Nokia N77 User's Guide [nl]

Gebruikershandleiding
Nokia N77-1
CONFORMITEITSVERKLARING
0434
0434
van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn. Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
Java and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright © 1997-2007. Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information, including that related to promotional, internal, and commercial uses, may be obtained from MPEG LA, LLC. See <http://www.mpegla.com>.
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-194-in overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen
This product includes software licensed from Symbian Software Ltd © 1998-2007. Symbian and Symbian OS are trademarks of Symbian Ltd.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé- en niet-commerciee l gebruik in verband met informatie die is gecodeerd volgens de visuele norm MPEG4 door een consument in het kader van een privé­en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG4­videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is ve rkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie <http://www.mpegla.com>.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK. DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN. De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia leverancier voor details en de beschikbaarheid van taalopties.
Exportbepalingen Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen.
Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden. MEDEDELING FCC/INDUSTRY CANADA Dit apparaat kan TV- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de
nabijheid van de ontvangapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal Communications Commision (FCC) of Industry Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden. Neem contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet
aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is onderhevig aan de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat veroorzaakt geen schadelijke storingen, en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf die een ongewenste werking tot gevolg hebben accepteren. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen.
Toepassingen van derden die bij uw apparaat geleverd worden, kunnen gemaakt zijn door en in eigendom zijn van personen en entiteiten die geen relatie of verband met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de auteursrechten of de intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig draagt Nokia geen verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de functionaliteit van deze toepassingen of de informatie in deze toepassingen of het materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden.
MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DIT VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT) GARANTIES BETREFFENDE TITEL, VERKOOPBAARHEID, G ESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKEN OP OCTROOIEN, AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN VAN DERDEN.
Versie 1 NL

Inhoudsopgave

Voor uw veiligheid..................................... 7
Ondersteuning..........................................11
Nokia-ondersteuning en contactgegevens..................11
Software-updates...............................................................11
Help.........................................................................................11
Zelfstudie...............................................................................12
Aan de slag ...........................................................................12
Aanvullende toepassingen................................................12
Uw Nokia N77 .........................................13
Instellingen...........................................................................13
Inhoud vanaf een ander apparaat overbrengen......... 13
Belangrijke symbolen.........................................................14
Volume- en luidsprekerregeling......................................15
Mobiele tv ............................................................................. 15
Actief standby modus........................................................ 16
Multimediatoets..................................................................16
Geheugenkaart.....................................................................17
Bestandsbeheer ...................................................................17
Het apparaat aanpassen ................................................... 18
Mobile search .....................................................................19
Spelletjes ............................................................................... 19
Mobiele tv ................................................20
De eerste keer opstarten...................................................20
Programma's bekijken........................................................21
Diensten.................................................................................22
Programmagids....................................................................22
Zoeken....................................................................................23
Abonneren op kanalen en programma's.......................23
Instellingen ........................................................................... 24
Symbolen...............................................................................24
Camera......................................................25
Foto's maken ........................................................................25
Actieve werkbalk.................................................................28
Scènes ....................................................................................29
Video's opnemen .................................................................29
Camera-instellingen........................................................... 31
Galerij .......................................................34
Door mediabestanden bladeren en deze
weergeven.............................................................................34
Afbeeldingen en videoclips ..............................................35
Vrij geheugen .......................................................................38
Afbeeldingen bewerken.....................................................38
Videoclips bewerken ...........................................................39
Afbeeldingen afdrukken.....................................................41
Foto's en video's online delen..........................................43
Voicemailbox ........................................................................81
Videogesprekken..................................................................81
Logboek..................................................................................83
Mediatoepassingen................................. 47
Music player..........................................................................47
Visual Radio ..........................................................................57
RealPlayer..............................................................................59
Flash-speler...........................................................................61
Internet.................................................... 63
Diensten .................................................................................63
Web .........................................................................................67
Downloaden..........................................................................69
Profielen—tonen instellen...................... 71
Het profiel Offline ...............................................................71
Contacten (adressenlijst) ....................... 73
Namen en nummers opslaan en bewerken..................73
Contactgegevens kopiëren................................................74
Beltonen toevoegen voor contactpersonen.................75
Contactgroepen maken......................................................76
Oproepen plaatsen.................................. 77
Spraakoproepen ...................................................................77
Spraakgestuurd bellen .......................................................80
Berichten ..................................................85
Tekst invoeren......................................................................86
Berichten invoeren en verzenden...................................86
Inbox - berichten ontvangen...........................................89
Mailbox ..................................................................................90
Berichten op een SIM-kaart bekijken............................92
Berichtinstellingen..............................................................93
Tijdmanagement ......................................98
Klok .........................................................................................98
Agenda ...................................................................................98
Kantoor.................................................. 101
Quickoffice..........................................................................101
Notities.................................................................................102
Dictafoon.............................................................................102
Adobe Reader .....................................................................103
Rekenmachine ...................................................................103
Omrekenen..........................................................................103
Verbindingen ......................................... 105
Bluetooth-connectiviteit ................................................105
Gegevenskabel ...................................................................109
Pc-verbindingen ................................................................109
Verbindingsbeheer............................................................110
Synchronisatie ...................................................................110
Apparaatbeheer.................................................................111
Doorschakelen....................................................................128
Oproepblokkering .............................................................128
Netwerk ...............................................................................128
Toebehoren .........................................................................129
Instrumenten......................................... 113
Thema's................................................................................113
3-D-tonen...........................................................................113
Spraakopdrachten.............................................................114
Toepassingsbeheer............................................................115
Digital Rights Management ..........................................117
Instellingen............................................ 119
Telefoon ...............................................................................119
Bellen....................................................................................120
Verbinding...........................................................................121
Datum en tijd.....................................................................124
Beveiliging ..........................................................................124
Problemen oplossen:
vraag en antwoord ............................... 130
Informatie over de batterij.................. 134
Opladen en ontladen........................................................134
Controleren van de echtheid
van Nokia-batterijen........................................................135
Behandeling en onderhoud.................. 137
Aanvullende veiligheidsinformatie...... 139
Index ..................................................... 143

Voor uw veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet
in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN Gebruik het apparaat niet in een
benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle
mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik het apparaat niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de posities die in de productdocumentatie zijn beschreven. Raak de antennegebieden niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
7
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik
alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de telefoonfunctie van het apparaat ingeschakeld en operationeel is. Druk zo vaak als nodig is op de end-toets om het scherm leeg te maken en terug te keren naar de stand-by modus. Voer het alarmnummer in en druk op de beltoets. Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in netwerken van het type EGSM 900/1800/1900 en UMTS 2100. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Het apparaat ondersteunt internetverbindingen en andere verbindingsmethoden. Net als computers kan uw apparaat blootstaan aan virussen, schadelijke boodschappen en toepassingen, en andere schadelijke inhoud. Wees voorzichtig en open boodschappen, accepteer verbindingsverzoeken, download content en accepteer installaties alleen van betrouwbare bronnen. U kunt de veiligheid van uw apparaten verbeteren door antivirussoftware, firewall- en andere gerelateerde software te installeren, te gebruiken en regelmatig bij te werken op uw apparaat en daarop aangesloten computer.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en eerbiedig lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.
Vanwege copyrightbescherming kan het voorkomen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (waaronder beltonen) en andere items niet kunnen worden gekopieerd, gewijzigd, overgebracht of doorgestuurd.
8
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijke functies van Microsoft Word, PowerPoint en Excel (Microsoft Office 2000, XP en 2003). Niet alle bestandsindelingen kunnen worden bekeken of gewijzigd.
Tijdens langdurig gebruik, zoals bij een actief videogesprek en een snelle gegevensverbinding, kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Als u vermoedt dat het apparaat niet goed werkt, breng het dan naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bookmarks of links waarmee u toegang krijgt tot websites van derden die niet met Nokia verbonden zijn. Nokia ondersteunt deze sites niet en draagt er geen aansprakelijkheid voor. Als u deze sites wilt bezoeken, moet u op het gebied van beveiliging of inhoud dezelfde voorzorgsmaatregelen treffen als die u voor andere sites treft.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van een draadloze verbindingsdienst. Veel van de functies vereisen speciale netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook netwerken waar u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat u gebuik kunt maken van de netwerkdiensten. Uw serviceprovider kan u instructies geven en uitleggen hoeveel het kost. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook beschikken over een speciale configuratie, zoals veranderingen in menunamen, menuvolgorde en pictogrammen. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
9
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Voor sommige functies van dit apparaat, zoals MMS, browsen, e-mail en het downloaden van inhoud met de browser of via MMS, is netwerkondersteuning vereist.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart over beschikbaarheid en voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider of een andere leverancier zijn.
Toebehoren, batterijen en laders
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: een lader van het type AC-4 of DC-4 of een lader van het type AC-1, ACP-7, ACP-8, ACP-9, ACP-12, LCH-9 of een lader van het type LCH-12 als het apparaat wordt gebruikt met de adapter van het type CA-44.
Dit apparaat moet worden gebruikt met een batterij van het type BP-6M.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders
en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
10

Ondersteuning

Nokia-ondersteuning en contactgegevens

Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale Nokia­website voor de nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokia-product.
Op de website vindt u informatie over het gebruik van Nokia-producten en -diensten. Ga naar de lijst met plaatselijke vertegenwoordigers van Nokia op www.nokia.com/customerservice als u contact wilt opnemen met de klantenservice.
Neem voor onderhoudsdiensten contact op met het dichtstbijzijnde Nokia-servicecentrum op www.nokia.com/repair.

Software-updates

Nokia kan software-updates vrijgeven die nieuwe mogelijkheden, uitgebreidere functies of verbeterde prestaties bieden. U kunt deze updates aanvragen via de pc-toepassing Nokia Software Updater. Als u de software op het apparaat wilt gebruiken, hebt u de toepassing
Nokia Software Updater en een compatibele pc met Microsoft Windows 2000 of XP, breedband­internettoegang en een compatibele gegevenskabel voor de verbinding tussen het apparaat en de pc nodig.
Voor meer informatie en om de toepassing Nokia Software Updater te downloaden, gaat u naar www.nokia.com/softwareupdate of de lokale Nokia- website.
Als software-updates via de ether door uw netwerk wordt ondersteund, kunt u mogelijk ook updates via het apparaat opvragen. Zie ‘Apparaatbeheer’, ‘Software-updates’ op pag. 111.

Help

Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help. Selecteer Opties > Help als u vanuit een geopende toepassing de Help voor de huidige weergave wilt openen.
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar de toepassing die op de achtergrond geopend is door ingedrukt te houden en de toepassing of Help te selecteren.
Ondersteuning
11
Selecteer Toepass. > Help als u de Help wilt openen vanuit het hoofdmenu. Selecteer de gewenste toepassing om de bijbehorende helponderwerpen te bekijken.

Zelfstudie

Ondersteuning
De zelfstudie bevat informatie over enkele functies van het apparaat. U opent de zelfstudie door op te drukken en
Toepass. > Zelfstudie te selecteren plus de sectie die u
wilt bekijken.

Aan de slag

Zie de handleiding Aan de slag voor informatie over toetsen en onderdelen en instructies voor het instellen van het apparaat.

Aanvullende toepassingen

Dankzij tal van toepassingen van Nokia en andere software-ontwikkelaars kunt u optimaal gebruik maken van alle mogelijkheden van uw Nokia N77. Deze toepassingen worden toegelicht in de handleidingen die beschikbaar zijn op de productondersteuningspagina's van de Nokia N77 op www.nokia.com/support of de lokale Nokia-website.
12

Uw Nokia N77

Modelnummer: Nokia N77-1.
Hierna aangeduid als de Nokia N77.
De afbeeldingen in deze handleiding verschillen mogelijk van de afbeeldingen in het apparaat.

Instellingen

In het apparaat zijn instellingen voor mobiel internet en MMS-, GPRS- en streaming-instellingen doorgaans automatisch geconfigureerd in het apparaat op basis van de gegevens van de netwerkprovider. De instellingen van uw serviceproviders zijn mogelijk al op het apparaat geïnstalleerd of u ontvangt de instellingen van de serviceproviders in een SMS-bericht.
Zie ’Instellingen’, ’Telefoon’ op pag. 119 als u de algemene instellingen in het apparaat wilt wijzigen, zoals de taal, stand-by modus en weergave-instellingen.

Inhoud vanaf een ander apparaat overbrengen

U kunt inhoud, zoals contactgegevens, via een Bluetooth­verbinding overbrengen van een compatibel Nokia-
apparaat naar de Nokia N77. Er wordt een bericht weergegeven als het andere apparaat niet compatibel is. Het type inhoud dat kan worden overgedragen, hangt af van het model van het apparaat vanaf waar u de inhoud wilt overbrengen. Als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt u ook gegevens tussen het andere apparaat en de Nokia N77 synchroniseren.
Als het andere apparaat niet zonder SIM-kaart kan worden ingeschakeld, kunt u uw SIM-kaart in het andere apparaat plaatsen. Wanneer de Nokia N77 wordt ingeschakeld zonder SIM-kaart, wordt het offline profiel automatisch geactiveerd.
Inhoud overbrengen
1 Als u de toepassing de eerste keer gebruikt, drukt u op
en selecteert u Instrum. > Overdracht. Selecteer
Overdr.ggvns als u de toepassing al eerder hebt
gebruikt en opnieuw gegevens wilt overbrengen. Volg de instructies in het scherm.
2 Selecteer Doorgaan als u wilt zoeken naar andere
apparaten met Bluetooth-connectiviteit. Selecteer in de lijst het apparaat vanaf waar u inhoud wilt overbrengen.
3 U wordt gevraagd een code in te voeren op de
Nokia N77. Voer een code in (1-16 cijfers) en
Uw Nokia N77
13
selecteer OK. Voer dezelfde code ook in op het andere apparaat en selecteer OK. De apparaten zijn nu gekoppeld. Zie ’Apparaten koppelen’ op pag. 108. Voor sommige telefoonmodellen wordt Overdracht als bericht naar het andere apparaat verzonden. Open het bericht om Overdracht te installeren op het andere
Uw Nokia N77
apparaat en volg de instructies in het scherm.
4 Selecteer vanaf de Nokia N77 de inhoud die u
vanaf het andere apparaat wilt overbrengen.
De inhoud wordt overgebracht vanuit het geheugen van het andere apparaat naar de overeenkomende locatie in uw Nokia N77. De tijd die benodigd is voor de overdracht, is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens. U kunt de overdracht annuleren en later doorgaan.
Als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt u de gegevens in beide apparaten up-to-date houden. Selecteer Telefoons als u de synchronisatie vanaf een compatibel Nokia-apparaat wilt starten. Ga naar het apparaat en selecteer Opties > Synchroniseren. Volg de instructies in het scherm.
Selecteer Overdrachtslog als u het logbestand van een eerdere overdracht wilt bekijken.

Belangrijke symbolen

Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk.
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-netwerk
(netwerkdienst).
Er staan een of meer ongelezen berichten in de map
Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externe
mailbox.
De map Outbox bevat berichten die nog niet zijn
verzonden.
U hebt oproepen gemist.
Wordt weergegeven als Beltoontype is ingesteld op Stil, en Berichtensignaaltoon, Chatsignaaltoon en Signaaltoon e-mail zijn ingesteld op Uit.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarm actief.
De tweede telefoonlijn wordt gebruikt (netwerkdienst).
Alle oproepen naar het apparaat worden omgeleid naar een ander nummer. Als u twee telefoonlijnen hebt (netwerkdienst), is het symbool voor de eerste lijn en het symbool voor de tweede lijn.
Er is een compatibele hoofdtelefoon aangesloten op
het apparaat.
De verbinding met een compatibele hoofdtelefoon met
Bluetooth-connectiviteit is verbroken.
14
Er is een compatibel gehoorapparaat aangesloten op
het apparaat.
Er is een compatibele teksttelefoon aangesloten op
het apparaat.
Er is een gegevensoproep actief.
Er is een GPRS-pakketgegevensverbinding actief. geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat en dat er een verbinding beschikbaar is.
Er is een pakketgegevensverbinding actief in een gedeelte van het netwerk dat EDGE ondersteunt. geeft aan dat de verbinding in de wacht staat, en geeft aan dat er een verbinding beschikbaar is. De symbolen geven aan dat EDGE beschikbaar is in het netwerk, maar mogelijk maakt het apparaat geen gebruik van EDGE tijdens de gegevensoverdracht.
Er is een UMTS-pakketgegevensverbinding actief. geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat en dat er een verbinding beschikbaar is.
Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld.
Er worden gegevens verzonden met behulp van
Bluetooth-connectiviteit.
Er is een USB-verbinding actief.
Mobiele TV is ingeschakeld.

Volume- en luidsprekerregeling

Druk op de volumetoets aan de zijkant van het apparaat als u het volume wilt verhogen of verlagen tijdens een actieve oproep of wanneer u naar een geluid luistert.
Door de ingebouwde luidspreker kunt u vanaf een korte afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat aan uw oor moet houden.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw
oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Selecteer Opties > Luidspreker insch. als u de luidspreker tijdens een gesprek wilt gebruiken.
Selecteer Opties > Telefoon insch. als u de luidspreker wilt uitschakelen.

Mobiele tv

Uw apparaat heeft een geïntegreerde DVBH-ontvanger (Digital Video Broadcast - Handheld) waarmee u digitale televisie-uitzendingen kunt ontvangen. Met de toepassing Mobiele tv kunt u digitale tv-programma's bekijken en beluisteren (netwerkdienst). U moet zich mogelijk op kanalen of programma's abonneren voordat u ze kunt
Uw Nokia N77
15
bekijken. Houd de toets Mobiele tv ingedrukt om de toepassing te openen.
Actief standby modus
Via het stand-by scherm hebt u snel toegang tot de
Uw Nokia N77
toepassingen die u regelmatig gebruikt. Standaard is de actieve stand-by modus ingeschakeld.
Druk op , selecteer

Instrum. > Instell. > Telefoon > Standby­modus > Actief standby en

druk op om de actieve stand-by modus in of uit te schakelen.
Boven in het actieve stand-by scherm worden de standaardtoepassingen weergegeven met daaronder agenda-items, taken, afdrukwachtrij en player­gebeurtenissen.
Ga naar een toepassing of item en druk op .
Als de actieve stand-by modus is ingeschakeld, kunt u geen gebruik maken van de standaardsnelkoppelingen voor de bladertoets die beschikbaar zijn in deze modus.
Druk op , selecteer Instrum. > Instell. > Telefoon >
Standby-modus > Toep. actief standby en druk op
als u de standaardsnelkoppelingen van toepassingen wilt wijzigen.
Sommige snelkoppelingen zijn vaste koppelingen die u niet kunt wijzigen.

Multimediatoets

Met de multimediatoets hebt u snel toegang tot multimediacontent en vooraf gedefinieerde toepassingen.
Houd ingedrukt om de snelkoppeling te openen die aan de multimediatoets is toegewezen. Druk op om een lijst met multimediatoepassingen te openen. Gebruik de bladertoets om de gewenste toepassing te openen. Druk op als u de lijst wilt afsluiten zonder een toepassing te selecteren.
Druk op en als u de snelkoppelingen wilt wijzigen. Selecteer Boven, Links, Midden en Rechts als u wilt wijzigen welke toepassingen worden weergegeven wanneer u op drukt.
Sommige snelkoppelingen zijn vaste koppelingen die u niet kunt wijzigen.
16

Geheugenkaart

Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Nokia maakt gebruik van goedgekeurde industriële normen voor geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet helemaal compatibel met dit apparaat zijn. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens die op de kaart staan aantasten.
Druk op en selecteer Instrum. > Geheugen. Gebruik een compatibele microSD-kaart als extra opslagruimte en voor het maken van back-ups van de informatie in het apparaatgeheugen.
Selecteer Opties > Reservekopie als u een back-up van gegevens in het apparaatgeheugen wilt opslaan op een compatibele geheugenkaart.
Selecteer Opties > Herst. vanaf kaart als u gegevens vanaf de compatibele geheugenkaart wilt terugzetten naar het apparaatgeheugen.
Druk op en selecteer Geh.krt verwijderen om de geheugenkaart uit te werpen.
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het
moment dat er een bewerking wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Wanneer u de kaart tijdens een dergelijke bewerking verwijdert, kan schade ontstaan
aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
Selecteer Opties > Wachtw. instellen als u een wachtwoord wilt instellen om uw geheugenkaart te beschermen. Kies een wachtwoord van maximaal 8 tekens. U kunt het wachtwoord later wijzigen of verwijderen.

Een geheugenkaart formatteren

Wanneer een geheugenkaart wordt geformatteerd, gaan alle gegevens op de kaart definitief verloren. Sommige geheugenkaarten zijn voorgeformatteerd. Andere kaarten moet u zelf eerst formatteren. Raadpleeg uw leverancier om te achterhalen of u de geheugenkaart moet formatteren voor het eerste gebruik.
Selecteer Opties > Geh.kaart formatt. als u een geheugenkaart wilt formatteren. Selecteer Ja ter bevestiging.

Bestandsbeheer

Druk op en selecteer Instrum. > Best.beh. als u wilt bladeren in bestanden en mappen in het geheugen van het apparaat of op een geheugenkaart (indien geplaatst). De weergave van het apparaatgeheugen ( ) wordt
Uw Nokia N77
17
geopend. Druk op om de weergave van de geheugenkaart ( ) te openen, indien beschikbaar.
Druk tegelijkertijd op en om een bestand te markeren, en selecteer Opties > Verplaats naar map of Kopiëren naar map om bestanden naar een map te verplaatsen of te kopiëren.
Uw Nokia N77
Als u naar een bestand wilt zoeken, kiest u Opties >
Zoeken en het geheugen waarin u wilt zoeken. Voer
vervolgens een zoektekst in die overeenkomt met de bestandsnaam.
Selecteer Opties > Gegevens geheugen als u wilt bekijken welke gegevenstypen het apparaat bevat en hoeveel geheugen wordt gebruikt door de verschillende gegevenstypen. De hoeveelheid beschikbaar geheugen wordt weergegeven in Vrij geheugen.

Geheugen raakt vol - ruimte vrijmaken

Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen om gegevens op te slaan. U krijgt een melding als het apparaatgeheugen of de geheugenkaart bijna vol is.
Als u geheugen wilt vrijmaken, brengt u gegevens over naar een compatibele geheugenkaart, als u deze hebt. Markeer de bestanden die u wilt verplaatsen en selecteer
Opties > Verplaats naar map > Geheugenkaart en
een map.
Selecteer Bestandsbeheer of de betreffende toepassing als u gegevens wilt verwijderen om geheugen vrij te maken. U kunt bijvoorbeeld de volgende items verwijderen:
• Berichten uit de mappen Inbox, Ontwerpen, en
Verzonden in Berichten.
• Opgehaalde e-mailberichten in het geheugen van het apparaat.
• Opgeslagen webpagina's.
• Opgeslagen afbeeldingen, video's of geluidsbestanden.
• Contactgegevens
• Agendanotities
• Gedownloade toepassingen. Zie ook ’Toepassingsbeheer’ op pag.115.
• Installatiebestanden (.SIS) van toepassingen die u hebt geïnstalleerd op een compatibele microSD-kaart; sla eerst een back-up van de installatiebestanden op een compatibele pc op met behulp van Nokia Nseries PC Suite.
• Andere gegevens die u niet meer nodig hebt.

Het apparaat aanpassen

• Via het stand-by scherm hebt u snel toegang tot de toepassingen die u regelmatig gebruikt. Zie ’Actief standby modus’ op pag. 16.
• Zie ’Thema's’ op pag. 113 als u de achtergrond­afbeelding voor de stand-by modus of de screensaver wilt wijzigen.
18
• Zie ’Profielen—tonen instellen’ op pag. 71 en ’Beltonen toevoegen voor contactpersonen’ op pag. 75 als u de beltonen wilt aanpassen.
• Zie ’Standby-modus’ op pag. 120 als u de sneltoetsen wilt wijzigen voor de verschillende toetsaanslagen van de bladertoets en de linker- en rechterselectietoetsen in de stand-by modus.
• Druk op en selecteer Toepass. > Klok > Opties >
Instellingen > Type klok > Analoog of Digitaal als u
een andere klok in de stand-by modus wilt weergeven.

Mobile search

Gebruik Mobile Search als u toegang wilt krijgen tot zoekmachines, en als u lokale services, websites, afbeeldingen en mobiele inhoud wilt zoeken en er een verbinding mee tot stand wilt brengen.
Druk op en selecteer Zoekopdr.. Een lijst met categorieën wordt weergegeven. Selecteer een categorie (bijvoorbeeld afbeeldingen) en voer uw tekst in het zoekveld in. Selecteer Zoekopdr.. De zoekresultaten worden in het scherm weergegeven.

Spelletjes

Druk op en selecteer Spelletjes en een spelletje. Selecteer Opties > Help voor instructies hoe u het spelletje speelt.
Uw Nokia N77
19

Mobiele tv

Uw Nokia N77 heeft een geïntegreerde DVB-H-ontvanger (Digital Video Broadcast - Handheld) waarmee u digitale
Mobiele tv
televisie-uitzendingen kunt ontvangen. Met Mobiele tv hebt u toegang tot mobiele televisie- en radiodiensten (netwerkdienst) en kunt u digitale tv-programma's bekijken en beluisteren.
Als u geen toegang hebt tot mobiele tv, is het mogelijk dat de operators in uw regio geen ondersteuning bieden voor diensten voor mobiele tv.
Diensten voor mobiele tv zijn mogelijk alleen via een abonnement beschikbaar. Neem contact op met uw serviceprovider voor informatie over de netwerkdekking voor mobiele tv, de beschikbaarheid, gebruikersinstructies en de kosten van mobiele tv.
In sommige landen zijn eigenaars van een televisieontvanger verplicht om kijkgeld te betalen. Neem voor meer informatie contact op met de lokale autoriteiten.
U kunt geen live tv kijken zonder een SIM-kaart of wanneer het offline profiel is geactiveerd.
Als u een ander apparaat of een andere SIM-kaart wilt gebruiken, neemt u contact op met uw serviceprovider
20
voor informatie over de beschikbaarheid van de dienst. U moet zich waarschijnlijk op de dienst abonneren.
De provider van de tv-programma's of de serviceprovider van mobiele tv kan het gebruik van externe apparaten met draadloze Bluetooth-technologie tijdens het gebruik van mobiele tv verbieden of beperken. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de ontvangst van uitzendingen stopt als u een hoofdtelefoon met draadloze Bluetooth-technologie gebruikt.
Als u een oproep beantwoordt terwijl u live tv kijkt, wordt de ontvangst van de uitzending onderbroken. Deze wordt echter hervat nadat u de oproep hebt beëindigd.

De eerste keer opstarten

1 Houd de toets voor mobiele tv ingedrukt
om Mobiele tv te openen. Het systeem toont de programmagidsen die op uw locatie beschikbaar zijn. Wanneer u de eerste keer opstart, kan dit enkele minuten duren.
2 U selecteert een programmagids door ernaartoe te
bladeren en op te drukken. De beschikbare kanalen worden door het systeem geordend. Dit kan enige tijd
duren. U kunt de programmagids later in de instellingen wijzigen.
Wanneer u Mobiele tv de volgende keer opent, worden de laatst geselecteerde programmagids en het laatst bekeken tv-kanaal weergegeven.
Als het apparaat geen programmagidsen kan vinden wanneer u Mobiele tv opent, selecteert u Opties >
Opnieuw scannen om de beschikbare programmagidsen
te zoeken en weer te geven. Selecteer een van de gidsen.
Mobiele tv legt een groot beslag op het apparaatgeheugen
om de programmagids op te slaan. Het apparaat probeert de programmagids regelmatig bij te werken, zelfs als mobiele tv niet is ingeschakeld. Als er onvoldoende geheugen is voor de update, wordt een bericht weergegeven dat er te weinig geheugen in het apparaat beschikbaar is. Verwijder gegevens om geheugen vrij te maken. Zie ’Geheugen raakt vol - ruimte vrijmaken’ op pag. 18 voor informatie over hoe u apparaatgeheugen vrijmaakt.

Programma's bekijken

U moet zich mogelijk op een kanaal abonneren voordat u het kunt bekijken. Zie ’Abonneren op kanalen en programma's’ op pag. 23.
Het is mogelijk dat u een voorvertoning kunt bekijken van een programma waarop u niet bent geabonneerd. Selecteer Opties > Voorbeeld, indien beschikbaar.
Als u een kanaal wilt selecteren, bladert u ernaartoe en drukt u op , of drukt u op de cijfertoetsen. Druk op om een kanaalnummer van twee cijfers in te voeren.
Druk de bladertoets naar links of rechts om van kanaal te veranderen.
Selecteer Opties > Instellingen als u de volgorde van de kanalen wilt wijzigen. Zie ’Instellingen’ op pag. 24.
Selecteer Opties > Weergavemodus > Liggend of Staand als u wilt schakelen tussen de modus Liggend en Staand.
Als u naar het volledige scherm wilt schakelen, selecteert u Opties > Volledig scherm. Selecteer Opties > Normaal
scherm om naar het normale scherm terug te gaan.
Tip: Druk op als u snel wilt schakelen tussen
het normale scherm en het volledige scherm.
Selecteer Opties > Providerpagina als u de webpagina van uw serviceprovider wilt weergeven. De menuopdracht kan verschillen. U hebt mogelijk een netwerkverbinding nodig om toegang te krijgen tot de webpagina van de provider.
Gebruik de volumetoets als u het volume wilt regelen. Selecteer Opties > Dempen of Dempen uit om het geluid uit of aan te zetten.
Mobiele tv
21
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw
oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Selecteer Opties > Opnieuw afspelen (indien beschikbaar) als u de laatste 30 seconden opnieuw wilt afspelen.
Mobiele tv

Diensten

Kanalen kunnen aanvullende interactieve diensten leveren, zoals webkoppelingen of mogelijkheden om bepaalde dingen te kopen of ergens op te stemmen, of om Java toepassingen te installeren en te gebruiken.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen
en andere software van betrouwbare bronnen, zoals toepassingen die een Symbian-ondertekening dragen of die de Java-Verified
Selecteer Opties > Diensten om de beschikbare diensten weer te geven van het kanaal waar u op dat moment naar kijkt. De diensten verschillen, en veel tv-programma's bieden geen extra diensten.
Het is mogelijk dat extra kosten in rekening worden gebracht voor het gebruik van het netwerk om toegang te krijgen tot de diensten.
TM
test hebben doorstaan.

Programmagids

Selecteer Opties > Programmagids om de programmagids weer te geven. Druk de bladertoets naar rechts of links om het kanaal in de programmagids te veranderen. Druk de bladertoets omhoog of omlaag om programma's weer te geven. Programma's worden op begintijd geordend.
Selecteer Opties > Programma bekijken als u wilt kijken naar het programma dat op dat moment wordt uitgezonden.
TM
-
Als u een herinnering wilt instellen voor een programma dat later wordt uitgezonden, selecteert u Opties >
Herinneren. geeft een programma aan waarvoor een
herinnering is ingesteld. Zie ’Instellingen’ op pag. 24 om op te geven hoelang op voorhand de herinnering voor het programma moet worden weergegeven. Actieve herinneringen werken mogelijk niet als u van programmagids verandert of als een programma uit de programmagids wordt verwijderd.
De herinnering is niet hoorbaar als het apparaat uit staat.
Als u een herinnering uit een programmagids wilt verwijderen, selecteert u de herinnering en Opties >
Herinnering verwijderen.
Als u de details van een programma wilt bekijken, selecteert u een programma uit de programmagids en kiest u Opties > Programmadetails.
22

Zoeken

Ga als volgt te werk als u een tekenreeks wilt zoeken in de geselecteerde programmagids:
1 Selecteer Opties > Zoeken. 2 Voer de zoekterm in of druk op om een van uw
vorige zoektermen te selecteren. U kunt het zoeken beperken tot een specifiek kanaal of u kunt een weekdag of genre voor de zoekactie opgeven.
3 Selecteer Zoeken om het zoeken te starten. 4 Selecteer een gevonden programma en selecteer
Opties als u het programma wilt bekijken of
beluisteren, als u zich op het programma wilt abonneren, de details ervan wilt bekijken of een herinnering wilt instellen.
Abonneren op kanalen en programma's
Sommige tv-kanalen en –programma's vereisen een abonnement. Items zonder abonnement worden aangegeven met . Een kanaalpakket is een reeks kanalen waarop u zich in de vorm van één pakket kunt abonneren.
Selecteer Opties > Abonnementen > Mijn
abonnementen om een lijst weer te geven met items
waarop u bent geabonneerd. Selecteer Opties >
Abonnementen oph. om items op te halen waarop u bent
geabonneerd wanneer deze niet meer in het apparaat staan.
Ga als volgt te werk als u zich op een item wilt abonneren:
1 Selecteer Opties > Abonnementen > Nieuw
abonnement.
2 Maak uw keuze uit een lijst met items zonder
abonnement: Kanaalpakketten, Kanalen, of
Programma's.
3 Selecteer Opties > Abonneren. 4 Selecteer de duur van het abonnement. 5 Selecteer Controleren om het abonnement te
accepteren.
Er wordt een mededeling weergegeven wanneer u het kanaal of programma kunt gaan bekijken.
U kunt zich niet abonneren zonder SIM-kaart of als het offline profiel is geactiveerd. Als u van SIM-kaart verandert, moet u zich opnieuw abonneren op kanalen en programma's.

Abonnementen opzeggen

1 Selecteer Opties > Abonnementen >
Mijn abonnementen.
2 Selecteer Kanaalpakketten, Kanalen of Programma's.
Mobiele tv
23
3 Selecteer Opties > Gegevens item als u de details van
een item wilt bekijken. Selecteer Opties > Abonnement opzeggen om een doorlopend abonnement op te zeggen.
Mobiele tv

Instellingen

Selecteer Opties > Instellingen als u de instellingen voor mobiele tv wilt configureren. Geef het volgende op:
Systeemstatus—Hiermee geeft u de algemene status van
de mobiele tv en de signaalsterkte weer. Als u het symbool voor de signaalsterkte wilt bijwerken, sluit u dit dialoogvenster en opent u het opnieuw.
Kanaalvolgorde—Hiermee kunt u de standaardvolgorde
van kanalen wijzigen. Selecteer Opties > Markeren om de items te markeren die u wilt verplaatsen. Selecteer
Opties > Verplaatsen, blader naar de nieuwe locatie en
selecteer OK.
Ouderlijk toezicht—Hiermee stelt u een leeftijdsgrens
voor programma's in. Het vereiste wachtwoord is hetzelfde als de blokkeringscode van het apparaat. U moet de blokkeringscode invoeren om een tv-programma te kunnen bekijken waarvoor een hogere leeftijdsgrens is opgegeven. Zie ’Beveiliging’ op pag. 124 voor meer informatie over de blokkeringscode.
Herinneringsalarm—Hier definieert u hoe vroeg u
herinnerd wilt worden aan de aanvang van een programma.
Programmagids—Hiermee geeft u de beschikbare
programmagidsen weer en verandert u de huidige programmagids.

Symbolen

—Kanaalpakket
—Kanaal
—Programma
—Item zonder abonnement
—Berichtdienst
—Telefoondienst
—Webdienst
—Java-dienst
—Leeftijdsgrens
24

Camera

De Nokia N77 heeft twee camera's: een camera met een hoge resolutie achter op het apparaat (de hoofdcamera) en een camera met een lage resolutie aan de voorkant (de tweede camera). U kunt met beide camera's foto's maken en video's opnemen. De tweede camera aan de voorkant wordt gebruikt in de modus 'Staand' en de hoofdcamera aan de achterkant in de modus 'Liggend'.
De hoofdcamera van de Nokia N77 ondersteunt een beeldresolutie van 1600 x 1200. De beeldresolutie kan in deze documentatie anders worden weergegeven.
De afbeeldingen en videoclips worden automatisch opgeslagen in Afb. en video in Galerij. De foto's die u met de camera maakt, hebben de JPEG-indeling. Videoclips worden opgenomen in de bestandsindeling .MP4 of 3GPP met de extensie .3GP (kwaliteit Delen). Zie ’Video-instellingen’ op pag. 33.
U kunt foto's en videoclips verzenden via een multimediabericht, als e-mailbijlage of via een Bluetooth­verbinding. U kunt deze ook uploaden naar een compatibel
online album. Zie ’Foto's en video's online delen’ op pag. 43.

Foto's maken

Houd rekening met het volgende wanneer u een foto maakt:
• Gebruik beide handen om de camera stil te houden.
• Gebruik de zoomtoets aan de zijkant van het apparaat om in of uit te zoomen. De kwaliteit van een digitaal gezoomde foto is lager dan die van een niet-gezoomde foto.
• Gebruik de actieve werkbalk als u de belichting en kleuren wilt bijstellen. Zie ’Beeldinstellingen: kleur en belichting’ op pag. 32. Het opslaan van een vastgelegde afbeelding kan langer duren als u de instellingen voor zoomen, belichting of kleur hebt gewijzigd.
• Als u een poosje niet op een toets drukt, wordt de batterijspaarstand geactiveerd. Druk op om door te gaan met het nemen van foto's.
Neem als volgt een foto:
1 Houd de opnametoets ingedrukt of druk op en
selecteer Toepass. > Camera om de hoofdcamera te activeren.
Camera
25
2 Selecteer Naar afbeeldingsmodus in de actieve
werkbalk als de camera zich in de Videomodus bevindt.
3 Druk op de opnametoets van de hoofdcamera om een
Camera
foto te nemen. Druk in de secundaire camera op . Houd het apparaat stil totdat de foto wordt opgeslagen.
Selecteer Opties > Ga naar beschikb. geh. (alleen beschikbaar als u een back-up van uw afbeeldingen of videoclips hebt gemaakt) als u geheugen wilt vrijmaken voordat u een foto maakt. Zie ’Vrij geheugen’ op pag. 38.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de camera aan de voorkant wilt activeren.
Selecteer Afsluiten om de camera te sluiten.

Symbolen van de fotocamera

In de camerazoeker wordt het volgende weergegeven:
• Het symbool voor de huidige opnamemodus (1).
• De actieve werkbalk (2), waarin u kunt bladeren voordat u de foto neemt om de scène- en flash-modus te selecteren, de zelfontspanner
of reeksmodus te activeren of de belichtingscompensatie, witbalans en kleurtoon te selecteren. (De actieve werkbalk wordt niet weergegeven tijdens het nemen van foto's.) Zie ’Actieve werkbalk’ op pag. 28.
• Het beeldresolutiesymbool geeft aan of de kwaliteit
van de foto Afdrukken 2M - Groot, Afdrukken
1M - Norm. of Afdrukken 0,3M - Klein is.
• De afbeeldingsteller (4) geeft aan hoeveel foto's u ongeveer kunt nemen met de gebruikte beeldkwaliteit en geheugenruimte (de teller wordt tijdens de opname niet weergegeven).
• De symbolen voor het apparaatgeheugen ( ) en de geheugenkaart ( ) (5) geven aan waar foto's worden opgeslagen.
Selecteer Opties > Pictogrammen weerg. als u alle zoekersymbolen wilt weergeven. Selecteer Pictogram
verbergen als u alleen de camerasymbolen wilt weergeven.

Na het maken van een foto

Nadat u de foto hebt gemaakt, selecteert u het volgende in de actieve werkbalk (werkbalk is alleen beschikbaar als Opgenomen afb. tonen is ingesteld op Aan in de instellingen van de fotocamera):
• Selecteer Verwijd. als u de foto niet wilt behouden.
• Als u de foto wilt verzenden via een multimediabericht, een e-mail of Bluetooth-connectiviteit, of als u deze
26
wilt laden in een compatibel online album, drukt u op de beltoets of selecteert u Zenden. Zie ’Berichten’ op pag. 85, ’Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 105 en ’Foto's en video's online delen’ op pag. 43 voor meer informatie. Deze optie is niet beschikbaar tijdens een actief gesprek.
• Als u de afbeelding tijdens een actieve oproep wilt verzenden naar een ontvanger van een oproep, selecteert u Verzenden naar beller (alleen beschikbaar tijdens een actieve oproep).
• Selecteer Toevoegen aan afdrukwachtrij als u afbeeldingen wilt toevoegen aan de afdrukwachtrij zodat u deze later kunt afdrukken.
• Selecteer Afdrukken als u de foto wilt afdrukken. Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 41.
• Als u een nieuwe foto wilt nemen, kiest u
Nieuwe afbeelding.
Selecteer Opties > Naam afbeeld. wijzigen als u de naam van een afbeelding wilt wijzigen.
Selecteer Opties > Instell. als achtergrond als u de foto wilt gebruiken als achtergrond in de actieve stand-by modus.

Foto's nemen in een reeks

De reeksmodus is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Kies in de actieve werkbalk de optie Reeksmodus als u de camera zo wilt instellen dat deze zes foto's of het
gewenste aantal foto's in een reeks neemt (indien er genoeg geheugen beschikbaar is).
Selecteer Burst > OK om zes foto's te maken. Druk op de opnametoets om de foto's te maken.
Als u twee of meer foto's achter elkaar wilt maken, selecteert u de gewenste tussentijd en selecteert u OK. Druk op de opnametoets om de foto's te maken met de geselecteerde tussentijd. Selecteer Annuleer als u het maken van foto's wilt stoppen. U kunt maximaal 100 foto's maken, afhankelijk van het beschikbare geheugen.
Nadat u de foto's in de burst-modus hebt gemaakt, worden deze in een raster in het scherm weergegeven. Druk op als u een foto wilt bekijken. Als u een tussentijd hebt gebruikt, wordt alleen de laatst gemaakte foto in het scherm weergegeven. Selecteer Opties > Ga naar Galerij om de andere foto's te bekijken.
U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met de zelfontspanner. Wanneer u de zelfontspanner gebruikt, kunt u niet meer dan zes foto's maken.
Druk op de opnametoets als u terug wilt gaan naar de zoeker in de reeksmodus.

Zelf op de foto met de zelfontspanner

De zelfontspanner is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Camera
27
Met de zelfontspanner kunt u een opname uitstellen zodat u zelf ook op de foto kunt komen te staan. Als u de vertraging voor de zelfontspanner wilt instellen, selecteert u in de actieve werkbalk Zelfontspanner > 2 seconden,
Camera
10 seconden, of 20 seconden. Selecteer Activeren
als u de zelfontspanner wilt activeren. Wanneer de zelfontspanner is geactiveerd, hoort u een geluidssignaal. De foto wordt gemaakt wanneer de geselecteerde vertraging is verstreken.
Als u Zelfontspanner wilt uitschakelen, selecteert u in de actieve werkbalk Zelfontspanner > Uit.
U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met de zelfontspanner.
Tip! Selecteer Zelfontspanner > 2 seconden in de
actieve werkbalk zodat uw hand stil is wanneer u een foto maakt.

Flash

De flash is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Houd een veilige afstand aan wanneer u de flash gebruikt. Richt de flash niet van dichtbij op mensen of dieren. Dek de flash niet af wanneer u een foto maakt.
De camera heeft een LED-flash voor omstandigheden met weinig licht. De volgende flashmodi zijn beschikbaar voor de camera: Automatisch (), Aan ()en Uit ().
Selecteer in de actieve werkbalk de gewenste flashmodus als u de flashmodus wilt wijzigen.

Actieve werkbalk

Gebruik de actieve werkbalk als een snelkoppeling om items te selecteren en verschillende instellingen aan te passen voordat en nadat u een foto hebt gemaakt of een video hebt opgenomen. De beschikbare opties variëren afhankelijk van de huidige opnamemodus en weergave.
Selecteer Opties > Pictogrammen weerg. als u de actieve werkbalk in het scherm wilt weergeven voordat en nadat u een foto maakt of een video opneemt.
Als u wilt dat de actieve werkbalk alleen even wordt weergegeven als u deze nodig hebt, selecteert u Opties >
Pictogram verbergen. Druk op als u de actieve
werkbalk nogmaals wilt activeren.
Maak in de actieve werkbalk een keuze uit de volgende opties voordat u een foto maakt of een video opneemt:
28
- Hiermee schakelt u tussen de video- en afbeeldingsmodus.
- Hiermee selecteert u de scène.
- Hiermee selecteert u de flashmodus.
- Hiermee activeert u de zelfontspanner (alleen afbeeldingen). Zie ’Zelf op de foto met de zelfontspanner’ op pag. 27.
- Hiermee activeert u de reeksmodus (alleen afbeeldingen). Zie ’Foto's nemen in een reeks’ op pag. 27.
- Hiermee past u de belichtingscompensatie aan (alleen afbeeldingen).
- Hiermee past u de witbalans aan.
- Hiermee selecteert u een kleureffect.
De pictogrammen veranderen om de huidige status van de instelling aan te geven.
Zie ook de opties voor de actieve werkbalk in ’Na het maken van een foto’ op pag. 26, ’Na het opnemen van een video’ op pag. 31 en ’Actieve werkbalk’ op pag. 36 in Galerij.

Scènes

Met een scène krijgt u automatisch de juiste instellingen voor kleur en belichting voor de huidige omgeving. De instellingen van elke scène zijn afgestemd op een bepaalde stijl of omgeving.
Scènes zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Selecteer Modi in de actieve werkbalk, en maak uw keuze uit de volgende opties:
Automatisch () (standaard), Gebr. gedef. (), Portret (), Landschap (), Nacht (), en Nacht, staand ( ) (alleen foto's).
Ga naar Gebr. gedef. en selecteer Opties > Wijzigen als u uw eigen scène geschikt wilt maken voor een bepaalde omgeving. In de door de gebruiker gedefinieerde scène kunt u verschillende belichtings- en kleurinstellingen vastleggen. Selecteer Gebaseerd op modus en selecteer de gewenste scène als u de instellingen van een andere scène wilt kopiëren.

Video's opnemen

1 Houd de opnametoets ingedrukt of druk op en
selecteer Toepass. > Camera om de hoofdcamera te activeren.
Camera
29
2 Selecteer Naar videomodus in de actieve werkbalk
als de camera zich in de Afbeeldingsmodus bevindt.
3 Druk op de opnametoets om de opname te starten. Druk
Camera
in de modus Staand op . Het rode opnamepictogram
wordt weergegeven en er klinkt een geluidssignaal
om aan te geven dat de opname is gestart.
4 U kunt de opname op elk gewenst moment onderbreken
door Pauze te selecteren. Het pauzepictogram ( ) knippert op het scherm. De video-opname wordt automatisch gestopt als u de opname onderbreekt en gedurende één minuut niet op een toets drukt. Selecteer Doorgaan als u de opname wilt voortzetten.
5 Selecteer Stop als u de opname wilt stoppen. De
videoclip wordt automatisch opgeslagen in Afb.
en video in Galerij. Zie ’Galerij’ op pag. 34.
De maximumlengte van de video is 60 minuten (als er voldoende geheugen beschikbaar is).
Gebruik de zoomtoets aan de zijkant van het apparaat om in of uit te zoomen.
Gebruik de actieve werkbalk als u de belichting en kleuren wilt bijstellen voordat u een video opneemt. Zie ’Beeldinstellingen: kleur en belichting’ op pag. 32 en ’Scènes’ op pag. 29.
Selecteer Opties > Ga naar beschikb. geh. (alleen beschikbaar als u een back-up van uw afbeeldingen of videoclips hebt gemaakt) als u geheugen wilt vrijmaken
voordat u een video opneemt. Zie ’Vrij geheugen’ op pag. 38.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de camera aan de voorkant wilt activeren.

Symbolen voor video-opnamen

In de videozoeker wordt het volgende weergegeven:
• Het symbool voor de huidige opnamemodus (1).
• Het symbool voor ingeschakelde geluiddemping (2).
• De actieve werkbalk (3), waarin u vóór de opname kunt bladeren om de gewenste scène, witbalans en kleurtoon te kiezen. (De werkbalk wordt tijdens de opname niet weergegeven.)
• Het bestandstype van de videoclip (4).
• De totale beschikbare tijd voor de video­opname (5). Tijdens de opname geeft het symbool voor de huidige videolengte ook de verstreken en resterende tijd aan.
30
• De symbolen voor het apparaatgeheugen ( ) en de geheugenkaart ( ) (6) geven aan waar video's worden opgeslagen.
Selecteer Opties > Pictogrammen weerg. als u alle zoekersymbolen wilt weergeven. Selecteer Pictogram
verbergen als u alleen de videosymbolen en tijdens de
opname de beschikbare opnametijd, de zoombalk bij gebruik van de zoomfunctie en de selectietoetsen wilt weergeven.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de camera aan de voorkant wilt activeren.

Na het opnemen van een video

Nadat u een videoclip hebt opgenomen, selecteert u het volgende in de actieve werkbalk (alleen beschikbaar als
Opgenomen vid. tonen is ingesteld op Aan in video-
instellingen):
• Selecteer Afspelen als u de zojuist opgenomen videoclip meteen wilt afspelen.
• Selecteer Verwijd. als u de video niet wilt behouden.
• Als u de videoclip wilt verzenden via een multimediabericht, een e-mail of Bluetooth­connectiviteit, of als u deze wilt laden in een compatibel online album, drukt u op de beltoets of selecteert u Zenden. Zie ’Berichten’ op pag. 85, ’Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 105 en ’Foto's en
video's online delen’ op pag. 43 voor meer informatie. Deze optie is niet beschikbaar tijdens een actief gesprek. Videoclips in een MP4-bestandsindeling kunnen niet als multimediabericht worden verzonden.
• Als u de videoclip tijdens een actieve oproep wilt verzenden naar een ontvanger van een oproep, selecteert u Verzenden naar beller (alleen beschikbaar tijdens een actieve oproep).
• Als u een nieuwe videoclip wilt opnemen, kiest u
Nieuwe video.
Selecteer Opties > Naam video wijzigen als u de naam van de video wilt wijzigen.

Camera-instellingen

U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de camera: beeldinstellingen en hoofdinstellingen. Zie ’Beeldinstellingen: kleur en belichting’ op pag. 32 als u de instellingen voor foto's en video wilt bijstellen. Zie ’Instellingen van fotocamera’ op pag. 32 of ’Video-instellingen’ op pag. 33 als u de hoofdinstellingen wilt wijzigen.
Als u de camera sluit, worden de beeldinstellingen weer hersteld, terwijl de hoofdinstellingen gehandhaafd blijven totdat u deze weer wijzigt.
Camera
31

Beeldinstellingen: kleur en belichting

Als u de kleuren en belichting van de camera nauwkeuriger wilt instellen of als u effecten wilt toevoegen aan uw foto's
Camera
of video's, gebruikt u de bladertoetsen om over de actieve werkbalk te navigeren en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Witbalans—Hiermee selecteert u de huidige
belichtingssituatie in de lijst. Met behulp van deze optie kunt u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.
Belichtingscompensatie (alleen foto's)—Hiermee wijzigt
u de belichtingstijd van de camera.
Kleurtoon—Hiermee selecteert u een kleureffect in de lijst.
Het scherm wordt aangepast aan de nieuwe instellingen, zodat u ziet hoe de foto's of video's eruit komen te zien.
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van de geselecteerde camera.
De beeldinstellingen zijn van invloed op beide camera's; als u de instellingen in de tweede camera wijzigt, worden de instellingen in de hoofdcamera ook gewijzigd. Wanneer u de camera sluit, worden de standaardinstellingen weer actief.
Als u een nieuwe scène selecteert, worden de kleur- en belichtingsinstellingen vervangen door de geselecteerde
scène. Zie ’Scènes’ op pag. 29. U kunt de instellingen zo nodig wijzigen nadat u een scène hebt geselecteerd.

Instellingen van fotocamera

Selecteer Opties > Instellingen als u de hoofdinstellingen van de fotocamera wilt wijzigen. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
AfbeeldingskwaliteitAfdrukken 2M - Groot (resolutie
van 1600 x 1200), Afdrukken 1M - Norm. (resolutie van 1152 x 864) of Afdrukken 0,3M - Klein (resolutie van 640 x 480). Hoe hoger de kwaliteit is, des te meer geheugenruimte de afbeelding inneemt. Selecteer
Afdrukken 2M - Groot of Afdrukken 1M - Norm. als
u de afbeelding wilt afdrukken. Selecteer Afdrukken
1M - Norm. als u de afbeelding per e-mail wilt verzenden.
Selecteer Afdrukken 0,3M - Klein als u de afbeelding via MMS wilt verzenden.
Deze resoluties zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Toevoegen aan album—Hiermee geeft u aan of u de foto
wilt opslaan in een bepaald album in de galerij. Als u Ja selecteert, wordt een lijst met beschikbare albums geopend.
Opgenomen afb. tonen—Selecteer Aan als u de
vastgelegde afbeelding wilt bekijken nadat u deze hebt gemaakt, of selecteer Uit als u direct wilt doorgaan met het maken van foto's.
32
Stand.naam afbeelding—Hiermee geeft u de
standaardnaam voor de vastgelegde afbeeldingen op.
Uitgebr. digitale zoom (alleen hoofdcamera)—Selecteer Aan als u traploos digitaal en uitgebreid wilt zoomen.
Selecteer Uit als u wel wilt inzoomen maar de geselecteerde beeldkwaliteit behouden moet blijven.
Opnametoon—Hiermee selecteert u de toon die
moet klinken bij het maken van een foto.
Gebruikt geheugen—Hiermee geeft u op waar
afbeeldingen moeten worden opgeslagen.
Instellingen herstellen—Selecteer Ja als u de camera
weer wilt instellen op de standaardwaarden.

Video-instellingen

Selecteer Opties > Instellingen als u de hoofdinstellingen van de videorecorder wilt wijzigen. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Videokwaliteit—Stel de kwaliteit van de videoclip in
op Hoog (beste kwaliteit voor lange-termijngebruik),
Normaal (standaardkwaliteit voor afspelen met uw
mobiele apparaat) of Delen. Als u de videofilm op een compatibele televisie of pc wilt bekijken, kiest u Hoog. U hebt dan een CIF-resolutie (352 x 288) en de bestandsindeling .MP4. Selecteer Delen (QCIF-resolutie van 128 x 96, bestandsindeling .3GP) als u de videoclip
via MMS wilt verzenden. Een videoclip die is opgenomen met Delen, kan maximaal 300 kB groot zijn (een lengte van ongeveer 20 seconden). U kunt deze dan eenvoudig als multimediabericht verzenden naar een compatibel apparaat.
Geluidsopname—Selecteer Aan als u zowel beeld als
geluid wilt opnemen.
Toevoegen aan album—Selecteer of u de opgenomen
videoclip na de opname wilt toevoegen aan een bepaald album in Galerij. Selecteer Ja als u een lijst met beschikbare albums wilt openen.
Opgenomen vid. tonen—Selecteer of u het eerste beeld
van de opgenomen videoclip wilt weergeven zodra de opname is voltooid. Selecteer Afspelen in de actieve werkbalk (hoofdcamera) of Opties > Afspelen (tweede camera) als u de videoclip wilt bekijken.
Standaardnaam video—Geef de standaardnaam voor
de vastgelegde videoclips op.
Gebruikt geheugen—Geef de standaard-geheugenopslag
op: apparaatgeheugen of geheugenkaart (indien geplaatst).
Instellingen herstellen—Selecteer Ja als u de camera
weer wilt instellen op de standaardwaarden.
Camera
33

Galerij

Galerij
Druk op en kies Galerij als u afbeeldingen, videoclips, geluidsclips, playlists en koppelingen naar streaming­media wilt opslaan en organiseren.

Door mediabestanden bladeren en deze weergeven

Selecteer Afb. en video ,
Tracks , Geluidsfragn , Streaming kopp. , Presentaties of Alle bestanden en druk op
om het item te openen.
U kunt mappen openen en hierin bladeren. Daarnaast kunt u items markeren, kopiëren en naar mappen verplaatsen. U kunt albums maken voor foto's en videoclips, en items markeren, kopiëren en aan albums toevoegen. Zie ’Albums’ op pag. 37. Zie ’Playlists’ op pag. 51 in Music player als u playlists van uw nummers wilt maken. De gemaakte playlists zijn ook zichtbaar in Tracks.
34
Bestanden die zijn opgeslagen op de compatibele geheugenkaart (indien geplaatst), worden aangegeven met .
Druk op om een bestand weer te geven of af te spelen. Videoclips, RAM-bestanden en koppelingen naar streaming-media worden geopend en afgespeeld in de toepassing RealPlayer en muziek- en geluidsclips in de toepassing Music player. Zie ’RealPlayer’ op pag. 59 en ’Music player’ op pag. 47.
Als u een mediabestand naar een compatibel apparaat wilt verzenden, selecteert u Opties > Zenden en kiest u de gewenste optie. Zie ook ’Videoclips verzenden’ op pag. 41.
Als u bestanden op verschillende criteria wilt sorteren, selecteert u Opties > Sorteren op en kiest u de gewenste optie (indien beschikbaar).
Als u bestanden wilt kopiëren of verplaatsen naar de geheugenkaart (als er een is geplaatst) of naar het apparaatgeheugen, selecteert u een bestand en kiest u
Opties > Verpl. en kopiëren > Kop. naar geh.kaart of Verpl. naar geh.kaart of Kop. naar telef.geh. of Verpl. naar telef.geh..
Als u tracks of geluidsclips met behulp van de browser wilt downloaden naar Galerij, gaat u naar Tracks of
Geluidsfragn, en selecteert u Trackdownloads of Geluidsdownlds. Als u afbeeldingen of video's wilt
downloaden, gaat u naar Afb. en video en selecteert u het relevante downloadpictogram. De browser wordt geopend, waarna u een bookmark kunt selecteren voor de website waarvan u wilt downloaden.
Als u een lijst wilt zien van alle mediabestanden die zijn opgeslagen in Galerij, selecteert u Galerij >
Alle bestanden.

Presentaties

Bij presentaties kunt u SVG-bestanden (Scalable Vector Graphics) bekijken, zoals cartoons en kaarten. SVG­afbeeldingen blijven er hetzelfde uitzien wanneer deze worden afgedrukt of worden bekeken bij een andere schermgrootte of resolutie. Selecteer Presentaties, ga naar een afbeelding en selecteer Opties > Afspelen als u SVG­bestanden wilt weergeven.
Druk op als u wilt inzoomen. Druk op als u wilt uitzoomen.
Druk op als u wilt schakelen tussen een volledig en een normaal scherm.

Afbeeldingen en videoclips

De afbeeldingen en videoclips die u met de camera hebt gemaakt, worden opgeslagen in Afb.
en video in Galerij.
U kunt afbeeldingen en videoclips ontvangen via een multimediabericht, als e-mailbijlage of via een Bluetooth-verbinding. Als u een ontvangen afbeelding of videoclip in Galerij of in RealPlayer wilt bekijken, moet u deze opslaan in het apparaatgeheugen of op een compatibele geheugenkaart (indien geplaatst).
In Afb. en video worden de bestanden met afbeeldingen en videoclips opeenvolgend op datum weergegeven. Het aantal bestanden wordt weergegeven. Ga naar links of naar rechts om een voor een door de bestanden te bladeren. Ga omhoog of omlaag om groepsgewijs door de bestanden te bladeren.
Druk wanneer een afbeelding is geopend op de zoomtoets aan de zijkant van het apparaat als u op de afbeelding wilt inzoomen. De zoomfactor verschijnt linksboven op het scherm. Zoomen bepaalt alleen de manier waarop de
Galerij
35
afbeelding in het scherm wordt weergegeven. De afbeelding zelf verandert niet.
Selecteer Opties > Roteren als u de geselecteerde
Galerij
afbeelding naar links of rechts wilt draaien.
Selecteer Opties > Afdrukken als u uw afbeeldingen wilt afdrukken op een compatibele printer of als afdrukbestand wilt opslaan op de geheugenkaart (indien geplaatst). Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 41. U kunt ook afbeeldingen toevoegen aan de afdrukwachtrij in Galerij zodat u ze later kunt afdrukken. Zie ’Afdrukwachtrij’ op pag. 38.
Selecteer Opties > Albums > Naar album als u een afbeelding of videoclip wilt toevoegen aan een album in de galerij. Zie ’Albums’ op pag. 37.
Als u een afbeelding als achtergrond wilt gebruiken, selecteert u de afbeelding en Opties > Afbeelding
gebruiken > Inst. als achtergr..
Als u een afbeelding of videoclip wilt verwijderen, drukt u op .

Actieve werkbalk

In de map Afb. en video kunt u de actieve werkbalk gebruiken om snel verschillende taken te selecteren. De actieve werkbalk is alleen beschikbaar wanneer u een afbeelding of videoclip hebt geselecteerd.
In de actieve werkbalk drukt u de bladertoets omhoog of omlaag naar de diverse items. De beschikbare opties variëren afhankelijk van de huidige status en het feit of u een afbeelding of videoclip hebt geselecteerd. U kunt ook instellen dat de actieve werkbalk altijd wordt weergegeven in het scherm of wordt geactiveerd door een toets in te drukken.
Selecteer Opties > Pictogrammen weerg. als u de actieve werkbalk in het scherm wilt weergeven.
Als u wilt dat de actieve werkbalk alleen even wordt weergegeven als u deze nodig hebt, selecteert u Opties >
Pictogram verbergen. U kunt de actieve werkbalk
inschakelen door op de bladertoets te drukken.
Maak een keuze uit de volgende opties:
- Hiermee speelt u de geselecteerde videoclip af.
- Hiermee verzendt u de geselecteerde afbeelding
of videoclip.
of Hiermee voegt u een afbeelding toe aan of verwijdert u deze uit de afdrukwachtrij. Zie ’Afdrukwachtrij’ op pag. 38.
- Hiermee geeft u de afbeeldingen in de afdrukwachtrij
weer.
- Hiermee drukt u de weergegeven afbeelding af.
36
- Hiermee start u een diavoorstelling van de
afbeeldingen in het geselecteerde album.
- Hiermee verwijdert u de geselecteerde afbeelding
of videoclip.
De beschikbare opties kunnen variëren afhankelijk van de huidige weergave.

Albums

U kunt afbeeldingen en videoclips eenvoudig beheren in albums. Ga naar Afb. en video en selecteer Opties >
Albums > Albums weergeven als u de lijst met albums
wilt weergeven.
Ga naar een foto of videoclip en selecteer Opties >
Albums > Naar album als u deze wilt toevoegen aan
een album in de galerij. Er verschijnt een lijst met albums. Selecteer het gewenste album en druk op om de foto of videoclip aan het album toe te voegen.
Druk op als u een bestand uit een album wilt verwijderen. Het bestand wordt niet verwijderd uit
Afb. en video in Galerij.
Selecteer Opties > Nieuw album als u in de lijstweergave voor albums een nieuw album wilt maken.

Diavoorstelling

Selecteer Diavoorstelling starten in de actieve werkbalk als u een diavoorstelling van afbeeldingen in een volledig scherm wilt bekijken. De diavoorstelling begint met het geselecteerde bestand. Maak een keuze uit de volgende opties:
Onderbreken om de diavoorstelling te onderbreken.
Doorgaan om een onderbroken diavoorstelling te
hervatten.
Einde om de diavoorstelling te beëindigen.
Druk op (vorige) of (volgende) (alleen beschikbaar wanneer Zoomen en pannen is uitgeschakeld) als u door de afbeeldingen wilt bladeren.
Selecteer Opties > Diavoorstelling > Instellingen >
Vertraging tussen dia's als u het tempo van de
diavoorstelling wilt aanpassen voordat deze wordt gestart.
Selecteer Zoomen en pannen als u de dia's soepel in elkaar wilt laten overlopen en willekeurig wilt in- en uitzoomen op de afbeeldingen in de galerij.
Selecteer Opties > Diavoorstelling > Instellingen als u geluid wilt toevoegen aan de diavoorstelling. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Muziek—Selecteer Aan of Uit.
Track—Selecteer een muziekbestand in de lijst.
Galerij
37
Gebruik de volumetoets aan de zijkant van het apparaat als u het volume wilt regelen.
Galerij

Afdrukwachtrij

U kunt afbeeldingen toevoegen aan de afdrukwachtrij en ze later afdrukken op een compatibele printer of in een compatibele afdrukkiosk, indien beschikbaar. Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 41. De toegevoegde afbeeldingen worden aangeduid met in Afb. en video en de betreffende albums.
Selecteer een afbeelding en Toev. aan Print basket in de actieve werkbalk als u een afbeelding later wilt afdrukken.
Als u de afbeeldingen in de afdrukwachtrij wilt bekijken, selecteert u Print basket weergeven in de actieve werkbalk, of selecteert u het pictogram van de afdrukwachtrij in Afb. en video (alleen beschikbaar als u afbeeldingen aan de afdrukwachtrij hebt toegevoegd).
Selecteer een afbeelding in Afb. en video of in een album en selecteer Verw. uit Print basket in de actieve werkbalk als u de afbeelding wilt verwijderen uit de afdrukwachtrij.

Vrij geheugen

Selecteer Opties > Verkleinen als u de resolutie en bestandsgrootte van afbeeldingen in Galerij wilt verlagen om geheugen vrij te maken voor nieuwe foto's. Als u eerst
een back-up van de afbeeldingen wilt maken, kopieert u deze naar een compatibele pc of een andere locatie. Wanneer u Verkleinen selecteert, wordt de resolutie van een afbeelding beperkt tot 640 x 480.
Selecteer Opties > Vrij geheugen als u geheugenruimte wilt vrijmaken nadat u items naar andere locaties of andere apparaten hebt gekopieerd. U kunt bladeren door een lijst met bestanden die u hebt gekopieerd. Als u een gekopieerd bestand wilt verwijderen uit Galerij, selecteert u Opties > Verwijderen.

Afbeeldingen bewerken

Als u de foto's wilt bewerken nadat u ze hebt genomen of hebt opgeslagen in Galerij, gaat u naar Afb. en video en selecteert u Opties > Bewerken.
Selecteer Opties > Effect toepassen als u een raster wilt openen waarin u verschillende bewerkingsopties aan de hand van kleine pictogrammen kunt selecteren. U kunt de afbeelding bijsnijden en draaien; de helderheid, de kleur, het contrast en de resolutie aanpassen; en effecten, tekst, illustraties of een kader aan de foto toevoegen.

Afbeeldingen bijsnijden

Selecteer Opties > Effect toepassen > Snijden als u een afbeelding wilt bijsnijden. Selecteer Handmatig
38
of selecteer een vooraf gedefinieerde beeldverhouding in de lijst als u de afbeelding handmatig wilt bijsnijden. Als u
Handmatig selecteert, wordt in de linkerbovenhoek van de
afbeelding een kruis weergegeven. Gebruik de bladertoets om het gebied te selecteren dat u wilt bijsnijden en selecteer Instellen. Er verschijnt een tweede kruis in de rechterbenedenhoek. Selecteer wederom het gebied dat u wilt bijsnijden. Selecteer Terug als u het eerste geselecteerde gebied wilt aanpassen. Tezamen vormen de geselecteerde gebieden een rechthoek ter grootte van de bijgesneden afbeelding.
Als u een vooraf gedefinieerde beeldverhouding hebt gekozen, selecteert u de linkerbovenhoek van het gebied dat u wilt bijsnijden. Met de bladertoets kunt u het formaat van het gemarkeerde gebied wijzigen. Druk op als u het geselecteerde gebied wilt blokkeren. Met de bladertoets kunt u het gebied binnen de foto verplaatsen. Druk op als u wilt selecteren welk gebied u wilt bijsnijden.

Rode-ogenreductie

Selecteer Opties > Effect toepassen >
Rode-ogenreductie als u de roodheid van ogen in
een afbeelding wilt verminderen. Verplaats het kruis naar het oog en druk op . Er verschijnt een lus in het scherm. Verplaats de bladertoets om het formaat
van de lus te wijzigen zodat het oog er precies in past. Druk op om de rode kleur te corrigeren.

Handige sneltoetsen

Sneltoetsen in de afbeeldingseditor:
• Druk op als u een afbeelding wilt bekijken op het volledige scherm. Druk nogmaals op als u wilt terugkeren naar de normale weergave.
• Druk op of als u een afbeelding naar rechts of naar links wilt draaien.
• Druk op of als u wilt in- of uitzoomen.
• Druk de bladertoets omhoog, omlaag, naar links of naar rechts als u wilt schuiven in een ingezoomde afbeelding.

Videoclips bewerken

Als u videoclips in Galerij wilt bewerken en aangepaste videoclips wilt maken, gaat u naar een videoclip en selecteert u Opties > Bewerken > Samenvoegen,
Geluid wijzigen, Tekst toevoegen, Knippen of muvee maken. Zie ’Galerij’ op pag. 34.
De video-editor ondersteunt videobestanden in de indelingen .3GP en .MP4 en geluidsbestanden in de indelingen .AAC, .AMR, .MP3 en .WAV. De video-editor
Galerij
39
ondersteunt mogelijk niet alle functies of variaties van een bestandsindeling.
De aangepaste videoclips worden automatisch opgeslagen
Galerij
in Afb. en video in Galerij. De clips worden opgeslagen op de geheugenkaart. Als de geheugenkaart niet beschikbaar is, wordt het apparaatgeheugen gebruikt.

Afbeeldingen, video's, geluid en tekst toevoegen

U kunt aangepaste videoclips maken door afbeeldingen, videoclips en tekst toe te voegen aan een videoclip die uinAfb. en video in Galerij hebt geselecteerd.
Als u een foto of videoclip wilt combineren met de geselecteerde videoclip, selecteert u Opties > Bewerken >
Samenvoegen > Afbeelding of Videoclip. Selecteer het
gewenste bestand en Selecteer.
Kies Opties > Bewerken > Geluid wijzigen en selecteer een geluidsclip als u een nieuwe geluidsclip wilt toevoegen en de oorspronkelijke geluidsclip in de videoclip wilt vervangen.
Als u tekst aan het begin of het einde van de videoclip wilt toevoegen, selecteert u Opties > Bewerken > Tekst
toevoegen. Voer de gewenste tekst in en selecteer OK.
Selecteer vervolgens de plaats waar u de tekst wilt toevoegen: Begin of Einde.

Videoclips bijsnijden

Als u de videoclip wilt inkorten en begin- en eindmarkeringen wilt toevoegen om delen uit de videoclip te verwijderen, selecteert u een videoclip in Afb. en video en kiest u Opties > Bewerken > Knippen.
Kies Opties > Afspelen als u de geselecteerde videoclip wilt afspelen vanaf het begin.
Tip! Druk op de bewerkingstoets als u een screenshot
van een videoclip wilt maken.
Blader naar het gewenste punt op de video en kies
Opties > Beginmark. of Eindmarkering als u wilt
selecteren welke delen van de videoclip moeten worden opgenomen in de aangepaste videoclip en u hiervoor het begin- en eindpunt wilt definiëren.
Selecteer Opties > Verwijderen > Alle markeringen als u alle markeringen wilt verwijderen.
Selecteer Opties > Gemrk. sectie afspelen als u een voorbeeld van de videoclip wilt bekijken. Blader naar links of rechts als u vooruit of achteruit op de tijdslijn wilt gaan.
Druk op de navigatietoets om het afspelen van de videoclip te stoppen. Selecteer Afspelen als u de videoclip verder wilt afspelen.
Selecteer Gereed als u de wijzigingen wilt opslaan en wilt teruggaan naar Galerij.
40

Videoclips verzenden

Als u een videoclip wilt verzenden, selecteert u Opties >
Zenden > Via multimedia, Via e-mail (beschikbaar als
u een e-mailaccount hebt ingesteld), Via Bluetooth, of
Webupload. Neem contact op met de netwerkprovider
voor meer informatie over de maximale grootte van de multimediaberichten die u kunt verzenden.
Als u een videoclip wilt verzenden die groter is dan de maximaal toegestane grootte voor multimediaberichten, kunt u de clip verzenden via draadloze Bluetooth­technologie. Zie ’Gegevens verzenden met behulp van Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 107. U kunt uw video's ook overbrengen naar een compatibele pc met behulp van een Bluetooth-verbinding, een compatibele USB­gegevenskabel of een compatibele geheugenkaartlezer.
U kunt ook een videoclip bijknippen zodat u deze kunt verzenden in een multimediabericht. Zie ’Videoclips bijsnijden’ op pag. 40.

Afbeeldingen afdrukken

Afbeeldingen afdrukken

Als u afbeeldingen wilt afdrukken met Afb. afdrukken, selecteer dan de gewenste afbeelding en selecteer de
afdrukoptie in de galerij, camera, afbeeldingseditor of afbeeldingsviewer.
Gebruik Afb. afdrukken als u uw afbeeldingen wilt afdrukken met behulp van een compatibele USB­gegevenskabel of Bluetooth-connectiviteit. U kunt afbeeldingen ook opslaan op een compatibele geheugenkaart (indien beschikbaar) en ze afdrukken op een compatibele printer met een geheugenkaartlezer.
U kunt alleen afbeeldingen in JPEG-indeling afdrukken. De foto's die met de camera worden gemaakt, worden automatisch opgeslagen in JPEG-indeling.
Als u wilt afdrukken met een printer die compatibel is met PictBridge, sluit u de gegevenskabel aan voordat u de afdrukoptie kiest.
Printer selecteren
Wanneer u Afb. afdrukken de eerste keer gebruikt, wordt een lijst met beschikbare compatibele printers weergegeven nadat u de afbeelding hebt geselecteerd. Selecteer een printer. De printer wordt ingesteld als de standaardprinter.
Als u via een compatibele gegevenskabel een printer hebt aangesloten die compatibel is met PictBridge, wordt de printer automatisch weergegeven.
Als de standaardprinter niet beschikbaar is, wordt een lijst met beschikbare afdrukapparaten weergegeven.
Galerij
41
Selecteer Opties > Instellingen > Standaardprinter als u de standaardprinter wilt wijzigen.
Galerij
Afdrukvoorbeeld
Het afdrukvoorbeeld wordt alleen geopend wanneer u een afbeelding afdrukt vanuit de galerij.
De geselecteerde afbeeldingen worden weergegeven met vooraf gedefinieerde indelingen. Druk op en om door de beschikbare indelingen voor de geselecteerde printer te bladeren. Als de afbeeldingen niet op één pagina passen, drukt u op of om de aanvullende pagina's te bekijken.
Afdrukinstellingen
De beschikbare opties variëren, afhankelijk van de mogelijkheden van de printer die u hebt geselecteerd.
Selecteer Opties > Instellingen > Standaardprinter als u een standaardprinter wilt instellen.
Selecteer Papierformaat, het gewenste papierformaat in de lijst en OK als u het formaat wilt selecteren. Selecteer
Annuleer als u wilt terugkeren naar de vorige weergave.

Online afdrukken

Met On line afdr. kunt u afdrukken van uw afbeeldingen online bestellen en direct laten bezorgen bij u thuis of in een winkel waar u deze kunt ophalen. U kunt eveneens
verschillende producten bij de geselecteerde afbeelding bestellen. Welke producten beschikbaar zijn, is afhankelijk van de serviceprovider.
Als u On line afdr. wilt gebruiken, moet u minimaal één configuratiebestand voor een afdrukdienst hebben geïnstalleerd. U kunt de bestanden verkrijgen bij providers van afdrukdiensten die On line afdr. ondersteunen.
Afdrukken bestellen
U kunt alleen afbeeldingen in JPEG-indeling afdrukken.
Druk op en selecteer Galerij > Afb. en video.
1 Selecteer een of meer afbeeldingen in Galerij en
selecteer Opties > Afdrukken > Afdrukken bestellen.
2 Selecteer een serviceprovider in de lijst. 3 Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende
opties:
Openen—Hiermee maakt u verbinding met de
serviceprovider.
Info—Hiermee geeft u informatie over de
serviceprovider weer, zoals het adres van een winkel, contactgegevens en webkoppelingen naar aanvullende informatie over de serviceprovider.
Verwijderen—Hiermee verwijdert u de serviceprovider
uit de lijst.
Logboek—Hiermee bekijkt u de gegevens van eerdere
bestellingen.
42
4 Als de dienst wordt aangeboden door één winkel, hebt
u verbinding met de serviceprovider en bevat de voorbeeldweergave de afbeeldingen die u in Galerij hebt geselecteerd. Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
Voorbeeld—Hiermee bekijkt u de afbeelding voordat
u een afdruk bestelt. Druk op of om de afbeeldingen weer te geven.
Nu bestellen—Hiermee verstuurt u uw bestelling. Productbest. wijzigen—Hiermee wijzigt u de
productdetails en het aantal exemplaren voor de geselecteerde afbeelding. In de weergave van de bestelling kunt u selecteren welk product en welk type product u wilt bestellen. Welke opties en producten beschikbaar zijn, hangt af van de serviceprovider. Druk op of om de gegevens van de andere afbeeldingen te bekijken en te wijzigen.
Klantgegevens wijzigen—Hiermee kunt u klant- en
ordergegevens wijzigen.
Afbeelding toevoegen—Hiermee kunt u meer
afbeeldingen aan de bestelling toevoegen.
Afb. verwijderen—Hiermee kunt u afbeeldingen
uit de bestelling verwijderen.
5 Als de dienst wordt aangeboden door een
detailhandelketen, hebt u verbinding met de serviceprovider en moet u een winkel selecteren waar u uw afdrukken wilt ophalen. In de voorbeeldweergave worden de afbeeldingen weergegeven die u in Galerij
hebt geselecteerd. Afhankelijk van de serviceprovider beschikt u mogelijk over opties om door winkels te bladeren en hiernaar te zoeken op basis van verschillende zoekcriteria. Als u details wilt controleren, zoals de openingstijden van de geselecteerde winkel, selecteert u Opties > Info (als deze mogelijkheid door de serviceprovider wordt geboden). Blader naar de gewenste winkel waar u de bestelling wilt ophalen en druk op . U kunt de afbeeldingen bekijken voordat u deze bestelt, details van de afbeeldingen of klantgegevens wijzigen of afbeeldingen toevoegen aan of verwijderen uit de bestelling. Selecteer Opties > Nu bestellen om de afdrukken te bestellen.

Foto's en video's online delen

Met Online delen kunt u uw foto's en video's delen in compatibele online albums, weblogs of in andere webservices voor online delen. U kunt inhoud uploaden, een niet-voltooide post opslaan als concept en later doorgaan en de inhoud van de albums weergeven. Welke inhoudstypen worden ondersteund, is afhankelijk van de serviceprovider.
Galerij
43

Aan de slag

Als u Online delen wilt gebruiken, moet u zich bij
Galerij
een serviceprovider abonneren op een dienst voor het online delen van afbeeldingen. U kunt zich meestal op de betreffende dienst abonneren via de webpagina van de serviceprovider. Neem contact op met uw serviceprovider voor details over het abonneren op de dienst. Zie www.nokia.com/support voor meer informatie over compatibele serviceproviders.
Wanneer u de dienst voor de eerste keer opent in Online
delen, wordt u gevraagd om een nieuwe account te maken
en hiervoor een gebruikersnaam en wachtwoord in te stellen. Als u de accountinstellingen later wilt bekijken, selecteert u Opties > Instellingen. Zie ’Instellingen voor online delen’ op pag. 45.
gewijzigd via een webbrowser op een compatibele pc, kunt u de lijst met diensten op uw apparaat bijwerken door
Opties > Services ophalen en een dienst te selecteren.
Wanneer u de dienst selecteert, worden de geselecteerde afbeeldingen en video's weergegeven in de bewerkingsstatus. U kunt de bestanden openen en bekijken, deze opnieuw organiseren, hieraan tekst toevoegen of nieuwe bestanden toevoegen.
Kies Terug > Opslaan als concept als u het proces Webupload wilt annuleren en het gemaakte item als concept wilt opslaan. Als het laden al is gestart, selecteert u Annuleer > Opslaan als concept.
Kies Opties > Uploaden of druk op als u verbinding wilt maken met de dienst om de bestanden naar het web te uploaden.

Bestanden uploaden

Druk op en selecteer Galerij > Afb. en video Selecteer de bestanden die u wilt laden en kies Opties > Zenden >
Webupload. U kunt Online delen ook openen vanuit de
hoofdcamera.
Serv. selectie wordt geopend. Als u een nieuwe account
voor een dienst wilt maken, selecteert u Opties > Nieuwe
account toev. of het pictogram voor de dienst met Nieuwe
in de lijst met diensten. Als u een nieuwe account offline hebt gemaakt of een account of dienstinstellingen hebt
44

Online dienst openen

Selecteer Afb. en video > Opties > Online dienst openen als u de geladen foto's en video's in de online dienst en concepten en verzonden items in uw apparaat wilt bekijken. Als u een nieuwe account offline hebt gemaakt of een account of dienstinstellingen hebt gewijzigd via een webbrowser op een compatibele pc, kunt u de lijst met diensten op uw apparaat bijwerken door Opties > Services
ophalen en een dienst te selecteren.
Nadat u een dienst hebt geopend, selecteert u een van de volgende opties:
Open. in browsr—Hiermee maakt u verbinding met
de geselecteerde dienst om de geladen albums en conceptalbums in de webbrowser te bekijken. De weergave kan per serviceprovider verschillen.
Concepten—Hiermee bekijkt en bewerkt u de
conceptitems en uploadt u deze naar het web.
Verzonden—Hiermee bekijkt u de laatste twintig items die
via het apparaat zijn gemaakt.
Nieuwe post—Hiermee kunt u een nieuwe vermelding
maken.
De beschikbare opties kunnen per serviceprovider verschillen.

Instellingen voor online delen

Als u de instellingen in Online delen wilt bewerken, selecteert u Opties > Instellingen.
Mijn accounts
In Mijn accounts kunt u nieuwe accounts maken of bestaande accounts bewerken. Selecteer Opties > Nieuwe
account toev. als u een nieuwe account wilt maken. Als u
een bestaande account wilt bewerken, selecteert u een
account, selecteert u Opties > Bewerken en maakt u uw keuze uit de volgende opties:
Accountnaam—Voer de gewenste naam voor
de account in.
Serviceprovider—Selecteer de serviceprovider die u wilt
gebruiken. U kunt de serviceprovider voor een bestaande account niet wijzigen. U moet een nieuwe account voor de nieuwe serviceprovider maken. Als u een account in Mijn
accounts verwijdert, worden ook de aan de account
gerelateerde diensten verwijderd van het apparaat, waaronder de verzonden items voor de service.
Gebruikersnaam en Wachtwoord—Hiermee voert u de
gebruikersnaam en het wachtwoord in. Deze gegevens hebt u voor uw account gemaakt toen u zich bij de online dienst registreerde.
Grootte uploadafb.—Selecteer de grootte waarin de
afbeeldingen naar de dienst worden geladen.
Toepassingsinstellingen
Grootte weerg.afb.—Hiermee selecteert u de grootte
waarin de afbeelding wordt weergegeven op het scherm van het apparaat. Deze instelling is niet van invloed op de uploadgrootte van de afbeelding.
Grootte weerg.tekst—Hiermee selecteert u de
tekengrootte waarin tekst in concepten en verzonden
Galerij
45
items wordt weergegeven, of wanneer u tekst voor een nieuw item toevoegt of bewerkt.
Galerij
Geavanceerd
Serviceproviders—Hiermee bekijkt of bewerkt u de
instellingen voor de serviceprovider, voegt u een nieuwe serviceprovider toe of bekijkt u de details van een serviceprovider. Als u de serviceprovider wijzigt, gaan alle gegevens voor de vorige serviceprovider in Mijn accounts verloren. U kunt de instellingen van vooraf gedefinieerde serviceproviders niet wijzigen.
Standaardtoeg.punt—Hiermee wijzigt u het toegangspunt
waarmee verbinding wordt gemaakt met de online dienst. Selecteer het gewenste toegangspunt.
46

Mediatoepassingen

Music player

Tip! Als u Music player vanuit de actieve stand-by
modus wilt activeren, houdt u ingedrukt.
Music player ondersteunt bestandsindelingen zoals AAC,
AAC+, eAAC+, MP3, WMA, WAV, 3GP, 3GPP, MPEG, MP4, M4A, DCF en M3U. Music player ondersteunt niet per se alle functies van een bestandsindeling of alle variaties op bestandsindelingen.
Kies Opties > Help voor contextgevoelige Help met meer informatie over de speler.
Waarschuwing: Luister naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.

Een nummer afspelen

1 Druk op en selecteer Muziek.
2 Ga met de bladertoets naar het nummer, de artiest of
een andere categorie van uw voorkeur en druk op om de lijsten met categorieën te openen.
3 Druk op om het afspelen van het geselecteerde
nummer te starten. Gebruik de bladertoets om naar de regelingen te navigeren.
Selecteer Opties > Ga naar menu Muziek als u meer muziek wilt selecteren om af te spelen in Afspelen.
Ga naar Menu Muziek en selecteer Opties >
Muziekbib.vernieuw. als u de bibliotheek wilt vernieuwen
nadat u de nummerselectie in het apparaat hebt bijgewerkt.
De nummers op een compatibele geheugenkaart zijn alleen beschikbaar als de geheugenkaart is geplaatst.

Symbolen

Pictogrammen in
Music player:
—Nummer herhalen
—Alles herhalen
Mediatoepassingen
47
—Willekeurige volgorde aan
—Luidspreker gedempt (weergegeven in pop-upvenster
voor volume)

Afspeelmodi

Afspelen in willekeurige volgorde
Selecteer Opties > Willekeurig afspelen > Uit of Aan als u willekeurig afspelen wilt in- of uitschakelen. De
Mediatoepassingen
weergave Afspelen wordt weergegeven met of zonder in de rechterbovenhoek.
Herhalen
Selecteer Opties > Herhalen > Uit, Alle of
Liedje herhalen als u het huidige nummer of alle
nummers wilt herhalen, of als u het herhalen wilt uitschakelen. De weergave Afspelen wordt weergegeven met of zonder of in de rechterbovenhoek.

Geluid wijzigen

Equalizer
Selecteer Opties > Equalizer als u de toon voor het afspelen van muziek wilt wijzigen.
Als u een van de voorinstellingen van de equalizer wilt gebruiken, selecteert u de instelling en selecteert
u Activeren. Elke voorinstelling heeft verschillende waarden op een grafische equalizer met vijf banden.
Voorinstellingen van equalizer wijzigen
1 Selecteer Opties > Nwe voorinstelling als u een
nieuwe voorinstelling wilt maken. Selecteer Opties >
Bewerken als u een bestaande voorinstelling wilt
wijzigen. De standaardvoorinstelling kan niet worden bewerkt.
2 Als u de frequentie-instellingen wilt wijzigen, drukt
u op of om een lage, gemiddelde of hoge frequentie te selecteren. Druk op of om het volume van de geselecteerde frequentieband te verhogen of te verlagen.
3 Selecteer Opties > Std.waarden herst.
als u de oorspronkelijke waarde van de instellingen wilt herstellen.
Verwijder een voorinstelling door hiernaar te bladeren en op te drukken. De standaardvoorinstellingen kunnen niet worden verwijderd.
Geluidsinstellingen
Selecteer Opties > Audio-instellingen als u de balans en het stereobeeld wilt wijzigen of de bas wilt versterken.
48

Muziekwinkel

In Muziekwinkel kunt u naar muziek zoeken, door muziek heen bladeren en deze aanschaffen zodat u de muziek kunt downloaden naar het apparaat. De verscheidenheid, beschikbaarheid en lay-out van services van Muziekwinkel kunnen variëren.
1 Ga naar Menu Muziek en selecteer Opties > Ga naar
muziekwinkel (niet beschikbaar als het webadres van
Muziekservice niet is gedefinieerd. Zie ’Instellingen van Muziekwinkel’ op pag. 49).
2 Maak een selectie uit de opties op het scherm om
beltonen te zoeken, er doorheen te bladeren of deze te selecteren.
Instellingen van Muziekwinkel
Sommige instellingen zijn mogelijk vooraf gedefinieerd en kunnen niet worden bewerkt.
U kunt deze service alleen gebruiken als u over een werkende internetverbinding beschikt. Zie ’Toegangspunten’ op pag. 122 voor meer informatie.
De beschikbaarheid en lay-out van de instellingen van Muziekwinkel kunnen variëren.
U moet beschikken over het webadres van de muziekwinkel die in de instellingen van Muziekwinkel is gedefinieerd. Als u het webadres voor de muziekwinkel wilt wijzigen of definiëren, gaat u naar het Menu Muziek en selecteert
u Opties > Ga naar muziekwinkel. (Muziekwinkel kan ook beschikbaar zijn als aparte snelkoppeling in de map Operator.)
Ga naar Muziekwinkel en selecteer Opties > Instellingen. Geef het volgende op:
Adres:—Voer het webadres van de service Muziekwinkel in.
Gebruikersnaam:—Voer uw gebruikersnaam voor de
muziekwinkel in. Als u dit veld niet invult, moet u uw gebruikersnaam mogelijk invoeren bij het aanmelden.
Wachtwoord:—Voer uw wachtwoord voor de
muziekwinkel in. Als u dit veld niet invult, moet u uw wachtwoord mogelijk invoeren bij het aanmelden.

Muziek overbrengen

U kunt muziek overbrengen vanaf een compatibele pc of andere compatibele apparaten met behulp van een compatibele USB-kabel of Bluetooth-connectiviteit. Zie ’Verbindingen’ op pag. 105 voor meer informatie over het verbinden van het apparaat.
De vereisten van de pc:
• Microsoft Windows XP (of hoger).
• Een compatibele versie van Windows Media Player. Meer informatie over compatibiliteit met Windows Media Player vindt u in het gedeelte over de Nokia N77 op de Nokia-website.
Mediatoepassingen
49
• Nokia Nseries PC Suite. Deze software is beschikbaar op de cd-rom die bij het apparaat is geleverd.
Verbindingsmethode:
• USB-gegevenskabel (miniUSB)
• Compatibele pc met Bluetooth-verbinding
Bestanden overbrengen vanaf pc
U kunt bestanden op drie verschillende manieren overbrengen:
Mediatoepassingen
• Maak verbinding met een compatibele USB­gegevenskabel of Bluetooth-connectiviteit als u het apparaat op een compatibele pc wilt weergeven als een externe vaste schijf waarnaar u gegevensbestanden kunt overbrengen. Kies Gegevensoverdracht als verbindingsmethode in het apparaat als u de USB-kabel gebruikt. Met deze methode kunt u zelf bepalen wat u waarheen verplaatst, maar u kunt niet alle bestandsgegevens bekijken. Mogelijk kunt u materiaal niet overbrengen dat tegen kopiëren is beschermd. Ga naar Menu Muziek en selecteer Opties >
Muziekbib.vernieuw. als u de bibliotheek wilt
vernieuwen nadat u de nummerselectie in het apparaat hebt bijgewerkt.
• Sluit de USB-kabel aan en selecteer Mediaspeler als verbindingsmethode wanneer u muziek wilt synchroniseren met Windows Media Player.
Er moet een compatibele geheugenkaart in het apparaat zijn geplaatst.
• Als u Nokia Music Manager in Nokia Nseries PC Suite wilt gebruiken (beschikbaar op de cd-rom die bij het apparaat is geleverd), sluit u de USB-gegevenskabel aan en selecteert u PC Suite als verbindingsmethode.
Overbrengen met Windows Media Player
Zowel Windows Media Player als Nokia Music Manager in Nokia Nseries PC Suite (beschikbaar op de cd-rom die bij het apparaat is geleverd) zijn geoptimaliseerd om muziekbestanden over te brengen. Voor informatie over het overbrengen van muziek met Nokia Music Manager in Nokia Nseries PC Suite raadpleegt u de Help-functie in Music Manager.
De werking van het synchroniseren van muziek kan verschillen tussen de diverse versies van Windows Media Player. Zie de gebruikershandleiding en Help van Windows Media Player voor meer informatie.
Handmatige synchronisatie
Nadat het apparaat verbinding heeft gemaakt met een compatibele pc, wordt in Windows Media Player handmatige synchronisatie geselecteerd als het apparaat onvoldoende opslagruimte bevat. Met handmatige synchronisatie kunt u de nummers en playlists selecteren die u wilt verplaatsen, kopiëren of verwijderen.
50
De eerste keer dat u het apparaat aansluit, moet u een naam invoeren die wordt gebruikt als naam voor het apparaat in Windows Media Player.
Ga als volgt te werk als u handmatige selecties wilt overbrengen:
1 Nadat u het apparaat hebt verbonden met
Windows Media Player, selecteert u dit in het navigatiedeelvenster als er meer dan één apparaat is verbonden.
2 Sleep de nummers of albums naar het lijstdeelvenster
voor synchronisatie. Selecteer een item in de lijst en kies Verwijderen uit lijst als u nummers of albums wilt verwijderen.
3 Controleer of het lijstdeelvenster de bestanden bevat
die u wilt synchroniseren en of het apparaat voldoende capaciteit heeft. Klik op Start Sync. om de synchronisatie te starten.
Automatische synchronisatie
Klik op de pijl onder Sync, selecteer het apparaat en klik op Synchronisatie instellen als u de standaardoptie voor bestandsoverdracht wilt wijzigen in Windows Media Player. Schakel het selectievakje Dit apparaat automatisch synchroniseren uit of in.
Als het selectievakje Dit apparaat automatisch synchroniseren is ingeschakeld en u het apparaat verbindt, wordt de Nokia N77-bibliotheek automatisch
bijgewerkt op basis van playlists die u in Windows Media Player hebt geselecteerd.
Als u geen playlists hebt geselecteerd, wordt de volledige muziekbibliotheek op de pc geselecteerd voor synchronisatie. De pc-bibliotheek bevat mogelijk meer bestanden dan er op het apparaatgeheugen en een compatibele geheugenkaart van de Nokia N77 passen (indien geplaatst). Zie de Help bij Windows Media Player voor meer informatie.
De playlists in het apparaat zijn niet gesynchroniseerd met de playlists van Windows Media Player.
Bestandsbeheer
Standaard organiseert Windows Media Player nummers in mappen, bijvoorbeeld per artiest of op naam van het album. Wanneer u andere gegevensoverdrachtmethoden gebruikt, zoals Massaopslag, moet u het aantal bestanden in elke map misschien beperken om de prestaties te optimaliseren. Sla nooit meer dan 50 bestanden of mappen in één map op.

Playlists

Een playlist maken
Ga als volgt te werk als u een playlist met nummers wilt maken:
Mediatoepassingen
51
1 Selecteer Afspeellijsten > Opties > Afspeellijst
maken.
2 Voer een naam voor de playlist in selecteer OK. 3 Vouw de naam van een artiest uit en samen als u wilt
zoeken naar nummers die u wilt opnemen in de playlist. Druk op de bladertoets als u items wilt toevoegen. Druk de bladertoets naar rechts als u de lijst met nummers onder de naam van een artiest wilt weergeven. Druk de
Mediatoepassingen
bladertoets naar links als u de lijst met nummers wilt verbergen.
4 Selecteer Gereed wanneer u uw selecties hebt voltooid.
Nummers toevoegen aan een playlist
1 Ga naar een lijst met nummers en selecteer Opties >
Liedjes toevoegen.
2 Vouw de naam van een artiest uit en samen als u wilt
zoeken naar nummers die u wilt opnemen in de playlist. Druk op als u items wilt toevoegen. Druk op als u de lijst met nummers onder de naam van een artiest wilt weergeven Druk op als u de lijst met nummers wilt verbergen.
3 Selecteer Gereed wanneer u uw selecties hebt voltooid.
Tip! U kunt nummers toevoegen aan een playlist
die op dat moment wordt afgespeeld. Zoek als volgt naar het begin van een nummer door letters met het toetsenbord in te voeren.
De volgorde van nummers wijzigen
1 Ga naar de weergave van een playlist en selecteer
Opties > Lijst opn. sort..
2 Het geselecteerde nummer kan nu worden verplaatst.
Druk op of om het nummer te verplaatsen of laat de positie ongewijzigd.
3 Selecteer Neerzetten. 4 Ga naar het nummer dat u wilt verplaatsen en
selecteer Grijpen.
5 Ga naar een nieuwe positie en selecteer Neerzetten. 6 Kies Gereed wanneer u de volgorde van de lijst hebt
gewijzigd.
Tip! Als u nummers wilt oppakken en neerzetten,
kunt u ook op de bladertoets drukken.
Nummers verwijderen uit een playlist
1 Ga naar een nummer in een playlist. 2 Selecteer Opties > Verw. uit afspeellijst. 3 Selecteer Ja ter bevestiging. Het nummer wordt
niet van het apparaat verwijderd.
Items vanuit weergaven toevoegen aan een playlist
U kunt nummers, albums, artiesten, genres en componisten vanuit verschillende weergaven van het Menu Muziek toevoegen aan bestaande of nieuwe playlists.
52
1 Selecteer een item in een weergave die u hebt
geopend vanuit het Menu Muziek.
2 Selecteer Opties > Toev. aan afspeellijst >
Opgeslagen afspeellijst of Nieuwe afspeellijst.
3 Als u Nieuwe afspeellijst selecteert, voert u een naam
voor de playlist in en selecteert u OK. Als u Opgeslagen
afspeellijst selecteert, selecteert u de playlist en kiest
u OK.
Tip! In sommige weergaven kunt u Opties >
Markeringen aan/uit > Markeren of Alle markeren
selecteren als u meerdere nummers wilt selecteren om toe te voegen.
Tip! U kunt aan een playlist een nummer toevoegen
dat u op dit moment beluistert.
Details playlist
Als u de naam, het huidige aantal nummers en de locatie van de playlist wilt bekijken, of de datum en het tijdstip waarop de playlist het laatst is gewijzigd, gaat u naar de weergave met playlists, selecteert u een playlist en kiest u Opties > Details afsp.lijst.
Automatische playlists
De volgende playlists worden automatisch weergegeven in de weergave voor playlists.
Populaire tracks—Bevat de veertig meest gespeelde
nummers van de nummers die u het meest recentelijk hebt afgespeeld.
Recente tracks—Bevat de veertig nummers die u het
meest recentelijk hebt afgespeeld in omgekeerde volgorde, waarbij het meest recente nummer onderaan wordt weergegeven.
Recente aanvull.—Bevat nummers die u de afgelopen
week aan de bibliotheek hebt toegevoegd.

Beschikbare opties

De volgende items zijn beschikbaar als opties in verschillende weergaven van de music player:
Ga naar Afspelen—Hiermee opent u een weergave met
informatie over het nummer dat op dat moment wordt afgespeeld.
Ga naar muziekwinkel—Hiermee opent u een draadloze
verbinding met een webwinkel waar u muziek kunt zoeken, door muzieknummers kunt bladeren en muziek kunt kopen.
Muziekbib.vernieuw.—Hiermee werkt u de bibliotheeklijst
bij door het apparaatgeheugen van uw apparaat en een compatibele geheugenkaart (indien geplaatst) te doorzoeken op nieuwe nummers en verbroken koppelingen te verwijderen.
Mediatoepassingen
53
Details liedje, Details afsp.lijst en Details muz.bibl.
Hiermee geeft u informatie weer over het geselecteerde item.
Help—Hiermee opent u de Help-toepassing.
Afspeellijst maken—Hiermee opent u een
weergave waarin u een nieuwe playlist kunt maken.
Zenden—Hiermee verzendt u het geselecteerde
item naar een ander compatibel apparaat.
Mediatoepassingen
Verwijderen—Hiermee verwijdert u het geselecteerde item
na bevestiging. Het nummer wordt permanent verwijderd uit het apparaatgeheugen of van een compatibele geheugenkaart (indien geplaatst).
Naam wijzigen—Hiermee wijzigt u de naam van het
geselecteerde item.
Toev. aan afspeellijst—Hiermee voegt u het geselecteerde
item toe aan een bestaande of nieuwe playlist.
Albumhoes—Hiermee opent u een weergave met de
albumillustratie die op dat moment aan het geselecteerde album of nummer is gekoppeld. U kunt albumillustraties wijzigen of toevoegen via foto's op uw apparaat.
Markeringen aan/uit—Hiermee kunt u verschillende
items selecteren die u wilt bewerken.
Instellen als beltoon—Hiermee stelt u het geselecteerde
nummer in als de beltoon van het actieve profiel. Sla voor optimale prestaties de beltonen op in het apparaatgeheugen.
Lijst opnieuw ordenen—Hiermee verandert u de
volgorde van de nummers in een playlist.
Opties die alleen in de weergave Afspelen beschikbaar zijn
Ga naar menu Muziek—Hiermee opent u de weergave Menu Muziek.
Willekeurig afspelen—Hiermee schakelt u de modus
voor willekeurige volgorde in of uit. In deze modus worden de nummers in willekeurige volgorde afgespeeld.
Herhalen—Hiermee herhaalt u het nummer of alle
nummers in de lijst die momenteel wordt afgespeeld.
Equalizer—Hiermee opent u een weergave waarin u
de balans van de geluidsfrequentie kunt aanpassen.
Visualisatie starten—Hiermee selecteert u een
albumillustratie of animatie die wordt weergegeven wanneer een track wordt afgespeeld. Selecteer Sluiten als u wilt terugkeren naar de weergave Afspelen.
Audio-instellingen—Hiermee opent u een weergave
waarin u de geluidsbalans, het stereobeeld en de basreactie kunt wijzigen.
54

De naam van items wijzigen

1 Selecteer een Artiest, Album, Genre of Componist
in de lijst.
2 Selecteer Opties > Naam wijzigen. 3 Voer de nieuwe naam in en kies OK. Alle nummers
van de artiest, het album, het genre of de componist worden bijgewerkt.

Details van een nummer weergeven en bewerken

Ga naar de weergave van een nummer en selecteer
Opties > Details liedje. De volgende informatie wordt
weergegeven zodat u deze kunt bewerken:
Naam van liedje—De naam van het nummer.
Artiest—De naam van de artiest.
Album—De naam van het album waartoe dit nummer
behoort.
Tracknummer—De positie van het nummer in het
album waartoe dit nummer behoort.
Jaar—Het jaar waarin het album is uitgebracht.
Genre—De stijlcategorie waartoe het nummer behoort.
Componist—De naam van de componist van dit nummer.
Opmerking—Overige informatie over dit nummer.
Als u details wilt zien, zoals Formaat, Duur en Copyright, gaat u naar Details liedje en selecteert u Opties >
Bestandsdetails weerg..

Details van bibliotheek

Ga naar Menu Muziek en selecteer Opties >
Details muz.bibl.. De volgende informatie wordt
weergegeven:
Liedjes—Het huidige aantal nummers in de bibliotheek.
Duur—De totale lengte van de huidige nummers.
Telefoongeheugen of Geheugenkaart—Het beschikbare
geheugen in het apparaatgeheugen of op een compatibele geheugenkaart (als er een is geplaatst).
Vernieuwd—De datum waarop de bibliotheek voor het
laatst is gewijzigd.

Albumillustraties wijzigen

1 Selecteer een nummer. 2 Selecteer Opties > Albumhoes. 3 Selecteer Opties > Wijzigen. 4 Blader door afbeeldingen in de galerij van het apparaat
en kies Visualisatie selecteren:.
5 Kies Oorspr. hoes herstellen als u de oorspronkelijke
albumillustratie wilt herstellen.
Mediatoepassingen
55

Gecodeerd geluid

Toepassingen als Windows Media Player en Nokia Audio Manager in Nokia Nseries PC Suite (beschikbaar op de cd-rom die bij het apparaat is geleverd) coderen geluidsbestanden met codecs zoals WMA of MP3 om opslagruimte te besparen. De codering wordt uitgevoerd door uit het geluidssignaal onderdelen te verwijderen die niet of nauwelijks hoorbaar zijn voor het menselijk oor.
Mediatoepassingen
De geluidskwaliteit van het betreffende bestand is niet zo goed als het origineel, ongeacht het codeerprogramma en de kwaliteit van de codec.
De basiscodecs die door dit apparaat worden ondersteund, zijn AAC, WMA en MP3. Er bestaan verschillende varianten voor al deze codecs. Music player ondersteunt niet per se alle functies van een bestandsindeling of alle variaties op bestandsindelingen.
Bitrates
Wanneer geluid wordt gecodeerd, is de kwaliteit van het betreffende geluid afhankelijk van de sample- en bitrate die voor de codering worden gebruikt. Een samplerate wordt uitgedrukt als duizenden samples per seconde (kHz) en voor cd-muziek ligt de samplerate vast op 44,1 kHz. De bitrate wordt uitgedrukt als kilobits per seconde (Kbps). Hoe hoger de bitrate, des te beter de geluidskwaliteit.
Het vereiste kwaliteitsniveau kan afhankelijk zijn van uw wensen, de gebruikte hoofdtelefoon en het omgevingsgeluid. Bij MP3-bestanden geeft een bitrate tussen 128 en 192 Kbps meestal een afdoende resultaat om popmuziek op het apparaat te beluisteren. WMA of AAC geeft meestal een soortgelijk resultaat als MP3 met een bitrate die één stap lager ligt (96-160 Kbps). Variaties van AAC, zoals AAC+ en enhanced AAC+ (eAAC+), bieden geluid van cd-kwaliteit met een bitrate van slechts 48 Kbps. Voor klassieke muziek en muziek met nuances is meestal een hogere bitrate dan voor normale popmuziek vereist.
Voor spraak en andere bronnen waarbij geluidskwaliteit minder belangrijk is dan besparing van opslagruimte, kunt u bitrates tussen 8 en 64 Kbps gebruiken. Bij lage bitrates geeft WMA of AAC meestal betere resultaten dan MP3.

Variabele bitrate

Het apparaat ondersteunt ook variabele bitrate (VBR). Variabele bitrate betekent dat de bitrate van de codering verschilt, afhankelijk van de complexiteit van het gecodeerde materiaal. Wanneer u VBR gebruikt, wordt de codering geoptimaliseerd zodat een constante geluidskwaliteit via de track behouden blijft en kwaliteit niet verloren gaat in complexe muziekgedeelten, zoals bij CBR-codering (constante bitrate).
56

Visual Radio

Druk op en selecteer Toepass. > Radio. U kunt de toepassing gebruiken als een gewone radio met automatische afstemming en opgeslagen zenders of met parallelle visuele informatie over het radioprogramma in het scherm, als u afstemt op zenders die de Visual Radio­dienst ondersteunen. Voor de Visual Radio-dienst worden pakketgegevens gebruikt (netwerkdienst). U kunt naar de radio luisteren terwijl u andere toepassingen gebruikt.
Als u geen toegang hebt tot de Visual Radio-dienst, ondersteunen de netwerkproviders en radiozenders in uw gebied deze dienst mogelijk niet.
Normaal gesproken kunt u iemand bellen of een inkomende oproep beantwoorden terwijl u naar de radio luistert. De radio wordt gedempt wanneer er een actieve oproep is.
De gebruikte frequentieband wordt geselecteerd op basis van de landgegevens die worden ontvangen via het netwerk. Als deze gegevens niet beschikbaar zijn, wordt u mogelijk gevraagd uw regio te selecteren. U kunt ook de regio selecteren in de instellingen van de visuele-radiodienst. Zie ’Instellingen’ op pag. 58.

Naar de radio luisteren

De kwaliteit van de radio-uitzending is afhankelijk van de dekking van de radiozender in het betreffende gebied.
De FM-radio maakt gebruik van een andere antenne dan de antenne van het draadloze apparaat. De FM-radio functioneert alleen naar behoren als er een compatibele hoofdtelefoon of een compatibel toebehoren op het apparaat is aangesloten.
Druk op en selecteer Toepass. > Radio. Als u naar een kanaal wilt zoeken, selecteert u of . Selecteer
Opties > Handmatig afstemmen als u de frequentie
handmatig wilt wijzigen.
Als u eerder radiokanalen hebt opgeslagen, selecteert u
of om naar het volgende of vorige opgeslagen kanaal te gaan of drukt u op de overeenkomende cijfertoets om de geheugenlocatie van een kanaal te selecteren.
Druk op de volumetoetsen als u het volume wilt regelen. Selecteer Opties > Luidspreker aan als u via de luidspreker naar de radio wilt luisteren.
Waarschuwing: Luister naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor
Mediatoepassingen
57
beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Selecteer Opties > Zenderoverzicht (netwerkdienst) als u beschikbare zenders op basis van de locatie wilt weergeven.
Selecteer Opties > Zender opslaan als u de huidige zender wilt opslaan in de lijst met zenders. Selecteer Opties >
Mediatoepassingen
Zenders als u de lijst met opgeslagen zenders wilt openen.
Selecteer Opties > Afsp. in achtergrond als u wilt terugkeren naar de stand-by modus en de FM-radio op de achtergrond wilt laten spelen.

Visuele inhoud weergeven

Neem contact op met de serviceprovider als u meer wilt weten over de beschikbaarheid en kosten van de dienst en als u zich hierop wilt abonneren.
Selecteer of Opties > Visuele dienst starten als u de beschikbare visuele inhoud voor een zender wilt weergeven. Voer de id van de visuele dienst in als u deze niet hebt opgeslagen voor de zender of selecteer Ophalen als u hiernaar wilt zoeken in de lijst met zenders (netwerkdienst).
Wanneer er verbinding is gemaakt met de visuele dienst, wordt in het scherm de huidige visuele inhoud weergegeven.
Selecteer Opties > Weergave-instellingen als u weergave-instellingen voor de weergave van de visuele inhoud wilt wijzigen.

Opgeslagen zenders

U kunt maximaal 20 radiokanalen opslaan in de radio. Selecteer Opties > Zenders om uw lijst met zenders te openen.
Selecteer Opties > Zender > Luisteren als u wilt luisteren naar een opgeslagen zender. Selecteer Opties > Zender >
Visuele dienst starten als u de beschikbare visuele inhoud
voor een zender met de Visual Radio-dienst wilt weergeven.
Selecteer Opties > Zender > Bewerken als u de details van een zender wilt wijzigen.

Instellingen

Selecteer Opties > Instellingen en kies een van de volgende opties:
Starttoon—Selecteer of u een toon wilt afspelen wanneer
de toepassing wordt gestart.
58
Autostart dienst—Selecteer Ja als u de Visual Radio-
dienst automatisch wilt starten wanneer u een opgeslagen zender selecteert die de Visual Radio-dienst aanbiedt.
Toegangspunt—Selecteer het toegangspunt voor de
gegevensverbinding. U hebt geen toegangspunt nodig als u de toepassing wilt gebruiken als normale radio.
Huidige regio—Selecteer de regio waarin u zich
momenteel bevindt. Deze instelling wordt alleen weergegeven als er geen netwerkdekking is op het moment dat u de toepassing start.

RealPlayer

Druk op en selecteer Toepass. > RealPlayer. U kunt met RealPlayer, videoclips of streaming-mediabestanden afspelen. U kunt een koppeling naar streaming-media activeren wanneer u webpagina's bekijkt. U kunt deze ook opslaan in het geheugen van het apparaat of op een compatibele geheugenkaart (indien geplaatst).
RealPlayer ondersteunt bestanden met extensies als .3GP,
.MP4 of .RM. RealPlayer ondersteunt echter niet noodzakelijkerwijs alle bestandsindelingen of alle variaties van bestandsindelingen. In RealPlayer wordt bijvoorbeeld geprobeerd alle MP4-bestanden te openen. Een aantal MP4-bestanden kan echter inhoud bevatten die niet
compatibel is met 3GPP-standaarden en die daarom niet wordt ondersteund door dit apparaat.

Videoclips afspelen

1 Als u een mediabestand wilt afspelen dat is opgeslagen
in het geheugen van het apparaat of op een compatibele geheugenkaart (indien geplaatst), kiest u
Opties > Openen en maakt u een keuze uit de volgende
opties:
Recente clips—Hiermee speelt u een van de laatste
zes bestanden af die zijn afgespeeld in RealPlayer
Opgeslagen clip—Hiermee speelt u een bestand af
dat is opgeslagen in Galerij. Zie ’Galerij’ op pag. 34.
2 Ga naar een bestand en druk op als u dit wilt
afspelen.
Sneltoetsen tijdens het afspelen:
• Als u vooruit wilt spoelen, houdt u ingedrukt.
• Als u het mediabestand wilt terugspoelen, houdt u
ingedrukt.
• Als u het geluid wilt dempen, houdt u de volumetoets
aan de zijkant van het apparaat ingedrukt totdat wordt weergegeven. Als u het geluid wilt inschakelen, houdt u de volumetoets ingedrukt totdat wordt weergegeven.
Mediatoepassingen
59

Streaming inhoud afspelen

Bij veel serviceproviders moet u een internettoegangspunt gebruiken voor uw standaardtoegangspunt. Er zijn echter ook serviceproviders bij wie u een WAP-toegangspunt mag gebruiken.
De toegangspunten zijn mogelijk al geconfigureerd wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt.
Neem voor meer informatie contact op met uw
Mediatoepassingen
serviceprovider.
In RealPlayer kunt u alleen een webadres van het type rtsp:// openen. RealPlayer herkent echter een HTTP­koppeling naar een RAM-bestand.
Als u streaming inhoud wilt afspelen, selecteert u een streaming-koppeling die is opgeslagen in Galerij, die wordt weergegeven op een webpagina of die is ontvangen in een SMS- of multimediabericht. Voordat de live streaming-inhoud wordt afgespeeld, wordt verbinding gemaakt met de site en wordt het laden van de inhoud gestart. De inhoud wordt niet opgeslagen in het apparaat.

RealPlayer-instellingen ontvangen

U kunt de instellingen van RealPlayer ontvangen in een speciaal SMS-bericht van de serviceprovider. Zie ’Gegevens en instellingen’ op pag. 90. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
De RealPlayer-instellingen wijzigen
Selecteer Opties > Instellingen en kies een van de volgende opties:
Video—Selecteer deze optie als u wilt dat RealPlayer
videoclips automatisch herhaalt nadat ze zijn afgespeeld.
Verbinding—Hiermee selecteert u of u een proxyserver
gebruikt, wijzigt u het standaardtoegangspunt en stelt u het poortbereik in dat wordt gebruikt wanneer u verbinding maakt. Neem contact op met uw serviceprovider voor de juiste instellingen.
Proxyinstellingen
Proxy gebruiken—Als u een proxyserver wilt gebruiken,
selecteert u Ja.
Proxy-serveradres—Voer het IP-adres van de
proxyserver in.
Proxy-poortnummer—Voer het poortnummer van de
proxyserver in.
Verklarende woordenlijst: Proxyservers zijn
tussenliggende servers tussen mediaservers en gebruikers. Sommige serviceproviders gebruiken deze servers voor extra beveiliging of om de toegang tot browserpagina's met geluidsclips of videoclips te versnellen.
60
Netwerkinstellingen
Stand. toegangspunt—Selecteer het toegangspunt dat
u wilt gebruiken om verbinding te maken met internet.
Onlinetijd—Stel de tijd in waarna RealPlayer de
verbinding met het netwerk verbreekt wanneer u een mediaclip onderbreekt die wordt afgespeeld via een netwerkkoppeling. Selecteer Door gebr. gedef., voer de tijd in en selecteer OK.
Laagste UDP-poort—Voer het laagste poortnummer in
van het poortbereik van de server. De minimumwaarde is 1024.
Hoogste UDP-poort—Voer het hoogste poortnummer in
van het poortbereik van de server. De maximumwaarde is 65535.
Selecteer Opties > Geavanceerde inst. als u de bandbreedtewaarden voor verschillende netwerken wilt bewerken.

Flash-speler

Druk op en selecteer Toepass. > Flash-speler. Met Flash-speler kunt u compatibele flash-bestanden voor mobiele apparaten weergeven, afspelen en bedienen.

Flash-bestanden organiseren

Druk op om een map te openen of een flash-bestand af te spelen.
Verzend een flash-bestand naar een compatibel apparaat door hiernaar te bladeren en de beltoets in te drukken.
Selecteer Opties > Indelen > Kopiëren naar map of
Verplaats naar map als u een flash-bestand naar een
andere map wilt kopiëren of verplaatsen.
Selecteer Opties > Indelen > Nieuwe map als u een map wilt maken om uw flash-bestanden te organiseren.
De beschikbare opties variëren.
Verwijder een flash-bestand door hiernaar te bladeren en op te drukken.

Flash-bestanden afspelen

Druk op en selecteer Toepass. > Flash-speler en een flash-bestand.
Gebruik de volumetoets als u het volume wilt verhogen of verlagen.
Selecteer Opties (indien beschikbaar) en kies een van de volgende opties:
Pauze—Hiermee onderbreekt u het afspelen.
Stop—Hiermee stopt u het afspelen.
Mediatoepassingen
61
Kwaliteit—Hiermee selecteert u de afspeelkwaliteit.
Als het bestand ongelijkmatig of traag lijkt te worden afgespeeld, selecteert u Normaal of Laag.
Volledig scherm—Hiermee speelt u het bestand af in het
volledige scherm. Selecteer Normaal scherm om naar het normale scherm terug te gaan.
Hoewel functietoetsen niet zichtbaar zijn, zijn ze mogelijk nog steeds beschikbaar wanneer u op een van beide
Mediatoepassingen
selectietoetsen drukt.
Aanpassen aan scherm—Hiermee speelt u het bestand
af in de oorspronkelijke grootte nadat u hebt ingezoomd.
Panning aan—Kies deze optie als u met de bladertoets
door het scherm wilt kunnen bladeren wanneer u hebt ingezoomd.
62

Internet

Diensten

Tip! U brengt een verbinding tot stand door
ingedrukt te houden in de stand-by modus.
Druk op en selecteer Internet > Diensten (netwerkdienst).
Diverse aanbieders onderhouden speciale pagina's voor mobiele apparaten. Deze pagina's kunt u bekijken met de browser Diensten. Op deze pagina's wordt WML (Wireless Markup Language), XHTML (eXtensible Hypertext Markup Language) of HTML (Hypertext Markup Language) gebruikt.
Gebruik in plaats daarvan Web als u HTML-webpagina's (hypertext markup language) op internet wilt bekijken zoals ze oorspronkelijk zijn ontworpen. Zie ’Web’ op pag. 67.
Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van diensten. De serviceprovider kan u ook instructies geven voor het gebruik van deze diensten.

Toegangspunt

Als u pagina's wilt openen, hebt u de bijbehorende dienstinstellingen nodig. Deze instellingen worden gewoonlijk via een speciaal SMS-bericht verstrekt door de serviceprovider die de pagina aanbiedt. Zie ’Gegevens en instellingen’ op pag. 90. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Instellingen kunnen beschikbaar zijn op de website van een serviceprovider.
Instellingen handmatig opgeven
1 Druk op , selecteer Instrum. > Instell. >
Verbinding > Toegangspunten en definieer de
instellingen voor een toegangspunt. Volg de instructies van de serviceprovider. Zie ’Verbinding’ op pag. 121.
2 Druk op en selecteer Internet > Diensten >
Opties > Bookmarkbeheer > Bookm. toev.. Typ een
naam voor de bookmark en het adres van de pagina die bij het huidige toegangspunt hoort.
3 Selecteer Opties > Instellingen > Toegangspunt als
u het gemaakte toegangspunt als het standaardtoegangspunt wilt instellen.
Internet
63

De weergave Bookmarks

De weergave Bookmarks wordt geopend wanneer u
Diensten opent.
Internet
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bookmarks of links waarmee u toegang krijgt tot websites van derden die niet met Nokia verbonden zijn. Nokia ondersteunt deze sites niet en draagt er geen aansprakelijkheid voor. Als u deze sites wilt bezoeken, moet u op het gebied van beveiliging of inhoud dezelfde voorzorgsmaatregelen treffen als die u voor andere sites treft.
De startpagina die voor het standaardtoegangspunt
is gedefinieerd.

Beveiliging van de verbinding

Als tijdens een verbinding het beveiligingssymbool wordt weergegeven, is de gegevensoverdracht tussen het apparaat en de internetgateway of -server gecodeerd.
Het veiligheidssymbool geeft niet aan dat de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder (of de locatie waar de aangevraagde bron is opgeslagen) veilig is. De serviceprovider beveiligt de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder.
Selecteer Opties > Gegevens > Beveiliging om gegevens te bekijken over de verbinding, de coderingsstatus en de server- en gebruikersverificatie.
Voor een aantal diensten, zoals bankdiensten, zijn mogelijk beveiligingscertificaten vereist. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider. Zie ook ’Certificaatbeheer’ op pag. 126.

Surfen

Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u
vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden.
Selecteer een bookmark of typ het adres in het veld ( ) als u een pagina wilt downloaden.
Nieuwe koppelingen op een browserpagina zijn blauw onderstreept en bezochte koppelingen zijn paars. Afbeeldingen die als koppeling fungeren, krijgen een blauwe rand.
Druk op als u koppelingen wilt openen en items wilt selecteren.
Sneltoets: Gebruik om naar het einde van een
pagina te gaan en om naar het begin van een pagina te gaan.
U keert terug naar de vorige pagina door Terug te selecteren. Als Terug niet beschikbaar is, selecteert u
64
Opties > Navigatieopties > Geschiedenis om een
chronologische lijst weer te geven van de pagina's die u tijdens een browsersessie hebt bezocht.
Selecteer Opties > Navigatieopties > Opnieuw laden als u de meest recente inhoud van de server wilt ophalen.
Selecteer Opties > Opslaan als bookmark als u een bookmark wilt opslaan.
Tip! Tijdens het browsen opent u de weergave
Bookmarks door ingedrukt te houden. Selecteer Opties > Terug naar pagina om naar de browserweergave terug te gaan.
Selecteer Opties > Geavanc. opties > Pagina opslaan als u een pagina wilt opslaan tijdens het surfen. Druk in de weergave Bookmarks op om Opgeslagen pagina's te openen als u de pagina's later opnieuw wilt weergeven en offline wilt bekijken.
Selecteer Opties > Navigatieopties > Ga naar webadres om een nieuw URL-adres in te voeren.
Selecteer Opties > Dienstopties (als dit door de webpagina wordt ondersteund) om een lijst met opdrachten of acties voor de huidige pagina te openen.
U kunt bestanden downloaden die niet op de browserpagina kunnen worden weergegeven, zoals beltonen, afbeeldingen, logo's, thema's en videoclips.
Ga naar de koppeling en druk op om het item te downloaden.
Wanneer u begint met downloaden, wordt een lijst met actieve, onderbroken en voltooide downloadbewerkingen weergegeven uit de huidige sessie. Selecteer Opties >
Instrumenten > Downloads als u de lijst later wilt
weergeven. Ga in de lijst naar een item en kies Opties als u de actieve downloadbewerkingen wilt onderbreken, hervatten of annuleren of als u de voltooide downloadbewerkingen wilt openen, opslaan of verwijderen.

Items downloaden en aanschaffen

U kunt onder andere beltonen, afbeeldingen, logo's, thema's en videoclips downloaden. Deze items worden gratis aangeboden of u kunt ze aanschaffen. Gedownloade items worden verder verwerkt door de bijbehorende toepassingen in het apparaat. Een gedownloade foto kan bijvoorbeeld worden opgeslagen in Galerij.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen
en andere software van betrouwbare bronnen, zoals toepassingen die een Symbian-ondertekening dragen of die de Java-Verified
1 Ga naar de koppeling en druk op om het item te
downloaden.
TM
test hebben doorstaan.
Internet
65
2 Selecteer de optie waarmee u het item kunt
aanschaffen, bijvoorbeeld Kopen.
3 Lees alle informatie nauwkeurig door.
Internet
Selecteer Accept. als u het item wilt downloaden. Selecteer Annuleer als u het item niet wilt downloaden.

Een verbinding verbreken

Selecteer Opties > Geavanc. opties > Verbind. verbreken als u de verbinding wilt verbreken en de browserpagina offline wilt weergeven, of selecteer Opties > Afsluiten als u de verbinding wilt verbreken en de browser wilt sluiten.
De cache leegmaken
De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen in het cachegeheugen van het apparaat.
Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op te slaan. Als u toegang hebt gezocht of gehad tot vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwoord moet opgeven, kunt u de cache van het apparaat na gebruik beter legen. De informatie of de diensten waartoe u toegang hebt gehad, worden namelijk in de cache opgeslagen. Selecteer Opties > Geavanc.
opties > Cache wissen als u de cache wilt wissen.

Instellingen

Selecteer Opties > Instellingen en kies een van de volgende opties:
Toegangspunt—Hiermee wijzigt u het
standaardtoegangspunt. Zie ’Verbinding’ op pag. 121. Sommige of alle toegangspunten kunnen door de netwerkprovider vooraf zijn ingesteld voor het apparaat; het is wellicht niet mogelijk deze instellingen te wijzigen of verwijderen of om nieuwe instellingen toe te voegen.
Homepage—Hiermee definieert u de homepage.
Afb. en objctn tonen—Hiermee selecteert u of u
afbeeldingen tijdens het surfen wilt laden. Als u Nee hebt geselecteerd, selecteert u Opties > Toon afbeeldingen wanneer u afbeeldingen later tijdens het surfen wilt laden.
Lettergrootte—Selecteer de tekengrootte.
Standaardcodering—Als teksttekens niet goed worden
weergegeven, kunt u een andere codering kiezen op basis van de taal.
Autom. bookmarks—Hiermee schakelt u het automatisch
verzamelen van bookmarks in of uit. Als u wilt doorgaan met het automatisch verzamelen van bookmarks, maar de map wilt verbergen in de weergave Bookmarks, kiest u
Map verbergen.
66
Schermformaat—Hiermee kunt u de weergave selecteren
tijdens het browsen: Alleen sel.toetsen of Volledig
scherm.
Pagina zoeken—Definieer een webpagina die wordt
gedownload wanneer u in de weergave Bookmarks of tijdens het surfen Navigatieopties > Pagina openen selecteert.
Weergave—Als u wilt dat de pagina-indeling in de
modus Kleine weergave zo nauwkeurig mogelijk wordt weergegeven, selecteert u Op kwaliteit. Als u geen externe CSS (cascading style sheets) wilt downloaden, kiest u
Op snelheid.
Cookies—Hiermee schakelt u het ontvangen en verzenden
van cookies in of uit.
Java/ECMA-script—Hiermee schakelt u het gebruik
van scripts in of uit.
Veiligheidswrschwngn—Hiermee verbergt of toont u
veiligheidswaarschuwingen.
Bevest. zenden DTMF—Geef aan of u het verzenden van
DTMF-tonen tijdens een telefoongesprek wilt bevestigen. Zie ook ’Opties tijdens een spraakoproep’ op pag. 78.
Web
Druk op en selecteer Internet > Web (netwerkdienst).
Met Web kunt u HTML-webpagina's (HyperText Markup Language) op internet weergeven zoals deze oorspronkelijk zijn ontworpen. U kunt ook bladeren door webpagina's die specifiek zijn ontworpen voor mobiele apparaten en XHTML (eXtensible HyperText Markup Language) of WML (Wireless Markup Language) gebruiken.
Met Web kunt u bijvoorbeeld in- en uitzoomen op een pagina, de Miniweergave gebruiken en gebruik maken van het Paginaoverzicht om over pagina's te navigeren, webfeeds en blogs te lezen, webpagina's te voorzien van een bookmark en inhoud te downloaden.
Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van diensten. De serviceprovider kan u ook instructies geven voor het gebruik van deze diensten.
Als u pagina's wilt openen, hebt u de bijbehorende dienstinstellingen nodig. Deze instellingen worden gewoonlijk via een speciaal SMS-bericht verstrekt door de serviceprovider die de pagina aanbiedt. Zie ’Gegevens en instellingen’ op pag. 90. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Internet
67

Miniweergave

Gebruik Miniweergave om informatie weer te geven en te zoeken op webpagina's die grote hoeveelheden informatie
Internet
bevatten. Wanneer Miniweergave is ingeschakeld, wordt automatisch uitgezoomd op de webpagina en een overzicht van de bezochte webpagina weergegeven. Druk de bladertoets naar rechts, links, boven of beneden om over de pagina te schuiven. Stop met schuiven wanneer u de gewenste informatie hebt gevonden. Miniweergave leidt u naar de gewenste locatie. Als u Miniweergave wilt activeren, selecteert u Opties > Instellingen >
Miniweergave > Aan.

Paginaoverzicht

Wanneer u een pagina met een grote hoeveelheid informatie bekijkt, kunt u Paginaoverzicht gebruiken om te bekijken wat voor informatie de pagina bevat.
Druk op als u het paginaoverzicht van de huidige pagina wilt weergeven. Druk op , , of als u naar het gewenste punt op de pagina wilt zoeken. Druk nogmaals op als u wilt inzoomen en het gewenste gedeelte van de pagina wilt weergeven.

Webfeeds en blogs

Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u
vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden.
Webfeeds zijn XML-bestanden in webpagina's die op brede schaal in de weblogcommunity worden gebruikt om de koppen of volledige tekst van de meest recente artikelen te delen, zoals het laatste nieuws. Webfeeds worden veel toegepast op web-, blog- en wikipagina's. Selecteer
Opties > Abonneren als u zich wilt abonneren op een
webfeed voor webpagina's. Selecteer in de weergave Bookmarks Webfeeds als u wilt bekijken op welke webfeeds u bent geabonneerd.
Blogs of weblogs zijn dagboeken op het web. Ga naar een blog en druk op als u een webfeed of blog vanaf het web wilt downloaden.

Browsen

Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u
vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden.
Selecteer een bookmark en druk op als u een pagina wilt downloaden. U kunt het adres ook invoeren in het veld ( ).
68
Sneltoetsen voor toetsenbord
• Druk op om het huidige venster te sluiten als er twee of meer vensters open staan.
• Druk op om uw bookmarks te openen.
• Druk op om tekst te zoeken op de huidige pagina.
• Druk op om terug te keren naar de vorige pagina.
• Druk op om een lijst met alle open vensters weer te geven.
• Druk op om het paginaoverzicht weer te geven. Druk nogmaals op om in te zoomen en de gewenste gegevens te bekijken.
• Druk op om naar een andere webpagina te gaan.
• Druk op om naar de startpagina te gaan.
Als u op de pagina wilt in- of uitzoomen, drukt u op of .
Selecteer Opties > Instellingen > Pop-ups blokkeren >
Ja of Nee als u wilt toestaan of voorkomen dat meerdere
vensters automatisch worden geopend.
Selecteer Opties > Navigatieopties > Geschiedenis als u de webpagina's wilt weergeven die u tijdens de huidige browsersessie hebt bezocht. Selecteer Opties >
Instellingen > Geschiedenislijst > Aan als u wilt dat
automatisch een lijst met eerder bezochte pagina's wordt weergegeven wanneer u naar de vorige pagina teruggaat.

Verbinding verbreken

Selecteer Opties > Geavanc. opties > Verbind. verbreken om de verbinding met het web te verbreken.
Selecteer Opties > Geavanc. opties > Verwijder cookies als u de gegevens wilt verwijderen die de netwerkserver verzamelt over uw bezoeken aan verschillende webpagina's.
Selecteer Opties > Geavanc. opties > Cache wissen als u het tijdelijk geheugen wilt wissen waarin informatie wordt opgeslagen over uw bezoeken aan de verschillende websites.

Downloaden

Downloaden (netwerkdienst) is een mobiele bron voor
inhoud die beschikbaar is op het apparaat. U kunt bladeren door items, zoals toepassingen en mediabestanden, en deze vanaf internet downloaden en op het apparaat installeren. De items zijn ingedeeld in catalogi en mappen die door de verschillende serviceproviders worden geleverd. Welke inhoud beschikbaar is, is afhankelijk van de serviceprovider.
Druk op en selecteer Downloaden.
Internet
69
Downloaden gebruikt uw netwerkdiensten om toegang te
krijgen tot de meest actuele inhoud. Voor meer informatie over aanvullende items die beschikbaar zijn via
Downloaden, neemt u contact op met uw serviceprovider
Internet
of met de leverancier of fabrikant van het item.
Downloaden ontvangt voortdurend updates, en voorziet u
van de meest actuele inhoud die uw serviceprovider voor uw apparaat biedt. Selecteer Opties > Lijst vernieuwen als u de inhoud in Downloaden handmatig wilt bijwerken.
Selecteer Opties > Verbergen als u een map of catalogus in de lijst wilt verbergen. Selecteer Opties > Alles
weergeven als u alle verborgen items weer zichtbaar
wilt maken.
Selecteer Opties > Kopen als u het geselecteerde item in de hoofdweergave, een map of catalogus wilt kopen. In het submenu dat wordt geopend, kunt u de versie van het item selecteren en prijsinformatie bekijken. Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van de serviceprovider.
Selecteer Opties > Ophalen als u een gratis item wilt downloaden.

Instellingen voor Downloaden

Selecteer Opties > Instellingen als u de instellingen wilt wijzigen. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Toegangspunt—Selecteer het toegangspunt dat wordt
gebruikt om verbinding te maken met de server van de serviceprovider, en geef op of u telkens opnieuw naar het toegangspunt gevraagd wilt worden wanneer u het gebruikt.
Automatisch openen—Selecteer Ja als u de inhoud of
toepassing na het downloaden automatisch wilt openen.
Voorbeeldbevestiging—Selecteer Nee als u automatisch
een voorvertoning van de inhoud of toepassing wilt downloaden. Selecteer Ja als u telkens opnieuw om bevestiging gevraagd wilt worden voordat een voorvertoning wordt gedownload.
Aankoopbevestiging—Selecteer Ja als u om bevestiging
gevraagd wilt worden voordat u inhoud of een toepassing koopt. Selecteer Nee als u het koopproces onmiddellijk wilt starten nadat u Kopen hebt geselecteerd.
Selecteer Terug wanneer u alle instellingen hebt opgegeven.
70

Profielen—tonen instellen

Druk op en selecteer Instrum. > Profielen als u de beltonen, berichtensignaaltonen en anderen tonen voor verschillende gebeurtenissen, situaties of bellergroepen wilt instellen en aanpassen.
Druk in de stand-by modus op om het profiel te wijzigen. Ga naar het profiel dat u wilt activeren en selecteer OK.
Druk op en selecteer Instrum. > Profielen als u een profiel wilt wijzigen. Ga naar het profiel en selecteer
Opties > Aanpassen. Selecteer de instelling die u wilt
wijzigen en druk op om de opties te openen. Tonen die zijn opgeslagen op een compatibele geheugenkaart, worden aangegeven met . U kunt elke beltoon in de lijst beluisteren voordat u een toon kiest. Druk op een willekeurige toets om het geluid te stoppen.
Wanneer u een toon kiest, kunt u met Beltoondownl. (netwerkdienst) een lijst met bookmarks openen. U kunt een bookmark selecteren en verbinding maken met een webpagina om tonen te downloaden.
Selecteer Opties > Aanpassen > Naam beller uitspr. >
Aan als u wilt dat de naam van de beller wordt
uitgesproken wanneer u wordt gebeld. De naam van de beller moet zijn opgeslagen in Contacten.
Selecteer Opties > Nieuw maken als u een nieuw profiel wilt maken.

Het profiel Offline

Met het profiel Offline kunt u het apparaat gebruiken zonder dat u verbinding hebt met het draadloze netwerk. Wanneer u het profiel Offline activeert, wordt de verbinding met het draadloze netwerk verbroken, zoals wordt aangegeven met in het symbool voor de signaalsterkte. Er zijn geen draadloze RF-signalen naar en van het apparaat mogelijk. Berichten die u wilt verzenden worden in de Outbox geplaatst, zodat u deze later kunt verzenden.
Belangrijk: In het profiel Offline kunt u geen
oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere functies waarvoor netwerkdekking vereist is niet worden gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het alarmnummer dat in het apparaat is geprogrammeerd kiezen. Als u wilt bellen, moet u de telefoonfunctie eerst activeren door een ander profiel te kiezen. Als het apparaat vergrendeld is, moet u de beveiligingscode invoeren.
Als u het profiel Offline wilt verlaten, drukt u op de aan/ uit-toets en selecteert u een ander profiel. Via het
Profielen—tonen instellen
71
apparaat wordt de draadloze overdracht opnieuw ingeschakeld (mits het signaal sterk genoeg is). Als er een Bluetooth-verbinding actief was toen u het profiel Offline inschakelde, wordt Bluetooth weer gedeactiveerd. De Bluetooth-verbinding wordt automatisch opnieuw geactiveerd zodra u het profiel Offline verlaat. Zie ’Instellingen’ op pag. 106.
Profielen—tonen instellen
72

Contacten (adressenlijst)

Druk op en selecteer Contacten. In Contacten kunt u contactgegevens opslaan en bijwerken, zoals telefoonnummers, privé-adressen of e-mailadressen van uw contactpersonen. U kunt een persoonlijke beltoon of een miniatuur toevoegen aan een contactkaart. U kunt ook contactgroepen maken, zodat u SMS- of e-mailberichten naar een groot aantal ontvangers tegelijk kunt sturen. U kunt ontvangen contactgegevens (visitekaartjes) opslaan in Contacten. Zie ’Gegevens en instellingen’ op pag. 90. Contactgegevens kunnen alleen worden verzonden naar of ontvangen van compatibele apparaten.
U kunt het aantal contacten, groepen en het beschikbare geheugen in Contacten weergeven door Opties >
Contactinfo te selecteren.
Tip! Met behulp van Nokia PC Sync uit de Nokia
Nseries PC Suite (beschikbaar op de cd-rom die bij het apparaat is geleverd) kunt u uw contacten synchroniseren met een compatibele pc.

Namen en nummers opslaan en bewerken

1 Selecteer Opties > Nieuw contact. 2 Vul de gewenste velden in en selecteer Gereed.
Als u contactkaarten wilt bewerken in Contacten, ga dan naar de contactkaart die u wilt bewerken en selecteer
Opties > Bewerken. Als u het gewenste contact in de lijst
wilt zoeken, voert u de eerste letters van de naam in het zoekveld in. In het scherm verschijnt een lijst met de contactpersonen waarvan de naam begint met de betreffende letters.
Als u een kleine miniatuurweergave aan een contactkaart wilt koppelen, opent u de contactkaart en selecteert u
Opties > Bewerken > Opties > Thumbnail toevoeg..
De miniatuur wordt weergegeven zodra de bijbehorende contactpersoon belt.
Beluister het spraaklabel dat aan het contact is toegewezen door naar een contactkaart te bladeren en op te drukken. Selecteer vervolgens Opties > Sprklabel
afspelen. Zie ’Spraakgestuurd bellen’ op pag. 80.
Als u contactgegevens wilt verzenden, selecteert u het kaartje dat u wilt verzenden. Selecteer Opties > Zenden >
Via SMS, Via multimedia, Via e-mail (beschikbaar als
u een e-mailaccount hebt ingesteld) of Via Bluetooth. Zie ’Berichten’ op pag. 85 en ’Gegevens verzenden met behulp van Bluetooth-connectiviteit’ op pag. 107.
Contacten (adressenlijst)
73
Selecteer Opties > Toev. aan groep (wordt alleen weergegeven als u een groep hebt gemaakt) als u een contactpersoon aan een groep wilt toevoegen. Zie ’Contactgroepen maken’ op pag. 76.
Blader naar een contactpersoon en selecteer Opties >
Hoort bij groepen als u wilt controleren tot welke
groepen de contactpersoon behoort.
Als u een contactkaart wilt verwijderen in Contacten, selecteert u een kaart en drukt u op . Als u meerdere contactkaarten tegelijk wilt verwijderen, drukt u en om de contactpersonen te markeren en drukt u vervolgens
Contacten (adressenlijst)
op .

Standaardnummers en -adressen

U kunt standaardnummers of -adressen toewijzen aan een contactkaart. Als een contactpersoon dan meerdere nummers of adressen heeft, kunt u gemakkelijk bellen of de contactpersoon een bericht sturen op een bepaald nummer of adres. Het standaardnummer wordt ook gebruikt als u spraakgestuurd belt.
1 Ga naar Contacten, selecteer een contact en druk
op .
2 Selecteer Opties > Standaardnummers. 3 Selecteer een standaardnummer waaraan u een
nummer of adres wilt toevoegen en selecteer Toewijz..
4 Selecteer het nummer of adres dat u als standaard
wilt instellen.
Het standaardnummer of -adres wordt onderstreept op de contactkaart.

Contactgegevens kopiëren

Ga als volgt te werk als u namen en nummers van een SIM-kaart naar uw apparaat wilt kopiëren:
1 Druk op en selecteer Contacten > Opties >
SIM-contacten > SIM-telefoonboek.
2 Selecteer de namen die u wilt kopiëren. 3 Selecteer Opties > Kopie naar Contact..
Ga als volgt te werk als u contacten van uw apparaat naar uw SIM-kaart wilt kopiëren:
1 Druk op en selecteer Contacten. 2 Selecteer de namen die u wilt kopiëren. 3 Selecteer Opties > Kopieer naar SIM of Opties >
Kopiëren > Naar SIM-telef.boek. Alleen de velden
van de contactkaart die door de SIM-kaart worden ondersteund, worden gekopieerd.
74

SIM-telefoonboek en andere SIM-diensten

Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart over beschikbaarheid en voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider of een andere leverancier zijn.
Druk op en selecteer Contacten > Opties >
SIM-contacten > SIM-telefoonb. als u de namen en
nummers op de SIM-kaart wilt weergeven. In het SIM-telefoonboek kunt u nummers toevoegen aan of kopiëren naar contactpersonen en kunt u deze nummers bewerken. Bovendien kunt u van hieruit oproepen doen.
Selecteer Opties > SIM-contacten > Nrs. vaste
contacten als u de lijst met vaste nummers wilt
weergeven. Deze instelling wordt alleen weergegeven als deze wordt ondersteund door de SIM-kaart.
Selecteer Opties > Vaste nrs. activeren als u oproepen vanaf het apparaat naar geselecteerde telefoonnummers wilt beperken. U hebt uw PIN2-code nodig om vaste nummers in en uit te schakelen of om contacten met een vast nummer te bewerken. Neem contact op met uw serviceprovider als u de code niet hebt. Selecteer Opties >
Nieuw SIM-contact als u nieuwe nummers wilt
toevoegen aan de lijst met vaste nummers. Voor deze functies hebt u de PIN2-code nodig.
Wanneer u Vaste nummers gebruikt, zijn pakketgegevensverbindingen niet mogelijk, behalve wanneer u SMS-berichten verzendt via een pakketgegevensverbinding. In dit geval moeten het nummer van de berichtencentrale en het telefoonnummer van de ontvanger worden opgenomen in de lijst met vaste nummers.
Wanneer de functie Vaste nummers is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.

Beltonen toevoegen voor contactpersonen

Als een contactpersoon of groepslid u belt, wordt de beltoon voor die persoon afgespeeld als het nummer van de beller wordt meegezonden met de oproep en door het apparaat wordt herkend.
1 Druk op om een contactkaart te openen of ga
naar de groepenlijst en selecteer een contactgroep.
2 Selecteer Opties > Beltoon. Er wordt een lijst met
beltonen weergegeven.
3 Selecteer de beltoon die u wilt gebruiken voor de
afzonderlijke contactpersoon of de gehele groep.
Selecteer Standaard beltoon in de lijst met beltonen als u de beltoon wilt verwijderen.
Contacten (adressenlijst)
75

Contactgroepen maken

1 Druk in Contacten op om de groepenlijst te
openen.
2 Selecteer Opties > Nieuwe groep. 3 Schrijf een naam voor de groep of gebruik de
standaardnaam en selecteer OK.
4 Open de groep en selecteer Opties > Leden toevoegen. 5 Ga naar een contactpersoon en druk op om deze te
markeren. Herhaal dit voor alle contactpersonen die u wilt toevoegen.
6 Selecteer OK om de contactpersonen aan de groep toe
Contacten (adressenlijst)
te voegen.
Selecteer Opties > Naam wijzigen, voer de nieuwe naam in en selecteer OK als u de naam van een groep wilt wijzigen.

Leden uit een groep verwijderen

1 Open in de groepenlijst de groep die u wilt wijzigen. 2 Ga naar de contactpersoon en selecteer Opties >
Verwijder uit groep.
3 Selecteer Ja om de contactpersoon uit de groep te
verwijderen.
76

Oproepen plaatsen

Spraakoproepen

Tip! Gebruik de volumetoets aan de zijkant van het
apparaat als u tijdens een gesprek het volume wilt regelen.
1 Voer in de stand-by modus het telefoonnummer in,
inclusief het netnummer. Druk op als u een nummer wilt verwijderen. Voor internationale oproepen drukt u tweemaal op voor het teken + (duidt de internationale toegangscode aan). Vervolgens kiest u het landnummer, het netnummer (eventueel zonder voorloopnul) en het abonneenummer.
2 Druk op als u het nummer wilt bellen. 3 Druk op als u de oproep wilt beëindigen
(of de belpoging wilt annuleren).
Als u op drukt, wordt een oproep altijd beëindigd, ook als een andere toepassing actief is.
Druk op en selecteer Contacten als u wilt bellen vanuit
Contacten. Ga naar de gewenste naam of voer in het
zoekveld de eerste letters van de naam in. De gevonden namen worden getoond. Druk op als u een nummer
wilt kiezen. Als u meerdere nummers voor een contact hebt opgeslagen, selecteert u het gewenste nummer in de lijst.
U moet de contactpersonen kopiëren vanaf de SIM-kaart naar Contacten voordat u op deze manier een oproep kunt plaatsen. Zie ’Contactgegevens kopiëren’ op pag. 74.
Druk op als u een recent gekozen nummer wilt bellen in de stand-by modus. Ga naar het nummer en druk op .

Bellen met een snelkeuzetoets

Druk op en selecteer Instrum. > Instell. > Bellen >
Snelkeuze > Aan als u snelkeuze wilt activeren.
Druk op en selecteer Instrum. > Snelkeuze als u een telefoonnummer wilt toewijzen aan een van de snelkeuzetoetsen ( ). Ga naar de toets waaraan u het telefoonnummer wilt toewijzen en selecteer Opties >
Toewijz.. is gereserveerd voor de voicemailbox
en voor het starten van een internetverbinding.
Druk op de snelkeuzetoets en op als u wilt bellen in de stand-by modus.
Oproepen plaatsen
77
Tip! Als u ook in de stand-by modus wilt kunnen
bellen met snelkeuze, houdt u de gewenste snelkeuzetoets ingedrukt.

Een conferentiegesprek voeren

1 Bel de eerste deelnemer. 2 Selecteer Opties > Nieuwe oproep als u een andere
Oproepen plaatsen
deelnemer wilt bellen. De eerste oproep wordt automatisch in de wachtstand geplaatst.
3 Als de nieuwe oproep wordt beantwoord, kunt u de
eerste deelnemer in het conferentiegesprek opnemen. Hiervoor selecteert u Opties > Conferentie. Herhaal stap 2 en selecteer Opties > Conferentie >
Toev. aan confer. als u een nieuwe persoon aan het
gesprek wilt toevoegen. Conferentiegesprekken tussen maximaal zes deelnemers (inclusief uzelf) worden ondersteund. Selecteer Opties > Conferentie > Privé als u een privé- gesprek wilt voeren met een van de deelnemers. Selecteer een deelnemer en selecteer Privé. Het conferentiegesprek wordt in de wachtstand geplaatst. De andere deelnemers kunnen ondertussen met elkaar doorpraten. Selecteer Opties > Conferentie > Toev.
aan confer. nadat u het privé-gesprek hebt beëindigd
om terug te keren naar het conferentiegesprek.
Selecteer Opties > Conferentie > Deelnemer verwijd., ga naar een deelnemer en selecteer Verwijd. als u de verbinding met een deelnemer wilt verbreken.
4 Druk op als u het actieve conferentiegesprek
wilt beëindigen.

Opties tijdens een spraakoproep

Veel van de opties die beschikbaar zijn tijdens een spraakoproep, zijn netwerkdiensten. De beschikbare opties variëren.
Selecteer tijdens een oproep Opties en kies uit de volgende opties: Dempen of Dmp oph., Aannemen, Weigeren,
Wisselen, Standby of Oproep activeren, Telefoon insch., Luidspreker insch. of Handsfree insch. (als een
compatibele headset met Bluetooth-connectiviteit op het apparaat is aangesloten), Actieve opr. beëind. of Alle
oproep. beëind., Nieuwe oproep, Conferentie, Doorverbinden of Actief standby openen.
Selecteer Opties > Vervangen als u een actieve oproep wilt beëindigen en in plaats hiervan de oproep in de wachtstand wilt beantwoorden.
Selecteer Opties > MMS verzenden (alleen in UMTS­netwerken) als u een afbeelding of een video in een multimediabericht naar de andere deelnemer van de oproep wilt verzenden. U kunt het bericht bewerken en de ontvanger wijzigen voordat u het verzendt. Selecteer
78
Zenden om het bestand te verzenden naar een compatibel
apparaat (netwerkdienst).
Selecteer Opties > DTMF verzenden als u DTMF-tonen (bijvoorbeeld een wachtwoord) wilt verzenden. Voer de DTMF-reeks in of zoek ernaar in Contacten. Druk herhaaldelijk op als u een wachtteken (w) of een pauzeteken (p) wilt invoeren. Selecteer OK als u de toon wilt verzenden.
Tip! U kunt DTMF-tonen aan de velden
Telefoonnummer en DTMF op een contactkaart
toevoegen.

Een spraakoproep beantwoorden of weigeren

Druk op om de oproep te beantwoorden.
Selecteer Stil als u bij een inkomende oproep de beltoon wilt uitschakelen.
Tip! Zie ’Profielen—tonen instellen’ op pag. 71 voor
meer informatie over het aanpassen van beltonen aan omstandigheden en gebeurtenissen (als u bijvoorbeeld wilt dat het apparaat niet hoorbaar overgaat).
Druk op als u een oproep niet wilt beantwoorden. Als u de functie Doorsch.inst. > Spraakoproepen > Indien
bezet hebt ingeschakeld om oproepen door te schakelen,
wordt een inkomende oproep ook doorgeschakeld wanneer u deze weigert. Zie ’Doorschakelen’ op pag. 128.
Wanneer u Stil selecteert om de beltoon van de inkomende oproep te dempen, kunt u een tekstbericht verzenden zonder de oproep te weigeren waarin u de beller laat weten waarom u de oproep niet kunt beantwoorden. Selecteer
Opties > SMS verzenden. Zie ’Bellen’ op pag. 120 voor
meer informatie over het instellen van deze optie en het schrijven van een standaardtekstbericht.
Oproep in wachtrij plaatsen (netwerkdienst)
U kunt een oproep beantwoorden terwijl u een ander gesprek voert als u Oproep in wachtrij in Instrum. hebt geactiveerd. Als u de status van Oproep in wachtrij wilt controleren, drukt u op en selecteert u Instrum. >
Instellingen > Bellen > Oproep in wachtrij.
Druk op als u de oproep in de wachtstand wilt beantwoorden. De eerste oproep wordt in de wachtstand geplaatst.
Selecteer Wisselen als u wilt schakelen tussen de twee oproepen. Selecteer Opties > Doorverbinden als u de actieve oproep en de oproep in de wachtstand met elkaar wilt verbinden en zelf de verbinding wilt verbreken. Druk op als u de actieve oproep wilt beëindigen. Selecteer
Opties > Alle oproep. beëind. als u beide oproepen wilt
beëindigen.
Oproepen plaatsen
79

Spraakgestuurd bellen

Het apparaat ondersteunt uitgebreide spraakopdrachten. Uitgebreide spraakopdrachten zijn niet afhankelijk van de stem van de spreker. De gebruiker hoeft dus niet op voorhand spraaklabels op te nemen. In plaats daarvan maakt het apparaat een spraaklabel voor de contactgegevens en vergelijkt het ingesproken spraaklabel daarmee. De spraakherkenning in het apparaat past zich
Oproepen plaatsen
aan de stem van de hoofdgebruiker aan, zodat de spraakopdrachten beter worden herkend.
Het spraaklabel voor een contactpersoon is de naam of bijnaam die op de contactkaart is opgeslagen. Open een contactkaart en selecteer Opties > Sprklabel afspelen als u het samengestelde spraaklabel wilt beluisteren.

Bellen via een spraaklabel

Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan
moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
Wanneer u spraakgestuurd bellen gebruikt, wordt de luidspreker gebruikt. Houd het apparaat op een korte afstand als u het spraaklabel inspreekt.
1 Houd in de stand-by modus de rechterselectietoets
ingedrukt als u spraakgestuurd bellen wilt starten. Als u een compatibele hoofdtelefoon gebruikt met de toets voor de hoofdtelefoon, houdt u de toets voor de hoofdtelefoon ingedrukt als u spraakgestuurd bellen wilt starten.
2 U hoort een korte toon en de tekst Spreek nu wordt
weergegeven. Spreek duidelijk de naam of bijnaam uit van de persoon zoals deze op de contactkaart is opgeslagen.
3 Het apparaat speelt een samengesteld spraaklabel af
voor de herkende contactpersoon in de geselecteerde apparaattaal en geeft de naam en het nummer weer. Na een time-out van 2,5 seconde wordt het nummer gekozen. Mogelijk wordt niet de juiste contactpersoon herkend. Selecteer in dat geval Volgende als u een lijst met andere overeenkomsten wilt bekijken of Stoppen als u spraakgestuurd bellen wilt annuleren.
Als onder één naam meerdere nummers zijn opgeslagen, wordt het standaardnummer geselecteerd als dit is ingesteld. Anders wordt het eerste beschikbare nummer uit de volgende nummers geselecteerd: Mobiel, Mobiel
(thuis), Mobiel (werk), Telefoon, Telefoon (thuis)
en Tel. (werk).
80

Voicemailbox

Houd ingedrukt in de stand-by modus als u uw voicemailbox (netwerkdienst) wilt bellen. Zie ook ’Doorschakelen’ op pag. 128.
Druk op en selecteer Instrum. > Voicemail, een mailbox en Opties > Nummer wijzigen als u het telefoonnummer van uw voice- of videomailbox wilt wijzigen. Voer het nummer in (dit krijgt u van de netwerkprovider) en selecteer OK.

Videogesprekken

Wanneer u een video-oproep plaatst (netwerkdienst), kunnen u en de ontvanger van de oproep een videoclip rechtstreeks bekijken. Het live videobeeld of het videobeeld dat is vastgelegd met de camera in het apparaat wordt weergegeven aan de ontvanger van het videogesprek.
Als u een videogesprek wilt voeren, moet u beschikken over een USIM-kaart en zich binnen het dekkingsgebied van een UMTS-netwerk bevinden. Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid van en abonnementen op diensten voor videogesprekken.
Videogesprekken zijn alleen mogelijk tussen twee partijen. U kunt het videogesprek voeren naar een compatibel mobiel apparaat of een ISDN-client. U kunt geen
videogesprekken voeren wanneer er een andere spraak-, of gegevensoproep, of een ander videogesprek actief is.

Een videogesprek voeren

Ook als u de verzending van videoclips tijdens een videogesprek hebt geweigerd, wordt de oproep als videogesprek in rekening gebracht. Vraag de prijzen na bij uw serviceprovider.
1 Voer het telefoonnummer in de stand-by modus in of
selecteer Contacten en een contactpersoon als u een videogesprek wilt voeren.
2 Selecteer Opties > Video-oproep. De tweede camera
aan de voorzijde wordt standaard gebruikt voor videogesprekken. Het starten van een videogesprek kan enige tijd duren. Wachten op videoafbeelding wordt weergegeven. Het videogesprek is actief wanneer u twee video-afbeeldingen ziet en een geluidsclip hoort via de luidspreker.
3 Druk op als u het videogesprek wilt beëindigen.
Als de oproep mislukt, bijvoorbeeld omdat videogesprekken niet worden ondersteund door het netwerk of omdat het ontvangende apparaat niet compatibel is, wordt u gevraagd of u een gewone oproep wilt doen of een SMS- of multimediabericht wilt verzenden.
De ontvanger van de oproep kan de verzending van videoclips weigeren. In dat geval hoort u het geluid
Oproepen plaatsen
81
en wordt er mogelijk een foto of een grijze achtergrondafbeelding met de tekst Wachten op
videoafbeelding in het scherm weergegeven.
Als u het verzenden van video vanaf uw apparaat hebt geweigerd, wordt in het scherm van uw apparaat weergegeven. Zie ’Bellen’op pag. 120 als u een foto wilt verzenden.
Oproepen plaatsen

Opties tijdens een videogesprek

Selecteer Inschakelen of Uitschakelen > Video
verzenden, Audio verzenden of Audio & video vrzndn als u wilt schakelen tussen het weergeven
van videobeelden of alleen geluid.
Als u op uw eigen afbeelding wilt in- of uitzoomen, gebruikt u de zoomtoetsen om Inzoomen of Uitzoomen te selecteren. Het zoomsymbool verschijnt boven in het scherm.
Selecteer Beeld wisselen als u de positie van de verzonden videobeelden in de weergave wilt wisselen.
Als u wilt schakelen tussen de camera aan de voorkant en die aan de achterkant, selecteert u Opties > Hoofdcamera of Tweede camera.
Als u een compatibele headset met Bluetooth­connectiviteit op het apparaat hebt aangesloten, kunt u het geluid weer naar het apparaat omleiden
door Opties > Telefoon insch. te selecteren. Selecteer
Opties > Handsfree insch. om het geluid weer naar de
headset om te leiden.
De beschikbare opties variëren.

Een videogesprek beantwoorden of weigeren

Wanneer u een videogesprek ontvangt, wordt weergegeven.
Tip! U kunt een beltoon toewijzen voor
videogesprekken. Druk op en selecteer Profielen.
Druk op als u het videogesprek wilt beantwoorden.
Verzenden videobericht naar beller toestaan? wordt
weergegeven. Selecteer Ja als u wilt beginnen met het verzenden van live videobeelden.
Als u het videogesprek niet activeert, wordt het verzenden van videobeelden niet geactiveerd en hoort u alleen het geluid van de beller. In plaats van de videobeelden ziet u een grijs scherm. Zie ’Bellen’, Afb. in video-oproep op pag. 120 als u wilt weten hoe u het grijze scherm vervangt door een foto die is gemaakt met de camera in het apparaat.
Druk op als u het videogesprek wilt beëindigen.
82

Logboek

Druk op en selecteer Toepass. > Logboek > Recente
opr. als u de telefoonnummers wilt bijhouden van gemiste
en ontvangen oproepen en gekozen nummers voor spraakoproepen. Gemiste en ontvangen oproepen worden alleen geregistreerd als het netwerk deze functies ondersteunt, het apparaat aan staat en zich binnen het bereik van de netwerkdienst bevindt.
Selecteer Opties > Wis recente oproep. in de beginweergave met recente oproepen als u alle lijsten met recente oproepen wilt wissen. Open een lijst met oproepen en selecteer Opties > Lijst wissen als u de lijst wilt wissen. Open een lijst, ga naar een afzonderlijk item en druk op als u dit wilt wissen.

Duur oproep

Druk op en selecteer Toepass. > Logboek > Duur
oproep als u de gemiddelde duur van inkomende en
uitgaande oproepen wilt bijhouden.
Selecteer Toepass. > Logboek > Opties > Instellingen >
Duur oproep tonen > Ja of Nee als u de weergave van de
oproeptimers wilt instellen tijdens een actieve oproep.
Opmerking: De uiteindelijke gespreksduur die door
de serviceprovider in rekening wordt gebracht kan
variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
Selecteer Opties > Timers op nul als u de gespreksduurgegevens wilt wissen. U hebt hiervoor de blokkeringscode nodig. Zie ’Telefoon en SIM’ op pag. 124.

Packet-gegevens

Druk op en selecteer Toepass. > Logboek > Packet-
ggvns als u wilt controleren hoeveel gegevens er zijn
verzonden en ontvangen tijdens pakketgegevens­verbindingen De kosten van pakketgegevensverbindingen worden bijvoorbeeld mogelijk gebaseerd op de hoeveelheid verzonden/ontvangen gegevens.

Alle communicatiegebeurtenissen controleren

Pictogrammen in Logboek:
Inkomend Uitgaand Gemiste communicatiegebeurtenissen
Als u alle geregistreerde spraakoproepen, SMS-berichten of gegevensverbindingen wilt controleren, drukt u op , kiest u Toepass. > Logboek en drukt u op de bladertoets naar rechts om het algemene logboek te openen.
Oproepen plaatsen
83
Tip! Druk op en kies Berichten > Verzonden
om een lijst met verzonden berichten te bekijken.
Subgebeurtenissen, zoals een SMS-bericht dat in delen wordt verzonden via een pakketgegevensverbinding, gelden als één communicatiegebeurtenis. Verbindingen met uw mailbox, de multimediaberichtencentrale of webpagina's worden weergegeven als pakketgegevensverbindingen.
Oproepen plaatsen
Selecteer Opties > Toev. aan
Contact. als u een onbekend
telefoonnummer in Logboek wilt toevoegen aan uw contacten.
Selecteer Opties > Filter en een filter als u het logboek wilt filteren.
Selecteer Opties > Logboek
wissen als u de inhoud van
het logboek, de lijst met recente oproepen en de leveringsrapporten definitief wilt wissen. Selecteer Ja ter bevestiging.
Selecteer Opties > Instellingen > Duur vermelding log als u wilt instellen hoelang items in het logboek worden vermeld. Als u Geen logboek selecteert, worden de lijst met recente oproepen, de leveringsrapporten van
berichten en de volledige inhoud van het logboek definitief verwijderd.
Als u de details van een communicatiegebeurtenis wilt bekijken, bladert u in de algemene logboekweergave naar een gebeurtenis en drukt u op .
Tip! In de detailweergave kunt u een telefoonnummer
naar het klembord kopiëren en het bijvoorbeeld in een SMS-bericht plakken. Selecteer Opties > Nummer
kopiëren.
Pakketgegevensteller en timer voor verbinding
Als u wilt bekijken hoeveel gegevens, gemeten in kilobytes, zijn overgebracht en hoelang een pakketgegevens­verbinding heeft geduurd, gaat u naar een inkomende of uitgaande gebeurtenis die wordt aangegeven met
Pack. en selecteert u Opties > Gegevens bekijken.
84

Berichten

Druk op en selecteer Berichten (netwerkdienst).
Alleen compatibele apparaten die deze functie ondersteunen, kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven. De manier waarop een bericht wordt weergegeven, kan verschillen, afhankelijk van het ontvangende apparaat.
Selecteer Nieuw bericht als u een nieuw bericht wilt maken.
Berichten bevat de volgende mappen:
Inbox—Deze map bevat ontvangen berichten, behalve
e-mails en infodienstberichten. E-mailberichten worden opgeslagen in Mailbox.
Mijn mappen—Hierin kunt u berichten onderbrengen.
Tip! Met de teksten in de map voor sjablonen
voorkomt u dat u dezelfde tekst steeds opnieuw moet typen. U kunt ook uw eigen sjablonen maken en opslaan.
Mailbox—Maak verbinding met de externe mailbox
om nieuwe e-mails op te halen of eerder opgehaalde e-mails offline te bekijken. Zie ’E-mail’ op pag. 94.
Ontwerpen—Deze map bevat conceptberichten,
die nog niet zijn verzonden.
Verzonden—Deze map bevat de laatste verzonden
berichten, behalve berichten die zijn verzonden via een Bluetooth-verbinding. Zie ’Overige instellingen’ op pag. 97 als u meer of minder verzonden berichten wilt opslaan.
Outbox—Berichten worden in de map Outbox
geplaatst als het apparaat zich buiten het dekkingsgebied van het netwerk bevindt.
Rapporten—U kunt bij het netwerk een
leveringsrapport aanvragen voor de SMS-berichten en multimediaberichten die u hebt verzonden (netwerkdienst). Mogelijk kunt u geen leveringsrapport ontvangen voor multimediaberichten die naar een e-mailadres zijn verzonden.
Selecteer Berichten > Opties > Dienstopdracht als u dienstopdrachten (ook wel USSD-opdrachten genoemd), zoals activeringsopdrachten voor netwerkdiensten, wilt invoeren en verzenden naar de aanbieder.
Met Infodienst (netwerkdienst) kunt u berichten ontvangen over verschillende onderwerpen, zoals het weer of het verkeer. Informeer bij de serviceprovider naar de
Berichten
85
beschikbare items en hun nummers. Selecteer Berichten >
Opties > Infodienst.
U kunt geen infodienstberichten ontvangen in een UMTS-netwerk. Ook bij een pakketgegevensverbinding
Berichten
kunt u mogelijk geen infodienstberichten ontvangen.

Tekst invoeren

Met ABC, abc en Abc wordt de geselecteerde tekenmodus aangegeven. Met 123 wordt de cijfermodus aangegeven.
Houd ingedrukt als u wilt schakelen tussen letters en cijfers. Druk op als u wilt schakelen tussen de verschillende tekenmodi.
Houd de toets met het gewenste cijfer ingedrukt als u in de lettermodus een cijfer wilt invoegen.
wordt weergegeven wanneer u tekst invoert via de gewone tekstinvoer en wanneer u tekst typt met tekstvoorspelling.
Met tekstvoorspelling kunt u iedere letter invoeren door slechts eenmaal op de betreffende toets drukken. Tekstvoorspelling is gebaseerd op een ingebouwde woordenlijst die u zelf kunt uitbreiden.
Druk op en selecteer Tekstvoorspelling aan als u tekstvoorspelling wilt inschakelen.
Tip! Druk twee keer kort op als u
tekstvoorspelling wilt in- of uitschakelen.
Wanneer u tekstvoorspelling gebruikt en het woord niet correct is, drukt u herhaaldelijk op om een voor een de overeenkomende woorden in het woordenboek te bekijken. U kunt ook op drukken en
Tekstvoorspelling > Mogelijkheden selecteren.
Als u het teken ? ziet achter het woord, staat het woord niet in de woordenlijst. Als u een woord aan de woordenlijst wilt toevoegen, kiest u Spellen. Toets het woord in via gewone tekstinvoer en selecteer OK. Het woord wordt toegevoegd. Als de woordenlijst vol is, vervangt het nieuwe woord het oudste woord in de lijst.
Houd ingedrukt om een lijst met speciale tekens weer te geven.
Tip! Als u verschillende speciale tekens tegelijkertijd
wilt invoegen, drukt u op wanneer u elk teken selecteert.

Berichten invoeren en verzenden

Voordat u een multimediabericht of e-mail kunt maken, moet de verbinding juist zijn ingesteld. Zie ’MMS- en e-mailinstellingen ontvangen’ op pag. 88 en ’E-mail’ op pag. 94.
86
Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten limiteren Als de omvang van de ingevoegde afbeelding de limiet overschrijdt, kan de afbeelding door het apparaat worden verkleind zodat deze via MMS kan worden verzonden.
1 Selecteer Nieuw bericht en maak een keuze uit de
volgende opties:
SMS—Hiermee verzendt u een SMS-bericht. Multimediabericht—Hiermee verzendt u een
multimediabericht (MMS).
E-mail—Hiermee verzendt u een e-mail.
Als u nog geen e-mailaccount hebt ingesteld, wordt u gevraagd om dit te doen. Selecteer Starten als u de e-mailinstellingen wilt definiëren.
2 Druk in het veld Naar op als u ontvangers of
contactgroepen wilt selecteren of als u het telefoonnummer of e-mailadres van de ontvanger wilt invoeren. Druk op om een puntkomma (;) toe te voegen als scheidingsteken tussen de ontvangers. U kunt ook het nummer of adres kopiëren en plakken vanaf het klembord.
3 Voer in het veld Onderw.
het onderwerp van een multimediabericht of e-mail in. Selecteer
Opties > Adresvelden
als u wilt wijzigen welke velden worden weergegeven.
4 Voer in het berichtveld
het bericht in. Selecteer
Opties > Invoegen
of Object invoegen >
Sjabloon als u een
sjabloon wilt invoegen.
5 Selecteer Opties > Object invoegen > Afbeelding,
Geluidsclip of Videoclip als u een mediaobject
wilt toevoegen aan een multimediabericht. U kunt in een multimediabericht geen videoclips verzenden die zijn opgeslagen in de MP4-indeling. Zie ’Video-instellingen’ op pag. 33 als u de indeling wilt wijzigen waarin opgenomen video's worden opgeslagen.
6 Selecteer Opties > Nieuw invoegen > Afbeelding,
Geluidsclip of Videoclip als u een nieuwe foto wilt
maken of een geluid of videobeeld wilt opnemen voor een multimediabericht. Selecteer Dia als u een nieuwe dia wilt invoegen in het bericht.
Berichten
87
Selecteer Opties > Voorbeeld als u wilt bekijken hoe het multimediabericht eruitziet.
7 Selecteer Opties > Invoegen > Afbeelding,
Geluidsclip, Videoclip of Notitie als u een bijlage
Berichten
wilt toevoegen aan een e-mail. E-mailbijlagen worden aangeduid met .
8 Selecteer Opties > Zenden of druk op als u het
bericht wilt verzenden.
Opmerking: Uw apparaat kan aangeven dat uw
boodschap naar het nummer van de berichtencentrale dat in uw apparaat is geprogrammeerd is verzonden. Het is mogelijk dat het apparaat niet aangeeft of de boodschap op de bedoelde bestemming is ontvangen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over berichtdiensten.
Met uw apparaat kunnen tekstberichten worden verzonden die langer zijn dan de tekenlimiet voor één bericht. Langere berichten worden verzonden als twee of meer berichten. Uw serviceprovider kan hiervoor de desbetreffende kosten in rekening brengen. Tekens met accenten of andere symbolen en tekens in sommige taalopties nemen meer ruimte in beslag, waardoor het aantal tekens dat in één bericht kan worden verzonden, wordt beperkt.
U kunt videoclips mogelijk niet verzenden als deze zijn opgeslagen in MP4-indeling of groter zijn dan de limiet voor multimediaberichten in het draadloze netwerk.
Zie ’Videoclips verzenden’ op pag. 41 voor meer informatie over het bewerken van een videoclip voordat u deze verzendt.
E-mailberichten worden vóór verzending automatisch in de map Outbox geplaatst. Als de verzending is mislukt, blijft de e-mail aanvankelijk in Outbox staan met de status
In wachtrij. Als de verzending meerdere keren mislukt,
verandert de status in Mislukt.
Tip! U kunt afbeeldingen, video, geluid en tekst
combineren in een presentatie en deze in een multimediabericht verzenden. Maak eerst een multimediabericht en selecteer dan Opties >
Presentatie maken. De optie wordt alleen
weergegeven als MMS-aanmaakmodus is ingesteld op Met begeleiding of Vrij. Zie ’Multimediaberichten’ op pag. 93.

MMS- en e-mailinstellingen ontvangen

U kunt de instellingen ontvangen in een bericht van de serviceprovider. Zie ’Gegevens en instellingen’ op pag. 90.
De MMS-instellingen handmatig opgeven
1 Druk op , selecteer Instrum. > Instell. >
Verbinding > Toegangspunten en definieer de
instellingen voor een toegangspunt voor de
88
uitwisseling van multimediaberichten. Zie ’Verbinding’ op pag. 121.
2 Druk op en selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Multimediabericht > Toeg.punt in gebruik en het toegangspunt dat u als
voorkeursverbinding hebt gemaakt. Zie ook ’Multimediaberichten’ op pag. 93.
Voordat u e-mailberichten kunt verzenden, ontvangen, ophalen, beantwoorden en doorsturen, moet u het volgende doen:
• Een internettoegangspunt configureren. Zie ’Verbinding’ op pag. 121.
• E-mailinstellingen definiëren. Als u Berichten >
Mailbox kiest en u nog geen e-mailaccount hebt
ingesteld, wordt u gevraagd dit te doen. Selecteer
Starten als u de e-mailinstellingen wilt definiëren.
Zie ook ’E-mail’ op pag. 94. U moet een afzonderlijke e-mailaccount hebben. Volg de instructies van de serviceprovider van uw externe mailbox.

Inbox - berichten ontvangen

In Inbox wijst op een ongelezen SMS-bericht, geeft
een ongelezen multimediabericht aan en wijst op
gegevens die via een Bluetooth-verbinding zijn ontvangen.
Wanneer u een bericht ontvangt, worden en 1 nieuw
bericht weergegeven in de stand-by modus. Selecteer Tonen als u het bericht wilt openen. Ga naar een bericht
in Inbox en druk op als u het bericht wilt openen. Selecteer Opties > Antwoorden als u een ontvangen bericht wilt beantwoorden.

Multimediaberichten

Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen
van berichten. Objecten in multimediaberichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC.
U kunt een melding ontvangen dat u een multimediabericht kunt ophalen in de multimediaberichtencentrale. Selecteer Opties > Ophalen als u een pakketgegevensverbinding wilt starten om een bericht op het apparaat ontvangen.
Als u een multimediabericht opent ( ), kunt u tegelijkertijd een afbeelding bekijken en een bericht lezen.
geeft aan dat het bericht geluid bevat en geeft aan dat het bericht video bevat. Selecteer het symbool als u het geluid of de video wilt afspelen.
Selecteer Opties > Objecten als u de mediaobjecten wilt bekijken die in het multimediabericht zijn opgenomen.
Berichten
89
Als het bericht een multimediapresentatie bevat, wordt
weergegeven. Selecteer het symbool als u de
presentatie wilt afspelen.
Berichten

Gegevens en instellingen

Op het apparaat kunt u diverse soorten berichten ontvangen die gegevens bevatten, zoals visitekaartjes, beltonen, logo's van de operator, agenda-items en e-mailmeldingen. U kunt ook instellingen van de serviceprovider of de afdeling voor informatiebeheer van uw bedrijf ontvangen in een configuratiebericht.
Selecteer Opties en de betreffende optie als u de gegevens in het bericht wilt opslaan.

Webdienstberichten

Webdienstberichten ( ) zijn meldingen, bijvoorbeeld van nieuwsberichten, en kunnen een SMS-bericht of een koppeling bevatten. Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid van dergelijke diensten.

Mailbox

Tip! Gebruik Instelwizard als u uw mailbox wilt
instellen. Druk op en selecteer Instrum. >
Inst.wizard. Voor meer informatie over Instelwizard,
raadpleegt u de handleidingen die beschikbaar zijn op
de productondersteuningspagina's voor de Nokia N77
op www.nokia.com/support of de lokale Nokia-website.
Als u e-mail wilt gebruiken, moet u beschikken over een geldig internettoegangspunt in het apparaat en uw e-mailinstellingen correct definiëren. Zie ’Toegangspunten’ op pag. 122.
Als u Mailbox kiest en u nog geen e-mailaccount hebt ingesteld, wordt u gevraagd dit te doen. Selecteer Starten als u de e-mailinstellingen wilt definiëren. Zie ook ’E-mail’ op pag. 94.
U moet een afzonderlijke e-mailaccount hebben. Volg de instructies van de serviceprovider van uw externe mailbox.
Wanneer u een nieuwe mailbox maakt, wordt Mailbox in
Berichten vervangen door de toegewezen naam. U kunt
maximaal zes mailboxen gebruiken.

De mailbox openen

Wanneer u de mailbox opent, wordt u gevraagd of u verbinding wilt maken met de mailbox (Verbinden met
mailbox?).
Selecteer Ja als u verbinding wilt maken met de mailbox en nieuwe e-mailkoppen of e-mails wilt ophalen. Als u online berichten bekijkt, hebt u onafgebroken verbinding met een externe mailbox via een gegevensverbinding.
90
Selecteer Nee als u eerder opgehaalde e-mails offline wilt bekijken.

E-mails ophalen

Selecteer Opties > Verbinden terwijl u offline bent om verbinding te maken met de externe mailbox.
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van
berichten. Objecten in e-mailberichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC.
1 Wanneer u verbinding hebt gemaakt met een externe
mailbox, selecteer dan Opties > E-mail ophalen en kies een van de volgende opties:
Nieuw—Hiermee haalt u alle nieuwe e-mailberichten
op naar uw apparaat.
Geselecteerd—Hiermee haalt u alleen de gemarkeerde
e-mailberichten op.
Alle—Hiermee haalt u alle berichten op uit de mailbox.
Selecteer Annuleer als u het ophalen van berichten wilt stoppen.
2 Selecteer Opties > Verbind. verbreken als u de
verbinding wilt verbreken en de e-mailberichten offline wilt bekijken. Statuspictogrammen voor e-mail:
Het nieuwe e-mailbericht (in de offline of online
modus) is niet opgehaald naar het apparaat.
Het nieuwe e-mailbericht is opgehaald naar
het apparaat.
Het e-mailbericht is gelezen en het is niet
opgehaald naar het apparaat.
Het e-mailbericht is gelezen. De berichtkop is gelezen en de bijbehorende
berichtinhoud is verwijderd uit het apparaat.
3 Druk op als u een e-mail wilt openen. Als de e-mail
niet is opgehaald en u in de offline modus bent, wordt u gevraagd of u dit bericht wilt ophalen uit de mailbox.
Als u e-mailbijlagen wilt bekijken, opent u een bericht met het bijlagesymbool en kiest u Opties > Bijlagen. Als het symbool voor een bijlage licht gekleurd is, is de bijlage nog niet opgehaald. Selecteer dan Opties > Ophalen om de bijlage op te halen.
Selecteer Opties > Afdrukken als u een e-mailbericht wilt afdrukken op een compatibele met een BPP (Basic Print Profile) uitgeruste printer met Bluetooth-connectiviteit (bijvoorbeeld een HP Deskjet 450 mobiele printer of een HP Photosmart 8150).
E-mail automatisch ophalen
Als u berichten automatisch wilt ontvangen, selecteert u
Opties > E-mailinstellingen > Automatisch ophalen > Header ophalen > Altijd ingeschakeld of Uitsl. eigen netw., en definieert u wanneer en hoe dikwijls berichten
moeten worden opgehaald.
Berichten
91
Als u het apparaat zo instelt dat e-mail automatisch wordt opgehaald, worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de serviceprovider verzonden. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Berichten

E-mail verwijderen

Selecteer Opties > Verwijderen als u de inhoud van een e-mail wilt verwijderen van het apparaat terwijl het bericht in de externe mailbox behouden blijft. Ga naar Verw. ber. uit: en selecteer Alleen telefoon.
In het apparaat worden dezelfde e-mailkoppen weergegeven als in de externe mailbox. De berichtkop blijft dus zichtbaar in het apparaat nadat u de berichtinhoud hebt gewist. Als u de berichtkop ook wilt verwijderen, moet u eerst het bericht uit uw externe mailbox verwijderen en opnieuw een verbinding maken om de mailboxweergave in het apparaat bij te werken.
Selecteer Opties > Verwijderen als u een e-mail wilt verwijderen van het apparaat en uit de externe mailbox. Ga naar Verw. ber. uit: en selecteer Telefoon en server.
Als u offline bent, wordt de e-mail eerst uit het apparaat verwijderd. De eerstvolgende keer dat u verbinding maakt met de externe mailbox, wordt de e-mail automatisch uit de mailbox verwijderd. Als u het POP3-protocol gebruikt, worden berichten die zijn gemarkeerd voor verwijderen,
pas verwijderd als de verbinding met de externe mailbox is verbroken.
Ga naar een e-mail die u hebt gemarkeerd voor verwijdering tijdens de volgende verbinding ( ) en selecteer Opties > Verwijd. onged. mkn als u het verwijderen van het bericht van het apparaat en de server ongedaan wilt maken.

De verbinding met de mailbox verbreken

Selecteer Opties > Verbind. verbreken terwijl u online bent als u de gegevensverbinding met de externe mailbox wilt verbreken.

Berichten op een SIM-kaart bekijken

Voordat u SIM-berichten kunt bekijken, moet u deze kopiëren naar een map in het apparaat.
1 Selecteer Berichten > Opties > SIM-berichten. 2 Selecteer Opties > Markeringen aan/uit >
Markeren of Alle markeren om berichten te markeren.
3 Selecteer Opties > Kopiëren. Er wordt een lijst met
mappen weergegeven.
4 Selecteer een map en OK om te beginnen met kopiëren.
Open de map om de berichten te bekijken.
92

Berichtinstellingen

Vul alle velden in die zijn voorzien van een rood sterretje of de aanduiding Te definiëren. Volg de instructies van de serviceprovider. Het is ook mogelijk dat u de instellingen van de serviceprovider ontvangt in een configuratiebericht.
Sommige of alle berichtencentrales of toegangspunten kunnen vooraf zijn ingesteld voor het apparaat door de serviceprovider. Het is wellicht niet mogelijk om deze instellingen te wijzigen of verwijderen of om nieuwe instellingen toe te voegen.

SMS-berichten

Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > SMS en maak een keuze uit de volgende
opties:
Berichtencentrales—Hiermee geeft u een lijst met alle
gedefinieerde SMS-berichtencentrales weer.
Ber.centrale in gebr.—Selecteer de berichtencentrale
voor het bezorgen van SMS-berichten.
Tekencodering—Selecteer Beperkte ondersteuning als
tekens moeten worden geconverteerd naar een ander coderingssysteem wanneer dit beschikbaar is.
Rapport ontvangen—Selecteer of u bij het netwerk
een leveringsrapport voor uw berichten wilt aanvragen (netwerkdienst).
Geldigheid bericht—Selecteer hoelang moet worden
geprobeerd het bericht opnieuw te verzenden als de eerste poging mislukt (netwerkdienst). Als het bericht niet binnen de geldigheidsperiode kan worden verzonden, wordt het verwijderd uit de berichtencentrale.
Ber. verzonden als—Neem contact op met de
serviceprovider als u wilt weten of de berichtencentrale SMS-berichten in deze andere indelingen kan omzetten.
Voorkeursverbinding—Selecteer de verbinding die u
voor het verzenden van SMS-berichten wilt gebruiken.
Ant. via zelfde centr.—Selecteer of het antwoord moet
worden verzonden via hetzelfde nummer van de SMS­berichtencentrale (netwerkdienst).

Multimediaberichten

Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Multimediabericht en maak een
keuze uit de volgende opties:
Grootte afbeelding—Definieer de grootte van de
afbeelding in een multimediabericht.
MMS-aanmaakmodus—Als u Met begeleiding selecteert,
ontvangt u een melding wanneer u een bericht verzendt dat mogelijk niet door de ontvanger wordt ondersteund. Als u Beperkt selecteert, is het niet mogelijk om berichten te verzenden die niet worden ondersteund. Selecteer Vrij
Berichten
93
als u inhoud in uw berichten zonder meldingen wilt opnemen.
Toeg.punt in gebruik—Selecteer het toegangspunt
dat u als voorkeursverbinding wilt gebruiken voor de
Berichten
multimediaberichtencentrale.
Multimedia ophalen- Selecteer hoe u berichten wilt
ontvangen. Selecteer Aut. bij eigen netwrk als u berichten automatisch wilt ophalen in uw eigen netwerk (het netwerk dat wordt gebruikt door de operator waarvan de SIM-kaart in het apparaat is geplaatst). Buiten uw eigen netwerk ontvangt in melding dat er geen berichten zijn die u kunt ophalen vanuit de multimediaberichtencentrale.
Buiten uw eigen netwerk kost het mogelijk meer om multimediaberichten te verzenden en ontvangen.
Als u Multimedia ophalen > Altijd automatisch selecteert, wordt automatisch een actieve pakketgegevensverbinding tot stand gebracht om het bericht zowel binnen als buiten het eigen netwerk te ontvangen.
Anonieme ber. toest.—Selecteer of u berichten van
een anonieme afzender wilt weigeren.
Advertent. ontvang.—Geef aan of u advertenties in
multimediaberichten wilt ontvangen.
Rapport ontvangen—Selecteer of u de status van het
verzonden bericht in het logboek wilt weergeven (netwerkdienst).
Rapportz. weigeren—Selecteer of u leveringsrapporten
voor ontvangen berichten wilt verzenden.
Geldigheid bericht—Selecteer hoelang moet worden
geprobeerd het bericht opnieuw te verzenden als de eerste poging mislukt (netwerkdienst). Als het bericht niet binnen de geldigheidsperiode kan worden verzonden, wordt het verwijderd uit de berichtencentrale.

E-mail

Druk op en selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > E-mail.
Selecteer Mailbox in gebruik en een mailbox als u wilt selecteren welke mailbox u wilt gebruiken voor het verzenden van e-mail.
Selecteer Mailboxen en een mailbox als u
Verbindingsinstellingen, Gebruikersinst., Inst. voor ophalen en Automatisch ophalen wilt wijzigen.
Ga naar een mailbox en druk op als u deze en de betreffende berichten van het apparaat wilt verwijderen.
Selecteer Opties > Nieuwe mailbox als u een nieuwe mailbox wilt maken.
94
Verbindingsinstellingen
Selecteer Inkomende e-mail als u de instellingen voor ontvangen e-mail wilt bewerken. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Gebruikersnaam—Voer de gebruikersnaam in die door
de serviceprovider is verstrekt.
Wachtwoord—Voer uw wachtwoord in. Als u dit veld
niet invult, moet u een wachtwoord opgeven wanneer u verbinding maakt met de externe mailbox.
Server inkom. mail—Voer het IP-adres of de hostnaam in
van de mailserver waarmee uw e-mail wordt ontvangen.
Toegangsp. in gebr.—Selecteer een internettoegangspunt.
Zie ’Verbinding’ op pag. 121.
Mailboxnaam—Voer een naam in voor de mailbox.
Mailboxtype—Definieer het e-mailprotocol dat door de
serviceprovider van uw externe mailbox wordt aanbevolen. De opties zijn POP3 en IMAP4. U kunt deze optie slechts één keer instellen. De instelling kan niet worden gewijzigd als u de mailboxinstellingen hebt opgeslagen of hebt afgesloten. Als u het POP3-protocol gebruikt, worden e-mailberichten niet automatisch bijgewerkt wanneer u online bent. Verbreek de verbinding en maak opnieuw verbinding met de mailbox als u de nieuwste e-mailberichten wilt zien.
Beveiliging (poorten)—Selecteer de beveiliging voor
de verbinding met de externe mailbox.
Poort—Definieer een poort voor de verbinding.
APOP beveil. inloggen (alleen voor POP3)—Gebruik
deze optie bij het POP3-protocol voor het coderen van wachtwoorden die naar de externe e-mailserver worden verzonden wanneer u verbinding maakt met de mailbox.
Selecteer Uitgaande e-mail als u de instellingen voor verzonden e-mail wilt bewerken. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Mijn e-mailadres—Voer het e-mailadres in dat u van
uw serviceprovider hebt gekregen.
Server uitg. mail—Voer het IP-adres of de hostnaam in
van de mailserver waarmee uw e-mail wordt verzonden. U kunt mogelijk alleen de server voor uitgaande mail van de serviceprovider gebruiken. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Toegangsp. in gebr.—Selecteer een internettoegangspunt.
Zie ’Verbinding’ op pag. 121.
De instellingen voor Gebruikersnaam, Wachtwoord,
Beveiliging (poorten) en Poort zijn hetzelfde als voor Inkomende e-mail.
Berichten
95
Gebruikersinstellingen
Mijn mailnaam—Voer uw eigen naam in. Uw e-mailadres
in het apparaat van de ontvanger wordt vervangen door uw naam als deze functie door het apparaat van de
Berichten
ontvanger wordt ondersteund.
Bericht zenden—Bepaal hoe e-mail wordt verzonden
vanaf het apparaat. Selecteer Meteen voor het apparaat waarmee verbinding moet worden gemaakt met de mailbox wanneer u Bericht zenden selecteert. Als u Bij
vlgende verb. selecteert, wordt e-mail verzonden wanneer
de verbinding met de externe mailbox beschikbaar is.
Kopie naar mij—Selecteer of u een kopie van de e-mail
wilt verzenden naar uw eigen mailbox.
Handtek. opnemen—Selecteer of u een handtekening
wilt toevoegen aan uw e-mails.
Melding nwe e-mail—Selecteer of u de nieuwe
e-mailaanduidingen (een toon en een melding) wilt ontvangen wanneer u nieuwe e-mail ontvangt in de mailbox.
Inst. voor ophalen
E-mail ophalen—Geef aan welk gedeelte van e-mails moet
worden opgehaald: Alleen headers, Groottelmt (alleen voor POP3) of Ber. en bijlagen (alleen voor POP3).
Aantal—Geef aan hoeveel nieuwe e-mails naar de
mailbox moeten worden opgehaald.
Pad IMAP4-map (alleen voor IMAP4)—Definieer het pad
voor IMAP4-mappen.
Mapabonnementen (alleen voor IMAP4)—U kunt zich
abonneren op andere mappen in de externe mailbox en inhoud uit deze mappen ophalen.
Automatisch ophalen
Header ophalen—Geef aan of nieuwe e-mail automatisch
moet worden opgehaald. U kunt aangeven wanneer en hoe vaak de berichten worden opgehaald.
Als u het apparaat zo instelt dat e-mail automatisch wordt opgehaald, worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de serviceprovider verzonden. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.

Webdienstberichten

Druk op en selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Dienstbericht. Selecteer of u
dienstberichten wilt ontvangen. Selecteer Ber.
downloaden > Automatisch als u de browser van
het apparaat automatisch wilt activeren en een netwerkverbinding tot stand wilt brengen om inhoud op te halen wanneer u een dienstbericht ontvangt.
96

Infodienst

Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbare items en bijbehorende nummers. Druk op , selecteer
Berichten > Opties > Instellingen > Infodienst en
maak een keuze uit de volgende opties:
Ontvangst—Selecteer of u infodienstberichten wilt
ontvangen.
Taal—Selecteer de talen waarin u berichten wilt
ontvangen: Alle, Geselecteerd, of Overige.
Itemherkenning—Selecteer of automatisch moet worden
gezocht naar nieuwe itemnummers en of de nieuwe nummers zonder naam in de lijst moeten worden opgeslagen.

Overige instellingen

Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Overige en maak een keuze uit de
volgende opties:
Verzonden ber. opsl.—Selecteer of u een kopie van
de verzonden SMS-berichten, MMS-berichten of e-mailberichten wilt opslaan in de map Verzonden.
Aantal opgesl. ber.—Geef aan hoeveel verzonden
berichten tegelijkertijd worden opgeslagen in de map
Verzonden. De standaardlimiet is twintig berichten.
Wanneer de limiet wordt bereikt, wordt het oudste bericht verwijderd.
Mappenweergave—Kies deze optie als u de indeling van de
mapweergave wilt veranderen van 1 regel in 2 regels.
Gebruikt geheugen—Is er een compatibele geheugenkaart
in het apparaat geplaatst, selecteer dan het geheugen waarin u berichten wilt opslaan: Telefoongeh. of
Geheugenkaart.
Berichten
97

Tijdmanagement

Klok

Druk op en selecteer Toepass. > Klok. Selecteer
Tijdmanagement
Opties > Alarm instellen als u een nieuw alarmsignaal
wilt instellen. Als een alarmsignaal actief is, wordt weergegeven.
Als u het alarm wilt uitschakelen, kiest u Stop en als u het alarm 5 minuten wilt stoppen, kiest u Snooze.
Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het apparaat zichzelf in en wordt het waarschuwingssignaal afgespeeld. Als u Stop selecteert, wordt u gevraagd of u het apparaat voor oproepen wilt activeren. Selecteer Nee als u het apparaat wilt uitschakelen of Ja als u gesprekken wilt voeren en oproepen wilt ontvangen. Selecteer Ja niet wanneer het gebruik van draadloze telefoons storingen of gevaar kan opleveren.
Selecteer Toepass. > Klok > Opties > Alarm uitschakelen als u een alarmsignaal wilt annuleren.
Druk op en selecteer Toepass. > Klok > Opties >
Instellingen als u de tijd, de datum, het type klok of
de instellingen voor het alarmsignaal wilt wijzigen.
98
Selecteer Tijd via netw.operator > Automatisch
aanpassen als u wilt toestaan dat de tijd-, datum- en
tijdzonegegevens op het apparaat worden bijgewerkt door het netwerk van de mobiele telefoon (netwerkdienst).

Wereldklok

Selecteer Klok en druk op als u de weergave Wereldklok wilt openen. In de weergave Wereldklok kunt u de tijd in verschillende steden zien. Selecteer Opties >
Stad toevoegen als u steden wilt toevoegen aan de lijst.
U kunt maximaal 15 steden aan de lijst toevoegen.
Ga naar een stad en selecteer Opties > Mijn huidige stad als u uw huidige stad wilt instellen. De stad wordt weergegeven in de beginweergave van de klok en de tijd op het apparaat wordt aangepast aan de geselecteerde stad. Controleer of de tijd juist is en overeenkomt met de tijdzone.

Agenda

Druk op en selecteer Agenda.
1 Als u een nieuw agenda-item wilt toevoegen, gaat
u naar de gewenste datum en selecteert u Opties >
Nieuw item. Maak vervolgens een keuze uit de
volgende opties: Vergadering—Hiermee wordt u herinnerd aan een afspraak op een specifieke datum en tijd.
Memo—Hiermee maakt u een algemeen item voor
een bepaalde dag.
Verjaardag—Hiermee maakt u een item voor
verjaardagen of andere speciale datums. (De items worden elk jaar herhaald.)
Taak—Hiermee maakt u
een item voor een taak die op een specifieke datum moet worden uitgevoerd.
2 Vul de velden in. Selecteer
Signaal > Aan en voer de Tijd signaal en Dag signaal in als u een
alarmsignaal wilt instellen. Selecteer Opties >
Beschrijving toevgn als u
een beschrijving voor een afspraak wilt toevoegen.
3 Selecteer Gereed als u een item wilt opslaan.
Tip! Druk op een willekeurige toets ( - ) in de
dag-, week- of maandweergave. Een afspraak wordt
geopend en de ingevoerde tekens worden toegevoegd aan het veld Onderwerp. Druk in de weergave Taken op een willekeurige toets om een taak te openen.
Wanneer u een herinnering met een signaal krijgt voor een item, kunt u het geluid uitschakelen door Stil te selecteren. De tekst van de herinnering blijft op het scherm staan. Selecteer Stop als u zowel de herinnering als het signaal wilt uitschakelen. U kunt ook Snooze selecteren.
Met behulp van Nokia Nseries PC Suite (beschikbaar op de cd-rom die bij het apparaat is geleverd) kunt u uw agenda synchroniseren met een compatibele pc. Wanneer u een agenda-item maakt, stelt u de gewenste optie voor
Synchronisatie in.

Agendaweergaven

Selecteer Opties > Instellingen als u de begindag van de week wilt wijzigen of de weergave wilt wijzigen die wordt getoond wanneer u de agenda opent.
Selecteer Opties > Ga naar datum als u naar een bepaalde datum wilt gaan. Druk op als u naar de huidige datum wilt gaan.
Druk op als u wilt schakelen tussen de maand-, week-, dag- en taakweergave.
Selecteer Opties > Zenden als u een agendanotitie naar een compatibel apparaat wilt verzenden.
Tijdmanagement
99
Als het apparaat niet compatibel is met UTC (Coordinated Universal Time), worden de tijdgegevens van ontvangen agenda-items mogelijk niet correct weergegeven.
Selecteer Opties > Instellingen als u de agenda- instellingen wilt wijzigen.

Agenda-items beheren

Tijdmanagement
Ga naar de maandweergave en selecteer Opties > Item
verwijderen > Items voor: of Alle items als u meer dan
één gebeurtenis tegelijkertijd wilt verwijderen.
Als u een taak als voltooid wilt markeren, ga dan naar de taak in de taakweergave en selecteer Opties > Markeer:
volbracht.
100
Loading...