Nokia N81 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
Nokia N81-3
Versie 1 NL
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-233 product is overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen
van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring is te vinden op http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. © 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Nokia, Nokia Connecting People, N-Gage, Nseries, N81, Navi, en Visual Radio zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright © 1997-2007. Tegic Communications, Inc. All rights reserved. Portions of the Nokia Maps software are copyright © 2007 The FreeType Project. All rights reserved. This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information, including that related to promotional, internal, and commercial uses, may be obtained from MPEG LA, LLC. See <http://www.mpegla.com>.
This product includes software licensed from Symbian Software Ltd © 1998-2007. Symbian and Symbian OS are
trademarks of Symbian Ltd. Java™ and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG4 Visual Patent Por tfolio License (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG4 door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is ve rkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie <http://www.mpegla.com>.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK. DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN. De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia leverancier voor details en de beschikbaarheid van taalopties.
Exportbepalingen Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen.
Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden. MEDEDELING FCC/INDUSTRIE CANADA Dit apparaat kan TV- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in
de nabijheid van de ontvangapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal Communications Commision (FCC) of Industrie Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden. Neem contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende twee
voorwaarden: (1) Dit apparaat veroorzaakt geen schadelijke storingen, en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf die een ongewenste werking tot gevolg hebben accepteren. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen. Toepassingen van derden die bij uw apparaat worden geleverd, kunnen zijn gemaakt door en in eigendom zijn van personen en entiteiten die geen relatie of verband met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de auteursrechten of de intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig draagt Nokia geen verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de functionaliteit van deze toepassingen of de informatie in deze toepassingen of het materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden. MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DIT VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT) GARANTIES BETREFFENDE TITEL, VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKEN OP OCTROOIEN, AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN VAN DERDEN. Versie 1 NL

Welkom

Modelnummer: Nokia N81-3. Hierna Nokia N81 genoemd.
Welkom
De Nokia N81 is een apparaat dat onderweg allerlei leuke mogelijkheden biedt.
Luister naar haarscherpe muziek en speel spelletjes op een strak, stijlvol apparaat, compleet met een helder beeldscherm van 6 cm, speciale media - en speltoetsen en een uitstekende geluidskwaliteit.
Met de Nokia N81 kunt u onderweg naar uw favoriete muziek luisteren. De Nokia Music Store* biedt u meer dan een miljoen nummers die u kunt doorbladeren en aanschaffen, draadloos met de N81 en thuis met een compatibele pc. Als u genoeg hebt van draden die in de knoop raken, verbindt u een compatibele stereohoofdtelefoon via Bluetooth-connectiviteit.
Speel mobiele spelletjes van hoge kwaliteit met speciale speltoetsen en geniet van scherpe beelden voor nog meer plezier.
Het multimediamenu biedt u direct toegang tot uw inhoud en helpt u om er snel en eenvoudig doorheen te bladeren. Dankzij de intelligente toetsverlichting blijven toetsen verborgen totdat u deze nodig hebt.
Veel plezier!
*Kijk voor meer informatie over de beschikbaarheid van de Nokia Music Store in uw land op www.nokia.com/music.
4

Inhoudsopgave

Welkom.......................................................4
Voor uw veiligheid..................................... 8
Ondersteuning......................................... 12
Help .........................................................................................12
Aan de slag............................................................................12
Aanvullende toepassingen................................................12
Nokia-ondersteuning en contactgegevens..................12
Uw Nokia N81......................................... 13
Welkom ..................................................................................13
Instellingen............................................................................13
Inhoud vanaf een ander apparaat overbrengen .........13
Belangrijke symbolen .........................................................15
Navi™-bladertoets...............................................................16
Multimediamenu .................................................................17
LED voor energiebesparing ...............................................17
Volume- en luidsprekerregeling......................................17
Hoofdtelefoon ......................................................................18
Levensduur van batterij verlengen.................................18
Kaarten...................................................................................19
Downloaden..........................................................................19
Software-updates ...............................................................19
Muziek ......................................................21
Muziekspeler.........................................................................21
Nokia Music Store...............................................................26
Radio.......................................................................................26
Nokia Podcasting.................................................................28
Spelletjes ..................................................33
Contacten (adressenlijst) ........................34
Namen en nummers opslaan en bewerken..................34
Contactgegevens kopiëren ...............................................35
Beltonen toevoegen voor contactpersonen.................36
Contactgroepen maken .....................................................37
Berichten ..................................................38
Tekst invoeren......................................................................39
Berichten invoeren en verzenden...................................39
Inbox – berichten ontvangen .........................................41
Mailbox ..................................................................................42
Berichten beluisteren.........................................................44
Berichten op een SIM-kaart bekijken............................44
Berichtinstellingen..............................................................44
Galerij .......................................................49
Door bestanden bladeren en deze weergeven ............49
Print basket...........................................................................51
Albums....................................................................................51
Afbeeldingen bewerken .....................................................52
Videoclips bewerken...........................................................53
Diavoorstelling .....................................................................55
Presentaties...........................................................................55
Afbeeldingen afdrukken ....................................................56
PrintOnline ............................................................................57
Online delen..........................................................................57
Eigen netwerk met Galerij................................................57
Camera......................................................59
Foto's maken.........................................................................59
Foto's nemen in een reeks ................................................64
Zelf op de foto met de zelfontspanner .........................65
Tips voor het maken van goede foto's...........................65
Video's opnemen..................................................................66
Web...........................................................70
Op internet surfen...............................................................70
Beveiliging van de verbinding..........................................73
De weergave Bookmarks...................................................73
Verbinding verbreken.........................................................74
Instellingen ........................................................................... 75
Tools..........................................................77
Bestandsbeheer....................................................................77
Geheugenkaart.....................................................................77
Spraakopdrachten...............................................................78
Verbindingen............................................79
WLAN (draadloos LAN)...................................................... 79
Bluetooth-connectiviteit .................................................. 81
Verbindingsbeheer..............................................................85
USB.......................................................................................... 86
Pc-verbindingen ..................................................................86
Apparaatbeheer ...................................................................86
Eigen netwerk ......................................................................88
Draadloos toetsenbord ......................................................90
Synchronisatie .....................................................................91
Toepassingen............................................92
Klok .........................................................................................92
Rekenmachine...................................................................... 93
Notities ..................................................................................93
Toepassingsbeheer..............................................................93
Agenda ...................................................................................95
Dictafoon ...............................................................................97
RealPlayer..............................................................................97
Adobe Flash Player..............................................................98
Chatten...................................................................................98
Nokia Lifeblog.................................................................... 102
Digital Rights Management .......................................... 105
Adobe Reader..................................................................... 106
Omrekenen .........................................................................107
Het apparaat aanpassen....................... 108
Profielen – tonen instellen ............................................ 108
3-D-tonen...........................................................................110
Het uiterlijk van het apparaat wijzigen ..................... 110
Actieve stand-by............................................................... 111
Oproepen plaatsen................................ 112
Spraakoproepen ................................................................ 112
Videogesprekken...............................................................118
Videobeelden delen.......................................................... 120
Een oproep beantwoorden of weigeren..................... 123
Logboek ...............................................................................124
Instellingen............................................ 126
Algemeen.............................................................................126
Telefoon ...............................................................................132
Verbinding...........................................................................135
Toepassingen ......................................................................140
Problemen oplossen:
vraag en antwoord ............................... 141
Informatie over de batterij.................. 145
Opladen en ontladen........................................................145
Controleren van de echtheid
van Nokia-batterijen........................................................146
Behandeling en onderhoud.................. 147
Aanvullende veiligheidsinformatie...... 149
Index ...................................................... 153

Voor uw veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in
als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in de nabijheid van medische apparatuur.
8
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN Gebruik het apparaat niet in een
benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Gebruik het apparaat niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de posities zoals in de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antennegebieden niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de telefoonfunctie van het apparaat ingeschakeld en operationeel is. Druk zo vaak als nodig is op de end-toets om het scherm leeg te maken en terug te keren naar de stand-by modus. Voer het alarmnummer in en druk op de beltoets. Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in de (E)GSM-netwerken 850, 900, 1800 en 1900 en het UMTS-netwerk 2100. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en eerbiedig lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechtbeschermingsmaatregelen kunnen verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd.
Dit apparaat ondersteunt internetverbindingen en andere verbindingsmethoden. Net als computers kan uw apparaat blootstaan aan virussen, schadelijke boodschappen en toepassingen, en andere schadelijke inhoud. Wees voorzichtig en open boodschappen, accepteer verbindingsverzoeken, download content en accepteer installaties alleen van betrouwbare bronnen. Overweeg de installatie van antivirussoftware met een periodieke updateservice en het gebruik van een firewall en andere relevante software op uw apparaat om de beveiliging van de apparaten te vergroten.
9
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijke functies van Microsoft Word, PowerPoint en Excel (Microsoft Office 97, 2000 en XP). Niet alle bestandsindelingen kunnen worden bekeken of gewijzigd.
Tijdens intensief gebruik, zoals bij een actieve sessie waarin video's worden gedeeld of bij een snelle gegevensverbinding, kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Als u vermoedt dat het apparaat niet goed werkt, breng het dan naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
Mogelijk bevat het apparaat vooraf geïnstalleerde bookmarks en koppelingen voor websites van derden. U kunt websites van derden ook bezoeken vanaf uw apparaat. Nokia is niet gelieerd aan websites van derden. Nokia ondersteunt deze sites niet en draagt er geen aansprakelijkheid voor. Als u ervoor kiest om dergelijke websites te bezoeken, dient u voorzorgsmaatregelen voor beveiliging of inhoud te treffen.
De afbeeldingen in deze handleiding verschillen mogelijk van de afbeeldingen in het apparaat.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een netwerkprovider. Veel van de functies vereisen speciale netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook netwerken waar u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat u gebuik kunt maken van de netwerkdiensten. Uw serviceprovider kan u instructies geven en uitleggen hoeveel het kost. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook beschikken over een speciale configuratie, zoals veranderingen in menunamen, menuvolgorde en pictogrammen. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Sommige functies van dit apparaat, zoals MMS, surfen en e-mail, vereisen netwerkondersteuning voor deze technologieën.
10
Toebehoren, batterijen en laders
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: AC-3, AC-4 of de oplader AC-5 en de opladers AC-1, ACP-8, ACP-9, ACP-12 of LCH-12 wanneer de adapter CA44 wordt gebruikt.
De batterij die voor gebruik met dit apparaat is bedoeld, is BP-6MT.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders
en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
11

Ondersteuning

Help

Selecteer Opties > Help als u vanuit een geopende toepassing de Help voor de huidige weergave wilt openen.
Ondersteuning
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar de toepassing die op de achtergrond geopend is door ingedrukt te houden.
Selecteer Instrumenten > Hulpprogr. > Help als u de Help wilt openen vanuit het hoofdmenu. Selecteer de gewenste toepassing om de bijbehorende helponderwerpen te bekijken.

Aan de slag

Zie de handleiding Aan de slag voor informatie over toetsen en onderdelen en instructies voor het instellen van het apparaat en andere belangrijke informatie.

Aanvullende toepassingen

Dankzij tal van toepassingen van Nokia en andere software-ontwikkelaars kunt u optimaal gebruik maken van alle mogelijkheden van uw Nokia N81. Deze toepassingen worden uitgelegd in de handleidingen
12
die beschikbaar zijn op de ondersteuningspagina's voor de Nokia N81 op www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-website.
Nokia-ondersteuning en contactgegevens
Kijk op www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-website voor de meest recente handleidingen, aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokia-product.
Ga naar de lijst met plaatselijke vertegenwoordigers van Nokia op www.nokia.com/customerservice als u contact wilt opnemen met de klantenservice. Neem voor onderhoudsdiensten contact op met het dichtstbijzijnde Nokia-servicecentrum op www.nokia.com/repair.

Uw Nokia N81

Welkom

Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt, wordt Welkom weergegeven. Maak een keuze uit de volgende opties:
Instelwizard – Hiermee configureert u verschillende
instellingen, zoals e-mail.
Overdracht – Hiermee brengt u inhoud, zoals
contactpersonen en agenda-items, over vanaf een compatibel Nokia-apparaat. Zie ’Inhoud vanaf een ander apparaat overbrengen’ op pag. 13.
Demo – Hiermee geeft u een demonstratie over uw
apparaat weer.
Als u Welkom later wilt openen, drukt u op en selecteert u Instrumenten > Hulpprogr. > Welkom. U kunt ook de afzonderlijke toepassingen openen via hun menulocaties.

Instellingen

In het apparaat zijn instellingen voor mobiel internet en MMS-, GPRS- en streaming-instellingen doorgaans automatisch geconfigureerd op basis van informatie van
uw netwerkprovider. De instellingen van uw serviceproviders zijn mogelijk al op het apparaat geïnstalleerd of u kunt de instellingen van de netwerkproviders ontvangen of aanvragen als speciaal bericht.
Zie ’Telefoon’ op pag. 132 als u de algemene instellingen op het apparaat wilt wijzigen, zoals de taal, de stand-by modus en de weergave-instellingen.

Inhoud vanaf een ander apparaat overbrengen

Met de toepassing Overdracht kunt u via Bluetooth-connectiviteit inhoud overbrengen tussen twee compatibele Nokia-apparaten, zoals contacten en agenda-items.
Wanneer u de toepassing voor het eerst gebruikt, kunt u inhoud overbrengen van een compatibel Nokia-apparaat naar de Nokia N81.
Het type inhoud dat kan worden overgedragen, hangt af van het model van het apparaat waaruit u de inhoud wilt overbrengen. Er wordt een bericht weergegeven als het andere apparaat niet compatibel is.
Uw Nokia N81
13
De toepassing Overdracht kan ook zonder de SIM-kaart worden gebruikt. Als het andere apparaat alleen met een SIM-kaart kan worden ingeschakeld, kunt u deze plaatsen. Wanneer de Nokia N81 wordt ingeschakeld zonder SIM­kaart, wordt het profiel Offline automatisch geactiveerd.
Inhoud overbrengen
1 Als u gegevens voor het eerst wilt ophalen vanaf
Uw Nokia N81
het andere apparaat, selecteert u op de Nokia N81
Telef.overdracht in de toepassing Welkom, of drukt
u op en selecteert u Instrumenten > Hulpprogr. >
Overdracht.
2 Selecteer Doorgaan als u met de Nokia N81 wilt zoeken
naar andere apparaten met Bluetooth-connectiviteit. Als u nog geen naam voor uw Nokia N81 hebt opgegeven, wordt u gevraagd dit alsnog te doen. Accepteer de standaardnaam of kies zelf een naam.
3 Op sommige modellen wordt de toepassing Overdracht
als bericht verzonden naar het andere apparaat. Open het bericht om Overdracht te installeren op het andere apparaat en volg de instructies in het scherm.
4 Selecteer in de lijst het apparaat vanaf waar u inhoud
wilt overbrengen. U wordt gevraagd een code in te voeren op de Nokia N81. Voer een zelfgekozen code in (1-16 cijfers) en selecteer OK. Voer dezelfde code ook in op het andere apparaat en selecteer OK. De apparaten zijn nu gekoppeld. Zie ’Apparaten koppelen’ op pag. 83.
5 Selecteer het bestand dat u wilt overbrengen.
Wanneer de overdracht is gestart, kunt u deze annuleren en later voortzetten.
Inhoud synchroniseren, ophalen of verzenden
Na de eerste overdracht kunt u, afhankelijk van het model van het andere apparaat, een van de volgende opties kiezen om een nieuwe overdracht te starten:
Hiermee synchroniseert u inhoud tussen de Nokia N81 en het andere apparaat als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt. De synchronisatie verloopt in twee richtingen. Als een item op het ene apparaat is verwijderd, wordt het ook op het andere verwijderd. U kunt verwijderde items niet terugzetten via een synchronisatie.
Hiermee haalt u gegevens van het andere apparaat op naar uw Nokia N81. Met het ophalen van gegevens worden gegevens van het andere apparaat overgebracht naar uw Nokia N81. Afhankelijk van het apparaat, is het mogelijk dat u wordt gevraagd of u de oorspronkelijke gegevens in het andere apparaat wilt behouden of verwijderen.
Hiermee verzendt u gegevens van de Nokia N81 naar het andere apparaat.
14
Als Tel.overdracht een item niet kan overbrengen, kunt u – afhankelijk van het type van het andere apparaat – het item toevoegen aan de Nokia-map C:\Data\Nokia of E:\Data\Nokia en het daarvandaan overbrengen. Wanneer u de map selecteert om over te brengen, worden de items gesynchroniseerd in de corresponderende map in het andere apparaat, en omgekeerd.
Snelkoppelingen gebruiken om een overdracht te herhalen
Na een gegevensoverdracht kunt u een snelkoppeling bij de overdrachtinstellingen in de hoofdweergave opslaan waarmee u dezelfde overdracht later opnieuw kunt uitvoeren.
Als u de snelkoppeling wilt bewerken, gaat u ernaartoe en selecteert u Opties > Snelkoppellingsinstllngn. U kunt bijvoorbeeld de naam van de snelkoppeling maken of wijzigen.
Na elke overdracht wordt een overdrachtlogbestand weergegeven. Als u het logbestand van een vorige overdracht wilt bekijken, gaat u naar een snelkoppeling in de hoofdweergave en selecteert u Opties > Log bekijken.
Overdrachtconflicten afhandelen
Als een item dat u wilt overbrengen in beide apparaten is bewerkt, wordt automatisch geprobeerd de wijzigingen samen te voegen. Als dit niet mogelijk is, ontstaat een overdrachtconflict. Selecteer 1 voor 1 controleren,
Prioriteit deze telefoon, of Priorit. andere telefoon
om het conflict op te lossen. Selecteer Opties > Help voor meer instructies.

Belangrijke symbolen

Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk.
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-netwerk
(netwerkdienst).
Er staan een of meer ongelezen berichten
in de map Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in
de externe mailbox.
De map Outbox bevat berichten die nog niet
zijn verzonden.
U hebt oproepen gemist.
Wordt weergegeven als Beltoontype is ingesteld op
Stil, en Berichtensignaaltoon en Signaaltoon e-mail zijn
ingesteld op Uit.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarm actief.
De tweede telefoonlijn wordt gebruikt (netwerkdienst).
Uw Nokia N81
15
Alle oproepen naar het apparaat worden omgeleid naar een ander nummer. Als u twee telefoonlijnen hebt (netwerkservice), geeft een nummer de actieve lijn aan.
Er is een compatibele hoofdtelefoon aangesloten op
het apparaat. geeft aan dat de verbinding is verbroken.
Uw Nokia N81
Er is een compatibele antenne aangesloten op
het apparaat.
Er is een compatibele Teksttelefoon aangesloten
op het apparaat.
Er is een gegevensoproep actief.
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding actief.
geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat
en dat een verbinding beschikbaar is.
Er is een packet-gegevensverbinding actief in een gedeelte van het netwerk dat EDGE ondersteunt. geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat en dat een verbinding beschikbaar is. De pictogrammen geven aan dat EDGE in het netwerk beschikbaar is, maar mogelijk maakt het apparaat geen gebruik van EDGE tijdens de gegevensoverdracht.
Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding actief.
geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat
en dat een verbinding beschikbaar is.
U hebt de scanfunctie voor WLAN's (draadloos LAN) ingeschakeld en er is een WLAN beschikbaar. Zie ’WLAN (draadloos LAN)’ op pag. 79.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk
met codering.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk zonder codering.
Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld.
Er worden gegevens verzonden met behulp van Bluetooth-connectiviteit. Als het symbool knippert, probeert het apparaat verbinding te maken met een ander apparaat.
Er is een USB-verbinding actief.

Navi™-bladertoets

Hierna aangeduid als de bladertoets.
Met de bladertoets kunt u in menu's navigeren ( ,
, , ) en items selecteren ( ). Druk op
en selecteer Instrumenten > Instell. > Algemeen >
Navigatiewieltje > Navigatiewieltje > Aan om de
aanvullende functionaliteit van het Navi™-wiel te activeren.
16
Met het Navi-wiel kunt u snel door lijsten in de galerij en de Muziekspeler bladeren en door het multimediamenu navigeren. Draai hiervoor de rand van de bladertoets gewoon naar links of rechts.
Tip! Wanneer u zich in een menu bevindt, kunt
u in plaats van de bladertoets de nummertoetsen en gebruiken om snel toepassingen te openen. Druk bijvoorbeeld in het hoofdmenu op om
Berichten te openen.

Multimediamenu

Met het multimediamenu hebt u snel en gemakkelijk toegang tot multimedia­inhoud, spelletjes, de belangrijkste contacten en de meest recente bookmarks en plaatsen voor internet. U kunt het menu bijvoorbeeld gebruiken voor afbeeldingen en muziek.
Druk op om het multimediamenu te openen of te sluiten. U kunt door de miniaturen bladeren met de bladertoets of met het Navi-wiel. Druk op
als u vanuit een geopende toepassing naar het multimediamenu wilt terugkeren.
Selecteer Opties > Tegels ordenen als u de volgorde van de tegels wilt wijzigen.

LED voor energiebesparing

Het scherm wordt uitgeschakeld om de batterij te sparen wanneer de screensaver is ingeschakeld. Een LED knippert om aan te geven dat het apparaat is ingeschakeld, maar zich in de slaapstand bevindt.
Zie ’Slaapstand’ op pag. 128 voor meer informatie over het uitschakelen van de LED.

Volume- en luidsprekerregeling

Druk op de volumetoetsen als u het volume wilt verhogen of verlagen tijdens een actieve oproep of wanneer u naar een geluid luistert.
Door de ingebouwde luidspreker kunt u vanaf een korte afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat aan uw oor moet houden.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw
oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Uw Nokia N81
17
Selecteer Opties > Luidspreker insch. als u de luidspreker tijdens een gesprek wilt gebruiken.
Selecteer Opties > Telefoon insch. als u de luidspreker wilt uitschakelen.

Hoofdtelefoon

Uw Nokia N81
U kunt een compatibele hoofdtelefoon aansluiten op de Nokia AV-aansluiting (3,5 mm) van het apparaat. Mogelijk moet u de kabelmodus selecteren.
Sluit geen producten aan die een uitvoersignaal genereren, omdat u hiermee het apparaat kunt beschadigen. Verbind geen spanningsbron op de Nokia AV-aansluiting.
Houd volumeniveaus goed in de gaten wanneer u met de Nokia AV-aansluiting een extern apparaat of een hoofdtelefoon verbindt die niet door Nokia is goedgekeurd voor gebruik met het apparaat.
Waarschuwing: Wanneer u de hoofdtelefoon
gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen.
Bevestig de meegeleverde oordopjes aan de hoofdtelefoon als u de geluidsprestaties wilt verbeteren.
Als u een hoofdtelefoon met een compatibele afstandsbediening wilt gebruiken, bijvoorbeeld de Nokia Audio Adapter AD-54, verbindt u de afstandsbediening met de aansluiting op het apparaat waarna u de hoofdtelefoon op de afstandsbediening aansluit.
Sommige hoofdtelefoons hebben geen microfoon. Gebruik voor telefoongesprekken een hoofdtelefoon met een externe bedieningseenheid of de microfoon van het apparaat.
De Nokia Audio Adapter AD-54 bevat volumetoetsen waarmee u alleen het volume van afgespeelde muziek of video kunt aanpassen.
Wanneer u bepaalde toebehoren voor hoofdtelefoons gebruikt, zoals de Nokia Audio Adapter AD-54, kunt u tijdens een gesprek het volume aanpassen met de volumetoets van het apparaat.

Levensduur van batterij verlengen

Als functies gebruikmaken van Bluetooth-connectiviteit, WLAN en packet-gegevensverbindingen of als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra
18
batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de batterij af.
Als u de bedrijfsduur van uw apparaat wilt verlengen, schakelt u Bluetooth-connectiviteit uit wanneer u deze niet nodig hebt. Stel Packet-ggvnsverb. eveneens in op Wanneer nodig zodat het apparaat een packet­gegevensverbinding alleen gebruikt als u een toepassing of actie start waarvoor packet-gegevensverbinding nodig is. Zie ’Packet-gegevens’ op pag. 139.
Als u de toepassingen wilt sluiten die op de achtergrond worden uitgevoerd en die u niet gebruikt, houdt u ingedrukt en selecteert u de toepassingen in de lijst .

Kaarten

Druk op en selecteer Kaarten. Met een externe Bluetooth GPS-ontvanger en Kaarten kunt u uw huidige locatie op de kaart bekijken, door kaarten van verschillende steden en landen bladeren, naar adressen en interessante locaties zoeken en routes tussen locaties plannen.
U kunt ook extra diensten aanschaffen, zoals een stadsgids en een navigatiedienst met gesproken instructies.
Ga naar www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-website voor meer informatie over de toepassing.

Downloaden

Download! (netwerkdienst) is een mobiele winkel
op uw apparaat. U kunt bladeren door items, zoals toepassingen en mediabestanden, en deze vanaf internet downloaden en op het apparaat installeren.
Druk op en selecteer Download!.
De items zijn ingedeeld in catalogi en mappen die door de verschillende serviceproviders worden geleverd. Voor sommige items kan een bedrag in rekening worden gebracht, maar meestal kunt u deze gratis bekijken.

Software-updates

Nokia kan software-updates vrijgeven die nieuwe mogelijkheden, uitgebreidere functies of verbeterde prestaties bieden. U kunt deze updates aanvragen via de pc-toepassing Nokia Software Updater. Als u de software op het apparaat wilt updaten, hebt u de toepassing Nokia Software Updater nodig en een compatibele pc met Microsoft Windows 2000 of XP, breedband internettoegang en een compatibele datakabel voor de verbinding tussen het apparaat en de pc.
Ga naar www.nokia.com/softwareupdate of uw lokale Nokia-website als u meer hierover wilt weten of de toepassing Nokia Software Updater wilt downloaden.
Uw Nokia N81
19
Als mobiele software-updates door uw netwerk worden ondersteund, kunt u ook updates via het apparaat ophalen. Zie ’Apparaatbeheer’ en ’Software-updates’ op pag. 86.
Tip! Voer in de stand-by modus *#0000# in als
u de softwareversie op het apparaat wilt controleren.
Uw Nokia N81
20

Muziek

Muziekspeler

De Muziekspeler ondersteunt bestandsindelingen als .AAC, .AAC+, .EAAC+, .MP3, .WAV en .WMA. De Muziekspeler ondersteunt echter niet noodzakelijkerwijs alle bestandsindelingen of alle variaties van bestandsindelingen.
U kunt Music player ook gebruiken om podcasts te beluisteren. Podcasts zijn de methode voor het leveren van audio- of video-inhoud via internet waarbij RSS- of ATOM-technologie wordt gebruikt om deze inhoud op mobiele apparaten en pc's af te spelen.
Waarschuwing: Luister naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Zie ’Muziek overbrengen’ op pag. 24 voor meer informatie over het toevoegen van nummers aan het apparaat.
Zie ’Digital Rights Management’ op pag. 105 voor meer informatie over copyrightbescherming.

Een episode of podcast afspelen

Tip! Druk op als u de miniatuur van de
music player in het multimediamenu wilt openen. Zie ’Multimediamenu’ op pag. 17.
1 Druk op en selecteer Muziek > Muziekspeler. 2 Selecteer Muziek of Podcasts. 3 Selecteer categorieën als u naar het nummer of
de podcast wilt gaan waarnaar u wilt luisteren.
4 Druk op als u het geselecteerde nummer of
de geselecteerde lijst met nummers wilt afspelen.
Druk op als u het afspelen wilt onderbreken en nogmaals op als u het afspelen wilt hervatten. Druk op als u het afspelen wilt stoppen.
Houd of ingedrukt als u vooruit of achteruit wilt spoelen.
Druk op als u naar het volgende item wilt gaan. Druk op als u wilt
Muziek
21
terugkeren naar het begin van het item. Druk nogmaals op binnen twee seconden nadat een nummer of podcast is gestart als u naar het vorige item wilt gaan.
Muziek
Selecteer Opties > Willekeurig afspelen als u willekeurig afspelen ( ) wilt in- of uitschakelen.
Selecteer Opties > Herhalen als u het huidige item ( ) of alle items ( ) wilt herhalen of als u herhalen wilt uitschakelen.
Als u podcasts afspeelt, zijn willekeurig afspelen en herhalen automatisch uitgeschakeld.
Gebruik de volumetoets als u het volume wilt regelen.
Selecteer Opties > Equalizer als u de toon voor het afspelen van muziek wilt wijzigen.
Selecteer Opties > Audio-instellingen als u de balans en het stereobeeld wilt wijzigen of de bas wilt versterken.
Selecteer Opties > Visualisatie weergeven als u tijdens het afspelen een visualisatie wilt weergeven.
Druk op de beëindigingstoets als u wilt terugkeren naar de stand-by modus en de speler op de achtergrond wilt laten spelen of houd ingedrukt als u wilt schakelen naar een andere geopende toepassing.

Menu Muziek

Selecteer Afspelen als u meer muziek wilt selecteren om af te spelen in de weergave Muziek.
Het menu Muziek bevat muziek die beschikbaar is in het apparaat. Alle liedjes bevat alle muziek. Selecteer Albums,
Artiesten, Genres of Componisten als u geselecteerde
nummers wilt weergeven. Selecteer Afspeellijsten als u playlists wilt weergeven.
Selecteer Opties > Vernieuwen als u de bibliotheek wilt vernieuwen nadat u het apparaat buiten Music Player hebt bijgewerkt.
Playlists
Ga naar het menu Muziek en selecteer Afspeellijsten als u playlists wilt weergeven en beheren. De volgende playlists worden automatisch weergegeven: Populairst,
Recent afgespeeld en Recent toegev..
Selecteer Opties > Details afspeellijst als u de details van de playlist wilt weergeven.
Een playlist maken
1 Selecteer Opties > Afspeellijst maken. 2 Voer een naam voor de playlist in selecteer OK. 3 Selecteer Ja als u nu nummers wilt toevoegen
of Nee als u de nummers later wilt toevoegen.
4 Wanneer u Ja hebt geselecteerd, selecteert u artiesten
als u wilt zoeken naar de nummers die u wilt opnemen
22
in de playlist. Druk op als u items wilt toevoegen. Druk op als u de lijst met nummers onder de naam van een artiest wilt weergeven. Druk op als u de lijst met nummers wilt verbergen.
5 Selecteer Gereed wanneer u uw selecties hebt voltooid.
Selecteer Opties > Liedjes toevoegen terwijl u de playlist weergeeft als u later meer nummers wilt toevoegen.
Selecteer een item en Opties > Toev. aan afspeellijst >
Opgesl. afspeellijst of Nieuwe afspeellijst als u nummers,
albums, artiesten, genres en componisten aan een playlist wilt toevoegen.
Selecteer Opties > Verwijderen als u een nummer wilt verwijderen uit een playlist. Hiermee verwijdert u het nummer niet uit het apparaat, maar alleen uit de playlist.
Ga naar het nummer dat u wilt verplaatsen en selecteer
Opties > Lijst opn. sort. als u de volgorde van nummers
in een playlist wilt wijzigen. Gebruik de bladertoets als u nummers naar een nieuwe positie wilt slepen.

Podcasts

Het menu Podcast bevat de podcasts die beschikbaar zijn in het apparaat.
Selecteer Opties > Vernieuwen als u de verzameling wilt vernieuwen nadat u het apparaat buiten Music Player hebt bijgewerkt.
Podcast-episodes kunnen een van de volgende drie statussen hebben: Nooit afgespeeld, Gedeeltelijk afgespeeld en Volledig afgespeeld.
Als een episode gedeeltelijk is afgespeeld, wordt het de volgende keer afgespeeld vanaf de laatste afspeelpositie.
Als een episode nooit of volledig is afgespeeld wordt het vanaf het begin afgespeeld.

Eigen netwerk met Music Player

Met een UPnP-architectuur en WLAN kunt u een eigen netwerk van compatibele apparaten maken. Via het eigen netwerk kunt u inhoud die op de Nokia N81 is opgeslagen, extern afspelen op een compatibel apparaat. U kunt ook bestanden kopiëren van de Nokia N81 naar een compatibel UPnP-apparaat. Zie ’Eigen netwerk’ op pag. 88 en ’Eigen netwerk met Galerij’ op pag. 57 voor meer informatie.
Een nummer of podcast extern afspelen
1 Druk op en selecteer Muziek > Muziekspeler. 2 Selecteer muziek of podcasts. 3 Selecteer categorieën in de volgende menu's om te
navigeren naar het nummer of de podcast-episode waarnaar u wilt luisteren.
4 Selecteer het nummer of de podcast waarnaar u wilt
luisteren en selecteer Opties > Afspelen > Afsp. via
eigen netwerk.
Muziek
23
5 Selecteer het apparaat waarin het bestand wordt
afgespeeld.
Nummers of podcasts draadloos kopiëren
Muziek
Selecteer een bestand en selecteer Opties > Kopie nr eig.
netw. of Verpl. nr eig. netw. als u mediabestanden wilt
kopiëren of overbrengen van het apparaat naar een ander compatibel apparaat, bijvoorbeeld een UPnP-compatibele pc. Het delen van inhoud hoeft niet te zijn ingeschakeld.

Muziek overbrengen

U kunt muziek overbrengen vanaf een compatibele pc of andere compatibele apparaten met behulp van een compatibele USB-kabel of Bluetooth-connectiviteit. Zie ’Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 81 voor meer informatie.
Pc-vereisten voor muziekoverdracht:
Microsoft Windows XP (of hoger)
Een compatibele versie van Windows Media Player.
Meer informatie over compatibiliteit met Windows Media Player vindt u in het gedeelte over de Nokia N81 op de Nokia-website.
Nokia Nseries PC Suite 6.7 of hoger
Muziek overbrengen vanaf de pc
U kunt muziek overbrengen op drie verschillende manieren:
Als u het apparaat op de pc wilt weergeven als
extern geheugen waarnaar u gegevensbestanden kunt overbrengen, maakt u verbinding via een compatibele USB-kabel of via Bluetooth-connectiviteit. Selecteer
Gegevensoverdracht als verbindingsmethode
wanneer u de USB-kabel gebruikt.
Sluit de compatibele USB-kabel aan en selecteer
Mediaspeler als verbindingsmethode wanneer
u muziek wilt synchroniseren met Windows Media Player.
Sluit de compatibele USB-kabel aan en selecteer
PC Suite als verbindingsmethode wanneer u Nokia
Music Manager in Nokia Nseries PC Suite wilt gebruiken.
De modi voor massageheugen en de Mediaspeler kunnen alleen worden gebruikt met bestanden die zich op de geheugenkaart van uw apparaat bevinden.
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
USB > USB-modus als u de standaard
USB-verbindingsmodus wilt wijzigen.
Als u muziek overbrengt met de modus
Gegevensoverdracht of PC Suite, moet u de bibliotheek in
het apparaat vernieuwen nadat u de nummerselectie in het
24
apparaat hebt bijgewerkt. Selecteer in het Menu Muziek de optie Opties > Vernieuwen als u de bibliotheek wilt vernieuwen.
Zowel Windows Media Player als Nokia Music Manager in Nokia Nseries PC Suite is geoptimaliseerd voor het overbrengen van muziekbestanden. Zie de gebruikershandleiding van Nokia Nseries PC Suite voor meer informatie over het overbrengen van muziek met Nokia Music Manager.
Muziek overbrengen met Windows Media Player
De synchronisatiefuncties voor muziek kunnen variëren per versie van Windows Media Player. Zie de gebruikershandleiding en Help van Windows Media Player voor meer informatie.
Handmatige synchronisatie
Nadat u verbinding hebt gemaakt tussen het apparaat en een compatibele pc, selecteert Windows Media Player handmatige synchronisatie als er onvoldoende geheugen beschikbaar is in het apparaat. Met handmatige synchronisatie kunt u de nummers en playlists selecteren die u wilt verplaatsen, kopiëren of verwijderen.
De eerste keer dat u het apparaat aansluit, moet u een naam invoeren die wordt gebruikt als naam voor het apparaat in Windows Media Player.
Handmatige selecties overbrengen:
1 Nadat u het apparaat hebt verbonden met Windows
Media Player, selecteert u het apparaat in het navigatiedeelvenster als meer dan één apparaat is verbonden.
2 Sleep de nummers of albums naar het lijstdeelvenster
voor synchronisatie. Selecteer een nummer of album in de lijst en klik op Verwijderen uit lijst als u het item wilt verwijderen.
3 Controleer of het lijstdeelvenster de bestanden bevat
die u wilt synchroniseren en of voldoende geheugen beschikbaar is in het apparaat. Klik op Start Sync. om de synchronisatie te starten.
Automatische synchronisatie
Klik op de pijl onder Synchroniseren, selecteer het apparaat en klik op Synchronisatie instellen als u de standaardoptie voor bestandsoverdracht wilt wijzigen in Windows Media Player. Schakel het selectievakje Dit apparaat automatisch synchroniseren uit of in.
Als het selectievakje Dit apparaat automatisch synchroniseren is ingeschakeld en u het apparaat verbindt, wordt de muziekbibliotheek in het apparaat automatisch bijgewerkt op basis van de playlists die u hebt geselecteerd in Windows Media Player.
Als u geen playlists hebt geselecteerd, wordt de volledige muziekbibliotheek op de pc geselecteerd
Muziek
25
voor synchronisatie. Uw pc-bibliotheek bevat mogelijk meer bestanden dan op het apparaat passen. Zie de Help van Windows Media Player voor meer informatie.
Muziek
De playlists in het apparaat zijn niet gesynchroniseerd met de playlists van Windows Media Player.

Nokia Music Store

In de Nokia Music Store (netwerkdienst) kunt u muziek opzoeken, doorbladeren en aanschaffen om te downloaden naar het apparaat. Om muziek te kunnen aanschaffen, moet u zich eerst voor deze dienst registreren.
Kijk voor meer informatie over de beschikbaarheid van de Nokia Music Store in uw land op music.nokia.com.
Als u de Nokia Music Store wilt bezoeken, moet u beschikken over een geldig internettoegangspunt op het apparaat. Zie ’Toegangspunten’ op pag. 136 voor meer informatie.
Druk op en selecteer Muziek > Muziekwinkl als u de Nokia Music Store wilt openen. Voor verdere instructies selecteert u Help op de hoofdpagina van de Nokia Music Store.
Tip! Selecteer Opties > Zoeken in muziekwinkel
in de Music Player als u meer muziek wilt zoeken in de diverse categorieën van het menu Muziek.

Instellingen van de muziekwinkel

Mogelijk wordt u gevraagd de volgende instellingen op te geven:
Std. toeg. punt – Selecteer het toegangspunt
waarmee u verbinding wilt maken met de muziekwinkel.
In de muziekwinkel kunt u mogelijk instellingen bewerken door Opties > Instellingen te selecteren.
U kunt de Nokia Music Store ook vanaf uw compatibele pc bezoeken op music.nokia.com. Voor verdere instructies selecteert u Help op de hoofdpagina van de Nokia Music Store.

Radio

Druk op en selecteer Muziek > Radio.
Wanneer u Visual Radio de eerste keer opent, helpt een wizard u bij het opslaan van lokale zenders.
U kunt de toepassing gebruiken als een gewone radio met automatische afstemming en opgeslagen zenders of met parallelle visuele informatie over het radioprogramma in het scherm, als u afstemt op zenders die de dienst Visual Radio ondersteunen. Voor de dienst Visual Radio worden packet-gegevens gebruikt (netwerkdienst). U kunt naar de radio luisteren terwijl u andere toepassingen gebruikt.
26
Ga naar http://www.visualradio.com voor een recente lijst met alle zenders die de Visual Radio-dienst biedt.
Als u geen toegang hebt tot de dienst Visual Radio, ondersteunen de operators en radiozenders in uw gebied deze dienst mogelijk niet.
Neem contact op met de serviceprovider als u meer wilt weten over de beschikbaarheid en kosten van de dienst en als u zich hierop wilt abonneren.
U kunt iemand bellen of een inkomende oproep normaal beantwoorden terwijl u naar de radio luistert. De radio wordt gedempt tijdens actieve oproepen.

Naar de radio luisteren

De kwaliteit van de radio-uitzending is afhankelijk van de dekking van het radiozenders in het betreffende gebied.
De FM-radio maakt gebruik van een andere antenne dan de antenne van het draadloze apparaat. De FM-radio functioneert alleen naar behoren als er een compatibele hoofdtelefoon of een compatibel toebehoren op het apparaat is aangesloten.
Druk op en selecteer Muziek > Radio. Selecteer of of houd de mediatoets of ingedrukt als u wilt zoeken naar zenders. Selecteer Opties > Handmatig
afstemmen als u de frequentie handmatig wilt wijzigen.
Als u eerder radiozenders hebt opgeslagen, selecteert u of of drukt u op de mediatoets of om naar de vorige of volgende opgeslagen zender te gaan.
Druk op de volumetoetsen als u het volume wilt regelen.
Selecteer Opties > Luidspreker aan als u via de luidspreker naar de radio wilt luisteren.
Waarschuwing: Luister naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Selecteer Opties > Zenderoverzicht (netwerkdienst) als u beschikbare zenders op basis van de locatie wilt weergeven.
Selecteer Opties > Zender opslaan als u de huidige zender wilt opslaan in de lijst met zenders. Selecteer Opties >
Zenders als u de lijst met opgeslagen zenders wilt openen.
Selecteer Opties > Afsp. in achtergrond als u wilt terugkeren naar de stand-by modus en de FM-radio op de achtergrond wilt laten spelen.

Visuele inhoud weergeven

Selecteer of Opties > Visuele dienst starten als u de beschikbare visuele inhoud voor een zender wilt
Muziek
27
weergeven. Voer de ID van de visuele dienst in als u deze niet hebt opgeslagen voor de zender of selecteer Ophalen als u hiernaar wilt zoeken in de lijst met zenders
Muziek
(netwerkdienst).
Wanneer verbinding is gemaakt met de visuele dienst, wordt in het scherm de huidige visuele inhoud weergegeven.

Opgeslagen zenders

Selecteer Opties > Zenders als u de lijst met opgeslagen zenders wilt openen.
Selecteer Opties > Zender > Luisteren als u wilt luisteren naar een opgeslagen zender. Selecteer Opties > Zender >
Visuele dienst starten als u de beschikbare visuele inhoud
voor een zender met de dienst Visual Radio wilt weergeven.
Selecteer Opties > Zender > Bewerken als u de details van een zender wilt wijzigen.

Instellingen

Selecteer Opties > Instellingen en kies een van de volgende opties:
Starttoon – Selecteer of u een toon wilt afspelen
wanneer de toepassing wordt gestart.
Autostart dienst – Selecteer Ja als u de dienst
Visual Radio automatisch wilt starten wanneer u een opgeslagen zender selecteert die de dienst Visual Radio biedt.
Toegangspunt – Selecteer het toegangspunt voor
de gegevensverbinding met Visual Radio. U hebt geen toegangspunt nodig als u de toepassing wilt gebruiken als normale radio.
Huidige regio – Selecteer de regio waarin u zich
momenteel bevindt. Deze instelling wordt alleen weergegeven als er geen netwerkdekking is op het moment dat u de toepassing start.

Nokia Podcasting

Met de toepassing Nokia Podcasting kunt u podcasts zoeken, beluisteren en downloaden en kunt u zich abonneren op podcasts. Daarnaast kunt u audio- en videopodcasts afspelen, beheren en delen met het apparaat.
Druk op en selecteer Muziek > Podcasting als u Nokia Podcasting wilt openen.

Instellingen

Stel uw verbindings- en downloadinstellingen in voordat u Nokia Podcasting gebruikt.
28
De aanbevolen verbindingsmethode is WLAN (draadloos LAN). Vraag bij uw serviceprovider de voorwaarden en kosten voor gegevensdiensten na voordat u andere verbindingen gebruikt. Bij een gegevensplan met een vast tarief kunt u bijvoorbeeld grote hoeveelheden gegevens overbrengen tegen één maandelijks bedrag.
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
Verb.beh. > Beschk. WLAN als u wilt zoeken naar de
beschikbare WLAN's binnen bereik.
Selecteer Opties > Toeg.pt definiëren als u een internettoegangspunt in een netwerk wilt maken.
Verbindingsinstellingen
Druk op en selecteer Muziek > Podcasting > Opties >
Instellingen > Verbinding als u de verbindingsinstellingen
wilt bewerken. Definieer het volgende:
Standaardtoeg. punt – Selecteer het toegangspunt
om uw internetverbinding te definiëren.
URL van zoekservice – Definieer de dienst voor het zoeken
naar podcasts voor gebruik in Zoeken.
Downloadinstellingen
Druk op en selecteer Muziek > Podcasting > Opties >
Instellingen > Downloaden als u de downloadinstellingen
wilt bewerken. Definieer het volgende:
Opslaan in – Definieer de locatie waar u de podcasts wilt
opslaan. Voor een optimaal gebruik van de opslagruimte wordt de geheugenkaart aanbevolen.
Update-interval – Geef aan hoe vaak podcasts
worden bijgewerkt.
Datum volgende update – Geef de datum van de volgende
automatische update op.
Tijd volgende update – Geef het tijdstip van de volgende
automatische update op.
Automatische updates vinden alleen plaats als een specifiek standaardtoegangspunt is geselecteerd en Nokia Podcasting wordt uitgevoerd. Als Nokia Podcasting niet wordt uitgevoerd, worden de automatische updates niet geactiveerd.
Downloadlimiet (%) – Geef aan hoeveel geheugen
voor gedownloade podcasts wordt gebruikt.
Als limiet is bereikt – Geef aan wat u wilt doen
als de downloads de downloadlimiet overschrijden.
Het instellen van de toepassing om automatische podcasts binnen te halen, kan de overdracht van grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van uw serviceprovider met zich meebrengen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Muziek
29
Selecteer Opties > Standaardinstellingen in de weergave
Instellingen als u de standaardinstellingen wilt herstellen.
Muziek

Zoeken

Met Zoeken kunt u podcasts zoeken op trefwoord of titel.
Het zoeksysteem gebruikt de dienst voor het zoeken naar podcasts die u hebt ingesteld in Podcasting > Opties >
Instellingen > Verbinding > URL van zoekservice.
Als u wilt zoeken naar podcasts, drukt u op , selecteert u Muziek > Podcasting > Zoeken en voert u de gewenste trefwoorden in.
Tip! Met Zoeken zoekt u naar podcast-titels en -
trefwoorden in beschrijvingen, niet naar specifieke episodes. Algemene onderwerpen, zoals voetbal of hip-hop, geven doorgaans betere resultaten dan een specifieke ploeg of artiest.
Selecteer Opties > Abonneren als u zich wilt abonneren op een of meer gemarkeerde zenders en deze wilt toevoegen aan uw Podcasts. U kunt een podcast aan uw Podcasts toevoegen door er een te selecteren.
Selecteer Opties > Opnieuw zoeken om een nieuwe zoekactie te starten.
Selecteer Opties > Webpagina openen (netwerkdienst) om naar de website van de podcast te gaan.
Selecteer Opties > Beschrijving om de details van een podcast weer te geven.
Selecteer Opties > Zenden als u een of meer geselecteerde podcasts wilt verzenden naar een ander compatibel apparaat.
De beschikbare opties kunnen variëren.

Mappen

Met Mappen kunt u nieuwe podcast-episodes vinden waarop u zich kunt abonneren.
Druk op en selecteer Muziek > Podcasting >
Mappen om Mappen te openen.
De inhoud van de Mappen verandert. Selecteer de gewenste map om deze bij te werken (netwerkdienst). Wanneer de kleur van de map verandert, drukt u nogmaals op de bladertoets om de map te openen.
Mappen kunnen de beste podcasts bevatten, geordend op populariteit of thema.
Druk op de bladertoets om het gewenste maponderwerp te openen. Er wordt een lijst met podcasts weergegeven.
Als u zich op een podcast wilt abonneren, selecteert u de titel en drukt u op de bladertoets. Nadat u zich hebt geabonneerd op episodes van een podcast, kunt u ze in Podcasts downloaden, beheren en afspelen.
30
Selecteer Opties > Nieuw > Webmap of Map als u een nieuwe map wilt toevoegen. Voer een titel, URL van de .OPML (Outline Processor Markup Language) in en selecteer Gereed.
Selecteer Opties > Bewerken als u de geselecteerde map, webkoppeling of webmap wilt bewerken.
Selecteer Opties > OPML-best. importeren als u een ander OPML-bestand wilt importeren dat op uw apparaat is opgeslagen. Selecteer de locatie van het bestand en importeer het bestand.
Selecteer de map en selecteer Opties > Zenden als u een map als een multimediabericht of via een Bluetooth­verbinding wilt verzenden.
Wanneer u via Bluetooth-verbinding een bericht met een OPML-bestand ontvangt, opent u het bestand en slaat u het op in Ontvangen in Mappen. Open Ontvangen om u te abonneren op een van de koppelingen die u kunt toevoegen aan uw Podcasts.

Downloaden

Nadat u zich hebt geabonneerd op een podcast, kunt u de episodes beheren, downloaden en afspelen in Podcasts vanuit Mappen, Zoeken of door een URL in te voeren.
Selecteer Podcasting > Podcasts om de podcasts te zien waarop u bent geabonneerd. Als u de titels van
afzonderlijke episodes wilt zien (een episode is een bepaald mediabestand van een podcast), selecteert u de podcast-titel.
Selecteer de titel van de episode om een download te starten. Selecteer Opties > Downloaden or Downloaden
voortz. om geselecteerde of gemarkeerde episodes te
downloaden of het downloaden ervan voort te zetten. U kunt meerdere episodes tegelijk downloaden.
Selecteer Podcasts > Opties > Voorbeeld afspelen als u een gedeelte van een podcast tijdens het downloaden of na een gedeeltelijke download wilt afspelen.
Volledige gedownloade podcasts vindt u in de map
Podcasts. Ze worden echter pas weergegeven
wanneer de muziekbibliotheek is vernieuwd.
De beschikbare opties kunnen variëren.

Podcasts afspelen en beheren

Selecteer Opties > Openen als u de beschikbare episodes van de geselecteerde podcast wilt weergeven. Onder elke episodes vindt u de bestandsindeling, de bestandsgrootte en het tijdstip van de upload.
Wanneer de podcast volledig is gedownload, selecteert u Podcasts > Opties > Afspelen, of drukt u op en selecteert u Muziek > Muziekspeler > Podcasts als u de volledige episode wilt afspelen.
Muziek
31
Selecteer Opties > Bijwerken als u de geselecteerde podcast of gemarkeerde podcasts voor een nieuwe episode wilt bijwerken.
Muziek
Selecteer Opties > Bijwerken stoppen als u het bijwerken van de geselecteerde podcast of gemarkeerde podcasts wilt stoppen.
Selecteer Opties > Nieuwe podcast als u een nieuwe podcast wilt toevoegen door de URL van de podcast in te voeren.
Als u geen toegangspunt hebt gedefinieerd of als u tijdens de packet-gegevensverbinding wordt gevraagd een gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren, neemt u contact op met uw serviceprovider.
Selecteer Opties > Bewerken als u de URL van de geselecteerde podcast wilt bewerken.
Selecteer Opties > Verwijderen als u een gedownloade podcast of gemarkeerde podcasts van uw apparaat wilt verwijderen.
Selecteer Opties > Zenden als u de geselecteerde podcast of gemarkeerde podcasts als OPML-bestanden in een multimediabericht of via Bluetooth-verbinding naar een ander compatibel apparaat wilt verzenden.
Als u een groep geselecteerde podcasts tegelijk wilt bijwerken, verwijderen of verzenden, selecteert u Opties >
Markeringen aan/uit markeert u de gewenste podcasts
en selecteert u Opties om de gewenste actie te kiezen.
Selecteer Opties > Webpagina openen om de website van de podcast te openen (netwerkdienst).
Sommige podcasts bieden de mogelijkheid van interactie met de makers middels commentaar en het uitbrengen van stemmen. Selecteer Opties > Opmerkingen weerg. als u een internetverbinding tot stand wilt brengen om dit te doen.
32

Spelletjes

Uw Nokia N81 is compatibel met de N-Gage™ gaming experience. Met N-Gage kunt u kwalitiatief hoogstaande spelletjes voor meerdere personen downloaden en spelen.
Het apparaat bevat een van de volgende toepassingen:
Ontdek de N-Gage-toepassing: met deze previewtoepassing krijgt u informatie over de nieuwe spelmogelijkheden van
N-Gage, demo's van spelletjes uitproberen en de volledige versie van N-Gage downloaden en installeren zodra deze beschikbaar is.
N-Gage: met deze uitgebreide toepassing, die de toepassing Discover N-Gage in het menu vervangt, hebt u toegang
tot alle mogelijkheden van N-Gage. U kunt naar nieuwe spelletjes zoeken, spelletjes uitproberen en kopen, naar andere spelers zoeken, scores en gebeurtenissen bekijken, chatten en nog veel meer. Mogelijk is een aantal functies niet beschikbaar wanneer de software op uw apparaat wordt geïnstalleerd. Raadpleeg www.n-gage.com voor informatie over software-updates.
Druk op en selecteer Spelletjes om te beginnen.
Voor de volledige mogelijkheden van N-Gage moet het apparaat beschikken over een internetverbinding (via het mobiele netwerk of WLAN). Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over gegevensdiensten.
Ga naar www.n-gage.com voor meer informatie.
Spelletjes
33

Contacten (adressenlijst)

Druk op en selecteer Contacten. In Contacten kunt u contactgegevens opslaan en bijwerken. U kunt een persoonlijke beltoon of een miniatuur toevoegen aan een contactkaart. U kunt ook contactgroepen maken, zodat u SMS- of e-mailberichten naar een groot aantal ontvangers tegelijk kunt sturen. U kunt ontvangen contactgegevens (visitekaartjes) opslaan in Contacten. Contactgegevens kunnen alleen worden verzonden naar of ontvangen van compatibele apparaten.
Contacten (adressenlijst)
Selecteer Opties > Contactinfo als u het aantal contactpersonen en groepen en het beschikbare geheugen in Contacten wilt weergeven.
Namen en nummers opslaan en bewerken
1 Selecteer Opties > Nieuw contact. 2 Vul de gewenste velden in en selecteer Gereed.
Als u contactkaarten wilt bewerken in Contacten, ga dan naar de contactkaart die u wilt bewerken en selecteer
Opties > Bewerken. U kunt ook zoeken naar de gewenste
contactpersoon door de eerste letters van de naam in te
34
voeren in het zoekveld. In het scherm verschijnt een lijst met de contactpersonen waarvan de naam begint met de betreffende letters.
Tip! Als u contactkaarten wilt toevoegen en
bewerken, kunt u ook Nokia Contacts Editor in Nokia Nseries PC Suite gebruiken.
Als u een miniatuurafbeelding aan een contactkaart wilt toevoegen, opent u de contactkaart en selecteert u Opties > Bewerken > Opties > Thumbnail toevoeg.. De miniatuur wordt weergegeven zodra de bijbehorende contactpersoon belt.
Selecteer een contactkaart en Opties > Sprklabel afspelen als u het spraaklabel wilt beluisteren dat aan de contactpersoon is toegewezen. Zie ’Spraakgestuurd bellen’ op pag. 117.
Als u contactgegevens wilt verzenden, selecteert u de kaart die u wilt verzenden en selecteert u Opties > Visitekaartje
verz. > Via SMS, Via multimedia, Via e-mail of Via Bluetooth. Zie ’Berichten’ op pag. 38 en ’Gegevens
verzenden met behulp van Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 83.
Tip! Als u contactkaarten wilt afdrukken op
een compatibele met een BPP (Basic Print Profile) uitgeruste printer met Bluetooth-connectiviteit (bijvoorbeeld een HP Deskjet 450 mobiele printer of een HP Photosmart 8150), selecteert u Opties > Afdrukken.
Selecteer Opties > Toev. aan groep (wordt alleen weergegeven als u een groep hebt gemaakt) als u een contactpersoon aan een groep wilt toevoegen. Zie ’Contactgroepen maken’ op pag. 37.
Selecteer een contactpersoon en Opties > Hoort bij
groepen als u wilt controleren tot welke groepen de
contactpersoon behoort.
Selecteer een contactkaart en druk op als u de kaart wilt verwijderen uit Contacten.

Standaardnummers en -adressen

U kunt standaardnummers of -adressen toewijzen aan een contactkaart. Als een contactpersoon dan meerdere nummers of adressen heeft, kunt u gemakkelijk bellen of de contactpersoon een bericht sturen op een bepaald nummer of adres. Het standaardnummer wordt ook gebruikt als u spraakgestuurd belt.
1 Selecteer in Contacten een contact. 2 Selecteer Opties > Standaardnummers.
3 Selecteer een standaardnummer waaraan u een
nummer of adres wilt toevoegen en selecteer Toewijz..
4 Selecteer het nummer of adres dat u als standaard
wilt instellen.
Het standaardnummer of -adres wordt onderstreept op de contactkaart.

Contactgegevens kopiëren

Als u namen en nummers wilt kopiëren vanaf een SIM-kaart naar het apparaat, druk dan op en selecteer Contacten > Opties > SIM-contacten >
SIM-telefoonboek, de namen die u wilt kopiëren
en Opties > Kopie naar Contact..
Ga naar Contacten, selecteer de namen die u wilt kopiëren en Opties > Kopieer naar SIM of Opties > Kopiëren >
Naar SIM-telef.boek als u contactpersonen wilt kopiëren
naar de SIM-kaart. Alleen de velden van de contactkaart die door de SIM-kaart worden ondersteund, worden gekopieerd.
Tip! U kunt uw contactpersonen synchroniseren
met een compatibele pc waarop Nokia Nseries PC Suite is geïnstalleerd.
Contacten (adressenlijst)
35
SIM-telefoonboek en andere SIM-diensten
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart over beschikbaarheid en voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider of een andere leverancier zijn.
Druk op en selecteer Contacten > Opties >
SIM-contacten > SIM-telefoonb. als u de namen
en nummers op de SIM-kaart wilt weergeven. In het SIM-telefoonboek kunt u nummers toevoegen aan of
Contacten (adressenlijst)
kopiëren naar contactpersonen en kunt u deze nummers bewerken. Bovendien kunt u van hieruit oproepen doen.
Selecteer Opties > SIM-contacten > Nrs. vaste
contacten als u de lijst met vaste nummers wilt
weergeven. Deze instelling wordt alleen weergegeven als deze wordt ondersteund door de SIM-kaart.
Selecteer Opties > Vaste nrs. activeren als u oproepen vanaf het apparaat naar geselecteerde telefoonnummers wilt beperken. U hebt uw PIN2-code nodig om vaste nummers in en uit te schakelen of om contacten met een vast nummer te bewerken. Neem contact op met uw serviceprovider als u de code niet hebt. Selecteer
Opties > Nieuw SIM-contact als u nieuwe nummers
wilt toevoegen aan de lijst met vaste nummers. Voor deze functies hebt u de PIN2-code nodig.
Wanneer u Vaste nummers gebruikt, zijn packet-gegevensverbindingen niet mogelijk, behalve wanneer u SMS-berichten verzendt via een packet-gegevensverbinding. In dit geval moeten het nummer van de berichtencentrale en het telefoonnummer van de nummers.
Wanneer de functie Vaste nummers is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.

Beltonen toevoegen voor contactpersonen

Ga als volgt te werk als u een beltoon wilt definiëren voor een contactpersoon of een contactgroep:
1 Druk op om een contactkaart te openen of ga
naar de groepenlijst en selecteer een contactgroep.
2 Selecteer Opties > Beltoon. Er wordt een lijst met
beltonen weergegeven.
3 Selecteer de beltoon die u wilt gebruiken voor de
afzonderlijke contactpersoon of de leden van de gehele groep. U kunt ook een videoclip als beltoon gebruiken.
Als een contactpersoon of groepslid u belt, wordt de beltoon voor die persoon afgespeeld als het nummer van de beller wordt meegezonden met de oproep en door het apparaat wordt herkend.
36
Selecteer Standaard beltoon in de lijst met beltonen als u de beltoon wilt verwijderen.

Contactgroepen maken

1 Druk in Contacten op om de groepenlijst
te openen.
2 Selecteer Opties > Nieuwe groep. 3 U kunt de standaardnaam gebruiken of zelf
een naam typen. Selecteer vervolgens OK.
4 Selecteer de groep en Opties > Leden toevoegen. 5 Ga naar een contactpersoon en druk op om deze
te markeren. Herhaal dit voor alle contactpersonen die u wilt toevoegen.
6 Selecteer OK om de contactpersonen aan de groep
toe te voegen.
Selecteer Opties > Naam wijzigen, voer de nieuwe naam in en kies OK als u de naam van een groep wilt wijzigen.

Leden uit een groep verwijderen

1 Selecteer in de groepenlijst de groep die u wilt wijzigen. 2 Ga naar de contactpersoon en selecteer Opties >
Verwijder uit groep.
3 Selecteer Ja om de contactpersoon uit de groep
te verwijderen.
Contacten (adressenlijst)
37

Berichten

Druk op en selecteer Berichten (netwerkdienst).
Berichten
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen
van berichten. Objecten in e-mailberichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC.
Alleen compatibele apparaten die deze functie ondersteunen, kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven. De manier waarop een bericht wordt weergegeven, kan verschillen, afhankelijk van het ontvangende apparaat.
Selecteer Nieuw bericht als u een nieuw bericht wilt maken.
Berichten bevat de volgende mappen:
Inbox – Deze map bevat ontvangen berichten,
behalve e-mails en infodienstberichten. E-mails worden opgeslagen in de Mailbox.
Mijn mappen – Hierin kunt u berichten onderbrengen.
Tip! Met de teksten in de map voor sjablonen
voorkomt u dat u dezelfde tekst steeds opnieuw moet typen. U kunt ook uw eigen sjablonen maken en opslaan.
38
Mailbox – Maak verbinding met de externe mailbox
om nieuwe e-mails op te halen of eerder opgehaalde e-mails offline te bekijken. Zie ’E-mail’ op pag. 46.
Ontwerpen – Deze map bevat conceptberichten,
die nog niet zijn verzonden.
Verzonden – Deze map bevat de laatste verzonden
berichten, behalve berichten die zijn verzonden via een Bluetooth-verbinding. Zie ’Overige instellingen’ op pag. 48 als u meer of minder verzonden berichten wilt opslaan.
Outbox – Berichten die moeten worden verzonden,
worden in de map Outbox geplaatst als het apparaat zich buiten het dekkingsgebied van het netwerk bevindt.
Rapporten – U kunt bij het netwerk een
leveringsrapport aanvragen voor de SMS-berichten en multimediaberichten die u hebt verzonden (netwerkdienst).
Selecteer Opties > Dienstopdracht in hoofdweergave van Berichten als u dienstopdrachten (ook wel USSD-opdrachten genoemd), zoals activeringsopdrachten voor netwerkdiensten, wilt invoeren en verzenden naar de aanbieder.
Met Infodienst (netwerkdienst) kunt u berichten ontvangen over verschillende onderwerpen, zoals het weer of het verkeer. Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbare items en hun nummers. Ga naar de hoofdweergave van Berichten en selecteer
Opties > Infodienst.
U kunt geen infodienstberichten ontvangen in een UMTS-netwerk. Ook bij een packet-gegevensverbinding kunt u mogelijk geen infodienstberichten ontvangen.

Tekst invoeren

Met ABC, abc en Abc wordt de geselecteerde tekenmodus aangegeven. Met 123 wordt de cijfermodus aangegeven.
Houd ingedrukt als u wilt schakelen tussen letters en cijfers. Druk op als u wilt schakelen tussen de verschillende tekenmodi.
Houd de toets met het gewenste cijfer ingedrukt als u in de lettermodus een cijfer wilt invoegen.
wordt weergegeven wanneer u tekst invoert via de gewone tekstinvoer en wanneer u tekst typt met tekstvoorspelling.
Met tekstvoorspelling kunt u iedere letter invoeren door slechts eenmaal op de betreffende toets drukken. Tekstvoorspelling is gebaseerd op een ingebouwde woordenlijst die u zelf kunt uitbreiden.
Druk twee keer kort op als u tekstvoorspelling wilt in- of uitschakelen.

Berichten invoeren en verzenden

Voordat u een multimediabericht of e-mail kunt maken, moet de verbinding juist zijn ingesteld. Zie ’E-mailinstellingen’ op pag. 42 en ’E-mail’ op pag. 46.
Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten limiteren Als de omvang van de ingevoegde afbeelding de limiet overschrijdt, kan de afbeelding door het apparaat worden verkleind zodat deze via MMS kan worden verzonden.
1 Selecteer Nieuw bericht en maak een keuze uit
de volgende opties:
SMS – Hiermee verzendt u een SMS-bericht. Multimediabericht – Hiermee verzendt u een
multimediabericht (MMS).
Audiobericht – Hiermee verzendt u een audiobericht
(een multimediabericht met één geluidsclip).
E-mail- Hiermee verzendt u een e-mail.
2 Druk in het veld Naar op als u ontvangers
of contactgroepen wilt selecteren of als u het telefoonnummer of e-mailadres van de ontvanger wilt invoeren. Druk op om een puntkomma (;) toe te voegen als scheidingsteken tussen de ontvangers.
Berichten
39
U kunt ook het nummer of adres kopiëren en plakken vanaf het klembord.
3 Voer in het veld Onderw. het onderwerp van het
multimediabericht of e-mail in. Selecteer Opties >
Berichten
Adresvelden als u wilt wijzigen welke velden
worden weergegeven.
4 Ga naar het berichtveld
en voer het bericht in. Selecteer Opties >
Invoegen of Object invoegen > Sjabloon
als u een sjabloon wilt invoegen.
5 Selecteer Opties > Object
invoegen > Afbeelding, Geluidsclip of Videoclip
als u een mediaobject wilt toevoegen aan een multimediabericht.
6 Selecteer Opties > Nieuw invoegen > Afbeelding,
Geluidsclip of Videoclip als u een nieuwe foto wilt
maken of een geluid of videobeeld wilt opnemen voor een multimediabericht. Selecteer Dia als u een nieuwe dia wilt invoegen in het bericht. Selecteer Opties > Voorbeeld als u wilt bekijken hoe het multimediabericht eruitziet.
7 Selecteer Opties > Invoegen > Afbeelding,
Geluidsclip, Videoclip, Notitie of Overige voor andere
bestandstypen als u een bijlage wilt toevoegen aan een e-mail. E-mailbijlagen worden aangeduid met .
8 Selecteer Opties > Zenden of druk op de beltoets
als u het bericht wilt verzenden.
Opmerking: Uw apparaat kan aangeven dat uw
boodschap naar het nummer van de berichtencentrale dat in uw apparaat is geprogrammeerd is verzonden. Het is mogelijk dat het apparaat niet aangeeft of de boodschap op de bedoelde bestemming is ontvangen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over berichtdiensten.
Met uw apparaat kunnen tekstberichten worden verzonden die langer zijn dan de tekenlimiet voor één bericht. Langere berichten worden verzonden als twee of meer berichten. Uw serviceprovider kan hiervoor de desbetreffende kosten in rekening brengen. Tekens met accenten of andere symbolen en tekens in sommige taalopties nemen meer ruimte in beslag, waardoor het aantal tekens dat in één bericht kan worden verzonden, wordt beperkt.
U kunt videoclips mogelijk niet verzenden als deze zijn opgeslagen in MP4-indeling of groter zijn dan de limiet voor multimediaberichten in het draadloze netwerk.
Tip! U kunt afbeeldingen, video, geluid en tekst
combineren in een presentatie en deze in een multimediabericht verzenden. Maak eerst een multimediabericht en selecteer vervolgens Opties >
40
Presentatie maken. De optie wordt alleen
weergegeven als MMS-aanmaakmodus is ingesteld op Met begeleiding of Vrij. Zie ’Multimediaberichten’ op pag. 45.

Inbox – berichten ontvangen

In de map Inbox geeft een ongelezen SMS-bericht aan, een ongelezen multimediabericht, een ongelezen audiobericht en gegevens die via een Bluetooth-verbinding zijn ontvangen.
Wanneer u een bericht ontvangt, worden en 1 nieuw
bericht weergegeven in de stand-by modus. Selecteer Tonen als u het bericht wilt openen. Als u een bericht wilt
openen in Inbox, bladert u ernaartoe en drukt u op . Als u een ontvangen bericht wilt beantwoorden, selecteert u Opties > Antwoorden.

Multimediaberichten

Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van
berichten. Objecten in multimediaberichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC.
U kunt een melding ontvangen dat u een multimedia­bericht kunt ophalen in de multimediaberichtencentrale. Selecteer Opties > Ophalen als u een packet­gegevensverbinding wilt starten om een bericht op het apparaat ontvangen.
Als u een multimediabericht opent ( ), kunt u tegelijkertijd een afbeelding bekijken en een bericht lezen. geeft aan dat het bericht geluid bevat en geeft aan dat het bericht video bevat. Selecteer het symbool als u het geluid of de video wilt afspelen.
Selecteer Opties > Objecten als u de mediaobjecten wilt bekijken die in het multimediabericht zijn opgenomen.
Als het bericht een multimediapresentatie bevat, wordt weergegeven. Selecteer het symbool als u de presentatie wilt afspelen.

Gegevens en instellingen

Op het apparaat kunt u diverse soorten berichten ontvangen die gegevens bevatten, zoals visitekaartjes, beltonen, logo's van de operator, agenda-items en e-mailmeldingen. U kunt ook instellingen van de serviceprovider of de afdeling voor informatiebeheer van uw bedrijf ontvangen in een configuratiebericht.
Selecteer Opties en de betreffende optie als u de gegevens in het bericht wilt opslaan.
Berichten
41

Webdienstberichten

Webdienstberichten zijn meldingen (bijvoorbeeld van nieuwsberichten) en kunnen een SMS-bericht of een koppeling bevatten. Informeer bij de serviceprovider
Berichten
naar de beschikbaarheid van dergelijke diensten.

Mailbox

E-mailinstellingen
Tip! Gebruik Instelwizard als u uw mailbox wilt
instellen. Druk op en selecteer Instrumenten >
Hulpprogr. > Inst.wizard.
Als u e-mail wilt gebruiken, moet u beschikken over een geldig internettoegangspunt in het apparaat en uw e-mailinstellingen correct definiëren. Zie ’Toegangspunten’ op pag. 136.
Als u Mailbox selecteert in de hoofdweergave Berichten zonder dat u uw e-mailaccount hebt ingesteld, wordt u gevraagd om dit te doen. Selecteer Starten als u de e-mailinstellingen wilt definiëren. Zie ook ’E-mail’ op pag. 46.
U moet een afzonderlijke e-mailaccount hebben. Volg de instructies van de serviceprovider voor uw externe mailbox en internet.
Wanneer u een nieuwe mailbox maakt, wordt Mailbox in de hoofdweergave Berichten vervangen. U kunt maximaal zes mailboxen gebruiken.

De mailbox openen

Wanneer u de mailbox opent, wordt u gevraagd of u verbinding wilt maken met de mailbox (Verbinden
met mailbox?).
Selecteer Ja als u verbinding wilt maken met de mailbox en nieuwe e-mailkoppen of -berichten wilt ophalen. Als u online berichten bekijkt, hebt u onafgebroken verbinding met een externe mailbox via een gegevensverbinding.
Selecteer Nee als u eerder opgehaalde e-mails offline wilt bekijken.
Selecteer Nieuw bericht > E-mail in de beginweergave Berichten of Opties > Bericht maken > E-mail in uw mailbox als u een nieuwe e-mail wilt maken. Zie ’Berichten invoeren en verzenden’ op pag. 39.
E-mails ophalen
Selecteer Opties > Verbinden terwijl u offline bent om verbinding te maken met de externe mailbox.
Selecteer Opties > E-mail ophalen en een van de opties. Selecteer Opties > Verbind. verbreken als u de verbinding
42
wilt verbreken. Druk op de bladertoets als u een e-mail wilt openen.
1 Wanneer u verbinding hebt gemaakt met een externe
mailbox, selecteert u Opties > E-mail ophalen. Kies een van de volgende opties:
Nieuw – Hiermee haalt u alle nieuwe berichten op. Geselecteerd – Hiermee haalt u alleen de gemarkeerde
berichten op.
Alle – Hiermee haalt u alle berichten op uit de mailbox.
Selecteer Annuleer als u het ophalen van berichten wilt stoppen.
2 Als u de verbinding wilt verbreken en de e-mail
offline wilt bekijken, selecteert u Opties >
Verbind. verbreken.
3 Druk op als u een e-mail wilt openen. Als de e-mail
niet is opgehaald en u in de offline modus bent, wordt u gevraagd of u dit bericht wilt ophalen uit de mailbox.
Bekijk e-mailbijlagen door het bericht te openen en het bijlagenveld te selecteren. Dit veld wordt aangegeven met . Als het symbool voor een bijlage licht gekleurd is, is de bijlage nog niet opgehaald. Selecteer dan
Opties > Ophalen om de bijlage op te halen.
E-mail automatisch ophalen
Selecteer Opties > E-mailinstellingen > Automatisch
ophalen als u berichten automatisch wilt ophalen. Zie
’Automatisch ophalen’ op pag. 47 voor meer informatie.
Als u het apparaat zo instelt dat e-mail automatisch wordt opgehaald, worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de serviceprovider verzonden. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.

E-mail verwijderen

Selecteer Opties > Verwijderen als u de inhoud van een e-mail wilt verwijderen van het apparaat terwijl het bericht in de externe mailbox behouden blijft. Ga naar
Verw. ber. uit: en selecteer Alleen telefoon.
In het apparaat worden dezelfde e-mailkoppen weergegeven als in de externe mailbox. De berichtkop blijft dus zichtbaar in het apparaat nadat u de berichtinhoud hebt gewist. Als u de berichtkop ook wilt verwijderen, moet u eerst het bericht uit uw externe mailbox verwijderen en opnieuw een verbinding maken om de mailboxweergave in het apparaat bij te werken.
Selecteer Opties > Verwijderen als u een e-mail wilt verwijderen van het apparaat en uit de externe mailbox. Ga naar Verw. ber. uit: en selecteer Telefoon en server.
Als u het verwijderen van een e-mailbericht van de server wilt annuleren, bladert u naar een e-mailbericht dat is gemarkeerd om tijdens de volgende verbinding te worden verwijderd ( ) en selecteert u Opties >
Verwijd. onged. mkn.
Berichten
43

De verbinding met de mailbox verbreken

Selecteer Opties > Verbind. verbreken terwijl u online
Berichten
bent als u de gegevensverbinding met de externe mailbox wilt verbreken.

Berichten beluisteren

U kunt audio-, e-mail-, multimedia- en SMS-berichten in de Inbox beluisteren.
Als u een bericht wilt beluisteren, selecteert u het en selecteert u Opties > Luisteren.

Berichten op een SIM-kaart bekijken

Voordat u SIM-berichten kunt bekijken, moet u deze kopiëren naar een map in het apparaat.
1 Ga naar de hoofdweergave Berichten
en selecteer Opties > SIM-berichten.
2 Selecteer Opties > Markeringen aan/uit > Markeren
of Alle markeren om berichten te markeren.
3 Selecteer Opties > Kopiëren. Er wordt een lijst
met mappen weergegeven.
4 Selecteer een map en OK om te beginnen met kopiëren.
Open de map om de berichten te bekijken.

Berichtinstellingen

Vul alle velden in die zijn voorzien van een rood sterretje of de aanduiding Te definiëren. Volg de instructies van de serviceprovider. Het is ook mogelijk dat u de instellingen van de serviceprovider ontvangt in een configuratiebericht.
Sommige of alle berichtencentrales of toegangspunten kunnen vooraf zijn ingesteld voor het apparaat door de serviceprovider. Het is wellicht niet mogelijk om deze instellingen te wijzigen of verwijderen of om nieuwe instellingen toe te voegen.

SMS-berichten

Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > SMS en maak een keuze uit de
volgende opties:
Berichtencentrales – Hiermee geeft u een lijst met
alle gedefinieerde SMS-berichtencentrales weer.
Tekencodering – Selecteer Beperkte onderst. als
tekens moeten worden geconverteerd naar een ander coderingssysteem wanneer dit beschikbaar is.
Ber.centrale in gebr. – Selecteer de berichtencentrale
voor het bezorgen van SMS-berichten.
44
Rapport ontvangen – Selecteer of u bij het netwerk
een leveringsrapport voor uw berichten wilt aanvragen (netwerkdienst).
Geldigheid bericht – Selecteer hoelang moet worden
geprobeerd het bericht opnieuw te verzenden als de eerste poging mislukt (netwerkdienst). Als het bericht niet binnen de geldigheidsperiode kan worden verzonden, wordt het verwijderd uit de berichtencentrale.
Ber. verzonden als – Neem contact op met de
serviceprovider als u wilt weten of de berichtencentrale SMS-berichten in deze andere indelingen kan omzetten.
Voorkeursverbinding – Selecteer de gewenste verbinding.
Ant. via zelfde centr. – Selecteer of het antwoord
moet worden verzonden via hetzelfde nummer van de SMS-berichtencentrale (netwerkdienst).

Multimediaberichten

Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Multimediabericht en maak een
keuze uit de volgende opties:
Grootte afbeelding – Definieer de grootte van
de afbeelding in een multimediabericht.
MMS-aanmaakmodus – Als u Met begeleiding
selecteert, ontvangt u een melding wanneer u een bericht verzendt dat mogelijk niet door de ontvanger
wordt ondersteund. Als u Beperkt selecteert, is het niet mogelijk om berichten te verzenden die niet worden ondersteund. Selecteer Vrij als u inhoud in uw berichten zonder meldingen wilt opnemen.
Toeg.punt in gebruik – Geef aan welk toegangspunt
wordt gebruikt als de voorkeursverbinding voor de multimediaberichtencentrale.
Multimedia ophalen – Selecteer hoe u berichten wilt
ontvangen. Selecteer Aut. bij eigen ntwrk als u berichten automatisch wilt ophalen in uw eigen netwerk. Buiten uw eigen netwerk ontvangt in melding dat er geen berichten zijn die u kunt ophalen vanuit de multimediaberichtencentrale.
Buiten uw eigen mobiele netwerk kost het mogelijk meer om multimediaberichten te verzenden en ontvangen.
Als u Multimedia ophalen > Altijd automatisch selecteert, wordt automatisch een actieve packet-gegevensverbinding tot stand gebracht om het bericht zowel binnen als buiten het eigen netwerk te ontvangen.
Anonieme ber. toest. – Selecteer of u berichten
van een anonieme afzender wilt weigeren.
Advertent. ontvang. – Geef aan of u advertenties
in multimediaberichten wilt ontvangen.
Berichten
45
Rapport ontvangen – Selecteer of u de status van
het verzonden bericht in het logboek wilt weergeven (netwerkdienst).
Rapportz. weigeren – Selecteer of u leveringsrapporten
Berichten
voor ontvangen berichten wilt verzenden.
Geldigheid bericht – Selecteer hoelang moet worden
geprobeerd het bericht opnieuw te verzenden als de eerste poging mislukt (netwerkdienst). Als het bericht niet binnen de geldigheidsperiode kan worden verzonden, wordt het verwijderd uit de berichtencentrale.
E-mail
Druk op en selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > E-mail.
Selecteer Mailbox in gebruik en een mailbox als u wilt opgeven welke mailbox u wilt gebruiken voor het verzenden van e-mail.
Ga naar een mailbox en druk op als u deze en de betreffende berichten van het apparaat wilt verwijderen.
Selecteer Opties > Nieuwe mailbox als u een nieuwe mailbox wilt maken.
Selecteer Mailboxen en een mailbox als u de volgende instellingen wilt wijzigen: Verbindingsinstellingen,
Gebruikersinstellingen, Inst. voor ophalen en Automatisch ophalen.
Verbindingsinstellingen
Selecteer Inkomende e-mail als u de instellingen voor ontvangen e-mail wilt bewerken. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Gebruikersnaam – Voer de gebruikersnaam in die door
de serviceprovider is verstrekt.
Wachtwoord – Voer uw wachtwoord in. Als u dit veld
niet invult, moet u een wachtwoord opgeven wanneer u verbinding maakt met de externe mailbox.
Server inkom. mail – Voer het IP-adres of de hostnaam in
van de mailserver waarmee uw e-mail wordt ontvangen.
Toegangsp. in gebr. – Selecteer een
internettoegangspunt. Zie ’Toegangspunten’ op pag. 136.
Mailboxnaam – Voer een naam in voor de mailbox.
Mailboxtype – Definieer het e-mailprotocol dat door de
serviceprovider van uw externe mailbox wordt aanbevolen. De opties zijn POP3 en IMAP4. Deze instelling kan niet worden gewijzigd.
Beveiliging (poorten) – Selecteer de beveiliging voor
de verbinding met de externe mailbox.
Poort – Definieer een poort voor de verbinding.
APOP beveil. inloggen (alleen voor POP3) – Gebruik
deze optie bij het POP3-protocol voor het coderen van wachtwoorden die naar de externe e-mailserver worden verzonden wanneer u verbinding maakt met de mailbox.
46
Selecteer Uitgaande e-mail als u de instellingen voor verzonden e-mail wilt bewerken. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Mijn e-mailadres – Voer het e-mailadres in dat u van
uw serviceprovider hebt gekregen.
Server uitg. mail – Voer het IP-adres of de hostnaam in
van de mailserver waarmee uw e-mail wordt verzonden. U kunt mogelijk alleen de server voor uitgaande mail van de serviceprovider gebruiken. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
De instellingen voor Gebruikersnaam, Wachtwoord,
Toegangsp. in gebr., Beveiliging (poorten) en Poort
komen overeen met die in Inkomende e-mail.
Gebruikersinstellingen
Mijn mailnaam – Voer uw eigen naam in. Uw e-mailadres
in het apparaat van de ontvanger wordt vervangen door uw naam als deze functie door het apparaat van de ontvanger wordt ondersteund.
Bericht zenden – Bepaal hoe e-mail wordt verzonden
vanaf het apparaat. Selecteer Meteen voor het apparaat waarmee verbinding moet worden gemaakt met de mailbox wanneer u Bericht zenden selecteert. Als u Bij vlgende verb. selecteert, wordt e-mail verzonden wanneer de verbinding met de externe mailbox beschikbaar is.
Kopie naar mij – Selecteer of u een kopie van de e-mail
wilt verzenden naar uw eigen mailbox.
Handtek. opnemen – Selecteer of u een handtekening
wilt toevoegen aan uw e-mails.
Melding nwe e-mail – Selecteer of u de nieuwe
e-mailaanduidingen, zoals een signaal of een melding, wilt ontvangen wanneer u nieuwe e-mail ontvangt in de mailbox.
Instellingen voor ophalen
E-mail ophalen – Geef aan welk gedeelte van e-mails
moet worden opgehaald: Alleen headers, Groottelmt (POP3) of Ber. en bijlagen (POP3).
Aantal – Geef aan hoeveel nieuwe e-mails naar de
mailbox moeten worden opgehaald.
Pad IMAP4-map (alleen voor IMAP4) – Definieer het
pad voor IMAP4-mappen.
Mapabonnementen (alleen voor IMAP4) – U kunt zich
op andere mappen in de externe mailbox abonneren en inhoud uit deze mappen ophalen.
Automatisch ophalen
E-mailmeldingen – Selecteer Ontv. en aut. bijw. of Uitsl. eigen netwrk als u automatisch de koppen naar
het apparaat wilt ophalen wanneer u nieuwe e-mail in uw externe mailbox ontvangt.
Berichten
47
E-mail ophalen – Selecteer Ingeschakeld of Uitsl. eigen netwrk als u automatisch op vaste tijden de koppen van
nieuwe e-mails wilt ophalen uit uw externe mailbox. Geef aan wanneer en hoe vaak de berichten worden opgehaald.
Berichten
E-mailmeldingen en E-mail ophalen kunnen niet
tegelijkertijd actief zijn.
Als u het apparaat zo instelt dat e-mail automatisch wordt opgehaald, worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de serviceprovider verzonden. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.

Webdienstberichten

Druk op en selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Dienstbericht. Selecteer of
u dienstberichten wilt ontvangen. Selecteer
Ber. downloaden > Automatisch als u de browser
van het apparaat automatisch wilt activeren en een netwerkverbinding tot stand wilt brengen om inhoud op te halen wanneer u een dienstbericht ontvangt.

Infodienst

Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbare items en bijbehorende nummers. Druk op , selecteer
Berichten > Opties > Instellingen > Infodienst en maak
een keuze uit de volgende opties:
Ontvangst – Selecteer of u infodienstberichten
wilt ontvangen.
Taal – Selecteer de talen waarin u berichten
wilt ontvangen: Alle, Geselecteerd of Overige.
Itemherkenning – Selecteer of automatisch moet worden
gezocht naar nieuwe itemnummers en of de nieuwe nummers zonder naam in de lijst moeten worden opgeslagen.

Overige instellingen

Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Overige en maak een keuze uit
de volgende opties:
Verzonden ber. opsl. – Selecteer of u in de
map Verzonden een kopie wilt opslaan van elk verzonden SMS-, multimedia- of e-mailbericht.
Aantal opgesl. ber. – Geef aan hoeveel verzonden
berichten tegelijkertijd worden opgeslagen in de map
Verzonden. Wanneer de limiet wordt bereikt,
wordt het oudste bericht verwijderd.
Gebruikt geheugen – Selecteer het geheugen waar u uw
berichten wilt opslaan: Telefoongeh. of Massageheugen.
48

Galerij

Druk op en selecteer Galerij als u afbeeldingen, video­en geluidsclips, playlists en koppelingen naar streaming media wilt opslaan en indelen of als u bestanden wilt delen met andere compatibele UPnP-apparaten via een WLAN.
Tip! Druk op als u de miniatuur van de
afbeelding in het multimediamenu wilt openen. Zie ’Multimediamenu’ op pag. 17.
Door bestanden bladeren en deze weergeven
Selecteer Afb. en video , Tracks , Lifeblog ,
Geluidsclips , Streaming kop. , Presentaties of Alle bestanden en druk op om het item te openen.
De inhoud in de map Afb. en video wordt weergegeven in de modus Liggend.
U kunt mappen openen en hierin bladeren. Daarnaast kunt u items markeren, kopiëren en naar mappen verplaatsen. U kunt ook albums maken en items in de albums markeren, kopiëren en toevoegen.
Druk op als u een bestand wilt openen. Videoclips, RAM-bestanden en koppelingen naar streaming-media worden geopend en afgespeeld in de toepassing
RealPlayer en muziek- en geluidsclips in de toepassing Muziekspeler. Zie ’RealPlayer’ op pag. 97 en
’Muziekspeler’ op pag. 21.
Selecteer in de map Afb. en video het downloadpictogram als u afbeeldingen of video's wilt downloaden. De browser wordt geopend en u kunt een bookmark selecteren waarmee u items wilt downloaden.

Afbeeldingen en videoclips

De foto's en videoclips die u met de camera hebt gemaakt, worden opgeslagen in de map Afb. en video in Galerij. Afbeeldingen en videoclips kunnen ook naar u worden verzonden in een multimediabericht, als e-mailbijlage of via een Bluetooth-verbinding. Als u een ontvangen afbeelding of videoclip in Galerij of in Real Player wilt kunnen weergeven, moet u deze eerst opslaan.
Selecteer Galerij > Afb. en video. De bestanden met afbeeldingen en videoclips worden opeenvolgend op datum weergegeven. Het aantal bestanden wordt weergegeven.
Druk op de speltoetsen naast het scherm als de afbeelding is geopend en u hierop wilt inzoomen. De zoomfactor wordt niet permanent opgeslagen.
Galerij
49
Selecteer Opties > Roteren > Naar links of Naar rechts als u de geselecteerde afbeelding naar links of rechts wilt draaien.
Galerij
Selecteer Opties > Bewerken als u een videoclip of foto wilt bewerken. Er verschijnt een editor voor afbeeldingen of video's. Zie ’Videoclips bewerken’ op pag. 53. Zie ’Afbeeldingen bewerken’ op pag. 52.
Selecteer een videoclip in de galerij en selecteer
Opties > Bewerken als u aangepaste videoclips
wilt maken. Zie ’Videoclips bewerken’ op pag. 53.
Selecteer Opties > Afdrukken als u de afbeeldingen wilt afdrukken op een compatibele printer of wilt opslaan om later af te drukken. Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 56. U kunt ook afbeeldingen toevoegen aan de afdrukwachtrij in Galerij zodat u ze later kunt afdrukken. Zie ’Print basket’ op pag. 51.
Selecteer Opties > Albums > Naar album als u een afbeelding of videoclip wilt toevoegen aan een album in de galerij.
Als u de afbeelding wilt gebruiken als een achtergrondafbeelding, selecteert u de afbeelding en
Opties > Afbeelding gebruiken > Inst. als achtergrond.
Selecteer Verwijderen in de actieve werkbalk als u een afbeelding of videoclip wilt verwijderen. Zie ’Actieve werkbalk’ op pag. 50.
Druk op de opnametoets als u wilt schakelen van Galerij naar de camera.

Actieve werkbalk

In de map Afb. en video kunt u de actieve werkbalk gebruiken om snel verschillende taken te selecteren. De actieve werkbalk is alleen beschikbaar wanneer u een afbeelding of videoclip hebt geselecteerd.
Navigeer in de actieve werkbalk omhoog of omlaag naar verschillende items en selecteer deze door op de bladertoets te drukken. De beschikbare opties variëren afhankelijk van de huidige status en het feit of u een afbeelding of videoclip hebt geselecteerd. U kunt ook instellen dat de actieve werkbalk altijd wordt weergegeven in het scherm of wordt geactiveerd door een toets in te drukken.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u de actieve werkbalk in het scherm wilt weergeven.
Selecteer Opties > Pictogram verbergen als u wilt dat de actieve werkbalk alleen wordt weergegeven wanneer u deze nodig hebt. Druk op als u de actieve werkbalk wilt activeren.
Maak een keuze uit de volgende opties:
– Hiermee speelt u de geselecteerde videoclip af.
50
– Hiermee verzendt u de geselecteerde afbeelding
of videoclip.
– Hiermee uploadt u de geselecteerde afbeelding
of videoclip.
/ – Hiermee voegt u een afbeelding toe aan of verwijdert u deze uit de afdrukwachtrij. Zie ’Print basket’ op pag. 51.
– Hiermee geeft u de afbeeldingen in de afdrukwachtrij weer.
– Hiermee start u een diapresentatie van
uw afbeeldingen.
– Hiermee verwijdert u de geselecteerde afbeelding
of videoclip.
– Hiermee drukt u de weergegeven afbeelding af.
De beschikbare opties kunnen variëren afhankelijk van de huidige weergave.

Print basket

U kunt afbeeldingen toevoegen aan de Print basket, de afdrukwachtrij, en ze later afdrukken op een compatibele printer of in een compatibele afdrukkiosk, indien beschikbaar. Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 56. De toegevoegde afbeeldingen worden aangeduid met in de map Afb. en video en de betreffende albums.
Selecteer een afbeelding en Tv. aan afdr. wachtrij in de actieve werkbalk als u een afbeelding later wilt afdrukken.
Selecteer Print basket weerg. in de actieve werkbalk of selecteer in de map Afb. en video (alleen beschikbaar wanneer u afbeeldingen hebt toegevoegd aan de Print basket) als u de afbeeldingen in de Print basket wilt weergeven.
Selecteer een afbeelding in de map Afb. en video of in een album en selecteer Verwijderen uit Print basket in de actieve werkbalk als u de afbeelding wilt verwijderen uit de Print basket.

Albums

U kunt afbeeldingen en videoclips eenvoudig beheren in albums. Selecteer Afb. en video > Opties > Albums >
Albums weergeven als u de lijst met albums wilt
weergeven.
Ga naar een foto of videoclip en selecteer Opties >
Albums > Naar album als u deze wilt toevoegen aan
een album in de galerij. Er verschijnt een lijst met albums. Selecteer het album waaraan u de afbeelding of videoclip wilt toevoegen. U kunt eveneens een nieuw album maken.
Druk op als u een bestand uit een album wilt verwijderen. Het bestand wordt niet verwijderd uit de map Afb. en video in Galerij.
Galerij
51
Selecteer Opties > Nieuw album als u in de lijstweergave voor albums een nieuw album wilt maken.
Galerij

Afbeeldingen bewerken

Selecteer Opties > Bewerken als u een nieuwe foto of foto in Galerij wilt bewerken.
Selecteer Opties > Effect toepassen als u een raster wilt openen waarin u verschillende bewerkingsopties aan de hand van kleine pictogrammen kunt selecteren. U kunt de afbeelding bijsnijden en draaien; de helderheid, de kleur, het contrast en de resolutie aanpassen, en effecten, tekst, illustraties of een kader aan de foto toevoegen.

Afbeeldingen bijsnijden

Selecteer Opties > Effect toepassen > Snijden als u een afbeelding wilt bijsnijden. Selecteer Handmatig of selecteer een vooraf gedefinieerde beeldverhouding in de lijst als u de afbeelding handmatig wilt bijsnijden. Als u Handmatig selecteert, wordt in de linkerbovenhoek van de afbeelding een kruis weergegeven. Gebruik de bladertoets om het gebied te selecteren dat u wilt bijsnijden en selecteer Instellen. Er verschijnt een tweede kruis in de rechterbenedenhoek. Selecteer wederom het gebied dat u wilt bijsnijden. Selecteer Terug als u het eerste geselecteerde gebied wilt aanpassen. Tezamen
vormen de geselecteerde gebieden een rechthoek ter grootte van de bijgesneden afbeelding.
Als u een vooraf gedefinieerde beeldverhouding hebt gekozen, selecteert u de linkerbovenhoek van het gebied dat u wilt bijsnijden. Met de bladertoets kunt u het formaat van het gemarkeerde gebied wijzigen. Druk op als u het geselecteerde gebied wilt blokkeren. Met de bladertoets kunt u het gebied binnen de foto verplaatsen. Druk op als u wilt selecteren welk gebied u wilt bijsnijden.

Roodheid verminderen

Selecteer Opties > Effect toepassen > Rode-
ogenreductie als u de roodheid van ogen in een afbeelding
wilt verminderen. Verplaats het kruis naar het oog en druk op . Er verschijnt een lus in het scherm. Gebruik de bladertoets om het formaat van de lus te wijzigen zodat het oog er precies in past. Druk op om de rode kleur te corrigeren.

Handige sneltoetsen

Sneltoetsen in de afbeeldingseditor:
Druk op als u een afbeelding wilt bekijken op het
volledige scherm. Druk nogmaals op als u wilt terugkeren naar de normale weergave.
52
Druk op of als u een afbeelding
naar rechts of naar links wilt draaien.
Druk op of als u wilt in- of uitzoomen.
Druk de bladertoets omhoog, omlaag, naar links of
naar rechts als u wilt schuiven in een ingezoomde
afbeelding.

Videoclips bewerken

Als u videoclips in Galerij wilt bewerken en aangepaste videoclips wilt maken, gaat u naar een videoclip en selecteert u Opties > Bewerken > Samenvoegen,
Geluid wijzigen, Tekst toevoegen of Knippen.
Zie ’Galerij’ op pag. 49.
De video-editor ondersteunt videobestanden in de indelingen .3GP en .MP4 en geluidsbestanden in de indelingen .AAC, .AMR, .MP3 en .WAV. De editor ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle kenmerken van bestandsindelingen of alle variaties van bestandsindelingen.
De aangepaste videoclips worden automatisch opgeslagen in de map Afb. en video in Galerij. De clips worden opgeslagen op de geheugenkaart.
Afbeeldingen, video, geluid en tekst toevoegen
Als u aangepaste videoclips wilt maken, kunt u afbeeldingen, videoclips en tekst toevoegen aan een videoclip die u hebt geselecteerd in Galerij.
Als u een afbeelding of videoclip wilt combineren met de geselecteerde videoclip, gaat u naar de map Afb. en video en selecteert u Opties > Bewerken > Samenvoegen >
Afbeelding of Videoclip. Selecteer het gewenste bestand.
Als u een nieuwe geluidsclip wilt toevoegen en de oorspronkelijke geluidsclip in de videoclip wilt vervangen, selecteert u Opties > Bewerken > Geluid wijzigen en een geluidsclip.
Als u tekst aan het begin of het einde van de videoclip wilt toevoegen, selecteert u Opties > Bewerken > Tekst
toevoegen. Voer de tekst in die u wilt toevoegen en
selecteer OK. Selecteer vervolgens waar u de tekst wilt toevoegen: Begin of Einde.

Videoclip knippen

U kunt de videoclip bijsnijden, en begin- en eindmarkeringen toevoegen om delen uit de videoclip uit te sluiten. Ga naar de map Afb. en video en selecteer
Opties > Bewerken > Knippen.
Galerij
53
Selecteer Opties > Afspelen als u de geselecteerde videoclip vanaf het begin wilt afspelen.
Als u wilt selecteren welke delen van de videoclip u in
Galerij
de aangepaste videoclip wilt opnemen, en de begin- en eindpunten voor die delen wilt definiëren, gaat u naar het geselecteerde punt in de video en selecteert u Opties >
Beginmark. of Eindmarkering. Als u het begin- of
eindpunt van het geselecteerde deel wilt bewerken, gaat u naar de gewenste markering en drukt u op de bladertoets. Vervolgens kunt u de geselecteerde markering vooruit of achteruit op de tijdlijn verplaatsen.
Selecteer Opties > Verwijderen > Alle markeringen als u alle markeringen wilt verwijderen.
Selecteer Opties > Gemrk. sectie afspelen als u een voorbeeld van de videoclip wilt bekijken. Druk de bladertoets naar links of rechts om over de tijdlijn te bewegen.
Selecteer Pauze om het afspelen van de videoclip te stoppen. Selecteer Opties > Afspelen om het afspelen van de clip voort te zetten. Selecteer Terug om weer terug te gaan naar de weergave voor het knippen van video.
Als u de wijzigingen wilt opslaan en wilt teruggaan naar Galerij, selecteert u Gereed.

Te verzenden videoclips bewerken

Selecteer Opties > Zenden > Via multimedia, Via e-mail,
Via Bluetooth of Posten naar web als u een videoclip
wilt verzenden. Neem contact op met de netwerkprovider voor meer informatie over de maximale grootte van de multimediaberichten die u kunt verzenden.
Als u een videoclip wilt verzenden die groter is dan de maximaal toegestane grootte voor multimediaberichten, kunt u de clip verzenden via draadloze Bluetooth­technologie. Zie ’Gegevens verzenden met behulp van Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 83. U kunt uw video's ook naar een compatibele pc overbrengen via een Bluetooth-verbinding of een compatibele USB-gegevenskabel.
U kunt ook een videoclip bijknippen zodat u deze kunt verzenden in een multimediabericht. Ga naar de beginweergave van de video-editor en selecteer Opties >
Film > Bewerken voor MMS. De duur en grootte van de
videoclip worden weergegeven in het scherm. Druk de bladertoets naar links of rechts als u de grootte van de clip wilt bewerken. Selecteer Opties > Verzenden via MMS als de clip de juiste grootte heeft om te worden verzonden.
Als de videoclip in MP4-indeling is opgeslagen, kunt u deze mogelijk niet verzenden in een multimediabericht. Als u de bestandsindeling van de clip wilt wijzigen, selecteert udeclip in Galerij en selecteert u Opties > Bewerken >
54
Opties > Instellingen > Resolutie > MMS-compatibel.
Ga terug naar de beginweergave van de video-editor, selecteer Opties > Film > Opslaan en voer een naam voor de clip in. De videoclip wordt opgeslagen in 3GPP-indeling en kan via een multimediabericht worden verzonden. De bestandsindeling van de oorspronkelijke videoclip wordt niet gewijzigd.

Diavoorstelling

Selecteer Diavoorstelling starten () in de actieve werkbalk als u een diavoorstelling van afbeeldingen in een volledig scherm wilt bekijken. De diavoorstelling begint met het geselecteerde bestand. Maak een keuze uit de volgende opties:
Onderbreken – Hiermee onderbreekt u de diavoorstelling.
Doorgaan – Hiermee hervat u de diavoorstelling.
Einde – Hiermee sluit u de diavoorstelling.
Druk op (vorige) of (volgende) (alleen beschikbaar wanneer Zoomen en pannen is uitgeschakeld) als u door de afbeeldingen wilt bladeren.
Selecteer Opties > Diavoorstelling > Instellingen >
Vertraging tussen dia's als u het tempo van de
diavoorstelling wilt aanpassen voordat deze wordt gestart.
Selecteer Zoomen en pannen als u de dia's soepel in elkaar wilt laten overlopen en willekeurig wilt in- en uitzoomen op de afbeeldingen in de galerij.
Selecteer Opties > Diavoorstelling > Instellingen als u geluid wilt toevoegen aan de diavoorstelling. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Muziek – Kies Aan of Uit.
Nummer – Selecteer een muziekbestand in de lijst.
Gebruik de volumetoets van het apparaat als u het volume wilt aanpassen.

Presentaties

Bij presentaties kunt u SVG-bestanden (Scalable Vector Graphics) bekijken, zoals cartoons en kaarten. SVG­afbeeldingen blijven er hetzelfde uitzien wanneer deze worden afgedrukt of worden bekeken bij een andere schermgrootte of resolutie.
Selecteer Presentaties, ga naar een afbeelding en selecteer Opties > Afspelen als u SVG-bestanden (Scalable Vector Graphics) wilt weergeven. Selecteer
Opties > Onderbreken als u het afspelen wilt onderbreken.
Druk op als u wilt inzoomen. Druk op als u wilt uitzoomen.
Galerij
55
Druk op of als u de afbeelding 90 graden rechtsom of linksom wilt draaien. Druk op of als u de afbeelding 45 graden wilt draaien.
Galerij
Druk op als u wilt schakelen tussen een volledig en een normaal scherm.

Afbeeldingen afdrukken

Als u afbeeldingen wilt afdrukken met Afb. afdrukken, selecteert u de gewenste afbeelding en vervolgens de afdrukoptie in de galerij, camera, afbeeldingseditor of afbeeldingsviewer.
Gebruik Afb. afdrukken als u afbeeldingen wilt afdrukken via een compatibele USB-gegevenskabel, WLAN of Bluetooth-connectiviteit.
U kunt alleen afbeeldingen in JPEG-indeling afdrukken. De foto's die met de camera worden gemaakt, worden automatisch opgeslagen in JPEG-indeling.
Als u wilt afdrukken op een printer die compatibel is met PictBridge, sluit u de gegevenskabel aan voordat u de afdrukoptie selecteert. Vervolgens controleert u of de gegevenskabelmodus is ingesteld op Afb. afdrukken of Vragen bij verbind.. Zie ’USB’ op pag. 86.

Printer selecteren

Wanneer u Afb. afdrukken de eerste keer gebruikt, wordt een lijst met beschikbare compatibele printers weergegeven nadat u de afbeelding hebt geselecteerd. Selecteer een printer. De printer wordt ingesteld als de standaardprinter.
Als u via een compatibele Nokia-verbindingskabel een printer hebt aangesloten die compatibel is met PictBridge, wordt de printer automatisch weergegeven.
Als de standaardprinter niet beschikbaar is, wordt een lijst met beschikbare afdrukapparaten weergegeven.
Selecteer Opties > Instellingen > Standaardprinter als u de standaardprinter wilt wijzigen.

Afdrukvoorbeeld

Nadat u de printer hebt geselecteerd, worden de geselecteerde afbeeldingen weergegeven met vooraf gedefinieerde indelingen. Als u de indeling wilt wijzigen, drukt u op of om door de beschikbare indelingen voor de geselecteerde printer te bladeren. Als de afbeeldingen niet op één pagina passen, drukt u op of om de overige pagina's te bekijken.
56

Afdrukinstellingen

De beschikbare opties variëren, afhankelijk van de mogelijkheden van de printer die u hebt geselecteerd.
Selecteer Opties > Standaardprinter als u een standaardprinter wilt instellen.
Selecteer Papierformaat, het gewenste papierformaat in de lijst en OK als u het formaat wilt selecteren. Selecteer
Annuleer als u wilt terugkeren naar de vorige weergave.

PrintOnline

Met Online afdrukken kunt u afdrukken van uw afbeeldingen online bestellen en direct laten bezorgen bij u thuis of in een winkel waar u deze kunt ophalen. U kunt ook verschillende producten met de geselecteerde afbeelding bestellen, zoals mokken of muismatten. Welke producten beschikbaar zijn, is afhankelijk van de serviceprovider.
Als u Online afdrukken wilt gebruiken, moet minimaal één configuratiebestand van een afdrukservice zijn geïnstalleerd. U kunt de bestanden verkrijgen bij providers van afdrukdiensten die Online afdrukken ondersteunen.
Ga naar www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-website voor meer informatie over de toepassing.

Online delen

Met On line delen kunt u afbeeldingen en videoclips delen in compatibele online albums, weblogs of in andere compatibele webservices voor online delen. U kunt inhoud uploaden, een niet-voltooide post opslaan als concept en later doorgaan en de inhoud van de albums weergeven. Welke inhoudstypen worden ondersteund, is afhankelijk van de serviceprovider.
Als u On line delen wilt gebruiken, moet u zich abonneren op de dienst via een serviceprovider voor het delen van online afbeeldingen. Vervolgens moet u een nieuwe account maken. U kunt zich meestal op de betreffende dienst abonneren via de webpagina van de serviceprovider. Neem contact op met uw serviceprovider voor details over het abonneren op de dienst. Zie de pagina's voor productondersteuning op www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-website voor meer informatie over compatibele serviceproviders.
Ga naar www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-website voor meer informatie over de toepassing.

Eigen netwerk met Galerij

Met een UPnP-architectuur en WLAN kunt u een eigen netwerk van compatibele apparaten maken. Via het eigen netwerk kunt u inhoud die op de Nokia N81 is opgeslagen,
Galerij
57
extern weergeven op een compatibel apparaat. U kunt ook bestanden kopiëren tussen de Nokia N81 en een compatibel UPnP-apparaat. Zie ’Eigen netwerk’ op pag. 88
Galerij
en ’Eigen netwerk met Music Player’ op pag. 23 voor meer informatie.
Mediabestanden weergeven die in het apparaat zijn opgeslagen
Ga als volgt te werk om afbeeldingen, video's en geluidsclips die op het apparaat zijn opgeslagen, te selecteren en weer te geven op een ander apparaat in het eigen netwerk, zoals op een compatibele tv:
1 Selecteer een afbeelding, videoclip of geluidsclip
in de Galerij.
2 Selecteer Opties > Tonen via eigen netwerk. 3 Selecteer een compatibel apparaat waarin het
mediabestand wordt weergegeven. De afbeeldingen worden zowel op het andere netwerkapparaat als op uw apparaat weergegeven en de video- en geluidsclips worden alleen afgespeeld op het andere apparaat.
Selecteer de afdrukoptie in Galerij als u afbeeldingen die zijn opgeslagen in Galerij via Eigen media wilt afdrukken op een UPnP-compatibele printer, Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 56. Inhoud delen hoeft niet te zijn ingeschakeld.
Selecteer Opties > Zoeken als u bestanden met andere criteria wilt zoeken. Selecteer Opties > Sorteren op als u de gevonden bestanden wilt sorteren.

Mediabestanden kopiëren

Als u mediabestanden wilt kopiëren of overbrengen vanaf een ander compatibel apparaat, zoals een UPnP-compatibele pc, selecteert u een bestand in Galerij en Opties > Verpl. en kopiëren > Kopie nr eig. netw. of Verpl. nr eig. netw.. Inhoud delen hoeft niet te zijn ingeschakeld.
Als u bestanden wilt kopiëren of wilt overbrengen van het andere apparaat naar uw apparaat, selecteert u een bestand op het andere apparaat en Opties > Kopiëren
naar > Telef. geheugen of Massageheugen. Inhoud delen
hoeft niet te zijn ingeschakeld.
58

Camera

De Nokia N81 heeft twee camera's: een camera met een hoge resolutie achter op het apparaat (de hoofdcamera in de modus Liggend) en een camera met een lage resolutie aan de voorkant (de tweede camera in de modus Staand). U kunt met beide camera's foto's maken en video's opnemen.
De hoofdcamera van het apparaat ondersteunt een afbeeldingsresolutie van 1600 x 1200 pixels. De beeldresolutie kan in deze documentatie anders zijn weergegeven.
De afbeeldingen en videoclips worden automatisch opgeslagen in de map Afb. en video in Galerij. De foto's die u met de camera maakt, hebben de JPEG-indeling. Videoclips worden opgenomen in de bestandsindeling MPEG-4 met de extensie .MP4 of in de bestandsindeling 3GPP met de extensie .3GP (kwaliteit Delen). Zie ’Video-instellingen’ op pag. 68.
U kunt foto's en videoclips verzenden via een multimediabericht, als e-mailbijlage of via een Bluetooth-verbinding of een WLAN-verbinding (Wireless LAN). U kunt deze ook uploaden naar uw compatibele online album. Zie ’Online delen’ op pag. 57.

Foto's maken

Houd rekening met het volgende wanneer u een foto maakt:
Gebruik beide handen om de camera stil te houden.
De kwaliteit van een digitaal gezoomde foto is lager
dan die van een niet-gezoomde foto.
Als u een poosje niet op een toets drukt, wordt
de batterijspaarstand geactiveerd. Druk op om door te gaan met het nemen van foto's.
Neem als volgt een foto:
1 Houd ingedrukt
om de hoofdcamera te activeren. Selecteer
Naar afbeeldingsmodus
in de actieve werkbalk als de camera zich in de
Videomodus bevindt.
2 Druk in de hoofdcamera
op om een foto te nemen. Houd het apparaat stil tot de foto is opgeslagen.
Gebruik de volumetoets op het apparaat om in of uit te zoomen.
Camera
59
Navigeer met de bladertoets langs de actieve werkbalk als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen voordat u een foto maakt. Zie ’Kleur en belichting aanpassen’ op pag. 63. Het opslaan van een vastgelegde
Camera
afbeelding kan langer duren als u de instellingen voor zoomen, belichting of kleur hebt gewijzigd.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de camera aan de voorkant wilt activeren. Druk op om een foto te nemen. Druk op of als u wilt in- of uitzoomen.
Druk op als u de camera geopend wilt houden op de achtergrond en andere toepassingen wilt gebruiken. Houd ingedrukt als u wilt terugkeren naar de camera.

Symbolen van de fotocamera

In de camerazoeker wordt het volgende weergegeven:
1 Het symbool voor de huidige opnamemodus. 2 De actieve werkbalk. Zie ’Actieve werkbalk’ op pag. 60. 3 Symbool voor
batterijniveau.
4 Het symbool voor
de resolutie van de afbeelding geeft aan of de kwaliteit van de foto
Afdr. 2M – Groot, Afdr. 1M – Norm. of MMS 0,3M – Klein is.
5 De afbeeldingsteller geeft aan hoeveel foto's
u ongeveer kunt nemen met de gebruikte beeldkwaliteit en geheugenruimte. (De teller wordt tijdens de opname niet weergegeven.)
6 De symbolen voor het apparaatgeheugen ( ) en de
geheugenkaart ( ) geven aan waar foto's worden opgeslagen.

Actieve werkbalk

De actieve werkbalk bevat snelkoppelingen naar verschillende items en instellingen voordat en nadat u een foto maakt of een video opneemt. Ga naar de items en selecteer deze door op te drukken. U kunt ook opgeven wanneer de actieve werkbalk moet worden weergegeven in het scherm.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u de actieve werkbalk wilt weergeven voordat en nadat u een foto maakt of een video opneemt. Selecteer Opties >
Pictogram verbergen als u de actieve werkbalk alleen wilt
weergeven wanneer u deze nodig hebt. Alleen de symbolen voor de opnamemodus en het batterijniveau worden weergegeven in het scherm. Druk op als u de actieve werkbalk wilt activeren. De werkbalk is gedurende vijf seconden zichtbaar.
60
Maak in de actieve werkbalk een keuze uit de volgende opties voordat u een foto maakt of een video opneemt:
– Hiermee selecteert u de scène.
– Hiermee selecteert u de flashmodus
(alleen afbeeldingen).
– Hiermee activeert u de zelfontspanner (alleen afbeeldingen). Zie ’Zelf op de foto met de zelfontspanner’ op pag. 65.
– Hiermee activeert u de reeksmodus (alleen afbeeldingen). Zie ’Foto's nemen in een reeks’ op pag. 64.
– Hiermee selecteert u een kleureffect.
– Hiermee geeft u het raster van de zoeker weer of verbergt u dit (alleen afbeeldingen).
– Hiermee past u de witbalans aan.
– Hiermee past u de belichtingscompensatie aan (alleen afbeeldingen).
– Hiermee past u de lichtgevoeligheid aan (alleen afbeeldingen).
– Hiermee schakelt u tussen de video- en afbeeldingsmodus.
De pictogrammen veranderen om de huidige status van de instelling aan te geven.
De beschikbare opties variëren afhankelijk van de huidige opnamemodus en weergave.
Zie ook de opties voor de actieve werkbalk in ’Na het maken van een foto’ op pag. 61, ’Na het opnemen van een video’, op pag. 67 en ’Actieve werkbalk’, op pag. 50 in Galerij.

Na het maken van een foto

Nadat u de foto hebt gemaakt, selecteert u het volgende in de actieve werkbalk (alleen beschikbaar als Opgenomen
afb. weerg. is ingesteld op Aan in de instellingen van de
fotocamera):
Selecteer Verwijd. als u de foto niet wilt behouden.
Druk op de oproeptoets of selecteer Zenden als u de
afbeelding wilt verzenden. Zie ’Berichten’ op pag. 38, ’Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 81 en ’Online delen’ op pag. 57 voor meer informatie. Deze optie is niet beschikbaar tijdens een actief gesprek. U kunt de foto ook tijdens een actief gesprek verzenden naar de ontvanger van de oproep. Selecteer Verzenden naar
beller (alleen beschikbaar tijdens een actieve oproep).
Selecteer Toevoegen aan Print basket
als u afbeeldingen wilt toevoegen aan de afdrukwachtrij zodat u deze later kunt afdrukken.
Selecteer Posten naar ... als u de foto wilt verzenden
naar een compatibel onlinealbum (alleen beschikbaar
Camera
61
als u een account voor een compatibel onlinealbum hebt ingesteld. Zie ’Online delen’ op pag. 57).
Selecteer Opties > Instell. als achtergrond als u de
Camera
afbeelding wilt gebruiken als achtergrond in de actieve stand-by modus.
Selecteer Opties > Inst. als opr. afb. contct als u de afbeelding wilt instellen als contactfoto voor een contactpersoon.

Instellingen van fotocamera aanpassen

U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de fotocamera: instellingen van de actieve werkbalk en begininstellingen. Zie ’Kleur en belichting aanpassen’ op pag. 63 als u de instellingen van de actieve werkbalk wilt gebruiken. Als u de camera sluit, worden de instellingen van de actieve werkbalk weer hersteld, terwijl de begininstellingen gehandhaafd blijven totdat u deze weer wijzigt.
Selecteer Opties > Instellingen als u de begininstellingen wilt wijzigen. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Afbeeldingskwaliteit – Afdr. 2M – Groot (resolutie
van 1600 x 1200), Afdr. 1M – Norm. (resolutie van 1152 x 864) of MMS 0,3M – Klein (resolutie van 640 x 480). Selecteer Afdr. 2M – Groot of Afdr. 1M –
Norm. als u de afbeelding wilt afdrukken. Selecteer MMS 0,3M – Klein als u de afbeelding via MMS wilt verzenden.
Deze resoluties zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Toevoegen aan album – Hiermee geeft u aan of u de foto
wilt opslaan in een bepaald album in de galerij. Als u Ja selecteert, wordt een lijst met beschikbare albums geopend.
Opgenomen afb. weerg. – Selecteer Aan als u de
vastgelegde afbeelding wilt bekijken nadat u deze hebt gemaakt of selecteer Uit als u direct wilt doorgaan met het maken van foto's.
Stand.naam afbeelding – Hiermee geeft u de
standaardnaam voor de vastgelegde afbeeldingen op.
Uitgebr. digitale zoom (alleen hoofdcamera) – Selecteer Aan (continu) als u traploos digitaal en uitgebreid digitaal
wilt zoomen, Aan (onderbroken) als u in digitale en uitgebreide digitale stappen wilt zoomen en Uit als u beperkt wilt zoomen terwijl de beeldresolutie behouden blijft.
Opnametoon – Hiermee selecteert u de toon
die moet klinken bij het maken van een foto.
Gebruikt geheugen – Hiermee geeft u op waar
afbeeldingen moeten worden opgeslagen.
Instellingen herstellen – Selecteer Ja als u de
camera weer wilt instellen op de standaardwaarden.
62

Flash

De flash is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Houd een veilige afstand aan wanneer u de flitser gebruikt. Richt de flitser niet van dichtbij op mensen of dieren. Dek de flitser niet af wanneer u een foto maakt.
De camera heeft een LED-flash voor omstandigheden met weinig licht. De volgende flashmodi zijn beschikbaar voor de camera: Automatisch (), Rde-ogenrd. (),
Aan () en Uit ().
Selecteer in de actieve werkbalk de gewenste flashmodus als u de flashmodus wilt wijzigen.

Kleur en belichting aanpassen

Als u de kleuren en belichting van de camera nauwkeuriger wilt instellen of als u effecten wilt toevoegen aan uw foto's of video's, gebruikt u de bladertoetsen om over de actieve werkbalk te navigeren en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Witbalans – Hiermee selecteert u de huidige
belichtingssituatie in de lijst. Met behulp van deze optie kunt u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.
Belichtingscompensatie (alleen afbeeldingen) – Als u een
opname maakt van een donker onderwerp tegen een zeer lichte achtergrond, zoals sneeuw, stelt u de belichting in
op +1 of zelfs +2 om de helderheid van de achtergrond te compenseren. Gebruik -1 of -2 voor lichte voorwerpen tegen een donkere achtergrond.
Flitsermodus – Hiermee selecteert u de gewenste
flitsmodus. Zie ’Flash’ op pag. 63.
Kleurtoon – Hiermee selecteert u een kleureffect
in de lijst.
Lichtgevoeligheid (alleen afbeeldingen) – Verhoog
de lichtgevoeligheid bij weinig licht als u de kans op onscherpe of te donkere afbeeldingen wilt verminderen. Met een hogere gevoeligheid kan de korreligheid van de afbeeldingen toenemen.
Het scherm wordt aangepast aan de nieuwe instellingen, zodat u ziet hoe de foto's of video's eruit komen te zien.
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van de geselecteerde camera.
Wanneer u de camera sluit, worden de standaardinstellingen weer actief.
Als u een nieuwe scène selecteert, worden de kleur- en belichtingsinstellingen vervangen door de geselecteerde scène. Zie ’Scènes’ op pag. 64. U kunt de instellingen zo nodig wijzigen nadat u een scène hebt geselecteerd.
Camera
63

Scènes

Met een scène krijgt u automatisch de juiste instellingen voor kleur en belichting voor de huidige omgeving.
Camera
De instellingen van elke scène zijn afgestemd op een bepaalde stijl of omgeving.
Scènes zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
In de actieve werkbalk kunt u de volgende opties selecteren:
Videoscènes
Auto () (standaard) en Nacht ()
Afbeeldingsscènes
Auto () (standaard), Gebr. gedef. (), Staand (), Liggend (), Nacht () en Nacht, staand ().
Wanneer u foto's maakt, is de standaardscène Auto.
Ga naar Gebr. gedef. en selecteer Opties > Wijzigen als u uw eigen scène geschikt wilt maken voor een bepaalde omgeving. In de door de gebruiker gedefinieerde scène kunt u verschillende belichtings- en kleurinstellingen vastleggen. Selecteer Gebaseerd op modus en selecteer de gewenste scène als u de instellingen van een andere scène wilt kopiëren.

Foto's nemen in een reeks

De reeksmodus is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Als u de camera wilt instellen om zes foto's of meer in een reeks te maken (indien er voldoende geheugen beschikbaar is), selecteert u in de actieve werkbalk Reeksmodus >
Burst om zes foto's te maken of geeft u op gedurende
hoeveel tijd u foto’s wilt maken. Het aantal gemaakte foto's hangt af van het beschikbare geheugen.
Druk op als u zes foto's wilt maken. Druk op Annuleer als u wilt stoppen met het maken van foto's. Houd ingedrukt als u meer dan zes foto's wilt maken. Laat de knop los als u wilt stoppen met het maken van foto's. Het aantal gemaakte foto's hangt af van het beschikbare geheugen.
Selecteer Reeksmodus en een tijdsinterval om op te geven gedurende hoeveel tijd u foto's wilt maken. Druk op als u wilt beginnen met het maken van foto's. Druk nogmaals op als u wilt stoppen met het maken van foto's voordat de tijd is verstreken.
Nadat u de foto's hebt gemaakt, worden deze in een raster in het s cher m weer gege ven. D ruk o p a ls u een foto w ilt bekijken. Als u een tijdsperiode hebt ingesteld voor het maken van foto's, wordt de laatst gemaakte foto weergegeven.
64
U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met de zelfontspanner. Wanneer u de zelfontspanner gebruikt, kunt u niet meer dan zes foto's maken.
Druk op als u wilt terugkeren naar de zoeker in de reeksmodus.
Ga naar de actieve werkbalk en selecteer Reeksmodus >
Enkele opname als u de reeksmodus wilt uitschakelen.
Zelf op de foto met de zelfontspanner
De zelfontspanner is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Met de zelfontspanner kunt u een opname uitstellen zodat u zelf ook op de foto kunt komen te staan. Ga naar de actieve werkbalk en selecteer Zelfontspanner >
2seconden, 10 seconden of 20 seconden als u de
vertraging voor de zelfontspanner wilt instellen. Selecteer Activeren als u de zelfontspanner wilt activeren. Het apparaat piept wanneer de zelfontspanner actief is. De foto wordt gemaakt wanneer de geselecteerde vertraging is verstreken.
Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Zelfontspanner > Uit als u de Zelfontspanner
wilt uitschakelen.
Tip! Selecteer Zelfontspanner > 2 seconden in de
actieve werkbalk zodat uw hand stil is wanneer u een foto maakt.
Camera
Tips voor het maken van goede foto's

Beeldkwaliteit

Gebruik de juiste beeldkwaliteit. De camera heeft drie
beeldkwaliteitsmodi (Afdr. 2M – Groot, Afdr. 1M –
Norm. en MMS 0,3M – Klein). Gebruik de instelling Hoog als u ervoor wilt zorgen dat de camera de beste
beeldkwaliteit produceert die mogelijk is. Let wel: hoe beter de beeldkwaliteit, des te meer geheugenruimte is er nodig. Voor MMS- en e-mailbijlagen moet u misschien de instelling MMS 0,3M – Klein gebruiken. U definieert de kwaliteit in Opties > Instellingen.

Achtergrond

Gebruik een eenvoudige achtergrond. Voor portretten
en andere foto's met mensen, moet u vermijden dat het onderwerp zich tegen een rommelige, complexe achtergrond bevindt, die de aandacht van het onderwerp zou kunnen afleiden. Verplaats de camera of het
65
onderwerp als dit nodig is. Plaats de camera dichter bij het onderwerp om duidelijkere portretten te maken.
Camera

Diepte

Wanneer u landschappen en taferelen vastlegt, kunt u diepte aan uw foto's toevoegen door objecten op de voorgrond te plaatsen. Als het object op de voorgrond zich te dicht bij de camera bevindt, wordt het soms wazig.

Belichting

Door de bron, hoeveelheid en richting van het licht te veranderen, kunnen foto's drastisch veranderen. Hier vindt u enkele veelvoorkomende belichtingsomstandigheden:
Lichtbron achter het onderwerp. Plaats het
onderwerp bij voorkeur niet vóór een sterke lichtbron. Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of zichtbaar is in het scherm, bevat de resulterende foto een zwak contrast, is deze te donker of bevat deze ongewenste lichteffecten.
Onderwerp wordt van opzij belicht. Sterke belichting
van opzij geeft een dramatisch effect, maar is soms te schril, wat teveel contrast oplevert.
Lichtbron vóór het onderwerp. Fel zonlicht kan tot
gevolg hebben dat de personen hun ogen dichtknijpen. Bovendien is het contrast vaak te groot.
Optimale belichting vindt u in situaties met veel
diffuus, zacht licht, bijvoorbeeld op een heldere, of lichtbewolkte dag of op een zonnige dag in de schaduw van bomen.

Video's opnemen

1 Houd ingedrukt om de hoofdcamera te activeren.
Selecteer Naar videomodus in de actieve werkbalk als de camera zich in de Afbeeldingsmodus bevindt.
2 Druk op om de opname te starten. Gebruik in
de modus Staand de bladertoets om een opname te maken. Het opnamepictogram wordt weergegeven en er klinkt een geluidssignaal om aan te geven dat de opname is gestart.
3 Selecteer Stop als u de opname wilt stoppen.
De videoclip wordt automatisch opgeslagen in de map Afb. en video van Galerij. Zie ’Galerij’ op pag. 49. De maximumlengte van de videoclip hangt af van het beschikbare geheugen.
U kunt de opname op elk gewenst moment onderbreken door Pauze te selecteren. Het pauzepictogram ( ) knippert op het scherm. De video-opname wordt automatisch gestopt als u de opname onderbreekt en gedurende één minuut niet op een toets drukt. Selecteer Doorgaan om de opname te hervatten.
66
Gebruik de volumetoets aan de zijkant van het apparaat om in of uit te zoomen op het onderwerp. Druk in de modus Staand op of als u wilt in- of uitzoomen.
Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen voordat u een video opneemt, gebruikt u de bladertoets om over de actieve werkbalk te navigeren. Zie ’Kleur en belichting aanpassen’ op pag. 63 en ’Scènes’ op pag. 64.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de camera aan de voorkant wilt activeren.

Symbolen voor video-opnamen

In de videozoeker wordt het volgende weergegeven:
1 Het symbool
voor de huidige opnamemodus.
2 Het symbool voor
ingeschakelde geluiddemping.
3 De actieve
werkbalk, waarlangs u kunt navigeren voordat u een opname maakt om verschillende items en instellingen te selecteren. (De werkbalk wordt niet weergegeven tijdens opnamen.) Zie ’Actieve werkbalk’ op pag. 60.
4 Symbool voor batterijniveau. 5 Het symbool voor de videokwaliteit geeft aan of de
kwaliteit van de video Hoog, Normaal of Delen is.
6 Het bestandstype van de videoclip. 7 De totale beschikbare tijd voor de video-opname.
Tijdens de opname geeft het symbool voor de huidige videolengte ook de verstreken en resterende tijd aan.
8 De symbolen voor het apparaatgeheugen ( ) en de
geheugenkaart ( ) geven aan waar video's worden opgeslagen.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u alle zoekersymbolen wilt weergeven. Selecteer Pictogram
verbergen als u alleen de videosymbolen en tijdens de
opname de beschikbare opnametijd, de zoombalk bij gebruik van de zoomfunctie en de selectietoetsen wilt weergeven.
Na het opnemen van een video
Nadat u een videoclip hebt opgenomen, selecteert u het volgende in de actieve werkbalk (alleen beschikbaar als Opgenomen video tonen is ingesteld op Aan in de video-instellingen):
Selecteer Afspelen als u de zojuist opgenomen
videoclip meteen wilt afspelen.
Selecteer Verwijd. als u de video niet wilt behouden.
Als u de videoclip via een MMS-bericht, e-mailbericht
of Bluetooth-connectiviteit wilt verzenden, drukt u op
Camera
67
de beltoets of selecteert u Zenden. Zie ’Berichten’ op pag. 38, ’Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 81 en ’Online delen’ op pag. 57 voor meer informatie.
Camera
Deze optie is niet beschikbaar tijdens een actief gesprek. Videoclips in MP4-indeling kunnen mogelijk niet als multimediabericht worden verzonden. U kunt de videoclip ook tijdens een actief gesprek verzenden naar de ontvanger van het gesprek. Selecteer Verzenden naar beller.
Als u de videoclip wilt laden naar een compatibel online
album, selecteert u Posten naar ... (alleen beschikbaar als u een account hebt ingesteld voor een compatibel online album. Zie ’Online delen’ op pag. 57).
Video-instellingen
U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de videorecorder: Videoconfiguratie en begininstellingen. Zie ’Kleur en belichting aanpassen’ op pag. 63 voor meer informatie over het aanpassen van de instellingen voor
Videoconfiguratie. Als u de camera sluit, worden de
standaardinstellingen voor video's weer hersteld, terwijl de begininstellingen gehandhaafd blijven totdat u deze weer wijzigt. Selecteer Opties > Instellingen als u de begininstellingen wilt wijzigen. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Videokwaliteit – Stel de kwaliteit van de videoclip in
op Hoog (beste kwaliteit voor lange-termijngebruik of voor afspelen op een compatibele tv of pc en handset),
Normaal (standaardkwaliteit voor afspelen via uw
handset), of Delen (videoclip van beperkte omvang om in een multimediabericht te verzenden). Als u de video op een compatibele tv of pc wilt bekijken, kiest u Hoog, met QVGA-resolutie (320 x 240) en de bestandsindeling .mp4. Selecteer Delen (QCIF-resolutie, bestandsindeling .3GP) als u de videoclip via MMS wilt verzenden. Een videoclip die is opgenomen met Delen, kan maximaal 300 kB groot zijn (een lengte van ongeveer 20 seconden). U kunt deze dan eenvoudig als multimediabericht verzenden naar een compatibel apparaat.
Geluidsopname – Selecteer Dempen als u geen geluid
wilt opnemen.
Toevoegen aan album – Selecteer of u de opgenomen
videoclip wilt toevoegen aan een bepaald album in
Galerij. Selecteer Ja als u een lijst met beschikbare
albums wilt openen.
Opgenomen video tonen – Selecteer of u het eerste
beeld van de opgenomen videoclip wilt weergeven zodra de opname is voltooid. Selecteer Afspelen in de actieve werkbalk (hoofdcamera) of Opties > Afspelen (tweede camera) als u de videoclip wilt bekijken.
68
Standaardnaam video – Geef de standaardnaam
voor de vastgelegde videoclips op.
Gebruikt geheugen – Geef de standaard-
geheugenopslag op.
Instellingen herstellen – Selecteer Ja als u de camera
weer wilt instellen op de standaardwaarden.
Camera
69
Web
Web
Druk op en selecteer Web (netwerkdienst).
Tip! Houd in de stand-by modus ingedrukt
om de Web-browser te starten.
Met de Webbrowser kunt u HTML-webpagina's (HyperText Markup Language) op internet weergeven zoals deze oorspronkelijk zijn ontworpen. U kunt ook bladeren door webpagina's die XHTML (eXtensible HyperText Markup Language) of WML (Wireless Markup Language) gebruiken en specifiek zijn ontworpen voor mobiele apparaten.
Met Web kunt u in- en uitzoomen op een pagina, de
Miniweergave en het paginaoverzicht gebruiken om
over pagina's te navigeren, webfeeds en blogs te lezen, webpagina's van een bookmark te voorzien en inhoud te downloaden.
Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van diensten. De serviceprovider kan u ook instructies geven voor het gebruik van deze diensten.
Als u de Web browser wilt gebruiken, hebt u een toegangspunt nodig om verbinding te maken met internet. Zie ’Toegangspunten’ op pag. 136.
70

Op internet surfen

Ga naar een webpagina door in de weergave Bookmarks een bookmark te selecteren of het adres in te voeren in het veld ( ). Druk vervolgens op .
Druk op als u koppelingen wilt openen en items wilt selecteren.
Selecteer Opties > Ga naar webadres als u een nieuw te bezoeken webadres wilt invoeren.
Tip! Druk op en selecteer een bookmark als
u een webpagina wilt bezoeken die als bookmark is opgeslagen in de weergave Bookmarks.
Selecteer Opties > Navigatieopties > Opnieuw laden als u de meest recente versie van de pagina wilt ophalen vanaf de server.
Selecteer Opties > Opslaan als bookmark als u het webadres van de huidige pagina wilt opslaan als bookmark.
Selecteer Terug (beschikbaar als Geschiedenislijst is ingesteld in de browserinstellingen en de huidige pagina niet de eerste pagina is die u bezoekt) als u de visuele geschiedenis wilt gebruiken om tijdens het surfen snapshots van de bezochte pagina's te maken. Selecteer de pagina als u naar een eerder bezochte pagina wilt gaan.
Selecteer Opties > Instrumenten > Pagina opslaan als u een pagina wilt opslaan tijdens het surfen.
U kunt pagina's opslaan en er later, offline, doorheen bladeren. U kunt deze opgeslagen pagina's ook groeperen in mappen. Selecteer Opties > Bookmarks > Opgeslagen
pagina's om toegang te krijgen tot de pagina's die u hebt
opgeslagen.
Selecteer Opties > Dienstopties (indien ondersteund door de webpagina) als u een sublijst met opdrachten of acties voor de geopende pagina wilt openen.
Sneltoetsen tijdens het surfen over het internet
Druk op om uw bookmarks te openen.
Druk op om trefwoorden te zoeken op de
huidige pagina.
Druk op om terug te keren naar de vorige pagina.
Druk op om een lijst met alle open vensters
weer te geven.
Druk op om het huidige venster te sluiten als er
twee of meer venster geopend zijn.
Druk op om het paginaoverzicht van de huidige
pagina weer te geven. Druk nogmaals op als u wilt inzoomen en het gewenste gedeelte van de pagina wilt weergeven.
Druk op om een nieuw webadres in te voeren.
Druk op om naar de startpagina te gaan.
Druk op of om in of uit te zoomen op
de pagina.

Zoeken in tekst

Zoek op de huidige webpagina naar een trefwoord door
Opties > Zoeken > Tekst te selecteren en een trefwoord in
te voeren. Druk op als u naar het vorige item wilt gaan. Druk op als u naar het volgende item wilt gaan.
Tip! U kunt ook naar trefwoorden op de pagina zoeken
door op te drukken.

Werkbalk in de browser

Met de werkbalk kunt u veelgebruikte functies in de browser selecteren. Als u de werkbalk wilt openen houdt u ingedrukt op een lege plek van een webpagina. Druk op of als u over de werkbalk wilt navigeren. Druk op als u een functie wilt selecteren.
In de werkbalk kunt u de volgende opties selecteren:
Veelgebr. koppelingen om een lijst met vaak
bezochte webadressen weer te geven.
Paginaoverzicht om het overzicht van de
huidige webpagina weer te geven.
Zoeken om trefwoorden te zoeken op de
huidige pagina.
Opnieuw laden om de pagina te vernieuwen.
Abonner. op webfeeds (indien beschikbaar) om
een lijst met beschikbare webfeeds op de huidige webpagina weer te geven en om u te abonneren op een webfeed.
Web
71

Items downloaden en aanschaffen

Web
U kunt onder andere beltonen, afbeeldingen, logo's, thema's en videoclips downloaden. Deze items worden gratis aangeboden of u kunt ze aanschaffen. Gedownloade items worden verder verwerkt door de bijbehorende toepassingen in het apparaat. Een gedownloade foto kunt u bijvoorbeeld opslaan in Galerij.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen
en andere software van betrouwbare bronnen, zoals toepassingen die een Symbian-ondertekening dragen of die de Java-Verified
1 Klik op de koppeling als u het item wilt downloaden. 2 Selecteer de optie waarmee u het item aanschaft,
bijvoorbeeld Kopen.
3 Lees alle informatie nauwkeurig door.
Selecteer Accept. als u het item wilt downloaden. Selecteer Annuleer als u het item niet wilt downloaden.
Als u het downloaden start, krijgt u een lijst te zien van de lopende en voltooide downloads tijdens de huidige sessie. Selecteer Opties > Downloads als u ook de lijst wilt weergeven. Ga naar een item in de lijst en selecteer Opties als u lopende downloads wilt annuleren of voltooide downloads wilt openen, opslaan of verwijderen.
TM
test hebben doorstaan.

Miniweergave

Met Miniweergave kunt u over webpagina's met grote hoeveelheden informatie navigeren. Wanneer
Miniweergave is ingesteld in de browserinstellingen en
u een grote webpagina weergeeft, wordt Miniweergave geopend en een overzicht van de bezochte webpagina weergegeven. Druk op , , of als u naar de
Miniweergave wilt gaan. Stop met bladeren wanneer u de
gewenste informatie hebt gevonden. De Miniweergave verdwijnt en de geselecteerde locatie wordt weergegeven.
Selecteer Opties > Instellingen > Algemeen >
Miniweergave > Aan als u Miniweergave wilt instellen.

Paginaoverzicht

Wanneer u een webpagina met een grote hoeveelheid informatie bekijkt, kunt u Paginaoverzicht gebruiken om te bekijken welke informatie de pagina bevat.
Druk op als u het paginaoverzicht van de huidige pagina wilt weergeven. Druk op , , of als u naar het gewenste punt op de pagina wilt zoeken. Druk nogmaals op als u wilt inzoomen en het gewenste gedeelte van de pagina wilt weergeven.
72

Webfeeds en blogs

Webfeeds zijn XML-bestanden op de pagina's die worden gebruikt door de weblogcommunity en nieuwsorganisaties om de meest recente koppen of tekst te delen, bijvoorbeeld nieuwsfeeds. Blogs of weblogs zijn dagboeken op het web. De meeste webfeeds gebruiken RSS- en ATOM­technologie. Webfeeds worden veel toegepast op web-, blog- en wikipagina's.
De Web-browser stelt automatisch vast of een webpagina webfeeds bevat. Selecteer Opties > Abonneren als u zich wilt abboneren op een webfeed. Selecteer in de weergave Bookmarks de optie Webfeeds als u wilt bekijken op welke webfeeds u bent geabonneerd.
Werk een webfeed bij door deze te selecteren en Opties > Vernieuwen te selecteren.
Selecteer Opties > Instellingen > Webfeeds als u wilt opgeven hoe de webfeeds moeten worden bijgewerkt. Zie ’Instellingen’ op pag. 75.

Beveiliging van de verbinding

Als tijdens een verbinding het beveiligingssymbool wordt weergegeven, is de gegevensoverdracht tussen het apparaat en de internetgateway of -server gecodeerd.
Het veiligheidssymbool geeft niet aan dat de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder (of de locatie waar de aangevraagde bron is opgeslagen) veilig is. De serviceprovider beveiligt de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder.
Voor een aantal diensten, zoals bankdiensten, zijn mogelijk beveiligingscertificaten vereist. Als de identiteit van de server niet authentiek is of als u niet over het juiste beveiligingscertificaat beschikt, wordt een melding weergegeven. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider. Zie ook ’Certificaatbeheer’ op pag. 130 voor meer informatie over certificaten en details hiervan.

De weergave Bookmarks

In de weergave Bookmarks kunt u webadressen selecteren uit een lijst of uit een verzameling bookmarks in de map
Autom. bookmarks. U kunt ook direct in het veld de URL
invoeren van de webpagina die u wilt bezoeken ( ).
De startpagina die voor het standaardtoegangspunt
is gedefinieerd.
U kunt URL's opslaan als bookmarks terwijl u op internet surft. U kunt adressen die u in een bericht hebt ontvangen, ook opslaan als bookmarks. Daarnaast kunt u opgeslagen bookmarks verzenden.
Web
73
Druk op of selecteer Opties > Bookmarks als u de weergave Bookmarks wilt openen terwijl u aan
Web
het surfen bent.
Selecteer Opties > Bookmarkbeheer > Bewerken als u de details van een bookmark wilt bewerken, zoals de titel.
In de weergave Bookmarks kunt u ook andere browsermappen opgeven. Met de Webbrowser kunt u tijdens het surfen over het internet webpagina's opslaan. In de map Opgesl. pagina's kunt u de inhoud bekijken van de pagina's die u offline hebt opgeslagen.
In de Webbrowser wordt ook bijgehouden welke pagina's u tijdens het surfen bezoekt. In de map Autom. bookmrks kunt u een lijst met bezochte webpagina's weergeven.
In Webfeeds kunt u opgeslagen koppelingen weergeven naar webfeeds en blogs waarop u zich hebt geabonneerd. Webfeeds worden vaak gebruikt op webpagina's van belangrijke nieuwsorganisaties, in persoonlijke weblogs, door online community's die de meest recente koppen bieden en in overzichten van artikelen. In webfeeds wordt RSS- en ATOM-technologie gebruikt.

Verbinding verbreken

Selecteer Opties > Instrumenten > Verbind. verbreken als u de verbinding wilt verbreken en de browserpagina offline wilt weergeven. Selecteer Opties > Afsluiten als u de verbinding wilt verbreken en de browser wilt sluiten.
Als u op de beëindigingstoets drukt, wordt de verbinding niet verbroken, maar wordt de browser naar de achtergrond verplaatst.
Selecteer Opties > Privacyggvns wissen > Verwijder
cookies als u de gegevens wilt verwijderen die de
netwerkserver verzamelt over uw bezoeken aan verschillende webpagina's.

De cache leegmaken

De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen in het cachegeheugen van het apparaat.
Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op te slaan. Als u toegang hebt gezocht of gehad tot vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwoord moet opgeven, kunt u de cache van het apparaat na gebruik beter legen. De informatie of de diensten waartoe u toegang hebt gehad, worden namelijk in de cache opgeslagen. Selecteer Opties > Privacyggvns
wissen > Cache wissen als u de cache wilt wissen.
74

Instellingen

Selecteer Opties > Instellingen en maak een keuze uit de volgende opties:
Algemene instellingen
Toegangspunt – Hiermee wijzigt u het
standaardtoegangspunt. Zie ’Verbinding’ op pag. 135. Sommige of alle toegangspunten kunnen door de serviceprovider vooraf zijn ingesteld voor het apparaat; het is wellicht niet mogelijk deze instellingen te wijzigen of verwijderen of om nieuwe instellingen toe te voegen.
Homepage – Hiermee definieert u de homepage.
Miniweergave – Hiermee schakelt u Miniweergave
in of uit. Zie ’Miniweergave’ op pag. 72.
Geschiedenislijst – Schakel Geschiedenislijst in als
u tijdens het surfen Terug wilt selecteren om een lijst weer te geven met de pagina's die u hebt bezocht tijdens de huidige sessie.
Veiligheidswrschwngn – Hiermee verbergt of toont
u veiligheidswaarschuwingen.
Java/ECMA-script – Hiermee schakelt u het gebruik
van scripts in of uit.
Pagina-instellingen
Inhoud laden – Hiermee selecteert u of u afbeeldingen
en andere objecten wilt laden tijdens het surfen. Als u Alleen tekst hebt geselecteerd, selecteert u Opties > Instrumenten > Afbeeldingen laden wanneer u afbeeldingen of objecten later tijdens het surfen wilt laden.
Schermformaat – Hiermee schakelt u tussen de weergave Volledig scherm en de normale weergave met de
lijst Opties.
Standaardcodering – Als teksttekens niet correct worden
weergegeven, kunt u een andere codering selecteren op basis van de taal voor de huidige pagina.
Lettergrootte – Hiermee geeft u de lettergrootte
voor webpagina's op.
Pop-ups blokkeren – Hiermee staat u toe of voorkomt
u dat verschillende pop-upvensters tijdens het surfen automatisch worden geopend
Autom. opnieuw laden – Selecteer Aan als u wilt dat
webpagina's automatisch worden vernieuwd tijdens het surfen.
Privacy-instellingen
Autom. bookmarks – Hiermee schakelt u het
automatisch verzamelen van bookmarks in of uit. Selecteer Map verbergen als u de adressen van de
Web
75
bezochte webpagina's wilt blijven opslaan in de map
Autom. bookmrks.
Web
Formulierggvns opslaan – Selecteer Uit als u niet wilt dat
de gegevens die u op de verschillende formulieren van de webpagina invult, worden opgeslagen en de volgende keer worden gebruikt wanneer u de pagina opent.
Cookies – Hiermee schakelt u het ontvangen en
verzenden van cookies in of uit.
Instellingen voor webfeeds
Automatische updates – Hiermee geeft u op of webfeeds
automatisch moeten worden bijgewerkt en zo ja, hoe vaak dit moet gebeuren en welke verbinding moet worden gebruikt. Als u de toepassing zodanig instelt dat webfeeds automatisch worden opgehaald, kan dit ertoe leiden dat grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de serviceprovider worden verzonden. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Toeg.p. voor autom. aanp. (alleen beschikbaar als de optie Automatische updates is geselecteerd) – Hiermee kunt
u het toegangspunt selecteren dat bij het bijwerken moet worden gebruikt.
76

Tools

Bestandsbeheer

Druk op en selecteer Instrumenten > Best.beh. als u door bestanden en mappen wilt bladeren. De weergave van het apparaatgeheugen ( ) wordt geopend. Druk op om de weergave van de geheugenkaart te openen ( ).
Als u naar een bestand wilt zoeken, selecteer dan Opties >
Zoeken en het geheugen waarin u wilt zoeken. Voer de
bestandsnaam als zoektekst in.
Selecteer Opties > Gegevens geheugen als u wilt bekijken welke gegevenstypen het apparaat bevat en hoeveel geheugen wordt gebruikt door de verschillende gegevenstypen. De hoeveelheid beschikbaar geheugen wordt weergegeven in Vrij geheugen.

Geheugen bijna vol - geheugen vrijmaken

Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen om gegevens op te slaan. U krijgt een melding als er bijna geen geheugen meer is.
Tools
U kunt apparaatgeheugen vrijmaken door gegevens over te brengen naar een compatibele pc.
Als u gegevens wilt verwijderen om geheugen vrij te maken, gebruikt u Bestandbeheer om bestanden te verwijderen die u nodig hebt of om naar de betreffende toepassing te gaan. U kunt bijvoorbeeld de volgende items verwijderen:
Berichten in de mappen in Berichten en e-mails
die uit de mailbox zijn opgehaald
Opgeslagen webpagina's
Contactgegevens
Agendanotities
Toepassingen in Toep.beheer die u niet nodig hebt

Geheugenkaart

Druk op en selecteer Instrumenten > Hulpprogr. >
Geheugen.
Selecteer Opties > Reservekopie als u een back-up van gegevens in het apparaatgeheugen wilt opslaan op een compatibele geheugenkaart (indien beschikbaar). Het apparaat stelt u op de hoogte als de geheugenkaart onvoldoende vrije ruimte bevat om een back-up te maken.
77
Selecteer Opties > Herst. vanaf massageh. als u gegevens vanaf de compatibele geheugenkaart wilt terugzetten naar
Tools
het apparaatgeheugen.
Wanneer een geheugenkaart wordt geformatteerd, gaan alle gegevens op de kaart definitief verloren. Sommige geheugenkaarten zijn voorgeformatteerd. Andere kaarten moet u zelf eerst formatteren. Raadpleeg uw leverancier om te achterhalen of u de geheugenkaart moet formatteren voor het eerste gebruik.
Selecteer Opties > Massageh. formatt. als u een geheugenkaart wilt formatteren. Selecteer Ja ter bevestiging.

Spraakopdrachten

U kunt het apparaat besturen met behulp van spraakopdrachten. Zie ’Spraakgestuurd bellen’ op pag. 117 voor meer informatie over de uitgebreide spraakopdrachten die door het apparaat worden ondersteund.
Als u uitgebreide spraakopdrachten voor het starten van toepassingen en profielen wilt activeren, moet u de toepassing Spraakopdr. en de bijbehorende map Profielen openen. Druk op en selecteer Instrumenten >
Hulpprogr. > Spraakopdr. > Profielen. Het apparaat
maakt spraaklabels aan voor de toepassingen en profielen. Als u uitgebreide spraakopdrachten wilt gebruiken, houdt
u de rechterselectietoets ingedrukt in de stand-by modus en spreekt u de spraakopdracht in. De spraakopdracht is de naam van de toepassing of het profiel in de lijst.
Selecteer Opties > Nieuwe toepassing als u meer toepassingen wilt toevoegen aan de lijst. Als u een tweede spraakopdracht wilt toevoegen waarmee u de toepassing kunt starten, selecteert u Opties > Opdracht wijzigen en voert u de nieuwe spraakopdracht als tekst in. Vermijd heel korte namen, afkortingen en acroniemen.
Selecteer Opties > Afspelen als u het samengestelde spraaklabel wilt beluisteren.
Selecteer Opties > Instellingen als u de instellingen voor spraakopdrachten wilt wijzigen. Selecteer Synthesizer >
Uit als u de synthesizer wilt uitschakelen waarmee de
herkende spraaklabels en opdrachten in de geselecteerde apparaattaal worden afgespeeld. Selecteer Spraakaanp.
verwijderen als u het leren van spraakherkenning opnieuw
wilt instellen, bijvoorbeeld wanneer de hoofdgebruiker van het apparaat is veranderd.
78

Verbindingen

WLAN (draadloos LAN)

Het apparaat ondersteunt WLAN (draadloos LAN). Met WLAN kunt u met het apparaat verbinding maken met internet en compatibele apparaten die mogelijkheden bieden voor WLAN. Zie ’Eigen netwerk met Galerij’ op pag. 57 en ’Eigen netwerk met Music Player’ op pag. 23 voor meer informatie over het gebruik van het apparaat met andere compatibele UPnP-apparaten via een WLAN.
Als u een WLAN wilt gebruiken, moet er een WLAN beschikbaar zijn op de plaats waar u zich bevindt. Daarnaast moet het apparaat zijn verbonden met het WLAN.
In sommige gebieden, zoals Frankrijk, gelden restricties op het gebruik van draadloos LAN. Raadpleeg de lokale autoriteiten voor meer informatie.
Als functies gebruik maken van een WLAN of als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
Het apparaat ondersteunt de volgende voorzieningen van een WLAN:
IEEE 802.11b/g standaard
Frequentie van 2,4 GHz
WEP-coderingsmethoden (Wired Equivalent Privacy)
met sleutels tot 128 bit, WPA-toegang (Wi-Fi Protected Access) en 802.1x-coderingsmethoden. Deze functies kunnen alleen worden gebruikt als het netwerk hiervoor ondersteuning biedt.

WLAN-verbindingen

Als u WLAN wilt gebruiken, moet u een internettoegangspunt maken in een WLAN. Gebruik het toegangspunt voor toepassingen die verbinding met internet moeten hebben. Zie ’WLAN-toegangspunten’ op pag. 81.
Belangrijk: Schakel altijd een van de beschikbare
encryptiemethoden in om de beveiliging van uw draadloze LAN-verbinding te vergroten. Het gebruik van encryptie verkleint het risico van onrechtmatige toegang tot uw gegevens.
Er wordt een WLAN-verbinding tot stand gebracht als u een gegevensverbinding maakt met een
Verbindingen
79
internettoegangspunt voor een WLAN. De actieve LAN-verbinding wordt verbroken wanneer u de laatste toepassing sluit die de verbinding gebruikt. Zie ’Verbindingsbeheer’ op pag. 85 voor informatie over hoe u alle verbindingen gelijktijdig beëindigt.
U kunt een WLAN gebruiken tijdens een gesprek of
Verbindingen
wanneer pakketgegevens actief zijn. U kunt met maximaal één WLAN-toegangspunt tegelijkertijd verbinding hebben, maar verschillende toepassingen kunnen hetzelfde internettoegangspunt gebruiken.
Wanneer het profiel Offline is ingesteld voor het apparaat, kunt nog steeds een WLAN gebruiken (indien beschikbaar). Zorg ervoor dat u voldoet aan de veiligheidseisen wanneer u een WLAN-verbinding tot stand brengt en gebruikt.
Tip! Als u het unieke MAC-adres (Media Access
Control) voor het apparaat wilt controleren, typt u *#62209526# in de stand-by modus.

De WLAN-wizard

De WLAN-wizard helpt u om verbinding te maken met een WLAN en uw WLAN-verbindingen te beheren.
De WLAN-wizard toont de status van uw WLAN­verbindingen in de actieve stand-by modus. Ga naar de rij met de status en druk op als u de beschikbare opties wilt weergeven.
Als de zoekresultaten van gedetecteerde WLAN's worden weergegeven, bijvoorbeeld WLAN-netw. gevonden, maakt u een internettoegangspunt en start u de webbrowser met dit toegangspunt door de status
Browsen starten en het netwerk te selecteren.
Als u een beveiligd WLAN selecteert, wordt u gevraagd om de betreffende wachtwoorden in te voeren. Als u verbinding wilt maken met een verborgen netwerk, moet u de juiste netwerknaam invoeren (SSID, Service Set Identifier). Selecteer Nieuw WLAN als u een nieuw toegangspunt voor een verborgen WLAN wilt maken. Nadat u de vereiste gegevens hebt ingevoerd, wordt de verbinding automatisch getest.
Als u verbinding hebt met een WLAN, wordt de naam van het internettoegangspunt weergegeven. Selecteer de status en selecteer Doorgaan met browsen als u dit internettoegangspunt wilt gaan gebruiken voor de webbrowser. Selecteer de status en selecteer WLAN-verb.
verbrkn als u de verbinding met het WLAN wilt verbreken.
Als de scanfunctie voor WLAN's is uitgeschakeld en u geen verbinding hebt met een WLAN, wordt WLAN-scan uit weergegeven. Ga naar de rij met de status en druk op als u de scanfunctie wilt inschakelen om te zoeken naar beschikbare WLAN's.
Selecteer een status en Zoeken naar WLAN als u wilt zoeken naar beschikbare WLAN's. Selecteer een status
80
en WLAN-scan uit als u de scanfunctie voor WLAN's wilt uitschakelen.
Druk op en selecteer Instrumenten > WLAN-wiz. als u de WLAN-wizard in het menu wilt openen.
WLAN-toegangspunten
Druk op en selecteer Instrumenten > WLAN-wiz. als u wilt zoeken naar de beschikbare WLAN's binnen het bereik.
Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
WLAN-netwrkn filteren – Hiermee filtert u WLAN's uit de
lijst met gevonden netwerken. De geselecteerde netwerken worden eruit gefilterd wanneer de toepassing de volgende keer naar WLAN's zoekt.
Details – Hiermee geeft u de details van een netwerk in
de lijst weer. Als u een actieve verbinding selecteert, worden de verbindingsgegevens weergegeven.
Toeg.punt definiëren – Hiermee maakt u een
internettoegangspunt in een WLAN.
Toegangspunt bwrkn – Hiermee bewerkt u de
gegevens van een bestaand internettoegangspunt.
U kunt ook Verb.beh. gebruiken om internettoegangspunten te maken.

Bedieningsmodi

Een WLAN kent twee modi: infrastructuur en adhoc.
In de infrastructuurmodus zijn twee soorten communicatie mogelijk: draadloze apparaten zijn met elkaar verbonden via een WLAN-toegangspunt of draadloze apparaten zijn op een LAN aangesloten via een WLAN-toegangspunt.
In de ad-hocmodus kunnen apparaten onderling rechtstreeks gegevens verzenden en ontvangen. Zie ’Toegangspunten’ op pag. 136 als u een internettoegangspunt wilt maken voor een ad-hocnetwerk.

Bluetooth-connectiviteit

Met Bluetooth-connectiviteit kunt u een draadloze verbinding tot stand brengen met andere compatibele apparaten. Dit kunnen apparaten zijn als mobiele telefoons en computers, en toebehoren als hoofdtelefoons en carkits. Met de Bluetooth-technologie kunt u afbeeldingen, notities en video-, muziek- en geluidsclips verzenden, een draadloze verbinding tot stand brengen met een compatibele pc (bijvoorbeeld voor bestandsoverdracht) of een verbinding tot stand brengen met een compatibele printer om afbeeldingen af te drukken met Afb.
afdrukken. Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 56.
Verbindingen
81
De twee apparaten mogen maximaal 10 meter van elkaar zijn verwijderd, hoewel de verbinding wel hinder kan ondervinden van obstakels, zoals muren of andere elektronische apparaten.
Het apparaat is compatibel met Bluetooth-specificatie 2.0, die de volgende profielen ondersteunt: Advanced Audio
Verbindingen
Distribution Profile, Basic Imaging Profile, Dial-up Networking Profile, File Transfer Profile, Generic Object Exchange Profile, Generic Access Profile, Hands-Free Profile, Headset Profile, Object Push Profile en Serial Port Profile. Gebruik door Nokia goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met andere apparatuur die Bluetooth-connectiviteit ondersteunt. Informeer bij de fabrikanten van andere apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat.
Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het gebruik van Bluetooth-connectiviteit. Raadpleeg de lokale autoriteiten of serviceprovider voor meer informatie.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-connectiviteit of als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de batterij af.
Als het apparaat is vergrendeld, kunt u de Bluetooth­connectiviteit niet gebruiken. Zie ’Telefoon en SIM-kaart’ op pag. 129 voor meer informatie over het vergrendelen van apparaten.

Instellingen

Druk op en selecteer Instrumenten > Bluetooth. Wanneer u de toepassing de eerste keer opent, wordt u gevraagd een naam te definiëren voor het apparaat.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Bluetooth – Stel de Bluetooth-connectiviteit eerst in op Aan en maak vervolgens verbinding als u een draadloze
verbinding met een ander compatibel apparaat wilt maken. Selecteer Uit als u Bluetooth-connectiviteit wilt uitschakelen.
Waarneembrh. tel. – Selecteer Waarneembaar als het
apparaat mag worden gedetecteerd door andere apparaten via Bluetooth-connectiviteit. Selecteer Periode opgeven als u wilt instellen na hoeveel tijd de zichtbaarheid wordt veranderd van weergegeven in verborgen. Selecteer
Verborgen als u het apparaat wilt verbergen voor
andere apparaten.
Naam van mijn telef. – Wijzig de naam die wordt
weergegeven aan andere apparaten die draadloze Bluetooth-technologie gebruiken.
Externe SIM-modus – Selecteer Aan als u een ander
apparaat wilt inschakelen, zoals een compatibele carkit, om via de SIM-kaart in het apparaat verbinding te maken met het netwerk. Zie ’Externe SIM-modus’ op pag. 84 voor meer informatie.
82

Beveiligingstips

Selecteer Bluetooth > Uit of Waarneembrh. tel. >
Verborgen als u geen gebruik maakt van Bluetooth-
connectiviteit. Zodoende kunt u beter beheren wie uw apparaat kan detecteren met Bluetooth-connectiviteit en kunt u hiermee verbinding maken.
Accepteer geen verbindingsaanvragen van en koppel het apparaat niet aan een onbekend apparaat. Zodoende kunt u het apparaat beter beschermen tegen schadelijke inhoud.
Gegevens verzenden met behulp van Bluetooth-connectiviteit
Er kunnen verschillende Bluetooth-verbindingen tegelijk actief zijn. Als u bijvoorbeeld verbonden bent met een compatibele hoofdtelefoon, kunt u tegelijkertijd ook bestanden uitwisselen met een ander compatibel apparaat.
Zie ’Belangrijke symbolen’ op pag. 81 voor meer informatie over symbolen voor Bluetooth-connectiviteit.
Tip! Als u tekst wilt verzenden via Bluetooth­connectiviteit, open dan Notities, schrijf de tekst en selecteer Opties > Zenden > Via Bluetooth.
1 Open de toepassing waarin het item dat u wilt
verzenden, is opgeslagen. Open Galerij als u bijvoorbeeld een afbeelding wilt verzenden naar een ander compatibel apparaat.
2 Selecteer het item en Opties > Zenden >
Via Bluetooth. Apparaten met Bluetooth-
connectiviteit die zich binnen het bereik bevinden, worden weergegeven in het scherm. Apparaatpictogrammen: computer, telefoon,
audio- of video-apparaat en een ander
apparaat. Selecteer Stop als u de zoekopdracht wilt onderbreken.
3 Selecteer het apparaat waarmee u verbinding
wilt maken.
4 Als koppeling met het andere apparaat vereist is,
hoort u een geluidssignaal en moet u een wachtwoord opgeven. Zie ’Apparaten koppelen’ op pag. 83.
5 Als de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt
het bericht Gegevens worden verzonden.
Tip! Het kan zijn dat bij het zoeken naar apparaten
voor sommige apparaten alleen de unieke adressen worden weergeven (apparaatadressen). Als u wilt weten wat het unieke adres van uw apparaat is, geeft u de code *#2820# op in de stand-by modus.

Apparaten koppelen

Druk in de beginweergave Bluetooth van de toepassing op als u het apparaat wilt koppelen met compatibele apparaten en de gekoppelde apparaten wilt weergeven.
Stel voordat u de koppeling uitvoert uw wachtwoord in (1–16 cijfers) en spreek met de eigenaar van het andere
Verbindingen
83
apparaat af hetzelfde wachtwoord te gebruiken. Bij apparaten zonder gebruikersinterface wordt het wachtwoord gebruikt dat in de fabriek is ingesteld. Het wachtwoord is voor eenmalig gebruik.
1 Selecteer Opties > Nw gekoppeld app. als u het
Verbindingen
apparaat wilt koppelen aan een ander apparaat. Apparaten met Bluetooth-connectiviteit die zich binnen het bereik bevinden, worden weergegeven in het scherm.
2 Selecteer het apparaat en voer het wachtwoord in.
Op het andere apparaat moet hetzelfde wachtwoord worden ingevoerd.
Sommige audiotoebehoren maken na koppeling automatisch verbinding met het apparaat. Navigeer anders naar het toebehoren en selecteer Opties > Verb. met
audioapparaat.
Gekoppelde apparaten zijn te herkennen aan het symbool in de lijst met apparaten.
Als u gekoppelde apparaten wilt instellen als geautoriseerd of niet-geautoriseerd, gaat u naar een apparaat en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Geautoriseerd – Uw apparaat en dit apparaat kunnen
zonder uw medeweten verbinding maken. U hoeft de verbinding niet afzonderlijk te accepteren of autoriseren. Gebruik deze optie voor uw eigen apparaten, zoals uw compatibele hoofdtelefoon of pc of voor apparaten
van mensen die u vertrouwt. geeft geautoriseerde apparaten aan in de weergave voor gekoppelde apparaten.
Niet geautoriseerd – Verbindingsverzoeken van dit
apparaat moeten altijd afzonderlijk worden geaccepteerd.
Ga naar het apparaat en selecteer Opties > Verwijderen als u een koppeling wilt annuleren. Selecteer Opties >
Alle verwijderen als u alle koppelingen wilt annuleren.
Gegevens ontvangen met behulp van Bluetooth-connectiviteit
Als u gegevens ontvangt via Bluetooth-connectiviteit, hoort u een geluidssignaal en wordt u gevraagd of u het bericht wilt ontvangen. Als u bevestigend antwoordt, verschijnt en wordt het item in de map Inbox in
Berichten geplaatst. Berichten die zijn ontvangen via
Bluetooth-connectiviteit, worden aangeduid met . Zie ’Inbox – berichten ontvangen’ op pag. 41.

Externe SIM-modus

Als u de externe SIM-modus wilt gebruiken met een compatibele carkit, schakelt u de Bluetooth-connectiviteit in en schakelt u het gebruik van de externe SIM-modus in. Zie ’Instellingen’ op pag. 82. Voordat de modus kan worden geactiveerd, moeten de twee apparaten worden gekoppeld, waarbij de koppeling op het andere apparaat wordt
84
gestart. Gebruik voor de koppeling een 16-cijferig wachtwoord en geef het andere apparaat de benodigde autorisatie. Zie ’Apparaten koppelen’ op pag. 83. Activeer de externe SIM-modus vanaf het andere apparaat.
Wanneer de externe SIM-modus is ingeschakeld op het apparaat, wordt Externe SIM weergegeven in de stand-by modus. De verbinding met het draadloze netwerk wordt uitgeschakeld, zoals wordt aangegeven met in de aanduiding voor de signaalsterkte, en u kunt geen SIM-kaartdiensten of -functies gebruiken die een mobiel netwerk vereisen.
Als het draadloze apparaat in de externe SIM-modus staat, kunt u alleen via een compatibele en aangesloten uitbreiding, zoals een carkit, gesprekken voeren of ontvangen. U kunt in deze modus geen nummers kiezen met uw draadloze apparaat, behalve de alarmnummers die in het apparaat zijn geprogrammeerd. Als u wilt bellen met uw apparaat, moet u eerst de externe SIM-modus verlaten. Als het apparaat vergrendeld is, moet u eerst de beveiligingscode invoeren om het te ontgrendelen.
Druk op de aan/uit-toets en selecteer Externe SIM sluiten als u de externe SIM-modus wilt afsluiten.

Verbindingsbeheer

Gegevensverbindingen

Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
Verb.beh. > Act. geg.verb.. In de weergave met actieve
verbindingen kunt u de geopende gegevensverbindingen bekijken: gegevensoproepen ( ), gegevensoproepen met hoge snelheid ( ), packet-gegevensverbindingen ( ) en WLAN-verbindingen ( ).
Opmerking: De uiteindelijke gespreksduur die
door de serviceprovider in rekening wordt gebracht kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
Selecteer Opties > Verb. verbreken als u een verbinding wilt verbreken. Selecteer Opties > Alle verb. verbrek. als u alle actieve verbindingen wilt verbreken.
Selecteer Opties > Gegevens als u de details van een verbinding wilt bekijken. Welke details worden weergegeven, is afhankelijk van het type verbinding.

WLAN (draadloos LAN)

Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
Verb.beh. > Beschk. WLAN als u wilt zoeken naar
de beschikbare WLAN's binnen bereik.
Verbindingen
85
In de weergave voor de beschikbare WLAN's wordt een lijst met WLAN's binnen het bereik, de bijbehorende netwerkmodus (Infrastructuur of Ad-hoc) en een symbool voor de signaalsterkte weergegeven. wordt weergegeven voor netwerken met codering en als het apparaat een actieve verbinding heeft in het netwerk.
Verbindingen
Selecteer Opties > Gegevens als u de details van een netwerk wilt bekijken.
Selecteer Opties > Toeg.pt definiëren als u een internettoegangspunt in een netwerk wilt maken.
USB
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. > USB.
Selecteer Vragen bij verbind. > Ja als u wilt instellen dat het doel van de verbinding telkens moet worden opgegeven wanneer de kabel wordt aangesloten.
Als Vragen bij verbind. is uitgeschakeld en u de modus tijdens een actieve verbinding wilt wijzigen, selecteert u USB-modus en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Mediaspeler – Hiermee synchroniseert u muziek met
Windows Media Player. Zie ’Muziek overbrengen met Windows Media Player’ op pag. 25.
PC Suite – Hiermee gebruikt u Nokia PC-toepassingen,
zoals Nokia Nseries PC Suite, Nokia Lifeblog en Nokia Software Updater.
Gegevensoverdracht – Hiermee brengt u gegevens
over tussen het apparaat en een compatibele pc.
Afb. afdrukken – Hiermee drukt u afbeeldingen af op
een compatibele printer. Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 56.

Pc-verbindingen

U kunt het apparaat gebruiken met allerlei compatibele toepassingen voor pc-connectiviteit en gegevenscommunicatie. Met Nokia Nseries PC Suite kunt u bijvoorbeeld afbeeldingen overbrengen tussen het apparaat en een compatibele pc.
Maak de verbinding om te synchroniseren met het apparaat altijd vanaf de pc.

Apparaatbeheer

Software-updates

U kunt de huidige softwareversie van het apparaat weergeven en bijwerken en de datum van een mogelijke eerdere update controleren (netwerkdienst).
86
Druk op en selecteer Instrumenten >
Hulpprogr. > App.beh..
Selecteer Opties > Controleren op updates als u wilt controleren welke software-updates beschikbaar zijn. Selecteer een internettoegangspunt wanneer u hierom wordt gevraagd.
Als er een update beschikbaar is, wordt informatie hierover weergegeven. Selecteer Accept. als u de update wilt downloaden of Annuleer als u de download wilt annuleren. De download kan enkele minuten duren. U kunt het apparaat tijdens de download gebruiken.
Bij het downloaden van software-updates worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de serviceprovider verzonden. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Zorg ervoor dat de batterij van het apparaat voldoende is opgeladen, of sluit de lader aan voordat u de update start.
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een
software-update kunt u het apparaat niet gebruiken, zelfs niet om een alarmnummer te bellen, totdat de installatie voltooid is en het apparaat opnieuw is ingeschakeld. Zorg ervoor dat u een back-up maakt van de gegevens voordat u de installatie van een update aanvaardt.
Wanneer de download is voltooid, selecteert u Ja en Accept. als u de update wilt installeren of Nee als u de update later wilt installeren met Opties > Update
installeren. De installatie kan enkele minuten duren.
De software wordt bijgewerkt en het apparaat wordt opnieuw opgestart. Selecteer OK om de update te voltooien. Selecteer een internettoegangspunt wanneer u hierom wordt gevraagd. Het apparaat stuurt de status van de software-update naar de server.
Selecteer Opties > Instellingen als u wilt weergeven welke instellingen van het serverprofiel worden gebruikt voor software-updates.

Serverprofielen

Druk op , selecteer Instrumenten > Hulpprogr. >
App.beh. en druk op . U ontvangt mogelijk
serverprofielen en verschillende configuratie-instellingen van uw serviceproviders of afdeling voor informatiebeheer van uw bedrijf. Deze configuratie-instellingen kunnen bijvoorbeeld verbindingsinstellingen zijn die door verschillende toepassingen in het apparaat worden gebruikt.
Verbindingen
87
Ga naar een serverprofiel, selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
Configuratie starten – Hiermee maakt u verbinding met
de server en ontvangt u configuratie-instellingen voor het apparaat.
Nieuw serverprofiel – Hiermee maakt u een serverprofiel.
Verbindingen
Als u een serverprofiel wilt verwijderen, gaat u naar het profiel en drukt u op .

Eigen netwerk

Het apparaat is compatibel met UPnP-architectuur. Met een WLAN-toegangspunt of -router kunt u een eigen netwerk maken en compatibele UPnP-apparaten op het netwerk aansluiten die WLAN's ondersteunen, zoals de Nokia N81, een compatibele pc, een compatibele printer, een compatibel geluidssysteem, een compatibele tv of een geluidssysteem of tv voorzien van een compatibele draadloze multimedia-ontvanger.
Als u de WLAN-functionaliteit van de Nokia N81 wilt gebruiken in een eigen netwerk, hebt u een werkend LAN nodig, moeten de andere apparaten geschikt zijn voor UPnP en verbinding hebben met hetzelfde netwerk.
In het eigen netwerk worden de beveiligingsinstellingen van de WLAN-verbinding gebruikt. Gebruik de voorziening voor het eigen netwerk in een
WLAN-infrastructuurnetwerk met een WLAN-toegangspunt en ingeschakelde codering.
U kunt mediabestanden die zijn opgeslagen in Galerij, delen met andere compatibele UPnP-apparaten via het eigen netwerk. Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > Eigen media > Instellingen als u de
instellingen voor Eigen netwerk wilt beheren. U kunt via het eigen netwerk ook compatibele mediabestanden uit Galerij bekijken, afspelen, kopiëren of afdrukken. Zie ’Mediabestanden weergeven en delen’ op pag. 90.
Belangrijk: Schakel altijd een van de beschikbare
encryptiemethoden in om de beveiliging van uw draadloze LAN-verbinding te vergroten. Het gebruik van encryptie verkleint het risico van onrechtmatige toegang tot uw gegevens.
Het apparaat wordt alleen met het eigen netwerk verbonden als u een verbindingsverzoek vanaf een ander compatibel apparaat accepteert of als u in de Galerij de optie selecteert voor het weergeven, afspelen, afdrukken of kopiëren van mediabestanden op uw Nokia N81.

Belangrijke informatie over beveiliging

Schakel bij het configureren van het eigen WLAN netwerk een coderingsmethode in op het toegangspunt en vervolgens op de andere compatibele apparaten die u op het eigen netwerk wilt aansluiten.
88
Raadpleeg de documentatie van de apparaten. Houd wachtwoorden geheim en bewaar deze op een veilige plek, afzonderlijk van de apparaten.
Zie ’Toegangspunten’ op pag. 136 als u de instellingen van het internettoegangspunt voor het WLAN wilt bekijken of wijzigen in het apparaat.
Als u de ad-hocmodus gebruikt om een eigen netwerk te maken met een compatibel apparaat, schakelt u een van de coderingsmethoden in WLAN-beveil.modus in wanneer u het internettoegangspunt instelt. Met deze stap beperkt u het risico dat onbevoegden toegang kunnen krijgen tot het ad hoc-netwerk.
U krijgt een melding zodra met een ander apparaat wordt geprobeerd verbinding te maken met het apparaat en met het eigen netwerk. Accepteer geen verbindingsaanvragen van een onbekend apparaat.
Als u WLAN gebruikt in een netwerk zonder codering, schakelt u het delen van Nokia N81-bestanden met andere apparaten uit of schakelt u het delen van privé­mediabestanden uit. Zie ’Instellingen voor Home Media’ op pag. 89 als u de instellingen voor delen wilt wijzigen.

Instellingen voor Home Media

Als u mediabestanden wilt delen met andere compatibele UPnP-apparaten via een WLAN, moet u eerst het internettoegangspunt voor het WLAN configureren
en vervolgens de toepassing Eigen media instellen. Zie ’WLAN (draadloos LAN)’ op pag. 79 en de WLAN-instellingen in ’Toegangspunten’ op pag. 136.
De opties voor Eigen netwerk in toepassingen zijn pas beschikbaar nadat de instellingen voor Eigen netwerk zijn geconfigureerd.
Wanneer u de toepassing voor thuismedia voor het eerst gebruikt, wordt de installatiewizard gestart. Deze begeleidt u bij het instellen van de thuismedia op het apparaat. Selecteer Opties > Wizard uitvoeren en volg de instructies in het scherm als u de installatiewizard later wilt gebruiken.
Als u een compatibele pc met het eigen netwerk wilt verbinden, installeert u de betreffende software vanaf de dvd-rom die bij het apparaat is geleverd.
Instellingen configureren
Selecteer Instrumenten > Connect. > Eigen media >
Instellingen als u de toepassing voor thuismedia wilt
configureren. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Eigen toegangspunt – Selecteer Altijd vragen als u wilt
dat het apparaat telkens naar het thuistoegangspunt vraagt wanneer u verbinding maakt met het eigen netwerk,
Nieuw maken als u een nieuw toegangspunt wilt opgeven
dat automatisch wordt gebruikt wanneer u Eigen media gebruikt of Geen. Als voor uw eigen netwerk geen
Verbindingen
89
beveiligingsinstellingen zijn ingeschakeld, krijgt u een beveiligingswaarschuwing. U kunt doorgaan en de beveiliging later inschakelen of het definiëren van het toegangspunt annuleren en eerst de beveiliging voor het WLAN inschakelen. Zie WLAN (draadloos WLAN) in ’Toegangspunten’ op pag. 136.
Verbindingen
Apparaatnaam – Geef een naam op voor het apparaat.
Deze naam is zichtbaar voor de andere compatibele apparaten in het netwerk.
Delen inschakelen en inhoud definiëren
Selecteer Instrumenten > Connect. > Eigen media >
Inhoud delen.
Inhoud delen – Hiermee kunt u het delen van
mediabestanden met compatibele apparaten toestaan of weigeren. Schakel Inhoud delen pas in nadat u alle andere instellingen hebt geconfigureerd. Als u Inhoud
delen inschakelt, kunnen vanaf de overige UPnP-
compatibele apparaten in het eigen netwerk de bestanden worden bekeken en gekopieerd die u hebt geselecteerd voor delen in de map Afbeeldingen en video en Muziek.
Afbeeldingen en video en Muziek – Hiermee selecteert
u mediabestanden die u wilt delen met andere apparaten of bekijkt u de status voor het delen van Afbeeldingen en
video en Muziek. Selecteer Opties > Inhoud vernieuwen
als u de inhoud van de mappen wilt bijwerken.

Mediabestanden weergeven en delen

Als Inhoud delen voor het apparaat is ingeschakeld, kunnen de mediabestanden die u hebt geselecteerd voor delen in Inhoud delen, worden bekeken en gekopieerd vanaf andere UPnP-compatibele apparaten in het eigen netwerk. Schakel Inhoud delen uit als u niet wilt dat uw bestanden toegankelijk zijn voor andere apparaten. Zelfs wanneer Inhoud delen in het apparaat is uitgeschakeld, kunt u de mediabestanden die zijn opgeslagen in een ander apparaat in het eigen netwerk, nog wel bekijken en kopiëren als dit op het andere apparaat is toegestaan.
Zie ’Eigen netwerk met Galerij’ op pag. 57 en ’Eigen netwerk met Music Player’ op pag. 23 voor meer informatie.

Draadloos toetsenbord

Gebruik de toepassing Draadl. ttsnbord als u een draadloos Nokia-toetsenbord of een ander compatibel draadloos toetsenbord met ondersteuning voor het Bluetooth HID-profiel (Human Interface Devices) wilt instellen voor gebruik met het apparaat. U kunt het volledige QWERTY-toetsenbord gebruiken om gemakkelijk tekstberichten, e-mail en agenda-items in te voeren.
1 Activeer Bluetooth-connectiviteit op het apparaat. 2 Schakel het toetsenbord in.
90
3 Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
Draadl. ttsnbord.
4 Selecteer Opties > Toetsenbord zoeken om te
zoeken naar apparaten met Bluetooth-connectiviteit.
5 Selecteer het toetsenbord uit de lijst en druk op
om de verbinding te starten.
6 Koppel het toetsenbord met het apparaat door een
wachtwoord van uw keuze (één tot negen cijfers) op het apparaat en hetzelfde wachtwoord op het toetsenbord in te voeren. Als u de cijfers van het wachtwoord wilt invoeren, moet u mogelijk eerst op de toets Fn drukken.
7 Als u wordt gevraagd naar een toetsenbordindeling,
selecteer deze dan uit een lijst op het apparaat.
8 Wanneer de naam van het toetsenbord wordt
weergegeven, verandert de status in Toetsenbord
verbonden. Het groene indicatielampje van het
toetsenbord knippert langzaam; het toetsenbord is klaar voor gebruik.
Zie de gebruikershandleiding bij het toetsenbord voor meer informatie over de werking en het onderhoud van het toetsenbord.

Synchronisatie

Met Synchr. kunt u notities, agenda-items, SMS-berichten of contactpersonen synchroniseren met verschillende compatibele toepassingen op een compatibele computer of op internet.
U kunt synchronisatie-instellingen ontvangen in een speciaal bericht. Zie ’Gegevens en instellingen’ op pag. 41.
In de beginweergave Synchr. kunt u de verschillende synchronisatieprofielen bekijken. Een synchronisatieprofiel bevat de benodigde instellingen om gegevens in het apparaat te synchroniseren met een externe database op een server of in een compatibel apparaat.
1 Druk op en selecteer Instrumenten > Synchr.. 2 Selecteer een synchronisatieprofiel en Opties >
Synchroniseren. Selecteer Annuleer als u de
synchronisatie tussentijds wilt afbreken.
Verbindingen
91

Toepassingen

Klok

Druk op en selecteer Toepass. > Klok. Druk op als
Toepassingen
u uw actieve en inactieve alarmsignalen wilt weergeven. Selecteer Opties > Nieuw snel alarm als u een nieuw snel alarmsignaal wilt instellen. Als een alarmsignaal actief is, wordt weergegeven.
Snelle alarmsignalen worden ingesteld voor de volgende 24 uur, en kunnen niet worden herhaald.
Selecteer Stop als u het alarmsignaal wilt uitschakelen. Selecteer Snooze als u het alarmsignaal gedurende vijf minuten wilt stoppen.
Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het apparaat zichzelf in en wordt het waarschuwingssignaal afgespeeld. Als u Stop selecteert, wordt u gevraagd of het apparaat moet worden geactiveerd voor oproepen. Selecteer Nee als u het apparaat wilt uitschakelen of Ja als u gesprekken wilt voeren en oproepen wilt ontvangen. Selecteer Ja niet wanneer het gebruik van draadloze telefoons storingen of gevaar kan opleveren.
Selecteer Toepass. > Klok > Opties > Alarm verwijderen als u het volgende alarmsignaal wilt annuleren.
92
Selecteer Toepass. > Klok, druk op en selecteer
Opties > Nieuw alarm als u een nieuw alarm wilt
instellen. Definieer de herhaling als dat nodig is.
Selecteer Toepass. > Klok > Opties > Instellingen als u de klokinstellingen wilt wijzigen. Stel tijd en datum in, definieer de tijd- en datumnotaties, het type klok of het alarmsignaal. Selecteer in Werkdagen de weekdagen voor herhalingsopties.
Selecteer Toepass. > Klok > Opties > Instellingen >
Tijd via netw.operator > Autom. aanpassen als u wilt
toestaan dat de tijd-, datum- en tijdzonegegevens op het apparaat worden bijgewerkt door het netwerk van de mobiele telefoon (netwerkdienst).

Wereldklok

Selecteer Klok en druk tweemaal op als u de weergave Wereldklok wilt openen. In de weergave Wereldklok kunt u de tijd in verschillende steden zien. Selecteer Opties >
Stad toevoegen als u steden wilt toevoegen aan de lijst.
U kunt maximaal 15 steden aan de lijst toevoegen.
Ga naar een stad en selecteer Opties > Instellen als
huidige stad als u uw huidige stad wilt instellen.
De stad wordt weergegeven in de beginweergave van de klok en de tijd op het apparaat wordt aangepast aan de geselecteerde stad. Controleer of de tijd juist is en overeenkomt met de tijdzone.

Rekenmachine

Druk op en selecteer Toepass. > Rekenm..
Opmerking: Deze rekenmachine heeft een beperkte
nauwkeurigheid en is ontworpen voor eenvoudige berekeningen.
Installeer alleen software die speciaal is ontworpen voor de Nokia N81. Software-aanbieders verwijzen meestal naar het officiële modelnummer van dit product: de Nokia N81-3.
Installatiebestanden kunnen naar het apparaat worden overgezet vanaf een compatibele pc, worden gedownload tijdens het browsen of worden ontvangen in een multimediabericht, als e-mailbijlage of via een Bluetooth-verbinding. Met Nokia Application Installer in Nokia Nseries PC Suite kunt u een toepassing installeren op het apparaat.
Toepassingen

Notities

Druk op en selecteer Toepass. > Notities als u notities in TXT-indeling wilt schrijven.

Toepassingsbeheer

Druk op en selecteer Toepass. > Toep.beh.. U kunt twee soorten toepassingen en software op het apparaat installeren:
TM
J2ME
-toepassingen op basis van Java
met de extensie .JAD of .JAR ( ).
Andere toepassingen en software die geschikt
zijn voor het Symbian-besturingssysteem ( ). De installatiebestanden hebben de extensie .SIS.
TM
technologie

Toepassingen en software installeren

geeft een SIS-toepassing aan, een Java­toepassing, dat de toepassing niet volledig is geïnstalleerd en dat de toepassing niet op de geheugenkaart is geïnstalleerd.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen
en andere software van betrouwbare bronnen, zoals toepassingen die een Symbian-ondertekening dragen of die de Java-Verified
Denk aan het volgende voordat u de installatie start:
Selecteer Opties > Gegevens bekijken als u het type,
het versienummer en de leverancier of de fabrikant van de toepassing wilt bekijken.
TM
test hebben doorstaan.
93
Selecteer Gegevens bekijken in Certificaten als u de details van het beveiligingscertificaat voor de toepassing wilt bekijken. Zie ’Certificaatbeheer’ op pag. 130.
Als u een bestand installeert dat een update of fix
Toepassingen
voor een bestaande toepassing bevat, kunt u het oorspronkelijke programma alleen herstellen als u beschikt over het oorspronkelijke installatiebestand of een volledige back-up van het verwijderde softwarepakket. Als u de oorspronkelijke toepassing wilt herstellen, verwijdert u de toepassing en installeert u deze opnieuw op basis van het oorspronkelijke installatiebestand of de back-up.
Het JAR-bestand is vereist voor de installatie van Java-
toepassingen. Als dit bestand ontbreekt, kunt u worden gevraagd het te downloaden. Als geen toegangspunt is opgegeven voor de toepassing, moet u dat alsnog selecteren. U moet mogelijk een gebruikersnaam en wachtwoord opgeven om het JAR-bestand van de server te kunnen downloaden. Informeer hiernaar bij de leverancier of fabrikant van de toepassing.
1 Druk op en selecteer Toepass. > Toep.beh. als
u naar een installatiebestand wilt zoeken. U kunt ook zoeken in het apparaatgeheugen of op de geheugenkaart in Best.beh. of u in Berichten > Inbox een bericht openen dat een installatiebestand bevat.
2 Ga naar Toep.beh. en selecteer Opties > Installeren.
Ga in andere toepassingen naar het installatiebestand en druk op om de installatie te starten. Tijdens de installatie wordt op het apparaat informatie weergegeven over de voortgang van de installatie. Als u een toepassing installeert zonder een digitale handtekening of certificaat, wordt een waarschuwing weergegeven. Zet de installatie alleen voort als u de herkomst en de inhoud van de toepassing vertrouwt.
U start een geïnstalleerde toepassing door deze in het menu te selecteren en op te drukken. Als geen standaardmap is gedefinieerd voor de toepassing, is deze geïnstalleerd in een map Toepass..
Selecteer Opties > Logboek bekijken als u wilt bekijken welke softwarepakketten zijn geïnstalleerd of verwijderd.
Belangrijk: Uw apparaat ondersteunt slechts één
antivirusprogramma. Het gebruik van meer dan één toepassing met antivirus-functionaliteit kan een negatieve invloed hebben op de prestatie en werking of ervoor zorgen dat het apparaat het niet meer doet.
Nadat u toepassingen op de geheugenkaart hebt geïnstalleerd, blijven de installatiebestanden (.sis) in het apparaatgeheugen staan. De bestanden kunnen grote hoeveelheden geheugen in beslag nemen en ervoor zorgen dat u niet nog meer bestanden kunt opslaan. U kunt voldoende geheugenruimte overhouden, als
94
u gebruikmaakt van Nokia Nseries PC Suite om een back­up van de installatiebestanden op een compatibele pc te plaatsen. Gebruik vervolgens het bestandsbeheer om de installatiebestanden uit het apparaatgeheugen te verwijderen. Zie ’Bestandsbeheer’ op pag. 77. Als het SIS­bestand een bijlage bij een bericht is, verwijdert u het bericht uit uw Inbox met ontvangen berichten.

Toepassingen en software verwijderen

Ga naar een softwarepakket en selecteer
Opties > Verwijderen. Selecteer Ja ter bevestiging.
Verwijderde software kan alleen opnieuw worden geïnstalleerd als u beschikt over het oorspronkelijke softwarepakket of een volledige back-up van de verwijderde software. Als u een softwarepakket verwijdert, kan het zijn dat u documenten die u daarmee hebt gemaakt, niet meer kunt openen.
Als een ander softwarepakket afhankelijk is van het verwijderde softwarepakket, kan het zijn dat het andere softwarepakket niet meer werkt. Raadpleeg de documentatie bij het geïnstalleerde softwarepakket voor meer informatie.

Instellingen

Selecteer Opties > Instellingen en kies een van de volgende opties:
Software-installatie – Hiermee geeft u aan of Symbian-
software geverifieerde digitale handtekening mag worden geïnstalleerd.
Online certif.controle – Hiermee geeft u aan of de online
certificaten moeten worden gecontroleerd voordat een toepassing wordt geïnstalleerd.
Standaardwebadres – Hiermee stelt u in welk
standaardadres moet worden gebruikt wanneer online certificaten worden gecontroleerd.
Voor sommige Java-toepassingen moet mogelijk een bericht worden verzonden naar of een netwerkverbinding worden gemaakt met een specifiek toegangspunt voor het downloaden van extra gegevens of onderdelen. Ga in de hoofdweergave van Toep.beh. naar een toepassing en selecteer Opties > Openen als u de instellingen voor de betreffende toepassing wilt wijzigen.

Agenda

Druk op en selecteer Toepass. > Agenda. Selecteer
Opties > Nieuw item als u een nieuw agenda-item
wilt toevoegen. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
1 Vergadering – Hiermee wordt u herinnerd aan
een afspraak op een specifieke datum en tijd.
Memo – Hiermee maakt u een algemeen item
voor een bepaalde dag.
Toepassingen
95
Verjaardag – Hiermee
maakt u een item voor verjaardagen of andere speciale datums. (De items worden
Toepassingen
elk jaar herhaald.)
Taak – Hiermee maakt
u een item voor een taak die op een specifieke datum moet worden uitgevoerd.
2 Vul de velden in. Selecteer
Signaal > Aan en voer de Tijd signaal en Dag signaal in als u een alarm
wilt instellen Selecteer Opties > Beschrijving toevgn als u een beschrijving voor een afspraak wilt toevoegen.
3 Selecteer Gereed als u een item wilt opslaan.
Tip! Druk op een willekeurige toets ( ) in de
dag-, week- of maandweergave. Een afspraak wordt geopend en de ingevoerde tekens worden toegevoegd aan het veld Onderwerp. In de weergave Taken wordt een taak geopend.
Wanneer u een herinnering met een signaal krijgt voor een notitie, selecteert u Stil om het alarmsignaal uit te zetten. De tekst van de herinnering blijft op het scherm staan.
Selecteer Stop als u zowel de herinnering als het signaal wilt uitschakelen. U kunt ook Snooze selecteren.
Met behulp van Nokia Nseries PC Suite kunt u uw agenda synchroniseren met een compatibele pc. Stel de gewenste optie voor Synchronisatie in wanneer u een agenda-item maakt.

Agendaweergaven

Selecteer Opties > Instellingen als u de begindag van de week wilt wijzigen of de weergave wilt wijzigen die wordt getoond wanneer u de agenda opent.
Selecteer Opties > Ga naar datum als u naar een bepaalde datum wilt gaan.
Druk op als u naar de huidige datum wilt gaan.
Druk op als u wilt schakelen tussen de maand-, week-, dag- en taakweergave.
Selecteer Opties > Zenden als u een agendanotitie naar een compatibel apparaat wilt verzenden.
Als het apparaat niet compatibel is met UTC (Coordinated Universal Time), worden de tijdgegevens van ontvangen agenda-items mogelijk niet correct weergegeven.
Selecteer Opties > Instellingen > Agenda-alarmtoon,
Standaardweergave, Week begint met en Titel weekweergave als u de agenda wilt wijzigen.
96

Agenda-items beheren

Ga naar de maandweergave en selecteer Opties >
Item verwijderen > Items voor: of Alle items als u meer
dan één gebeurtenis tegelijkertijd wilt verwijderen.
Als u een taak als voltooid wilt markeren, ga dan naar de taak in de taakweergave en selecteer Opties >
Markeer: volbracht.

Dictafoon

Druk op en selecteer Toepass. > Media > Dictafoon als u spraakmemo's wilt opnemen. Open Dictafoon gedurende een spraakoproep als u deze wilt opnemen. Beide deelnemers horen tijdens de opname elke vijf seconden een toon.

RealPlayer

Druk op en selecteer Toepass. > Media > RealPlayer. Met RealPlayer, kunt u streaming mediabestanden of afspelen zonder dat u deze eerst op het apparaat hoeft op te slaan of videoclips afspelen die op het apparaat zijn opgeslagen.
RealPlayer ondersteunt bestandsindelingen als .3GP,
.MP4 of .RM. RealPlayer ondersteunt echter niet
noodzakelijkerwijs alle bestandsindelingen of alle variaties van bestandsindelingen.
Gebruik in de modus Liggend de mediatoetsen om de speler te bedienen.

Videoclips afspelen

1 Selecteer Opties > Openen als u een opgeslagen
mediabestand wilt afspelen. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Recente clips – Hiermee speelt u een van de laatste
zes bestanden af die zijn afgespeeld in RealPlayer.
Opgeslagen clip – Hiermee speelt u een bestand af
dat is opgeslagen in Galerij
2 Ga naar een bestand en druk op de bladertoets als
u dit wilt afspelen.
Gebruik de volumetoets als u het volume wilt regelen.

Streaming inhoud afspelen

Bij veel serviceproviders moet u een internettoegangspunt gebruiken voor uw standaardtoegangspunt. Er zijn echter ook serviceproviders bij wie u een WAP-toegangspunt kunt gebruiken.
In RealPlayer kunt u alleen een webadres van het type rtsp:// openen. In RealPlayer wordt echter een
Toepassingen
97
RAM-bestand afgespeeld als u een HTTP-koppeling hiernaar opent in de webbrowser.
Als u streaming inhoud wilt afspelen, selecteert u een streaming koppeling die is opgeslagen in Galerij, wordt weergegeven op een webpagina of is ontvangen in een SMS- of multimediabericht.
Toepassingen
Voordat de live streaming inhoud wordt afgespeeld, wordt verbinding gemaakt met de site en wordt het laden van de inhoud gestart. Alleen de koppeling naar de inhoud wordt in het apparaat opgeslagen.

Instellingen van RealPlayer

U kunt de instellingen van RealPlayer ontvangen in een speciaal bericht van de serviceprovider. Zie ’Gegevens en instellingen’ op pag. 41. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Selecteer Opties > Instellingen en kies een van de volgende opties:
Video – Hiermee past u het contrast van de video aan of
worden videoclips automatisch herhaald in RealPlayer nadat ze zijn afgespeeld.
Streaming – Neem contact op met uw serviceprovider
voor de juiste instellingen.

Adobe Flash Player

Druk op en selecteer Toepass. > Media > Flash-speler als u compatibele flashbestanden voor mobiele apparaten wilt weergeven, afspelen en gebruiken. Ga naar een flashbestand en druk op .

Chatten

Druk op en selecteer Toepass. > Media > Chatten.
Chatten (netwerkdienst) biedt u de mogelijkheid via chatberichten met andere mensen te communiceren en deel te nemen aan discussiefora (chatgroepen) over bepaalde onderwerpen. Verschillende serviceproviders onderhouden chatservers waarbij u zich kunt aanmelden nadat u zich hebt geregistreerd bij een chatservice. Per serviceprovider kunnen verschillende voorzieningen worden ondersteund.
Kies Gesprekken om een conversatie met een chatgebruiker te starten of voort te zetten;
Chatcontacten om de online status van uw chatcontacten
te maken, te bewerken of te bekijken; Chatgroepen om een groepsconversatie met meerdere chatgebruikers te starten of voort te zetten; of Opgen. chats om een vorige opgeslagen chatsessie te bekijken.
98

Chatinstellingen ontvangen

U moet de instellingen opslaan om toegang te krijgen tot de dienst die u wilt gebruiken. U kunt de instellingen ontvangen in een speciaal SMS-bericht van de netprovider die de chatservice aanbiedt. Zie ’Gegevens en instellingen’ op pag. 41. U kunt de instellingen ook handmatig invoeren. Zie ’Instellingen voor de chatserver’ op pag. 101.

Verbinding maken met een chatserver

1 Open Chatten en kies Opties > Aanmelden als
u verbinding wilt maken met de gebruikte chatserver. Zie ’Instellingen voor de chatserver’ op pag. 101 als u de gebruikte chatserver wilt wijzigen en nieuwe chatservers wilt opslaan.
2 Voer uw gebruikers-id en wachtwoord in en druk op
om u aan te melden. U ontvangt de gebruikers-id en het wachtwoord voor de chatserver van uw serviceprovider.
3 Kies Opties > Afmelden om u af te melden.

Chatinstellingen wijzigen

Selecteer Opties > Instellingen > Voorkeuren en maak een keuze uit de volgende opties:
Schermnaam gebr. (wordt alleen weergegeven als de
server chatgroepen ondersteunt) – Kies Ja als u een bijnaam wilt invoeren.
Mijn beschikb. weergvn – Kies Voor iedereen
als anderen mogen zien dat u online bent.
Berichten toestaan van – Kies Alle als u berichten
van iedereen toelaat.
Uitnodigingn toest. van – Kies Alleen chatcontctn
als u alleen uitnodigingen toelaat van uw chatcontacten. Chatuitnodigingen worden verzonden door chatcontacten die willen dat u deelneemt aan hun groepen.
Sorteer chatcontactn – Selecteer hoe uw chatcontacten
worden gesorteerd: Alfabetisch of Op online status.
Beschikb. aut. laden – Kies Automatisch of Handmatig
om op te geven hoe u informatie wilt bijwerken over de online of offline status van chatcontacten.
Offline contacten – Selecteer of chatcontacten met
een offline status in de lijst met chatcontacten worden weergegeven.
Kleur eigen berichten – Selecteer de kleur van
de chatberichten die u verzendt.
Kleur ontv. berichten – Selecteer de kleur
van de chatberichten die u ontvangt.
Chatsignaaltoon – Verander de toon die wordt afgespeeld
wanneer u een nieuw chatbericht ontvangt.
Toepassingen
99

Chatgroepen en – gebruikers zoeken

Ga naar de weergave Chatgroepen en selecteer Opties >
Zoeken als u groepen wilt zoeken. U kunt zoeken
op Groepsnaam, Onderwerp en op Deelnemers (gebruikers-id).
Toepassingen
Ga naar Chatcontacten en selecteer Opties > Nieuw
chatcontact > Zoeken vanaf server als u gebruikers
wilt zoeken. U kunt zoeken op Gebruikersnaam,
Gebruikers-ID, Telefoonnummer en op E-mailadres.

Deelnemen aan chatgroepen

In de weergave Chatgroepen ziet u een lijst met de chatgroepen die u hebt opgeslagen of waaraan u deelneemt.
Druk op om lid te worden van een opgeslagen chatgroep.
Selecteer Opties > Aanm. bij nwe groep als u deel wilt nemen aan een chatgroep die niet in de lijst voorkomt, maar waarvan u de groeps-ID weet.
Kies Opties > Chatgroep verlaten als u de chatgroep wilt verlaten.

Chatten

Wanneer u deelneemt aan een chatgroep, kunt u de berichten lezen die daar worden uitgewisseld, en kunt u zelf berichten versturen.
Als u een bericht wilt verzenden, schrijft u het bericht in het berichtbewerkingsveld en drukt u op .
Kies Opties > Privéber. verz. als u een privé-bericht naar een deelnemer wilt versturen.
Als u een privé-bericht wilt beantwoorden dat naar u is gestuurd, selecteert u het bericht en kiest u Opties >
Beantwoorden.
Kies Opties > Uitnod. verzenden als u chatcontacten die online zijn, wilt uitnodigen om deel te nemen aan de chatgroep.
Kies Opties > Blokkeeropties als u van bepaalde deelnemers geen berichten meer wilt ontvangen.
Chats opnemen
Kies Opties > Chat opnemen als u de berichten wilt opnemen die worden uitgewisseld tijdens een conversatie of wanneer u deelneemt aan een chatgroep. Selecteer
Opties > Opname stoppen als u de opname wilt stoppen.
Ga naar de hoofdweergave en kies Opgen. chats om de opgenomen chats te bekijken.
100
Loading...