Nokia E52 User's Guide [nl]

Gebruikershandleiding Nokia E52
Uitgave 6.1
2 Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Veiligheid 5
Over dit apparaat 6 Netwerkdiensten 7 Over Digital Rights Management (DRM) 7
Ondersteuning 9 Uw apparaatsoftware en toepassingen up-to-date houden 9 Help van het apparaat 11
Aan de slag 11
SIM-kaart, batterij, laden, geheugenkaart 11 Toetsen en onderdelen 16 Eerste keer starten 19 De toetsen vergrendelen 19 Accessoires 20 Volumeregeling 21 Startscherm 21 Nokia-overdracht 22 E-mailinstellingen definiëren 24 Antennes 25 Nokia PC Suite 25 Toegangscodes 26 Tips voor efficiënt gebruik 27 Ovi by Nokia 27
Nokia E52 – De basis 28
Apparaatinstellingen 28 Instelwizard 28 Menu 29 Scherm-indicatoren 30 Tekst invoeren 32 Zoeken 33 Algemene bewerkingen in verschillende toepassingen 34 Geheugen vrijmaken 35
Aanpassen 35
Profielen 35 Beltonen selecteren 37 Profielen aanpassen 37 Het startscherm aan uw voorkeuren aanpassen 38 Weergavevolgorde wijzigen 38 Een thema downloaden 38 Audiothema's wijzigen 39 3D-beltonen 39
Nieuw in de Nokia Eseries 40
Belangrijkste functies 40 Startscherm 41 Sneltoetsen 43 Omdraaien om oproepen of alarmen te dempen 44 Agenda 44 Contacten 47 Multitasking 49 Over Ovi Synchroniseren 49
Berichten 49
Nokia Messaging 50 E-maildienst 51 E-mail 51 Berichtenmappen 55 Tekst- en multimediaberichten 56 Berichten indelen 60 Berichtenlezer 60 Spraak 61 Speciale berichttypen 62 Infodienst 62 Berichtinstellingen 63
Telefoon 66
Spraakoproepen 66 Voicemail 68 Video-oproepen 69 Video delen 70 Internetoproepen 73 Spraakfuncties 74
Inhoudsopgave 3
Snelkeuze 75 Oproepen omleiden 75 Oproepen blokkeren 76 Internetoproepen blokkeren 77 DTMF-tonen verzenden 77 Spraakthema 77 Spraakopdrachten 78 P2T 80 Logboek 85
Internet 87
Browser 87 Surfen op intranet 93 Ovi Store 94 Uw computer met het web verbinden 94
Op reis 94
Positionering (GPS) 94 Kaarten 99
Nokia-kantoortoepassingen 112
Actieve notities 112 Rekenmachine 113 Bestandsbeheer 113 Quickoffice 114 Conversieprogramma 115 Zipbeheer 116 PDF-lezer 116 Afdrukken 116 Klok 118 Woordenboek 120 Notities 120
Media 121
Camera 121 Galerij 125 Foto's 127 Online delen 135 Nokia Videocentrum 140 Muziekspeler 144 RealPlayer 146 Dictafoon 147
Flash-speler 148 FM-radio 148 Nokia Internetradio 150
Connectiviteit 152
Snelle packet-gegevens 152 Gegevenskabel 153 Bluetooth 154 SIM-toegangsprofiel 157 Draadloos LAN 159 Verbindingsbeheer 161
Beveiligings- en gegevensbeheer 162
Het apparaat blokkeren 162 Beveiliging van de geheugenkaart 163 Codering 164 Vaste nummers 165 Certificaatbeheer 165 Beveiligingsmodules weergeven en bewerken 167 Externe configuratie 167 Toepassingsbeheer 169 Licenties 172 Synchronisatie 174 Mobiel VPN 174
Instellingen 176
Algemene instellingen 176 Telefooninstellingen 181 Verbindingsinstellingen 183 Toepassingsinstellingen 194
Sneltoetsen 194
Algemene sneltoetsen 194
Ondersteuning 195
Het milieu beschermen 199
Energie besparen 199 Recyclen 199
Product- en veiligheidsinformatie 200
4 Inhoudsopgave
Index 206
Veiligheid 5

Veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.

SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS

Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoon verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.

VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG

Houd u aan alle lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden altijd uw handen vrij om het voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.

STORING

Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.

SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT

Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in vliegtuigen en in de nabijheid van medische apparatuur, brandstof, chemicaliën of gebieden waar explosieven worden gebruikt.

DESKUNDIG ONDERHOUD

Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.

TOEBEHOREN EN BATTERIJEN

Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.

WATERBESTENDIGHEID

Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
6 Veiligheid

Over dit apparaat

Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het UMTS 900- en 2100 MHz-netwerken en GSM 850-, 900-, 1800- en 1900 MHz-netwerken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Dit apparaat ondersteunt verschillende verbindingsmethoden en net als computers kan uw apparaat worden blootgesteld aan virussen en andere schadelijke inhoud. Wees voorzichtig met berichten, verbindingsverzoeken, browsen en downloaden. Installeer en gebruik alleen diensten en software van betrouwbare bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden, zoals toepassingen die Symbian Signed zijn of de Java Verified™-test hebben doorstaan. Overweeg de installatie van antivirus- en andere beveiligingssoftware op het apparaat en eventuele aangesloten computers.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bladwijzers en koppelingen naar websites van derden. Deze zijn niet verbonden met Nokia en Nokia onderschrijft deze niet en aanvaardt er geen aansprakelijkheid voor. Als u dergelijke sites bezoekt, moet u voorzorgsmaatregelen treffen op het gebied van beveiliging of inhoud.
Waarschuwing:
Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
Houd u bij het gebruik van dit apparaat aan alle regelgeving en respecteer lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten. Auteursrechtbescherming kan verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek en andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd of overgedragen.
Maak een back-up of houd een schriftelijke neerslag bij van alle belangrijke gegevens die in uw apparaat zijn opgeslagen.
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
De afbeeldingen in deze documentatie kunnen verschillen van de afbeeldingen op het scherm van het apparaat.
Voor andere belangrijke informatie over uw apparaat wordt u verwezen naar de gebruikershandleiding.
Veiligheid 7

Netwerkdiensten

Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikken over een abonnement bij een aanbieder van draadloze verbindingsdiensten. Enkele functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook functies waarvoor u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat u ze kunt gebruiken. Wanneer u netwerkdiensten gebruikt, worden er gegevens overgedragen. Informeer bij uw serviceprovider naar de kosten voor communicatie op uw eigen telefoonnetwerk en wanneer u in het dekkingsgebied van andere netwerken verkeert. Uw serviceprovider kan u vertellen welke kosten in rekening worden gebracht. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die invloed hebben op hoe u sommige functies van dit apparaat kunt gebruiken die netwerkondersteuning nodig hebben, zoals ondersteuning voor specifieke technologieën, bijvoorbeeld WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen en taalafhankelijke tekens.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Mogelijk is uw apparaat voorzien van aangepaste onderdelen, zoals menunamen, menuvolgorde en pictogrammen.

Over Digital Rights Management (DRM)

Houd u bij het gebruik van dit apparaat aan alle regelgeving en respecteer lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten. Auteursrechtbescherming kan verhinderen dat u afbeeldingen, muziek en andere inhoud kunt kopiëren, wijzigen of overdragen.
De eigenaren van inhoud kunnen verschillende technologieën voor het Digital Rights Management (DRM) gebruiken voor de bescherming van hun intellectuele eigendom, inclusief auteursrechten. Op dit apparaat worden diverse soorten DRM-software gebruikt om inhoud met DRM-beveiliging te openen. Met dit apparaat kunt u inhoud openen die wordt beschermd met WMDRM 10 en OMA DRM 2.0. Als de inhoud niet wordt beschermd door bepaalde DRM-software, kunnen de eigenaren van de inhoud vragen om ervoor te zorgen dat dergelijke DRM-software nieuwe inho ud met DRM-bescherming niet langer kan openen. Hierdoor wordt mogelijk ook voorkomen dat dergelijke inhoud met DRM-bescherming die al op uw apparaat staat, kan worden vernieuwd. Als dergelijke DRM-software deze inhoud niet meer kan openen, is dit niet van invloed op het gebruik van inhoud die wordt beveiligd met andere typen DRM of het gebruik van inhoud zonder DRM-beveiliging.
Bij inhoud die is beveiligd met Digital Rights Management (DRM) wordt een bijbehorende licentie geleverd die uw rechten om gebruik te maken van de inhoud definieert.
Als het apparaat inhoud met OMA DRM-beveiliging bevat, kunt u met de back-upfunctie van Nokia PC Suite een back-up maken van zowel de licenties als de inhoud.
8 Veiligheid
Andere overdrachtsmethoden kunnen mogelijk de licenties die samen met de inhoud moet worden hersteld, niet overdragen, waardoor u de OMA DRM-beveiligde inhoud niet meer kunt gebruiken nadat u het apparaatgeheugen hebt geformatteerd. U moet mogelijk ook de licenties herstellen als de bestanden op uw apparaat beschadigd zijn geraakt.
Als uw apparaat WMDRM-beveiligde inhoud bevat, zullen zowel de licenties als de inhoud verloren gaan als het apparaatgeheugen wordt geformatteerd. Het is ook mogelijk dat de licenties en de inhoud verloren gaan als de bestanden op uw apparaat beschadigd zijn geraakt. Het verlies van de licenties of de inhoud kan uw mogelijkheden beperken om dezelfde inhoud op uw a ppar aat n og maa ls t e g ebr uik en. N ee m vo or m eer informatie contact op met uw serviceprovider.
Sommige licenties zijn mogelijk gekoppeld aan een specifieke SIM-kaart. In dat geval kunt u alleen toegang tot de beschermde inhoud krijgen als die SIM-kaart in het apparaat is geplaatst.
Hulp zoeken 9

Hulp zoeken

Ondersteuning

Als u meer wilt weten over hoe u uw product kunt gebruiken of als u niet zeker weet hoe uw apparaat behoort te werken, gaat u naar www.nokia.com/support. Voor mobiele apparaten kijkt u op www.nokia.mobi/support. U kunt ook Menu > Help >
Help selecteren op uw apparaat.
Als u hiermee het probleem niet kunt oplossen, gaat u als volgt te werk:
Schakel het apparaat uit en verwijder de batterij. Plaats de batterij na ongeveer een minuut weer in het apparaat en schakel het apparaat in.
Stel de oorspronkelijke fabriekswaarden weer in.
Werk uw apparaatsoftware bij.
Als het probleem nog steeds niet is opgelost, neemt u contact op met Nokia om het apparaat te laten repareren. Ga naar www.nokia.com/repair. Voordat u het apparaat opstuurt voor reparatie, moet u altijd een back-up van de gegevens op het apparaat maken.
Uw apparaatsoftware en toepassingen up-to-date houden Informatie over apparaatsoftware- en toepassingsupdates
Via updates voor apparaatsoftware en toepassingen kunt u nieuwe en verbeterde functies voor uw apparaat ontvangen. Via software-updates kunnen ook de prestaties van uw apparaat worden verbeterd.
10 Hulp zoeken
Het is aan te raden een back-up te maken van uw persoonlijke gegevens voordat u de software op uw apparaat bijwerkt.
Waarschuwing:
Tijdens het installeren van een software-update kunt u het apparaat niet gebruiken, zelfs niet om een alarmnummer te bellen, totdat de installatie voltooid is en het apparaat opnieuw is ingeschakeld.
Bij het downloaden van software-updates worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens overgedragen (netwerkdienst).
Zorg ervoor dat de batterij van het apparaat voldoende capaciteit heeft of dat de lader is aangesloten voordat u begint met bijwerken.
Nadat u de apparaatsoftware of toepassingen hebt bijgewerkt, is het mogelijk dat de instructies in de gebruikershandleiding niet langer up-to-date zijn.

De apparaatsoftware en toepassingen op uw apparaat bijwerken

U kunt controleren of er updates beschikbaar zijn voor uw apparaatsoftware of voor afzonderlijke toepassingen en deze vervolgens downloaden en op uw apparaat installeren (netwerkdienst). U kunt uw apparaat ook zo instellen dat er automatisch op updates wordt gecontroleerd en dat u wordt geïnformeerd wanneer er belangrijke of aanbevolen updates beschikbaar zijn.
Selecteer Menu > Bed. paneel > Telefoon > Sw-update.
Als er beschikbare updates zijn, selecteert u de updates die u wilt downloaden en installeren, en selecteert u
Uw apparaat zo instellen dat er automatisch wordt gecontroleerd op updates
Selecteer Opties > Instellingen > Autom. contr. op updates.
.

Software updaten via de pc

Nokia Software Updater is een pc-toepassing waarmee u de software van uw apparaat kunt bijwerken. Als u dat wilt doen, hebt u een compatibele pc nodig, een breedbandverbinding met internet en een compatibele USB-gegevenskabel om uw apparaat op de pc aan te sluiten.
Als u meer informatie wilt en de updatetoepassing voor Nokia-software wilt downloaden, gaat u naar www.nokia.com/softwareupdate.
Aan de slag 11

Help van het apparaat

Uw apparaat bevat instructies voor de toepassingen op het apparaat.
Als u help wilt openen vanuit het hoofdmenu, selecteert u Menu > Help > Help en de toepassing waarbij u hulp nodig hebt.
Als u vanuit een geopende toepassing de help voor de huidige weergave wilt openen, selecteert u Opties > Help.
Als u tijdens het lezen de lettergrootte van de helptekst wilt wijzigen, selecteert u
Opties > Lettergrootte verkleinen of Lettergrootte vergroten.
Aan het einde van de helptekst kunt u koppelingen vinden naar verwante onderwerpen. Als u een onderstreept woord selecteert, wordt een korte uitleg weergegeven.
In de help worden de volgende symbolen gebruikt:
Koppeling naar een verwant helponderwerp. Koppeling naar een besproken toepassing.
Tijdens het lezen van de uitleg kunt u wisselen tussen helpteksten en de toepassing die op de achtergrond geopend is door Opties > Open toepassingen en de gewenste toepassing te selecteren.

Aan de slag

Deze Nokia E52 is bedoeld voor zakelijk gebruik, maar u kunt het ook privé gebruiken.
Lees eerst deze pagina's om snel aan de slag te gaan en dan pas de rest van de handleiding om alle nieuwe functies van de Nokia E52 te onderzoeken.

SIM-kaart, batterij, laden, geheugenkaart

Zet alle delen in elkaar en ga aan de slag met uw Nokia E52.

De SIM-kaart en de batterij plaatsen

Belangrijk: Gebruik in dit apparaat geen mini-UICC SIM-kaarten (ook wel micro-
SIM-kaarten genoemd), micro-SIM-kaarten met een adapter of SIM-kaarten met een mini-UICC-uitsnede (zie afbeelding). Een micro-SIM-kaart is kleiner dan de standaard SIM-kaart. Dit apparaat ondersteunt het gebruik van micro-SIM-kaarten niet en gebruik van incompatibele SIM-kaarten kan mogelijk de kaart of het apparaat beschadigen en gegevens op de kaart aantasten.
12 Aan de slag
Batterij veilig verwijderen. Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
1 Om de achtercover van het apparaat te openen, moet u met de achterzijde van het
apparaat naar u toe gericht op de ontgrendelingsknop drukken en de achtercover optillen.
2 Als de batterij is geïnstalleerd, tilt u de batterij in de richting van de pijl.
3 Plaats de SIM-kaart. Zorg ervoor dat het contactgebied op de kaart gericht is op de
aansluitpunten van het apparaat en dat de afgeschuinde hoek van de geheugenkaart naar de onderkant van het apparaat wijst.
4 Leg de contactpunten van de batterij op één lijn met de overeenkomende
aansluitpunten op het batterijvak en schuif de batterij in de richting van de pijl.
Aan de slag 13
5 U kunt de achtercover terugplaatsen door de bovenste vergrendelpalletjes in de
juiste sleuven te schuiven en naar beneden te drukken totdat de cover vastklikt.

De batterij laden

De batterij is in de fabriek al voor een deel opgeladen. Als het apparaat aangeeft dat het batterijniveau laag is, kunt u het volgende doen:
1 Sluit de lader aan op een stopcontact. 2 Sluit de stekker van de lader aan op de USB-poort van het apparaat.
3 Wanneer het apparaat aangeeft dat de batterij volledig is opgeladen, maakt u eerst
de lader los van het apparaat en vervolgens haalt u de stekker uit het stopcontact.
U hoeft de batterij niet een bepaalde tijd op te laden en u kunt het apparaat tijdens het laden al gebruiken. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
14 Aan de slag
Laden met de USB-gegevenskabel
Het laden van de batterij gaat met de USB-gegevenskabel langzamer dan met de lader. Laden met de USB-gegevenskabel werkt mogelijk niet als u een USB-hub gebruikt. USB­hubs kunnen incompatibel zijn voor het laden van een USB-apparaat.
Laden met de USB-gegevenskabel kan lang duren als de batterij helemaal leeg is.
Als de USB-gegevenskabel aangesloten is, kunt u tegelijk met het laden ook gegevens overdragen.
1 Gebruik een compatibele USB-gegevenskabel om het apparaat aan te sluiten op een
compatibel USB-apparaat. Afhankelijk van het type apparaat dat u gebruikt voor het laden, kan het enige tijd
duren voor het laden van start gaat.
2 Als het apparaat ingeschakeld is, selecteert u een van de beschikbare USB-modi.

De geheugenkaart plaatsen

Met een geheugenkaart spaart u het geheugen van het apparaat. Bovendien kunt u op de geheugenkaart een back-up maken van de gegevens op het apparaat.
Gebruik alleen compatibele microSD- en microSDHC-kaarten die door Nokia is goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Nokia maakt gebruik van goedgekeurde industriële normen voor geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet geheel compatibel met dit apparaat. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens op de kaart aantasten.
Houd alle geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen.
Vraag de fabrikant of de leverancier naar de compatibiliteit van een geheugenkaart.
Er kan een compatibele geheugenkaart in het verkooppakket zijn opgenomen. De geheugenkaart kan al in het apparaat geplaatst zijn. Zo niet, doe dan het volgende:
1 Plaats het apparaat zo dat de achtercover naar boven wijst, om te voorkomen dat
de batterij losraakt.
2 Verwijder de achtercover.
Aan de slag 15
3 Plaats de geheugenkaart in de sleuf, met de contactpunten eerst. Zorg ervoor dat
het contactgebied naar de aansluitpunten van het apparaat zijn gericht. 4 Schuif de kaart naar binnen tot deze vastklikt. 5 Plaats de achtercover terug.

De geheugenkaart verwijderen

Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het moment dat er een
bewerking wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de kaart en het apparaat beschadigd worden en kunnen gegevens op de kaart worden aangetast.
1 Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer Geheugenkaart verwdrn. 2 Plaats het apparaat zo dat de achtercover naar boven wijst, om te voorkomen dat
de batterij losraakt. 3 Verwijder de achtercover. 4 Druk op het uiteinde van de geheugenkaart om deze uit de geheugenkaartsleuf los
te maken en verwijder de kaart. 5 Plaats de achtercover terug.
16 Aan de slag
Toetsen en onderdelen Toetsen en onderdelen
1 Aan/uit-toets 2 Lichtsensor 3 Selectietoets. Druk op de selectietoets om de functie die erboven weergegeven staat
uit te voeren.
4 Home-toets 5 Beltoets 6 Agendatoets 7 Microfoon 8 E-mailtoets 9 Eindetoets 10 Backspace-toets. Druk op de toets om items te verwijderen. 11 Selectietoets 12 Navi™-toets, hierna voluit bladertoets genoemd. Druk op de bladertoets om een
selectie in te voeren en om naar links, rechts, omhoog en omlaag over het scherm te bewegen. Houd de bladertoets ingedrukt om sneller te bladeren.
13 Luistergedeelte 14 Secundaire camera 15 Hoofdtelefoonaansluiting
1 Flitser 2 Hoofdcamera 3 Luidspreker

Toetsen en onderdelen (zijkanten)

Aan de slag 17
1 MicroUSB-aansluiting 2 Volume omhoog/Inzoomen 3 Dempen/P2T-toets 4 Volume omlaag/Uitzoomen 5 Opnametoets
Het oppervlak van dit apparaat is nikkelvrij.
18 Aan de slag
Bij langdurig gebruik zoals een actief videogesprek en een gegevensverbinding met hoge snelheid kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Als u vermoedt dat het apparaat niet naar behoren werkt, brengt u het dan naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
Houd het apparaat uit de buurt van magneten en magneetvelden.

Sneltoetsen

Met Sneltoetsen hebt u snel toegang tot toepassingen en taken.
Om de toegekende toepassing of taak te wijzigen, selecteert u Menu > Bed. paneel >
Instellingen en Algemeen > Persoonlijk > One Touch-ttsn. Uw serviceprovider kan
toepassingen aan bepaalde toetsen hebben toegewezen. In dat geval kunt u ze niet wijzigen.
1 Home-toets 2 E-mailtoets 3 Agendatoets
Toets Druk snel Houd ingedrukt
Home-toets (1) Het startscherm openen De lijst met actieve
E-mailtoets (2) De standaardmailbox
openen
Agendatoets (3) De toepassing Agenda
openen
toepassingen weergeven
Een nieuw e-mailbericht maken
Een nieuwe afspraak maken
Aan de slag 19

Eerste keer starten

1 Houd de aan/uit-toets ingedrukt totdat u het apparaat voelt trillen. 2 Voer desgevraagd de PIN-code of blokkeringscode in en selecteer OK. 3 Als u daarom wordt gevraagd, voert u het land waarin u zich bevindt en de huidige
datum en tijd in. Voer de eerste letters van uw land in om dit te zoeken. Het is
belangrijk dat u het juiste land selecteert, omdat geplande agenda-items die u
opgeeft kunnen veranderen als u later een ander land in een andere tijdzone kiest. 4 De toepassing Install. v tel. wordt geopend. Als u een toepassing wilt instellen,
selecteert u Starten. Als u geen toepassingen wilt instellen, selecteert u elke keer
Overslaan. Als u de toepassing Install. v tel. later wilt openen, selecteert u Menu >
Help > Install. v tel..
Als u de verschillende instellingen van uw apparaat wilt configureren, gebruikt u de wizards die vanaf het startscherm beschikbaar zijn en de Instelwizard. Als u het apparaat inschakelt, is het mogelijk dat de serviceprovider van de SIM-kaart wordt herkend en sommige instellingen automatisch worden geconfigureerd. U kunt ook contact opnemen met uw serviceprovider voor de juiste instellingen.
U kunt het apparaat inschakelen zonder eerst een SIM-kaart te plaatsen. Het apparaat start dan in het profiel Offline, waardoor de netwerkafhankelijke telefoonfuncties niet beschikbaar zijn.
Als u het apparaat wilt uitschakelen, houdt u de aan/uit-toets ingedrukt.

De toetsen vergrendelen

Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
20 Aan de slag
De toetsen van het apparaat worden automatisch vergrendeld om te voorkomen dat u er per ongeluk op drukt.
Als u de tijdsduur wilt wijzigen waarna de toetsen wordt geblokkeerd, selecteert u
Menu > Bed. paneel > Instellingen en Algemeen > Beveiliging > Telefoon en SIM- kaart > Per. autom. blokk. ttsnb..
Als u de toetsen handmatig wilt vergrendelen vanaf het startscherm, drukt u op de linkerselectietoets en vervolgens op de rechterselectietoets.
Als u de toetsen handmatig wilt vergrendelen in het menu of in een openstaande toepassing, drukt u kort op de aan/uit-toets en selecteert u Toetsenblok blokkeren.
Als u de toetsen wilt vrijgeven, drukt u op de linkerselectietoets en vervolgens op de rechterselectietoets.

Accessoires

U kunt uw apparaat aansluiten op een reeks van compatibele accessoires. Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde accessoires.

De hoofdtelefoon aansluiten

Waarschuwing:
Wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen.
Sluit de compatibele hoofdtelefoon aan op de hoofdtelefoonaansluiting van het apparaat.
Aan de slag 21

Een polsband bevestigen

Breng de polsband aan en trek deze strak.

Volumeregeling

Met de volumetoetsen kunt u het volume van het luistergedeelte tijdens een telefoongesprek of het volume van de mediatoepassingen aanpassen.

Startscherm

Vanaf het startscherm hebt u direct toegang tot de meest gebruikte toepassing. Ook ziet u hier met één oogopslag of er gemiste oproepen of nieuwe berichten zijn.
Als u het pictogram
ziet, drukt u de navigatietoets naar rechts om een lijst met
beschikbare acties weer te geven. U sluit de lijst door naar links te gaan.
22 Aan de slag
Het startscherm bestaat uit de volgende elementen:
1 Snelkoppelingen naar toepassingen Als u een toepassing wilt openen, selecteert u
de snelkoppeling van de toepassing.
2 Informatiegebied. U kunt een item dat wordt weergegeven in het informatiegebied
bekijken door het item te selecteren.
3 Meldingengebied. U kunt de meldingen weergeven door naar een vak te gaan.
Vakken zijn alleen zichtbaar als er items in staan.
U kunt twee startschermen instellen voor verschillende doeleinden. U kunt bijvoorbeeld een scherm voor zakelijke e-mail en berichten hebben en een ander scherm voor persoonlijke e-mail. Zo kunt u voorkomen dat u buiten uw werktijden zakelijke berichten te zien krijgt.
Selecteer
Als u het uiterlijk van het startscherm wilt instellen en wilt definiëren welke items en snelkoppelingen erop staan, selecteert u Menu > Bed. paneel en Modi.
als u wilt overschakelen tussen de startschermen.
Nokia-overdracht Inhoud overbrengen
Met de toepassing Overdracht kunt u inhoud, zoals telefoonnummers, adressen, agenda-items en afbeeldingen van uw vorige Nokia-apparaat kopiëren naar uw apparaat.
Welk type inhoud kan worden overgedragen, hangt af van het model van het apparaat waaruit u de inhoud wilt overbrengen. Als het apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt u de gegevens tussen de apparaten ook synchroniseren. Er wordt een bericht weergegeven als het andere apparaat niet compatibel is.
Aan de slag 23
Als het andere apparaat alleen met een SIM-kaart kan worden ingeschakeld, kunt u uw SIM-kaart plaatsen. Wanneer uw apparaat wordt ingeschakeld zonder SIM-kaart, wordt automatisch het profiel Offline geactiveerd en is gegevensoverdracht mogelijk.
De eerste keer inhoud overbrengen
1 Als u voor het eerst gegevens uit het andere apparaat naar dit apparaat wilt
overbrengen, selecteert u Menu > Bed. paneel > Overdracht. 2 Selecteer het verbindingstype dat u wilt gebruiken om de gegevens over te brengen.
Beide apparaten moeten het geselecteerde verbindingstype ondersteunen. 3 Als u Bluetooth-verbindingen als verbindingstype hebt gekozen, verbindt u beide
apparaten. Selecteer Doorgaan als u met uw apparaat wilt zoeken naar andere
apparaten met Bluetooth. Selecteer het apparaat waaruit u inhoud wilt
overbrengen. U wordt gevraagd een code in te voeren op uw apparaat. Voer een
code in (1-16 cijfers) en selecteer OK. Voer dezelfde code ook in op het andere
apparaat en selecteer OK. De apparaten zijn nu gekoppeld.
Sommige oudere Nokia-apparaten hebben nog geen toepassing Overdracht. In dat
geval wordt de toepassing Overdracht als bericht naar het andere apparaat
verzonden. Open het bericht om de toepassing Overdracht te installeren op het
andere apparaat en volg de instructies op het scherm. 4 Selecteer op uw apparaat de inhoud die u vanaf het andere apparaat wilt
overbrengen.
Wanneer de overdracht is gestart, kunt u deze annuleren en later verder gaan.
De inhoud wordt overgedragen vanuit het geheugen van het andere apparaat naar de overeenkomstige locatie op uw apparaat. De tijd die nodig is voor de overdracht, is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens.

Inhoud synchroniseren, ophalen of verzenden

Selecteer Menu > Bed. paneel > Overdracht.
Selecteer na de eerste bestandsoverdracht een van de volgende opties om een nieuwe overdracht te starten, afhankelijk van het model:
om de inhoud tussen uw apparaat en het andere apparaat te synchroniseren, als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt. De synchronisatie verloopt in twee richtingen. Als een item op het ene apparaat is verwijderd, wordt het ook op het andere verwijderd. U kunt verwijderde items niet terugzetten via een synchronisatie. om inhoud van het andere apparaat naar uw apparaat te halen. Bij het ophalen wordt inhoud van het andere apparaat naar uw apparaat gedownload. Mogelijk wordt aan u gevraagd of u de oorspronkelijke inhoud op het andere apparaat wilt behouden of verwijderen, afhankelijk van het model van het apparaat. om inhoud van uw apparaat naar het andere apparaat te verzenden
24 Aan de slag
Als een item niet kan worden verzonden, afhankelijk van het type van het andere apparaat, kunt u het item toevoegen aan de Nokia-map onder C:\Nokia of E:\Nokia in uw apparaat. Wanneer u de map selecteert waarnaar de items moeten worden overgebracht, worden de items in de bijbehorende map in het andere apparaat gesynchroniseerd, en omgekeerd.
Een overdracht herhalen met een snelkoppeling
Na een gegevensoverdracht kunt u een snelkoppeling met de instellingen voor de overdracht in de hoofdweergave opslaan om dezelfde overdracht later te herhalen.
Als u de snelkoppeling wilt bewerken, selecteert u Opties >
Snelkoppellingsinstllngn. U kunt bijvoorbeeld de snelkoppeling een naam geven of
deze naam wijzigen.
Na elke overdracht wordt een overdrachtslogbestand weergegeven. U kunt het logbestand van de laatste overdracht bekijken door een snelkoppeling in de hoofdweergave te selecteren en Opties > Log bekijken te kiezen.
Omgaan met overdrachtsconflicten
Wanneer een item dat moet worden overgebracht op beide apparaten is bewerkt, probeert het apparaat de wijzigingen automatisch samen te voegen. Als dit niet mogelijk is, ontstaat er een overdrachtconflict. Selecteer 1 voor 1 controleren,
Prioriteit deze telefoon of Priorit. andere telefoon om het conflict op te lossen.

E-mailinstellingen definiëren

De Nokia Eseries werkt tijdens dezelfde uren als u en op dezelfde snelheid. Zorg ervoor dat uw e-mailberichten, contacten en agenda gesynchroniseerd blijven - dit kan snel en handig via verbindingen met hoge snelheden.
Tijdens het instellen van uw e-mail wordt u mogelijk gevraagd naar de volgende informatie: gebruikersnaam, e-mailtype, inkomende mailserver, inkomende mailserverpoort, uitgaande mailserver, uitgaande mailserverpoort, wachtwoord of toegangspunt.
U kunt de e-mailwizard gebruiken voor het instellen van uw zakelijke e-mailaccounts, zoals Microsoft Exchange, of uw webmailaccounts, zoals de e-maildiensten van Google. De wizard ondersteunt de protocollen POP/IMAP en ActiveSync.
Als u een zakelijk e-mailaccount instelt, vraagt u de IT-afdeling van uw bedrijf naar de gegevens. Als u een webmailaccount instelt, gaat u voor meer informatie naar de website van uw e-mailserviceprovider.
Aan de slag 25
Ga als volgt te werk om de e-mailwizard te starten:
1 Blader in het startscherm naar de e-mailwizard. 2 Voer uw e-mailadres en wachtwoord in. Als de wizard uw e-mailaccount niet
automatisch kan instellen, selecteert u het e-mailaccounttype en voert u de overige
accountgegevens in.
Tip: Als u nog geen mailbox hebt ingesteld, druk u op de e-mailtoets om de e-mailwizard te starten.
Als op het apparaat nog meer e-mailclients staan, worden die ook aangeboden wanneer u de e-mailwizard start.

Antennes

Het apparaat kan interne en externe antennes hebben. Vermijd onnodig contact met het gebied rond de antenne als de antenne aan het zenden of ontvangen is. Contact met antennes kan de kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden en kan tijdens gebruik leiden tot een hoger stroomverbruik en tot een kortere levensduur van de batterij.

Nokia PC Suite

Nokia PC Suite is een reeks toepassingen die u kunt installeren op een compatibele pc. Nokia PC Suite groepeert alle beschikbare toepassingen in één venster van waaruit u de toepassingen kunt starten. Nokia PC Suite wordt mogelijk meegeleverd op een geheugenkaart, als deze bij uw apparaat geleverd is.
U kunt Nokia PC Suite gebruiken om contacten, agenda-items, takenlijsten en andere notities te synchroniseren tussen het apparaat en een compatibele pc-toepassing, zoals Microsoft Outlook of Lotus Notes. U kunt Nokia PC Suite ook gebruiken om bookmarks over te brengen tussen het apparaat en compatibele browsers en om afbeeldingen en videoclips over te brengen tussen het apparaat en compatibele pc's.
26 Aan de slag
Opmerking: Let op de synchronisatie-instellingen. Gegevensverwijdering als
onderdeel van het normale synchronisatieproces wordt bepaald de instellingen die zijn geselecteerd.
Voor Nokia PC Suite hebt u een pc nodig waarop Microsoft Windows XP (SP1 of SP2) of Windows Vista wordt uitgevoerd en die compatibel is met een USB-gegevenskabel of met Bluetooth.
Nokia PC Suite werkt niet met Macintosh.
Raadpleeg voor meer informatie over Nokia PC Suite de Help-functie of de Nokia­website.
Nokia PC Suite installeren:
1 Controleer of de geheugenkaart in uw Nokia E52 is geplaatst. 2 Sluit de USB-kabel aan. Uw pc herkent het nieuwe apparaat en installeert de
benodigde stuurprogramma's. Dit kan enige minuten duren.
3 Selecteer Massaopslag als USB-verbindingsmodus op uw apparaat. Uw apparaat
staat in de Windows-bestandsbrowser weergegeven als verwisselbare schijf.
4 Open het hoofdstation van de geheugenkaart met de Windows-bestandsbrowser
en selecteer de installatie van PC Suite.
5 De installatie wordt gestart. Volg de weergegeven instructies.
Tip: Als u Nokia PC Suite wilt bijwerken of als er problemen optreden bij de installatie van Nokia PC Suite vanaf de geheugenkaart, kunt u het installatiebestand naar de pc kopiëren en de installatie vanaf de pc starten.

Toegangscodes

Neem contact op met uw serviceprovider als u een van de toegangscodes bent vergeten.
PIN-code (Personal Identification Number) — Deze code beveiligt uw SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik. De PIN-code (vier tot acht cijfers) wordt doorgaans bij de SIM­kaart geleverd. Als u drie keer achtereen een verkeerde PIN-code invoert, wordt de code geblokkeerd en hebt u de PUK-code nodig om de blokkering van de PIN-code op te heffen.
UPIN-code — Deze code wordt meestal bij de USIM-kaart geleverd. De USIM-kaart is een verbeterde versie van de SIM-kaart en wordt door mobiele 3G-telefoons ondersteund.
PIN2-code — Deze code (vier tot acht cijfers) wordt bij sommige SIM-kaarten geleverd en is vereist om toegang te krijgen tot bepaalde functies op het apparaat.
Blokkeringscode (ook wel beveiligingscode genoemd) — De blokkeringscode helpt u om uw apparaat tegen ongeautoriseerd gebruik te beveiligen. De code is bij aanschaf ingesteld op 12345. U kunt de code maken en wijzigen en het apparaat zo instellen dat om de code wordt gevraagd. Houd de nieuwe code geheim en bewaar deze op een
Aan de slag 27
veilige plaats (niet bij het apparaat). Als u de code bent vergeten en het apparaat is geblokkeerd, is extra service nodig. Mogelijk worden extra kosten in rekening gebracht en worden alle persoonlijke gegevens van het apparaat verwijderd. Neem voor meer informatie contact op met een Nokia Care-locatie of de leverancier van uw apparaat.
PUK- (Personal Unblocking Key) en PUK2-code — Deze codes (acht cijfers) zijn vereist om respectievelijk een geblokkeerde PIN-code of PIN2-code te wijzigen. Als de codes niet bij de SIM-kaart worden geleverd, neemt u contact op met de netwerkprovider van wie u een SIM-kaart gebruikt.
UPUK-code — Deze code (acht cijfers) is vereist om een geblokkeerde UPIN-code te wijzigen. Als de code niet bij de USIM-kaart worden geleverd, neemt u contact op met de netwerkprovider van wie u een USIM-kaart gebruikt.
IMEI-nummer (International Mobile Equipment Identity) — Aan dit nummer (15 of 17 cijfers) kunnen geldige apparaten in het GSM-netwerk worden herkend. Apparaten die bijvoorbeeld worden gestolen, kunnen worden geblokkeerd zodat ze geen toegang meer tot het netwerk hebben. Het IMEI-nummer voor uw apparaat vindt u onder de batterij.

Tips voor efficiënt gebruik

U kunt overschakelen tussen profielen door kort op de aan/uit-toets te drukken.
U kunt overschakelen naar het profiel Stil door # ingedrukt te houden.
U kunt zoeken naar items op uw apparaat of op het internet (netwerkdienst) door
Menu > Toepassngn > Zoekopdracht te selecteren.
Als u door webpagina's bladert met de toepassing Webbrowser of door kaarten in de toepassing Kaarten, drukt u op * om in te zoomen en op # om uit te zoomen.

Ovi by Nokia

Met Ovi by Nokia kunt u nieuwe plaatsen en diensten ontdekken en in contact
blijven met uw vrienden. U kunt onder andere het volgende doen:
Spelletjes, toepassingen, video's en beltonen naar uw apparaat downloaden.
De weg vinden naar allerlei locaties met de gratis wandel- en autonavigatie, reizen
plannen en locaties op een kaart bekijken
Een gratis Ovi Mail-account instellen
Muziek ophalen
Bepaalde items kunt u gratis downloaden, voor andere moet u mogelijk betalen.
Welke diensten beschikbaar zijn hangt ook af van het land of de regio en bovendien worden niet alle talen ondersteund.
28 Nokia E52 – De basis
Om de Ovi-diensten van Nokia te kunnen gebruiken, gaat u naar www.ovi.com en registreert u uw eigen Nokia-account.
Ga naar het ondersteuningsgedeelte op www.ovi.com voor meer informatie.

Nokia E52 – De basis

Apparaatinstellingen

Met de toepassing Install. v tel. kunt u bijvoorbeeld het volgende doen:
De regionale instellingen definiëren, zoals de taal van het apparaat.
Gegevens van uw oude apparaat overbrengen.
Het apparaat aanpassen.
Uw e-mailaccounts instellen.
Aanmelden bij de dienst My Nokia voor het ontvangen van gratis tips, trucs en
ondersteuning voor uw Nokia-apparaat. U krijgt ook meldingen wanneer er nieuwe software-updates beschikbaar zijn voor uw apparaat.
Ovi-diensten activeren.
Als u het apparaat voor de eerste keer inschakelt, wordt de toepassing Install. v tel. gestart. Als u de toepassing later wilt openen, selecteert u Menu > Help > Install. v
tel..

Instelwizard

Selecteer Menu > Bed. paneel > Inst.wizard.
Gebruik de wizard Instellingen om de instellingen voor e-mail en verbindingen te definiëren. De beschikbaarheid van de items in de w iza rd Ins tel lin gen is afh ank eli jk van de functies van het apparaat, de SIM-kaart, de serviceprovider en de gegevens in de database van de wizard Instellingen.
U kunt de wizard Instellingen starten door Starten te selecteren.
Laat de SIM-kaart in het apparaat zitten bij gebruik van de wizard Instellingen. Zo werkt deze het beste. Als de SIM-kaart niet is geplaatst, volgt u de instructies op het scherm.
Maak een keuze uit de volgende opties: Operator — De operatorspecifieke instellingen, zoals instellingen voor MMS, internet,
WAP en streaming, definiëren.
E-mail instellen — Een POP-, IMAP- of Mail for Exchange-account configureren. Push to Talk — Push-to-Talk-instellingen configureren. Video delen — Instellingen voor het delen van video configureren.
Nokia E52 – De basis 29
Welke instellingen kunnen worden gewijzigd, kan verschillen.

Menu

Selecteer Menu.
Het menu is een beginpunt van waaruit u alle toepassingen van het apparaat of op een geheugenkaart kunt openen.
Het menu bevat toepassingen en mappen. Mappen zijn groepen vergelijkbare toepassingen. Alle toepassingen die u zelf op het apparaat installeert, worden standaard opgeslagen in de map Toepassingen.
Als u een toepassing wilt openen, selecteert u deze toepassing. Dit doet u door er naartoe te gaan en op de bladertoets te drukken.
Als u wilt overschakelen tussen de open toepassingen, drukt u op de home-toets en houdt u deze ingedrukt. Vervolgens selecteert u een toepassing.
Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
Menuweergave wijzigen — Hiermee geeft u toepassingen weer in een lijst of raster. Gegevens geheugen — Hiermee geeft u het geheugengebruik van verschillende
toepassingen en gegevens die zijn opgeslagen in het apparaat of op de geheugenkaart weer en controleert u de hoeveelheid beschikbaar geheugen.
Nieuwe map — Hiermee maakt u een nieuwe map. Naam wijzigen — Hiermee wijzigt u de naam van een map. Verplaatsen — Hiermee rangschikt u de map opnieuw. Ga naar de toepassing die u
wilt verplaatsen en selecteer Verplaatsen. Naast de toepassing verschijnt een vinkje. Ga naar een nieuwe locatie en selecteer OK.
30 Nokia E52 – De basis
Verplaatsen naar map — Hiermee verplaatst u een toepassing naar een andere map.
Ga naar de toepassing die u wilt verplaatsen en selecteer Verplaatsen naar map, de nieuwe map en OK.
Toepassingen downldn — Hiermee downloadt u toepassingen van het web.

Scherm-indicatoren

Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS-netwerk (netwerkdienst).
Het batterijniveau. Hoe hoger de balk, hoe meer de batterij opgeladen is.
U hebt één of meer ongelezen berichten in de map Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in uw externe mailbox.
Er zijn berichten in de map Outbox van Berichten die nog moeten worden verzonden.
U hebt één of meer oproepen gemist.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarmsignaal actief.
U hebt het profiel Stil geactiveerd, waardoor het apparaat geen belsignaal geeft bij inkomende oproepen of berichten.
Bluetooth is geactiveerd.
Er is een Bluetooth-verbinding tot stand gebracht. Als het symbool knippert, wordt geprobeerd een verbinding met een ander apparaat tot stand te brengen.
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding beschikbaar (netwerkdienst). geeft aan dat de verbinding actief is. geeft aan dat de verbinding in de wacht staat.
Loading...
+ 184 hidden pages