Over dit apparaat5
Office-toepassingen6
Netwerkdiensten6
Aan de slag8
Toetsen en onderdelen8
SIM-kaart en batterij plaatsen8
Een geheugenkaart plaatsen9
Polsband10
De batterij opladen10
Het apparaat in- en uitschakelen11
Toetsenblok vergrendelen11
Volumeregeling11
Een compatibele headset aansluiten 12
Een USB-gegevenskabel aansluiten12
Antennelocaties12
Inhoud overbrengen vanaf een ander
apparaat13
Ovi Suite installeren13
Ovi by Nokia14
Over Ovi Winkel14
Een geheugenkaart verwijderen14
Batterij en SIM-kaart verwijderen15
Basistoepassing16
Tekst invoeren16
Menu17
Schermsymbolen18
Sneltoetsen19
Het profiel Offline20
Toegangscodes20
Configuratie-instellingen21
Instelwizard21
Extern blokkeren21
Een oproep plaatsen26
Een oproep beantwoorden26
Een video-oproep plaatsen26
Een video-oproep beantwoorden of
weigeren27
Vereisten voor het delen van video27
Live videobeelden en videoclips delen 28
Een conferentiegesprek voeren29
Snelkeuze 29
Spraakgestuurde nummerkeuze30
Dictafoon30
Oproep- en gegevensregisters30
Oproepen blokkeren31
Vaste nummers31
Oproepen omleiden32
Oproepinstellingen33
Netwerkinstellingen33
Contacten35
Contact houden met uw online
vrienden35
Contacten kopiëren36
Namen en nummers beheren36
Namen en nummers opslaan en
bewerken37
Beltonen, afbeeldingen en beltekst
voor contacten37
Berichten39
Informatie over Berichten39
Berichten schrijven en verzenden39
E-mail41
Over Chat44
Uw computer met het web verbinden 45
Inhoud overbrengen vanaf een ander
apparaat45
Bluetooth46
Gegevenskabel50
Synchronisatie50
Web52
Informatie over de webbrowser52
Op internet surfen52
Over Zoeken53
Werkbalk in de browser53
Navigeren over pagina's53
Webfeeds en blogs54
Inhoud zoeken54
Bookmarks54
Gebeurtenissen in de buurt
ontdekken55
De cache wissen55
De verbinding verbreken55
Beveiliging van de verbinding55
Webinstellingen56
Positionering58
Informatie over GPS58
A-GPS (Assisted GPS)58
Kaarten59
Plaatsen68
GPS-gegevens68
Muziek en audio70
Ovi Muziek70
Muziekspeler70
FM-radio72
Camera74
Een afbeelding vastleggen74
Een videoclip opnemen74
Afbeeldingen en video's75
Over Galerij75
Online delen75
Nokia Videocentrum76
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet
opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk
of onwettig zijn. Lees de volledige
gebruikershandleiding voor meer
informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS
HET VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als
het gebruik van mobiele
telefoon verboden is of als dit
storing of gevaar zou kunnen
opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan alle lokale
wetgeving. Houd tijdens het
rijden altijd uw handen vrij om
het voertuig te besturen. De
verkeersveiligheid dient uw
eerste prioriteit te hebben
terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten
kunnen gevoelig zijn voor
storing. Dit kan de werking van
het apparaat negatief
beïnvloeden.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door
deskundigen worden
geïnstalleerd of gerepareerd.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze
handleiding wordt beschreven, is
goedgekeurd voor gebruik in het (E)GSM
850 MHz-, 900 MHz-, 1800 MHz- en 1900
MHz-netwerken en UMTS 900 MHz en 2100
MHz HSDPA- en HSUPA-netwerken . Neem
contact op met uw serviceprovider voor
meer informatie over netwerken.
Dit apparaat ondersteunt verschillende
verbindingsmethoden en net als
computers kan uw apparaat worden
blootgesteld aan virussen en andere
schadelijke inhoud. Wees voorzichtig met
berichten, verbindingsverzoeken,
browsen en downloaden. Installeer en
gebruik alleen diensten en software van
betrouwbare bronnen die adequate
beveiliging en bescherming bieden, zoals
toepassingen die Symbian Signed zijn of
de Java Verified™-test hebben doorstaan.
Overweeg de installatie van antivirus- en
andere beveiligingssoftware op het
apparaat en eventuele aangesloten
computers.
Uw apparaat beschikt mogelijk over
vooraf geïnstalleerde bladwijzers en
koppelingen naar websites van derden.
Deze zijn niet verbonden met Nokia en
Nokia onderschrijft deze niet en
aanvaardt er geen aansprakelijkheid voor.
Als u dergelijke sites bezoekt, moet u
voorzorgsmaatregelen treffen op het
gebied van beveiliging of inhoud.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet
waterbestendig. Houd het
apparaat droog.
Als u andere functies van dit apparaat wilt
gebruiken dan de alarmklok, moet het
apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het
apparaat niet in wanneer het gebruik van
draadloze apparatuur storingen of gevaar
kan veroorzaken.
Houd u bij het gebruik van dit apparaat
aan alle regelgeving en respecteer lokale
gebruiken, privacy en legitieme rechten
van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechtbescherming kan
verhinderen dat bepaalde afbeeldingen,
muziek en andere inhoud worden
gekopieerd, gewijzigd of overgedragen.
Maak een back-up of houd een
schriftelijke neerslag bij van alle
belangrijke gegevens die in uw apparaat
zijn opgeslagen.
Wanneer u het apparaat op een ander
apparaat aansluit, dient u eerst de
handleiding van het desbetreffende
apparaat te raadplegen voor uitgebreide
veiligheidsinstructies. Sluit geen
incompatibele producten aan.
De afbeeldingen in deze documentatie
kunnen verschillen van de afbeeldingen
op het scherm van het apparaat.
Voor andere belangrijke informatie over
uw apparaat wordt u verwezen naar de
gebruikershandleiding .
Office-toepassingen
De kantoortoepassingen ondersteunen
gebruikelijke functies van Microsoft Word,
PowerPoint en Excel (Microsoft Office
2000, XP en 2003). Niet alle
bestandsindelingen worden
ondersteund.
Netwerkdiensten
Om het apparaat te kunnen gebruiken,
moet u beschikken over een abonnement
bij een aanbieder van draadloze
verbindingsdiensten. Enkele functies zijn
niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn
ook functies waarvoor u specifieke
regelingen met uw serviceprovider moet
treffen voordat u ze kunt gebruiken.
Wanneer u netwerkdiensten gebruikt,
worden er gegevens overgedragen.
Informeer bij uw serviceprovider naar de
kosten voor communicatie op uw eigen
telefoonnetwerk en wanneer u in het
dekkingsgebied van andere netwerken
verkeert. Uw serviceprovider kan u
vertellen welke kosten in rekening
worden gebracht. Bij sommige netwerken
gelden beperkingen die invloed hebben
op hoe u sommige functies van dit
apparaat kunt gebruiken die
netwerkondersteuning nodig hebben,
zoals ondersteuning voor specifieke
technologieën, bijvoorbeeld WAP 2.0protocollen (HTTP en SSL) die werken met
TCP/IP-protocollen en taalafhankelijke
tekens.
Het kan zijn dat uw serviceprovider
verzocht heeft om bepaalde functies uit te
schakelen of niet te activeren in uw
apparaat. In dat geval worden deze
functies niet in het menu van uw apparaat
weergegeven. Mogelijk is uw apparaat
voorzien van aangepaste onderdelen,
zoals menunamen, menuvolgorde en
pictogrammen.
micro-SIM-kaarten genoemd), micro-SIMkaarten met een adapter of SIM-kaarten
met een mini-UICC-uitsnede (zie
afbeelding). Een micro-SIM-kaart is
kleiner dan de standaard SIM-kaart. Dit
apparaat ondersteunt het gebruik van
micro-SIM-kaarten niet en gebruik van
incompatibele SIM-kaarten kan mogelijk
de kaart of het apparaat beschadigen en
gegevens op de kaart aantasten.
1 Als u de achtercover van het apparaat
wilt verwijderen, trekt u de
ontgrendelingstoets (1) naar de
onderzijde van het apparaat en tilt u
de cover op (2).
2 Verwijder de batterij en schuif de SIM-
kaart in de SIM-kaarthouder. Zorg dat
het contactgebied omlaag is gericht.
Aan de slag9
4 Als u de achtercover wilt
terugplaatsen, plaatst u de
uitsteeksels aan de bovenkant van de
cover voorzichtig in de uitsparingen
(1) en lijnt u de achtercover uit. Druk
vervolgens omlaag tot de cover
vastklikt (2).
Een geheugenkaart plaatsen
Er is mogelijk een geheugenkaart bij het
apparaat geleverd en in het apparaat
geplaatst.
Uw batterij is in de fabriek gedeeltelijk
opgeladen, maar moet wellicht opnieuw
worden opgeladen voordat u het
apparaat voor het eerst kunt inschakelen.
Als het apparaat aangeeft dat de batterij
leeg raakt, doet u het volgende:
1 Sluit de lader aan op een stopcontact.
2 Sluit de lader aan op het apparaat.
3 Wanneer de batterij volledig is
opgeladen, maakt u eerst de lader los
van het apparaat en vervolgens haalt
u de lader uit het stopcontact.
U hoeft de batterij niet een specifieke tijd
op te laden en u kunt het apparaat tijdens
het opladen gebruiken. Als de batterij
volledig ontladen is, kan het enkele
minuten duren voordat de batterijindicator op het scherm wordt
weergegeven en u weer met het apparaat
kunt bellen.
Tip: Als u over oude compatibele Nokialaders beschikt, kunt u deze gebruiken
voor het apparaat door de CA-44laderadapter aan te sluiten op de oude
lader. De adapter is leverbaar als aparte
accessoire.
Opladen via USB
U kunt het apparaat opladen via een USBaansluiting als er geen stopcontact
beschikbaar is. Als u het apparaat oplaadt
met de USB-gegevenskabel, duurt het
opladen langer. De snelheid van het
opladen via USB varieert aanzienlijk. In
sommige gevallen duurt het heel lang
voordat het opladen begint en het
apparaat weer werkt.
Terwijl u het apparaat oplaadt via USB,
kunt u ook gelijktijdig gegevens
overbrengen via de USB-gegevenskabel.
1 Sluit een compatibel USB-apparaat
aan op uw apparaat met behulp van
een compatibele USB-gegevenskabel.
Afhankelijk van het type apparaat dat
wordt gebruikt om op te laden, kan
het even duren voordat het opladen
begint.
2 Als het apparaat wordt ingeschakeld,
kunt u een keuze maken uit de
beschikbare USB-opties op het scherm
van het apparaat.
Het apparaat in- en uitschakelen
Houd de aan/uit-toets ingedrukt om het
apparaat in en uit te schakelen. Druk kort
op de aan/uit-toets om een gesprek te
beëindigen of een toepassing te sluiten.
Als u wordt gevraagd om een PIN-code,
toetst u deze in en selecteert u OK.
Als u wordt gevraagd om de
blokkeringscode, toetst u deze in en
selecteert u OK. De fabrieksinstelling voor
de blokkeringscode is 12345.
Om de juiste tijdzone, tijd en datum in te
stellen, selecteert u het land waarin u zich
bevindt en voert u vervolgens de
plaatselijke tijd en datum in.
Toetsenblok vergrendelen
Als u de toetsen in het startscherm wilt
vergrendelen, drukt u op de
linkerselectietoets en binnen 1,5 seconde
op *.
Als u wilt instellen dat het apparaat het
toetsenblok na een bepaalde tijd
automatisch vergrendelt, selecteert u
> Instellingen en Algemeen >
Beveiliging > Telefoon en SIM-kaart >
Per. autom. blokk. ttsnb. > Door gebr.
gedef.. Selecteer vervolgens de gewenste
tijd.
Als u het toetsenblok wilt ontgrendelen,
selecteert u Blok. oph. en drukt u op *.
Wanneer het apparaat of het toetsenblok
is vergrendeld, kunt u mogelijk nog wel
het geprogrammeerde alarmnummer
kiezen.
Volumeregeling
Als u het volume van het oorstuk of de
luidspreker tijdens een gesprek of tijdens
het luisteren naar een geluidsbestand wilt
aanpassen, gebruikt u de volumetoetsen.
Selecteer Luidspreker of Telefoon om de
luidspreker tijdens een gesprek in of uit te
schakelen.
Voortdurende blootstelling aan een hoog
geluidsvolume kan uw gehoor
beschadigen. Luister naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Houd het
apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de
luidspreker in gebruik is.
Een compatibele headset aansluiten
Sluit geen producten aan die een
uitgangssignaal afgeven, aangezien het
apparaat dan beschadigd kan raken. Sluit
geen energiebron aan op de
netstroomconnector van Nokia.
Als u externe apparaten of hoofdtelefoons
op de netstroomconnector van Nokia
aansluit die niet door Nokia zijn
goedgekeurd voor gebruik met dit
apparaat, moet u extra letten op het
geluidsniveau.
Een USB-gegevenskabel aansluiten
Een compatibele USB-gegevenskabel
aansluiten op de USB-aansluiting.
Selecteer > Instellingen en
Connect. > USB > USB-
verbindingsmodus en de gewenste
modus om de standaard-USB-aansluiting
te selecteren of de actieve modus de
wijzigen.
Selecteer Vragen bij verbinding om in te
stellen of de standaardmodus
automatisch moet worden geactiveerd.
Antennelocaties
Het apparaat kan interne en externe
antennes hebben. Vermijd onnodig
contact met het gebied rond de antenne
als de antenne aan het zenden of
ontvangen is. Contact met antennes kan
de kwaliteit van de communicatie nadelig
beïnvloeden en kan tijdens gebruik leiden
tot een hoger stroomverbruik en tot een
kortere levensduur van de batterij.
Met de toepassing Overdracht kunt u
inhoud, zoals contacten, van het ene naar
het andere compatibele Nokia-apparaat
overbrengen.
Welk type inhoud kan worden
overgedragen, hangt af van het model van
het apparaat waaruit u de inhoud wilt
overbrengen. Als het andere apparaat
synchronisatie ondersteunt, kunt u de
gegevens tussen het andere apparaat en
uw apparaat ook synchroniseren. Als het
andere apparaat niet compatibel is, wordt
een bericht weergegeven.
Als het andere apparaat alleen met een
SIM-kaart kan worden ingeschakeld, kunt
u uw SIM-kaart plaatsen. Wanneer uw
apparaat wordt ingeschakeld zonder SIMkaart, wordt automatisch het profiel
Offline geactiveerd.
Het andere apparaat moet Bluetoothverbindingen ondersteunen.
Inhoud overbrengen
Ga als volgt te werk om voor het eerst
gegevens uit het andere apparaat naar dit
apparaat over te brengen:
1 Activeer de Bluetooth-verbinding in
beide apparaten.
2 Selecteer het apparaat waaruit u
inhoud wilt overbrengen. U wordt
gevraagd een code in te voeren op uw
apparaat. Voer een code in (1-16
cijfers) en selecteer OK. Voer dezelfde
code ook in op het andere apparaat en
selecteer OK. De apparaten zijn nu
gekoppeld.
Bij bepaalde modellen wordt de
toepassing Wisselen als een bericht
verzonden naar het andere apparaat.
Open het bericht om de toepassing
Overdracht te installeren op het
andere apparaat en volg de
instructies.
3 Selecteer vanaf uw apparaat de
inhoud die u vanaf het andere
apparaat wilt overbrengen.
De inhoud wordt overgedragen vanuit het
geheugen van het andere apparaat naar
de overeenkomstige locatie op uw
apparaat.
De tijd die het overbrengen in beslag
neemt, is afhankelijk van de hoeveelheid
gegevens die moet worden overgebracht.
U kunt de overdracht annuleren en later
voortzetten.
De synchronisatie vindt plaats in twee
richtingen en de gegevens op beide
apparaten zijn gelijk. Als een item in één
apparaat wordt verwijderd, wordt het in
beide apparaten verwijderd. U kunt
verwijderde items niet herstellen via
synchronisatie.
U kunt het logbestand van de laatste
overdracht bekijken door een
snelkoppeling in de hoofdweergave te
selecteren en Opties > Logboek
bekijken te kiezen.
Ovi Suite installeren
Met de pc-toepassing Nokia Ovi Suite hebt
u in één toepassing eenvoudig toegang
tot de bestanden op de Nokia C5-00,
andere Nokia-apparaten en Ovi. U kunt
berichten, contacten, afbeeldingen,
muziek en meer overbrengen en
synchroniseren tussen de computer en
het apparaat. U kunt zich ook registreren
voor een Nokia-account, afbeeldingen
delen op Ovi, de apparaatsoftware
bijwerken, kaarten downloaden en uw
inhoud veilig en toegankelijk houden.
Ga voor meer informatie naar het
ondersteuningsgedeelte op
www.ovi.com.
Raadpleeg de bijgevoegde Ovi Suitefolder voor informatie over de installatie
van Ovi Suite.
Als u Ovi Suite niet wilt installeren, kunt u
de installatiebestanden van de
geheugenkaart verwijderen om het
beschikbare geheugen op de kaart te
vergroten.
Ovi by Nokia
Met Ovi by Nokia kunt u nieuwe
plaatsen en diensten ontdekken en in
contact blijven met uw vrienden. U kunt
onder andere het volgende doen:
•Spelletjes, toepassingen, video's en
beltonen naar uw apparaat
downloaden.
•De weg vinden naar allerlei locaties
met de gratis wandel- en
autonavigatie, reizen plannen en
locaties op een kaart bekijken
•Muziek ophalen
Bepaalde items kunt u gratis downloaden,
voor andere moet u mogelijk betalen.
Welke diensten beschikbaar zijn hangt
ook af van het land of de regio en
bovendien worden niet alle talen
ondersteund.
Om de Ovi-diensten van Nokia te kunnen
gebruiken, gaat u naar www.ovi.com en
registreert u uw eigen Nokia-account.
Ga naar het ondersteuningsgedeelte op
www.ovi.com voor meer informatie.
Over Ovi Winkel
Via Ovi Winkel kunt u mobiele
spelletjes, toepassingen, video's, foto's,
thema's en beltonen downloaden naar
het apparaat. Sommige items zijn gratis,
voor de aanschaf van andere items moet
u via uw creditcard of telefoonrekening
betalen. Welke betaalmethoden
beschikbaar zijn, hangt af van het land
waar u woont en van het netwerk van uw
serviceprovider. Via Ovi Winkel kunt u over
inhoud beschikken die compatibel is met
uw mobiele apparaat en die aan uw
interesses en locatie voldoet.
Selecteer
of ga naar www.ovi.com.
Een geheugenkaart verwijderen
Belangrijk: Verwijder de
geheugenkaart niet op het moment dat er
een bewerking wordt uitgevoerd waarbij
de kaart wordt gebruikt. Hierdoor kunnen
de kaart en het apparaat beschadigd
worden en kunnen gegevens op de kaart
worden aangetast.
en geven de hoofdletters en
kleine letters aan.
een zin aan, hetgeen betekent dat de
eerste letter van de zin met een
hoofdletter wordt geschreven en alle
andere letters automatisch met kleine
letters.
Als u tekst wilt schrijven met het
toetsenbord drukt u herhaaldelijk op een
van de cijfertoetsen 2 tot en met 9, totdat
het gewenste teken weergegeven wordt.
Er zijn meer tekens beschikbaar per
cijfertoets dan er zijn afgedrukt op de
toets. Als de volgende letter zich op
dezelfde toets bevindt als de huidige,
wacht u tot de cursor wordt weergegeven
en voert u de letter in.
Houd de cijfertoets ingedrukt als u een
cijfer wilt invoegen.
Druk op # als u wilt schakelen tussen
hoofdletters en kleine letters.
Als u een teken wilt verwijderen, drukt u
op de wistoets. Houd de wistoets
ingedrukt als u meer dan een teken wilt
verwijderen.
Als u de meest gebruikte leestekens wilt
invoeren, drukt u herhaaldelijk op 1
totdat het gewenste leesteken wordt
weergegeven.
geeft de cijfermodus aan.
geeft het als in
Als u speciale tekens wilt invoegen, houdt
u * ingedrukt.
Als u een smiley wilt toevoegen, drukt u
op * en selecteert u Meer emoticons en
een smiley.
Druk op 0 als u een spatie wilt invoegen.
Als u een regeleinde wilt invoegen, drukt
u driemaal op 0.
Tekstvoorspelling
1 Druk tweemaal snel op # als u
tekstvoorspelling wilt activeren of
deactiveren. Zo activeert of
deactiveert u tekstvoorspelling voor
alle editors in het apparaat.
geeft aan dat tekstvoorspelling is
geactiveerd.
2 Druk op de toetsen 2-9 om het
gewenste woord te schrijven. Druk
voor elke letter eenmaal op elke toets.
3 Als u het woord volledig hebt
ingevoerd en het klopt, drukt u de
bladertoets naar rechts om dit te
bevestigen of drukt u op 0 om een
spatie toe te voegen.
Als het woord niet klopt, drukt u
meermaals op * om de
overeenkomende woorden uit het
woordenboek weer te geven.
Als het teken ? wordt weergegeven na
het woord, staat het woord dat u
wilde schrijven niet in het
woordenboek. Als u een woord wilt
toevoegen aan de woordenlijst,
selecteert u Spellen. Vervolgens voert
u het woord in (maximaal 32 letters)
via de traditionele
tekstinvoermethode en selecteert u
woordenlijst toegevoegd. Als de
woordenlijst vol is, wordt het oudste
toegevoegde woord vervangen door
het nieuwe woord.
Schrijf het eerste deel van een
samengesteld woord; ga naar rechts om
het te bevestigen. Schrijf het tweede deel
van het samengestelde woord. Als u het
samengestelde woord wilt voltooien,
drukt u op 0 om een spatie toe te voegen.
De invoertaal wijzigen
Bij het schrijven van een tekst, kunt u de
schrijftaal wijzigen. Als u bijvoorbeeld 6
keer op een toets moet drukken voor een
bepaalde karakter, dan kunt u de
schrijftaal wijzigen waardoor u in een
andere volgorde toegang krijgt tot de
karakters.
Als u een tekst schrijft met een niet-Latijns
alfabet en u wilt Latijnse karakters
gebruiken, bijvoorbeeld in een e-mail- of
internetadres, dan moet u wellicht de
schrijftaal wijzigen. Als u de schrijftaal
wilt wijzigen, selecteert u Opties >
Invoeropties > Invoertaal en een
schrijftaal die Latijnse karakters gebruikt.
Tekst kopiëren en verwijderen
1Houd # ingedrukt en scroll
tegelijkertijd naar links of naar rechts
om letters en woorden te selecteren.
Houd # ingedrukt en scroll
tegelijkertijd omhoog of omlaag om
regels tekst te selecteren.
2 Als u de tekst wilt kopiëren, houdt u #
ingedrukt en selecteert u
tegelijkertijd Kopiëren.
Als u de geselecteerde tekst wilt
verwijderen, drukt u op de wistoets
C.
3 Als u de tekst wilt plakken, gaat u naar
de gewenste plek, houdt u #
ingedrukt en selecteert u
tegelijkertijd Plakken.
Menu
Druk op
.
In het menu krijgt u toegang tot de
functies in het apparaat.
Als u een toepassing of een map wilt
openen, selecteert u het item.
Als u de volgorde van de functies in het
menu verandert, kan de volgorde
afwijken van de standaardvolgorde die in
deze handleiding wordt beschreven.
Als u een item wilt markeren of de
markering wilt opheffen, drukt u op #.
Als u de menuweergave wilt wijzigen,
selecteert u Opties > Menuweergave
wijzigen.
Als u een toepassing of een map wilt
sluiten, selecteert u Opties > Afsluiten.
Als u wilt schakelen tussen geopende
toepassingen, houdt u de home-toets
ingedrukt en selecteert u een toepassing.
Als toepassingen op de achtergrond
worden uitgevoerd, vergt dit extra
batterijcapaciteit en neemt de
gebruiksduur van de batterij af.
Het apparaat wordt gebruikt in een
3G- of GSM-netwerk
(netwerkdienst). De balk naast het
pictogram geeft de signaalsterkte
van het netwerk op uw huidige
locatie aan. Hoe hoger de balk, des
te sterker is het signaal.
HSDPA (high-speed downlink
packet access)/HSUPA (high-speed
uplink packet access)
(netwerkdienst) in het 3G-netwerk
is geactiveerd.
U hebt het profiel Offline
geactiveerd en het apparaat is niet
verbonden met een mobiel
netwerk.
Het batterijniveau. Hoe hoger de
balk, hoe hoger het batterijniveau
nog is.
Er staan ongelezen berichten in de
map Inbox in Berichten. Als de
indicator knippert, is uw inbox vol
en moet u oude berichten uit de
inbox verwijderen voordat u
nieuwe berichten kunt ontvangen.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in
de externe mailbox.
De map Outbox in Berichten bevat
berichten die nog niet zijn
verzonden.
U hebt oproepen gemist.
De toetsen van het apparaat zijn
vergrendeld.
Er is een wekker ingesteld.
U hebt het profiel Stil geactiveerd.
Er klinkt geen beltoon bij een
inkomend gesprek of bericht.
Bluetooth-connectiviteit is
ingeschakeld.
Er is een Bluetooth-verbinding tot
stand gebracht. Als het symbool
knippert, probeert het apparaat
verbinding te maken met een ander
apparaat.
Er is een GPRS-packetgegevensverbinding beschikbaar
(netwerkdienst).
verbinding actief is.
geeft aan dat de
geeft aan dat
de verbinding in de wachtstand
staat.
Er is een EGPRS-packetgegevensverbinding beschikbaar
(netwerkdienst).
verbinding actief is.
geeft aan dat de
geeft aan dat
de verbinding in de wachtstand
staat.
Er is een 3G-packetgegevensverbinding beschikbaar
(netwerkdienst).
Hiermee belt u een
telefoonnummer via
snelkeuze. Als u snelkeuze
wilt selecteren, selecteert
> Instellingen en
u
Telefoon > Oproep >
Snelkeuze.
Het profiel Offline
Als u het profiel Offline snel wilt activeren,
drukt u kort op de aan-/uittoets en
selecteert u Offline.
Als u het profiel Offline wilt verlaten, drukt
u kort op de aan/uit-toets en selecteert u
een profiel.
Wanneer het profiel Offline actief is,
worden alle verbindingen die
gebruikmaken van radiofrequenties
afgesloten. U kunt uw apparaat echter wel
zonder de SIM-kaart gebruiken en naar de
radio of naar muziek luisteren. Vergeet
niet uw apparaat uit te schakelen
wanneer het gebruik van draadloze
telefoons verboden is.
Belangrijk: In het profiel Offline
kunt u geen oproepen doen of ontvangen
en kunnen ook andere functies waarvoor
netwerkdekking vereist is, niet worden
gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het
alarmnummer kiezen dat in het apparaat
is geprogrammeerd. Als u wilt bellen,
moet u eerst de telefoonfunctie activeren
door een ander profiel te kiezen. Als het
apparaat is vergrendeld, moet u de
beveiligingscode invoeren.
Toegangscodes
Selecteer
> Instellingen.
Als u wilt opgeven hoe de toegangscodes
en beveiligingsinstellingen in uw
apparaat worden gebruikt, selecteert u
Algemeen > Beveiliging > Telefoon en
SIM-kaart en een van de volgende opties:
•Met de PIN- of UPIN-code die bij de
SIM- of USIM-kaart wordt geleverd,
wordt de kaart beveiligd tegen
ongeoorloofd gebruik.
•De PIN2-code (UPIN2), die bij
sommige SIM-kaarten (USIM) wordt
geleverd, is vereist voor het gebruik
van bepaalde diensten.
•PUK (UPUK)- en PUK2 (UPUK2)-codes
worden bij de SIM (USIM)-kaart
geleverd. Als u drie keer achter elkaar
de verkeerde PIN-code hebt
ingevoerd, wordt u om de PUK-code
gevraagd. Neem contact op met uw
serviceprovider als de codes niet
beschikbaar zijn.
•Met de beveiligingscode wordt de
telefoon beveiligd tegen
ongeoorloofd gebruik. U kunt de code
maken en wijzigen, en de telefoon zo
instellen dat de code wordt
opgevraagd. Houd de code geheim en
bewaar deze op een veilige plaats
(niet bij de telefoon). Als u de code
bent vergeten en de telefoon is
vergrendeld, is extra service nodig. Er
kunnen extra kosten in rekening
worden gebracht en alle persoonlijke
gegevens in uw apparaat kunnen
worden gewist. Neem contact op met
een Nokia Care-centrum of de
leverancier van het apparaat.
•Het blokkeerwachtwoord is vereist als
u Oproepen blokkeren gebruikt om
oproepen van en naar de telefoon te
beperken (netwerkdienst).
Configuratie-instellingen
Voordat u multimediaberichten, e-mail,
synchronisatie, streaming en de browser
kunt gebruiken, moet uw apparaat goed
zijn geconfigureerd. Uw apparaat kan die
instellingen voor de browser,
multimediaberichten, het toegangspunt
en streaming automatisch configureren
op basis van de gebruikte SIM-kaart. Als
dat niet automatisch gebeurt, kunt u de
instelwizard gebruiken om de
instellingen te configureren. U ontvangt
de instellingen dan als een
configuratiebericht dat u op uw apparaat
kunt opslaan. Neem contact op met uw
serviceprovider of de dichtstbijzijnde
erkende Nokia-leverancier voor meer
informatie over de beschikbaarheid.
Als u een configuratiebericht ontvangt en
de instellingen worden niet automatisch
opgeslagen en geactiveerd, verschijnt 1
nieuw bericht. Wilt u de instellingen
opslaan, dan selecteert u Weergeven >
Opties > Opslaan. U moet misschien een
PIN-code invoeren die u van de
serviceprovider hebt gekregen.
Instelwizard
Met de wizard Instellingen kunt u de
instellingen voor e-mail en verbindingen
definiëren. De beschikbaarheid van de
items in de wizard Instellingen is
afhankelijk van de functies van het
apparaat, de SIM-kaart, de serviceprovider
en de gegevens in de database van de
wizard Instellingen.
Selecteer
> Instellingen >
Inst.wizard.
Laat de SIM-kaart in het apparaat zitten bij
gebruik van de wizard Instellingen. Zo
krijgt u het beste resultaat. Als de SIMkaart niet is geplaatst, volgt u de
instructies op het scherm.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Operator — De operatorspecifieke
instellingen, zoals instellingen voor MMS,
internet, WAP en streaming, definiëren.
E-mail instellen — Een POP-, IMAP- of
Mail for Exchange-account configureren.
Video delen — Instellingen voor het
delen van video configureren.
Welke instellingen kunnen worden
gewijzigd, kan verschillen.
Extern blokkeren
U kunt uw apparaat via een ander
apparaat blokkeren met behulp van een
tekstbericht. Als u uw apparaat zodanig
wilt instellen dat u het van afstand kunt
blokkeren en het te gebruiken
blokkeringsbericht wilt opgeven,
selecteert u
Instellingen > Algemeen >
Beveiliging en Telefoon en SIM-kaart >
Ext. telef.vergrendeling. Wanneer u het
bericht hebt ingevoerd, selecteert u OK.
Het bericht mag maximaal uit 20 tekens
bestaan.
Als u uw apparaat wilt blokkeren, stuurt u
het blokkeringsbericht als tekstbericht
naar het nummer van uw mobiele
telefoon. Wilt u het apparaat later
ontgrendelen, dan selecteert u Blok. oph.
en voert u de blokkeringscode in.
wijzigen die wordt weergegeven tijdens
gesprekken.
Als u de thema-effecten wilt activeren of
deactiveren, selecteert u Algemeen >
Opties > Thema-effecten.
Een thema downloaden
Selecteer
> Instellingen > Thema's.
Selecteer Algemeen > Thema's
downldn > Opties > Ga naar > Nieuwe
webpagina om een thema te
downloaden. Voer het webadres in waar
u een thema van wilt downloaden. Na het
downloaden van het thema kunt u een
voorbeeld bekijken of het thema
activeren.
Selecteer Opties > Bekijken om een
voorbeeld van het thema te bekijken.
Selecteer Opties > Instellen om een
thema te activeren.
Spraakthema
Selecteer
> Instellingen > Thema's
en Standby > Spraakthema.
Wanneer u het spraakthema activeert,
wordt in de actieve standby-modus een
lijst getoond van alle functies die door het
spraakthema worden ondersteund.
Terwijl u door de functies bladert, leest
het apparaat de weergegeven functies
hardop voor. Selecteer de gewenste
functie.
Als u de items in uw lijst met contacten
wilt horen, selecteert u
Oproepfuncties > Contacten.
Als u naar gegevens wilt luisteren over uw
gemiste en ontvangen oproepen en
gebelde nummers, selecteert u
Oproepfuncties > Rcnte oproepen.
Als u iemand wilt bellen door het
telefoonnummer in te voeren, selecteert
u Oproepfuncties > Bellen en het
gewenste nummer. U voert een
telefoonnummer in door naar de cijfers te
bladeren en ze één voor één te selecteren.
Als u uw voicemailbox wilt bellen,
selecteert u Oproepfuncties >
Voicemailbox.
Als u een spraakopdrachten wilt
gebruiken om een oproep te plaatsen,
selecteert u Spraakopdrachten.
Als u wilt dat ontvangen berichten
worden voorgelezen, selecteert u
Berichtlezer.
Als u de huidige tijd wilt horen, selecteert
u Klok. Als u de huidige datum wilt horen,
bladert u naar beneden.
Als het agenda-alarm afgaat terwijl
gesproken hulp actief is, wordt de inhoud
van het agenda-alarm hardop
voorgelezen door de toepassing.
Als u de beschikbare opties wilt horen,
selecteert u Opties.
U kunt voor verschillende gebeurtenissen,
omgevingen of groepen bellers beltonen,
waarschuwingssignalen en andere
signalen instellen. Het actieve profiel
wordt boven aan het scherm in de standby modus weergegeven. Als het actieve
profiel echter Algemeen is, wordt alleen
de huidige datum weergegeven.
Als u een nieuw profiel wilt maken,
selecteert u Opties > Nieuw maken en
definieert u de instellingen.
Als u een profiel wilt aanpassen, selecteert
u het desbetreffende profiel en kiest u
Opties > Aanpassen.
Als u een profiel wilt activeren, selecteert
u het desbetreffende profiel en kiest u
Opties > Activeren.
Als u het profiel zo wilt instellen dat het
tot een bepaalde tijd binnen de volgende
24 uur actief is, selecteert u Opties >
Tijdelijk en stelt u de tijd in. Wanneer de
ingestelde tijd vervolgens is verstreken,
wordt het profiel opnieuw ingesteld op
het vorige actieve profiel zonder
tijdsinstelling. Als u een profiel met
tijdinstelling hebt ingesteld, wordt
weergegeven in de stand-by modus. Het
profiel Offline kan niet worden
geprogrammeerd.
gedefinieerde profielen kunt u niet
verwijderen.
Wanneer het profiel Offline is geactiveerd,
is de verbinding met het mobiele netwerk
gesloten. Er worden geen
radiofrequentiesignalen tussen het
apparaat en het mobiele netwerk
uitgewisseld. Als u probeert een bericht te
verzenden, wordt het in de outbox
geplaatst en pas verzonden wanneer een
ander profiel wordt geactiveerd.
U kunt uw apparaat ook zonder SIM-kaart
gebruiken. Als u de SIM-kaart verwijdert,
wordt het profiel Offline geactiveerd.
Belangrijk: In het profiel Offline
kunt u geen oproepen doen of ontvangen
en kunnen ook andere functies waarvoor
netwerkdekking vereist is, niet worden
gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het
alarmnummer kiezen dat in het apparaat
is geprogrammeerd. Als u wilt bellen,
moet u eerst de telefoonfunctie activeren
door een ander profiel te kiezen. Als het
apparaat is vergrendeld, moet u de
beveiligingscode invoeren.
Wanneer u het profiel Offline gebruikt,
kunt u nog steeds de Bluetoothverbinding gebruiken. Zorg dat u aan de
veiligheidseisen voldoet wanneer u een
Bluetooth-verbinding tot stand brengt en
gebruikt.
Als u een profiel dat u hebt gemaakt wilt
verwijderen, selecteert u Opties >
Als u een oproep wilt plaatsen, voert u het
netnummer en abonneenummer in en
drukt u op de beltoets.
Tip: Voor internationale oproepen voert u
het plusteken (+) in dat de internationale
toegangscode vervangt, en voert u de
landcode, het netnummer (laat zo nodig
de eerste 0 weg) en het abonneenummer
in.
Als u de oproep wilt beëindigen of de
kiespoging wilt annuleren, drukt u op de
eindetoets.
Als u een oproep wilt plaatsen aan een
opgeslagen contact, opent u op de
contacten. Voer de eerste letters van de
naam in, ga naar de naam en druk op de
beltoets.
Als u een oproep wilt plaatsen met behulp
van het logboek, drukt u op de beltoets
om de 20 laatstgekozen nummers weer te
geven. Ga naar het gewenste nummer of
de gewenste naam en druk op de beltoets.
Als u het volume van een actieve oproep
wilt aanpassen, gebruikt u de
volumetoetsen.
Als u van een spraakoproep wilt
overschakelen naar een video-oproep,
selecteert u Opties > Naar video-
oproep. Het apparaat beëindigt de
spraakoproep en plaatst een videooproep aan de andere partij.
Een oproep beantwoorden
Druk op de beltoets om een oproep te
beantwoorden.
Druk op de eindetoets om een oproep te
weigeren.
U kunt de beltoon dempen in plaats van
een oproep beantwoorden door Stil te
selecteren.
Als u een actieve oproep hebt en de
wachtfunctie (netwerkdienst) is
ingeschakeld, drukt u op de beltoets om
een nieuwe inkomende oproep te
beantwoorden. Het eerste gesprek wordt
dan in de wacht gezet. Druk op de
eindetoets om de actieve oproep te
beëindigen.
Een video-oproep plaatsen
Als u een video-oproep wilt plaatsen,
voert u het telefoonnummer in of
selecteert u de ontvanger van de videooproep in de lijst met contacten. Selecteer
vervolgens Opties > Bellen > Video-
oproep. Als de video-oproep begint,
wordt de camera geactiveerd Is de camera
reeds in gebruik, dan wordt het verzenden
van videobeelden uitgeschakeld. Als de
ontvanger van de oproep geen
videobeelden terug wil zenden, wordt in
plaats daarvan een afbeelding
weergegeven. U kunt de afbeelding die
vanaf uw apparaat wordt verzonden in
plaats van videobeelden definiëren door
U kunt het verzenden van audio, video of
zowel video als audio uitschakelen door
Opties > Uitschakelen > Audio
verzenden, Video verzenden of Audio &
video vrzndn te selecteren.
Als u het volume van een actieve videooproep wilt aanpassen, gebruikt u de
volumetoetsen.
Selecteer Opties > Luidspreker
inschakelen als u de luidspreker wilt
gebruiken. U kunt de luidspreker
uitschakelen en het oorstukje gebruiken
door Opties > Telefoon inschakelen te
selecteren.
Als u de plaats van de beelden wilt
omwisselen, selecteert u Opties >
Afbeeldingen wisselen.
Selecteer Opties > Zoomen en blader op
en neer om in te zoomen op de afbeelding
op het scherm.
U kunt de video-oproep beëindigen en
een nieuwe spraakoproep maken met
dezelfde geadresseerde door Opties >
Naar spraakoproep te selecteren.
Een video-oproep beantwoorden of
weigeren
Wanneer er een video-oproep
binnenkomt, wordt
weergegeven.
Druk op de beltoets als u de video-oproep
wilt beantwoorden. Verzenden
videobericht naar beller toestaan?
wordt weergegeven.
Selecteer Ja als u wilt beginnen met het
verzenden van live videobeelden.
Als u de video-oproep niet activeert, hoort
u alleen maar het geluid van de beller. In
plaats van een videobeeld wordt een grijs
scherm weergegeven. Als u in plaats van
het grijze scherm een foto wilt weergeven
die u met de camera van het apparaat
hebt gemaakt, selecteert u
>
Instellingen en Telefoon > Oproep >
Afbeeld. in video-oproep.
Druk op de end-toets als u het
videogesprek wilt beëindigen.
Vereisten voor het delen van video
Voor het delen van video is voor beide
partijen een 3G-verbinding vereist. Neem
contact op met uw serviceprovider voor
meer informatie over de dienst, de
beschikbaarheid van het 3G-netwerk en
de kosten die aan het gebruik van deze
dienst zijn verbonden.
Controleer het volgende als u video wilt
gaan delen:
•U hebt de juiste instellingen voor
persoon-naar-persoon opgegeven en
u hebt een uitnodiging voor het delen
van video geaccepteerd, of er vindt op
dat moment een oproep plaats.
•U hebt een actieve 3G-verbinding en
bevindt zich binnen het
dekkingsgebied van het 3G-netwerk.
Als u tijdens het delen van video het
dekkingsgebied van het 3G-netwerk
verlaat, wordt het delen van video
gestopt, maar blijft de spraakoproep
actief.
•Zowel de afzender als de ontvanger
zijn geregistreerd bij het 3G-netwerk.
Als u iemand uitnodigt voor het delen
van video, maar het apparaat van de
ontvanger zich niet in het
dekkingsgebied van het 3G-netwerk
bevindt, de optie voor het delen van
video niet is geïnstalleerd op diens
apparaat of de verbindingen van
persoon tot persoon niet zijn
ingesteld, krijgt de ontvanger geen
uitnodigingen. U krijgt een
foutbericht waarin wordt
aangegeven dat de ontvanger de
uitnodiging niet kan accepteren.
Live videobeelden en videoclips delen
Selecteer Opties > Video delen tijdens
een actieve spraakoproep.
1 Selecteer Live video als u tijdens de
oproep live video's wilt delen.
Selecteer Videoclip en de gewenste
videoclip als u een videoclip wilt
delen.
Het apparaat controleert of de video
moet worden geconverteerd.
Eventueel wordt de video
automatisch geconverteerd.
2 Als er meerdere SIP-adressen of
telefoonnummers van de ontvanger
in de lijst me4t contacten zijn
opgeslagen, inclusief de landcode,
selecteert u het gewenste adres of
nummer. Als het SIP-adres of
telefoonnummer van de ontvanger
niet beschikbaar is, voert u het adres
of het nummer van de ontvanger
inclusief landcode in en selecteert u
OK om de uitnodiging te verzenden.
De uitnodiging wordt door uw
apparaat naar het SIP-adres
verzonden.
Het delen begint automatisch
wanneer de ontvanger de uitnodiging
accepteert.
Opties tijdens het delen van
video's
Hiermee zoomt u in en uit
op de video (alleen
beschikbaar voor de
persoon die de beelden
verzendt).
Hiermee past u de
helderheid aan (alleen
beschikbaar voor de
persoon die de beelden
verzendt).
Hiermee dempt u de
microfoon of heft u de
demping op.
Hiermee schakelt u de
luidspreker in en uit.
Hiermee onderbreekt of
hervat u het delen van
video.
Hiermee schakelt u over
naar de modus Volledig
scherm (alleen
beschikbaar voor de
ontvanger).
3 Selecteer Stoppen om het delen van
de video te stoppen. Beëindig de
spraakoproep door op de
beëindigingstoets te drukken.
Wanneer u het gesprek beëindigt,
wordt ook het delen van video
beëindigd.
Als u de live video die u hebt gedeeld, wilt
opslaan, selecteert u Ja wanneer u hierom
wordt gevraagd. Het apparaat geeft de
geheugenlocatie van de opgeslagen video
aan. Als u de voorgestelde
geheugenlocatie wilt definiëren,
selecteert u
> Instellingen en
Verbinding > Video delen >
Voork.geh. voor opslaan.
Als u andere toepassingen gebruikt
tijdens het delen van een videoclip, wordt
de deelsessie onderbroken. Selecteer
Opties > Video delen voortzetten in de
stand-by modus als u wilt terugkeren naar
de weergave voor het delen van video's
om verder te gaan met de deelsessie.
Een conferentiegesprek voeren
1 Als u een conferentiegesprek
(netwerkdienst) wilt beginnen, voert
u het telefoonnummer van een
deelnemer in en drukt u op de
beltoets.
2 Wanneer de deelnemer antwoordt,
selecteert u Opties > Nieuwe
oproep.
3 Nadat u alle deelnemers hebt gebeld,
selecteert u Opties > Conferentie
om de oproepen samen te voegen tot
een conferentiegesprek.
Selecteer Opties > Dempen als u de
microfoon van uw apparaat tijdens de
oproep wilt dempen.
Als u een deelnemer uit het
conferentiegesprek wilt verwijderen,
selecteert u Opties > Conferentie >
Deelnemer verwijderen en de
deelnemer.
Als u privé met een deelnemer aan het
conferentiegesprek wilt overleggen,
selecteert u Opties > Conferentie >
Privé en de deelnemer.
Snelkeuze
Selecteer
> Instellingen en
Telefoon > Oproep > Snelkeuze.
Met de snelkeuzefunctie kunt u een
nummer kiezen door in de stand-by
modus een cijfertoets ingedrukt te
houden.
Selecteer Aan om snelkeuze te activeren.
Als u een cijfertoets aan een
telefoonnummer wilt toewijzen,
selecteert u
> Instellingen >
Snelkeuze.
Ga naar de cijfertoets (2 - 9) op het scherm
en selecteer Opties > Toewijzen.
Selecteer het gewenste nummer uit de
lijst met contacten.
Als u het telefoonnummer dat aan een
cijfertoets is toegewezen wilt wissen,
bladert u naar de snelkeuzetoets en
selecteert u Opties > Verwijderen.
Als u het telefoonnummer dat aan een
cijfertoets is toegewezen wilt wijzigen,
bladert u naar de snelkeuzetoets en
selecteert u Opties > Wijzigen.
Start een oproep door een naam uit te
spreken die in Contacten is opgeslagen.
Opmerking: Het gebruik van
spraaklabels kan moeilijkheden
opleveren in een drukke omgeving of
tijdens een noodgeval. Voorkom dus
onder alle omstandigheden dat u
uitsluitend van spraaklabels afhankelijk
bent.
1 Houd in de actieve standby-modus de
rechterselectietoets ingedrukt. U
hoort een korte toon en de tekst
Spreek nu wordt weergegeven.
2 Spreek de naam van de
contactpersoon die u wilt bellen. Als
de spraakherkenning is gelukt, ziet u
een lijst met voorgestelde
overeenkomsten. De telefoon speelt
de spraakopdracht af van de eerste
overeenkomst in de lijst. Als dit niet
de juiste opdracht is, gaat u naar een
ander item.
Dictafoon
Met de recorder kunt u
spraakmemo's en telefoongesprekken
opnemen. U kunt ook geluidsclips naar uw
vrienden versturen.
Selecteer
> Toepassngn >
Dictafoon.
Een geluidsclip opnemen
Selecteer
.
De opname van een geluidsclip
stoppen
Selecteer
.
Een geluidsclip beluisteren
Selecteer
.
Een geluidsclip als bericht versturen
Selecteer Opties > Verzenden.
Een telefoongesprek opnemen
Open de recorder tijdens een
spraakoproep en selecteer
. Gedurende
de opname horen beide partijen
regelmatig een toon.
De opnamekwaliteit of de
opslaglocatie van geluidsclips
selecteren
Selecteer Opties > Instellingen.
De opnamefunctie kan niet worden
gebruikt wanneer er een dataoproep of
een GPRS-verbinding actief is.
Oproep- en gegevensregisters
Selecteer
> Logboek.
U kunt recent gemiste, ontvangen en zelf
gemaakte oproepen bekijken door
Recente opr. te selecteren.
Tip: Druk op de beltoets om de gekozen
nummers te bekijken vanuit de stand-by
modus.
U kunt de geschatte duur van oproepen
naar en van het apparaat bekijken door