Nokia E5-00 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding Nokia E5–00
Uitgave 1.4
2 Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Veiligheid 6
Over dit apparaat 7 Netwerkdiensten 8 Over Digital Rights Management (DRM) 8 Verwijderen van de batterij 10
Aan de slag 11
Toetsen en onderdelen 11 De SIM-kaart en de batterij plaatsen 12 De geheugenkaart plaatsen 13 De geheugenkaart verwijderen 14 Polsband 14 De batterij opladen 14 Het toetsenbord vergrendelen of de vergrendeling opheffen 15 Een compatibele headset aansluiten 16 Het apparaat in- en uitschakelen 16 Antennelocaties 17 Nokia-overdracht 17 Nokia Ovi Suite 20 Ovi by Nokia 21 Over Ovi Store 22
Toegangscodes 22
Basistoepassing 23
Startscherm 23 Sneltoetsen 24 Tekst invoeren 25 Contacten 27 Agenda 30 Klok 33 Multitasking 34 Zaklantaarn 35
Oproepen tot stand brengen 35
Spraakoproepen 35 Tijdens een oproep 36 Voicemail 37 Een oproep beantwoorden of weigeren 37 Een conferentiegesprek voeren 38 Bellen met snelkeuze 39 Oproep in wachtstand 39 Oproepen omleiden 39 Oproepen blokkeren 41 Spraakoproepen 41 Een video-oproep plaatsen 43 Tijdens een video-oproep 44 Een video-oproep beantwoorden of weigeren 45 Video delen 45 Logboek 49
Berichten 51
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave 3
Berichtenmappen 52 Berichten indelen 52 E-mail 53 Nokia Messaging 58 Ovi-contacten 58 Berichtenlezer 66 Spraak 67 Tekst- en multimediaberichten 68 Speciale berichttypen 73 Infodienst 74 Berichtinstellingen 75 Over Chat 78 Office Communicator instellen 79
Connectiviteit 79
Gegevensverbindingen en toegangspunten 79 Netwerkinstellingen 80 Draadloos LAN 81 Actieve gegevensverbindingen 84 Synchronisatie 84 Bluetooth-verbinding 85 Gegevenskabel 90 Pc-verbindingen 91 Informatie over het eigen netwerk 91
Internet 92
Webpagina's weergeven 93 Werkbalk in de browser 94
Navigeren over pagina's 94 Webfeeds en blogs 95 Inhoud zoeken 96 Bookmarks 96 De cache wissen 96 De verbinding verbreken 97 Beveiliging van de verbinding 97 Webinstellingen 98
Nokia-kantoortoepassingen 99
Actieve notities 100 Rekenmachine 101 Bestandsbeheer 101 Quickoffice 103 Omrekenen 103 Zipbeheer 104 PDF-lezer 104 Afdrukken 104 Woordenboek 107 Opmerkingen 107
Positiebepaling (GPS) 108
Informatie over GPS 108 A-GPS (Assisted GPS) 109 Het apparaat correct vasthouden 110 Tips voor het maken van een GPS­verbinding 110 Positieaanvragen 111 Plaatsen 111 GPS-gegevens 112
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
4 Inhoudsopgave
Instellingen voor positionering 113
Kaarten 114
Overzicht van Kaarten 114 Uw locatie en de kaart weergeven 115 Kaartweergave 116 De weergave van de kaart wijzigen 116 Kaarten downloaden en bijwerken 117 Over positiebepalingsmethoden 117 Een locatie zoeken 118 Locatiedetails weergeven 119 Plaatsen en routes opslaan 119 Plaatsen of routes weergeven en ordenen 120 Plaatsen naar uw vrienden verzenden 121 Locatie delen 121 Uw favorieten synchroniseren 122 Spraakaanwijzingen activeren 122 Naar uw bestemming rijden 123 Navigatieweergave 124 Verkeers- en veiligheidsinformatie opvragen 124 Navigatiesysteem voor voetgangers 125 Een route plannen 125
Aanpassen 127
Profielen 127 Beltonen selecteren 129 Profielen aanpassen 129 Het schermthema wijzigen 130 Een thema downloaden 130 3D-beltonen 131
Media 131
Camera 131 Galerij 136 Foto's 138 Een post creëren 147 Nokia Podcasting 148 Muziekspeler 150 RealPlayer 154 Dictafoon 155 Nokia Internetradio 156
Beveiliging en gegevensbeheer 159
Het apparaat blokkeren 159 Beveiliging van de geheugenkaart 160 Codering 161 Vaste nummers 162 Certificaatbeheer 163 Beveiligingsmodules weergeven en bewerken 165 Externe configuratie 166 Toepassingsbeheer 168
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave 5
Licenties 171 Synchronisatie 174 Mobiel VPN 174
Instellingen 177
Algemene instellingen 177 Telefooninstellingen 182 Verbindingsinstellingen 184 Toepassingsinstellingen 198
Sneltoetsen 198
Algemene sneltoetsen 198
Woordenlijst 201
Ondersteuning 205
Hulp zoeken 210
Ondersteuning 210 Apparaatsoftware bijwerken 211 Help van het apparaat 212 Haal meer uit uw apparaat 212 Instellingen 213 Levensduur van de batterij verlengen 213 Geheugen vrijmaken 215
Groene tips 215
Product- en veiligheidsinformatie 217
Index 225
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
6 Veiligheid

Veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.

SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS

Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.

VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG

Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.

STORING

Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.

SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT

Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in vliegtuigen en in de nabijheid van medische apparatuur, brandstof, chemicaliën of gebieden waar explosieven worden gebruikt.

DESKUNDIG ONDERHOUD

Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.

TOEBEHOREN EN BATTERIJEN

Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Veiligheid 7

WATERBESTENDIGHEID

Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.

Over dit apparaat

Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het UMTS 900-, 1900- en 2100 MHz-netwerken en GSM 850-, 900-, 1800- en 1900 MHz­netwerken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Dit apparaat ondersteunt verschillende verbindingsmethoden en net als computers kan uw apparaat worden blootgesteld aan virussen en andere schadelijke inhoud. Wees voorzichtig met berichten, verbindingsverzoeken, browsen en downloaden. Installeer en gebruik alleen diensten en software van betrouwbare bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden, zoals toepassingen die Symbian Signed zijn of de Java Verified™-test hebben doorstaan. Overweeg de installatie van antivirus- en andere beveiligingssoftware op het apparaat en eventuele aangesloten computers.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bladwijzers en koppelingen naar websites van derden. Deze zijn niet verbonden met Nokia en Nokia onderschrijft deze niet en aanvaardt er geen aansprakelijkheid voor. Als u dergelijke sites bezoekt, moet u voorzorgsmaatregelen treffen op het gebied van beveiliging of inhoud.
Waarschuwing:
Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
Houd u bij het gebruik van dit apparaat aan alle regelgeving en respecteer lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten. Auteursrechtbescherming kan verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek en andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd of overgedragen.
Maak een back-up of houd een schriftelijke neerslag bij van alle
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
8 Veiligheid
belangrijke gegevens die in uw apparaat zijn opgeslagen.
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
De afbeeldingen in deze documentatie kunnen verschillen van de afbeeldingen op het scherm van het apparaat.
Voor andere belangrijke informatie over uw apparaat wordt u verwezen naar de gebruikershandleiding.

Netwerkdiensten

Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikken over een abonnement bij een aanbieder van draadloze verbindingsdiensten. Enkele functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook functies waarvoor u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat u ze kunt gebruiken. Wanneer u netwerkdiensten gebruikt, worden er gegevens overgedragen. Informeer bij uw serviceprovider naar de kosten voor communicatie op uw eigen
telefoonnetwerk en wanneer u in het dekkingsgebied van andere netwerken verkeert. Uw serviceprovider kan u vertellen welke kosten in rekening worden gebracht. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die invloed hebben op hoe u sommige functies van dit apparaat kunt gebruiken die netwerkondersteuning nodig hebben, zoals ondersteuning voor specifieke technologieën, bijvoorbeeld WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP­protocollen en taalafhankelijke tekens.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Mogelijk is uw apparaat voorzien van aangepaste onderdelen, zoals menunamen, menuvolgorde en pictogrammen.

Over Digital Rights Management (DRM)

Houd u bij het gebruik van dit apparaat aan alle regelgeving en respecteer lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Veiligheid 9
Auteursrechtbescherming kan verhinderen dat u afbeeldingen, muziek en andere inhoud kunt kopiëren, wijzigen of overdragen.
De eigenaren van inhoud kunnen verschillende technologieën voor het Digital Rights Management (DRM) gebruiken voor de bescherming van hun intellectuele eigendom, inclusief auteursrechten. Op dit apparaat worden diverse soorten DRM-software gebruikt om inhoud met DRM­beveiliging te openen. Met dit apparaat kunt u inhoud openen die wordt beschermd met WMDRM 10 en OMA DRM
2.0. Als de inhoud niet wordt beschermd door bepaalde DRM-software, kunnen de eigenaren van de inhoud vragen om ervoor te zorgen dat dergelijke DRM­software nieuwe inhoud met DRM­bescherming niet langer kan openen. Hierdoor wordt mogelijk ook voorkomen dat dergelijke inhoud met DRM-bescherming die al op uw apparaat staat, kan worden vernieuwd. Als dergelijke DRM-software deze inhoud niet meer kan openen, is dit niet van invloed op het gebruik van inhoud die wordt beveiligd met andere typen DRM of het gebruik van inhoud zonder DRM­beveiliging.
Bij inhoud die is beveiligd met Digital Rights Management (DRM) wordt een bijbehorende licentie geleverd die uw rechten om gebruik te maken van de inhoud definieert.
Als het apparaat inhoud met OMA DRM­beveiliging bevat, kunt u met de back­upfunctie van Nokia Ovi Suite een back­up maken van zowel de licentie als de inhoud.
Andere overdrachtsmethoden kunnen mogelijk de licenties die samen met de inhoud moet worden hersteld, niet overdragen, waardoor u de OMA DRM­beveiligde inhoud niet meer kunt gebruiken nadat u het apparaatgeheugen hebt geformatteerd. U moet mogelijk ook de licentie herstellen als de bestanden op uw apparaat beschadigd zijn geraakt.
Als uw apparaat WMDRM-beveiligde inhoud bevat, zullen zowel de licentie als de inhoud verloren gaan als het apparaatgeheugen wordt geformatteerd. Het is ook mogelijk dat de licentie en de inhoud verloren gaan als de bestanden op uw apparaat beschadigd zijn geraakt. Het verlies van de licentie of de inhoud kan uw
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
10 Veiligheid
mogelijkheden beperken om dezelfde inhoud op uw apparaat nogmaals te gebruiken. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Sommige licenties zijn mogelijk gekoppeld aan een specifieke SIM-kaart. In dat geval kunt u alleen toegang tot de beschermde inhoud krijgen als die SIM-kaart in het apparaat is geplaatst.
Bij langdurig gebruik zoals een actief videogesprek en een gegevensverbinding met hoge snelheid kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Als u vermoedt dat het apparaat niet naar behoren werkt, brengt u het dan naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.

Verwijderen van de batterij

Schakel het apparaat uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Aan de slag 11

Aan de slag

Hier leest u hoe u aan de slag kunt met uw apparaat.

Toetsen en onderdelen

1 Oordop 2 Scherm 3 Linker- en rechterselectietoets 4 Home-toets 5 Beltoets 6 Navi™-toets (bladertoets). Wordt
ook gebruikt om in of uit te zoomen e n o m f ot o 's te ma ke n al s d e c am e ra wordt gebruikt.
7 Microfoon
8 Lichtsensor 9 SMS-toets 10 Aan/uit-toets 11 Toetsenbord 12 Zaklantaarntoets.
13 Micro USB-aansluiting 14 Cameraflitser/zaklantaarn 15 Volumetoets 16 Cameralens 17 Ontgrendelingsknoppen voor de
achtercover
18 Aansluiting voor oplader 19 Hoofdtelefoonaansluiting
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
12 Aan de slag
20 Luidspreker 21 Polsbandopening
1 Functietoets 2 Shift-toets. 3 Sym-toets 4 Backspace-toets 5 Enter-toets 6 Ctrl-toets (dempen)
Bij langdurig gebruik zoals een actief videogesprek en een gegevensverbinding met hoge snelheid kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Als u vermoedt dat het apparaat niet naar behoren werkt, brengt u het dan naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.

De SIM-kaart en de batterij plaatsen

Belangrijk: Gebruik in dit
apparaat geen mini-UICC SIM-kaarten (ook wel micro-SIM-kaarten genoemd), micro-SIM-kaarten met een adapter of SIM-kaarten met een mini-UICC­uitsnede (zie afbeelding). Een micro­SIM-kaart is kleiner dan de standaard SIM-kaart. Dit apparaat ondersteunt het gebruik van micro-SIM-kaarten niet en gebruik van incompatibele SIM-kaarten kan mogelijk de kaart of het apparaat beschadigen en gegevens op de kaart aantasten.
Batterij veilig verwijderen. Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
1 Verwijder de achtercover.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
2 Verwijder de batterij (indien
geplaatst).
3 Verschuif de SIM-kaarthouder om
deze te ontgrendelen en draai deze open. Plaats de SIM-kaart met het contactoppervlak naar beneden gericht en draai de houder dicht. Verschuif en vergrendel de kaarthouder.
4 Plaats de batterij terug (houdt de
contactpunten op een rij).
Aan de slag 13
5 Plaats de cover weer op het
apparaat.

De geheugenkaart plaatsen

Het is mogelijk dat er al een geheugenkaart in het apparaat is geplaatst. Als dat niet het geval is, doet u het volgende:
1 V erwijder achtercover en de batterij
(indien geplaatst).
2 Verschuif de kaarthouder om deze
te ontgrendelen en draai deze open.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
14 Aan de slag

De geheugenkaart verwijderen

1 Het apparaat uitschakelen. 2 Verwijder de achtercover en de
batterij.
3 Open de geheugenkaarthouder en
verwijder de geheugenkaart. Sluit de geheugenkaarthouder.
4 Plaats de batterij en achtercover
terug.
3 Plaats de geheugenkaart, met de
contactpunten omlaag.
4 Draai de kaarthouder weer op zijn
plaats. Verschuif en vergrendel de kaarthouder.
5 Plaats de batterij en achtercover
terug.
Gebruik alleen compatibele micro-SD­kaarten die door Nokia is goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Nokia maakt gebruik van goedgekeurde industriële normen voor geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet geheel compatibel met dit apparaat. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens op de kaart aantasten.

Polsband

Rijg de polsband en trek deze vast.

De batterij opladen

De batterij is in de fabriek gedeeltelijk opgeladen. Als wordt aangegeven dat het batterijniveau laag is, gaat u als volgt te werk:
1 Sluit de lader aan op een
stopcontact.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Aan de slag 15
2 Sluit de stekker van de lader aan op
het apparaat.
Als u een USB-lader gebruikt, sluit u de stekker van de lader aan op de USB-connector.
3 Wanneer wordt aangegeven dat de
batterij volledig is opgeladen, ontkoppelt u de oplader van het apparaat en haalt u deze uit het stopcontact.
U hoeft de batterij niet gedurende een bepaalde periode op te laden en u kunt het apparaat gebruiken terwijl het wordt opgeladen. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij­indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Laden met de USB-gegevenskabel
Het laden van de batterij gaat met de USB-gegevenskabel langzamer dan met de lader. Laden met de USB­gegevenskabel werkt mogelijk niet als u een USB-hub gebruikt. USB-hubs kunnen incompatibel zijn voor het laden van een USB-apparaat.
Als de USB-gegevenskabel aangesloten is, kunt u tegelijk met het laden ook gegevens overdragen.
1 Gebruik een compatibele USB-
gegevenskabel om het apparaat aan te sluiten op een compatibel USB-apparaat.
Afhankelijk van het type apparaat dat u gebruikt voor het laden, kan het enige tijd duren voor het laden van start gaat.
2 Als het apparaat ingeschakeld is,
selecteert u een van de beschikbare USB-modi.

Het toetsenbord vergrendelen of de vergrendeling opheffen

Het toetsenbord vergrendelen
Selecteer Menu in het startscherm en druk kort op de rechterselectietoets.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
16 Aan de slag
Instellen dat het toetsenbord na een bepaalde tijd automatisch wordt vergrendeld
Selecteer Menu > Bed. paneel >
Instellingen en Algemeen > Beveiliging > Telefoon en SIM- kaart > Per. autom. blokk. ttsnb. > Door gebr. gedef. en selecteer de
gewenste duur.
De vergrendeling van het toetsenbord opheffen
Selecteer Blok. oph. > OK.
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.

Een compatibele headset aansluiten

Sluit geen producten aan die een uitgangssignaal afgeven, aangezien het apparaat dan beschadigd kan raken. Sluit geen energiebron aan op de netstroomconnector van Nokia.
Als u externe apparaten of hoofdtelefoons op de netstroomconnector van Nokia aansluit die niet door Nokia zijn goedgekeurd
voor gebruik met dit apparaat, moet u extra letten op het geluidsniveau.

Het apparaat in- en uitschakelen

Het apparaat inschakelen:
1 Houd de aan/uit-toets ingedrukt.
2 Als er naar een PIN-code of
blokkeringscode wordt gevraagd, voert u deze in en selecteert u OK.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
De vooraf ingestelde blokkeringscode is 12345. Als u de code bent vergeten en het apparaat is geblokkeerd, kunnen er extra servicekosten in rekening worden gebracht. Neem voor meer informatie contact op met een Nokia Care-locatie of de leverancier van uw apparaat.
Als u het apparaat wilt uitschakelen, drukt u kort op de aan/uit-toets en selecteert u Uitschakelen!.

Antennelocaties

Het apparaat kan interne en externe antennes hebben. Vermijd onnodig contact met het gebied rond de antenne als de antenne aan het zenden of ontvangen is. Contact met antennes kan de kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden en kan tijdens gebruik leiden tot een hoger stroomverbruik en tot een kortere levensduur van de batterij.
Aan de slag 17
Nokia-overdracht Over Overdracht
Selecteer Menu > Bed. paneel >
Overdracht.
Met de toepassing Overdracht kunt u inhoud, zoals telefoonnummers, adressen, agenda-items en afbeeldingen van uw vorige Nokia­apparaat kopiëren naar uw apparaat. Welk type inhoud u kunt overdragen, is afhankelijk van het model van uw vorige apparaat.
Als u het vorige apparaat niet zonder een SIM-kaart kunt gebruiken, plaatst u deze kaart. U kunt Overdracht op uw nieuwe apparaat ook zonder SIM-kaart gebruiken.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
18 Aan de slag

Inhoud van uw oude apparaat kopiëren

Met de toepassing Overdracht kunt u inhoud, zoals telefoonnummers, adressen, agenda-items en afbeeldingen van uw vorige compatibele Nokia-apparaat naar uw nieuwe apparaat kopiëren.
De eerste keer inhoud kopiëren
1 Als u voor het eerst gegevens uit het
andere apparaat naar dit apparaat wilt overbrengen, selecteert u
Menu > Bed. paneel > Overdracht.
2 Koppel de twee apparaten Selecteer
Doorgaan als u met uw apparaat
wilt zoeken naar andere apparaten met Bluetooth. Selecteer het apparaat waaruit u inhoud wilt overbrengen. U wordt gevraagd een code in te voeren op uw apparaat. Voer een code in (1-16 cijfers) en selecteer OK. Voer dezelfde code ook in op het andere apparaat en selecteer OK. De apparaten zijn nu gekoppeld.
Als het apparaat niet beschikt over de toepassing Overdracht, stuurt uw nieuwe apparaat het in een bericht. Open het bericht op het oude apparaat en volg de instructies op het scherm.
3 Selecteer op uw apparaat de inhoud
die u vanaf het andere apparaat wilt overbrengen.
Wanneer de overdracht is gestart, kunt u deze annuleren en later verder gaan.
De inhoud wordt overgedragen vanuit het geheugen van het andere apparaat naar de overeenkomstige locatie op uw apparaat. De tijd die nodig is voor de
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Aan de slag 19
overdracht, is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens.
Welk type inhoud kan worden overgedragen, hangt af van het model van het apparaat waaruit u de inhoud wilt overbrengen. Als het apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt u de gegevens tussen de apparaten ook synchroniseren. Er wordt een bericht weergegeven als het andere apparaat niet compatibel is.

Inhoud synchroniseren, ophalen of verzenden

Selecteer Menu > Bed. paneel >
Overdracht.
Selecteer na de eerste bestandsoverdracht een van de volgende opties om een nieuwe overdracht te starten, afhankelijk van het model:
om de inhoud tussen uw apparaat en het andere apparaat te synchroniseren, als het andere apparaat synchronisatie ondersteunt. De synchronisatie verloopt in twee richtingen. Als een item op het ene apparaat is verwijderd,
wordt het ook op het andere verwijderd. U kunt verwijderde items niet terugzetten via een synchronisatie. om inhoud van het andere apparaat naar uw apparaat te halen. Bij het ophalen wordt inhoud van het andere apparaat naar uw apparaat gedownload. Mogelijk wordt aan u gevraagd of u de oorspronkelijke inhoud op het andere apparaat wilt behouden of verwijderen, afhankelijk van het model van het apparaat. om inhoud van uw apparaat naar het andere apparaat te verzenden
Als een item niet kan worden verzonden, afhankelijk van het type van het andere apparaat, kunt u het item toevoegen aan de Nokia-map onder C: \Nokia of E:\Nokia in uw apparaat. Wanneer u de map selecteert waarnaar de items moeten worden overgebracht, worden de items in de bijbehorende map in het andere apparaat gesynchroniseerd, en omgekeerd.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
20 Aan de slag
Een overdracht herhalen met een snelkoppeling
Na een gegevensoverdracht kunt u een snelkoppeling met de instellingen voor de overdracht in de hoofdweergave opslaan om dezelfde overdracht later te herhalen.
Als u de snelkoppeling wilt bewerken, selecteert u Opties >
Snelkoppellingsinstllngn. U kunt
bijvoorbeeld de snelkoppeling een naam geven of deze naam wijzigen.
Na elke overdracht wordt een overdrachtslogbestand weergegeven. U kunt het logbestand van de laatste overdracht bekijken door een snelkoppeling in de hoofdweergave te selecteren en Opties > Log bekijken te kiezen.
Omgaan met overdrachtsconflicten
Wanneer een item dat moet worden overgebracht op beide apparaten is bewerkt, probeert het apparaat de wijzigingen automatisch samen te voegen. Als dit niet mogelijk is, ontstaat er een overdrachtconflict. Selecteer 1
voor 1 controleren, Prioriteit deze telefoon of Priorit. andere telefoon
om het conflict op te lossen.

Nokia Ovi Suite

Nokia Ovi Suite bestaat uit een reeks toepassingen die u op een compatibele pc kunt installeren. Ovi Suite plaatst alle beschikbare toepassingen in een startvenster en van hieruit kunt u de toepassingen openen. Ovi Suite wordt mogelijk meegeleverd op een geheugenkaart, als deze bij uw apparaat geleverd is.
U kunt Ovi Suite gebruiken om contacten, de agenda, taken en andere notities tussen uw apparaat en een compatibele pc-toepassing te synchroniseren. U kunt Ovi Suite ook gebruiken om bookmarks over te brengen tussen het apparaat en compatibele browsers en om afbeeldingen en videoclips over te brengen tussen het apparaat en een compatibele pc.
Let op de synchronisatie-instellingen. Gegevensverwijdering als onderdeel van het normale synchronisatieproces
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Aan de slag 21
wordt bepaald de instellingen die zijn geselecteerd.
Om Ovi Suite te kunnen gebruiken, hebt u een pc nodig met Microsoft XP (SP2 of later) of Windows Vista (SP1 of later). De pc moet tevens compatibel zijn met een USB-kabel of Bluetooth-verbinding.
Ovi Suite is niet compatibel met Apple Macintosh-computers.
Raadpleeg de ingebouwde Help of ga naar www.nokia.com/support voor meer informatie over Ovi Suite.
Nokia Ovi Suite installeren
1 Controleer of de geheugenkaart in
uw Nokia E5-00 is geplaatst.
2Sluit de USB-kabel aan. Uw pc
herkent het nieuwe apparaat en installeert de benodigde stuurprogramma's. Dit kan enige minuten duren.
3 Selecteer Massaopslag als USB-
verbindingsmodus op uw apparaat. Uw apparaat staat in de Windows­bestandsbrowser weergegeven als verwisselbare schijf.
4 Open het hoofdstation van de
geheugenkaart met de Windows-
bestandsbrowser en selecteer het installatiebestand van Ovi Suite.
5 De installatie wordt gestart. Volg de
instructies.
Tip: Als u Ovi Suite wilt bijwerken of als er problemen optreden bij de installatie van Ovi Suite vanaf de geheugenkaart, kunt u het installatiebestand naar de pc kopiëren en de installatie vanaf de pc starten.

Ovi by Nokia

Met Ovi by Nokia kunt u nieuwe plaatsen en diensten ontdekken en in contact blijven met uw vrienden. U kunt onder andere het volgende doen:
Spelletjes, toepassingen, video's en
beltonen downloaden voor uw apparaat
De weg vinden naar allerlei locaties
met de gratis wandel- en autonavigatie, reizen plannen en locaties op een kaart bekijken
Een gratis Ovi Mail-account instellen
Muziek kopen
Bepaalde items kunt u gratis downloaden, voor andere moet u mogelijk betalen.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
22 Toegangscodes
Welke diensten beschikbaar zijn hangt ook af van het land of de regio en bovendien worden niet alle talen ondersteund.
Om de Ovi-diensten van Nokia te kunnen gebruiken, gaat u naar www.ovi.com en registreert u uw eigen Nokia-account.
Ga voor meer hulp en informatie naar www.ovi.com.

Over Ovi Store

In Ovi Store kunt u mobiele spelletjes, toepassingen, video's, afbeeldingen, thema's en beltonen downloaden naar het apparaat. Sommige items zijn gratis, andere moet u via een creditcard of telefoonrekening betalen. De beschikbaarheid van betaalmethoden is afhankelijk van het land waarin u verblijft en van uw serviceprovider. Via Ovi Store kunt u over inhoud beschikken die compatibel is met uw mobiele apparaat en die aan uw interesses en locatie voldoet.

Toegangscodes

Neem contact op met uw serviceprovider als u een van de toegangscodes bent vergeten.
PIN-code (Personal Identification Number) — Deze code beschermt uw SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik. De PIN-code (4 tot 8 cijfers lang) wordt gewoonlijk bij de SIM-kaart geleverd. Als u de PIN-code driemaal achter elkaar foutief invoert, wordt de code geblokkeerd. U hebt de PUK-code nodig om deze blokkering op te heffen.
UPIN-code — Deze code wordt mogelijk geleverd bij de USIM-kaart. De USIM­kaart is een uitgebreide versie van de SIM-kaart. De USIM-kaart wordt ondersteund door mobiele 3G­telefoons.
PIN2-code — Deze code (4 tot 8 cijfers lang) wordt bij sommige SIM-kaarten geleverd en is nodig voor toegang tot bepaalde functies op het apparaat.
Blokkeringscode (ook wel beveiligingscode genoemd) — De blokkeringscode helpt u om uw apparaat tegen ongeautoriseerd gebruik te beveiligen. De code is bij aanschaf ingesteld op 12345. U kunt de
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Basistoepassing 23
code maken en wijzigen en het apparaat zo instellen dat om de code wordt gevraagd. Houd de nieuwe code geheim en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij het apparaat). Als u de code bent vergeten en het apparaat is geblokkeerd, is extra service nodig. Mogelijk worden extra kosten in rekening gebracht en worden alle persoonlijke gegevens van het apparaat verwijderd. Neem voor meer informatie contact op met een Nokia Care-centrum of de leverancier van het apparaat.
PUK- (Personal Unblocking Key) en PUK2-code — Deze codes (acht cijfers) zijn vereist om respectievelijk een geblokkeerde PIN- of PIN2-code te wijzigen. Neem contact op met de netwerkprovider van uw SIM-kaart als de codes niet bij de SIM-kaart zijn geleverd.
UPUK-code — Deze code (acht cijfers) is vereist voor het wijzigen van een geblokkeerde UPIN-code. Neem contact op met de netwerkprovider van uw USIM-kaart als de code niet bij de USIM­kaart is geleverd.
International Mobile Equipment Identity (IMEI)-nummer — Dit nummer (15 of 17 cijfers) wordt gebruikt om geldige apparaten op het GSM-netwerk
te identificeren. Apparaten die bijvoorbeeld zijn gestolen, kunnen worden geblokkeerd, zodat zij geen toegang tot het netwerk hebben. Het IMEI-nummer van uw apparaat kunt u onder de batterij vinden.

Basistoepassing

Hier leest u hoe u de basisfuncties van uw apparaat gebruikt.

Startscherm

Hier leest u hoe u het startscherm gebruikt en aanpast aan uw voorkeuren en hoe u de inhoud naar wens indeelt.

Startscherm

Het startscherm is het beginpunt waar u alle belangrijke contacten en snelkoppelingen naar toepassingen bij elkaar zet.
Als u het apparaat inschakelt en het is aangemeld bij een netwerk, dan ziet u het startscherm.
Gebruik de bladertoets om te navigeren in het startscherm.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
24 Basistoepassing
1 Contactenbalk 2 Plug-ins bij toepassingen 3 Snelkoppelingen naar
toepassingen
Selecteer Menu > Bed. paneel >
Instellingen en Algemeen > Persoonlijk > Standby-modus > Startschermthema en de gewenste
optie om de plug-ins en snelkoppelingen naar toepassingen aan te passen of om het thema van het startscherm te wijzigen. U kunt misschien niet alle snelkoppelingen wijzigen. Sommige toepassingen worden niet door alle startschermthema´s ondersteund.

Contactenbalk

Selecteer het pictogram Toevoegen en een contact uit de lijst als u een contact aan het startscherm wilt toevoegen.
Als u een nieuw contact wilt maken, selecteert u Opties > Nieuw contact, voert u de gegevens in en selecteert u
Gereed. U kunt ook een afbeelding
toevoegen aan de contactinformatie.
Als u een contact van het startscherm wilt verwijderen, selecteert u in de weergave met contactinformatie het pictogram Openen en Verwijderen.

Sneltoetsen

Met de Sneltoetsen hebt u snel toegang tot toepassingen en taken. Uw serviceprovider kan toepassingen aan bepaalde toetsen hebben toegewezen. In dat geval kunt u ze niet wijzigen.
1 Home-toets 2 SMS-toets
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Basistoepassing 25

Home-toets

Als u naar het startscherm wilt, drukt u kort op de home-toets. Druk nogmaals kort op de home-toets om het menu te openen.
Als u een lijst van actieve toepassingen wilt zien, drukt u een aantal seconden op de home-toets. Als de lijst is geopend, drukt u kort op de home-toets om door de lijst te navigeren. Als u de geselecteerde toepassing wilt openen, drukt u een aantal seconden op de home-toets, of u drukt op de navigatietoets. Als u de geselecteerde toepassing wilt sluiten, drukt u op de backspace-toets.
Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.

SMS-toets

Druk op de SMS-toets om de toepassing Berichten te openen.
U kunt een nieuw bericht gaan schrijven door op de SMS-toets te drukken en deze ingedrukt te houden.
Wanneer u voor het eerst op de SMS­toets drukt, wordt u gevraagd de instellingen voor de SMS-toets te definiëren: Volg de instructies in het scherm. U kunt de instellingen later wijzigen.

Tekst invoeren

Welke invoermethoden beschikbaar zijn, kan verschillen.

Het toetsenbord gebruiken

1 Functietoets 2 Shift-toets. 3 Sym-toets 4 Backspace-toets 5 Enter-toets 6 Ctrl-toets
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
26 Basistoepassing
Van hoofdletters naar kleine letters omschakelen en omgekeerd
Als u wilt schakelen tussen de modus voor hoofdletters en de modus voor kleine letters, drukt u tweemaal op de shift-toets. Als u één hoofdletter in een kleine letter wilt wijzigen of andersom, drukt u eenmaal op de shift-toets en typt u vervolgens de gewenste letter.
Een cijfer of speciaal teken bovenaan op een toets invoegen
Druk op de functietoets en vervolgens op de betreffende toets of houd alleen de gewenste toets een moment ingedrukt. Als u verscheidene speciale tekens na elkaar wilt invoegen, drukt u tweemaal snel op de functietoets en vervolgens drukt u op de gewenste lettertoetsen. Als u terug wilt gaan naar de normale modus, drukt u eenmaal op de functietoets.
Een speciaal teken invoegen dat niet op het toetsenbord voorkomt
Druk op de sym-toets en selecteer
en
het teken.
Een letter invoegen die niet op het toetsenbord voorkomt
Het is mogelijk om variaties van letters in te voegen, bijvoorbeeld letters met accenten. Als u bijvoorbeeld á wilt invoegen, drukt u op de sym-toets en houdt u deze ingedrukt, en drukt u tegelijkertijd herhaaldelijk op de lettertoets A totdat het gewenste teken wordt weergegeven. De volgorde en beschikbaarheid van letters is afhankelijk van de geselecteerde schrijftaal.
Een smiley invoegen
Druk op de sym-toets en selecteer een smiley. Smiley's zijn alleen beschikbaar voor SMS- en multimediaberichten.
Tip: Als u een recentelijk gebruikt teken wilt toevoegen, drukt u op de sym-toets terwijl u de ctrl-toets ingedrukt houdt en selecteert u het teken in het pop­upmenu.
Tekst kopiëren en plakken
1 Houd de Shift-toets ingedrukt en
blader naar de tekst die u wilt kopiëren om deze te markeren.
2 Druk op Ctrl + C.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Basistoepassing 27
3 Ga naar de plek waar u de tekst wilt
plakken en druk op ctrl + V.
De schrijftaal wijzigen of tekstinvoer met tekstvoorspelling activeren
Selecteer Opties > Invoeropties.

Tekstvoorspelling

Als u tekstinvoer met tekstvoorspelling wilt activeren, selecteert u Opties >
Invoeropties > Voorspell. inschakelen. De indicator
wordt
weergegeven. Wanneer u een woord begint te
schrijven, worden er automatisch mogelijke woorden voorgesteld. Als het goede woord erbij staat, gaat u ernaartoe om het te bevestigen.
U kunt tijdens het schrijven ook een lijst met voorgestelde woorden aflopen. Selecteer het woord als dit voorkomt in de lijst.
Als het gezochte woord niet in het woordenboek van het apparaat voorkomt, wordt er een ander woord voorgesteld. Het woord dat u aan het schrijven bent, wordt boven de suggestie weergegeven. Ga omhoog om uw eigen woord te selecteren. Het
woord wordt aan het woordenboek toegevoegd wanneer u het volgende woord invoert.
Als u tekstinvoer met tekstvoorspelling wilt deactiveren, selecteert u Opties >
Invoeropties > Voorspell. uitschakelen.
Als u de instellingen voor tekstinvoer wilt opgeven, selecteert u Opties >
Invoeropties > Instellingen.
Als u de schrijftaal wilt wijzigen, selecteert u Opties > Invoeropties >
Invoertaal.

Contacten

Contact houden met uw online­vrienden
U kunt de contactgegevens op het apparaat synchroniseren met de contacten die u hebt op Facebook. Wanneer u gebruik maakt van synchronisatie, kunt u de profielgegevens van uw contacten op Facebook, zoals hun foto en statusupdates, bekijken in de toepassing Contacten op uw apparaat.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
28 Basistoepassing
Het synchroniseren van uw contacten en het ophalen van statusupdates zijn netwerkdiensten. Mogelijk worden kosten voor roaming en gegevensoverdracht in rekening gebracht. Als de dienst voor sociale netwerken niet beschikbaar is of niet goed functioneert, kunt u de statusupdates niet synchroniseren of ophalen.
Uw contacten synchroniseren
Open de toepassing voor de socialenetwerkdienst en volg de instructies.
Deze functie is in bepaalde regio's mogelijk niet beschikbaar.

Contacten kopiëren

Selecteer Menu > Contacten.
Wanneer u de lijst met contacten voor het eerst opent, wordt u gevraagd of u namen en nummers van de SIM-kaart naar het apparaat wilt kopiëren.
Kopiëren starten
Selecteer OK.
Kopiëren annuleren
Selecteer Annuleren. U wordt gevraagd of u de contacten van
de SIM-kaart in de lijst met contacten wilt weergeven. Selecteer OK om de contacten weer te geven. De lijst met contacten wordt geopend en de namen die op uw SIM-kaart zijn opgeslagen worden aangeduid met
.

Namen en nummers beheren

Selecteer Menu > Contacten.
Een contact verwijderen
Ga naar een contact en selecteer
Opties > Verwijderen.
Meerdere contacten verwijderen
1 Ga naar het contact en selecteer
Opties > Markeringen aan/uit
om een contact te markeren om te worden verwijderd.
2 Selecteer Opties > Verwijderen
om de gemarkeerde contacten te verwijderen.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Basistoepassing 29
Een contact kopiëren
Ga naar een contact, selecteer Opties >
Kopiëren en de gewenste locatie.
Een contact naar een ander apparaat verzenden
Selecteer het contact en Opties >
Details bekijken > Opties > Visitekaartje verz..
Luister naar het spraaklabel dat aan een contact is toegewezen
Selecteer het contact en Opties >
Details bekijken > Opties > Spraaklabelgegevens > Opties > Spraaklabel afspelen.
Wanneer u contactpersonen invoert of spraakopdrachten bewerkt, moet u geen zeer korte of sterk op elkaar lijkende namen gebruiken voor verschillende contactpersonen of opdrachten.
Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.

Namen en nummers opslaan en bewerken

Selecteer Menu > Contacten.
Een nieuw contact aan de lijst met contacten toevoegen
1 Selecteer Opties > Nieuw
contact.
2 Vul de betreffende velden in en
selecteer Gereed.
Een contact bewerken
Selecteer een contact en Opties >
Details bekijken > Opties > Bewerken.

Beltonen, afbeeldingen en beltekst voor contacten

U kunt een beltoon voor een contact of groep opgeven en een afbeelding en een beltekst voor een contact. Wanneer het contact u belt, wordt de geselecteerde beltoon afgespeeld en wordt de beltekst of de afbeelding getoond (mits het telefoonnummer van de beller met de oproep wordt meegestuurd en het door uw apparaat wordt herkend).
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
30 Basistoepassing
Als u een beltoon voor een contact of contactgroep wilt definiëren, selecteert u het contact of de contactgroep en
Opties > Details bekijken > Opties > Beltoon. Selecteer vervolgens een
beltoon.
Als u de oproeptekst voor een contact wilt definiëren, selecteert u het contact en Opties > Details bekijken >
Opties > Tekst voor oproep tvgn.
Voer de oproeptekst in en selecteer OK.
1 Als u een afbeelding wilt toevoegen
voor een contact dat is opgeslagen in het apparaatgeheugen, selecteert u het contact, Opties >
Details bekijken > Opties > Afbeelding toevoegen en een
afbeelding uit.
2 Een af beelding selecteren uit Foto's.
Selecteer Standaard beltoon in de lijst met beltonen als u de beltoon wilt verwijderen.
Als u de afbeelding van het contact wilt bekijken, wijzigen of verwijderen, selecteert u het contact, Opties >
Details bekijken > Opties > Afbeelding en de gewenste optie.
Agenda Informatie over Agenda
Selecteer Menu > Agenda.
Met Agenda kunt u geplande gebeurtenissen en afspraken maken en weergeven, en overschakelen tussen verschillende agendaweergaven.
In de maandweergave worden agenda­items gemarkeerd met een driehoekje. Jaarlijks terugkerende items worden ook gemarkeerd met een uitroepteken. De items van de geselecteerde dag worden in een lijst weergegeven.
U kunt agenda-items openen door een agendaweergave en een agenda-item te selecteren.
Als u het pictogram
ziet, drukt u de navigatietoets naar rechts om een lijst met beschikbare acties weer te geven. U sluit de lijst door naar links te gaan.

Agenda-items maken

Selecteer Menu > Agenda.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Loading...
+ 205 hidden pages