Nokia carkit CK-300
Gebruikers- en
installatiehandleiding
9202247
Uitgave 1 NL
CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION verklaart hierbij dat dit HF-21W product voldoet aan de essentiële
vereisten en andere relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EG. Het product voldoet aan
de limieten zoals gedefinieerd in Richtlijn 2004/104/EG (amendement op Richtlijn 72/245/
EEG), bijlage I, paragraaf 6.5, 6.6, 6.8 en 6.9. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u
vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een
gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nokia is
verboden.
Nokia, Nokia Connecting People en Navi zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen
handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Bluetooth is a registered trademark of Bluetooth SIG, Inc.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het
recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen
in de producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor
enige bijzondere, incidentele en indirecte schade of gevolgschade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist
krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de
nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij
impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende
de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen
tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te
herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact
op met de dichtstbijzijnde Nokia-leverancier.
Exportbepalingen
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan
wet- en regelgeving betreffende export vanuit de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd
met de wetgeving is verboden.
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan
gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige handleiding voor meer informatie.
Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd de
onderdelen buiten bereik van kleine kinderen.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoon
verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen
vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw
eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan
de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik het apparaat niet in een benzinestation. Gebruik het
apparaat niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik het
apparaat niet waar explosieven worden gebruikt.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of
gerepareerd.
TOEBEHOREN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren. Sluit geen incompatibele
producten aan.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst
de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor
uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele
producten aan.
4
Snel aan de slag
Snel aan de slag
De Nokia carkit CK-300 is een goede keuze. Met deze carkit kunt u
eenvoudig handsfree bellen en muziek op uw mobiele apparaat
beluisteren via het stereosysteem van uw auto.
In dit hoofdstuk worden de basisfuncties van de carkit beschreven. Meer
informatie vindt u in de betreffende gedeelten in deze handleiding.
■ Installatie
1. Laat de carkit monteren door een bevoegd technicus of monteur en
gebruik alleen de meegeleverde, originele Nokia-onderdelen.
Zie "Installatie" op pagina 23 voor instructies.
2. Als u de carkit wilt bedienen met een gebruikersinterface die is
geoptimaliseerd voor gebruik in de auto, kunt u de toepassing
CarMenu downloaden van de productpagina op www.nokia.com of
uw lokale Nokia-website, en de toepassing op uw compatibele
mobiele apparaat installeren.
3. Sluit uw compatibele mobiele apparaat via draadloze Bluetoothtechnologie op de carkit aan. Zie "Een mobiel apparaat afstemmen
en aansluiten" op pagina 14 voor instructies.
■ Invoerapparaat
1. Knop voor voice dialing
2. Dempknop
3. Modusknop
4. Belknop
5. Knop voor beëindigen
TM
6. Navi
-wiel
5
Snel aan de slag
■ Gebruik zonder CarMenu
U kunt de carkit met of zonder de CarMenu-toepassing gebruiken. In dit
gedeelte wordt beschreven hoe u het invoerapparaat kunt gebruiken
wanneer CarMenu niet op uw mobiele apparaat is geïnstalleerd.
Knop voor voice dialing
Wanneer u geen gesprek voert, houdt u de knop voor voice dialing
ingedrukt om voice dialing op een compatibel mobiel apparaat te
activeren.
Dempknop
Druk op de dempknop om een gesprek tussen de carkit en een
compatibel mobiel apparaat te schakelen.
Houd de dempknop ingedrukt om de microfoon tijdens een gesprek uit
of weer in te schakelen.
Modusknop
Druk op de modusknop om het afspelen van muziek te starten, te
pauzeren of te hervatten wanneer de muziekspeler van uw mobiele
apparaat actief is.
Belknop
Druk op de belknop om een gesprek te beantwoorden.
Druk tweemaal op de belknop om het laatst gebelde nummer opnieuw
te kiezen.
Knop voor beëindigen
Druk op de knop voor beëindigen om het actieve gesprek te beëindigen
of een binnenkomende oproep te weigeren.
6
Snel aan de slag
Navi-wiel
Houd het wiel ingedrukt om het volgende te doen:
• De carkit in- of uitschakelen wanneer de contactsensordraad niet is
aangesloten
• De carkit op een afgestemd apparaat aansluiten (houd het wiel
ongeveer 1 seconde ingedrukt)
Draai het wiel om het volgende te doen:
• Het volume tijdens een gesprek aanpassen
• De volgende of vorige track van een afspeellijst, artiest of album
selecteren wanneer er een track wordt afgespeeld of is gepauzeerd
■ Gebruik met CarMenu
Als u de carkit wilt bedienen met een gebruikersinterface die is
geoptimaliseerd voor gebruik in de auto, kunt u de toepassing CarMenu
downloaden van de productpagina op www.nokia.com of uw lokale
Nokia-website, en de toepassing op uw compatibele mobiele apparaat
installeren. Lees ook de gebruikershandleiding van CarMenu op de cd-rom.
U kunt de Nokia Maps-toepassing gebruiken met CarMenu als Nokia
Maps op uw mobiele apparaat is geïnstalleerd.
CarMenu installeren
Voor de installatie zijn misschien beheerdersrechten op uw pc vereist.
Verder hebt u het volgende nodig:
• Een compatible mobile apparaat op basis van Series 60, versie 3.0 of
hoger. Het apparaat moet de Bluetooth-specificatie en profielen
ondersteunen die beschreven worden in de gebruikers- en
installatiehandleiding.
• Een internetverbinding via uw pc of mobiele apparaat. Neem contact
op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van
gegevensoverdracht.
• Drie megabyte vrij geheugen in uw mobiele apparaat
• De USB-kabel die bij uw mobiele apparaat is meegeleverd
7
Snel aan de slag
• Een compatibele pc met het besturingssysteem Windows XP of
Windows Vista
Ga als volgt te werk om CarMenu op uw mobiele apparaat te installeren:
1. Als u CarMenu wilt installeren op een compatibele geheugenkaart
die u in uw mobiele apparaat gebruikt, plaatst u de kaart in het
apparaat.
2. Als u een pc gebruikt voor de internetverbinding, plaatst u de
meegeleverde cd-rom in het cd-romstation (of een compatibel dvdstation) van uw pc, en selecteert u de optie voor het downloaden van
CarMenu in het programma dat automatisch wordt gestart (als de
functie voor het automatisch starten van cd-roms in Windows aan
staat). Volg de instructies op het scherm om het installatiebestand
van CarMenu vande Nokia-websitie naar de pc te downloaden, en
kopieer het bestand van de pc naar uw mobiele apparaat of naar de
geheugenkaart daarin. U kunt het bestand ook downloaden vanaf de
productpagina op www.nokia.com of uw lokale Nokia-website
zonder gebruik te maken van de cd-rom.
Als u de webbrowser van uw compatibele mobiele apparaat gebruikt
voor de internetverbinding, downloadt u het installatiebestand van
CarMenu vanaf de productpagina op www.nokia.com of uw lokale
Nokia-website naar uw mobiele apparaat of de geheugenkaart
daarin.
3. Start de installatie zoals beschreven in de gebruikershandleiding van
uw mobiele apparaat, en volg de instructies van het
installatieprogramma.
4. Schakel de CarMenu-toepassing in door de carkit aan te zetten.
CarMenu gebruiken met het invoerapparaat
Knop voor voice dialing
Wanneer u geen gesprek voert, houdt u de knop voor voice dialing ingedrukt
om voice dialing op een compatibel mobiel apparaat te activeren.
In Nokia Maps heeft het indrukken van de knop voor voice dialing
dezelfde functie als het indrukken van de 4 op uw mobiele apparaat. Als
navigatie actief is, wordt de meest recente gesproken instructie herhaald.
8
Snel aan de slag
Dempknop
Houd de dempknop ingedrukt om het volgende te doen:
• Een gesprek tussen de carkit en een compatibel mobiel apparaat
schakelen
• Het volume van de carkit dempen wanneer u geen gesprek voert
Houd de dempknop ingedrukt om de microfoon tijdens een gesprek uit
of weer in te schakelen.
Modusknop
Houd de modusknop ingedrukt om het volgende te doen:
• Schakelen tussen de telefoon- en muziekspelermodus en Nokia Maps
(indien ingeschakeld)
• Naar het hoofdscherm van de huidige modus terugkeren
Houd de modusknop ingedrukt om vanuit een willekeurige modus naar
het hoofdscherm van de telefoonmodus terug te keren.
Belknop
Druk in de telefoonmodus op de belknop om het volgende te doen:
• Een gesprek beantwoorden
• Schakelen tussen een actief gesprek en een gesprek in de wacht
• De lijst met recent gebelde nummers op het hoofdscherm bekijken
Druk in de telefoonmodus tweemaal op de belknop om het laatst
gebelde nummer op het hoofdscherm opnieuw te kiezen.
Druk in de muziekspelermodus op de belknop om het volgende te doen:
• De weergegeven track op het mobiele apparaat afspelen of pauzeren,
of het afspelen hervatten
• Alle tracks van de geselecteerde afspeellijst, de geselecteerde artiest
of het geselecteerde album vanaf de eerste track afspelen
In Nokia Maps heeft het indrukken van de belknop dezelfde functie als
het indrukken van de linkerselectietoets op uw mobiele apparaat.
9
Snel aan de slag
Knop voor beëindigen
Druk op de knop voor beëindigen om het volgende te doen:
• Het actieve gesprek beëindigen of een oproep weigeren
• Een agendanotitie van het scherm wissen
• Naar het vorige scherm of menuniveau terugkeren
• Eén teken wissen wanneer u tekst of cijfers invoert
• Het afspelen van de weergegeven track op het hoofdscherm van de
muziekspelermodus stoppen
• In Nokia Maps heeft het indrukken van de knop voor beëindigen
dezelfde functie als het indrukken van de rechterselectietoets op uw
mobiele apparaat.
Houd de knop voor beëindigen ingedrukt om naar het hoofdscherm van
de huidige modus te gaan.
Navi-wiel
Druk op het wiel om het volgende te doen:
• Een binnenkomende oproep beantwoorden
• De functie uitvoeren die onder in het scherm wordt weergegeven,
een item selecteren (zoals een menufunctie) of een agendanotitie
van het scherm wissen
• In Nokia Maps heeft het indrukken van het Navi-wiel dezelfde
functie als het indrukken van de middelste selectietoets of het
midden van de scrollknop op uw mobiele apparaat.
Houd het wiel ingedrukt om het volgende te doen:
• De carkit in- of uitschakelen wanneer de contactsensordraad niet is
aangesloten
• De carkit op een afgestemd apparaat aansluiten (houd het wiel
ongeveer 1 seconde ingedrukt)
Draai het wiel in een van beide richtingen om het volgende te doen:
• Naar een item (zoals een menufunctie) of door een lijst scrollen
• Het volume tijdens een gesprek aanpassen
10
Snel aan de slag
• In de muziekspelermodus de volgende of vorige track van een
afspeellijst, artiest of album selecteren wanneer er een track wordt
afgespeeld of is gepauzeerd
• In Nokia Maps heeft het draaien van het wiel dezelfde functie als het
indrukken van de scrollknop op uw mobiele apparaat.
Draai het wiel naar links op het hoofdscherm om een telefoonnummer in
te voeren of om de snelkiesoptie te gebruiken.
Draai het wiel naar rechts op het hoofdscherm om naar een
contactpersoon in Contacten te zoeken.
■ Het aangesloten apparaat opladen
Als u de batterij in uw compatibele Nokia-apparaat wilt opladen terwijl
u de carkit gebruikt, moet u het apparaat via de verbindingskabel
CA-113CU op de carkit aansluiten.
11
Inleiding
1.Inleiding
Met de Nokia carkit CK-300 kunt u eenvoudig handsfree bellen en
muziek op uw compatibele mobiele apparaat beluisteren. U kunt de
carkit bedienen met behulp van het externe invoerapparaat.
Als u een mobiel apparaat hebt op basis van het S60-softwareplatform
3.0 (of hoger), kunt u de CarMenu-toepassing op uw mobiele apparaat
installeren. Met CarMenu hebt u direct toegang tot al uw contacten en
muziek op uw compatibele mobiele apparaat. U kunt CarMenu ook
gebruiken met de Nokia Maps-toepassing (als deze op uw mobiele
apparaat is geïnstalleerd).
Lees deze handleiding aandachtig door. Lees ook de gebruikershandleiding van uw mobiele apparaat (die belangrijke veiligheids- en
onderhoudsinformatie bevat) en de gebruikershandleiding voor
CarMenu en Nokia Maps. Als u een aparte muziekspeler bij de carkit
gebruikt, leest u die gebruikershandleiding ook door.
Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale Nokia-website voor de
nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie,
downloads en diensten die te maken hebben met uw Nokia-product.
Sommige mobiele apparaten ondersteunen mogelijk niet alle functies
die in deze handleiding zijn beschreven.
Houd alle toebehoren buiten bereik van kleine kinderen.
12
Aan de slag
2.Aan de slag
■ Onderdelen
De carkit bevat de volgende onderdelen:
1. Handsfree eenheid HF-21W
2. Luidspreker SP-3 (niet altijd meegeleverd)
3. Verbindingskabel CA-113CU. Er kunnen ook andere verbindingskabels
zijn meegeleverd.
4. Invoerapparaat CU-10
5. Microfoon MP-2
6. Cd-rom met de CarMenu-toepassing en deze handleiding
■ De carkit in- of uitschakelen
Raadpleeg de monteur die de carkit heeft gemonteerd als u niet weet of
de contactsensordraad al dan niet is aangesloten.
13
Aan de slag
Inschakelen
Als de contactsensordraad is aangesloten, zet dan de motor aan.
Wanneer de carkit ingeschakeld is, wordt de CarMenu-toepassing op uw
mobiele apparaat gestart en licht het indicatorlampje van het
invoerapparaat op.
Als de contactsensordraad niet is aangesloten, houdt u het Navi-wiel
ingedrukt.
Uitschakelen
Als de contactsensordraad is aangesloten, zet dan de motor uit. Als u de
motor tijdens een gesprek uitzet, wordt de carkit uitgeschakeld wanneer
u het gesprek beëindigt of het mobiele apparaat van de carkit ontkoppelt.
Als de contactsensordraad niet is aangesloten, houdt u het Navi-wiel
ingedrukt tot het indicatorlampje van het invoerapparaat wordt
uitgeschakeld. Nadat u de motor hebt uitgezet, moet u het mobiele
apparaat uit de carkit halen om de accu van de auto te sparen.
■ Een mobiel apparaat afstemmen en aansluiten
De carkit kan via draadloze Bluetooth-technologie op een compatibel
mobiel apparaat worden aangesloten.
Draadloze Bluetooth-technologie
Dankzij draadloze Bluetooth-technologie kunt u zonder kabels een
verbinding maken tussen compatibele apparaten. Voor een Bluetoothverbinding hoeven de twee apparaten niet in elkaars gezichtsveld te
staan, maar de afstand tussen de apparaten mag niet groter zijn dan
tien meter. De verbinding kan gevoelig zijn voor storing door obstakels,
zoals muren, of andere elektronische apparaten.
De carkit voldoet aan Bluetooth-specificatie 1.2 en ondersteunt de
volgende profielen: Handsfree Profile 1.5, Advanced Audio Distribution
Profile (A2DP) 1.0 en Audio/Video Remote Control Profile (AVRCP) 1.0.
Informeer bij de fabrikanten van andere apparatuur naar de
compatibiliteit met deze carkit.
14
Aan de slag
Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het gebruik van
Bluetooth-technologie. Raadpleeg de lokale autoriteiten of
serviceprovider voor meer informatie.
Een verbinding met uw mobiele apparaat configureren
Voor een Bluetooth-verbinding hebt u een compatibel mobiel apparaat
nodig dat draadloze Bluetooth-technologie ondersteunt. Wanneer uw
apparaat via draadloze Bluetooth-technologie op de carkit is
aangesloten, kunt u het apparaat bijvoorbeeld in een tas laten zitten
wanneer u de carkit gebruikt. Als u de batterij in uw compatibele Nokiaapparaat wilt opladen terwijl u de carkit gebruikt, moet u het apparaat
via de meegeleverde verbindingskabel op de carkit aansluiten.
Volg de onderstaande instructies om uw apparaat op de carkit af te
stemmen en aan te sluiten:
1. Schakel het apparaat en de carkit in (zie pagina 13).
2. Activeer de Bluetooth-functie op uw apparaat en laat het naar
Bluetooth-apparaten zoeken. Raadpleeg de gebruikershandleiding
van het apparaat voor instructies.
3. Selecteer de carkit in de lijst met gevonden apparaten.
4. Voer de Bluetooth-code 0000 in om de carkit op uw apparaat af te
stemmen en aan te sluiten. Soms moet u na het afstemmen nog een
aparte handeling uitvoeren om de apparaten met elkaar te verbinden.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw apparaat voor meer
informatie. U hoeft de carkit maar eenmaal op het apparaat af te
stemmen.
Als het afstemmen is gelukt, laat de carkit een hoge pieptoon horen en
verschijnt de carkit in het menu van uw mobiele apparaat, waar u de op
dat moment afgestemde Bluetooth-apparaten kunt bekijken. Als het
afstemmen niet lukt, laat de carkit een lage pieptoon horen. Probeer de
apparaten opnieuw af te stemmen volgens de instructies.
U kunt in totaal maximaal acht mobiele apparaten aan de carkit
koppelen, maar u kunt met maar één mobiel apparaat tegelijk verbinding
maken.
15
Aan de slag
De carkit kan alleen op een afgestemd apparaat worden aangesloten als
het apparaat is ingeschakeld en de Bluetooth-functie actief is.
De carkit handmatig aansluiten
Wanneer u de carkit inschakelt maar er nog geen apparaat op hebt
aangesloten, kunt u de carkit instellen om naar afgestemde apparaten te
zoeken.
U start de zoekactie door het Navi-wiel ongeveer één seconde ingedrukt
te houden. Tijdens het zoeken knippert het indicatorlampje van het
invoerapparaat. De carkit probeert eerst verbinding te maken met het
apparaat dat het laatst is gebruikt. Als dit mislukt, probeert de carkit
verbinding te maken met een van de andere Bluetooth-apparaten
waarmee het laatst is afgestemd. Er klinkt een piepsignaal uit de carkit
wanneer er verbinding met het apparaat is.
De carkit automatisch aansluiten
U kunt het afgestemde apparaat zo instellen dat er automatisch
verbinding met de carkit wordt gemaakt wanneer de carkit wordt
ingeschakeld. Op Nokia-apparaten doet u dit door de instellingen voor
afgestemde apparaten in het Bluetooth-menu te wijzigen.
Wanneer u de carkit inschakelt, probeert de carkit binnen 45 seconden
een Bluetooth-verbinding te maken met het apparaat dat als laatste
gebruikt werd. Als dit mislukt, probeert de carkit verbinding te maken met
een van de andere Bluetooth-apparaten waarmee het laatst is
afgestemd.
De carkit loskoppelen
Als u de carkit wilt loskoppelen van het apparaat, sluit u de verbinding
met de carkit in het Bluetooth-menu van uw apparaat of schakelt u de
carkit uit.
U hoeft de afstemming met de carkit niet te verwijderen om deze los te
koppelen.
De lijst met afgestemde apparaten wissen
De carkit slaat de afstemmingsgegevens op van de laatste acht
Bluetooth-apparaten waarop de carkit is afgestemd. Als u deze
16
Aan de slag
informatie wilt wissen, schakelt u de carkit uit en houdt u het Navi-wiel
gedurende tien seconden ingedrukt. De carkit laat een pieptoon horen.
■ De muziekspeler op de carkit aansluiten
Met de audiostekker van 3,5 mm van de meegeleverde verbindingskabel
kunt u een compatibele muziekspeler op de carkit aansluiten.
17
Gebruik zonder CarMenu
3.Gebruik zonder CarMenu
■ Een gesprek beantwoorden
Druk op om een gesprek te beantwoorden.
Druk op om een binnenkomende oproep te weigeren.
■ Een gesprek beëindigen
Druk op om een actief gesprek te beëindigen.
■ Opbellen
U start een gesprek door de gewenste contactpersoon op te zoeken in
het telefoonboek van uw mobiele apparaat, of door een
telefoonnummer in te voeren op uw mobiele apparaat, en op te
drukken.
Het laatst gekozen nummer bellen
Druk tweemaal op om het laatst gekozen nummer te bellen.
Voice dialing
U kunt spraaklabels gebruiken die u op het mobiele apparaat hebt
opgeslagen.
U start voice dialing door ingedrukt te houden totdat u een toon
hoort. Noem het spraaklabel. Het mobiele apparaat speelt het
spraaklabel af en belt het desbetreffende telefoonnummer. Voor meer
informatie over voice dialing raadpleegt u de gebruikershandleiding van
uw mobiele apparaat.
■ Het volume tijdens een gesprek aanpassen
U past het geluidsvolume aan tijdens een gesprek of als de telefoon
overgaat door het Navi-wiel naar links of naar rechts te draaien om het
volume respectievelijk zachter of harder te zetten.
18
Gebruik zonder CarMenu
■ Het volume van de microfoon in- of uitschakelen
Houd ingedrukt om de microfoon tijdens een gesprek uit of weer in
te schakelen.
■ Een gesprek tussen de carkit en het mobiele
apparaat schakelen
U schakelt een gesprek tussen de carkit en het compatibele mobiele
apparaat door op te drukken.
■ Een mobiel apparaat aansluiten
U sluit de carkit op een afgestemd apparaat aan door het Navi-wiel
ongeveer 1 seconde ingedrukt te houden.
■ Luisteren naar muziek
Druk op de modusknop om het afspelen van muziek te starten, te
pauzeren of te hervatten wanneer de muziekspeler van uw mobiele
apparaat actief is.
Draai het Navi-wiel om de volgende of vorige track van een afspeellijst,
artiest of album te selecteren wanneer er een track wordt afgespeeld of
is gepauzeerd.
19
Problemen oplossen
4.Problemen oplossen
■ Problemen met de verbinding
Ik kan de carkit niet via een Bluetooth-verbinding op mijn mobiele
apparaat aansluiten.
• Zorg ervoor dat de carkit is ingeschakeld en is afgestemd op het
mobiele apparaat.
• Controleer of de Bluetooth-functie op het apparaat is geactiveerd.
De carkit brengt geen Bluetooth-verbinding met mijn afgestemde
apparaat tot stand als ik de motor start of de carkit inschakel.
• Controleer of de Bluetooth-functie op het apparaat is geactiveerd.
• Zorg ervoor dat uw apparaat zo is ingesteld dat het automatisch
verbinding maakt met de carkit wanneer deze wordt ingeschakeld.
Mijn autoradio heeft geen stereo- of AUX-ingang.
Vraag de monteur die de carkit installeert om een adapter te gebruiken
waarmee de stereo-uitgang van de carkit kan worden aangesloten op
een andere ingang van de autoradio (bijvoorbeeld de connector van de
cd-wisselaar) voor stereogeluid.
Het lukt niet om mijn compatibele muziekspeler af te stemmen op de
carkit.
Controleer of de Bluetooth-code van de muziekspeler 0000 is. Als dit
niet het geval is, wijzig de code dan in 0000 volgens de instructies in de
gebruikershandleiding van de muziekspeler.
■ Problemen met geluid
Tijdens een gesprek hoort de beller mijn stem niet.
• Controleer of de microfoon van de carkit niet is uitgeschakeld.
• Zorg ervoor dat het apparaat goed op de carkit is aangesloten via een
Bluetooth-verbinding.
20
Problemen oplossen
De geluidskwaliteit is niet goed of ik hoor geen geluid.
• Als de carkit op de autoradio is aangesloten, controleer dan of het
volume van de autoradio goed is ingesteld.
De mono-uitgang van de carkit is bedoeld voor gebruik met een
luidspreker en werkt niet goed bij aansluiting op een autoradio.
• Als de carkit op de meegeleverde luidspreker is aangesloten,
controleer dan of het volume van de carkit goed is ingesteld.
De carkit speelt geen geluid in stereo af.
• Controleer of de autoradio is ingesteld om geluid te ontvangen via de
stereo-ingang.
• Controleer of u de juiste geluidsbron in de autoradio hebt
geselecteerd.
• Controleer of het volume van de autoradio goed is ingesteld.
De muziek van de muziekspeler klinkt als een telefoongesprek.
Als u de muziekspelerfunctie van uw mobiele apparaat gebruikt,
controleer dan of het model van uw apparaat voorkomt op de
compatibiliteitslijst in het ondersteuningsgedeelte van de carkit op
www.nokia.com.
Ik hoor geen muziek uit de muziekspeler als het mobiele apparaat of
de muziekspeler op de carkit is aangesloten.
• Als u de muziekspelerfunctie van uw apparaat gebruikt, controleer
dan of het model van uw apparaat voorkomt op de
compatibiliteitslijst in het ondersteuningsgedeelte van de carkit op
www.nokia.com.
• Controleer of het mobiele apparaat of de muziekspeler goed is
aangesloten op de carkit.
• Controleer of de carkit goed is aangesloten op de stereo-ingang van
de autoradio. Zie "Installatieoptie 1" op pagina 26, of raadpleeg de
monteur die de carkit heeft gemonteerd.
21
Problemen oplossen
Het volume van de autoradio wordt niet gedempt wanneer ik een
gesprek beantwoord of een navigatie-instructie beluister.
Vraag de monteur die de carkit heeft gemonteerd om ervoor te zorgen
dat de MUTE-kabel goed is aangesloten.
■ Andere problemen
De carkit wordt niet ingeschakeld wanneer ik de motor start.
Vraag de monteur die de carkit heeft gemonteerd om ervoor te zorgen
dat de contactsensordraad goed is aangesloten.
De batterij van mijn mobiele apparaat wordt niet opgeladen wanneer
het apparaat op de carkit is aangesloten.
Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten.
22
Installatie
5.Installatie
■ Veiligheidsinformatie
Neem de volgende veiligheidsrichtlijnen in acht bij het monteren van de
carkit.
• De carkit mag alleen worden gemonteerd door een bevoegd
technicus of monteur en er mag alleen gebruik worden gemaakt van
de meegeleverde, goedgekeurde originele Nokia-onderdelen.
Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de
garantie die eventueel van toepassing is, doen vervallen.
Eindgebruikers moeten er rekening mee houden dat er ingewikkelde
technische apparatuur voor de carkit wordt gebruikt die alleen door
ervaren technici en met speciaal gereedschap kan worden
gemonteerd.
• Deze handleiding bevat algemene instructies voor de montage van
de carkit in een voertuig. Gezien de grote variatie in typen en
modellen voertuigen kan in deze handleiding niet worden ingegaan
op de specifieke technische vereisten voor een bepaald type voertuig.
Raadpleeg hiervoor de fabrikant van het desbetreffende voertuig.
• De carkit is alleen geschikt voor voertuigen met een negatieve
aarding van 12 V. Gebruik met andere voltages of polariteiten leidt
tot beschadiging van de apparatuur.
• Denk eraan dat in moderne autosystemen boordcomputers zitten
waarin essentiële voertuigparameters zijn opgeslagen. Wanneer de
accu op onjuiste wijze wordt losgekoppeld, gaan er mogelijk
gegevens verloren. Dit kan ertoe leiden dat het systeem opnieuw
moet worden geïnitialiseerd, wat zeer veel tijd en moeite kost.
Raadpleeg uw autodealer bij vragen vóór de montage.
• Sluit geen onderdelen van de carkit aan op de hoogspanningsdraden
van het contactsysteem.
• Let er bij de montage van de onderdelen van de carkit op dat geen
enkel onderdeel een belemmering vormt voor het stuur- of
remsysteem of andere systemen die worden gebruikt voor de werking
23
Installatie
van het voertuig (bijvoorbeeld airbags), en dat de onderdelen uw
gezichtsveld tijdens het autorijden niet belemmeren. Zorg ervoor dat
de carkit en de onderdelen zo worden gemonteerd dat u er niet mee
in contact komt in het geval van een botsing of aanrijding.
Let er bij het monteren van een autotelefoonhouder op dat het
scherm van de telefoon duidelijk zichtbaar is voor de gebruiker.
• Uw onderhoudsmonteur of dealer kan u adviseren over alternatieven
voor het correct monteren van de apparatuur in het voertuig zonder
dat u gaten hoeft te boren.
• Rook niet als u aan de auto werkt. Zorg ervoor dat u niet in de buurt
bent van open vuur.
• Zorg ervoor dat u tijdens de montage de elektriciteitskabels,
brandstof- en remleidingen en beveiligingsapparatuur niet
beschadigt.
• RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in
gemotoriseerde voertuigen die verkeerd gemonteerd of onvoldoende
beschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor
brandstofinjectie, elektronische antiblokkeersystemen, systemen
voor elektronische snelheidsregeling en airbagsystemen). Raadpleeg
de autodealer als een van deze systemen niet meer naar behoren
werkt.
• Zorg er ook voor dat de kabels niet blootstaan aan mechanische druk.
(Deze kan bijvoorbeeld ontstaan als de kabels onder stoelen of tegen
scherpe randen worden bevestigd.)
■ Aansluitopties
De carkit kan met behulp van draadloze Bluetooth-technologie
verbinding maken met een compatibel mobiel apparaat. De carkit kan op
een compatibele muziekspeler worden aangesloten via de meegeleverde
verbindingskabel.
24
Installatie
Bluetooth-verbinding
Voor een draadloze Bluetooth-verbinding hebt u een compatibel mobiel
apparaat nodig dat Bluetooth-technologie ondersteunt. Zie pagina 14
en 25 voor meer informatie.
Kabelaansluiting
De carkit wordt geleverd met een verbindingskabel die een
oplaadstekker van 2,0 mm en een audiostekker van 3,5 mm heeft.
Zie "Verbindingskabel CA-113CU" op pagina 35 voor meer informatie
over de kabels.
Integratie met een autostereosysteem
U kunt de carkit op drie manieren op het autostereosysteem aansluiten.
Selecteer de juiste aansluitopties op basis van de beschikbare
onderdelen die zijn meegeleverd.
25
Installatie
Installatieoptie 1
Voor telefoongesprekken gebruikt u de ISO-systeemkabel CA-139
(indien bij de carkit meegeleverd) of een specifieke kabel voor de
autoradio om de carkit aan te sluiten op de autoradio en de luidsprekers.
Voor muziek gebruikt u een specifieke kabel voor uw autoradio om de
stereo-uitgang van 3,5 mm aan te sluiten op de AUX-ingang van de
autoradio.
U kunt de carkit aansluiten op een luidspreker met een impedantie van
ten minste 2 ohm. De optimale impedantie voor de carkit is 4 ohm. Als
de impedantie groter is dan 8 ohm, is het uitgangsvermogen aanzienlijk
lager dan normaal.
26
Installatie
1. Ontkoppel de twee ISO-connectors van de autoradio voor stroom en
luidsprekers, en vervang deze door de twee connectors van de
systeemkabel CA-139.
Sluit de draad met de naam "Mute" van de systeemkabel aan op een
van de draden met de naam "Mute 1", "Mute 2" of "Mute 3" volgens
27
Installatie
de pinnen van de autoradio. Laat de overige bedrading voor dempen
ongemoeid. Sluit de draden van dezelfde kleur met elkaar aan.
Sluit voor telefoongesprekken de systeemkabel CA-139 aan op de
stroomuitgang en de luidsprekeruitgang van de handsfree eenheid.
2. Controleer de stroompin voor +12 V en de contactpin van de twee
ISO-connectors komend vanuit de auto en de desbetreffende pinnen
van de systeemkabel CA-139. Wissel de twee draden van de
systeemkabel zo nodig om. Sluit de systeemkabel aan op de twee
open ISO-connectors.
3. Sluit de stereomuziekuitgang van de handsfree eenheid (een
standaardstereoconnector van 3,5 mm) aan op de AUX-ingang van
de autoradio. Gebruik een kabel die specifiek geschikt is voor uw
autoradio (deze kabel is niet meegeleverd bij de carkit).
4. Voor het opladen van een compatibel mobiel apparaat van Nokia via
de carkit sluit u één uiteinde van de verbindingskabel CA-113CU aan
op de handsfree eenheid en het andere uiteinde op de
oplaadconnector van 2,0 mm van het mobiele apparaat.
Voor het afspelen van muziek via een mobiele muziekspeler met een
standaardaudioconnector van 3,5 mm steekt u de connector van 3,5
mm van de verbindingskabel in het muziekapparaat.
Nadat u alles volgens de bovenstaande instructies hebt aangesloten,
sluit u het externe invoerapparaat CU-10 en de microfoon MP-2 aan op
de desbetreffende connectors op de handsfree eenheid.
28
Installatie
Installatieoptie 2
Als de autoradio een ingang voor mobiele telefoons en een AUX-ingang
voor muziekapparaten heeft, kunt u het mobiele apparaat op de
luidsprekers van de autoradio aansluiten.
1. Sluit de desbetreffende draden van de stroomkabel PCU-4 aan op de
accu en contactsensor van de auto (indien aanwezig). Sluit het
dempsignaal voor de radio (indien aanwezig) aan op de autoradio.
Steek de connector in de handsfree eenheid.
2. Sluit voor telefoongesprekken de luidsprekeruitgang van de
handsfree eenheid aan op de mobiele-telefooningang van de
29
Installatie
autoradio. Gebruik een kabel die specifiek geschikt is voor uw
autoradio (deze kabel is niet meegeleverd bij de carkit).
3. Sluit de stereomuziekuitgang van de handsfree eenheid (een
standaardstereoconnector van 3,5 mm) aan op de AUX-ingang van
de autoradio. Gebruik een kabel die specifiek geschikt is voor uw
autoradio (deze kabel is niet meegeleverd bij de carkit).
4. Voor het opladen van een compatibel mobiel apparaat van Nokia via
de carkit sluit u één uiteinde van de verbindingskabel CA-113CU aan
op de handsfree eenheid en het andere uiteinde op de
oplaadconnector van 2,0 mm van het mobiele apparaat.
Voor het afspelen van muziek via een mobiele muziekspeler met een
standaardaudioconnector van 3,5 mm steekt u de connector van
3,5 mm van de verbindingskabel in het muziekapparaat.
Nadat u alles volgens de bovenstaande instructies hebt aangesloten,
sluit u het externe invoerapparaat CU-10 en de microfoon MP-2 aan op
de desbetreffende connectors op de handsfree eenheid.
30
Installatie
Installatieoptie 3
U kunt de externe luidspreker SP-3 en de stroomkabel PCU-4 als volgt
gebruiken (indien meegeleverd bij de carkit):
1. Sluit de desbetreffende draden van de stroomkabel PCU-4 aan op de
accu en contactsensor van de auto (indien aanwezig). Sluit het
dempsignaal voor de radio (indien aanwezig) aan op de autoradio.
Steek de connector in de handsfree eenheid.
2. Sluit voor telefoongesprekken de luidsprekeruitgang van de
handsfree eenheid aan op de luidspreker SP-3.
3. Sluit de stereomuziekuitgang van de handsfree eenheid (een
standaardstereoconnector van 3,5 mm) aan op de AUX-ingang van
de autoradio. Gebruik een kabel die specifiek geschikt is voor uw
autoradio (deze kabel is niet meegeleverd bij de carkit).
31
Installatie
4. Voor het opladen van een compatibel mobiel apparaat van Nokia via
de carkit sluit u één uiteinde van de verbindingskabel CA-113CU aan
op de handsfree eenheid en het andere uiteinde op de
oplaadconnector van 2,0 mm van het mobiele apparaat.
Voor het afspelen van muziek via een mobiele muziekspeler met een
standaardaudioconnector van 3,5 mm steekt u de connector van
3,5 mm van de verbindingskabel in het muziekapparaat.
Nadat u alles volgens de bovenstaande instructies hebt aangesloten,
sluit u het externe invoerapparaat CU-10 en de microfoon MP-2 aan op
de desbetreffende connectors op de handsfree eenheid.
■ De carkit in een voertuig monteren
In dit gedeelte wordt beschreven hoe de onderdelen van de carkit in een
voertuig moeten worden gemonteerd. De onderdelen worden
beschreven in "Onderdelen" op pagina 13.
Voorbeeld van correcte montage
32
Installatie
Handsfree eenheid HF-21W
De handsfree eenheid heeft de volgende connectors. De symbolen staan
op de onderkant van de eenheid.
Stroom
Luidsprekeruitgang voor telefoongesprekken; zie voor aansluitingen
"Integratie met een autostereosysteem" op pagina 25
Systeemconnector voor verbindingskabel CA-113CU voor het opladen
van een mobiel apparaat en afspelen van muziek via een
kabelaansluiting
Connector voor invoerapparaat CU-10
Stereomuziekuitgang
Connector voor microfoon MP-2
Bij het monteren van de handsfree eenheid moet u erop letten dat de
kabels voor de microfoon en de luidspreker lang genoeg zijn om de
plaatsen te bereiken waar u deze onderdelen wilt monteren.
Monteer de handsfree eenheid niet in een metalen behuizing of op een
metalen oppervlak, aangezien dit negatieve gevolgen heeft voor de
Bluetooth-verbinding tussen de handsfree eenheid en het Bluetoothapparaat dat op de carkit is aangesloten. Voor een optimale verbinding
moet de handsfree eenheid ten minste 4 mm zijn verwijderd van een
metalen oppervlak.
Gebruik voor het bevestigen van de handsfree eenheid het bij de carkit
meegeleverde bevestigingsmateriaal met klittenband. Dit doet u als volgt:
1. Trek de twee delen van het materiaal van elkaar los.
2. Bevestig het ruwe deel: maak het beschermlaagje los van de
kleefzijde en druk het bevestigingsmateriaal vast op de gewenste
locatie in de auto.
33
Installatie
Raak de kleefzijde niet aan als u het beschermlaagje losmaakt. Zorg
ervoor dat de ondergrond waarop u het materiaal bevestigt, droog,
schoon en stofvrij is.
3. Bevestig het ruwe deel: maak het beschermlaagje los van de
kleefzijde en druk het bevestigingsmateriaal vast op de onderkant
van de handsfree eenheid.
4. Druk de handsfree eenheid stevig op het materiaal en controleer of
de eenheid goed vast zit.
Invoerapparaat CU-10
Het invoerapparaat moet zich binnen handbereik van de gebruiker
bevinden. Let er bij de montage van de onderdelen van de carkit op dat
geen enkel onderdeel een belemmering vormt voor het stuur- of
remsysteem of andere systemen die worden gebruikt voor de werking
van het voertuig (bijvoorbeeld airbags).
Zorg dat de kabel van het invoerapparaat bij de handsfree eenheid kan
komen zodat de kabel aangesloten kan worden. De beste plaats om het
invoerapparaat te monteren is horizontaal op de console tussen de
chauffeursstoel en de stoel van de voorpassagier, zodat de toetsen van
het invoerapparaat naar de voorkant van het voertuig wijzen.
Monteer het invoerapparaat als volgt:
1. Druk het meegeleverde bevestigingsmateriaal op de gewenste
locatie in de auto: trek het beschermlaagje los van een zijkant van
het materiaal en druk het materiaal op zijn plaats.
Raak de kleefzijde niet aan als u het beschermlaagje losmaakt. Zorg
ervoor dat de ondergrond waarop u het materiaal bevestigt, droog,
schoon en stofvrij is.
2. Trek het beschermlaagje van het bevestigingsmateriaal aan de
onderkant van het invoerapparaat en aan de andere kant van het
materiaal dat in de auto is bevestigd.
3. Druk de stukjes bevestigingsmateriaal stevig tegen elkaar en
controleer of het invoerapparaat goed op zijn plaats blijft zitten.
34
Installatie
Microfoon MP-2
U kunt de kwaliteit van spraaktransmissie verhogen door zorgvuldig een
plaats te kiezen voor montage van de microfoon.
De microfoon kan het beste bij de achteruitkijkspiegel worden
gemonteerd. Monteer de microfoon in de richting van de mond van de
bestuurder en op ten minste 1 meter afstand van de luidspreker van de
carkit zodat u geen echo hoort.
Zorg ervoor dat de microfoon niet in de luchtstroom van de ventilatoren
komt te zitten. Leg de microfoonkabel niet in het verwarmings-,
ventilatie- of aircosysteem. Bevestig de microfoon met het
meegeleverde dubbelzijdige plakband om de hoeveelheid
achtergrondgeluid van de auto te reduceren, zodat u tijdens uw
gesprekken minder storing ondervindt.
Steek de stekker van de microfoon in de microfooningang van de
handsfree eenheid en draai de stekker met de klok mee stevig vast. Het
gebruik van een andere microfoon dan de microfoon MP-2 die is
meegeleverd bij de carkit, kan de geluidskwaliteit nadelig beïnvloeden.
Verbindingskabel CA-113CU
De carkit wordt geleverd met een verbindingskabel die een standaardstereostekker van 3,5 mm en een oplaadstekker van 2,0 mm heeft.
De stereostekker van 3,5 mm is compatibel met muziekspelers die de
desbetreffende audioconnector hebben. De oplaadstekker van 2,0 mm is
compatibel met mobiele apparaten van Nokia die de desbetreffende
oplaadconnector hebben.
Met deze kabel kunt u de carkit op een muziekspeler aansluiten, zodat u
naar muziek kunt luisteren wanneer u de carkit via een Bluetoothverbinding met een compatibel mobiel apparaat gebruikt voor
gespreksbeheer en de batterij van het mobiele apparaat via de accu van
de auto oplaadt.
Zo sluit u de kabel aan: steek het uiteinde met de tekst TOP voorzichtig
in de -connector op de handsfree eenheid zodat de tekst naar boven
wijst. Steek de oplaadstekker in het mobiele apparaat en de
audiostekker in de muziekspeler.
35
Installatie
Systeemkabel CA-139
Met de systeemkabel (indien bij de carkit meegeleverd) kunt u de carkit
eenvoudig aansluiten op een autoradio die ISO-connectors heeft (zie
"Integratie met een autostereosysteem" op pagina 25). Raadpleeg de
gebruikershandleiding voor de autoradio voor meer informatie.
Apparaathouder
Als het mobiele apparaat met een kabel op de carkit is aangesloten of de
carkit met de CarMenu-toepassing wordt gebruikt, moet u een
apparaathouder monteren die speciaal is ontworpen voor het mobiele
apparaat dat u met de carkit gebruikt.
Zorg er bij het monteren van een apparaathouder in uw auto voor dat
het scherm van het mobiele apparaat duidelijk zichtbaar is voor de
gebruiker en dat de houder geen belemmering vormt voor het stuur- of
remsysteem of andere systemen die worden gebruikt voor de werking
van het voertuig (bijvoorbeeld airbags). Raadpleeg voor montageinstructies de documentatie bij de apparaathouder.
Als u een universele houder gebruikt (die geschikt is voor verschillende
apparaatmodellen), moet u de oplaadkabel wellicht rechtstreeks op het
mobiele apparaat aansluiten nadat u het apparaat in de houder hebt
geplaatst.
36
Installatie
■ Optionele uitbreidingen
U kunt de functies van de carkit uitbreiden met optionele extra's.
Informeer bij uw dealer of onderhoudsmonteur naar geschikte
uitbreidingen voor de carkit. Gebruik alleen goedgekeurde en
compatibele uitbreidingen.
Antennekabel en externe antenne
Een antennekabel kan worden gebruikt om een externe antenne op de
carkit aan te sluiten. De externe antenne zorgt voor betere ontvangst
van het mobiele apparaat in de auto. Raadpleeg uw dealer voor meer
informatie.
Opmerking: Teneinde te voldoen aan de richtlijnen voor blootstelling
aan RF-signalen, dient u de externe antenne zo te installeren dat u
minimaal 20 cm afstand bewaart tussen de externe antenne en
individuen, waarbij de opbrengst van de externe antenne niet hoger
mag zijn dan 3 dBi.
■ De werking van de carkit controleren
Nadat de carkit is gemonteerd, moet u controleren of deze goed werkt
en correct is aangesloten. Zie ook "Problemen oplossen" op pagina 20.
37
Onderhoud
Onderhoud
De carkit is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet
met zorg worden behandeld. De tips hieronder kunnen u helpen om de garantie te
behouden.
• Houd de carkit droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of
vocht bevatten mineralen die corrosie van elektronische schakelingen
veroorzaken.
• Gebruik of bewaar de carkit niet op stoffige of vuile plaatsen. De bewegende
onderdelen en elektronische onderdelen kunnen beschadigd raken.
• Probeer de carkit niet open te maken, omdat de carkit door ondeskundig
hanteren beschadigd kan worden.
• Gebruik geen agressieve chemicaliën, oplosmiddelen of sterke
reinigingsmiddelen om de onderdelen van de carkit schoon te maken.
• Verf de onderdelen van de carkit niet. Verf kan de bewegende onderdelen van
het apparaat blokkeren en de correcte werking belemmeren.
Als de carkit niet goed werkt, brengt u het voertuig naar een bevoegd servicepunt
zodat de carkit kan worden nagekeken.
38
Aanvullende veiligheidsinformatie
Aanvullende veiligheidsinformatie
■ Voertuigen
RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in
gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende
afgeschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie,
elektronische antislip- of antiblokkeer-remsystemen, systemen voor
elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen). Neem voor meer informatie
contact op met de fabrikant (of diens vertegenwoordiger) van uw voertuig of van
eventuele toegevoegde apparaten.
Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de garantie die
eventueel van toepassing is op het apparaat, doen vervallen. Controleer
regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog steeds goed bevestigd zit
en naar behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen brandbare vloeistoffen,
gassen of explosieve materialen in dezelfde ruimte als die waarin het apparaat
zich bevindt of onderdelen of toebehoren daarvan. Voor auto's met een airbag
geldt dat de airbags met zeer veel kracht worden opgeblazen. Zet geen
voorwerpen, dus ook geen geïnstalleerde of draagbare draadloze apparatuur, in
de ruimte boven de airbag of waar de airbag wordt opgeblazen. Als draadloze
apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de auto en de airbag wordt opgeblazen,
kan dit ernstige verwondingen veroorzaken.
39
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.