Nokia 7070 PRISM User Manual [nl]

Gebruikershandleiding Nokia 7070 prism
9209097
Uitgave 2
CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RH-116 in overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http:// www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Nokia, Nokia Connecting People en Navi zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright © 1997-2008. Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Java and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.
This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information, including that related to promotional, internal, and commercial uses, may be obtained from MPEG LA, LLC. See http:// www.mpegla.com.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com.
Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVE N BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFE NDE DE VERKOOPBA ARHE ID E N DE GES CHIK THE ID VO OR E EN B EPA ALD D OEL . NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia-leverancier voor details en de beschikbaarheid van taalopties.
Exportbepalingen Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
Toepassingen van derden die bij uw apparaat worden geleverd, kunnen zijn gemaakt door en in eigendom zijn van personen en entiteiten die geen relatie of verband met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de auteursrechten of de intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig draagt Nokia geen verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de functionaliteit van deze toepassingen of de informatie in deze toepassingen of het materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden.
MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT) GARANTIES BETREFFENDE TITEL, VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKEN OP OCTROOIEN, AUTEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN VAN DERDEN.
9209097/Uitgave 2

Inhoudsopgave

Voor uw veiligheid .....................6
1. Algemene informatie..............7
Over dit apparaat.......................................7
Netwerkdiensten.......................................7
Toebehoren................................................7
Toegangscodes..........................................8
Nokia-ondersteuning................................8
2. Aan de slag..............................8
SIM-kaart en batterij installeren..............8
De batterij opladen...................................9
Antenne......................................................9
Toetsen en onderdelen...........................10
De telefoon in- en uitschakelen.............10
Standby-modus ......................................10
Toetsenslot (toetsenblokkering)...........11
Functies zonder een SIM-kaart...............11
3. Oproepen...............................11
Oproepen plaatsen en
beantwoorden.........................................11
Luidspreker..............................................12
Snelkeuzetoetsen....................................12
4. Tekst invoeren.......................12
Tekstmodi................................................12
Gewone tekstinvoer................................13
Tekstinvoer met woordenboek..............13
5. Door de menu's
navigeren..................................13
6. Berichten...............................13
Tekst- en multimediaberichten.............14
Tekstberichten......................................14
Multimediaberichten en multimedia
plus-berichten.......................................14
Een tekst- of multimediabericht
maken....................................................14
E-mail........................................................15
E-mai linstelwizard...............................15
E-mailberichten schrijven en
verzenden..............................................15
E-mail downloaden..............................15
Flitsberichten...........................................16
Nokia Xpress-audioberichten.................16
Chatten.....................................................16
Spraakberichten......................................16
Berichtinstellingen..................................16
7. Contacten...............................17
8. Oproeplog .............................17
9. Instellingen...........................18
Profielen...................................................18
Tonen........................................................18
Scherm......................................................18
Datum en tijd...........................................19
Snelkoppelingen......................................19
Connectiviteit...........................................19
Packet-gegevens...................................19
Gegevensoverdracht.............................19
Telefooninstellingen voor
oproepen..................................................20
Toebehoren..............................................20
Configuratie.............................................20
Fabrieksinstellingen terugzetten..........21
10. Operatormenu.....................21
11. Galerij..................................21
12. Media...................................22
Recorder...................................................22
13. Toepassingen......................22
14. Agenda................................22
Wekker.....................................................22
Agenda en takenlijst...............................23
15. Web ....................................23
Verbinding maken met een
dienst........................................................24
Weergave-instellingen............................24
Cachegeheugen.......................................24
Dienstinbox..............................................25
Browserbeveiliging.................................25
16. SIM-diensten........................25
17. Informatie over de
batterij......................................25
Opladen en ontladen...............................25
Richtlijnen voor het controleren van de
echtheid van Nokia-batterijen...............26
De echtheid van het hologram
controleren............................................27
Wat als de batterij niet origineel
is?...........................................................27
Behandeling en
onderhoud................................28
Verwijdering............................................29
Aanvullende
veiligheidsinformatie...............29
Kleine kinderen........................................29
Gebruiksomgeving..................................29
Medische apparatuur..............................30
Geïmplanteerde medische
apparatuur............................................30
Gehoorapparaten.................................30
Voertuigen...............................................30
Explosiegevaarlijke omgevingen...........31
Alarmnummer kiezen.............................31
INFORMATIE OVER CERTIFICATIE
(SAR)..........................................................32
Inhoudsopgave
Index.........................................33

Voor uw veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik het apparaat niet in een benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik het apparaat niet waar explosieven worden gebruikt.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.6
1. Algemene informatie

Over dit apparaat

Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het GSM 900- en GSM 1800-netwerk. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en eerbiedig lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechten kunnen verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek en andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd of overgedragen.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de
alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.

Netwerkdiensten

Als u de telefoon wilt kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van een draadloze verbindingsdienst. Veel van de functies vereisen speciale netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook netwerken waar u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat u gebruik kunt maken van de netwerkdiensten. Uw serviceprovider kan u instructies geven en uitleggen hoeveel het kost. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook beschikken over een speciale configuratie, zoals veranderingen in menunamen, menuvolgorde en pictogrammen. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.

Toebehoren

Praktische regels aangaande accessoires en toebehoren
Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
Als u de elektriciteitskabel van een accessoire of toebehoren losmaakt, neem deze
dan bij de stekker en trek aan de stekker, niet aan het snoer
Controleer regelmatig of eventuele toebehoren die in een auto zijn geïnstalleerd nog
steeds goed bevestigd zitten en naar behoren werken
De montage van ingewikkelde autotoebehoren moet alleen door bevoegd personeel
worden uitgevoerd.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 7

Aan de slag

Toegangscodes

De beveiligingscode helpt bij het beschermen van uw telefoon tegen onbevoegd gebruik. U kunt de code invoeren of veranderen, en de telefoon zo instellen dat hij om de code vraagt. Hou de code geheim en bewaar hem op een veilige plaats, niet bij uw telefoon. Als u de code vergeet en uw telefoon vergrendeld is, moet u dit door een servicepunt laten verhelpen; hiervoor kunnen extra kosten worden berekend. Neem voor meer informatie contact op met een Nokia Care Point of met de leverancier van uw telefoon.
De PIN-code van de SIM-kaart beveiligt de kaart tegen onbevoegd gebruik. De PIN2-code die bij sommige SIM-kaarten wordt meegeleverd, is vereist om toegang tot bepaalde diensten te krijgen. Als u driemaal achter elkaar de verkeerde PIN- of PIN2-code invoert, wordt u naar de PUK- of PUK2-code gevraagd. Als u niet over deze codes beschikt, kunt u contact opnemen met uw serviceprovider.
De module-PIN is vereist voor toegang tot de gegevens in de beveiligingsmodule van uw SIM-kaart. De handtekening-PIN kan nodig zijn voor de digitale handtekening. Het blokkeerwachtwoord is vereist voor het blokkeren van oproepen.
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging om in te stellen hoe de telefoon de toegangscodes en beveiligingsinstellingen gebruikt.

Nokia-ondersteuning

Kijk op www.nokia.com/support of op uw lokale Nokia-website voor de nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en diensten die te maken hebben met uw Nokia-product.
Dienst voor configuratie-instellingen
Download de gratis configuratie-instellingen zoals, MMS, GPRS, e-mail, en andere diensten voor uw type telefoon op www.nokia.com/support.
Klantenservice
Als u de klantenservice wilt bellen, kunt u er een kiezen uit de lijst met lokale servicepunten van Nokia Care op www.nokia.com/ customerservice.
Onderhoud
Zoek voor onderhoudsdiensten uw dichtstbijzijnde Nokia-servicecentrum op www.nokia.com/repair.
2. Aan de slag

SIM-kaart en batterij installeren

Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.8
Aan de slag
De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert.
1. Voor het verwijderen van de cover, schuift u de achtercover naar de onderkant van
de telefoon terwijl u er op drukt (1).
2. Verwijderen van de batterij (2).
3. Plaats de SIM-kaart (3) en (4).
4. Plaats de batterij (5) en plaats de achtercover terug (6).

De batterij opladen

Controleer het modelnummer van een lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een AC-3-oplader.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia
zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Deze telefoon is bestemd voor gebruik met een BL-4B-batterij. Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren. Trek
altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
1. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos.
2. Sluit de lader aan op de laderconnector van de telefoon. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat
de batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.

Antenne

Opmerking: Uw apparaat kan zijn uitgerust met interne en
externe antennes. Zoals voor alle radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden wanneer de antenne in gebruik is. Het aanraken van een dergelijke antenne kan een nadelige invloed hebben op de kwaliteit van de radiocommunicatie en kan ervoor
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 9
Aan de slag
zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan anderszins noodzakelijk. Bovendien kan het de levensduur van de batterij verkorten.
In de afbeelding wordt het antennegebied grijs gemarkeerd weergegeven.

Toetsen en onderdelen

1 Luistergedeelte
2 Scherm
3 Microfoon
4 Selectietoetsen
5 Navi™-toets: hierna de
navigatietoets genoemd
6 Beltoets
7 Toets Einde en de aan/uit-toets
8 Aansluiting voor hoofdtelefoon
9 Aansluiting lader
10 Luidspreker
Opmerking: Deze aansluiting moet u niet aanraken,
aangezien deze uitsluitend bedoeld is voor gebruik door bevoegd personeel.

De telefoon in- en uitschakelen

U kunt de telefoon in- of uitschakelen door de aan/uit-toets ingedrukt te houden.

Standby-modus

Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd, bevindt de telefoon zich in de standby-modus.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.10

Oproepen

1 Signaalsterkte van netwerk
2 Laadstatus van de batterij
3 Netwerknaam of operatorlogo
4 Functies van selectietoetsen
De linkerselectietoets is Favor.. Hiermee krijgt u toegang tot de functies in de lijst met persoonlijke snelkoppelingen. Selecteer in de weergegeven lijst Opties > Selectieopties om de beschikbare functies weer te geven of Opties > Organiseren om de functies te ordenen in de lijst.

Toetsenslot (toetsenblokkering)

U voorkomt dat u per ongeluk toetsen indrukt door Menu te selecteren en binnen 3,5 seconde op * te drukken om het toetsenblok te vergrendelen.
Als u het toetsenblok wilt ontgrendelen, selecteert u Vrijgev. en drukt u binnen 1,5 seconde op *. Als Toetsen- blokkering is ingeschakeld, voert u desgevraagd de beveiligingscode in.
U kunt instellen dat het toetsenblok na een vooraf ingestelde tijd automatisch wordt geblokkeerd als de stand-by modus actief is. Selecteer hiervoor Menu > Instellingen > Telefoon > Automatische toetsenblokkering > Aan.
Druk op de beltoets om een oproep te beantwoorden als het toetsenblok is vergrendeld. Wanneer u de oproep beëindigt of niet aanneemt, worden de toetsen weer automatisch geblokkeerd.
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u soms wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.

Functies zonder een SIM-kaart

U kunt sommige functies van uw telefoon mogelijk gebruiken zonder dat u een SIM­kaart hebt geplaatst, zoals functies van de organizer en spelletjes. Sommige functies worden gedimd weergegeven in de menu's en kunnen niet worden gebruikt.
3. Oproepen

Oproepen plaatsen en beantwoorden

Als u iemand wilt bellen, voert u het telefoonnummer in, eventueel inclusief de landcode en het netnummer. Druk op de beltoets om het nummer te bellen. Druk op de pijl rechts of links om het volume van het luistergedeelte of de hoofdtelefoon te verhogen of te verlagen tijdens een oproep.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 11

Tekst invoeren

Druk op de beltoets om een binnenkomende oproep te beantwoorden. Als u de oproep niet wilt beantwoorden, drukt u op de toets Einde.

Luidspreker

Selecteer Luidspr. of Norm. om de luidspreker of het luistergedeelte te gebruiken tijdens een gesprek. Deze voorzieningen zijn mogelijk niet op alle uitvoeringen beschikbaar.
Waarschuwing: Ho ud he t a pp ar aa t n ie t d ic ht bi j u w o or wa nn ee r d e lu id sp re ke r
wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.

Snelkeuzetoetsen

U kunt als volgt een telefoonnummer toewijzen aan een van de cijfertoetsen 2 tot en met 9. Selecteer Menu > Contacten > Snelkeuze, blader naar een cijfer en selecteer Wijs toe. Voer het gewenste telefoonnummer in of selecteer Zoeken en een opgeslagen contact.
Als u gebruik wilt maken van snelkeuzetoetsen, selecteert u Menu > Instellingen > Oproepen > Snelkeuze > Aan.
Als u een nummer wilt bellen via een snelkeuzetoets, drukt u in de stand-by modus op de gewenste cijfertoets en houdt u deze ingedrukt.
4. Tekst invoeren

Tekstmodi

U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren, bijvoorbeeld wanneer u berichten wilt verzenden: via de methode voor normale tekstinvoer of via de methode voor tekstinvoer met woordenboek.
Houd tijdens het invoeren van tekst Opties ingedrukt om te schakelen tussen normale tekstinvoer, aangegeven door
. Niet alle talen worden ondersteund in de tekstinvoer met woordenboek.
Hoofdletters en kleine letters worden aangegeven door tussen hoofdletters en kleine letters door op # te drukken. U kunt naar de nummermodus, aangegeven door Nummermodus te selecteren. U kunt overschakelen naar de nummermodus door # ingedrukt te houden.
Als u de schrijftaal wilt instellen, selecteert u Opties > Schrijftaal.
en tekstinvoer met woordenboek, aangegeven door
, en . U kunt schakelen
, overschakelen door # ingedrukt te houden en
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.12

Door de menu's navigeren

Gewone tekstinvoer

Druk herhaaldelijk op een cijfertoets (2 t/m 9) totdat het gewenste teken wordt weergegeven. De beschikbare tekens zijn afhankelijk van de taal die is geselecteerd voor het invoeren van tekst.
Als de volgende letter die u wilt invoeren zich onder dezelfde toets bevindt als de huidige letter, wacht u tot de cursor verschijnt en voert u de letter in.
De meest gebruikte leestekens en andere speciale tekens zijn beschikbaar als u herhaaldelijk op de cijfertoets 1 drukt, of druk op * om een speciaal teken te selecteren.

Tekstinvoer met woordenboek

Tekstinvoer met woordenboek is gebaseerd op een ingebouwd woordenboek waar u zelf ook woorden aan toe kunt voegen.
1. U begint met het invoeren van een woord met de cijfertoetsen 2 t/m 9. Druk eenmaal
op een toets voor één letter.
2. Druk op 0 om een woord te bevestigen door het toevoegen van een spatie.
Als het woord niet correct is, druk dan herhaaldelijk op * en selecteer het woord
uit de lijst.
Als er een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven, bevindt het woord dat u wilt invoeren zich niet in het woordenboek. Als u het woord aan het woordenboek wilt toevoegen, selecteert u Spellen. Voer het woord in door normale tekstinvoer te gebruiken en selecteer Opslaan.
Als u een samengesteld woord wilt invoeren, voert u het eerste gedeelte van het woord in en bevestigt u dit door op de rechterbladertoets te drukken. Voer het laatste gedeelte van het woord in en bevestig het woord.
3. U begint met het invoeren van het volgende woord.
5. Door de menu's navigeren
De telefoonfuncties zijn verdeeld over verschillende menu's. Niet alle menufuncties of opties worden hier beschreven.
Selecteer in de stand-by modus Menu en het gewenste menu en submenu. Selecteer Afsltn of Terug om het huidige menuniveau te verlaten. Druk op de toets Einde om direct terug te gaan naar de stand-by modus. Als u de menuweergave wilt wijzigen, selecteert u Menu > Opties > Hoofdmenuweerg. > Lijst of Roosterweergave.
6. Berichten
U kunt tekstberichten, multimediaberichten, audioberichten, flitsberichten en e­mailberichten lezen, schrijven, verzenden en opslaan. De berichtdiensten kunnen alleen worden gebruikt als ze worden ondersteund door uw netwerk of serviceprovider.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 13
Berichten

Tekst- en multimediaberichten

U kunt berichten opstellen en daar bijvoorbeeld een foto aan toevoegen. Uw telefoon wijzigt een tekstbericht automatisch in een multimediabericht als u een bestand bijvoegt.

Tekstberichten

Met uw apparaat kunnen tekstberichten worden verzonden die langer zijn dan de limiet voor één bericht. Langere berichten worden verzonden als twee of meer berichten. Uw serviceprovider kan hiervoor de desbetreffende kosten in rekening brengen. Tekens met accenten of andere symbolen en tekens in sommige taalopties nemen meer ruimte in beslag, waardoor het aantal tekens dat in één bericht kan worden verzonden, wordt beperkt.
Een indicator boven in het scherm geeft het totale aantal resterende tekens aan en het aantal berichten dat nodig is voor de verzending ervan.
Voordat u een tekstbericht of een SMS e-mailbericht kunt verzenden, moet u het nummer van de berichtencentrale opslaan. Selecteer Menu > Berichten > Bericht- instellingen > Tekstberichten > Berichtencentrales > Centrale toevgn, en voer een naam en het nummer van de serviceprovider in.

Multimediaberichten en multimedia plus-berichten

Een multimediabericht (MMS) kan tekst, afbeeldingen, geluidsfragmenten en videoclips bevatten. Een multimedia plusbericht kan iedere content bevatten, zelfs bestanden die niet door uw telefoon worden ondersteund.
Alleen apparaten met compatibele functies kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven. De weergave van een bericht kan verschillen afhankelijk van het ontvangende apparaat.
Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten beperken. Als de omvang van de ingevoegde afbeelding de limiet overschrijdt, kan de afbeelding door het apparaat worden verkleind zodat deze via MMS kan worden verzonden.
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Berichten kunnen
schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor het apparaat of de pc. Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en
abonnementsmogelijkheden van de netwerkdienst voor multimediaberichten. U kunt de configuratie-instellingen ook downloaden.
Zie 'Nokia-ondersteuning', p. 8.

Een tekst- of multimediabericht maken

1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Bericht.
2. Als u ontvangers wilt toevoegen, gaat u naar het veld Aan: en voert u het nummer of e-mail adres van de ontvanger in. U kunt ook Toevoeg. selecteren om aan de
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.14
Berichten
hand van de bschikbare opties ontvangers te selecteren. Selecteer Opties om ontvangers en een onderwerp toe te voegen, en om verzendopties in te stellen.
3. Blader naar het veld Tekst: en voer de berichttekst in.
4. Als u het bericht wilt voorzien van een bijlage, bladert u naar de bijlagebalk onder aan het scherm en selecteert u de gewenste soort inhoud.
5. Druk op Verzndn om het bericht te verzenden.
Het berichttype dat boven aan het scherm wordt weergegeven, wordt automatisch aangepast aan de inhoud van het bericht.
Serviceproviders rekenen mogelijk verschillende tarieven voor verschillende berichttypen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.

E-mail

Maak via uw telefoon verbinding met uw POP3- of IMAP4-e-mail account om e-mail te lezen, te schrijven en te verzenden. Deze e-mailtoepassing is niet hetzelfde als de SMS­e-mailfunctie.
U kunt alleen e-mail gebruiken als u beschikt over een e-mail account en de juiste instellingen. Informeer bij uw e-mailprovider naar de beschikbaarheid en instellingen van uw e-mail account. Het is mogelijk dat u de configuratie-instellingen voor e-mail ontvangt als een configuratiebericht.

E-mai linstelwizard

De instelwizard voor e-mail wordt automatisch gestart als er in de telefoon geen e­mailinstellingen zijn ingesteld. Selecteer Menu > Berichten en de bestaande e­mailaccount, als u de instelwizard voor een aanvullende e-mailaccount wilt opstarten. Selecteer Opties > Mailbox toevgn om de instelwizard voor e-mail op te starten. Volg de instructies op het scherm.

E-mailberichten schrijven en verzenden

Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > E-mailbericht om een e- mailbericht te schrijven. Als u een bestand wilt toevoegen aan het e-mailbericht, selecteert u Opties > Invoegen. Druk op de beltoets om het e-mailbericht te verzenden. Selecteer indien nodig de gewenste account.

E-mail downloaden

Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van berichten. Objecten in e-
mailberichten kunnen schadelijke software bevatten of anderszins schadelijk zijn voor uw apparaat of PC.
U kunt als volgt de gewenste ophaalmodus kiezen. Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instellingen > E-mailberichten > Mailboxen bewerken en de gewenste mailbox, en selecteer Downloadinstellingen > Ophaalmodus.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 15
Berichten
Als u e-mail wilt downloaden, selecteert u Menu > Berichten en de gewenste mailbox. Bevestig indien nodig dat u verbinding wilt maken.

Flitsberichten

Flitsberichten zijn berichten die direct na ontvangst worden weergegeven.
1. Als u een flitsbericht wilt schrijven, selecteert u Menu > Berichten > Bericht maken > Flitsbericht.
2. Voer het telefoonnummer van de ontvanger in, voer vervolgens het bericht in (maximaal 70 tekens) en selecteer Verzenden.

Nokia Xpress-audioberichten

Op een eenvoudige manier audioberichten maken en verzenden met MMS.
1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Audiobericht. De recorder wordt geopend.
2. Neem uw bericht op.
3. Typ een of meer telefoonnummers in het veld Aan: of selecteer Toevoeg. om een nummer op te halen.
4. Selecteer Verzndn om het bericht te verzenden.

Chatten

Met chatberichten (IM, netwerkdienst) kunt u korte teksten naar online gebruikers verzenden. U moet zich abonneren op een dienst en zich bij de gewenste chatdienst registreren. Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid, tarieven en instructies met betrekking tot d eze diensten. De menu´s kunnen per chatdienstprovider afwijken.
Als u van de service wilt gebruikmaken, selecteert u Menu > Berichten > Chat-
berichten en volgt u de instructies op het scherm.

Spraakberichten

Voicemail is een netwerkdienst, waarop u zich mogelijk eerst moet abonneren. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Houd 1 ingedrukt om uw voicemailbox te bellen. Als u uw voicemailnummer wilt bewerken, selecteert u Menu > Berichten >
Voicemails > Nummer voicemailbox.

Berichtinstellingen

Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instellingen om uw berichtfuncties in te stellen.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.16

Contacten

Algem. instellingen — om uw telefoon in te stellen om verstuurde berichten te
bewaren, toe te staan dat oude berichten mogen worden overschreven als het geheugen vol is, en om andere voorkeuren met betrekking tot berichten in te stellen
Tekstberichten — om afleverrapporten toe te staan, berichtencentra centers voor
SMS en SMS e-mail in te stellen, het type tekenondersteuning te selecteren, en om andere voorkeuren met betrekking tot berichten in te stellen
Multimediaber. — om afleverrapporten toe te staan, de weergave van
multimediaberichten in te stellen, de ontvangst van multimediaberichten en reclame toe te staan, en om andere voorkeuren met betrekking tot multimediaberichten in te stellen
E-mailberichten — om e-mailontvangst toe te staan, de afbeeldingsgrootte in e-
mail in te stellen, en om andere voorkeuren met betrekking tot e-mail in te stellen
7. Contacten
Selecteer Menu > Contacten. U kunt namen en nummers opslaan in het geheugen van de telefoon en in het geheugen
van de SIM-kaart. In het telefoongeheugen kunt u contacten opslaan met nummers en tekst. Namen en nummers die zijn opgeslagen in het geheugen van de SIM-kaart worden
aangegeven met
Als u een contact wilt toevoegen, selecteert u Namen > Opties > Nieuw contact. Om details toe te voegen aan een contact, controleert u of het geheugen Telefoon of Telefoon en SIM actief is. Selecteer vervolgens Namen, blader naar de naam en selecteer Gegev. > Opties > Info toevoegen.
Om te zoeken naar een contact, selecteert u Namen en bladert u door de lijst met contacten of voert u de eerste letters in van de naam die u zoekt.
U kunt een contact kopiëren tussen het telefoongeheugen en het geheugen van de SIM­kaart door Namen > Opties > Contact kopiëren te selecteren. In het geheugen van de SIM-kaart kunt u per naam maar één telefoonnummer opslaan.
Selecteer Instellingen om aan te geven of u contacten wilt opslaan op de SIM-kaart of in het telefoongeheugen, om de weergave van namen en nummers in Contacten te bepalen en om de beschikbare en gebruikte geheugenruimte voor contacten te bekijken.
U kunt contactgegevens als visitekaartje verzenden naar en ontvangen van een compatibel apparaat dat de vCard-standaard ondersteunt. Als u een visitekaartje wilt verzenden, selecteert u Namen, zoekt u de contactpersoon waarvan u de gegevens wilt verzenden en selecteert u Gegev. > Opties > Visitek. verzenden.
.
8. Oproeplog
Als u de gegevens van uw oproepen wilt bekijken, selecteert u Menu > Logboek.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 17

Instellingen

Oproeplog — Als u de gekozen nummers en de telefoonnummers van recent gemiste
en ontvangen oproepen chronologisch wilt bekijken
Gemiste oproepen, Ontvangen oproepen, of Gekozen nummers — voor
informatie over uw recente oproepen
Berichtontvangers — Als u de contacten wilt bekijken aan wie u recent een bericht
hebt gestuurd
Gespreks-duur, Packet-gegevensteller, of Timer pckt-gegev.verb. — als u de
algemene informatie van uw recente oproepen wilt bekijken
Berichtenlogboek, of Synchr.log — als u het aantal verzonden en ontvangen
berichten of synchronisaties wilt bekijken
Opmerking: De uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproepen en
diensten kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
9. Instellingen

Profielen

De telefoon heeft verschillende instellingsgroepen, ofwel profielen, waarvoor u de beltonen voor verschillende gebeurtenissen en omgevingen kunt instellen.
Selecteer Menu > Instellingen > Profielen, het gewenste profiel, en maak een keuze uit de volgende opties:
Activeer — om het geselecteerde profiel te activeren
Aanpassen — om de profielinstellingen te wijzigen
Tijdelijk — om het profiel in te stellen actief te blijven tot een bepaalde tijd. Wanneer
de ingestelde tijd voor het profiel verstrijkt, wordt het vorige profiel (waarvoor geen tijd was ingesteld) geactiveerd.

Tonen

U kunt de tooninstellingen van het geselecteerde profiel wijzigen. Selecteer Menu > Instellingen > Tonen. U vindt dezelfde instellingen ook in het
menu Profielen. Stelt u voor de beltoon het hoogste volumeniveau in, dan wordt dit beltoonvolume na
een paar seconden bereikt.

Scherm

Selecteer Menu > Instellingen > Weergave.
Selecteer Energiespaar-stand om het scherm automatisch te dimmen en een klok weer te geven wanneer de telefoon bepaalde tijd niet wordt gebruikt.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.18
Instellingen
Selecteer Slaapstand om het scherm automatisch uit te schakelen wanneer de telefoon bepaalde tijd niet wordt gebruikt.

Datum en tijd

Selecteer Menu > Instellingen > Datum en tijd.
Selecteer Instellingen datum en tijd om de datum en tijd in te stellen.
Selecteer Instellngn datum- en tijdnotatie om een notatie te kiezen voor de datum en tijd.
Als u wilt instellen dat de datum en tijd automatisch worden bijgewerkt op basis van de huidige tijdzone, selecteert u Datum en tijd autom. aanpassen (netwerkdienst).

Snelkoppelingen

Met persoonlijke snelkoppelingen kunt u snel toegang krijgen tot telefoonfuncties die u veel gebruikt. Selecteer Menu > Instellingen > Mijn snel-koppelingen.
Als u een telefoonfunctie wilt toewijzen aan de rechter- of linkerselectietoets, selecteert u Rechter selectietoets of Linkerselect.toets.
Als u snelkoppelingen wilt toewijzen aan de navigatietoets, selecteert u Navigatietoets. Druk op de gewenste pijl en selecteer Wijzigen of Wijs toe en een functie in de lijst.

Connectiviteit

De telefoon biedt verschillende functies voor verbinding met andere apparaten, zodat gegevens kunnen worden uitgewisseld.

Packet-gegevens

General Packet Radio Service (GPRS) is een netwerkdienst die mobiele telefoons in staat stelt gegevens te verzenden en te ontvangen over een IP-netwerk (Internet Protocol).
Als u wilt instellen hoe u deze dienst wilt gebruiken, selecteert u Menu >
Instellingen > Connec-tiviteit > Packet-gegevens > Packet-gegevens­verbinding en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Wanneer nodig — alleen een verbinding voor packet-gegevens tot stand brengen
als een toepassing deze verbinding nodig heeft. De verbinding wordt gesloten wanneer de toepassing is beëindigd.
Altijd online — automatisch een verbinding met een netwerk voor packet-
gegevens tot stand brengen wanneer u de telefoon aanzet.

Gegevensoverdracht

U kunt gegevens op uw telefoon (agendavermeldingen, contactgegevens en notities) uitwisselen met een externe internetserver (netwerkdienst).
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 19
Instellingen
Synchroniseren vanaf een server
Als u een externe internetserver wilt gebruiken, moet u zich abonneren op een synchronisatiedienst. Neem voor meer informatie en voor de instellingen voor deze dienst contact op met uw serviceprovider.
Als u de synchronisatie wilt starten vanaf de telefoon, selecteert u Menu >
Instellingen > Connec-tiviteit > Geg.overdracht > Serversynchr..

Telefooninstellingen voor oproepen

Selecteer Menu > Instellingen > Oproepen.
Selecteer Doorschakelen om inkomende oproepen door te schakelen (netwerkdienst). Neem voor meer informatie contact op met uw provider.
Om maximaal tien pogingen te doen om de verbinding tot stand te brengen na een mislukte oproeppoging, selecteert u Automatisch opnieuw kiezen > Aan.
Selecteer Wachtfunctieopties > Activeer om het netwerk een melding te laten genereren als er een nieuwe oproep binnenkomt terwijl u een gesprek voert (netwerkdienst).
Om in te stellen dat uw telefoonnummer wordt weergegeven op het toestel van de persoon die u belt (netwerkdienst), selecteert u Identificatie verzenden.
Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon > Taalinstellingen > Taal display om de weergavetaal voor de telefoon in te stellen.

Toebehoren

Dit menu en de bijbehorende opties worden alleen weergegeven als de telefoon verbonden is (geweest) met compatibele mobiele toebehoren.
Selecteer Menu > Instellingen > Toebehoren. Selecteer een toebehoren en een optie, afhankelijk van het toebehoren.

Configuratie

U kunt uw telefoon configureren met instellingen die nodig zijn voor bepaalde diensten. Deze instellingen worden mogelijk ook beschikbaar gesteld door uw provider.
Selecteer Menu > Instellingen > Configuratie en maak een keuze uit de volgende opties:
Standaardconfig.-instellingen — om de opgeslagen providers te bekijken en een
standaardprovider te kiezen.
Std. activeren in alle toepassingen — om de standaardconfiguratie-instellingen
voor ondersteunde toepassingen te activeren.
Voorkeurstoegangspunt — om de opgeslagen toegangspunten weer te geven.
Verb. mt onderst. serviceprovider — om de configuratie-instellingen te
downloaden van uw provider.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.20

Operatormenu

Instellingen apparaatbeheer — om het downloaden van software-updates voor
de telefoon in of uit te schakelen. Of deze optie beschikbaar is, hangt af van uw telefoon.
Persoonlijke config.instellingen — om handmatig nieuwe persoonlijke accounts
voor diverse diensten toe te voegen en om deze te activeren of te verwijderen. Als u een nieuwe persoonlijke account wilt toevoegen, selecteert u Nw tvgn of Opties > Voeg nieuwe toe. Selecteer het type dienst en voer de vereiste parameters in. Als u een persoonlijke account wilt activeren, gaat u naar de account en selecteert u
Opties > Activeer.

Fabrieksinstellingen terugzetten

Als u de telefoon wilt terugzetten naar fabrieksinstellingen, selecteert u Menu > Instellingen > Fabrieksins. terugzetten en een van de volgende opties:
Alleen instellingen herstellen — om alle voorkeursinstellingen terug te zetten
zonder persoonlijke gegevens te verwijderen
Alles herstellen — om alle voorkeursinstellingen terug te zetten en alle persoonlijke
gegevens, zoals contacten, berichten, mediabestanden en activeringssleutels, te verwijderen.
10. Operatormenu
Gebruik dit menu om toegang te krijgen tot een portaal met diensten die worden aangeboden door uw netwerkoperator. Neem voor meer informatie contact op met uw netwerkoperator. De operator kan dit menu bijwerken met een dienstbericht.
11. Galerij
Auteursrechtbeschermingsmaatregelen kunnen verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek (inclusief beltonen) en andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd, overgedragen of doorgestuurd.
Bij inhoud die is beveiligd met een beheersysteem voor digitale rechten (DRM) wordt een bijbehorende activeringssleutel geleverd die uw rechten om gebruik te maken van de inhoud definieert.
Uw telefoon ondersteunt een systeem voor het beheer van digitale rechten (DRM) ter bescherming van opgehaalde content. Controleer altijd de leveringsvoorwaarden van alle content en activeringssleutels voordat u tot aanschaf overgaat, omdat mogelijk om een vergoeding wordt gevraagd.

U kunt de mappen bekijken door Menu > Galerij te selecteren.

© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 21

Media

12. Media

Recorder

Start de opname door eerst Menu > Media > Recorder te selecteren en vervolgens de virtuele opnameknop op het scherm.
Als u wilt opnemen tijdens een gesprek, selecteert u Opties > Opnemen. Houd de telefoon tijdens het opnemen in de normale positie tegen het oor. De opname wordt opgeslagen in Galerij > Opnamen.
Selecteer Opties > Ltste opn. afspln om de laatste opname te beluisteren. Als u de laatste opname wilt verzenden via een multimediabericht, selecteert u Opties > Ltste
opn. vrzdn.
13. Toepassingen
De telefoon kan worden geleverd met enkele spelletjes en Java-toepassingen die speciaal voor deze Nokia-telefoon zijn ontworpen.

Selecteer Menu > Toepassingen.

Als u een spelletje of toepassing wilt starten, selecteert u Spelletjes of Verzameling. Blader naar een spelletje of toepassing en selecteer Openen.
U kunt zien hoeveel geheugen er beschikbaar is voor de installatie van spelletjes of toepassingen door Opties > Geheugenstatus te selecteren.
Als u een spelletje of toepassing wilt downloaden, selecteert u Opties > Downloads > Spel.downloads of Toep.downloads. De telefoon biedt ondersteuning voor J2ME™ Java-toepassingen. Controleer of een toepassing compatibel is met uw telefoon voordat u de toepassing downloadt.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen en andere software van
betrouwbare bronnen, zoals toepassingen die een Symbian-ondertekening dragen of die de Java Verified
Toepassingen die u hebt gedownload, kunt u opslaan in Galerij in plaats van Toepassingen.
TM
-test hebben doorstaan.
14. Agenda

Wekker

Selecteer Menu > Organiser > Wekker.
Als u de wekker wilt in- of uitschakelen, selecteert u Alarm:. Als u de wektijd wilt instellen, selecteert u Alarmtijd:. Selecteer Herhalen: om in te stellen dat op bepaalde
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.22
Web
dagen van de week een alarmtoon klinkt. Selecteer Alarmtoon: om een alarmtoon te kiezen of aan te passen. Als u de time-out van de sluimertijd wilt instellen, selecteert u Time-out snooze:.
Als u het alarm wilt stoppen, selecteert u Stoppen. Als u de telefoon een minuut lang laat klinken of Snooze selecteert, wordt de waarschuwingstoon onderbroken gedurende de time-out van de sluimerfunctie en wordt deze vervolgens weer hervat.
Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het apparaat zichzelf in en wordt het waarschuwingssignaal afgespeeld. Als u Stoppen selecteert, wordt u gevraagd of het apparaat moet worden geactiveerd voor oproepen. Selecteer Nee als u het apparaat wilt uitschakelen of Ja als u het apparaat wilt gebruiken om te bellen en gebeld te worden. Selecteer niet Ja als het gebruik van draadloze apparaten storing of gevaar kan opleveren.

Agenda en takenlijst

Selecteer Menu > Organiser > Agenda. Er wordt een kader rond de huidige dag weergegeven. Als voor de betreffende dag notities zijn ingesteld, wordt de dag vetgedrukt weergegeven.
Als u een agendanotitie wilt maken, bladert u naar de datum en selecteert u Opties > Notitie maken.
U kunt de notities voor de dag bekijken door Bekijk te selecteren. Als u alle notities in de agenda wilt verwijderen, selecteert u de maand- of weekweergave en selecteert u Opties > Verwijder notities.
U kunt de takenlijst bekijken door Menu > Organiser > Takenlijst te selecteren. De takenlijst wordt weergegeven en gesorteerd op prioriteit. Selecteer Opties om een notitie toe te voegen, te verwijderen of te verzenden, om een notitie als gereed te markeren of om de takenlijst te sorteren op deadline.
15. Web
Met de browser van de telefoon hebt u toegang tot verschillende mobiele­internetdiensten. De weergave kan verschillen, afhankelijk van de schermgrootte. Het is mogel ijk da t ni et a lle g eg eve ns o p de internetpagina's kunnen worden weergegeven.
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een
adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden. Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid, tarieven en instructies met
betrekking tot deze diensten. U kunt de configuratie-instellingen voor browsen ontvangen in een configuratiebericht
van uw serviceprovider. Als u een service wilt instellen, selecteert u Menu > Web > Instellingen >
Configuratie-instellingen, een configuratie en een account.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 23
Web

Verbinding maken met een dienst

Selecteer Menu > Web > Home, of houd 0 in het startscherm ingedrukt om een verbinding met de service tot stand te brengen.
Als u een bookmark wilt selecteren, selecteert u Menu > Web > Bookmarks. Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bookmarks of links waarmee u toegang krijgt tot websites van derden die niet met Nokia verbonden zijn. Nokia ondersteunt deze sites niet en draagt er geen aansprakelijkheid voor. Als u deze sites wilt bezoeken, moet u op het gebied van beveiliging of inhoud dezelfde voorzorgsmaatregelen treffen als die u voor andere sites treft.
Als u de laatste URL wilt selecteren, selecteert u Menu > Web > Laatste webadres. Als u een adres van een dienst wilt invoeren, selecteert u Menu > Web > Ga naar
adres. Voer het adres in en selecteer OK. Nadat u verbinding met de dienst hebt gemaakt, kunt u door de pagina's van de dienst
bladeren. De werking van de telefoontoetsen kan per dienst verschillen. Volg de instructies op het scherm van de telefoon. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.

Weergave-instellingen

Selecteer tijdens het browsen Opties > Overige opties > Weergave-instell.. De volgende opties zijn mogelijk beschikbaar:
Tekstterugloop — Hiermee kunt u instellen hoe de tekst wordt weergegeven.
Waarschuwingen — Selecteer Waarsch. voor onbev. verbinding > Ja als u een
waarschuwing wilt ontvangen wanneer een beveiligde verbinding tijdens het browsen verandert in een onbeveiligde verbinding. Selecteer Waarsch. voor onbev. items > Ja als u een waarschuwing wilt ontvangen wanneer een veilige pagina een onveilig item bevat. Deze waarschuwingen zijn geen garantie voor een veilige verbinding.
Tekencodering — Selecteer Inhoudscodering om de gewenste codering voor de
content van de browserpagina in te stellen.

Cachegeheugen

Een cache is een geheugenlocatie die wordt gebruikt om gegevens tijdelijk op te slaan. Als u toegang hebt gezocht of gehad tot vertrouwelijke informatie waarvoor u een wachtwoord moet opgeven, kunt u de cache van het apparaat na gebruik beter legen. De informatie of de diensten waartoe u toegang hebt gehad, worden namelijk in de cache opgeslagen.
Als u de cache wilt wissen tijdens het browsen, selecteert u Opties > Overige opties > Cache wissen. Voor het toestaan of weren van cookies selecteert u tijdens het browsen Opties > Overige opties > Beveiliging > Cookie-instell.; of selecteert u in de stand-by modus Menu > Web > Instellingen > Beveiligings-
instellingen > Cookies.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.24

SIM-diensten

Dienstinbox

Het is mogelijk dat uw serviceprovider automatisch dienstberichten naar uw telefoon verstuurt (netwerkdienst). Dienstberichten zijn kennisgevingen (zoals nieuwskoppen) die een SMS-bericht of het adres van een dienst bevatten.
Als u het dienstbericht wilt lezen, selecteert u Tonen. Als u Afsltn selecteert, wordt het bericht verplaatst naar de Dienstinbox.
Als u dienstberichten wilt ontvangen op uw telefoon, selecteert u Menu > Web >
Instellingen > Instellingen dienstinbox > Dienstberichten > Aan.

Browserbeveiliging

Voor sommige diensten, zoals bankdiensten of on line winkelen, zijn beveiligingsfuncties vereist. Dergelijke verbindingen vereisen beveiligingscertificaten en mogelijk een beveiligingsmodule. Deze zijn mogelijk beschikbaar op uw SIM-kaart. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
16. SIM-diensten
Mogelijk biedt uw SIM-kaart nog extra diensten. U kunt dit menu alleen openen als het wordt ondersteund door uw SIM-kaart. De naam en inhoud van het menu zijn afhankelijk van de beschikbare diensten.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart over beschikbaarheid en voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider of een andere leverancier zijn.
17. Informatie over de batterij

Opladen en ontladen

Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-by tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal, moet u de batterij vervangen. Gebruik alleen batterijen die door Nokia zijn goedgekeurd en laad de batterij alleen opnieuw op met laders die door Nokia zijn goedgekeurd en bestemd zijn voor dit apparaat.
Als u de nieuwe batterij voor de eerste keer gebruikt of als u de batterij langere tijd niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat u de lader moet aansluiten, ontkoppelen en vervolgens opnieuw moet aansluiten om het opladen te starten.
Haal de lader uit het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt. Houd niet een volledig opgeladen batterij gekoppeld aan de lader omdat de levensduur van de batterij kan afnemen wanneer deze wordt overladen. Als een volledig opgeladen batterij niet wordt gebruikt, wordt deze na verloop van tijd automatisch ontladen.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 25
Informatie over de batterij
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij­indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze bestemd is. Gebruik nooit een beschadigde lader of batterij.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer een metalen voorwerp zoals een munt, paperclip of pen direct contact maakt met de positieve (+) en negatieve (-) poolklemmen van de batterij. Deze klemmen zien eruit als metalen strips. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw zak of tas hebt. Kortsluiting van de poolklemmen kan schade veroorzaken aan de batterij of aan het voorwerp waarop deze is aangesloten.
De capaciteit en de levensduur van de batterij nemen af wanneer u deze op hete of koude plaatsen bewaart (zoals in een afgesloten auto in de zomer of in winterse omstandigheden). Probeer de batterij altijd te bewaren op een temperatuur tussen 15°C en 25°C (59°F en 77°F). Een apparaat met een warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig opgeladen is. De batterijprestaties zijn met name beperkt in temperaturen beduidend onder het vriespunt.
Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan ontploffen. Batterijen kunnen ook ontploffen als deze beschadigd zijn. Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling. Gooi batterijen niet weg met het huishoudafval.
Ontmantel of sloop de geheugencellen of batterijen niet. Als een batterij lekt, moet u ervoor zorgen dat de vloeistof niet in contact komt met de huid of ogen. Als dat toch gebeurt, moet u uw huid en ogen onmiddellijk met water uitspoelen of medische hulp zoeken.

Richtlijnen voor het controleren van de echtheid van Nokia-batterijen

Gebruik altijd originele Nokia-batterijen voor uw veiligheid. Verzeker u ervan dat u een originele Nokia-batterij koopt door de batterij bij een officiële Nokia-dealer te kopen en het hologramlabel volgens de onderstaande stappen te inspecteren:
Een succesvolle uitvoering van deze stappen biedt geen totale garantie voor de echtheid van de batterij. Als u reden hebt om aan te nemen dat uw batterij geen echte, originele Nokia-batterij is, gebruik deze dan niet, maar breng de batterij naar de dichtstbijzijnde officiële Nokia-dealer of Service Point voor assistentie. De officiële Nokia-dealer of Service Point zal de echtheid van de batterij controleren. Als de echtheid niet kan worden vastgesteld, breng de batterij dan terug naar de plaats van aankoop.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.26
Informatie over de batterij

De echtheid van het hologram controleren

1. Wanneer u het hologram op het label bekijkt, hoort u vanuit de ene hoek het Nokia-symbool met de handen te zien, en vanuit de andere hoek het Nokia Original Enhancements-logo.
2. Wanneer u het hologram onder een hoek naar links, rechts, omlaag en omhoog houdt, hoort u op iedere kant respectievelijk 1, 2, 3 en 4 stippen te zien.

Wat als de batterij niet origineel is?

Gebruik de batterij niet, als het u niet gelukt is vast te stellen of de Nokia-batterij met het hologramlabel een originele Nokia-batterij is. Breng de batterij naar de dichtstbijzijnde officiële Nokia-dealer of Service Point voor assistentie. Het gebruik van een batterij die niet door de fabrikant is goedgekeurd, kan gevaarlijk zijn en kan leiden tot gebrekkige prestaties en beschadiging van het apparaat of de toebehoren. Het kan ook de goedkeuring of garantie van het apparaat ongeldig maken.
Kijk voor meer informatie over originele Nokia-batterijen naar www.nokia.com/battery
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 27

Behandeling en onderhoud

Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De volgende tips kunnen u helpen om de garantie te behouden.
Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij terugplaatst.
Gebruik of bewaar het apparaat niet op stoffige, vuile plaatsen. De bewegende onderdelen en elektronische onderdelen kunnen beschadigd raken.
Bewaar het apparaat niet op plaatsen waar het heet is. Hoge temperaturen kunnen de levensduur van elektronische apparaten bekorten, batterijen beschadigen en bepaalde kunststoffen doen vervormen of smelten.
Bewaar het apparaat niet op plaatsen waar het koud is. Wanneer het apparaat weer de normale temperatuur krijgt, kan binnen in het apparaat vocht ontstaan, waardoor elektronische schakelingen beschadigd kunnen raken.
Probeer het apparaat niet open te maken op een andere manier dan in deze handleiding wordt voorgeschreven.
Laat het apparaat niet vallen en stoot of schud niet met het apparaat. Een ruwe behandeling kan de interne elektronische schakelingen en fijne mechaniek beschadigen.
Gebruik geen agressieve chemicaliën, oplosmiddelen of sterke reinigingsmiddelen om het apparaat schoon te maken.
Verf het apparaat niet. Verf kan de bewegende onderdelen van het apparaat blokkeren en de correcte werking belemmeren.
Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde vervangingsantenne. Niet­goedgekeurde antennes, aanpassingen of toebehoren kunnen het apparaat beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regelgeving met betrekking tot radioapparaten.
Gebruik laders binnenshuis.
Maak altijd een back-up van alle gegevens die u wilt bewaren, zoals contactpersonen
en agendanotities.
Voor optimale prestaties kunt het apparaat het beste zo nu en dan resetten door de stroom uit te schakelen en de batterij te verwijderen.
Deze tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere toebehoren. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als een apparaat niet goed werkt.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.28

Aanvullende veiligheidsinformatie

Verwijdering

Het symbool van de doorgestreepte container op uw product, in de documentatie of op de verpakking wil zeggen dat alle elektrische en elektronische producten, batterijen en accu’s na afloop van de levensduur voor gescheiden
afvalverzameling moeten worden aangeboden. Deze regel geldt voor alle landen binnen de Europese Unie en voor andere locaties waar gescheiden afvalinzamelingssystemen beschikbaar zijn. Bied deze producten niet aan bij het gewone huisvuil.
Door de producten op de daarvoor bestemde plaats in te leveren helpt u het ongecontroleerd weggooien van afval te voorkomen en het hergebruik van materialen te bevorderen. Meer gedetailleerde informatie over afvalverzameling vindt u bij de verkoper van het product, bij de milieudienst van uw plaatselijke overheid, nationale organisaties voor producentenverantwoordelijkheid of uw plaatselijke vertegenwoordiger van Nokia. Voor de Eco-Verklaring voor het product of instructies over het inleveren van uw overbodig geworden product, gaat u naar de landspecifieke informatie op www.nokia.com.
Aanvullende veiligheidsinformatie

Kleine kinderen

Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen.

Gebruiksomgeving

Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF-signalen wanneer het op normale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van minimaal 2,2 cm (7/8 inch) van het lichaam bevindt. Wanneer het apparaat op het lichaam wordt gedragen in een draagtasje, riemclip of houder, moeten deze hulpmiddelen geen metaal bevatten en moet het apparaat zich op de bovengenoemde afstand van het lichaam bevinden.
Voor het overbrengen van databestanden of berichten moet dit apparaat kunnen beschikken over een goede verbinding met het netwerk. In sommige gevallen kan het overbrengen van databestanden of berichten vertraging oplopen tot een dergelijke verbinding beschikbaar is. Houd u aan de bovenstaande afstandsrichtlijnen tot de gegevensoverdracht is voltooid.
Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen voorwerpen kunnen worden aangetrokken door het apparaat. Houd creditcards en andere magnetische opslagmedia uit de buurt van het apparaat, omdat de gegevens die op deze media zijn opgeslagen, kunnen worden gewist.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 29
Aanvullende veiligheidsinformatie

Medische apparatuur

Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig beïnvloeden. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen hebt. Schakel het apparaat uit in instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt door ter plaatse aangegeven instructies. Ziekenhuizen en andere instellingen voor gezondheidszorg kunnen gebruik maken van apparatuur die gevoelig is voor externe RF-energie.

Geïmplanteerde medische apparatuur

Fabrikanten van medische apparatuur bevelen aan dat minimaal 15,3 centimeter (6 inches) afstand wordt gehouden tussen een draadloos apparaat en geïmplanteerde medische apparatuur, zoals een pacemaker of een geïmplanteerde defibrillator, om mogelijke storing aan de medische apparatuur te vermijden. Mensen die zulke apparaten dragen, moeten:
Altijd het draadloze apparaat op meer dan 15,3 centimeter (6 inches) afstand houden van de medische apparatuur wanneer het draadloze apparaat is ingeschakeld.
Het draadloze apparaat niet in een borstzak dragen.
Houd het draadloze apparaat bij het oor aan de andere zijde van het lichaam dan de
zijde waar de medische apparatuur zich bevindt, om de kans op storingen te minimaliseren.
Schakel het draadloze apparaat onmiddellijk uit als er enige reden is om aan te nemen dat er storing optreedt.
Lees en volg de aanwijzingen van de fabrikant van de geïmplanteerde medische apparatuur.
Als u vragen hebt over het gebruik van het draadloze apparaat met een geïmplanteerd medisch apparaat, raadpleegt u een instelling voor gezondheidszorg.

Gehoorapparaten

Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in bepaalde gehoorapparaten veroorzaken. Neem contact op met uw serviceprovider als u last hebt van dergelijke storingen.

Voertuigen

RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende afgeschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische antislip- of antiblokkeer­remsystemen, systemen voor elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant, of diens vertegenwoordiger, van uw voertuig of van hieraan toegevoegde apparatuur, voor meer informatie.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.30
Aanvullende veiligheidsinformatie
Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een auto worden gemonteerd. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is op het apparaat doen vervallen. Controleer regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog steeds goed bevestigd zit en naar behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen brandbare vloeistoffen, gassen of explosieve materialen in dezelfde ruimte als die waarin het apparaat zich bevindt of onderdelen of toebehoren daarvan. Voor auto's met een airbag geldt dat de airbags met zeer veel kracht worden opgeblazen. Zet geen voorwerpen, dus ook geen geïnstalleerde of draagbare draadloze apparatuur, in de ruimte boven de airbag of waar de airbag wordt opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de auto en de airbag wordt opgeblazen, kan dit ernstige verwondingen veroorzaken.
Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden. Schakel het apparaat uit voordat u een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze telecomapparatuur kan gevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig, kan het draadloze telefoonnetwerk verstoren en kan illegaal zijn.

Explosiegevaarlijke omgevingen

Schakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies op. Dergelijke plaatsen zijn bijvoorbeeld plaatsen waar u gewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto af te zetten. Vonken kunnen op dergelijke plaatsen een explosie of brand veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden kunnen vallen. Schakel het apparaat uit bij benzinestations. Houd u aan de beperkingen voor het gebruik van radioapparatuur in brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken of op plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt. Plaatsen met explosiegevaar worden vaak, maar niet altijd, duidelijk aangegeven. Het gaat onder andere om scheepsruimen, chemische overslag- of opslagplaatsen en gebieden waar de lucht chemicaliën of fijne deeltjes van bijvoorbeeld graan, stof of metaaldeeltjes bevat. Neem contact op met de fabrikanten van voertuigen die gebruikmaken van LPG (onder andere propaan en butaan) om te bepalen of dit apparaat veilig kan worden gebruikt in de omgeving van deze voertuigen.

Alarmnummer kiezen

Belangrijk: Draadloze telefoons zoals dit apparaat, maken gebruik van
radiosignalen, draadloze netwerken, kabelnetwerken en door de gebruiker geprogrammeerde functies. Hierdoor kunnen verbindingen niet onder alle omstandigheden worden gegarandeerd. U moet nooit alleen vertrouwen op een draadloze telefoon voor het tot stand brengen van essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische noodgevallen.
Een alarmnummer kiezen:
1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd. Controleer of de signaalontvangst voldoende is.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 31
Aanvullende veiligheidsinformatie
In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste SIM-kaart noodzakelijk zijn.
2. Druk zo vaak als nodig is op de end-toets om het scherm leeg te maken en het apparaat gereed te maken voor een oproep.
3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.
4. Druk op de beltoets.
Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies eerst moet uitschakelen voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Raadpleeg deze handleiding of uw serviceprovider voor meer informatie.
Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk op, wanneer u een alarmnummer belt. Uw draadloze apparaat is mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.

INFORMATIE OVER CERTIFICATIE (SAR)

Dit mobiele apparaat voldoet aan richtlijnen voor blootstelling aan radiogolven.
Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het is zo ontworpen dat de grenzen voor blootstelling aan radiogolven die worden aanbevolen door internationale richtlijnen, niet worden overschreden. Deze richtlijnen zijn ontwikkeld door de onafhankelijke wetenschappelijke organisatie ICNIRP en bevatten veiligheidsmarges om de veiligheid van alle personen te waarborgen, ongeacht hun leeftijd en gezondheidstoestand.
De blootstellingsrichtlijnen voor mobiele apparatuur worden uitgedrukt in de maateenheid SAR (Specific Absorption Rate). De SAR-limiet in de richtlijnen van het ICNIRP is 2,0 W/kg (watt/kilogram) gemiddeld over tien gram lichaamsweefsel. Bij tests voor SAR worden de standaardposities gebruikt, waarbij het apparaat in alle gemeten frequentiebanden het hoogst toegestane energieniveau gebruikt. Het werkelijke SAR­niveau van een werkend apparaat kan onder de maximumwaarde liggen, omdat het apparaat zo is ontworpen dat niet meer energie wordt gebruikt dan nodig is om verbinding te maken met het netwerk. De hoeveelheid benodigde energie kan wijzigen afhankelijk van een aantal factoren, zoals de afstand tot een zendmast waarop u zich bevindt. De hoogste SAR-waarde onder de ICNIRP-richtlijnen voor gebruik van het apparaat bij het oor is 0,61 W/kg.
Het gebruik van accessoires en toebehoren met het apparaat kan resulteren in andere SAR-waarden. SAR-waarden kunnen variëren, afhankelijk van nationale rapportage­eisen, testeisen en de netwerkband. Meer informatie over SAR kunt u vinden onder "product information" op www.nokia.com.
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.32

Index

A
agenda 22 audioberichten 16
B
batterij 25
installeren 8 opladen 9
berichten
audioberichten 16 instellingen 16
beveiligingscode 8 browser 23
C
cachegeheugen 24 chatberichten 16 configuratie 20 contactgegevens 8 cookies 24
D
dienstinbox 25
E
e-mail 15
F
flitsberichten 16
I
IM (Instant Messaging) 16 instellingen 18
berichten 16 configuratie 20 datum 19 fabriek 21 profielen 18 scherm 18 telefoon 20 tijd 19 tonen 18
internet 23
K
klantenservice 8
N
Nokia-contactgegevens 8 normale tekstinvoer 13 nummermodus 12 nummer van de berichtencentrale 14
O
offline modus 11 operatormenu 21 oproepen 11 oproeplog 17
P
PIN 8 profielen 18
R
recorder 22
S
scherm 18 SIM-kaart 8, 11 snelkeuze 12 snelkoppelingen 19 spelletjes 22 spraakberichten 16
T
tekst invoeren 12 tekstinvoer met woordenboek 13 tekstmodi 12 toebehoren 20 toegangscodes 8 toepassingen 22 toetsenblokkering 11 toetsenslot 11
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 33
Index
tonen 18
W
wachtwoord 8 web 23
© 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.34
Loading...