Over dit apparaat7
Netwerkdiensten8
Gedeeld geheugen9
Toegangscodes10
Ondersteuning11
Draadloze softwareupdates12
Aan de slag12
SIM-kaart en batterij
plaatsen12
De batterij opladen13
Antenne15
Hoofdtelefoon15
Magneten en
magnetische velden16
Toetsen en
onderdelen17
De telefoon in- en
uitschakelen18
Tikken18
Scherm19
Functies zonder een SIMkaart20
Toepassingen die op de
achtergrond worden
uitgevoerd20
Oproepen21
Oproepen plaatsen en
beantwoorden21
Luidspreker21
Snelkeuzetoetsen21
Tekst invoeren22
Tekstmodi22
Gewone tekstinvoer23
Tekstinvoer met
woordenboek23
Door de menu's
navigeren24
Berichten25
Inhoudsopgave3
SMS- en MMSberichten25
Nokia Xpressaudioberichten 29
Nokia Mail30
Voicemail33
Berichtinstellingen33
Contacten 34
Oproeplogboek 36
Instellingen36
Profielen36
Tonen37
Scherm37
Datum en tijd37
Snelkoppelingen38
Synchronisatie en
reservekopieën38
Connectiviteit39
Telefooninstellingen
voor oproepen42
Accessoires43
Configuratie43
Fabrieksinstellingen
terugzetten44
Galerij45
Media45
Camera en video45
FM-radio47
Recorder48
Muziekspeler49
Kaarten49
Over Kaarten50
Nokia Map Loader51
Over GPS52
GPS-ontvanger52
Naar uw bestemming
navigeren54
Informatie over de
batterij en de lader63
Controleren van de
echtheid van Nokiabatterijen65
Behandeling en
onderhoud66
Recycling67
Aanvullende
veiligheidsinformati
e68
Kleine kinderen68
Veiligheid5
Veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de
richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de
volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van
mobiele telefoons verboden is of als dit storing
of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens
het rijden uw handen vrij om uw voertuig te
besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste
prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn
voor storing. Dit kan de werking van het
apparaat negatief beïnvloeden.
6Veiligheid
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN
EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT
Houd u aan alle mogelijke beperkende
maatregelen. Schakel het apparaat uit in
vliegtuigen en in de nabijheid van medische
apparatuur, brandstof, chemicaliën of gebieden
waar explosieven worden gebruikt.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen
worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en
batterijen. Sluit geen incompatibele producten
aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het
apparaat droog.
Algemene informatie7
Algemene informatie
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt
beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het GSM 850-,
900-, 1800-, 1900-MHz-netwerken. Neem contact op met
uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde
bladwijzers en koppelingen naar websites van derden.
Deze zijn niet verbonden met Nokia en Nokia onderschrijft
deze niet en aanvaardt er geen aansprakelijkheid voor. Als
u dergelijke sites bezoekt, moet u voorzorgsmaatregelen
treffen op het gebied van beveiliging of inhoud.
Waarschuwing:
Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan
de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld.
Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van
draadloze apparatuur storingen of gevaar kan
veroorzaken.
Houd u bij het gebruik van dit apparaat aan alle
regelgeving en respecteer lokale gebruiken, privacy en
legitieme rechten van anderen, waaronder
auteursrechten. Auteursrechtbescherming kan
8Algemene informatie
verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek en andere
inhoud worden gekopieerd, gewijzigd of overgedragen.
Maak een back-up of houd een schriftelijke neerslag bij van
alle belangrijke gegevens die in uw apparaat zijn
opgeslagen.
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit,
dient u eerst de handleiding van het desbetreffende
apparaat te raadplegen voor uitgebreide
veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten
aan.
De afbeeldingen in deze documentatie kunnen verschillen
van de afbeeldingen op het scherm van het apparaat.
Voor andere belangrijke informatie over uw apparaat
wordt u verwezen naar de gebruikershandleiding.
Netwerkdiensten
Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikken
over een abonnement bij een aanbieder van draadloze
verbindingsdiensten. Enkele functies zijn niet op alle
netwerken beschikbaar. Er zijn ook functies waarvoor u
specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen
voordat u ze kunt gebruiken. Wanneer u netwerkdiensten
gebruikt, worden er gegevens overgedragen. Informeer bij
uw serviceprovider naar de kosten voor communicatie op
Algemene informatie9
uw eigen telefoonnetwerk en wanneer u in het
dekkingsgebied van andere netwerken verkeert. Uw
serviceprovider kan u vertellen welke kosten in rekening
worden gebracht. Bij sommige netwerken gelden
beperkingen die invloed hebben op hoe u sommige
functies van dit apparaat kunt gebruiken die
netwerkondersteuning nodig hebben, zoals
ondersteuning voor specifieke technologieën,
bijvoorbeeld WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die
werken met TCP/IP-protocollen en taalafhankelijke tekens.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in
uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het
menu van uw apparaat weergegeven. Mogelijk is uw
apparaat voorzien van aangepaste onderdelen, zoals
menunamen, menuvolgorde en pictogrammen.
Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk
gebruik van gedeeld geheugen: multimediaberichten
(MMS), e-mailtoepassing, chatten, extern. Door het gebruik
van een of meer van deze functies is er mogelijk minder
geheugen beschikbaar voor de overige functies. Als uw
apparaat een bericht weergeeft dat het geheugen vol is,
verwijdert u een gedeelte van de informatie die in het
gedeelde geheugen is opgeslagen.
10Algemene informatie
Toegangscodes
De beveiligingscode helpt bij het beschermen van uw
telefoon tegen onbevoegd gebruik. U kunt de code
invoeren of veranderen, en de telefoon zo instellen dat hij
om de code vraagt. Hou de code geheim en bewaar hem
op een veilige plaats, niet bij uw telefoon. Als u de code
vergeet en uw telefoon vergrendeld is, moet u dit door een
servicepunt laten verhelpen; hiervoor kunnen extra kosten
worden berekend. Neem voor meer informatie contact op
met een Nokia Care Point of met de leverancier van uw
telefoon.
De PIN-code van de SIM-kaart beveiligt de kaart tegen
onbevoegd gebruik. De PIN2-code die bij sommige SIMkaarten wordt meegeleverd, is vereist om toegang tot
bepaalde diensten te krijgen. Als u driemaal achter elkaar
de verkeerde PIN- of PIN2-code invoert, wordt u naar de
PUK- of PUK2-code gevraagd. Als u niet over deze codes
beschikt, kunt u contact opnemen met uw serviceprovider.
De module-PIN is vereist voor toegang tot de gegevens in
de beveiligingsmodule van uw SIM-kaart. De
handtekening-PIN kan nodig zijn voor de digitale
handtekening. Het blokkeerwachtwoord is vereist voor het
blokkeren van oproepen.
Algemene informatie11
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiliging om in te
stellen hoe de telefoon de toegangscodes en
beveiligingsinstellingen gebruikt.
Ondersteuning
Als u meer wilt weten over hoe u uw product kunt
gebruiken of u weet niet zeker hoe uw apparaat behoort
te werken, raadpleegt u de gebruikershandleiding of de
ondersteuningspagina's op www.nokia.com/support, de
lokale Nokia-website of, voor mobiele apparaten,
www.nokia.mobi/support.
Als u hiermee het probleem niet kunt oplossen, gaat u als
volgt te werk:
•Start het apparaat opnieuw op: schakel het apparaat
uit en verwijder de batterij. Plaats de batterij na een
ongeveer een minuut weer in het apparaat en schakel
het apparaat in.
•Herstel de oorspronkelijke fabrieksinstellingen zoals
in de gebruikershandleiding wordt uitgelegd.
•Werk de software van uw apparaat regelmatig bij voor
optimale prestaties en mogelijke nieuwe functies,
zoals uitgelegd in de gebruikershandleiding.
Als het probleem nog steeds niet is opgelost, neemt u
contact op met Nokia om het apparaat te laten repareren.
Kijk op www.nokia.com/repair. Maak eerst een back-up
12Aan de slag
van de gegevens in uw apparaat voordat u het voor
reparatie verstuurt.
Draadloze software-updates
Als uw netwerk het draadloos bijwerken van software
ondersteunt, kunt u mogelijk ook updates via het apparaat
aanvragen.
Bij het downloaden van software-updates worden
mogelijk grote hoeveelheden gegevens overgedragen
(netwerkdienst).
Zorg ervoor dat de batterij van het apparaat voldoende
capaciteit heeft of dat de lader is aangesloten voordat u
begint met bijwerken.
Aan de slag
SIM-kaart en batterij plaatsen
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader
voordat u de batterij verwijdert.
De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen
gemakkelijk door krassen of buigen worden beschadigd.
Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt,
plaatst of verwijdert.
Aan de slag13
1 Houd de achterkant van het apparaat naar u toe
gericht, til de achtercover op en verwijder deze (1).
2 Verwijder de batterij als deze is geplaatst (2).
3 Verschuif de SIM-kaarthouder om deze te
ontgrendelen (3) en draai deze open (4).
4 Plaats de SIM-kaart in de houder met het
contactgebied naar beneden gericht (5), en sluit de
houder (6).
5 Schuif de kaarthouder terug om deze te vergrendelen
(7).
6 Plaats de batterij (8) en plaats de achtercover terug (9).
De batterij opladen
De batterij is in de fabriek al gedeeltelijk opgeladen. Als het
apparaat aangeeft dat het batterijniveau laag is, moet u
het volgende doen:
14 Aan de slag
1 Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos.
2 Sluit de lader aan op het apparaat.
3 Wanneer de batterij aangeeft volledig opgeladen te
zijn, koppelt u de lader los van het apparaat en haalt
u de stekker uit het stopcontact.
U hoeft de batterij niet een bepaalde tijd op te laden en u
kunt het apparaat al gebruiken terwijl het nog aan het
laden is. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele
minuten duren voordat de indicator voor het laden van de
batterij op het scherm wordt weergegeven en u weer met
het apparaat kunt bellen.
Aan de slag15
Antenne
Het apparaat kan interne en externe antennes hebben.
Vermijd onnodig contact met het gebied rond de antenne
als de antenne aan het zenden of ontvangen is. Contact met
antennes kan de kwaliteit van de communicatie nadelig
beïnvloeden en kan tijdens gebruik leiden tot een hoger
stroomverbruik en tot een kortere levensduur van de
batterij.
In de afbeelding is het antennegebied grijs gemarkeerd.
Hoofdtelefoon
Waarschuwing:
Wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen
om geluiden van buitenaf te horen negatief worden
beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw
veiligheid in gevaar kan brengen.
16 Aan de slag
Als u externe apparaten of hoofdtelefoons op de
netstroomconnector van Nokia aansluit die niet door
Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat,
moet u extra letten op het geluidsniveau.
Sluit geen producten aan die een uitgangssignaal afgeven,
aangezien het apparaat dan beschadigd kan raken. Sluit
geen energiebron aan op de netstroomconnector van
Nokia.
Magneten en magnetische velden
Houd het apparaat uit de buurt van magneten en
magneetvelden.
Toetsen en onderdelen
1
Luistergedeelte
2Scherm
3Selectietoetsen
4Beltoets
5Navi™-toets (bladertoets)
6Microfoon
7Middelste selectietoets
8Einde / Aan/uit-toets
9Toetsenblok
Aan de slag17
18 Aan de slag
10USB-poort
11Aansluiting
lader
12Tweede
scherm
13Oogje van
polsband
14Camera
15Aansluiting
voor
hoofdtelefo
on
De telefoon in- en uitschakelen
U kunt de telefoon in- of uitschakelen door de aan/uit-toets
ingedrukt te houden.
Tikken
Met de tikfunctie kunt u snel meldingen en een klok
weergeven door twee keer op het secundaire scherm van
de gesloten telefoon te tikken.
Aan de slag19
Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon > Sensor-
instellingen om de tikfunctie en vibratiefeedback aan of
uit te zetten.
Als u oproepen hebt gemist of nieuwe berichten hebt
ontvangen, moet u deze eerst bekijken voordat u de klok
kunt weergeven.
Scherm
1 Signaalsterkte van het mobiele netwerk
2 Laadstatus van batterij
3 Indicatoren
4 Naam van het netwerk of het operatorlogo
20 Aan de slag
5 Klok
6 Datum (alleen als het uitgebreide startscherm is
uitgeschakeld)
7 Scherm
8 Functie van de linkerselectietoets
9 Functie van de bladertoets
10 Functie van de rechterselectietoets
U kunt de functie van de linker- en rechterselectietoets
veranderen.
Functies zonder een SIM-kaart
U kunt sommige functies van uw telefoon mogelijk
gebruiken zonder dat u een SIM-kaart hebt geplaatst, zoals
functies van de organizer en spelletjes. Sommige functies
worden gedimd weergegeven in de menu's en kunnen niet
worden gebruikt.
Toepassingen die op de achtergrond worden
uitgevoerd
Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd,
vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur
van de batterij af.
Zie 'Snelkoppelingen', p. 38.
Oproepen 21
Oproepen
Oproepen plaatsen en beantwoorden
Als u iemand wilt bellen, voert u het telefoonnummer in,
eventueel inclusief de landcode en het netnummer. Druk
op de beltoets om het nummer te bellen. Druk op de pijl
omhoog of omlaag om het volume van het luistergedeelte
of de hoofdtelefoon te verhogen of te verlagen tijdens een
oproep.
Druk op de beltoets om een binnenkomende oproep te
beantwoorden. Als u de oproep niet wilt beantwoorden,
drukt u op de toets Einde.
Luidspreker
Selecteer Luidspr. of Normaal om de luidspreker of het
luistergedeelte te gebruiken tijdens een gesprek. Deze
voorzieningen zijn mogelijk niet op alle uitvoeringen
beschikbaar.
Snelkeuzetoetsen
Als u een telefoonnummer wilt toewijzen aan een van de
cijfertoetsen 2 tot en met 9, selecteert u Menu >
Contacten > Snelkeuze, bladert u naar het gewenste
22 Tekst invoeren
nummer en selecteert u Wijs toe. Voer het gewenste
telefoonnummer in of selecteer Zoeken en een
opgeslagen contact.
Als u gebruik wilt maken van snelkeuzetoetsen, selecteert
u Menu > Instellingen > Oproepen > Snelkeuze >
Aan.
Als u een nummer wilt bellen via een snelkeuzetoets, drukt
u in de stand-bymodus op de gewenste cijfertoets en
houdt u deze ingedrukt.
Tekst invoeren
Tekstmodi
Voor het invoeren van tekst (bijvoorbeeld in SMSberichten) kunt u gewone tekstinvoer of tekstvoorspelling
gebruiken.
Houd tijdens het schrijven Opties even ingedrukt om over
te schakelen van gewone tekstinvoer (aangeduid met
) naar tekstvoorspelling (aangeduid met ) en
omgekeerd. Tekstvoorspelling is niet voor alle talen
beschikbaar.
Hoofdletters en kleine letters worden aangegeven door
, en .
Tekst invoeren 23
Als u van hoofdletters wilt overschakelen op kleine letters
of omgekeerd, drukt u op #. Als u van letters wilt
overschakelen op nummers (aangeduid met
# ingedrukt en selecteert u Nummermodus. Als u van
nummers wilt overschakelen naar letters, houdt u #
ingedrukt.
Als u een andere schrijftaal wilt instellen, selecteert u
Opties > Schrijftaal.
Gewone tekstinvoer
Druk een of meer keren op een cijfertoets (2-9) totdat het
gewenste teken verschijnt. Welke tekens beschikbaar zijn,
hangt af van de geselecteerde schrijftaal.
Als de volgende letter zich op dezelfde toets bevindt als de
huidige, wacht u tot de cursor weer verschijnt en voert u
de letter in.
Als u leestekens of speciale tekens wilt invoeren, drukt u
herhaaldelijk op 1. Als u de lijst met speciale tekens wilt
openen, drukt u op *.
Tekstinvoer met woordenboek
Tekstinvoer met woordenboek is gebaseerd op een
ingebouwd woordenboek waar u zelf woorden aan toe
kunt voegen.
) houdt u
24 Door de menu's navigeren
1 U begint een woord in te voeren met behulp van de
cijfertoetsen 2 tot en met 9. Druk voor een letter
slechts éénmaal op de betreffende toets.
2 Om een woord te bevestigen, drukt u op de bladertoets
naar rechts of typt u een spatie.
•Als het woord niet correct is, drukt u herhaaldelijk
op * en selecteert u het woord uit de lijst.
•Als er een vraagteken (?) achter het woord staat,
komt het woord dat u wilt invoeren niet in het
woordenboek voor. Als u het woord aan het
woordenboek wilt toevoegen, selecteert u
Spellen. Voer het woord in met behulp van de
normale tekstinvoer en selecteer Opslaan.
•Als u een samengesteld woord wilt invoeren, voert
u om te beginnen het eerste gedeelte van het
woord in. Bevestig de invoer door op de
bladertoets naar rechts te drukken. Typ vervolgens
het laatste gedeelte van het woord en bevestig het
woord.
3 U begint met het invoeren van het volgende woord.
Door de menu's navigeren
De telefoonfuncties zijn verdeeld over verschillende
menu's. Niet alle menufuncties of opties worden hier
beschreven.
Berichten 25
Selecteer in de stand-bymodus Menu en het gewenste
menu en submenu. Selecteer Afsluiten of Terug om het
huidige menuniveau te verlaten. Druk op de toets Einde om
direct terug te gaan naar de stand-by modus. Als u de
menuweergave wilt wijzigen, selecteert u Menu >
Opties > Hoofdmenuwrgave.
Berichten
Maak en ontvang met uw apparaat berichten, zoals SMSen MMS-berichten. De berichtdiensten kunnen alleen
worden gebruikt als ze worden ondersteund door uw
netwerk- of serviceprovider.
SMS- en MMS-berichten
U kunt berichten opstellen en daar bijvoorbeeld een
foto aan toevoegen. Uw apparaat verandert een SMSbericht automatisch in een MMS-bericht als u een bestand
bijvoegt.
SMS-berichten
Het apparaat ondersteunt tekstberichten die langer zijn
dan de limiet voor één bericht. Langere berichten worden
verzonden als twee of meer berichten. Uw serviceprovider
kan hiervoor de desbetreffende kosten in rekening
brengen. Tekens met accenten, andere symbolen en
sommige taalopties nemen meer ruimte in beslag,
26 Berichten
waardoor het aantal tekens dat in één bericht kan worden
verzonden, wordt beperkt.
Het totale aantal resterende tekens en het aantal berichten
dat nodig is voor verzending worden weergegeven.
Het juiste nummer van de berichtencentrale moet in uw
apparaat zijn opgeslagen. Meestal wordt dit nummer
automatisch door uw SIM-kaart ingesteld.
1 Als u het nummer handmatig wilt instellen, selecteert
2 Voer de naam in en het nummer dat u hebt ontvangen
van de serviceprovider.
Multimediaberichten
Een multimediabericht kan tekst, afbeeldingen,
geluidsclips en videoclips bevatten.
Alleen apparaten met compatibele functies kunnen
multimediaberichten ontvangen en weergeven. De
weergave van een bericht kan verschillen afhankelijk van
het ontvangende apparaat.
Het draadloze netwerk kan de omvang van MMS-berichten
beperken. Als de omvang van de ingevoegde afbeelding de
Berichten 27
limiet overschrijdt, kan de afbeelding door het apparaat
worden verkleind zodat deze via MMS kan worden
verzonden.
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van
berichten. Berichten kunnen schadelijke software
bevatt en of and ersz ins scha deli jk zijn v oor het app araa t of
de pc.
Neem contact op met uw serviceprovider voor de
beschikbaarheid van MMS (multimedia messaging service)
en om u hierop te abonneren.
Een bericht maken
1 Selecteer Menu > Berichten en Bericht maken.
2 Schrijf uw bericht.
Als u een speciaal teken of een smiley wilt invoegen,
selecteert u Opties > Symbool invoegen.
Als u een object wilt toevoegen aan het bericht,
selecteert u Opties > Object invoegen. Het
berichttype verandert automatisch in
Multimediabericht.
3 Als u ontvangers wilt toevoegen, selecteert u Vrz.
naar en een ontvanger.
Als u handmatig een telefoonnummer of e-mailadres
wilt toevoegen, selecteert u Nummer of e-mail. Voer
28 Berichten
een telefoonnummer in of selecteer E-mail en voer een
e-mailadres in.
4 Selecteer Verzndn.
Multimediaberichten worden aangeduid met een
pictogram boven in het scherm.
Serviceproviders rekenen mogelijk verschillende tarieven
voor verschillende berichttypen. Neem voor meer
informatie contact op met uw serviceprovider.
Een bericht lezen en beantwoorden
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van
berichten. Berichten kunnen schadelijke software
bevatt en of and ersz ins scha deli jk zijn v oor het app araa t of
de pc.
Een ontvangen bericht lezen
Selecteer Bekijk.
Een bericht beantwoorden
Selecteer Beantw..
Meerdere ontvangen berichten lezen
Selecteer Menu > Berichten en Inbox en het gewenste
bericht.
Berichten 29
Berichten verzenden en ordenen
Als u een bericht wilt verzenden, selecteert u Verzenden.
Opmerking: Als het pictogram of de tekst Bericht
verzonden op het beeldscherm van het apparaat
verschijnt, betekent dit niet dat het bericht op de bedoelde
bestemming is aangekomen.
Als er iets misgaat tijdens het verzenden, worden
automatisch enkele nieuwe verzendpogingen gedaan. Als
deze pogingen mislukken, wordt het bericht als Mislukt
gemarkeerd in de map Verzonden items.
Ontvangen berichten worden opgeslagen in de map Inbox.
U kunt uw berichten indelen in de map Opgeslagen items.
Als u de naam van een map wilt wijzigen, een map wilt
verwijderen of nieuwe map wilt toevoegen, selecteert u
Menu > Berichten en Meer > Archief > Opties.
Nokia Xpress-audioberichten
Op een eenvoudige manier met MMS audioberichten
maken en verzenden.
Selecteer Menu > Berichten.
1 Selecteer Meer > Andere berichten >
Audiobericht. De recorder wordt geopend.
30 Berichten
2 Als u het bericht wilt opnemen, selecteert u .
3 Selecteer
4 Selecteer Vrz. naar en een contact.
Nokia Mail
Met uw apparaat uw e-mailaccount openen om e-mail te
lezen , te schrijven en t e verzenden. Deze e-mailtoepassing
is niet hetzelfde als de SMS-e-mailfunctie.
Om te kunnen e-mailen, hebt u een e-mailaccount bij een
e-mailserviceprovider nodig. Vraag uw emailserviceprovider naar de beschikbaarheid en de juiste
instellingen. Het is mogelijk dat u de configuratieinstellingen voor e-mail ontvangt als een
configuratiebericht.
Wizard voor e-mailinstellingen
De wizard voor e-mailinstellingen wordt automatisch
geopend als er geen e-mailinstellingen zijn gedefinieerd
in het apparaat. Als u de instellingenwizard wilt openen en
een extra e-mailaccount wilt toevoegen, selecteert u
Menu > Berichten en de bestaande e-mailaccount.
Selecteer Opties > Mailbox toevoegen. Volg de
instructies.
om de opname te stoppen.
Berichten 31
E-mail schrijven en verzenden
Al voordat u verbinding maakt met de e-mailservice kunt
u een e-mail schrijven.
1 Selecteer Menu > Berichten en Bericht maken >
E-mailbericht.
2 Voer het e-mailadres in van de ontvanger, het
onderwerp en het e-mailbericht. Selecteer Opties >
Invoegen om een bestand toe te voegen.
3 Als er meer dan één e-mailaccount gedefinieerd is,
selecteert u de account die u wilt gebruiken voor het
verzenden van de e-mail.
4 Selecteer Verzenden.
E-mail lezen en beantwoorden
Belangrijk: Wees voorzichtig met het openen van
berichten. Berichten kunnen schadelijke software
bevatt en of and ersz ins scha deli jk zijn v oor het app araa t of
de pc.
Selecteer Menu > Berichten.
E-mailheaders downloaden
Selecteer uw e-mailaccount.
32 Berichten
Een e-mail inclusief bijlagen downloaden
Selecteer een e-mail en selecteer vervolgens Openen of
Ophalen.
E-mail beantwoorden of doorsturen
Selecteer Opties > Antwoorden of Doorsturen.
De verbinding met uw e-mailaccount verbreken
Selecteer Opties > Verb. verbreken. De verbinding met
de e-mailaccount wordt automatisch verbroken na een
periode van inactiviteit.
Meldingen van nieuwe e-mail
Uw apparaat kan met regelmatige tussenpozen
automatisch uw e-mailaccount controleren en een
melding genereren zodra er nieuwe e-mail is ontvangen.
2 Selecteer uw e-mailaccount, Downl.instellingen en
de volgende opties:
Interval vr bijwerken — Instellen hoe vaak uw
apparaat uw e-mailaccount controleert op nieuwe email.
Berichten 33
Automatisch ophalen — Nieuwe e-mail automatisch
ophalen van uw e-mailaccount.
3 Als u een melding wilt ontvangen bij nieuwe e-mail
selecteert u Bericht-instllngn > E-
mailinstellingen > Nwe e-mailmelding.
Voicemail
Voicemail is een netwerkdienst, waarop u zich mogelijk
eerst moet abonneren. Neem voor meer informatie contact
op met uw serviceprovider.
Uw voicemailbox bellen
Houd 1 ingedrukt.
Het nummer van de voicemailbox wijzigen
Selecteer Menu > Berichten > Meer > Voicemails en Nr.
voicemailbox.
Berichtinstellingen
Selecteer Menu > Berichten en Bericht-instllngn.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Algem. instellingen — Sla kopieën van verstuurde
berichten op in uw apparaat, overschrijf oude berichten als
het berichtengeheugen vol raakt, schakel tussen de
34 Contacten
weergaven Conversaties en Inbox, en stel andere
voorkeuren in met betrekking tot berichten.
Tekstberichten — Bezorgingsberichten toestaan,
berichtencentra voor SMS en SMS-e-mail instellen, het type
tekenondersteuning instellen en andere voorkeuren met
betrekking tot SMS-berichten instellen.
Multimediaberichten — Bezorgingsberichten toestaan,
het uiterlijk van MMS-berichten instellen, de ontvangst van
MMS-berichten en reclame toestaan, en andere voorkeuren
met betrekking tot MMS-berichten instellen.
E-mailberichten — De ontvangst van e-mail toestaan, het
formaat van afbeeldingen in e-mail instellen, en andere
voorkeuren met betrekking tot e-mail instellen.
Dienstberichten — Serviceberichten activeren en
voorkeuren met betrekking tot serviceberichten instellen.
Contacten
Selecteer Menu > Contacten.
U kunt namen en telefoonnummers opslaan in het
apparaatgeheugen of op de SIM-kaart. In het
apparaatgeheugen kunt u cijfers en tekstitems bij
contacten opslaan. Namen en nummers die zijn
opgeslagen op de SIM-kaart, worden aangegeven met
.
Contacten 35
Een contact toevoegen
Selecteer Menu > Contacten en Voeg nieuwe toe
Gegevens toevoegen aan een contact
Controleer of het geheugen Telefoon of Telefoon en
SIM actief is. Selecteer vervolgens Namen, blader naar de
naam en selecteer Gegevens > Opties > Info
toevoegen.
Een contact zoeken
Selecteer Namen en blader door de lijst met contacten of
voer de eerste letters van de naam in.
Een contact naar een andere geheugenlocatie
kopiëren
Selecteer Namen, ga naar het contact en selecteer
Opties > Contact kopiëren. Op de SIM-kaart kunt u voor
elke naam maar één telefoonnummer opslaan.
Selecteren waar u contacten wilt opslaan, hoe u
contacten wilt weergeven en het geheugengebruik
van contacten
Selecteer Instellingen.
Een visitekaartje verzenden
Selecteer Namen, zoek de naam van de contactpersoon
van wie u gegevens wilt verzenden en selecteer vervolgens
Gegevens > Opties > Visitek. verzenden. Vanaf een
36 Oproeplogboek
compatibel apparaat dat ondersteuning biedt aan vCard
kunt u de contactgegevens van een persoon versturen als
visitekaartje.
Oproeplogboek
Als u de informatie over uw oproepen, berichten, gegev ens
en synchronisatie wilt weergeven, selecteert u Menu >
Logboek en het gewenste item.
Opmerking: De uiteindelijke rekening van de
serviceprovider voor oproepen en diensten kan variëren,
afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen,
belastingen, enzovoort.
Instellingen
Profielen
De telefoon heeft verschillende instellingsgroepen die ook
wel profielen worden genoemd. U kunt in deze profielen
de ringtones voor verschillende gebeurtenissen en
omgevingen aanpassen.
Selecteer Menu > Instellingen > Profielen, het
gewenste profiel, en maak een keuze uit de volgende
opties:
Activeer — om het geselecteerde profiel te activeren
Instellingen37
Aanpassen — om de profielinstellingen te wijzigen
Tijdelijk — om in te stellen dat een profiel gedurende een
bepaalde tijd wordt geactiveerd. Wanneer de ingestelde
tijd voor het profiel verstrijkt, wordt het vorige profiel
(waarvoor geen tijd was ingesteld) geactiveerd.
Tonen
U kunt de tooninstellingen van het geselecteerde profiel
wijzigen.
Selecteer Menu > Instellingen > Tonen. U vindt deze
instellingen ook in het menu Profielen.
Scherm
Selecteer Menu > Instellingen > Weergave om de
achtergrond, de lettergrootte of andere functies met
betrekking tot het telefoonscherm weer te geven of aan te
passen.
Datum en tijd
Selecteer Menu > Instellingen > Datum en tijd.
Selecteer Inst. datum en tijd om de datum en tijd in te
stellen.
38 Instellingen
Selecteer Datum- en tijdnotatie om een notatie te kiezen
voor de datum en tijd.
Als u wilt instellen dat de datum en tijd automatisch
worden bijgewerkt op basis van de huidige tijdzone,
selecteert u Datum/tijd aut. aanp. (netwerkdienst).
Snelkoppelingen
Met persoonlijke snelkoppelingen kunt u snel toegang
krijgen tot telefoonfuncties die u veel gebruikt.
Selecteer Menu > Instellingen > Snelkoppelingen.
Telefoonfuncties aan selectietoetsen toewijzen
Selecteer Rechter selectietoets of Linkerselectietoets
en een functie in de lijst.
Snelkoppelingsfuncties toewijzen aan de
navigatietoets
Selecteer Navigatietoets. Druk op de gewenste pijl en
selecteer Wijzig of Wijs toe en een functie in de lijst.
Synchronisatie en reservekopieën
Selecteer Menu > Instellingen > Sync. en back-up en
maak een keuze uit de volgende opties:
Instellingen39
Telefoonoverdr. — Synchroniseer of kopieer
geselecteerde gegevens tussen uw telefoon en een andere
via de Bluetooth-technologie.
Geg.overdracht — Synchroniseer of kopieer
geselecteerde gegevens tussen uw telefoon en een ander
apparaat of een andere pc of netwerkserver
(netwerkservice).
Connectiviteit
De telefoon biedt verschillende functies voor verbinding
met andere apparaten, zodat gegevens kunnen worden
uitgewisseld.
Draadloze Bluetooth-technologie
Met behulp van Bluetooth-technologie kunt u de telefoon
met radiogolven verbinden met een compatibel
Bluetooth-apparaat binnen een afstand van 10 meter (32
feet).
Dit apparaat voldoet aan Bluetooth-specificatie 2,1 + EDR
met ondersteuning voor de volgende profielen: Dial-up
Networking Profile (DUN) FileTransfer Profile (FTP) General
Access Profile (GAP) Generic Object Exchange Profile (GOEP)
Handsfree Profile (HFP) Headset Profile (HSP) Object Push
Profile (OPP) Phonebook Access Profile (PBAP) Serial Port
Profile (SPP) Service Discovery Application Profile (SDAP)
SIM Access Profile (SAP). Gebruik uitsluitend de door Nokia
40 Instellingen
goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd
wilt zijn van compatibiliteit met andere Bluetoothapparatuur. Informeer bij de fabrikanten van andere
apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie,
vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur
van de batterij af.
Een Bluetooth-verbinding instellen
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit >
Bluetooth en voer de volgende stappen uit:
1 Selecteer Naam telefoon en voer de naam van uw
telefoon in.
2 Als u Bluetooth-connectiviteit wilt activeren,
selecteert u Bluetooth > Aan.
Bluetooth is geactiveerd.
3 Als u de telefoon met audiotoebehoren wilt verbinden,
selecteert u Verb. met audioacc. en het apparaat
waarmee u verbinding wilt maken.
4 Als u de telefoon wilt koppelen met een Bluetooth-
apparaat dat zich binnen het bereik bevindt, selecteert
u Gekopp. apparaten > Nw app. toevgn.
Ga naar een gevonden apparaat en selecteer Toevgn.
geeft aan dat
Instellingen41
Voer een wachtwoord van maximaal 16 tekens in op
de telefoon en sta de verbinding toe op het andere
Bluetooth-apparaat.
Als u zich zorgen maakt om de beveiliging, schakelt u
Bluetooth uit, of stelt u Waarnmb. telefoon in op
Verborgen. Accepteer uitsluitend Bluetooth-
communicatie van personen die u vertrouwt.
Packet-gegevens
General Packet Radio Service (GPRS) is een netwerkdienst
die mobiele telefoons in staat stelt gegevens te verzenden
en te ontvangen over een IP-netwerk (Internet Protocol).
Als u wilt instellen hoe u deze dienst wilt gebruiken,
selecteert u Menu > Instellingen > Connectiviteit >
Packet-gegevens > Packet-gegev.verb. en maakt u een
keuze uit de volgende opties:
Wanneer nodig — alleen een verbinding voor packet-
gegevens tot stand brengen als een toepassing deze
verbinding nodig heeft. De verbinding wordt gesloten
wanneer de toepassing is beëindigd.
Altijd online — automatisch een verbinding met een
netwerk voor packet-gegevens tot stand brengen wanneer
u de telefoon aanzet.
U kunt uw telefoon als modem gebruiken door via
Bluetooth verbinding te maken met een compatibele PC.
42 Instellingen
Raadpleeg voor meer informatie de documentatie van de
Nokia PC Suite.
Telefooninstellingen voor oproepen
Selecteer Menu > Instellingen > Oproepen.
Selecteer Doorschakelen om inkomende oproepen door
te schakelen (netwerkdienst). Neem voor meer informatie
contact op met uw provider.
Om maximaal tien pogingen te doen om de verbinding tot
stand te brengen na een mislukte oproeppoging,
selecteert u Aut. opn. kiezen > Aan.
Selecteer Wachtfunctieopties > Activeer om het
netwerk een melding te laten genereren als er een nieuwe
oproep binnenkomt terwijl u een gesprek voert
(netwerkdienst).
Om in te stellen dat uw telefoonnummer wordt
weergegeven op het toestel van de persoon die u belt
(netwerkdienst), selecteert u Identificatie verz..
Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon >
Taalinstellingen > Taal display om de weergavetaal
voor de telefoon in te stellen.
Instellingen43
Accessoires
Dit menu en de verschillende opties ervan worden alleen
weergegeven als de telefoon op een compatibel mobiel
accessoire is of was aangesloten.
Selecteer Menu > Instellingen > Accessoires. Selecteer
een accessoire en een optie, afhankelijk van het accessoire.
Configuratie
U kunt uw telefoon configureren met instellingen die
nodig zijn voor bepaalde diensten. Deze instellingen
worden mogelijk ook beschikbaar gesteld door uw
provider.
Selecteer Menu > Instellingen > Configuratie en maak
een keuze uit de volgende opties:
Std.configuratie-inst. — om de opgeslagen providers te
bekijken en een standaardprovider te kiezen.
Std. actv. in alle toep. — om de standaardconfiguratieinstellingen voor ondersteunde toepassingen te activeren.
Voorkeurstoeg.punt — om de opgeslagen
toegangspunten weer te geven.
Verb. mt onderst. — om de configuratie-instellingen te
downloaden van uw provider.
44 Instellingen
Inst. apparaatbeheer — om het downloaden van
software-updates voor de telefoon in of uit te schakelen.
Of deze optie beschikbaar is, hangt af van uw telefoon.
Persoonl. instellingen — om handmatig nieuwe
persoonlijke accounts voor diverse diensten toe te voegen
en om deze te activeren of te verwijderen. Als u een nieuwe
persoonlijke account wilt toevoegen, selecteert u
Toevgn of Opties > Voeg nieuwe toe. Selecteer het type
dienst en voer de vereiste parameters in. Als u een
persoonlijke account wilt activeren, gaat u naar de account
en selecteert u Opties > Activeer.
Fabrieksinstellingen terugzetten
Als u de telefoon wilt terugzetten naar
fabrieksinstellingen, selecteert u Menu > Instellingen >
Fabriekswaarden en een van de volgende opties:
Alleen instellingen — om alle voorkeursinstellingen
terug te zetten zonder persoonlijke gegevens te
verwijderen
Alles — om alle voorkeursinstellingen terug te zetten en
alle persoonlijke gegevens, zoals contacten, berichten,
mediabestanden en activeringssleutels, te verwijderen
Galerij45
Galerij
Bij inhoud die is beveiligd met een beheersysteem voor
digitale rechten (DRM) wordt een bijbehorende
activeringssleutel geleverd die uw rechten om gebruik te
maken van de inhoud definieert.
Als het apparaat inhoud met OMA DRM-beveiliging bevat,
kunt u met de backupfunctie van Nokia Ovi Suite een
backup maken van zowel de activeringssleutels als de
inhoud.
Uw telefoon ondersteunt een systeem voor het beheer van
digitale rechten (DRM) ter bescherming van opgehaalde
content. Controleer altijd de leveringsvoorwaarden van
alle content en activeringssleutels voordat u tot aanschaf
overgaat, omdat mogelijk om een vergoeding wordt
gevraagd.
U kunt de mappen bekijken door Menu > Galerij te
selecteren.
Media
Camera en video
Uw apparaat ondersteunt het maken van foto's met een
resolutie van 1600 x 1200 pixels .
46 Media
Een foto maken
1 Selecteer Menu > Toepassingen > Camera of druk
de bladertoets naar links of rechts als de videofunctie
is geactiveerd.
2 Bepaal de compositie voor de foto. Druk de bladertoets
omhoog of omlaag om in of uit te zoomen.
3 Selecteer Vastlggn.
Activeer de nachtstand of de zelfontspanner, of maak
snel achter elkaar een reeks foto's.
Selecteer Opties en kies de gewenste optie.
De modus en duur voor het weergeven van genomen
foto's instellen
Selecteer Opties > Instellingen > Tijd fotovoorbeeld.
Een videoclip opnemen
1 Selecteer Menu > Toepassingen en Videorecorder.
2 Selecteer Opnemen om de opname van de videoclip
te starten.
De duur instellen van de videoclip die u kunt opnemen
Selecteer Menu > Media > Camera > Opties >
Instellingen > Lengte videoclip.
Media 47
FM-radio
De FM-radio maakt gebruik van een andere antenne dan
de antenne van het draadloze apparaat. De FM-radio
functioneert alleen naar behoren als er een compatibele
hoofdtelefoon of andere accessoire op het apparaat is
aangesloten.
Waarschuwing:
Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume
kan uw gehoor beschadigen. Luister naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Houd het apparaat niet dicht bij
uw oor wanneer de luidspreker in gebruik is.
Selecteer Menu > Toepassingen > Radio of houd op het
startscherm * ingedrukt.
Naar een naastgelegen zender zoeken
Druk op de bladertoets naar links of rechts en houd deze
ingedrukt.
Een zender opslaan
Stem af op de gewenste zender en selecteer Opties >
Zender opslaan.
48 Media
Schakelen tussen opgeslagen zenders
Als u van zender wilt veranderen drukt u op de pijl links of
rechts of op het cijfer dat overeenkomt met de
geheugenlocatie van de gewenste zender.
Het volume aanpassen
Omhoog of omlaag bladeren.
De radio op de achtergrond laten spelen
Druk op de beëindigingstoets.
De radio sluiten
Houd de beëindigingstoets ingedrukt.
Recorder
Selecteer Menu > Toepassingen > Recorder.
Een opname starten
Selecteer het opnamepictogram.
De nieuwste opname beluisteren
Selecteer Opties > Ltste opn. afspln.
De nieuwste opname in een multimediabericht
verzenden
Selecteer Opties > Ltste opn. verzndn.
Kaarten 49
Muziekspeler
Uw apparaat bevat een muziekspeler voor het beluisteren
van muziek of andere geluidsbestanden in MP3- of AACindeling.
Waarschuwing:
Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume
kan uw gehoor beschadigen. Luister naar muziek op een
gematigd geluidsvolume. Houd het apparaat niet dicht bij
uw oor wanneer de luidspreker in gebruik is.
Selecteer Menu > Toepassingen > Mediaspeler.
Kaarten
Met Kaarten kunt u over kaarten naar verschillende steden
en landen schuiven, naar adressen en interessante locaties
zoeken, routes tussen locaties plannen, uw huidige locatie
op de kaart bekijken (als u over een GPS-verbinding
beschikt) en locaties opslaan en naar compatibele
apparaten verzenden. Daarnaast kunt u een licentie
aanschaffen voor een navigatieservice met gesproken
begeleiding. Deze dienst is niet voor alle landen of regio's
beschikbaar.
50 Kaarten
Over Kaarten
Als er kaarten beschikbaar zijn op uw apparaat of een in
het apparaat geplaatste geheugenkaart, kunt u hierin
bladeren zonder dat er verbinding is met het internet. Als
u naar een gebied gaat dat niet wordt gedekt door kaarten
die u al naar het apparaat hebt gedownload, wordt
automatisch via internet een kaart voor het gebied
gedownload. Mogelijk wordt u gevraagd een
toegangspunt te selecteren voor de internetverbinding.
Voor het downloaden van kaarten moeten soms grote
hoeveelheden gegevens worden overgebracht via het
netwerk van de serviceprovider. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie over de kosten van
gegevensoverdracht.
U kunt ook de software Nokia Map Loader gebruiken om
kaarten te downloaden naar uw apparaat. Als u Nokia Map
Loader wilt installeren op een compatibele pc, gaat u naar
www.nokia.com/maps.
Selecteer Menu > Toepassingen > Kaarten en maak een
keuze uit de volgende opties:
Laatste kaart — De kaart openen die het laatst is
weergegeven.
Adres zoeken — Een specifiek adres zoeken.
Kaarten 51
Opgesl. locaties — Een op het apparaat opgeslagen
locatie zoeken.
Recente locaties — De locaties weergeven waarin u hebt
gebladerd.
Huidige positie — Bekijken waar u zich momenteel
bevindt (als er een GPS-verbinding beschikbaar is).
Route plannen — Een route plannen.
Extra diensten — Een licentie kopen om te navigeren.
Instellingen — De instellingen opgeven.
Bijna alle digitale cartografie is niet helemaal accuraat en
volledig. Vertrouw nooit uitsluitend op de cartografie die
u voor dit apparaat hebt gedownload.
Nokia Map Loader
Met de pc-toepassing Nokia Map Loader kunt u kaarten en
bestanden voor gesproken begeleiding downloaden van
het internet. Er moet een geheugenkaart met voldoende
ruimte in het apparaat geplaatst zijn. U moet de toepassing
Kaarten een keer gebruiken en door kaarten bladeren,
alvorens Nokia Map Loader te gebruiken. Nokia Map Loader
gebruikt de historische informatie van Kaarten om te
bepalen welke versie van de kaarten moet worden
gedownload.
Ga voor het installeren van Nokia Map Loader naar
www.nokia.com/maps en volg de instructies.
52 Kaarten
Kaarten downloaden met Nokia Map Loader
1 Sluit het apparaat op de computer aan met een
compatibele USB-gegevenskabel of via een Bluetoothverbinding. Als u een gegevenskabel gebruikt,
selecteert u PC Suite als USB-verbindingsmethode.
2 Open Nokia Map Loader op de computer.
3 Selecteer een continent en een land of regio.
4 Selecteer de kaarten of diensten, downloadt ze en
installeer ze op uw apparaat.
Op het tabblad Service van Nokia Map Loader kunt u
licenties aanschaffen voor navigatie en
verkeersinformatie, reisgidsen kopen en kaarten
downloaden.
Over GPS
GPS-ontvanger
Het apparaat heeft geen interne GPS-ontvanger. Gebruik
een compatibele, externe GPS-ontvanger (afzonderlijk
verkrijgbaar als accessoire) om toepassingen te gebruiken
waarvoor een GPS-verbinding nodig is.
Een externe GPS-ontvanger gebruiken
1 Laad de compatibele GPS-ontvanger volledig op en
schakel deze vervolgens in.
Kaarten 53
2 Stel een Bluetooth-verbinding in tussen uw apparaat
en de GPS-ontvanger.
3 Richt de GPS-ontvanger zodanig dat het uitzicht op de
lucht niet geblokkeerd is.
4 Open de toepassing Kaarten en selecteer de externe
GPS-ontvanger.
Nadat u het apparaat aan een externe GPS-ontvanger hebt
gekoppeld, kan het een aantal minuten duren voordat de
huidige locatie op het apparaat wordt weergegeven.
U kunt Kaarten ook zonder GPS-ontvanger gebruiken om
in kaarten te bladeren, adressen en locaties te zoeken en
routes te plannen.
54 Kaarten
Naar uw bestemming navigeren
U kunt Kaarten upgraden naar een volledig
navigatiesysteem dat geschikt is voor afstanden die u met
de auto of te voet aflegt. Voor het volledige
navigatiesysteem hebt u een regionale licentie nodig en
een compatibele GPS-ontvanger. De autonavigatie biedt
volledig gesproken navigatie-instructies en is voorzien van
twee- en driedimensionale kaartweergaven. De
voetgangersnavigatie heeft een snelheidsbeperking van
30 kilometer/uur (18,6 mijl/uur) en biedt geen gesproken
navigatie-instructies. De navigatiedienst is niet voor alle
landen en regio's beschikbaar. Meer informatie vindt u op
de lokale Nokia-website.
Kaarten 55
Een licentie kopen om te navigeren
Selecteer Extra diensten. De licentie is regiospecifiek en
kan alleen in het geselecteerde gebied worden gebruikt.
Navigeren naar de bestemming
1 Selecteer Route plannen en maak een route.
2 Selecteer Opties > Route weergeven > Opties >
Navigatie starten.
3 Accepteer de weergegeven disclaimer.
4 Selecteer als u hierom wordt gevraagd de taal voor de
gesproken begeleiding.
Als u afwijkt van de ingestelde route, wordt automatisch
een nieuwe route berekend.
De gesproken begeleiding herhalen
Selecteer Herhalen.
De gesproken begeleiding uitschakelen
Selecteer Opties > Audio dempen.
De navigatie stoppen
Selecteer Stoppen.
56 Toepassingen
Te voet navigeren
Selecteer Instellingen > Route-instellingen >
Routeselectie > Te voet. De gemaakte routes worden
geoptimaliseerd voor navigatie te voet.
Toepassingen
De telefoon kan worden geleverd met enkele spelletjes en
Java-toepassingen die speciaal voor deze Nokia-telefoon
zijn ontworpen.
Selecteer Menu > Toepassingen.
Als u een spelletje of toepassing wilt starten, selecteert u
Spelletjes of Verzameling. Blader naar een spelletje of
toepassing en selecteer Openen.
U kunt zien hoeveel geheugen er beschikbaar is voor de
installatie van spelletjes of toepassingen door Opties >
Geheugenstatus te selecteren.
Als u een spelletje of toepassing wilt downloaden,
selecteert u Opties > Downloads > Speldownloads of
Toep.downloads. De telefoon biedt ondersteuning voor
J2ME™ Java-toepassingen. Controleer of een toepassing
Organiser57
compatibel is met uw telefoon voordat u de toepassing
downloadt.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen en
andere software van betrouwbare bronnen, zoals
toepassingen die Symbian Signed zijn of die de Java
Verified™-test hebben doorstaan.
Toepassingen die u hebt gedownload, kunt u opslaan in
Galerij in plaats van Toepassingen.
Organiser
Wekker
Selecteer Menu > Toepassingen > Wekker.
Een alarm activeren of deactiveren
Selecteer Alarm:.
De tijd voor het alarm instellen
Selecteer Alarmtijd:.
Het apparaat instellen zodat op bepaalde dagen van
de week een alarmtoon klinkt
Selecteer Herhalen:.
58Organiser
De alarmtoon aanpassen
Selecteer Alarmtoon:.
De time-outperiode voor de sluimertijd instellen
Selecteer Time-out snooze:.
Het alarm stoppen
Selecteer Stoppen.
Als u het alarm van het apparaat een minuut lang laat
klinken of Snooze selecteert, wordt het alarm
onderbroken gedurende de time-outperiode van de
sluimerfunctie en wordt het daarna weer hervat.
Agenda en takenlijst
Selecteer Menu > Agenda. Er wordt een kader rond de
huidige dag weergegeven. Als voor de betreffende dag
notities zijn ingesteld, wordt de dag vetgedrukt
weergegeven.
Een agendanotitie toevoegen
Ga naar de gewenste datum en selecteer Opties > Notitie
maken.
Details van een notitie weergeven
Blader naar een notitie en selecteer Bekijk.
Web of internet 59
Alle notities uit de agenda verwijderen
Selecteer Opties > Notities verwijdrn > Alle notities.
De takenlijst bekijken
Selecteer Menu > Toepassingen > Takenlijst.
De takenlijst wordt weergegeven en gesorteerd op
prioriteit. Selecteer Opties om een notitie toe te voegen,
te verwijderen of te verzenden, om een notitie als
uitgevoerd te markeren of om de takenlijst te sorteren op
deadline.
Web of internet
Met de browser van de telefoon hebt u toegang tot
verschillende internetdiensten. De weergave van
webpagina's kan verschillen, afhankelijk van de
schermgrootte. Het is mogelijk dat niet alle gegevens op
de webpagina's kunnen worden weergegeven.
Afhankelijk van uw telefoon wordt mogelijk ook de
browsfunctie in het menu weergegeven als Web of
Internet. Hierna wordt deze aangeduid als Web.
60 Web of internet
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u
vertrouwt en die adequate beveiliging en bescherming
bieden tegen schadelijke software.
Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid,
tarieven en instructies met betrekking tot deze diensten.
U kunt de configuratie-instellingen voor browsen
ontvangen in een configuratiebericht van uw
serviceprovider.
Verbinding maken met een webservice
Als u verbinding met de service wilt maken, selecteert u
Menu > Web > Home; . U kunt ook in de stand-bymodus
0.
Nadat u verbinding met de service hebt gemaakt, kunt u
door de pagina's ervan bladeren. De functie van de
telefoontoetsen kan bij verschillende services variëren.
Volg de tekstaanwijzingen op het telefoonscherm op.
Neem voor meer informatie contact op met uw
serviceprovider.
SIM-diensten 61
SIM-diensten
Mogelijk biedt uw SIM-kaart nog extra diensten. U kunt dit
menu alleen openen als het wordt ondersteund door uw
SIM-kaart. De naam en inhoud van het menu zijn
afhankelijk van de beschikbare diensten.
Groene tips
Hier volgen enkele tips die u helpen een bijdrage te leveren
aan de bescherming van het milieu.
Energie besparen
Als de batterij volledig is opgeladen en u hebt de lader
losgekoppeld van het apparaat, moet u de lader uit het
stopcontact trekken.
U hoeft de batterij minder vaak op te laden als u de
volgende regels in acht neemt:
•Sluit toepassingen, diensten en verbindingen af en
schakel ze uit als u ze niet gebruikt..
62Groene tips
•Verminder de helderheid van het scherm.
•Stel het apparaat zo in dat het in de spaarstand
overgaat nadat het toestel gedurende een
minimumperiode niet is gebruikt, mits dit op uw
apparaat mogelijk is.
•Schakel onnodige geluiden uit, waaronder
toetsenbord- en beltonen.
Recyclen
De meeste materialen waarvan Nokia-telefoons zijn
gemaakt, kunnen worden hergebruikt. Ga naar
www.nokia.com/werecycle als u wilt weten hoe u ervoor
kunt zorgen dat uw producten van Nokia worden
hergebruikt. Voor mobiele apparaten kijkt u op
www.nokia.mobi/werecycle.
Recycle verpakkingsmateriaal en
gebruikershandleidingen volgens het lokale
recyclingprogramma.
Meer informatie
Meer informatie over de duurzaamheid van uw apparaat
vindt u op www.nokia.com/ecodeclaration.
Toebehoren63
Toebehoren
Waarschuwing:
Gebruik alleen batterijen, opladers en
toebehoren die door Nokia zijn
goedgekeurd voor gebruik met dit
specifieke model. Het gebruik van alle
andere typen kan de goedkeuring of
garantie doen vervallen en kan
gevaarlijk zijn. Met name het gebruik
van niet-goedgekeurde laders of
batterijen kan het risico met zich
meebrengen van brand, explosie,
lekkage of ander geva ar.
Vraag de leverancier naar de
beschikbare goedgekeurde accessoires.
Als u de stekker van een toebehoren uit
het stopcontact verwijdert, moet u aan
de stekker trekken, niet aan het snoer.
Batterij
Informatie over de batterij en de
lader
Het apparaat werkt op een oplaadbare
batterij. De batterij die bedoeld is om in
dit apparaat te worden ge bruikt, is
BL-4S. Nokia kan eventueel ook andere
batterijmodellen vo or dit apparaat
beschikbaar stellen. Dit apparaat is
bedoeld voor gebruik met één van de
volgende laders: AC-3. Het exacte
modelnummer van de oplader is
afhankelijk van het type stekker. Het
stekkertype wordt aangeduid met een
van de volgende codes: E , EB, X, AR, U, A,
C of UB.
De batterij kan honderden keren
worden opgeladen en ontladen maar na
verloop van tijd treedt s lijtage op.
Wanneer de gesprekstijd en standbytijd aanmerkelijk korter zijn dan
normaal, moet u de batterij vervangen.
Gebruik alleen batterijen die door Nokia
zijn goedgekeurd en laad de batterij
alleen opnieuw op met lad ers die door
Nokia zijn goedgekeurd en bestemd zijn
voor dit apparaat. Het gebruik van een
niet-goedgekeurde batterij of lader kan
het risico met zich meebrengen van
brand, explosie, lekkage o f ander
gevaar.
Als u een batterij voor de eerste keer
gebruikt of als u de batterij langere tijd
niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat u
de lader moet aansluiten , ontkoppelen
en vervolgens opnieuw moet aansluiten
om het opladen te starten. Als de
batterij volledig ontladen is, kan het
enkele minuten duren voordat de
batterij-indicator op het scherm wordt
weergegeven en u weer met het
apparaat kunt bellen.
Schakel het apparaat altijd uit en
ontkoppel de lader voordat u de batterij
verwijdert.
64 Batterij
Haal de lader uit het stopcontact
wanneer u deze niet gebruikt. Houd een
volledig opgeladen batterij niet
gekoppeld aan de lader om dat de
levensduur van de batterij kan afnemen
wanneer deze wordt overladen. Als een
volledig opgeladen batterij n iet wordt
gebruikt, wordt deze na verloop van tijd
automatisch ontladen.
Probeer de batterij altijd te bewaren op
een temperatuur tussen 15°C en 25°C.
Bij extreme temperaturen nemen de
capaciteit en levensduur van de batterij
af. Een apparaat met een warme of
koude batterij kan gedurende bepaalde
tijd onbruikbaar zijn. De
batterijprestaties zijn met name
beperkt in temperat uren beduidend
onder het vriespunt.
Let op dat u geen kortsluiting
veroorzaakt in de batt erij. Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren wanneer een
metalen voorwerp zoals een munt,
paperclip of pen direct contact maakt
met de positieve (+) en negatieve (-)
poolklemmen van de batterij. (Deze
klemmen zien eruit als metalen strips.)
Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer
u een reservebatterij in uw zak of tas
hebt. Kortsluiting van de poolklemmen
kan schade veroorzaken aan de batterij
of aan het voorwerp waarop deze is
aangesloten.
Gooi batterijen niet in het vuur. De
batterijen kunnen dan ontploffen.
Batterijen kunnen ook ontploffen als
deze beschadigd zijn. Verwerk
batterijen in overeenstemming met de
lokale regelgeving. Lever batterijen
indien mogelijk in voor recycling. Gooi
batterijen niet weg met het
huishoudafval.
U mag nooit geheugencellen of
batterijen ontmantelen, erin snijden of
ze openen, platdrukken, verbuigen,
beschadigen, doorboren of slopen. Als
een batterij lekt, moet u ervoor zorgen
dat de vloeistof niet in contact komt met
de huid of ogen. Als dat toch gebeurt,
moet u uw huid en ogen onmiddellijk
met water afspoelen of medische hulp
zoeken.
Wijzig de batterij niet, verwerk deze
niet tot een ander product, en probeer
er geen vreemde voorwerpen in te
brengen. Stel de batterij ni et bloot aan
en dompel deze niet onder in water of
andere vloeistoffen.
Onjuist gebruik van de batterij kan
brand, explosie of ander gevaar met zich
meebrengen. Als het apparaat of de
batterij valt, vooral op een hard
oppervlak, en u denkt dat de batterij is
beschadigd, moet u deze ter inspectie
Batterij 65
naar een servicepunt brengen voordat u
die opnieuw gebruikt.
Gebruik de batterij alleen voor het doel
waarvoor deze is bestemd. Gebruik
nooit een beschadigde lader of batterij.
Houd de batterij buiten het bereik van
kleine kinderen.
Controleren van de echtheid van
Nokia-batterijen
Gebruik altijd originele Nokia-batterijen
voor uw veiligheid. Verzeker u ervan dat
u een originele Nokia batterij koopt
door de batterij bij een erkende Nokia
dealer of een Nokia servicecentrum aan
te schaffen en het hologramlabel
volgens de onderstaande stappen te
inspecteren:
Een succesvolle uitvoering van de
stappen biedt geen totale garantie voor
de echtheid van de batte rij. Als u reden
hebt om aan te nemen dat uw batterij
geen echte originele Nokia batterij is,
gebruik deze dan niet, maar breng de
batterij naar de dichtstb ijzijnde erkende
Nokia dealer of een Nokia
servicecentrum voor assistentie. Als de
echtheid niet kan worden vastgesteld,
breng de batterij dan terug naar de
plaats van aankoop.
De echtheid van het hologram
controleren
1Wanneer u het hologram op het
label bekijkt, hoort u vanuit de
ene hoek het Nokia-symbool met
de handen te zien en vanuit de
andere hoek het Nokia Original
Enhancements-logo.
66 Behandeling en onderhoud
2Wanneer u het hologram onder
een hoek naar links, rechts,
omlaag en omhoog houdt, hoort
u op iedere zijde respectievelijk 1,
2, 3 en 4 stippen te zien.
Wat als de batterij niet origineel is?
Als u niet kunt vaststellen dat uw Nokiabatterij met het hologramlabel een
originele Nokia-batterij is, gebruik de
batterij dan niet. Breng de batterij naar
de dichtstbijzijnde offi ciële Nokia dealer
of een Nokia servicecentrum voor
assistentie. Het gebruik van een batterij
die niet door Nokia is goedgek eurd, kan
gevaarlijk zijn en kan leiden tot
gebrekkige prestaties en be schadiging
van het apparaat of de toebehoren. Het
kan ook de goedkeuring of garantie van
het apparaat ongeldig maken.
Zie www.nokia.com/battery voor meer
informatie over originele Nokia
batterijen.
Behandeling en onderhoud
Uw apparaat is een product van
toonaangevend ontwerp en
vakmanschap en moet met zorg worden
behandeld. De volgende tips kunnen u
helpen om de garantie te behouden.
•Houd het apparaat droog.
Neerslag, vochtigheid en allerlei
soorten vloeistoffen of vocht
kunnen mineralen bevatten die
corrosie van elektronische
schakelingen veroorzaken. Wordt
het apparaat toch nat, verwijder
dan de batterij en laat h et
apparaat volledig op drogen
voordat u de batterij terugplaatst.
•Gebruik of bewaar het apparaat
niet op stoffige, vuile plaatsen. De
bewegende onderdelen en
elektronische onderdelen kunnen
beschadigd raken.
•Bewaar het apparaat niet op
plaatsen waar het heet is. Hoge
temperaturen kunnen de
levensduur van elektronische
apparaten bekorten, batterijen
beschadigen en bepaalde
kunststoffen doen vervormen of
smelten.
Behandeling en onderhoud67
•Bewaar het apparaat niet op
plaatsen waar het koud is.
Wanneer het apparaat weer de
normale temperatuur krijgt, kan
binnen in het apparaat vocht
ontstaan, waardoor elektron ische
schakelingen beschadigd kunnen
raken.
•Probeer het apparaat niet open te
maken op een andere manier dan
in deze handleiding wordt
voorgeschreven.
•Laat het apparaat niet vallen en
stoot of schud niet met het
apparaat. Een ruwe behandeling
kan de interne elektronische
schakelingen en fijne mechaniek
beschadigen.
•Gebruik geen agressieve
chemicaliën, oplosmiddelen of
sterke reinigingsmiddelen om het
apparaat schoon te maken.
•Verf het apparaat niet. Verf kan de
bewegende onderdelen van het
apparaat blokkeren en de correcte
werking belemmeren.
•Gebruik alleen de meegeleverde
of een goedgekeurde
vervangingsantenne. Nietgoedgekeurde antennes,
aanpassingen of toebehoren
kunnen het apparaat beschadigen
en kunnen in strijd zijn met de
regelgeving met betrekking tot
radioapparaten.
•Gebruik laders binnenshuis.
•Maak altijd een back-up van alle
gegevens die u wilt bewaren,
zoals contactpersonen en
agendanotities.
•Voor optimale prestaties kunt het
apparaat het beste zo nu en dan
resetten door de stroom uit te
schakelen en de batterij te
verwijderen.
Deze tips gelden zowel voor het
apparaat als voor de bat terij, de oplader
en andere toebehoren. N eem contact op
met het dichtstbijzijnde bevoegde
servicepunt als een apparaat niet goed
werkt.
Recycling
Breng uw gebruikte elektronische
producten, batterijen en
verpakkingsmateriaal altijd terug naar
een hiervoor geëigend verzamelpunt.
Op deze manier helpt u het
ongecontroleerd weggooien van afval
tegen te gaan en bevordert u het
hergebruik van materialen. Meer
gedetailleerde informatie over
afvalverzameling vindt u bij de verkoper
van het product, bij de milieudienst van
uw plaatselijke overheid, nationale
organisaties voor
68 Aanvullende veiligheidsinformatie
producentenverantwoordelijkheid of
uw plaatselijke vertegenwoordiger van
Nokia. Voor het recyclen van uw Nokiaproducten kijkt u op www.nokia.com/
werecycle of, indien u op een mobiel
apparaat browst, op www.nokia.mobi/
werecycle.
Het symbool van de doorgestreepte
container op uw product, in de
documentatie of op de verpakking wil
zeggen dat alle elektrisch e en
elektronische producten, batterijen en
accu’s na afloop van de levensduur voor
gescheiden afvalverzameling moeten
worden aangeboden. Dit geldt voor de
Europese Unie. Bied deze producten niet
aan bij het gewone huisvuil. Raadpleeg
voor meer informatie de verklaringen
met betrekking tot het milieu op
www.nokia.com/environment.
Aanvullende veiligheidsinformatie
Het oppervlak van dit apparaat is
nikkelvrij.
Kleine kinderen
Het apparaat en de eventuele
toebehoren bevatten kleine
onderdelen. Houd deze buiten het
bereik van kleine kinderen.
Gebruiksomgeving
Dit apparaat voldoe t aan de richtlijnen
voor blootstelling aan RF-signalen
wanneer het op normale wijze tegen
het oor wordt gehouden of wanneer het
zich op een afstand van minimaal 1,5
centimeter van het lichaam bevindt.
Wanneer het apparaat op het lichaam
wordt gedragen in een draagtasje,
riemclip of houder, moeten deze
hulpmiddelen geen metaal bevatten en
moet het apparaat zich op de
bovengenoemde afstand van het
lichaam bevinden.
Voor het overbrengen van
databestanden of berichten moet dit
apparaat kunnen beschikken over een
goede verbinding met het netwerk. In
sommige gevallen kan het overbrengen
van databestanden of berichten
vertraging oplopen tot een dergelijke
verbinding beschikbaar is. Houd u aan
de bovenstaande afstandsrichtlijnen tot
de gegevensoverdracht is voltooid.
Bepaalde delen van het apparaat zijn
magnetisch. Metalen voorwerpen
kunnen worden aangetrokken door het
apparaat. Houd creditcards en andere
magnetische opslagmedia uit de buurt
van het apparaat, omdat de gegevens
Aanvullende veiligheidsinformatie69
die op deze media zijn opgesl agen,
kunnen worden gewist.
Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur,
dus ook van draadloze te lefoons, kan
het functioneren van onvoldoende
beschermde medische apparatuur
nadelig beïnvloeden. Raadpleeg een
arts of de fabrikant van het medische
apparaat om vast te stellen of het
apparaat voldoende is beschermd tegen
externe RF-energie of als u vragen hebt.
Schakel het apparaat uit in instellingen
voor gezondheidszorg wanneer dat
voorgeschreven wordt door ter plaatse
aangegeven instructies. Ziekenhuizen
en andere instellingen voo r
gezondheidszorg kunnen
gebruikmaken van apparatuur die
gevoelig is voor externe RF-energie.
Geïmplanteerde medische
apparatuur
Om mogelijke storing van
geïmplanteerde medisch apparatuur
zoals een pacemaker of een
geïmplanteerde defibrillator te
voorkomen, raden fabrikanten van
medische apparatuur aan om draadloze
apparaten altijd op minimaal 15,3
centimeter afstand te houden. Personen
met dergelijke apparaten moeten met
het volgende rekening houden:
•Houd het draadloze apparaat
altijd op meer dan 15,3
centimeter afstand van het
medische apparaat wanneer het
draadloze apparaat is
ingeschakeld.
•Het draadloze apparaat niet in
een borstzak dragen.
•Houd het draadloze apparaat
tegen het oor aan de andere kant
van het lichaam dan de kant waar
het medische apparaat zit om de
kans op een potentiële storing te
minimaliseren.
•Schakel het draadloze apparaat
onmiddellijk uit als er enige reden
is om te vermoeden dat er een
storing plaatsvi ndt.
•Lees en volg de instructies van de
fabrikant van het geïmplanteerde
medische apparaat.
Als u vragen hebt over het gebruik van
het draadloze apparaat wanneer u een
geïmplanteerd medisch apparaat hebt,
neemt u contact op met uw
zorginstelling.
Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze apparaten
kunnen storingen in bepaalde
gehoorapparaten veroorzaken. Neem
contact op met uw servic eprovider als u
last hebt van dergelijke storingen.
70 Aanvullende veiligheidsinformatie
Voertuigen
Radiofrequente signalen kunnen van
invloed zijn op elektronische systemen
in gemotoriseerde voertuigen die
verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende
afgeschermd zijn, zoals bijvoorbeeld
elektronische systemen voor
brandstofinjectie,
antiblokkeerremsystemen, systemen
voor elektronische snelheidsregeling of
airbagsystemen. Raadpleeg voor meer
informatie de fabrikant of leverancier
van uw voertuig of van de hierin
geïnstalleerde apparatuur.
Het apparaat mag alleen door bevoegd
personeel worden onderhouden of in
een auto worden gemonteerd.
Ondeskundige installatie of reparatie
kan risico's opleveren en de garantie op
het apparaat ongeldig maken.
Controleer regelmatig of de draadloze
apparatuur in de auto nog steeds goed
bevestigd is en naar behoren
functioneert. Vervoer of bewaar geen
brandbare vloeistoffen, gassen of
explosieve materialen in dezelfde
ruimte als het apparaat of de
bijbehorende onderdelen of
toebehoren. In een noodsituatie wordt
de airbag in een auto met zeer veel
kracht opgeblazen. P laats daarom nooit
draadloze apparatuur of andere
voorwerpen in de ruimte boven of vóór
de airbag. Als draadloze apparatuur niet
goed in de auto is geïnstalleerd, kan
ernstig letsel ontstaan wanneer de
airbag wordt opgeblazen.
Het gebruik van het apparaat in een
vliegtuig is verboden. Schakel het
apparaat uit voordat u aan boord van
een vliegtuig gaat. Het gebruik van
mobiele communicatieapparatuur kan
gevaarlijk zijn voor de werking van het
vliegtuig, kan het draadloze
telefoonnetwerk verstoren en is
mogelijk illegaal.
Explosiegevaarlijke omgevingen
Schakel het apparaat uit als u op een
plaats met explosiegevaar bent en volg
alle aanwijzingen en instructies op.
Dergelijke plaatsen z ijn bijvoorbeeld
plaatsen waar u gewoonlijk wordt
geadviseerd de motor van uw auto af te
zetten. Vonken kunnen op dergelijke
plaatsen een explosie of brand
veroorzaken, waardoor er gewonden of
zelfs doden kunnen vallen. Schakel het
apparaat uit bij benzinestations. Houd u
aan de beperkingen voor het gebruik
van radioapparatuur in
brandstofopslagplaatsen, chemische
fabrieken of op plaatsen waar met
explosieven wordt gewerkt. Plaatsen
met explosiegevaar worden vaak, maar
niet altijd, duidelijk aangegeven. Het
gaat onder andere om scheepsruimen,
chemische overslag- of o pslagplaatsen
Aanvullende veiligheidsinformatie71
en gebieden waar de lucht chemicaliën
of fijne deeltjes van bijvoorbeeld graan,
stof of metaaldeeltjes bevat. Neem
contact op met de fabrikanten van
voertuigen die gebruikmaken van LPG
(onder andere propaan en butaan) om
te bepalen of dit apparaat veilig kan
worden gebruikt in de omgeving van
deze voertuigen.
Alarmnummer kiezen
Belangrijk: Dit apparaat maakt gebruik
van radiosignale n, draadloze
netwerken, kabelnetwerken en door de
gebruiker geprogrammeerde functies.
Als uw apparaat gesprekken via het
internet ondersteunt (net gesprekken),
moet u zowel de netgesprekken als de
mobiele telefoon activeren. Het
apparaat zal alarmnummers zowel via
het mobiele netwerk als via uw
internetprovider proberen te kiezen
wanneer beide functies zijn
geactiveerd. Verbindingen kunnen niet
onder alle omstandigheden worden
gegarandeerd. U moet nooit alleen
vertrouwen op een draadloze telefoon
voor het tot stand bre ngen van
essentiële communicatie, bijvoorbeeld
bij medische noodgevalle n.
Een alarmnummer kiezen:
1Schakel het apparaat in als dat
nog niet is gebeurd. Controleer of
de signaalontvangst voldoende is.
Afhankelijk van het apparaat
moet u mogelijk ook de volgende
stappen uitvoeren:
•Plaats een SIM-kaart als
deze voor het apparaat
vereist is.
•Maak bepaalde
oproepbeperkingen
ongedaan als deze op uw
apparaat zijn ingesteld.
•Wijzig uw profiel van Offline
of Vlucht in een actief
profiel.
2D ruk zo vaak als nodig is op de
end-toets om het sche rm leeg te
maken en het apparaat gereed te
maken voor een oproep.
3Toets het alarmnummer in voor
het gebied waar u zich bevindt.
Alarmnummers verschillen per
locatie.
4D ruk op de beltoets.
Geef alle noodzakelijke informatie zo
nauwkeurig mogelijk op wanneer u een
alarmnummer belt. Uw draadloze
apparaat is mogelijk het enige
communicatiemiddel op de plaats van
een ongeluk. Beëindig het gesprek pas
wanneer u daarvoor toestemming hebt
gekregen.
72 Aanvullende veiligheidsinformatie
Informatie over certificatie (SAR)
Dit mobiele apparaat voldoet aan
richtlijnen voor blootstelling aan
radiogolven.
Dit mobiele apparaat is een radiozender
en -ontvanger. Het is zo ontworpen dat
de grenzen voor blootstelling aan
radiogolven die wor den aanbevolen
door internationale richtlijnen, niet
worden overschreden. Deze richtlijnen
zijn ontwikkeld door de onafhankelijke
wetenschappelijke organisatie ICNIRP
en bevatten veiligheidsmarges om de
veiligheid van alle personen te
waarborgen, ongeacht hun leeftijd en
gezondheidstoestand.
De blootstellingsrichtlijnen voor
mobiele apparatuur worden uitgedrukt
in de maateenheid SAR (Specific
Absorption Rate). De SAR-limiet in de
richtlijnen van het ICNIRP is 2,0 W/kg
(watt/kilogram) gemiddeld ove r tien
gram lichaamsweefsel. Bij tests voor
SAR worden de standaardposities
gebruikt, waarbij het apparaat in alle
gemeten frequentiebanden het hoogst
toegestane energieniveau gebruikt. Het
werkelijke SAR-niveau van een werkend
apparaat kan onder de
maximumwaarde liggen, omdat het
apparaat zo is ontworpen dat niet meer
energie wordt gebruikt dan nodig is om
verbinding te maken met het netwerk.
De hoeveelheid benodigde energie kan
wijzigen afhankelijk van een aantal
factoren, zoals de afstand tot een
zendmast waarop u zich bevindt.
De hoogste SAR-waarde onder de
ICNIRP-richtlijnen voor gebruik van het
apparaat bij het oor is 0,59 W/kg.
Het gebruik van toebehoren met het
apparaat kan resulteren in andere SARwaarden. SAR-waarden kunnen
variëren, afhankelijk van nationale
rapportage-eisen, testeisen en de
netwerkband. Meer informatie over SAR
kunt u vinden onder "product
information" op www.nokia.com.
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION
dat het product RM-497 in
overeenstemming is met de essentiële
vereisten en andere relevante
bepalingen van Europese richtlijn
1999/5/EG. Een exemplaar van de
conformiteitsverklaring kunt u vinden
op de volgende website: http://
www.nokia.com/phones/
declaration_of_conformity/.
Nokia, Nokia Connecting People en Navi
zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Nokia Corporation.
De Nokia-tune is een geluidsmerk van
Nokia Corporation. Namen van andere
producten en bedrijven kunnen
handelsmerken of handelsnamen van
de respectievelijke eigenaren zijn.
Reproductie, overdra cht, distributie of
opslag van de gehele of gedeeltelijke
inhoud van dit document in enige vorm
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Nok ia is verboden.
Nokia voert een beleid dat gericht is op
voortdurende ontwikkeling. Nokia
behoudt zich het recht voor zonder
voorafgaande kennisgeving
wijzigingen en verbeteringen aan te
brengen in de producten die in dit
document worden beschreven.
Includes RSA BSAFE cryptographic or
security protocol software from RSA
Security.
Java is a trademark of Sun Microsystems,
Inc.
Dit product is gelicentieerd onder de
MPEG-4 Visual Patent Portfolio-licentie
(i) voor privé- en niet-commercieel
gebruik in verband met informatie die is
gecodeerd volgens de visuele norm
MPEG-4, door een consument in het
kader van een privé- en niet-
commerciële activiteit, en (ii) voor
gebruik in verband met MPEG-4-
videomateriaal dat do or een
gelicentieerde videoaanbieder is
verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of
77
wordt expliciet noch impliciet ee n
licentie verstrekt. Aanvullende
informatie, waaronder informatie over
het gebruik voor promotionele
doeleinden, intern gebruik en
commercieel gebruik, is v erkrijgbaar bij
MPEG LA, LLC. Zie http://
www.mpegla.com.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP
GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT,
ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR
LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN
OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK ZIJN
VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF
INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE,
INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK
DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT D OCUMENT WORDT
ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE
VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS
HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN
ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE
DE NAUWKEURIGHEID,
BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT
DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ
IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN
MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE
GARANTIES BETREFFENDE DE
VERKOOPBAARHEI D EN DE GESCHIKTHEID
VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA
BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT
VOOR ZONDER VOORAFGAANDE
KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE
WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
De beschikbaarheid van bepaalde
producten, toepassingen en diensten
voor deze producten kan per regio
verschillen. Neem contact op met uw
Nokia-dealer voor details en de
beschikbaarheid van taalopties. Dit
apparaat bevat mogelijk onderdelen,
technologie of software die onderhevig
zijn aan wet- en regel geving
betreffende export van de VS en andere
landen. Ontwijking in strijd met de
wetgeving is verboden.
Toepassingen van derden die bij uw
apparaat worden geleverd, kunnen zijn
gemaakt door en in eigendom zijn van
personen en entiteiten die geen relatie
of verband met Nokia hebben. Nokia
beschikt niet over de auteursrechten of
de intellectuele eigendomsrechten op
deze toepassingen van derden. Als
zodanig draagt Nokia geen
verantwoordelijkheid voor de
ondersteuning voor eindgebruikers of
de functionaliteit van deze
toepassingen of de info rmatie in deze
toepassingen of het mat eriaal. Nokia
biedt geen garantie voor deze
toepassingen van derde n. MET HET
GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN
ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN
WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM
VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK
HETZIJ IMPLICIET, VOOR ZOVER MAXIMAAL
78
IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET
TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT
TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH GELIEERDE
PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF
GARANTIES VERSTREKKEN,
UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET
INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT)
GARANTIES BETREFFENDE TITEL,
VERKOOPBAARHEI D, GESCHIKTHEID VOOR
EEN BEPAALD DOEL OF DAT DE
TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKEN OP
OCTROOIEN, AUTEURSRECHTEN,
HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN
VAN DERDEN.
MEDEDELING FCC/INDUSTRY CANADA
Dit apparaat kan tv- of radiostoringen
veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de
nabijheid van ontvangstapparatuur een
telefoon gebruikt). De Federal
Communications Commission (FCC) of
Industry Canada kunnen u vragen niet
langer uw telefoon te gebruiken als
deze storingen niet verholpen kunnen
worden. Neem contact op met uw lokale
servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit
apparaat voldoet aan deel 15 van de FCCregels. De werking is afhankelijk van de
volgende twee voorwaarden: (1) Dit
apparaat mag geen schadelijke
storingen veroorzaken en (2) dit
apparaat moet storingen van buitenaf
accepteren, ook wanneer deze een
ongewenste werking tot gevolg kunnen
hebben. Veranderingen of
aanpassingen die niet uitdrukkelijk
door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen
het recht van de gebruiker om met deze
apparatuur te werken tenietdoen.
/Uitgave 1 NL
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.