Nokia carkit CK-100
Gebruikers- en
installatiehandleiding
9209908
Uitgave 1 NL
CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION verklaart hierbij dat dit HF-22 product voldoet aan de essentiële
vereisten en andere relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EG. Het product voldoet aan de
limieten zoals gedefinieerd in Richtlijn 2004/104/EG (amendement op Richtlijn 72/245/EEC),
bijlage I, alinea 6.5, 6.6, 6.8 en 6.9. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op
de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Nokia, Nokia Connecting People, Navi en het Nokia Original Accessories-logo zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere
producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke
eigenaren zijn.
Bluetooth is a registered trademark of Bluetooth SIG, Inc.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een
gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is
verboden.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het
recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen
in de producten die in dit document worden beschreven.
Voor zover maximaal toegestaan op grond van het toepasselijke recht, zal Nokia onder geen
omstandigheid aansprakelijk zijn voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige
bijzondere, incidentele of indirecte schade of gevolgschade van welke oorzaak dan ook.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist
krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de
nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij
impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende
de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen
tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te
herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem voor meer
informatie contact op met uw Nokia-dealer.
Exportbepalingen
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan
wet- en regelgeving betreffende export vanuit de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd
met de wetgeving is verboden.
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan
gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikers- en
installatiehandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoon
verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen
vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw
eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan
de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN
GEBRUIKSVERBOD GELDT
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel het
apparaat uit in de nabijheid van medische apparatuur, brandstof,
chemicaliën of gebieden waar explosieven worden gebruikt.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of
gerepareerd.
TOEBEHOREN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren. Sluit geen incompatibele
producten aan.
4
Inleiding
1.Inleiding
Met de Nokia carkit CK-100 kunt u eenvoudig handsfree bellen en
muziek op uw compatibele apparaat beluisteren. U kunt de carkit
bedienen met behulp van het meegeleverde invoerapparaat. De carkit
biedt ook gesproken instructies voor het gebruik ervan.
De carkit kan via draadloze Bluetooth-technologie worden aangesloten
op een compatibele mobiele telefoon of compatibel muziekapparaat.
Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u de carkit door een
professional laat monteren en gaat gebruiken. Lees ook de
gebruikershandleiding voor het apparaat dat u op de carkit wilt
aansluiten. Deze bevat namelijk belangrijke veiligheids- en
onderhoudsinformatie.
Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale Nokia-website voor de
nieuwste versie van de gebruikers- en installatiehandleiding,
aanvullende informatie en downloads die te maken hebben met uw
Nokia-product.
Dit product kan kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik
van kleine kinderen.
De carkit mag alleen worden gemonteerd door een bevoegd technicus of
monteur en er mag alleen gebruik worden gemaakt van de
meegeleverde originele Nokia-onderdelen.
■ Draadloze Bluetooth-technologie
Dankzij draadloze Bluetooth-technologie kunt u zonder kabels een
verbinding maken tussen compatibele apparaten. De carkit en het
apparaat hoeven niet in elkaars gezichtsveld te liggen. Het is wel
essentieel dat ze niet meer dan 10 meter van elkaar zijn verwijderd. De
verbinding kan gevoelig zijn voor storing door obstakels, zoals muren, of
andere elektronische apparaten.
De carkit voldoet aan de Bluetooth-specificatie 2.0 die ondersteuning
biedt voor de profielen HFP (Hands-Free Profile) 1.5 en A2DP (Advanced
Audio Distribution Profile) 1.0. Informeer bij de fabrikanten van andere
apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat.
5
Aan de slag
2.Aan de slag
■ Onderdelen
De carkit bevat de volgende onderdelen:
2
3
1
6
4
1. Handsfree eenheid HF-22
2. Stroomkabel PCU-4 (niet altijd meegeleverd)
3. ISO-kabel CA-135 (niet altijd meegeleverd)
4. Luidspreker SP-3 (niet altijd meegeleverd)
5. Invoerapparaat CU-11 met Navi
6. Oplaadkabel CA-134 met Nokia 2.0-mm stekker
7. Microfoon MP-2
8. CD met deze gebruikers- en installatiehandleiding
TM
-wiel
8
7
5
6
Aan de slag
■ Invoerapparaat
U kunt de carkit bedienen met behulp
van het invoerapparaat. Het apparaat is
voorzien van een Navi-wiel dat u kunt
draaien of indrukken.
Draai aan het wiel om het volume aan te
passen wanneer u de mobiele telefoon
of het muziekapparaat gebruikt dat u op
de carkit hebt aangesloten.
Druk op het wiel voor andere taken, bijvoorbeeld het afhandelen van
gesprekken.
■ De carkit in- of uitschakelen
Raadpleeg de monteur die de carkit heeft gemonteerd als u niet weet of
de contactsensordraad al dan niet is aangesloten.
Inschakelen
Als de contactsensordraad is aangesloten, zet dan de motor aan.
Wanneer de carkit is ingeschakeld, gaat het indicatorlampje van het
invoerapparaat branden.
Als de contactsensordraad niet is aangesloten, houdt u het Navi-wiel
ongeveer 2 seconden ingedrukt. U kunt ook de motor starten, gaan
rijden en wachten tot de ingebouwde bewegingssensor de carkit
automatisch inschakelt.
Nadat de carkit is ingeschakeld, probeert deze een Bluetooth-verbinding
tot stand te brengen met de mobiele telefoon die het laatst met de
carkit is gebruikt.
Uitschakelen
Als de contactsensordraad is aangesloten, zet dan de motor uit. Als u
bezig bent met een gesprek op de mobiele telefoon die op de carkit is
aangesloten, wordt de carkit uitgeschakeld nadat u het gesprek hebt
beëindigd.
7
Aan de slag
Als de contactsensordraad niet is aangesloten en u niet aan het bellen
bent met de telefoon die op de carkit is aangesloten, gaat u op een van
de volgende manieren te werk:
• Koppel de telefoon en het muziekapparaat (indien aanwezig) los van
de carkit. Zie "De carkit loskoppelen" op pagina 10. De carkit wordt
na 2 minuten automatisch uitgeschakeld.
• Draai het Navi-wiel naar links tot de carkit een korte pieptoon laat
horen en het blauwe indicatorlampje begint te knipperen. Draai
binnen 5 seconden het Navi-wiel 6 stappen naar links.
Als de carkit wordt uitgeschakeld, gaat het indicatorlampje uit.
Nadat u de motor hebt uitgezet, moet u de mobiele telefoon of het
muziekapparaat uit de carkit halen om de accu van de auto te sparen.
Als u de mobiele telefoon of het muziekapparaat aangesloten laat op de
carkit, wordt de carkit na 12 uur automatisch uitgeschakeld.
■ Koppelen en verbinding maken met een ander
apparaat
Voordat u de carkit kunt gebruiken, moet u deze afstemmen op
(koppelen aan) een compatibele mobiele telefoon of compatibel
muziekapparaat dat draadloze Bluetooth-technologie ondersteunt, en
er een verbinding mee laten maken. Zie "Draadloze Bluetoothtechnologie"op pagina 5 voor meer informatie over Bluetoothverbindingen en de ondersteunde Bluetooth-profielen.
Wanneer uw apparaat via draadloze Bluetooth-technologie op de carkit
is aangesloten, kunt u het apparaat bijvoorbeeld in een tas laten zitten
wanneer u de carkit gebruikt. Als u de batterij in uw compatibele Nokiaapparaat wilt opladen terwijl u de carkit gebruikt, moet u het apparaat
via de meegeleverde oplaadkabel op de carkit aansluiten.
U kunt de carkit koppelen aan maximaal 8 apparaten, maar u kunt
gelijktijdig slechts verbinding maken met één apparaat dat het HFP
Bluetooth-profiel ondersteunt en één ander apparaat dat het A2DP
Bluetooth-profiel ondersteunt.
8
Aan de slag
Carkit koppelen en een verbinding maken
Als uw telefoon de Bluetooth-profielen HFP en A2DP ondersteunt en
een muziekspelerfunctie heeft, kunt u de carkit gebruiken voor het
afhandelen van gesprekken en het afspelen van muziek.
Als uw telefoon het A2DP Bluetooth-profiel niet ondersteunt, kunt u de
carkit koppelen aan een apparaat dat dit profiel wel ondersteunt.
1. Schakel de carkit en de mobiele telefoon of het muziekapparaat in.
Als u een muziekapparaat dat het A2DP Bluetooth-profiel
ondersteunt wilt koppelen en verbinden, koppelt u de carkit los van
de telefoon als de telefoon dit profiel ondersteunt.
2. Activeer de Bluetooth-functie op uw apparaat en laat het naar
Bluetooth-apparaten zoeken. Raadpleeg de gebruikershandleiding
van het apparaat voor instructies.
3. Selecteer de carkit (Nokia CK-100) in de lijst met gevonden
apparaten of volg de instructies hiervoor in de gebruikershandleiding
van uw apparaat.
4. Voer de Bluetooth-code 0000 in om de carkit op uw apparaat af te
stemmen en aan te sluiten. Soms moet u na het afstemmen nog een
aparte handeling uitvoeren om de apparaten met elkaar te
verbinden. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw apparaat
voor meer informatie.
Als uw muziekapparaat niet over een toetsenbord beschikt, kan de
Bluetooth-toegangscode 0000 als standaard worden gebruikt. Zo
niet, raadpleeg dan de gebruikershandleiding van het apparaat om
de standaardcode in 0000 te wijzigen.
U hoeft de carkit maar eenmaal af te stemmen op het apparaat.
Als het afstemmen is gelukt en het apparaat verbinding heeft met de
carkit, begint het blauwe indicatorlampje te branden en wordt een
pieptoon of een gesproken bevestiging afgespeeld. De carkit wordt ook
weergegeven in het menu van de telefoon of het muziekapparaat met de
huidige gekoppelde Bluetooth-apparaten. Als het koppelen mislukt is,
laat de carkit een lage pieptoon of gesproken instructie horen.
9
Aan de slag
De carkit automatisch aansluiten
Mogelijk kunt u de mobiele telefoon of het muziekapparaat zo instellen
dat de carkit er automatisch verbinding mee maakt. Als u deze functie in
een Nokia-apparaat wilt activeren, wijzigt u de instellingen voor
gekoppelde apparaten in het Bluetooth-menu.
De carkit handmatig met een telefoon verbinden
Wanneer u de carkit inschakelt, probeert deze verbinding te maken met
de mobiele telefoon die het laatst is gebruikt. Als het na twee minuten
niet gelukt is verbinding te maken, kunt u handmatig zoeken naar
gekoppelde telefoons.
U start de zoekactie door het Navi-wiel ongeveer twee seconden
ingedrukt te houden. Tijdens het zoeken knippert het blauwe
indicatorlampje van het invoerapparaat langzaam. De carkit probeert
eerst verbinding te maken met de telefoon die het laatst ermee is
gebruikt. Als dat mislukt, wordt geprobeerd verbinding te maken met
een van de andere telefoons die het meest recent met de carkit zijn
gekoppeld. (U stopt de zoekactie door het Navi-wiel ongeveer twee
seconden ingedrukt te houden.)
Als u het muziekapparaat handmatig met de carkit wilt verbinden,
raadpleegt u de gebruikershandleiding van het apparaat.
Twee A2DP-apparaten gelijktijdig aansluiten
U kunt de carkit met een gelijktijdig aangesloten mobiele telefoon en
een muziekapparaat gebruiken als die beide het A2DP Bluetooth-profiel
ondersteunen.
Als uw telefoon het A2DP Bluetooth-profiel ondersteunt maar u in
plaats daarvan het muziekapparaat wilt gebruiken om naar muziek te
luisteren, sluit u het muziekapparaat aan op de carkit voordat u de
telefoon aansluit.
De carkit loskoppelen
Als u de carkit wilt loskoppelen van het apparaat, sluit u de verbinding in
het Bluetooth-menu van uw apparaat of schakelt u de carkit uit.
10
Aan de slag
U hoeft de afstemming met de carkit niet te verwijderen om deze los te
koppelen.
De lijst met afgestemde apparaten wissen
De carkit slaat de afstemmingsgegevens op van de laatste acht
Bluetooth-apparaten waarop hij is afgestemd. Als u deze informatie wilt
wissen, schakelt u de carkit uit en houdt u het Navi-wiel gedurende
meer dan vijf seconden ingedrukt. De carkit laat een gesproken
bevestiging of een korte pieptoon horen.
11
Gebruik
3.Gebruik
■ Opbellen
U kunt bellen door de mobiele telefoon te gebruiken zoals u dat gewend
bent, nadat er een verbinding tot stand is gebracht met de carkit. (Druk
op het Navi-wiel om de oproep te annuleren.) Spreek in de richting van
de microfoon van de carkit. Voor optimale prestaties controleert u of er
geen objecten voor de microfoon zijn geplaatst en of de microfoon zich
voor u bevindt. Tijdens het gesprek brandt het groene indicatorlampje.
Als u het nummer dat u het laatst hebt gebeld opnieuw wilt kiezen (als
de telefoon nummerherhaling met de carkit ondersteunt), drukt u
tweemaal op het Navi-wiel wanneer er geen gesprek actief is.
Als u spraakgestuurde nummerkeuze wilt activeren (als de telefoon deze
functie met de carkit ondersteunt), houdt u het Navi-wiel ongeveer
twee seconden ingedrukt wanneer er geen gesprek actief is en volgt u
verder de instructies in de gebruikershandleiding van de telefoon. Druk
op het Navi-wiel om spraakgestuurde nummerkeuze te annuleren.
Als u wilt overschakelen tussen de carkit en de mobiele telefoon, houdt
u het Navi-wiel ongeveer twee seconden ingedrukt. Wanneer het
gesprek is overgeschakeld naar de telefoon, knippert het groene
indicatorlampje. Wanneer u een gesprek overschakelt van de carkit naar
het andere apparaat, sluiten sommige telefoons de Bluetoothverbinding tot het gesprek is beëindigd.
■ Een gesprek beantwoorden
Wanneer u een oproep ontvangt, begint het groene indicatorlampje te
knipperen en hoort u een beltoon over de luidspreker van de carkit of
van de autoradio, als de carkit daarop is aangesloten.
Druk op het Navi-wiel om het gesprek te beantwoorden. U weigert het
gesprek door het Navi-wiel ongeveer twee seconden ingedrukt te
houden.
12
Gebruik
■ Een gesprek beëindigen
Druk op het Navi-wiel om het gesprek te beëindigen.
■ Twee gesprekken tegelijk afhandelen
Als u van deze functies wilt kunnen gebruikmaken, moet uw telefoon
het HFP Bluetooth-profiel 1.5 ondersteunen.
Druk op het Navi-wiel om het huidige gesprek te beëindigen en een
gesprek in de wacht te activeren.
Druk op het Navi-wiel om het huidige gesprek te beëindigen en een
wisselgesprek te beantwoorden. Als u van deze functie wilt kunnen
gebruikmaken, moet wisselgesprek (netwerkservice) in uw telefoon zijn
geactiveerd.
■ Het volume aanpassen
Als u het volume wilt aanpassen wanneer u de mobiele telefoon of het
muziekapparaat gebruikt dat op de carkit is aangesloten, draait u het
Navi-wiel naar links om het volume te verlagen of naar rechts om het te
verhogen.
Het geselecteerde volumeniveau wordt afzonderlijk opgeslagen voor de
telefoon en het muziekapparaat.
■ Luisteren naar muziek
Als u naar muziek wilt luisteren, sluit u de carkit aan op een mobiele
telefoon of een muziekapparaat die het A2DP Bluetooth-profiel
ondersteunen.
De beschikbare muziekfuncties zijn afhankelijk van het aangesloten
apparaat.
Als u belt of wordt gebeld terwijl u naar muziek luistert, wordt de
muziek onderbroken totdat u het gesprek beëindigt.
13
Gebruik
■ Radio dempen
Als de carkit is aangesloten op de autoradio en radio dempen is
ingeschakeld, wordt de autoradio gedempt wanneer u belt of een
gesprek beantwoordt.
Raadpleeg de monteur die de carkit heeft gemonteerd als u niet weet of
radio dempen al dan niet is ingeschakeld.
■ Gesproken instructies
De carkit kan in sommige talen gesproken instructies geven.
Ga als volgt te werk om de taal van de gesproken instructies te
veranderen:
1. Controleer of de carkit is ingeschakeld en verbinding heeft met uw
mobiele telefoon.
2. Houd het Navi-wiel langer dan vijf seconden ingedrukt wanneer er
geen gesprek actief is. De carkit speelt de naam af van de huidige
geselecteerde taal.
Als u de taalselectie wilt stoppen zonder de taal te wijzigen, houdt u
het Navi-wiel ongeveer twee seconden ingedrukt of draait u tien
seconden lang niet aan het wiel.
3. Draai het Navi-wiel om naar de gewenste taal te bladeren.
Als u gesproken instructies wilt uitschakelen, bladert u naar het
einde van de lijst met talen. De bijbehorende gesproken instructie
wordt afgespeeld in de huidige geselecteerde taal.
4. Druk binnen tien seconden op het Navi-wiel om de taalinstelling op
te slaan.
■ Resetten
Als u de carkit wilt resetten wanneer deze tijdens een gesprek of tijdens
gespreksgestuurde nummerkeuze stopt met functioneren, houdt u het
Navi-wiel langer dan vijf seconden ingedrukt. De carkit laat een korte
pieptoon horen. Door op deze manier te resetten worden de
koppelingsinstellingen niet gewist.
14
Problemen oplossen
4.Problemen oplossen
■ Problemen met de verbinding
Ik kan de carkit niet via een Bluetooth-verbinding op mijn apparaat
aansluiten.
• Zorg ervoor dat de carkit is ingeschakeld en is afgestemd op het
mobiele apparaat.
• Controleer of de Bluetooth-functie op het apparaat is geactiveerd.
De carkit brengt geen Bluetooth-verbinding met mijn afgestemde
apparaat tot stand als ik de motor start of de carkit inschakel.
• Controleer of de Bluetooth-functie op het apparaat is geactiveerd.
• Vraag de monteur die de carkit heeft gemonteerd om ervoor te
zorgen dat de contactsensordraad goed is aangesloten.
• Zorg ervoor dat uw apparaat zo is ingesteld dat het automatisch
verbinding maakt met de carkit wanneer deze wordt ingeschakeld.
Mijn autoradio heeft geen stereo- of AUX-ingang.
Vraag de monteur die de carkit installeert om een adapter te gebruiken
waarmee de stereo-uitgang van de carkit kan worden aangesloten op
een andere ingang van de autoradio (bijvoorbeeld de connector van de
cd-wisselaar) voor stereogeluid.
Het lukt niet om mijn compatibele muziekapparaat af te stemmen op
de carkit.
Controleer of de Bluetooth-code van het muziekapparaat 0000 is. Als
dit niet het geval is, wijzig de code dan in 0000 volgens de instructies in
de gebruikershandleiding van het muziekapparaat.
■ Problemen met geluid
Tijdens een gesprek hoort de beller mijn stem niet.
Zorg ervoor dat het apparaat goed op de carkit is aangesloten via een
Bluetooth-verbinding.
15
Problemen oplossen
De geluidskwaliteit is niet goed of ik hoor geen geluid.
• Als de carkit op de autoradio is aangesloten, controleer dan of het
volume van de autoradio goed is ingesteld.
• Als de carkit op de meegeleverde luidspreker is aangesloten,
controleer dan of het volume van de carkit goed is ingesteld.
De carkit speelt geen geluid in stereo af.
• Controleer of de autoradio is ingesteld om geluid te ontvangen via de
stereo-ingang.
• Controleer of u de juiste geluidsbron in de autoradio hebt
geselecteerd.
• Controleer of het volume van de autoradio goed is ingesteld.
De geluidskwaliteit van de muziek klinkt als een telefoongesprek.
Als u de muziekspelerfunctie van de mobiele telefoon gebruikt,
controleert u of de telefoon het A2DP Bluetooth-profiel ondersteunt en
of er geen ander A2DP-apparaat op de carkit is aangesloten. Als uw
telefoon dit profiel ondersteunt en er een ander A2DP-apparaat is
aangesloten op de carkit, verbreekt u de verbinding tussen het andere
apparaat en de carkit en sluit u de telefoon aan.
Als u een muziekapparaat gebruikt dat het A2DP Bluetooth-profiel
ondersteunt, controleert u of er geen ander A2DP-apparaat is
aangesloten op de carkit.
Ik kan de muziek die wordt afgespeeld niet horen wanneer de mobiele
telefoon of het muziekapparaat is aangesloten op de carkit.
• Controleer of uw telefoon of muziekapparaat het A2DP Bluetoothprofiel ondersteunt en of er geen ander A2DP-apparaat (bijvoorbeeld
een Bluetooth-adapter die gebruikmaakt van A2DP) is aangesloten
op de carkit.
• Controleer of de telefoon of het muziekapparaat goed is aangesloten
op de carkit.
• Controleer of de carkit goed is aangesloten op de stereo-ingang van
de autoradio. Zie "Integratie met een autoradiosysteem" op
pagina 19, of raadpleeg de monteur die de carkit heeft gemonteerd.
16
Problemen oplossen
De autoradio wordt niet uitgeschakeld als ik een oproep beantwoord.
Vraag de monteur die de carkit heeft gemonteerd om ervoor te zorgen
dat de dempingskabel goed is aangesloten.
■ Andere problemen
De carkit wordt niet ingeschakeld wanneer ik de motor start.
Vraag de monteur die de carkit heeft gemonteerd om ervoor te zorgen
dat de contactsensordraad goed is aangesloten.
De batterij van mijn mobiele telefoon wordt niet opgeladen wanneer
het apparaat op de carkit is aangesloten.
Controleer of de mobiele telefoon is aangesloten op de carkit met de
meegeleverde oplaadkabel.
17
Installatie
5.Installatie
■ Veiligheidsinformatie
Neem de volgende veiligheidsrichtlijnen in acht bij het monteren van de
carkit:
• De carkit mag alleen worden gemonteerd door een bevoegd
technicus of monteur en er mag alleen gebruik worden gemaakt van
de meegeleverde, goedgekeurde originele Nokia-onderdelen.
Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de
garantie die eventueel van toepassing is, doen vervallen.
Eindgebruikers moeten er rekening mee houden dat er ingewikkelde
technische apparatuur voor de carkit wordt gebruikt die alleen door
ervaren technici en met speciaal gereedschap kan worden
gemonteerd.
• Deze handleiding bevat algemene instructies voor de montage van
de carkit in een voertuig. Gezien de grote variatie in typen en
modellen voertuigen kan in deze handleiding niet worden ingegaan
op de specifieke technische vereisten voor een bepaald type voertuig.
Raadpleeg hiervoor de fabrikant van het desbetreffende voertuig.
• De carkit is alleen geschikt voor voertuigen met een 12-volts
negatieve aarding. Gebruik met andere voltages of polariteiten leidt
tot beschadiging van de apparatuur.
• Denk eraan dat in moderne autosystemen boordcomputers zitten
waarin essentiële voertuigparameters zijn opgeslagen. Wanneer de
accu op onjuiste wijze wordt losgekoppeld, gaan er mogelijk
gegevens verloren. Dit kan ertoe leiden dat het systeem opnieuw
moet worden geïnitialiseerd, wat zeer veel tijd en moeite kost.
Raadpleeg uw autodealer bij vragen vóór de montage.
• Sluit geen onderdelen van de carkit aan op de hoogspanningsdraden
van het contactsysteem.
• Let er bij de montage van de onderdelen van de carkit op dat geen
enkel onderdeel een belemmering vormt voor het stuur- of
remsysteem of andere systemen die worden gebruikt voor de werking
18
Installatie
van het voertuig (bijvoorbeeld airbags), en dat de onderdelen uw
gezichtsveld tijdens het autorijden niet belemmeren. Zorg ervoor dat
de carkit en de onderdelen zo worden gemonteerd dat u er niet mee
in contact komt in het geval van een botsing of aanrijding.
Let er bij het monteren van een autotelefoonhouder op dat het
scherm van de telefoon duidelijk zichtbaar is voor de gebruiker.
• Uw onderhoudsmonteur of dealer kan u adviseren over alternatieven
voor het correct monteren van de apparatuur in het voertuig zonder
dat u gaten hoeft te boren.
• Rook niet als u aan de auto werkt. Zorg ervoor dat u niet in de buurt
bent van open vuur.
• Zorg ervoor dat u tijdens de montage de elektriciteitskabels,
brandstof- en remleidingen en beveiligingsapparatuur niet
beschadigt.
• RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in
gemotoriseerde voertuigen die verkeerd gemonteerd of onvoldoende
beschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor
brandstofinjectie, elektronische antiblokkeersystemen, systemen
voor elektronische snelheidsregeling, airbagsystemen). Raadpleeg de
autodealer als een van deze systemen niet meer naar behoren werkt.
• Zorg er ook voor dat de kabels niet blootstaan aan mechanische druk.
(Deze kan bijvoorbeeld ontstaan als de kabels onder stoelen of tegen
scherpe randen worden bevestigd.)
■ Integratie met een autoradiosysteem
U kunt de carkit op drie manieren op een autoradiosysteem aansluiten.
Selecteer de juiste optie aan de hand van de meegeleverde onderdelen.
Zie "Handsfree eenheid HF-22" op pagina 25 voor meer informatie over
de aansluitingen op de handsfree eenheid HF-22.
U kunt de carkit aansluiten op een luidspreker met een impedantie van
ten minste 2 ohm. De optimale impedantie voor de carkit is 4 ohm. Als
de impedantie groter is dan 8 ohm, is het uitgangsvermogen aanzienlijk
lager dan normaal.
19
Installatie
De ISO-kabel CA-135 gebruiken
Als u de carkit met de ISO-kabel CA-135 aansluit op het
autoradiosysteem, kunt u instellen of de versterker van de carkit wordt
gebruikt voor oproepen en de versterker van de autoradio voor muziek,
of dat de versterker van de carkit voor beide wordt gebruikt.
De versterker van de carkit gebruiken voor oproepen en muziek
In deze instelling wordt de autoradio gedempt als u belt of wordt gebeld
of naar muziek luistert vanaf een verbonden apparaat dat het A2DP
Bluetooth-profiel ondersteunt.
De ingebouwde versterker van de carkit wordt gebruikt voor oproepen
en muziek die op het A2DP-apparaat wordt afgespeeld.
20
Installatie
1. Ga als volgt te werk om de ISO-kabel aan te sluiten op de autoradio:
• Koppel de juiste kabels los van de autoradio en steek in plaats
daarvan de stekker van de ISO-kabel erin. Sluit de andere
uiteinden van de kabel aan op de luidsprekers van de autoradio.
• Sluit een van de draden met de naam Mute 1, Mute 2 of Mute 3
van de autoradio aan op de ISO-kabel. Laat de overige bedrading
voor dempen ongemoeid.
• Steek de stekker van de stroomdraad van de ISO-kabel in de
desbetreffende connector op de handsfree eenheid.
• Controleer de stroompin voor +12 V en de contactpin van de
autoradio en de desbetreffende pinnen van de ISO-kabel. Wissel
de pinnen op de zekeringen van de ISO-kabel zo nodig om. Sluit
de ISO-kabel aan op de twee open ISO-connectors.
2. Sluit de ISO-kabel aan op de desbetreffende connector op de
handsfree eenheid.
Nadat u de ISO-kabel hebt aangesloten, sluit u het externe
invoerapparaat CU-11 en de microfoon MP-2 aan op de desbetreffende
connectors op de handsfree eenheid.
Voor het opladen van een compatibele mobiele telefoon van Nokia via
de carkit sluit u één uiteinde van de meegeleverde oplaadkabel CA-134
aan op de handsfree eenheid en het andere uiteinde op de
oplaadconnector van 2,0 mm van de mobiele telefoon.
De versterker van de carkit gebruiken voor oproepen en de
versterker van de autoradio voor muziek
In deze instelling wordt het volume van de autoradio gedempt wanneer
u belt of gebeld wordt.
De versterker en de equaliser van de autoradio worden gebruikt voor de
muziek die wordt afgespeeld op een verbonden apparaat dat het A2DPprofiel ondersteunt. De ingebouwde versterker van de carkit wordt
gebruikt voor oproepen.
21
Installatie
1. Ga als volgt te werk om de ISO-kabel aan te sluiten op de autoradio:
• Koppel de juiste kabels los van de autoradio en steek in plaats
daarvan de stekker van de ISO-kabel erin. Sluit de andere
uiteinden van de kabel aan op de luidsprekers van de autoradio.
• Sluit een van de draden met de naam Mute 1, Mute 2 of Mute 3
van de autoradio aan op de ISO-kabel. Laat de overige bedrading
voor dempen ongemoeid.
• Steek de stekker van de stroomdraad van de ISO-kabel in de
desbetreffende connector op de handsfree eenheid.
• Controleer de stroompin voor +12 V en de contactpin van de
autoradio en de desbetreffende pinnen van de ISO-kabel. Wissel
de pinnen op de zekeringen van de ISO-kabel zo nodig om. Sluit
de ISO-kabel aan op de twee open ISO-connectors.
22
Installatie
2. Sluit de ISO-kabel aan op de desbetreffende connector op de
handsfree eenheid.
3. Knip de lus door die in de afbeelding wordt aangeduid met een
schaar.
4. Sluit de stereo-uitgangen van de handsfree eenheid aan op de AUXingang van de autoradio. Gebruik een kabel die specifiek geschikt is
voor uw autoradio (deze kabel is niet meegeleverd bij de carkit).
Nadat u de ISO-kabel en de stereo-uitgangskabel hebt aangesloten,
sluit u het externe invoerapparaat CU-11 en de microfoon MP-2 aan op
de desbetreffende connectors op de handsfree eenheid.
Voor het opladen van een compatibele mobiele telefoon van Nokia via
de carkit sluit u één uiteinde van de meegeleverde oplaadkabel CA-134
aan op de handsfree eenheid en het andere uiteinde op de
oplaadconnector van 2,0 mm van de mobiele telefoon.
De stroomkabel PCU-4 gebruiken
In deze instelling wordt het volume van de autoradio gedempt wanneer
u belt of gebeld wordt.
De luidspreker SP-3 wordt gebruikt voor oproepen en de versterker en de
equaliser van de autoradio worden gebruikt voor muziek die wordt
afgespeeld op een verbonden apparaat die het A2DP Bluetooth-profiel
ondersteunt.
23
Installatie
1. Sluit de desbetreffende draden van de stroomkabel PCU-4 aan op de
accu en contactsensor van de auto (indien aanwezig). Sluit de
dempingskabel voor de radio (indien aanwezig) aan op de autoradio.
2. Sluit de stroomkabel aan op de desbetreffende connector op de
handsfree eenheid.
3. Sluit de luidspreker SP-3 aan op de desbetreffende connector op de
handsfree eenheid.
4. Sluit de stereo-uitgangen van de handsfree eenheid aan op de AUXingang van de autoradio. Gebruik een kabel die specifiek geschikt is
voor uw autoradio (deze kabel is niet meegeleverd bij de carkit).
Nadat u alles hebt aangesloten, sluit u het externe invoerapparaat
CU-11 en de microfoon MP-2 aan op de desbetreffende connectors op
de handsfree eenheid.
Voor het opladen van een compatibele mobiele telefoon van Nokia via
de carkit sluit u één uiteinde van de oplaadkabel CA-134 aan op de
handsfree eenheid en het andere uiteinde op de oplaadconnector van
2,0 mm van de mobiele telefoon.
■ De carkit in een voertuig monteren
In dit gedeelte wordt beschreven hoe de onderdelen van de carkit in een
voertuig moeten worden gemonteerd. De onderdelen worden
beschreven in "Onderdelen" op pagina 6.
Let er bij de montage van de onderdelen van de carkit op dat geen enkel
onderdeel een belemmering vormt voor het stuur- of remsysteem of
andere systemen die worden gebruikt voor de werking van het voertuig
(bijvoorbeeld airbags).
24
Voorbeeld van correcte montage
Handsfree eenheid HF-22
De handsfree eenheid heeft de volgende connectors:
Installatie
1
5
1. Connector voor invoerapparaat CU-11
2. Connector voor oplaadkabel CA-134 (voor het opladen van een
mobiele telefoon van Nokia)
3. Connector voor microfoon MP-2
4. Mini-USB-connector
68
3
2
4
7
25
Installatie
5. Stereo-uitgangen (standaard RCA-connectors) voor aansluiting op
een autoradio met de juiste line-in poorten. De uitgangen zijn alleen
actief wanneer u naar muziek luistert van een apparaat dat het A2DP
Bluetooth-profiel ondersteunt en is aangesloten op de carkit.
6. Connector voor stroomkabel PCU-4
7. Connector voor ISO-kabel CA-135
8. Connector voor luidsprekers SP-3
Bij het monteren van de handsfree eenheid moet u erop letten dat de
kabels voor de microfoon en de luidspreker lang genoeg zijn om de
plaatsen te bereiken waar u deze onderdelen wilt monteren.
Monteer de handsfree eenheid niet in een metalen behuizing of op een
metalen oppervlak, aangezien dit negatieve gevolgen heeft voor de
Bluetooth-verbinding tussen de handsfree eenheid en het Bluetoothapparaat dat op de carkit is aangesloten. Voor een optimale verbinding
moet de handsfree eenheid ten minste 4 mm zijn verwijderd van een
metalen oppervlak.
Installeer de handsfree eenheid in de auto met geschikte
montagematerialen (niet meegeleverd). Zorg dat de handsfree eenheid
stevig is bevestigd.
Invoerapparaat CU-11
Het invoerapparaat moet zich binnen handbereik van de gebruiker
bevinden.
Zorg dat de kabel van het invoerapparaat bij de handsfree eenheid kan
komen zodat de kabel aangesloten kan worden. De beste plaats om het
invoerapparaat te monteren is horizontaal op de console tussen de
chauffeursstoel en de stoel van de voorpassagier.
Ga als volgt te werk om het invoerapparaat te monteren:
1. Druk het meegeleverde bevestigingsmateriaal op de gewenste
locatie in de auto: trek het beschermlaagje los van een zijkant van
het materiaal en druk het materiaal op zijn plaats.
Raak de plaklaag niet aan als u het beschermlaagje losmaakt. Zorg
ervoor dat de ondergrond waarop u het materiaal bevestigt, droog,
schoon en stofvrij is.
26
Installatie
2. Trek het beschermlaagje van het bevestigingsmateriaal aan de
onderkant van het invoerapparaat en aan de andere kant van het
materiaal dat in de auto is bevestigd.
3. Druk de stukjes bevestigingsmateriaal stevig tegen elkaar en
controleer of het invoerapparaat goed op zijn plaats blijft zitten.
Microfoon MP-2
U kunt de kwaliteit van spraaktransmissie verhogen door zorgvuldig een
plaats te kiezen voor montage van de microfoon.
De microfoon kan het beste bij de achteruitkijkspiegel worden
gemonteerd. Monteer de microfoon in de richting van de mond van de
bestuurder en op ten minste 1 meter afstand van de luidspreker van de
carkit zodat u geen echo hoort.
Zorg dat de kabel van de microfoon bij de handsfree eenheid kan komen
zodat de kabel aangesloten kan worden.
Zorg ervoor dat de microfoon niet in de luchtstroom van de ventilatoren
komt te zitten. Leg de microfoonkabel niet in het verwarmings-,
ventilatie- of aircosysteem. Bevestig de microfoon met het meegeleverde
dubbelzijdige plakband om de hoeveelheid achtergrondgeluid van de auto
te reduceren, zodat u tijdens uw gesprekken minder storing ondervindt.
Steek de stekker van de microfoon in de microfooningang van de
handsfree eenheid en draai de stekker met de klok mee stevig vast. Als u
een andere microfoon gebruikt dan de meegeleverde, kan dit de
geluidskwaliteit nadelig beïnvloeden.
Oplaadkabel CA-134
De carkit wordt geleverd met de oplaadkabel CA-134 met een
oplaadstekker van 2,0 mm voor compatibele Nokia-apparaten. Mogelijk
is ook een oplaadkabel meegeleverd met een micro-USB-oplaadstekker
voor compatibele Nokia-apparaten.
Als u de oplaadkabel wilt aansluiten op uw mobiele telefoon, steekt u
het ene uiteinde van de kabel voorzichtig in de desbetreffende
connector op de handsfree eenheid HF-22 en het andere uiteinde in de
oplaadconnector van de telefoon.
27
Installatie
ISO-kabel CA-135
Als de ISO-kabel CA-135 is meegeleverd met de carkit, kunt u deze
gebruiken om de carkit eenvoudig aan te sluiten op een autoradio met
ISO-connectors. Zie "Integratie met een autoradiosysteem" op
pagina 19.
■ Optionele accessoires
U kunt de functies van de carkit uitbreiden met optionele accessoires.
Informeer bij uw dealer of onderhoudsmonteur naar geschikte
accessoires voor de carkit. Gebruik alleen goedgekeurde en compatibele
accessoires.
Apparaathouder
Zorg er bij het monteren van een apparaathouder in uw auto voor dat
het scherm van de mobiele telefoon duidelijk zichtbaar is voor de
gebruiker en dat de houder geen belemmering vormt voor het stuur- of
remsysteem of andere systemen die worden gebruikt voor de werking
van het voertuig (bijvoorbeeld airbags). Raadpleeg voor montageinstructies de documentatie bij de apparaathouder.
Neem contact op met uw dealer voor compatibele houders voor uw
mobiele apparaat.
28
Installatie
Externe antenne
De externe antenne zorgt voor betere ontvangst van de mobiele
telefoon in de auto. Raadpleeg uw dealer voor meer informatie.
Opmerking: Teneinde te voldoen aan de richtlijnen voor blootstelling
aan RF-signalen, dient u de externe antenne zo te installeren dat u
minimaal 20 cm afstand bewaart tussen de externe antenne en
individuen, waarbij de opbrengst van de externe antenne niet hoger
mag zijn dan 3 dBi.
■ De werking van de carkit controleren
Nadat de carkit is gemonteerd, moet u controleren of hij goed werkt en
correct is aangesloten. Zie ook "Problemen oplossen" op pagina 15.
29
Onderhoud
Onderhoud
Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en
moet met zorg worden behandeld. De volgende tips kunnen u helpen om de
garantie te behouden.
• Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten
vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van
elektronische schakelingen veroorzaken. Als het apparaat nat wordt, moet u
het apparaat helemaal laten opdrogen.
• Gebruik of bewaar het apparaat niet op stoffige, vuile plaatsen. De
bewegende onderdelen en elektronische onderdelen kunnen beschadigd
raken.
• Probeer niet het apparaat te openen.
• Gebruik geen agressieve chemicaliën, oplosmiddelen of sterke
reinigingsmiddelen om het apparaat schoon te maken.
• Verf het apparaat niet. Verf kan de bewegende onderdelen van het apparaat
blokkeren en de correcte werking belemmeren.
Deze tips gelden voor het apparaat en andere toebehoren. Als de carkit niet goed
werkt, brengt u het voertuig naar een bevoegd servicepunt zodat de carkit kan
worden nagekeken.
30
Aanvullende veiligheidsinformatie
Aanvullende veiligheidsinformatie
■ Voertuigen
RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in
gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende
afgeschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie,
elektronische antislip- of antiblokkeer-remsystemen, systemen voor
elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant, of
diens vertegenwoordiger, van uw voertuig of van hieraan toegevoegde
apparatuur, voor meer informatie.
Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een
auto worden gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar
opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is op het apparaat, doen
vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog
steeds goed bevestigd zit en naar behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen
brandbare vloeistoffen, gassen of explosieve materialen in dezelfde ruimte als die
waarin het apparaat zich bevindt of onderdelen of toebehoren daarvan. Voor
auto's met een airbag geldt dat de airbags met zeer veel kracht worden
opgeblazen. Zet geen voorwerpen, dus ook geen geïnstalleerde of draagbare
draadloze apparatuur, in de ruimte boven de airbag of waar de airbag wordt
opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de auto en de
airbag wordt opgeblazen, kan dit ernstige verwondingen veroorzaken.
31
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.