Nokia N76 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
Nokia N76-1
0434
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-135 in overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op
de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. © 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Nokia, Nokia Connecting People, Nseries, N76, Navi en Visual Radio zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright © 1997-2007. Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information, including that related to promotional, internal, and commercial uses, may be obtained from MPEG LA, LLC. See <http://www.mpegla.com>.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is gecodeerd
This product includes software licensed from Symbian Software Ltd © 1998-2007. Symbian and Symbian OS are
trademarks of Symbian Ltd. Java™ and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.
volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé­en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4­videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is ve rkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie <http://www.mpegla.com>.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK. DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN. De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia-leverancier voor details en de beschikbaarheid van taalopties.
Exportbepalingen Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden. MEDEDELING FCC/INDUSTRIE CANADA Dit apparaat kan TV- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van de ontvangapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal Communications Commision (FCC) of Industrie Canada kunnen u vragen uw
telefoon uit te zetten als deze storingen niet verholpen kunnen worden. Neem contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorza ken, en (2) dit
apparaat moet iedere storing van buitenaf accepteren, inclusief storingen die een ongewenste werking tot gevolg kunnen hebben. Alle veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen.
Toepassingen van derden die bij uw apparaat geleverd worden, kunnen gemaakt zijn door en in eigendom zijn van personen en entiteiten die niet aan Nokia zijn gelieerd of gerelateerd. Nokia beschikt niet over de auteursrechten of de intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig draagt Nokia geen verantw oordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de functionaliteit van deze toepassingen of de informatie in deze toepassingen of het materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden.
MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DIT VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT) GARANTIES BETREFFENDE TITEL, VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKEN OP OCTROOIEN, AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN VAN DERDEN.
Versie 2 NL, 9254285

Inhoudsopgave

Voor uw veiligheid.....................................7
Verbinding maken....................................11
Ondersteuning..........................................12
Nokia-ondersteuning en contactgegevens..................12
Help ........................................................................................12
Aan de slag............................................................................12
Aanvullende toepassingen................................................12
Uw Nokia N76 .........................................14
Software-updates................................................................14
Instellingen............................................................................14
Welkom ..................................................................................14
Modi........................................................................................15
Toetsen en navigatie ..........................................................16
Inhoud vanaf een ander apparaat overbrengen.........19
Belangrijke symbolen .........................................................20
LED voor energiebesparing ...............................................21
Volume- en luidsprekerregeling......................................21
Toetsenblokvergrendeling.................................................21
Hoofdtelefoon ......................................................................21
Geheugenkaart.....................................................................22
Bestandsbeheer ...................................................................23
Medieprogrammer...................................25
Musikkavspiller ...................................................................25
Visual Radio ......................................................................... 29
RealPlayer ............................................................................31
Adobe Flash Player ............................................................32
Nokia Lifeblog .....................................................................32
Camera......................................................33
Foto's maken ........................................................................33
Symbolen van de fotocamera..........................................34
Actieve werkbalk.................................................................35
Na het maken van een foto .............................................36
Instellingen van fotocamera aanpassen.......................36
Flash........................................................................................37
Beeldinstellingen - kleur en belichting.........................37
Scènes ....................................................................................38
Foto's nemen in een reeks................................................39
Zelf op de foto - zelfontspanner ....................................39
Video's opnemen .................................................................39
Galerij .......................................................43
Door bestanden bladeren en deze weergeven ............ 43
Print basket...........................................................................45
Albums....................................................................................46
Vrij geheugen........................................................................46
Afbeeldingen afdrukken.....................................................46
PrintOnline ............................................................................47
On line delen.........................................................................48
Afbeeldingen bewerken .....................................................48
Videoclips bewerken ...........................................................49
Afbeeldingen, video, geluid en tekst toevoegen.........50
Een videoclip monteren.....................................................50
Video's verzenden................................................................51
Movie Director......................................................................51
Diavoorstelling .....................................................................53
Presentaties...........................................................................53
Het apparaat aanpassen......................... 55
Profielen- Hiermee stelt u tonen in...............................55
Het uiterlijk van het apparaat wijzigen ........................56
Actieve stand-by modus....................................................58
Webbrowser............................................. 59
Beveiliging van de verbinding..........................................59
De weergave Bookmarks ...................................................59
Op internet surfen...............................................................60
Verbinding verbreken .........................................................64
Instellingen............................................................................64
Verbindingen............................................67
Verbindingsbeheer .............................................................67
Bluetooth-verbinding .......................................................67
USB ........................................................................................71
Pc-verbindingen ..................................................................71
Synchronisatie ....................................................................72
Apparaatbeheer ..................................................................72
Downloaden..............................................74
Instellingen voor Downloaden.........................................74
Tijdmanagement ......................................76
Klok ........................................................................................76
Agenda ..................................................................................77
Berichten ..................................................79
Tekstmodi ..............................................................................80
Berichten invoeren en verzenden...................................80
Inbox - berichten ontvangen ..........................................82
Mailbox .................................................................................83
Berichten op een SIM-kaart bekijken............................85
Berichtinstellingen..............................................................85
Chatten - Instant Messaging .........................................89
Oproepen plaatsen...................................91
Spraakoproepen...................................................................91
Videogesprekken..................................................................94
Videobeelden delen.............................................................95
Een oproep beantwoorden of weigeren........................98
Logboek .................................................................................99
Push To Talk ...................................................................... 101
Contacten (adressenlijst) ..................... 102
Namen en nummers opslaan en bewerken............... 102
Contactgegevens kopiëren............................................. 103
Beltonen toevoegen voor contactpersonen.............. 104
Contactgroepen maken ..................................................105
Kantoor.................................................. 106
Rekenmachine ..................................................................106
Adobe Reader ...................................................................106
Omrekenen ........................................................................106
Notities ............................................................................... 107
Dictafoon ...........................................................................107
Draadloos toetsenbord .................................................. 107
Instrumenten......................................... 108
Toepassingsbeheer .......................................................... 108
Digital Rights Management ......................................... 110
Spraakopdrachten ............................................................112
Positionering ......................................................................112
Instellingen .......................................... 114
Algemeen ...........................................................................114
Positiebepaling...................................................................120
Telefoon ..............................................................................120
Verbinding ..........................................................................122
Toepassingen .....................................................................125
Problemen oplossen:
vraag en antwoord ............................... 126
Informatie over de batterij.................. 129
Opladen en ontladen........................................................129
De echtheid van
Nokia-batterijen controleren.........................................130
Behandeling en onderhoud.................. 132
Aanvullende veiligheidsinformatie...... 134
Index ...................................................... 138

Voor uw veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als
het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN Gebruik het apparaat niet in een
benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN Houd u aan alle mogelijke
beperkende maatregelen. Gebruik het apparaat niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de posities die in de productdocumentatie worden beschreven. Raak de antennegebieden niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
7
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN Gebruik
alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de telefoonfunctie van het apparaat ingeschakeld en operationeel is. Druk zo vaak als nodig is op de end-toets om het scherm leeg te maken en terug te keren naar de stand-by modus. Voer het alarmnummer in en druk op de beltoets. Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in de volgende GSM- en UMTS-netwerken: (E)GSM 850, 900, 1800 en 1900 en UMTS 2100. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en eerbiedig lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechtbeschermingsmaatregelen kunnen verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd.
Dit apparaat ondersteunt internetverbindingen en andere verbindingsmethoden. Net als computers kan uw apparaat blootstaan aan virussen, schadelijke boodschappen en toepassingen, en andere schadelijke inhoud. Wees voor­zichtig en open boodschappen, accepteer verbindings­verzoeken, download content en accepteer installaties alleen van betrouwbare bronnen. Overweeg de installatie en het gebruik van antivirussoftware met een periodieke updateservice en het gebruik van een firewall en andere verwante software op uw apparaat en elke computer die u op het apparaat aansluit, om de beveiliging van het apparaat te verbeteren.
8
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijke functies van Microsoft Word, PowerPoint en Excel (Microsoft Office 97, 2000 en XP). Niet alle bestandsindelingen kunnen worden bekeken of gewijzigd.
Tijdens intensief gebruik, zoals bij een actieve sessie waarin video's worden gedeeld of bij een snelle gegevensverbinding, kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Als u vermoedt dat het apparaat niet goed werkt, breng het dan naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
Mogelijk bevat het apparaat vooraf geïnstalleerde bookmarks en koppelingen voor websites van derden. U kunt websites van derden ook bezoeken vanaf uw apparaat. Nokia is niet gelieerd aan websites van derden. Nokia ondersteunt deze sites niet en draagt er geen aansprakelijkheid voor. Als u ervoor kiest om dergelijke websites te bezoeken, dient u voorzorgsmaatregelen voor beveiliging of inhoud te treffen.
Wat er op de afbeeldingen in deze handleiding wordt weergegeven, kan soms verschillen van wat er op het scherm van het apparaat wordt weergegeven.
Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van een draadloze verbindingsdienst. Veel van de functies vereisen speciale netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook netwerken waar u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat u gebuik kunt maken van de netwerkdiensten. Uw serviceprovider kan u instructies geven en uitleggen hoeveel het kost. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook beschikken over een speciale configuratie, zoals veranderingen in menunamen, menuvolgorde en pictogrammen. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Sommige functies van dit apparaat, zoals die voor het verzenden van e-maiberichten en multimediaberichten (MMS) en het
9
surfen op internet, vereisen netwerkondersteuning voor deze technologieën.
Toebehoren, batterijen en laders
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een AC-3- of AC-4-lader en een AC-1-, ACP-8-, ACP-9-, ACP-12- of LCH-12-lader indien gebruikt met een CA-44-laderadapter.
De batterij die is bedoeld voor gebruik met dit apparaat, is BL-4B.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders
en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
10

Verbinding maken

U kunt uw apparaat gebruiken op de 2G- en 3G-netwerken. Zie ’Over dit apparaat’ op pag. 8.
Verbinding maken
Gebruik de Bluetooth-technologie om bestanden over te brengen en een aansluiting te maken met compatibele uitbreidingen. Zie ’Bluetooth-verbinding’ op pag. 67.
Gebruik de Nokia AV-aansluiting (3,5 mm) voor de aansluiting op compatibele hoofdtelefoons. Zie ’Hoofdtelefoon’ op pag. 21.
Gebruik een compatibele gegevenskabel, bijvoorbeeld de Nokia Connectivity Cable DKE-2, voor de aansluiting op compatibele apparaten, zoals printers en pc's. Zie ’USB’, pag. 71.
Gebruik een compatibele microSD-kaart om gegevens over te brengen of om een back-up van de informatie te maken. Zie ’Geheugenkaart’ op pag. 22.
11

Ondersteuning

Modelnummer: Nokia N76-1
Hierna aangeduid als de Nokia N76.
Ondersteuning

Nokia-ondersteuning en contactgegevens

Kijk op www.nseries.com/support of uw lokale Nokia­website voor de nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokia-product.
Op de website vindt u informatie over het gebruik van Nokia-producten en -diensten. Ga naar de lijst met plaatselijke vertegenwoordigers van Nokia op www.nokia.com/customerservice als u contact wilt opnemen met de klantenservice.
Neem voor onderhoudsdiensten contact op met het dichtstbijzijnde Nokia-servicecentrum op www.nokia.com/repair.
12

Help

Het apparaat beschikt over contextgevoelige Help. Selecteer Opties > Help als u vanuit een geopende toepassing de Help voor de huidige weergave wilt openen.
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar de toepassing die op de achtergrond geopend is door ingedrukt te houden.
Selecteer Instrumenten > Hulpprogr. > Help als u de Help wilt openen vanuit het hoofdmenu. Selecteer de gewenste toepassing om de bijbehorende helponderwerpen te bekijken.

Aan de slag

Zie de handleiding Aan de slag voor informatie over toetsen en onderdelen en instructies voor het instellen van het apparaat.

Aanvullende toepassingen

Dankzij tal van toepassingen van Nokia en andere software-ontwikkelaars kunt u optimaal gebruik maken van alle mogelijkheden van uw Nokia N76.
Deze toepassingen worden nader toegelicht in de handleidingen die beschikbaar zijn op de ondersteuningspagina's voor de Nokia N76 op www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-website.
Ondersteuning
13

Uw Nokia N76

Software-updates

Nokia kan software-updates vrijgeven die nieuwe mogelijkheden, uitgebreidere functies of verbeterde
Uw Nokia N76
prestaties bieden. U kunt deze updates aanvragen via de pc-toepassing Nokia Software Updater. Als u de software op het apparaat wilt gebruiken, hebt u de toepassing Nokia Software Updater nodig en een compatibele pc met Microsoft Windows 2000 of XP, breedband internettoegang en een compatibele gegevenskabel voor de verbinding tussen het apparaat en de pc.
Ga naar www.nokia.com/softwareupdate of uw lokale Nokia-website als u meer hierover wilt weten of de toepassing Nokia Software Updater wilt downloaden.

Instellingen

In het apparaat zijn instellingen voor mobiel internet en MMS-, GPRS- en streaming-instellingen doorgaans automatisch geconfigureerd op basis van de gegevens van de serviceprovider. De instellingen van uw serviceproviders zijn mogelijk al op het apparaat geïnstalleerd of u kunt de instellingen van de serviceproviders ontvangen of aanvragen als speciaal bericht.
14
Zie ’Telefoon’ op pag. 120 om de algemene instellingen op uw apparaat, zoals de taal, de stand-by modus en de weergave-instellingen, te wijzigen.

Welkom

Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt, wordt
Welkom geopend. Maak een keuze uit de volgende opties: Instelwizard - Hiermee configureert u verschillende
instellingen.
Overdracht - Hiermee brengt u inhoud, zoals
contactpersonen en agenda-items, over vanaf een compatibel Nokia-apparaat. Zie ’Inhoud vanaf een ander apparaat overbrengen’ op pag. 19.
Als u Welkom later wilt openen, drukt u op en selecteert u Instrumenten > Hulpprogr. > Welkom. U kunt ook de afzonderlijke toepassingen openen via de betreffende menuopties.
Zie de brochures voor uw apparaat op www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-website voor meer informatie over de Instelwizard.

Modi

Uw apparaat heeft twee bedieningsmodi: als het is dichtgeklapt, hebt u toegang tot bepaalde functies, waaronder Music player, Radio, Camera en Berichten, en als het is opengeklapt, kunt u het gewoon gebruiken als mobiele telefoon en hebt u toegang tot alle functies op het apparaat.

Dichtgeklapt - coverscherm

Als de cover is gesloten, wordt het hoofddisplay gedeactiveerd en het coversdisplay verlicht. Het lopende gesprek wordt beëindigd, tenzij de luidspreker wordt gebruikt of een compatibele hoofdtelefoon is aangesloten. Zie ’Coverdisplay’ op pag. 57 om de instellingen te wijzigen. Als u Music player of Visual Radio gebruikt om een geluidsclip te beluisteren, wordt het afspelen voortgezet.
Wanneer de cover is gesloten, worden in de coverdisplay de klok- en statusgegevens weergegeven. In de stand-by modus kunnen de signaalsterkte en batterijsymbolen, de tijdsgegevens en de statussymbolen worden weergegeven.
Als u Music player gebruikt om een geluidsclip te beluisteren, worden volumebalken en informatie over de nummers weergegeven. Gebruik de sneltoetsen op de cover om geluidsclips af te spelen, te onderbreken of naar de volgende of vorige geluidsclip te gaan. Gebruik de volumetoetsen als u het volume wilt regelen.
Als u Visual Radio in de dichtgeklapte modus gebruikt, worden volumebalken en informatie over de zender weergegeven. Gebruik de mediatoetsen om de radio aan of uit te zetten en de volgende of vorige zender te selecteren. Gebruik de volumetoetsen als u het volume wilt regelen.
Als u de Camera in de dichtgeklapte modus gebruikt, dient u het apparaat in de modus Liggend vast te houden. De buitenste display wordt de zoeker. Houd ingedrukt om de camera te activeren. Druk op de volumetoetsen omhoog of omlaag om in of uit te zoomen. Druk op om een foto te nemen. Als u heen en weer wilt schakelen tussen Afbeeldingsmodus en Videomodus, drukt u op .
Uw Nokia N76
15
Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen voordat u een foto maakt, drukt u op om de werkbalk te activeren en gebruikt u de volumetoetsen om over de actieve werkbalk te navigeren Zie ’Beeldinstellingen ­kleur en belichting’ op pag. 37 en ’Scènes’ op pag. 38.
Alarmsignalen voor de agenda en klok, notities van gemiste gesprekken en nieuwe ontvangen berichten worden ook
Uw Nokia N76
weergegeven. Als u ontvangen SMS-berichten wilt bekijken en de tekst- en afbeeldingsobjecten van ontvangen multimediaberichten wilt bekijken, opent u de cover en bekijkt u het bericht op de hoofddisplay. Zie ’Inbox - berichten ontvangen’ op pag. 82.
Inkomende gesprekken worden aangegeven met de normale toon en een noot. Selecteer in de coverdisplayinstellingen Antwrd bij openen telef. om een oproep te beantwoorden wanneer u de cover opent. Als een compatibele hoofdtelefoon op het apparaat is aangesloten, drukt u op . Zie ’Coverdisplay’ op pag. 57 om de instellingen te wijzigen.
Open de cover als u een oproep wilt plaatsen of als u het menu wilt gebruiken.
Zie ’Toetsenblokvergrendeling’ op pag. 21 om de toetsen te vergrendelen.

Opengeklapt - hoofdscherm

Wanneer u de cover opent, wordt de hoofddisplay verlicht, is het toetsenblok beschikbaar en hebt u toegang tot het menu. Druk op als u het menu wilt openen.
De cover wordt circa 165 graden geopend, zoals in de afbeelding wordt geïllustreerd. Forceer de cover niet verder open.

Toetsen en navigatie

Raadpleeg de gids Aan de slag voor een volledig overzicht van alle toetsen en onderdelen in het apparaat.

Menutoets

Met de menutoets hebt u toegang tot het hoofdmenu. Druk in een geopende toepassing op om de toepassing op de achtergrond uit te voeren. Als u tussen geopende toepassingen heen en weer wilt schakelen, houdt u ingedrukt.
16

Navi™-bladertoets

Hierna aangeduid als de bladertoets.
Met de bladertoets kunt u in menu's navigeren ( , , , ) en items selecteren ( ).
Tip! Wanneer u zich in een menu bevindt, kunt u
in plaats van de bladertoets de nummertoetsen en gebruiken om snel toepassingen te openen. Druk bijvoorbeeld in het hoofdmenu op om
Agenda te openen.

Multimediatoets

Met de multimediatoets hebt u snel toegang tot multimedia-inhoud en vooraf gedefinieerde toepassingen.
Houd ingedrukt als u de snelkoppeling wilt openen die aan de multimediatoets is toegewezen. Druk op om een lijst met multimediatoepassingen te openen. Gebruik de bladertoets om de gewenste toepassing te openen. Druk op als u de lijst wilt afsluiten zonder een toepassing te selecteren.
Als u de snelkoppelingen wilt wijzigen, drukt u op en . Als u wilt wijzigen welke toepassingen worden weergegeven wanneer u op drukt, selecteert u Boven,
Links, Midden en Rechts en de toepassing.
Sommige snelkoppelingen zijn vast en kunnen niet worden gewijzigd.

Bewerktoets

Als u tekst wilt kopiëren en plakken, kunt u door ingedrukt te houden letters en woorden selecteren. Druk op of om tekst te markeren. Houd ingedrukt en selecteer Kopiëren als u de tekst naar het klembord wilt kopiëren. Houd ingedrukt en selecteer Plakken als u de tekst in een document wilt invoegen.
Tekst en lijsten bewerken
Ga naar een item in een lijst en druk tegelijkertijd
op en als u het item wilt selecteren.
Houd ingedrukt en druk tegelijkertijd op of
als u meerdere items in een lijst wilt markeren. Laat en daarna los als u de selectie wilt beëindigen.
Gebruik de bewerktoets om in Berichten de tekstvoorspelling aan te zetten, de nummermodus in te schakelen, een symbool in te voegen en de invoertaal te wijzigen. Zie ’Berichten’ op pag. 79.

Modustoets

De modustoets is een multifunctionele toets waarmee u eenvoudig tussen geselecteerde toepassingen kunt
Uw Nokia N76
17
schakelen, en binnen bepaalde toepassingen van weergave kunt wisselen wanneer de cover is gesloten.
Als de cover is geopend, drukt u op om de laatste foto in Galerij te openen.
Als de cover is geopend, gaat u naar Galerij en drukt u op om te schakelen tussen de weergave
Uw Nokia N76
Afb. en video en de miniatuurweergave.
Als de cover is gesloten, gaat u naar Camera en drukt u op om te schakelen tussen Afbeeldingsmodus en Videomodus.
Als de cover is gesloten, gaat u naar Music player en drukt u op om te schakelen tussen Afspelen en
Muziekbibliotheek.
Als de cover is gesloten, gaat u naar Visual Radio en drukt u op om te schakelen tussen de weergave met zenders en die met zenderlijsten.
Tip! Als u alleen de achtergrond wilt zien in het
coverscherm, drukt u tweemaal op de modustoets in de stand-by modus.

Opnametoets

Houd ingedrukt om de hoofdcamera te activeren als de cover is gesloten. Druk op om foto's te maken. Zie ’Foto's maken’ op pag. 33.
Druk in de videomodus op om videoclips op te nemen. Zie ’Video's opnemen’ op pag. 39.

Sneltoetsen op de cover

Gebruik de sneltoetsen op de cover ( , en ) om het afspelen te besturen. Zie ’Musikkavspiller’ op pag. 25 en ’Visual Radio’ op pag. 29.
Gebruik de sneltoetsen op de cover om het toetsenblok te vergrendelen als de cover is gesloten. Zie ’Toetsenblokvergrendeling’ op pag. 21.
Druk op om de actieve werkbalk te activeren wanneer u de camera gebruikt als de cover is gesloten. Zie ’Actieve werkbalk’ op pag. 35.

Volumetoetsen

Zie ’Volume- en luidsprekerregeling’ op pag. 21 om het volume te regelen.
Gebruik de volumetoetsen om met de cover gesloten in een lijst omhoog of omlaag te bladeren.
Gebruik de volumetoetsen om in en uit te zoomen wanneer u de camera gebruikt. Ook kunt u de volumetoetsen gebruiken om over de actieve werkbalk te bladeren met de cover gesloten. Zie ’Actieve werkbalk’ op pag. 35.
18

Inhoud vanaf een ander apparaat overbrengen

U kunt inhoud, zoals contactgegevens, overbrengen vanaf een compatibel Nokia-apparaat naar de Nokia N76 via een Bluetooth-verbinding. Er wordt een bericht weergegeven als het andere apparaat niet compatibel is.
Het type inhoud dat kan worden overgedragen, hangt af van het model van het apparaat waaruit u de inhoud wilt overbrengen. Als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt u ook gegevens tussen het andere apparaat en de Nokia N76 synchroniseren.
Als het andere apparaat alleen met een SIM-kaart kan worden ingeschakeld, kunt u deze plaatsen. Wanneer de Nokia N76 wordt ingeschakeld zonder SIM-kaart, wordt het profiel Offline automatisch geactiveerd.
Inhoud overbrengen
1 Als u de toepassing voor het eerst wilt gebruiken,
selecteert u deze op de Nokia N76 in Welkom. U kunt ook op drukken en Instrumenten >
Hulpprogr. > Overdracht selecteren. Selecteer Overdr.ggvns als u de toepassing al eerder hebt
gebruikt en opnieuw gegevens wilt overbrengen.
2 Selecteer Doorgaan als u met de Nokia 76 wilt zoeken
naar andere apparaten met Bluetooth-verbinding. Selecteer het apparaat waaruit u inhoud wilt
overbrengen. Voer op de Nokia N76 een code (1–16 cijfers) in en selecteer OK. Voer dezelfde code ook in op het andere apparaat en selecteer OK. De apparaten zijn nu gekoppeld. Zie ’Apparaten koppelen’ op pag. 69. Voor sommige modellen wordt de overdrachttoepassing naar het andere apparaat als bericht verzonden. Open het bericht om Gegev.overdr. te installeren op het andere apparaat en volg de instructies in het scherm.
3 Selecteer vanaf de Nokia N76 de inhoud die u vanaf
het andere apparaat wilt overbrengen. De inhoud wordt overgedragen vanuit het geheugen van het andere apparaat naar de overeenkomstige locatie in de Nokia N76. De tijd die benodigd is voor de overdracht is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens. U kunt de overdracht annuleren en later doorgaan.
Als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt u de gegevens in beide apparaten up-to-date houden. Selecteer Telefoons als u de synchronisatie vanaf een compatibel Nokia-apparaat wilt starten. Navigeer naar het apparaat en selecteer Opties > Synchroniseren. Volg de instructies in het scherm.
De synchronisatie verloopt in twee richtingen. Als een item op het ene apparaat is verwijderd, wordt het ook op het andere verwijderd. U kunt verwijderde items niet terugzetten via een synchronisatie.
Uw Nokia N76
19
Selecteer Overdrachtslog als u het logbestand van een eerdere overdracht wilt bekijken.

Belangrijke symbolen

Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk.
Uw Nokia N76
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-netwerk
(netwerkdienst).
Er staan een of meer ongelezen berichten in de map
Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externe
mailbox.
De map Outbox bevat berichten die nog niet zijn
verzonden.
U hebt oproepen gemist.
Dit wordt weergegeven als Beltoontype is ingesteld
op Stil.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarm actief.
De tweede telefoonlijn wordt gebruikt (netwerkdienst).
Alle oproepen naar het apparaat worden omgeleid naar een ander nummer. Als u twee telefoonlijnen hebt (netwerkservice), geeft een nummer de actieve lijn aan.
Er is een compatibele hoofdtelefoon aangesloten op
het apparaat. geeft aan dat de verbinding is verbroken.
Er is een compatibele antenne aangesloten op het
apparaat.
Er is een compatibele Teksttelefoon aangesloten op
het apparaat.
Er is een gegevensoproep actief.
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding actief. geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat en dat een verbinding beschikbaar is.
Er is een packet-gegevensverbinding actief in een gedeelte van het netwerk dat EGPRS ondersteunt. geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat en dat een verbinding beschikbaar is. De symbolen geven aan dat EGPRS beschikbaar is in het netwerk, maar mogelijk maakt het apparaat geen gebruik van EGPRS tijdens de gegevensoverdracht.
Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding actief. geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat en dat een verbinding beschikbaar is.
Bluetooth-verbinding is ingeschakeld.
Er worden gegevens verzonden met behulp van Bluetooth-verbinding. Als het symbool knippert, probeert het apparaat verbinding te maken met een ander apparaat.
Er is een USB-verbinding actief.
20

LED voor energiebesparing

Het scherm wordt uitgeschakeld om de batterij te sparen wanneer de screensaver is ingeschakeld. Er knippert een blauwe LED boven in het coverscherm om aan te geven dat het apparaat is ingeschakeld maar in de slaapstand staat.
Zie ’Coverdisplay’ op pag. 115 om de slaapstand aan of uit te zetten.

Volume- en luidsprekerregeling

Druk op de volumetoets als u het volume wilt verhogen of verlagen tijdens een actieve oproep of wanneer u naar een geluid luistert.
Door de ingebouwde luidspreker kunt u vanaf een korte afstand spreken en luisteren zonder dat u het apparaat aan uw oor moet houden.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw
oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Selecteer Opties > Luidspreker insch. als u de luidspreker tijdens een gesprek wilt gebruiken.
Selecteer Opties > Telefoon insch. als u de luidspreker wilt uitschakelen.

Toetsenblokvergrendeling

Druk achtereenvolgens op en als u de toetsen met de cover gesloten wilt vergrendelen. Druk achtereenvolgens op en als u de toetsen wilt ontgrendelen.
Druk achtereenvolgens op en als u de toetsen met de cover geopend wilt vergrendelen. Druk achtereenvolgens op en als u de toetsen wilt ontgrendelen.
Wanneer het toetsenslot is ingeschakeld, kunt u soms wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.

Hoofdtelefoon

U kunt een compatibele hoofdtelefoon aansluiten op de Nokia AV-aansluiting (3,5 mm) van het apparaat. Mogelijk moet u de kabelmodus selecteren.
Sluit geen producten aan die een uitvoersignaal genereren, omdat u hiermee het apparaat kunt beschadigen. Verbind geen spanningsbron op de Nokia AV-aansluiting.
Uw Nokia N76
21
Houd volumeniveaus goed in de gaten wanneer u met de Nokia AV-aansluiting een extern apparaat of een hoofdtelefoon verbindt die niet door Nokia is goedgekeurd voor gebruik met het apparaat.
Waarschuwing: Wanneer u de hoofdtelefoon
gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf
Uw Nokia N76
te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen.
Als u een hoofdtelefoon met een externe afstandsbediening wilt gebruiken, bijvoorbeeld de Nokia Audio Controller AD-43, verbindt u de eenheid eerst met de aansluiting van het apparaat en vervolgens met de hoofdtelefoon.
Sommige hoofdtelefoons hebben geen microfoon. Gebruik voor telefoongesprekken een hoofdtelefoon met een externe bedieningseenheid of de microfoon van het apparaat.
Wanneer u bepaalde toebehoren voor hoofdtelefoons gebruikt, zoals de Nokia Audio Controller AD-43, kunt u tijdens een gesprek het volume aanpassen met de volumetoets van het apparaat. De Nokia Audio Controller AD-43 bevat volumetoetsen waarmee u alleen het volume van afgespeelde muziek of video kunt aanpassen.

Geheugenkaart

Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Nokia maakt gebruik van goedgekeurde industriële normen voor geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet helemaal compatibel met dit apparaat zijn. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens die op de kaart staan aantasten.
Houd alle geheugenkaarten buiten bereik van kleine kinderen.

Geheugenkaart

Druk op en selecteer Instrumenten > Hulpprogr. >
Geheugen.
Selecteer Opties > Reservekopie als u een back-up van gegevens in het apparaatgeheugen wilt opslaan op een compatibele geheugenkaart (indien beschikbaar). Het apparaat stelt u op de hoogte als de geheugenkaart onvoldoende vrije ruimte bevat om een back-up te maken.
Selecteer Opties > Herst. vanaf kaart als u gegevens vanaf de compatibele geheugenkaart wilt terugzetten naar het apparaatgeheugen.
22
Wanneer een geheugenkaart wordt geformatteerd, gaan alle gegevens op de kaart definitief verloren. Sommige geheugenkaarten zijn voorgeformatteerd. Andere kaarten moet u zelf eerst formatteren. Raadpleeg uw leverancier om te achterhalen of u de geheugenkaart moet formatteren voor het eerste gebruik.
Selecteer Opties > Geh.kaart formatt. als u een geheugenkaart wilt formatteren. Selecteer Ja ter bevestiging.

Bestandsbeheer

Druk op en selecteer Instrumenten > Best.beh. als u wilt bladeren in bestanden en mappen in het geheugen van het apparaat of op een geheugenkaart (indien geplaatst). De weergave van het apparaatgeheugen ( ) wordt geopend. Druk op om de weergave van de geheugenkaart ( ) te openen, indien beschikbaar.
Houd ingedrukt terwijl u op , of drukt als u meerdere bestanden wilt markeren. Selecteer Opties >
Verplaats naar map of Kopiëren naar map als
u bestanden wilt verwijderen of kopiëren naar een map. Als u naar een bestand wilt zoeken, selecteer dan Opties >
Zoeken en het geheugen waarin u wilt zoeken. Voer de
bestandsnaam als zoektekst in.
Selecteer Opties > Gegevens geheugen als u wilt bekijken welke gegevenstypen het apparaat bevat en hoeveel geheugen wordt gebruikt door de verschillende gegevenstypen. De hoeveelheid beschikbaar geheugen wordt weergegeven in Vrij geheugen.

Geheugen bijna vol - geheugen vrijmaken

Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen om gegevens op te slaan. U krijgt een melding als het apparaatgeheugen of de geheugenkaart bijna vol is.
Breng gegevens over naar een compatibele geheugenkaart (indien beschikbaar) of naar een compatibele pc als u apparaatgeheugen wilt vrijmaken.
Als u gegevens wilt verwijderen om geheugen vrij te maken, gebruikt u Bestandbeheer om bestanden te verwijderen die u nodig hebt of om naar de betreffende toepassing te gaan. U kunt bijvoorbeeld de volgende items verwijderen:
Berichten in de mappen in Berichten en e-mails die
uit de mailbox zijn opgehaald
Opgeslagen webpagina's
Contactgegevens
Agendanotities
Toepassingen in Toep.beheer die u niet nodig hebt
Uw Nokia N76
23
Installatiebestanden (.SIS) van toepassingen die u hebt
geïnstalleerd op een compatibele geheugenkaart; sla eerst een back-up van de installatiebestanden op een compatibele pc op
Uw Nokia N76
24

Medieprogrammer

Musikkavspiller

Musikkspilleren støtter filformater som AAC, eAAC, eAAC+, MP3 og WMA. Musikkspilleren støtter ikke nødvendigvis alle funksjonene til et filformat eller alle filtypene.
Advarsel: Lytt til musikk med et moderat lydnivå.
Høyt volum over lengre tid kan skade hørselen. Hold ikke enheten nær øret når høyttaleren er på ettersom volumet kan være ekstremt høyt.
Du kan lytte til musikk med flippen åpen eller lukket. Hvis du lytter til musikk når du mottar en samtale, stanser musikken midlertidig når du svarer på anropet og fortsetter når du har avsluttet samtalen.
Hvis du vil vite hvordan du legger sanger til enheten din, kan du se ’Overføre musikk’ på side 27.
Hvis du ønsker mer informasjon om opphavsrett, kan du se ’Digital Rights Management’ på side 110.

Spille musikk

Hvis du vil spille musikk med flippen åpen, gjør du følgende:
1 Trykk på og velg Musikk > Musikkavspiller.
2 I Musikkmeny velger du en kategori som Alle sanger
eller Albumer.
3 Velg musikken du ønsker å spille.
I Spilles nå bruker du blatasten og den midterste valgtasten til å kontrollere avspillingen:
Trykk på for å spille av eller stanse en sang
midlertidig.
Trykk på for å spole tilbake eller hoppe bakover.
Trykk på for å spole fremover eller hoppe fremover.
Trykk på for å stanse avspillingen.
Hvis du vil spille musikk med flippen lukket, gjør du følgende:
1 I ventemodus trykker du på for å gå til
Musikkmeny.
2 Velg musikken du ønsker å spille og trykk på .
I Spilles nå bruker du de raske dekseltastene til å kontrollere avspillingen:
Trykk på for å spille av eller stanse en sang
midlertidig. Når du stanser en sang midlertidig, vises en liste over sporene du lytter til akkurat nå.
Trykk på for å spole tilbake eller hoppe bakover.
Medieprogrammer
25
Trykk på for å spole fremover eller hoppe
fremover.
Hvis du vil bytte mellom Spilles nå og Musikkmeny,
trykker du på .

Musikkmeny

Hvis du vil velge mer musikk til avspilling i Spilles nå mens flippen er åpen, velger du Valg > Gå til Musikkmeny.
Medieprogrammer
Musikkmenyen viser musikken som er tilgjengelig på enheten og det kompatible minnekortet (hvis det er satt inn minnekort). Alle sanger viser all tilgjengelig musikk. Hvis du vil vise musikksjangere, velger du Albumer,
Artister, Sjangere eller Komponister. Hvis du vil vise
spillelistene, velger du Spillelister.
Hvis du vil oppfriske biblioteket når du har oppdatert sangvalget i enheten din, velger du Valg > Oppdater
Musikkbibl..
Hvis du vil åpne visningen som viser sangen som avspilles, trykker du på og holder nede .
Hvis du vil bytte mellom Spilles nå og Musikkmeny når flippen er lukket, trykker du på . Bruk de raske deksel- og volumtastene for å velge mer musikk til avspilling. Velg Valg hvis du vil endre de grunnleggende avspillingsinnstillingene.

Spillelister

Hvis du vil vise og organisere spillelistene, velger du
Spillelister i musikkmenyen. Følgende spillelister vises
automatisk: Mest spilte spor, Nylig spilte sanger og Nylig
lagt til.
Hvis du vil vise detaljer om spillelisten, velger du Valg >
Spillelistedetaljer.
Opprette en spilleliste
1 Velg Valg > Opprett spilleliste. 2 Skriv inn et navn for spillelisten og velg OK. 3 Velg artister for å finne sangene du ønsker å inkludere
i spillelisten. Trykk på for å legge til sanger. Hvis du vil vise sanglisten under en artisttittel, trykker du på
. Hvis du vil skjule sanglisten, trykker du på .
4 Når du har gjort valgene dine, velger du Utført. Hvis du
har satt inn et kompatibelt minnekort, lagres spillelisten til minnekortet.
Hvis du vil legge til sanger senere, velger du Valg > Legg
til sanger når du viser spillelisten.
Hvis du vil legge til sanger, album, artister, sjangere og komponister i en spilleliste fra ulike visninger på musikkmenyen, velger du et element og trykker på Valg >
Legg til i en spilleliste > Lagret spilleliste eller Ny spilleliste.
26
Hvis du vil fjerne en sang fra en spilleliste, velger du Valg >
Fjern fra spilleliste. Sangen blir ikke slettet fra enheten;
den blir bare fjernet fra spillelisten.
Hvis du vil reorganisere rekkefølgen på sangene i en spilleliste, blar du til sangen du ønsker å flytte, og velger
Valg > Organiser liste. Bruk blatasten til å flytte en sang
til en ny plassering.

Musikkbutikk

I musikkbutikken (nettverkstjeneste) kan du søke, bla gjennom og kjøpe musikk til å laste ned på enheten din. Variasjonen, tilgjengeligheten og utseendet til musikkbutikktjenestene kan variere.
Du må ha innstillinger for musikkbutikk og gyldig Internett-forbindelse for å bruke denne tjenesten. Hvis du vil ha mer informasjon, kan du se ’Innstillinger for musikkbutikk’ på side 27 og ’Toegangspunten’ på side 123.
Gå til musikkbutikk
1 I Musikkmeny velger du Valg > Gå til Musikkbutikk. 2 Velg fra de viste alternativene for å søke, bla gjennom
eller velge ringetoner.
Innstillinger for musikkbutikk
Tilgjengeligheten og utseendet til musikkbutikk-innstillingene kan variere. Innstillingene kan også være forhåndsdefinert og ikke redigerbare.
Hvis innstillingene ikke er forhåndsdefinert , kan det hende du blir bedt om å definere følgende innstillinger:
Adresse – Du må definere web-adressen til
musikkbutikktjenesten.
Stand. tilg.punkt – Velg hvilket tilgangspunkt du vil bruke
når du kobler til musikkbutikken.
Bruker – Skriv inn brukernavnet til musikkbutikken. Passord – Skriv inn passordet til musikkbutikken.
Hvis feltene Bruker og Passord blir stående tomme, kan det hende du må angi dem når du logger inn.
Det kan hende du kan redigere innstillingene i musikkbutikken ved å velge Valg > Innstillinger.

Overføre musikk

Du kan overføre musikk fra en kompatibel PC eller andre kompatible enheter ved å bruke en kompatibel USB-kabel eller Bluetooth-tilkobling. Hvis du vil ha mer informasjon, ser du ’Bluetooth-verbinding’ på side 67.
Hvis du vil oppfriske biblioteket når du har oppdatert sangvalget i enheten din, velger du Valg > Oppdater
Musikkbibl. når du er i Musikkmeny.
Krav til datamaskinen ved musikkoverføring:
Microsoft Windows XP operativsystem (eller nyere)
Medieprogrammer
27
En kompatibel versjon av programmet Windows Media
Player. Du finner mer detaljert informasjon om Windows Media Player-kompatibilitet i Nokia N76-delen på Nokias web-side.
Nokia Nseries PC Suite
Overføre musikk fra datamaskinen
Det finnes tre forskjellige måter å overføre musikk på:
Hvis du vil vise enheten din på en kompatibel
Medieprogrammer
datamaskin som en ekstern harddisk du kan overføre hvilke som helst datafiler til, kobler du til med en kompatibel USB-kabel eller Bluetooth-tilkobling. Hvis du bruker en USB-kabel, velger du Dataoverføring som tilkoblingsmodus. Du må sette inn et kompatibelt minnekort i enheten din.
Hvis du skal synkronisere musikk med Windows Media
Player, kobler du til USB-kabelen og velger
Medieavspiller som tilkoblingsmodus. Du må sette inn
et kompatibelt minnekort i enheten din.
Hvis du vil bruke Nokia Music Manager i Nokia PC
Suite, kobler du til den kompatible USB-kabelen og velger PC Suite som tilkoblingsmodus.
Hvis du vil endre standard USB-tilkoblingsmodus, trykker du på og velger Verktøy > Tilkobling > USB >
USB-modus.
Både Windows Media Player og Nokia Music Manager i Nokia Nseries PC Suite er optimalisert til å overføre
musikkfiler. Hvis du ønsker mer informasjon om å overføre musikk med Nokia Music Manager, leser du brukerveiledningen til Nokia Nseries PC Suite.
Musikkoverføring med Windows Media Player
Funksjonaliteten til musikksynkroniseringen kan variere fra versjon til versjon av Windows Media Player. Hvis du vil ha mer informasjon, kan du lese brukerveiledningene og hjelpen til versjonene av Windows Media Player.
Manuell synkronisering
Når du har koblet enheten til en kompatibel PC, velger Windows Media Player manuell synkronisering hvis det ikke er nok minne på enheten. Med manuell synkronisering kan du velge sangene og spillelistene du ønsker å flytte, kopiere eller slette.
Første gang du kobler til enheten din må du skrive inn et navn som skal brukes som navnet til enheten din i Windows Media Player.
Slik overfører du manuelle valg:
1 Når enheten er koblet til Windows Media Player, velger
du enheten din i navigasjonspanelet hvis det er koblet til flere enn en enhet.
2 Dra sangene eller albumene til listepanelet for å
synkronisere. Hvis du vil slette sanger eller album, velger du en enhet fra listen og klikker på Fjern
fra liste.
28
3 Kontroller at listepanelet inneholder filene du ønsker å
synkronisere og at det er nok minne på enheten. Klikk på Start synkronisering for å starte synkroniseringen.
Automatisk synkronisering
Hvis du vil endre standardalternativet for filoverføring i Windows Media Player, klikker du på pilen under
Synkronisering, velger enheten din og klikker på Konfigurer synkronisering. Merk av for eller slett
avmerkingen for Synkroniser denne enheten automatisk. Hvis det er merket av for Synkroniser denne enheten
automatisk og du har koblet til enheten din, oppdateres musikkbiblioteket på enheten din automatisk basert på spillelistene du har valgt i Windows Media Player.
Hvis du ikke har valgt noen spillelister, velges hele musikkbiblioteket på datamaskinen til synkronisering. Merk at musikkbiblioteket på datamaskinen kan inneholde flere filer enn det er plass til i enhetsminnet og på det kompatible minnekortet på enheten. Hvis du ønsker mer informasjon, leser du hjelpen for Windows Media Player.
Spillelistene på enheten din er ikke synkronisert med spillelistene i Windows Media Player.

Visual Radio

Trykk og velg Musikk > Radio. Du kan bruke programmet som en tradisjonell FM-radio med automatisk søking og lagrede kanaler, eller med parallell visuell
informasjon relatert til radioprogrammet på displayet, hvis du lytter til kanaler som tilbyr Visual Radio-tjenesten. Visual Radio-tjenesten bruker pakkedata (nettverkstjeneste). Du kan lytte til FM-radioen mens du bruker andre programmer.
Hvis du ikke har tilgang til Visual Radio-tjenesten, kan det hende at operatørene og radiokanalene i ditt område ikke støtter Visual Radio.
Du kan vanligvis foreta en oppringning eller svare på en innkommende samtale mens du lytter til radioen. Radioen slås av under en aktiv samtale.
Hvis du starter musikkspilleren mens radioen er på, dempes volumet på radioen. Når du har stanset musikkavspillingen midlertidig eller avsluttet den, trykker du på og velger Musikk > Radio for å fortsette avspillingen.
Når flippen er lukket, bruker du de raske dekseltastene og volum- og modustastene til å kontrollere FM-radioen.

Lytte til radioen

Legg merke til at kvaliteten på radiosendingen avhenger av dekningen for radiokanalen i det bestemte området.
FM-radioen bruker en annen antenne enn den trådløse enhetens antenne. Et kompatibelt headsett eller annet tilbehør må kobles til enheten for at FM-radioen skal fungere som den skal.
Medieprogrammer
29
Trykk og velg Musikk > Radio. Hvis du vil starte et kanalsøk, velger du eller eller trykker på og holder nede de raske dekseltastene eller . Hvis du vil endre frekvensen manuelt, velger du Valg > Manuell
søking.
Hvis du har tidligere lagrede radiokanaler, velger du eller for å gå til den neste eller forrige lagrede kanalen, eller trykker på de raske dekseltastene
Medieprogrammer
eller .
Du kan justere volumet ved å trykke på volumtastene.
Hvis du vil lytte til radioen med høyttaleren, velger du
Valg > Aktiver høyttaler.
Advarsel: Lytt til musikk med et moderat lydnivå.
Høyt volum over lengre tid kan skade hørselen. Hold ikke enheten nær øret når høyttaleren er på ettersom volumet kan være ekstremt høyt.
Hvis du vil vise tilgjengelige kanaler basert på plassering, velger du Valg > Kanaloversikt (nettverkstjeneste).
Når du skal lagre den gjeldende kanalen i kanallisten, velger du Valg > Lagre kanal. Hvis du vil åpne listen over dine lagrede kanaler, velger du Valg > Kanaler.
Når du skal gå tilbake til ventemodusen og la FM-radioen spille i bakgrunnen, velger du Valg > Spill i bakgrunn.

Vise visuelt innhold

Hvis du vil ha informasjon om tilgjengelighet og kostnader og abonnere på tjenesten, kontakter du tjenesteleverandøren.
Hvis du vil vise tilgjengelig visuelt innhold for en kanal du lytter til, velger du Valg > Start visuell tjeneste. Hvis den visuelle tjeneste-ID-en ikke er blitt lagret for kanalen, angir du den, eller du kan velge Hent for å søke etter den i kanaloversikten (nettverkstjeneste).
Når forbindelsen til den visuelle tjenesten er etablert, viser displayet det gjeldende visuelle innholdet.

Lagrede kanaler

Hvis du vil åpne listen over dine lagrede kanaler mens flippen er åpen, velger du Valg > Kanaler.
Når du skal lytte til en lagret kanal, velger du Valg >
Kanal > Lytt til. Hvis du vil vise tilgjengelig visuelt innhold
til en kanal med Visual Radio-tjenesten, velger du Valg >
Kanal > Start visuell tjeneste.
Hvis du vil bytte mellom listen over de lagrede kanalene og å lytte til en lagret kanal mens flippen er lukket, trykker du på .
Hvis du vil endre kanaldetaljer, velger du Valg > Kanal >
Rediger.
30
Tips! Du kan legge til snarveier til lagrede kanaler i
multimediemenyen. Se ’Multimediatoets’ på side17.

Innstillinger

Velg Valg > Innstillinger og deretter blant følgende:
Oppstarttone – Velg om det skal spilles av en tone når
programmet startes.
Start tjeneste autom. – Velg Ja for å starte Visual
Radio-tjenesten automatisk når du velger en lagret kanal som tilbyr Visual Radio-tjenesten.
Tilgangspunkt – Velg tilgangspunktet som brukes for
datatilkoblingen. Du trenger ikke et tilgangspunkt for å bruke programmet som en vanlig FM-radio.
Gjeldende område—Velg det gjeldende området du
befinner deg i. Denne innstillingen vises bare hvis det ikke var nettverksdekning da programmet ble startet.

RealPlayer

Trykk og velg Programmer > Media > RealPlayer. Med RealPlayer, kan du spille av videoklipp eller spille av mediefiler direkte uten å lagre dem på enheten først.
RealPlayer støtter filtyper som .3gp, .mp4 eller .rm. Det
betyr ikke at RealPlayer støtter alle filformater eller alle varianter av filformater.

Spille av videoklipp

Hvis du vil spille av en lagret mediefil, velger du Valg >
Åpne, og deretter fra følgende:
Sist viste klipp – til å spille av én av de siste seks filene
som ble spilt av i RealPlayer
Lagret klipp – til å spille av en fil som er lagret i
Galleri.
Bla til en fil og trykk på .
Du kan justere volumet ved å trykke på volumtastene.

Spille av innhold direkte

Mange tjenesteleverandører krever at du bruker et Internett-tilgangspunkt (IAP) som standard tilgangspunkt. Med andre tjenesteleverandører kan du bruke et WAP-tilgangspunkt.
I RealPlayer kan du bare åpne en rtsp:// URL-adresse.
RealPlayer gjenkjenner imidlertid en http-kobling til en
RAM-fil.
Hvis du vil spille av innhold direkte, velger du en kobling for direkteavspilling som er lagret i Galleri på en Web-side, eller som er mottatt i en tekstmelding eller multimediemelding. Før innholdet spilles av direkte, kobles enheten til området og begynner å laste ned innholdet. Innholdet lagres ikke på enheten.
Medieprogrammer
31

RealPlayer-innstillinger

Det kan hende du kan motta RealPlayer-innstillinger i en melding fra tjenesteleverandøren. Se ’Gegevens en instellingen’ på side 82. Hvis du vil ha mer informasjon, ta kontakt med tjenesteleverandøren.
Velg Valg > Innstillinger og deretter blant følgende:
Video – hvis du vil at RealPlayer automatisk skal gjenta
Medieprogrammer
videoklipp når de er ferdig avspilt.
Direkteavsp. – når du skal velge om du skal bruke en
proxy-server, endre standard tilgangspunkt og angi portområdet som skal brukes ved tilkobling. Kontakt tjenesteleverandøren for å få riktige innstillinger.

Adobe Flash Player

Hvis du vil vise, spille av og samhandle med kompatible flash-filer som er laget for mobilenheter, trykker du på
og velger Programmer > Media > Flash-spiller. Bla
til en flash-fil og trykk på .

Nokia Lifeblog

Hvis du vil starte Lifeblog på enheten, trykker du på og velger Lifeblog.
Nokia Lifeblog er en kombinasjon av programvare for mobiltelefoner og PC som ajourfører en multimediedagbok for alle elementene du samler inn med enheten. Nokia Lifeblog holder automatisk styr på multimedie-elementene dine og organiserer bilder, videoklipp, lydklipp, tekstmeldinger, multimediemeldinger og weblogg-poster kronologisk, og du kan bla gjennom, søke i, dele, publisere og sikkerhetskopiere dem.
Hvis du vil ha mer informasjon om Nokia Lifeblog, ser du brukerveiledningen for enheten din på www.nseries.com/ support eller på ditt lokale Nokia-nettsted.
32

Camera

Uw apparaat heeft twee camera's: een camera met een hoge resolutie achterop het apparaat (de hoofdcamera in de modus Liggend) en een camera met een lagere resolutie in de rechterbovenhoek van het hoofdscherm (de tweede camera in de modus Staand). U kunt met beide camera's foto's maken en video's opnemen.
De hoofdcamera van het apparaat ondersteunt een afbeeldingsresolutie van 1600 x 1200 pixels. De beeldresolutie kan in deze documentatie anders zijn weergegeven.
De afbeeldingen en videoclips worden automatisch opgeslagen in de map Afb. en video in Galerij. De foto's die u met de camera maakt, hebben de JPEG-indeling. Videoclips worden opgenomen in de bestandsindeling MPEG-4 met de extensie .mp4 of in de bestandsindeling 3GPP met de extensie .3gp (kwaliteit Delen). Zie ’Video­instellingen’ op pag. 41.
U kunt foto's en videoclips verzenden in een multimediabericht, als e-mailbijlage of via een Bluetooth-verbinding. U kunt deze ook uploaden naar uw compatibele online album. Zie ’On line delen’ op pag. 48.

Foto's maken

Houd rekening met het volgende wanneer u een foto maakt:
Gebruik beide handen om de camera stil te houden.
De kwaliteit van een digitaal gezoomde foto is
lager dan die van een niet-gezoomde foto.
Als u een poosje niet op een toets drukt, wordt de
batterijspaarstand geactiveerd. Druk op om door te gaan met het nemen van foto's.

Modus Cover gesloten

Ga als volgt te werk om een foto te nemen waarbij u het coverdisplay als zoeker gebruikt:
1 Houd ingedrukt om
de hoofdcamera te activeren. Als de camera in de
Videomodus staat,
drukt u op .
2 Druk op om een foto
te nemen. Houd het apparaat stil tot de foto is opgeslagen.
Camera
33

Modus Cover open

Ga als volgt te werk om een foto te nemen waarbij u de hoofddisplay als zoeker gebruikt:
Camera
1 Open de cover. 2 Druk op als u de hoofdcamera wilt activeren.
Als de camera in de Videomodus staat, drukt up op
Opties > Afbeeldingsmodus.
3 Druk op om een foto te nemen. Houd het
apparaat stil tot de foto is opgeslagen.
Gebruik de volumetoetsen op het apparaat om in of uit te zoomen.
Druk op de hoofddisplay op of op om naar de elementen op de actieve werkbalk te gaan en de instellingen voor belichting en kleur te wijzigen voordat u een foto maakt. Druk op de coverdisplay op om de werkbalk en de volumetoetsen te activeren om naar de items te gaan. Zie ’Beeldinstellingen - kleur en belichting’ op pag. 37 en ’Scènes’ op pag. 38.
Als u geheugen wilt vrijmaken voordat u een foto maakt, kiest u Opties > Ga naar beschikb. geh. in het hoofdscherm (alleen beschikbaar als u met Nokia Nseries PC Suite afbeeldingen of videoclips naar een andere locatie hebt gekopieerd). Zie ’Vrij geheugen’ op pag. 46.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de camera aan de voorkant wilt activeren. Druk op of als
u wilt in- of uitzoomen. Druk op de bladertoets om een foto te nemen.
Druk op als u de camera geopend wilt houden op de achtergrond en andere toepassingen wilt gebruiken. Houd de opnametoets ingedrukt als u wilt terugkeren naar de camera.

Symbolen van de fotocamera

In de camerazoeker (hoofddisplay) wordt het volgende weergegeven:
1 Het symbool voor de huidige opnamemodus. 2 De actieve werkbalk, waardoor u kunt navigeren
voordat u de afbeelding vastlegt om verschillende items en instellingen te selecteren. (De actieve werkbalk wordt tijdens de opname niet weergegeven.) Zie ’Actieve werkbalk’ op pag. 35.
3 Het symbool voor
de resolutie van de afbeelding geeft aan of de kwaliteit van de foto Afdr. 2M –
Groot, Afdr. 1M – Norm. of MMS 0,3M – Klein is.
34
4 De afbeeldingsteller geeft aan hoeveel foto's
u ongeveer kunt nemen met de gebruikte beeldkwaliteit en geheugenruimte. (De teller wordt tijdens de opname niet weergegeven.)
5 De symbolen voor het apparaatgeheugen ( ) en de
geheugenkaart ( ) geven aan waar foto's worden opgeslagen.

Actieve werkbalk

De actieve werkbalk bevat snelkoppelingen naar verschillende items en instellingen voordat en nadat u een foto maakt of een video opneemt.
Als u de coverdisplay als zoeker gebruikt, drukt u op om de actieve werkbalk weer te geven. U kunt ook naar het gewenste item gaan met de volumetoetsen. Druk op om het te selecteren.
Als u de hoofddisplay als zoeker gebruikt, bladert u naar het gewenste item. Druk op om het te selecteren.
De beschikbare opties zijn afhankelijk van de opnamemodus. U kunt ook instellen dat de actieve werkbalk altijd wordt weergegeven in het scherm of wordt geactiveerd door een toets in te drukken.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u de actieve werkbalk wilt weergeven voordat en nadat u een foto maakt of een video opneemt. Selecteer Opties >
Pictogram verbergen als u de actieve werkbalk alleen wilt
weergeven wanneer u deze nodig hebt. Alleen het symbool voor de opnamemodus wordt weergegeven in het scherm. Druk op als u de werkbalk wilt activeren. De werkbalk is gedurende vijf seconden zichtbaar.
Maak in de actieve werkbalk een keuze uit de volgende opties voordat u een foto maakt of een video opneemt:
- Hiermee selecteert u de scène.
- Hiermee selecteert u de flashmodus (alleen
afbeeldingen).
- Hiermee activeert u de zelfontspanner (alleen afbeeldingen). Zie ’Zelf op de foto - zelfontspanner’ op pag. 39.
- Hiermee activeert u de reeksmodus (alleen afbeeldingen). Zie ’Foto's nemen in een reeks’ op pag. 39.
- Hiermee selecteert u een kleureffect.
- Hiermee past u de witbalans aan.
- Hiermee past u de belichtingscompensatie aan (alleen afbeeldingen).
- Hiermee past u de lichtgevoeligheid aan (alleen afbeeldingen).
De pictogrammen veranderen om de huidige status van de instelling aan te geven.
Camera
35
De beschikbare opties variëren afhankelijk van de huidige opnamemodus en weergave.
De instellingen van de actieve werkbalk zijn niet
Camera
beschikbaar voor de tweede camera.
Zie ook de opties voor de actieve werkbalk in ’Na het maken van een foto’ op pag. 36, ’Na het opnemen van een video’ op pag. 41 en ’Actieve werkbalk’ op pag. 44 in Galerij.

Na het maken van een foto

Nadat u de foto hebt genomen, kunt u verschillende dingen met de afbeelding doen met behulp van de actieve werkbalk in de hoofddisplay (alleen beschikbaar als
Opgenomen afb. tonen is ingesteld op Aan in de
instellingen voor de fotocamera).
Selecteer Verwijd. als u de foto niet wilt behouden.
Druk op de beltoets of selecteer Zenden als u de foto
wilt verzenden in een multimediabericht, per e-mail of via een Bluetooth-verbinding of als u de foto wilt uploaden naar uw online album. Zie ’Berichten’ op pag. 79, ’Bluetooth-verbinding’ op pag. 67 en ’On line delen’ op pag. 48 voor meer informatie. Deze optie is niet beschikbaar tijdens een actief gesprek. U kunt de foto ook tijdens een actief gesprek verzenden naar de ontvanger van de oproep. Selecteer Verzenden naar
beller (alleen beschikbaar tijdens een actieve oproep).
Selecteer Toevoegen aan Print basket als
u afbeeldingen wilt toevoegen aan de afdrukwachtrij om ze later af te drukken.
Selecteer Afdrukken als u de afbeelding wilt
afdrukken. Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 46.
Druk op of selecteer Terug als u wilt terugkeren
naar de zoeker om een nieuwe afbeelding vast te leggen.
Selecteer Opties > Instell. als achtergrond als u de afbeelding wilt gebruiken als achtergrond in de actieve stand-by modus.
Selecteer Inst. als opr. afb. contct als u de afbeelding wilt instellen als contactfoto voor een contactpersoon.

Instellingen van fotocamera aanpassen

U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de fotocamera: Afb. config. en begininstellingen. Zie ’Beeldinstellingen - kleur en belichting’ op pag. 37 voor meer informatie over het aanpassen van Afb. config.. Als u de camera sluit, worden de standaardinstellingen voor video's weer hersteld, terwijl de begininstellingen gehandhaafd blijven totdat u deze weer wijzigt. Selecteer
Opties > Instellingen als u de begininstellingen wilt
wijzigen. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
36
AfbeeldingskwaliteitAfdr. 2M – Groot
(1600 x 1200 resolutie), Afdr. 1M – Norm. (1152 x 864 resolutie) of MMS 0,3M – Klein (640 x 480 resolutie). Kies Afdr. 2M – Groot om de afbeelding af te drukken. Selecteer Afdr. 1M – Norm. als u de afbeelding per e-mail wilt verzenden. Selecteer
MMS 0,3M – Klein als u de afbeelding via MMS wilt
verzenden.
Deze resoluties zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera. In de tweede camera is de resolutie altijd MMS 0,3M –
Klein. Toevoegen aan album - Hiermee geeft u aan of u de foto
wilt opslaan in een bepaald album in de galerij. Als u Ja selecteert, wordt een lijst met beschikbare albums geopend.
Opgenomen afb. tonen - Selecteer Aan als u de
vastgelegde afbeelding wilt bekijken nadat u deze hebt gemaakt of selecteer Uit als u direct wilt doorgaan met het maken van foto's.
Stand.naam afbeelding - Hiermee geeft u de
standaardnaam voor de vastgelegde afbeeldingen op.
Uitgebr. digitale zoom (alleen hoofdcamera) - Selecteer Aan als u traploos digitaal en uitgebreid wilt zoomen.
Selecteer Uit als u wel wilt inzoomen maar de geselecteerde beeldkwaliteit behouden moet blijven.
Opnametoon - Hiermee selecteert u de toon die moet
klinken bij het maken van een foto.
Gebruikt geheugen - Hiermee geeft u op waar
afbeeldingen moeten worden opgeslagen.
Instellingen herstellen - Selecteer Ja als u de camera
weer wilt instellen op de standaardwaarden.

Flash

De flash is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Houd een veilige afstand aan wanneer u de flitser gebruikt. Richt de flitser niet van dichtbij op mensen of dieren. Dek de flitser niet af wanneer u een foto maakt.
De camera heeft een LED-flash voor omstandigheden met weinig licht. De volgende flashmodi zijn beschikbaar voor de camera: Automatisch (), Aan (), Rde-ogenrd. () en Uit ().
Selecteer in de actieve werkbalk de gewenste flashmodus als u de flashmodus wilt wijzigen.
Beeldinstellingen ­kleur en belichting
Als u de kleuren en belichting van de camera nauwkeuriger wilt instellen of als u effecten wilt toevoegen aan uw foto's
Camera
37
of video's, gebruikt u de bladertoetsen om over de actieve werkbalk te navigeren en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Camera
Witbalans - Hiermee selecteert u de huidige
belichtingssituatie in de lijst. Met behulp van deze optie kunt u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.
Belichtingscompensatie (alleen afbeeldingen) - Hiermee
wijzigt u de belichtingstijd van de camera.
Flitser - Hiermee selecteert u de gewenste flitsmodus.
Zie ’Flash’ op pag. 37.
Kleurtoon - Hiermee selecteert u een kleureffect in de lijst. Lichtgevoeligheid (alleen afbeeldingen) - Hiermee
selecteert u de lichtgevoeligheid van de camera. Hoe donkerder de omgeving is, des te hoger de lichtgevoeligheid moet zijn.
Het scherm wordt aangepast aan de nieuwe instellingen, zodat u ziet hoe de foto's of video's eruit komen te zien.
De beschikbare instellingen voor kleur en belichting zijn afhankelijk van de geselecteerde camera en modus. Wanneer u de camera sluit, worden de standaardinstellingen weer actief.
Als u een nieuwe scène selecteert, worden de kleur- en belichtingsinstellingen vervangen door de geselecteerde scène. Zie ’Scènes’ op pag. 38. U kunt de instellingen zo nodig wijzigen nadat u een scène hebt geselecteerd.

Scènes

Met een scène krijgt u automatisch de juiste instellingen voor kleur en belichting voor de huidige omgeving. De instellingen van elke scène zijn afgestemd op een bepaalde stijl of omgeving.
Scènes zijn alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
In de actieve werkbalk kunt u de volgende opties selecteren:
Videoscènes
Automatisch ( ) (standaard) en Nacht ()
Afbeeldingsscènes
Auto () (standaard), Gebr. gedef. (), Staand (), Liggend (), Nacht () en Nacht, staand ().
Wanneer u foto's maakt, is de standaardscène Auto. Ga in het hoofdscherm naar Gebr. gedef. en selecteer
Opties > Wijzigen als u uw eigen scène geschikt wilt
maken voor een bepaalde omgeving. In de door de gebruiker gedefinieerde scène kunt u verschillende belichtings- en kleurinstellingen vastleggen. Selecteer
Gebaseerd op modus en selecteer de gewenste scène als
u de instellingen van een andere scène wilt kopiëren. Selecteer op de coverdisplay Instell. > Gebr.scène >
Wijzig. Selecteer O.b.v. scène om de instellingen van
een andere scène te kopiëren.
38

Foto's nemen in een reeks

De reeksmodus is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Als u de camera wilt instellen om zes of meer foto's in een reeks te maken (indien er voldoende geheugen beschikbaar is), selecteert u op de actieve werkbalk Naar reeksmodus. Het aantal foto's dat u kunt maken, hangt af van het beschikbare geheugen.
Druk op de opnametoets als u zes foto's wilt maken. Druk op Annuleer als u wilt stoppen met het maken van foto's. Houd de opnametoets ingedrukt als u meer dan zes foto's wilt maken. Laat de opnametoets los als u geen foto's meer wilt maken.
Nadat u de foto's hebt gemaakt, worden deze in een raster in het scherm weergegeven. Druk op als u een foto wilt bekijken.
U kunt de reeksmodus ook gebruiken in combinatie met de zelfontspanner. Wanneer u de zelfontspanner gebruikt, kunt u niet meer dan zes foto's maken.
Druk op de opnametoets als u terug wilt gaan naar de zoeker in de reeksmodus.

Zelf op de foto - zelfontspanner

De zelfontspanner is alleen beschikbaar in de hoofdcamera.
Met de zelfontspanner kunt u een opname uitstellen zodat u zelf ook op de foto kunt komen te staan. Kies op de actieve werkbalk Zelfontspanner > 2 seconden,
10 seconden of 20 seconden om de vertraging voor de
zelfontspanner in te stellen. Selecteer Activeren als u de zelfontspanner wilt activeren. Wanneer de zelfontspanner is geactiveerd, knippert het zelfontspannersymbool ( ) en hoort u een geluidssignaal. De foto wordt gemaakt wanneer de geselecteerde vertraging is verstreken.
Kies Zelfontspanner > Uit op de actieve werkbalk als udeZelfontspanner wilt uitschakelen.
Tip! Selecteer Zelfontspanner > 2 seconden in de
actieve werkbalk zodat uw hand stil is wanneer u een foto maakt.

Video's opnemen

Ga als volgt te werk om video's op te nemen waarbij u de coverdisplay als zoeker gebruikt (cover gesloten):
1 Druk met de camera in de Afbeeldingsmodus
op om over te schakelen naar de Videomodus.
2 Druk op om de opname te starten.
Het opnamepictogram wordt weergegeven en er klinkt een geluidssignaal om aan te geven dat de opname is gestart.
3 Druk op of selecteer Stoppen om de opname
te stoppen. De videoclip wordt automatisch opgeslagen
Camera
39
in de map Afb. en video in de Galerij. Zie ’Galerij’ op pag. 43. De maximumlengte van de video is 60 minuten (indien er voldoende geheugen
Camera
beschikbaar is).
Ga als volgt te werk om video's op te nemen waarbij u de hoofddisplay als zoeker gebruikt (cover open):
1 Selecteer Naar videomodus in de actieve werkbalk
als de camera zich in de Afbeeldingsmodus bevindt.
2 Druk op om de opname te starten. Het rode
opnamepictogram wordt weergegeven en er klinkt een geluidssignaal om aan te geven dat de opname is gestart.
3 Druk op of selecteer Stop om de opname te
stoppen. De videoclip wordt automatisch opgeslagen in Afb. en video in de Galerij. Zie ’Afbeeldingen en videoclips’ op pag. 43. De maximumlengte van de video is 60 minuten (indien er voldoende geheugen beschikbaar is).
U kunt de opname op elk gewenst moment onderbreken door Pauze te selecteren. Het pauzepictogram ( ) knippert op het scherm. De video-opname wordt automatisch gestopt als u de opname onderbreekt en gedurende één minuut niet op een toets drukt. Selecteer Doorgaan om de opname te hervatten.
Gebruik de volumetoetsen aan de zijkant van het apparaat om in of uit te zoomen op het onderwerp.
Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen voordat u een video opneemt, gebruikt u de bladertoets om over de actieve werkbalk te navigeren. Zie ’Beeldinstellingen - kleur en belichting’ op pag. 37 en ’Scènes’ op pag. 38.
Selecteer Opties > Ga naar beschikb. geh. (alleen beschikbaar als u een back-up van uw afbeeldingen of videoclips hebt gemaakt) als u geheugen wilt vrijmaken voordat u een video opneemt. Zie ’Vrij geheugen’ op pag. 46.
Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de camera aan de voorkant wilt activeren.

Symbolen voor video-opnamen

In de videozoeker wordt het volgende weergegeven:
1 Het symbool
voor de huidige opnamemodus.
2 Het symbool voor
ingeschakelde geluiddemping.
3 De actieve
werkbalk, waarlangs u kunt navigeren voordat u een opname maakt om verschillende items
40
en instellingen te selecteren. (De werkbalk wordt niet weergegeven tijdens opnamen.) Zie ’Actieve werkbalk’ op pag. 35.
4 De totale beschikbare tijd voor de video-opname.
Tijdens de opname geeft het symbool voor de huidige videolengte ook de verstreken en resterende tijd aan.
5 De symbolen voor het apparaatgeheugen ( ) en de
geheugenkaart ( ) geven aan waar video's worden opgeslagen.
6 Het symbool voor de videokwaliteit geeft aan of de
kwaliteit van de video Hoog, Normaal of Delen is.
7 Het bestandstype van de videoclip.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u alle zoekersymbolen wilt weergeven. Selecteer Pictogram
verbergen als u alleen de videosymbolen en tijdens de
opname de beschikbare opnametijd, de zoombalk bij gebruik van de zoomfunctie en de selectietoetsen wilt weergeven.

Na het opnemen van een video

Nadat u een videoclip hebt opgenomen, selecteert u het volgende op de actieve werkbalk in de hoofddisplay (alleen beschikbaar als Opgenomen video tonen is ingesteld op Aan in de video-instellingen):
Selecteer Afspelen als u de zojuist opgenomen
videoclip meteen wilt afspelen.
Selecteer Verwijd. als u de video niet wilt behouden.
Druk op de beltoets of selecteer Zenden als u de
videoclip wilt verzenden in een multimediabericht, per e-mail of via een Bluetooth-verbinding of als u de clip wilt uploaden naar uw online album. Zie ’Berichten’ op pag. 79, ’Bluetooth-verbinding’ op pag. 67 en ’On line delen’ op pag. 48 voor meer informatie. Deze optie is niet beschikbaar tijdens een actief gesprek. Videoclips in MP4-indeling kunnen mogelijk niet als multimediabericht worden verzonden. U kunt de videoclip ook tijdens een actief gesprek verzenden naar de ontvanger van het gesprek. Selecteer Verzenden
naar beller.
Selecteer Nieuwe video als u een nieuwe videoclip wilt
opnemen.

Video-instellingen

U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de videorecorder: Videoconfig. en begininstellingen. Zie ’Beeldinstellingen - kleur en belichting’ op pag. 37 voor meer informatie over het aanpassen van de instellingen voor Videoconfig.. Als u de camera sluit, worden de standaardinstellingen voor video's weer hersteld, terwijl de begininstellingen gehandhaafd blijven totdat u deze weer wijzigt. Selecteer Opties > Instellingen als u de begininstellingen wilt wijzigen. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Camera
41
Videokwaliteit - Stel de kwaliteit van de videoclip in
op Hoog (beste kwaliteit voor lange-termijngebruik of voor afspelen op een compatibele tv of pc en handset),
Normaal (standaardkwaliteit voor afspelen via uw
Camera
handset), of Delen (videoclip van beperkte omvang om in een multimediabericht te verzenden). Als u de video op een compatibele tv of pc wilt bekijken, kiest u Hoog, met QVGA-resolutie (320 x 240) en de bestandsindeling .mp4. Selecteer Delen (QCIF-resolutie, bestandsindeling .3GP) als u de videoclip via MMS wilt verzenden. Een videoclip die is opgenomen met Delen, kan maximaal 300 KB groot zijn (een lengte van ongeveer 20 seconden). U kunt deze dan eenvoudig als multimediabericht verzenden naar een compatibel apparaat.
Geluidsopname - Selecteer Dempen als u geen geluid wilt
opnemen.
Toevoegen aan album - Selecteer of u de opgenomen
videoclip wilt toevoegen aan een bepaald album in Galerij. Selecteer Ja als u een lijst met beschikbare albums wilt openen.
Opgenomen video tonen - Selecteer of u het eerste beeld
van de opgenomen videoclip wilt weergeven zodra de opname is voltooid. Selecteer Afspelen in de actieve werkbalk (hoofdcamera) of Opties > Afspelen (tweede camera) als u de videoclip wilt bekijken.
Standaardnaam video - Geef de standaardnaam voor
de vastgelegde videoclips op.
Gebruikt geheugen - Geef de standaard-geheugenopslag
op: apparaatgeheugen of geheugenkaart (indien geplaatst).
Instellingen herstellen - Selecteer Ja als u de camera
weer wilt instellen op de standaardwaarden.
42

Galerij

Druk op en selecteer Galerij om uw beelden, videoclips, geluidsclips en koppelingen naar streaming media op te slaan en te organiseren.
Tip! Houd ingedrukt als u zich in een
andere toepassing bevindt en u de laatst opgeslagen afbeelding in Galerij wilt bekijken. Druk nogmaals op als u de hoofdweergave van de map
Afb. en video wilt openen.

Door bestanden bladeren en deze weergeven

Selecteer Afb. en video ,
Tracks , Geluidsclips , Streaming kop. , Presentaties of Alle bestanden en druk op
om het item openen.
U kunt mappen openen en hierin bladeren. Daarnaast kunt u items markeren, kopiëren en naar mappen verplaatsen. U kunt ook
albums maken en items in de albums markeren, kopiëren en toevoegen. Zie ’Albums’ op pag. 46.
Bestanden die zijn opgeslagen op de compatibele geheugenkaart (indien geplaatst), worden aangegeven met .
Druk op als u een bestand wilt openen. Videoclips, RAM-bestanden en koppelingen naar streaming-media worden geopend en afgespeeld in de toepassing
RealPlayer en muziek- en geluidsclips in de toepassing Muziekspeler. Zie ’RealPlayer’ op pag. 31 en
’Musikkavspiller’ op pag. 25. Selecteer een bestand en Opties > Verpl. en kopiëren >
Kop. naar geh.kaart of Verpl. naar geh.kaart of Kop. naar telef.geh. of Verpl. naar telef.geh. als u bestanden
wilt kopiëren of verplaatsen naar de geheugenkaart (indien geplaatst) of naar het apparaatgeheugen.

Afbeeldingen en videoclips

De foto's en videoclips die u met de camera hebt gemaakt, worden opgeslagen in de map Afb. en video in Galerij. Afbeeldingen en videoclips kunnen ook naar u worden verzonden in een multimediabericht, als e-mailbijlage of via een Bluetooth-verbinding. Als u een ontvangen
Galerij
43
afbeelding of videoclip in Galerij of een mediaspeler wilt bekijken, moet u deze opslaan in het apparaatgeheugen of op een compatibele geheugenkaart (indien geplaatst).
Galerij
Selecteer Galerij > Afb. en video. De bestanden met afbeeldingen en videoclips worden opeenvolgend op datum en tijd weergegeven. Het aantal bestanden wordt weergegeven. Druk op of als u één voor één door de bestanden wilt bladeren. Druk op of als u groepsgewijs door bestanden wilt bladeren. Selecteer
Opties > Display roteren als u tussen de liggende en
de staande modi heen en weer wilt schakelen. De inhoud in de map Afb. en video wordt weergegeven in de geselecteerde modus.
Druk wanneer de afbeelding is geopend op de zoomtoetsen aan de zijkant van het apparaat als u op de afbeelding wilt inzoomen. De zoomfactor wordt niet permanent opgeslagen.
Selecteer Opties > Roteren > Naar links of Naar rechts als u de geselecteerde afbeelding naar links of rechts wilt draaien.
Selecteer Opties > Afdrukken als u uw afbeeldingen wilt afdrukken op een compatibele printer of als afdrukbestand wilt opslaan op de geheugenkaart (indien geplaatst). Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 46. U kunt ook afbeeldingen toevoegen aan de afdrukwachtrij in Galerij
zodat u ze later kunt afdrukken. Zie ’Print basket’ op pag. 45.
Selecteer Opties > Bewerken als u een videoclip of foto wilt bewerken. Er verschijnt een editor voor afbeeldingen of video's. Zie ’Videoclips bewerken’ op pag. 49. Zie ’Afbeeldingen bewerken’ op pag. 48.
Als u aangepaste videoclips wilt maken, selecteer dan een of meer videoclips in de galerij en selecteer Opties >
Bewerken. Zie ’Videoclips bewerken’ op pag. 49.
Selecteer Opties > Albums > Naar album als u een afbeelding of videoclip wilt toevoegen aan een album in de galerij. Zie ’Albums’ op pag. 46.
Als u een afbeelding als achtergrond wilt gebruiken, selecteert u de afbeelding en Opties > Afbeelding
gebruiken > Inst. als achtergrond.
Selecteer Verwijderen in de actieve werkbalk als u een afbeelding of videoclip wilt verwijderen. Zie ’Actieve werkbalk’ op pag. 44.
Houd ingedrukt als u vanuit Galerij weer wilt overschakelen naar de camera.

Actieve werkbalk

In de map Afb. en video kunt u de actieve werkbalk gebruiken om snel verschillende taken te selecteren. De actieve werkbalk is alleen beschikbaar wanneer u een afbeelding of videoclip hebt geselecteerd.
44
Navigeer in de actieve werkbalk omhoog of omlaag naar verschillende items en selecteer deze door op te drukken. De beschikbare opties variëren afhankelijk van de huidige status en het feit of u een afbeelding of videoclip hebt geselecteerd. U kunt ook instellen dat de actieve werkbalk altijd wordt weergegeven in het scherm of wordt geactiveerd door een toets in te drukken.
Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u de actieve werkbalk in het scherm wilt weergeven.
Selecteer Opties > Pictogram verbergen als u wilt dat de actieve werkbalk alleen wordt weergegeven wanneer u deze nodig hebt. Druk op als u de actieve werkbalk wilt activeren.
Maak een keuze uit de volgende opties:
- Hiermee speelt u de geselecteerde videoclip af.
- Hiermee verzendt u de geselecteerde afbeelding
of videoclip.
/ - Hiermee voegt u een afbeelding toe aan of verwijdert u deze uit de afdrukwachtrij. Zie ’Print basket’ op pag. 45.
- Hiermee geeft u de afbeeldingen in de
afdrukwachtrij weer.
- Hiermee start u een diapresentatie van
uw afbeeldingen.
- Hiermee verwijdert u de geselecteerde afbeelding
of videoclip.
- Hiermee drukt u de weergegeven afbeelding af.
- Hiermee verlaagt u de resolutie van de geselecteerde afbeelding en maakt u geheugen vrij voor nieuwe afbeeldingen. Zie ’Vrij geheugen’ op pag. 46.
De beschikbare opties kunnen variëren afhankelijk van de huidige weergave.

Print basket

U kunt afbeeldingen toevoegen aan de Print basket, de afdrukwachtrij, en ze later afdrukken op een compatibele printer of in een compatibele afdrukkiosk, indien beschikbaar. Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 46. De toegevoegde afbeeldingen worden aangeduid met in de map Afb. en video en de betreffende albums.
Selecteer een afbeelding en Tv. aan afdr. wachtrij in de actieve werkbalk als u een afbeelding later wilt afdrukken.
Selecteer Print basket weerg. in de actieve werkbalk of selecteer in de map Afb. en video (alleen beschikbaar wanneer u afbeeldingen hebt toegevoegd aan de Print basket) als u de afbeeldingen in de Print basket wilt weergeven.
Galerij
45
Selecteer een afbeelding in de map Afb. en video of in een album en selecteer Verw. uit Print basket in de actieve werkbalk als u de afbeelding wilt verwijderen uit de
Galerij
Print basket.

Albums

U kunt afbeeldingen en videoclips eenvoudig beheren in albums. Selecteer Afb. en video > Opties > Albums >
Albums weergeven als u de lijst met albums wilt
weergeven. Ga naar een foto of videoclip en selecteer Opties >
Albums > Naar album als u deze wilt toevoegen aan
een album in de galerij. Er verschijnt een lijst met albums. Selecteer het album waaraan u de afbeelding of videoclip wilt toevoegen. De toegevoegde afbeeldingen en videoclips worden niet verwijderd uit de map Afb. en video.
Druk op als u een bestand uit een album wilt verwijderen. Het bestand wordt niet verwijderd uit de map Afb. en video in Galerij.
Selecteer Opties > Nieuw album als u in de lijstweergave voor albums een nieuw album wilt maken.

Vrij geheugen

Selecteer Opties > Verkleinen als u de resolutie en bestandsgrootte van afbeeldingen in Galerij wilt verlagen om geheugen vrij te maken voor nieuwe foto's. Als u eerst een back-up van de afbeeldingen wilt maken, kopieert u deze naar een compatibele pc of een andere locatie. Wanneer u Verkleinen selecteert, wordt de resolutie van een afbeelding beperkt tot 640 x 480.
Selecteer Opties > Vrij geheugen als u geheugenruimte wilt vrijmaken nadat u items naar andere locaties of andere apparaten hebt gekopieerd. U kunt bladeren door een lijst met bestanden die u hebt gekopieerd. Selecteer
Opties > Verwijderen als u een gekopieerd bestand wilt
verwijderen uit Galerij.

Afbeeldingen afdrukken

Als u afbeeldingen wilt afdrukken met Afb. afdrukken, selecteert u de gewenste afbeelding en vervolgens de afdrukoptie in de galerij, camera, afbeeldingseditor of afbeeldingsviewer.
Gebruik Afb. afdrukken als u afbeeldingen wilt afdrukken via een compatibele USB-gegevenskabel, een Bluetooth-verbinding of een compatibele geheugenkaart (indien beschikbaar).
46
U kunt alleen afbeeldingen in JPEG-indeling afdrukken. De foto's die met de camera worden gemaakt, worden automatisch opgeslagen in JPEG-indeling.
Als u wilt afdrukken op een printer die compatibel is met PictBridge, sluit u de gegevenskabel aan voordat u de afdrukoptie selecteert. Vervolgens controleert u of de gegevenskabelmodus is ingesteld op Afb. afdrukken of Vragen bij verbind.. Zie ’USB’ op pag. 71.

Afdrukvoorbeeld

Nadat u de printer hebt geselecteerd, worden de geselecteerde afbeeldingen weergegeven met vooraf gedefinieerde indelingen. Als u de indeling wilt wijzigen, drukt u op of om door de beschikbare indelingen voor de geselecteerde printer te bladeren. Als de afbeeldingen niet op één pagina passen, drukt u op of om de overige pagina's te bekijken.
Galerij

Printer selecteren

Wanneer u Afb. afdrukken de eerste keer gebruikt, wordt een lijst met beschikbare compatibele printers weergegeven nadat u de afbeelding hebt geselecteerd. Selecteer een printer. De printer wordt ingesteld als de standaardprinter.
Als u via een compatibele USB-gegevenskabel een printer hebt aangesloten die compatibel is met PictBridge, wordt de printer automatisch weergegeven.
Als de standaardprinter niet beschikbaar is, wordt een lijst met beschikbare afdrukapparaten weergegeven.
Selecteer Opties > Instellingen > Standaardprinter als u de standaardprinter wilt wijzigen.

Afdrukinstellingen

De beschikbare opties variëren, afhankelijk van de mogelijkheden van de printer die u hebt geselecteerd.
Selecteer Opties > Standaardprinter als u een standaardprinter wilt instellen.
Selecteer Papierformaat, het gewenste papierformaat in de lijst en OK als u het formaat wilt selecteren. Selecteer
Annuleer als u wilt terugkeren naar de vorige weergave.

PrintOnline

Met Online afdr. kunt u afdrukken van uw afbeeldingen online bestellen en direct laten bezorgen bij u thuis of in een winkel waar u deze kunt ophalen. Welke producten beschikbaar zijn, is afhankelijk van de serviceprovider.
47
Als u Online afdr. wilt gebruiken, moet minimaal één configuratiebestand van een afdrukservice zijn geïnstalleerd. U kunt de bestanden verkrijgen bij providers
Galerij
van afdrukdiensten die Online afdr. ondersteunen.
Zie de brochures voor het apparaat op www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-website voor meer informatie over de toepassing.

On line delen

Met On line delen kunt u afbeeldingen en videoclips delen in compatibele online albums, weblogs of in andere webservices voor on line delen. U kunt inhoud uploaden, een niet-voltooide post opslaan als concept en later doorgaan en de inhoud van de albums weergeven. Welke inhoudstypen worden ondersteund, is afhankelijk van de serviceprovider.
Als u On line delen wilt gebruiken, moet u zich abonneren op de dienst via een serviceprovider voor het delen van online afbeeldingen. Vervolgens moet u een nieuwe account maken. U kunt zich meestal op de betreffende dienst abonneren via de webpagina van de serviceprovider. Neem contact op met uw serviceprovider voor details over het abonneren op de dienst. Zie de pagina's voor productondersteuning op www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-website voor meer informatie over compatibele serviceproviders.
Zie de brochures voor het apparaat op www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-website voor meer informatie over de toepassing.

Afbeeldingen bewerken

Selecteer Opties > Bewerken als u nieuwe foto's of foto's die al in Galerij zijn opgeslagen, wilt bewerken.
Selecteer Opties > Effect toepassen als u een raster wilt openen waarin u verschillende bewerkingsopties aan de hand van kleine pictogrammen kunt selecteren. U kunt de afbeelding bijsnijden en draaien; de helderheid, de kleur, het contrast en de resolutie aanpassen, en effecten, tekst, illustraties of een kader aan de foto toevoegen.

Afbeeldingen bijsnijden

Selecteer Opties > Effect toepassen > Snijden als u een afbeelding wilt bijsnijden. Selecteer Handmatig of selecteer een vooraf gedefinieerde beeldverhouding in de lijst als u de afbeelding handmatig wilt bijsnijden. Als u Handmatig selecteert, wordt in de linkerbovenhoek van de afbeelding een kruis weergegeven. Gebruik de bladertoets om het gebied te selecteren dat u wilt bijsnijden en selecteer Instellen. Er verschijnt een tweede kruis in de rechterbenedenhoek. Selecteer wederom het gebied dat u wilt bijsnijden. Selecteer Terug als u het eerste geselecteerde gebied wilt aanpassen.
48
Tezamen vormen de geselecteerde gebieden een rechthoek ter grootte van de bijgesneden afbeelding.
Als u een vooraf gedefinieerde beeldverhouding hebt gekozen, selecteert u de linkerbovenhoek van het gebied dat u wilt bijsnijden. Met de bladertoets kunt u het formaat van het gemarkeerde gebied wijzigen. Druk op als u het geselecteerde gebied wilt blokkeren. Met de bladertoets kunt u het gebied binnen de foto verplaatsen. Druk op als u wilt selecteren welk gebied u wilt bijsnijden.

Roodheid verminderen

Selecteer Opties > Effect toepassen >
Rode-ogenreductie als u de roodheid van ogen in een
afbeelding wilt verminderen. Verplaats het kruis naar het oog en druk op . Er verschijnt een lus in het scherm. Gebruik de bladertoets om het formaat van de lus te wijzigen zodat het oog er precies in past. Druk op om de rode kleur te corrigeren.

Handige sneltoetsen

Sneltoetsen in de afbeeldingseditor:
Druk op als u een afbeelding wilt bekijken op het
volledige scherm. Druk nogmaals op als u wilt terugkeren naar de normale weergave.
Druk op of als u een afbeelding naar rechts of
naar links wilt draaien.
Druk op of als u wilt in- of uitzoomen.
Druk op , , of als u wilt schuiven in een
ingezoomde afbeelding.

Videoclips bewerken

Als u videoclips in Galerij wilt bewerken en aangepaste videoclips wilt maken, gaat u naar een videoclip en selecteert u Opties > Bewerken > Samenvoegen, Geluid
wijzigen, Tekst toevoegen, Knippen of muvee maken.
De video-editor ondersteunt videobestanden in de indelingen .3GP en .MP4 en geluidsbestanden in de indelingen .AAC, .AMR, .MP3 en .WAV.
Tip! U kunt Movie Director gebruiken om aangepaste
videoclips te maken. Selecteer de videoclips en afbeeldingen waarmee u een muvee wilt maken en selecteer Opties > Bewerken > muvee maken. Zie ’Movie Director’ op pag. 51.
De aangepaste videoclips worden automatisch opgeslagen in de map Afb. en video in Galerij. De clips worden op de geheugenkaart opgeslagen. Als de geheugenkaart niet beschikbaar is, wordt het apparaatgeheugen gebruikt.
Galerij
49

Afbeeldingen, video, geluid en tekst toevoegen

Galerij
U kunt afbeeldingen, videoclips en tekst toevoegen aan een videoclip die in Galerij is geselecteerd om een aangepaste videoclip te maken.
Als u een afbeelding of videoclip wilt combineren met de geselecteerde videoclip in de map Afb. en video, selecteert u Opties > Bewerken > Samenvoegen > Afbeelding of
Videoclip. Selecteer het gewenste bestand en druk
op Selecteer.
Als u de oorspronkelijke geluidsclip van de videoclip wilt vervangen door een nieuwe geluidsclip, selecteert u Opties > Bewerken > Geluid wijzigen en selecteert u vervolgens een geluidsclip.
Als u tekst aan het begin of einde van de videoclip wilt toevoegen, selecteert u Opties > Bewerken > Tekst
toevoegen, voert u de tekst in die u wilt toevoegen, en
drukt u op OK. Vervolgens geeft u aan waar u de tekst wilt toevoegen: Begin of Einde.

Een videoclip monteren

U kunt de videoclip inkorten en begin- en eindmarkeringen toevoegen om delen uit de videoclip te verwijderen.
Ga naar de map Afb. en video en selecteer Opties >
Bewerken > Knippen.
Als u de geselecteerde videoclip vanaf het begin wilt afspelen, selecteert u Opties > Afspelen.
Tip! Als u een snapshot van een videoclip wilt maken,
drukt u op de bewerktoets.
U kunt aangeven welke delen van de video u in de aangepaste videoclip wilt opnemen door de begin- en eindpunten voor deze delen te definiëren. Ga daartoe naar het gewenste punt in de video en selecteer Opties >
Beginmark. of Eindmarkering. Als u het begin- of
eindpunt van het geselecteerde gedeelte wilt wijzigen, gaat u naar de gewenste markering en drukt u op de bladertoets. Vervolgens kunt u de geselecteerde markering op de tijdlijn naar voren of naar achteren bewegen.
Als u alle markeringen wilt verwijderen, selecteert u Opties > Verwijderen > Alle markeringen.
Selecteer Opties > Gemrk. sectie afspelen als u een voorbeeld van de clip wilt bekijken. Als u naar een andere positie op de tijdlijn wilt gaan, navigeert u naar links of rechts.
Als u het afspelen van de videoclip wilt stoppen, drukt uopPauze. Als u het afspelen van de clip wilt hervatten, selecteert u Opties > Afspelen. Als u wilt terugkeren naar de weergave voor het monteren van de video, drukt uop Terug.
50
Als u de wijzigingen wilt opslaan en wilt terugkeren naar
Galerij, drukt u op Gereed.

Video's verzenden

Selecteer Opties > Zenden > Via multimedia, Via e-mail,
Via Bluetooth of Webupload om een videoclip te
verzenden. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de maximale grootte van de multimediaberichten die u kunt verzenden.
Tip! Als u een videoclip wilt verzenden die groter
is dan de maximale grootte die uw serviceprovider toestaat voor multimediaberichten, kunt u de clip verzenden via draadloze Bluetooth-technologie. Zie ’Gegevens verzenden met behulp van Bluetooth­verbinding’ op pag. 69. U kunt uw video's ook overbrengen naar een compatibele pc met een Bluetooth-verbinding, een USB-gegevenskabel of met behulp van een compatibele geheugenkaartlezer.

Movie Director

Druk op en selecteer Galerij, afbeeldingen en video's en Opties > Bewerken > muvee maken als u muvees wilt maken.
Een muvee is een korte, bewerkte videoclip die video, afbeeldingen, muziek en tekst kan bevatten. Een snelle
muvee wordt automatisch gemaakt door Movie Director nadat u de stijl voor de muvee hebt geselecteerd. Movie
Director gebruikt de standaardmuziek en -tekst die aan de
gekozen stijl zijn gekoppeld. In een aangepaste muvee kunt u uw eigen video- en muziekclips, afbeeldingen en stijl selecteren en een begin- en eindbericht toevoegen. U kunt muvees verzenden in een multimediabericht.
Muvees kunnen worden opgeslagen in Galerij in 3GP-indeling.

Een snelle muvee maken

1 Selecteer in Galerij afbeeldingen en video's voor de
muvee en kies Opties > Bewerken > muvee maken. De weergave voor het selecteren van stijlen wordt geopend.
2 Selecteer in de stijllijst een stijl voor de muvee. 3 Selecteer Opties > muvee maken.

Een aangepaste muvee maken

1 Selecteer in Galerij afbeeldingen en video's voor de
muvee en kies Opties > Bewerken > muvee maken. De weergave voor het selecteren van stijlen wordt geopend.
2 Ga naar de gewenste stijl en selecteer Opties >
Aanpassen.
Galerij
51
3 Sorteer en bewerk de geselecteerde items of voeg items
toe aan of verwijder deze uit de muvee in Video's en
Galerij
afb. of Muziek.
In Video's en afb. kunt u aangeven in welke volgorde u de bestanden wilt afspelen in de muvee. Selecteer het bestand dat u wilt verplaatsen door op te drukken. Ga vervolgens naar het bestand waaronder u het gemarkeerde bestand wilt plaatsen en druk op . Selecteer Opties > Toevoegen/Verwijderen als u afbeeldingen en video's wilt toevoegen aan of verwijderen uit de muvee. Ga naar de lijst met afbeeldingen of videoclips en selecteer Opties > Albums als u albums en de betreffende inhoud wilt toevoegen aan de muvee. Ga naar Video's en afb. en selecteer Opties >
Inhoud selecteren als u de videoclips wilt bijknippen.
Zie ’Inhoud selecteren’ op pag. 52. U kunt in Bericht een begin- en eindtekst toevoegen aan een muvee. In Lengte kunt u de lengte van de muvee opgeven. Maak een keuze uit de volgende opties:
Multimediaber. - Hiermee optimaliseert u de lengte
van de muvee voor verzending in een multimediabericht.
Autom. select. - Hiermee worden alle geselecteerde
afbeeldingen en videoclips in de muvee automatisch opgenomen.
Gelijk aan muziek - Hiermee stelt u de duur van
de muvee in op de duur van de gekozen muziekclip.
Door gebr. gedef. - Hiermee bepaalt u de lengte van
de muvee.
4 Selecteer Opties > muvee maken.
De voorbeeldweergave wordt geopend.
5 Selecteer Opties > Afspelen als u een voorbeeld
van de aangepaste muvee wilt bekijken voordat u deze opslaat.
6 Selecteer Opties > Opslaan als u de muvee
wilt opslaan.
Selecteer Opties > Opnieuw maken als u een nieuwe aangepaste muvee wilt maken met dezelfde stijlinstellingen.
Inhoud selecteren
Ga naar de map Video's en afb. en selecteer Opties >
Inhoud selecteren als u de geselecteerde videoclips wilt
bewerken. U kunt selecteren welke delen van de videoclip u in de muvee wilt opnemen of wilt uitsluiten. In de dia geeft de kleur groen de opgenomen delen aan, terwijl rood voor uitgesloten delen en grijs voor neutrale delen staat.
Navigeer naar een deel van de videoclip en selecteer
Opties > Opnemen als u dit deel wilt opnemen in de
muvee. Selecteer Opties > Uitsluiten als u een deel wilt uitsluiten. Selecteer Opties > Opname uitsluiten als u een opname wilt uitsluiten.
52
Als u een bepaald deel van de videoclip willekeurig wilt opnemen of uitsluiten in Movie Director, ga dan naar het deel en selecteer Opties > Markeren als neutraal. Selecteer Opties > Alles mark. als neutraal als u willekeurige delen van de clip wilt opnemen of uitsluiten.
Instellingen
Ga naar de weergave voor het selecteren van stijlen en selecteer Opties > Aanpassen > Instellingen als u de volgende opties wilt bewerken:
Gebruikt geheugen - Hiermee geeft u op waar muvees
moeten worden opgeslagen.
Resolutie - Hiermee selecteert u de resolutie van de
muvees. Selecteer Automatisch als u de optimale resolutie wilt gebruiken op basis van het aantal geselecteerde videoclips en de lengte hiervan.
Standaardnaam muvee - Hiermee stelt u een
standaardnaam voor de muvees in.
Onderbreken - Hiermee onderbreekt u de diavoorstelling. Doorgaan - Hiermee hervat u de diavoorstelling. Einde - Hiermee sluit u de diavoorstelling.
Als u door de afbeeldingen wilt bladeren, drukt u op (vorige) of (volgende).
Selecteer Opties > Diavoorstelling > Instellingen >
Vertraging tussen dia's als u het tempo van de
diavoorstelling wilt aanpassen voordat deze wordt gestart. Selecteer Zoomen en pannen als u de dia's soepel in elkaar
wilt laten overlopen en willekeurig wilt in- en uitzoomen op de afbeeldingen in de galerij.
Selecteer Opties > Diavoorstelling > Instellingen >
Muziek of Nummer als u geluid wilt toevoegen aan
de diavoorstelling.
Gebruik de volumetoetsen van het apparaat als u het volume wilt aanpassen.
Galerij

Diavoorstelling

Selecteer Diavoorstelling starten () in de actieve werkbalk als u een diavoorstelling van afbeeldingen in een volledig scherm wilt bekijken. De diavoorstelling begint met het geselecteerde bestand. Maak een keuze uit de volgende opties:

Presentaties

Bij presentaties kunt u SVG-bestanden (Scalable Vector Graphics) bekijken, zoals cartoons en kaarten. SVG-afbeeldingen blijven er hetzelfde uitzien wanneer deze worden afgedrukt of worden bekeken bij een andere schermgrootte of resolutie. Selecteer Presentaties, ga naar een afbeelding en selecteer Opties > Afspelen als
53
u SVG-bestanden wilt weergeven. Selecteer Opties >
Onderbreken als u het afspelen wilt onderbreken.
Druk op als u wilt inzoomen. Druk op als u wilt
Galerij
uitzoomen.
Druk op of als u de afbeelding 90-graden links-of rechtsom wilt draaien. Druk op of als u de afbeelding 45 graden wilt draaien.
Druk op als u wilt schakelen tussen een volledig en een normaal scherm.
54

Het apparaat aanpassen

Maak een keuze uit de volgende opties als u het apparaat wilt aanpassen:
Zie ’Actieve stand-by modus’ op pag. 58 als u het
stand-by scherm wilt gebruiken voor snelle toegang tot de toepassingen die u vaak gebruikt.
Zie ’Het uiterlijk van het apparaat wijzigen’ op pag. 56
als u de achtergrondafbeelding voor de stand-by modus of de screensaver wilt wijzigen.
Zie ’Coverdisplay’ op pag. 57 als u het uiterlijk van de
coverdisplay wilt wijzigen.
Zie ’Profielen- Hiermee stelt u tonen in’ op pag. 55
en ’Beltonen toevoegen voor contactpersonen’ op pag. 104 als u de beltonen wilt aanpassen.
Zie ’Standby-modus’ op pag. 115 als u de sneltoetsen
wilt wijzigen voor de verschillende toetsaanslagen van de bladertoets en de linker- en rechterselectietoetsen in de stand-by modus.
Druk op en selecteer Toepass. > Klok > Opties >
Instellingen > Type klok > Analoog of Digitaal als u in
de stand-by modus een andere klok wilt weergeven.
Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. >
Algemeen > Persoonlijk > Weergave > Welkomstnotitie/logo als u het welkomstbericht wilt
wijzigen in een afbeelding of animatie.
Ga naar het hoofdmenu en selecteer Opties >
Menuweergave wijzigen > Raster of Lijst als
u de weergave van het hoofdmenu wilt wijzigen.
Ga naar het hoofdmenu en selecteer Opties >
Verplaatsen, Verplaats naar map, of Nieuwe map als
u het hoofdmenu opnieuw wilt indelen. U kunt minder vaak gebruikte toepassingen naar mappen verplaatsen en vaak gebruikte toepassingen in het hoofdmenu opnemen.
Profielen- Hiermee stelt u tonen in
Druk op en selecteer Instrumenten > Profielen als u de beltonen, berichtensignaaltonen en anderen tonen voor verschillende gebeurtenissen, situaties of bellergroepen wilt instellen en aanpassen.

Selecteer Instrumenten > Profielen, een profiel en

Opties > Activeren als u het profiel wilt wijzigen. U kunt
het profiel ook wijzigen door in de stand-by modus op te drukken. Ga naar het profiel dat u wilt activeren en selecteer OK.
Het apparaat aanpassen
55
Tip! Houd ingedrukt als u wilt schakelen de
tussen het algemene en stille profiel.
Druk op en selecteer Instrumenten > Profielen als u een profiel wilt wijzigen. Ga naar het profiel en selecteer
Opties > Aanpassen. Ga naar de instelling die u wilt
wijzigen en druk op om de opties te openen. Tonen die zijn opgeslagen op een compatibele geheugenkaart (indien geplaatst), worden aangegeven met .
In de lijst met tonen wordt met de koppeling Geluiden
downldn (netwerkdienst) een lijst met bookmarks
geopend. U kunt een bookmark selecteren en verbinding
Het apparaat aanpassen
met een webpagina maken om meer tonen te downloaden. Selecteer Opties > Aanpassen en stel Naam beller uitspr.
in op Aan als u wilt dat de naam van de beller wordt uitgesproken wanneer u wordt gebeld. De naam van de beller moet zijn opgeslagen in Contacten.
Selecteer Opties > Nieuw maken als u een nieuw profiel wilt maken.

Het profiel Offline

Met het profiel Offline kunt u het apparaat gebruiken zonder dat u verbinding hebt met het draadloze netwerk. Wanneer u het profiel Offline activeert, wordt de verbinding met het draadloze netwerk verbroken, zoals wordt aangegeven met in het symbool voor de signaalsterkte. Er zijn geen draadloze RF-signalen naar
en van het apparaat mogelijk. Berichten die u wilt verzenden worden in de Outbox geplaatst, zodat u deze later kunt verzenden.
Wanneer het profiel Offline actief is, kunt u het apparaat gebruiken zonder een SIM-kaart.
Belangrijk: In het profiel Vlucht kunt u geen
oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere functies waarvoor netwerkdekking vereist is niet worden gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het alarmnummer dat in het apparaat is geprogrammeerd kiezen. Als u wilt bellen, moet u de telefoonfunctie eerst activeren door een ander profiel te kiezen. Als het apparaat vergrendeld is, moet u de beveiligingscode invoeren.
U kunt ook Bluetooth-verbinding gebruiken zolang het profiel Offline actief is. Zie ’Bluetooth-verbinding’ op pag. 67.
Druk op de aan/uit-toets en selecteer een ander profiel als u het profiel Offline wilt verlaten. Via het apparaat wordt de draadloze overdracht opnieuw ingeschakeld (mits het signaal sterk genoeg is).

Het uiterlijk van het apparaat wijzigen

Als u het uiterlijk van het scherm wilt aanpassen met bijvoorbeeld een achtergrond en pictogrammen, drukt
56
uop en selecteert u Instrumenten > Instell. >
Algemeen > Persoonlijk > Thema's.
Selecteer Thema's > Algemeen als u een ander thema wilt gebruiken voor alle toepassingen in het apparaat. Ga naar de hoofdweergave en selecteer een toepassing als u het thema van een bepaalde toepassing wilt wijzigen.
Selecteer Opties > Bekijken als u een thema wilt bekijken voordat u dit activeert. Selecteer Opties > Instellen als u het thema wilt activeren. Het actieve thema wordt aangegeven met .
Thema's die zijn opgeslagen op een compatibele geheugenkaart (indien geplaatst), worden aangegeven met . De thema's op de geheugenkaart zijn niet beschikbaar als de geheugenkaart zich niet in het apparaat bevindt. Als u de thema's die op de geheugenkaart zijn opgeslagen zonder de geheugenkaart wilt gebruiken, moet u de thema's eerst opslaan in het geheugen van het apparaat.
Selecteer Thema's > Menuweerg. als u de indeling van het hoofdmenu wilt wijzigen.
Ga naar Algemeen of Menuweerg. en selecteer Thema's
downldn (netwerkdienst) als u een browserverbinding
wilt openen om meer thema's te downloaden.
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten
die u vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden.
U kunt de achtergrond en energiebesparing voor het huidige thema bewerken. Selecteer Thema's >
Achtergrond als u de achtergrondafbeelding in het scherm
voor de actieve stand-by modus wilt wijzigen. Zie ook ’Weergave’ op pag. 114 voor meer informatie over het instellen van de time-out voor de energiebesparing.

Coverdisplay

Als u het uiterlijk van het coverscherm wilt wijzigen, drukt u op en selecteert u Instrumenten > Instell. >
Algemeen > Persoonlijk > Thema's > Persoonl. cover.
Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Achtergrond- Selecteer de achtergrondafbeelding die
in de stand-by modus op het coverscherm moet worden weergegeven.
Screensaver- Selecteer een afbeelding of animatie die
u als screensaver op het coverscherm wilt weergeven en selecteer hoelang deze moet worden weergegeven.
Wanneer u een afbeelding selecteert om als achtergrond of screensaver te gebruiken, wordt over de afbeelding heen een snijkader getoond. U kunt inzoomen op de afbeelding en de afbeelding draaien. Gebruik de toetsen om het kader in het scherm te verplaatsten. Selecteer Opties > Instellen
als achtergrnd of Instlln als scrnsaver om het gedeelte
binnen het kader te gebruiken. U kunt een afbeelding
Het apparaat aanpassen
57
waarop een auteursrecht rust, niet gebruiken als achtergrond of screensaver.
Animatie bij sluiten - Selecteer een korte animatie die
u wilt afspelen wanneer u de cover sluit.
Toon bij sluiten - Selecteer een korte tune die u wilt
afspelen wanneer u de cover sluit.
Toon bij openen - Selecteer een korte tune die u wilt
afspelen wanneer u de cover opent en het apparaat in de stand-by modus staat.
Het apparaat aanpassen

Actieve stand-by modus

In de actieve stand-by modus worden snelkoppelingen naar toepassingen en gebeurtenissen in toepassingen weergegeven, zoals de agenda en de speler.
Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. >
Algemeen > Persoonlijk > Standby-modus > Act. standby als u de actieve stand-by modus wilt in-
of uitschakelen.
Ga naar een toepassing of gebeurtenis en druk op .
Als de actieve stand-by modus is ingeschakeld, kunt u geen gebruik maken van de standaardsnelkoppelingen voor de bladertoets die beschikbaar zijn in deze modus.
Druk op en selecteer
Instrumenten > Instell. > Algemeen > Persoonlijk > Standby-modus > Toep. actief standby als u de
standaardsnelkoppelingen van toepassingen wilt wijzigen.
Sommige snelkoppelingen zijn vast en kunnen niet worden gewijzigd.
58

Webbrowser

Druk op en selecteer Web (netwerkdienst).
Tip! Houd in de stand-by modus ingedrukt om de
webbrowser te starten.
Met de webbrowser kunt u HTML-webpagina's (HyperText Markup Language) op internet weergeven zoals deze oorspronkelijk zijn ontworpen. U kunt ook bladeren door webpagina's die specifiek zijn ontworpen voor mobiele apparaten en XHTML (eXtensible HyperText Markup Language) of WML (Wireless Markup Language) gebruiken.
Met Web kunt u in- en uitzoomen op een pagina, de
Miniweergave en het paginaoverzicht gebruiken om
over pagina's te navigeren, webfeeds en blogs te lezen, webpagina's van een bookmark te voorzien en inhoud te downloaden.
Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van diensten. De serviceprovider kan u ook instructies geven voor het gebruik van deze diensten.
Als u de webbrowser wilt gebruiken, hebt u een toegangspunt nodig om verbinding te maken met internet. Zie ’Toegangspunten’ op pag. 123.

Beveiliging van de verbinding

Als tijdens een verbinding het beveiligingssymbool wordt weergegeven, is de gegevensoverdracht tussen het apparaat en de internetgateway of -server gecodeerd.
Het veiligheidssymbool geeft niet aan dat de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder (of de locatie waar de aangevraagde bron is opgeslagen) veilig is. De serviceprovider beveiligt de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder.
Voor een aantal diensten, zoals bankdiensten, zijn mogelijk beveiligingscertificaten vereist. Als de identiteit van de server niet authentiek is of als u niet over het juiste beveiligingscertificaat beschikt, wordt een melding weergegeven. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider. Zie ook ’Certificaatbeheer’ op pag. 118 voor meer informatie over certificaten en details hiervan.

De weergave Bookmarks

In de weergave Bookmarks kunt u webadressen selecteren uit een lijst of uit een verzameling bookmarks in de map
Webbrowser
59
Autom. bookmrks. U kunt ook direct in het veld de URL
invoeren van de webpagina die u wilt bezoeken ( ).
De startpagina die voor het standaardtoegangspunt
is gedefinieerd.
U kunt URL's opslaan als bookmarks terwijl u op internet
Webbrowser
surft. U kunt adressen die u in een bericht hebt ontvangen, ook opslaan als bookmarks. Daarnaast kunt u opgeslagen bookmarks verzenden.
Mogelijk bevat het apparaat vooraf geïnstalleerde bookmarks en koppelingen voor websites van derden. U kunt websites van derden ook bezoeken vanaf uw apparaat. Nokia is niet gelieerd aan websites van derden. Nokia ondersteunt deze sites niet en draagt er geen aansprakelijkheid voor. Als u ervoor kiest om dergelijke websites te bezoeken, dient u voorzorgsmaatregelen voor beveiliging of inhoud te treffen.
Druk op of selecteer Opties > Bookmarks als u de weergave Bookmarks wilt openen terwijl u aan het surfen bent.
Selecteer Opties > Bookmarkbeheer > Bewerken als u de details van een bookmark wilt bewerken, zoals de titel.
In de weergave Bookmarks kunt u ook andere browsermappen opgeven. Met de webbrowser kunt u tijdens het surfen over het internet webpagina's opslaan. In de map Opgeslagen pagina's kunt u de inhoud bekijken van de pagina's die u offline hebt opgeslagen.
In de webbrowser wordt ook bijgehouden welke pagina's u tijdens het surfen bezoekt. In de map Autom. bookmrks kunt u een lijst met bezochte webpagina's weergeven.
In Webfeeds kunt u opgeslagen koppelingen weergeven naar webfeeds en blogs waarop u zich hebt geabonneerd. Webfeeds worden vaak gebruikt op webpagina's van belangrijke nieuwsorganisaties, in persoonlijke weblogs, door online community's die de meest recente koppen bieden en in overzichten van artikelen. In webfeeds wordt RSS- en ATOM-technologie gebruikt.

Op internet surfen

Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten
die u vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden.
Met Web kunt u webpagina's weergeven zoals deze oorspronkelijk zijn ontworpen. Ga naar een webpagina door in de weergave Bookmarks een bookmark te selecteren of het adres in te voeren in het veld ( ). Druk vervolgens op .
Sommige webpagina's kunnen materiaal bevatten, bijvoorbeeld afbeeldingen en geluiden, die alleen kunnen worden bekeken als uw apparaat over veel geheugen beschikt. Als geen geheugen meer beschikbaar is tijdens het laden van een dergelijke pagina, worden de afbeeldingen op de pagina niet weergegeven.
60
Wanneer u webpagina's zonder afbeeldingen wilt bekijken om geheugenruimte te sparen, selecteert u Opties >
Instellingen > Pagina > Afb. en objctn tonen > Nee.
Tip! Druk tweemaal op of druk op als u wilt
terugkeren naar de stand-by modus terwijl de browser op de achtergrond is geopend. Keer terug naar de browser door ingedrukt te houden en de browser in de lijst te selecteren.
Druk op als u koppelingen wilt openen en items wilt selecteren.
Selecteer Opties > Ga naar webadres als u een nieuw te bezoeken webadres wilt invoeren.
Tip! Druk op en selecteer een bookmark als
u een webpagina wilt bezoeken die als bookmark is opgeslagen in de weergave Bookmarks.
Selecteer Opties > Navigatieopties > Opnieuw laden als u de meest recente versie van de pagina wilt ophalen vanaf de server.
Selecteer Opties > Opslaan als bookmark als u het webadres van de huidige pagina wilt opslaan als bookmark.
Selecteer Terug (beschikbaar als Geschiedenislijst is ingesteld in de browserinstellingen) of Opties >
Navigatieopties > Geschiedenis als u de visuele
geschiedenis wilt gebruiken om tijdens het surfen
snapshots van de bezochte pagina's te maken. Selecteer de pagina als u naar een eerder bezochte pagina wilt gaan.
Selecteer Opties > Instrumenten > Pagina opslaan als u een pagina wilt opslaan tijdens het surfen. U kunt pagina's opslaan in het apparaatgeheugen of op een compatibele geheugenkaart (indien geplaatst) en de pagina's bekijken wanneer u offline bent. U kunt de pagina's ook groeperen in mappen. Selecteer Opgeslagen
pagina's als u de pagina's naderhand in de weergave
Bookmarks wilt openen. Selecteer Opties > Dienstopties (indien ondersteund door
de webpagina) als u een sublijst met opdrachten of acties voor de geopende pagina wilt openen.
Selecteer Opties > Venster > Pop-ups blokkeren of
Pop-ups toestaan als u wilt toestaan of voorkomen
dat meerdere vensters automatisch worden geopend.
Sneltoetsen tijdens het surfen over het internet
Druk op om uw bookmarks te openen.
Druk op om trefwoorden te zoeken op de
huidige pagina.
Druk op om terug te keren naar de vorige pagina.
Druk op om een lijst met alle open vensters
weer te geven.
Druk op om het huidige venster te sluiten als er
twee of meer venster geopend zijn.
Webbrowser
61
Druk op om het paginaoverzicht van de huidige
pagina weer te geven. Druk nogmaals op als u wilt inzoomen en het gewenste gedeelte van de pagina wilt weergeven.
Druk op om een nieuw webadres in te voeren.
Druk op om naar de startpagina te gaan.
Webbrowser
Druk op of om in of uit te zoomen op
de pagina.
Selecteer Opties > Scherm draaien als u tussen de liggende en de staande weergaven heen en weer wilt schakelen.

Zoeken in tekst

Zoek op de huidige webpagina naar een trefwoord door
Opties > Zoeken > Tekst te selecteren en een trefwoord in
te voeren. Druk op als u naar het vorige item wilt gaan. Druk op als u naar het volgende item wilt gaan.
Tip! Druk op om trefwoorden te zoeken op
de pagina.

Werkbalk in de browser

Met de werkbalk kunt u veelgebruikte functies in de browser selecteren. Druk op een lege plek van een webpagina op als u de werkbalk wilt openen. Druk op of als u over de werkbalk wilt navigeren. Druk op als u een functie wilt selecteren.
In de werkbalk kunt u de volgende opties selecteren:
Veelgebr. koppelingen - Hiermee geeft u een lijst met
vaak bezochte webadressen weer.
Paginaoverzicht - Hiermee geeft u het overzicht van de
huidige webpagina weer.
Zoeken - Hiermee kunt u zoeken naar trefwoorden op de
huidige pagina.
Opnieuw laden - Hiermee vernieuwt u de pagina. Abonneren (indien beschikbaar) - Hiermee kunt u een lijst
met beschikbare webfeeds op de huidige webpagina weergeven en u abonneren op een webfeed.

Items downloaden en aanschaffen

U kunt onder andere beltonen, afbeeldingen, logo's, thema's en videoclips downloaden. Deze items worden gratis aangeboden of u kunt ze aanschaffen. Gedownloade items worden verder verwerkt door de bijbehorende toepassingen in het apparaat. Een gedownloade foto of een MP3-bestand kunt u bijvoorbeeld opslaan in Galerij.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen
en andere software van betrouwbare bronnen, zoals toepassingen die een Symbian-ondertekening dragen of die de Java-Verified
TM
test hebben doorstaan.
62
1 Klik op de koppeling als u het item wilt downloaden. 2 Selecteer de optie waarmee u het item aanschaft,
bijvoorbeeld Kopen.
3 Lees alle informatie nauwkeurig door.
Selecteer OK als u het item wilt downloaden. Selecteer Annuleer als u het item niet wilt downloaden.
Als u het downloaden start, krijgt u een lijst te zien van de lopende en voltooide downloads tijdens de huidige sessie. Selecteer Opties > Downloads als u ook de lijst wilt weergeven. Ga naar een item in de lijst en selecteer
Opties als u lopende downloads wilt annuleren of
voltooide downloads wilt openen, opslaan of verwijderen.
Als u Miniweergave wilt instellen, selecteert u Opties >
Instellingen > Algemeen > Miniweergave > Aan.

Paginaoverzicht

Wanneer u een webpagina met een grote hoeveelheid informatie bekijkt, kunt u het paginaoverzicht gebruiken om te bekijken welke informatie de pagina bevat.
Druk op als u het paginaoverzicht van de huidige pagina wilt weergeven. Druk op , , of als u naar het gewenste punt op de pagina wilt zoeken. Druk nogmaals op als u wilt inzoomen en het gewenste gedeelte van de pagina wilt weergeven.
Webbrowser

Miniweergave

Met Miniweergave kunt u over webpagina's met grote hoeveelheden informatie navigeren. Wanneer
Miniweergave is ingesteld in de browserinstellingen en
u een grote webpagina weergeeft, wordt Miniweergave geopend en een overzicht van de bezochte webpagina weergegeven. Druk op , , of als u door de Miniweergave wilt bladeren. Stop met bladeren wanneer u de gewenste informatie hebt gevonden. De Miniweergave verdwijnt en de geselecteerde locatie wordt weergegeven.

Webfeeds en blogs

Webfeeds zijn XML-bestanden op de pagina's die veel worden gebruikt door de weblogcommunity en nieuwsorganisaties om de meest recente koppen of volledige tekst te delen, bijvoorbeeld recent nieuws in de vorm van nieuwsfeeds. Blogs of weblogs zijn dagboeken op het web. De meeste webfeeds gebruiken RSS- en ATOM- technologie. Webfeeds worden veel toegepast op web-, blog- en wikipagina's.
De webbrowser stelt automatisch vast of een webpagina webfeeds bevat. Selecteer Opties > Abonneren of klik op de koppeling als u zich wilt abonneren op een webfeed.
63
Selecteer in de weergave Bookmarks Webfeeds als u wilt bekijken op welke webfeeds u bent geabonneerd.
Werk een webfeed bij door deze te selecteren en Opties >
Vernieuwen te selecteren.
Selecteer Opties > Instellingen > Webfeeds als u wilt
Webbrowser
opgeven hoe de webfeeds moeten worden bijgewerkt. Zie ’Instellingen’ op pag. 64.

Verbinding verbreken

Selecteer Opties > Instrumenten > Verbind. verbreken als u de verbinding wilt verbreken en de browserpagina offline wilt weergeven. Selecteer Opties > Afsluiten als u de verbinding wilt verbreken en de browser wilt sluiten.
Als u op drukt, wordt de verbinding niet verbroken, maar wordt de browser naar de achtergrond verplaatst.
Selecteer Opties > Privacyggvns wissen > Verwijder
cookies als u de gegevens wilt verwijderen die de
netwerkserver verzamelt over uw bezoeken aan verschillende webpagina's.
Selecteer Opties > Privacyggvns wissen > Form.-/
wachtwrdgeg. als u de gegevens wilt verwijderen die
u hebt ingevoerd voor verschillende formulieren op de webpagina's die u hebt bezocht.
Als u de informatie wilt wissen die is opgeslagen over de pagina's die u hebt bezocht tijdens de huidige internetsessie, selecteert u Opties > Privacyggvns
wissen > Geschiedenis.

De cache leegmaken

De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen in het cachegeheugen van het apparaat.
Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op te slaan. Als u toegang hebt gezocht of gehad tot vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwoord moet opgeven, kunt u de cache van het apparaat na gebruik beter legen. De informatie of de diensten waartoe u toegang hebt gehad, worden namelijk in de cache opgeslagen. Selecteer Opties > Privacyggvns
wissen > Cache wissen als u de cache wilt wissen.

Instellingen

Selecteer Opties > Instellingen en kies een van de volgende opties:
Algemene instellingen
Toegangspunt - Hiermee wijzigt u het
standaardtoegangspunt. Zie ’Verbinding’ op pag. 122. Sommige of alle toegangspunten kunnen door de serviceprovider vooraf zijn ingesteld voor het apparaat;
64
het is wellicht niet mogelijk deze instellingen te wijzigen of verwijderen of om nieuwe instellingen toe te voegen.
Homepage - Hiermee definieert u de homepage. Miniweergave - Hiermee schakelt u Miniweergave in of
uit. Zie ’Miniweergave’ op pag. 63.
Geschiedenislijst - Schakel Geschiedenislijst in als
u tijdens het surfen met de selectietoets Terug een lijst wilt weergeven met de pagina's die u hebt bezocht tijdens de huidige sessie.
Veiligheidswrschwngn - Hiermee verbergt of toont
u veiligheidswaarschuwingen.
Java/ECMA-script - Hiermee schakelt u het gebruik van
scripts in of uit.
Pagina-instellingen
Afb. en objctn tonen - Hiermee selecteert u of
u afbeeldingen en andere objecten wilt laden tijdens het surfen. Als u Nee hebt geselecteerd, selecteert u Opties > Instrumenten > Afbeeldingen laden wanneer u afbeeldingen of objecten later tijdens het surfen wilt laden.
Schermformaat - Hiermee schakelt u heen en weer tussen
de weergave Volledig scherm en de normale weergave met de lijst Opties.
Standaardcodering - Als teksttekens niet correct worden
weergegeven, kunt u een andere codering selecteren op basis van de taal voor de huidige pagina.
Lettergrootte - Hiermee geeft u de lettergrootte voor
webpagina's op.
Pop-ups blokkeren - Hiermee staat u toe of voorkomt
u dat verschillende pop-upvensters tijdens het surfen automatisch worden geopend
Autom. opnieuw laden - Selecteer Aan als u wilt dat
webpagina's automatisch worden vernieuwd tijdens het surfen.
Privacy-instellingen
Autom. bookmarks - Hiermee schakelt u het automatisch
verzamelen van bookmarks in of uit. Selecteer Map
verbergen als u de adressen van de bezochte webpagina’s
wilt blijven opslaan in de map Autom. bookmrks.
Formulierggvns opslaan - Selecteer Uit als u niet wilt dat
de gegevens die u op de verschillende formulieren van de webpagina invult, worden opgeslagen en de volgende keer worden gebruikt wanneer u de pagina bezoekt.
Cookies - Hiermee schakelt u het ontvangen en verzenden
van cookies in of uit.
Serienr. verzenden - Als u het serienummer van uw
apparaat wilt verzenden als uw gebruikersidentificatie
Webbrowser
65
wanneer u hierom door een webservice wordt gevraagd, selecteert u Aan (indien beschikbaar).
Instellingen voor webfeeds
Automatische updates - Hiermee geeft u op of webfeeds
automatisch moeten worden bijgewerkt en zo ja, hoe vaak
Webbrowser
dit moet gebeuren. Als u de toepassing zodanig instelt dat webfeeds automatisch worden opgehaald, kan dit ertoe leiden dat grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de serviceprovider worden verzonden. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Toeg.p. voor autom. aanp. (alleen beschikbaar als de optie Automatische updates is geselecteerd) - Hiermee kunt
u het toegangspunt selecteren dat bij het bijwerken moet worden gebruikt.
66

Verbindingen

Verbindingsbeheer

Gegevensverbindingen

Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > Verb.beh.. Actieve gegevensverbindingen.
Gegevensoproepen worden aangegeven met , hogesnelheids-gegevensoproepen met en packet-gegevensverbindingen met .
Opmerking: De uiteindelijke gespreksduur die door
de serviceprovider in rekening wordt gebracht kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
Selecteer Opties > Verb. verbreken als u een verbinding wilt verbreken. Selecteer Opties > Alle verb. verbrek. als u alle actieve verbindingen wilt verbreken.
Selecteer Opties > Gegevens als u de details van een verbinding wilt bekijken. Welke details worden weergegeven, is afhankelijk van het type verbinding.

Bluetooth-verbinding

Met draadloze Bluetooth-technologie kunt u een draadloze verbinding tot stand brengen met andere compatibele apparaten. Dit kunnen apparaten zijn als mobiele telefoons en computers, en toebehoren als hoofdtelefoons en carkits. Met de Bluetooth-technologie kunt u afbeeldingen, notities en video-, muziek- en geluidsclips verzenden, een draadloze verbinding tot stand brengen met een compatibele pc (bijvoorbeeld voor bestandsoverdracht) of een verbinding tot stand brengen met een compatibele printer om afbeeldingen af te drukken met Afb. afdrukken. Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 46.
Aangezien apparaten met draadloze Bluetooth­technologie communiceren via radiogolven, hoeft er geen 'direct zicht' te bestaan tussen het apparaat en het andere apparaat. De twee apparaten mogen maximaal 10 meter van elkaar zijn verwijderd, hoewel de verbinding wel hinder kan ondervinden van obstakels, zoals muren of andere elektronische apparaten.
Het apparaat is compatibel met Bluetooth-specificatie 2.0, die de volgende profielen ondersteunt: Advanced Audio Distribution, Basic Imaging, Basic Printing, SIM Access,
Verbindingen
67
Dial-up Networking, File Transfer, Generic Access, Generic Object Exchange, Hands-Free, Headset, Human Interface Device, Object Push, Service Discovery Application en Serial Port. Gebruik door Nokia goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met andere apparatuur die Bluetooth-technologie
Verbindingen
ondersteunt. Informeer bij de fabrikanten van andere apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat.
Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het gebruik van Bluetooth-technologie. Raadpleeg de lokale autoriteiten of serviceprovider voor meer informatie.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie of als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de batterij af.
Als het apparaat is vergrendeld, kunt u de Bluetooth­verbinding niet gebruiken. Zie ’Telefoon en SIM-kaart’ op pag. 116 voor meer informatie over het vergrendelen van apparaten.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Bluetooth - Stel de Bluetooth-verbinding eerst in op Aan en maak vervolgens verbinding als u een draadloze
verbinding met een ander compatibel apparaat wilt maken. Selecteer Uit als u Bluetooth-verbinding wilt uitschakelen.
Waarneembrh. tel. - Selecteer Waarneembaar als het
apparaat mag worden gedetecteerd door andere apparaten via draadloze Bluetooth-technologie. Selecteer Periode
opgeven als u wilt instellen na hoeveel tijd de
zichtbaarheid wordt veranderd van weergegeven in verborgen. Selecteer Verborgen als u het apparaat wilt verbergen voor andere apparaten.
Naam van mijn telef. - Wijzig de naam die wordt
weergegeven aan andere apparaten die draadloze Bluetooth-technologie gebruiken.
Externe SIM-modus - Selecteer Aan als u een ander
apparaat wilt inschakelen, zoals een compatibele carkit, om via de SIM-kaart in het apparaat verbinding te maken met het netwerk. Zie ’Externe SIM-modus’ op pag. 70 voor meer informatie.

Instellingen

Druk op en selecteer Instrumenten > Bluetooth. Wanneer u de toepassing de eerste keer opent, wordt u gevraagd een naam te definiëren voor het apparaat.
68

Beveiligingstips

Selecteer Bluetooth > Uit of Waarneembrh. tel. >
Verborgen als u geen gebruik maakt van Bluetooth-
verbinding. Zo kunt u beter regelen wie het apparaat
met draadloze Bluetooth-technologie kan detecteren en hiermee verbinding kan maken.
Accepteer geen verbindingsaanvragen van en koppel het apparaat niet aan een onbekend apparaat. Zodoende kunt u het apparaat beter beschermen tegen schadelijke inhoud.

Gegevens verzenden met behulp van Bluetooth-verbinding

Er kunnen verschillende Bluetooth-verbindingen tegelijk actief zijn. Als u bijvoorbeeld verbonden bent met een compatibele hoofdtelefoon, kunt u tegelijkertijd ook bestanden uitwisselen met een ander compatibel apparaat.
Zie ’Belangrijke symbolen’ op pag. 20 voor meer informatie over symbolen voor Bluetooth-verbinding.
Tip! Als u tekst wilt verzenden via Bluetooth­verbinding, open dan Notities, schrijf de tekst en selecteer Opties > Zenden > Via Bluetooth.
1 Open de toepassing waarin het item dat u wilt
verzenden, is opgeslagen. Open Galerij als u bijvoorbeeld een afbeelding wilt verzenden naar een ander compatibel apparaat.
2 Selecteer het item en Opties > Zenden > Via
Bluetooth. Apparaten met draadloze Bluetooth-
technologie die zich binnen het bereik bevinden, worden weergegeven in het scherm.
Apparaatpictogrammen: computer, telefoon,
audio- of video-apparaat en een ander
apparaat. Selecteer Stop als u de zoekopdracht wilt onderbreken.
3 Selecteer het apparaat waarmee u verbinding wilt
maken.
4 Als koppeling met het andere apparaat vereist is,
hoort u een geluidssignaal en moet u een wachtwoord opgeven. Zie ’Apparaten koppelen’ op pag. 69.
5 Als de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt
het bericht Gegevens worden verzonden.
Tip! Het kan zijn dat bij het zoeken naar apparaten
voor sommige apparaten alleen de unieke adressen worden weergeven (apparaatadressen). Als u wilt weten wat het unieke adres van uw apparaat is, geeft u de code *#2820# op in de stand-by modus.

Apparaten koppelen

Druk in de beginweergave Bluetooth van de toepassing op als u het apparaat wilt koppelen met compatibele apparaten en de gekoppelde apparaten wilt weergeven.
Stel voordat u de koppeling uitvoert uw wachtwoord in (1-16 cijfers) en spreek met de eigenaar van het andere apparaat af hetzelfde wachtwoord te gebruiken. Bij apparaten zonder gebruikersinterface wordt het wachtwoord gebruikt dat in de fabriek is ingesteld. Het wachtwoord is voor eenmalig gebruik.
Verbindingen
69
1 Selecteer Opties > Nw gekoppeld app. als u het
apparaat wilt koppelen aan een ander apparaat. Apparaten met draadloze Bluetooth-technologie die zich binnen het bereik bevinden, worden weergegeven in het scherm.
2 Selecteer het apparaat en voer het wachtwoord in.
Verbindingen
Op het andere apparaat moet hetzelfde wachtwoord worden ingevoerd.
Sommige audiotoebehoren maken na koppeling automatisch verbinding met het apparaat. Navigeer anders naar het toebehoren en selecteer
Opties > Verb. met audioapparaat.
Gekoppelde apparaten zijn te herkennen aan het symbool in de lijst met apparaten.
Als u gekoppelde apparaten wilt instellen als geautoriseerd of niet-geautoriseerd, gaat u naar een apparaat en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Geautoriseerd - Uw apparaat en dit apparaat kunnen
zonder uw medeweten verbinding maken. U hoeft de verbinding niet afzonderlijk te accepteren of autoriseren. Gebruik deze optie voor uw eigen apparaten, zoals uw compatibele hoofdtelefoon of pc of voor apparaten van mensen die u vertrouwt. geeft geautoriseerde apparaten aan in de weergave voor gekoppelde apparaten.
Niet geautoriseerd - Verbindingsverzoeken van dit
apparaat moeten altijd afzonderlijk worden geaccepteerd.
Ga naar het apparaat en selecteer Opties > Verwijderen als u een koppeling wilt annuleren. Selecteer Opties >
Alle verwijderen als u alle koppelingen wilt annuleren.

Gegevens ontvangen met behulp van Bluetooth-verbinding

Als u gegevens ontvangt via Bluetooth-verbinding, hoort u een geluidssignaal en wordt u gevraagd of u het bericht wilt ontvangen. Als u bevestigend antwoordt, verschijnt en wordt het item in de map Inbox in
Berichten geplaatst. Berichten die zijn ontvangen via
Bluetooth-verbinding, worden aangeduid met . Zie ’Inbox - berichten ontvangen’ op pag. 82.

Externe SIM-modus

Als u de externe SIM-modus wilt gebruiken met een compatibele carkit, schakelt u de Bluetooth-verbinding in en schakelt u het gebruik van de externe SIM-modus in. Zie ’Instellingen’ op pag. 68. Voordat de modus kan worden geactiveerd, moeten de twee apparaten worden gekoppeld, waarbij de koppeling op het andere apparaat wordt gestart. Gebruik voor de koppeling een 16-cijferig wachtwoord en geef het andere apparaat de benodigde autorisatie. Zie ’Apparaten koppelen’ op pag. 69. Activeer de externe SIM-modus vanaf het andere apparaat.
70
Wanneer de externe SIM-modus is ingeschakeld op het apparaat, wordt Externe SIM weergegeven in de stand-by modus. De verbinding met het draadloze netwerk wordt uitgeschakeld, zoals wordt aangegeven met in de aanduiding voor de signaalsterkte, en u kunt geen SIM­kaartdiensten of -functies gebruiken die een mobiel netwerk vereisen.
Als het draadloze apparaat in de externe SIM-modus staat, kunt u alleen via een compatibele en aangesloten uitbreiding, zoals een carkit, gesprekken voeren of ontvangen. U kunt in deze modus geen nummers kiezen met uw draadloze apparaat, behalve de alarmnummers die in het apparaat zijn geprogrammeerd. Als u wilt bellen met uw apparaat, moet u eerst de externe SIM-modus verlaten. Als het apparaat vergrendeld is, moet u eerst de beveiligingscode invoeren om het te ontgrendelen.
Druk op de aan/uit-toets en selecteer Externe SIM sluiten als u de externe SIM-modus wilt afsluiten.
USB
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. > USB. Selecteer Vragen bij verbind. > Ja als u wilt instellen
dat het doel van de verbinding telkens moet worden opgegeven wanneer de kabel wordt aangesloten.
Als Vragen bij verbind. is uitgeschakeld en u de modus tijdens een actieve verbinding wilt wijzigen, selecteert u USB-modus en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Mediaspeler - Hiermee synchroniseert u muziek met
Windows Media Player. Zie ’Musikkoverføring med Windows Media Player’ op pag. 28.
PC Suite - Hiermee geeft u op dat u de
gegevenskabelverbinding wilt gebruiken voor Nokia Nseries PC Suite.
Gegevensoverdracht - Hiermee brengt u gegevens over
tussen het apparaat en een compatibele pc.
Afb. afdrukken - Hiermee drukt u afbeeldingen af op
een compatibele printer. Zie ’Afbeeldingen afdrukken’ op pag. 46.

Pc-verbindingen

U kunt het apparaat gebruiken met allerlei compatibele toepassingen voor pc-connectiviteit en gegevenscommunicatie. Met Nokia PC Suite voor Nseries kunt u bijvoorbeeld afbeeldingen overbrengen van het apparaat naar een compatibele pc.
Maak de verbinding om te synchroniseren met het apparaat altijd vanaf de pc.
Verbindingen
71

Synchronisatie

Met Synchr. kunt u notities, agenda-items, SMS-berichten of contactpersonen synchroniseren met verschillende compatibele toepassingen op een compatibele computer of op internet.
Verbindingen
U kunt synchronisatie-instellingen ontvangen in een speciaal bericht. Zie ’Gegevens en instellingen’ op pag. 82.
In de beginweergave Synchr. kunt u de verschillende synchronisatieprofielen bekijken. Een synchronisatieprofiel bevat de benodigde instellingen om gegevens in het apparaat te synchroniseren met een externe database op een server of in een compatibel apparaat.
1 Druk op en selecteer Instrumenten > Synchr.. 2 Selecteer een synchronisatieprofiel en Opties >
Synchroniseren. Selecteer Annuleer als u de
synchronisatie tussentijds wilt afbreken.

Apparaatbeheer

Software-updates

U kunt de huidige softwareversie van uw apparaat weergeven en bijwerken en de datum controleren van een eventuele eerdere update (netwerkdienst).
Druk op en selecteer Instrumenten > Hulpprogr. >
App.beh..
Als u wilt controleren of er software-updates beschikbaar zijn, selecteert u Opties > Controleren op updates. Selecteer een internettoegangspunt wanneer u dat wordt gevraagd.
Als er een update beschikbaar is, wordt er informatie over deze update weergegeven. Selecteer Accept. als u de update wilt downloaden of Annuleer als u het downloaden wilt annuleren. Het downloaden kan enkele minuten duren. U kunt uw apparaat tijdens het downloaden blijven gebruiken.
Bij het downloaden van software-updates worden er mogelijk grote hoeveelheden gegevens verzonden via het netwerk van uw serviceprovider. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.
Controleer of de capaciteit van de batterij van het apparaat toereikend is of sluit de lader aan voordat u de update downloadt.
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een
software-update kunt u het apparaat niet gebruiken, zelfs niet om een alarmnummer te bellen, totdat de installatie voltooid is en het apparaat opnieuw is ingeschakeld. Zorg ervoor dat u een back-up maakt van de gegevens voordat u de installatie van een update aanvaardt.
72
Selecteer Ja wanneer het downloaden is voltooid en selecteer vervolgens Accept. als u de update meteen wilt installeren of Nee als u de update later wilt installeren met
Opties > Update installeren. Het installeren kan enkele
minuten duren.
De software op het apparaat wordt bijgewerkt waarna het apparaat opnieuw wordt gestart. Kies OK om de update te voltooien. Selecteer een internettoegangspunt wanneer u dat wordt gevraagd. Uw apparaat verzendt de software-updatestatus naar de server.
Als u de serverprofielinstellingen wilt weergeven die worden gebruikt voor software-updates, selecteert u Opties > Instellingen.

Serverprofielen

Druk op en selecteer Instrumenten > Hulpprogr. >
App.beh. als u verbinding met een server wilt maken
en configuratie-instellingen voor het apparaat wilt ontvangen om nieuwe serverprofielen te maken of bestaande serverprofielen weer te geven en te beheren.
U ontvangt mogelijk serverprofielen en verschillende configuratie-instellingen van uw serviceproviders of afdeling voor informatiebeheer van uw bedrijf. Deze configuratie-instellingen kunnen bijvoorbeeld verbindingsinstellingen zijn die door verschillende toepassingen in het apparaat worden gebruikt.
Ga naar een serverprofiel, selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
Configuratie starten - Hiermee maakt u verbinding met
de server en ontvangt u configuratie-instellingen voor het apparaat.
Nieuw serverprofiel - Hiermee maakt u een serverprofiel.
Ga naar het profiel en druk op als u een serverprofiel wilt verwijderen.
Verbindingen
73

Downloaden

Downloaden (netwerkdienst) is een mobiele winkel op
uw apparaat. Met Downloaden kunt u inhoud, diensten en toepassingen
Downloaden
ontdekken, bekijken, kopen, downloaden en upgraden voor uw Nokia N76. Spelletjes, beltonen, achtergronden, toepassingen en veel meer binnen handbereik. De items zijn ingedeeld in catalogi en mappen die door de verschillende serviceproviders worden geleverd. Welke inhoud beschikbaar is, is afhankelijk van de serviceprovider.
Druk op en selecteer Downloaden.
Downloaden maakt gebruik van uw netwerkdiensten om
toegang te verkrijgen tot de meest actuele inhoud. Neem contact op met uw serviceprovider of de leverancier of fabrikant van het item voor informatie over welke items nog meer beschikbaar zijn via Downloaden.
Downloaden ontvangt voortdurend updates, zodat u kunt
beschikken over de nieuwste inhoud die uw serviceprovider voor uw apparaat te bieden heeft. Selecteer Opties >
Lijst vernieuwen als de inhoud in Downloaden
handmatig wilt bijwerken.
Als u een map of een catalogus in de lijst wilt verbergen om bijvoorbeeld alleen de items weer te geven die u vaak
74
gebruikt, selecteert u Opties > Verbergen. Selecteer
Opties > Alles weergeven als u alle verborgen items
weer wilt weergeven.
Als u het item dat in de hoofdweergave of in een map of catalogus is geselecteerd wilt kopen, selecteert u Opties >
Kopen. Er wordt een submenu geopend, waarin u de versie
van het item kunt selecteren en de prijsinformatie kunt bekijken. Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van de serviceprovider.
Selecteer Opties > Ophalen om een gratis item te downloaden.

Instellingen voor Downloaden

De toepassing werkt uw apparaat bij met de meest recente beschikbare inhoud van uw serviceprovider en andere beschikbare kanalen. Selecteer Opties > Instellingen als u de instellingen wilt wijzigen. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Toegangspunt - Hiermee selecteert u welk toegangspunt
wordt gebruikt om verbinding te maken met de server van de serviceprovider en geeft u aan of u elke keer opnieuw wilt worden gevraagd het toegangspunt op te geven.
Automatisch openen - Selecteer Ja als u de inhoud of de
toepassing automatisch na het downloaden wilt openen.
Voorbeeldbevestiging - Selecteer Nee als u automatisch
een voorbeeld van de inhoud of toepassing wilt downloaden. Selecteer Ja als u elke keer opnieuw wilt worden gevraagd of u een voorbeeld wilt bekijken voordat u gaat downloaden.
Aankoopbevestiging - Selecteer Ja als u eerst om een
bevestiging wilt worden gevraagd voordat u inhoud of een toepassing koopt. Als u Nee selecteert, begint het aankoopproces meteen zodra u de optie Kopen selecteert.
Zodra u klaar bent met de instellingen, selecteert u Terug.
Downloaden
75

Tijdmanagement

Klok

Druk op en selecteer Toepass. > Klok. Druk op als u uw actieve en inactieve alarmsignalen wilt weergeven. Selecteer Opties > Nieuw alarm als u een nieuw
Tijdmanagement
alarmsignaal wilt instellen. Als een alarmsignaal actief is, wordt weergegeven.
Selecteer Stop als u de luidspreker wilt uitschakelen. Selecteer Snooze als u het alarmsignaal gedurende vijf minuten wilt stoppen.
Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het apparaat zichzelf in en wordt het waarschuwingssignaal afgespeeld. Als u Stop selecteert, wordt u gevraagd of het apparaat moet worden geactiveerd voor oproepen. Selecteer Nee als u het apparaat wilt uitschakelen of Ja als u gesprekken wilt voeren en oproepen wilt ontvangen. Selecteer Ja niet wanneer het gebruik van draadloze telefoons storingen of gevaar kan opleveren.
Selecteer Toepass. > Klok > Opties > Alarm verwijderen als u een alarmsignaal wilt annuleren.
76
Selecteer Toepass. > Klok > Opties > Instellingen >
Tijd of Datum, Type klok of Alarmtoon klok als u de
klokinstellingen wilt wijzigen. Selecteer Tijd via netw.operator > Autom. aanpassen als
u wilt toestaan dat de tijd-, datum- en tijdzonegegevens op het apparaat worden bijgewerkt door het netwerk van de mobiele telefoon (netwerkdienst).

Wereldklok

Selecteer Klok en druk tweemaal op als u de weergave Wereldklok wilt openen. In de weergave Wereldklok kunt u de tijd in verschillende steden zien. Selecteer Opties >
Stad toevoegen als u steden wilt toevoegen aan de lijst.
U kunt maximaal 15 steden aan de lijst toevoegen. Ga naar een stad en selecteer Opties > Instellen als
huidige stad als u uw huidige stad wilt instellen.
De stad wordt weergegeven in de beginweergave van de klok en de tijd op het apparaat wordt aangepast aan de geselecteerde stad. Controleer of de tijd juist is en overeenkomt met de tijdzone.

Agenda

Druk op en selecteer Agenda. Selecteer Opties >
Nieuw item als u een nieuw agenda-item wilt toevoegen.
Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
1 Vergadering - Hiermee wordt u herinnerd aan een
afspraak op een specifieke datum en tijd.
Memo - Hiermee maakt u een algemeen item voor
een bepaalde dag.
Verjaardag- Hiermee
maakt u een item voor verjaardagen of andere speciale datums. (De items worden elk jaar herhaald.)
Taak - Hiermee maakt
u een item voor een taak die op een specifieke datum moet worden uitgevoerd.
2 Vul de velden in. Selecteer
Signaal > Aan en voer de Tijd signaal en Dag signaal in als u een alarm wilt
instellen Selecteer Opties > Beschrijving toevgn als u een beschrijving voor een item wilt toevoegen.
3 Selecteer Gereed als u een item wilt opslaan.
Tip! Druk op een willekeurige toets ( - ) in de
dag-, week- of maandweergave. Een afspraak wordt geopend en de ingevoerde tekens worden toegevoegd aan het veld Onderwerp. In de weergave Taken wordt een taak geopend.
Wanneer u een herinnering met een signaal krijgt voor een item, kunt u het geluid uitschakelen door Stil te selecteren. De tekst van de herinnering blijft op het scherm staan. Selecteer Stop als u zowel de herinnering als het signaal wilt uitschakelen. U kunt ook Snooze selecteren.
Met behulp van Nokia Nseries PC Suite kunt u uw agenda synchroniseren met een compatibele pc. Stel de gewenste synchronisatieoptie in wanneer u een agenda-item maakt.

Agendaweergaven

Selecteer Opties > Instellingen als u de begindag van de week wilt wijzigen of de weergave wilt wijzigen die wordt getoond wanneer u de agenda opent.
Selecteer Opties > Ga naar datum als u naar een bepaalde datum wilt gaan. Druk op als u naar de huidige datum wilt gaan.
Druk op als u wilt schakelen tussen de maand-, week-, dag- en taakweergave.
Selecteer Opties > Zenden als u een agendanotitie naar een compatibel apparaat wilt verzenden.
Tijdmanagement
77
Als het apparaat niet compatibel is met UTC (Coordinated Universal Time), worden de tijdgegevens van ontvangen agenda-items mogelijk niet correct weergegeven.
Selecteer Opties > Instellingen > Agenda-alarmtoon,
Standaardweergave, Week begint met en Titel weekweergave als u de agenda wilt wijzigen.
Tijdmanagement

Agenda-items beheren

Ga naar de maandweergave en selecteer Opties > Item
verwijderen > Items voor: of Alle items als u meer dan
één gebeurtenis tegelijkertijd wilt verwijderen.
Als u een taak als voltooid wilt markeren, ga dan naar de taak in de taakweergave en selecteer Opties >
Markeer: volbracht.
78

Berichten

Druk op en selecteer Berichten (netwerkdienst).
Alleen compatibele apparaten die deze functie ondersteunen, kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven. De manier waarop een bericht wordt weergegeven, kan verschillen, afhankelijk van het ontvangende apparaat.
Selecteer Nieuw bericht als u een nieuw bericht wilt maken.
Berichten bevat de volgende mappen:
Inbox - Deze map bevat ontvangen berichten,
behalve e-mails en infodienstberichten. E-mails worden opgeslagen in de Mailbox.
Mijn mappen - Hierin kunt u berichten onderbrengen.
Tip! Met de teksten in de map voor sjablonen voorkomt u dat u dezelfde tekst steeds opnieuw moet typen. U kunt ook uw eigen sjablonen maken en opslaan.
Mailbox - Maak verbinding met de externe mailbox
om nieuwe e-mails op te halen of eerder opgehaalde e-mails offline te bekijken. Zie ’E-mail’ op pag. 87.
Ontwerpen - Deze map bevat conceptberichten, die
nog niet zijn verzonden.
Verzonden - Deze map bevat de laatste verzonden
berichten, behalve berichten die zijn verzonden via een Bluetooth-verbinding. Zie ’Overige instellingen’ op pag. 89 als u meer of minder verzonden berichten wilt opslaan.
Outbox - Berichten die moeten worden verzonden,
worden in de map Outbox geplaatst als het apparaat zich buiten het dekkingsgebied van het netwerk bevindt.
Rapporten - U kunt bij het netwerk een
leveringsrapport aanvragen voor de SMS-berichten en multimediaberichten die u hebt verzonden (netwerkdienst).
Selecteer Opties > Dienstopdracht in hoofdweergave van Berichten als u dienstopdrachten (ook wel USSD­opdrachten genoemd), zoals activeringsopdrachten voor netwerkdiensten, wilt invoeren en verzenden naar de aanbieder.
Met Infodienst (netwerkdienst) kunt u berichten ontvangen over verschillende onderwerpen, zoals het weer of het verkeer. Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbare items en hun nummers. Ga naar de hoofdweergave van Berichten en selecteer Opties >
Infodienst.
Berichten
79
U kunt geen infodienstberichten ontvangen in een UMTS­netwerk. Ook bij een packet-gegevensverbinding kunt u mogelijk geen infodienstberichten ontvangen.
Berichten

Tekstmodi

Met ABC, abc en Abc wordt de geselecteerde tekenmodus aangegeven. Met 123 wordt de cijfermodus aangegeven.
Houd ingedrukt als u wilt schakelen tussen letters en cijfers. Druk op als u wilt schakelen tussen de verschillende tekenmodi.
Houd de toets met het gewenste cijfer ingedrukt als u in de lettermodus een cijfer wilt invoegen.
wordt weergegeven wanneer u tekst invoert via de gewone tekstinvoer en wanneer u tekst typt met tekstvoorspelling.
Met tekstvoorspelling kunt u iedere letter invoeren door slechts eenmaal op de betreffende toets drukken. Tekstvoorspelling is gebaseerd op een ingebouwde woordenlijst die u zelf kunt uitbreiden.
Druk op en selecteer Tekstvoorspell. activeren als u tekstvoorspelling wilt inschakelen.
Tip! Druk twee keer kort op als
u tekstvoorspelling wilt in- of uitschakelen.

Berichten invoeren en verzenden

Voordat u een multimediabericht of e-mail kunt maken, moet de verbinding juist zijn ingesteld. Zie ’E-mailinstellingen’ op pag. 83 en ’E-mail’ op pag. 87.
Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten limiteren Als de omvang van de ingevoegde afbeelding de limiet overschrijdt, kan de afbeelding door het apparaat worden verkleind zodat deze via MMS kan worden verzonden.
1 Selecteer Nieuw bericht en maak een keuze uit de
volgende opties:
SMS - Hiermee verzendt u een SMS-bericht. Multimediabericht - Hiermee verzendt u een
multimediabericht (MMS).
Audiobericht - Hiermee verzendt u een audiobericht
(een multimediabericht met één geluidsclip).
E-mail - Hiermee verzendt u een e-mail.
2 Druk in het veld Naar op als u ontvangers of
contactgroepen wilt selecteren of als u het telefoonnummer of e-mailadres van de ontvanger wilt invoeren. Druk op om een puntkomma (;) toe te voegen als scheidingsteken tussen de ontvangers. U kunt ook het nummer of adres kopiëren en plakken vanaf het klembord.
3 Voer in het veld Onderw. het onderwerp van een
multimediabericht of e-mail in. Selecteer Opties >
80
Adresvelden als u wilt wijzigen welke velden worden
weergegeven.
4 Toets in het berichtveld
het bericht in. Selecteer
Opties > Invoegen of Object invoegen > Sjabloon als u een
sjabloon wilt invoegen.
5 Selecteer Opties > Object
invoegen > Afbeelding, Geluidsclip of Videoclip
als u een mediaobject wilt toevoegen aan een multimediabericht.
6 Selecteer Nieuw
invoegen > Afbeelding, Geluidsclip of Videoclip
als u een nieuwe foto wilt maken of een geluid of videobeeld wilt opnemen voor een multimediabericht. Selecteer Dia als u een nieuwe dia wilt invoegen in het bericht. Selecteer Opties > Voorbeeld als u wilt bekijken hoe het multimediabericht eruitziet.
7 Selecteer Opties > Invoegen > Afbeelding,
Geluidsclip, Videoclip, Notitie of Overige voor andere
bestandstypen als u een bijlage wilt toevoegen aan een e-mail. E-mailbijlagen worden aangeduid met .
8 Selecteer Opties > Zenden of druk op als u het
bericht wilt verzenden.
Opmerking: Uw apparaat kan aangeven dat uw
boodschap naar het nummer van de berichtencentrale dat in uw apparaat is geprogrammeerd is verzonden. Het is mogelijk dat het apparaat niet aangeeft of de boodschap op de bedoelde bestemming is ontvangen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over berichtdiensten.
Met uw apparaat kunnen tekstberichten worden verzonden die langer zijn dan de tekenlimiet voor één bericht. Langere berichten worden verzonden als twee of meer berichten. Uw serviceprovider kan hiervoor de desbetreffende kosten in rekening brengen. Tekens met accenten of andere symbolen en tekens in sommige taalopties nemen meer ruimte in beslag, waardoor het aantal tekens dat in één bericht kan worden verzonden, wordt beperkt.
U kunt videoclips mogelijk niet verzenden als deze zijn opgeslagen in MP4-indeling of groter zijn dan de limiet voor multimediaberichten in het draadloze netwerk.
Tip! U kunt afbeeldingen, video, geluid en tekst
combineren in een presentatie en deze in een multimediabericht verzenden. Maak eerst een multimediabericht en selecteer vervolgens
Opties > Presentatie maken. De optie wordt alleen
weergegeven als MMS-aanmaakmodus is ingesteld op Met begeleiding of Vrij. Zie ’Multimediaberichten’ op pag. 86.
Berichten
81

Inbox - berichten ontvangen

In de map Inbox geeft een ongelezen SMS-bericht aan,
een ongelezen multimediabericht, een ongelezen
audiobericht en gegevens die via een Bluetooth-
Berichten
verbinding zijn ontvangen. Wanneer u een bericht ontvangt, worden en 1 nieuw
bericht weergegeven in de stand-by modus. Selecteer Tonen als u het bericht wilt openen. Als de cover is
gesloten en het bericht niet op de cover kan worden getoond, wordt Open telefoon om bericht te bekijken weergegeven. Open de cover om het bericht te bekijken.
Ga als de cover open is naar Inbox en druk op om het bericht te openen. Selecteer Opties > Antwoorden als u een ontvangen bericht wilt beantwoorden.
Wanneer de cover gesloten is en u meer dan één ongelezen bericht hebt, selecteert u Wrgvn om Inbox te openen. Gebruik de volumetoetsen en sneltoetsen op de cover om door de map Inbox te navigeren en berichten te bekijken.

Multimediaberichten

Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen
van berichten. Objecten in multimediaberichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC.
U kunt een melding ontvangen dat u een multimediabericht kunt ophalen in de multimediaberichtencentrale. Selecteer
Opties > Ophalen als u een packet-gegevensverbinding
wilt starten om een bericht op het apparaat ontvangen.
Als u een multimediabericht opent ( ), kunt u tegelijkertijd een afbeelding bekijken en een bericht lezen. geeft aan dat het bericht geluid bevat en geeft aan dat het bericht video bevat. Selecteer het symbool als u het geluid of de video wilt afspelen.
Selecteer Opties > Objecten als u de mediaobjecten wilt bekijken die in het multimediabericht zijn opgenomen.
Als het bericht een multimediapresentatie bevat, wordt weergegeven. Selecteer het symbool als u de presentatie wilt afspelen.

Gegevens en instellingen

Op het apparaat kunt u diverse soorten berichten ontvangen die gegevens bevatten, zoals visitekaartjes, beltonen, logo's van de operator, agenda-items en e-mailmeldingen. U kunt ook instellingen van de serviceprovider of de afdeling voor informatiebeheer van uw bedrijf ontvangen in een configuratiebericht.
Selecteer Opties en de betreffende optie als u de gegevens in het bericht wilt opslaan.
82

Webdienstberichten

Webdienstberichten zijn meldingen (bijvoorbeeld van nieuwsberichten) en kunnen een SMS-bericht of een koppeling bevatten. Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid van dergelijke diensten.

Mailbox

E-mailinstellingen

Tip! Gebruik Instelwizard als u uw mailbox wilt
instellen. Druk op en selecteer Instrumenten >
Hulpprogr. > Inst.wizard.
Als u e-mail wilt gebruiken, moet u beschikken over een geldig internettoegangspunt in het apparaat en uw e-mailinstellingen correct definiëren. Zie ’Toegangspunten’ op pag. 123.
Als u Mailbox selecteert in de hoofdweergave Berichten zonder dat u uw e-mailaccount hebt ingesteld, wordt u gevraagd om dit te doen. Selecteer Starten als u de e-mailinstellingen wilt definiëren. Zie ook ’E-mail’ op pag. 87.
U moet een afzonderlijke e-mailaccount hebben. Volg de instructies van de serviceprovider voor uw externe mailbox en internet.
Wanneer u een nieuwe mailbox maakt, wordt Mailbox in de hoofdweergave Berichten vervangen door de toegewezen naam. U kunt maximaal zes mailboxen gebruiken.
Berichten

De mailbox openen

Wanneer u de mailbox opent, wordt u gevraagd of u verbinding wilt maken met de mailbox (Verbinden
met mailbox?).
Selecteer Ja als u verbinding wilt maken met de mailbox en nieuwe e-mailkoppen of -berichten wilt ophalen. Als u online berichten bekijkt, hebt u onafgebroken verbinding met een externe mailbox via een gegevensverbinding.
Selecteer Nee als u eerder opgehaalde e-mails offline wilt bekijken.
Selecteer Nieuw bericht > E-mail in de hoofdweergave Berichten of Opties > Bericht maken > E-mail in uw mailbox als u een nieuwe e-mail wilt maken. Zie ’Berichten invoeren en verzenden’ op pag. 80.

E-mails ophalen

Selecteer Opties > Verbinden terwijl u offline bent om verbinding te maken met de externe mailbox.
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen
van berichten. Objecten in e-mailberichten kunnen
83
schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC.
1 Wanneer u verbinding hebt gemaakt met een externe
Berichten
mailbox, selecteert u Opties > E-mail ophalen en kies een van de volgende opties:
Nieuw - Hiermee haalt u alle nieuwe berichten op. Geselecteerd - Hiermee haalt u alleen de gemarkeerde
berichten op.
Alle - Hiermee haalt u alle berichten op uit de mailbox.
Selecteer Annuleer als u het ophalen van berichten wilt stoppen.
2 Selecteer Opties > Verbind. verbreken als u de
verbinding wilt verbreken en de e-mails offline wilt bekijken.
3 Druk op als u een e-mail wilt openen. Als de e-mail
niet is opgehaald en u in de offline modus bent, wordt u gevraagd of u dit bericht wilt ophalen uit de mailbox.
Bekijk e-mailbijlagen door het berichten openen en het bijlagenveld de selecteren. Dit veld wordt aangegeven met . Als het symbool voor een bijlage licht gekleurd is, is de bijlage nog niet opgehaald. Selecteer dan Opties >
Ophalen om de bijlage op te halen.
E-mail automatisch ophalen
Selecteer Opties > E-mailinstellingen > Automatisch
ophalen als u berichten automatisch wilt ophalen. Zie
’Automatisch ophalen’ op pag. 88 voor meer informatie.
Als u het apparaat zo instelt dat e-mail automatisch wordt opgehaald, worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de serviceprovider verzonden. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.

E-mail verwijderen

Selecteer Opties > Verwijderen als u de inhoud van een e-mail wilt verwijderen van het apparaat terwijl het bericht in de externe mailbox behouden blijft. Ga naar Verw. ber. uit: en selecteer Alleen telefoon.
In het apparaat worden dezelfde e-mailkoppen weergegeven als in de externe mailbox. De berichtkop blijft dus zichtbaar in het apparaat nadat u de berichtinhoud hebt gewist. Als u de berichtkop ook wilt verwijderen, moet u eerst het bericht uit uw externe mailbox verwijderen en opnieuw een verbinding maken om de mailboxweergave in het apparaat bij te werken.
Selecteer Opties > Verwijderen als u een e-mail wilt verwijderen van het apparaat en uit de externe mailbox. Ga naar Verw. ber. uit: en selecteer Telefoon en server.
Ga naar een e-mail die u hebt gemarkeerd voor verwijdering tijdens de volgende verbinding ( ) en selecteer Opties > Verwijd. onged. mkn als u het verwijderen van het bericht van het apparaat en de server wilt annuleren.
84

De verbinding met de mailbox verbreken

Selecteer Opties > Verbind. verbreken terwijl u online bent als u de gegevensverbinding met de externe mailbox wilt verbreken.

Berichten op een SIM-kaart bekijken

Voordat u SIM-berichten kunt bekijken, moet u deze kopiëren naar een map in het apparaat.
1 Ga naar de hoofdweergave Berichten en selecteer
Opties > SIM-berichten.
2 Selecteer Opties > Markeringen aan/uit > Markeren
of Alle markeren om berichten te markeren.
3 Selecteer Opties > Kopiëren. Er wordt een lijst met
mappen weergegeven.
4 Selecteer een map en OK om te beginnen met kopiëren.
Open de map om de berichten te bekijken.

Berichtinstellingen

Vul alle velden in die zijn voorzien van een rood sterretje of de aanduiding Te definiëren. Volg de instructies van de serviceprovider. Het is ook mogelijk dat u de instellingen van de serviceprovider ontvangt in een configuratiebericht.
Sommige of alle berichtencentrales of toegangspunten kunnen vooraf zijn ingesteld voor het apparaat door de serviceprovider. Het is wellicht niet mogelijk om deze instellingen te wijzigen of verwijderen of om nieuwe instellingen toe te voegen.

SMS-berichten

Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > SMS en maak een keuze uit de
volgende opties:
Berichtencentrales - Hiermee geeft u een lijst met alle
gedefinieerde SMS-berichtencentrales weer.
Ber.centrale in gebr. - Selecteer de berichtencentrale
voor het bezorgen van SMS-berichten.
Tekencodering - Selecteer Beperkte onderst. als tekens
moeten worden geconverteerd naar een ander coderingssysteem wanneer dit beschikbaar is.
Rapport ontvangen - Selecteer of u bij het netwerk een
leveringsrapport voor uw berichten wilt aanvragen (netwerkdienst).
Geldigheid bericht - Selecteer hoelang moet worden
geprobeerd het bericht opnieuw te verzenden als de eerste poging mislukt (netwerkdienst). Als het bericht niet binnen de geldigheidsperiode kan worden verzonden, wordt het verwijderd uit de berichtencentrale.
Berichten
85
Ber. verzonden als - Neem contact op met de
serviceprovider als u wilt weten of de berichtencentrale SMS-berichten in deze andere indelingen kan omzetten.
Voorkeursverbinding - Selecteer de gewenste verbinding.
Berichten
Ant. via zelfde centr. - Selecteer of het antwoord moet
worden verzonden via hetzelfde nummer van de SMS­berichtencentrale (netwerkdienst).

Multimediaberichten

Druk op , selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Multimediabericht en maak een keuze
uit de volgende opties:
Grootte afbeelding - Definieer de grootte van de
afbeelding in een multimediabericht.
MMS-aanmaakmodus - Als u Met begeleiding selecteert,
ontvangt u een melding wanneer u een bericht verzendt dat mogelijk niet door de ontvanger wordt ondersteund. Als u Beperkt selecteert, is het niet mogelijk om berichten te verzenden die niet worden ondersteund. Selecteer Vrij als u inhoud in uw berichten zonder meldingen wilt opnemen.
Toeg.punt in gebruik - Geef aan welk toegangspunt
wordt gebruikt als de voorkeursverbinding voor de multimediaberichtencentrale.
Multimedia ophalen - Selecteer hoe u berichten wilt
ontvangen. Selecteer Aut. bij eigen ntwrk als u berichten automatisch wilt ophalen in uw eigen netwerk. Buiten uw eigen netwerk ontvangt in melding dat er geen berichten zijn die u kunt ophalen vanuit de multimediaberichtencentrale.
Buiten uw eigen mobiele netwerk kost het mogelijk meer om multimediaberichten te verzenden en ontvangen.
Als u Multimedia ophalen > Altijd automatisch selecteert, wordt automatisch een actieve packet­gegevensverbinding tot stand gebracht om het bericht zowel binnen als buiten het eigen netwerk te ontvangen.
Anonieme ber. toest. - Selecteer of u berichten van een
anonieme afzender wilt weigeren.
Advertent. ontvang. - Geef aan of u advertenties in
multimediaberichten wilt ontvangen.
Rapport ontvangen - Selecteer of u de status van het
verzonden bericht in het logboek wilt weergeven (netwerkdienst).
Rapportz. weigeren - Geef op of u leveringsrapporten
voor ontvangen berichten wilt verzenden.
Geldigheid bericht - Selecteer hoelang moet worden
geprobeerd het bericht opnieuw te verzenden als de eerste poging mislukt (netwerkdienst). Als het bericht niet binnen de geldigheidsperiode kan worden verzonden, wordt het verwijderd uit de berichtencentrale.
86

E-mail

Druk op en selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > E-mail.
Selecteer Mailbox in gebruik en een mailbox om op te geven welke mailbox u wilt gebruiken voor het verzenden van e-mail.
Selecteer Mailboxen en een mailbox als u de volgende instellingen wilt wijzigen: Verbindingsinstellingen,
Gebruikersinstellingen, Inst. voor ophalen en Automatisch ophalen.
Ga naar een mailbox en druk op als u deze en de betreffende berichten van het apparaat wilt verwijderen.
Selecteer Opties > Nieuwe mailbox als u een nieuwe mailbox wilt maken.
Verbindingsinstellingen
Selecteer Inkomende e-mail als u de instellingen voor ontvangen e-mail wilt bewerken. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Gebruikersnaam - Voer de gebruikersnaam in die door de
serviceprovider is verstrekt.
Wachtwoord - Voer uw wachtwoord in. Als u dit veld
niet invult, moet u een wachtwoord opgeven wanneer u verbinding maakt met de externe mailbox.
Server inkom. mail - Voer het IP-adres of de hostnaam in
van de mailserver waarmee uw e-mail wordt ontvangen.
Toegangsp. in gebr. - Selecteer een internettoegangspunt.
Zie ’Toegangspunten’ op pag. 123.
Mailboxnaam - Voer een naam in voor de mailbox. Mailboxtype - Definieer het e-mailprotocol dat door de
serviceprovider van uw externe mailbox wordt aanbevolen. De opties zijn POP3 en IMAP4. Deze instelling kan niet worden gewijzigd.
Beveiliging (poorten) - Selecteer de beveiliging voor de
verbinding met de externe mailbox.
Poort - Definieer een poort voor de verbinding. APOP beveil. inloggen (alleen voor POP3) - Gebruik deze
optie bij het POP3-protocol voor het coderen van wachtwoorden die naar de externe e-mailserver worden verzonden wanneer u verbinding maakt met de mailbox.
Selecteer Uitgaande e-mail als u de instellingen voor verzonden e-mail wilt bewerken. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Mijn e-mailadres - Voer het e-mailadres in dat u van uw
serviceprovider hebt gekregen.
Server uitg. mail - Voer het IP-adres of de hostnaam in
van de mailserver waarmee uw e-mail wordt verzonden. U kunt mogelijk alleen de server voor uitgaande mail van
Berichten
87
de serviceprovider gebruiken. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
De instellingen voor Gebruikersnaam, Wachtwoord,
Toegangsp. in gebr., Beveiliging (poorten) en Poort zijn
Berichten
hetzelfde als de instellingen voor Inkomende e-mail.
Gebruikersinstellingen
Mijn mailnaam - Voer uw eigen naam in. Uw e-mailadres
in het apparaat van de ontvanger wordt vervangen door uw naam als deze functie door het apparaat van de ontvanger wordt ondersteund.
Bericht zenden - Bepaal hoe e-mail wordt verzonden
vanaf het apparaat. Selecteer Meteen voor het apparaat waarmee verbinding moet worden gemaakt met de mailbox wanneer u Bericht zenden selecteert. Als u Bij vlgende verb. selecteert, wordt e-mail verzonden wanneer de verbinding met de externe mailbox beschikbaar is.
Kopie naar mij - Selecteer of u een kopie van de e-mail
wilt verzenden naar uw eigen mailbox.
Handtek. opnemen - Selecteer of u een handtekening wilt
toevoegen aan uw e-mails.
Melding nwe e-mail - Selecteer of u de nieuwe
e-mailaanduidingen, zoals een signaal of een melding, wilt ontvangen wanneer u nieuwe e-mail ontvangt in de mailbox.
Instellingen voor ophalen
E-mail ophalen - Geef aan welk gedeelte van e-mails
moet worden opgehaald: Alleen headers, Groottelmt (POP3) of Ber. en bijlagen (POP3).
Aantal - Geef aan hoeveel nieuwe e-mails naar de mailbox
moeten worden opgehaald.
Pad IMAP4-map (alleen voor IMAP4) - Definieer het pad
voor IMAP4-mappen.
Mapabonnementen (alleen voor IMAP4) - U kunt zich
op andere mappen in de externe mailbox abonneren en inhoud uit deze mappen ophalen.
Automatisch ophalen
E-mailmeldingen - Selecteer Ontv. en aut. bijw. of Uitsl. eigen netwrk als u automatisch de koppen naar
het apparaat wilt ophalen wanneer u nieuwe e-mail in uw externe mailbox ontvangt.
E-mail ophalen - Selecteer Ingeschakeld of Uitsl. eigen netwrk als u automatisch op vaste tijden de koppen van
nieuwe e-mails wilt ophalen uit uw externe mailbox. Geef aan wanneer en hoe vaak de berichten worden opgehaald.
E-mailmeldingen en Email ophalen kunnen niet
tegelijkertijd actief zijn.
Als u het apparaat zo instelt dat e-mail automatisch wordt opgehaald, worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens
88
via het netwerk van de serviceprovider verzonden. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht.

Webdienstberichten

Druk op en selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > Dienstbericht. Selecteer of
u dienstberichten wilt ontvangen. Selecteer
Ber. downloaden > Automatisch als u de browser
van het apparaat automatisch wilt activeren en een netwerkverbinding tot stand wilt brengen om inhoud op te halen wanneer u een dienstbericht ontvangt.

Infodienst

Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbare items en bijbehorende nummers. Druk op , selecteer
Berichten > Opties > Instellingen > Infodienst en maak
een keuze uit de volgende opties:
Ontvangst - Selecteer of u infodienstberichten wilt
ontvangen.
Taal - Selecteer de talen waarin u berichten wilt
ontvangen: Alle, Geselecteerd of Overige.
Itemherkenning - Selecteer of automatisch moet worden
gezocht naar nieuwe itemnummers en of de nieuwe
nummers zonder naam in de lijst moeten worden opgeslagen.
Overige instellingen
Druk op , selecteer Berichten > Opties >

Instellingen > Overige en maak een keuze uit

de volgende opties:
Verzonden ber. opsl. - Geef op of u in de map Verzonden
een kopie wilt opslaan van elk verzonden SMS-, multimedia- of e-mailbericht.
Aantal opgesl. ber. - Geef aan hoeveel verzonden
berichten tegelijkertijd worden opgeslagen in de map
Verzonden. Wanneer de limiet wordt bereikt, wordt het
oudste bericht verwijderd.
Gebruikt geheugen - Is een compatibele geheugenkaart in
het apparaat geplaatst, selecteer dan het geheugen waarin u berichten wilt opslaan: Telefoongeh. of Geheugenkaart.
Chatten - Instant Messaging

Druk op en selecteer Toepass. > Media > Chatten.

Chatten (netwerkdienst) biedt u de mogelijkheid via chatberichten met andere mensen te communiceren en deel te nemen aan discussiefora (chatgroepen) over bepaalde onderwerpen. Verschillende serviceproviders
Berichten
89
onderhouden compatibele chatservers waar u zich bij kunt aanmelden nadat u zich hebt geregistreerd bij een chatservice. Per serviceprovider kunnen verschillende voorzieningen worden ondersteund.
Berichten
Voordat u chatberichten kunt gebruiken, moet u de instellingen definiëren om toegang te krijgen tot de dienst die u wilt gebruiken. U kunt de instellingen ontvangen in een speciaal SMS-bericht van de serviceprovider die de chatservice aanbiedt.
Zie de brochures voor uw apparaat op www.nseries.com/support of uw lokale Nokia-website voor meer informatie over chatten.
90

Oproepen plaatsen

Spraakoproepen

1 Voer in de stand-by modus het telefoonnummer in,
inclusief het netnummer. Druk op als u een nummer wilt verwijderen. Voor internationale oproepen drukt u tweemaal op voor het teken + (duidt de internationale toegangscode aan). Vervolgens kiest u het landnummer, het netnummer (eventueel zonder voorloopnul) en het abonneenummer.
2 Druk op als u het nummer wilt bellen. 3 Druk op als u de oproep wilt beëindigen
(of de belpoging wilt annuleren). Als u op drukt, wordt een oproep altijd beëindigd, ook als een andere toepassing actief is. Als u de cover sluit, wordt een actieve spraakoproep niet beëindigd.
Gebruik de volumetoetsen aan de zijkant van het apparaat als u het volume tijdens een oproep wilt regelen. Selecteer eerst Dmp oph. als u het volume hebt ingesteld op
Dempen.
Druk op en selecteer Contacten als u wilt bellen vanuit Contacten. Ga naar de gewenste naam of voer in het zoekveld de eerste letters van de naam in. De gevonden
namen worden getoond. Druk op als u een nummer wilt kiezen.
U moet de contactpersonen kopiëren vanaf de SIM-kaart naar Contacten voordat u op deze manier een oproep kunt plaatsen. Zie ’Contactgegevens kopiëren’ op pag. 103.
Druk op als u een recent gekozen nummer wilt bellen in de stand-by modus. Ga naar het nummer en druk op .
Selecteer Opties > MMS verzenden (alleen in UMTS­netwerken) als u een afbeelding of een videoclip in een multimediabericht naar de andere deelnemer van de oproep wilt verzenden. U kunt het bericht bewerken en de ontvanger wijzigen voordat u het verzendt. Druk op om het bestand te verzenden naar een compatibel apparaat (netwerkdienst).
Selecteer Opties > DTMF verzenden als u DTMF-tonen (bijvoorbeeld een wachtwoord) wilt verzenden. Voer de DTMF-reeks in of zoek ernaar in Contacten. Druk herhaaldelijk op als u een wachtteken (w) of een pauzeteken (p) wilt invoeren. Selecteer OK als u de toon wilt verzenden. U kunt DTMF-tonen toevoegen aan het veld Telefoonnummer of DTMF in een contactkaart.
Oproepen plaatsen
91
Selecteer Opties > Standby als u een actieve oproep in de wachtstand wilt plaatsen om een andere inkomende oproep te beantwoorden. Selecteer Opties > Wisselen als u wilt schakelen tussen de actieve oproep en de oproep in de wachtstand. Selecteer Opties > Doorverbinden als u de actieve oproep wilt verbinden met de oproep in de wachtstand en zelf de verbinding wilt verbreken.
Tip! Druk bij slechts één actieve oproep op als
Oproepen plaatsen
u deze in de wachtstand wilt plaatsen. Druk op als u de oproep weer wilt activeren.
Selecteer tijdens een actieve oproep Luidspreker insch. als u het geluid van de telefoon via de luidspreker wilt weergeven. Selecteer Opties > Handsfree insch. als u het geluid wilt weergeven via een compatibele hoofdtelefoon met Bluetooth-verbinding die u hebt aangesloten. Selecteer Opties > Telefoon insch. als u weer wilt terugschakelen naar de telefoon.
Selecteer Opties > Vervangen als u een actieve oproep wilt beëindigen en in plaats hiervan de oproep in de wachtstand wilt beantwoorden.
Selecteer Opties > Alle oproep. beëind. als u verschillende actieve oproepen hebt en deze allemaal wilt beëindigen.
Veel van de opties die beschikbaar zijn tijdens een spraakoproep, zijn netwerkdiensten.

Voice- en videomailboxen

Houd in de stand-by modus ingedrukt en selecteer
Voicemailbox of Videomailbox als u naar uw voice- of
videomailbox wilt bellen (netwerkdiensten, videomailbox alleen beschikbaar in het UMTS-netwerk). Zie ook ’Doorschakelen’ op pag. 121 en ’Videogesprekken’ op pag. 94.
Druk op en selecteer Instrumenten > Hulpprogr. >
Opr.mailbox, een mailbox en Opties > Nummer wijzigen
als u het telefoonnummer van uw voice- of videomailbox wilt wijzigen. Voer het nummer in (dit krijgt u van de serviceprovider) en selecteer OK.

Een conferentiegesprek voeren

1 Bel de eerste deelnemer. 2 Selecteer Opties > Nieuwe oproep als u een andere
deelnemer wilt bellen. De eerste oproep wordt automatisch in de wachtstand geplaatst.
3 Als de nieuwe oproep wordt beantwoord, kunt u de
eerste deelnemer in het conferentiegesprek opnemen. Hiervoor selecteert u Opties > Conferentie. Herhaal stap 2 en selecteer Opties > Conferentie >
Toev. aan confer. als u een nieuwe persoon aan
het gesprek wilt toevoegen. Conferentiegesprekken tussen maximaal zes deelnemers (inclusief uzelf) worden ondersteund.
92
Selecteer Opties > Conferentie > Privé als u een privé-gesprek wilt voeren met een van de deelnemers. Selecteer een deelnemer en selecteer Privé. Het conferentiegesprek wordt in de wachtstand geplaatst op uw apparaat. De andere deelnemers kunnen ondertussen met elkaar doorpraten. Selecteer Opties >
Toev. aan confer. nadat u het privé-gesprek hebt
beëindigd om terug te keren naar het conferentiegesprek. Selecteer Opties > Conferentie > Deelnemer verwijd., ga naar een deelnemer en selecteer Verwijd. als u de verbinding met een deelnemer wilt verbreken.
4 Druk op als u het actieve conferentiegesprek wilt
beëindigen.

Bellen met een snelkeuzetoets

Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. >
Telefoon > Oproep > Snelkeuze > Aan als u snelkeuze
wilt activeren. Druk op en selecteer Instrumenten > Hulpprogr. >
Snelkeuze als u een telefoonnummer wilt toewijzen aan
een van de snelkeuzetoetsen ( - ). Ga naar de toets waaraan u het telefoonnummer wilt toewijzen en selecteer
Opties > Toewijz.. is gereserveerd voor de voice- of
videomailbox en voor het starten van de webbrowser.
Druk op de snelkeuzetoets en op als u wilt bellen in de stand-by modus.

Spraakgestuurd bellen

Het apparaat ondersteunt uitgebreide spraakopdrachten. Uitgebreide spraakopdrachten zijn niet afhankelijk van de stem van de spreker. De gebruiker hoeft dus niet op voorhand spraaklabels op te nemen. In plaats daarvan maakt het apparaat een spraaklabel voor de contactgegevens en vergelijkt het ingesproken spraaklabel daarmee. De spraakherkenning in het apparaat past zich aan de stem van de hoofdgebruiker aan, zodat de spraakopdrachten beter worden herkend.
Het spraaklabel voor een contactpersoon is de naam of bijnaam die op de contactkaart is opgeslagen. Open een contactkaart, blader naar het nummer met een spraaklabel en selecteer Opties > Sprklabel afspelen als u het samengestelde spraaklabel wilt beluisteren.
Bellen via een spraaklabel
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan
moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
Wanneer u spraakgestuurd bellen gebruikt, wordt de luidspreker gebruikt. Houd het apparaat op een korte afstand van uw mond als u het spraaklabel inspreekt.
Oproepen plaatsen
93
1 Houd in de stand-by modus de rechterselectietoets
ingedrukt als u spraakgestuurd bellen wilt starten. Als u een compatibele hoofdtelefoon met de toets voor de hoofdtelefoon hebt aangesloten, houd dan de toets voor de hoofdtelefoon ingedrukt wanneer u spraakgestuurd bellen wilt starten.
2 U hoort een korte toon en de tekst Spreek nu wordt
weergegeven. Spreek duidelijk de naam of bijnaam
Oproepen plaatsen
uit van de persoon zoals deze op de contactkaart is opgeslagen.
3 Het apparaat speelt een samengesteld spraaklabel af
voor de herkende contactpersoon in de geselecteerde apparaattaal en geeft de naam en het nummer weer. Na een time-out van 2,5 seconde wordt het nummer gekozen. Mogelijk wordt niet de juiste contactpersoon herkend. Selecteer in dat geval Volgende als u een lijst met andere overeenkomsten wilt bekijken of Stoppen als u spraakgestuurd bellen wilt annuleren.
Wanneer onder één naam meerdere nummers zijn opgeslagen, wordt het standaardnummer geselecteerd als dit is ingesteld. Anders wordt het eerste beschikbare nummer uit de volgende nummers geselecteerd: Mobiel,
Mobiel (thuis), Mobiel (werk), Telefoon, Telefoon (thuis)
en Tel. (werk).

Videogesprekken

Wanneer u een video-oproep plaatst (netwerkdienst), kunnen u en de ontvanger van de oproep een videoclip rechtstreeks bekijken. Het live videobeeld of het videobeeld dat is vastgelegd met de camera in het apparaat wordt weergegeven aan de ontvanger van het videogesprek.
Als u een videogesprek wilt voeren, moet u beschikken over een USIM-kaart en zich binnen het dekkingsgebied van een UMTS-netwerk bevinden. Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid van en abonnementen op diensten voor videogesprekken.
Videogesprekken zijn alleen mogelijk tussen twee partijen. U kunt het videogesprek voeren naar een compatibel mobiel apparaat of een ISDN-client. U kunt geen videogesprekken voeren wanneer er een andere spraak­of gegevensoproep, of een ander videogesprek actief is.
Pictogrammen:
U ontvangt geen videogegevens (de ontvanger verzendt geen videogegevens of deze worden niet overgedragen door het netwerk).
U hebt het verzenden van videobeelden vanaf het apparaat geweigerd. Zie ’Oproep’ op pag. 120 als u een foto wilt verzenden.
Zelfs als u de verzending van videoclips tijdens een videogesprek hebt geweigerd, wordt de oproep als
94
videogesprek in rekening gebracht. Vraag de prijzen na bij uw serviceprovider.
1 Voer het telefoonnummer in de stand-by modus in of
selecteer Contacten en een contactpersoon als u een videogesprek wilt voeren.
2 Selecteer Opties > Bellen > Video-oproep.
De tweede camera binnen de cover wordt standaard gebruikt voor videogesprekken. Het starten van een videogesprek kan enige tijd duren. Wachten op
videoafbeelding wordt weergegeven. Als de oproep
mislukt, bijvoorbeeld omdat videogesprekken niet worden ondersteund door het netwerk of omdat het ontvangende apparaat niet compatibel is, wordt u gevraagd of u een gewone oproep wilt plaatsen of een SMS- of multimediabericht wilt verzenden.
Het videogesprek is actief wanneer u twee video­afbeeldingen ziet en het geluid hoort via de luidspreker. De ontvanger van de oproep kan de verzending van video ( ) weigeren. In dat geval hoort u alleen geluid en wordt er mogelijk een foto of een grijze achtergrondafbeelding weergegeven.
Selecteer Opties > Inschakelen of Uitschakelen > Video
verzenden, Audio verzenden of Audio & video vrzndn als
u wilt schakelen tussen het weergeven van videobeelden of alleen geluid.
Druk op of als u wilt in- of uitzoomen op uw eigen afbeelding.
Selecteer Opties > Beeld wisselen als u de positie van de verzonden videobeelden in de weergave wilt wisselen.
Selecteer Opties > Handsfree insch. als u het geluid wilt afspelen via een compatibele hoofdtelefoon met Bluetooth-verbinding die u op het apparaat hebt aangesloten. Selecteer Opties > Telefoon insch. als u het geluid weer wilt afspelen via de luidspreker van het apparaat.
Gebruik de volumetoetsen aan de zijkant van het apparaat als u het volume tijdens een videogesprek wilt regelen.
Selecteer Opties > Hoofdcamera om de hoofdcamera te gebruiken voor het verzenden van videobeelden. Selecteer
Opties > Tweede camera als u weer wilt terugschakelen
naar de tweede camera.
Druk op als u het videogesprek wilt beëindigen.

Videobeelden delen

Gebruik Video delen (netwerkdienst) als u tijdens een spraakoproep live videobeelden of een videoclip van het mobiele apparaat naar een ander compatibel mobiel apparaat wilt verzenden.
Oproepen plaatsen
95
De luidspreker is actief wanneer u Video delen activeert. Als u de luidspreker niet wilt gebruiken voor de spraakoproep terwijl u video deelt, kunt u ook een compatibele hoofdtelefoon gebruiken.

Vereisten voor het delen van videobeelden

Omdat een UMTS-verbinding is vereist voor Video delen,
Oproepen plaatsen
kunt u Video delen alleen gebruiken als het UMTS-netwerk beschikbaar is. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de beschikbaarheid van de dienst en het netwerk en de kosten die aan het gebruik van deze dienst zijn verbonden.
Als u Video delen wilt gebruiken, moet u het volgende doen:
Controleer of het apparaat is ingesteld voor
verbindingen van persoon tot persoon. Zie ’Instellingen’ op pag. 96.
Controleer of u een actieve UMTS-verbinding hebt en
zich binnen het UMTS-netwerkdekkingsgebied bevindt. Zie ’Instellingen’ op pag. 96. Als u de deelsessie begint binnen het UMTS-netwerkdekkingsgebied en een overdracht naar GSM plaatsvindt, wordt de deelsessie onderbroken, maar wordt de spraakoproep voortgezet. U kunt Video delen niet starten als u niet binnen het dekkingsgebied van het UMTS-netwerk bent.
Controleer of zowel de zender als de ontvanger zijn
geregistreerd bij het UMTS-netwerk. Als u iemand uitnodigt voor een deelsessie en deze persoon zich niet in het dekkingsgebied van het UMTS-netwerk bevindt, Video delen niet heeft geïnstalleerd of geen verbindingen van persoon tot persoon heeft ingesteld, weet de ontvanger niet dat u een uitnodiging hebt verzonden. U ontvangt een foutbericht dat de ontvanger de uitnodiging niet kan accepteren.

Instellingen

Instellingen voor verbindingen van persoon tot persoon
Een verbinding van persoon tot persoon wordt ook wel een SIP-verbinding (Session Initiation Protocol) genoemd. De SIP-profielinstellingen moeten in het apparaat worden geconfigureerd voordat u Video delen kunt gebruiken.
Vraag de serviceprovider naar de SIP-profielinstellingen en sla deze op in het apparaat. De serviceprovider stuurt de instellingen door de ether of geeft u een lijst met de benodigde parameters.
Als u het SIP-adres van een ontvanger kent, kunt u het invoeren op de contactkaart voor de betreffende persoon. Open Contacten vanuit het hoofdmenu van het apparaat en open de contactkaart of maak een nieuwe kaart voor die persoon. Selecteer Opties > Detail toevoegen > SIP of
Weergave delen. Voer het SIP-adres in met de indeling
96
gebruikersnaam@domeinnaam (u mag een IP-adres gebruiken in plaats van een domeinnaam).
Als u geen SIP-adres weet voor de contactpersoon, kunt u ook het telefoonnummer van de ontvanger gebruiken, inclusief het landnummer, bijvoorbeeld +32, om videobeelden te delen (indien ondersteund door de serviceprovider).
UMTS-verbindingsinstellingen
Ga als volgt te werk als u de UMTS-verbinding wilt instellen:
Neem contact op met uw serviceprovider om een
overeenkomst op te stellen voor het gebruik van het UMTS-netwerk.
Controleer of de verbindingsinstellingen voor het
UMTS-toegangspunt van het apparaat correct zijn geconfigureerd. Zie ’Verbinding’ op pag. 122 voor hulp.

Live videobeelden en videoclips delen

1 Wanneer een spraakoproep actief is, selecteert
u Opties > Video delen > Live video. Selecteer Opties > Video delen > Opgenomen clip als u een videoclip wilt delen. Er wordt een lijst geopend met videoclips die zijn opgeslagen in het apparaatgeheugen of op de compatibele geheugenkaart. Selecteer een clip die u wilt delen.
Selecteer Opties > Afspelen als u een voorbeeld van de clip wilt bekijken.
2 Als u live videobeelden deelt, verzendt het apparaat een
uitnodiging naar het SIP-adres dat u hebt toegevoegd aan de contactkaart van de ontvanger. Selecteer Opties > Uitnodigen als u een videoclip deelt. Mogelijk moet u de videoclip converteren naar een geschikte indeling om deze te kunnen delen. Clip
moet worden geconverteerd voor delen. Doorgaan?
wordt weergegeven. Selecteer OK. Als de contactgegevens van de ontvanger zijn opgeslagen in Contacten en de contactpersoon meerdere SIP-adressen of telefoonnummers heeft, inclusief de landcode, selecteer dan het gewenste adres of nummer. Voer het SIP-adres of telefoonnummer van de ontvanger in als dit niet beschikbaar is en selecteer
OK om de uitnodiging te verzenden.
3 Het delen start automatisch zodra de ontvanger de
uitnodiging heeft geaccepteerd.
4 Selecteer Pauze als u de deelsessie wilt onderbreken.
Selecteer Doorgaan als u het delen wilt hervatten. Druk op of als u de videoclip snel vooruit of terug wilt spoelen. Druk op Afspelen als u de clip opnieuw wilt afspelen.
5 Selecteer Stop als u de deelsessie wilt beëindigen.
Druk op als u de spraakoproep wilt beëindigen. Het delen van video wordt ook beëindigd wanneer de actieve spraakoproep eindigt.
Oproepen plaatsen
97
Selecteer Opslaan als antwoord op de vraag Gedeelde
videoclip opslaan? als u de gedeelde live video wilt
opslaan. De gedeelde video wordt opgeslagen in de map
Afb. en video in Galerij.
Als u andere toepassingen gebruikt tijdens het delen van een videoclip, wordt de deelsessie onderbroken. Selecteer vanuit de actieve stand-by modus Opties > Doorgaan als u wilt terugkeren naar de weergave voor het delen van video om verder te gaan met de deelsessie. Zie ’Actieve
Oproepen plaatsen
stand-by modus’ op pag. 58.

Een uitnodiging accepteren

Wanneer iemand een uitnodiging voor delen naar u verzendt, wordt een uitnodigingsbericht weergegeven waarin de naam of het SIP-adres van de afzender staat vermeld. Als het apparaat niet is ingesteld op Stil, hoort u de beltoon wanneer u een uitnodiging ontvangt.
Als iemand een uitnodiging voor delen naar u verzendt en u zich niet in een gebied met UMTS-netwerkdekking bevindt, weet u niet dat u een uitnodiging hebt ontvangen.
Wanneer u een uitnodiging ontvangt, kiest u een van de volgende opties:
Accept. - Hiermee start u de deelsessie. Weigeren - Hiermee weigert u de uitnodiging. De afzender
ontvangt een bericht dat u de uitnodiging hebt geweigerd.
U kunt ook op de End-toets drukken om de deelsessie te weigeren en de spraakoproep te beëindigen.
Selecteer Dempen wanneer u een videoclip ontvangt en u het geluid hiervan wilt dempen.
Selecteer Stop als u het delen van video wilt beëindigen. Het delen van video wordt ook beëindigd wanneer de actieve spraakoproep eindigt.

Een oproep beantwoorden of weigeren

Druk op als u de oproep wilt beantwoorden. Als Antwrd bij openen telef. is ingesteld op Ja in de instellingen, opent u de cover.
Selecteer Stil als u bij een inkomende oproep de beltoon wilt uitschakelen.
Druk op als u een oproep niet wilt beantwoorden. Als u de functie Doorschakelen > Indien bezet hebt ingeschakeld om oproepen door te schakelen, wordt een inkomende oproep ook doorgeschakeld wanneer u deze weigert. Zie ’Doorschakelen’ op pag. 121.
Wanneer u Stil selecteert om de beltoon van de inkomende oproep te dempen, kunt u een tekstbericht verzenden zonder de oproep te weigeren waarin u de beller laat weten waarom u de oproep niet kunt beantwoorden.
98
Selecteer Opties > SMS verzenden. Zie ’Oproep’ op pag. 120 voor meer informatie over het instellen van deze optie en het schrijven van een standaardtekstbericht.

Een videogesprek beantwoorden of weigeren

Wanneer u een videogesprek ontvangt, wordt weergegeven.
Druk op als u het videogesprek wilt beantwoorden.
Verzenden videobericht naar beller toestaan? wordt
weergegeven. Selecteer Ja als u wilt beginnen met het verzenden van live videobeelden.
Als u het videogesprek niet activeert, wordt het verzenden van videobeelden niet geactiveerd en hoort u alleen het geluid van de beller. Het videobeeld wordt vervangen door een grijs scherm. Zie ’Oproep’, Afb. in video-oproep op pag. 120 als u wilt weten hoe u het grijze scherm vervangt door een foto die is gemaakt met de camera in het apparaat.
Druk op als u het videogesprek wilt beëindigen.

Oproep in wachtrij

U kunt een oproep beantwoorden terwijl u een ander gesprek voert als u Oproep in wachtrij in Instrumenten >
Instell. > Telefoon > Oproep > Oproep in wachtrij
(netwerkdienst) hebt ingeschakeld. Druk op als u de oproep in de wachtstand wilt
beantwoorden. De eerste oproep wordt in de wachtstand geplaatst.
Selecteer Wisselen als u wilt schakelen tussen de twee oproepen. Selecteer Opties > Doorverbinden als u de actieve oproep en de oproep in de wachtstand met elkaar wilt verbinden en zelf de verbinding wilt verbreken. Druk op als u de actieve oproep wilt beëindigen. Selecteer
Opties > Alle oproep. beëind. als u beide oproepen wilt
beëindigen.

Logboek

Druk op en selecteer Instrumenten > Logboek >
Recente opr. als u de telefoonnummers wilt bijhouden van
gemiste en ontvangen oproepen en gekozen nummers voor spraakoproepen. Gemiste en ontvangen oproepen worden alleen geregistreerd als het netwerk deze functies ondersteunt, het apparaat aan staat en zich binnen het bereik van de netwerkdienst bevindt.
Selecteer Opties > Wis recente oproep. in de beginweergave met recente oproepen als u alle lijsten met recente oproepen wilt wissen. Open een lijst met oproepen en selecteer Opties > Lijst wissen als u de lijst wilt wissen.
Oproepen plaatsen
99
Open een lijst, ga naar een afzonderlijk item en druk op als u dit wilt wissen.

Duur oproep

Druk op en selecteer Instrumenten > Logboek >
Duur oproep als u de gemiddelde duur van inkomende en
uitgaande oproepen wilt bijhouden.
Oproepen plaatsen
Opmerking: De uiteindelijke gespreksduur die door
de serviceprovider in rekening wordt gebracht kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
Selecteer Opties > Timers op nul als u de gespreksduurgegevens wilt wissen. U hebt hiervoor de blokkeringscode nodig. Zie ’Telefoon en SIM-kaart’ op pag. 116.

Packet-gegevens

Druk op en selecteer Instrumenten > Logboek >
Packet-ggvns als u wilt controleren hoeveel gegevens
er zijn verzonden en ontvangen tijdens packet­gegevensverbindingen De kosten van packet­gegevensverbindingen worden bijvoorbeeld mogelijk gebaseerd op de hoeveelheid verzonden en ontvangen gegevens.

Alle communicatiegebeurtenissen controleren

Logboek bevat de volgende pictogrammen:
Inkomend Uitgaand Gemiste communicatiegebeurtenissen
U kunt alle geregistreerde spraakoproepen, SMS-berichten of gegevensverbindingen controleren. Druk hiervoor op , selecteer Instrumenten > Logboek en druk op om het algemene logboek te openen.
Subgebeurtenissen, zoals een SMS-bericht dat in delen wordt verzonden via een packet-gegevensverbinding, gelden als één communicatiegebeurtenis. Verbindingen met uw mailbox, de multimediaberichtencentrale of webpagina's worden weergegeven als packet­gegevensverbindingen.
Selecteer Opties > Opslaan in Contacten als u een onbekend telefoonnummer in Logboek wilt toevoegen aan uw contactpersoon.
Selecteer Opties > Filter en een filter als u het logboek wilt filteren.
Selecteer Opties > Logboek wissen als u de inhoud van het logboek, de lijst met recente oproepen en de leveringsrapporten definitief wilt wissen. Selecteer Ja
100
Loading...