Nokia E66 User's Guide [nl]

Gebruikershandleiding Nokia E66
Uitgave 5
CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-343 in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Europese richtlijn 1999/5/EG. Een exemplaar van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Nokia, Nokia Connecting People, Eseries, E66, Ovi en Visual Radio zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Andere product- en bedrijfsnamen die in dit document worden genoemd, kunnen handelsmerken of handelsnamen van hun respectieve eigenaars zijn.
Reproductie, overdracht, distributie of opslag van de gehele of gedeeltelijke inhoud van dit document in enige vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nokia is verboden. Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
This product includes software licensed from Symbian Software Ltd ©1998-2010. Symbian and Symbian OS are trademarks of Symbian Ltd.
Java and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio-licentie (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is gecodeerd volgens de visuele norm MPEG-4, door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit, en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4­videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. A anvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie http:// www.mpegla.com.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEG ESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJK E RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS O NDER GEEN OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZOND ER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
Reverse engineering van de software in het apparaat is verboden voor zover maximaal is toegestaan op grond van het toepasselijke recht. Voor zover deze gebruikershandleiding beperkingen bevat aangaande verklaringen, garanties, schadevergoedingsplichten en aansprakelijkheden van Nokia, gelden deze beperkingen op dezelfde wijze voor verklaringen, garanties, schadevergoedingsplicht en aansprakelijkheden van Nokia-licentiegevers.
Toepassingen van derden die bij uw apparaat worden geleverd, kunnen zijn gemaakt door en in eigendom zijn van personen en entiteiten die geen relatie of verband met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de auteursrechten of de intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig draagt Nokia geen verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de functionaliteit van deze toepassingen of de informatie in deze toepassingen of het materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden. MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASS INGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN WORDE N GEL EVER D ZON DER ENIGE VORM VAN GARANTIE, H ETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GR OND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT) GARANTIES BETREFFENDE TITEL, VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKE N OP OCTROOIEN, AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN VAN DERDEN. De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia-dealer voor details en de beschikbaarheid van taalopties. Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de VS en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
MEDEDELING FCC/INDUSTRY CANADA Dit apparaat kan tv- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van ontvangstapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal Communications Commission (FCC) of Industry Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden. Neem contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf accepteren, ook wanneer deze een ongewenste werking tot gevolg kunnen hebben. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen.
/Uitgave 5 NL

Inhoudsopgave

Veiligheid.............................................................7
Over dit apparaat.......................................................................7
Netwerkdiensten.......................................................................8
Verwijderen van de batterij......................................................9
Help zoeken........................................................10
Ondersteuning.........................................................................10
Externe configuratie................................................................10
Software updaten via de pc....................................................11
Meer informatie.......................................................................11
De E66 in het kort...............................................13
Belangrijkste functies..............................................................13
Toetsen en onderdelen...........................................................14
Bewegingen.............................................................................15
Het apparaat instellen.......................................18
De SIM-kaart en de batterij plaatsen.....................................18
De batterij opladen..................................................................19
De geheugenkaart plaatsen...................................................19
De geheugenkaart uitnemen.................................................20
De hoofdtelefoon aansluiten..................................................20
De polsband bevestigen..........................................................21
Antenne's..................................................................................21
Aan de slag.........................................................22
Eerste keer starten..................................................................22
Welkom.....................................................................................22
De Instelwizard .......................................................................23
Startscherm..............................................................................23
Menu.........................................................................................24
Inhoud van andere apparaten overdragen ..........................24
Algemene bewerkingen in verschillende toepassingen......26
Scherm-indicatoren.................................................................27
Volumeregeling.......................................................................28
Geheugen.................................................................................29
Tekst invoeren.........................................................................30
Nokia Ovi Suite.........................................................................31
Nieuw in de Eseries............................................33
Snelle toegang tot taken........................................................33
Startscherm..............................................................................33
Sneltoetsen..............................................................................34
Nokia-agenda voor Eseries.....................................................35
Nokia-contacten voor Eseries.................................................37
Multitasking.............................................................................39
Open Ovi...................................................................................39
Over Ovi Store...........................................................................39
Aan uw eigen voorkeuren aanpassen...............40
Profielen ..................................................................................40
Beltonen selecteren.................................................................40
Profielen aanpassen................................................................41
Het startscherm aan uw voorkeuren aanpassen .................41
Weergavevolgorde wijzigen..................................................42
Een thema downloaden..........................................................42
3D-beltonen.............................................................................42
Media..................................................................43
Camera......................................................................................43
Nokia Podcasting.....................................................................46
Muziekspeler ...........................................................................47
Online delen ............................................................................49
Dictafoon .................................................................................50
Galerij .......................................................................................50
RealPlayer ................................................................................52
Flash-speler .............................................................................53
Radio ........................................................................................53
Internetradio............................................................................55
Internet..............................................................57
Web ..........................................................................................57
Surfen op intranet ..................................................................59
Internettoegangspunten........................................................59
Een pc verbinden met internet..............................................62
Berichten ...........................................................63
Berichtenmappen....................................................................63
Berichten indelen....................................................................64
Berichtenlezer..........................................................................64
Spraak ......................................................................................64
E-mailberichten.......................................................................65
SMS-berichten..........................................................................69
Multimediaberichten...............................................................71
Chatten ....................................................................................74
Speciale berichttypen..............................................................77
Infodienst.................................................................................78
Berichtinstellingen..................................................................78
Telefoon.............................................................83
Spraakoproepen......................................................................83
Video-oproepen.......................................................................84
Internetoproepen ...................................................................85
Snelkeuze ................................................................................88
Oproepen omleiden.................................................................88
Oproepen blokkeren................................................................89
Internetoproepen blokkeren..................................................89
DTMF-tonen verzenden...........................................................90
Voicemail .................................................................................90
Gesproken hulp .......................................................................90
Spraakopdrachten ..................................................................91
PTT (Push to Talk) ...................................................................92
Logboek ...................................................................................94
Op reis................................................................96
GPS en satellietsignalen..........................................................96
Instellingen voor positiebepaling..........................................97
Kaarten.....................................................................................97
GPS-gegevens ........................................................................105
Plaatsbepalingen ..................................................................106
Nokia-kantoortoepassingen............................109
Actieve notities .....................................................................109
Rekenmachine ......................................................................110
Bestandsbeheer ....................................................................110
Quickoffice..............................................................................111
Conversieprogramma ...........................................................111
Zipbeheer ..............................................................................112
PDF-lezer ................................................................................112
Afdrukken...............................................................................112
Klok ........................................................................................113
Notities ..................................................................................114
Draadloos toetsenbord van Nokia.......................................114
Connectiviteit...................................................116
Snel downloaden...................................................................116
Pc-verbindingen....................................................................116
Gegevenskabel.......................................................................116
Infrarood ...............................................................................117
Bluetooth ...............................................................................118
SIM-toegangsprofiel..............................................................120
Draadloos LAN........................................................................121
Modem ...................................................................................123
Verbindingsbeheer................................................................124
Beveiligings- en gegevensbeheer....................126
Het apparaat blokkeren........................................................126
Beveiliging van de geheugenkaart......................................126
Codering.................................................................................127
Vaste nummers......................................................................128
Certificaatbeheer...................................................................128
Beveiligingsmodules.............................................................130
Back-ups maken van gegevens............................................130
Toepassingsbeheer ..............................................................130
Activeringssleutels................................................................133
Gegevenssynchronisatie ......................................................134
Mobiel VPN.............................................................................135
Barcode-lezer.........................................................................137
Instellingen......................................................138
Algemene instellingen..........................................................138
Telefooninstellingen.............................................................142
Verbindingsinstellingen........................................................143
Toepassingsinstellingen.......................................................149
Sneltoetsen......................................................151
Algemene sneltoetsen..........................................................151
Woordenlijst....................................................153
Ondersteuning.................................................157
Product- en veiligheidsinformatie...................160
Index................................................................167

Veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijd en uw handen v rij om uw voertui g te best uren. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in vliegtuigen en in de nabijheid van medische apparatuur, brandstof, chemicaliën of gebieden waar explosieven worden gebruikt.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 7

Over dit apparaat

Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het (E)GSM 850-, 900-, 1800- en 1900-netwerken MHz en UMTS 900/2100 MHz HSDPA-netwerken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Dit apparaat ondersteunt verschillende verbindingsmethoden en net als computers kan uw apparaat worden blootgesteld aan virussen en andere schadelijke inhoud. Wees voorzichtig met berichten, verbindingsverzoeken, browsen en downloaden. Installeer en gebruik alleen diensten en software van betrouwbare bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden, zoals toepassingen die Symbian Signed zijn of de Java
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
Verified™-test hebben doorstaan. Overweeg de installatie van antivirus- en andere beveiligingssoftware op het apparaat en eventuele aangesloten computers.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bladwijzers en koppelingen naar websites van derden. Deze zijn niet verbonden met Nokia en Nokia onderschrijft deze niet en aanvaardt er geen aansprakelijkheid voor. Als u dergelijke sites bezoekt, moet u voorzorgsmaatregelen treffen op het gebied van beveiliging of inhoud.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat
wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
Houd u bij het gebruik van dit apparaat aan alle regelgeving en respecteer lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten. Auteursrechtbescherming kan verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek en andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd of overgedragen.
Maak een back-up of houd een schriftelijke neerslag bij van alle belangrijke gegevens die in uw apparaat zijn opgeslagen.
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
De afbeeldingen in deze documentatie kunnen verschillen van de afbeeldingen op het scherm van het apparaat.
Voor andere belangrijke informatie over uw apparaat wordt u verwezen naar de gebruikershandleiding.

Netwerkdiensten

Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikken over een abonnement bij een aanbieder van draadloze verbindingsdiensten. Enkele functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook functies waarvoor u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat u ze kunt gebruiken. Wanneer u netwerkdiensten gebruikt, worden er gegevens overgedragen. Informeer bij uw serviceprovider naar de kosten voor communicatie op uw eigen telefoonnetwerk en wanneer u in het dekkingsgebied van andere netwerken verkeert. Uw serviceprovider kan u vertellen welke kosten in rekening worden gebracht. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die invloed hebben op hoe u sommige functies van dit apparaat kunt gebruiken die netwerkondersteuning nodig hebben, zoals ondersteuning voor specifieke technologieën, bijvoorbeeld WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP­protocollen en taalafhankelijke tekens.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw appa raat . In dat g eval w orde n deze fu ncties n iet i n het m enu van uw apparaat weergegeven. Mogelijk is uw apparaat voorzien van aangepaste onderdelen, zoals menunamen, menuvolgorde en pictogrammen.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.8

Verwijderen van de batterij

Schakel het apparaat uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 9

Help zoeken

Ondersteuning

Als u meer wilt weten over hoe u uw product kunt gebruiken of als u niet zeker weet hoe uw apparaat behoort te werken, gaat u naar www.nokia.com/support. Voor mobiele apparaten kijkt u op www.nokia.mobi/support. U kunt ook
Menu > Help > Help selecteren op uw apparaat.
Als u hiermee het probleem niet kunt oplossen, gaat u als volgt te werk:
Schakel het apparaat uit en verwijder de batterij. Plaats de batterij na ongeveer een minuut weer in het apparaat en schakel het apparaat in.
Stel de oorspronkelijke fabriekswaarden weer in.
Werk uw apparaatsoftware bij.
Als het probleem nog steeds niet is opgelost, neemt u contact op met Nokia om het apparaat te laten repareren. Ga naar www.nokia.com/repair. Voordat u het apparaat opstuurt voor reparatie, moet u altijd een back-up van de gegevens op het apparaat maken.

Externe configuratie

Selecteer Menu > Instrumenten > App.beh.. Met Apparaatbeheer kunt u instellingen, gegevens en
software op uw apparaat extern beheren.
U kunt een verbinding met een server maken om configuratie-instellingen voor uw apparaat te ontvangen. U kunt ook serverprofielen en andere configuratie-instellingen ontvangen van uw serviceproviders of de afdeling informatiebeheer van uw bedrijf. Onder configuratie­instellingen vallen bijvoorbeeld ook instellingen van de verbinding die door andere toepassingen in het apparaat worden gebruikt. De beschikbare opties kunnen verschillen.
De server start meestal de externe configuratieverbinding als de instellingen van het apparaat moeten worden bijgewerkt.
Als u een nieuw serverprofiel wilt maken, selecteert u
Opties > Nieuw serverprofiel.
Deze instellingen kunt u van uw serviceprovider in een configuratiebericht ontvangen. Zo niet, definieer dan het volgende:
Servernaam — Voer een naam voor de
configuratieserver in.
Server-ID — Voer de unieke ID van de configuratieserver
in.
Serverwachtwoord — Voer het wachtwoord in
waarmee uw apparaat door de server wordt herkend.
Sessiemodus — Selecteer het verbindingstype van uw
voorkeur.
Toegangspunt — Selecteer het toegangspunt dat u wilt
gebruiken voor de verbinding of maak een nieuw toegangspunt. U kunt ook aang even dat u wordt gevraagd welk toegangspunt u wilt gebruiken telkens wanneer u
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.10
verbinding maakt. Deze instelling is alleen beschikbaar als u Internet hebt geselecteerd als dragertype.
Hostadres — Voer het webadres van de configuratieserver in.
Poort — Voer het poortnummer van de server in.
Gebruikersnaam — Voer uw gebruikers-ID voor de
configuratieserver in.
Wachtwoord — Voer uw wachtwoord voor de configuratieserver in.
Config. toestaan — Selecteer Ja om de server een configuratiesessie te laten initiëren.
Autom. accepteren — Selecteer Ja als u niet wilt dat de server een bevestiging vraagt bij het initiëren van een configuratiesessie.
Netwerkverificatie — Geef aan of HTTP-verificatie moet worden gebruikt.
Gebr.naam netwerk — Voer uw gebruikers-ID voor de HTTP-verificatie in. Deze instelling is alleen beschikbaar als u Netwerkverificatie hebt geselecteerd.
Wachtwoord netwerk — Voer uw wachtwoord voor de HTTP-verificatie in. Deze instelling is alleen beschikbaar als u Netwerkverificatie hebt geselecteerd.
Selecteer Opties > Configuratie starten als u verbinding wilt maken met de server om de configuratie-instellingen voor uw apparaat te ontvangen.
Als u het configuratielogboek van het geselecteerde profiel wilt weergeven, selecteert u Opties > Logboek bekijken.

Software updaten via de pc

Nokia Software Updater is een pc-toepassing waarmee u de software van uw apparaat kunt bijwerken. Als u dat wilt doen, hebt u een compatibele pc nodig, een breedbandverbinding met internet en een compatibele USB­gegevenskabel om uw apparaat op de pc aan te sluiten.
Als u meer informatie wilt en de updatetoepassing voor Nokia-software wilt downloaden, gaat u naar www.nokia.com/softwareupdate.

Meer informatie

Instructies van het apparaat
Als u instructies wilt lezen voor de huidige weergave van de geopende toepassing, selecteert u Opties > Help.
Als u door de Help-onderwerpen wilt bladeren en zoekopdrachten wilt uitvoeren, selecteert u Menu > Help >
Help. U kunt categorieën selecteren waarvoor u instructies
wilt zien. Selecteer een categorie, zoals Berichten om te zien welke instructies (Help-onderwerpen) beschikbaar zijn. Tijdens het lezen van het onderwerp drukt u de joystick naar links of naar rechts om de andere onderwerpen in dezelfde categorie weer te geven.
Als u tussen de toepassing en Help wilt schakelen, houdt u de home-toets ingedrukt.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 11
Zelfstudie
De zelfstudie geeft informatie over het apparaat en laat zien hoe u het kunt gebruiken. Selecteer Menu > Help >
Zelfstudie.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.12

De E66 in het kort

Modelnummer: Nokia E66-1 (RM-343). Hierna aangeduid als Nokia E66.

Belangrijkste functies

Met uw nieuwe Eseries kunt u zakelijke en persoonlijke gegevens beheren De belangrijkste functies worden hier uitgelicht:
Wisselen tussen de persoonlijke en de privémodus.
Op internet surfen, blogs zoeken en nieuws-feeds ontvangen met Web.
Muziek beluisteren met Muzieksp..
Podcasts op uw apparaat ontvangen met
Podcasting.
Interessante locaties zoeken met Kaarten.
Onderweg uw e-mail lezen.
Afspraken bijhouden en plannen met Agenda.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 13
Gegevens van zakenpartners en persoonlijke vrienden beheren met de nieuwe toepassing
Contacten.
Oproepen plaatsen via IP-services met
Internettel..
Verbinding met een WLAN maken met WLAN-wiz..
Documenten, spreadsheets en presentaties weergeven in Quickoffice.

Toetsen en onderdelen

1 — Aan/uit-toets 2 — Luistergedeelte 3 — Lichtsensor 4 — Selectietoets. Druk op de selectietoets om de functie uit
te voeren die boven de selectietoets op het scherm wordt weergegeven.
5 — Beltoets
6 — Druk de toets een aantal seconden in om de Bluetooth-
connectiviteit in te schakelen. Bij het invoeren van tekst drukt u de toets in en selecteert u Meer symbolen om toegang te krijgen tot speciale tekens.
7 — Microfoon 8 — Camera (alleen video-oproepen) 9 — Bladertoets. Druk op de bladertoets om een selectie in
te voeren en om naar links, rechts, omhoog of omlaag over het scherm te bewegen. Door lang op de bladertoets links, rechts, omhoog of omlaag te drukken, wordt de beweging versneld.
10 — Eindetoets. Druk op de eindetoets als u een oproep wilt
weigeren, actieve gesprekken of gesprekken in de wachtstand wilt beëindigen. Als u lang op de toets drukt, kunt u gegevensverbindingen beëindigen.
11 — Backspace-toets. Druk de toets in om items te
verwijderen.
12 — Shift-toets. Bij het invoeren van tekst houdt u de toets
ingedrukt en selecteert u de tekst met de navigatietoets. Druk deze toets een aantal seconden in om te schakelen tussen de profielen Stil en Algemeen.
13 — Laderaansluiting
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.14
1 — Home-toets 2 — Contactentoets 3 — Agendatoets 4 — E-mailtoets
1 — Toets Volume omhoog 2 — Spraaktoets. Druk op de spraaktoets om de actieve
oproep te dempen of de demping op te heffen. Deze toets wordt ook gebruikt bij spraakopdrachten en P2T­toepassingen.
3 — Toets Volume omlaag 4 — Vastlegtoets 5 — Ontgrendelingsknop 6 — Hoofdtelefoonaansluiting 7 — Mini-USB-poort 8 — Infraroodpoort
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 15

Bewegingen

Als u het apparaat draait, wordt de weergave automatisch gekanteld. Ook reageert het apparaat op tikken en op omgekeerd neerleggen. Het licht van de navigatietoets waarschuwt bij gebeurtenissen en u kunt oproepen beantwoorden en beëindigen door het apparaat open of dicht te schuiven. Ook kunt u zo het toetsenbord vergrendelen.

De weergave automatisch kantelen

In alle toepassingen wordt de weergave automatisch van staand in liggend veranderd zodra u het apparaat naar links draait. Als u bijvoorbeeld op internet surft en het apparaat linksom draait, draait de weergave mee en wordt de weergavemodus 'volledig scherm'. Als u het besturings- en
statusvenster wilt weergeven, drukt u op een van de selectietoetsen. In RealPlayer, de browser en de afbeeldingenviewer worden afbeeldingen op het volledige scherm weergegeven.
Als u het automatisch kantelen van de weergave wilt uitschakelen, selecteert u Menu > Instrumenten >
Instell. > Algemeen > Persoonlijk > Weergave > Display draaien of Draai voor voll. weerg..

Geluiden dempen

Als u het alarm van zowel de agenda als de klok wilt onderdrukken en signalen van inkomende oproepen wilt dempen, draait u het apparaat met de bovenkant naar beneden.
U kunt het apparaat ook tot zwijgen brengen door er twee maal op te tikken. Om het dempen in te stellen selecteert u
Menu > Instrumenten > Instell. > Algemeen > Persoonlijk > Tonen > Tikken voor stilte > Aan.
Als u demping door middel van tikken of omdraaien wilt uitschakelen, selecteert u Menu > Instrumenten > Instell. >
Algemeen > Persoonlijk > Tonen > Tikken voor stilte of Draaien voor stilte.

Lichtsignalen van de navigatietoets

Als u een bericht ontvangt of een oproep mist, begint de navigatietoets te knipperen om dat te melden. Wanneer de schermverlichting uitgaat, begint de navigatietoets langzaam te knipperen.
Als u wilt instellen hoelang het knipperen bij gemiste oproepen duurt of bij welke gebeurtenissen u op deze manier wilt worden gewaarschuwd, selecteert u Menu >
Instrumenten > Instell. > Algemeen > Persoonlijk > Meldingsindicator.
Als u het knipperen wilt uitschakelen, selecteert u Menu >
Instrumenten > Profielen en kiest u een profiel. Selecteer Aanpassen > Communicatielampje.

Schuiffunctie

Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.16
Als u het volledige toetsenbord wilt openen of sluiten, schuift u het gedeelte met het scherm omhoog of omlaag.
Als u het toetsenbord wilt vergrendelen, schuift u het apparaat dicht. Als u het toetsenblord wilt ontgrendelen, schuift u het apparaat open.
Tip: Als u het toetsenbord wilt ontgrendelen het apparaat open te schuiven, drukt u eerst de linker- en dan de rechter selectietoets in.
Als u een oproep wilt beantwoorden, schuift u het apparaat open. Als u het gesprek wilt beëindigen, schuift u het apparaat dicht, tenzij u een hoofdtelefoon op het apparaat hebt aangesloten of Opties hebt geselecteerd voordat u het toetsenbord blokkeert.
Als u de instelling voor de schuiffunctie wilt wijzigen, selecteert u Menu > Instrumenten > Instell. >
Algemeen > Actie voor schuif.
Het toetsenbord van uw apparaat wordt automatisch geblokkeerd zodat er geen toetsen per ongeluk kunnen worden ingedrukt. Als u de tijdsduur wilt wijzigen waarna het toetsenbord wordt geblokkeerd, selecteert u Menu >
Instrumenten > Instell. > Algemeen > Beveiliging > Telefoon en SIM-kaart > Per. autom. blokk. ttsnb..
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 17

Het apparaat instellen

Stel uw E66 in volgens deze instructies.

De SIM-kaart en de batterij plaatsen

1. Houd de achterzijde van het apparaat naar u toe gericht,
druk op de ontgrendelingsknoppen (1) en schuif de cover weg (2).
2. Als de batterij is geïnstalleerd is, tilt u de batterij in de
richting van de pijl.
3. Plaats de SIM-kaart. Zorg ervoor dat de contactpunten naar boven zijn gericht en dat de afgeschuinde hoek van de geheugenkaart naar de bovenkant van het apparaat wijst.
4. Plaats de batterij. Leg de contactpunten van de batterij op één lijn met de overeenkomende aansluitpunten op het batterijvak en schuif de batterij in de richting van de pijl.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.18
5. Schuif de cover weer op zijn plaats.

De batterij opladen

1. Sluit een compatibele lader aan op een stopcontact.
2. Sluit de netvoedingskabel aan op het apparaat. Als de batterij helemaal leeg is, kan het even duren voordat de indicator wordt weergegeven.
3. Wanneer de batterij volledig is opgeladen, maakt u eerst
de lader los van het apparaat en vervolgens haalt u de lader uit het stopcontact.
De batterij is al opgeladen in de fabriek, maar het laadniveau kan variëren. Om de volledige gebruiksduur te kunnen halen, laad u de batterij volledig op. U kunt dit aflezen aan de indicator voor het batterijniveau.
Tip: Als u over oude compatibele Nokia-laders beschikt, kunt u deze gebruiken voor de Nokia E66 door de CA-44-laderadapter aan te sluiten op de oude lader. De adapter is leverbaar als apart toebehoren.

De geheugenkaart plaatsen

Met een geheugenkaart spaart u het geheugen van het apparaat. Bovendien kunt u op de geheugenkaart een back­up maken van de gegevens op het apparaat.
Mogelijk is de geheugenkaart al in het apparaat geplaatst. Geheugenkaarten ook zijn verkrijgbaar als afzonderlijke toebehoren.
1. Houd de achterzijde van het apparaat naar u toe gericht, druk op de ontgrendelingsknoppen (1) en schuif de cover weg (2).
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 19
2. Plaats de geheugenkaart in de sleuf, met de contactpunten eerst. Zorg ervoor dat de contactpunten naar de aansluitpunten van het apparaat zijn gericht.
3. Schuif de kaart naar binnen tot deze goed is geplaatst.
4. Sluit de cover.

De geheugenkaart uitnemen

Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het
moment dat er een bewerking wordt uitgevoerd waarbij de
kaart wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de kaart en het apparaat beschadigd worden en kunnen gegevens op de kaart worden aangetast.
1. Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer Geheugenkrt
verw..
2. Druk op de ontgrendelingsknoppen en schuif de cover weg.
3. Druk op het uiteinde van de geheugenkaart om deze uit de sleuf te verwijderen.
4. Sluit de cover.

De hoofdtelefoon aansluiten

Waarschuwing: Wanneer u de hoofdtelefoon
gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen.
Sluit de compatibele hoofdtelefoon aan op de hoofdtelefoonaansluiting van het apparaat.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.20

De polsband bevestigen

Rijg de polsband zoals aangegeven en trek deze vast.

Antenne's

Het apparaat kan interne en externe antennes hebben. Vermijd onnodig contact met het gebied rond de antenne als de antenne aan het zenden of ontvangen is. Contact met antennes kan de kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden en kan tijdens gebruik leiden tot een hoger stroomverbruik en tot een kortere levensduur van de batterij.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 21

Aan de slag

Hier leest u hoe u aan de slag kunt gaan met uw apparaat.

Eerste keer starten

1. Houd de aan/uit-toets ingedrukt.
2. Als het apparaat vraagt om een PIN-code of blokkeringscode, voert u de code in en selecteert u OK.
3. Als u daarom wordt gevraagd, voert u het land waarin u zich bevindt, en de huidige datum en tijd. Voer de eerste letters van uw land in om deze te zoeken. Het is belangrijk dat u het juiste land selecteert, omdat geplande agenda-items die u opgeeft kunnen veranderen als u later een ander land kiest dat een andere tijdzone heeft. De toepassing Welkom wordt geopend.
4. Maak een keuze uit de verschillende opties, of selecteer Afsluiten om de toepassing te sluiten.
Als u de verschillende instellingen van uw apparaat wilt configureren, gebruikt u de instellingenwizard en de wizards die vanaf het startscherm beschikbaar zijn. Als u het apparaat inschakelt, is het mogelijk dat de serviceprovider van de SIM­kaart wordt herkend en sommige instellingen automatisch
worden geconfigureerd. U kunt ook contact opnemen met uw serviceprovider voor de juiste instellingen.
U kunt het apparaat ook inschakelen zonder eerst een SIM­kaart te plaatsen. Het apparaat start dan in de offline-modus, zodat de netwerkafhankelijke telefoonfuncties niet beschikbaar zijn.
Als u het apparaat wilt uitschakelen, houdt u de aan/uit-toets ingedrukt.

Welkom

Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt, wordt de toepassing Welkom geopend. Maak een keuze uit de volgende opties:
In Zelfstudie vindt u informatie over uw apparaat en
uitleg over het gebruik ervan.
Met Overdracht kunt u inhoud (zoals contacten en
agenda-items) overbrengen vanaf een compatibel Nokia­apparaat.
apparaten', p. 25.
Met de E-mailinstellingen kunt u e-mailinstellingen
configureren.
Met de Instelwizard kunt u diverse instellingen
configureren.
Zie 'Gegevensoverdracht tussen
Zie 'De Instelwizard ', p. 23.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.22
Als u de toepassing Welkom later wilt openen, selecteert u
Menu > Help > Welkom.
De beschikbare opties kunnen verschillen.

De Instelwizard

Selecteer Menu > Instrumenten > Instelwizard. Met de wizard Instellingen wordt uw apparaat op basis van
informatie van uw netwerkoperator geconfigureerd. Het kan zijn dat u contact moet opnemen met uw serviceprovider om een gegevensverbinding of andere diensten te activeren om gebruik te maken van deze diensten.
De beschikbaarheid van de verschillende items in de wizard Instellingen is afhankelijk van de functies van het apparaat, de SIM-kaart, de serviceprovider en de beschikbaarheid van de gegevens in de database van de wizard Instellingen.
Als er voor uw serviceprovider geen wizard Instellingen beschikbaar is, zal deze niet in het menu van uw apparaat worden weergegeven.
Als u de wizard wilt starten, selecteert u Starten. Wanneer u de wizard voor de eerste keer gebruikt, wordt u door de instellingenconfiguratie geleid. Als de SIM-kaart niet is geplaatst, moet u het land en de naam van uw serviceprovider selecteren. Als het voorgestelde land of de voorgestelde serviceprovider niet klopt, selecteert u er een uit de lijst. Als de configuratie van de instellingen wordt onderbroken, zijn de instellingen niet gedefinieerd.
Selecteer OK om de hoofdweergave van de wizard Instellingen te openen nadat de wizard de instellingen heeft geconfigureerd.
In de hoofdweergave kunt u de volgende opties selecteren:
Operator — De operatorspecifieke instellingen, zoals
instellingen voor MMS, internet, WAP en streaming, configureren.
E-mail instellen — Configureer e-mailinstellingen.
Push to Talk — Configureer P2T-instellingen (Push to
Talk).
Video delen — Configureer instellingen voor het delen
van video.
Als u er niet in slaagt de wizard Instellingen te gebruiken, raadpleegt u de website van Nokia met informatie over telefooninstellingen.

Startscherm

Vanaf het startscherm hebt u direct toegang tot de meest gebruikte functies. Ook ziet u hier met één oogopslag of er gemiste oproepen of nieuwe berichten zijn.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 23
U kunt twee startschermen instellen voor verschillende doeleinden. U kunt bijvoorbeeld een scherm voor zakelijke e­mail en berichten hebben en een ander scherm voor persoonlijke e-mail. Zo kunt u voorkomen dat u buiten uw werktijden zakelijke berichten te zien krijgt.

Menu

Selecteer Menu. Het menu is een beginpunt van
waaruit u alle toepassingen op het apparaat of op een geheugenkaart kunt openen.
Het menu bevat toepassingen en mappen, dit zijn groepen gelijksoortige toepassingen. Alle toepassingen die u zelf op het apparaat installeert, worden standaard opgeslagen in de map
Installatie.
Als u een toepassing wilt openen, gaat u ernaartoe en drukt u op de navigatietoets.
Als u de toepassingen wilt weergeven in een lijst, selecteert u Opties > Menuweergave wijzigen > Lijst. Als u wilt terugkeren naar de roosterweergave, selecteert u Opties >
Menuweergave wijzigen > Raster.
Als u wilt zien hoeveel geheugen door verschillende toepassingen wordt gebruikt en welke gegevens op het apparaat of op de geheugenkaart staan of wilt controleren
hoeveel geheugen er nog vrij is, selecteert u Opties >
Gegevens geheugen.
Als u een nieuwe map wilt maken, selecteert u Opties >
Nieuwe map.
Als u de naam van een nieuwe map wilt wijzigen, selecteert u Opties > Naam wijzigen.
Als u de map opnieuw wilt ordenen, gaat u naar de toepassing die u wilt verplaatsen en selecteert u Opties >
Verplaatsen. Naast de toepassing verschijnt een vinkje. Ga
naar een nieuwe locatie en selecteer OK.
Als u een toepassing naar een andere map wilt verplaatsen gaat u naar de toepassing die u wilt verplaatsen en selecteert u Opties > Verplaats naar map, de nieuwe map, en OK.
Als u toepassingen wilt downloaden van internet, selecteert u Opties > Toepassingen downldn.
Als u naar een andere geopende toepassing wilt schakelen, houdt u de home-toets ingedrukt. Selecteer een toepassing en druk op de bladertoets om de toepassing te openen. Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.

Inhoud van andere apparaten overdragen

Selecteer Menu > Instrumenten > Overdracht.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.24
U kunt via verschillende verbindingsmethoden inhoud, zoals contacten, overdragen van een compatibel Nokia-apparaat naar uw nieuwe Eseries-apparaat. Het type inhoud dat u kunt overdragen is afhankelijk van het model van het apparaat. Als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt u ook de gegevens tussen de twee apparaten synchroniseren of gegevens van dit apparaat naar het andere apparaat versturen.
Als u gegevens van uw vorige apparaat overdraagt, kan het zijn dat u gevraagd wordt de SIM-kaart te plaatsen. Uw nieuwe Eseries-apparaat heeft geen SIM-kaart nodig bij het overdragen van gegevens.
De inhoud wordt vanuit het geheugen van het andere apparaat gekopieerd naar de overeenkomende locatie in uw nieuwe apparaat. De tijd die nodig is om te kopiëren, is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens die overgedragen moeten worden. U kunt dit ook stopzetten en later weer doorgaan.
De benodigde stappen voor de gegevensoverdracht kunnen verschillen, afhankelijk van uw apparaat en of u de gegevensoverdracht eerder al eens onderbroken hebt. Welke items u kunt overdragen is afhankelijk van het andere apparaat.
u het bericht en volgt u de aanwijzingen op het scherm. Selecteer op uw nieuwe Eseries-apparaat de inhoud die u wilt kopiëren van het andere apparaat.
Na de gegevensoverdracht kunt u de snelkoppeling met de overdrachtinstellingen opslaan in de hoofdweergave om dezelfde overdracht later nog eens te herhalen. Als u de snelkoppeling wilt bewerken, selecteert u Opties >
Snelkoppellingsinstllngn.

Het overdrachtslog weergeven

Na elke overdracht wordt er een overdrachtslog getoond.
Als u de details van een overdracht wilt bekijken, gaat u naar het overgebrachte item en selecteert u Opties > Details.
Als u het logboek van een eerdere overdracht wilt bekijken, gaat u naar een snelkoppeling voor een overdracht in de hoofdweergave (indien beschikbaar) en selecteert u
Opties > Log bekijken.
Eventuele niet-opgeloste overdrachtconflicten worden ook weergegeven in het logboek. Selecteer Opties > Conflicten
oplossen om te beginnen met het oplossen van conflicten.

Gegevensoverdracht tussen apparaten

Volg de aanwijzingen op het scherm om de twee apparaten te verbinden. Bij bepaalde modellen wordt de toepassing Wisselen als een bericht verzonden naar het andere aparaat. Als u Wisselen wilt installeren op het andere apparaat, opent
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 25

Gegevens synchroniseren, ophalen en verzenden

Als u eerder gegevens naar het apparaat hebt overgebracht met de toepassing Wisselen, maakt u in de hoofdweergave Wisselen een keuze uit de volgende pictogrammen:
U kunt gegevens synchroniseren met een compatibel apparaat als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt. Met synchronisatie kunt u de gegevens op beide apparaten up-to-date houden.
Haal gegevens van het andere apparaat op naar uw nieuwe Eseries-apparaat.
Ve rstu ur ge geve ns va n u w ni euw e E ser ies -a ppa raa t naa r het andere apparaat.

Algemene bewerkingen in verschillende toepassingen

De volgende bewerkingen zijn van toepassing op verschillende toepassingen:
Druk kort op de aan/uit-toets om een ander profiel te kiezen of om het apparaat uit te schakelen of te vergrendelen.
Als een toepassing meerdere tabbladen bevat (zie afbeelding), opent u een tabblad door op de navigatietoets naar rechts of links te drukken.
Selecteer Terug om de instellingen die u in een toepassing geconfigureerd hebt, op te slaan.
Als u een bestand wilt opslaan, selecteert u Opties > Opslaan. Afhankelijk van de gebruikte toepassing zijn er verschillende opslagmogelijkheden.
Als u een bestand wilt verzenden, selecteert u Opties >
Zenden. U kunt een bestand in een e-mailbericht of een
multimediabericht verzenden, of gebruikmaken van verschillende verbindingsmethoden.
Om te kopiëren houdt u de Shift-toets ingedrukt en selecteert u de tekst met de navigatietoets. Houd de Shift-toets ingedrukt en selecteer Kopiëren. Om te plakken bladert u naar de plek waar de tekst moet komen, houdt u de Shift­toets ingedrukt en selecteert u Plakken. Deze methode werkt misschien niet in toepassingen die over hun eigen kopieer- en plakopdrachten beschikken.
Als u verschillende items, zoals berichten, bestanden of contacten, wilt selecteren, bladert u naar het betreffende item. Selecteer Opties > Markeringen aan/uit >
Markeren om één item te selecteren of Opties > Markeringen aan/uit > Alle markeren om alle items te
selecteren.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.26
Tip: Als u bijna alle items wilt selecteren, selecteert u
eerst Opties > Markeringen aan/uit > Alle
markeren, daarna selecteert u de items die u niet wilt
en vervolgens Opties > Markeringen aan/uit >
Markering opheffen.
Als u een object wilt selecteren (bijvoorbeeld een bijlage bij een document) bladert u naar het object, zodat er vierkante haken aan beide zijden van het object verschijnen.

Scherm-indicatoren

Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-netwerk (netwerkdienst).
Het batterijniveau. Hoe hoger de balk, hoe meer de batterij opgeladen is.
U hebt een of meer ongelezen berichten in uw de map Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in uw externe mailbox.
Er zijn berichten in de map Outbox die nog moeten worden verzonden door Messaging.
U hebt een of meer oproepen gemist.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarmsignaal actief.
U hebt het profiel Stil geselecteerd, waardoor het apparaat geen belsignaal geeft bij inkomende oproepen of berichten.
Bluetooth is geactiveerd.
Er worden gegevens verzonden door middel van Bluetooth-connectiviteit. Wanneer de indicator knippert, wordt geprobeerd een verbinding met een ander apparaat tot stand te brengen.
Er is een infraroodverbinding actief. Als de indicator knippert, probeert uw apparaat verbinding te maken met het andere apparaat of is er sprake van een verbroken verbinding.
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding beschikbaar (netwerkdienst). Het pictogram betekent dat de verbinding actief is. Het pictogram
betekent dat de verbinding in de wachtstand is
geplaatst.
Er is een EGPRS-packet-gegevensverbinding beschikbaar (netwerkdienst). Het pictogram betekent dat de verbinding actief is. Het pictogram
betekent dat de verbinding in de wachtstand is
geplaatst.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 27
Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding beschikbaar (netwerkdienst). Het pictogram betekent dat de verbinding actief is. Het pictogram
betekent dat de verbinding in de wachtstand is
geplaatst.
High-Speed Downlink Packet Access (HSDPA) wordt ondersteund en is beschikbaar (netwerkdienst). Het pictogram kan per regio verschillen. Het pictogram
betekent dat de verbinding actief is. Het pictogram wachtstand is geplaatst.
U hebt op het apparaat ingesteld dat gezocht moet worden naar WLAN-netwerken en er is een WLAN­netwerk beschikbaar.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk zonder codering.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk met codering.
Uw apparaat is met een USB-kabel aangesloten op een computer.
De tweede telefoonlijn is in gebruik (netwerkdienst).
Alle oproepen worden naar een ander nummer doorgeschakeld. Als u twee telefoonlijnen heeft, geeft een nummer aan welke lijn actief is.
betekent dat de verbinding in de
Er is een hoofdtelefoon aangesloten op het apparaat.
De verbinding met een Bluetooth-hoofdtelefoon is verbroken.
Er is een handsfree carkit aangesloten op het apparaat.
Er is een gehoorapparaat aangesloten op het apparaat.
Er is een tekstelefoon aangesloten op het apparaat.
Het apparaat is bezig met synchroniseren.
Er is een actieve P2T (Push to Talk)-verbinding.
Uw P2T-verbinding is in de modus Niet storen, omdat het beltoontype van uw apparaat is ingesteld op Eén piep of Stil, of er is een inkomende of actieve oproep. U kunt in deze modus geen P2T-oproepen maken.

Volumeregeling

Als u het volume van het luistergedeelte tijdens een gesprek wilt aanpassen, of het volume van de mediatoepassingen, gebruikt u dan de volumetoetsen.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.28

Geheugen

Er zijn twee typen geheugens waarin u gegevens kunt opslaan of toepassingen kunt installeren: apparaatgeheugen en geheugenkaart.

Vrij geheugen

Als u wilt zien hoeveel geheugen er momenteel wordt gebruikt, hoeveel geheugen er nog vrij is en hoeveel geheugen wordt gebruikt door elk gegevenstype, selecteert u Menu > Opties > Gegevens geheugen > Geheugen of
Geheugenkaart.
Tip: Om ervoor te zorgen dat u voldoende geheugen
heeft, wordt aangeraden regelmatig gegevens naar een geheugenkaart of computer over te brengen, of Bestandsbeheer te gebruiken om bestanden die u niet meer nodig heeft, te verwijderen.
Nadat u toepassingen op een compatibele geheugenkaart hebt geïnstalleerd, blijven de installatiebestanden (.sis, .sisx) in het geheugen van het apparaat staan. De bestanden kunnen grote hoeveelheden geheugen in beslag nemen en ervoor zorgen dat u geen andere bestanden meer kunt opslaan. U kunt voldoende geheugenruimte overhouden door gebruik te maken van Nokia PC Suite om een back-up van de installatiebestanden op een compatibele pc te maken. Gebruik vervolgens het bestandsbeheer om de installatiebestanden uit het geheugen van het apparaat te verwijderen. Als het .SIS-bestand een bijlage bij een bericht is, dient u het bericht uit de lijst met binnengekomen berichten te verwijderen.

Geheugenkaart

Selecteer Menu > Instrumenten > Geheugen. Als u een geheugenkaart niet kunt gebruiken, is het kaarttype
mogelijk niet geschikt, is de kaart niet geformatteerd voor het apparaat of is het bestandssysteem op de kaart beschadigd. Uw Nokia-apparaat ondersteunt de bestandssystemen FAT16 en FAT32 voor geheugenkaarten.
MicroSDHC
Dit apparaat gebruikt microSD- en microSDHC­geheugenkaarten.
Met het oog op de interoperabiliteit moet u alleen compatibele geheugenkaarten in dit apparaat gebruiken. Vraag de fabrikant of de leverancier naar de compatibiliteit van een geheugenkaart. Kaarten van een ander type dan microSD en microSDHC zijn niet compatibel met dit apparaat. Als u een incompatibele geheugenkaart gebruikt, kan schade ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de incompatibele kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
Een geheugenkaart gebruiken
Als u een geheugenkaart voor uw apparaat wilt formatteren, selecteert u Opties > Geh.kaart formatt.. Bij het formatteren van een geheugenkaart gaat alle informatie die op de kaart stond permanent verloren. Vraag uw leverancier of het nodig is de geheugenkaart te formatteren voordat u deze kunt gebruiken.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 29
Als u de naam van de geheugenkaart wilt wijzigen, selecteert u Opties > Naam geh.kaart.

Tekst invoeren

De invoermethoden die in het apparaat beschikbaar zijn, kunnen verschillen, afhankelijk van de verschillende verkoopmarkten.

Traditionele tekstinvoer

Als u tekst invoert met de traditionele tekstinvoer, wordt in de rechterbovenhoek van het scherm
en geven het geselecteerde type letters aan.
geeft aan dat de eerste letter van de zin een hoofdletter is en de overige letters kleine letters zijn. cijfermodus aan.
Als u tekst wilt invoeren met het toetsenbord, drukt u de cijfertoets 2-9 herhaaldelijk in, totdat het juiste teken verschijnt. Er zijn per cijfertoets meer tekens beschikbaar dan op de toets is aangegeven. Als de volgende letter met dezelfde toets moet worden ingevoerd als de huidige letter, wacht u tot de cursor wordt weergegeven en voert u de letter in.
Als u een cijfer wilt invoegen, houdt u de cijfertoets ingedrukt.
Als u wilt schakelen tussen de modus voor gewone en hoofdletters en de cijfermodus, drukt u op #.
weergegeven.
geeft de
Als u een teken wilt verwijderen, drukt u op de backspace­toets. Houdt de backspace-toets ingedrukt om meer dan één teken te verwijderen.
U kunt de meest gebruikte leestekens invoegen met een druk op de toets 1. Druk herhaaldelijk op 1 om het gewenste leesteken te bereiken.
Als u een speciaal teken wilt invoegen, drukt u op de toets *. Ga naar het gewenste teken en druk op de navigatietoets.
Als u een spatie wilt invoegen, drukt u op 0. Als u de cursor naar de volgende regel wilt verplaatsen, drukt u drie keer op
0.
Als u tussen de verschillende typen letters wilt wisselen, drukt u op #.

Tekstvoorspelling

1. Als u tekstvoorspelling wilt activeren, drukt u twee keer
kort op #. Hiermee wordt tekstvoorspelling voor alle editors op het apparaat ingeschakeld. De indicator
wordt op het scherm weergegeven.
2. Als u het gewenste woord wilt invoeren, drukt u op 2-9.
Per letter hoeft u de desbetreffende toets slechts één keer in te drukken.
3. Als u klaar bent met de invoer en het juiste woord wordt weergegeven, bevestigt u het woord door de navigatietoets naar rechts te drukken of door op 0 te drukken om een spatie toe te voegen.
Als het woord niet juist is, drukt u herhaaldelijk op * om de overeenkomende woorden in het woordenboek één voor één te bekijken.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.30
Loading...
+ 144 hidden pages