Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-235 in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere
relevante bepalingen van Europese richtlijn 1999/5/EG. Een exemplaar van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de
volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Nokia, Nokia Connecting People, Nseries, N78, Navi, N-Gage, Visual Radio en Nokia Care zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia
Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van
de respectievelijke eigenaren zijn.
Reproductie, overdracht, distr ibutie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nokia
is verboden.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in connection with information which has
been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection
with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information, including that
related to promotional, internal, and commercial uses, may be obtained from MPEG LA, LLC. See http://www.mpegla.com
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio-licentie (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is
gecodeerd volgens de visuele norm MPEG-4, door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit, en (ii) voor gebruik in verband met
MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie
verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar
bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en
verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE
OORZAAK DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHT ENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE
GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER
MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VE RKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKT HEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. N OKIA BEHOUDT
ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
Reverse engineering van de software in het Nokia-apparaat is verboden voor zover maximaal is toegestaan op grond van het toepasselijke recht. Voor zover
deze gebruikershandleiding beperkingen bevat aangaande verklaringen, garanties, schadevergoedingen en aansprakelijkheden van Nokia, gelden deze
beperkingen op dezelfde wijze voor verklaringen, garanties, schadevergoeding en aansprakelijkheden van Nokia-licentiegevers.
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia-dealer
voor details en de beschikbaarheid van taalopties.
Exportbepalingen
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de VS en andere landen.
Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
MEDEDELING FCC/INDUSTRY CANADA
Dit apparaat kan tv- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van ontvangstapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal
Communications Commission (FCC) of Industry Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden.
Neem contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de
volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf accepteren, ook
wanneer deze een ongewenste werking tot gevolg kunnen hebben. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen
het recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen.
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen
van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees
Veiligheid
de volledige gebruikershandleiding voor meer
informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET
VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van
mobiele telefoons verboden is of als dit storing
of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens
het rijden uw handen vrij om uw voertuig te
besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste
prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn
voor storing. Dit kan de werking van het
apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN
WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT
Houd u aan alle mogelijke beperkende
maatregelen. Schakel het apparaat uit in
vliegtuigen en in de nabijheid van medische
8
apparatuur, brandstof, chemicaliën of gebieden
waar explosieven worden gebruikt.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen
worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en
batterijen. Sluit geen incompatibele producten
aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het
apparaat droog.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt
beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het WCDMA
900 en 2100 MHz-netwerken. EGSM 850, 900, 1800 en 1900
MHz-netwerken. Neem contact op met uw serviceprovider
voor meer informatie over netwerken.
Dit apparaat ondersteunt verschillende
verbindingsmethoden en net als computers kan uw
apparaat worden blootgesteld aan virussen en andere
schadelijke inhoud. Wees voorzichtig met berichten,
verbindingsverzoeken, browsen en downloaden.
Installeer en gebruik alleen diensten en software van
betrouwbare bronnen die adequate beveiliging en
bescherming bieden, zoals toepassingen die Symbian
Signed zijn of de Java Verified™-test hebben doorstaan.
Overweeg de installatie van antivirus- en andere
beveiligingssoftware op het apparaat en eventuele
aangesloten computers.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde
bladwijzers en koppelingen naar websites van derden.
Deze zijn niet verbonden met Nokia en Nokia onderschrijft
deze niet en aanvaardt er geen aansprakelijkheid voor. Als
u dergelijke sites bezoekt, moet u voorzorgsmaatregelen
treffen op het gebied van beveiliging of inhoud.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het
apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in
wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen
of gevaar kan veroorzaken.
Houd u bij het gebruik van dit apparaat aan alle
regelgeving en respecteer lokale gebruiken, privacy en
legitieme rechten van anderen, waaronder
auteursrechten. Auteursrechtbescherming kan
verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek en
andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd of
overgedragen.
Maak een back-up of houd een schriftelijke neerslag bij van
alle belangrijke gegevens die in uw apparaat zijn
opgeslagen.
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit,
dient u eerst de handleiding van het desbetreffende
apparaat te raadplegen voor uitgebreide
veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele
producten aan.
De afbeeldingen in deze documentatie kunnen verschillen
van de afbeeldingen op het scherm van het apparaat.
Voor andere belangrijke informatie over uw apparaat
wordt u verwezen naar de gebruikershandleiding.
Netwerkdiensten
Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikken
over een abonnement bij een aanbieder van draadloze
verbindingsdiensten. Veel van de functies vereisen
speciale netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle
netwerken beschikbaar. Er zijn ook netwerken waar u
specifieke regelingen met uw serviceprovider moet
treffen voordat u gebruik kunt maken van de
netwerkdiensten. Wanneer u netwerkdiensten gebruikt,
worden er gegevens overgedragen. Informeer bij uw
serviceprovider naar de kosten voor communicatie op uw
eigen telefoonnetwerk en wanneer u in het
dekkingsgebied van andere netwerken verkeert. Uw
serviceprovider kan u instructies geven en uitleggen
hoeveel het kost. Bij sommige netwerken gelden
Veiligheid
9
beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten
negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige
netwerken geen ondersteuning voor bepaalde
taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om
Veiligheid
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in
uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het
menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan
ook beschikken over een speciale configuratie, zoals
veranderingen in menunamen, menuvolgorde en
pictogrammen. Neem voor meer informatie contact op
met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en
SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Voor sommige
functies van dit apparaat, zoals MMS, browsen en e-mail,
is netwerkondersteuning voor de betreffende
technologieën vereist.
1 en 9 — Stereoluidsprekers met 3D-geluidseffect
2 — Zoom-/volumetoets
3 — 2-fase opnametoets voor automatische focus,
foto's maken en video's opnemen
4 — LED-flits
5 — Hoofdcamera voor het maken van foto's en video's
12
met hoge resolutie (maximaal 3,2 megapixels)
6 — Micro-USB-aansluiting voor de aansluiting op een
compatibele computer
7 — Geheugenkaartsleuf voor een compatibele
microSD-kaart
8 — Aansluiting voor oplader
10 — Opening voor een polsband
(U)SIM-kaart en batterij
plaatsen
Een USIM-kaart is een uitgebreide versie van de SIMkaart die wordt ondersteund door mobiele UMTStelefoons.
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader
voordat u de batterij verwijdert.
1. Houd de achterzijde van
het apparaat naar u toe,
houd de
ontgrendelingstoets
ingedrukt en til het
klepje op.
2. Plaats de SIM-kaart in de
kaarthouder. Zorg ervoor
dat de schuine hoek op de
kaart naar de sleuf is
gericht en dat het
contactgebied op de kaart
naar beneden is gericht.
3. Plaats de batterij.
4. U plaatst het klepje terug
door het
vergrendelingspalletje
aan de bovenkant eerst in
richting van de sleuf te
duwen en het vervolgens
in te drukken tot het
klepje vastklikt.
2. Als u wordt gevraagd om een PIN-
code of blokkeringscode, toetst u
deze in en drukt u op de
linkerselectietoets. De
fabrieksinstelling voor de
blokkeringscode is 12345 .
Het apparaat kan interne en externe
antennes hebben. Zoals bij alle
radiozendapparatuur, geldt dat u
onnodig contact met het gebied rond de antenne moet
vermijden als de antenne aan het zenden of ontvangen
is. Contact met een dergelijke antenne kan de kwaliteit
van de communicatie nadelig beïnvloeden, ervoor
zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan
anders noodzakelijk is en de levensduur van de batterij
verkorten.
Aan de slag
Het apparaat inschakelen
1. Houd de aan/uit-toets ingedrukt.
1 — Antennes voor Bluetooth en draadloos LAN
(WLAN), en GPS-ontvanger
2 — FM-zendantenne
3 — Mobiele antenne
De Bluetooth-, WLAN-, GPS- en FM-zendantennes
bevinden zich in de achterste cover van het apparaat.
13
Als u de achterkant vervangt, moet u controleren of u
een authentiek Nokia-onderdeel hebt dat is bedoeld
voor gebruik met dit apparaat. Anders is het mogelijk
dat deze verbindingen niet meer werken.
Aan de slag
De batterij opladen
1. Sluit een compatibele
lader aan op een
stopcontact.
2. Sluit het snoer aan op
het apparaat. Als de
batterij helemaal leeg is,
kan het even duren
voordat de indicator aan
gaat.
3. Als de batterij volledig is opgeladen, stopt de
batterij-indicator. Koppel de lader los van het
apparaat en daarna van het stopcontact.
Tip: Haal de stekker van de lader uit het
stopcontact wanneer de lader niet wordt
gebruikt. Een lader die op het stopcontact is
aangesloten, verbruikt stroom, zelfs als de lader
niet op het apparaat is aangesloten.
Polsband
1. Verwijder de achterste cover.
14
2. Haal een band erdoor zoals is
afgebeeld en maak deze vast.
3. Plaats de cover terug.
Verbinding maken
● 2G- en 3G-netwerken
● Bluetooth-connectiviteit: om bestanden over te
brengen en verbinding te maken met compatibele
uitbreidingen.
connectiviteit', p. 110.
● Nokia AV-aansluiting (3,5 mm): om verbinding te
maken met compatibele headsets, hoofdtelefoons
of stereosets.
● USB-gegevenskabel: om verbinding te maken met
compatibele apparaten zoals printers en pc's.
'USB', p. 114.
● WLAN: om verbinding te maken met apparaten die
WLAN gebruiken.
● GPS: om verbinding te maken met GPS-satellieten en
uw locatie te bepalen.
(GPS)', p. 36.
● FM-zender: om in uw apparaat naar nummers te
luisteren via compatibele FM-ontvangers zoals
autoradio's of stereosets.
met de FM-zender', p. 55.
Zie 'Bluetooth-
Zie
Zie 'WLAN', p. 107.
Zie 'Positionering
Zie 'Een nummer afspelen
Verbinding maken
Uw apparaat ondersteunt de volgende
verbindingsmethoden:
15
Help zoeken
Instructies op het apparaat Help
Help zoeken
Het apparaat bevat instructies die u helpen bij het
gebruik.
Selecteer Opties > Help als u vanuit een geopende
toepassing de Help voor de huidige weergave wilt
openen. Als u Help vanuit het hoofdmenu wilt openen,
selecteert u Instrumenten > Hulpprogr. > Help en
selecteert u de betreffende toepassing.
Aan het einde van de Help-tekst vindt u koppelingen
naar verwante onderwerpen. U kunt de grootte van de
tekst wijzigen om de instructies leesbaarder te maken.
Als u op een onderstreept woord klikt, wordt een korte
uitleg weergegeven. In Help worden de volgende
symbolen gebruikt:
verwant Help-onderwerp.
de toepassing die wordt besproken. Tijdens het lezen
van de instructies kunt u teruggaan naar de toepassing
die op de achtergrond is geopend door
te houden of door op de koppeling van de toepassing
te klikken (
16
).
Tip: Als u Help in het hoofdmenu wilt plaatsen,
selecteert u Instrumenten > Hulpprogr.,
toont een koppeling naar een
toont een koppeling naar
ingedrukt
markeert u Help en selecteert u Opties >
Verplaatsen naar map en het hoofdmenu.
Aan de slag
Zie de handleiding Aan de slag voor informatie over
toetsen en onderdelen, instructies voor het instellen
van het apparaat en andere essentiële informatie.
Nokia-ondersteuning en
contactgegevens
Ga naar www.nseries.com/support of de lokale Nokiawebsite voor de meest recente handleidingen,
aanvullende informatie, downloads en diensten voor
uw Nokia-product.
Zoek in de lijst met lokale contactcentrums van Nokia
Care op www.nokia.com/customerservice wanneer u
contact wilt opnemen met de klantenservice.
Raadpleeg voor onderhoud het dichtstbijzijnde Nokia
Care-centrum op www.nokia.com/repair.
Aanvullende toepassingen
Dankzij tal van toepassingen van Nokia en andere
softwareontwikkelaars kunt u optimaal gebruik
maken van alle mogelijkheden van het apparaat. Deze
toepassingen worden nader toegelicht in de
handleidingen die beschikbaar zijn op de pagina's voor
productondersteuning op www.nseries.com/support
of uw lokale Nokia-website.
Software-updates
Nokia kan software-updates vrijgeven die nieuwe
mogelijkheden, uitgebreidere functies of verbeterde
prestaties bieden. U kunt deze updates aanvragen via
de pc-toepassing Nokia Software Updater. Als u de
software op het apparaat wilt bijwerken, hebt u de
toepassing Nokia Software Updater nodig en een
compatibele pc met Microsoft Windows 2000, XP of
Vista, breedband internettoegang en een compatibele
datakabel voor de verbinding tussen het apparaat en
de pc.
Als u meer informatie wilt of als u de toepassing Nokia
Software Updater wilt downloaden, gaat u naar
www.nokia.com/softwareupdate of de lokale Nokiawebsite.
Tip: Voer in de stand by modus *#0000# in als
u wilt weten welke softwareversie er op het
apparaat is geïnstalleerd.
Instellingen
In het apparaat zijn instellingen voor mobiel internet
en MMS-, GPRS- en streaming-instellingen doorgaans
automatisch geconfigureerd op basis van de gegevens
van de netwerkexploitant. De instellingen van uw
serviceproviders zijn mogelijk al op het apparaat
geïnstalleerd of u kunt de instellingen van de
netwerkexploitanten ontvangen of aanvragen als
speciaal bericht.
In de apparaatinstellingen kunt u instellingen
wijzigen, bijvoorbeeld voor de taal, de stand-by
modus, het scherm en de toetsvergrendeling.
Toegangscodes
Neem contact op met uw serviceprovider als u een van
de toegangscodes bent vergeten.
● PIN-code (Personal Identification Number) — Deze
code beschermt uw SIM-kaart tegen ongeoorloofd
gebruik. De PIN-code (4 tot 8 cijfers) wordt
gewoonlijk bij de SIM-kaart geleverd. Als u de PINcode driemaal achter elkaar foutief invoert, wordt
de code geblokkeerd. U hebt de PUK-code nodig om
deze blokkering op te heffen.
● UPIN-code — Deze code wordt mogelijk geleverd bij
de USIM-kaart. De USIM-kaart is een uitgebreide
versie van de SIM-kaart die wordt ondersteund door
mobiele UMTS-telefoons.
Help zoeken
17
● PIN2-code — Deze code (vier tot acht cijfers) wordt
bij sommige SIM-kaarten geleverd en verschaft u
toegang tot bepaalde functies op het apparaat.
● Blokkeringscode (ook wel beveiligingscode
genoemd) — De blokkeringscode (5 cijfers) is een
beveiliging tegen ongeautoriseerd gebruik van uw
apparaat. De code is bij aanschaf ingesteld op
Help zoeken
12345. U kunt de code maken en wijzigen en het
apparaat zo instellen dat om de code wordt
gevraagd. Houd de nieuwe code geheim en bewaar
deze op een veilige plaats (niet bij het apparaat). Als
u de code vergeet en het apparaat is vergrendeld,
heeft het apparaat onderhoud nodig. Hiervoor
kunnen extra kosten in rekening worden gebracht.
Neem contact op met een Nokia Care-centrum of de
leverancier van het apparaat.
● PUK- (Personal Unblocking Key) en PUK2-
code — Deze codes (acht cijfers) zijn vereist om
respectievelijk een geblokkeerde PIN- of PIN2-code
te wijzigen. Neem contact op met de operator van
uw SIM-kaart als de codes niet bij de SIM-kaart zijn
geleverd.
● UPUK-code — Deze code (acht cijfers) is vereist voor
het wijzigen van een geblokkeerde UPIN-code.
Neem contact op met de operator van uw USIMkaart als deze code nie t bij de USIM-kaart is geleverd.
18
Levensduur van de batterij
verlengen
Veel functies van het apparaat vergen extra
batterijcapaciteit en verkorten de levensduur van de
batterij. Houd rekening met het volgende als u de
batterij wilt sparen:
● Als functies Bluetooth-technologie gebruiken of als
dergelijke functies op de achtergrond worden
uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt
dit extra batterijcapaciteit. Schakel Bluetoothtechnologie uit wanneer u deze niet nodig hebt.
● Als functies WLAN gebruiken of als dergelijke
functies op de achtergrond worden uitgevoerd
terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra
batterijcapaciteit. WLAN op het Nokia-apparaat
wordt uitgeschakeld wanneer u niet probeert om
verbinding te maken, geen verbinding hebt met een
toegangspunt of niet aan het zoeken bent naar
beschikbare netwerken. Als u de batterij wilt sparen,
kunt u aangeven dat er niet of minder vaak moet
worden gezocht naar beschikbare netwerken op de
achtergrond.
naar netwerken is ingesteld op Nooit, wordt het
pictogram voor de beschikbaarheid van een WLAN
niet weergegeven in de stand-by modus. U kunt
echter nog steeds handmatig zoeken naar
beschikbare WLAN's en hiermee normaal verbinding
maken.
Zie 'WLAN', p. 107. Wanneer Zoeken
● Als u Packet-ggvnsverb. hebt ingesteld op Autom.
bij signaal in de verbindingsinstellingen en er geen
dekking voor een gegevensverbinding (GPRS) is,
probeert het apparaat van tijd tot tijd een
gegevensverbinding tot stand te brengen. Selecteer
Packet-ggvnsverb. > Wanneer nodig om de
bedrijfsduur van het apparaat te verlengen.
● Met de toepassing Kaarten worden nieuwe
kaartgegevens gedownload als u naar nieuwe
gedeelten van de kaart bladert. Dit vergt extra
batterijcapaciteit. U kunt voorkomen dat nieuwe
kaarten automatisch worden gedownload.
'Kaarten', p. 41.
● Als de signaalsterkte van het mobiele netwerk erg
varieert in uw gebied, moet het apparaat
herhaaldelijk zoeken naar het beschikbare netwerk.
Dit vergt extra batterijcapaciteit.
Als de netwerkmodus is ingesteld op Dual mode in
de netwerkinstellingen, zoekt het apparaat naar het
UMTS-netwerk. Druk op
Instrumenten > Instell. > Telefoon >
Netwerk > Netwerkmodus > GSM als u alleen
het GSM-netwerk wilt gebruiken.
● De achtergrondverlichting van het scherm vergt
extra batterijcapaciteit. Bij de weergaveinstellingen kunt u de time-out wijzigen, waarna de
achtergrondverlichting wordt uitgeschakeld en de
lichtsensor aanpassen waarmee de hoeveelheid
licht wordt gecontroleerd en de helderheid van het
en selecteer
Zie
scherm wordt aangepast. Druk op en selecteer
Instrumenten > Instell. > Algemeen >
Persoonlijk > Weergave en Time-out
verlichting of Lichtsensor.
● Als toepassingen op de achtergrond worden
uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit. Als u
alle toepassingen wilt sluiten die u niet gebruikt,
houdt u
toepassing in de lijst. Vervolgens drukt u op C.
Music Player wordt niet afgesloten als u op C drukt.
Selecteer Music Player in de lijst en selecteer
Opties > Afsluiten als u de toepassing wilt sluiten.
ingedrukt en bladert u naar de
Geheugen vrijmaken
Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen
om gegevens op te slaan. U krijgt een melding als het
apparaatgeheugen of het geheugen van de
geheugenkaart (indien beschikbaar) bijna vol is.
Als u wilt zien hoeveel geheugen door de verschillende
gegevenstypen worden gebruikt, drukt u op
selecteert u Instrumenten > Best.beh.. Selecteer het
gewenste geheugen en selecteer Opties > Details >
Geheugen.
Breng gegevens over naar een compatibele
geheugenkaart (indien beschikbaar) of naar een
compatibele pc als u apparaatgeheugen wilt
vrijmaken.
en
Help zoeken
19
Gebruik Bestandsbeheer of ga naar de desbetreffende
toepassing voor het verwijderen van gegevens die u
niet langer meer nodig hebt. U kunt de volgende
elementen verwijderen:
● E-mails in de mappen in Berichten en e-mails die uit
de mailbox zijn opgehaald
Help zoeken
● Opgeslagen webpagina's
● Contactgegevens
● Agendanotities
● Toepassingen in Toepassingsbeheer die u niet
nodig hebt
● Installatiebestanden (.SIS of .SISX) van toepassingen
die u hebt geïnstalleerd. Breng de
installatiebestanden over naar een compatibele pc.
● Afbeeldingen en videoclips in Foto's. Maak een back-
up van de bestanden op een compatibele pc met
behulp van Nokia Nseries PC Suite.
Als u meerdere items tegelijk wilt verwijderen en de
melding Onvoldoende geheugen voor bewerking.
Wis eerst enkele gegevens. of Geheugen bijna vol.
Verwijder gegevens uit het telefoongeheugen.
verschijnt, verwijdert u de items een voor een, te
beginnen met de kleinste items.
20
Het apparaat
Modelnummer: Nokia N78-1.
Hierna aangeduid als Nokia N78.
Antennelocaties
Het apparaat kan interne en externe antennes hebben.
Zoals bij alle radiozenda pparatuur, geldt dat u onnodig
contact met het gebied rond de antenne moet
vermijden als de antenne aan het zenden of ontvangen
is. Contact met een dergelijke antenne kan de kwaliteit
van de communicatie nadelig beïnvloeden, ervoor
zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan
anders noodzakelijk is en de levensduur van de batterij
verkorten.
1 — Antennes voor Bluetooth en draadloos LAN
(WLAN), en GPS-ontvanger
2 — FM-zendantenne
3 — Mobiele antenne
De Bluetooth-, WLAN-, GPS- en FM-zendantennes
bevinden zich in de achterste cover van het apparaat.
Als u de achterste cover vervangt, moet u controleren
of de nieuwe cover deze antennes ook bevat, anders
werken deze verbindingen niet meer.
Welkom
Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt,
wordt de welkomsttoepassing weergegeven.
Maak een keuze uit de volgende opties:
● Inst.wizard — Hiermee configureert u diverse
instellingen, zoals e-mail. Raadpleeg de
handleidingen op de
productondersteuningspagina's van Nokia of op uw
lokale Nokia-website voor meer informatie over de
instellingswizard.
● Overdracht — Hiermee brengt u inhoud, zoals
contacten en agenda-items, over vanaf een
compatibel Nokia-apparaat.
overbrengen', p. 22.
De welkomsttoepassing kan ook een demonstratie van
uw apparaat bevatten.
Als u de welkomsttoepassing later wilt openen, drukt
u op
en selecteert u Instrumenten >
Zie 'Inhoud
Het apparaat
21
Hulpprogr. > Welkom. U kunt ook de afzonderlijke
toepassingen openen via de betreffende menuopties.
Nokia-overdracht
Inhoud overbrengen
Het apparaat
Met de toepassing Overdracht kunt u inhoud, zoals
telefoonnummers, adressen, agenda-items en
afbeeldingen van uw vorige Nokia-telefoon naar uw
nieuwe apparaat kopiëren met behulp van een
Bluetooth-verbinding.
Welk type inhoud kan worden overgedragen, hangt af
van het model van het apparaat waaruit u de inhoud
wilt overbrengen. Als het apparaat synchronisatie
ondersteunt, kunt u de gegevens tussen de apparaten
ook synchroniseren. Er wordt een bericht
weergegeven als het andere apparaat niet compatibel
is.
Als het andere apparaat alleen met een SIM-kaart kan
worden ingeschakeld, kunt u uw SIM-kaart plaatsen.
Wanneer uw apparaat wordt ingeschakeld zonder SIMkaart, wordt automatisch het profiel Offline
geactiveerd.
De eerste keer inhoud overbrengen
1. Selecteer Overdracht in de welkomsttoepassing of
22
druk op
Hulpprogr. > Overdracht wanneer u voor het
en selecteer Instrumenten >
eerst gegevens van het andere apparaat wilt
ophalen naar uw apparaat.
2. Selecteer het verbindingstype dat u wilt gebruiken
om de gegevens over te brengen. Beide apparaten
moeten het geselecteerde verbindingstype
ondersteunen.
3. Sluit de twee apparaten aan als u Bluetooth
selecteert. Selecteer Doorgaan als u met uw
apparaat wilt zoeken naar andere apparaten met
Bluetooth. Selecteer het apparaat waaruit u inhoud
wilt overbrengen. U wordt gevraagd een code in te
voeren op uw apparaat. Voer een code in (1-16
cijfers) en selecteer OK. Voer dezelfde code ook in
op het andere apparaat en selecteer OK. De
apparaten zijn nu gekoppeld.
koppelen', p. 112.
Sommige oudere Nokia-apparaten hebben nog
geen toepassing Overdracht. In dat geval wordt de
toepassing Overdracht als een bericht naar het
andere apparaat gezonden. Open het bericht om de
toepassing Overdracht te installeren op het andere
apparaat en volg de instructies op het scherm.
4. Selecteer vanaf uw apparaat de inhoud die u vanaf
het andere apparaat wilt overbrengen.
Wanneer de overdracht is gestart, kunt u deze
annuleren en later verder gaan.
De inhoud wordt overgedragen vanuit het geheugen
van het andere apparaat naar de overeenkomstige
Zie 'Apparaten
locatie op uw apparaat. De tijd die nodig is voor de
overdracht, is afhankelijk van de hoeveelheid
gegevens.
Inhoud synchroniseren, ophalen of
verzenden
Selecteer na de eerste bestandsoverdracht een van de
volgende opties om een nieuwe overdracht te starten,
afhankelijk van het model van het andere apparaat:
om de inhoud tussen uw apparaat en het andere
apparaat te synchroniseren, als het andere apparaat
synchronisatie ondersteunt. De synchronisatie
verloopt in twee richtingen. Als een item op het ene
apparaat is verwijderd, wordt het ook op het andere
verwijderd. U kunt verwijderde items niet terugzetten
via een synchronisatie.
om inhoud van het andere apparaat naar uw
apparaat te halen. Bij het ophalen wordt inhoud van
het andere apparaat naar uw apparaat gedownload.
Mogelijk wordt aan u gevraagd of u de oorspronkelijke
inhoud op het andere apparaat wilt behouden of
verwijderen, afhankelijk van het model van het
apparaat.
om inhoud van uw apparaat naar het andere
apparaat te verzenden
Als een item niet kan worden verzonden met
Overdracht, afhankelijk van het type van het andere
apparaat, kunt u het item toevoegen aan de Nokia-
map (C:\Nokia of E:\Nokia) en het vanuit die map
verzenden. Wanneer u de map selecteert waarnaar de
items moeten worden overgebracht, worden de items
in de bijbehorende map in het andere apparaat
gesynchroniseerd, en omgekeerd.
Een overdracht herhalen met een snelkoppeling
Na een gegevensoverdracht kunt u een snelkoppeling
met de instellingen voor de overdracht in de
hoofdweergave opslaan om dezelfde overdracht later
te herhalen.
Blader naar een snelkoppeling en selecteer Opties >
Snelkoppellingsinstllngn om de snelkoppeling te
bewerken. U kunt de snelkoppeling bijvoorbeeld een
naam geven of deze naam wijzigen.
Na elke overdracht wordt een overdrachtslogbestand
weergegeven. Blader naar een snelkoppeling in de
hoofdweergave en selecteer Opties > Log bekijken
om het logbestand van een vorige overdracht te
bekijken.
Omgaan met overdrachtsconflicten
Wanneer een item dat moet worden overgebracht op
beide apparaten is bewerkt, probeert het apparaat de
wijzigingen automatisch samen te voegen. Wanneer
dit niet mogelijk is, is er sprake van een
overdrachtsconflict. Selecteer 1 voor 1 controleren,
Prioriteit deze telefoon of Priorit. andere
telefoon om het conflict op te lossen. Selecteer
Opties > Help voor verdere instructies.
Het apparaat
23
Schermsymbolen
Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk
(netwerkdienst).
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-netwerk
(netwerkdienst).
Het apparaat
24
Er staan een of meer ongelezen berichten in de
map Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externe
mailbox.
De map Outbox bevat berichten die nog niet zijn
verzonden.
U hebt oproepen gemist.
Het beltoontype is Stil en de signaaltonen voor
berichten en voor e-mail zijn uitgeschakeld.
Een geprogrammeerd profiel is actief.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarmsignaal actief.
De tweede telefoonlijn wordt gebruikt
(netwerkdienst).
Alle oproepen naar het apparaat worden
omgeleid naar een ander nummer (netwerkdienst). Als
u twee telefoonlijnen hebt, geeft een nummer de
actieve lijn aan.
Er bevindt zich een compatibele microSD-kaart in
het apparaat.
Er is een compatibele hoofdtelefoon aangesloten
op het apparaat.
FM-zender is actief, maar zendt momenteel niet uit.
FM-zender is actief en zendt momenteel uit.
Er is een compatibele teksttelefoon aangesloten
op het apparaat.
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding actief
(netwerkdienst).
wachtstand staat en
is.
Er is een packet-gegevensverbinding actief in een
gedeelte van het netwerk dat EGPRS ondersteunt
(netwerkdienst).
wachtstand staat en
is. De symbolen geven aan dat EGPRS beschikbaar is in
het netwerk, maar mogelijk maakt het apparaat geen
gebruik van EGPRS tijdens de gegevensoverdracht.
Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding actief
(netwerkdienst).
wachtstand staat en
is.
HSDPA (High-Speed Downlink Packet Access) wordt
ondersteund en is actief (netwerkdienst).
dat de verbinding in de wachtstand staat en
verbinding beschikbaar is.
downloaden', p. 30.
geeft aan dat de verbinding in de
dat een verbinding beschikbaar
geeft aan dat de verbinding in de
dat een verbinding beschikbaar
geeft aan dat de verbinding in de
dat een verbinding beschikbaar
geeft aan
dat een
Zie 'Snel
U hebt de scanfunctie voor WLAN's ingeschakeld en
er is een WLAN beschikbaar (netwerkdienst).
'WLAN', p. 107.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk
met codering.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk
zonder codering.
Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld. Zie
'Bluetooth-connectiviteit', p. 110.
Er worden gegevens verzonden met behulp van
Bluetooth-connectiviteit. Als het symbool knippert,
probeert het apparaat verbinding te maken met een
ander apparaat.
Er is een USB-verbinding actief.
Synchronisatie wordt uitgevoerd.
Zie
Snelkoppelingen
Wanneer u zich in het menu bevindt, kunt u in plaats
van de bladertoets ook de nummertoetsen, # en *
gebruiken om de toepassingen snel te openen. Druk in
het hoofdmenu bijvoorbeeld op 2 om Berichten te
openen, of # om de toepassing of map in de
bijbehorende locatie in het menu te openen.
Als u tussen geopende toepassingen wilt schakelen,
houdt u
achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra
ingedrukt. Als toepassingen op de
batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de
batterij af.
Druk op de multimediatoets om het multimediamenu
met uw multimedia-inhoud te openen.
Als u een webverbinding wilt openen (netwerkdienst)
in de stand-by modus, houdt u 0 ingedrukt.
In de meeste toepassingen kunt u tussen de modus
Staand en Liggend schakelen door de
linkerselectietoets ingedrukt te houden.
In veel toepassingen kunt u ook op de bladertoets
drukken om de meest gebruikte opties (
Druk op de aan/uit-toets om een profiel te wijzigen en
selecteer een profiel.
Als u in de stand-by modus wilt schakelen tussen de
profielen Algemeen en Stil, houdt u # ingedrukt. Als
u twee telefoonlijnen heeft (netwerkdienst), schakelt
u met deze actie tussen de twee lijnen.
Als u uw voicemailbox wilt bellen (netwerkdienst) in
de stand-by modus, houdt u 1 ingedrukt.
Als u de lijst met laatstgebruikte nummers in de standby modus wilt openen, drukt u op de beltoets.
Als u spraakberichten in de stand-by modus wilt
gebruiken, houdt u de rechterselectietoets ingedrukt.
) te bekijken
Het apparaat
25
Het toetsenblok vergrendelen
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk
nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Als u de toetsen wilt vergrendelen, drukt u op de
linkerselectietoets en op *.
Het apparaat
Als u de toetsen wilt ontgrendelen, drukt u op de
linkerselectietoets en op *.
U kunt het toetsenblok zo instellen dat het na een timeout automatisch wordt vergrendeld.
'Beveiligingsinstellingen', p. 164.
Druk kort op de aan/uit-toets als u het toetsenblok wilt
verlichten bij weinig licht.
Zie
Navi™ -wiel
Hierna de bladertoets genoemd.
Gebruik de bladertoets om door de menu's en lijsten
te navigeren (boven, beneden, links of rechts). Druk op
de bladertoets om de actie te selecteren die boven de
toets wordt weergegeven of om de meestgebruikte
opties weer te geven
Zie 'Navi-wheel-instellingen', p. 166.
26
.
1. Beweeg uw vingertop rustig
rechtsom of linksom over de rand
van de bladertoets. Blijf schuiven
met uw vinger totdat u op het
scherm ziet dat het bladeren wordt
gestart.
2. Als u wilt blijven bladeren, schuift
u met uw vinger linksom of
rechtsom over de rand van de
bladertoets.
Slaapstandsymbool
Wanneer het apparaat stand-by is,
licht de rand in het Navi-wheel langzaam op. Het
lampje verandert geregeld. Het lijkt wel alsof het
apparaat 'ademt'. Het apparaat gaat sneller 'ademen'
wanneer er gemiste oproepen of ontvangen berichten
zijn.
Als u het 'ademen' (breathing) wilt uitschakelen, drukt
u op
Algemeen > Navigatiewieltje.
en selecteert u Instrumenten > Instell. >
Multimediamenu
Via het multimediamenu hebt u toegang tot de
multimedia-inhoud die u het vaakst gebruikt. De
geselecteerde inhoud wordt in de bijbehorende
toepassing weergegeven.
1. Druk op de
multimediatoets om het
multimediamenu te
openen of te sluiten.
2. Schuif naar links of rechts
om de tegels te doorlopen,
of schuif met uw vinger
over de rand van de
bladertoets als Navi wheel is ingeschakeld.
Het zijn de volgende
tegels:
● Muziek — Hiermee kunt u de muziekspeler en
de afspeelweergave openen, uw liedjes en
afspeellijsten doorlopen of podcasts
downloaden en beheren.
● Video's — Hiermee kunt u de videoclip die u als
laatste hebt bekeken of videoclips die op het
apparaat zijn opgeslagen weergeven en toegang
tot videodiensten krijgen.
● Afbeeldingen — Hiermee kunt u uw laatst
gemaakte foto of laatst opgenomen video
weergeven of mediabestanden in albums
weergeven.
● Spelletjes — Probeer N-Gage-spelletjes uit
(netwerkdienst).
● Kaarten — Bekijk uw favoriete locaties in de
toepassing Kaarten.
● Web — Hiermee bekijkt u uw favoriete
webkoppelingen in de browser.
● Contacten — Hiermee voegt u uw eigen
contacten toe, verstuurt u berichten of belt u
iemand op. Wanneer u een nieuwe
contactpersoon aan een lege positie in de lijst
wilt toevoegen, drukt u op de bladertoets en
selecteert u een contactpersoon. Wanneer u een
bericht wilt versturen, selecteert u in het
multimediamenu een contactpersoon en
selecteert u Opties > SMS verzenden of
Multim. ber. verzenden.
3. Druk de bladertoets omhoog of omlaag wanneer u
in een tegel omhoog of omlaag wilt schuiven. U
kunt items selecteren met de bladertoets.
Selecteer Opties > Tegels ordenen als u de volgorde
van de tegels wilt wijzigen.
Druk op de multimediatoets als u vanuit een geopende
toepassing naar het multimediamenu wilt terugkeren.
Mobiel zoeken
Druk op en selecteer Zoekopdracht.
Gebruik Mobiel zoeken om toegang te krijgen tot
zoekmachines op internet en om te zoeken naar lokale
diensten, websites, afbeeldingen en mobiele inhoud
en hiermee verbinding te maken. U kunt ook gegevens
Het apparaat
27
in het apparaat zoeken, zoals agenda-items, e-mail en
andere berichten.
Zoeken op het web (netwerkdienst)
1. Selecteer in de hoofdweergave van Zoeken de optie
Zoeken op internet.
2. Selecteer een zoekmachine.
Het apparaat
3. Voer de tekst in waarop u wilt zoeken.
4. Druk op de bladertoets om het zoeken te starten.
Zoeken naar mijn inhoud
Voer in het zoekveld van de hoofdweergave de tekst in
om te zoeken naar inhoud op het apparaat. De
zoekresultaten worden weergegeven op het scherm
terwijl u typt.
Spelletjes
Met uw apparaat kunt u met meerdere spelers NGage™-spellen van hoge kwaliteit spelen.
Als u de volledige N-Gage-toepassing naar uw apparaat
wilt downloaden, drukt u op de multimediatoets en
bladert u naar Spelletjes. Selecteer N-Gage in het
hoofdmenu als u de toepassing wilt openen nadat u
deze hebt gedownload.
Voor de volledige N-Gage-ervaring hebt u
internettoegang nodig op uw apparaat - via het
mobiele netwerk of via een draadloos LAN. Neem
28
contact op met uw serviceprovider voor meer
informatie over gegevensdiensten.
Ga naar www.n-gage.com voor meer informatie.
Hoofdtelefoon
U kunt een compatibele headset of hoofdtelefoon bij
uw apparaat gebruiken. Mogelijk moet u de
kabelmodus selecteren.
Waarschuwing: Wanneer u
de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw
vermogen om geluiden van buitenaf
te horen negatief worden beïnvloed.
Gebruik de hoofdtelefoon niet
wanneer dit uw veiligheid in gevaar
kan brengen.
Sommige hoofdtelefoons worden
geleverd in twee delen, een externe
afstandsbediening en een
hoofdtelefoon. Een externe afstandsbediening bevat
een microfoon en toetsen om een telefoongesprek te
starten of te beëindigen, het volume aan te passen en
muziek of videobestanden af te spelen. Als u de
hoofdtelefoon in combinatie met een externe
afstandsbediening wilt gebruiken, sluit u deze aan op
de Nokia AV-aansluiting (3,5 mm) in het apparaat en
sluit u vervolgens de hoofdtelefoon aan op de
afstandsbediening.
Voor handsfree telefoongesprekken gebruikt u een
headset met een compatibele externe
afstandsbediening of de microfoon van het apparaat.
Als u tijdens een oproep het volume wilt regelen,
gebruikt u de volumetoets op het apparaat of, indien
beschikbaar, op de headset. Sommige headsets zijn
voorzien van multimediavolumeknoppen waarmee u
alleen het volume voor het afspelen van muziek of
video's kunt aanpassen.
Sluit geen producten aan die een uitgangssignaal
afgeven, aangezien het apparaat dan beschadigd kan
raken. Sluit geen energiebron aan op de
netstroomconnector van Nokia.
Als u externe apparaten of hoofdtelefoons op de
netstroomconnector van Nokia aansluit die niet door
Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat,
moet u extra letten op het geluidsniveau.
Volume- en
luidsprekerregeling
Waarschuwing: Luister naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling
aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor
beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor
wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het
volume erg luid kan zijn.
Gebruik de volumetoets om het volumeniveau tijdens
een actieve oproep of bij het beluisteren van ee n geluid
te verlagen of te verhogen.
Door de ingebouwde
luidspreker kunt u vanaf een
korte afstand spreken en
luisteren zonder dat u het apparaat aan uw oor hoeft
te houden.
Druk op Luidspreker als u de luidspreker tijdens een
gesprek wilt gebruiken.
Druk op Telefoon als u de luidspreker wilt
uitschakelen.
Het profiel Offline
Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer Offline als
u het profiel Offline wilt activeren. U kunt ook op
drukken en Instrumenten > Profielen > Offline
selecteren.
Met het profiel Offline kunt u het apparaat gebruiken
zonder dat u verbinding hebt met het draadloze
netwerk. Wanneer u het profiel Offline activeert, wordt
de verbinding met het draadloze netwerk verbroken,
zoals wordt aangegeven met
signaalsterkte. Er zijn geen draadloze RF-signalen naar
en van het apparaat mogelijk. Berichten die u wilt
verzenden worden in de Outbox geplaatst, zodat u
deze later kunt verzenden.
in het gebied voor de
Het apparaat
29
Wanneer het profiel Offline actief is, kunt u het
apparaat gebruiken zonder een SIM-kaart.
Belangrijk: In het profiel Offline kunt u geen
oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere
functies waarvoor netwerkdekking vereist is, niet
worden gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het
Het apparaat
alarmnummer kiezen dat in het apparaat is
geprogrammeerd. Als u wilt bellen, moet u eerst de
telefoonfunctie activeren door een ander profiel te
kiezen. Als het apparaat is vergrendeld, moet u de
beveiligingscode invoeren.
Wanneer u het profiel Offline hebt geactiveerd, kunt u
nog steeds het WLAN gebruiken, bijvoorbeeld om uw
e-mail te lezen of over internet te surfen. Zorg ervoor
dat u voldoet aan de veiligheidseisen wanneer u een
WLAN-verbinding tot stand brengt en gebruikt. U kunt
ook Bluetooth-connectiviteit gebruiken zolang het
profiel Offline actief is.
Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer een ander
profiel als u het profiel Offline wilt verlaten. Via het
apparaat wordt de draadloze overdracht opnieuw
ingeschakeld (mits het signaal sterk genoeg is).
Snel downloaden
High-speed downlink packet access (HSDPA, ook wel
3.5G genoemd, aangegeven met
30
netwerkdienst in UMTS-netwerken en biedt een hoge
) is een
snelheid voor gegevensdownloads. Wanneer HSDPAondersteuning in het apparaat is ingeschakeld en het
apparaat is verbonden met een UMTS-netwerk dat
HSDPA ondersteunt, kunt u veel sneller gegevens
downloaden via het mobiele netwerk, zoals berichten,
e-mail en webpagina's. Een actieve HSDPA-verbinding
wordt aangegeven met
'Schermsymbolen', p. 24.
U kunt ondersteuning voor HSDPA in de
apparaatinstellingen activeren of deactiveren.
'Instellingen voor packet-gegevens', p. 174.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer
informatie over de beschikbaarheid van en
abonnementen op services voor gegevensverbinding.
HSDPA is alleen van invloed op de downloadsnelheid
en niet op de verzending van gegevens naar het
netwerk, zoals de verzending van berichten en e-mail.
. Zie
Zie
Het apparaat personaliseren
U kunt het apparaat personaliseren door de stand-by
modus, het hoofdmenu, tonen, thema's of het
lettertype te wijzigen. De meeste persoonlijke opties,
zoals het wijzigen van het lettertype, zijn bereikbaar
via de apparaatinstellingen.
instellingen', p. 162.
Zie 'Persoonlijke
Thema's
Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. >
Algemeen > Persoonlijk > Thema's.
Het uiterlijk van het apparaat
wijzigen
Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. >
Algemeen > Persoonlijk > Thema's.
U kunt thema's gebruiken om het uiterlijk van het
scherm aan te passen met bijvoorbeeld een
achtergrond en pictogrammen.
Selecteer Algemeen als u het thema wilt wijzigen dat
voor alle toepassingen in het apparaat wordt gebruikt.
Selecteer Opties > Bekijken als u een voorbeeld van
het thema wilt bekijken voordat u het activeert.
Selecteer Opties > Instellen om het thema te
activeren. Het actieve thema wordt aangegeven met
.
Thema's die zijn opgeslagen op een compatibele
geheugenkaart (indien geplaatst), worden
aangegeven met
zijn niet beschikbaar als de geheugenkaart niet in het
apparaat is geplaatst. Als u de thema's van de
geheugenkaart wilt gebruiken zonder dat de
geheugenkaart in het apparaat is geplaatst, moet u de
thema's eerst in het apparaatgeheugen opslaan.
Selecteer Menuweerg. als u de indeling van het
hoofdmenu wilt wijzigen.
Selecteer Algemeen (netwerkdienst) in Thema's
downldn als u een browserverbinding wilt openen en
meer thema's wilt downloaden. Maak alleen gebruik
van diensten die u vertrouwt en die adequate
beveiliging en bescherming bieden tegen schadelijke
software.
Als u een foto of een diavoorstelling met veranderende
afbeeldingen als achtergrond in de stand-by modus
wilt gebruiken, selecteert u Achtergrond >
Afbeelding of Diavoorstelling.
Als u de achtergrond van de 'gespreksbel' wilt wijzigen
die wordt weergegeven wanneer een gesprek
binnenkomt, selecteert u Oproepafbldng.
. De thema's op de geheugenkaart
Het apparaat personaliseren
31
Geluidsthema's
In Geluidsthema's kunt u een schema, bijvoorbeeld
'Ruimte' selecteren voor alle apparaatgebeurtenissen,
zoals bellen, accu bijna leeg en mechanische
gebeurtenissen. De geluiden kunnen tonen,
samengestelde spraaklabels of een combinatie van
beide zijn.
Selecteer het geluidsschema dat u wilt gebruiken in
Actief audiothema. Wanneer u een geluidsthema
activeert, veranderen alle vorige geluidsinstellingen.
Als u de standaardtonen wilt herstellen, selecteert u
het geluidsthema 'Nokia'.
U kunt de geluiden voor diverse gebeurtenissen
afzonderlijk wijzigen door een van de geluidsgroepen
Het apparaat personaliseren
te selecteren, bijvoorbeeld Menugebeurtenissen.
Als u 3D-effecten aan het geluidsthema wilt
toevoegen, selecteert u Opties > 3-D-beltonen.
'3D-tonen', p. 33.
Selecteer Opties > Taal vr Spraak instellen als u de
taal wilt wijzigen die voor het synthesizer-spraaklabel
wordt gebruikt.
Als u de tonen van afzonderlijke gebeurtenissen hebt
gewijzigd, kunt u het thema opslaan door Opties >
Thema opslaan te selecteren.
32
Geluiden voor gebeurtenissen instellen
Als u het geluid van een afzonderlijke gebeurtenis wilt
instellen op Stil, opent u een gebeurtenissengroep,
selecteert u de gebeurtenis en wijzigt u deze in Stil.
Als u een samengesteld spraaklabel als het geluid voor
een gebeurtenis wilt instellen, opent u een
gebeurtenissengroep, selecteert u de gebeurtenis en
selecteert u Spraak. Voer de gewenste tekst in en druk
op OK. Spraak is niet beschikbaar als u Naam beller
uitspr. hebt ingeschakeld in Profielen.
'Spraakoproepen', p. 136.
Tonen instellen in Profielen
Druk op en selecteer Instrumenten > Profielen.
Zie
U kunt profielen gebruiken om beltonen, signaaltonen
voor berichten en tonen voor verschillende
gebeurtenissen, omgevingen en groepen bellers in te
stellen en aan te passen.
Als u het profiel wilt wijzigen, selecteert u een profiel
en selecteert u Opties > Activeren of drukt u op de
aan/uit-toets in de stand-by modus. Ga naar het profiel
dat u wilt activeren en selecteer OK.
Tip: Houd # ingedrukt als u in de stand-by modus
wilt schakelen tussen het algemene en stille
profiel.
Zie
Als u een profiel wilt aanpassen, bladert u naar het
profiel en selecteert u Opties > Aanpassen. Ga naar
de instelling die u wilt wijzigen en druk op de
bladertoets om de opties te openen. Tonen die zijn
opgeslagen op een compatibele geheugenkaart
(indien geplaatst), worden aangegeven met
Selecteer Opties > Tijdelijk als u een profiel wilt
instellen dat gedurende een bepaalde periode actief
moet zijn. Wanneer de ingestelde tijd vervolgens is
verstreken, wordt het profiel opnieuw ingesteld op het
vorige actieve profiel. Als u een tijdelijk profiel hebt
ingesteld, wordt
modus. Het profiel Offline kan niet worden
geprogrammeerd.
Selecteer in de tonenlijst Geluiden downldn
(netwerkdienst) om een lijst met bookmarks te
openen. U kunt een bookmark selecteren en
verbinding met een webpagina maken om meer tonen
te downloaden.
Selecteer Opties > Aanpassen > Naam beller
uitspr. > Aan als u wilt dat de naam van de beller
wordt uitgesproken wanneer u wordt gebeld. De naam
van de beller moet in Contacten aanwezig zijn.
Selecteer Opties > Nieuw maken als u een nieuw
profiel wilt maken.
weergegeven in de stand-by
.
3D-tonen
Druk op en selecteer Instrumenten >
Hulpprogr. > 3-D-tonen.
Met 3D-tonen kunt u driedimensionale geluidseffecten
inschakelen voor beltonen. Niet alle beltonen bieden
ondersteuning voor 3D-effecten.
Als u de 3D-effecten wilt inschakelen, selecteert u 3-D-
beltooneffecten > Aan. Selecteer Beltoon en de
gewenste beltoon als u deze wilt wijzigen.
Selecteer Geluidsbaan en het gewenste 3D-effect als
u een ander effect wilt toepassen op de beltoon.
Maak een keuze uit de volgende instellingen als u het
effect wilt wijzigen:
● Snelheid geluidsbaan — Druk de bladertoets naar
links of rechts als u de snelheid wilt aanpassen
waarmee geluid van richting verandert. Deze
instelling is niet voor alle beltonen beschikbaar.
● Galm — Selecteer het type echo.
● Doppler-effect — Selecteer Aan om de beltoon
hoger te laten klinken wanneer u zich dichter bij het
apparaat bevindt en lager wanneer u zich verderaf
bevindt. Wanneer u dichter bij het apparaat komt,
lijkt het alsof de beltoon hoger wordt. Wanneer u
zich van het apparaat af beweegt, wordt de beltoon
lager. Deze instelling is niet voor alle beltonen
beschikbaar.
Het apparaat personaliseren
33
Als u de beltoon met het 3D-effect wilt beluisteren,
selecteert u Opties > Toon afspelen. Als u 3D-tonen
inschakelt zonder een 3D-effect te selecteren, wordt
stereoverbreding toegepast op de beltoon.
Selecteer Instrumenten > Profielen > Opties >
Aanpassen > Belvolume om het volume van de
beltoon te wijzigen.
Stand-by modus wijzigen
Als u de weergave van de stand-by modus wilt
wijzigen, drukt u op
In de actieve stand-by worden
snelkoppelingen naar
toepassingen weergegeven
en gebeurtenissen uit
toepassingen, zoals agenda
en muziekspeler.
Selecteer Instrumenten >
Instell. > Algemeen >
Persoonlijk > Standbymodus > Snelkopp. om de
pictogrammen voor de
snelkoppelingen voor
selectietoetsen of voor de standaardsnelkoppeling in
de actieve stand-by modus te wijzigen.
34
en selecteert u
Als u de weergave van de klok wilt wijzigen die in de
stand-by modus wordt weergegeven, drukt u op
en selecteert u Toepass. > Klok > Opties >
Instellingen > Type klok.
In de apparaatinstellingen kunt u ook de
achtergrondafbeelding voor de stand-by modus
wijzigen of bepalen wat er in de spaarstand moet
worden weergegeven.
Tip: Als u wilt controleren of er toepassingen op
de achtergrond worden uitgevoerd, houdt u
ingedrukt. Als u alle toepassingen wilt
sluiten die u niet gebruikt, bladert u naar een
toepassing in de lijst en drukt u vervolgens op
C. Als toepassingen op de achtergrond worden
uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit.
Het hoofdmenu aanpassen
Als u de weergave van het hoofdmenu wilt wijzigen,
drukt u in het hoofdmenu op
Instrumenten > Instell. > Algemeen >
Persoonlijk > Thema's > Menuweerg.. U kunt het
hoofdmenu zo wijzigen dat het wordt weergegeven
als Raster, Lijst, Hoefijzer of V-vorm.
Als u het hoofdmenu opnieuw wilt indelen, gaat u naar
het hoofdmenu en selecteert u Opties >
Verplaatsen, Verplaatsen naar map of Nieuwe
map. U kunt minder vaak gebruikte toepassingen naar
en selecteert u
mappen verplaatsen en vaak gebruikte toepassingen
in het hoofdmenu opnemen.
Het apparaat personaliseren
35
Positionering (GPS)
Met toepassingen zoals Kaarten en GPS-gegevens kunt
u uw positie bepalen of afstanden en coördinaten
berekenen. Voor deze toepassingen is een GPSverbinding nodig.
Informatie over GPS
Positionering (GPS)
GPS (Global Positioning System) is een wereldwijd
radionavigatiesysteem dat bestaat uit 24 satellieten
en hun grondstations waarmee de werking van de
satellieten in de gaten wordt gehouden. Het apparaat
heeft een interne GPS-ontvanger.
Een GPS-terminal ontvangt zwakke radiosignalen van
satellieten en meet hoe lang de signalen onderweg zijn
van de satelliet naar de terminal. Op basis van de
gemeten 'reistijd' van de signalen kan de GPSontvanger de locatie tot op enkele meters nauwkeurig
berekenen.
De coördinaten in het GPS worden uitgedrukt in graden
en decimale graden op basis van het internationale
coördinatensysteem WGS-84.
Als u verschillende positiebepalingsmethoden, zoals
Bluetooth GPS, wilt in- of uitschakelen, drukt u op
en selecteert u Instrumenten > Instell. >
Uw apparaat ondersteunt ook A-GPS (Assisted GPS).
A-GPS is een netwerkdienst.
A-GPS wordt gebruikt om via een gegevensverbinding
hulpgegevens te verkrijgen, die worden gebruikt bij de
berekening van de coördinaten van uw huidige locatie
wanneer uw apparaat signalen van satellieten
ontvangt.
Wanneer u A-GPS activeert, ontvangt uw apparaat via
het mobiele netwerk nuttige satellietgegevens van
een hulpgegevensserver. Met behulp van deze
hulpgegevens kan de GPS-positie sneller worden
gedetecteerd in het apparaat.
Uw apparaat is standaard geconfigureerd voor gebruik
van de Nokia A-GPS-dienst, als er geen A-GPSinstellingen voor een specifieke serviceprovider
voorhanden zijn. De hulpgegevens worden alleen van
de server van de Nokia A-GPS-dienst opgehaald
wanneer dat nodig is.
U moet op uw apparaat een internettoegangspunt
definiëren als u via een gegevensverbinding
hulpgegevens van de Nokia A-GPS-dienst wilt ophalen.
Druk op
Algemeen > Positiebepaling >
Positiebepalingsserver > Toegangspunt om een
toegangspunt voor A-GPS te definiëren. Voor deze
dienst kan geen draadloos LAN-toegangspunt worden
gebruikt. Er kan alleen internettoegangspunt voor een
gegevensverbinding worden gebruikt. U wordt
gevraagd het internettoegangspunt op te geven
wanneer u GPS voor de eerste keer gebruikt.
en selecteer Instrumenten > Instell. >
Het apparaat correct
vasthouden
De GPS-ontvanger bevindt zich boven in het apparaat.
Wanneer u de ontvanger gebruikt, moet u ervoor
zorgen dat u de antenne niet met uw hand bedekt.
'Antennelocaties', p. 21.
Het kan enkele
seconden tot enkele
minuten duren
voordat een GPSverbinding tot stand
is gebracht. In een
voertuig duurt dit
mogelijk langer.
De GPS-ontvanger
kost
Zie
batterijvermogen. Als u de GPS-ontvanger gebruikt, is
de batterij mogelijk sneller leeg.
Tips voor het maken van een
GPS-verbinding
Houd rekening met het volgende als het apparaat geen
satellietsignaal kan detecteren:
● Als u binnen bent, ga dan naar buiten om een beter
signaal te ontvangen.
● Ga als u buiten bent naar een omgeving met minder
obstakels.
● Controleer of de GPS-antenne van het apparaat niet
wordt afgedekt door uw hand.
correct vasthouden', p. 37.
● Slechte weersomstandigheden kunnen de
signaalsterkte beïnvloeden.
● Sommige voertuigen hebben getint (athermisch)
glas, dat de satellietsignalen kan blokkeren.
De status van het satellietsignaal controleren
Als u wilt nagaan hoeveel satellieten het apparaat
heeft gevonden en of het apparaat satellietsignalen
ontvangt, drukt u op
Als uw apparaat satellieten
heeft gevonden, wordt voor
elke satelliet een balk
weergegeven in de weergave
met satellietgegevens. Hoe
langer de balk, des te sterker
is het satellietsignaal.
Wanneer het apparaat voldoende gegevens van het
satellietsignaal heeft ontvangen om de coördinaten
van uw locatie te berekenen, wordt de balk blauw.
Positionering (GPS)
In eerste instantie moet het apparaat signalen van
minstens vier satellieten ontvangen om de
coördinaten van uw locatie te kunnen berekenen.
Nadat een eerste berekening is gemaakt, kunnen
verdere berekeningen van de coördinaten van uw
locatie mogelijk worden uitgevoerd met drie
satellieten. In het algemeen is de berekening echter
nauwkeuriger als er meer satellieten worden
gevonden.
Positieaanvragen
Mogelijk ontvangt u van een netwerkdienst een
aanvraag om uw positiegegevens te ontvangen.
Serviceproviders kunnen op basis van de locatie van
het apparaat informatie aanbieden over lokale
onderwerpen, bijvoorbeeld weer of verkeer.
Wanneer u een positieaanvraag ontvangt, verschijnt er
38
een bericht met informatie over de dienst die de
aanvraag heeft verzonden. Selecteer Accepteren om
toestemming te geven voor het verzenden van uw
positiegegevens of Weigeren om de aanvraag te
weigeren.
Plaatsen
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
Plaatsen.
Met Plaatsen kunt u de positiegegevens van specifieke
locaties opslaan in het apparaat. U kunt de opgeslagen
locaties sorteren in verschillende categorieën, zoals
bedrijven, en andere informatie daaraan toevoegen,
zoals adressen. U kunt uw opgeslagen plaatsen
gebruiken in compatibele toepassingen, zoals GPS-
gegevens en Kaarten.
De GPS-coördinaten worden uitgedrukt in graden en
decimale graden op basis van het internationale
coördinatensysteem WGS-84.
Selecteer Opties > Nieuwe plaats als u een nieuwe
plaats wilt maken. Selecteer Huidige positie als u een
nieuwe positioneringsaanvraag voor uw huidige
locatie wilt maken. Selecteer Handmatig opgeven als
u de positiegegevens handmatig wilt invoeren.
Ga naar een plaats en selecteer Opties > Bewerken
als u informatie wilt bewerken of toevoegen aan een
opgeslagen plaats (bijvoorbeeld een adres). Ga naar
het gewenste veld en voer de gegevens in.
U kunt uw plaatsen sorteren in vooraf ingestelde
categorieën en nieuwe categorieën maken. Druk de
bladertoets naar rechts in Plaatsen en selecteer
Opties > Categor. bewerken als u nieuwe
plaatscategorieën wilt bewerken en maken.
Ga naar een plaats in Plaatsen en selecteer Opties >
Toev. aan categorie als u de plaats wilt toevoegen
aan een categorie. Ga naar elk categorie waaraan u de
plaats wilt toevoegen en selecteer deze.
Selecteer Opties > Verzenden en de gewenste
methode om een of meerdere plaatsen naar een
compatibel apparaat te verzenden. Plaatsen die u hebt
ontvangen worden opgeslagen in de map Inbox in
Berichten.
GPS-gegevens
GPS-gegevens zijn ontworpen om toegang te bieden
tot informatie over de route naar een geselecteerde
bestemming, positiegegevens over uw huidige locatie
en reisgegevens, zoals de geschatte afstand tot de
bestemming en de geschatte reisduur.
Druk op
GPS-gegevens.
De coördinaten in het GPS worden uitgedrukt in graden
en decimale graden op basis van het internationale
coördinatensysteem WGS-84.
en selecteer Instrumenten > Connect. >
Als u GPS-gegevens wilt gebruiken, moet de GPSontvanger van het apparaat aanvankelijk
positiegegevens ontvangen van minimaal vier
satellieten om de coördinaten van uw locatie te
kunnen berekenen. Nadat een eerste berekening is
gemaakt, kunnen verdere berekeningen van de
coördinaten van uw locatie mogelijk worden
uitgevoerd met drie satellieten. In het algemeen is de
berekening echter nauwkeuriger als er meer
satellieten worden gevonden.
Route-instructies
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
GPS-gegevens > Navigatie.
Start de route-instructies buiten. Als u dit binnen doet,
ontvangt de GPS-ontvanger mogelijk niet de
benodigde informatie van de satellieten.
Bij route-instructies wordt een roterend kompas in het
scherm van het apparaat gebruikt. Een rode bal geeft
de richting van de bestemming aan en de gemiddelde
afstand tot deze bestemming wordt in de kompasring
weergegeven.
Route-instructies zijn bedoeld om u de snelste en de
kortste weg naar uw bestemming te tonen, gemeten
in een rechte lijn. Obstakels onderweg, zoals
gebouwen en natuurlijke obstakels, worden
genegeerd. Bij het berekenen van de afstand worden
hoogteverschillen buiten beschouwing gelaten.
Positionering (GPS)
39
Route-instructies zijn alleen actief wanneer u in
beweging bent.
Selecteer Opties > Bestemming in stlln en een plaats
als bestemming of voer de coördinaten (lengte- en
breedtegraad) in als u de bestemming van uw reis wilt
instellen. Selecteer Navigatie stoppen als u de
ingestelde bestemming wilt wissen.
Positiegegevens ophalen
Positionering (GPS)
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
GPS-gegevens > Positie.
In de positieweergave kunt u de positiegegevens van
uw huidige locatie bekijken. U ziet ook een schatting
van de juistheid van de locatie.
Selecteer Opties > Positie opslaan als u uw huidige
locatie als plaats wilt opslaan. Plaatsen zijn opgeslagen
locaties met meer informatie. Ze kunnen worden
gebruikt in andere compatibele toepassingen en
overgedragen tussen compatibele apparaten.
Tripmeter
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. >
GPS-gegevens > Tripafstand.
Selecteer Opties > Starten als u de functie voor het
berekenen van de reisafstand wilt inschakelen en
Stoppen als u deze functie wilt uitschakelen. De
40
berekende waarden worden permanent in het scherm
weergegeven. Gebruik deze functie buitenshuis zodat
u een beter GPS-signaal ontvangt.
Selecteer Herstellen als u de reisafstand en -tijd en de
gemiddelde en maximale snelheid op nul wilt instellen
om een nieuwe berekening te starten. Selecteer
Opnieuw starten als u de kilometerteller en totale tijd
op nul wilt instellen.
Kaarten
Informatie over Kaarten
Druk op en selecteer Kaarten.
Met Kaarten kunt u uw huidige locatie op de kaart
weergeven, over kaarten schuiven naar verschillende
steden en landen, zoeken naar adressen en
verschillende interessante locaties, routes tussen
locaties plannen, verkeersinformatie bekijken en
locaties als favorieten opslaan en naar compatibele
apparaten verzenden.
U kunt ook extra diensten aanschaffen, zoals gidsen,
een stapsgewijze Drive & Walk-navigatiedienst met
gesproken instructies en een
verkeersinformatiedienst.
De functie Kaarten maakt gebruik van GPS.
'Positionering (GPS)', p. 36. In de apparaatinstellingen
kunt u opgeven welke positioneringsmethoden
moeten worden gebruikt op het apparaat.
'Instellingen voor positionering', p. 167. Voor de
meest nauwkeurige locatiegegevens gebruikt u de
interne GPS-ontvanger of een compatibele externe
GPS-ontvanger.
Wanneer u Kaarten voor de eerste keer gebruikt, moet
u mogelijk een internettoegangspunt definiëren om
kaartgegevens voor uw huidige locatie te
Zie
Zie
downloaden. Als u het standaardtoegangspunt later
wilt wijzigen, selecteert u in Kaarten Opties >
Instrumenten > Instellingen > Internet >
Netwerkbestemming (wordt alleen weergegeven als
u online bent).
Wanneer u naar een kaart in Kaarten bladert, worden
de kaartgegevens voor het gebied automatisch
gedownload wanneer het apparaat een
internetverbinding heeft. Een nieuwe kaart wordt
alleen gedownload als u naar een gebied bladert dat
niet valt onder de reeds gedownloade kaarten.
Mogelijk zijn er al bepaalde kaarten op de
geheugenkaart van uw apparaat geplaatst.
U kunt meer kaarten naar het apparaat downloaden
met de Nokia Map Loader-software voor de pc.
'Kaarten downloaden', p. 43.
Tip: U kunt kaarten ook downloaden via een
draadloze LAN-verbinding.
Bij het downloaden van kaarten worden mogelijk
grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de
serviceprovider verzonden. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie over de kosten
van gegevensoverdracht.
Als u in de toepassing Kaarten automatisch een
internetverbinding tot stand wilt brengen als de
Zie
Kaarten
41
toepassing wordt gestart, selecteert u in Kaarten
Opties > Instrumenten > Instellingen >
Internet > Online gaan bij opstarten > Ja.
Als u een melding wilt ontvangen als het apparaat in
Kaarten
een ander netwerk wordt geregistreerd dan het eigen
mobiele netwerk, selecteert u Opties >
Instrumenten > Instellingen > Internet >
Roaming-waarschuwing > Aan (wordt alleen
weergegeven als u online bent). Neem contact op met
uw netwerkprovider voor de details en kosten van
roaming.
Bijna alle digitale cartografie is niet helemaal accuraat
en volledig. Vertrouw nooit uitsluitend op de
cartografie die u voor dit apparaat hebt gedownload.
Schuiven over kaarten
De kaartdekking verschilt per land.
Wanneer u de toepassing Nokia Kaarten opent, wordt
ingezoomd op de locatie die tijdens de laatste sessie is
opgeslagen. Als tijdens de laatste sessie geen positie
is opgeslagen, zoomt de toepassing Nokia Kaarten in
op de hoofdstad van het land waarin u zich bevindt,
gebaseerd op de gegevens die het apparaat ontvangt
van het mobiele netwerk. Tegelijkertijd wordt de kaart
van de locatie gedownload als dat tijdens voorgaande
sessies nog niet is gebeurd.
42
Uw huidige locatie
Als u een GPS-verbinding tot stand wilt brengen en wilt
inzoomen op uw huidige locatie, selecteert u Opties >
Mijn positie of drukt u op 0 . Als de energiespaarstand
wordt ingeschakeld terwijl het apparaat een GPSverbinding tot stand probeert te brengen, wordt deze
poging onderbroken.
Op het scherm wordt een GPS-symbool
weergegeven. Eén balk is één satelliet. Wanneer het
apparaat een satelliet probeert te vinden, is de balk
geel. Wanneer het apparaat voldoende gegevens van
de satelliet ontvangt om een GPS-verbinding tot stand
te brengen, wordt de balk groen. Hoe meer groene
balken, hoe sterker de GPS-verbinding.
Wanneer de GPS-verbinding actief is, wordt uw huidige
locatie met
aangegeven op de kaart.
Verplaatsen en zoomen
Druk de bladertoets omhoog,
omlaag, naar links of naar
rechts om over de kaart te
schuiven. De kaart is
standaard naar het noorden
gericht. De kompasroos geeft
de richting van de kaart aan
en draait mee wanneer de
richting tijdens het navigeren
verandert.
Wanneer u over de kaart op het scherm schuift, wordt
automatisch een nieuwe kaart gedownload als u naar
een gebied schuift dat buiten de reeds gedownloade
kaarten valt. Deze kaarten zijn gratis, maar bij het
downloaden worden mogelijk grote hoeveelheden
gegevens via het netwerk van de serviceprovider
verzonden. Neem contact op met de serviceprovider
voor meer informatie over de kosten voor
gegevensoverdracht.
De kaarten worden automatisch opgeslagen op een
compatibele geheugenkaart (als deze kaart is
geplaatst en is ingesteld als de standaardopslagplaats
voor kaarten).
Druk op * of # als u wilt in- of uitzoomen. Gebruik de
schaalbalk om de afstand tussen twee punten op de
kaart te schatten.
De kaartweergave aanpassen
Selecteer Opties > Instrumenten > Instellingen >
Kaart > Maatstelsel > Metrisch of Engelse maten
als u het metrische systeem wilt opgeven dat op de
kaarten moet worden gebruikt.
Selecteer Opties > Instrumenten > Instellingen >
Kaart > Categorieën en de gewenste categorieën als
u wilt opgeven welke interessante locaties op de kaart
moeten worden weergegeven.
Selecteer Opties > Kaartmodus > Kaart, 3D-kaart,
Satelliet of Hybride als u de kaarten in de 2D- of 3D-
modus, als satellietbeeld of als een combinatie van
deze opties wilt weergeven. Satellietbeelden zijn
mogelijk niet voor alle geografische locaties
beschikbaar.
Selecteer Opties > Instrumenten > Instellingen >
Kaart > Kleuren > Dagmodus of Nachtmodus als
u wilt opgeven of de kaartweergave in de dag- of de
nachtweergave moet worden weergegeven.
Selecteer Opties > Instrumenten > Instellingen als
u andere instellingen voor internet, navigatie en
routebepaling wilt wijzigen of als u algemene
kaartinstellingen wilt wijzigen.
Kaarten downloaden
Wanneer u in de toepassing Kaarten over de kaart op
het scherm schuift, wordt automatisch een nieuwe
kaart gedownload als u naar een gebied schuift dat
buiten de reeds gedownloade kaarten valt. U kunt in
de gegevensteller (kB) die op het scherm wordt
weergegeven, bekijken hoeveel gegevens er worden
overgebracht. De teller geeft de hoeveelheid
netwerkverkeer aan wanneer u over kaarten schuift,
routes maakt of online naar locaties zoekt. Het
downloaden van kaartgegevens kan de overdracht van
grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van uw
serviceprovider met zich meebrengen. Neem contact
op met uw serviceprovider voor meer informatie over
de kosten van gegevensoverdracht.
Kaarten
43
Als u wilt voorkomen dat er kaarten of andere
kaartgegevens die de extra diensten nodig hebben
automatisch van internet naar het apparaat worden
gedownload, bijvoorbeeld wanneer u zich buiten uw
Kaarten
eigen mobiele netwerk bevindt, selecteert u Opties >
Instrumenten > Instellingen > Internet > Online
gaan bij opstarten > Nee.
Als u wilt opgeven hoeveel geheugenkaartruimte u
wilt gebruiken voor het opslaan van kaarten of
bestanden voor gesproken begeleiding, selecteert u
Opties > Instrumenten > Instellingen > Kaart >
Max. gebruikt geheugen > Maximumgebr.
geh.kaart. De optie is alleen beschikbaar als u een
compatibele geheugenkaart hebt geplaatst en hebt
ingesteld als de standaardopslaglocatie voor kaarten.
Als het geheugen vol is, worden de oudste
kaartgegevens verwijderd. De opgeslagen kaarten
kunnen worden verwijderd met de Nokia Map Loadersoftware voor de pc.
Nokia Map Loader
Nokia Map Loader is pc-software waarmee u kaarten
van internet kunt downloaden en kunt installeren op
een compatibele geheugenkaart. U kunt de software
ook gebruiken om bestanden met gesproken
instructies voor navigatie te downloaden.
U moet Nokia Map Loader eerst op een compatibele pc
installeren voordat u het programma kunt gebruiken.
U kunt de software voor de pc downloaden van
44
internet op www.nokia.com/maps. Volg de instructies
in het scherm.
U moet de toepassing Kaarten gebruiken en minstens
eenmaal kaarten hebben bekeken voordat u Nokia Map
Loader kunt gebruiken. Nokia Map Loader gebruikt de
geschiedenisgegevens van kaarten om de versie van
de kaartgegevens te controleren die moeten worden
gedownload.
Nadat u de software voor de pc op uw pc hebt
geïnstalleerd, gaat u als volgt te werk om kaarten te
downloaden:
1. Sluit het apparaat via een compatibele USB-
gegevenskabel aan op de pc. Selecteer de USBverbindingsmodus Massaopslag.
2. Open Nokia Map Loader op uw pc. Nokia Map Loader
controleert de versie van de kaartgegevens die
gedownload moeten worden.
3. Selecteer de gewenste kaarten of spraakbestanden,
en download en installeer ze op uw apparaat.
Tip: Gebruik Nokia Map Loader om te besparen
op uw kosten voor mobiel gegevensverkeer.
Een plaats zoeken
Als u een locatie of interessante locatie op trefwoord
wilt zoeken, voert u in het zoekveld van de
hoofdweergave de naam van de locatie of het
gewenste trefwoord in en selecteert u Zoeken.
Als u het adres van een locatie wilt importeren uit uw
contactgegevens, selecteert u Opties > Selecteren
uit Contacten.
Als u een locatie op de kaart wilt gebruiken,
bijvoorbeeld als beginpunt voor een zoekopdracht in
de buurt, om een route te plannen, om de details ervan
te be ki jk en of om d e n av ig at ie te sta rt en (e xt ra di en st ),
drukt u op de bladertoets en selecteert u de gewenste
optie.
Als u op categorie door plaatsen en attracties in uw
omgeving wilt bladeren, selecteert u Opties >
Zoeken en een categorie. Als u op adres wilt zoeken,
moet u de plaats en het land invoeren. U kunt ook een
adres gebruiken dat u op een contactkaart i n Contacten
hebt opgeslagen.
Als u een locatie als favoriete plaats wilt opslaan, drukt
u op de gewenste locatie op de bladertoets, selecteert
u Toev. aan Mijn plaatsen, voert u een naam in voor
de plaats en selecteert u OK. U kunt de locatie ook in
een route of verzameling opslaan. Als u uw opgeslagen
plaatsen wilt weergeven, selecteert u Opties >
Favorieten > Mijn plaatsen.
Als u een opgeslagen plaats naar een compatibel
apparaat wilt verzenden, drukt u in de weergave
Plaatsen op de bladertoets en selecteert u
Verzenden. Als u de plaats in een SMS-bericht
verzendt, wordt de informatie geconverteerd naar
platte tekst.
Selecteer Opties > Instrumenten > Afb. van kaart
opslaan als u een screenshot van uw locatie wilt
maken. De screenshot wordt opgeslagen in Foto's. Als
u de screenshot wilt verzenden, opent u Foto's en
selecteert u de verzendoptie en -methode in de actieve
werkbalk of in het optiemenu.
Als u uw browsegeschiedenis, plaatsen die u hebt
bekeken op de kaart en gemaakte routes en
verzamelingen wilt weergeven, selecteert u Opties >
Favorieten en de gewenste optie.
Een route plannen
Als u een route naar een bestemming wilt plannen,
bladert u naar de gewenste bestemming, drukt u op
de bladertoets en selecteert u Toevoegen aan route.
De locatie wordt toegevoegd aan de route.
Als u meer locaties aan de route wilt toevoegen,
selecteert u Opties > Routepunt toevoegen. Het
eerste geselecteerde routepunt is het startpunt. Als u
de volgorde van de routepunten wilt wijzigen, drukt u
op de bladertoets en selecteert u Verplaatsen.
Extra diensten voor Kaarten
U kunt een licentie kopen en verschillende gidsen met
informatie over allerlei steden en reizen downloaden
naar uw apparaat. U kunt ook een licentie kopen voor
een navigatiedienst met gesproken instructies en een
verkeersinformatiedienst die u kunt gebruiken in
Kaarten
45
Kaarten. Een navigatielicentie is gekoppeld aan een
regio (de regio die bij de aankoop van de licentie is
geselecteerd) en kan alleen voor het geselecteerde
gebied worden gebruikt. De gedownloade gidsen
Kaarten
worden automatisch op het apparaat opgeslagen.
De licentie die u aanschaft voor een gids of navigatie,
kan naar een ander apparaat worden overgebracht,
maar kan slechts op één apparaat tegelijk worden
geactiveerd.
Als u uw licenties wilt weergegeven en bijwerken,
selecteert u Opties > Extra's > Mijn licenties.
Informatie over verkeer, routes en verwante diensten
wordt onafhankelijk van Nokia door derden
gegenereerd. De informatie is mogelijk niet helemaal
accuraat en volledig, en is mogelijk niet altijd
beschikbaar. Vertrouw nooit uitsluitend op de eerder
genoemde informatie en verwante diensten.
Het downloaden van extra services kan de overdracht
van grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van
uw serviceprovider met zich meebrengen. Neem
contact op met uw serviceprovider voor meer
informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Navigatie
Als u een Drive & Walk-navigatiedienst wilt
aanschaffen met gesproken begeleiding of met alleen
wandelnavigatie, selecteert u Opties > Extra's >
46
Rijden/lopen of Lopen. U kunt de dienst betalen met
een geaccepteerde creditcard of u kunt het bedrag op
uw telefoonrekening laten zetten (als dit wordt
ondersteund door de provider van de mobiele
netwerkdienst).
Autonavigatie
Als u een Drive & Walk-navigatiedienst wilt
aanschaffen, selecteert u Opties > Extra's > Rijden/
lopen.
Wanneer u de autonavigatie de eerste keer gebruikt,
wordt u gevraagd de taal van de gesproken
begeleiding te selecteren en de bestanden voor
gesproken begeleiding in de geselecteerde taal te
downloaden. U kunt de bestanden voor gesproken
begeleiding ook met Nokia Map Loader downloaden.
Zie 'Kaarten downloaden', p. 43.
Als u de taal later wilt wijzigen, selecteert u in de
hoofdweergave van Kaarten Opties >
Instrumenten > Instellingen > Navigatie >
Gesproken begeleiding en een taal, en downloadt u
de bestanden voor gesproken begeleiding in de
geselecteerde taal.
Wandelnavigatie
Als u een wandelnavigatiedienst wilt aanschaffen,
selecteert u Opties > Extra's > Lopen.
Wandelnavigatie verschilt op veel punten van
autonavigatie: Voor de wandelroute worden
verschillende beperkingen voor autonavigatie
genegeerd, zoals eenrichtingswegen en
keerverboden. Verder worden ook voetgangerszones
en parken gebruikt. Daarnaast wordt prioriteit
gegeven aan wandelpaden en kleinere wegen en
worden snelwegen en autowegen gemeden. Een
wandelroute kan maximaal 50 kilometer lang zijn. De
wandelsnelheid is beperkt tot 30 kilometer per uur. Als
deze snelheidsbeperking wordt overschreden, wordt
de navigatie gestopt tot de snelheid zich weer onder
de limiet bevindt.
Stapsgewijze navigatie en gesproken begeleiding zijn
niet beschikbaar voor wandelnavigatie. In plaats
daarvan wordt met een grote pijl de route getoond.
Een kleine pijl onder aan het scherm wijst direct naar
de bestemming. De satellietweergave is alleen
beschikbaar voor wandelnavigatie.
Navigeren naar de gewenste bestemming
Als u de navigatie naar de gewenste bestemming met
GPS wilt starten, selecteert u een locatie op de kaart of
in een lijst met resultaten, en selecteert u Opties >
Hierheen rijden of Hierheen lopen.
Als u tijdens de navigatie tussen verschillende
weergaven wilt schakelen, drukt u de bladertoets naar
links of rechts.
Druk op Stoppen als u de navigatie wilt stoppen.
Als u navigatieopties wilt selecteren, drukt u tijdens de
navigatie op Opties. Als autonavigatie actief is, wordt
een menu met verschillende opties weergegeven.
Sommige toetsen op het toetsenblok zijn gekoppeld
aan opties in de weergave. Druk bijvoorbeeld op 2 om
een gesproken opdracht te herhalen, op 3 om te
schakelen tussen dag- en nachtmodus en op 4 om de
huidige plaats op te slaan.
Verkeersinformatie
Als u een licentie voor een real-time
verkeersinformatiedienst wilt aanschaffen, selecteert
u Opties > Extra's > Verk.info. De dienst biedt
informatie over verkeersgebeurtenissen die van
invloed kunnen zijn op uw reis. Het downloaden van
extra diensten kan de overdracht van grote
hoeveelheden gegevens via het netwerk van uw
serviceprovider met zich meebrengen. Neem contact
op met uw serviceprovider voor meer informatie over
de kosten van gegevensoverdracht.
Als u informatie wilt weergeven over
verkeersgebeurtenissen die vertraging kunnen
veroorzaken of ervoor kunnen zorgen dat u de
bestemming niet kunt bereiken, selecteert u Opties >
Verk.info. De gebeurtenissen worden op de kaart
weergegeven als waarschuwingsdriehoeken en
lijnindicatoren. U kunt automatisch een nieuwe route
laten bepalen om de gebeurtenissen te mijden.
Als u meer informatie over een gebeurtenis en
mogelijke alternatieve routes wilt weergeven, drukt u
op de bladertoets.
Kaarten
47
Als u de verkeersinformatie wilt bijwerken, selecteert
u Verkeersinfo bijwerken. Als u wilt definiëren hoe
vaak de verkeersinformatie automatisch wordt
bijgewerkt, selecteert u Opties > Instrumenten >
Kaarten
Instellingen > Navigatie > Updates voor
verkeersinfo.
Als u automatisch een nieuwe route wilt laten bepalen
bij verkeersgebeurtenissen die vertraging kunnen
veroorzaken of ertoe kunnen leiden dat u de
bestemming niet kunt bereiken, selecteert u Opties >
Selecteer Opties > Extra's > Gidsen als u gidsen met
informatie over steden en reizen wilt aanschaffen en
downloaden naar uw apparaat.
De gidsen bieden informatie over attracties,
restaurants, hotels en andere interessante locaties. U
moet gidsen downloaden en aanschaffen voordat u
deze kunt gebruiken.
Ga naar het tabblad Mijn gidsen in Gidsen en selecteer
een gids en een subcategorie (indien beschikbaar) als
u door een gedownloade gids wilt bladeren.
Als u een nieuwe gids naar het apparaat wilt
downloaden, selecteert u in Gidsen de gewenste gids
en vervolgens Download. > Ja. Het aankoopproces
48
wordt automatisch gestart. U kunt de gidsen betalen
met een geaccepteerde creditcard of u kunt het bedrag
op uw telefoonrekening laten zetten (als dit wordt
ondersteund door de provider van de mobiele
netwerkdienst).
Selecteer tweemaal OK om de aankoop te bevestigen.
Voer uw naam en e-mailadres in en selecteer OK als u
per e-mail een bevestiging van de aankoop wilt
ontvangen.
Muziekmap
Muziekspeler
Waarschuwing: Luister naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling
aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor
beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor
wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het
volume erg luid kan zijn.
Muziekspeler ondersteunt bestandsindelingen zoals
AAC, AAC+, eAAC+, MP3 en WMA. Muziekspeler
ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle kenmerken
van bestandsindelingen of alle variaties van
bestandsindelingen.
U kunt Muziekspeler ook gebruiken om podcasts te
beluisteren. Podcasts zijn de methode voor het
aanleveren van audio- of video-inhoud via internet
waarbij RSS- of ATOM-technologie wordt gebruikt om
de ze inh ou d op mo bie le appa ra ten en pc' s a f te sp ele n.
U kunt muziek van andere compatibele apparaten naar
uw apparaat overbrengen.
naar uw apparaat', p. 52.
Zie 'Muziek overbrengen
Een liedje of podcast-episode
afspelen
Druk op en selecteer Muziek > Muziekspeler als
u Muziekspeler wilt openen.
Tip: U kunt Muziekspeler ook via het
multimediamenu openen.
U moet mogelijk de bibliotheken met muziek en
podcasts vernieuwen nadat u de selectie van liedjes of
podcasts in uw apparaat hebt bijgewerkt. Selecteer
Opties > Vernieuwen in de hoofdweergave van
Muziekspeler wanneer u alle beschikbare items aan de
bibliotheek wilt toevoegen.
Ga als volgt te werk om een liedje of podcast-episode
af te spelen:
1. Selecteer categorieën als u naar het nummer of de
podcast wilt gaan waarnaar u wilt luisteren.
Wanneer de Navi-wielinstelling is ingeschakeld,
draait u aan de rand van de bladertoets om de
lijsten te bekijken.
2. Druk op de bladertoets om de geselecteerde
bestanden af te spelen.
Druk op de bladertoets om het afspelen te pauzeren.
Druk opnieuw op de bladertoets om het afspelen te
Muziekmap
49
hervatten. Druk de bladertoets omlaag als u het
afspelen wilt stoppen.
Druk de bladertoets naar links of rechts en houd deze
ingedrukt als u snel vooruit wilt spoelen of terug wilt
spoelen.
Muziekmap
Druk de bladertoets naar
rechts om naar het volgende
item te gaan. Druk de
bladertoets naar links als u
wilt terugkeren naar het
begin van het item. Druk de
bladertoets binnen twee
seconden nadat een liedje of
podcast is gestart opnieuw
naar links als u naar het vorige
item wilt gaan.
Selecteer Opties >
Willekeurig afspelen als u willekeurig afspelen (
wilt in- of uitschakelen.
Selecteer Opties > Herhalen wanneer u het huidige
item (
wilt uitschakelen.
Als u podcasts afspeelt, zijn willekeurig afspelen en
herhalen automatisch uitgeschakeld.
Druk op de volumetoets om het volume te regelen.
Selecteer Opties > Equalizerals u de toon voor het
50
afspelen van muziek wilt wijzigen.
) of alle items () wilt herhalen of herhalen
Selecteer Opties > Audio-instellingen als u de
balans en het stereobeeld wilt wijzigen of de lage
tonen wilt versterken.
Selecteer Opties > Visualisatie weergeven als u
tijdens het afspelen een visualisatie wilt weergeven.
Druk op de beëindigingstoets als u wilt terugkeren
naar de stand-by modus en de speler op de
achtergrond wilt laten spelen of houd
als u wilt schakelen naar een andere geopende
toepassing.
Selecteer Opties > Afsluiten als u de muziekspeler
wilt sluiten.
ingedrukt
Muziekmenu
Druk op en selecteer Muziek > Muziekspeler.
In het muziekmenu wordt de beschikbare muziek
weergegeven. Selecteer de gewenste optie om alle
)
nummers, gesorteerde nummers, afspeellijsten of
podcasts in het muziekmenu weer te geven.
Als de muziekspeler op de achtergrond wordt
afgespeeld, opent u de weergave Afspelen door de
multimediatoets ingedrukt te houden.
Playlists
Druk op en selecteer Muziek > Muziekspeler.
Ga naar het menu Muziek en selecteer Afspeellijsten
als u playlists wilt weergeven en beheren.
Selecteer Opties > Details afspeellijst als u details
van de afspeellijst wilt bekijken.
Een playlist maken
1. Selecteer Opties > Playlist maken.
2. Voer een naam voor de playlist in selecteer OK.
3. Selecteer Ja om nu liedjes toe te voegen of selecteer
Nee om de liedjes later toe te voegen.
4. Wanneer u Ja selecteert, selecteert u artiesten om
liedjes te zoeken die u in de afspeellijst wilt
opnemen. Druk op de bladertoets om items toe te
voegen.
Druk de bladertoets naar rechts als u de lijst met
liedjes onder de naam van een artiest wilt
weergeven. Druk de bladertoets naar links als u de
lijst met liedjes wilt verbergen.
5. Selecteer Gereed wanneer u uw selecties hebt
voltooid.
Als een compatibele geheugenkaart is geplaatst,
wordt de playlist hierop opgeslagen.
Selecteer Opties > Liedjes toevoegen terwijl u de
afspeellijst weergeeft als u later meer nummers wilt
toevoegen.
Selecteer een item en selecteer Opties > Tvgn aan
afspeellijst > Opgeslagen afspeellst of Nieuwe
afspeellijst als u nummers, albums, artiesten, genres
en componisten aan een afspeellijst wilt toevoegen
vanuit de verschillende weergaven van het
muziekmenu.
Selecteer Opties > Verwijderen als u een nummer uit
een afspeellijst wilt verwijderen. Hiermee verwijdert u
het nummer niet uit het apparaat, maar alleen uit de
playlist.
Ga naar het nummer dat u wilt verplaatsen en selecteer
Opties > Verplaatsen als u de volgorde van nummers
in een afspeellijst wilt wijzigen. Gebruik de bladertoets
als u nummers naar een nieuwe positie wilt slepen.
Podcasts
Druk op en selecteer Muziek > Muziekspeler >
Podcasts.
In het podcastmenu worden de podcasts weergegeven
die beschikbaar zijn in het apparaat.
Er zijn drie statuswaarden voor podcast-episodes:
nooit afgespeeld, gedeeltelijk afgespeeld en volledig
afgespeeld. Wanneer een episode gedeeltelijk is
afgespeeld, wordt deze de volgende keer vanaf de
laatste afspeelpositie afgespeeld. Wanneer een
episode nooit is afgespeeld of volledig is afgespeeld,
wordt deze vanaf het begin afgespeeld.
Eigen netwerk met music player
U kunt gegevens die op uw Nokia-apparaat zijn
opgeslagen, op afstand afspelen op compatibele
Muziekmap
51
apparatuur in een eigen netwerk. U kunt bestanden
van uw Nokia-apparaat ook naar andere apparaten
kopiëren die op uw eigen netwerk zijn aangesloten.
Eerst moet uw eigen netwerk zijn geconfigureerd.
'Informatie over het eigen netwerk', p. 88.
Een nummer of podcast extern afspelen
Muziekmap
1. Druk op en selecteer Muziek >
Muziekspeler.
2. Selecteer categorieën als u naar het nummer of de
podcast wilt gaan waarnaar u wilt luisteren. Draai
d e r an d v an de kn op al s u d o or de li js t w il t b la de re n.
3. Selecteer het gewenste nummer of de gewenste
podcast en selecteer Opties > Afspelen > Via
eigen netwerk.
4. Selecteer het apparaat waarin het bestand wordt
afgespeeld.
Nummers of podcasts draadloos kopiëren
Als u mediabestanden van uw apparaat wilt kopiëren
of overbrengen naar een ander compatibel apparaat in
een eigen thuisnetwerk, selecteert u een bestand en
selecteert u vervolgens Opties > Kopie nr eig.
netw.. Het delen van inhoud hoeft niet te zijn
ingeschakeld in de instellingen van het eigen
thuisnetwerk.
definiëren', p. 90.
Zie 'Delen inschakelen en inhoud
52
Muziek overbrengen naar uw
apparaat
Zie
U kunt muziek overbrengen vanaf een compatibele pc
of andere compatibele apparaten met behulp van een
compatibele USB-kabel of via Bluetooth.
Pc-vereisten voor muziekoverdracht:
● Microsoft Windows XP (of hoger)
● Een compatibele versie van Windows Media Player.
Meer informatie over de compatibiliteit met
Windows Media Player vindt u op de
productpagina's van uw apparaat op de Nokiawebsite.
● Nokia Nseries PC Suite 2.1 of nieuwer
Windows Media Player 10 kan afspeelvertragingen
veroorzaken in bestanden die zijn beveiligd met
WMDRM-technologie nadat ze naar uw apparaat zijn
overgebracht. Raadpleeg de ondersteuningswebsite
van Microsoft voor een hotfix op Windows Media Player
10 of schaf een nieuwere, compatibele versie van
Windows Media Player aan.
Muziek overbrengen vanaf de pc
U kunt muziek overbrengen op de volgende manieren:
● Als u het apparaat op een pc wilt weergeven als
massageheugenapparaat waarnaar u
gegevensbestanden kunt overbrengen, maakt u
verbinding via een compatibele USB-kabel of via
Bluetooth. Selecteer Massaopslag als
verbindingsmethode wanneer u een USB-kabel
gebruikt. Er moet een compatibele geheugenkaart
in het apparaat zijn geplaatst.
● Sluit een compatibele USB-kabel aan en selecteer
Mediaoverdracht als verbindingsmethode
wanneer u muziek wilt synchroniseren met
Windows Media Player. Er moet een compatibele
geheugenkaart in het apparaat zijn geplaatst.
Druk op
USB > USB-verbindingsmodus als u de standaard
USB-verbindingsmodus wilt wijzigen.
en selecteer Instrumenten > Connect. >
Muziek overbrengen met Windows Media
Player
De synchronisatiefuncties voor muziek kunnen per
versie van Windows Media Player variëren. Zie de
gebruikershandleiding en Help van Windows Media
Player voor meer informatie. De volgende instructies
zijn van toepassing op Windows Media Player 11.
Handmatige synchronisatie
Met handmatige synchronisatie kunt u de liedjes en
afspeellijsten selecteren die u wilt verplaatsen,
kopiëren of verwijderen.
1. Nadat u het apparaat hebt verbonden met
Windows Media Player, selecteert u het apparaat in
het navigatiedeelvenster aan de rechterkant
wanneer er meer dan één apparaat is aangesloten.
2. Blader in het linkernavigatiedeelvenster door de
muziekbestanden op uw pc die u wilt
synchroniseren.
3. Versleep en plaats nummers naar de
synchronisatielijst aan de rechterzijde.
U kunt de hoeveelheid beschikbaar geheugen in het
apparaat bekijken boven in de
synchronisatielijst .
4. Als u nummers of albums wilt verwijderen,
selecteert u een item in de synchronisatielijst .
Vervolgens klikt u met de rechtermuisknop en
selecteert u Verwijderen uit lijst .
5. Klik op Synchrn. starten om de synchronisatie te
starten.
Automatische synchronisatie
1. Klik op de tab Sync om de automatische
synchronisatiefunctie in Windows Media Player in
te schakelen, selecteer Nokia Handset >
Synchronisatie intsellen en schakel het
selectievakje Dit apparaat automatischsynchroniseren in.
2. Selecteer in het venster Beschikbare playlists de
playlists die u automatisch wilt synchroniseren en
klik op Toevoegen .
De geselecteerde items worden overgebracht naar
het deelvenster Te synchroniseren playlists .
Muziekmap
53
3. Klik op Voltooien als u de instelling van
automatische synchronisatie wilt voltooien.
Als het selectievakje Dit apparaat automatischsynchroniseren is ingeschakeld en u uw apparaat met
de PC verbindt, wordt de muziekbibliotheek in het
apparaat automatisch bijgewerkt op basis van de
Muziekmap
playlists die u hebt geselecteerd in Windows Media
Player. Als u geen afspeellijsten hebt geselecteerd,
wordt de volledige muziekbibliotheek op de pc
geselecteerd voor synchronisatie. Wanneer er niet
genoeg vrije ruimte op uw apparaat aanwezig is,
selecteert Windows Media Player automatisch de
handmatige synchronisatie.
Als u de synchronisatie wilt stoppen, klikt op de tab
Sync en selecteert u Synchronisatie met 'Nokiatoestel' stoppen .
Nokia Muziekwinkel
In de Nokia Muziekwinkel (netwerkdienst) kunt u
muziek opzoeken, doorbladeren en aanschaffen om te
downloaden naar het apparaat. Om muziek te kunnen
aanschaffen, moet u zich eerst voor deze dienst
registreren.
Kijk voor meer informatie over de beschikbaarheid van
Nokia Muziekwinkel in uw land op music.nokia.com.
54
Als u de Nokia Muziekwinkel wilt bezoeken, moet u
beschikken over een geldig internettoegangspunt op
het apparaat.
Druk op
u Nokia Muziekwinkel wilt openen.
Selecteer Opties > Zoeken in muziekwinkel voor
meer muziek in de verschillende categorieën van het
muziekmenu.
en selecteer Muziek > Muziekwinkl als
Instellingen voor Nokia Muziekwinkel
De beschikbaarheid en het uiterlijk van de instellingen
voor Muziekwinkel kunnen variëren. De instellingen
kunnen ook vooraf zijn gedefinieerd, waardoor u deze
niet kunt bewerken. Wanneer de instellingen niet
vooraf zijn gedefinieerd, wordt u misschien gevraagd
om het toegangspunt te selecteren dat u wilt
gebruiken wanneer u een verbinding tot stand brengt
met Muziekwinkel. Selecteer
Standaardtoegangspunt om het toegangspunt te
selecteren.
In Muziekwinkel kunt u mogelijk instellingen
bewerken door Opties > Instellingen te selecteren.
FM-zender
Informatie over de FM-zender
De beschikbaarheid van deze functie kan per land
verschillen.
Op het moment van afdrukken was het FMzenderonderdeel bedoeld voor gebruik in de volgende
landen: België, Bulgarije, Denemarken, Duitsland,
Estland, Finland, Ierland, IJsland, Liechtenstein,
Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen,
Oostenrijk, Portugal, Spanje, Tsjechië, Turkije, het
Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. Zie
www.nseries.com/fmtransmitter voor de meest
recente informatie en een lijst met niet-Europese
landen waar u de FM-zender mag gebruiken. Voordat
u de functie in een ander land gaat gebruiken, kijkt u
op www.nseries.com/fmtransmitter om te controleren
of gebruik ervan is toegestaan.
Met de FM-zender kunt u nummers in het apparaat via
een willekeurige FM-ontvanger, zoals een autoradio of
een stereoset, afspelen.
De reikwijdte van de FM-zender is maximaal drie
meter. De overdracht kan hinder ondervinden van
obstakels, zoals muren, andere elektronische
apparaten of publieke radiozenders. De FM-zender kan
storingen veroorzaken in nabijgelegen FM-zenders die
op dezelfde frequentie werken. Als u storingen wilt
voorkomen, dient u voordat u de FM-zender gebruikt
altijd een vrije FM-frequentie op de zender te zoeken.
De FM-zender kan niet tegelijkertijd met de FM-radio
van het apparaat worden gebruikt.
Het frequentiebereik van de zender ligt tussen 88,1 en
107,9 MHz.
Als de zender is ingeschakeld en er geluiden worden
verzonden, wordt
modus. Als de zender is ingeschakeld en er geen
geluiden worden verzonden, wordt
en er klinkt een geluidssignaal. De zender wordt
automatisch uitgeschakeld als deze gedurende enkele
minuten geen geluiden verzendt.
weergegeven in de stand-by
weergegeven
Een nummer afspelen met de FMzender
Ga als volgt te werk om een op uw apparaat
opgeslagen nummer via een compatibele FMontvanger af te spelen:
1. Druk op
Muziekspeler.
2. Selecteer een nummer of selecteer de afspeellijst
die u wilt afspelen.
3. Selecteer Opties > FM-zender in de weergave
Afspelen.
4. Als u de FM-zender wilt activeren, stelt u FM-
zender in op Aan en voert u een vrije frequentie in.
Als de frequentie 107,8 MHz in uw gebied
bijvoorbeeld vrij is en u de FM-ontvanger erop
afstemt, moet u de FM-zender ook afstemmen op
107,8 MHz.
5. Stem het ontvangstapparaat op dezelfde
frequentie af en selecteer Opties > Afsluiten.
en selecteer Muziek >
Muziekmap
55
Als u het volume wilt aanpassen, gebruikt u de
volumefunctie in het ontvangstapparaat. Luister naar
muziek op een gematigd geluidsvolume.
Voortdurende blootstelling aan een hoog
geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen.
U kunt de FM-zender deactiveren door Opties > FM-
Muziekmap
zender te selecteren en FM-zender in te stellen op
Uit.
Als er gedurende enkele minuten geen muziek wordt
afgespeeld, wordt de zender automatisch
uitgeschakeld.
FM-zenderinstellingen
Druk op en selecteer Muziek > FM-zender.
Selecteer FM-zender > Aan om de FM-zender te
activeren.
Selecteer Frequentie en voer de gewenste waarde in
om de frequentie handmatig in te stellen.
Selecteer Opties > Recente frequenties om de
eerder gebruikte frequenties weer te geven.
Nokia Podcasting
Met de toepassing Nokia Podcasting (netwerkdienst)
kunt u via de ether podcasts zoeken, abonnementen
op podcasts nemen en podcasts downloaden en met
56
het apparaat audio- en videopodcasts afspelen,
beheren en met anderen delen.
Podcast-instellingen
Stel uw verbindings- en downloadinstellingen in
voordat u Nokia Podcasting gebruikt.
De aanbevolen verbindingsmethode is WLAN. Vraag bij
uw serviceprovider naar de voorwaarden en kosten
voor gegevensdiensten voordat u andere
verbindingen gebruikt. Bij een gegevensplan met een
vast tarief kunt u bijvoorbeeld grote hoeveelheden
gegevens overbrengen tegen één maandelijks bedrag.
Verbindingsinstellingen
Druk op en selecteer Muziek > Podcasting >
Opties > Instellingen > Verbinding als u de
verbindingsinstellingen wilt bewerken.
Definieer het volgende:
● Standaardtoeg. punt — Selecteer het
toegangspunt om uw internetverbinding te
definiëren.
● URL van zoekservice — Definieer de dienst voor
het zoeken naar podcasts die u in zoekopdrachten
wilt gebruiken.
Downloadinstellingen
Druk op en selecteer Muziek > Podcasting >
Opties > Instellingen > Downloaden als u de
downloadinstellingen wilt bewerken.
Definieer het volgende:
● Opslaan in — Definieer de locatie waar u de
podcasts wilt opslaan.
● Update-interval — Geef aan hoe vaak er een
update van de podcasts moet worden uitgevoerd.
● Datum volgende update — Geef de datum van de
volgende automatische update op.
● Tijd volgende update — Geef het tijdstip van de
volgende automatische update op.
Automatische updates vinden alleen plaats als een
specifiek standaardtoegangspunt is geselecteerd en
Nokia Podcasting wordt uitgevoerd. Als Nokia
Podcasting niet wordt uitgevoerd, worden de
automatische updates niet geactiveerd.
● Downloadlimiet (%) — Geef aan hoeveel
geheugen voor gedownloade podcasts wordt
gebruikt.
● Als limiet is bereikt — Geef aan wat u wilt doen
als de downloads de downloadlimiet overschrijden.
Het instellen van de toepassing om automatische
podcasts binnen te halen, kan de overdracht van grote
hoeveelheden gegevens via het netwerk van uw
serviceprovider met zich meebrengen. Neem contact
op met uw serviceprovider voor meer informatie over
de kosten van gegevensoverdracht.
Selecteer Opties > Standaardinstellingen in de
weergave Instellingen als u de standaardinstellingen
wilt herstellen.
Podcasts zoeken
Met Zoeken kunt u podcasts op trefwoord of titel
zoeken.
De zoekfunctie gebruikt de podcastzoekservice die u
instelt in Podcasting > Opties > Instellingen >
Verbinding > URL van zoekservice.
Druk op
Zoeken en voer de gewenste trefwoorden in om
podcasts te zoeken.
Selecteer Abonneren om een abonnement te nemen
op gemarkeerde kanalen en deze aan uw podcasts toe
te voegen. U kunt ook een podcast toevoegen door er
een te selecteren.
Selecteer Opties > Opnieuw zoeken om een nieuwe
zoekopdracht te starten.
Selecteer Opties > Webpagina openen om naar de
website van de podcast te gaan (netwerkservice).
Selecteer Opties > Beschrijving als u de details van
een podcast wilt bekijken.
, selecteer Muziek > Podcasting >
Tip: Er wordt naar podcasttitels en trefwoorden
in beschrijvingen gezocht, niet naar specifieke
episoden. Algemene onderwerpen, zoals voetbal
of hip-hop, leveren meestal betere resultaten op
dan een specifiek team of een specifieke artiest.
Muziekmap
57
Selecteer Opties > Zenden om geselecteerde
podcasts naar een ander compatibel apparaat te
verzenden.
Mappen
In de mappen kunt u nieuwe podcast-episodes vinden
Muziekmap
waarop u zich kunt abonneren.
Druk op
Mappen als u mappen wilt openen.
De inhoud van de mappen verandert. Selecteer de
gewenste map om deze bij te werken
(netwerkservice). De kleur van de map verandert zodra
de update is voltooid.
In de mappen worden de podcasts gesorteerd op
populariteit of in themamappen.
Als u de gewenste themamap wilt openen, selecteert
u deze en selecteert u Openen. Er wordt een lijst met
podcasts weergegeven.
Als u zich op een podcast wilt abonneren, selecteert u
de titel en selecteert u Bijwerken. Nadat u zich hebt
geabonneerd op de episodes van een podcast, kunt u
deze downloaden, beheren en afspelen in het
podcastmenu.
Selecteer Opties > Nieuw > Webmap of Map om
een nieuwe map toe te voegen. Selecteer een titel, een
URL van het .opml-bestand (outline processor markup
58
language) en Gereed.
en selecteer Muziek > Podcasting >
Selecteer Opties > Bewerken om de geselecteerde
map, webkoppeling of webmap te bewerken.
Selecteer Opties > OPML-best. importeren om
een .opml-bestand te importeren dat op uw apparaat
is opgeslagen. Selecteer de locatie van het bestand en
importeer het.
Wanneer u een map als multimediabericht of via
Bluetooth wilt verzenden, selecteert u de map en
Opties > Zenden.
Wanneer u een bericht met een .opml-bestand via
Bluetooth ontvangt, opent u het bestand om het op te
slaan in de map Ontvangen in de mappen. Open de
map om een abonnement te nemen op een van de
koppelingen en deze aan uw podcasts toe te voegen.
Downloaden
Nadat u zich op een podcast hebt geabonneerd, kunt
u vanuit de mappen, door te zoeken of door een URL
in te voeren, in Podcasts episodes beheren,
downloaden en afspelen.
Selecteer Podcasting > Podcasts om de podcasts te
bekijken waarop u zich hebt geabonneerd.
Selecteer het podcastbestand om de titels van
afzonderlijke episodes te bekijken (een episode is een
specifiek mediabestand van een podcast).
Selecteer de episodetitel om te beginnen met
downloaden. Selecteer Downloaden om
geselecteerde of gemarkeerde episodes te
downloaden of verder te gaan met het downloaden
van deze episodes. U kunt verschillende episodes
tegelijk downloaden.
Als u een deel van een podcast wilt afspelen tijdens het
downloaden of na deze gedeeltelijk te hebben
gedownload, selecteert u de podcast en vervolgens
Opties > Voorbeeld afspelen.
Volledig gedownloade podcasts zijn te vinden in de
map Podcasts maar worden pas weergegeven nadat
u de bibliotheek hebt vernieuwd.
Podcasts afspelen en beheren
Als u de beschikbare episodes van de geselecteerde
podcast wilt afspelen, gaat u naar Podcasts en
selecteert u Openen. Onder elke episode vindt u de
bestandsindeling, de bestandsgrootte en het tijdstip
van de upload.
Wanneer de podcast volledig is gedownload,
selecteert u deze en selecteert u Afspelen om de
podcast af te spelen.
Selecteer Opties > Bijwerken als u de geselecteerde
podcast of gemarkeerde podcasts voor een nieuwe
episode wilt bijwerken.
Selecteer Opties > Bijwerken stoppen om het
bijwerken te stoppen.
Selecteer Opties > Nieuwe podcast als u een nieuwe
podcast wilt toevoegen door de URL van de podcast in
te voeren. Als u geen toegangspunt hebt gedefinieerd
of als u tijdens het tot stand brengen van de
gegevensverbinding wordt gevraagd een
gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren, neemt u
contact op met uw serviceprovider.
Selecteer Opties > Bewerken als u de URL van de
geselecteerde podcast wilt bewerken.
Selecteer Opties > Verwijderen als u een
gedownloade podcast of gemarkeerde podcasts van
uw apparaat wilt verwijderen.
Selecteer Opties > Zenden als u de geselecteerde
podcast of gemarkeerde podcasts als OPML-bestanden
in een multimediabericht of via de Bluetoothverbinding naar een ander compatibel apparaat wilt
verzenden.
Als u een groep geselecteerde podcasts tegelijk wilt
bijwerken, verwijderen of verzenden, selecteert u
Opties > Markeringen aan/uit markeert u de
gewenste podcasts en selecteert u Opties om de
gewenste actie te kiezen.
Selecteer Opties > Webpagina openen om de
website van de podcast te openen (netwerkdienst).
Sommige podcasts bieden de mogelijkheid om te
communiceren met de makers van de podcast door
commentaar te geven of ergens een stem op uit te
brengen. Selecteer Opties > Opmerkingen weerg.
Muziekmap
59
als u een internetverbinding tot stan d wilt brengen om
dit te doen.
Radiotoepassingen
Druk op , selecteer Muziek > Radio en selecteer
Muziekmap
vervolgens Visual Radio of Internetradio.
Visual Radio
U kunt de radio als een traditionele FM-radio gebruiken
en automatisch afstemmen op zenders en deze
opslaan. Als u afstemt op zenders die de dienst Visual
Radio bieden (netwerkdienst), wordt informatie over
het radioprogramma op het scherm weergegeven.
De radio ondersteunt RDS-functionaliteit (Radio Data
System). Radiozenders die RDS ondersteunen, geven
soms informatie weer, zoals de naam van de zender.
Als dit in de instellingen is geactiveerd, probeert RDS
ook een alternatieve frequentie voor de actieve zender
te zoeken als de ontvangst zwak is.
Wanneer u de radio voor de eerste keer opent, helpt
een wizard u bij het opslaan van lokale radiostations
(netwerkdienst).
Als u geen toegang hebt tot de dienst Visual Radio,
ondersteunen de operators en radiozenders in uw
gebied deze dienst mogelijk niet.
60
Naar de radio luisteren
De FM-radio maakt gebruik van een andere antenne
dan de antenne van het draadloze apparaat. De FMradio functioneert alleen naar behoren als er een
compatibele hoofdtelefoon of andere accessoire op
het apparaat is aangesloten.
Druk op
Radio.
De kwaliteit van de radio-uitzending is afhankelijk van
dekking van het radiostation in het gebied.
U kunt iemand bellen of een inkomende oproep
normaal beantwoorden terwijl u naar de radio luistert.
De radio wordt gedempt tijdens actieve oproepen.
Selecteer
wilt starten.
Selecteer Opties > Handmatig afstemmen als u de
frequentie handmatig wilt wijzigen.
Als u in uw apparaat radiozenders hebt opgeslagen,
selecteert u
opgeslagen zender te gaan.
Gebruik de volumetoets als u het volume wilt regelen.
gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling
aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor
beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor
en selecteer Muziek > Radio > Visual
of als u het zoeken naar zenders
of om naar de volgende of vorige
Waarschuwing: Luister naar muziek op een
wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het
volume erg luid kan zijn.
Selecteer Opties > Luidspreker aan als u via de
luidspreker naar de radio wilt luisteren.
Selecteer Opties > Zenderoverzicht (netwerkdienst)
als u beschikbare zenders op basis van de locatie wilt
weergeven.
Selecteer Opties > Zender opslaan om de zender
waarop u momenteel hebt afgestemd, op te slaan in
uw lijst met zenders.
Selecteer Opties > Zenders om de lijst met
opgeslagen zenders te openen.
Selecteer Opties > Afsp. in achtergrond om naar de
stand-by modus terug te gaan terwijl u op de
achtergrond naar de FM-radio blijft luisteren.
Visuele inhoud weergeven
Neem contact op met de serviceprovider als u meer wilt
weten over de beschikbaarheid en kosten van de
dienst en als u zich hierop wilt abonneren.
Selecteer Opties > Visuele dienst starten als u
beschikbare visuele inhoud wilt weergeven terwijl u
naar een opgeslagen zender met een ID visuele dienst
luistert.
Opgeslagen zenders
Selecteer Opties > Zenders als u de lijst met
opgeslagen zenders wilt openen.
Selecteer Opties > Zender > Luisteren als u wilt
luisteren naar een opgeslagen zender. Selecteer
Opties > Zender > Visuele dienst starten als u de
beschikbare visuele inhoud voor een zender wilt
weergeven met de dienst Visual Radio.
Selecteer Opties > Zender > Bewerken als u de
details van een zender wilt wijzigen.
Instellingen voor Visual Radio
Druk op en selecteer Muziek > Radio > Visual
Radio > Opties > Instellingen.
● Alternatieve frequenties — Selecteer Autom.
scannen aan als u automatisch wilt zoeken naar
alternatieve frequenties als de ontvangst zwak is.
● Autostart dienst — Selecteer Ja om Visual Radio
automatisch te starten als u een opgeslagen zender
selecteert die de dienst Visual Radio aanbiedt.
● Toegangspunt — Selecteer het toegangspunt voor
de gegevensverbinding met Visual Radio. U hebt
geen toegangspunt nodig als u de toepassing wilt
gebruiken als FM-radio.
● Huidige regio — Selecteer het gebied waarin u zich
bevindt. Deze instelling wordt alleen weergegeven
als er geen netwerkdekking is wanneer u de
toepassing start.
Nokia Internetradio
Met de toepassing Nokia Internetradio (een
netwerkdienst) kunt u naar beschikbare radiozenders
Muziekmap
61
op internet luisteren. U moet op uw apparaat een
WLAN- of packet-gegevenstoegangspunt hebben
gedefinieerd als u naar radiostations wilt luisteren. Bij
het luisteren naar de zenders worden mogelijk grote
hoeveelheden gegevens via het netwerk van de
serviceprovider verzonden. De aanbevolen
Muziekmap
verbindingsmethode is WLAN (draadloos netwerk).
Vraag bij uw serviceprovider naar de voorwaarden en
kosten voor gegevensdiensten voordat u andere
verbindingen gebruikt. Bij een gegevensdienst met
een vast tarief kunt u bijvoorbeeld grote hoeveelheden
gegevens overbrengen tegen een ingesteld
maandelijks bedrag.
Luisteren naar radiozenders op internet
Druk op en selecteer Muziek > Radio >
Internetradio.
Waarschuwing: Luister naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling
aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor
beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor
wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het
volume erg luid kan zijn.
Ga als volgt te werk om naar een radiozender op
internet te luisteren:
1. Selecteer een zender in uw Favorieten of in de lijst
62
met zenders. U kunt ook een zender op naam
zoeken in de Nokia Internet Radio-dienst.
Als u een zender handmatig wilt toevoegen,
selecteert u Opties > Zender handm. toev.. U
kunt ook met de webtoepassing naar
zenderkoppelingen op internet zoeken.
Compatibele koppelingen worden automatisch
geopend in de toepassing Nokia Internet Radio.
2. Selecteer Luisteren.
De weergave Afspelen wordt geopend met
gegevens over de zender en het nummer dat u op
dat moment beluistert.
Druk op de bladertoets om het afspelen te pauzeren.
Druk opnieuw op de bladertoets om het afspelen te
hervatten.
Gebruik de volumetoets als u het volume wilt regelen.
Als u zendergegevens wilt weergeven, selecteert u
Opties > Zenderinformatie (niet beschikbaar als u
de zender handmatig hebt opgeslagen).
Als u naar een zender luistert die in uw Favorieten is
opgeslagen, bladert u naar links of naar rechts om naar
de vorige of naar de volgende opgeslagen zender te
luisteren.
Favoriete zenders
Als u uw favoriete zenders wilt weergeven en
beluisteren, drukt u op
Radio > Internetradio > Favorieten.
en selecteert u Muziek >
Als u een zender handmatig aan uw favorieten wilt
toevoegen, selecteert u Opties > Zender handm.
toev.. Voer het webadres van de zender in evenals de
naam die u in uw lijst met favoriete zenders wilt
opnemen.
Als u de zender die u op dat moment beluistert, aan uw
favorieten wilt toevoegen, selecteert u Opties >
Toev. aan Favorieten.
Als u zendergegevens wilt weergeven, de zender hoger
of lager in de lijst wilt plaatsen of een zender uit uw
lijst met favoriete zenders wilt verwijderen, selecteert
u Opties > Zender en de gewenste optie.
Als u alleen zenders wilt weergeven die met bepaalde
letters of cijfers beginnen, voert u de tekens een voor
een in. De overeenkomende zenders worden
weergegeven.
Zenders zoeken
Ga als volgt te werk als u in de Nokia Internet Radiodienst radiozenders op naam wilt zoeken:
1. Selecteer Zoeken in de hoofdweergave van de
toepassing.
2. Voer de naam van de zender of de eerste letters
daarvan in het zoekveld in en selecteer Zoeken.
De overeenkomende zenders worden
weergegeven.
Als u naar een zender wilt luisteren, selecteert u deze
en selecteert u Luisteren.
Als u een zender als een van uw favorieten wilt opslaan,
selecteert u deze en selecteert u Opties > Toev. aan
Favorieten.
Selecteer Opties > Opnieuw zoeken als u nog een
zender wilt zoeken.
Lijst met zenders
Druk op en selecteer Radio > Internetradio >
Zenderoverzicht.
De lijst met zenders wordt door Nokia bijgehouden. Als
u naar een internetzender buiten de lijst wilt luisteren,
voegt u handmatig zendergegevens toe of bladert u
met de webtoepassing naar zenderkoppelingen op
internet.
Geef op hoe u de beschikbare zenders wilt sorteren:
● Bladeren op genre — Hiermee geeft u de
beschikbare radiogenres weer.
● Bladeren op taal — Hiermee geeft u de talen weer
waarin zenders worden uitgezonden.
● Bladeren op land — Hiermee geeft u de landen
weer waarin zenders worden uitgezonden.
● Populaire zenders — Hiermee geeft u de meest
populaire zenders in de lijst weer.
Instellingen voor internetradio
Druk op en selecteer Muziek > Radio >
Internetradio > Opties > Instellingen.
Muziekmap
63
Als u het standaardtoegangspunt wilt selecteren om
verbinding met het netwerk te maken, selecteert u
Standaardtoegangspunt en maakt u uw keuze uit de
beschikbare opties. Selecteer Altijd vragen als u wilt
dat telkens wanneer u de toepassing opent, naar het
toegangspunt wordt gevraagd.
Muziekmap
Maak uw keuze uit de volgende opties als u de
verbindingssnelheden voor de diverse
verbindingstypen wilt wijzigen:
● Bitrate voor GPRS-verb. — voor GPRS-
gegevensverbindingen
● Bitrate voor 3G-verbinding — voor 3G-
gegevensverbindingen
● Bitrate voor WiFi-verb. — voor WLAN-
verbindingen
De kwaliteit van de radio-uitzending is afhankelijk van
de geselecteerde verbindingssnelheid. Hoe hoger de
snelheid, des te beter de kwaliteit. U kunt buffering
vermijden door de hoogste kwaliteit alleen bij snelle
verbindingen te gebruiken.
64
Camera
Informatie over de camera
De Nokia N78 heeft twee camera's. De hoofdcamera
met een hoge resolutie (tot maximaal 3,2 megapixels)
bevindt zich aan de achterzijde van het apparaat. De
tweede camera, met een lagere resolutie, bevindt zich
aan de voorkant. U kunt met beide camera's foto's
maken en video's opnemen.
Uw apparaat ondersteunt een beeldresolutie van 2048
x 1536 pixels. De beeldresolutie kan in deze
documentatie anders zijn weergegeven.
De foto's en videoclips worden automatisch
opgeslagen in de toepassing Foto's.
'Foto's', p. 76. De foto's die u met de camera maakt,
hebben de JPEG-indeling. Videoclips worden
opgenomen in de bestandsindeling MPEG-4 met de
extensie .mp4 of in de bestandsindeling 3GPP met de
extensie .3gp (kwaliteit voor delen).
instellingen', p. 75.
Als u geheugen voor nieuwe afbeeldingen en
videoclips wilt vrijmaken, kunt u met bijvoorbeeld een
compatibele USB-gegevenskabel bestanden naar een
compatibele pc kopiëren en de bestanden van het
apparaat verwijderen. Wanneer het geheugen vol is,
wordt een bericht weergegeven en wordt u gevraagd
of u het gebruikte geheugen wilt wijzigen.
Zie
Zie 'Video-
U kunt foto's en videoclips verzenden in een
multimediabericht, als e-mailbijlage of via andere
verbindingsmethoden, zoals een Bluetoothverbinding of een draadloze LAN-verbinding (WLAN). U
kunt foto's en videoclips ook uploaden naar een
compatibel online album.
delen ', p. 85.
Zie ' Foto's en video's online
De camera activeren
Als u de hoofdcamera wilt activeren, drukt u op de
opnametoets en houdt u deze ingedrukt. Ook als u de
hoofdcamera wilt activeren wanneer deze al op de
achtergrond is geopend, drukt u op de opnametoets
en houdt u deze ingedrukt.
Als u de hoofdcamera wilt sluiten, selecteert u
Afsluiten.
Afbeeldingen vastleggen
Symbolen van de fotocamera
In de camerazoeker wordt het volgende weergegeven:
Camera
65
Camera
1 — Symbool voor opnamemodus
2 — Actieve werkbalk. Tijdens de opname wordt de
werkbalk niet weergegeven.
werkbalk', p. 66.
3 — Symbool voor batterijniveau
4 — Symbool voor afbeeldingsresolutie.
5 — Afbeeldingsteller, die een schatting geeft van het
aantal afbeeldingen dat u kunt maken met de
ingestelde afbeeldingskwaliteit en het gebruikte
geheugen.
6 — De symbolen voor het apparaatgeheugen (
de geheugenkaart (
opgeslagen.
7 — Symbool voor GPS-signaal.
'Locatiegegevens', p. 68.
Zie 'Actieve
) geven aan waar foto's worden
Zie
Actieve werkbalk
66
De actieve werkbalk bevat snelkoppelingen naar
verschillende items en instellingen voordat en nadat u
een afbeelding vastlegt of een video opneemt. Ga naar
de items en selecteer deze door op de bladertoets te
drukken. U kunt ook opgeven wanneer de actieve
werkbalk moet worden weergegeven in het scherm.
Als u de camera sluit, worden in de actieve werkbalk
de standaardinstellingen hersteld.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u de
actieve werkbalk wilt weergeven voordat en nadat u
een afbeelding hebt vastgelegd of een video hebt
opgenomen. Selecteer Opties > Pictogram
verbergen als u de actieve werkbalk alleen wilt
weergeven wanneer u deze nodig hebt. Druk op de
bladertoets als u de actieve werkbalk wilt weergeven
wanneer deze verborgen is. De werkbalk is gedurende
vijf seconden zichtbaar.
Maak in de actieve werkbalk een keuze uit de volgende
opties voordat u een afbeelding vastlegt of een video
opneemt:
om te schakelen tussen de videomodus en de
fotomodus.
) en
Hiermee selecteert u de scène.
Hiermee selecteert u de flitsermodus (alleen
afbeeldingen).
Hiermee activeert u de zelfontspanner (alleen
afbeeldingen).
zelfontspanner', p. 70.
Zie 'Zelf op de foto met de
Hiermee activeert u de reeksmodus (alleen
afbeeldingen).
Hiermee selecteert u een kleureffect.
Hiermee kunt u het zoekerraster weergeven of
verbergen (alleen afbeeldingen).
Hiermee past u de witbalans aan.
Hiermee past u de belichtingscompensatie aan
(alleen afbeeldingen).
Hiermee past u de scherpheid van het beeld aan
(alleen afbeeldingen).
om de helderheid te regelen (alleen afbeeldingen).
Hiermee past u het contrast aan (alleen
afbeeldingen).
Hiermee past u de lichtgevoeligheid aan (alleen
afbeeldingen).
De pictogrammen geven de huidige instelling aan.
Het opslaan van een vastgelegde afbeelding kan langer
duren als u de instellingen voor zoomen, belichting of
kleur hebt gewijzigd.
De beschikbare opties variëren afhankelijk van de
huidige opnamemodus en weergave.
maken van een foto', p. 68.Zie 'Na het opnemen van
een video', p. 73. De actieve werkbalk in de
toepassing Foto's bevat verschillende opties.
'Actieve werkbalk', p. 78.
Zie 'Een reeks foto's maken', p. 70.
Zie 'Na het
Zie
Foto's maken
Houd bij het maken van een foto rekening met het
volgende:
● Gebruik beide handen om de camera stil te houden.
● De kwaliteit van een digitaal gezoomde foto is lager
dan die van een niet-gezoomde foto.
● Als u een poosje niet op een toets drukt, wordt de
batterijspaarstand geactiveerd. Druk op de
opnametoets als u wilt doorgaan met het maken
van foto's.
Ga als volgt te werk om een afbeelding vast te leggen:
1. Als de camera zich in de videomodus bevindt,
selecteert u de fotomodus in de actieve werkbalk.
2. Druk de opnametoets half in om de focus op een
voorwerp vast te zetten (alleen hoofdcamera, niet
beschikbaar in landschap- en sportscènes).
'Actieve werkbalk', p. 66.). U ziet een groen symbool
voor de vergrendelde focus op het scherm. Als de
focus niet is vergrendeld, brandt een rood
focussymbool. Laat de opnametoets los en druk
deze nogmaals half in. U kunt ook foto's maken
zonder de focus te vergrendelen.
Zie
Camera
67
3. Als u een foto wilt maken,
drukt u op de opnametoets.
Houd het apparaat stil totdat
de foto is opgeslagen en de
Camera
definitieve foto op het scherm
wordt weergegeven.
Gebruik de zoomtoets van het
apparaat om in of uit te zoomen
wanneer u een foto maakt.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de
camera aan de voorkant wilt activeren. Als u een foto
wilt maken, drukt u op de bladertoets. Druk de
bladertoets omhoog of omlaag als u wilt in- of
uitzoomen.
Druk op
geopend wilt houden en andere toepassingen wilt
gebruiken. Houd de opnametoets ingedrukt als u wilt
terugkeren naar de camera.
als u de camera op de achtergrond
Locatiegegevens
U kunt automatisch informatie over de locatie waar de
foto is gemaakt, toevoegen aan de bestandsgegevens
van het vastgelegde materiaal.
Selecteer Opties > Instellingen > Locatie
vastleggen > Aan in Cam era om locati egege vens to e
te voegen aan al het vastgelegde materiaal.
68
Symbolen voor locatiegegevens worden onder aan het
scherm weergegeven:
●
— Locatiegegevens niet beschikbaar. Het GPSsymbool wordt enkele minuten op de achtergrond
weergegeven. Als een satellietverbinding wordt
gevonden en het symbool binnen deze periode
verandert in
en video's die binnen die periode zijn gemaakt op
de ontvangen GPS-positiegegevens gebaseerd.
●
— Locatiegegevens beschikbaar. De
locatiegegevens worden aan de bestandsgegevens
toegevoegd.
Zie 'Instellingen van fotocamera aanpassen', p. 74.
, worden de geolabels van alle foto's
Na het maken van een foto
Selecteer een van de volgende opties in de actieve
werkbalk nadat u de foto hebt gemaakt (alleen
beschikbaar als Opgenomen afb. weerg. is
ingeschakeld in de instellingen van de fotocamera):
● Selecteer Verwijdrn (
bewaren.
● Als u de foto wilt verzenden als een
multimediabericht, e-mailbericht of via een andere
verbindingsmethode, bijvoorbeeld een Bluetoothverbinding, drukt u op de beltoets of selecteert u
Verzenden (
verzenden', p. 122.
). Zie 'Berichten invoeren en
) als u de foto niet wilt
Selecteer Verzenden naar beller ( ) als u een
telefoongesprek voert.
● Selecteer Toevoegen aan album
aan een album wilt toevoegen.
● Selecteer Details
wilt weergeven.
● Selecteer
voor een album hebt ingesteld) als u de foto wilt
verzenden naar een compatibel online album.
Foto's en video's online delen ', p. 85.
Selecteer Opties > Instell. als achtergrond als u de
foto als achtergrond in de actieve stand-by modus wilt
gebruiken.
Selecteer Opties > Toewijzen aan contact als u de
foto wilt instellen als contactfoto voor een
contactpersoon.
Druk op de opnametoets als u wilt terugkeren naar de
zoeker om een nieuwe foto vast te leggen.
als u informatie over de foto
(alleen beschikbaar als u een account
als u de foto
Zie '
Flitser
De flitser is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
De camera van uw apparaat heeft een LED-flitser voor
omstandigheden met weinig licht. De volgende
flashmodi zijn beschikbaar voor de camera:
Automatisch (
).
(
), Rde-ogenrd. ( ), Aan ( ) en Uit
Selecteer in de actieve werkbalk de gewenste
flashmodus als u de flashmodus wilt wijzigen.
Scènes
Scènes zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Met een scène krijgt u automatisch de juiste
instellingen voor kleur en belichting voor de huidige
omgeving. De instellingen van elke scène zijn
afgestemd op een bepaalde stijl of omgeving.
De standaardscène in de afbeeldingsmodus is Auto en
in de videomodus Automatisch (beide worden
aangegeven met
Als u van scène wilt veranderen, selecteert u
Scènemodus op de actieve werkbalk en selecteert u
een scène.
Ga naar Gebr. gedef. en selecteer Opties >
Wijzigen als u uw eigen scène geschikt wilt maken
voor een bepaalde omgeving. In de door de gebruiker
gedefinieerde scène kunt u verschillende belichtingsen kleurinstellingen aanpassen. Selecteer Gebaseerd
op modus en selecteer de gewenste scène als u de
instellingen van een andere scène wilt kopiëren. Druk
op Terug als u de wijzigingen wilt opslaan en wilt
terugkeren naar de lijst met scènes. Als u uw eigen
scène wilt activeren, bladert u naar Gebr. gedef., drukt
u op de bladertoets en selecteert u Selecteren.
).
Camera
69
Een reeks foto's maken
De reeksmodus is alleen beschikbaar in de
hoofdcamera.
Camera
Selecteer Reeksmodus in de actieve werkbalk om de
camera in te stellen om een reeks afbeeldingen vast te
leggen (als er voldoende geheugen beschikbaar is).
Selecteer Burst om het maken van foto's in een snelle
reeks te starten. Houd vervolgens op de opnametoets
ingedrukt. Er worden foto's gemaakt totdat u de
opnametoets loslaat of er geen geheugen meer
beschikbaar is. Als u de opnametoets kort indrukt,
wordt een reeks van zes foto's gemaakt.
Als u een reeks van twee of meer foto's volgens een
gedefinieerd interval wilt maken, selecteert u de
gewenste waarde. Druk op de opnametoets om de
foto's te maken. Selecteer Annuleren om te stoppen
met het maken van foto's. Het hangt af van het
beschikbare geheugen hoeveel foto's worden
gemaakt.
D e g em a ak te f ot o' s wo rd e n i n e e n r as t er op h et sc he r m
weergegeven. Druk op de bladertoets om een foto
weer te geven. Als u een tijdsinterval hebt ingesteld,
wordt alleen de foto weergegeven die u als laatste
hebt gemaakt.
U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie
met de zelfontspanner.
70
Druk op de opnametoets als u terug wilt gaan naar de
zoeker in de reeksmodus.
Selecteer Reeksmodus > Enkele opname in de
actieve werkbalk om de reeksmodus uit te schakelen.
Zelf op de foto met de
zelfontspanner
De zelfontspanner is alleen beschikbaar in de
hoofdcamera. Met de zelfontspanner kunt u een
opname uitstellen zodat u zelf ook op de foto kunt
komen te staan.
Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Zelfontspanner > 2 seconden, 10 seconden of 20
seconden om de vertraging voor de zelfontspanner in
te stellen.
Selecteer Activeren als u de zelfontspanner wilt
activeren. U hoort een signaal wanneer de
zelfontspanner is geactiveerd, en vóór de opname
knippert de vierhoek. De foto wordt gemaakt wanneer
de geselecteerde vertraging is verstreken.
Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Zelfontspanner > Uit om de zelfontspanner uit te
schakelen.
Tip: Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Zelfontspanner > 2 seconden zodat u uw
hand stil kunt houden wanneer u een foto
maakt.
Tips voor het maken van goede
foto's
Beeldkwaliteit
Gebruik de juiste beeldkwaliteit. De camera heeft
diverse modi voor de beeldkwaliteit. Gebruik de
hoogste instelling als u foto's wilt maken van de
allerbeste beeldkwaliteit. Er is echter ook meer
geheugenruimte nodig voor foto's van een betere
beeldkwaliteit. Voor multimediaberichten (MMS) en emailbijlagen moet u misschien de laagste
beeldkwaliteitsmodus kiezen, die is geoptimaliseerd
voor MMS-verzending. U kunt de kwaliteit definiëren in
de camera-instellingen.
fotocamera aanpassen', p. 74.
Achtergrond
Gebruik een eenvoudige achtergrond. Voor portretten
en andere foto's met mensen, moet u erop letten dat
het onderwerp zich niet tegen een rommelige of
complexe achtergrond bevindt, waardoor de aandacht
van het onderwerp wordt afgeleid. Verplaats de
camera of het onderwerp als aan deze voorwaarden
niet wordt voldaan. Plaats de camera dichter bij het
object om duidelijkere portretten te maken.
Diepte
Wanneer u landschappen fotografeert, kunt u diepte
aan foto's toevoegen door objecten op de voorgrond
Zie 'Instellingen van
te plaatsen. Als het object op de voorgrond zich te dicht
bij de camera bevindt, kan het wazig worden.
Lichtomstandigheden
Een verandering van de bron, hoeveelheid en richting
van het licht kan een foto aanzienlijk beïnvloeden. Hier
volgen enkele veelvoorkomende
lichtomstandigheden:
● Lichtbron achter het onderwerp. Plaats het
onderwerp nooit vóór een sterke lichtbron. Als de
lichtbron achter het onderwerp of zichtbaar in het
display staat, heeft de resulterende foto mogelijk
een te zwak contrast, is de foto te donker of bevat
deze ongewenste lichteffecten.
● Onderwerp wordt van opzij belicht. Een sterke
belichting van opzij geeft een dramatisch effect,
maar is soms te schril, wat te veel contrast oplevert.
● Lichtbron vóór het onderwerp. Fel zonlicht kan tot
gevolg hebben dat de personen hun ogen
dichtknijpen. Bovendien is het contrast vaak te
groot.
● Optimale belichting vindt u in situaties met veel
diffuus, zacht licht, bijvoorbeeld op een heldere of
lichtbewolkte dag of op een zonnige dag in de
schaduw van bomen.
Camera
71
Video opnemen
Symbolen bij video-opname
Camera
In de videozoeker wordt het volgende weergegeven:
1 — Symbool voor opnamemodus
2 — Symbool 'Geluid uitgeschakeld'
3 — Actieve werkbalk (wordt niet weergegeven tijdens
een opname).
4 — Symbool voor batterijniveau
5 — Symbool voor videokwaliteit. Als u deze instelling
wilt wijzigen, selecteert u Opties > Instellingen >
Videokwaliteit.
6 — Bestandstype videoclip
7 — Beschikbare opnametijd Tijdens de opname geeft
het symbool voor de huidige videolengte ook de
verstreken en resterende tijd aan.
8 — Dit is de locatie waar de videoclip wordt
72
opgeslagen.
Zie 'Actieve werkbalk', p. 66.
9 — Symbool voor GPS-signaal. Zie
'Locatiegegevens', p. 68.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u alle
zoekersymbolen wilt weergeven. Selecteer Pictogram
verbergen als u alleen de videostatussymbolen, de
resterende tijd (tijdens de opname), de zoombalk bij
gebruik van de zoomfunctie, en de selectietoetsen wilt
weergeven.
Video's opnemen
1. Als de camera in de afbeeldingsmodus staat,
selecteert u de videomodus op de actieve werkbalk.
2. Druk op de opnametoets om de opname te starten.
Het rode opnamepictogram (
weergegeven en er klinkt een geluidssignaal.
3. U kunt de opname op elk gewenst moment
onderbreken door op Pauze te drukken. Selecteer
Doorgaan om de opname te hervatten. Als u de
opname onderbreekt en gedurende één minuut
niet op een toets drukt, wordt de opname gestopt.
Gebruik de zoomtoets van het apparaat als u op het
onderwerp wilt in- of uitzoomen.
4. Druk op de opnametoets om de opname te stoppen.
De videoclip wordt automatisch in Foto's
opgeslagen. De maximumlengte van een videoclip
is ongeveer 30 seconden met kwaliteit voor delen
en 90 minuten met andere kwaliteitsinstellingen.
) wordt
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de
camera aan de voorkant wilt activeren. Druk op de
bladertoets om het opnemen van een video te starten.
Druk de bladertoets omhoog of omlaag als u wilt in- of
uitzoomen.
Na het opnemen van een video
Selecteer nadat u een videoclip hebt opgenomen een
van de volgende opties in de actieve werkbalk (alleen
beschikbaar als in de video-instellingen Opgenomen
video tonen is ingesteld op Aan):
● Selecteer Afspelen (
videoclip meteen wilt afspelen.
● Selecteer Verwijdrn (
bewaren.
● Als u de videoclip wilt verzenden als een
multimediabericht, e-mailbericht of via een andere
verbindingsmethode, bijvoorbeeld een Bluetoothverbinding, drukt u op de beltoets of selecteert u
Verzenden (
verzenden', p. 122.Zie 'Gegevens verzenden met
behulp van Bluetooth-connectiviteit', p. 111. Deze
optie is niet beschikbaar tijdens een gesprek.
Videoclips in de MPEG-4-indeling kunnen mogelijk
niet als multimediabericht worden verzonden.
U kunt de videoclip verzenden naar een persoon met
wie u praat. Selecteer Verzenden naar beller (
(alleen beschikbaar tijdens een gesprek).
) als u de zojuist opgenomen
) als u de video niet wilt
). Zie 'Berichten invoeren en
● Selecteer Toevoegen aan album als u de
videoclip aan een album wilt toevoegen.
● Selecteer Details
videoclip wilt weergeven.
● Als u de videoclip wilt uploaden naar een compatibel
online album, selecteert u
u een account hebt ingesteld voor een compatibel
online album).
', p. 85.
● Druk op de opnametoets als u wilt terugkeren naar
de zoeker om een nieuwe videoclip op te nemen.
als u informatie over de
(alleen beschikbaar als
Zie ' Foto's en video's online delen
Camera-instellingen
Er zijn twee soorten instellingen voor de camera:
tijdelijke instellingen en permanente instellingen. Als
u de camera sluit, worden de tijdelijke instellingen
teruggezet naar de standaardinstellingen. De
permanente instellingen blijven bestaan tot u ze weer
verandert. Gebruik de opties in de actieve werkbalk om
de tijdelijke instellingen aan te passen.
belichtingsinstellingen', p. 74. Als u de permanente
instellingen wilt veranderen, selecteert u in de
fotomodus of de videomodus Opties >
Instellingen.
)
Zie 'Kleur- en
Camera
73
Instellingen van fotocamera
aanpassen
Selecteer Opties > Instellingen in de fotomodus en
Camera
maak een keuze uit de volgende opties als u de
begininstellingen wilt wijzigen:
● Afbeeldingskwaliteit — Stel de resolutie in . Hoe
hoger de kwaliteit is, des te meer geheugenruimte
de foto inneemt.
● Toevoegen aan album — Sla de foto op in een
album in Foto's.
● Locatie vastleggen — Selecteer Aan als u GPS-
locatiecoördinaten aan elk afbeeldingsbestand wilt
toevoegen. De ontvangst van een GPS-signaal kan
enige tijd in beslag nemen of het signaal is mogelijk
niet beschikbaar.
● Opgenomen afb. weerg. — Geef aan of u de foto
wilt bekijken nadat u deze hebt gemaakt of direct
wilt doorgaan met het maken van foto's.
● Stand.naam afbeelding — Hiermee geeft u de
standaardnaam voor de vastgelegde afbeeldingen
op.
● Uitgebr. digitale zoom — Selecteer Aan
(continu) als u traploos digitaal en uitgebreid
digitaal wilt zoomen, Aan (onderbroken) als u in
digitale en uitgebreide digitale stappen wilt
zoomen of Uit als u beperkt wilt zoomen terwijl de
74
beeldresolutie behouden blijft. Gebruik de functie
voor uitgebreid zoomen alleen als de grootte van
Zie 'Locatiegegevens', p. 68.
het onderwerp belangrijker is dan de uiteindelijke
beeldkwaliteit. De algemene kwaliteit van een
digitaal gezoomde afbeelding is altijd lager dan die
van een niet-gezoomde afbeelding.
● Opnametoon — Stel het geluid in dat klinkt
wanneer u een foto maakt.
● Gebruikt geheugen — Geef op waar de foto's
moeten worden opgeslagen.
● Instellingen herstellen — Hiermee stelt u de
camera weer op de standaardwaarden in.
Kleur- en belichtingsinstellingen
In de actieve werkbalk kunt u de volgende opties
selecteren:
● Flitsermodus (
selecteert u de gewenste flitsermodus.
● Kleurtoon (
● Witbalans (
belichtingssituatie. Met behulp van deze optie kunt
u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.
● Belichtingscompensatie (
afbeelding) — Als u een opname van een donker
onderwerp maakt tegen een zeer lichte
achtergrond, zoals sneeuw, stelt u de belichting in
op +1 of +2 om de helderheid van de achtergrond te
compenseren. Gebruik -1 of -2 voor lichte
voorwerpen tegen een donkere achtergrond.
● Scherpheid (
scherpheid van de foto aan.
) (alleen foto) — Hiermee
) — Selecteer een kleureffect.
) — Selecteer de huidige
) (alleen
) (alleen afbeelding) — Pas de
● Contrast ( ) (alleen afbeelding) — Pas het verschil
aan tussen de lichtste en donkerste delen van de
foto.
● Lichtgevoeligheid (
afbeelding) — Verhoog de lichtgevoeligheid bij
weinig licht om te donkere afbeeldingen te
voorkomen.
De schermweergave wordt aangepast aan de nieuwe
instellingen.
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van de
geselecteerde camera.
De instellingen zijn specifiek voor de opnamemodus.
De gedefinieerde instellingen worden niet opnieuw
ingesteld als u schakelt tussen de modi.
Wanneer u de camera sluit, worden de
standaardinstellingen weer actief.
Als u een nieuwe scène selecteert, worden de kleur- en
belichtingsinstellingen vervangen door de
geselecteerde scène. U kunt de instellingen zo nodig
wijzigen nadat u een scène hebt geselecteerd.
) (alleen
Video-instellingen
Selecteer Opties > Instellingen in de videomodus en
maak een keuze uit de volgende opties als u de
begininstellingen wilt wijzigen:
● Videokwaliteit — Hiermee stelt u de kwaliteit van
de videoclip in. Selecteer Delen als u de videoclip in
een multimediabericht wilt verzenden. De clip
wordt opgenomen met QCIF-resolutie in de 3GPPindeling en de grootte wordt beperkt tot 300 kB
(circa 30 seconden). Videoclips in de MPEG-4indeling kunnen mogelijk niet als
multimediabericht worden verzonden.
● Locatie vastleggen — Selecteer Aan als u GPS-
locatiecoördinaten aan elk bestand wilt toevoegen.
De ontvangst van het GPS-signaal kan even duren of
het signaal is mogelijk niet beschikbaar.
'Locatiegegevens', p. 68.
● Geluidsopname — Geef aan of u geluid wilt
opnemen.
● Toevoegen aan album — Voeg de opgenomen
videoclip toe aan een album in Foto's.
● Opgenomen video tonen — Selecteer deze optie
om het eerste beeld van de opgenomen videoclip
weer te geven nadat de opname is gestopt.
Selecteer Afspelen in de actieve werkbalk
(hoofdcamera) of Opties > Afspelen (tweede
camera) als u de gehele videoclip wilt weergeven.
● Standaardnaam video — Geef de standaardnaam
voor opgenomen videoclips op.
● Gebruikt geheugen — Hier geeft u op waar
videoclips moeten worden opgeslagen.
● Instellingen herstellen — Hiermee stelt u de
camera weer op de standaardwaarden in.
Zie
Camera
75
Foto's
Foto's
Informatie over Foto's
Druk op en selecteer Foto's. Maak uw keuze uit de
volgende opties:
● Vastgelegd — om alle foto's en video's weer te
geven die u hebt gemaakt.
● Maanden — om de foto 's en v ideo' s weer te geven ,
gecategoriseerd op de maand waarin ze zijn
gemaakt.
● Albums — om de standaardalbums en de albums
die u hebt gemaakt, weer te geven.
● Labels — om de l abels weer te geven die u voor elk
item hebt gemaakt.
● Downloads — om de items en video's weer te
geven die u van internet hebt gedownload of via
MMS of e-mail hebt ontvangen.
● Alle — om alle items weer te geven.
Bestanden die zijn opgeslagen op de compatibele
geheugenkaart (indien geplaatst), worden
aangegeven met
Druk op de bladertoets om een bestand te openen. De
videoclips worden geopend en afgespeeld in
RealPlayer.
Selecteer een bestand, selecteer Opties >
76
Verplaatsen en kopiëren en selecteer vervolgens de
Zie 'RealPlayer ', p. 115.
.
gewenste optie om bestanden naar een andere
geheugenlocatie te kopiëren of te verplaatsen.
Afbeeldingen en video's
weergeven
Druk op , selecteer Foto's en kies een van de
volgende opties:
● Alle — Hiermee geeft u alle afbeeldingen en video's
weer.
● Vastgelegd — Hiermee geeft u foto's en videoclips
weer die zijn gemaakt met de camera van uw
telefoon.
● Downloads — Hiermee geeft u gedownloade
videoclips en videoclips weer die zijn opgeslagen in
Videocentrum.
Afbeeldingen en videoclips kunnen ook naar u worden
verzonden in een multimediabericht, als e-mailbijlage
of via een Bluetooth-verbinding. Als u een ontvangen
afbeelding of videoclip in Foto's wilt weergeven, moet
u deze eerst opslaan.
De afbeeldings- en
videoclipbestanden
worden in een lus en
gesorteerd op datum
en tijd weergegeven.
Het aantal bestanden
wordt weergegeven.
Bekijk de bestanden
één voor één door
naar links of rechts te bladeren met de bladertoets. Als
u de bestanden in groepen wilt weergeven, bladert u
omhoog of omlaag met de bladertoets. Als het Naviwheel is geactiveerd, kunt u ook door de bestanden
bladeren door met uw vinger over de rand van de
bladertoets te schuiven.
Druk op de bladertoets om een bestand te openen. De
zoomfactor wordt niet permanent opgeslagen.
Selecteer Opties > Bewerken als u een videoclip of
afbeelding wilt bewerken.
bewerken', p. 80.
Als u wilt bekijken waar een met
afbeelding is vastgelegd, selecteert u Opties > Tonen
op kaart.
Selecteer Opties > Afdrukken als u uw afbeeldingen
wilt afdrukken op een compatibele printer of als
afdrukbestand wilt opslaan op de geheugenkaart
(indien geplaatst).
afdrukken', p. 83. Selecteer Opties > Naar album >
Zie 'Afbeeldingen
gemarkeerde
Zie 'Afbeeldingen
Later afdr. om afbeeldingen naar een album te
verplaatsen waar u ze later kunt afdrukken.
Bestandsgegevens
weergeven en bewerken
Als u de eigenschappen van een afbeelding of video
wilt weergeven en bewerken, selecteert u Opties >
Gegevens > Weerg. en bewerken en maakt u uw
keuze uit de volgende opties:
● Labels — Hier worden de recentelijk gebruikte
labels weergegeven. Selecteer Toev. als u meer
labels aan het huidige bestand wilt toevoegen.
'Labels', p. 79.
● Beschrijving — Als u een vrije beschrijving van het
bestand wilt toevoegen, selecteert u het veld.
● Locatie — Dit veld bevat de GPS-locatiegegevens
als deze beschikbaar zijn.
● Titel — Dit veld bevat een miniatuurweergave van
het bestand en de huidige bestandsnaam. Selecteer
het veld als u de naam wilt bewerken.
● Albums — Hier wordt weergegeven in welke
albums het huidige bestand zich bevindt.
● Resolutie — Hier wordt de grootte van de
afbeelding in pixels weergegeven.
● Duur — Hier wordt de lengte van de video
weergegeven.
Zie
Foto's
77
● Gebruiksr. — Selecteer Wrg. als u de DRM-rechten
van dit bestand wilt weergeven.
'Licenties', p. 116.
Foto's
Zie
Afbeeldingen en video's
organiseren
U kunt bestanden in Foto's als volgt ordenen:
● Als u items in de weergave Labels wilt weergeven,
voegt u labels toe aan de items.
● Selecteer Maanden als u items op maand wilt
weergeven.
● Selecteer Albums > Opties > Nieuw album als u
een album wilt maken om items op te slaan.
Als u een foto of videoclip aan een album in Foto's wilt
toevoegen, selecteert u het item en selecteert u Naar
album in de actieve werkbalk.
Als u een foto of videoclip wilt verwijderen, selecteert
u het item en selecteert u vervolgens Verwijderen in
de actieve werkbalk.
Zie 'Labels', p. 79.
Zie 'Albums', p. 79.
Actieve werkbalk
De actieve werkbalk is alleen beschikbaar wanneer u
een afbeelding of videoclip in een weergave hebt
geselecteerd.
78
Navigeer in de actieve werkbalk omhoog of omlaag
naar verschillende items en selecteer deze door op de
bladertoets te drukken. De beschikbare opties variëren
afhankelijk van de huidige status en het feit of u een
afbeelding of videoclip hebt geselecteerd.
Selecteer Opties > Pictogram verbergen als u de
werkbalk wilt verbergen. Druk op de bladertoets als u
de actieve werkbalk wilt weergeven wanneer deze
verborgen is.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Hiermee speelt u de geselecteerde videoclip af.
Hiermee verzendt u de geselecteerde afbeelding of
videoclip.
als u de geselecteerde foto of videoclip wilt
uploaden naar een compatibel online album (alleen
beschikbaar als u een account hebt ingesteld voor een
compatibel online album).
delen ', p. 85.
als u het geselecteerde item aan een album wilt
toevoegen.
als u labels en andere eigenschappen van het
geselecteerde item wilt beheren.
Hiermee verwijdert u de geselecteerde afbeelding
of videoclip.
Zie ' Foto's en video's online
Albums
U kunt foto's en videoclips eenvoudig beheren in
albums. Selecteer Albums in de hoofdweergave als u
de lijst met albums in Foto's wilt weergeven.
Als u een nieuw album wilt maken in de
albumweergave, selecteert u Opties > Nieuw
album.
Als u een foto of videoclip wilt toevoegen aan een
album in Foto's, gaat u naar een foto of videoclip en
selecteert u Opties > Naar album. Er verschijnt een
lijst met albums. Selecteer het album waaraan u de
foto of videoclip wilt toevoegen. Het item dat u aan het
album hebt toegevoegd, blijft zichtbaar in Foto's.
Als u een bestand uit een album wilt verwijderen,
opent u het album, bladert u naar het bestand en
selecteert u Opties > Uit album.
Labels
Gebruik labels om media-items in Foto's te rubriceren.
In Labelbeheer kunt u labels maken en verwijderen. In
Labelbeheer worden de labels weergegeven die op dat
moment worden gebruikt, en wordt ook aangegeven
hoeveel items er aan elk label zijn gekoppeld.
Als u Labelbeheer wilt openen, selecteert u een
afbeelding of videoclip en selecteert u Opties >
Gegevens > Labelbeheer.
Selecteer Opties > Nieuw label om een label te
maken.
Selecteer Opties > Meestgebruikt als u de lijst wilt
weergeven in een volgorde die laat zien welke items
het meest worden gebruikt.
Selecteer Opties > Alfabetisch om de lijst in
alfabetische volgorde weer te geven.
Als u de gemaakte labels wilt zien, selecteert u
Labels in de hoofdweergave van Foto's. De grootte van
de labelnaam komt overeen met het aantal items
waaraan het label is toegewezen. Selecteer een label
om alle afbeeldingen te zien die aan het label zijn
gekoppeld.
Als u een label aan een afbeelding wilt toewijzen,
selecteert u een afbeelding en selecteert u Opties >
Labels toevoegen.
Als u een afbeelding uit een label wilt verwijderen,
opent u een label en selecteert u Opties >
Verwijderen uit label.
Diavoorstelling
Als u uw foto's als diavoorstelling wilt weergeven,
selecteert u een foto en Opties > Diavoorstelling >
Vooruit afspelen of Achteruit afspelen om de
diavoorstelling te starten. De diavoorstelling begint
met het geselecteerde bestand.
Foto's
79
Wanneer u alleen een aantal geselecteerde foto's als
diavoorstelling wilt weergeven, selecteert u Opties >
Markeringen aan/uit > Markeren om foto's te
Foto's
markeren en Opties > Diavoorstelling > Vooruit
afspelen of Achteruit afspelen om de diavoorstelling
te starten.
Maak een keuze uit de volgende opties:
● Doorgaan — Hiermee hervat u de diavoorstelling.
● Einde — Hiermee sluit u de diavoorstelling.
Blader naar links of rechts door de afbeeldingen met
de bladertoets.
U kunt de instellingen van de diavoorstelling wijzigen
voordat u de diavoorstelling start. Selecteer Opties >
Diavoorstelling > Instellingen en maak een keuze
uit de volgende opties:
● Muziek — Hiermee voegt u geluid toe aan de
diavoorstelling.
● Nummer — Hiermee selecteert u een
muziekbestand in de lijst.
● Vertraging tussen dia's — Hiermee wijzigt u het
tempo van de diavoorstelling.
● Overgang — Hiermee kunt u de dia's soepel in
elkaar laten overlopen en kunt u willekeurig in- en
uitzoomen op de foto's.
Gebruik de volumetoets van het apparaat als u het
volume tijdens de diavoorstelling wilt aanpassen.
80
Afbeeldingen bewerken
Afbeeldingseditor
Selecteer Opties > Bewerken als u de zojuist
gemaakte foto's, of de foto's die in Foto's zijn
opgeslagen, wilt bewerken. De foto-editor wordt
geopend.
Selecteer Opties > Effect toepassen als u een raster
wilt openen waarin u via kleine pictogrammen
verschillende bewerkingsopties kunt selecteren. U
kunt de foto bijsnijden en draaien; de helderheid, de
kleur, het contrast en de resolutie aanpassen, en
effecten, tekst, illustraties of een kader aan de foto
toevoegen.
Afbeeldingen bijsnijden
Als u een afbeelding wilt bijsnijden, selecteert u
Opties > Effect toepassen > Snijden en kiest u in
de lijst een vooraf gedefinieerde beeldverhouding. Als
u de afbeelding handmatig wilt bijsnijden, selecteert
u Handmatig.
Als u Handmatig selecteert, wordt in de
linkerbovenhoek van de afbeelding een kruis
weergegeven. Gebruik de bladertoets om het gebied
te selecteren dat u wilt bijsnijden en selecteer
Instellen. Er verschijnt een tweede kruis in de
rechterbenedenhoek. Selecteer wederom het gebied
dat u wilt bijsnijden. Selecteer Terug als u het eerste
geselecteerde gebied wilt aanpassen. Tezamen
vormen de geselecteerde gebieden een rechthoek ter
grootte van de bijgesneden afbeelding.
Als u een vooraf gedefinieerde beeldverhouding hebt
gekozen, selecteert u de linkerbovenhoek van het
gebied dat u wilt bijsnijden. Met de bladertoets kunt u
het formaat van het gemarkeerde gebied wijzigen.
Druk op de bladertoets om het geselecteerde gebied te
bevriezen. Met de bladertoets kunt u het gebied binnen
de foto verplaatsen. Druk op de bladertoets om het
gebied te selecteren dat u wilt bijsnijden.
Rode ogen reduceren
Selecteer Opties > Effect toepassen > Rode-
ogenreductie als u de roodheid van ogen in een
afbeelding wilt verminderen.
Verplaats het kruis naar het oog en druk op de
bladertoets. Er wordt een lus op het scherm
weergegeven. Gebruik de bladertoets om het formaat
van de lus te wijzigen zodat het oog er precies in past.
Druk op de bladertoets om het rood in de ogen te
verwijderen. Druk op Gereed wanneer u klaar bent
met het bewerken van de foto.
Druk op Terug om de wijzigingen op te slaan en naar
de vorige weergave terug te gaan.
Handige sneltoetsen
U kunt de volgende sneltoetsen gebruiken bij het
bewerken van afbeeldingen:
● Druk op * voor een afbeelding op het volledige
scherm. Druk nogmaals op * als u wilt terugkeren
naar de normale weergave.
● Druk op 3 of 1 als u een afbeelding naar rechts of
naar links wilt draaien.
● Druk op 5 of 0 als u wilt in- of uitzoomen.
● Druk de bladertoets omhoog, omlaag, naar links of
naar rechts als u wilt schuiven in een ingezoomde
afbeelding.
Video's bewerken
Video's bewerken
De video-editor ondersteunt videobestanden in de
indelingen .3GP en .MP4 en geluidsbestanden in de
indelingen .AAC, .AMR, .MP3 en .WAV. De editor
ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle kenmerken
van bestandsindelingen of alle variaties van
bestandsindelingen.
Als u videoclips in Foto's wilt bewerken, bladert u naar
een videoclip en selecteert u Opties > Bewerken en
maakt u uw keuze uit de volgende opties.
Foto's
81
● Samenvoegen — om een afbeelding of een
videoclip aan het begin of het einde van de
geselecteerde videoclip toe te voegen.
Foto's
● Geluid wijzigen — om een nieuwe geluidsclip toe
te voegen en het originele geluid in de videoclip te
vervangen.
● Tekst toevoegen — om tekst aan het begin of het
einde van de videoclip toe te voegen.
● Knippen — om de video te verkorten en de secties
te markeren die u in de videoclip wilt behouden.
Als u een snapshot van een videoclip wilt maken,
selecteert u in de weergave waarin u de video knipt de
opdracht Opties > Snapshot maken. Druk in de
miniatuurweergave op de bladertoets en selecteer
Snapshot maken.
Video, geluid, afbeeldingen, tekst
en overgangen bewerken
Als u aangepaste videoclips wilt maken, markeert en
selecteert u een of meer videoclips en selecteert u
Opties > Bewerken > Video-editor.
Maak een keuze uit de volgende opties als u de video
wilt wijzigen:
● Videoclip bewerken — om de videoclip te
knippen, kleureffecten in de clip te gebruiken,
slowmotion te gebruiken, geluid uit of aan te
82
zetten, of om de videoclip te verplaatsen, te
verwijderen of te kopiëren.
● Tekst bewerken (wordt alleen weergegeven als u
tekst hebt toegevoegd) — om tekst te verplaatsen,
te verwijderen of te kopiëren, de kleur en opmaak
van de tekst te wijzigen, op te geven hoe lang tekst
op het scherm blijft staan, en om effecten aan de
tekst toe te voegen.
● Afbeelding bewerken (wordt alleen weergegeven
als u een foto hebt toegevoegd) — om een
afbeelding te verplaatsen, te verwijderen of te
kopiëren, op te geven hoelang deze op het scherm
blijft staan, en een achtergrond of kleureffect aan
de afbeelding toe te voegen.
● Geluidsclip bewerken (wordt alleen weergegeven
als u een geluidsclip hebt toegevoegd) — om de
geluidsclip te knippen of te verplaatsen, de lengte
ervan aan te passen, of om de clip te verwijderen of
te kopiëren.
● Overgang bewerken (wordt alleen weergegeven
als u een overgang op de tijdbalk hebt
toegevoegd) — Er zijn drie typen overgangen: een
aan het begin van een video, een aan het einde van
een video en overgangen tussen de videoclips.
● Invoegen — Selecteer Videoclip, Afbeelding,
Tekst, Geluidsclip of Nieuwe geluidsclip.
● Film — Beki jk d e fil m op h et v olle dig e sch erm of a ls
een miniatuur. Sla de film op of knip deze tot een
juiste grootte zodat u de film in een MMS-bericht
kunt verzenden.
Als u een momentopname van een videoclip wilt
maken, selecteert u de opdracht Opties > Snapshot
maken in de weergave waarin u de video knipt. Druk
in de miniatuurweergave op de bladertoets en
selecteer Snapshot maken.
Selecteer Opties > Film > Opslaan om de video op
te slaan. Selecteer Opties > Instellingen om het
gebruikte geheugen op te geven.
In de video-editorinstellingen kunt u ook de
standaardnaam voor de video opgeven, evenals de
standaardnaam voor de momentopname en de
resolutie van de videoclip.
Te verzenden videoclips bewerken
Als u een videoclip wilt verzenden, selecteert u
Opties > Verzenden en de gewenste methode. Neem
contact op met uw netwerkprovider voor informatie
over de maximumgrootte van de multimediaberichten
die u kunt verzenden.
Als u een videoclip wilt verzenden die groter is dan de
maximumgrootte van multimediaberichten die door
uw serviceprovider wordt toegestaan, kunt u een
Bluetooth-verbinding gebruiken.
verzenden met behulp van Bluetoothconnectiviteit', p. 111. U kunt ook video's naar een
compatibele pc kopiëren via een Bluetoothverbinding, een USB-kabel of een compatibele
geheugenkaartlezer.
Zie 'Gegevens
U kunt de videoclip ook knippen zodat u deze in een
multimediabericht kunt verzenden. Selecteer Opties >
Film > Bewerken voor MMS in de beginweergave
van de video-editor. De duur en grootte van de
videoclip worden weergegeven. Blader naar links of
rechts om de grootte van de clip te bewerken. Selecteer
Opties > Verzenden via MMS als de clip de juiste
grootte voor verzending heeft.
Als de videoclip in MP4-indeling is opgeslagen, kunt u
deze mogelijk niet verzenden in een
multimediabericht. Als u de bestandsindeling van de
clip wilt wijzigen, selecteert u de clip in Foto's en
selecteert u Opties > Bewerken > Video-editor >
Opties > Instellingen > Resolutie > MMScompatibel. Ga terug naar de beginweergave van de
video-editor, selecteer Opties > Film > Opslaan en
voer een naam voor de clip in. De videoclip wordt
opgeslagen in 3GPP-indeling en kan via een
multimediabericht worden verzonden. De
bestandsindeling van de oorspronkelijke videoclip
wordt niet gewijzigd.
Afbeeldingen afdrukken
Afbeeldingen afdrukken
Als u afbeeldingen wilt afdrukken met Afbeeldingen
afdrukken, selecteert u de afbeelding die u wilt
afdrukken en de afdrukoptie in Foto's, camera,
afbeeldingseditor of afbeeldingsviewer.
Foto's
83
Gebruik Afbeeldingen afdrukken om uw afbeeldingen
af te drukken met behulp van een compatibele USBgegevenskabel of Bluetooth-connectiviteit. U kunt ook
Foto's
afbeeldingen afdrukken via een WLAN. Als een
compatibele geheugenkaart beschikbaar is, kunt u de
afbeeldingen opslaan op de geheugenkaart en
afdrukken via een compatibele printer.
U kunt alleen afbeeldingen in JPEG-indeling afdrukken.
De foto's die met de ca me ra worden gemaakt, worden
automatisch opgeslagen in JPEG-indeling.
Printer selecteren
Als u afbeeldingen wilt afdrukken met Afbeeldingen
afdrukken, selecteert u de afbeelding en de
afdrukoptie in Foto's, camera, afbeeldingseditor of
afbeeldingsviewer.
Als u Afbeeldingen afdrukken de eerste keer gebruikt,
wordt een lijst met beschikbare compatibele printers
weergegeven. Selecteer een printer. De printer wordt
ingesteld als de standaardprinter.
Als u een printer wilt gebruiken die compatibel is met
PictBridge, sluit u de compatibele gegevenskabel aan
voordat u de afdrukoptie selecteert. Vervolgens
controleert u of de gegevenskabelmodus is ingesteld
op Afb. afdrukken of Vragen bij verbinding.
'USB', p. 114. De printer wordt automatisch
weergegeven wanneer u de afdrukoptie selecteert.
Als de standaardprinter niet beschikbaar is, wordt een
84
lijst met beschikbare printers weergegeven.
Selecteer Opties > Instellingen >
Standaardprinter als u de standaardprinter wilt
wijzigen.
Afdrukvoorbeeld
Nadat u de printer hebt geselecteerd, worden de
geselecteerde afbeeldingen weergegeven met vooraf
gedefinieerde indelingen.
Als u de indeling wilt wijzigen, drukt u de bladertoets
naar links of rechts om door de beschikbare indelingen
voor de geselecteerde printer te bladeren. Als de
afbeeldingen niet op één pagina passen, drukt u de
bladertoets omhoog of omlaag om de overige pagina's
te bekijken.
Afdrukinstellingen
De beschikbare opties variëren, afhankelijk van de
mogelijkheden van de printer die u hebt geselecteerd.
Selecteer Opties > Standaardprinter als u een
standaardprinter wilt instellen.
Selecteer Papierformaat, het gewenste
papierformaat in de lijst en OK als u het formaat wilt
selecteren. Selecteer Annuleren als u wilt terugkeren
naar de vorige weergave.
Zie
PrintOnline
Met PrintOnline kunt u online afdrukken van uw
afbeeldingen bestellen en direct laten bezorgen bij u
thuis of in een winkel waar u deze kunt ophalen. U kunt
ook verschillende producten met de geselecteerde
afbeelding bestellen, zoals mokken of muismatten.
Welke producten beschikbaar zijn, is afhankelijk van
de serviceprovider.
Raadpleeg de handleidingen op de
productondersteuningspagina's van Nokia of op uw
lokale Nokia-website voor meer informatie over deze
toepassing.
Foto's en video's online delen
U kunt afbeeldingen en videoclips delen in
compatibele online albums, weblogs of andere
compatibele online diensten op internet. U kunt
inhoud uploaden, een niet-voltooide post opslaan als
concept en later doorgaan en de inhoud van de albums
weergeven. Welke inhoudstypen worden
ondersteund, is afhankelijk van de serviceprovider.
Als u afbeeldingen en video's online wilt delen, hebt u
een account nodig met een dienst voor het delen van
online afbeeldingen. U kunt zich meestal op een
dergelijke dienst abonneren via de webpagina van de
serviceprovider. Neem voor meer informatie contact
op met uw serviceprovider.
Als u een bestand vanuit Foto's naar de online dienst
wilt uploaden, drukt u op
Selecteer een album, blader naar het gewenste
en selecteert u Foto's.
bestand en selecteer Opties > Verzenden > Posten
naar web of selecteer het bestand en
actieve werkbalk.
Ga naar de productondersteuningspagina's van Nokia
of uw lokale Nokia-website voor meer informatie over
de toepassing en compatibele serviceproviders.
vanuit de
Foto's
85
Galerij
Galerij
Als u toegang wilt krijgen tot uw foto's, videoclips en
nummers, of als u geluidsclips en koppelingen naar
streaming-media wilt opslaan en ordenen, drukt u op
en selecteert u Toepass. > Media > Galerij.
Hoofdweergave
Druk op en selecteer Toepassingen > Media >
Galerij. Maak uw keuze uit de volgende opties:
● Foto's
geven.
● Videoclips
te geven.
● Tracks
'Muziekspeler', p. 49.
● Geluidsclips
● Streaming kop.
streaming-media weer te geven en te openen.
● Presentaties
U kunt mappen openen en hierin bladeren. Daarnaast
kunt u items kopiëren en naar mappen verplaatsen. U
kunt ook albums maken en items kopiëren en aan
albums toevoegen.
86
— om foto's en video's in Foto's weer te
Zie 'Informatie over Foto's', p. 76.
— om video's in Videocentrum weer
— om Muziekspeler te openen. Zie
— om geluidsclips te beluisteren.
— om koppelingen naar
— om presentaties weer te geven.
Zie 'Albums', p. 79.
Bestanden die zijn opgeslagen op de compatibele
geheugenkaart (indien geplaatst), worden
aangegeven met
Druk op de bladertoets om een bestand te openen.
Videoclips, RAM-bestanden en koppelingen naar
streaming-media worden geopend en afgespeeld in
RealPlayer, en muziek- en geluidsclips in Muziekspeler.
Zie 'RealPlayer ', p. 115.Zie 'Muziekspeler', p. 49.
Als u bestanden naar de geheugenkaart (indien
geplaatst) of het apparaatgeheugen wilt kopiëren of
verplaatsen, selecteert u een bestand, selecteert u
Opties > Verplaatsen en kopiëren > Kop. naar
geh.kaart of maakt u een keus uit de beschikbare
opties.
.
Geluiden
Deze map bevat alle geluiden die u met de toepassing
Dictafoon hebt gemaakt of van het web hebt
gedownload.
Druk op
Geluidsclips en een geluidsbestand om
geluidsbestanden te beluisteren. Druk op de
bladertoets om het afspelen te onderbreken.
, selecteer Toepass. > Media > Galerij >
Druk de bladertoets naar rechts of links om snel vooruit
of terug te spoelen.
Selecteer de downloadkoppeling om geluiden te
downloaden.
Koppelingen naar streamingmedia
Druk op en selecteer Toepassingen > Media >
Galerij > Streaming kop. als u koppelingen naar
streaming-media wilt openen. Selecteer een koppeling
en druk op de bladertoets.
Selecteer Opties > Nieuwe koppeling als u een
nieuwe koppeling naar streaming-media wilt
toevoegen.
Presentaties
Bij presentaties kunt u SVG-bestanden (Scalable Vector
Graphics) bekijken, zoals cartoons en kaarten. SVGafbeeldingen blijven er hetzelfde uitzien wanneer deze
worden afgedrukt of worden bekeken bij een andere
schermgrootte of resolutie.
Als u SVG-bestanden wilt bekijken, druk dan op
selecteer Toepass. > Media > Galerij >
Presentaties. Ga naar een afbeelding en selecteer
Opties > Afspelen. Selecteer Opties >
Onderbreken als u het afspelen wilt onderbreken.
en
Druk op 5 als u wilt inzoomen. Druk op 0 als u wilt
uitzoomen.
Druk op 1 of 3 als u een afbeelding respectievelijk naar
rechts of naar links wilt draaien. Druk op 7 of 9 als u de
afbeelding 45 graden wilt draaien.
Druk op* als u wilt schakelen tussen een volledig en
een normaal scherm.
Galerij
87
Eigen netwerk
Informatie over het eigen
netwerk
Het apparaat is compatibel met UPnP. Met een WLAN-
Eigen netwerk
toegangspunt of -router (Wireless LAN) kunt u een
draadloos thuisnetwerk maken en compatibele UPnPapparaten die draadloze netwerken ondersteunen, op
het netwerk aansluiten, zoals uw apparaat, een
compatibele pc, een compatibele printer, een
compatibel geluidssysteem, een compatibele tv of een
geluidssysteem of tv voorzien van een compatibele
draadloze multimedia-ontvanger.
Als u de WLAN-functie van uw apparaat in een
thuisnetwerk wilt gebruiken, moet u een werkende
draadloze netwerkverbinding in het thuisnetwerk
hebben ingesteld en moeten andere voor UPnP
geschikte apparaten verbinding hebben met hetzelfde
thuisnetwerk.
In het thuisnetwerk worden de
beveiligingsinstellingen van de draadloze
netwerkverbinding (WLAN) gebruikt. Gebruik de
thuisnetwerkvoorziening in een WLANinfrastructuurnetwerk met een WLAN-toegangspunt
en ingeschakelde versleuteling.
88
Zie 'WLAN', p. 107.
U kunt mediabestanden die zijn opgeslagen op uw
mobiele apparaat, delen en synchroniseren met
andere compatibele UPnP-apparaten via het
thuisnetwerk. Als u de instellingen voor uw
thuisnetwerk wilt beheren, drukt u op
u Instrumenten > Connect. > Eigen media. U kunt
via het thuisnetwerk ook compatibele
mediabestanden van uw mobiele apparaat bekijken,
afspelen, kopiëren of afdrukken.
weergeven en delen', p. 91.
Het apparaat wordt alleen met het thuisnetwerk
verbonden als u een verbindingsverzoek vanaf een
ander compatibel apparaat accepteert of als u op het
apparaat de optie selecteert voor het weergeven,
afspelen, afdrukken of kopiëren van mediabestanden
of naar andere apparaten zoekt in de map Eigen
netwerk.
en selecteert
Zie 'Mediabestanden
Belangrijke informatie over
beveiliging
Schakel bij het configureren van het eigen WLAN
netwerk een coderingsmethode in op het
toegangspunt en vervolgens op de andere
compatibele apparaten die u op het eigen netwerk wilt
aansluiten. Raadpleeg de documentatie van de
apparaten. Houd wachtwoorden geheim en bewaar
deze op een veilige plek, afzonderlijk van de
apparaten.
U kunt de instellingen van het WLANinternettoegangspunt in uw apparaat weergeven of
wijzigen.
Als u de ad-hocmodus gebruikt om een eigen netwerk
te maken met een compatibel apparaat, schakelt u een
van de coderingsmethoden in WLAN-beveil.modus in
wanneer u het internettoegangspunt instelt.
'Verbindingsinstellingen', p. 170. Met deze stap
beperkt u het risico dat onbevoegden toegang kunnen
krijgen tot het ad hoc-netwerk.
U krijgt een melding zodra met een ander apparaat
wordt geprobeerd verbinding te maken met het
apparaat en met het eigen netwerk. Accepteer geen
verbindingsaanvragen van een onbekend apparaat.
Als u WLAN gebruikt in een netwerk zonder codering,
schakelt u het delen van bestanden met andere
apparaten uit of schakelt u het delen van privémediabestanden uit.
netwerk', p. 89.
Zie 'Toegangspunten', p. 171.
Zie
Zie 'Instellingen voor eigen
Instellingen voor eigen
netwerk
Als u mediabestanden die zijn opgeslagen in Foto's, via
een WLAN (draadloos netwerk) wilt delen met andere
compatibele UPnP-apparaten, moet u het
internettoegangspunt voor uw eigen draadloze
thuisnetwerk maken en configureren, en daarna de
instellingen voor het eigen thuisnetwerk configureren
in de toepassing Home Media.
internettoegangspunten', p. 108.Zie
'Verbindingsinstellingen', p. 170.
De opties voor het eigen thuisnetwerk zijn pas in
toepassingen beschikbaar wanneer de instellingen in
de toepassing Home Media zijn geconfigureerd.
Wanneer u de toepassing Home Media voor het eerst
gebruikt, wordt de installatiewizard gestart. Deze
begeleidt u bij het instellen van de instellingen voor
het thuisnetwerk voor het apparaat. Als u de
installatiewizard later wilt gebruiken, gaat u naar de
hoofdweergave van Home Media, selecteert u
Opties > Wizard uitvoeren en volgt u de instructies
op het scherm.
Als u een compatibele pc wilt aansluiten op het eigen
netwerk, moet u op de pc de gerelateerde software
installeren. U vindt de software op de cd-rom of dvdrom die bij het apparaat is geleverd, of op de
Zie 'WLAN-
Eigen netwerk
89
ondersteuningspagina's van het apparaat op de Nokiawebsite.
Instellingen configureren
Als u de instellingen voor eigen netwerk wilt
configureren, selecteert u Instrumenten >
Connect. > Eigen media > Opties > Instellingen
en maakt u uw keuze uit de volgende opties:
Eigen netwerk
● Eigen toegangspunt — Selecteer Altijd vragen als
u wilt dat het apparaat telkens naar het
thuistoegangspunt vraagt wanneer u verbinding
maakt met het eigen netwerk, Nieuw maken als u
een nieuw toegangspunt wilt opgeven dat
automatisch wordt gebruikt wanneer u het eigen
netwerk gebruikt, of Geen. Als voor uw eigen
netwerk geen beveiligingsinstellingen zijn
ingeschakeld, krijgt u een
beveiligingswaarschuwing. U kunt doorgaan en de
beveiliging later inschakelen of het definiëren van
het toegangspunt annuleren en eerst de beveiliging
voor het WLAN inschakelen.
'Toegangspunten', p. 171.
● Apparaatnaam — Geef een naam op voor het
apparaat. Deze naam is zichtbaar voor de andere
compatibele apparaten in het netwerk.
● Kopiëren naar — Selecteer het geheugen waarin u
uw gekopieerde mediabestanden wilt opslaan.
Zie
90
Delen inschakelen en inhoud
definiëren
Selecteer Instrumenten > Connect. > Eigen
media > Inhoud delen en kies een van de volgende
opties:
● Inhoud delen — Hiermee kunt u het delen van
mediabestanden met compatibele apparaten
toestaan of weigeren. Schakel de optie voor het
delen van inhoud pas in nadat u alle andere
instellingen hebt geconfigureerd. Als u het delen
van inhoud hebt ingesteld, kunnen de andere UPnPcompatibele apparaten in het thuisnetwerk de
bestanden die u in Afbeeldingen en video voor
delen hebt geselecteerd, bekijken en kopiëren, en
kunnen ze de afspeellijsten gebruiken die u hebt
geselecteerd in Muziek. Als u niet wilt dat andere
apparaten toegang hebben tot uw bestanden,
schakelt u het delen van inhoud uit.
● Afbeeldingen en video — Hiermee kunt u
mediabestanden selecteren die u wilt delen met
andere apparaten of de status bekijken voor het
delen van afbeeldingen en video's. Selecteer
Opties > Inhoud vernieuwen als u de inhoud van
de map wilt bijwerken.
● Muziek — Hiermee kunt u afspeellijsten selecteren
die u met andere apparaten wilt delen, de status
voor delen bekijken en de inhoud van afspeellijsten
weergeven. Selecteer Opties > Inhoud
vernieuwen als u de inhoud van de map wilt
bijwerken.
Mediabestanden weergeven
en delen
Als u uw mediabestanden wilt delen met andere UPnP
compatibele apparaten in het eigen netwerk, schakelt
u het delen van inhoud in.
inhoud definiëren', p. 90. Als het delen van inhoud in
het apparaat is uitgeschakeld, kunt u de
mediabestanden die zijn opgeslagen in een ander
apparaat in het eigen netwerk, nog wel bekijken en
kopiëren als dit op het andere apparaat is toegestaan.
Mediabestanden weergeven die in het
apparaat zijn opgeslagen
Als u uw afbeeldingen, video's en geluidsclips op een
ander apparaat in het eigen netwerk wilt weergeven,
bijvoorbeeld op een compatibele tv, gaat u als volgt te
werk:
1. Selecteer een afbeelding of videoclip in Foto's of
selecteer een geluidsclip in Galerij en selecteer
vervolgens Opties > Tonen via eigen netwerk.
2. Selecteer een compatibel apparaat waarin het
mediabestand wordt weergegeven. De
afbeeldingen worden zowel op het andere
netwerkapparaat als op uw apparaat weergegeven
Zie 'Delen inschakelen en
en de video- en geluidsclips worden alleen
afgespeeld op het andere apparaat.
3. Selecteer Opties > Tonen stoppen als u het delen
wilt stoppen.
Mediabestanden weergeven die in het andere
apparaat zijn opgeslagen
Ga als volgt te werk als u mediabestanden die op een
ander apparaat in het netwerk zijn opgeslagen, wilt
weergeven op uw apparaat (of bijvoorbeeld op een
compatibele tv) wilt weergeven:
1. Druk op
Connect. > Eigen media > Zk in eigen ntw.. Op
het apparaat wordt gezocht naar andere
compatibele apparaten. De namen van gevonden
apparaten verschijnen op het scherm.
2. Selecteer een apparaat in de lijst.
3. Selecteer het type media dat u wilt bekijken op het
andere apparaat. De beschikbare bestandstypen
zijn afhankelijk van de functies van het andere
apparaat.
Selecteer Opties > Zoeken als u bestanden met
andere criteria wilt zoeken. Selecteer Opties >
Sorteren op als u de gevonden bestanden wilt
sorteren.
4. Selecteer het mediabestand of de mediamap die u
wilt weergeven.
en selecteer Instrumenten >
Eigen netwerk
91
5. Druk op de bladertoets en selecteer Afspelen of
Weergeven, en In apparaat of Via eigen
netwerk.
6. Selecteer het apparaat waarop u het bestand wilt
weergeven.
Blader naar links of rechts om het volume te regelen
terwijl u een video of geluidsclip afspeelt.
Eigen netwerk
Selecteer Terug of Stoppen (beschikbaar wanneer
video en muziek wordt afgespeeld) om het delen van
het mediabestand te stoppen.
Tip: U kunt de in Foto's opgeslagen afbeeldingen
met behulp van een UPnP-compatibele printer
afdrukken via een eigen netwerk.
'Afbeeldingen afdrukken', p. 83. Het delen van
inhoud hoeft niet te zijn ingeschakeld.
Mediabestanden kopiëren
Als u mediabestanden wilt kopiëren of overbrengen
van uw apparaat naar een ander compatibel apparaat,
zoals een UPnP-compatibele pc, selecteert u een
bestand in Foto's en selecteert u Opties >
Verplaatsen en kopiëren > Kopie nr eig. netw. of
Verpl. nr eig. netw.. Het delen van inhoud hoeft niet
te zijn ingeschakeld.
Als u bestanden van het andere apparaat naar uw
apparaat wilt kopiëren of overbrengen, selecteert u
92
een bestand in het andere apparaat en selecteert u de
Zie
gewenste kopieeroptie in de lijst met opties. Het delen
van inhoud hoeft niet te zijn ingeschakeld.
Synchronisatie met het
thuisnetwerk
Mediabestanden synchroniseren
U kunt de mediabestanden op uw mobiele apparaat
synchroniseren met de mediabestanden op de
apparaten in uw eigen thuisnetwerk. Controleer of het
mobiele apparaat zich binnen het bereik van uw eigen
draadloze netwerk (WLAN) bevindt en of het
thuisnetwerk goed is ingesteld.
Selecteer
media > Eigen synchr. en voltooi de wizard om de
synchronisatie met het thuisnetwerk te configureren.
Als u de wizard later wilt uitvoeren, gaat u naar de
hoofdweergave voor synchronisatie met het
thuisnetwerk en selecteert u Opties > Wizard
uitvoeren.
Als u inhoud op het mobiele apparaat handmatig wilt
synchroniseren met inhoud op de apparaten in uw
thuisnetwerk, selecteert u Nu synchr..
> Instrumenten > Connect. > Eigen
Synchronisatie-instellingen
Selecteer Opties > Synchr.instellingen als u de
synchronisatie-instellingen wilt wijzigen. Maak
vervolgens een keuze uit de volgende opties:
● Synchronisatie — Stel automatische of
handmatige synchronisatie in.
● Bronapparaten — Selecteer de bronapparaten
voor synchronisatie.
● Gebruikt geheugen — Hier kunt u het gebruikte
geheugen bekijken en selecteren.
● Geheugenbeheer — Selecteer Vragen wanneer
vol als u een melding wilt ontvangen wanneer het
geheugen van het apparaat bijna vol is.
Inkomende bestanden definiëren
Als u lijsten voor inkomende mediabestanden wilt
definiëren en beheren, drukt u op
Instrumenten > Connect. > Eigen media > Eigen
synchr. > Van eigen > Opties > Openen.
Als u de typen bestanden wilt definiëren die u naar het
apparaat wilt overbrengen, selecteert u deze typen in
de lijst.
Selecteer Opties > Bewerken om de
overdrachtinstellingen te bewerken, en maak uw
keuze uit de volgende opties:
● Lijstnaam — Hier kunt u een nieuwe naam voor de
lijst invoeren.
en selecteert u
● Afbeeldingen verkleinen — Hiermee kunt u
afbeeldingen verkleinen om geheugenruimte te
besparen.
● Aantal — Hier kunt u het maximum aantal
bestanden of de totale omvang van de bestanden
opgeven.
● Beginnen met — Hier kunt u de downloadvolgorde
opgeven.
● Van — Hier kunt u de datum opgeven van het
oudste bestand dat u wilt downloaden. Alleen
beschikbaar voor afbeeldingen en videoclips.
● Tot — Hier kunt u de datum opgeven van het
nieuwste bestand dat u wilt downloaden. Alleen
beschikbaar voor afbeeldingen en videoclips.
Voor muziekbestanden kunt u ook het genre, de
artiest, het album en het nummer opgeven dat u wilt
downloaden, evenals het bronapparaat dat u voor het
downloaden wilt gebruiken.
Als u bestanden wilt zoeken in een specifieke categorie
op uw apparaat, selecteert u een bestandstype en
selecteert u Opties > Bestanden tonen.
Selecteer Opties > Nieuwe lijst als u een vooraf
gedefinieerde of aangepaste lijst voor inkomende
bestanden wilt maken.
Selecteer Opties > Prioriteit wijzigen als u de
volgorde van de prioriteit van de lijsten wilt wijzigen.
Selecteer de lijst die u wilt verplaatsen en selecteer
Eigen netwerk
93
Grijpen. Verplaats de lijst naar de nieuwe locatie en
selecteer Neerzetten om deze daar neer te zetten.
Uitgaande bestanden definiëren
U kunt opgeven welke bestandstypen op uw apparaat
moeten worden gesynchroniseerd met uw eigen
media-apparaten en hoe deze moeten worden
Eigen netwerk
gesynchroniseerd. Daartoe drukt u op
u Instrumenten > Connect. > Eigen media >
Eigen synchr. > Naar eigen > Opties > Openen.
Selecteer het mediatype, Opties, corresponderende
instellingen en maak uw keuze uit de volgende opties:
● Doelapparaten — Selecteer doelapparaten om
mee te synchroniseren of schakel synchronisatie uit.
● Behouden op telefoon — Selecteer Ja als u de
media-inhoud op het apparaat wilt behouden na
synchronisatie. Voor afbeeldingen kunt u ook
opgeven of u het origineel of een verkleinde versie
ervan op uw apparaat wilt behouden. Als u opgeeft
dat u de afbeelding in de oorspronkelijke grootte
wilt behouden, is er meer geheugen nodig.
en selecteert
94
Nokia Videocentrum
Met Nokia Videocentrum (netwerkdienst) kunt u
videoclips via de ether downloaden en streamen vanaf
compatibele videodiensten met behulp van packetgegevens of WLAN. U kunt videoclips ook van een
compatibele pc naar het apparaat overbrengen en ze
in Videocentrum bekijken.
Het gebruik van gegevenstoegangspunten om video's
te downloaden kan de overdracht van grote
hoeveelheden gegevens over het netwerk van de
serviceprovider met zich meebrengen. Neem contact
op met uw serviceprovider voor meer informatie over
de kosten van gegevensoverdracht.
Alle video's worden standaard in de modus Liggend
weergegeven.
Het apparaat bevat mogelijk vooraf gedefinieerde
diensten.
Serviceproviders kunnen inhoud gratis of tegen
betaling bieden. Vraag de prijzen na bij de
serviceprovider.
Video's weergeven en
downloaden
1. Druk op en selecteer Videocentr..
2. Selecteer de gewenste
videodienst door de
bladertoets naar links of
rechts te drukken om
verbinding te maken met
deze videodienst.
Het apparaat werkt de
inhoud van de dienst bij,
waarna het wordt
weergegeven.
3. Druk de bladertoets
omlaag om de video's per
categorie weer te geven.
Selecteer Video zoeken om video's in de dienst te
zoeken. De zoekfunctie is mogelijk niet voor alle
diensten beschikbaar.
4. Selecteer Opties > Videodetails als u informatie
over een video wilt bekijken.
5. Bepaalde videoclips kunnen als streamingvideo
worden weergegeven, terwijl u andere clips eerst
naar het apparaat moet downloaden. Selecteer
Opties > Downloaden als u een videoclip wilt
downloaden.
Nokia Videocentrum
95
Selecteer Opties > Afspelen als u een
streamingclip of een gedownloade clip wilt
weergeven.
Selecteer Opties > Downloads plannen om een
automatische download voor video's in een dienst
te plannen. Automatische downloads worden
dagelijks op een door u gedefinieerd tijdstip
uitgevoerd. Video's die zich al in Mijn video's
bevinden, worden niet gedownload.
Bedien de speler met de bladertoets en de
Nokia Videocentrum
selectietoetsen terwijl de clip wordt afgespeeld. Druk
op de volumetoets om het volume te regelen.
Clips worden verder op de achtergrond gedownload als
u de toepassing sluit. De gedownloade video's worden
opgeslagen in Videocentr. > Mijn video's.
Selecteer Nieuwe diensten toev. om verbinding te
maken met internet en door de beschikbare diensten
te bladeren die u aan Videocentrum kunt toevoegen.
Internetvideo's
Internetvideo's zijn videoclips die op internet worden
gedistribueerd via RSS-feeds. U kunt nieuwe feeds
toevoegen aan Internetvideo's in de instellingen.
U kunt uw feeds bekijken in de map Internetvideo's
in Videocentrum.
Selecteer Opties > Feedabonnementen als u feeds
96
wilt toevoegen of verwijderen.
Blader naar een feed en druk op de bladertoets als u
wilt bekijken welke video's in een feed beschikbaar
zijn.
Selecteer Opties > Videodetails als u informatie over
een video wilt bekijken.
Blader naar een video en selecteer Opties >
Downloaden als u deze wilt downloaden.
Druk op de bladertoets om de gedownloade video af
te spelen.
Gedownloade video's afspelen
De gedownloade video's worden opgeslagen in
Videocentr. > Mijn video's.
Druk op de bladertoets om een gedownloade video af
te spelen.
Selecteer Opties > Afspelen via eigen netw. om een
gedownloade video in uw eigen netwerk af te spelen.
Eerst moet uw eigen netwerk zijn geconfigureerd.
'Informatie over het eigen netwerk', p. 88.
Bedien de speler met de bladertoets en de
selectietoetsen terwijl de clip wordt afgespeeld.
Als er niet genoeg vrije ruimte beschikbaar is in het
apparaatgeheugen of op een compatibele
geheugenkaart, worden automatisch enkele van de
oudste bekeken video's verwijderd wanneer nieuwe
Zie
video's worden gedownload. geeft aan dat video's
binnenkort mogelijk worden verwijderd.
Selecteer Opties > Beveiligen als u wilt voorkomen
dat een video automatisch wordt verwijderd (
).
Video's overbrengen van uw
pc
Breng uw eigen video's over naar het videocentrum
vanaf compatibele apparaten via een compatibele
USB-kabel.
Ga als volgt te werk om video's vanaf een compatibele
pc over te zetten naar de geheugenkaart in het
apparaat:
1. Als u het apparaat op een pc wilt weergeven als
massageheugenapparaat (E:\) waarnaar u
gegevensbestanden kunt overbrengen, maakt u
verbinding via een compatibele USB-kabel.
2. Selecteer de verbindingsmodus Massaopslag. Er
moet een compatibele geheugenkaart in het
apparaat zijn geplaatst.
3. Selecteer de video's die u van uw pc wilt kopiëren.
4. Breng de video's over naar E:\Mijn video's op de
geheugenkaart.
De overgebrachte video's verschijnen in de map
Mijn video's in Videocentrum. Videobestanden in
andere mappen van uw apparaat worden niet
weergegeven.
Instellingen voor
Videocentrum
In de hoofdweergave van Videocentrum kunt u
Opties > Instellingen en de volgende opties
selecteren:
● Videodienst selecteren — De videodiensten
selecteren die in het Videocentrum moeten worden
weergegeven. U kunt ook de details van een
videodienst weergeven.
Voor sommige diensten moet u een
gebruikersnaam en wachtwoord opgeven (worden
door de serviceprovider verstrekt).
● Standaardtoegangspunt — Selecteer Altijd
vragen of Door gebr. gedef. om de
toegangspunten te kiezen die voor de
gegevensverbinding worden gebruikt. Het gebruik
van gegevenstoegangspunten om bestanden te
downloaden kan de overdracht van grote
hoeveelheden gegevens over het netwerk van de
serviceprovider met zich meebrengen. Neem
contact op met uw serviceprovider voor meer
informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
● Ouderlijk toezicht — Als de serviceprovider
leeftijdsgrenzen voor video's heeft ingesteld,
Nokia Videocentrum
97
activeert u de functie voor ouderlijk toezicht voor
videodiensten.
● Voorkeursgeheugen — Selecteer de locatie waar
de gedownloade video's moeten worden
opgeslagen. Als het geselecteerde geheugen vol
raakt, wordt de inhoud in een ander geheugen
opgeslagen (indien beschikbaar) of worden de
oudste bestanden automatisch verwijderd.
● Miniaturen — Geef aan of in videolijsten
miniatuurweergaven moeten worden
weergegeven.
Nokia Videocentrum
98
Webbrowser
Met de webbrowser kunt u HTML-webpagina's
(HyperText Markup Language) op internet weergeven
zoals deze oorspronkelijk zijn ontworpen. U kunt ook
bladeren door webpagina's die specifiek zijn
ontworpen voor mobiele apparaten en XHTML
(eXtensible HyperText Markup Language) of WML
(Wireless Markup Language) gebruiken.
Als u wilt browsen op het web, moet op uw apparaat
een internettoegangspunt zijn geconfigureerd.
Op internet surfen
Druk op en selecteer Web.
Sneltoets: Houd in de stand-by modus 0
ingedrukt om de browser te starten.
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten
die u vertrouwt en die adequate beveiliging en
bescherming bieden tegen schadelijke software.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen
toepassingen en andere software van betrouwbare
bronnen, zoals toepassingen die Symbian Signed zijn
of die de Java Verified™-test hebben doorstaan.
Ga naar een webpagina door in de weergave
Bookmarks een bookmark te selecteren of het adres in
te voeren in het veld (
drukken.
Sommige webpagina's kunnen materiaal bevatten,
bijvoorbeeld afbeeldingen en geluiden, die alleen
kunnen worden bekeken als uw apparaat over veel
geheugen beschikt. Als geen geheugen meer
beschikbaar is tijdens het laden van een dergelijke
pagina, worden de afbeeldingen op de pagina niet
weergegeven.
Wanneer u webpagina's zonder afbeeldingen wilt
bekijken om geheugenruimte te sparen, selecteert u
Opties > Instellingen > Pagina > Inhoud
laden > Alleen tekst.
Selecteer Opties > Ga naar webadres als u een
nieuw te bezoeken webadres wilt invoeren.
Tip: Druk op 1 en selecteer een bookmark als u
een webpagina wilt bezoeken die als bookmark
is opgeslagen in de weergave Bookmarks.
Selecteer Opties > Navigatieopties > Opnieuw
laden als u de meest recente versie van de pagina wilt
ophalen vanaf de server.
) en op de bladertoets te
Webbrowser
99
Selecteer Opties > Opslaan als bookmark als u het
webadres van de huidige pagina wilt opslaan als
bookmark.
Selecteer Terug (beschikbaar als Geschiedenislijst is
ingesteld in de browserinstellingen en de huidige
pagina niet de eerste pagina is die u bezoekt) als u
Webbrowser
snapshots wilt weergeven van de pagina's die u tijdens
de huidige sessie hebt bezocht. Selecteer de pagina die
u wilt openen.
Selecteer Opties > Instrumenten > Pagina
opslaan als u een pagina wilt opslaan tijdens het
surfen.
U kunt pagina's opslaan om deze later te lezen als u
offline bent. U kunt pagina's ook groeperen in mappen.
Selecteer Opties > Bookmarks > Opgeslagen
pagina's om de opgeslagen pagina's te openen.
Selecteer Opties > Dienstopties (indien ondersteund
door de webpagina) als u een sublijst met opdrachten
of acties voor de geopende pagina wilt openen.
Selecteer Opties > Venster > Pop-ups blokkeren of
Pop-ups toestaan als u wilt voorkomen of toestaan
dat meerdere vensters automatisch worden geopend.
Sneltoetsen tijdens het surfen over het internet
● Druk op 1 om uw bookmarks te openen.
● Druk op 2 om trefwoorden te zoeken op de huidige
100
pagina.
● Druk op 3 om terug te keren naar de vorige pagina.
● Druk op 5 om een lijst met alle open vensters weer
te geven.
● Druk op 8 om het paginaoverzicht van de huidige
pagina weer te geven. Druk nogmaals op 8 als u wilt
inzoomen om het gewenste gedeelte van de pagina
te zien.
● Druk op 9 om een nieuw webadres in te voeren.
● Druk op 0 om naar de homepage te gaan (indien dit
is gedefinieerd in de instellingen).
● Druk op * en # om in en uit te zoomen op de pagina.
Tip: Druk tweemaal op of druk op de end-
toets als u wilt terugkeren naar de stand-by
modus terwijl de browser op de achtergrond is
geopend. Keer terug naar de browser door
ingedrukt te houden en de browser te
selecteren.
Werkbalk in de browser
Met de werkbalk in de browser kunt u veelgebruikte
browserfuncties selecteren.
Houd de bladertoets ingedrukt op een lege plek van
een webpagina om de werkbalk te openen. Druk de
bladertoets naar links of naar rechts om over de
werkbalk te navigeren. Druk op de bladertoets om een
functie te selecteren.
In de werkbalk kunt u de volgende opties selecteren:
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.