CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA MOBILE PHONES Ltd verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product DTE-1 conform is aan de bepalingen van
de volgende Richtlijn van de Raad:1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende
website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/
voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
Nokia en Nokia Connecting People zijn gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten
en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande
kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele,
onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht,
wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij
uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de
verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder
voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde
Nokia leverancier.
Vergeet niet om een back-up te maken van alle belangrijke gegevens.
3
Aansluiting op andere apparaten
Wanneer u de radiokaart op een ander apparaat aansluit, moet u de
gebruikershandleiding van dat apparaat lezen voor gedetailleerde
veiligheidsinstructies. Sluit geen ongeschikte producten aan.
Netwerkdiensten
De radiokaart zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd voor gebruik
op de EGSM 900- en GSM 1800-netwerken.
De beschikbaarheid van dualband is afhankelijk van het netwerk. Vraag uw
netwerkexploitant of u zich op deze dienst kunt abonneren.
Sommige functies die in deze handleiding worden beschreven zijn
netwerkdiensten. Dit zijn speciale diensten waarop u zich via uw
netwerkexploitant kunt abonneren. U kunt pas gebruik maken van deze diensten
nadat u zich via de exploitant van uw thuisnet op de gewenste dienst(en) hebt
geabonneerd en u de gebruiksinstructies hebt ontvangen.
Opmerking: Het is mogelijk dat sommige GSM-netwerken geen
ondersteuning bieden voor bepaalde taalafhankelijke tekens en/of diensten.
De Nokia D211 is een multimodus-radiokaart waarin GPRS (General Packet Radio
Service), HSCSD (High Speed Circuit Switched Data) en WLAN (Wireless Local Area
Network) worden gecombineerd.
Met de Nokia D211 kunt u e-mails, tekstberichten, gegevens en faxbestanden
verzenden en ontvangen en kunt u toegang krijgen tot het Internet. U kunt met de
Nokia D211 geen telefoongesprekken voeren of ontvangen.
De Nokia D211 werkt op de GSM 900/188-netwerken en op met IEEE 802.11b
compatibele WLAN’s. Het toestel kan worden aangesloten op draagbare
computers of op andere apparaten met een type II of III pc-kaartsleuf. De Nokia
D211 wordt geleverd met een geïntegreerde smartcard-lezer: WEP-sleutels
(Wired Equivalent Privacy) en persoonlijke netwerkprofielen voor een
gemakkelijke verplaatsing tussen netwerken kunnen worden opgeslagen op een
SIM-kaart.
De volgende besturingssystemen worden ondersteund: Windows 98 Second
Edition, Windows ME, Windows 2000 en Windows XP. Raadpleeg voor overige
ondersteunde besturingssystemen en software-updates de Nokia website op
www.club.nokia.com.
Belangrijk!
Waarschuwing: Gebruik de radiokaart niet wanneer het gebruik van
draadloze apparatuur verboden is of wanneer dit storing of gevaar zou
kunnen opleveren. De radiokaart kan dezelfde soort storing veroorzaken als
andere mobiele apparatuur (bijv. mobiele telefoons) en mag niet worden
gebruikt in gebieden waar dit niet is toegestaan.
Waarschuwing: Wanneer u uw computer verplaatst, dient u ervoor te
zorgen dat u geen schade toebrengt aan het uitstekende gedeelte van de
aangebrachte radiokaart.
Waarschuwing: Het gebruik van de Nokia D211 kan in sommige landen of
gebieden onwettig zijn. Neem contact op met de plaatselijke autoriteiten
over de bepalingen voor het gebruik van de Nokia D211.
Opmerking: Verzonden gegevens worden niet standaard versleuteld door de
radiokaart.
Waarschuwing: Gebruik alleen accessoires die door de fabrikant van de
radiokaart zijn goedgekeurd voor gebruik met dit specifieke model
radiokaart. Het gebruik van alle andere typen kan de goedkeuring en garantie
doen vervallen en kan bovendien gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbare goedgekeurde accessoires.
De Nokia D211 biedt dezelfde functionaliteit als een draadloos modem. Om
verbinding te kunnen maken met een externe computer, om bestanden, e-mail en
faxen te kunnen verzenden en ontvangen en om gebruik te kunnen maken van het
Internet, moet u rekening houden met de volgende punten:
• Er moet geschikte software voor gegevens- en faxcommunicatie geïnstalleerd
zijn op uw computer. U kunt de Nokia D211 gebruiken met een groot aantal
commercieel verkrijgbare toepassingen voor gegevens- en faxcommunicatie
voor Windows 98 Second Edition, Windows ME, Windows 2000 en Windows
XP, zoals Dial-Up Networking en HyperTerminal.
• De toepassingen voor gegevens- en faxcommunicatie moeten op de juiste
manier zijn geconfigureerd voor gebruik met de Nokia D211. Raadpleeg
hiervoor de instructies in de handleidingen van deze toepassingen en van uw
computer. Let erop dat u voor elke toepassing de Nokia D211 selecteert als
modem.
• De functies voor gegevensoverdracht en fax zijn afhankelijk van de gekozen
toepassingen en niet alleen van de computer of de Nokia D211. Raadpleeg de
handleiding van de betreffende toepassing voor informatie over het gebruik
van die toepassing.
• U moet geabonneerd zijn op de betreffende gegevens- en faxservices van uw
serviceprovider of netwerkexploitant. Neem contact op met de serviceprovider
voor informatie over de beschikbaarheid van en andere gegevens over de
services voor uw eigen netwerk. Voor toegang tot het Internet moet u zijn
geabonneerd op de gegevensservice en een Internet-toegangspunt hebben
gekregen van de serviceprovider.
Inleiding
De Nokia D211 kan ook worden bediend met AT-opdrachten. Raadpleeg voor meer
informatie de Developer Manual voor Nokia D211, op www.forum.nokia.com.
Over gegevensoverdracht
De Nokia D211 maakt gebruik van de mogelijkheden voor gegevensoverdracht van
netwerken van het type WLAN en GSM om bijvoorbeeld gegevens te verzenden en
ontvangen, te surfen op het Internet, SMS-berichten en e-mail te verzenden en
een verbinding met andere computers te onderhouden.
Vanaf de meeste locaties waar de radiokaart werkt, kan een verbinding voor
gegevensoverdracht tot stand worden gebracht. Aangeraden wordt echter dat u
de radiokaart verplaatst naar een locatie waar een zo sterk mogelijk
netwerksignaal kan worden verkregen. Wanneer het signaal sterk is, is de
gegevensoverdracht efficiënter.
De volgende factoren kunnen draadloze verbindingen negatief beïnvloeden:
Ruis – Elektronische apparatuur kan radiostoringen veroorzaken. Ook in gebieden
waar veel radiokaarten worden gebruikt, kan de kwaliteit van de draadloze
verbinding door andere radiokaarten teruglopen.
Roaming (bewegen) – Bij het verplaatsen van de radiokaart tussen verschillende
WLAN-toegangspunten of GSM-netwerkcellen zal de signaalsterkte van het
kanaal afnemen. Als gevolg daarvan kan de gebruiker naar een ander
ontvangstgebied en een andere frequentie worden overgedragen, waar het
signaal sterker is. Door variaties in de belasting van het netwerk kan roaming
(bewegen) ook optreden wanneer een gebruiker op dezelfde plaats blijft. Bij dit
soort roaming kunnen kleine vertragingen in de overdracht ontstaan.
Elektrostatische ontlading – Ontlading van statische elektriciteit van een vinger
of een geleider kan leiden tot storingen in elektrische apparaten. De ontlading kan
leiden tot instabiele werking van de software. Netwerkverbindingen kunnen
onbetrouwbaar worden, gegevens kunnen beschadigd raken en de overdracht kan
worden beëindigd. In die gevallen moet u de bestaande verbinding (indien
aanwezig) verbreken, de radiokaart stoppen en deze uit de pc-sleuf verwijderen.
Plaats de radiokaart vervolgens terug in de pc-kaartsleuf en probeer het opnieuw.
Dode punten en signaaluitval – Dode punten zijn plaatsen waar geen
radiosignalen kunnen worden ontvangen. Signaaluitval treedt op wanneer de
gebruiker van een radiokaart een gebied betreedt waar het radiosignaal wordt
geblokkeerd of gereduceerd door geografische of structurele belemmeringen.
Signaalverzwakking – Afstand en obstakels kunnen leiden tot verkeerde
signalen. Er kunnen ook gereflecteerde signalen ontstaan. In beide gevallen neemt
de signaalsterkte af.
Lage signaalsterkte – Door afstand of obstakels kan de sterkte van het
radiosignaal van een WLAN-toegangspunt of GSM-celpunt niet sterk of stabiel
genoeg zijn om een betrouwbare verbinding voor communicatie tot stand te
brengen. Neem daarom de volgende regels in acht, zodat u verzekerd bent van een
zo goed mogelijke communicatie:
• Een dataverbinding werkt het beste als de radiokaart niet wordt bewogen.
Draadloze gegevenscommunicatie vanuit een bewegend voertuig wordt niet
aanbevolen. Faxoverdracht wordt gemakkelijker negatief beïnvloed dan
overdracht van gegevens of SMS-berichten.
• Plaats de radiokaart niet op een metalen oppervlak.
General Packet Radio Service (GPRS)
GPRS is een pakketgegevenstechnologie waarbij informatie in korte
gegevensstootjes via het mobiele netwerk wordt verzonden. Het voordeel van het
in pakketjes verzenden van gegevens is dat het netwerk alleen wordt bezet als er
gegevens worden verzonden of ontvangen. GPRS is een gegevensdrager waarmee
draadloos toegang tot gegevensnetwerken zoals het Internet mogelijk is.
Toepassingen die gebruik maken van GPRS zijn SMS en inbellen via GPRS
(bijvoorbeeld het Internet en e-mail).
Voordat u GPRS-technologie kunt gebruiken, moet u:
• Geabonneerd zijn op de GPRS-service.
Neem contact op met de serviceprovider of netwerkexploitant voor informatie
over de beschikbaarheid van en abonnementen op de GPRS-service.
• De GPRS-instellingen opslaan voor de toepassingen die over GPRS worden
gebruikt.
Zie “Berichten” op pagina 37 voor het configureren van de instellingen voor
tekstberichten.
Zie ook “Nieuwe profielen maken” op pagina 27 en “Gegevens- en
faxcommunicatie” op pagina 8.
Raadpleeg het document Gegevensbeveiliging op de Nokia D211-cd-rom voor
meer informatie over beveiligingskwesties.
Kosten van GPRS en toepassingen
Inleiding
Er zijn kosten verbonden aan de actieve GPRS-verbinding en aan de toepassingen
die over GPRS worden gebruikt, zoals het verzenden en ontvangen van gegevens
en tekstberichten. Neem contact op met uw serviceprovider of netwerkexploitant
voor meer informatie over de kosten.
High Speed Circuit Switched Data (HSCSD)
Met de Nokia D211 kunt u GSM-services voor hogesnelheidsgegevens (HSCSD)
gebruiken. De standaard-GSM-gegevensoverdrachtsnelheid is 9,6 kbit/s, maar
met de HSCSD-technologie is een snellere gegevensoverdracht mogelijk,
waardoor bijvoorbeeld grote bestanden sneller en gemakkelijker kunnen worden
gedownload.
Voor HSCSD wordt tegelijkertijd gebruik gemaakt van meerdere tijdvakken. De
overdrachtsnelheid per tijdvak is, afhankelijk van het netwerk, 9,6 of 14,4 kbit/s.
Bij het verzenden en ontvangen van e-mail kan de gegevensoverdrachtsnelheid
worden verdubbeld tot 28,8 kbit/s en voor Internet-verbindingen is een
downloadsnelheid van 43,2 kbit/s mogelijk als dat wordt ondersteund door de
apparatuur van de netwerkexploitant en de Internet-serviceprovider.
U kunt alleen GSM-services voor hogesnelheidsgegevens gebruiken als uw
netwerk HSCSD ondersteunt en als u op deze service bent geabonneerd. Neem
contact op met uw serviceprovider of uw netwerkexploitant voor meer informatie.
Zie ook “Gegevens- en faxcommunicatie” op pagina 8.
Raadpleeg het document Gegevensbeveiliging op de Nokia D211-cd-rom voor
meer informatie over beveiligingskwesties.
De radiokaart die in dit document wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik
in een draadloos LAN (WLAN).
Waarschuwing: Deze apparatuur werkt bij 2,4 - 2,4835 GHz. In Frankrijk is
gebruik van dit apparaat alleen toegestaan in de frequentieband van
2,445 - 2,4835 GHz (kanaal 10, 11, 12 en 13).
De Nokia D211 ondersteunt de volgende WLAN-functies:
• IEEE 802.11b-standaard
• Transmissiesnelheden van 1, 2, 5,5 en 11 Mbit/s.
• Werkt bij een frequentie van 2,4 GHz en gebruikt Direct Sequence Spread
Spectrum (DSSS) radiotechnologie.
• WEP-gegevenscodering (Wired Equivalent Privacy) met sleutels tot 152 bits.
Met de Nokia D211 kunt u draadloze verbindingen tot stand brengen tussen
laptopcomputers die compatibel zijn met deze technologie, handheld computers,
pc's en overige apparatuur met een type II of III pc-kaartsleuf, en een draadloos
Local Area Network. Dit gebeurt via een WLAN-toegangspunt. In plaats van kabels
worden hier radiogolven gebruikt voor het verzenden en ontvangen van gegevens
via de ether.
Inleiding
Als u de computer naar een andere locatie in het WLAN verplaatst en buiten bereik
van het WLAN-toegangspunt, wordt uw computer door middel van de roamingfunctionaliteit automatisch met een ander toegangspunt in hetzelfde netwerk in
verbinding gebracht. Zolang u binnen bereik van toegangspunten in hetzelfde
netwerk blijft, kan uw computer een verbinding met het netwerk houden.
Met de Nokia D211 kunnen verschillende typen communicatie in een WLAN
worden gebruikt. Er zijn twee besturingsmodi waaruit kan worden gekozen:
infrastructuur en ad hoc.
Infrastructuur
Bij de infrastructuurbesturingsmodus worden twee typen communicatie
onderscheiden:
• Draadloze stations communiceren onderling via een WLAN-toegangspunt.
• Draadloze stations communiceren via een WLAN-toegangspunt met een
bekabeld LAN-station.
WLAN-toegangspunt
Figuur 1 - Infrastructuurnetwerk
Het voordeel van de infrastructuurmodus is dat u meer controle hebt over de
netwerkverbindingen aangezien deze door een toegangspunt komen. Een
draadloos station heeft toegang tot de services die beschikbaar zijn in een gewoon
bekabeld LAN: bijvoorbeeld de database van een bedrijf, e-mail, het Internet en
overige netwerkbronnen.
Ad hoc
In de ad hoc modus worden gegevens rechtstreeks verzonden tussen draadloze
stations, waardoor een toegangspunt niet nodig is. U hoeft alleen de radiokaarten
in de stations te plaatsen, de nodige configuraties in te stellen en de
communicatie te starten. Ad hoc netwerken zijn eenvoudig op te zetten, maar de
communicatie blijft beperkt tot stations die binnen het bereik vallen. Zolang de
stations zich binnen bereik bevinden, kunt u bijvoorbeeld bestanden delen en
uitwisselen.
Figuur 2 - Ad hoc netwerk
Zie “Een ad hoc netwerk instellen en u hierbij aanmelden” op pagina 22 voor
informatie over het opzetten van een ad hoc netwerk.
SIM-services zijn services voor Internet-toegang via het eigen openbare netwerk
van de serviceprovider of netwerkexploitant. De serviceprovider kan u
bijvoorbeeld de mogelijkheid bieden om gegevens van het bedrijfsintranet te
controleren, e-mail te verzenden en ontvangen, en documenten op te slaan. SIMservices zijn meestal beschikbaar in openbare gelegenheden zoals hotels,
luchthavens, spoorwegstations, businesscentra en bedrijfsgebouwen.
Opmerking: Voordat u de SIM-services kunt gebruiken, moet u zich eerst op
de services abonneren bij de netwerkexploitant of serviceprovider en
gebruiksinstructies ophalen.
Een SIM-kaart wordt gebruikt als middel voor identificatie van de gebruiker: de
gegevens op de SIM-kaart worden gelezen en als de gegevens geldig zijn, mag u
verbinding maken met het Internet en intranets. De SIM-kaart wordt geleverd
door de serviceprovider of netwerkexploitant.
Administratieve gegevens, zoals de gebruikte toegangstijd en/of verzonden
gegevens, worden door het netwerk doorgegeven aan de serviceprovider voor
facturering Het bijhouden van gegevens wordt gestart zodra het draadloze station
is geverifieerd en stopt als het draadloze station zich afmeldt.
Beveiliging in WLAN
Beveiligingskwesties dienen altijd zorgvuldig in overweging te worden genomen
voor een veilige verzending van gegevens binnen zowel bekabelde als draadloze
LAN's. Binnen de huidige draadloze systemen dient de authenticiteit van
draadloze stations bijvoorbeeld te worden gecontroleerd door WLANtoegangspunten om ongeoorloofde toegang tot het netwerk te voorkomen.
Authenticatie is een service waarbij identiteit wordt bevestigd, bijvoorbeeld van
een gebruiker of een computer, of waarbij de oorsprong van een verzonden bericht
wordt bevestigd.
De Nokia D211 ondersteunt het WEP-protocol (Wired Equivalent Privacy), dat een
basisbeveiliging biedt voor WLAN's. Het WEP-protocol gebruikt de algoritme RC4
met een geheime sleutel van maximaal 152 bits, die gegevens codeert voordat
deze via radiogolven worden verzonden. Wanneer de draadloze stations binnen
een WLAN via WEP willen communiceren, dienen ze te beschikken over dezelfde
WEP-sleutel.
De Nokia D211 is ook compatibel met de belangrijkste VPN-clients (Virtual Private
Network) over GPRS en WLAN. VPN wordt aanbevolen voor een veiligere toegang
tot netwerken.
Opmerking: De gespreksduur die door de netwerkexploitant in rekening
wordt gebracht voor diensten kan variëren afhankelijk van de
netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
De Nokia D211 wordt geleverd met een geïntegreerde smartcard-lezer. SIMkaarten en smartcard-lezers zijn een hulpmiddel voor het beheer van veilige
gebruikersauthenticatie binnen een WLAN. Ook kunnen gebruikers probleemloos
een authenticatiemiddel meenemen in de vorm van SIM-kaarten. Op een SIMkaart kunnen belangrijke gegevens worden opgeslagen, zoals WEP-sleutels en
netwerkprofielen.
De smartcard-lezer leest de gegevens die op de computerchip staan en zendt die
ter verwerking naar het netwerk. De SIM-kaart wordt beveiligd via een PIN-code.
U krijgt pas toegang tot de inhoud van de SIM-kaart als u de juiste PIN-code hebt
ingevoerd.
Voorzichtig: Houd alle kleine SIM-kaarten buiten het bereik van kleine
kinderen.
Raadpleeg het document Gegevensbeveiliging op de cd-rom van het product voor
meer informatie over beveiligingskwesties.
De Nokia D211 heeft ingebouwde antennes in een extensiedoos. In dit document
wordt met antenne de extensiedoos samen met de antennes in die doos bedoeld.
Figuur 3 - Extensiedoos van de Nokia D211
Als u verbinding maakt met een WLAN, moet u controleren of de antenne wijst in
de richting van het WLAN-toegangspunt en in een open gebied is geplaatst. Bedek
de antenne niet.
Gebruik alleen de meegeleverde antenne. Niet-goedgekeurde antennes,
aanpassingen of extra hulpmiddelen kunnen de radiokaart beschadigen en
kunnen in strijd zijn met bepalingen omtrent radioapparatuur.
De installatieprocedure varieert enigszins, afhankelijk van het Windowsbesturingssysteem dat u gebruikt. Als de installatie verschilt van de volgende
procedure, volgt u de instructies op het scherm.
Voor de Nokia D211-software is 20 MB vrije schijfruimte nodig.
Installatie van de Nokia D211-software
Opmerking: Plaats de radiokaart pas in de computer als het
installatieprogramma hierom vraagt.
1 Sluit alle Windows-programma's af. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station
van de computer.
Als de cd-rom niet automatisch wordt gestart, gaat u naar het cd-rom-station
(bijvoorbeeld station D) en dubbelklikt u op Start.exe.
Installatie
2 Selecteer de taal voor de cd-rom en het installatieprogramma, lees de
gebruiksrechtovereenkomst van Nokia en accepteer deze. Als u de
gebruiksrechtovereenkomst niet accepteert, kunt u de cd-rom niet gebruiken.
3 Het hoofdscherm van de cd-rom wordt weergegeven. Klik op Installeren om de
installatie te starten.
4 Het beginscherm van de installatiewizard wordt geopend. Klik op Volgende
om door te gaan.
5 Lees de gebruiksrechtovereenkomst van Nokia en accepteer deze. Als u de
gebruiksrechtovereenkomst niet accepteert, kunt u de software niet gebruiken
en wordt de installatieprocedure stopgezet. Klik op Ik ga akkoord als u de
gebruiksrechtovereenkomst accepteert.
6 Selecteer de map waarin u de software wilt installeren. De standaardmap is
C:\Program Files\Nokia\Nokia D211. Als u de software op een ander station of
in een andere map wilt installeren, klikt u op Bladeren. Wanneer u de juiste
map voor de installatie hebt gekozen, klikt u op Volgende.
Opmerking: U kunt de software voor de Nokia D211 niet installeren op
een netwerkstation.
7 Selecteer het gewenste soort installatie. De optie Beheerder is uitsluitend
bestemd voor systeembeheerders. Met Aangepast kunt u zelf de afzonderlijke
softwareonderdelen kiezen die u wilt installeren. Deze optie wordt aanbevolen
voor ervaren gebruikers. Bij Normaal worden de meest gebruikt
softwareonderdelen geïnstalleerd. Deze optie wordt voor de meeste gebruikers
aanbevolen. Wanneer u het gewenste installatietype hebt gekozen,
klikt u op Volgende.
8 Controleer de instellingen voor de installatie. Klik op Volgende als u de
instellingen accepteert. Klik op Terug als u de instellingen wilt wijzigen. Breng
de wijzigingen aan en klik vervolgens op Volgende. Het installatieprogramma
begint met het kopiëren van de bestanden.
9 Wanneer u het verzoek krijgt om de radiokaart in de computer te plaatsen,
steekt u deze in de pc-kaartsleuf van de computer (zie Figuur 4). De radiokaart
gaat niet helemaal in de pc-kaartsleuf en er blijft een ruimte over tussen het
uitstekende gedeelte en de computer. Gebruik geen overmatige kracht
wanneer u de kaart in de sleuf steekt.
Figuur 4 - De radiokaart plaatsen
In Windows 2000 verschijnt het bericht dat er geen digitale handtekening is
gevonden. Klik in elk dialoogvenster op Jaom door te gaan met de installatie.
In Windows XP worden de wizards Nieuwe hardware gevonden geopend. In elk
van deze wizards selecteert u achtereenvolgens de opties De software automatisch installeren en Toch doorgaan om door te gaan met de
installatie.
10 De pagina Voltooiing geeft aan wanneer de software is geïnstalleerd. Verwijder
de cd-rom uit het cd-rom-station en klik op Voltooien. Mogelijk moet u de
computer opnieuw opstarten.
11 Er verschijnt een dialoogvenster met de vraag of u nu een netwerkprofiel wilt
maken. U kunt op ieder gewenst moment zelf netwerkprofielen maken en
bewerken. Als u geen profiel wilt maken, klikt u op Nee en wordt de
installatieprocedure voltooid. Als u een profiel wilt maken, klikt u op Ja om het
beginscherm van de profielwizard te openen. Zie “Nieuwe profielen maken” op
pagina 27 voor meer informatie.
Opmerking: Als u de smartcard-lezer van de Nokia D211 wilt gebruiken in
combinatie met andere toepassingen, moet u op uw computer een apart
stuurprogramma voor smartcards installeren dat compatibel is met PC/SC
(Personal Computer Smart Card). Installeer het smartcard-stuurprogramma
alleen als u andere toepassingen of speciale typen smartcards wilt gebruiken
in combinatie met de smartcard-lezer van de Nokia D211. Als u het
stuurprogramma wilt installeren, selecteert u Aangepast als installatietype
(zie stap 7 hierboven) en selecteert u het onderdeel PC/SC smartcard-
De Nokia D211-software verwijderen:
1 Selecteer in het menu Start de optie Instellingen en klik vervolgens op
Configuratiescherm. Klik op Software.
2 Kies Nokia D211 in de lijst met programma's en klik op Toevoegen/
verwijderen.
3 Het venster Welkom van de installatiewizard wordt geopend. Als u niet wilt dat
profielen en instellingen die zijn geconfigureerd op de pagina Instellingen
worden verwijderd, schakelt u het selectievakje Alle profielen en overige instellingen behouden in. Als u alle gegevens wilt bewaren die te maken
hebben met de SMS-toepassing, zoals tekst- en afbeeldingberichten die u hebt
verzonden of ontvangen, schakelt u het selectievakje Alle gegevens uit de SMS-toepassing behouden in.
Klik op Volgende om door te gaan.
4 Controleer de instellingen voor het verwijderen van de installatie. Als u de
instellingen accepteert, klikt u op Volgende. Als u de instellingen wilt wijzigen,
klikt u op Terug, brengt u de wijzigingen aan en klikt u op Volgende.
5 Het verwijderen van de software wordt gestart. De pagina Voltooiing geeft aan
wanneer het verwijderen is voltooid. Klik op Voltooien.
• een GPRS-verbinding (General Packet Radio Service) tot stand brengen waarbij
informatie in korte gegevensstootjes via het mobiele netwerk wordt
verzonden. Het voordeel van het in pakketjes verzenden van gegevens is dat
het netwerk alleen wordt bezet als er gegevens worden verzonden of
ontvangen. GPRS is ideaal voor toepassingen die gegevens in korte stootjes
verzenden, zoals webbrowsers. De gegevenssnelheid is maximaal 40,2 kbit/s. U
moet een abonnement hebben op de GPRS-service.
• een verbinding tot stand brengen met een GSM-netwerk waarmee u tekst en
afbeeldingberichten kunt verzenden en ontvangen. U kunt ook verbinding
maken met het Internet of uw e-mail door een dataoproep te plaatsen,
waarmee gegevenssnelheden van maximaal 14,4 kbit/s mogelijk zijn. U kunt
dataoproepen plaatsen met hoge GSM-snelheden als het netwerk HSCSD
(High Speed Circuit Switched Data) ondersteunt en u een abonnement hebt op
GSM-services voor hogesnelheidsgegevens. HSCSD is vooral geschikt voor
actieve bestandsoverdracht, waarbij gegevenssnelheden van maximaal 43,2
kbit/s mogelijk zijn.
• een verbinding tot stand brengen met een draadloos LAN (WLAN) en gegevens
verzenden en ontvangen zoals via een gewoon bekabeld LAN. De
gegevenssnelheid in een WLAN is maximaal 11 Mbit/s.
Aan de slag
Verbinding maken met een netwerk
Als u verbinding wilt maken met een netwerk, hebt u een netwerkprofiel nodig.
Tijdens de installatie van de software wordt automatisch het profiel Eenvoudige aansluiting met voorgedefinieerde instellingen gemaakt. Met dit profiel hebt u
toegang tot het netwerk zonder dat u instellingen hoeft te configureren.
Zie “Nieuwe profielen maken” op pagina 27 voor meer informatie als u zelf een
profiel wilt maken.
U hebt een SIM-kaart nodig om een verbinding van het type GSM of GPRS tot
stand te brengen.
Verbinding maken met een netwerk:
1 Schuif de SIM-kaart in de smartcard-sleuf van de
Nokia D211. Controleer of de metalen contactpunten
van de SIM-kaart omlaag wijzen en of de
afgeschuinde hoek rechts ligt. De radiokaart
ondersteunt geen 5-volts SIM-kaarten.
2 Steek de radiokaart stevig in de pc-sleuf van
de computer.
De radiokaart gaat niet helemaal in de pc-kaartsleuf
en er blijft een ruimte over tussen het uitstekende
gedeelte en de computer. Gebruik geen overmatige
kracht wanneer u de kaart in de sleuf steekt.
3 Schakel de computer in.
4 Als u een SIM-kaart gebruikt, geeft u de PIN-code op en klikt u op OK. U kunt
de PIN-code invoeren voordat u zich bij een netwerk aanmeldt.
5 Tijdens het aanmelden wordt linksboven op het scherm een dialoogvenster
geopend. U kunt dan het profiel en het verbindingstype selecteren door te
klikken op Selecteren.
6 Het dialoogvenster Verbinding selecteren wordt geopend. Zie Figuur 5. Open
het profiel vanuit de profiellijst en selecteer het gewenste verbindingstype..
WLAN – U maakt verbinding met een draadloos LAN van waaruit u gegevens
kunt verzenden en ontvangen.
20
Aan de slag
GSM – U kunt dataoproepen plaatsen en gebruik maken van GSM-services
voor hogesnelheidsgegevens als uw netwerk HSCSD ondersteunt en u
geabonneerd bent op de dienst.
GPRS – U kunt een GPRS-verbinding maken en pakketgegevens verzenden. U
moet geabonneerd zijn op de GPRS-dienst.
UIT – De verbinding van de radiokaart met het netwerk wordt verbroken en alle
radio’s worden uitgeschakeld.
7 Klik op OK om verbinding te maken met een netwerk.
Tip: U kunt het dialoogvenster Verbinding selecteren ook openen door met
de rechtermuisknop op het Nokia D211-pictogram op de taakbalk te klikken
of door de pagina Profielen van het Beheer venster te openen en te klikken
op Selecteren. Zie pagina 34 voor meer informatie als het pictogram niet op
de taakbalk staat.
Tip: U kunt netwerkverbindingen ook beheren met het Nokia D211pictogram op de taakbalk. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram en
klik op Verbinding maken om verbinding te maken met SIM-services. Als u
een dataoproep wilt plaatsen, klikt u op Kiezen en als u pakketgegevens wilt
verzenden, klikt u op Activeren. Zie “Verbindingsstatusindicatoren”
hieronder voor meer informatie. Zie pagina 34 voor meer informatie als het
pictogram niet op de taakbalk staat.
Waarschuwing: Gebruik de radiokaart niet wanneer het gebruik van
draadloze apparatuur verboden is of wanneer dit storingen of gevaar zou
kunnen opleveren. De radiokaart kan dezelfde soort storing veroorzaken als
andere mobiele apparatuur (bijv. mobiele telefoons) en mag niet worden
gebruikt in gebieden waar dit niet is toegestaan.
Verbindingsstatusindicatoren
Met pictogrammen op de taakbalk en op de pagina Profielen wordt de status van
de netwerkverbinding weergegeven.
Gereed voor dataoproep – U hebt verbinding met een netwerk van het type
GSM en kunt tekstberichten verzenden en ontvangen. Als u met GSMservices voor hogesnelheidsgegevens gebruik wilt maken van Internet of uw
e-mail, moet u een dataoproep plaatsen. Klik op Kiezen als u een dataoproep
wilt plaatsen.
U kunt alleen GSM-services voor hogesnelheidsgegevens gebruiken als uw
netwerk HSCSD ondersteunt en als u op deze service bent geabonneerd.
Neem contact op met uw serviceprovider of uw netwerkexploitant voor meer
informatie.
Dataoproep naar [telefoonnummer] – GSM-dataoproep is actief. Als u de
oproep wilt beëindigen, klikt u op Gesprek beëindigen.
Gereed om GPRS te activeren – U hebt verbinding met een GSM-netwerk
dat het verzenden van pakketgegevens ondersteunt (GPRS). U kunt
tekstberichten verzenden en ontvangen. Als u GPRS wilt gebruiken voor
toegang tot Internet of uw e-mail, moet u een GPRS-verbinding maken. Klik
op Activeren om een GPRS-verbinding te maken.
U moet geabonneerd zijn op de GPRS-dienst. Neem contact op met uw
serviceprovider of uw netwerkexploitant voor informatie over de
beschikbaarheid van en abonnementen op pakketdataservices.
GPRS actief – GPRS-verbinding is nu actief. Als u de verbinding wilt
verbreken, klikt u op Uitschakelen.
Gekoppeld aan (naam toegangspunt) – U hebt verbinding met een WLANtoegangspunt.
Als u verbinding wilt maken met de SIM-services, klikt u op Verbinding maken. De knop Verbinding maken wordt alleen geactiveerd wanneer het
draadloze station een service in het netwerk heeft aangetroffen. Verder blijft
de knop inactief
Verbonden met SIM-services – U hebt verbinding met SIM-services. Als u
de verbinding wilt verbreken, klikt u op Verbinding verbreken.
Voordat u de SIM-services kunt gebruiken, moet u zich eerst op de services
abonneren bij de netwerkexploitant of serviceprovider en gebruiksinstructies
ophalen.
Ad hoc netwerk – U hebt zelf een ad hoc netwerk gemaakt of met een ad hoc
netwerk verbinding gemaakt.
Geen netwerk – U hebt Uit geselecteerd als verbindingstype en hebt geen
verbinding met een netwerk.
Een ad hoc netwerk instellen en u hierbij aanmelden
In een ad hoc netwerk kunnen draadloze stations rechtstreeks met elkaar
communiceren zonder WLAN-toegangspunten. De stations kunnen dan
bijvoorbeeld mappen delen. Eén gebruiker maakt het ad hoc netwerk en andere
gebruikers melden zich aan bij het netwerk.
Zie “Draadloos LAN (WLAN)” op pagina 11 voor meer informatie over ad hoc
netwerken.
Zo meldt u zich aan bij een ad hoc netwerk:
1 Selecteer op de pagina Profielen het tabblad Algemeen en klik op Selecteren.
2 Het dialoogvenster Verbinding selecteren wordt geopend. Open het profiel
Eenvoudige aansluiting en selecteer het verbindingstype WLAN (ad hoc).
Klik op OK.
3 Als u een ad hoc netwerk wilt starten, typt u de netwerknaam. Als u een
bepaald netwerk wilt gebruiken, selecteert u de netwerknaam in het lijstvak.
Klik op OK.