologie. Webfeeds worden veel toegepast op web-,
blog- en wikipagina's.
De Web-browser stelt automatisch vast of een webpagina
webfeeds bevat. Selecteer Opties > Abonneren als u zich
wilt abboneren op een webfeed. Selecteer in de weergave
Bookmarks de optie Webfeeds als u wilt bekijken op welke
webfeeds u bent geabonneerd.
Werk een webfeed bij door deze te selecteren
en Opties > Vernieuwen te selecteren.
Selecteer Opties > Instellingen > Webfeeds als u wilt
opgeven hoe de webfeeds moeten worden bijgewerkt.
Zie ’Instellingen’ op pag. 75.
Beveiliging van de verbinding
Als tijdens een verbinding het beveiligingssymbool
wordt weergegeven, is de gegevensoverdracht tussen het
apparaat en de internetgateway of -server gecodeerd.
Het veiligheidssymbool geeft niet aan dat de
gegevensoverdracht tussen de gateway en de
contentaanbieder (of de locatie waar de aangevraagde
bron is opgeslagen) veilig is. De serviceprovider beveiligt
de gegevensoverdracht tussen de gateway en de
contentaanbieder.
Voor een aantal diensten, zoals bankdiensten, zijn mogelijk
beveiligingscertificaten vereist. Als de identiteit van
de server niet authentiek is of als u niet over het juiste
beveiligingscertificaat beschikt, wordt een melding
weergegeven. Neem voor meer informatie contact op met
uw serviceprovider. Zie ook ’Certificaatbeheer’ op pag. 130
voor meer informatie over certificaten en details hiervan.
De weergave Bookmarks
In de weergave Bookmarks kunt u webadressen selecteren
uit een lijst of uit een verzameling bookmarks in de map
Autom. bookmarks. U kunt ook direct in het veld de URL
invoeren van de webpagina die u wilt bezoeken ().
De startpagina die voor het standaardtoegangspunt
is gedefinieerd.
U kunt URL's opslaan als bookmarks terwijl u op internet
surft. U kunt adressen die u in een bericht hebt ontvangen,
ook opslaan als bookmarks. Daarnaast kunt u opgeslagen
bookmarks verzenden.
Web
73
Druk op of selecteer Opties > Bookmarks als
u de weergave Bookmarks wilt openen terwijl u aan
Web
het surfen bent.
Selecteer Opties > Bookmarkbeheer > Bewerken als u de
details van een bookmark wilt bewerken, zoals de titel.
In de weergave Bookmarks kunt u ook andere
browsermappen opgeven. Met de Webbrowser kunt
u tijdens het surfen over het internet webpagina's opslaan.
In de map Opgesl. pagina's kunt u de inhoud bekijken van
de pagina's die u offline hebt opgeslagen.
In de Webbrowser wordt ook bijgehouden welke pagina's
u tijdens het surfen bezoekt. In de map Autom. bookmrks
kunt u een lijst met bezochte webpagina's weergeven.
In Webfeeds kunt u opgeslagen koppelingen weergeven
naar webfeeds en blogs waarop u zich hebt geabonneerd.
Webfeeds worden vaak gebruikt op webpagina's van
belangrijke nieuwsorganisaties, in persoonlijke weblogs,
door online community's die de meest recente koppen
bieden en in overzichten van artikelen. In webfeeds
wordt RSS- en ATOM-technologie gebruikt.
Verbinding verbreken
Selecteer Opties > Instrumenten > Verbind. verbreken
als u de verbinding wilt verbreken en de browserpagina
offline wilt weergeven. Selecteer Opties > Afsluiten als
u de verbinding wilt verbreken en de browser wilt sluiten.
Als u op de beëindigingstoets drukt, wordt de verbinding
niet verbroken, maar wordt de browser naar de
achtergrond verplaatst.
netwerkserver verzamelt over uw bezoeken aan
verschillende webpagina's.
De cache leegmaken
De opgevraagde gegevens of diensten worden
opgeslagen in het cachegeheugen van het apparaat.
Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om
gegevens tijdelijk op te slaan. Als u toegang hebt gezocht
of gehad tot vertrouwelijke informatie waarvoor u een
wachtwoord moet opgeven, kunt u de cache van het
apparaat na gebruik beter legen. De informatie of de
diensten waartoe u toegang hebt gehad, worden namelijk
in de cache opgeslagen. Selecteer Opties > Privacyggvns
wissen > Cache wissen als u de cache wilt wissen.
74
Instellingen
Selecteer Opties > Instellingen en maak een keuze
uit de volgende opties:
Algemene instellingen
Toegangspunt – Hiermee wijzigt u het
standaardtoegangspunt. Zie ’Verbinding’ op pag. 135.
Sommige of alle toegangspunten kunnen door de
serviceprovider vooraf zijn ingesteld voor het apparaat;
het is wellicht niet mogelijk deze instellingen te wijzigen
of verwijderen of om nieuwe instellingen toe te voegen.
Homepage – Hiermee definieert u de homepage.
Miniweergave – Hiermee schakelt u Miniweergave
in of uit. Zie ’Miniweergave’ op pag. 72.
Geschiedenislijst – Schakel Geschiedenislijst in als
u tijdens het surfen Terug wilt selecteren om een lijst
weer te geven met de pagina's die u hebt bezocht
tijdens de huidige sessie.
Veiligheidswrschwngn – Hiermee verbergt of toont
u veiligheidswaarschuwingen.
Java/ECMA-script – Hiermee schakelt u het gebruik
van scripts in of uit.
Pagina-instellingen
Inhoud laden – Hiermee selecteert u of u afbeeldingen
en andere objecten wilt laden tijdens het surfen.
Als u Alleen tekst hebt geselecteerd, selecteert
u Opties > Instrumenten > Afbeeldingen laden
wanneer u afbeeldingen of objecten later tijdens
het surfen wilt laden.
Schermformaat – Hiermee schakelt u tussen de weergave
Volledig scherm en de normale weergave met de
lijst Opties.
Standaardcodering – Als teksttekens niet correct worden
weergegeven, kunt u een andere codering selecteren op
basis van de taal voor de huidige pagina.
Lettergrootte – Hiermee geeft u de lettergrootte
voor webpagina's op.
Pop-ups blokkeren – Hiermee staat u toe of voorkomt
u dat verschillende pop-upvensters tijdens het surfen
automatisch worden geopend
Autom. opnieuw laden – Selecteer Aan als u wilt dat
webpagina's automatisch worden vernieuwd tijdens
het surfen.
Privacy-instellingen
Autom. bookmarks – Hiermee schakelt u het
automatisch verzamelen van bookmarks in of uit.
Selecteer Map verbergen als u de adressen van de
Web
75
bezochte webpagina's wilt blijven opslaan in de map
Autom. bookmrks.
Web
Formulierggvns opslaan – Selecteer Uit als u niet wilt dat
de gegevens die u op de verschillende formulieren van de
webpagina invult, worden opgeslagen en de volgende
keer worden gebruikt wanneer u de pagina opent.
Cookies – Hiermee schakelt u het ontvangen en
verzenden van cookies in of uit.
Instellingen voor webfeeds
Automatische updates – Hiermee geeft u op of webfeeds
automatisch moeten worden bijgewerkt en zo ja, hoe vaak
dit moet gebeuren en welke verbinding moet worden
gebruikt. Als u de toepassing zodanig instelt dat webfeeds
automatisch worden opgehaald, kan dit ertoe leiden dat
grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de
serviceprovider worden verzonden. Neem contact op met
uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten
van gegevensoverdracht.
Toeg.p. voor autom. aanp. (alleen beschikbaar als de optie
Automatische updates is geselecteerd) – Hiermee kunt
u het toegangspunt selecteren dat bij het bijwerken moet
worden gebruikt.
76
Tools
Bestandsbeheer
Druk op en selecteer Instrumenten > Best.beh.
als u door bestanden en mappen wilt bladeren.
De weergave van het apparaatgeheugen ()
wordt geopend. Druk op om de weergave
van de geheugenkaart te openen ().
Als u naar een bestand wilt zoeken, selecteer dan Opties >
Zoeken en het geheugen waarin u wilt zoeken. Voer de
bestandsnaam als zoektekst in.
Selecteer Opties > Gegevens geheugen als u wilt bekijken
welke gegevenstypen het apparaat bevat en hoeveel
geheugen wordt gebruikt door de verschillende
gegevenstypen. De hoeveelheid beschikbaar
geheugen wordt weergegeven in Vrij geheugen.
Geheugen bijna vol - geheugen
vrijmaken
Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen om
gegevens op te slaan. U krijgt een melding als er bijna
geen geheugen meer is.
Tools
U kunt apparaatgeheugen vrijmaken door
gegevens over te brengen naar een compatibele pc.
Als u gegevens wilt verwijderen om geheugen vrij te
maken, gebruikt u Bestandbeheer om bestanden te
verwijderen die u nodig hebt of om naar de betreffende
toepassing te gaan. U kunt bijvoorbeeld de volgende items
verwijderen:
• Berichten in de mappen in Berichten en e-mails
die uit de mailbox zijn opgehaald
• Opgeslagen webpagina's
• Contactgegevens
• Agendanotities
• Toepassingen in Toep.beheer die u niet nodig hebt
Geheugenkaart
Druk op en selecteer Instrumenten > Hulpprogr. >
Geheugen.
Selecteer Opties > Reservekopie als u een back-up van
gegevens in het apparaatgeheugen wilt opslaan op een
compatibele geheugenkaart (indien beschikbaar).
Het apparaat stelt u op de hoogte als de geheugenkaart
onvoldoende vrije ruimte bevat om een back-up te maken.
77
Selecteer Opties > Herst. vanaf massageh. als u gegevens
vanaf de compatibele geheugenkaart wilt terugzetten naar
Tools
het apparaatgeheugen.
Wanneer een geheugenkaart wordt geformatteerd, gaan
alle gegevens op de kaart definitief verloren. Sommige
geheugenkaarten zijn voorgeformatteerd. Andere kaarten
moet u zelf eerst formatteren. Raadpleeg uw leverancier
om te achterhalen of u de geheugenkaart moet
formatteren voor het eerste gebruik.
Selecteer Opties > Massageh. formatt. als u een
geheugenkaart wilt formatteren. Selecteer Ja ter
bevestiging.
Spraakopdrachten
U kunt het apparaat besturen met behulp van
spraakopdrachten. Zie ’Spraakgestuurd bellen’ op pag. 117
voor meer informatie over de uitgebreide
spraakopdrachten die door het apparaat worden
ondersteund.
Als u uitgebreide spraakopdrachten voor het starten
van toepassingen en profielen wilt activeren, moet u de
toepassing Spraakopdr. en de bijbehorende map Profielen
openen. Druk op en selecteer Instrumenten >
Hulpprogr. > Spraakopdr. > Profielen. Het apparaat
maakt spraaklabels aan voor de toepassingen en profielen.
Als u uitgebreide spraakopdrachten wilt gebruiken, houdt
u de rechterselectietoets ingedrukt in de stand-by modus
en spreekt u de spraakopdracht in. De spraakopdracht is de
naam van de toepassing of het profiel in de lijst.
Selecteer Opties > Nieuwe toepassing als u meer
toepassingen wilt toevoegen aan de lijst. Als u een tweede
spraakopdracht wilt toevoegen waarmee u de toepassing
kunt starten, selecteert u Opties > Opdracht wijzigen
en voert u de nieuwe spraakopdracht als tekst in.
Vermijd heel korte namen, afkortingen en acroniemen.
Selecteer Opties > Afspelen als u het
samengestelde spraaklabel wilt beluisteren.
Selecteer Opties > Instellingen als u de instellingen voor
spraakopdrachten wilt wijzigen. Selecteer Synthesizer >
Uit als u de synthesizer wilt uitschakelen waarmee de
herkende spraaklabels en opdrachten in de geselecteerde
apparaattaal worden afgespeeld. Selecteer Spraakaanp.
verwijderen als u het leren van spraakherkenning opnieuw
wilt instellen, bijvoorbeeld wanneer de hoofdgebruiker van
het apparaat is veranderd.
78
Verbindingen
WLAN (draadloos LAN)
Het apparaat ondersteunt WLAN (draadloos LAN). Met
WLAN kunt u met het apparaat verbinding maken met
internet en compatibele apparaten die mogelijkheden
bieden voor WLAN. Zie ’Eigen netwerk met Galerij’ op
pag. 57 en ’Eigen netwerk met Music Player’ op pag. 23
voor meer informatie over het gebruik van het apparaat
met andere compatibele UPnP-apparaten via een WLAN.
Als u een WLAN wilt gebruiken, moet er een WLAN
beschikbaar zijn op de plaats waar u zich bevindt.
Daarnaast moet het apparaat zijn verbonden met
het WLAN.
In sommige gebieden, zoals Frankrijk, gelden restricties
op het gebruik van draadloos LAN. Raadpleeg de lokale
autoriteiten voor meer informatie.
Als functies gebruik maken van een WLAN of
als dergelijke functies op de achtergrond worden
uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit
extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van
de batterij af.
Het apparaat ondersteunt de volgende voorzieningen
van een WLAN:
met sleutels tot 128 bit, WPA-toegang (Wi-Fi
Protected Access) en 802.1x-coderingsmethoden.
Deze functies kunnen alleen worden gebruikt als
het netwerk hiervoor ondersteuning biedt.
WLAN-verbindingen
Als u WLAN wilt gebruiken, moet u een
internettoegangspunt maken in een WLAN. Gebruik
het toegangspunt voor toepassingen die verbinding met
internet moeten hebben. Zie ’WLAN-toegangspunten’
op pag. 81.
Belangrijk: Schakel altijd een van de beschikbare
encryptiemethoden in om de beveiliging van uw
draadloze LAN-verbinding te vergroten. Het gebruik
van encryptie verkleint het risico van onrechtmatige
toegang tot uw gegevens.
Er wordt een WLAN-verbinding tot stand gebracht
als u een gegevensverbinding maakt met een
Verbindingen
79
internettoegangspunt voor een WLAN. De actieve
LAN-verbinding wordt verbroken wanneer u de
laatste toepassing sluit die de verbinding gebruikt.
Zie ’Verbindingsbeheer’ op pag. 85 voor informatie
over hoe u alle verbindingen gelijktijdig beëindigt.
U kunt een WLAN gebruiken tijdens een gesprek of
Verbindingen
wanneer pakketgegevens actief zijn. U kunt met maximaal
één WLAN-toegangspunt tegelijkertijd verbinding hebben,
maar verschillende toepassingen kunnen hetzelfde
internettoegangspunt gebruiken.
Wanneer het profiel Offline is ingesteld voor het apparaat,
kunt nog steeds een WLAN gebruiken (indien beschikbaar).
Zorg ervoor dat u voldoet aan de veiligheidseisen wanneer
u een WLAN-verbinding tot stand brengt en gebruikt.
Tip! Als u het unieke MAC-adres (Media Access
Control) voor het apparaat wilt controleren, typt
u *#62209526# in de stand-by modus.
De WLAN-wizard
De WLAN-wizard helpt u om verbinding te maken
met een WLAN en uw WLAN-verbindingen te beheren.
De WLAN-wizard toont de status van uw WLANverbindingen in de actieve stand-by modus. Ga naar
de rij met de status en druk op als u de beschikbare
opties wilt weergeven.
Als de zoekresultaten van gedetecteerde WLAN's worden
weergegeven, bijvoorbeeld WLAN-netw. gevonden,
maakt u een internettoegangspunt en start u de
webbrowser met dit toegangspunt door de status
Browsen starten en het netwerk te selecteren.
Als u een beveiligd WLAN selecteert, wordt
u gevraagd om de betreffende wachtwoorden in te voeren.
Als u verbinding wilt maken met een verborgen netwerk,
moet u de juiste netwerknaam invoeren (SSID, Service
Set Identifier). Selecteer Nieuw WLAN als u een nieuw
toegangspunt voor een verborgen WLAN wilt maken.
Nadat u de vereiste gegevens hebt ingevoerd,
wordt de verbinding automatisch getest.
Als u verbinding hebt met een WLAN, wordt de naam
van het internettoegangspunt weergegeven. Selecteer
de status en selecteer Doorgaan met browsen als u dit
internettoegangspunt wilt gaan gebruiken voor de
webbrowser. Selecteer de status en selecteer WLAN-verb.
verbrkn als u de verbinding met het WLAN wilt verbreken.
Als de scanfunctie voor WLAN's is uitgeschakeld en u geen
verbinding hebt met een WLAN, wordt WLAN-scan uit
weergegeven. Ga naar de rij met de status en druk op
als u de scanfunctie wilt inschakelen om te zoeken naar
beschikbare WLAN's.
Selecteer een status en Zoeken naar WLAN als u wilt
zoeken naar beschikbare WLAN's. Selecteer een status
80
en WLAN-scan uit als u de scanfunctie voor WLAN's
wilt uitschakelen.
Druk op en selecteer Instrumenten > WLAN-wiz.
als u de WLAN-wizard in het menu wilt openen.
WLAN-toegangspunten
Druk op en selecteer Instrumenten > WLAN-wiz.
als u wilt zoeken naar de beschikbare WLAN's binnen
het bereik.
Selecteer Opties en maak een
keuze uit de volgende opties:
WLAN-netwrkn filteren – Hiermee filtert u WLAN's uit de
lijst met gevonden netwerken. De geselecteerde netwerken
worden eruit gefilterd wanneer de toepassing de volgende
keer naar WLAN's zoekt.
Details – Hiermee geeft u de details van een netwerk in
de lijst weer. Als u een actieve verbinding selecteert,
worden de verbindingsgegevens weergegeven.
Toeg.punt definiëren – Hiermee maakt u een
internettoegangspunt in een WLAN.
Toegangspunt bwrkn – Hiermee bewerkt u de
gegevens van een bestaand internettoegangspunt.
U kunt ook Verb.beh. gebruiken om
internettoegangspunten te maken.
Bedieningsmodi
Een WLAN kent twee modi: infrastructuur en adhoc.
In de infrastructuurmodus zijn twee soorten communicatie
mogelijk: draadloze apparaten zijn met elkaar verbonden
via een WLAN-toegangspunt of draadloze apparaten zijn
op een LAN aangesloten via een WLAN-toegangspunt.
In de ad-hocmodus kunnen apparaten onderling
rechtstreeks gegevens verzenden en ontvangen.
Zie ’Toegangspunten’ op pag. 136 als u een
internettoegangspunt wilt maken voor een
ad-hocnetwerk.
Bluetooth-connectiviteit
Met Bluetooth-connectiviteit kunt u een draadloze
verbinding tot stand brengen met andere compatibele
apparaten. Dit kunnen apparaten zijn als mobiele telefoons
en computers, en toebehoren als hoofdtelefoons en carkits.
Met de Bluetooth-technologie kunt u afbeeldingen,
notities en video-, muziek- en geluidsclips verzenden,
een draadloze verbinding tot stand brengen met een
compatibele pc (bijvoorbeeld voor bestandsoverdracht)
of een verbinding tot stand brengen met een compatibele
printer om afbeeldingen af te drukken met Afb.
afdrukken. Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 56.
Verbindingen
81
De twee apparaten mogen maximaal 10 meter van elkaar
zijn verwijderd, hoewel de verbinding wel hinder kan
ondervinden van obstakels, zoals muren of andere
elektronische apparaten.
Het apparaat is compatibel met Bluetooth-specificatie 2.0,
die de volgende profielen ondersteunt: Advanced Audio
Verbindingen
Distribution Profile, Basic Imaging Profile, Dial-up
Networking Profile, File Transfer Profile, Generic Object
Exchange Profile, Generic Access Profile, Hands-Free
Profile, Headset Profile, Object Push Profile en Serial Port
Profile. Gebruik door Nokia goedgekeurde toebehoren
voor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit
met andere apparatuur die Bluetooth-connectiviteit
ondersteunt. Informeer bij de fabrikanten van andere
apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat.
Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het
gebruik van Bluetooth-connectiviteit. Raadpleeg de lokale
autoriteiten of serviceprovider voor meer informatie.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-connectiviteit
of als dergelijke functies op de achtergrond worden
uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit
extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de
batterij af.
Als het apparaat is vergrendeld, kunt u de Bluetoothconnectiviteit niet gebruiken. Zie ’Telefoon en SIM-kaart’
op pag. 129 voor meer informatie over het vergrendelen
van apparaten.
Instellingen
Druk op en selecteer Instrumenten > Bluetooth.
Wanneer u de toepassing de eerste keer opent, wordt
u gevraagd een naam te definiëren voor het apparaat.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Bluetooth – Stel de Bluetooth-connectiviteit eerst in op
Aan en maak vervolgens verbinding als u een draadloze
verbinding met een ander compatibel apparaat wilt maken.
Selecteer Uit als u Bluetooth-connectiviteit wilt
uitschakelen.
Waarneembrh. tel. – Selecteer Waarneembaar als het
apparaat mag worden gedetecteerd door andere apparaten
via Bluetooth-connectiviteit. Selecteer Periode opgeven
als u wilt instellen na hoeveel tijd de zichtbaarheid wordt
veranderd van weergegeven in verborgen. Selecteer
Verborgen als u het apparaat wilt verbergen voor
andere apparaten.
Naam van mijn telef. – Wijzig de naam die wordt
weergegeven aan andere apparaten die draadloze
Bluetooth-technologie gebruiken.
Externe SIM-modus – Selecteer Aan als u een ander
apparaat wilt inschakelen, zoals een compatibele carkit,
om via de SIM-kaart in het apparaat verbinding te maken
met het netwerk. Zie ’Externe SIM-modus’ op pag. 84 voor
meer informatie.
82
Beveiligingstips
Selecteer Bluetooth > Uit of Waarneembrh. tel. >
Verborgen als u geen gebruik maakt van Bluetooth-
connectiviteit. Zodoende kunt u beter beheren wie uw
apparaat kan detecteren met Bluetooth-connectiviteit
en kunt u hiermee verbinding maken.
Accepteer geen verbindingsaanvragen van en koppel het
apparaat niet aan een onbekend apparaat. Zodoende kunt
u het apparaat beter beschermen tegen schadelijke inhoud.
Gegevens verzenden met behulp
van Bluetooth-connectiviteit
Er kunnen verschillende Bluetooth-verbindingen tegelijk
actief zijn. Als u bijvoorbeeld verbonden bent met een
compatibele hoofdtelefoon, kunt u tegelijkertijd ook
bestanden uitwisselen met een ander compatibel apparaat.
Zie ’Belangrijke symbolen’ op pag. 81 voor meer
informatie over symbolen voor Bluetooth-connectiviteit.
Tip! Als u tekst wilt verzenden via Bluetoothconnectiviteit, open dan Notities, schrijf de tekst
en selecteer Opties > Zenden > Via Bluetooth.
1 Open de toepassing waarin het item dat u wilt
verzenden, is opgeslagen. Open Galerij als
u bijvoorbeeld een afbeelding wilt verzenden
naar een ander compatibel apparaat.
2 Selecteer het item en Opties > Zenden >
Via Bluetooth. Apparaten met Bluetooth-
connectiviteit die zich binnen het bereik bevinden,
worden weergegeven in het scherm.
Apparaatpictogrammen: computer, telefoon,
audio- of video-apparaat en een ander
apparaat.
Selecteer Stop als u de zoekopdracht wilt onderbreken.
3 Selecteer het apparaat waarmee u verbinding
wilt maken.
4 Als koppeling met het andere apparaat vereist is,
hoort u een geluidssignaal en moet u een wachtwoord
opgeven. Zie ’Apparaten koppelen’ op pag. 83.
5 Als de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt
het bericht Gegevens worden verzonden.
Tip! Het kan zijn dat bij het zoeken naar apparaten
voor sommige apparaten alleen de unieke adressen
worden weergeven (apparaatadressen). Als u wilt
weten wat het unieke adres van uw apparaat is,
geeft u de code *#2820# op in de stand-by modus.
Apparaten koppelen
Druk in de beginweergave Bluetooth van de toepassing
op als u het apparaat wilt koppelen met compatibele
apparaten en de gekoppelde apparaten wilt weergeven.
Stel voordat u de koppeling uitvoert uw wachtwoord in
(1–16 cijfers) en spreek met de eigenaar van het andere
Verbindingen
83
apparaat af hetzelfde wachtwoord te gebruiken.
Bij apparaten zonder gebruikersinterface wordt het
wachtwoord gebruikt dat in de fabriek is ingesteld.
Het wachtwoord is voor eenmalig gebruik.
1 Selecteer Opties > Nw gekoppeld app. als u het
Verbindingen
apparaat wilt koppelen aan een ander apparaat.
Apparaten met Bluetooth-connectiviteit die zich
binnen het bereik bevinden, worden weergegeven
in het scherm.
2 Selecteer het apparaat en voer het wachtwoord in.
Op het andere apparaat moet hetzelfde wachtwoord
worden ingevoerd.
Sommige audiotoebehoren maken na koppeling
automatisch verbinding met het apparaat. Navigeer anders
naar het toebehoren en selecteer Opties > Verb. met
audioapparaat.
Gekoppelde apparaten zijn te herkennen aan het
symbool in de lijst met apparaten.
Als u gekoppelde apparaten wilt instellen als geautoriseerd
of niet-geautoriseerd, gaat u naar een apparaat en maakt
u een keuze uit de volgende opties:
Geautoriseerd – Uw apparaat en dit apparaat kunnen
zonder uw medeweten verbinding maken. U hoeft de
verbinding niet afzonderlijk te accepteren of autoriseren.
Gebruik deze optie voor uw eigen apparaten, zoals uw
compatibele hoofdtelefoon of pc of voor apparaten
van mensen die u vertrouwt. geeft geautoriseerde
apparaten aan in de weergave voor gekoppelde apparaten.
Niet geautoriseerd – Verbindingsverzoeken van dit
apparaat moeten altijd afzonderlijk worden geaccepteerd.
Ga naar het apparaat en selecteer Opties > Verwijderen
als u een koppeling wilt annuleren. Selecteer Opties >
Alle verwijderen als u alle koppelingen wilt annuleren.
Gegevens ontvangen met behulp
van Bluetooth-connectiviteit
Als u gegevens ontvangt via Bluetooth-connectiviteit,
hoort u een geluidssignaal en wordt u gevraagd of u het
bericht wilt ontvangen. Als u bevestigend antwoordt,
verschijnt en wordt het item in de map Inbox in
Berichten geplaatst. Berichten die zijn ontvangen via
Bluetooth-connectiviteit, worden aangeduid met.
Zie ’Inbox – berichten ontvangen’ op pag. 41.
Externe SIM-modus
Als u de externe SIM-modus wilt gebruiken met een
compatibele carkit, schakelt u de Bluetooth-connectiviteit
in en schakelt u het gebruik van de externe SIM-modus in.
Zie ’Instellingen’ op pag. 82. Voordat de modus kan worden
geactiveerd, moeten de twee apparaten worden gekoppeld,
waarbij de koppeling op het andere apparaat wordt
84
gestart. Gebruik voor de koppeling een 16-cijferig
wachtwoord en geef het andere apparaat de benodigde
autorisatie. Zie ’Apparaten koppelen’ op pag. 83. Activeer
de externe SIM-modus vanaf het andere apparaat.
Wanneer de externe SIM-modus is ingeschakeld op het
apparaat, wordt Externe SIM weergegeven in de stand-by
modus. De verbinding met het draadloze netwerk wordt
uitgeschakeld, zoals wordt aangegeven met in
de aanduiding voor de signaalsterkte, en u kunt geen
SIM-kaartdiensten of -functies gebruiken die een mobiel
netwerk vereisen.
Als het draadloze apparaat in de externe SIM-modus
staat, kunt u alleen via een compatibele en aangesloten
uitbreiding, zoals een carkit, gesprekken voeren of
ontvangen. U kunt in deze modus geen nummers kiezen
met uw draadloze apparaat, behalve de alarmnummers die
in het apparaat zijn geprogrammeerd. Als u wilt bellen met
uw apparaat, moet u eerst de externe SIM-modus verlaten.
Als het apparaat vergrendeld is, moet u eerst de
beveiligingscode invoeren om het te ontgrendelen.
Druk op de aan/uit-toets en selecteer Externe SIM sluiten
als u de externe SIM-modus wilt afsluiten.
Verbindingsbeheer
Gegevensverbindingen
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
Verb.beh. > Act. geg.verb.. In de weergave met actieve
verbindingen kunt u de geopende gegevensverbindingen
bekijken: gegevensoproepen (), gegevensoproepen met
hoge snelheid (), packet-gegevensverbindingen ()
en WLAN-verbindingen ().
Opmerking: De uiteindelijke gespreksduur die
door de serviceprovider in rekening wordt gebracht
kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties,
afrondingen, belastingen, enzovoort.
Selecteer Opties > Verb. verbreken als u een verbinding
wilt verbreken. Selecteer Opties > Alle verb. verbrek.
als u alle actieve verbindingen wilt verbreken.
Selecteer Opties > Gegevens als u de details van
een verbinding wilt bekijken. Welke details worden
weergegeven, is afhankelijk van het type verbinding.
WLAN (draadloos LAN)
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
Verb.beh. > Beschk. WLAN als u wilt zoeken naar
de beschikbare WLAN's binnen bereik.
Verbindingen
85
In de weergave voor de beschikbare WLAN's wordt een
lijst met WLAN's binnen het bereik, de bijbehorende
netwerkmodus (Infrastructuur of Ad-hoc) en een
symbool voor de signaalsterkte weergegeven. wordt
weergegeven voor netwerken met codering en als het
apparaat een actieve verbinding heeft in het netwerk.
Verbindingen
Selecteer Opties > Gegevens als u de details van een
netwerk wilt bekijken.
Selecteer Opties > Toeg.pt definiëren als u een
internettoegangspunt in een netwerk wilt maken.
USB
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. > USB.
Selecteer Vragen bij verbind. > Ja als u wilt instellen
dat het doel van de verbinding telkens moet worden
opgegeven wanneer de kabel wordt aangesloten.
Als Vragen bij verbind. is uitgeschakeld en u de modus
tijdens een actieve verbinding wilt wijzigen, selecteert
u USB-modus en maakt u een keuze uit de
volgende opties:
Mediaspeler – Hiermee synchroniseert u muziek met
Windows Media Player. Zie ’Muziek overbrengen met
Windows Media Player’ op pag. 25.
PC Suite – Hiermee gebruikt u Nokia PC-toepassingen,
zoals Nokia Nseries PC Suite, Nokia Lifeblog en
Nokia Software Updater.
Gegevensoverdracht – Hiermee brengt u gegevens
over tussen het apparaat en een compatibele pc.
Afb. afdrukken – Hiermee drukt u afbeeldingen af op
een compatibele printer. Zie ’Afbeeldingen afdrukken’
op pag. 56.
Pc-verbindingen
U kunt het apparaat gebruiken met allerlei
compatibele toepassingen voor pc-connectiviteit en
gegevenscommunicatie. Met Nokia Nseries PC Suite
kunt u bijvoorbeeld afbeeldingen overbrengen tussen
het apparaat en een compatibele pc.
Maak de verbinding om te synchroniseren met het
apparaat altijd vanaf de pc.
Apparaatbeheer
Software-updates
U kunt de huidige softwareversie van het apparaat
weergeven en bijwerken en de datum van een mogelijke
eerdere update controleren (netwerkdienst).
86
Druk op en selecteer Instrumenten >
Hulpprogr. > App.beh..
Selecteer Opties > Controleren op updates als u wilt
controleren welke software-updates beschikbaar zijn.
Selecteer een internettoegangspunt wanneer u hierom
wordt gevraagd.
Als er een update beschikbaar is, wordt informatie hierover
weergegeven. Selecteer Accept. als u de update wilt
downloaden of Annuleer als u de download wilt
annuleren. De download kan enkele minuten duren.
U kunt het apparaat tijdens de download gebruiken.
Bij het downloaden van software-updates worden
mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van
de serviceprovider verzonden. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie over de kosten van
gegevensoverdracht.
Zorg ervoor dat de batterij van het apparaat voldoende is
opgeladen, of sluit de lader aan voordat u de update start.
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een
software-update kunt u het apparaat niet gebruiken,
zelfs niet om een alarmnummer te bellen, totdat de
installatie voltooid is en het apparaat opnieuw is
ingeschakeld. Zorg ervoor dat u een back-up maakt
van de gegevens voordat u de installatie van een
update aanvaardt.
Wanneer de download is voltooid, selecteert u Ja
en Accept. als u de update wilt installeren of Nee als
u de update later wilt installeren met Opties > Update
installeren. De installatie kan enkele minuten duren.
De software wordt bijgewerkt en het apparaat wordt
opnieuw opgestart. Selecteer OK om de update te
voltooien. Selecteer een internettoegangspunt wanneer
u hierom wordt gevraagd. Het apparaat stuurt de status
van de software-update naar de server.
Selecteer Opties > Instellingen als u wilt weergeven welke
instellingen van het serverprofiel worden gebruikt voor
software-updates.
Serverprofielen
Druk op , selecteer Instrumenten > Hulpprogr. >
App.beh. en druk op . U ontvangt mogelijk
serverprofielen en verschillende configuratie-instellingen
van uw serviceproviders of afdeling voor informatiebeheer
van uw bedrijf. Deze configuratie-instellingen kunnen
bijvoorbeeld verbindingsinstellingen zijn die door
verschillende toepassingen in het apparaat
worden gebruikt.
Verbindingen
87
Ga naar een serverprofiel, selecteer Opties en maak een
keuze uit de volgende opties:
Configuratie starten – Hiermee maakt u verbinding met
de server en ontvangt u configuratie-instellingen voor
het apparaat.
Nieuw serverprofiel – Hiermee maakt u een serverprofiel.
Verbindingen
Als u een serverprofiel wilt verwijderen, gaat u naar het
profiel en drukt u op .
Eigen netwerk
Het apparaat is compatibel met UPnP-architectuur.
Met een WLAN-toegangspunt of -router kunt u een eigen
netwerk maken en compatibele UPnP-apparaten op het
netwerk aansluiten die WLAN's ondersteunen, zoals de
Nokia N81, een compatibele pc, een compatibele printer,
een compatibel geluidssysteem, een compatibele tv of
een geluidssysteem of tv voorzien van een compatibele
draadloze multimedia-ontvanger.
Als u de WLAN-functionaliteit van de Nokia N81 wilt
gebruiken in een eigen netwerk, hebt u een werkend LAN
nodig, moeten de andere apparaten geschikt zijn voor
UPnP en verbinding hebben met hetzelfde netwerk.
In het eigen netwerk worden de beveiligingsinstellingen
van de WLAN-verbinding gebruikt. Gebruik de
voorziening voor het eigen netwerk in een
WLAN-infrastructuurnetwerk met een
WLAN-toegangspunt en ingeschakelde codering.
U kunt mediabestanden die zijn opgeslagen in Galerij,
delen met andere compatibele UPnP-apparaten via het
eigen netwerk. Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > Eigen media > Instellingen als u de
instellingen voor Eigen netwerk wilt beheren. U kunt
via het eigen netwerk ook compatibele mediabestanden
uit Galerij bekijken, afspelen, kopiëren of afdrukken.
Zie ’Mediabestanden weergeven en delen’ op pag. 90.
Belangrijk: Schakel altijd een van de beschikbare
encryptiemethoden in om de beveiliging van uw
draadloze LAN-verbinding te vergroten. Het gebruik
van encryptie verkleint het risico van onrechtmatige
toegang tot uw gegevens.
Het apparaat wordt alleen met het eigen netwerk
verbonden als u een verbindingsverzoek vanaf een ander
compatibel apparaat accepteert of als u in de Galerij de
optie selecteert voor het weergeven, afspelen, afdrukken
of kopiëren van mediabestanden op uw Nokia N81.
Belangrijke informatie over beveiliging
Schakel bij het configureren van het eigen WLAN netwerk
een coderingsmethode in op het toegangspunt en
vervolgens op de andere compatibele apparaten
die u op het eigen netwerk wilt aansluiten.
88
Raadpleeg de documentatie van de apparaten.
Houd wachtwoorden geheim en bewaar deze op
een veilige plek, afzonderlijk van de apparaten.
Zie ’Toegangspunten’ op pag. 136 als u de instellingen van
het internettoegangspunt voor het WLAN wilt bekijken of
wijzigen in het apparaat.
Als u de ad-hocmodus gebruikt om een eigen netwerk te
maken met een compatibel apparaat, schakelt u een van de
coderingsmethoden in WLAN-beveil.modus in wanneer
u het internettoegangspunt instelt. Met deze stap beperkt
u het risico dat onbevoegden toegang kunnen krijgen tot
het ad hoc-netwerk.
U krijgt een melding zodra met een ander apparaat wordt
geprobeerd verbinding te maken met het apparaat en met
het eigen netwerk. Accepteer geen verbindingsaanvragen
van een onbekend apparaat.
Als u WLAN gebruikt in een netwerk zonder codering,
schakelt u het delen van Nokia N81-bestanden met
andere apparaten uit of schakelt u het delen van privémediabestanden uit. Zie ’Instellingen voor Home Media’
op pag. 89 als u de instellingen voor delen wilt wijzigen.
Instellingen voor Home Media
Als u mediabestanden wilt delen met andere compatibele
UPnP-apparaten via een WLAN, moet u eerst het
internettoegangspunt voor het WLAN configureren
en vervolgens de toepassing Eigen media instellen.
Zie ’WLAN (draadloos LAN)’ op pag. 79 en de
WLAN-instellingen in ’Toegangspunten’ op pag. 136.
De opties voor Eigen netwerk in toepassingen zijn pas
beschikbaar nadat de instellingen voor Eigen netwerk
zijn geconfigureerd.
Wanneer u de toepassing voor thuismedia voor het eerst
gebruikt, wordt de installatiewizard gestart. Deze begeleidt
u bij het instellen van de thuismedia op het apparaat.
Selecteer Opties > Wizard uitvoeren en volg de
instructies in het scherm als u de installatiewizard
later wilt gebruiken.
Als u een compatibele pc met het eigen netwerk
wilt verbinden, installeert u de betreffende software
vanaf de dvd-rom die bij het apparaat is geleverd.
Instellingen configureren
Selecteer Instrumenten > Connect. > Eigen media >
Instellingen als u de toepassing voor thuismedia wilt
configureren. Maak vervolgens een keuze uit de
volgende opties:
Eigen toegangspunt – Selecteer Altijd vragen als u wilt
dat het apparaat telkens naar het thuistoegangspunt
vraagt wanneer u verbinding maakt met het eigen netwerk,
Nieuw maken als u een nieuw toegangspunt wilt opgeven
dat automatisch wordt gebruikt wanneer u Eigen media
gebruikt of Geen. Als voor uw eigen netwerk geen
Verbindingen
89
beveiligingsinstellingen zijn ingeschakeld, krijgt u een
beveiligingswaarschuwing. U kunt doorgaan en de
beveiliging later inschakelen of het definiëren van het
toegangspunt annuleren en eerst de beveiliging voor
het WLAN inschakelen. Zie WLAN (draadloos WLAN)
in ’Toegangspunten’ op pag. 136.
Verbindingen
Apparaatnaam – Geef een naam op voor het apparaat.
Deze naam is zichtbaar voor de andere compatibele
apparaten in het netwerk.
Delen inschakelen en inhoud definiëren
Selecteer Instrumenten > Connect. > Eigen media >
Inhoud delen.
Inhoud delen – Hiermee kunt u het delen van
mediabestanden met compatibele apparaten toestaan
of weigeren. Schakel Inhoud delen pas in nadat u alle
andere instellingen hebt geconfigureerd. Als u Inhoud
delen inschakelt, kunnen vanaf de overige UPnP-
compatibele apparaten in het eigen netwerk de bestanden
worden bekeken en gekopieerd die u hebt geselecteerd
voor delen in de map Afbeeldingen en video en Muziek.
Afbeeldingen en video en Muziek – Hiermee selecteert
u mediabestanden die u wilt delen met andere apparaten
of bekijkt u de status voor het delen van Afbeeldingen en
video en Muziek. Selecteer Opties > Inhoud vernieuwen
als u de inhoud van de mappen wilt bijwerken.
Mediabestanden weergeven en delen
Als Inhoud delen voor het apparaat is ingeschakeld,
kunnen de mediabestanden die u hebt geselecteerd voor
delen in Inhoud delen, worden bekeken en gekopieerd
vanaf andere UPnP-compatibele apparaten in het eigen
netwerk. Schakel Inhoud delen uit als u niet wilt dat uw
bestanden toegankelijk zijn voor andere apparaten. Zelfs
wanneer Inhoud delen in het apparaat is uitgeschakeld,
kunt u de mediabestanden die zijn opgeslagen in een ander
apparaat in het eigen netwerk, nog wel bekijken en
kopiëren als dit op het andere apparaat is toegestaan.
Zie ’Eigen netwerk met Galerij’ op pag. 57 en ’Eigen
netwerk met Music Player’ op pag. 23 voor meer
informatie.
Draadloos toetsenbord
Gebruik de toepassing Draadl. ttsnbord als u een
draadloos Nokia-toetsenbord of een ander compatibel
draadloos toetsenbord met ondersteuning voor het
Bluetooth HID-profiel (Human Interface Devices)
wilt instellen voor gebruik met het apparaat. U kunt het
volledige QWERTY-toetsenbord gebruiken om gemakkelijk
tekstberichten, e-mail en agenda-items in te voeren.
1 Activeer Bluetooth-connectiviteit op het apparaat.
2 Schakel het toetsenbord in.
90
3 Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
Draadl. ttsnbord.
4 Selecteer Opties > Toetsenbord zoeken om te
zoeken naar apparaten met Bluetooth-connectiviteit.
5 Selecteer het toetsenbord uit de lijst en druk op
om de verbinding te starten.
6 Koppel het toetsenbord met het apparaat door een
wachtwoord van uw keuze (één tot negen cijfers)
op het apparaat en hetzelfde wachtwoord op het
toetsenbord in te voeren.
Als u de cijfers van het wachtwoord wilt invoeren,
moet u mogelijk eerst op de toets Fn drukken.
7 Als u wordt gevraagd naar een toetsenbordindeling,
selecteer deze dan uit een lijst op het apparaat.
8 Wanneer de naam van het toetsenbord wordt
weergegeven, verandert de status in Toetsenbord
verbonden. Het groene indicatielampje van het
toetsenbord knippert langzaam; het toetsenbord
is klaar voor gebruik.
Zie de gebruikershandleiding bij het toetsenbord voor
meer informatie over de werking en het onderhoud van
het toetsenbord.
Synchronisatie
Met Synchr. kunt u notities, agenda-items, SMS-berichten
of contactpersonen synchroniseren met verschillende
compatibele toepassingen op een compatibele
computer of op internet.
U kunt synchronisatie-instellingen ontvangen in een
speciaal bericht. Zie ’Gegevens en instellingen’ op pag. 41.
In de beginweergave Synchr. kunt u de verschillende
synchronisatieprofielen bekijken. Een synchronisatieprofiel
bevat de benodigde instellingen om gegevens in het
apparaat te synchroniseren met een externe database
op een server of in een compatibel apparaat.
1 Druk op en selecteer Instrumenten > Synchr..
2 Selecteer een synchronisatieprofiel en Opties >
Synchroniseren. Selecteer Annuleer als u de
synchronisatie tussentijds wilt afbreken.
Verbindingen
91
Toepassingen
Klok
Druk op en selecteer Toepass. > Klok. Druk op als
Toepassingen
u uw actieve en inactieve alarmsignalen wilt weergeven.
Selecteer Opties > Nieuw snel alarm als u een nieuw snel
alarmsignaal wilt instellen. Als een alarmsignaal actief is,
wordt weergegeven.
Snelle alarmsignalen worden ingesteld voor de volgende
24 uur, en kunnen niet worden herhaald.
Selecteer Stop als u het alarmsignaal wilt uitschakelen.
Selecteer Snooze als u het alarmsignaal gedurende vijf
minuten wilt stoppen.
Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken
terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het
apparaat zichzelf in en wordt het waarschuwingssignaal
afgespeeld. Als u Stop selecteert, wordt u gevraagd of
het apparaat moet worden geactiveerd voor oproepen.
Selecteer Nee als u het apparaat wilt uitschakelen of Ja
als u gesprekken wilt voeren en oproepen wilt ontvangen.
Selecteer Ja niet wanneer het gebruik van draadloze
telefoons storingen of gevaar kan opleveren.
Selecteer Toepass. > Klok > Opties > Alarm verwijderen
als u het volgende alarmsignaal wilt annuleren.
92
Selecteer Toepass. > Klok, druk op en selecteer
Opties > Nieuw alarm als u een nieuw alarm wilt
instellen. Definieer de herhaling als dat nodig is.
Selecteer Toepass. > Klok > Opties > Instellingen als
u de klokinstellingen wilt wijzigen. Stel tijd en datum in,
definieer de tijd- en datumnotaties, het type klok of het
alarmsignaal. Selecteer in Werkdagen de weekdagen
voor herhalingsopties.
Tijd via netw.operator > Autom. aanpassen als u wilt
toestaan dat de tijd-, datum- en tijdzonegegevens op
het apparaat worden bijgewerkt door het netwerk van
de mobiele telefoon (netwerkdienst).
Wereldklok
Selecteer Klok en druk tweemaal op als u de weergave
Wereldklok wilt openen. In de weergave Wereldklok kunt
u de tijd in verschillende steden zien. Selecteer Opties >
Stad toevoegen als u steden wilt toevoegen aan de lijst.
U kunt maximaal 15 steden aan de lijst toevoegen.
Ga naar een stad en selecteer Opties > Instellen als
huidige stad als u uw huidige stad wilt instellen.
De stad wordt weergegeven in de beginweergave van de
klok en de tijd op het apparaat wordt aangepast aan de
geselecteerde stad. Controleer of de tijd juist is en
overeenkomt met de tijdzone.
Rekenmachine
Druk op en selecteer Toepass. > Rekenm..
Opmerking: Deze rekenmachine heeft een beperkte
nauwkeurigheid en is ontworpen voor eenvoudige
berekeningen.
Installeer alleen software die speciaal is ontworpen
voor de Nokia N81. Software-aanbieders verwijzen
meestal naar het officiële modelnummer van dit
product: de Nokia N81-3.
Installatiebestanden kunnen naar het apparaat worden
overgezet vanaf een compatibele pc, worden gedownload
tijdens het browsen of worden ontvangen in een
multimediabericht, als e-mailbijlage of via een
Bluetooth-verbinding. Met Nokia Application Installer in
Nokia Nseries PC Suite kunt u een toepassing installeren
op het apparaat.
Toepassingen
Notities
Druk op en selecteer Toepass. > Notities als u notities
in TXT-indeling wilt schrijven.
Toepassingsbeheer
Druk op en selecteer Toepass. > Toep.beh.. U kunt
twee soorten toepassingen en software op het apparaat
installeren:
TM
• J2ME
-toepassingen op basis van Java
met de extensie .JAD of .JAR ().
• Andere toepassingen en software die geschikt
zijn voor het Symbian-besturingssysteem ().
De installatiebestanden hebben de extensie .SIS.
TM
technologie
Toepassingen en software installeren
geeft een SIS-toepassing aan, een Javatoepassing, dat de toepassing niet volledig is
geïnstalleerd en dat de toepassing niet op de
geheugenkaart is geïnstalleerd.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen
en andere software van betrouwbare bronnen, zoals
toepassingen die een Symbian-ondertekening dragen
of die de Java-Verified
Denk aan het volgende voordat u de installatie start:
• Selecteer Opties > Gegevens bekijken als u het type,
het versienummer en de leverancier of de fabrikant
van de toepassing wilt bekijken.
TM
test hebben doorstaan.
93
Selecteer Gegevens bekijken in Certificaten als
u de details van het beveiligingscertificaat voor
de toepassing wilt bekijken. Zie ’Certificaatbeheer’
op pag. 130.
• Als u een bestand installeert dat een update of fix
Toepassingen
voor een bestaande toepassing bevat, kunt u het
oorspronkelijke programma alleen herstellen als
u beschikt over het oorspronkelijke installatiebestand
of een volledige back-up van het verwijderde
softwarepakket. Als u de oorspronkelijke toepassing
wilt herstellen, verwijdert u de toepassing en installeert
u deze opnieuw op basis van het oorspronkelijke
installatiebestand of de back-up.
• Het JAR-bestand is vereist voor de installatie van Java-
toepassingen. Als dit bestand ontbreekt, kunt u worden
gevraagd het te downloaden. Als geen toegangspunt
is opgegeven voor de toepassing, moet u dat alsnog
selecteren. U moet mogelijk een gebruikersnaam en
wachtwoord opgeven om het JAR-bestand van de
server te kunnen downloaden. Informeer hiernaar
bij de leverancier of fabrikant van de toepassing.
1 Druk op en selecteer Toepass. > Toep.beh. als
u naar een installatiebestand wilt zoeken. U kunt
ook zoeken in het apparaatgeheugen of op de
geheugenkaart in Best.beh. of u in Berichten > Inbox
een bericht openen dat een installatiebestand bevat.
2 Ga naar Toep.beh. en selecteer Opties > Installeren.
Ga in andere toepassingen naar het installatiebestand
en druk op om de installatie te starten.
Tijdens de installatie wordt op het apparaat informatie
weergegeven over de voortgang van de installatie.
Als u een toepassing installeert zonder een digitale
handtekening of certificaat, wordt een waarschuwing
weergegeven. Zet de installatie alleen voort als u de
herkomst en de inhoud van de toepassing vertrouwt.
U start een geïnstalleerde toepassing door deze in het
menu te selecteren en op te drukken. Als geen
standaardmap is gedefinieerd voor de toepassing,
is deze geïnstalleerd in een map Toepass..
Selecteer Opties > Logboek bekijken als u wilt bekijken
welke softwarepakketten zijn geïnstalleerd of verwijderd.
Belangrijk: Uw apparaat ondersteunt slechts één
antivirusprogramma. Het gebruik van meer dan één
toepassing met antivirus-functionaliteit kan een
negatieve invloed hebben op de prestatie en werking
of ervoor zorgen dat het apparaat het niet meer doet.
Nadat u toepassingen op de geheugenkaart hebt
geïnstalleerd, blijven de installatiebestanden (.sis) in
het apparaatgeheugen staan. De bestanden kunnen grote
hoeveelheden geheugen in beslag nemen en ervoor zorgen
dat u niet nog meer bestanden kunt opslaan. U kunt
voldoende geheugenruimte overhouden, als
94
u gebruikmaakt van Nokia Nseries PC Suite om een backup van de installatiebestanden op een compatibele pc te
plaatsen. Gebruik vervolgens het bestandsbeheer om de
installatiebestanden uit het apparaatgeheugen te
verwijderen. Zie ’Bestandsbeheer’ op pag. 77. Als het SISbestand een bijlage bij een bericht is, verwijdert u het
bericht uit uw Inbox met ontvangen berichten.
Toepassingen en software verwijderen
Ga naar een softwarepakket en selecteer
Opties > Verwijderen. Selecteer Ja ter bevestiging.
Verwijderde software kan alleen opnieuw worden
geïnstalleerd als u beschikt over het oorspronkelijke
softwarepakket of een volledige back-up van de
verwijderde software. Als u een softwarepakket
verwijdert, kan het zijn dat u documenten die
u daarmee hebt gemaakt, niet meer kunt openen.
Als een ander softwarepakket afhankelijk is van het
verwijderde softwarepakket, kan het zijn dat het
andere softwarepakket niet meer werkt. Raadpleeg
de documentatie bij het geïnstalleerde softwarepakket
voor meer informatie.
Instellingen
Selecteer Opties > Instellingen en kies een van
de volgende opties:
Software-installatie – Hiermee geeft u aan of Symbian-
software geverifieerde digitale handtekening mag worden
geïnstalleerd.
Online certif.controle – Hiermee geeft u aan of de online
certificaten moeten worden gecontroleerd voordat een
toepassing wordt geïnstalleerd.
Standaardwebadres – Hiermee stelt u in welk
standaardadres moet worden gebruikt wanneer
online certificaten worden gecontroleerd.
Voor sommige Java-toepassingen moet mogelijk een
bericht worden verzonden naar of een netwerkverbinding
worden gemaakt met een specifiek toegangspunt voor
het downloaden van extra gegevens of onderdelen. Ga in
de hoofdweergave van Toep.beh. naar een toepassing
en selecteer Opties > Openen als u de instellingen
voor de betreffende toepassing wilt wijzigen.
Agenda
Druk op en selecteer Toepass. > Agenda. Selecteer
Opties > Nieuw item als u een nieuw agenda-item
wilt toevoegen. Maak vervolgens een keuze uit de
volgende opties:
1 Vergadering – Hiermee wordt u herinnerd aan
een afspraak op een specifieke datum en tijd.
Memo – Hiermee maakt u een algemeen item
voor een bepaalde dag.
Toepassingen
95
Verjaardag – Hiermee
maakt u een item voor
verjaardagen of andere
speciale datums.
(De items worden
Toepassingen
elk jaar herhaald.)
Taak – Hiermee maakt
u een item voor een taak
die op een specifieke
datum moet worden
uitgevoerd.
2 Vul de velden in. Selecteer
Signaal > Aan en voer de
Tijd signaal en Dag signaal in als u een alarm
wilt instellen
Selecteer Opties > Beschrijving toevgn als u een
beschrijving voor een afspraak wilt toevoegen.
3 Selecteer Gereed als u een item wilt opslaan.
Tip! Druk op een willekeurige toets (–) in de
dag-, week- of maandweergave. Een afspraak wordt
geopend en de ingevoerde tekens worden toegevoegd
aan het veld Onderwerp. In de weergave Taken wordt
een taak geopend.
Wanneer u een herinnering met een signaal krijgt voor een
notitie, selecteert u Stil om het alarmsignaal uit te zetten.
De tekst van de herinnering blijft op het scherm staan.
Selecteer Stop als u zowel de herinnering als het signaal
wilt uitschakelen. U kunt ook Snooze selecteren.
Met behulp van Nokia Nseries PC Suite kunt u uw
agenda synchroniseren met een compatibele pc. Stel de
gewenste optie voor Synchronisatie in wanneer u een
agenda-item maakt.
Agendaweergaven
Selecteer Opties > Instellingen als u de begindag van de
week wilt wijzigen of de weergave wilt wijzigen die wordt
getoond wanneer u de agenda opent.
Selecteer Opties > Ga naar datum als u naar een bepaalde
datum wilt gaan.
Druk op als u naar de huidige datum wilt gaan.
Druk op als u wilt schakelen tussen de maand-, week-,
dag- en taakweergave.
Selecteer Opties > Zenden als u een agendanotitie
naar een compatibel apparaat wilt verzenden.
Als het apparaat niet compatibel is met UTC (Coordinated
Universal Time), worden de tijdgegevens van ontvangen
agenda-items mogelijk niet correct weergegeven.
Standaardweergave, Week begint met en Titel
weekweergave als u de agenda wilt wijzigen.
96
Agenda-items beheren
Ga naar de maandweergave en selecteer Opties >
Item verwijderen > Items voor: of Alle items als u meer
dan één gebeurtenis tegelijkertijd wilt verwijderen.
Als u een taak als voltooid wilt markeren, ga dan naar
de taak in de taakweergave en selecteer Opties >
Markeer: volbracht.
Dictafoon
Druk op en selecteer Toepass. > Media > Dictafoon
als u spraakmemo's wilt opnemen. Open Dictafoon
gedurende een spraakoproep als u deze wilt opnemen.
Beide deelnemers horen tijdens de opname elke
vijf seconden een toon.
RealPlayer
Druk op en selecteer Toepass. > Media > RealPlayer.
Met RealPlayer, kunt u streaming mediabestanden of
afspelen zonder dat u deze eerst op het apparaat hoeft
op te slaan of videoclips afspelen die op het apparaat
zijn opgeslagen.
RealPlayer ondersteunt bestandsindelingen als .3GP,
.MP4 of .RM. RealPlayer ondersteunt echter niet
noodzakelijkerwijs alle bestandsindelingen of alle
variaties van bestandsindelingen.
Gebruik in de modus Liggend de mediatoetsen
om de speler te bedienen.
Videoclips afspelen
1 Selecteer Opties > Openen als u een opgeslagen
mediabestand wilt afspelen. Maak vervolgens een
keuze uit de volgende opties:
Recente clips – Hiermee speelt u een van de laatste
zes bestanden af die zijn afgespeeld in RealPlayer.
Opgeslagen clip – Hiermee speelt u een bestand af
dat is opgeslagen in Galerij
2 Ga naar een bestand en druk op de bladertoets als
u dit wilt afspelen.
Gebruik de volumetoets als u het volume wilt regelen.
Streaming inhoud afspelen
Bij veel serviceproviders moet u een internettoegangspunt
gebruiken voor uw standaardtoegangspunt. Er zijn echter
ook serviceproviders bij wie u een WAP-toegangspunt
kunt gebruiken.
In RealPlayer kunt u alleen een webadres van het
type rtsp:// openen. In RealPlayer wordt echter een
Toepassingen
97
RAM-bestand afgespeeld als u een HTTP-koppeling
hiernaar opent in de webbrowser.
Als u streaming inhoud wilt afspelen, selecteert u een
streaming koppeling die is opgeslagen in Galerij, wordt
weergegeven op een webpagina of is ontvangen in een
SMS- of multimediabericht.
Toepassingen
Voordat de live streaming inhoud wordt afgespeeld, wordt
verbinding gemaakt met de site en wordt het laden van de
inhoud gestart. Alleen de koppeling naar de inhoud wordt
in het apparaat opgeslagen.
Instellingen van RealPlayer
U kunt de instellingen van RealPlayer ontvangen in een
speciaal bericht van de serviceprovider. Zie ’Gegevens en
instellingen’ op pag. 41. Neem voor meer informatie
contact op met uw serviceprovider.
Selecteer Opties > Instellingen en kies een van
de volgende opties:
Video – Hiermee past u het contrast van de video aan of
worden videoclips automatisch herhaald in RealPlayer
nadat ze zijn afgespeeld.
Streaming – Neem contact op met uw serviceprovider
voor de juiste instellingen.
Adobe Flash Player
Druk op en selecteer Toepass. > Media > Flash-speler
als u compatibele flashbestanden voor mobiele apparaten
wilt weergeven, afspelen en gebruiken. Ga naar een
flashbestand en druk op .
Chatten
Druk op en selecteer Toepass. > Media > Chatten.
Chatten (netwerkdienst) biedt u de mogelijkheid via
chatberichten met andere mensen te communiceren
en deel te nemen aan discussiefora (chatgroepen) over
bepaalde onderwerpen. Verschillende serviceproviders
onderhouden chatservers waarbij u zich kunt aanmelden
nadat u zich hebt geregistreerd bij een chatservice.
Per serviceprovider kunnen verschillende voorzieningen
worden ondersteund.
Kies Gesprekken om een conversatie met een
chatgebruiker te starten of voort te zetten;
Chatcontacten om de online status van uw chatcontacten
te maken, te bewerken of te bekijken; Chatgroepen om
een groepsconversatie met meerdere chatgebruikers te
starten of voort te zetten; of Opgen. chats om een
vorige opgeslagen chatsessie te bekijken.
98
Chatinstellingen ontvangen
U moet de instellingen opslaan om toegang te krijgen
tot de dienst die u wilt gebruiken. U kunt de instellingen
ontvangen in een speciaal SMS-bericht van de netprovider
die de chatservice aanbiedt. Zie ’Gegevens en instellingen’
op pag. 41. U kunt de instellingen ook handmatig invoeren.
Zie ’Instellingen voor de chatserver’ op pag. 101.
Verbinding maken met een chatserver
1 Open Chatten en kies Opties > Aanmelden als
u verbinding wilt maken met de gebruikte chatserver.
Zie ’Instellingen voor de chatserver’ op pag. 101 als
u de gebruikte chatserver wilt wijzigen en nieuwe
chatservers wilt opslaan.
2 Voer uw gebruikers-id en wachtwoord in en druk op
om u aan te melden. U ontvangt de gebruikers-id en het
wachtwoord voor de chatserver van uw serviceprovider.
3 Kies Opties > Afmelden om u af te melden.
Chatinstellingen wijzigen
Selecteer Opties > Instellingen > Voorkeuren en
maak een keuze uit de volgende opties:
Schermnaam gebr. (wordt alleen weergegeven als de
server chatgroepen ondersteunt) – Kies Ja als u een
bijnaam wilt invoeren.
Mijn beschikb. weergvn – Kies Voor iedereen
als anderen mogen zien dat u online bent.
Berichten toestaan van – Kies Alle als u berichten
van iedereen toelaat.
Uitnodigingn toest. van – Kies Alleen chatcontctn
als u alleen uitnodigingen toelaat van uw chatcontacten.
Chatuitnodigingen worden verzonden door chatcontacten
die willen dat u deelneemt aan hun groepen.
worden gesorteerd: Alfabetisch of Op online status.
Beschikb. aut. laden – Kies Automatisch of Handmatig
om op te geven hoe u informatie wilt bijwerken over de
online of offline status van chatcontacten.
Offline contacten – Selecteer of chatcontacten met
een offline status in de lijst met chatcontacten worden
weergegeven.
Kleur eigen berichten – Selecteer de kleur van
de chatberichten die u verzendt.
Kleur ontv. berichten – Selecteer de kleur
van de chatberichten die u ontvangt.
Chatsignaaltoon – Verander de toon die wordt afgespeeld
wanneer u een nieuw chatbericht ontvangt.
Toepassingen
99
Chatgroepen en – gebruikers zoeken
Ga naar de weergave Chatgroepen en selecteer Opties >
Zoeken als u groepen wilt zoeken. U kunt zoeken
op Groepsnaam, Onderwerp en op Deelnemers
(gebruikers-id).
Toepassingen
Ga naar Chatcontacten en selecteer Opties > Nieuw
chatcontact > Zoeken vanaf server als u gebruikers
wilt zoeken. U kunt zoeken op Gebruikersnaam,
Gebruikers-ID, Telefoonnummer en op E-mailadres.
Deelnemen aan chatgroepen
In de weergave Chatgroepen ziet u een lijst met
de chatgroepen die u hebt opgeslagen of waaraan
u deelneemt.
Druk op om lid te worden van een opgeslagen
chatgroep.
Selecteer Opties > Aanm. bij nwe groep als u deel wilt
nemen aan een chatgroep die niet in de lijst voorkomt,
maar waarvan u de groeps-ID weet.
Kies Opties > Chatgroep verlaten als u de chatgroep
wilt verlaten.
Chatten
Wanneer u deelneemt aan een chatgroep, kunt u de
berichten lezen die daar worden uitgewisseld, en kunt
u zelf berichten versturen.
Als u een bericht wilt verzenden, schrijft u het bericht
in het berichtbewerkingsveld en drukt u op .
Kies Opties > Privéber. verz. als u een privé-bericht
naar een deelnemer wilt versturen.
Als u een privé-bericht wilt beantwoorden dat naar
u is gestuurd, selecteert u het bericht en kiest u Opties >
Beantwoorden.
Kies Opties > Uitnod. verzenden als u chatcontacten
die online zijn, wilt uitnodigen om deel te nemen aan
de chatgroep.
Kies Opties > Blokkeeropties als u van bepaalde
deelnemers geen berichten meer wilt ontvangen.
Chats opnemen
Kies Opties > Chat opnemen als u de berichten wilt
opnemen die worden uitgewisseld tijdens een conversatie
of wanneer u deelneemt aan een chatgroep. Selecteer
Opties > Opname stoppen als u de opname wilt stoppen.
Ga naar de hoofdweergave en kies Opgen. chats om
de opgenomen chats te bekijken.
100
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.