CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RM-2 conform is aan de
bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG.
Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in
enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
Nokia, Nokia Connecting People en Pop-Port zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen
van de respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
Bluetooth is a registered trademark of Bluetooth SIG, Inc.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright (C) 1997-2004. Tegic
Communications, Inc. All rights reserved.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Java is a trademark of Sun Microsystems, Inc.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder
voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit
document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere,
incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het
toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid,
betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede
begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid
voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving
dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de
dichtstbijzijnde Nokia-leverancier.
Tips en hints
Tips en hints voor het gebruik van uw nieuwe Nokia 6810 en voor het overbrengen
van gegevens van uw vorige telefoon naar de nieuwe telefoon.
■ Gegevens overbrengen vanaf uw vorige telefoon
• Als uw vorige telefoon geen ondersteuning bood voor PC Suite, kunt u
alleen gegevens overbrengen via de SIM-kaart.
1. Breng alle contactgegevens (namen en telefoonnummers) van de oude
telefoon over naar de SIM-kaart. Raadpleeg de gebruikershandleiding van
de oude telefoon voor meer informatie.
2. Verwijder de SIM-kaart en installeer deze in de Nokia 6810.
3. Druk op Menu en selecteer Contacten, Kopiëren, Van SIM-kaart naar
telefoon en Alles kopiëren om de contacten te kopiëren naar de nieuwe
telefoon.
• Als uw vorige telefoon ondersteuning biedt voor PC Suite, kunt u gegevens
overbrengen via de toepassing Nokia Content Copier in PC Suite.
U kunt gegevens dan rechtstreeks van de oude naar de nieuwe telefoon
kopiëren. Als u de oude telefoon niet meer hebt, maar een backup hebt
bewaard op een compatibele pc, kunt u deze gegevens toch overbrengen naar
uw nieuwe telefoon. Alleen de gegevens waarvan een backup op de pc is
gemaakt kunnen dan worden overgebracht. Raadpleeg de documentatie van
PC Suite voor meer informatie.
1. Installeer de versie van PC Suite die bij de Nokia 6810 wordt geleverd.
Opmerking: U moet de versie van PC Suite op de oude telefoon verwijderen
voordat u de nieuwe versie kunt installeren.
2. Start Nokia Content Copier.
3. Als u de oude telefoon nog hebt, verbind deze dan met de pc en kopieer de
gegevens van de telefoon naar de pc als u dat al een tijdje niet meer hebt
gedaan.
4. Verbind de nieuwe telefoon met de pc en kopieer de gegevens van de oude
telefoon vanaf de pc naar de Nokia 6810.
Opmerking: Zelfs als u de oude telefoon niet meer hebt, kunt u de backup
van de gegevens vanaf de pc overbrengen naar uw nieuwe telefoon.
Met Nokia Content Copier kunt u de volgende gegevens overbrengen van de
Nokia-telefoons in de onderstaande lijst:
• Druk op om terug te keren naar de standby-modus vanuit een willekeurige
positie in het menu.
■ De telefoon gebruiken in de standby-modus
• Verplaats de joystick naar links om een bericht in te toetsen.
• Verplaats de joystick naar rechts om de huidige maand in de Agenda te
bekijken.
• Verplaats de joystick omhoog of omlaag om de lijst met contacten te openen.
• Druk op om de lijst met de laatste 20 gekozen nummers te openen.
Selecteer het gewenste nummer en druk nogmaals op om het nummer te
kiezen.
• Druk op om een verbinding met een browserdienst (netwerkdienst) te
maken.
• Houd ingedrukt om het nummer van uw voicemailbox (netwerkdienst) te
bellen.
Hiervoor met de functie Snelkeuze zijn ingeschakeld. Druk op Menu en
selecteer achtereenvolgens Instellingen, Meer instellingen, Oproepinstellingen
en Snelkeuze.
• Toets het telefoonnummer in en druk op Opslaan om een nieuw contact op te
slaan. Toets de naam in, druk op OK en opnieuw op OK.
• Het profiel wijzigen: druk op , ga naar het profiel dat u wilt activeren en
druk op Select..
■ Toetsenblokkering gebruiken
• Met de toetsenblokkering vergrendelt u de toetsen van de telefoon aan de
hand van een beveiligingscode. Zie Beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) op pagina
24. De toetsenblokkering blijft actief als u de klep opent. Druk op Menu en
selecteer achtereenvolgens Instellingen, Meer instellingen,
Telefooninstellingen en Toetsenblokkering.
Voer de beveiligingscode in. Selecteer Aan om de toetsenblokkering in te
schakelen.
Als de klep gesloten is, activeert u de toetsenblokkering door op Menu en
vervolgens binnen anderhalve seconde op te drukken. Als u de
toetsenblokkering wilt uitschakelen terwijl de klep geopend is, drukt u op
Vrijgev. en OK en toetst u de beveiligingscode in. Als de klep gesloten is, drukt
u op Vrijgev. en vervolgens binnen anderhalve seconde op en toetst u de
beveiligingscode in.
■ De verlichting van de telefoon inschakelen
• Wanneer de toetsen zijn vergrendeld, drukt u op de aan/uit-toets () om de
toetsenblokkering op te heffen en de displayverlichting in te schakelen.
• Wanneer de klep is geopend, drukt u op de aan/uit-toets () om de
displayverlichting in en uit te schakelen.
• Als u de e-mailtoepassing van de telefoon wilt gebruiken, moet u de e-mail- en
verbindingsinstellingen configureren. Zie Instellingen voor de e-
mailtoepassing op pagina 106 of de folder Richtlijnen voor instellingen van
uw e-mailtoepassing in het verkooppakket van de telefoon.
Ga naar www.nokia.com/phonesettings voor informatie over het instellen van
de e-maildienst voor uw operator.
■ Een Bluetooth-verbinding instellen
1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Connectiviteit en
Bluetooth.
2. Selecteer Bluetooth en Aan om de Bluetooth-verbinding te activeren.
3. Selecteer Zoeken naar audiotoebehoren om te zoeken naar compatibele
apparaten en selecteer het apparaat dat u met de telefoon wilt verbinden.
4. Voer het wachtwoord van het geselecteerde apparaat in.
■ Tekst intoetsen
• U kunt tekstinvoer met woordenboek snel in- en uitschakelen door tweemaal
op te drukken of door Opties ingedrukt te houden.
• Als u een speciaal teken wilt intoetsen terwijl de modus voor normale
tekstinvoer is geactiveerd, drukt u op . Als de modus voor tekstinvoer met
woordenboek is geactiveerd, houdt u ingedrukt.
Ga met de joystick naar een teken en druk op Kiezen.
• Als u de lettergrootte voor SMS-berichten wilt wijzigen, drukt u op Menu en
selecteert u achtereenvolgens Berichten, Berichtinstellingen, Overige inst. en
Lettergrootte.
■ Contacten weergeven
• Als u een contactnaam met het standaardnummer wilt weergeven, houdt u
ingedrukt als u bij de naam komt terwijl u door de lijst Contacten
bladert.
■ De agenda en agendanotities weergeven
• U kunt snel de huidige maand in de Agenda weergeven door de joystick vanuit
de standby-modus naar rechts te drukken.
• Druk de joystick tijdens het bekijken van de agendanoties naar rechts om door
de notities te bladeren.
■ Favorieten aanpassen
• Druk op Favor. en selecteer Selectieopties om de functies te selecteren
waarvoor u een snelkoppeling wilt instellen.
• Druk op Favor. en selecteer Organiseren om de lijst met snelkoppelingen
opnieuw te rangschikken.
• U kunt terugkeren naar de standby-modus door kort op te drukken. Houd
ingedrukt om de radio uit te schakelen.
• Het snoer van de hoofdtelefoon fungeert als de antenne van de radio. Zorg dus
dat het snoer ongehinderd omlaag hangt.
• U kunt een radiozender opslaan op locatie 1 tot en met 9 door de
desbetreffende cijfertoets ingedrukt te houden, de naam van de zender in te
toetsen en op OK te drukken.
■ De rekenmachine gebruiken
• Als de klep gesloten is, drukt u eenmaal op voor optellen, tweemaal voor
aftrekken, driemaal voor vermenigvuldigen of viermaal voor delen.
1. Aan de slag ......................................................................................................29
De SIM-kaart en de batterij installeren .............................................................................................. 29
De batterij opladen ...................................................................................................................................32
De telefoon in- en uitschakelen............................................................................................................32
De klep openen .......................................................................................................................................34
De toetsenbordverlichting in- of uitschakelen..............................................................................37
2. De telefoon ......................................................................................................38
Lijsten met laatste oproepen ........................................................................................................... 111
Timers en tellers .................................................................................................................................. 112
Radio (menu 6)........................................................................................................................................155
Een radiozender instellen .................................................................................................................156
De radio gebruiken.............................................................................................................................. 156
Basisstappen voor het activeren en gebruiken van diensten ................................................. 182
De telefoon instellen voor een dienst ...........................................................................................182
De dienstinstellingen handmatig intoetsen .............................................................................183
Verbinding maken met een dienst .................................................................................................183
Browsen door de pagina’s van een dienst.................................................................................... 184
De toetsen van de telefoon gebruiken op WAP-pagina's .................................................... 185
Opties tijdens het browsen ........................................................................................................... 185
Direct bellen...................................................................................................................................... 186
De verbinding met een dienst verbreken...................................................................................... 186
Weergave-instellingen van de browser ........................................................................................ 187
PC Suite..................................................................................................................................................... 196
EGPRS, HSCSD en CSD....................................................................................................................... 198
Toepassingen voor gegevenscommunicatie gebruiken ................................................................ 198
8. Informatie over de batterij .......................................................................... 200
Opladen en ontladen .............................................................................................................................200
VERZORGING EN ONDERHOUD....................................................................... 202
Gebruik de telefoon alleen zoals het is bedoeld. Raak de antenne niet onnodig
aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Laat alleen bevoegd personeel het apparaat installeren of repareren.
ACCESSOIRES EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde accessoires en batterijen. Sluit geen ongeschikte
producten aan.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, moet u de
gebruikershandleiding van dat apparaat lezen voor gedetailleerde
veiligheidsinstructies. Sluit geen ongeschikte producten aan.
MAAK BACK-UPS
Vergeet niet om een back-up te maken van alle belangrijke gegevens.
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
BELLEN
Controleer of de telefoon is ingeschakeld. Toets het net- en abonneenummer in
en druk op . Als u een gesprek wilt beëindigen, drukt u op . Als u een
oproep wilt beantwoorden, drukt u op .
Controleer of de telefoon is ingeschakeld. Druk zo vaak als nodig is op om
het scherm leeg te maken (bijvoorbeeld om een gesprek te beëindigen, een menu
af te sluiten, enzovoort). Toets het alarmnummer in en druk op . Geef op
waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek niet voordat u daarvoor toestemming
hebt gekregen.
■ Netwerkdiensten
De draadloze telefoon zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd voor gebruik op
het EGSM 900-, GSM 1800- en GSM 1900-netwerk.
De beschikbaarheid van triband is afhankelijk van het netwerk. Vraag uw netwerkexploitant
of u zich op deze dienst kunt abonneren.
Deze telefoon ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) op basis van TCP/IPprotocollen. Voor de technologie van sommige functies van deze telefoon, zoals MMS,
browsen, e-mail, chatten, contacten met aanwezigheidsindicatie, OMAgegevenssynchronisatie op afstand en het downloaden van content via browser of MMS, is
netwerkondersteuning nodig.
Sommige functies die in deze handleiding worden beschreven zijn netwerkdiensten. Dit zijn
speciale diensten waarop u zich via uw netwerkexploitant kunt abonneren. U kunt pas
gebruik maken van deze diensten nadat u zich via de exploitant van uw thuisnet op de
gewenste dienst(en) hebt geabonneerd en u de gebruiksinstructies hebt ontvangen.
Opmerking: Het is mogelijk dat sommige netwerken geen ondersteuning bieden
voor bepaalde taalafhankelijke tekens en/of diensten.
Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een oplader. Deze apparatuur is
bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: ACP-7, ACP-8, ACP-9, ACP-12,
LCH-8, LCH-9, LCH-12 en AC-1.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en accessoires die door de
fabrikant van de telefoon zijn goedgekeurd voor gebruik met dit type telefoon. Het
gebruik van andere types kan de goedkeuring en garantie doen vervallen en kan
bovendien gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbare goedgekeurde accessoires.
Een aantal praktische regels voor het gebruik van toebehoren
• Houd alle accessoires buiten het bereik van kleine kinderen.
• Als u de stekker van een accessoire uit het stopcontact verwijdert, moet u aan de stekker
trekken, niet aan het snoer.
• Controleer regelmatig of eventuele auto-accessoires nog steeds goed zijn bevestigd en
goed werken.
• De montage van ingewikkelde auto-accessoires moet door bevoegd servicepersoneel
worden uitgevoerd.
De beveiligingscode beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. De code is
standaard ingesteld op 12345. Als u de code hebt gewijzigd, houdt u de nieuwe
code geheim en bewaart u deze op een veilige plaats uit de buurt van de telefoon.
Zie Beveiligingsinstellingen op pagina 150 voor informatie over het wijzigen van
de code en het instellen van de telefoon om de code te vragen.
Als u vijf keer na elkaar een onjuiste beveiligingscode hebt ingetoetst, wordt
Foutieve code weergegeven. Wacht vijf minuten en toets de code opnieuw in.
PIN-code en PIN2-code (4 tot 8 cijfers), module-PIN en
ondertekenings-PIN
• De PIN-code (Personal Identification Number) beveiligt de SIM-kaart tegen
onbevoegd gebruik. De PIN-code wordt gewoonlijk bij de SIM-kaart geleverd.
U kunt de telefoon instellen om telkens wanneer deze wordt ingeschakeld naar
de PIN-code te vragen (zie Beveiligingsinstellingen op pagina 150).
• Voor bepaalde functies hebt u de PIN2-code nodig die bij sommige SIMkaarten wordt geleverd.
• De module-PIN is vereist voor toegang tot informatie in de beveiligingsmodule.
Zie Beveiligingsmodule op pagina 191. De module-PIN wordt bij de SIM-kaart
geleverd als de SIM-kaart voorzien is van een beveiligingsmodule.
• De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening. Zie Digitale
handtekening op pagina 193. De ondertekenings-PIN wordt bij de SIM-kaart
geleverd als de SIM-kaart voorzien is van een beveiligingsmodule.
Als u drie keer na elkaar een onjuiste PIN-code hebt ingetoetst, wordt PIN
geblokkeerd of PIN-code geblokkeerd weergegeven en wordt u gevraagd de PUK-
code in te toetsen.
De PUK-code en PUK2-code (8 cijfers)
De PUK-code (Personal Unblocking Key) is nodig om een geblokkeerde PIN-code te
wijzigen. De PUK2-code is nodig om een geblokkeerde PIN2-code te wijzigen.
Als de codes niet bij de SIM-kaart worden geleverd, neemt u contact op met uw
netwerkoperator of serviceprovider.
Blokkeerwachtwoord (4 cijfers)
Het blokkeerwachtwoord is nodig als u Oproepen blokkeren gebruikt (zie
Beveiligingsinstellingen op pagina 150). U krijgt dit wachtwoord van uw
De portefeuillecode is vereist voor toegang tot de portefeuillediensten. Als u
verschillende keren een verkeerde portefeuillecode intoetst, wordt de
portefeuillecode gedurende vijf minuten geblokkeerd. Zie Portefeuille op
pagina 164 voor meer informatie.
■ Overzicht van de functies van de telefoon
Uw Nokia 6810 is goedgekeurd voor gebruik in de netwerken EGSM 900, GSM
1800 en GSM 1900. De Nokia 6810 heeft een groot aantal functies die handig zijn
in het dagelijks gebruik, zoals een agenda, radio, luidspreker, klok en alarmklok. De
telefoon ondersteunt bovendien de volgende functies (meestal netwerkfuncties):
• EDGE (Enhanced Data rates for GSM Evolution), zie EGPRS op pagina 141.
Netwerken die de transmissie van EDGE-pakketten ondersteunen bieden een
snellere verbinding dan GPRS-netwerken.
• Een xHTML-browser waarmee u grafische inhoud van webservers met meer
kleur en detail kunt ophalen en bekijken. Zie Diensten (menu 9) op pagina 181.
• Contacten met aanwezigheidsindicatie, waarmee u uw
beschikbaarheidsgegevens gemakkelijker kunt delen met collega's, familie en
vrienden die over compatibele apparaten en diensten beschikken. Zie Mijn
aanwezigheid op pagina 11 9.
• Chatten, een methode voor het verzenden van korte tekstberichtjes die direct
worden afgeleverd aan on line gebruikers. Zie Chatten op pagina 91.
• Een gebruiksvriendelijk toetsenbord voor het invoeren van tekst, zie Berichten
intoetsen en verzenden op pagina 72.
• Een e-mailfunctie voor het intoetsen, verzenden en ophalen van emailberichten van uw e-mailaccount. Zie E-mailtoepassing op pagina 87.
• Multimedia messaging service (MMS), waarmee u multimediaberichten met
tekst, een afbeelding, geluid of videoclips kunt verzenden naar en ontvangen
van compatibele apparaten. De afbeeldingen en beltonen kunt u opslaan om de
telefoon aan uw wensen aan te passen (zie Multimediaberichten op
pagina 79).
• Polyfoon geluid (MIDI) dat bestaat uit verschillende geluidscomponenten die
tegelijkertijd worden afgespeeld. De telefoon is uitgerust met
geluidscomponenten van meer dan 40 instrumenten, maar kan slechts 16
instrumenten tegelijkertijd afspelen. De ondersteunde indeling is SP-MIDI
(Scalable Polyphonic MIDI).
• Java 2 Micro Edition, J2METM bevat enkele JavaTM -toepassingen en spelletjes
die speciaal zijn ontworpen voor mobiele telefoons. U kunt nieuwe
toepassingen en spelletjes naar de telefoon downloaden (zie Toepassingen
(menu 8) op pagina 173).
• Een ingebouwde stereoradio. U kunt naar de radio luisteren via een
hoofdtelefoon of via de luidspreker (zie Radio (menu 6) op pagina 155).
De volgende functies in de telefoon maken gebruik van het gedeelde geheugen:
contacten, tekst-, chat- en multimediaberichten, de e-mailtoepassing,
spraaklabels en SMS-distributielijsten, afbeeldingen, beltonen, video- en
geluidsclips in de Galerij, agenda, takenlijstnotities, Java-spelletjes en toepassingen, en de notitietoepassing. Als u een van deze functies gebruikt, is er
minder geheugen beschikbaar is voor andere functies die gebruikmaken van het
gedeelde geheugen. Dat is met name het geval wanneer een van de functies
intensief wordt gebruikt, hoewel sommige functies speciaal een bepaalde
hoeveelheid geheugen krijgen toegewezen boven op de hoeveelheid geheugen die
gedeeld wordt met andere functies. Als u bijvoorbeeld veel afbeeldingen of Javatoepassingen opslaat, kan dit al het geheugen in de telefoon in beslag nemen en
wordt een bericht weergegeven dat het geheugen vol is. In dat geval verwijdert u
een aantal items uit de functies in het gedeelde geheugen voordat u verdergaat.
• Houd alle kleine SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen.
• De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door
krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de
kaart vastpakt, plaatst of verwijdert.
• Voordat u de SIM-kaart plaatst, moet u de telefoon altijd uitschakelen,
eventuele toebehoren loskoppelen en de batterij verwijderen.
1. Plaats de telefoon met de achterzijde naar
boven, druk op de ontgrendelingsknop (1) en
schuif de achtercover van de telefoon.
Verwijder de batterij door deze uit de
telefoon te tillen.
2. U maakt de SIM-kaarthouder los door de
kaarthouder te verschuiven (2) en omhoog te
plaatsen (3). Plaats de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder (4). Zorg ervoor dat de
SIM-kaart juist is geplaatst en dat de goudkleurige contactpunten naar