Nokia 6710 Navigator user Manual [nl]

Gebruikershandleiding Nokia 6710 Navigator
Uitgave 4
CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-491 in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Europese richtlijn 1999/5/EG. Een exemplaar van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Nokia, Nokia Connecting People, Navi, Mail for Exchange, OVI en Nokia Original Enhancements zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Reproductie, overdracht, distributie of opslag van de gehele of gedeeltelijke inhoud van dit document in enige vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nokia is verboden. Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
This product includes software licensed from Symbian Software Ltd ©1998-2009. Symbian and Symbian OS are trademarks of Symbian Ltd.
Java and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.
Portions of the Nokia Maps software are ©1996-2009 The FreeType Project. All rights reserved.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio-licentie (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is gecodeerd volgens de visuele norm MPEG-4, door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit, en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4­videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. A anvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie http:// www.mpegla.com.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEG ESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJK E RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS O NDER GEEN OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZOND ER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
Reverse engineering van de software in het apparaat is verboden voor zover maximaal is toegestaan op grond van het toepasselijke recht. Voor zover deze gebruikershandleiding beperkingen bevat aangaande verklaringen, garanties, schadevergoedingsplichten en aansprakelijkheden van Nokia, gelden deze beperkingen op dezelfde wijze voor verklaringen, garanties, schadevergoedingsplicht en aansprakelijkheden van Nokia-licentiegevers.
Toepassingen van derden die bij uw apparaat worden geleverd, kunnen zijn gemaakt door en in eigendom zijn van personen en entiteiten die geen relatie of verband met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de auteursrechten of de intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig draagt Nokia geen verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de functionaliteit van deze toepassingen of de informatie in deze toepassingen of het materiaal. Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden.
MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH GELIEERDE PARTIJEN VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT) GARANTIES BETREFFENDE TITEL, VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKEN OP OCTROOIEN, AU TEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE RECHTEN VAN DERDEN.
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia-dealer voor details en de beschikbaarheid van taalopties. Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de VS en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
MEDEDELING FCC/INDUSTRY CANADA Dit apparaat kan tv- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van ontvangstapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal Communications Commission (FCC) of Industry Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden. Neem contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf accepteren, ook wanneer deze een ongewenste werking tot gevolg kunnen hebben. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen.
/Uitgave 4 NL

Inhoudsopgave

Veiligheid.............................................................7
Over dit apparaat.......................................................................7
Netwerkdiensten.......................................................................8
1. Aan de slag.......................................................9
SIM-kaart en batterij plaatsen..................................................9
Een geheugenkaart plaatsen....................................................9
Een geheugenkaart verwijderen............................................10
De batterij opladen..................................................................10
Het apparaat in- en uitschakelen...........................................11
Antennelocaties.......................................................................11
Configuratie-instellingen........................................................11
3. Nuttige informatie.........................................21
Help van het apparaat ............................................................21
Software-updates....................................................................21
Geheugen vrijmaken...............................................................22
Levensduur van de batterij verlengen..................................22
4. Oproepfuncties...............................................24
Spraakoproepen......................................................................24
Video-oproepen.......................................................................27
Oproepinstellingen..................................................................28
Video delen..............................................................................30
Internetoproepen....................................................................32
2. Het apparaat..................................................13
Toetsen en onderdelen...........................................................13
Zoomgebied.............................................................................14
Startscherm..............................................................................14
Veelgebruikte menupaden.....................................................14
Schermsymbolen.....................................................................15
Het profiel Offline....................................................................17
Energiebesparing.....................................................................17
Menu.........................................................................................17
Volumeregeling.......................................................................18
Toetsen blokkeren...................................................................18
Toegangscodes........................................................................18
Extern blokkeren......................................................................19
Over Downloaden!...................................................................19
Een compatibele headset aansluiten....................................19
Polsband...................................................................................20
5. Media..............................................................34
Muziekspeler............................................................................34
FM-radio....................................................................................34
RealPlayer ................................................................................35
Dictafoon..................................................................................35
6. Positionering..................................................37
Informatie over GPS................................................................37
A-GPS (Assisted GPS)................................................................37
Kaarten.....................................................................................38
Plaatsen....................................................................................39
GPS-gegevens...........................................................................39
7. Tekst invoeren...............................................41
Traditionele tekstinvoer.........................................................41
Tekstvoorspelling....................................................................41
De invoertaal wijzigen............................................................42
Tekst kopiëren en verwijderen..............................................42
8. Berichten........................................................43
Berichten, hoofdweergave.....................................................43
Berichten schrijven en verzenden..........................................43
Gegevens, instellingen en webdienstberichten...................45
Berichtenlezer..........................................................................45
E-mail........................................................................................45
Nokia Berichten.......................................................................47
Berichten op een SIM-kaart bekijken.....................................48
Infodienstberichten.................................................................48
Dienstopdrachten....................................................................48
Berichten-instellingen.............................................................48
9. Contacten.......................................................51
Informatie over Contacten......................................................51
Werken met contacten............................................................51
Locatiegegevens......................................................................51
Contactgroepen maken...........................................................52
Contacten zoeken in een externe database..........................52
Contactbestanden beheren....................................................52
Beltonen voor contacten toevoegen.....................................52
Contactinstellingen wijzigen..................................................53
10. Agenda.........................................................54
Informatie over Agenda..........................................................54
Agenda-items maken..............................................................54
Vergaderverzoeken maken.....................................................54
Vergaderlocatie........................................................................55
Agendaweergaven...................................................................55
Inhoudsopgave
11. Foto's............................................................57
Informatie over Foto's............................................................57
12. Camera.........................................................58
Een afbeelding vastleggen.....................................................58
Een panoramafoto maken......................................................59
Video's opnemen.....................................................................59
Locatiegegevens......................................................................59
13. Internet........................................................60
Webbrowser.............................................................................60
Online delen.............................................................................64
Nokia Videocentrum................................................................65
Zoeken......................................................................................66
Ovi Music...................................................................................67
14. Ovi-diensten.................................................68
Over Ovi.....................................................................................68
Over Ovi Store...........................................................................68
Over Ovi-contacten..................................................................68
Over Ovi Files............................................................................69
15. Persoonlijk...................................................70
Weergavevolgorde wijzigen..................................................70
Profielen ..................................................................................70
Sensorinstellingen...................................................................71
16. Spraakopdrachten........................................72
Instellingen voor spraakopdrachten.....................................72
17. Tijdbeheer....................................................73
Inhoudsopgave
Wekker......................................................................................73
Klokinstellingen.......................................................................73
18. Kantoortoepassingen..................................74
Woordenboek..........................................................................74
Omrekenen...............................................................................74
Rekenmachine ........................................................................75
Actieve notities .......................................................................75
Over Quickoffice.......................................................................76
Zipbeheer .................................................................................76
PDF-lezer ..................................................................................76
Notities.....................................................................................77
19. Instellingen..................................................78
Instelwizard.............................................................................78
Certificaatbeheer.....................................................................78
Algemene instellingen voor accessoires...............................79
De oorspronkelijke instellingen terugzetten........................79
20. Gegevensbeheer...........................................80
Informatie over Bestandsbeheer...........................................80
Toepassingen installeren........................................................80
Toepassingen en software verwijderen................................81
Apparaatbeheer.......................................................................82
Licenties....................................................................................83
21. Connectiviteit...............................................85
Inhoud overbrengen vanaf een ander apparaat..................85
Pc-verbindingen.......................................................................86
Bluetooth..................................................................................86
Gegevenskabel.........................................................................89
Synchronisatie.........................................................................89
Ovi Sync.....................................................................................90
WLAN-wizard............................................................................91
22. Groene tips...................................................92
Energie besparen.....................................................................92
Recyclen....................................................................................92
Papier besparen.......................................................................92
Meer informatie.......................................................................92
Product- en veiligheidsinformatie.....................93
Index................................................................102

Veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijd en uw handen v rij om uw voertui g te best uren. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in vliegtuigen en in de nabijheid van medische apparatuur, brandstof, chemicaliën of gebieden waar explosieven worden gebruikt.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 7

Over dit apparaat

Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het (E)GSM­netwerken 850, 900, 1800 en 1900 en UMTS 900/1900/2100 HSPA-netwerken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Dit apparaat ondersteunt verschillende verbindingsmethoden en net als computers kan uw apparaat worden blootgesteld aan virussen en andere schadelijke inhoud. Wees voorzichtig met berichten, verbindingsverzoeken, browsen en downloaden. Installeer en gebruik alleen diensten en software van betrouwbare bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden, zoals toepassingen die Symbian Signed zijn of de Java Verified™-test hebben doorstaan. Overweeg de installatie
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
Veiligheid
van antivirus- en andere beveiligingssoftware op het apparaat en eventuele aangesloten computers.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bladwijzers en koppelingen naar websites van derden. Deze zijn niet verbonden met Nokia en Nokia onderschrijft deze niet en aanvaardt er geen aansprakelijkheid voor. Als u dergelijke sites bezoekt, moet u voorzorgsmaatregelen treffen op het gebied van beveiliging of inhoud.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
Houd u bij het gebruik van dit apparaat aan alle regelgeving en respecteer lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten. Auteursrechtbescherming kan verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek en andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd of overgedragen.
Maak een back-up of houd een schriftelijke neerslag bij van alle belangrijke gegevens die in uw apparaat zijn opgeslagen.
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
De afbeeldingen in deze documentatie kunnen verschillen van de afbeeldingen op het scherm van het apparaat.
Voor andere belangrijke informatie over uw apparaat wordt u verwezen naar de gebruikershandleiding.

Netwerkdiensten

Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikken over een abonnement bij een aanbieder van draadloze verbindingsdiensten. Enkele functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook functies waarvoor u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat u ze kunt gebruiken. Wanneer u netwerkdiensten gebruikt, worden er gegevens overgedragen. Informeer bij uw serviceprovider naar de kosten voor communicatie op uw eigen telefoonnetwerk en wanneer u in het dekkingsgebied van andere netwerken verkeert. Uw serviceprovider kan u vertellen welke kosten in rekening worden gebracht. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die invloed hebben op hoe u sommige functies van dit apparaat kunt gebruiken die netwerkondersteuning nodig hebben, zoals ondersteuning voor specifieke technologieën, bijvoorbeeld WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP­protocollen en taalafhankelijke tekens.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw appa raat . In dat g eval w orde n deze fu ncties n iet i n het m enu van uw apparaat weergegeven. Mogelijk is uw apparaat voorzien van aangepaste onderdelen, zoals menunamen, menuvolgorde en pictogrammen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.8
1. Aan de slag

SIM-kaart en batterij plaatsen

Batterij veilig verwijderen. Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
1. Verwijder de achtercover door deze vanaf de onderkant van het apparaat op te lichten.
2. Til de cover eraf.
3. Als u de batterij wilt verwijderen, licht u hem aan de achterkant op.
4. Schuif de SIM­kaart in de SIM-kaarthouder.
Zorg ervoor dat het goudkleurige contactgebied op de kaart naar beneden en de schuine hoek naar de sleuf is gericht.
5. Plaats de batterij terug.
6. Plaats de achtercover weer op de telefoon.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 9

Een geheugenkaart plaatsen

Met een geheugenkaart spaart u het geheugen van het apparaat. Bovendien kunt u op de geheugenkaart een back­up maken van de gegevens op het apparaat.
Gebruik alleen compatibele micro-SD-kaarten die door Nokia is goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Nokia maakt gebruik van goedgekeurde industriële normen voor geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet geheel compatibel met dit apparaat. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens op de kaart aantasten.
Houd alle geheugenkaarten buiten bereik van kleine kinderen.
Vraag de fabrikant of de leverancier naar de compatibiliteit van een geheugenkaart.
Er is mogelijk een compatibele geheugenkaart bij het apparaat geleverd en in het apparaat geplaatst. Als dat niet het geval is, gaat u als volgt te werk:
1. Open het klepje van de geheugenkaartsleuf (1).
Aan de slag
2. Plaats de kaart in de sleuf met de contactpunten naar beneden gericht (2).
3. Druk de kaart licht aan totdat hij op zijn plaats klikt. Sluit het klepje (3).

Een geheugenkaart verwijderen

Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het
moment dat er een bewerking wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de kaart en het apparaat beschadigd worden en kunnen gegevens op de kaart worden aangetast.
1. Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer Geheugenkaart verwdrn > Ja.
2. Open het klepje van de geheugenkaartsleuf.
3. Druk licht op de geheugenkaart om hem te ontgrendelen.
4. Trek de kaart eruit en druk op OK.
5. Sluit het klepje.

De batterij opladen

De batterij is deels opgeladen in de fabriek. Als het apparaat aangeeft dat de batterij leeg raakt, doet u het volgende:
1. Sluit de lader aan op een stopcontact.
2. Sluit de lader aan op het apparaat.
3. Wanneer het apparaat aangeeft dat de batterij volledig is opgeladen, koppelt u de lader los van het apparaat en haalt u vervolgens de stekker uit het stopcontact.
U kunt de batterij ook opladen met een USB-gegevenskabel die is aangesloten op een compatibele computer.
1. Sluit de USB-gegevenskabel aan op een USB-poort van een computer en op uw apparaat.
2. Wanneer de batterij volledig is opgeladen, koppelt u de USB-gegevenskabel los.
De efficiëntie van opladen via USB varieert aanzienlijk. In sommige gevallen duurt het heel lang voordat het opladen begint en het apparaat weer werkt. U hoeft de batterij niet een specifieke tijd op te laden en u kunt het apparaat tijdens het opladen gebruiken. Als de batterij volledig ontladen is,
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.10
kan het enkele minuten duren voordat de batterijindicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.

Het apparaat in- en uitschakelen

Houd de aan/uit-toets ingedrukt om het apparaat in en uit te schakelen. Als u kort op deze toets drukt, wordt een actief gesprek beëindigd of een toepassing gesloten.
Als u wordt gevraagd om een PIN­code, toetst u deze in en selecteert u OK.
Als u wordt gevraagd om de blokkeringscode, toetst u deze in en selecteert u OK. De fabrieksinstelling voor de blokkeringscode is 12345.
Om de juiste tijdzone, tijd en datum in te stellen, selecteert u het land waarin u zich bevindt en voert u vervolgens de plaatselijke tijd en datum in.

Antennelocaties

Het apparaat kan interne en externe antennes hebben. Vermijd onnodig contact met het gebied rond de antenne als de antenne aan het zenden of ontvangen is. Contact met antennes kan de kwaliteit van de communicatie nadelig
Aan de slag
beïnvloeden en kan tijdens gebruik leiden tot een hoger stroomverbruik en tot een kortere levensduur van de batterij.
Bij langdurig gebruik zoals een actief videogesprek en een gegevensverbinding met hoge snelheid kan het apparaat warm aanvoelen. In de meeste gevallen is dit normaal. Als u vermoedt dat het apparaat niet naar behoren werkt, brengt u het dan naar het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.

Configuratie-instellingen

Voordat u multimediaberichten, e-mail, synchronisatie, streaming en de browser kunt gebruiken, moet uw apparaat goed zijn geconfigureerd. Uw apparaat kan die instellingen voor de browser, multimediaberichten, het toegangspunt en streaming automatisch configureren op basis van de gebruikte SIM-kaart. Als dat niet automatisch gebeurt, kunt u de instelwizard gebruiken om de instellingen te configureren. U ontvangt de instellingen dan als een configuratiebericht dat u op uw apparaat kunt opslaan. Neem contact op met uw serviceprovider of de dichtstbijzijnde erkende Nokia-leverancier voor meer informatie over de beschikbaarheid.
Als u een configuratiebericht ontvangt en de instellingen worden niet automatisch opgeslagen en geactiveerd, verschijnt 1 nieuw bericht. Wilt u de instellingen opslaan, dan selecteert u Weergeven > Opties > Opslaan. U moet
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 11
Aan de slag
misschien een PIN-code invoeren die u van de serviceprovider hebt gekregen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.12
2. Het apparaat

Toetsen en onderdelen

1 — Luidspreker 2 — Scherm 3 — Selectietoetsen 4 — Menutoets 5 — Beltoets 6 — Navigatietoets met GPS-lampje 7 — Tweede camera 8 — Lichtsensor
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 13
9 — Zoomgebied 10 — Navi™-toets; hierna de bladertoets genoemd 11 — Wistoets C 12 — Aan/uit-toets 13 — Cijfertoetsen
14 — Nokia AV-aansluiting 15 — Aansluiting voor oplader
Het apparaat
16 — Volume-/zoomtoetsen 17 — Opnametoets 18 — Flitser 19 — Hoofdcamera 20 — Stereoluidsprekers 21 — Micro USB-aansluiting 22 — Geheugenkaartsleuf 23 — Oogje van polsband 24 — Microfoon Houd het apparaat uit de buurt van magneten en
magneetvelden.

Zoomgebied

Uw apparaat heeft een zoomgebied onder het scherm. Veeg in het zoomgebied naar links of naar rechts om in of uit te zoomen.

Startscherm

Wanneer u het apparaat hebt ingeschakeld en het is aangemeld bij een netwerk, ziet u het startscherm en is het apparaat klaar voor gebruik.
Als u een lijst met de meest recent gebelde nummers wilt openen, drukt u op de beltoets.
Houd 1 ingedrukt om uw voicemailbox te bellen. Als u spraakopdrachten of spraakgestuurd bellen wilt
gebruiken, houdt u de rechterselectietoets ingedrukt. Als u het profiel wilt wijzigen, drukt u kort op de aan/uit-toets
en selecteert u een profiel. Als u een verbinding met internet wilt maken, houdt u 0
ingedrukt. Als u het startscherm wilt aanpassen, selecteert u
Instellingen > Instellingen en Algemeen > Persoonlijk > Standby-modus, en kiest u een van de
volgende opties:
Standby-thema — Een startschermthema selecteren.
Snelkoppelingen — Snelkoppelingen toevoegen aan
toepassingen of gebeurtenissen, of snelkoppelingen toekennen aan de bladertoets, afhankelijk van het gekozen startschermthema.
>
De zoomfunctie werkt in de toepassingen Kaarten, Browser, Foto's en Camera.

Veelgebruikte menupaden

Selecteer > Organiser > Omrekenen als u de functie Omrekenen wilt gebruiken.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.14
Selecteer > Organiser > Rekenmach. als u de rekenmachine wilt gebruiken.
Selecteer datum wilt beheren of een alarm wilt instellen.
Selecteer berichtinstellingen wilt beheren.
U kunt de muziekspeler openen door Muziekspeler te selecteren.
Selecteer openen.
Selecteer als u oproepinstellingen wilt beheren.
Selecteer op het apparaat wilt openen.
Selecteer schermthema wilt wijzigen.
Selecteer wilt aanpassen.
Als u de menuweergave wilt wijzigen, selecteert u
Opties > Menuweergave wijzigen.
> Toepassngn > Klok als u de tijd en de
> Berichten en Opties > Instellingen als u
> Toepassngn >
> Toepassngn > Radio als u de FM-radio wilt
> Instellingen > Instellingen en Telefoon
> Toepassngn > Help > Help als u de Help
> Instellingen > Thema's als u het
> Instellingen > Profielen als u profielen
Het apparaat
HSPA (High-Speed Packet Access) (netwerkdienst) in het UMTS-netwerk is geactiveerd.
Het apparaat gebruikt het profiel Offline en is niet verbonden met een mobiel netwerk.
Het batterijniveau. Hoe hoger de balk, hoe sterker de batterij is opgeladen.
Er staan ongelezen berichten in de map Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externe mailbox.
De map Outbox in Berichten bevat berichten die nog niet zijn verzonden.
U hebt oproepen gemist.
>
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.

Schermsymbolen

Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS- of een GSM-netwerk (netwerkdienst). De balk naast het pictogram geeft de signaalsterkte van het netwerk op uw huidige locatie aan. Hoe hoger de balk, des te sterker is het signaal.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 15
Er is een wekker ingesteld.
U hebt het profiel Stil geactiveerd. Er klinkt geen beltoon bij een inkomend gesprek of bericht.
Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld.
Het apparaat
Er is een Bluetooth-verbinding tot stand gebracht. Als het symbool knippert, probeert het apparaat verbinding te maken met een ander apparaat.
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding beschikbaar (netwerkdienst). verbinding actief is.
geeft aan dat de verbinding
in de wachtstand staat.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk zonder codering.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk met codering.
geeft aan dat de
Uw apparaat is via een USB-gegevenskabel aangesloten op een computer.
Er is een EGPRS-packet-gegevensverbinding beschikbaar (netwerkdienst). verbinding actief is.
geeft aan dat de verbinding
geeft aan dat de
in de wachtstand staat.
Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding beschikbaar (netwerkdienst). verbinding actief is.
geeft aan dat de verbinding
geeft aan dat de
in de wachtstand staat.
HSPA wordt ondersteund en is beschikbaar (netwerkdienst). Het pictogram kan per regio verschillen.
geeft aan dat de verbinding actief is.
geeft aan dat de verbinding in de wachtstand
staat.
U hebt de scanfunctie voor WLAN (Wireless LAN) ingeschakeld en er is een WLAN beschikbaar.
Alle oproepen worden doorgeschakeld naar een ander nummer.
Er is een hoofdtelefoon aangesloten op het apparaat.
Er is een handsfree-carkit aangesloten op het apparaat.
Er is een inductielus aangesloten op het apparaat.
Uw apparaat is bezig met synchroniseren.
Het GPS-symbool geeft de beschikbaarheid en sterkte van de satellietsignalen aan. Eén balk is één satelliet. Wanneer het apparaat voldoende gegevens van de satellieten ontvangt om uw locatie te bepalen, wordt de balk groen.
Er kunnen ook andere symbolen worden weergegeven.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.16

Het profiel Offline

Belangrijk: In het profiel Offline kunt u geen
oproepen doen of ontvangen en kun nen ook andere fu ncties waarvoor netwerkdekking vereist is, niet worden gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het alarmnummer kiezen dat in het apparaat is geprogrammeerd. Als u wilt bellen, moet u eerst de telefoonfunctie activeren door een ander profiel te kiezen. Als het apparaat is vergrendeld, moet u de beveiligingscode invoeren.
Als u het profiel Offline snel wilt activeren, drukt u kort op de aan-/uittoets en selecteert u Offline.
Als u het profiel Offline wilt verlaten, drukt u kort op de aan/ uit-toets en selecteert u een profiel.
Wanneer het profiel Offline actief is, worden alle verbindingen die gebruikmaken van radiofrequenties afgesloten. U kunt uw apparaat echter wel zonder de SIM­kaart gebruiken en naar de radio of naar muziek luisteren. Vergeet niet uw apparaat uit te schakelen wanneer het gebruik van draadloze telefoons verboden is.

Energiebesparing

Selecteer > Instellingen > Instellingen. Selecteer Algemeen > Persoonlijk > Weergave om de
screensaverinstellingen te bewerken, en kies een van de volgende opties:
Het apparaat
Time-out spaarstand — De tijd instellen dat het
apparaat inactief moet zijn voordat energiebesparing wordt geactiveerd.
Time-out verlichting — De tijd instellen dat het apparaat
inactief moet zijn voordat het scherm wordt gedimd.

Menu

Selecteer . In het menu krijgt u toegang tot de functies in het apparaat. Als u een toepassing of een map wilt openen, selecteert u het
item. Als u de volgorde van de functies in het menu verandert, kan
de volgorde afwijken van de standaardvolgorde die in deze handleiding wordt beschreven.
Als u een item wilt markeren of de markering wilt opheffen, drukt u op #.
Houd # ingedrukt en druk de bladertoets omhoog of omlaag om meerdere opeenvolgende items in een lijst te markeren of de markering ervan op te heffen.
Als u de menuweergave wilt wijzigen, selecteert u Opties > Menuweergave wijzigen.
Als u een toepassing of een map wilt sluiten, selecteert u Opties > Afsluiten.
Als u wilt schakelen tussen geopende toepassingen, houdt u
ingedrukt en selecteert u een toepassing.
Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 17
Het apparaat

Volumeregeling

Waarschuwing: Voortdurende blootstelling aan een
hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker in gebruik is.
Als u het volume van het oortje of de luidspreker tijdens een gesprek of tijdens het luisteren naar een geluidsbestand wilt aanpassen, drukt u op de volumetoetsen.
Selecteer Luidspreker of Telefoon om de luidspreker tijdens een gesprek in of uit te schakelen.

Toetsen blokkeren

Selecteer > Instellingen > Instellingen en Algemeen.
Als u wilt instellen dat het toetsenbord automatisch wordt vergrendeld als het toestel geruime tijd in de stand-by modus heeft gestaan, selecteert u Beveiliging > Telefoon en SIM- kaart. Vervolgens bladert u naar Per. autom. blokk. ttsnb. en selecteert u Wijzigen > Door gebr. gedef. en de gewenste tijd.
Om in te stellen of het toetsenbord moet worden vergrendeld als u de telefoon dichtschuift, selecteert u Actie voor
schuif > Toetsenblokk. activeren > Aan bij sluiten schuif.
Als u het toetsenbord wilt ontgrendelen, schuift u het toestel open of drukt u op de linkerselectietoets en selecteert u binnen 1,5 seconden OK.
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.

Toegangscodes

Selecteer > Instellingen > Instellingen. Als u wilt opgeven hoe de toegangscodes en
beveiligingsinstellingen in uw apparaat worden gebruikt, selecteert u Algemeen > Beveiliging > Telefoon en SIM- kaart en een van de volgende opties:
Met de PIN- of UPIN-code die bij de SIM- of USIM-kaart
wordt geleverd, wordt de kaart beveiligd tegen ongeoorloofd gebruik.
De PIN2-code (UPIN2), die bij sommige SIM-kaarten (USIM)
wordt geleverd, is vereist voor het gebruik van bepaalde diensten.
PUK (UPUK)- en PUK2 (UPUK2)-codes worden bij de SIM
(USIM)-kaart geleverd. Als u drie keer achter elkaar de verkeerde PIN-code hebt ingevoerd, wordt u om de PUK­code gevraagd. Neem contact op met uw serviceprovider als de codes niet beschikbaar zijn.
Met de beveiligingscode wordt de telefoon beveiligd
tegen ongeoorloofd gebruik. U kunt de code maken en wijzigen, en de telefoon zo instellen dat de code wordt opgevraagd. Houd de code geheim en bewaar deze op een veilige plaats (niet bij de telefoon). Als u de code bent vergeten en het apparaat is geblokkeerd, is extra service
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.18
nodig. Mogelijk worden extra kosten in rekening gebracht en worden alle persoonlijke gegevens van het apparaat verwijderd. Neem voor meer informatie contact op met een Nokia Care-locatie of de leverancier van uw apparaat.
Het blokkeerwachtwoord is vereist als u Oproepen blokkeren gebruikt om oproepen van en naar de telefoon te beperken (netwerkdienst).

Extern blokkeren

U kunt uw apparaat vanaf een ander apparaat vergrendelen met behulp van een SMS-bericht (van 5-20 tekens lang). Als u uw apparaat zodanig wilt instellen dat u het van afstand kunt blokkeren en het te gebruiken blokkeringsbericht wilt opgeven, selecteert u
Algemeen > Beveiliging en Telefoon en SIM-kaart > Ext. telef.vergrendeling. Voer de inhoud van het bericht in,
controleer deze en voer de blokkeringscode in. Als u uw apparaat wilt blokkeren, stuurt u het
blokkeringsbericht als tekstbericht naar het nummer van uw mobiele telefoon. Wilt u het apparaat ontgrendelen, dan selecteert u Blok. oph. en voert u de blokkeringscode in.
> Instellingen > Instellingen >

Over Downloaden!

Selecteer > Download!. Met Downloaden! kunt u inhoud, diensten en toepassingen
ontdekken, bekijken, kopen, downloaden en bijwerken. U hebt gemakkelijker toegang tot spelletjes, beltonen, achtergronden, toepassingen en nog veel meer. De items zijn in catalogi en mappen van verschillende serviceproviders
Het apparaat
gecategoriseerd. Het is afhankelijk van de serviceprovider welke inhoud beschikbaar is.
Downloaden! gebruikt uw netwerkdiensten om de meest recente inhoud te openen. Neem voor informatie over aanvullende items die via Downloaden! beschikbaar zijn contact op met uw serviceprovider of de leverancier of fabrikant van het item.
Downloaden! wordt continu bijgewerkt en u ontvangt de meest recente inhoud die uw serviceprovider voor uw apparaat heeft.
Voor sommige items moet u betalen, maar meestal kunt u gratis een voorbeeld bekijken. Neem contact op met uw serviceprovider of de provider van het item voor meer informatie over de kosten.
Selecteer Opties > Inhoud vernieuwen om de inhoud van Downloaden! handmatig bij te werken.
De dienst Download! wordt geleidelijk vervangen door de dienst Ovi Store. Ovi Store vervangt ook Download! in het hoofdmenu van het apparaat.

Een compatibele headset aansluiten

Sluit geen producten aan die een uitgangssignaal afgeven, aangezien het apparaat dan beschadigd kan raken. Sluit geen energiebron aan op de netstroomconnector van Nokia.
Als u externe apparaten of hoofdtelefoons op de netstroomconnector van Nokia aansluit die niet door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat, moet u extra letten op het geluidsniveau.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 19
Het apparaat

Polsband

Haal de polsband erdoor en trek deze strak.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.20
3. Nuttige informatie
Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale Nokia-website voor de meest recente gebruikersgidsen, aanvullende informatie, downloads en services die te maken hebben met uw Nokia-product.

Help van het apparaat

Uw apparaat bevat instructies voor de toepassingen op het apparaat.
Als u help wilt openen vanuit het hoofdmenu, selecteert u
> Toepassngn > Help > Help en de toepassing
waarbij u hulp nodig hebt.
Als u vanuit een geopende toepassing de help voor de huidige weergave wilt openen, selecteert u Opties > Help.
Als u tijdens het lezen de lettergrootte van de helptekst wilt wijzigen, selecteert u Opties > Lettergrootte verkleinen of Lettergrootte vergroten.
Aan het einde van de helptekst vindt u koppelingen naar verwante onderwerpen. Als u een onderstreept woord selecteert, wordt een korte uitleg weergegeven. In de help worden de volgende symbolen gebruikt:
koppeling naar een verwant helponderwerp. koppeling naar de toepassing die wordt besproken.
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar de toepassing die op de achtergrond is geopend door de menutoets ingedrukt te houden en een item te selecteren in de lijst geopende toepassingen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 21
toont een
toont een

Software-updates

Nokia kan software-updates uitbrengen die nieuwe en verbeterde functies plus een verbeterde werking bieden. U kunt deze updates aanvragen met de pc-toepassing Nokia Software Updater. Er zijn mogelijk niet voor alle producten of varianten software-updates beschikbaar. Mogelijk ondersteunen niet alle operators de nieuwste softwareversies die beschikbaar zijn.
Als u de software op het apparaat wilt bijwerken, hebt u de toepassing Nokia Software Updater nodig en een compatibele pc met Microsoft Windows XP of Vista, breedband internettoegang en een compatibele datakabel voor de verbinding tussen het apparaat en de pc.
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een
software-update kunt u het apparaat niet gebruiken, zelfs niet om een alarmnummer te bellen, totdat de installatie voltooid is en het apparaat opnieuw is ingeschakeld. Zorg ervoor dat u een back-up maakt van de gegevens voordat u de installatie van een update aanvaardt.
Als u meer informatie wilt of als u de toepassing Nokia Software Updater wilt downloaden, gaat u naar www.nokia.com/softwareupdate of de lokale Nokia­website.
Als uw netwerk het draadloos bijwerken van software ondersteunt, kunt u mogelijk ook updates via het apparaat aanvragen.
Nuttige informatie
Het apparaat controleert mogelijk periodiek of er nieuwe software-updates beschikbaar zijn met Nokia Software Checker. Selecteer
Tip: Voer op het startscherm *#0000# in als u wilt weten welke softwareversie er op het apparaat is geïnstalleerd.
> Instellingen > Sw-update.

Geheugen vrijmaken

Selecteer > Organiser > Best.beheer als u wilt zien hoeveel geheugen beschikbaar is voor verschillende gegevenstypen.
Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen om gegevens op te slaan. U krijgt een melding als het beschikbare geheugen bijna vol is.
Breng gegevens over naar een compatibele geheugenkaart (indien beschikbaar) of naar een compatibele computer om geheugen vrij te maken.
Gebruik Bestandsbeheer of ga naar de desbetreffende toepassing om gegevens te verwijderen die u niet langer nodig hebt. U kunt de volgende elementen verwijderen:
E-mails in de mappen in Berichten en e-mails die uit de mailbox zijn opgehaald
Opgeslagen webpagina's
Contactgegevens
Agendanotities
Toepassingen in Toepassingsbeheer die u niet nodig hebt
Installatiebestanden (met de bestandsextensi .SIS of .SISX)
van toepassingen die u hebt geïnstalleerd. Breng de installatiebestanden over naar een compatibele computer.
Afbeeldingen en videoclips in Foto's.

Levensduur van de batterij verlengen

Veel functies van het apparaat vergen extra batterijcapaciteit en verkorten de levensduur van de batterij. Houd rekening met het volgende als u de batterij wilt sparen:
Als functies een Bluetooth-verbinding gebruiken of als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit. Deactiveer de Bluetooth-verbinding wanneer u deze niet nodig hebt.
Als functies een WLAN gebruiken of als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit. Het WLAN op het Nokia-apparaat wordt uitgeschakeld wanneer u niet probeert om verbinding te maken, geen verbinding hebt met een toegangspunt of niet aan het zoeken bent naar beschikbare netwerken. Als u de batterij wilt sparen, kunt u aangeven dat er niet of minder vaak moet worden gezocht naar beschikbare netwerken op de achtergrond.
Als u Packet-ggvns > Automat. bij signaal hebt geselecteerd in de verbindingsinstellingen en er geen dekking voor een packet-gegevensverbinding (GPRS) is, probeert het apparaat van tijd tot tijd een packet-
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.22
gegevensverbinding tot stand te brengen. Selecteer Packet-ggvns > Wanneer nodig om de bedrijfsduur van het apparaat te verlengen.
Met de toepassing Kaarten worden nieuwe kaartgegevens gedownload als u naar nieuwe gedeelten van de kaart gaat. Dit vergt extra batterijcapaciteit. U kunt voorkomen dat nieuwe kaarten automatisch worden gedownload.
Als de signaalsterkte van het mobiele netwerk erg varieert in uw gebied, moet het apparaat herhaaldelijk zoeken naar het beschikbare netwerk. Dit vergt extra batterijcapaciteit.
Selecteer
> Instellingen > Instellingen en
Telefoon > Netwerk.
Als de netwerkmodus is ingesteld op Dual mode in de netwerkinstellingen, zoekt het apparaat naar het UMTS­netwerk. Als u het apparaat zodanig wilt instellen dat alleen het GSM-netwerk wordt gebruikt, selecteert u
>
Instellingen > Instellingen en Telefoon > Netwerk > Netwerkmodus > GSM.
De achtergrondverlichting van het scherm vergt extra batterijcapaciteit. Bij de weergave-instellingen kunt u de time-outperiode wijzigen waarna de achtergrondverlichting wordt uitgeschakeld, en de lichtsensor aanpassen waarmee de hoeveelheid licht wordt gecontroleerd. Selecteer
> Instellingen >
Instellingen en Algemeen > Persoonlijk > Weergave.
Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit. Houd de menutoets
Nuttige informatie
ingedrukt en selecteer een toepassing om toegang te krijgen tot de toepassingen die u niet gebruikt.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 23
4. Oproepfuncties

Spraakoproepen

Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee oproepen worden beperkt (zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen en vaste nummers), kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen. De functies voor het blokkeren en doorschakelen van oproepen kunnen niet tegelijkertijd actief zijn.
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.

Een oproep plaatsen

Als u een oproep wilt plaatsen, voert u het netnummer en abonneenummer in en drukt u op de beltoets.
Tip: Voor internationale oproepen voert u het plusteken (+) in dat de internationale toegangscode vervangt, en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het abonneenummer in.
Als u de oproep wilt beëindigen of de kiespoging wilt annuleren, drukt u op de eindetoets.
Als u een oproep wilt plaatsen aan een opgeslagen contact, opent u op de contacten. Voer de eerste letters van de naam in, ga naar de naam en druk op de beltoets.
Als u een oproep wilt plaatsen met behulp van het logboek, drukt u op de beltoets om de 20 laatstgekozen nummers
weer te geven. Ga naar het gewenste nummer of de gewenste naam en druk op de beltoets.
Als u het volume van een actieve oproep wilt aanpassen, gebruikt u de volumetoetsen.
Als u van een spraakoproep wilt overschakelen naar een video-oproep, selecteert u Opties > Naar video-oproep. Het apparaat beëindigt de spraakoproep en plaatst een video-oproep aan de andere partij.

Oproep in wachtstand

U kunt een oproep beantwoorden terwijl u een ander telefoongesprek voert. Als u de wachtfunctie wilt inschakelen (netwerkdienst), selecteert u
Instellingen en Telefoon > Oproep > Oproep in wachtrij.
Druk op de beltoets als u de oproep in de wachtrij wilt beantwoorden. De eerste oproep wordt in de wachtstand geplaatst.
Selecteer Wisselen als u wilt schakelen tussen de twee oproepen. Als u een inkomende oproep of een oproep in de wachtrij wilt doorverbinden met een actieve oproep en uw eigen verbinding met de oproepen wilt verbreken, selecteert u Opties > Doorverbinden. Druk op de end-toets als u de actieve oproep wilt beëindigen. Selecteer Opties > Alle
oproep. beëindigen als u beide oproepen wilt beëindigen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.24
> Instellingen >

Spraakoproepen

Het apparaat ondersteunt uitgebreide spraakopdrachten. Uitgebreide spraakopdrachten zijn niet afhankelijk van de stem van de spreker. U hoeft dus niet op voorhand spraaklabels op te nemen. Het apparaat maakt een spraaklabel voor de contactgegevens en vergelijkt de ingesproken spraaklabel daarmee. De spraakherkenning in het apparaat past zich aan de stem van de hoofdgebruiker aan, zodat de spraakopdrachten beter worden herkend.
Het spraaklabel voor een contactpersoon is de naam die voor het contact wordt opgeslagen. Selecteer een contact en Opties > Spraaklabelgegevens als u het samengestelde spraaklabel wilt beluisteren. Ga naar een contactdetail en selecteer Opties > Sprklabel afspelen.
Bellen via een spraaklabel
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan
moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
Wanneer u spraakgestuurd bellen gebruikt, wordt de luidspreker gebruikt. Houd het apparaat op een korte afstand van uw mond als u het spraaklabel inspreekt.
1. Als u spraakgestuurde nummerkeuze wilt starten in het
startscherm, houdt u de rechterselectietoets ingedrukt. Als er een compatibele headset met headsettoets is aangesloten, houdt u de headsettoets ingedrukt wanneer u spraakgestuurd bellen wilt starten.
Oproepfuncties
2. U hoort een korte toon en de tekst Spreek nu wordt
weergegeven. Noem duidelijk de naam die u voor het contact hebt opgeslagen.
3. Het apparaat speelt een synthesizer-spraaklabel af voor de herkende contact en geeft de naam en het nummer weer. Als u die contact niet wilt bellen, selecteert u binnen 2,5 seconde een andere contactpersoon in de lijst met overeenkomende contactnamen. Als u de bewerking wilt annuleren, selecteert u Stoppen.
Als er meerdere nummers zijn opgeslagen voor een naam, selecteert het apparaat het standaardnummer, als dit is gedefinieerd. Anders selecteert het apparaat het eerst beschikbare nummer op een contactkaart. U kunt de naam en het type telefoonnummer (bijvoorbeeld mobiel of thuis) ook uitspreken.

Snelkeuze

Selecteer > Instellingen > Instellingen en Telefoon > Oproep > Snelkeuze.
Met de snelkeuzefunctie kunt u een nummer kiezen door een cijfertoets ingedrukt te houden terwijl het startscherm in beeld is.
Selecteer Aan om snelkeuze te activeren.
Als u een cijfertoets aan een telefoonnummer wilt toewijzen, selecteert u cijfertoets (2 - 9) op het scherm en selecteer Opties > Toewijzen. Selecteer het gewenste nummer uit de lijst met contacten.
> Instellingen > Snelkeuze. Ga naar de
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 25
Oproepfuncties
Als u het telefoonnummer dat aan een cijfertoets is toegewezen wilt wissen, bladert u naar de snelkeuzetoets en selecteert u Opties > Verwijderen.
Als u het telefoonnummer dat aan een cijfertoets is toegewezen wilt wijzigen, bladert u naar de snelkeuzetoets en selecteert u Opties > Wijzigen.

Voicemail

Selecteer > Instellingen > Opr.mailbox. Wanneer u de toepassing Voicemail (netwerkdienst) voor het
eerst opent, wordt u gevraagd om het nummer van uw voicemailbox in te voeren.
U kunt uw voicemailbox bellen door naar Voicemailbox te navigeren en Opties > Voicemailbox bellen te selecteren.
Als u internetoproepen in uw apparaat hebt geconfigureerd, en over een mailbox voor internetoproepen beschikt, navigeert u naar de mailbox en selecteert u Opties > Mailb. internetopr. bellen om deze te bellen.
Als u vanaf het startscherm de mailbox wilt bellen, houdt u 1 ingedrukt of drukt u op 1 en vervolgens op de beltoets. Selecteer de mailbox waarnaar u wilt bellen.
Als u het mailboxnummer wilt wijzigen, selecteert u de mailbox en kiest u Opties > Nummer wijzigen.

Een conferentiegesprek voeren

1. Als u een oproep voor een conferentiegesprek wilt plaatsen, voert u het nummer van een deelnemer in en drukt u op de beltoets.
2. Als de deelnemer antwoordt, selecteert u Opties >
Nieuwe oproep.
3. Nadat u alle deelnemers hebt gebeld, selecteert u
Opties > Conferentie om de oproepen samen te voegen tot een conferentiegesprek.
Als u de microfoon van het apparaat tijdens een oproep wilt dempen, selecteert u Opties > Dempen.
Als u een deelnemer uit het conferentiegesprek wilt verwijderen, selecteert u Opties > Conferentie > Deelnemer verwijderen en vervolgens de deelnemer.
Als u onderling met een deelnemer aan het conferentiegesprek wilt overleggen, selecteert u Opties >
Conferentie > Privé en vervolgens de deelnemer.

Een oproep beantwoorden

Druk op de beltoets of open de schuif als u een oproep wilt beantwoorden.
Als u het apparaat zo wilt instellen dat een oproep wordt beantwoord wanneer u de schuif opent, selecteert u
Instellingen > Instellingen en Algemeen > Schuifregelaar instellen.
Druk op de eindetoets om een oproep te weigeren.
U kunt de beltoon dempen in plaats van een oproep beantwoorden door Stil te selecteren.
Als u een actieve oproep hebt en de wachtfunctie (netwerkdienst) is ingeschakeld, drukt u op de beltoets om een nieuwe inkomende oproep te beantwoorden. Het eerste
>
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.26
gesprek wordt dan in de wacht gezet. Druk op de eindetoets om de actieve oproep te beëindigen.

Oproep- en gegevensregisters

Selecteer > Logboek.
U kunt recent gemiste, ontvangen en zelf gemaakte oproepen bekijken door Recente opr. te selecteren.
Tip: Druk op de beltoets om de gekozen nummers te bekijken vanaf het startscherm.
U kunt de geschatte duur van oproepen naar en van het apparaat bekijken door Duur oproep te selecteren.
U kunt de hoeveelheid gegevens die is overgebracht tijdens packet-gegevensverbindingen bekijken door Packet-ggvns te selecteren.

Video-oproepen

Een video-oproep plaatsen

Als u een video-oproep wilt plaatsen, voert u het telefoonnummer in of selecteert u de ontvanger van de video-oproep in de lijst met contacten. Selecteer vervolgens Opties > Bellen > Video-oproep. Als de video-oproep begint, wordt de camera geactiveerd Is de camera reeds in gebruik, dan wordt het verzenden van videobeelden uitgeschakeld. Als de ontvanger van de oproep geen videobeelden terug wil zenden, wordt in plaats daarvan een afbeelding weergegeven. U kunt de afbeelding die vanaf uw apparaat wordt verzonden in plaats van videobeelden definiëren door
> Instellingen > Instellingen en
Oproepfuncties
Telefoon > Oproep > Afbeeld. in video-oproep te
selecteren.
U kunt het verzenden van audio, video of zowel video als audio uitschakelen door Opties > Uitschakelen > Audio verzenden, Video verzenden of Audio & video vrzndn te selecteren.
Als u het volume van een actieve video-oproep wilt aanpassen, gebruikt u de volumetoetsen.
Selecteer Opties > Luidspreker inschakelen als u de luidspreker wilt gebruiken. U kunt de luidspreker uitschakelen en het oorstukje gebruiken door Opties > Telefoon inschakelen te selecteren.
Als u de plaats van de beelden wilt omwisselen, selecteert u Opties > Afbeeldingen wisselen.
Selecteer Opties > Zoomen en blader op en neer om in te zoomen op de afbeelding op het scherm.
U kunt de video-oproep beëindigen en een nieuwe spraakoproep maken met dezelfde geadresseerde door
Opties > Naar spraakoproep te selecteren.

Een video-oproep beantwoorden of weigeren

Wanneer er een video-oproep binnenkomt, wordt weergegeven.
Druk op de beltoets als u de video-oproep wilt beantwoorden. Verzenden videobericht naar beller
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 27
Oproepfuncties
toestaan? wordt weergegeven. Selecteer Ja als u wilt
beginnen met het verzenden van live videobeelden.
Als u de video-oproep niet activeert, hoort u alleen maar het geluid van de beller. In plaats van een videobeeld wordt een grijs scherm weergegeven. Als u in plaats van het grijze scherm een foto wilt weergeven die u met de camera van het apparaat hebt gemaakt, selecteert u
Instellingen en Telefoon > Oproep > Afbeeld. in video­oproep.
Druk op de end-toets als u het videogesprek wilt beëindigen.
> Instellingen >

Oproepinstellingen

Oproepinstellingen

Selecteer > Instellingen > Instellingen en Telefoon > Oproep.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Identificatie verzenden — Uw telefoonnummer tonen
aan de persoon naar wie u belt.
Internetoproep-ID vrzndn — Uw internetoproepadres
tonen aan de persoon naar wie u een internetoproep plaatst.
Oproep in wachtrij — Het apparaat zodanig instellen dat
u een melding krijgt van inkomende oproepen als er een andere oproep actief is (netwerkdienst).
Wachtende internetopr. — Het apparaat zodanig
instellen dat u een melding krijgt van nieuwe inkomende internetoproepen als er een andere oproep actief is.
Melding internetoproep — Selecteer Aan om het
apparaat zodanig in te stellen dat u een waarschuwing
krijgt als er een internetoproep binnenkomt. Als u Uit selecteert, ontvangt u alleen een melding als u een oproep gemist hebt.
Oproep weig. met bericht — Een oproep weigeren en
een SMS naar de beller verzenden.
Berichttekst — De standaardtekst invoeren voor de SMS
die wordt verzonden als u een oproep weigert.
Eigen video in ontv. oprp. — Het verzenden van video
tijdens een video-oproep vanaf het apparaat toestaan of weigeren.
Afbeeld. in video-oproep — Een afbeelding weergeven
als er geen video wordt verzonden tijdens een video­oproep.
Automatisch herkiezen — Het apparaat zodanig
instellen dat er maximaal tien keer geprobeerd wordt de verbinding tot stand te brengen. Druk op de beëindigingstoets als u het automatisch opnieuw bellen wilt uitschakelen.
Gespreksduur tonen — De tijdsduur van een oproep
tijdens de oproep weergeven.
Samenvatting na oproep — De tijdsduur van een oproep
na afloop van de oproep weergeven.
Snelkeuze — Snelkeuze activeren.
Aannemen willek. toets — Opnemen met een
willekeurige toets activeren.

Oproepen omleiden

Selecteer > Instellingen > Instellingen en Telefoon > Doorschakelen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.28
U kunt inkomende oproepen doorschakelen naar uw voicemailbox of naar een ander telefoonnummer. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Selecteer het type oproepen dat u wilt doorschakelen en maak een keuze uit de volgende opties:
Alle spraakoproepen, Alle gegevens- en video-
oproepen, of Alle faxoproepen — Alle inkomende
spraak-, data-, video- en faxoproepen doorschakelen. U kunt deze oproepen niet beantwoorden, alleen doorschakelen naar een ander nummer.
Indien bezet — Inkomende oproepen doorschakelen
tijdens een actieve oproep.
Als niet aangenomen — Inkomende oproepen
doorschakelen nadat uw apparaat een bepaalde tijd is overgegaan. Selecteer hoe lang het apparaat moet overgaan voordat de oproep wordt doorgeschakeld.
Indien buiten bereik — Oproepen doorschakelen als het
apparaat is uitgeschakeld of geen netwerkbereik heeft.
Indien niet beschikbaar — Oproepen doorschakelen
tijdens een actieve oproep, als de oproep niet wordt beantwoord, als het apparaat is uitgeschakeld of als er geen netwerkbereik is.
Als u oproepen wilt doorschakelen naar uw voicemailbox, selecteert u een type oproep, een optie voor doorschakelen en vervolgens Opties > Activeren > Naar voicemailbox.
Als u oproepen wilt doorschakelen naar een ander telefoonnummer, selecteert u een type oproep, een optie voor doorschakelen en vervolgens Opties > Activeren >
Naar ander nummer. Voer het nummer in of selecteer
Oproepfuncties
Zoeken om een nummer op te halen dat is opgeslagen in
Contacten.
Als u de huidige doorschakelstatus wilt bekijken, gaat u naar de optie doorschakelen en selecteert u Opties > Controleer status.
Als u niet langer wilt dat oproepen worden doorgeschakeld, navigeert u naar de optie doorschakelen en selecteert u
Opties > Uitschakelen.

Oproepen blokkeren

Selecteer > Instellingen > Instellingen en Telefoon > Oproepen blokk..
U kunt de oproepen die met het apparaat kunnen worden gemaakt of ontvangen blokkeren (netwerkdienst). Als u de instellingen wilt wijzigen, hebt u het blokkeringswachtwoord van uw serviceprovider nodig. Oproepblokkering is van invloed op alle typen oproepen.
Om oproepen te blokkeren, kunt u de volgende opties selecteren:
Uitgaande oproepen — Spraakoproepen met het
apparaat voorkomen.
Inkomende oproepen — Inkomende oproepen
voorkomen.
Internationale oproepen — Oproepen naar het
buitenland blokkeren.
Inkomende oproepen bij roaming — Oproepen
blokkeren wanneer u zich in het buitenland bevindt.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 29
Oproepfuncties
Internationaal behalve naar eigen land — Oproepen
naar het buitenland blokkeren maar oproepen naar uw eigen land toestaan.
Als u de status van de oproepblokkering wilt controleren, selecteert u de blokkeeroptie en kiest u vervolgens Opties > Status controleren.
Als u alle blokkeringen van spraakoproepen wilt deactiveren, selecteert u een blokkeringsoptie en Opties > Alle blokk. uitschakelen.
Als u het wachtwoord voor het blokkeren van spraak-, fax- en gegevensoproepen wilt wijzigen, selecteert u Opties > Blokk. wachtwrd. wzgn. Voer de huidige code in en vervolgens tweemaal de nieuwe code. Het blokkeringswachtwoord moet vier cijfers lang zijn. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.

Netwerkinstellingen

Selecteer > Instellingen > Instellingen en Telefoon > Netwerk.
Selecteer Netwerkmodus en Dual mode, UMTS of GSM om de netwerkmodus te selecteren. In de Dual mode schakelt het apparaat automatisch over tussen netwerken.
Tip: Als u UMTS selecteert, verloopt de gegevensoverdracht sneller, maar gaat dit wel ten koste van extra batterijcapaciteit, zodat batterij minder lang meegaat. Als u in een gebied met GSM- en UMTS-netwerken Dual mode selecteert, kan het gebeuren dat voortdurend tussen beide netwerken
wordt gewisseld, wat ook ten koste van de batterijcapaciteit gaat.
Selecteer Operatorselectie als u de operator wilt selecteren en Handmatig om te kiezen uit beschikbare netwerken of Automatisch om handmatig het apparaat in te stellen voor het automatisch selecteren van het netwerk.
Als u het apparaat zodanig wilt instellen dat wordt aangegeven wanneer het wordt gebruikt in een MCN (Micro Cellular Network), selecteert u Weergave info dienst >
Aan.

Video delen

Vereisten voor het delen van video

Voor het delen van video is een UMTS-verbinding vereist. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de dienst, de beschikbaarheid van het UMTS­netwerk en de kosten die aan het gebruik van deze dienst zijn verbonden.
Als u video wilt delen, moet u het volgende doen:
Controleer of het apparaat is ingesteld voor verbindingen van persoon tot persoon.
Zorg ervoor dat u een actieve UMTS-verbinding hebt en dat u zich binnen het dekkingsgebied van het UMTS-netwerk bevindt. Als u tijdens het delen van video het dekkingsgebied van het UMTS-netwerk verlaat, wordt het delen van video gestopt, maar blijft de spraakoproep actief.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.30
Loading...
+ 75 hidden pages