Nokia 6730 CLASSIC User Manual [nl]

Gebruikershandleiding Nokia 6730 classic

Uitgave 2

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

CONFORMITEITSVERKLARING

Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-566 in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Europese richtlijn 1999/5/EG. Een exemplaar van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http:// www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.

Nokia, Nokia Connecting People, Navi, OVI en Nokia Original Enhancements zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.

Reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nokia is verboden.

This product includes software licensed from Symbian Software Ltd ©1998-2009. Symbian and Symbian OS are trademarks of Symbian Ltd.

Java and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc. Portions of the Nokia Maps software are ©1996-2009 The FreeType Project. All rights reserved.

This product is licensed under the MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) for personal and noncommercial use in connection with information which has been encoded in compliance with the MPEG-4 Visual Standard by a consumer engaged in a personal and noncommercial activity and (ii) for use in connection with MPEG-4 video provided by a licensed video provider. No license is granted or shall be implied for any other use. Additional information, including that related to promotional, internal, and commercial uses, may be obtained from MPEG LA, LLC. See http://www.mpegla.com

Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio-licentie (i) voor privéen niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is gecodeerd volgens de visuele norm MPEG-4, door een consument in het kader van een privéen niet-commerciële activiteit, en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4- videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie http:// www.mpegla.com.

VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.

DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN

MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.

Reverse engineering van de software in het Nokia-apparaat is verboden voor zover maximaal is toegestaan op grond van het toepasselijke recht. Voor zover deze gebruikershandleiding beperkingen bevat aangaande verklaringen, garanties, schadevergoedingen en aansprakelijkheden van Nokia, gelden deze beperkingen op dezelfde wijze voor verklaringen, garanties, schadevergoeding en aansprakelijkheden van Nokia-licentiegevers.

De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia-dealer voor details en de beschikbaarheid van taalopties.

MEDEDELING FCC/INDUSTRY CANADA

Dit apparaat kan tvof radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van ontvangstapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal Communications Commission (FCC) of Industry Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden. Neem contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf accepteren, ook wanneer deze een ongewenste werking tot gevolg kunnen hebben. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen.

/Uitgave 2 NL

Inhoudsopgave

 

Veiligheid.............................................................

7

Over dit apparaat.......................................................................

7

Netwerkdiensten.......................................................................

8

1. Aan de slag.......................................................

9

SIM-kaart en batterij plaatsen..................................................

9

Een geheugenkaart plaatsen....................................................

9

De batterij opladen..................................................................

10

Het apparaat inen uitschakelen...........................................

11

Antennelocaties.......................................................................

11

Configuratie-instellingen........................................................

11

Instelwizard.............................................................................

12

Een geheugenkaart verwijderen............................................

12

SIM-kaart verwijderen.............................................................

12

De batterij verwijderen...........................................................

12

2. Het apparaat..................................................

13

Toetsen en onderdelen...........................................................

13

Eigen toets................................................................................

14

Startscherm..............................................................................

14

Het profiel Offline....................................................................

15

Schermsymbolen.....................................................................

15

Energiebesparing.....................................................................

16

Menu.........................................................................................

17

Volumeregeling.......................................................................

17

Toetsen vergrendelen.............................................................

17

Toegangscodes........................................................................

18

Extern blokkeren......................................................................

18

Installaties................................................................................

18

Een compatibele headset aansluiten....................................

19

Een USB-gegevenskabel aansluiten.......................................

19

Polsband...................................................................................

19

3. Ondersteuning...............................................

19

Help van het apparaat ............................................................

19

My Nokia...................................................................................

20

Nokia ondersteuningsen contactinformatie......................

20

Software-updates....................................................................

20

4. Oproepfuncties...............................................

21

Spraakoproepen......................................................................

21

Video-oproepen.......................................................................

23

Oproepinstellingen..................................................................

24

Video delen..............................................................................

27

5. Muziek............................................................

28

Muziekspeler............................................................................

28

FM-radio....................................................................................

29

6. Positionering..................................................

30

Informatie over GPS................................................................

30

A-GPS (Assisted GPS)................................................................

31

Kaarten.....................................................................................

31

Plaatsen....................................................................................

33

GPS-gegevens...........................................................................

33

7. Tekst invoeren...............................................

34

Traditionele tekstinvoer.........................................................

34

Tekstvoorspelling....................................................................

35

De invoertaal wijzigen............................................................

35

Tekst kopiëren en verwijderen..............................................

36

8. Berichten........................................................

36

Berichten schrijven en verzenden..........................................

37

E-mail........................................................................................

38

9. Contacten.......................................................

41

Informatie over Contacten......................................................

41

Werken met contacten............................................................

41

Contactgroepen maken...........................................................

42

Beltonen voor contacten toevoegen.....................................

42

10. Galerij...........................................................

42

Over Galerij...............................................................................

43

11. Camera.........................................................

43

Een foto maken........................................................................

43

Video's opnemen.....................................................................

44

12. Internet........................................................

44

Webbrowser.............................................................................

44

Een pc verbinden met internet..............................................

46

Online delen.............................................................................

47

Nokia Videocentrum................................................................

48

Zoeken......................................................................................

49

13. Ovi-diensten.................................................

49

Bezoek Ovi................................................................................

49

Over Ovi Store...........................................................................

50

 

Inhoudsopgave

Over Ovi-contacten..................................................................

50

Over Ovi Files............................................................................

50

14. Persoonlijk...................................................

51

Thema's....................................................................................

51

Profielen ..................................................................................

51

15. Tijdbeheer....................................................

52

Agenda......................................................................................

52

Wekker......................................................................................

53

Klokinstellingen.......................................................................

53

16. Kantoortoepassingen..................................

53

PDF-lezer ..................................................................................

54

Woordenboek..........................................................................

54

Over Quickoffice.......................................................................

54

Omrekenen...............................................................................

54

Rekenmachine ........................................................................

55

Actieve notities .......................................................................

55

Notities.....................................................................................

56

Zipbeheer .................................................................................

57

17. Instellingen..................................................

57

Toepassingsinstellingen.........................................................

57

Apparaaten SIM-kaartbeveiliging........................................

57

Algemene instellingen voor accessoires...............................

58

De oorspronkelijke instellingen terugzetten........................

58

18. Gegevensbeheer...........................................

58

Toepassingen installeren of verwijderen.............................

58

Bestandsbeheer.......................................................................

60

Inhoudsopgave

 

Apparaatbeheer.......................................................................

61

Apparaatsoftware bijwerken.................................................

62

19. Connectiviteit...............................................

63

Inhoud overbrengen vanaf een ander apparaat..................

62

Pc-verbindingen.......................................................................

64

Bluetooth..................................................................................

64

Gegevenskabel.........................................................................

67

Synchronisatie.........................................................................

67

20. Groene tips...................................................

68

Energie besparen.....................................................................

68

Recycling...................................................................................

68

Papier besparen.......................................................................

68

Leer meer.................................................................................

69

Accessoires.........................................................

70

Batterij...............................................................

70

Informatie over de batterij en de lader................................

70

Controleren van de echtheid van Nokia-batterijen..............

71

Uw apparaat onderhouden................................

72

Recycling...................................................................................

72

Aanvullende veiligheidsinformatie...................

73

Kleine kinderen........................................................................

73

Gebruiksomgeving..................................................................

73

Medische apparatuur..............................................................

73

Voertuigen................................................................................

74

Explosiegevaarlijke omgevingen...........................................

74

Alarmnummer kiezen..............................................................

75

Informatie over certificatie (SAR)..........................................

75

Index..................................................................

77

Veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.

SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS

Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.

VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG

Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.

STORING

Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.

SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN

WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT

Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in vliegtuigen en in de nabijheid van medische apparatuur, brandstof, chemicaliën of gebieden waar explosieven worden gebruikt.

DESKUNDIG ONDERHOUD

Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.

TOEBEHOREN EN BATTERIJEN

Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.

WATERBESTENDIGHEID

Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.

Over dit apparaat

Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het (E)GSM 850-, 900-, 1800en 1900-netwerken en UMTS 900 en 2100 HSDPAen HSUPA-netwerken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.

Houd u bij het gebruik van dit apparaat aan alle regelgeving en respecteer lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten.

Auteursrechtbescherming kan verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek en andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd of overgedragen.

Dit apparaat ondersteunt verschillende verbindingsmethoden. Net als computers kan uw apparaat worden blootgesteld aan virussen en andere schadelijke

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

7

Veiligheid

inhoud. Wees voorzichtig met berichten, verbindingsverzoeken, browsen en downloaden. Installeer en gebruik alleen diensten en andere software van betrouwbare bronnen die adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden, zoals toepassingen die Symbian Signed zijn of de Java Verified™- test hebben doorstaan. Overweeg de installatie van antivirusen andere beveiligingssoftware op het apparaat en eventuele aangesloten computers.

Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bladwijzers en koppelingen naar websites van derden. U kunt met het apparaat ook andere sites van derden bezoeken. Sites van derden zijn niet verbonden met Nokia en Nokia onderschrijft deze niet en neemt er geen aansprakelijkheid voor. Als u dergelijke sites wilt bezoeken, moet u voorzorgsmaatregelen treffen op het gebied van beveiliging of inhoud.

Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.

Maak een back-up of houd een schriftelijke neerslag bij van alle belangrijke gegevens die in uw apparaat zijn opgeslagen.

Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.

De afbeeldingen in deze documentatie kunnen verschillen van de afbeeldingen op het scherm van het apparaat.

Voor andere belangrijke informatie over uw apparaat wordt u verwezen naar de gebruikershandleiding.

Netwerkdiensten

Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikken over een abonnement bij een aanbieder van draadloze verbindingsdiensten. Enkele functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook functies waarvoor u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat u ze kunt gebruiken. Wanneer u netwerkdiensten gebruikt, worden er gegevens overgedragen. Informeer bij uw serviceprovider naar de kosten voor communicatie op uw eigen telefoonnetwerk en wanneer u in het dekkingsgebied van andere netwerken verkeert. Uw serviceprovider kan u vertellen welke kosten in rekening worden gebracht. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die invloed hebben op hoe u sommige functies van dit apparaat kunt gebruiken die netwerkondersteuning nodig hebben, zoals ondersteuning voor specifieke technologieën, bijvoorbeeld WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IPprotocollen en taalafhankelijke tekens.

Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Mogelijk is uw apparaat voorzien van aangepaste onderdelen, zoals menunamen, menuvolgorde en pictogrammen.

8

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

Nokia 6730 CLASSIC User Manual

1. Aan de slag

SIM-kaart en batterij plaatsen

1.Als u de achtercover van het apparaat wilt verwijderen, drukt u met uw vingers op de cover, schuift u de cover open en tilt u hem eraf.

2.Schuif de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder. De batterij moet worden verwijderd voordat u de SIM-kaart kunt plaatsen.

Zorg ervoor dat het contactgebied op de kaart naar beneden is gericht en dat de schuine hoek van de kaarthoudersleuf af wijst.

3.Plaats de batterij.

4. Plaats de achtercover weer op de telefoon.

Een geheugenkaart plaatsen

Er is mogelijk een geheugenkaart bij het apparaat geleverd en in het apparaat geplaatst.

1.Open het klepje van de geheugenkaartsleuf (1).

2.Plaats de kaart in de sleuf met de contactpunten naar beneden gericht (2).

3.Druk de kaart licht aan totdat hij op zijn plaats klikt. Sluit het klepje

(3).

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

9

Aan de slag

Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Nokia gebruikt industrieel

goedgekeurde standaards voor geheugenkaarten, maar sommige merken zijn niet volledig compatibel met dit apparaat. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens die op de kaart staan aantasten.

De batterij opladen

De batterij is deels opgeladen in de fabriek. Als het apparaat aangeeft dat de batterij leeg raakt, doet u het volgende:

1.Sluit de lader aan op een stopcontact.

2.Sluit de lader aan op het apparaat.

3.Wanneer de batterij volledig is opgeladen, maakt u eerst de lader los van het apparaat en vervolgens haalt u de lader uit het stopcontact.

U hoeft de batterij niet een specifieke tijd op te laden en u kunt het apparaat tijdens het opladen gebruiken. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterijindicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.

Tip: Als u over oude compatibele Nokia-laders beschikt, kunt u deze gebruiken voor het apparaat door de CA-44-laderadapter aan te sluiten op de oude lader. De adapter is leverbaar als aparte accessoire.

Opladen via USB

U kunt opladen via USB als er geen stopcontact beschikbaar is. Als u het apparaat oplaadt met de USB-gegevenskabel, duurt het opladen langer. De snelheid van het opladen via USB varieert aanzienlijk. In sommige gevallen kan het erg lang duren voor het opladen begint en het apparaat begint te werken.

Terwijl u het apparaat oplaadt via USB, kunt u ook gelijktijdig gegevens overbrengen via de USB-gegevenskabel.

1.Sluit een compatibel USB-apparaat aan op uw apparaat met behulp van een compatibele USB-gegevenskabel.

Afhankelijk van het type apparaat dat wordt gebruikt om op te laden, kan het even duren voordat het opladen begint.

2.Als het apparaat wordt ingeschakeld, kunt u een keuze maken uit de beschikbare USB-opties op het scherm van het apparaat.

10

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

Het apparaat inen uitschakelen

Houd de aan/uit-toets ingedrukt om het apparaat in en uit te schakelen. Druk kort op de aan/ uit-toets om een gesprek te beëindigen of om een toepassing te sluiten.

Als u wordt gevraagd om een PIN-code, toetst u deze in en selecteert u OK.

Als u wordt gevraagd om de blokkeringscode, toetst u deze in en selecteert u OK. De fabrieksinstelling voor de blokkeringscode is 12345.

Om de juiste tijdzone, tijd en datum in te stellen, selecteert u het land waarin u zich bevindt en voert u vervolgens de plaatselijke tijd en datum in.

Antennelocaties

Het apparaat kan interne en externe antennes hebben. Zoals bij alle radiozendapparatuur, geldt dat u onnodig contact met het gebied rond de antenne moet vermijden als de antenne aan het zenden of ontvangen is. Contact met een dergelijke antenne kan de kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden, ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan anders noodzakelijk is en de levensduur van de batterij verkorten.

Aan de slag

Configuratie-instellingen

Voordat u multimediaberichten, e-mail, synchronisatie, streaming en de browser kunt gebruiken, moet uw apparaat goed zijn geconfigureerd. Uw apparaat kan die instellingen voor de browser, multimediaberichten, het toegangspunt en streaming automatisch configureren op basis van de gebruikte SIM-kaart. Als dat niet automatisch gebeurt, kunt u de instelwizard gebruiken om de instellingen te configureren. U ontvangt de instellingen dan als een configuratiebericht dat u op uw apparaat kunt opslaan. Neem contact op met uw serviceprovider of de dichtstbijzijnde erkende Nokia-leverancier voor meer informatie over de beschikbaarheid.

Als u een configuratiebericht ontvangt en de instellingen worden niet automatisch opgeslagen en geactiveerd, verschijnt 1 nieuw bericht. Wilt u de instellingen opslaan, dan selecteert u Weergeven > Opties > Opslaan. U moet misschien een PIN-code invoeren die u van de serviceprovider hebt gekregen.

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

11

Aan de slag

 

geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die

Instelwizard

Selecteer

> Instellingen > Inst.wizard.

bewerking verwijdert, kan schade ontstaan aan de

op de kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.

Gebruik de wizard Instellingen om de instellingen voor e-mail

1.

Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer

en verbindingen te definiëren. De beschikbaarheid van de

 

Geheugenkaart verwdrn > Ja.

items in de wizard Instellingen is afhankelijk door de functies

2.

Open het klepje van de geheugenkaartsleuf.

van het apparaat, de SIM-kaart, de netwerkoperator en de

gegevens in de database van de wizard Instellingen.

3.

Druk licht op de geheugenkaart om hem te ontgrendelen.

U kunt de wizard Instellingen starten door Starten te

4.

Trek de kaart eruit en selecteer OK.

selecteren.

 

5.

Sluit het klepje.

Laat de SIM-kaart in het apparaat zitten bij gebruik van de

SIM-kaart verwijderen

niet is geplaatst, volgt u de instructies op het scherm.

wizard Instellingen. Zo werkt deze het beste. Als de SIM-kaart

 

 

Maak een keuze uit de volgende opties:

1.

Verwijder de achtercover van het apparaat.

2.

Plaats de batterij. Door het verwijderen van de batterij

Operator — Hiermee definieert u de operatorspecifieke

 

wordt de vergrendeling van de SIM-kaarthouder

instellingen, zoals instellingen voor MMS, internet, WAP en

 

 

opgeheven.

streaming.

 

 

 

3.

Duw de SIM-kaart voorzichtig uit de houder met behulp

E-mail instellen — Hiermee maakt u een nieuwe

mailbox.

 

 

van een pen of een ander geschikt voorwerp.

Video delen — Hiermee configureert u instellingen voor

 

 

het delen van video.

 

 

Welke instellingen kunnen worden gewijzigd, kan

 

 

verschillen.

 

 

 

Een geheugenkaart verwijderen

De batterij verwijderen

Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het

1.

Verwijder de achtercover van het apparaat.

moment dat er een bewerking wordt uitgevoerd waarbij de

kaart wordt gebruikt. Als u de kaart tijdens een dergelijke

 

 

12

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

Het apparaat

2.Houd het apparaat zodanig dat de batterij naar beneden is gericht. Klop voorzichtig met het apparaat tegen uw handpalm zodat de batterij in uw hand valt.

2. Het apparaat

Toetsen en onderdelen

5 — Cijfertoetsen

 

6

— Microfoon

 

7

— Aan/uit-toets

 

8

— Wistoets C

 

9

— Rechterselectietoets

 

10

— Navi™-toets; hierna de bladertoets genoemd

 

11

— Lichtsensor

 

12

— Tweede cameralens

1 — Luidspreker

2 — Linkerselectietoets

3Home-toets

4— Beltoets

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

13

Het apparaat

13— Nokia AV-aansluiting (2,5 mm)

14— Micro USB-aansluiting

15— Aansluiting voor oplader

16— Eigen toets

17— Flitser

18— Hoofdcameralens

19— Toets volume omhoog

20— Toets volume omlaag

21 — Geheugenkaartsleuf

22 — Opnametoets

23 — Luidspreker

Het oppervlak van dit apparaat is nikkelvrij.

Eigen toets

U kunt de functie wijzigen die wordt geactiveerd wanneer u op de Eigen toets drukt. U kunt bijvoorbeeld de toets zo instellen dat u er een toepassing of webpagina mee kunt openen.

U kunt deze functie wijzigen door > Instellingen >

Instellingen en Algemeen > Eigen toets > Wijzigen te selecteren.

Startscherm

Wanneer u het apparaat hebt ingeschakeld en het is aangemeld bij een netwerk, ziet u het startscherm en is het apparaat klaar voor gebruik.

Als u een lijst met de meest recent gebelde nummers wilt openen, drukt u op de beltoets.

Als u spraakopdrachten of spraakgestuurd bellen wilt gebruiken, houdt u de rechterselectietoets ingedrukt.

Als u het profiel wilt wijzigen, drukt u kort op de aan/uit-toets en selecteert u een profiel.

Als u een verbinding met internet wilt maken, houdt u 0 ingedrukt.

14

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

Druk op * en houd deze ingedrukt om de Bluetoothverbinding in of uit te schakelen.

Als u het startscherm wilt aanpassen, selecteert u >

Instellingen > Instellingen en Algemeen > Persoonlijk > Standby-modus, en kiest u een van de volgende beschikbare opties:

Het profiel Offline

Als u het profiel Offline snel wilt activeren, drukt u kort op de aan-/uittoets en selecteert u Offline.

Als u het profiel Offline wilt verlaten, drukt u kort op de aan/ uit-toets en selecteert u een profiel.

Wanneer het profiel Offline actief is, worden alle verbindingen die gebruikmaken van radiofrequenties afgesloten. U kunt uw apparaat echter wel zonder de SIMkaart gebruiken en naar de radio of naar muziek luisteren. Vergeet niet uw apparaat uit te schakelen wanneer het gebruik van draadloze telefoons verboden is.

Belangrijk: In het profiel Offline kunt u geen oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere functies waarvoor netwerkdekking vereist is, niet worden gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het alarmnummer kiezen dat in het apparaat is geprogrammeerd. Als u wilt bellen, moet u eerst de telefoonfunctie activeren door een ander profiel te kiezen. Als het apparaat is vergrendeld, moet u de beveiligingscode invoeren.

Het apparaat

Schermsymbolen

Het apparaat wordt gebruikt in een UMTSof een GSM-netwerk (netwerkdienst). De balk naast het pictogram geeft de signaalsterkte van het netwerk op uw huidige locatie aan. Hoe hoger de balk, des te sterker is het signaal.

HSDPA (High-speed downlink packet access) / HSUPA (High-speed uplink packet access) (netwerkservice) in het UMTS-netwerk is geactiveerd.

Het apparaat gebruikt het profiel Offline en is niet verbonden met een mobiel netwerk.

Het batterijniveau. Hoe hoger de balk, hoe sterker de batterij is opgeladen.

Er staan ongelezen berichten in de map Inbox in Berichten.

U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externe mailbox.

De map Outbox in Berichten bevat berichten die nog niet zijn verzonden.

U hebt oproepen gemist.

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

15

Het apparaat

De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.

Er is een wekker ingesteld.

U hebt het profiel Stil geactiveerd. Er klinkt geen beltoon bij een inkomend gesprek of bericht.

Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld.

Er is een Bluetooth-verbinding tot stand gebracht. Als het symbool knippert, probeert het apparaat verbinding te maken met een ander apparaat.

Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding beschikbaar (netwerkdienst). geeft aan dat de verbinding actief is. geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat.

Er is een EGPRS-packet-gegevensverbinding beschikbaar (netwerkdienst). geeft aan dat de verbinding actief is. geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat.

Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding beschikbaar (netwerkdienst). geeft aan dat de verbinding actief is. geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat.

HSDPA/HSUPA wordt ondersteund en is beschikbaar (netwerkservice). Het pictogram kan per regio verschillen. geeft aan dat de verbinding actief is.

geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat.

Uw apparaat is via een USB-gegevenskabel aangesloten op een computer.

De tweede telefoonlijn wordt gebruikt (netwerkdienst).

Alle oproepen worden doorgeschakeld naar een ander nummer. Als u twee telefoonlijnen hebt, geeft een nummer de actieve lijn aan.

Er is een hoofdtelefoon of inductielus aangesloten op het apparaat.

Er is een handsfree-carkit aangesloten op het apparaat.

Uw apparaat is bezig met synchroniseren.

Er kunnen ook andere symbolen worden weergegeven.

Energiebesparing

Selecteer > Instellingen > Instellingen.

16

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

Selecteer Algemeen > Persoonlijk > Weergave om de screensaverinstellingen te definiëren, en kies een van de volgende opties:

Time-out spaarstand — De tijd instellen dat het apparaat inactief moet zijn voordat energiebesparing wordt geactiveerd.

Time-out verlichting — De tijd instellen dat het apparaat inactief moet zijn voordat het scherm wordt gedimd.

Menu

Druk op .

In het menu krijgt u toegang tot de functies in het apparaat.

Als u een toepassing of een map wilt openen, selecteert u het item.

Als u de volgorde van de functies in het menu verandert, kan de volgorde afwijken van de standaardvolgorde die in deze handleiding wordt beschreven.

Als u een item wilt markeren of de markering wilt opheffen, drukt u op #.

Houd # ingedrukt en druk de bladertoets omhoog of omlaag om meerdere opeenvolgende items in een lijst te markeren of de markering ervan op te heffen.

Als u de menuweergave wilt wijzigen, selecteert u Opties >

Menuweergave wijzigen.

Als u een toepassing of een map wilt sluiten, selecteert u

Opties > Afsluiten.

Als u wilt schakelen tussen geopende toepassingen, houdt u de starttoets ingedrukt en selecteert u een toepassing.

Het apparaat

Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.

Volumeregeling

Als u het volume van het oorstuk of de luidspreker tijdens een gesprek of tijdens het luisteren naar een geluidsbestand wilt aanpassen, gebruikt u de volumetoetsen.

Selecteer Luidspreker of Telefoon om de luidspreker tijdens een gesprek in of uit te schakelen.

Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen.

Toetsen vergrendelen

Als u de toetsen in het startscherm wilt vergrendelen, drukt u op de linkerselectietoets en binnen 1,5 seconde op *.

Als u wilt instellen dat het apparaat de toetsen na een bepaalde tijd automatisch vergrendelt, selecteert u >

Instellingen > Instellingen en Algemeen > Beveiliging > Telefoon en SIM-kaart > Per. autom. blokk. ttsnb. > Door gebr. gedef. en de gewenste tijd.

U kunt de toetsenblokkering weer opheffen door Blok. oph. te selecteren en op * te drukken. Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

17

Het apparaat

Toegangscodes

Selecteer > Instellingen > Instellingen.

Als u wilt opgeven hoe de toegangscodes en beveiligingsinstellingen in uw apparaat worden gebruikt, selecteert u Algemeen > Beveiliging > Telefoon en SIMkaart en een van de volgende opties:

Met de PINof UPIN-code die bij de SIMof USIM-kaart wordt geleverd, wordt de kaart beveiligd tegen ongeoorloofd gebruik.

De PIN2-code (UPIN2), die bij sommige SIM-kaarten (USIM) wordt geleverd, is vereist voor het gebruik van bepaalde diensten.

PUK (UPUK)- en PUK2 (UPUK2)-codes worden bij de SIM (USIM)-kaart geleverd. Als u drie keer achter elkaar de verkeerde PIN-code hebt ingevoerd, wordt u om de PUKcode gevraagd. Neem contact op met uw serviceprovider als de codes niet beschikbaar zijn.

Met de beveiligingscode wordt de telefoon beveiligd tegen ongeoorloofd gebruik. U kunt de code maken en wijzigen, en de telefoon zo instellen dat de code wordt opgevraagd. Houd de code geheim en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij de telefoon). Als u de code bent vergeten en de telefoon is vergrendeld, is extra service nodig. Er kunnen extra kosten in rekening worden gebracht en alle persoonlijke gegevens in uw apparaat kunnen worden gewist. Neem contact op met een Nokia Care-centrum of de leverancier van het apparaat.

Het blokkeerwachtwoord is vereist als u Oproepen blokkeren gebruikt om oproepen van en naar de telefoon te beperken (netwerkdienst).

Extern blokkeren

U kunt uw apparaat via een ander apparaat blokkeren met behulp van een tekstbericht. Als u uw apparaat zodanig wilt instellen dat u het van afstand kunt blokkeren en het te gebruiken blokkeringsbericht wilt opgeven, selecteert u

> Instellingen > Instellingen > Algemeen > Beveiliging en Telefoon en SIM-kaart > Ext. telef.vergrendeling. Wanneer u het bericht hebt ingevoerd, selecteert u OK. Het bericht mag maximaal uit 20 tekens bestaan.

Als u uw apparaat wilt blokkeren, stuurt u het blokkeringsbericht als tekstbericht naar het nummer van uw mobiele telefoon. Wilt u het apparaat later ontgrendelen, dan selecteert u Blok. oph. en voert u de blokkeringscode in.

Installaties

Selecteer > Toepassngn > Installatie.

U vindt hier verschillende extra toepassingen en u kunt toepassingen downloaden naar deze map.

Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen en andere software van betrouwbare bronnen, zoals toepassingen die Symbian Signed zijn of die de Java Verified™-test hebben doorstaan.

18

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

Een compatibele headset aansluiten

Sluit geen producten aan die een uitgangssignaal afgeven, aangezien het apparaat dan beschadigd kan raken. Sluit geen energiebron aan op de netstroomconnector van Nokia.

Als u externe apparaten of hoofdtelefoons op de netstroomconnector van Nokia aansluit die niet door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat, moet u extra letten op het geluidsniveau.

Een USB-gegevenskabel aansluiten

Een compatibele USB-gegevenskabel aansluiten op de USBaansluiting.

3. Ondersteuning

Help van het apparaat

Uw apparaat bevat instructies voor de toepassingen op het apparaat.

Als u help wilt openen vanuit het hoofdmenu, selecteert u

> Toepassngn > Help > Help en de toepassing waarbij u hulp nodig hebt.

Ondersteuning

Selecteer > Instellingen en Connect. > USB > USBverbindingsmodus en de gewenste modus om de standaard-USB-aansluiting te selecteren of de actieve modus de wijzigen.

Selecteer Vragen bij verbinding

om in te stellen of de standaardmodus automatisch moet worden geactiveerd.

Polsband

Haal de polsband erdoor en trek deze strak.

Als u vanuit een geopende toepassing de help voor de huidige weergave wilt openen, selecteert u Opties > Help.

Als u tijdens het lezen de lettergrootte van de helptekst wilt wijzigen, selecteert u Opties > Lettergrootte verkleinen of Lettergrootte vergroten.

Aan het einde van de helptekst vindt u koppelingen naar verwante onderwerpen. Als u een onderstreept woord

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

19

Ondersteuning

selecteert, wordt een korte uitleg weergegeven. In de help

worden de volgende symbolen gebruikt:

toont een

koppeling naar een verwant helponderwerp.

toont een

koppeling naar de toepassing die wordt besproken.

Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar de toepassing die op de achtergrond is geopend door de menutoets ingedrukt te houden en een item te selecteren in de lijst geopende toepassingen.

My Nokia

My Nokia is een gratis service die u regelmatig SMS-berichten met tips, tricks en ondersteuning voor uw Nokia-apparaat stuurt. Als My Nokia beschikbaar is in uw land en wordt ondersteund door uw serviceprovider, nodigt het apparaat u uit u aan te melden bij de dienst My Nokia, nadat u de tijd en de datum hebt ingesteld.

U meldt u aan bij My Nokia door Accepteren te selecteren en de instructies op het scherm te volgen.

Er worden gesprekskosten in rekening gebracht als u een bericht stuurt om u aan of af te melden.

Raadpleeg de documentatie die u bij het apparaat hebt gekregen of ga naar www.nokia.com/mynokia om de bepalingen en voorwaarden te bekijken.

Selecteer > Toepassngn > Installatie > My Nokia om u later aan te melden bij My Nokia. Na de uitnodiging om lid te worden van My Nokia, start de toepassing Install. v tel.

Als u de toepassing Install. v tel. later wilt openen, selecteert u > Instellingen > Help > Install. van tel..

Nokia ondersteuningsen contactinformatie

Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale Nokia-website voor de meest actuele versie van deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en diensten die te maken hebben met uw Nokia-product.

Op de website kunt u informatie krijgen over het gebruiken van Nokia-producten en diensten. Zie de lijst met Nokia contactcentra op www.nokia.com/customerservice als u contact wilt opnemen met de klantenservice.

Zoek voor onderhoudsdiensten uw dichtstbijzijnde Nokiaservicecentrum op www.nokia.com/repair.

Software-updates

Nokia kan software-updates uitbrengen die nieuwe en verbeterde functies plus een verbeterde werking bieden. U kunt deze updates aanvragen met de pc-toepassing Nokia Software Updater. Er zijn mogelijk niet voor alle producten of varianten software-updates beschikbaar. Mogelijk ondersteunen niet alle operators de nieuwste softwareversies die beschikbaar zijn.

Als u de software op het apparaat wilt bijwerken, hebt u de toepassing Nokia Software Updater nodig en een compatibele pc met Microsoft Windows 2000, XP of Vista, breedband internettoegang en een compatibele datakabel voor de verbinding tussen het apparaat en de pc.

20

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

Waarschuwing: Tijdens het installeren van een software-update kunt u het apparaat niet gebruiken, zelfs niet om een alarmnummer te bellen, totdat de installatie voltooid is en het apparaat opnieuw is ingeschakeld. Zorg ervoor dat u een back-up maakt van de gegevens voordat u de installatie van een update aanvaardt.

Het downloaden en installeren duurt maximaal 20 minuten met Apparaatbeheer en maximaal 30 minuten met Nokia Software Updater.

Als u meer informatie wilt of als u de toepassing Nokia Software Updater wilt downloaden, gaat u naar

4. Oproepfuncties

Spraakoproepen

Een oproep plaatsen

Belangrijk: Als het apparaat is vergrendeld, moet u de beveiligingscode invoeren om de telefoonfunctie te activeren.

Als het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk nog wel het alarmnummer kiezen. Als u een alarmnummer wilt kiezen terwijl het apparaat in het profiel Offline staat of wanneer het apparaat is vergrendeld, is het noodzakelijk dat het nummer door het apparaat wordt herkend als alarmnummer. Het verdient aanbeveling het profiel te wijzigen of de vergrendeling van het apparaat op te heffen door de beveiligingscode in te voeren voordat u het alarmnummer kiest.

Oproepfuncties

www.nokia.com/softwareupdate of de lokale Nokiawebsite.

Als uw netwerk het draadloos bijwerken van software ondersteunt, kunt u mogelijk ook updates via het apparaat aanvragen.

Tip: Voer in het startscherm *#0000# in als u wilt weten welke softwareversie er op het apparaat is geïnstalleerd.

Als u een oproep wilt plaatsen, voert u het netnummer en abonneenummer in en drukt u op de beltoets.

Tip: Voor internationale oproepen voert u het plusteken (+) in dat de internationale toegangscode vervangt, en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het abonneenummer in.

Als u de oproep wilt beëindigen of de kiespoging wilt annuleren, drukt u op de eindetoets.

Als u een oproep wilt plaatsen aan een opgeslagen contact, opent u op de contacten. Voer de eerste letters van de naam in, ga naar de naam en druk op de beltoets.

Als u een oproep wilt plaatsen met behulp van het logboek, drukt u op de beltoets om de 20 laatstgekozen nummers weer te geven. Ga naar het gewenste nummer of de gewenste naam en druk op de beltoets.

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

21

Oproepfuncties

Als u het volume van een actieve oproep wilt aanpassen, gebruikt u de volumetoetsen.

Als u van een spraakoproep wilt overschakelen naar een video-oproep, selecteert u Opties > Naar video-oproep. Het apparaat beëindigt de spraakoproep en plaatst een video-oproep aan de andere partij.

Snelkeuze

Selecteer > Instellingen > Instellingen en Telefoon > Oproep > Snelkeuze.

Met de snelkeuzefunctie kunt u een nummer kiezen door een cijfertoets ingedrukt te houden terwijl het startscherm in beeld is.

Selecteer Aan om snelkeuze te activeren.

Als u een cijfertoets aan een telefoonnummer wilt toewijzen, selecteert u > Instellingen > Snelkeuze. Ga naar de cijfertoets (2 - 9) op het scherm en selecteer Opties > Toewijzen. Selecteer het gewenste nummer uit de lijst met contacten.

Als u het telefoonnummer dat aan een cijfertoets is toegewezen wilt wissen, bladert u naar de snelkeuzetoets en selecteert u Opties > Verwijderen.

Als u het telefoonnummer dat aan een cijfertoets is toegewezen wilt wijzigen, bladert u naar de snelkeuzetoets en selecteert u Opties > Wijzigen.

Voicemail

Selecteer > Instellingen > Opr.mailbox.

Wanneer u de toepassing Voicemail voor het eerst opent, wordt u gevraagd om het nummer van uw voicemailbox in te voeren.

U kunt uw voicemailbox bellen door naar Voicemailbox te navigeren en Opties > Voicemailbox bellen te selecteren.

Als u vanaf het startscherm de mailbox wilt bellen, houdt u 1 ingedrukt of drukt u op 1 en vervolgens op de beltoets. Selecteer de mailbox waarnaar u wilt bellen.

Als u het mailboxnummer wilt wijzigen, selecteert u de mailbox en kiest u Opties > Nummer wijzigen.

Spraakgestuurde nummerkeuze

Start een oproep door een naam uit te spreken die in Contacten is opgeslagen.

Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.

1.Houd in het startscherm de rechterselectietoets ingedrukt. U hoort een korte toon en de tekst Spreek nu wordt weergegeven.

2.Spreek de naam van de contactpersoon die u wilt bellen. Als de spraakherkenning is gelukt, ziet u een lijst met voorgestelde overeenkomsten. De telefoon speelt de spraakopdracht af van de eerste overeenkomst in de lijst. Als dit niet de juiste opdracht is, gaat u naar een ander item.

22

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

Een conferentiegesprek voeren

1.Als u een conferentiegesprek wilt voeren, toetst u het nummer van een deelnemer in en drukt u op de beltoets.

2.Als de deelnemer antwoordt, selecteert u Opties >

Nieuwe oproep.

3.Nadat u alle deelnemers hebt gebeld, selecteert u Opties > Conferentie om de oproepen samen te voegen tot een conferentiegesprek.

Als u de microfoon van uw apparaat tijdens een oproep wilt dempen, selecteert u Opties > Dempen.

Als u een deelnemer uit het conferentiegesprek wilt verwijderen, gaat u naar de desbetreffende deelnemer en selecteert u Opties > Conferentie > Deelnemer verwijderen.

Als u onderling met een deelnemer aan het conferentiegesprek wilt overleggen, gaat u naar de desbetreffende deelnemer en selecteert u Opties >

Conferentie > Privé.

Een oproep beantwoorden

Druk op de beltoets om een oproep te beantwoorden. Druk op de eindetoets om een oproep te weigeren.

U kunt de beltoon dempen in plaats van een oproep beantwoorden door Stil te selecteren.

Als u een actieve oproep hebt en de wachtfunctie (netwerkdienst) is ingeschakeld, drukt u op de beltoets om een nieuwe inkomende oproep te beantwoorden. De eerste

Oproepfuncties

oproep wordt in de wachtstand geplaatst. Druk op de eindetoets om de actieve oproep te beëindigen.

Oproepen gegevensregisters

Selecteer > Logboek.

U kunt recent gemiste, ontvangen en zelf gemaakte oproepen bekijken door Recente opr. te selecteren.

Tip: Druk op de beltoets om de gekozen nummers te bekijken vanaf het startscherm.

U kunt de geschatte duur van oproepen naar en van het apparaat bekijken door Duur oproep te selecteren.

U kunt de hoeveelheid gegevens die is overgebracht tijdens packet-gegevensverbindingen bekijken door Packet-ggvns te selecteren.

Video-oproepen

Een video-oproep plaatsen

Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.

Als u een video-oproep wilt plaatsen, voert u het telefoonnummer in of selecteert u de ontvanger van de video-oproep in de lijst met contacten. Selecteer vervolgens

Opties > Bellen > Video-oproep. Als de video-oproep begint, wordt de camera geactiveerd Is de camera reeds in gebruik, dan wordt het verzenden van videobeelden uitgeschakeld. Als de ontvanger van de oproep geen

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

23

Oproepfuncties

videobeelden terug wil zenden, wordt in plaats daarvan een afbeelding weergegeven. U kunt de afbeelding die vanaf uw apparaat wordt verzonden in plaats van videobeelden definiëren door > Instellingen > Instellingen en Telefoon > Oproep > Afbeeld. in video-oproep te selecteren.

U kunt het verzenden van audio, video of zowel video als audio uitschakelen door Opties > Uitschakelen > Audio verzenden, Video verzenden of Audio & video vrzndn te selecteren.

Als u het volume van een actieve video-oproep wilt aanpassen, gebruikt u de volumetoetsen.

Selecteer Opties > Luidspreker inschakelen als u de luidspreker wilt gebruiken. U kunt de luidspreker uitschakelen en het oorstukje gebruiken door Opties >

Telefoon inschakelen te selecteren.

Als u de plaats van de beelden wilt omwisselen, selecteert u

Opties > Afbeeldingen wisselen.

Selecteer Opties > Zoomen en blader op en neer om in te zoomen op de afbeelding op het scherm.

U kunt de video-oproep beëindigen en een nieuwe spraakoproep maken met dezelfde geadresseerde door

Opties > Naar spraakoproep te selecteren.

Een video-oproep beantwoorden of weigeren

Wanneer er een video-oproep binnenkomt, wordt weergegeven.

1.Druk op de beltoets als u de video-oproep wilt beantwoorden.

2.Selecteer Ja als u wilt beginnen met het verzenden van live videobeelden.

Als u de video-oproep niet activeert, hoort u alleen maar de stem van de beller. In plaats van een videobeeld wordt een grijs scherm weergegeven. Als u in plaats van het grijze scherm een foto wilt weergeven die u met de camera van het apparaat hebt gemaakt, selecteert u > Instellingen en

Telefonie > Oproep > Afbeeld. in video-oproep.

Oproepinstellingen

Oproepinstellingen

Selecteer > Instellingen > Instellingen en Telefoon > Oproep.

Maak een keuze uit de volgende opties:

Identificatie verzenden — Uw telefoonnummer tonen aan de persoon naar wie u belt.

Oproep in wachtrij — Het apparaat zodanig instellen dat u een melding krijgt van inkomende oproepen als er een andere oproep actief is (netwerkdienst).

Oproep weig. met bericht — Een oproep weigeren en een SMS naar de beller verzenden.

Berichttekst — De standaardtekst invoeren voor de SMS die wordt verzonden als u een oproep weigert.

Eigen video in ontv. oprp. — Het verzenden van video tijdens een video-oproep vanaf het apparaat toestaan of weigeren.

24

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

Loading...
+ 56 hidden pages