Nokia D211 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
Nummer 2
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA MOBILE PHONES Ltd verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product DTE-1 conform is aan de bepalingen van
de volgende Richtlijn van de Raad:1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/
Copyright © Nokia Corporation 2002-2004. Alle rechten voorbehouden. Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder
voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden. Nokia en Nokia Connecting People zijn gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten
en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security. Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande
kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven. In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele,
onrechtstreekse of indirecte schade. De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht,
wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
Nummer 2
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
2

Voor uw veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het overtreden van de regels kan gevaarlijk of onwettig zijn. Meer informatie vindt u in deze handleiding.
Schakel de radiokaart niet in als het gebruik van draadloze apparatuur verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Verkeersveiligheid heeft voorrang
Gebruik geen radiokaart terwijl u een auto bestuurt. Parkeer de auto eerst.
Storing
Alle radiokaarten zijn gevoelig voor storing. Dit kan de werking van de kaart beïnvloeden.
Schakel de radiokaart uit in ziekenhuizen
Volg alle regels en aanwijzingen op. Schakel de radiokaart uit in de nabijheid van medische apparatuur.
Voor uw veiligheid
Schakel de radiokaart uit in vliegtuigen
Draadloze apparaten kunnen storingen tijdens het vliegen veroorzaken.
Schakel de radiokaart uit tijdens het tanken
Gebruik de radiokaart niet in een benzinestation. Gebruik de kaart niet in de nabijheid van benzine of chemicaliën.
Schakel de radiokaart uit in de buurt van explosieven
Gebruik de radiokaart niet waar explosieven worden gebruikt. Houd u aan beperkende maatregelen en volg eventuele voorschriften of regels op.
Gebruik de radiokaart verstandig
Gebruik de radiokaart alleen zoals het is bedoeld. Raak de antenne niet onnodig aan.
Deskundig onderhoud
Laat alleen bevoegd personeel de radiokaart repareren.
Accessoires
Gebruik alleen goedgekeurde accessoires. Sluit geen ongeschikte producten aan.
Waterbestendigheid
De radiokaart is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
Maak back-ups
Vergeet niet om een back-up te maken van alle belangrijke gegevens.
3
Aansluiting op andere apparaten
Wanneer u de radiokaart op een ander apparaat aansluit, moet u de gebruikershandleiding van dat apparaat lezen voor gedetailleerde veiligheidsinstructies. Sluit geen ongeschikte producten aan.

Netwerkdiensten

De radiokaart zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd voor gebruik op de EGSM 900- en GSM 1800-netwerken.
De beschikbaarheid van dualband is afhankelijk van het netwerk. Vraag uw netwerkexploitant of u zich op deze dienst kunt abonneren.
Sommige functies die in deze handleiding worden beschreven zijn netwerkdiensten. Dit zijn speciale diensten waarop u zich via uw netwerkexploitant kunt abonneren. U kunt pas gebruik maken van deze diensten nadat u zich via de exploitant van uw thuisnet op de gewenste dienst(en) hebt geabonneerd en u de gebruiksinstructies hebt ontvangen.
Opmerking: Het is mogelijk dat sommige GSM-netwerken geen ondersteuning bieden voor bepaalde taalafhankelijke tekens en/of diensten.
Voor uw veiligheid
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
4

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave
Inleiding 7
Gegevens- en faxcommunicatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Over gegevensoverdracht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
General Packet Radio Service (GPRS). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
High Speed Circuit Switched Data (HSCSD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Draadloos LAN (WLAN) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Antennes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Installatie 15
Installatie van de Nokia D211-software. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
De Nokia D211-software verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Aan de slag 19
Verbinding maken met een netwerk. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Netwerkverbinding verbreken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
De radiokaart verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Functies van de Nokia D211 24
Beheer en Monitor venster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
De pagina Profielen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Pagina Instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Pagina Hulpmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Pagina Beheerder. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
WEP-beveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Nokia Short Messaging 48
Tekstberichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Afbeeldingberichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Contactpersonen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Chatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Problemen oplossen 55
Installatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Hulpbronnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Hardware . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
5
Inhoudsopgave
Verzorging en onderhoud 58 Belangrijke veiligheidsinformatie 59 Woordenlijst 62 Index 66
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
6

Inleiding

Inleiding
De Nokia D211 is een multimodus-radiokaart waarin GPRS (General Packet Radio Service), HSCSD (High Speed Circuit Switched Data) en WLAN (Wireless Local Area Network) worden gecombineerd.
Met de Nokia D211 kunt u e-mails, tekstberichten, gegevens en faxbestanden verzenden en ontvangen en kunt u toegang krijgen tot het Internet. U kunt met de Nokia D211 geen telefoongesprekken voeren of ontvangen.
De Nokia D211 werkt op de GSM 900/188-netwerken en op met IEEE 802.11b compatibele WLAN’s. Het toestel kan worden aangesloten op draagbare computers of op andere apparaten met een type II of III pc-kaartsleuf. De Nokia D211 wordt geleverd met een geïntegreerde smartcard-lezer: WEP-sleutels (Wired Equivalent Privacy) en persoonlijke netwerkprofielen voor een gemakkelijke verplaatsing tussen netwerken kunnen worden opgeslagen op een SIM-kaart.
De volgende besturingssystemen worden ondersteund: Windows 98 Second Edition, Windows ME, Windows 2000 en Windows XP. Raadpleeg voor overige ondersteunde besturingssystemen en software-updates de Nokia website op
www.club.nokia.com.

Belangrijk!

Waarschuwing: Gebruik de radiokaart niet wanneer het gebruik van
draadloze apparatuur verboden is of wanneer dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. De radiokaart kan dezelfde soort storing veroorzaken als andere mobiele apparatuur (bijv. mobiele telefoons) en mag niet worden gebruikt in gebieden waar dit niet is toegestaan.
Waarschuwing: Wanneer u uw computer verplaatst, dient u ervoor te zorgen dat u geen schade toebrengt aan het uitstekende gedeelte van de aangebrachte radiokaart.
Waarschuwing: Het gebruik van de Nokia D211 kan in sommige landen of gebieden onwettig zijn. Neem contact op met de plaatselijke autoriteiten over de bepalingen voor het gebruik van de Nokia D211.
Opmerking: Verzonden gegevens worden niet standaard versleuteld door de radiokaart.
Waarschuwing: Gebruik alleen accessoires die door de fabrikant van de radiokaart zijn goedgekeurd voor gebruik met dit specifieke model radiokaart. Het gebruik van alle andere typen kan de goedkeuring en garantie doen vervallen en kan bovendien gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbare goedgekeurde accessoires.
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
7

Gegevens- en faxcommunicatie

De Nokia D211 biedt dezelfde functionaliteit als een draadloos modem. Om verbinding te kunnen maken met een externe computer, om bestanden, e-mail en faxen te kunnen verzenden en ontvangen en om gebruik te kunnen maken van het Internet, moet u rekening houden met de volgende punten:
Er moet geschikte software voor gegevens- en faxcommunicatie geïnstalleerd
zijn op uw computer. U kunt de Nokia D211 gebruiken met een groot aantal commercieel verkrijgbare toepassingen voor gegevens- en faxcommunicatie voor Windows 98 Second Edition, Windows ME, Windows 2000 en Windows XP, zoals Dial-Up Networking en HyperTerminal.
De toepassingen voor gegevens- en faxcommunicatie moeten op de juiste
manier zijn geconfigureerd voor gebruik met de Nokia D211. Raadpleeg hiervoor de instructies in de handleidingen van deze toepassingen en van uw computer. Let erop dat u voor elke toepassing de Nokia D211 selecteert als modem.
De functies voor gegevensoverdracht en fax zijn afhankelijk van de gekozen
toepassingen en niet alleen van de computer of de Nokia D211. Raadpleeg de handleiding van de betreffende toepassing voor informatie over het gebruik van die toepassing.
U moet geabonneerd zijn op de betreffende gegevens- en faxservices van uw
serviceprovider of netwerkexploitant. Neem contact op met de serviceprovider voor informatie over de beschikbaarheid van en andere gegevens over de services voor uw eigen netwerk. Voor toegang tot het Internet moet u zijn geabonneerd op de gegevensservice en een Internet-toegangspunt hebben gekregen van de serviceprovider.
Inleiding
De Nokia D211 kan ook worden bediend met AT-opdrachten. Raadpleeg voor meer informatie de Developer Manual voor Nokia D211, op www.forum.nokia.com.

Over gegevensoverdracht

De Nokia D211 maakt gebruik van de mogelijkheden voor gegevensoverdracht van netwerken van het type WLAN en GSM om bijvoorbeeld gegevens te verzenden en ontvangen, te surfen op het Internet, SMS-berichten en e-mail te verzenden en een verbinding met andere computers te onderhouden.
Vanaf de meeste locaties waar de radiokaart werkt, kan een verbinding voor gegevensoverdracht tot stand worden gebracht. Aangeraden wordt echter dat u de radiokaart verplaatst naar een locatie waar een zo sterk mogelijk netwerksignaal kan worden verkregen. Wanneer het signaal sterk is, is de gegevensoverdracht efficiënter.
De volgende factoren kunnen draadloze verbindingen negatief beïnvloeden:
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
8
Inleiding
Ruis – Elektronische apparatuur kan radiostoringen veroorzaken. Ook in gebieden waar veel radiokaarten worden gebruikt, kan de kwaliteit van de draadloze verbinding door andere radiokaarten teruglopen.
Roaming (bewegen) – Bij het verplaatsen van de radiokaart tussen verschillende WLAN-toegangspunten of GSM-netwerkcellen zal de signaalsterkte van het kanaal afnemen. Als gevolg daarvan kan de gebruiker naar een ander ontvangstgebied en een andere frequentie worden overgedragen, waar het signaal sterker is. Door variaties in de belasting van het netwerk kan roaming (bewegen) ook optreden wanneer een gebruiker op dezelfde plaats blijft. Bij dit soort roaming kunnen kleine vertragingen in de overdracht ontstaan.
Elektrostatische ontlading – Ontlading van statische elektriciteit van een vinger of een geleider kan leiden tot storingen in elektrische apparaten. De ontlading kan leiden tot instabiele werking van de software. Netwerkverbindingen kunnen onbetrouwbaar worden, gegevens kunnen beschadigd raken en de overdracht kan worden beëindigd. In die gevallen moet u de bestaande verbinding (indien aanwezig) verbreken, de radiokaart stoppen en deze uit de pc-sleuf verwijderen. Plaats de radiokaart vervolgens terug in de pc-kaartsleuf en probeer het opnieuw.
Dode punten en signaaluitval – Dode punten zijn plaatsen waar geen radiosignalen kunnen worden ontvangen. Signaaluitval treedt op wanneer de gebruiker van een radiokaart een gebied betreedt waar het radiosignaal wordt geblokkeerd of gereduceerd door geografische of structurele belemmeringen.
Signaalverzwakking – Afstand en obstakels kunnen leiden tot verkeerde signalen. Er kunnen ook gereflecteerde signalen ontstaan. In beide gevallen neemt de signaalsterkte af.
Lage signaalsterkte – Door afstand of obstakels kan de sterkte van het radiosignaal van een WLAN-toegangspunt of GSM-celpunt niet sterk of stabiel genoeg zijn om een betrouwbare verbinding voor communicatie tot stand te brengen. Neem daarom de volgende regels in acht, zodat u verzekerd bent van een zo goed mogelijke communicatie:
Een dataverbinding werkt het beste als de radiokaart niet wordt bewogen.
Draadloze gegevenscommunicatie vanuit een bewegend voertuig wordt niet aanbevolen. Faxoverdracht wordt gemakkelijker negatief beïnvloed dan overdracht van gegevens of SMS-berichten.
Plaats de radiokaart niet op een metalen oppervlak.

General Packet Radio Service (GPRS)

GPRS is een pakketgegevenstechnologie waarbij informatie in korte gegevensstootjes via het mobiele netwerk wordt verzonden. Het voordeel van het in pakketjes verzenden van gegevens is dat het netwerk alleen wordt bezet als er gegevens worden verzonden of ontvangen. GPRS is een gegevensdrager waarmee draadloos toegang tot gegevensnetwerken zoals het Internet mogelijk is.
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
9
Toepassingen die gebruik maken van GPRS zijn SMS en inbellen via GPRS (bijvoorbeeld het Internet en e-mail).
Voordat u GPRS-technologie kunt gebruiken, moet u:
Geabonneerd zijn op de GPRS-service.
Neem contact op met de serviceprovider of netwerkexploitant voor informatie over de beschikbaarheid van en abonnementen op de GPRS-service.
De GPRS-instellingen opslaan voor de toepassingen die over GPRS worden
gebruikt. Zie “Berichten” op pagina 37 voor het configureren van de instellingen voor
tekstberichten.
Zie ook “Nieuwe profielen maken” op pagina 27 en “Gegevens- en faxcommunicatie” op pagina 8.
Raadpleeg het document Gegevensbeveiliging op de Nokia D211-cd-rom voor meer informatie over beveiligingskwesties.

Kosten van GPRS en toepassingen

Inleiding
Er zijn kosten verbonden aan de actieve GPRS-verbinding en aan de toepassingen die over GPRS worden gebruikt, zoals het verzenden en ontvangen van gegevens en tekstberichten. Neem contact op met uw serviceprovider of netwerkexploitant voor meer informatie over de kosten.

High Speed Circuit Switched Data (HSCSD)

Met de Nokia D211 kunt u GSM-services voor hogesnelheidsgegevens (HSCSD) gebruiken. De standaard-GSM-gegevensoverdrachtsnelheid is 9,6 kbit/s, maar met de HSCSD-technologie is een snellere gegevensoverdracht mogelijk, waardoor bijvoorbeeld grote bestanden sneller en gemakkelijker kunnen worden gedownload.
Voor HSCSD wordt tegelijkertijd gebruik gemaakt van meerdere tijdvakken. De overdrachtsnelheid per tijdvak is, afhankelijk van het netwerk, 9,6 of 14,4 kbit/s. Bij het verzenden en ontvangen van e-mail kan de gegevensoverdrachtsnelheid worden verdubbeld tot 28,8 kbit/s en voor Internet-verbindingen is een downloadsnelheid van 43,2 kbit/s mogelijk als dat wordt ondersteund door de apparatuur van de netwerkexploitant en de Internet-serviceprovider.
U kunt alleen GSM-services voor hogesnelheidsgegevens gebruiken als uw netwerk HSCSD ondersteunt en als u op deze service bent geabonneerd. Neem contact op met uw serviceprovider of uw netwerkexploitant voor meer informatie.
Zie ook “Gegevens- en faxcommunicatie” op pagina 8.
Raadpleeg het document Gegevensbeveiliging op de Nokia D211-cd-rom voor meer informatie over beveiligingskwesties.
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
10

Draadloos LAN (WLAN)

De radiokaart die in dit document wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in een draadloos LAN (WLAN).
Waarschuwing: Deze apparatuur werkt bij 2,4 - 2,4835 GHz. In Frankrijk is gebruik van dit apparaat alleen toegestaan in de frequentieband van 2,445 - 2,4835 GHz (kanaal 10, 11, 12 en 13).
De Nokia D211 ondersteunt de volgende WLAN-functies:
IEEE 802.11b-standaard
Transmissiesnelheden van 1, 2, 5,5 en 11 Mbit/s.
Werkt bij een frequentie van 2,4 GHz en gebruikt Direct Sequence Spread
Spectrum (DSSS) radiotechnologie.
WEP-gegevenscodering (Wired Equivalent Privacy) met sleutels tot 152 bits.
Met de Nokia D211 kunt u draadloze verbindingen tot stand brengen tussen laptopcomputers die compatibel zijn met deze technologie, handheld computers, pc's en overige apparatuur met een type II of III pc-kaartsleuf, en een draadloos Local Area Network. Dit gebeurt via een WLAN-toegangspunt. In plaats van kabels worden hier radiogolven gebruikt voor het verzenden en ontvangen van gegevens via de ether.
Inleiding
Als u de computer naar een andere locatie in het WLAN verplaatst en buiten bereik van het WLAN-toegangspunt, wordt uw computer door middel van de roaming­functionaliteit automatisch met een ander toegangspunt in hetzelfde netwerk in verbinding gebracht. Zolang u binnen bereik van toegangspunten in hetzelfde netwerk blijft, kan uw computer een verbinding met het netwerk houden.
Met de Nokia D211 kunnen verschillende typen communicatie in een WLAN worden gebruikt. Er zijn twee besturingsmodi waaruit kan worden gekozen: infrastructuur en ad hoc.
Infrastructuur
Bij de infrastructuurbesturingsmodus worden twee typen communicatie onderscheiden:
Draadloze stations communiceren onderling via een WLAN-toegangspunt.
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
11
Inleiding
Draadloze stations communiceren via een WLAN-toegangspunt met een
bekabeld LAN-station.
WLAN-toegangspunt
Figuur 1 - Infrastructuurnetwerk
Het voordeel van de infrastructuurmodus is dat u meer controle hebt over de netwerkverbindingen aangezien deze door een toegangspunt komen. Een draadloos station heeft toegang tot de services die beschikbaar zijn in een gewoon bekabeld LAN: bijvoorbeeld de database van een bedrijf, e-mail, het Internet en overige netwerkbronnen.
Ad hoc
In de ad hoc modus worden gegevens rechtstreeks verzonden tussen draadloze stations, waardoor een toegangspunt niet nodig is. U hoeft alleen de radiokaarten in de stations te plaatsen, de nodige configuraties in te stellen en de communicatie te starten. Ad hoc netwerken zijn eenvoudig op te zetten, maar de communicatie blijft beperkt tot stations die binnen het bereik vallen. Zolang de stations zich binnen bereik bevinden, kunt u bijvoorbeeld bestanden delen en uitwisselen.
Figuur 2 - Ad hoc netwerk
Zie “Een ad hoc netwerk instellen en u hierbij aanmelden” op pagina 22 voor informatie over het opzetten van een ad hoc netwerk.
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
12

SIM-services

Inleiding
SIM-services zijn services voor Internet-toegang via het eigen openbare netwerk van de serviceprovider of netwerkexploitant. De serviceprovider kan u bijvoorbeeld de mogelijkheid bieden om gegevens van het bedrijfsintranet te controleren, e-mail te verzenden en ontvangen, en documenten op te slaan. SIM­services zijn meestal beschikbaar in openbare gelegenheden zoals hotels, luchthavens, spoorwegstations, businesscentra en bedrijfsgebouwen.
Opmerking: Voordat u de SIM-services kunt gebruiken, moet u zich eerst op de services abonneren bij de netwerkexploitant of serviceprovider en gebruiksinstructies ophalen.
Een SIM-kaart wordt gebruikt als middel voor identificatie van de gebruiker: de gegevens op de SIM-kaart worden gelezen en als de gegevens geldig zijn, mag u verbinding maken met het Internet en intranets. De SIM-kaart wordt geleverd door de serviceprovider of netwerkexploitant.
Administratieve gegevens, zoals de gebruikte toegangstijd en/of verzonden gegevens, worden door het netwerk doorgegeven aan de serviceprovider voor facturering Het bijhouden van gegevens wordt gestart zodra het draadloze station is geverifieerd en stopt als het draadloze station zich afmeldt.

Beveiliging in WLAN

Beveiligingskwesties dienen altijd zorgvuldig in overweging te worden genomen voor een veilige verzending van gegevens binnen zowel bekabelde als draadloze LAN's. Binnen de huidige draadloze systemen dient de authenticiteit van draadloze stations bijvoorbeeld te worden gecontroleerd door WLAN­toegangspunten om ongeoorloofde toegang tot het netwerk te voorkomen. Authenticatie is een service waarbij identiteit wordt bevestigd, bijvoorbeeld van een gebruiker of een computer, of waarbij de oorsprong van een verzonden bericht wordt bevestigd.
De Nokia D211 ondersteunt het WEP-protocol (Wired Equivalent Privacy), dat een basisbeveiliging biedt voor WLAN's. Het WEP-protocol gebruikt de algoritme RC4 met een geheime sleutel van maximaal 152 bits, die gegevens codeert voordat deze via radiogolven worden verzonden. Wanneer de draadloze stations binnen een WLAN via WEP willen communiceren, dienen ze te beschikken over dezelfde WEP-sleutel.
De Nokia D211 is ook compatibel met de belangrijkste VPN-clients (Virtual Private Network) over GPRS en WLAN. VPN wordt aanbevolen voor een veiligere toegang tot netwerken.
Opmerking: De gespreksduur die door de netwerkexploitant in rekening wordt gebracht voor diensten kan variëren afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
De Nokia D211 wordt geleverd met een geïntegreerde smartcard-lezer. SIM­kaarten en smartcard-lezers zijn een hulpmiddel voor het beheer van veilige gebruikersauthenticatie binnen een WLAN. Ook kunnen gebruikers probleemloos
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
13

Antennes

Inleiding
een authenticatiemiddel meenemen in de vorm van SIM-kaarten. Op een SIM­kaart kunnen belangrijke gegevens worden opgeslagen, zoals WEP-sleutels en netwerkprofielen.
De smartcard-lezer leest de gegevens die op de computerchip staan en zendt die ter verwerking naar het netwerk. De SIM-kaart wordt beveiligd via een PIN-code. U krijgt pas toegang tot de inhoud van de SIM-kaart als u de juiste PIN-code hebt ingevoerd.
Voorzichtig: Houd alle kleine SIM-kaarten buiten het bereik van kleine kinderen.
Raadpleeg het document Gegevensbeveiliging op de cd-rom van het product voor meer informatie over beveiligingskwesties.
De Nokia D211 heeft ingebouwde antennes in een extensiedoos. In dit document wordt met antenne de extensiedoos samen met de antennes in die doos bedoeld.
Figuur 3 - Extensiedoos van de Nokia D211
Als u verbinding maakt met een WLAN, moet u controleren of de antenne wijst in de richting van het WLAN-toegangspunt en in een open gebied is geplaatst. Bedek de antenne niet.
Gebruik alleen de meegeleverde antenne. Niet-goedgekeurde antennes, aanpassingen of extra hulpmiddelen kunnen de radiokaart beschadigen en kunnen in strijd zijn met bepalingen omtrent radioapparatuur.
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
14

Installatie

De installatieprocedure varieert enigszins, afhankelijk van het Windows­besturingssysteem dat u gebruikt. Als de installatie verschilt van de volgende procedure, volgt u de instructies op het scherm.
Voor de Nokia D211-software is 20 MB vrije schijfruimte nodig.

Installatie van de Nokia D211-software

Opmerking: Plaats de radiokaart pas in de computer als het
installatieprogramma hierom vraagt.
1 Sluit alle Windows-programma's af. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station
van de computer. Als de cd-rom niet automatisch wordt gestart, gaat u naar het cd-rom-station
(bijvoorbeeld station D) en dubbelklikt u op Start.exe.
Installatie
2 Selecteer de taal voor de cd-rom en het installatieprogramma, lees de
gebruiksrechtovereenkomst van Nokia en accepteer deze. Als u de gebruiksrechtovereenkomst niet accepteert, kunt u de cd-rom niet gebruiken.
3 Het hoofdscherm van de cd-rom wordt weergegeven. Klik op Installeren om de
installatie te starten.
4 Het beginscherm van de installatiewizard wordt geopend. Klik op Volgende
om door te gaan.
5 Lees de gebruiksrechtovereenkomst van Nokia en accepteer deze. Als u de
gebruiksrechtovereenkomst niet accepteert, kunt u de software niet gebruiken en wordt de installatieprocedure stopgezet. Klik op Ik ga akkoord als u de gebruiksrechtovereenkomst accepteert.
6 Selecteer de map waarin u de software wilt installeren. De standaardmap is
C:\Program Files\Nokia\Nokia D211. Als u de software op een ander station of in een andere map wilt installeren, klikt u op Bladeren. Wanneer u de juiste map voor de installatie hebt gekozen, klikt u op Volgende.
Opmerking: U kunt de software voor de Nokia D211 niet installeren op een netwerkstation.
7 Selecteer het gewenste soort installatie. De optie Beheerder is uitsluitend
bestemd voor systeembeheerders. Met Aangepast kunt u zelf de afzonderlijke softwareonderdelen kiezen die u wilt installeren. Deze optie wordt aanbevolen voor ervaren gebruikers. Bij Normaal worden de meest gebruikt softwareonderdelen geïnstalleerd. Deze optie wordt voor de meeste gebruikers aanbevolen. Wanneer u het gewenste installatietype hebt gekozen, klikt u op Volgende.
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
15
Installatie
8 Controleer de instellingen voor de installatie. Klik op Volgende als u de
instellingen accepteert. Klik op Terug als u de instellingen wilt wijzigen. Breng de wijzigingen aan en klik vervolgens op Volgende. Het installatieprogramma begint met het kopiëren van de bestanden.
9 Wanneer u het verzoek krijgt om de radiokaart in de computer te plaatsen,
steekt u deze in de pc-kaartsleuf van de computer (zie Figuur 4). De radiokaart gaat niet helemaal in de pc-kaartsleuf en er blijft een ruimte over tussen het uitstekende gedeelte en de computer. Gebruik geen overmatige kracht wanneer u de kaart in de sleuf steekt.
Figuur 4 - De radiokaart plaatsen
In Windows 2000 verschijnt het bericht dat er geen digitale handtekening is gevonden. Klik in elk dialoogvenster op Jaom door te gaan met de installatie.
In Windows XP worden de wizards Nieuwe hardware gevonden geopend. In elk van deze wizards selecteert u achtereenvolgens de opties De software automatisch installeren en Toch doorgaan om door te gaan met de installatie.
10 De pagina Voltooiing geeft aan wanneer de software is geïnstalleerd. Verwijder
de cd-rom uit het cd-rom-station en klik op Voltooien. Mogelijk moet u de computer opnieuw opstarten.
11 Er verschijnt een dialoogvenster met de vraag of u nu een netwerkprofiel wilt
maken. U kunt op ieder gewenst moment zelf netwerkprofielen maken en bewerken. Als u geen profiel wilt maken, klikt u op Nee en wordt de installatieprocedure voltooid. Als u een profiel wilt maken, klikt u op Ja om het beginscherm van de profielwizard te openen. Zie “Nieuwe profielen maken” op pagina 27 voor meer informatie.
Opmerking: Als u de smartcard-lezer van de Nokia D211 wilt gebruiken in combinatie met andere toepassingen, moet u op uw computer een apart stuurprogramma voor smartcards installeren dat compatibel is met PC/SC (Personal Computer Smart Card). Installeer het smartcard-stuurprogramma alleen als u andere toepassingen of speciale typen smartcards wilt gebruiken in combinatie met de smartcard-lezer van de Nokia D211. Als u het stuurprogramma wilt installeren, selecteert u Aangepast als installatietype (zie stap 7 hierboven) en selecteert u het onderdeel PC/SC smartcard-
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
16
stuurprogramma. In Windows 98 en ME moet u Microsoft Smart Card Base Components 1.0 of hoger installeren.

De installatie wijzigen

U kunt de installatie van de Nokia D211 wijzigen door bijvoorbeeld onderdelen toe te voegen of te verwijderen.
1 Sluit alle Windows-programma's af. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station
van de computer. Als de cd-rom niet automatisch wordt gestart, gaat u naar het cd-rom-station
(bijvoorbeeld station D) en dubbelklikt u op Start.exe.
2 Selecteer de taal voor de cd-rom en het installatieprogramma, lees de
gebruiksrechtovereenkomst van Nokia en accepteer deze. Als u de gebruiksrechtovereenkomst niet accepteert, kunt u de cd-rom niet gebruiken.
3 Het hoofdscherm van de cd-rom wordt weergegeven. Klik op Installeren om de
installatie te starten.
4 Als het beginscherm van het onderhoudsprogramma verschijnt, kiest u een van
de volgende opties: Wijzigen – U kunt nieuwe onderdelen installeren of bestaande onderdelen
verwijderen.
Installatie
Update – U kunt de geïnstalleerde onderdelen en netwerkprofielen bijwerken.
Installatie verwijderen – U kunt de programmabestanden en
stuurprogramma’s van de Nokia D211 van de computer verwijderen.
Wanneer u de gewenste optie hebt gekozen, klikt u op Volgende.
5 De geselecteerde wizard wordt geopend. Breng de wijzigingen aan en klik op
Volgende om door te gaan.
6 Controleer de instellingen. Als u de instellingen accepteert, klikt u op
Volgende. Als u de instellingen wilt wijzigen, klikt u op Terug, brengt u de wijzigingen aan en klikt u op Volgende.
7 De wijzigingen worden aangebracht. De pagina Voltooiing geeft aan wanneer
de wijziging is voltooid. Klik op Voltooien.

De Nokia D211-software verwijderen

Voorzichtig: Voordat u de software van de D211 verwijdert, moet u de
radiokaart stoppen en verwijderen uit de pc-kaartsleuf van de computer. Zie “De radiokaart verwijderen” op pagina 23 voor meer informatie.
Sluit alle dialoogvensters in de gebruikersinterface af voordat u de Nokia D211­software verwijdert.
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
17
Installatie
De Nokia D211-software verwijderen: 1 Selecteer in het menu Start de optie Instellingen en klik vervolgens op
Configuratiescherm. Klik op Software.
2 Kies Nokia D211 in de lijst met programma's en klik op Toevoegen/
verwijderen.
3 Het venster Welkom van de installatiewizard wordt geopend. Als u niet wilt dat
profielen en instellingen die zijn geconfigureerd op de pagina Instellingen worden verwijderd, schakelt u het selectievakje Alle profielen en overige instellingen behouden in. Als u alle gegevens wilt bewaren die te maken hebben met de SMS-toepassing, zoals tekst- en afbeeldingberichten die u hebt verzonden of ontvangen, schakelt u het selectievakje Alle gegevens uit de SMS-toepassing behouden in.
Klik op Volgende om door te gaan.
4 Controleer de instellingen voor het verwijderen van de installatie. Als u de
instellingen accepteert, klikt u op Volgende. Als u de instellingen wilt wijzigen, klikt u op Terug, brengt u de wijzigingen aan en klikt u op Volgende.
5 Het verwijderen van de software wordt gestart. De pagina Voltooiing geeft aan
wanneer het verwijderen is voltooid. Klik op Voltooien.
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
18

Aan de slag

Met de Nokia D211 kunt u de volgende dingen doen:
een GPRS-verbinding (General Packet Radio Service) tot stand brengen waarbij
informatie in korte gegevensstootjes via het mobiele netwerk wordt verzonden. Het voordeel van het in pakketjes verzenden van gegevens is dat het netwerk alleen wordt bezet als er gegevens worden verzonden of ontvangen. GPRS is ideaal voor toepassingen die gegevens in korte stootjes verzenden, zoals webbrowsers. De gegevenssnelheid is maximaal 40,2 kbit/s. U moet een abonnement hebben op de GPRS-service.
een verbinding tot stand brengen met een GSM-netwerk waarmee u tekst en
afbeeldingberichten kunt verzenden en ontvangen. U kunt ook verbinding maken met het Internet of uw e-mail door een dataoproep te plaatsen, waarmee gegevenssnelheden van maximaal 14,4 kbit/s mogelijk zijn. U kunt dataoproepen plaatsen met hoge GSM-snelheden als het netwerk HSCSD (High Speed Circuit Switched Data) ondersteunt en u een abonnement hebt op GSM-services voor hogesnelheidsgegevens. HSCSD is vooral geschikt voor actieve bestandsoverdracht, waarbij gegevenssnelheden van maximaal 43,2 kbit/s mogelijk zijn.
een verbinding tot stand brengen met een draadloos LAN (WLAN) en gegevens
verzenden en ontvangen zoals via een gewoon bekabeld LAN. De gegevenssnelheid in een WLAN is maximaal 11 Mbit/s.
Aan de slag

Verbinding maken met een netwerk

Als u verbinding wilt maken met een netwerk, hebt u een netwerkprofiel nodig. Tijdens de installatie van de software wordt automatisch het profiel Eenvoudige aansluiting met voorgedefinieerde instellingen gemaakt. Met dit profiel hebt u toegang tot het netwerk zonder dat u instellingen hoeft te configureren.
Zie “Nieuwe profielen maken” op pagina 27 voor meer informatie als u zelf een profiel wilt maken.
U hebt een SIM-kaart nodig om een verbinding van het type GSM of GPRS tot stand te brengen.
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
19
Aan de slag
Verbinding maken met een netwerk: 1 Schuif de SIM-kaart in de smartcard-sleuf van de
Nokia D211. Controleer of de metalen contactpunten van de SIM-kaart omlaag wijzen en of de afgeschuinde hoek rechts ligt. De radiokaart ondersteunt geen 5-volts SIM-kaarten.
2 Steek de radiokaart stevig in de pc-sleuf van
de computer.
De radiokaart gaat niet helemaal in de pc-kaartsleuf en er blijft een ruimte over tussen het uitstekende gedeelte en de computer. Gebruik geen overmatige kracht wanneer u de kaart in de sleuf steekt.
3 Schakel de computer in. 4 Als u een SIM-kaart gebruikt, geeft u de PIN-code op en klikt u op OK. U kunt
de PIN-code invoeren voordat u zich bij een netwerk aanmeldt.
5 Tijdens het aanmelden wordt linksboven op het scherm een dialoogvenster
geopend. U kunt dan het profiel en het verbindingstype selecteren door te klikken op Selecteren.
6 Het dialoogvenster Verbinding selecteren wordt geopend. Zie Figuur 5. Open
het profiel vanuit de profiellijst en selecteer het gewenste verbindingstype..
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
Figuur 5 - Dialoogvenster Verbinding selecteren
WLAN – U maakt verbinding met een draadloos LAN van waaruit u gegevens
kunt verzenden en ontvangen.
20
Aan de slag
GSM – U kunt dataoproepen plaatsen en gebruik maken van GSM-services voor hogesnelheidsgegevens als uw netwerk HSCSD ondersteunt en u geabonneerd bent op de dienst.
GPRS – U kunt een GPRS-verbinding maken en pakketgegevens verzenden. U moet geabonneerd zijn op de GPRS-dienst.
UIT – De verbinding van de radiokaart met het netwerk wordt verbroken en alle radio’s worden uitgeschakeld.
7 Klik op OK om verbinding te maken met een netwerk.
Tip: U kunt het dialoogvenster Verbinding selecteren ook openen door met
de rechtermuisknop op het Nokia D211-pictogram op de taakbalk te klikken of door de pagina Profielen van het Beheer venster te openen en te klikken op Selecteren. Zie pagina 34 voor meer informatie als het pictogram niet op de taakbalk staat.
Tip: U kunt netwerkverbindingen ook beheren met het Nokia D211­pictogram op de taakbalk. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram en klik op Verbinding maken om verbinding te maken met SIM-services. Als u een dataoproep wilt plaatsen, klikt u op Kiezen en als u pakketgegevens wilt verzenden, klikt u op Activeren. Zie “Verbindingsstatusindicatoren” hieronder voor meer informatie. Zie pagina 34 voor meer informatie als het pictogram niet op de taakbalk staat.
Waarschuwing: Gebruik de radiokaart niet wanneer het gebruik van draadloze apparatuur verboden is of wanneer dit storingen of gevaar zou kunnen opleveren. De radiokaart kan dezelfde soort storing veroorzaken als andere mobiele apparatuur (bijv. mobiele telefoons) en mag niet worden gebruikt in gebieden waar dit niet is toegestaan.

Verbindingsstatusindicatoren

Met pictogrammen op de taakbalk en op de pagina Profielen wordt de status van de netwerkverbinding weergegeven.
Gereed voor dataoproep – U hebt verbinding met een netwerk van het type GSM en kunt tekstberichten verzenden en ontvangen. Als u met GSM­services voor hogesnelheidsgegevens gebruik wilt maken van Internet of uw e-mail, moet u een dataoproep plaatsen. Klik op Kiezen als u een dataoproep wilt plaatsen.
U kunt alleen GSM-services voor hogesnelheidsgegevens gebruiken als uw netwerk HSCSD ondersteunt en als u op deze service bent geabonneerd. Neem contact op met uw serviceprovider of uw netwerkexploitant voor meer informatie.
Dataoproep naar [telefoonnummer] – GSM-dataoproep is actief. Als u de oproep wilt beëindigen, klikt u op Gesprek beëindigen.
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
21
Aan de slag
Gereed om GPRS te activeren – U hebt verbinding met een GSM-netwerk dat het verzenden van pakketgegevens ondersteunt (GPRS). U kunt tekstberichten verzenden en ontvangen. Als u GPRS wilt gebruiken voor toegang tot Internet of uw e-mail, moet u een GPRS-verbinding maken. Klik op Activeren om een GPRS-verbinding te maken.
U moet geabonneerd zijn op de GPRS-dienst. Neem contact op met uw serviceprovider of uw netwerkexploitant voor informatie over de beschikbaarheid van en abonnementen op pakketdataservices.
GPRS actief – GPRS-verbinding is nu actief. Als u de verbinding wilt verbreken, klikt u op Uitschakelen.
Gekoppeld aan (naam toegangspunt) – U hebt verbinding met een WLAN­toegangspunt.
Als u verbinding wilt maken met de SIM-services, klikt u op Verbinding maken. De knop Verbinding maken wordt alleen geactiveerd wanneer het draadloze station een service in het netwerk heeft aangetroffen. Verder blijft de knop inactief
Verbonden met SIM-services – U hebt verbinding met SIM-services. Als u de verbinding wilt verbreken, klikt u op Verbinding verbreken.
Voordat u de SIM-services kunt gebruiken, moet u zich eerst op de services abonneren bij de netwerkexploitant of serviceprovider en gebruiksinstructies ophalen.
Ad hoc netwerk – U hebt zelf een ad hoc netwerk gemaakt of met een ad hoc netwerk verbinding gemaakt.
Geen netwerk – U hebt Uit geselecteerd als verbindingstype en hebt geen verbinding met een netwerk.

Een ad hoc netwerk instellen en u hierbij aanmelden

In een ad hoc netwerk kunnen draadloze stations rechtstreeks met elkaar communiceren zonder WLAN-toegangspunten. De stations kunnen dan bijvoorbeeld mappen delen. Eén gebruiker maakt het ad hoc netwerk en andere gebruikers melden zich aan bij het netwerk.
Zie “Draadloos LAN (WLAN)” op pagina 11 voor meer informatie over ad hoc netwerken.
Zo meldt u zich aan bij een ad hoc netwerk: 1 Selecteer op de pagina Profielen het tabblad Algemeen en klik op Selecteren. 2 Het dialoogvenster Verbinding selecteren wordt geopend. Open het profiel
Eenvoudige aansluiting en selecteer het verbindingstype WLAN (ad hoc). Klik op OK.
3 Als u een ad hoc netwerk wilt starten, typt u de netwerknaam. Als u een
bepaald netwerk wilt gebruiken, selecteert u de netwerknaam in het lijstvak. Klik op OK.
© Nokia Corporation 2004. Alle rechten voorbehouden.
22
Loading...
+ 49 hidden pages