Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-491 in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante
bepalingen van Europese richtlijn 1999/5/EG. Een exemplaar van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Nokia, Nokia Connecting People, Navi, Mail for Exchange, OVI en Nokia Original Enhancements zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia
Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de
respectievelijke eigenaren zijn.
Reproductie, overdracht, distributie of opslag van de gehele of gedeeltelijke inhoud van dit document in enige vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van Nokia is verboden. Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving
wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio-licentie (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is gecodeerd
volgens de visuele norm MPEG-4, door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit, en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. A anvullende
informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie http://
www.mpegla.com.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEG ESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJK E RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS O NDER GEEN OMSTANDIGHEID AANSPRAKELIJK
ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZOND ER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE
GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN
MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE
HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
Reverse engineering van de software in het apparaat is verboden voor zover maximaal is toegestaan op grond van het toepasselijke recht. Voor zover deze
gebruikershandleiding beperkingen bevat aangaande verklaringen, garanties, schadevergoedingsplichten en aansprakelijkheden van Nokia, gelden deze beperkingen
op dezelfde wijze voor verklaringen, garanties, schadevergoedingsplicht en aansprakelijkheden van Nokia-licentiegevers.
Toepassingen van derden die bij uw apparaat worden geleverd, kunnen zijn gemaakt door en in eigendom zijn van personen en entiteiten die geen relatie of verband
met Nokia hebben. Nokia beschikt niet over de auteursrechten of de intellectuele eigendomsrechten op deze toepassingen van derden. Als zodanig draagt Nokia geen
verantwoordelijkheid voor de ondersteuning voor eindgebruikers of de functionaliteit van deze toepassingen of de informatie in deze toepassingen of het materiaal.
Nokia biedt geen garantie voor deze toepassingen van derden.
MET HET GEBRUIK VAN DE TOEPASSINGEN ACCEPTEERT U DAT DE TOEPASSINGEN WORDEN GELEVERD ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ
IMPLICIET, VOOR ZOVER MAXIMAAL IS TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT. U ACCEPTEERT TEVENS DAT NOCH NOKIA NOCH GELIEERDE PARTIJEN
VERKLARINGEN DOEN OF GARANTIES VERSTREKKEN, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN (MAAR NIET BEPERKT TOT) GARANTIES BETREFFENDE TITEL,
VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF DAT DE TOEPASSINGEN GEEN INBREUK MAKEN OP OCTROOIEN, AU TEURSRECHTEN, HANDELSMERKEN OF ANDERE
RECHTEN VAN DERDEN.
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia-dealer voor
details en de beschikbaarheid van taalopties. Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende
export van de VS en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
MEDEDELING FCC/INDUSTRY CANADA
Dit apparaat kan tv- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van ontvangstapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal Communications
Commission (FCC) of Industry Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden. Neem contact op met
uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1)
Dit apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf accepteren, ook wanneer deze een ongewenste werking
tot gevolg kunnen hebben. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze
apparatuur te werken tenietdoen.
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de
richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige
gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET
VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van
mobiele telefoons verboden is of als dit storing of
gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het
rijd en uw handen v rij om uw voertui g te best uren.
De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te
hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn
voor storing. Dit kan de werking van het apparaat
negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN
WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT
Houd u aan alle mogelijke beperkende
maatregelen. Schakel het apparaat uit in
vliegtuigen en in de nabijheid van medische
apparatuur, brandstof, chemicaliën of gebieden
waar explosieven worden gebruikt.
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt
beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het (E)GSMnetwerken 850, 900, 1800 en 1900 en UMTS 900/1900/2100
HSPA-netwerken. Neem contact op met uw serviceprovider
voor meer informatie over netwerken.
Dit apparaat ondersteunt verschillende
verbindingsmethoden en net als computers kan uw apparaat
worden blootgesteld aan virussen en andere schadelijke
inhoud. Wees voorzichtig met berichten,
verbindingsverzoeken, browsen en downloaden. Installeer
en gebruik alleen diensten en software van betrouwbare
bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden,
zoals toepassingen die Symbian Signed zijn of de Java
Verified™-test hebben doorstaan. Overweeg de installatie
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden
geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en
batterijen. Sluit geen incompatibele producten
aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het
apparaat droog.
Veiligheid
van antivirus- en andere beveiligingssoftware op het
apparaat en eventuele aangesloten computers.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde
bladwijzers en koppelingen naar websites van derden. Deze
zijn niet verbonden met Nokia en Nokia onderschrijft deze
niet en aanvaardt er geen aansprakelijkheid voor. Als u
dergelijke sites bezoekt, moet u voorzorgsmaatregelen
treffen op het gebied van beveiliging of inhoud.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het
apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in
wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of
gevaar kan veroorzaken.
Houd u bij het gebruik van dit apparaat aan alle regelgeving
en respecteer lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten
van anderen, waaronder auteursrechten.
Auteursrechtbescherming kan verhinderen dat bepaalde
afbeeldingen, muziek en andere inhoud worden gekopieerd,
gewijzigd of overgedragen.
Maak een back-up of houd een schriftelijke neerslag bij van
alle belangrijke gegevens die in uw apparaat zijn opgeslagen.
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit,
dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat
te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit
geen incompatibele producten aan.
De afbeeldingen in deze documentatie kunnen verschillen
van de afbeeldingen op het scherm van het apparaat.
Voor andere belangrijke informatie over uw apparaat wordt
u verwezen naar de gebruikershandleiding.
Netwerkdiensten
Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikken
over een abonnement bij een aanbieder van draadloze
verbindingsdiensten. Enkele functies zijn niet op alle
netwerken beschikbaar. Er zijn ook functies waarvoor u
specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen
voordat u ze kunt gebruiken. Wanneer u netwerkdiensten
gebruikt, worden er gegevens overgedragen. Informeer bij
uw serviceprovider naar de kosten voor communicatie op uw
eigen telefoonnetwerk en wanneer u in het dekkingsgebied
van andere netwerken verkeert. Uw serviceprovider kan u
vertellen welke kosten in rekening worden gebracht. Bij
sommige netwerken gelden beperkingen die invloed hebben
op hoe u sommige functies van dit apparaat kunt gebruiken
die netwerkondersteuning nodig hebben, zoals
ondersteuning voor specifieke technologieën, bijvoorbeeld
WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IPprotocollen en taalafhankelijke tekens.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw
appa raat . In dat g eval w orde n deze fu ncties n iet i n het m enu
van uw apparaat weergegeven. Mogelijk is uw apparaat
voorzien van aangepaste onderdelen, zoals menunamen,
menuvolgorde en pictogrammen.
Met een geheugenkaart spaart u het geheugen van het
apparaat. Bovendien kunt u op de geheugenkaart een backup maken van de gegevens op het apparaat.
Gebruik alleen compatibele micro-SD-kaarten die door Nokia
is goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Nokia maakt
gebruik van goedgekeurde industriële normen voor
geheugenkaarten, maar sommige merken zijn mogelijk niet
geheel compatibel met dit apparaat. Incompatibele kaarten
kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens
op de kaart aantasten.
Houd alle geheugenkaarten buiten bereik van
kleine kinderen.
Vraag de fabrikant of de leverancier naar de
compatibiliteit van een geheugenkaart.
Er is mogelijk een compatibele geheugenkaart bij het
apparaat geleverd en in het apparaat geplaatst. Als dat niet
het geval is, gaat u als volgt te werk:
1. Open het klepje van de geheugenkaartsleuf (1).
Aan de slag
2. Plaats de kaart
in de sleuf met
de
contactpunten
naar beneden
gericht (2).
3. Druk de kaart
licht aan totdat
hij op zijn
plaats klikt.
Sluit het klepje
(3).
Een geheugenkaart verwijderen
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op het
moment dat er een bewerking wordt uitgevoerd waarbij de
kaart wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de kaart en het
apparaat beschadigd worden en kunnen gegevens op de
kaart worden aangetast.
1. Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer
Geheugenkaart verwdrn > Ja.
2. Open het klepje van de geheugenkaartsleuf.
3. Druk licht op de geheugenkaart om hem te ontgrendelen.
4. Trek de kaart eruit en druk op OK.
5. Sluit het klepje.
De batterij opladen
De batterij is deels opgeladen in de fabriek. Als het apparaat
aangeeft dat de batterij leeg raakt, doet u het volgende:
1. Sluit de lader aan op een stopcontact.
2. Sluit de lader
aan op het
apparaat.
3. Wanneer het
apparaat
aangeeft dat
de batterij
volledig is
opgeladen,
koppelt u de
lader los van
het apparaat en haalt u vervolgens de stekker uit het
stopcontact.
U kunt de batterij ook opladen met een USB-gegevenskabel
die is aangesloten op een compatibele computer.
1. Sluit de USB-gegevenskabel aan op een USB-poort van een
computer en op uw apparaat.
2. Wanneer de batterij volledig is opgeladen, koppelt u de
USB-gegevenskabel los.
De efficiëntie van opladen via USB varieert aanzienlijk. In
sommige gevallen duurt het heel lang voordat het opladen
begint en het apparaat weer werkt. U hoeft de batterij niet
een specifieke tijd op te laden en u kunt het apparaat tijdens
het opladen gebruiken. Als de batterij volledig ontladen is,
kan het enkele minuten duren voordat de batterijindicator
op het scherm wordt weergegeven en u weer met het
apparaat kunt bellen.
Het apparaat in- en uitschakelen
Houd de aan/uit-toets ingedrukt om
het apparaat in en uit te schakelen.
Als u kort op deze toets drukt, wordt
een actief gesprek beëindigd of een
toepassing gesloten.
Als u wordt gevraagd om een PINcode, toetst u deze in en selecteert
u OK.
Als u wordt gevraagd om de
blokkeringscode, toetst u deze in en
selecteert u OK. De
fabrieksinstelling voor de
blokkeringscode is 12345.
Om de juiste tijdzone, tijd en datum
in te stellen, selecteert u het land
waarin u zich bevindt en voert u
vervolgens de plaatselijke tijd en
datum in.
Antennelocaties
Het apparaat kan interne en externe antennes hebben.
Vermijd onnodig contact met het gebied rond de antenne als
de antenne aan het zenden of ontvangen is. Contact met
antennes kan de kwaliteit van de communicatie nadelig
Aan de slag
beïnvloeden en kan tijdens gebruik leiden tot een hoger
stroomverbruik en tot een kortere levensduur van de batterij.
Bij langdurig gebruik zoals een actief
videogesprek en een gegevensverbinding
met hoge snelheid kan het apparaat warm
aanvoelen. In de meeste gevallen is dit
normaal. Als u vermoedt dat het apparaat
niet naar behoren werkt, brengt u het dan
naar het dichtstbijzijnde bevoegde
servicepunt.
Configuratie-instellingen
Voordat u multimediaberichten, e-mail, synchronisatie,
streaming en de browser kunt gebruiken, moet uw apparaat
goed zijn geconfigureerd. Uw apparaat kan die instellingen
voor de browser, multimediaberichten, het toegangspunt en
streaming automatisch configureren op basis van de
gebruikte SIM-kaart. Als dat niet automatisch gebeurt, kunt
u de instelwizard gebruiken om de instellingen te
configureren. U ontvangt de instellingen dan als een
configuratiebericht dat u op uw apparaat kunt opslaan.
Neem contact op met uw serviceprovider of de
dichtstbijzijnde erkende Nokia-leverancier voor meer
informatie over de beschikbaarheid.
Als u een configuratiebericht ontvangt en de instellingen
worden niet automatisch opgeslagen en geactiveerd,
verschijnt 1 nieuw bericht. Wilt u de instellingen opslaan,
dan selecteert u Weergeven > Opties > Opslaan. U moet
Selecteer > Organiser > Rekenmach. als u de
rekenmachine wilt gebruiken.
Selecteer
datum wilt beheren of een alarm wilt instellen.
Selecteer
berichtinstellingen wilt beheren.
U kunt de muziekspeler openen door
Muziekspeler te selecteren.
Selecteer
openen.
Selecteer
als u oproepinstellingen wilt beheren.
Selecteer
op het apparaat wilt openen.
Selecteer
schermthema wilt wijzigen.
Selecteer
wilt aanpassen.
Als u de menuweergave wilt wijzigen, selecteert u
Opties > Menuweergave wijzigen.
> Toepassngn > Klok als u de tijd en de
> Berichten en Opties > Instellingen als u
> Toepassngn >
> Toepassngn > Radio als u de FM-radio wilt
> Instellingen > Instellingen en Telefoon
> Toepassngn > Help > Help als u de Help
> Instellingen > Thema's als u het
> Instellingen > Profielen als u profielen
Het apparaat
HSPA (High-Speed Packet Access) (netwerkdienst) in
het UMTS-netwerk is geactiveerd.
Het apparaat gebruikt het profiel Offline en is niet
verbonden met een mobiel netwerk.
Het batterijniveau. Hoe hoger de balk, hoe sterker
de batterij is opgeladen.
Er staan ongelezen berichten in de map Inbox in
Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in de externe
mailbox.
De map Outbox in Berichten bevat berichten die nog
niet zijn verzonden.
U hebt oproepen gemist.
>
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Schermsymbolen
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS- of een
GSM-netwerk (netwerkdienst). De balk naast het
pictogram geeft de signaalsterkte van het netwerk
op uw huidige locatie aan. Hoe hoger de balk, des te
sterker is het signaal.
U hebt het profiel Stil geactiveerd. Er klinkt geen
beltoon bij een inkomend gesprek of bericht.
Bluetooth-connectiviteit is ingeschakeld.
Het apparaat
Er is een Bluetooth-verbinding tot stand gebracht.
Als het symbool knippert, probeert het apparaat
verbinding te maken met een ander apparaat.
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding
beschikbaar (netwerkdienst).
verbinding actief is.
geeft aan dat de verbinding
in de wachtstand staat.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk
zonder codering.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk met
codering.
geeft aan dat de
Uw apparaat is via een USB-gegevenskabel
aangesloten op een computer.
Er is een EGPRS-packet-gegevensverbinding
beschikbaar (netwerkdienst).
verbinding actief is.
geeft aan dat de verbinding
geeft aan dat de
in de wachtstand staat.
Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding
beschikbaar (netwerkdienst).
verbinding actief is.
geeft aan dat de verbinding
geeft aan dat de
in de wachtstand staat.
HSPA wordt ondersteund en is beschikbaar
(netwerkdienst). Het pictogram kan per regio
verschillen.
geeft aan dat de verbinding actief is.
geeft aan dat de verbinding in de wachtstand
staat.
U hebt de scanfunctie voor WLAN (Wireless LAN)
ingeschakeld en er is een WLAN beschikbaar.
Alle oproepen worden doorgeschakeld naar een
ander nummer.
Er is een hoofdtelefoon aangesloten op het
apparaat.
Er is een handsfree-carkit aangesloten op het
apparaat.
Er is een inductielus aangesloten op het apparaat.
Uw apparaat is bezig met synchroniseren.
Het GPS-symbool geeft de beschikbaarheid en
sterkte van de satellietsignalen aan. Eén balk is één
satelliet. Wanneer het apparaat voldoende
gegevens van de satellieten ontvangt om uw locatie
te bepalen, wordt de balk groen.
oproepen doen of ontvangen en kun nen ook andere fu ncties
waarvoor netwerkdekking vereist is, niet worden gebruikt. U
kunt mogelijk nog wel het alarmnummer kiezen dat in het
apparaat is geprogrammeerd. Als u wilt bellen, moet u eerst
de telefoonfunctie activeren door een ander profiel te kiezen.
Als het apparaat is vergrendeld, moet u de beveiligingscode
invoeren.
Als u het profiel Offline snel wilt activeren, drukt u kort op de
aan-/uittoets en selecteert u Offline.
Als u het profiel Offline wilt verlaten, drukt u kort op de aan/
uit-toets en selecteert u een profiel.
Wanneer het profiel Offline actief is, worden alle
verbindingen die gebruikmaken van radiofrequenties
afgesloten. U kunt uw apparaat echter wel zonder de SIMkaart gebruiken en naar de radio of naar muziek luisteren.
Vergeet niet uw apparaat uit te schakelen wanneer het
gebruik van draadloze telefoons verboden is.
Energiebesparing
Selecteer > Instellingen > Instellingen.
Selecteer Algemeen > Persoonlijk > Weergave om de
screensaverinstellingen te bewerken, en kies een van de
volgende opties:
Het apparaat
● Time-out spaarstand — De tijd instellen dat het
apparaat inactief moet zijn voordat energiebesparing
wordt geactiveerd.
● Time-out verlichting — De tijd instellen dat het apparaat
inactief moet zijn voordat het scherm wordt gedimd.
Menu
Selecteer .
In het menu krijgt u toegang tot de functies in het apparaat.
Als u een toepassing of een map wilt openen, selecteert u het
item.
Als u de volgorde van de functies in het menu verandert, kan
de volgorde afwijken van de standaardvolgorde die in deze
handleiding wordt beschreven.
Als u een item wilt markeren of de markering wilt opheffen,
drukt u op #.
Houd # ingedrukt en druk de bladertoets omhoog of omlaag
om meerdere opeenvolgende items in een lijst te markeren
of de markering ervan op te heffen.
Als u de menuweergave wilt wijzigen, selecteert u Opties >Menuweergave wijzigen.
Als u een toepassing of een map wilt sluiten, selecteert u
Opties > Afsluiten.
Als u wilt schakelen tussen geopende toepassingen, houdt u
ingedrukt en selecteert u een toepassing.
Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd,
vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur
van de batterij af.
hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Luister
naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Houd het
apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker in
gebruik is.
Als u het volume van het oortje of de luidspreker tijdens een
gesprek of tijdens het luisteren naar een geluidsbestand wilt
aanpassen, drukt u op de volumetoetsen.
Selecteer Luidspreker of Telefoon om de luidspreker tijdens
een gesprek in of uit te schakelen.
Toetsen blokkeren
Selecteer > Instellingen > Instellingen en
Algemeen.
Als u wilt instellen dat het toetsenbord automatisch wordt
vergrendeld als het toestel geruime tijd in de stand-by modus
heeft gestaan, selecteert u Beveiliging > Telefoon en SIM-kaart. Vervolgens bladert u naar Per. autom. blokk. ttsnb.
en selecteert u Wijzigen > Door gebr. gedef. en de
gewenste tijd.
Om in te stellen of het toetsenbord moet worden vergrendeld
als u de telefoon dichtschuift, selecteert u Actie voor
schuif > Toetsenblokk. activeren > Aan bij sluiten
schuif.
Als u het toetsenbord wilt ontgrendelen, schuift u het toestel
open of drukt u op de linkerselectietoets en selecteert u
binnen 1,5 seconden OK.
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk nog
wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Toegangscodes
Selecteer > Instellingen > Instellingen.
Als u wilt opgeven hoe de toegangscodes en
beveiligingsinstellingen in uw apparaat worden gebruikt,
selecteert u Algemeen > Beveiliging > Telefoon en SIM-kaart en een van de volgende opties:
● Met de PIN- of UPIN-code die bij de SIM- of USIM-kaart
wordt geleverd, wordt de kaart beveiligd tegen
ongeoorloofd gebruik.
● De PIN2-code (UPIN2), die bij sommige SIM-kaarten (USIM)
wordt geleverd, is vereist voor het gebruik van bepaalde
diensten.
● PUK (UPUK)- en PUK2 (UPUK2)-codes worden bij de SIM
(USIM)-kaart geleverd. Als u drie keer achter elkaar de
verkeerde PIN-code hebt ingevoerd, wordt u om de PUKcode gevraagd. Neem contact op met uw serviceprovider
als de codes niet beschikbaar zijn.
● Met de beveiligingscode wordt de telefoon beveiligd
tegen ongeoorloofd gebruik. U kunt de code maken en
wijzigen, en de telefoon zo instellen dat de code wordt
opgevraagd. Houd de code geheim en bewaar deze op een
veilige plaats (niet bij de telefoon). Als u de code bent
vergeten en het apparaat is geblokkeerd, is extra service
nodig. Mogelijk worden extra kosten in rekening gebracht
en worden alle persoonlijke gegevens van het apparaat
verwijderd. Neem voor meer informatie contact op met
een Nokia Care-locatie of de leverancier van uw apparaat.
● Het blokkeerwachtwoord is vereist als u Oproepen
blokkeren gebruikt om oproepen van en naar de telefoon
te beperken (netwerkdienst).
Extern blokkeren
U kunt uw apparaat vanaf een ander apparaat vergrendelen
met behulp van een SMS-bericht (van 5-20 tekens lang). Als u
uw apparaat zodanig wilt instellen dat u het van afstand kunt
blokkeren en het te gebruiken blokkeringsbericht wilt
opgeven, selecteert u
Algemeen > Beveiliging en Telefoon en SIM-kaart > Ext.
telef.vergrendeling. Voer de inhoud van het bericht in,
controleer deze en voer de blokkeringscode in.
Als u uw apparaat wilt blokkeren, stuurt u het
blokkeringsbericht als tekstbericht naar het nummer van uw
mobiele telefoon. Wilt u het apparaat ontgrendelen, dan
selecteert u Blok. oph. en voert u de blokkeringscode in.
> Instellingen > Instellingen >
Over Downloaden!
Selecteer > Download!.
Met Downloaden! kunt u inhoud, diensten en toepassingen
ontdekken, bekijken, kopen, downloaden en bijwerken. U
hebt gemakkelijker toegang tot spelletjes, beltonen,
achtergronden, toepassingen en nog veel meer. De items zijn
in catalogi en mappen van verschillende serviceproviders
Het apparaat
gecategoriseerd. Het is afhankelijk van de serviceprovider
welke inhoud beschikbaar is.
Downloaden! gebruikt uw netwerkdiensten om de meest
recente inhoud te openen. Neem voor informatie over
aanvullende items die via Downloaden! beschikbaar zijn
contact op met uw serviceprovider of de leverancier of
fabrikant van het item.
Downloaden! wordt continu bijgewerkt en u ontvangt de
meest recente inhoud die uw serviceprovider voor uw
apparaat heeft.
Voor sommige items moet u betalen, maar meestal kunt u
gratis een voorbeeld bekijken. Neem contact op met uw
serviceprovider of de provider van het item voor meer
informatie over de kosten.
Selecteer Opties > Inhoud vernieuwen om de inhoud van
Downloaden! handmatig bij te werken.
De dienst Download! wordt geleidelijk vervangen door de
dienst Ovi Store. Ovi Store vervangt ook Download! in het
hoofdmenu van het apparaat.
Een compatibele headset aansluiten
Sluit geen producten aan die een uitgangssignaal afgeven,
aangezien het apparaat dan beschadigd kan raken. Sluit geen
energiebron aan op de netstroomconnector van Nokia.
Als u externe apparaten of hoofdtelefoons op de
netstroomconnector van Nokia aansluit die niet door Nokia
zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat, moet u
extra letten op het geluidsniveau.
Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale Nokia-website
voor de meest recente gebruikersgidsen, aanvullende
informatie, downloads en services die te maken hebben met
uw Nokia-product.
Help van het apparaat
Uw apparaat bevat instructies voor de toepassingen op het
apparaat.
Als u help wilt openen vanuit het hoofdmenu, selecteert u
> Toepassngn > Help > Help en de toepassing
waarbij u hulp nodig hebt.
Als u vanuit een geopende toepassing de help voor de huidige
weergave wilt openen, selecteert u Opties > Help.
Als u tijdens het lezen de lettergrootte van de helptekst wilt
wijzigen, selecteert u Opties > Lettergrootte verkleinen
of Lettergrootte vergroten.
Aan het einde van de helptekst vindt u koppelingen naar
verwante onderwerpen. Als u een onderstreept woord
selecteert, wordt een korte uitleg weergegeven. In de help
worden de volgende symbolen gebruikt:
koppeling naar een verwant helponderwerp.
koppeling naar de toepassing die wordt besproken.
Tijdens het lezen van de instructies kunt u teruggaan naar de
toepassing die op de achtergrond is geopend door de
menutoets ingedrukt te houden en een item te selecteren in
de lijst geopende toepassingen.
Nokia kan software-updates uitbrengen die nieuwe en
verbeterde functies plus een verbeterde werking bieden. U
kunt deze updates aanvragen met de pc-toepassing Nokia
Software Updater. Er zijn mogelijk niet voor alle producten of
varianten software-updates beschikbaar. Mogelijk
ondersteunen niet alle operators de nieuwste
softwareversies die beschikbaar zijn.
Als u de software op het apparaat wilt bijwerken, hebt u de
toepassing Nokia Software Updater nodig en een
compatibele pc met Microsoft Windows XP of Vista,
breedband internettoegang en een compatibele datakabel
voor de verbinding tussen het apparaat en de pc.
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een
software-update kunt u het apparaat niet gebruiken, zelfs
niet om een alarmnummer te bellen, totdat de installatie
voltooid is en het apparaat opnieuw is ingeschakeld. Zorg
ervoor dat u een back-up maakt van de gegevens voordat u
de installatie van een update aanvaardt.
Als u meer informatie wilt of als u de toepassing Nokia
Software Updater wilt downloaden, gaat u naar
www.nokia.com/softwareupdate of de lokale Nokiawebsite.
Als uw netwerk het draadloos bijwerken van software
ondersteunt, kunt u mogelijk ook updates via het apparaat
aanvragen.
Nuttige informatie
Het apparaat controleert mogelijk periodiek of er nieuwe
software-updates beschikbaar zijn met Nokia Software
Checker. Selecteer
Tip: Voer op het startscherm *#0000# in als u wilt
weten welke softwareversie er op het apparaat is
geïnstalleerd.
> Instellingen > Sw-update.
Geheugen vrijmaken
Selecteer > Organiser > Best.beheer als u wilt zien
hoeveel geheugen beschikbaar is voor verschillende
gegevenstypen.
Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen om
gegevens op te slaan. U krijgt een melding als het
beschikbare geheugen bijna vol is.
Breng gegevens over naar een compatibele geheugenkaart
(indien beschikbaar) of naar een compatibele computer om
geheugen vrij te maken.
Gebruik Bestandsbeheer of ga naar de desbetreffende
toepassing om gegevens te verwijderen die u niet langer
nodig hebt. U kunt de volgende elementen verwijderen:
● E-mails in de mappen in Berichten en e-mails die uit de
mailbox zijn opgehaald
● Opgeslagen webpagina's
● Contactgegevens
● Agendanotities
● Toepassingen in Toepassingsbeheer die u niet nodig hebt
● Installatiebestanden (met de bestandsextensi .SIS of .SISX)
van toepassingen die u hebt geïnstalleerd. Breng de
installatiebestanden over naar een compatibele
computer.
● Afbeeldingen en videoclips in Foto's.
Levensduur van de batterij verlengen
Veel functies van het apparaat vergen extra batterijcapaciteit
en verkorten de levensduur van de batterij. Houd rekening
met het volgende als u de batterij wilt sparen:
● Als functies een Bluetooth-verbinding gebruiken of als
dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd
terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra
batterijcapaciteit. Deactiveer de Bluetooth-verbinding
wanneer u deze niet nodig hebt.
● Als functies een WLAN gebruiken of als dergelijke functies
op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere
functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit. Het
WLAN op het Nokia-apparaat wordt uitgeschakeld
wanneer u niet probeert om verbinding te maken, geen
verbinding hebt met een toegangspunt of niet aan het
zoeken bent naar beschikbare netwerken. Als u de batterij
wilt sparen, kunt u aangeven dat er niet of minder vaak
moet worden gezocht naar beschikbare netwerken op de
achtergrond.
● Als u Packet-ggvns > Automat. bij signaal hebt
geselecteerd in de verbindingsinstellingen en er geen
dekking voor een packet-gegevensverbinding (GPRS) is,
probeert het apparaat van tijd tot tijd een packet-
gegevensverbinding tot stand te brengen. Selecteer
Packet-ggvns > Wanneer nodig om de bedrijfsduur
van het apparaat te verlengen.
● Met de toepassing Kaarten worden nieuwe kaartgegevens
gedownload als u naar nieuwe gedeelten van de kaart
gaat. Dit vergt extra batterijcapaciteit. U kunt voorkomen
dat nieuwe kaarten automatisch worden gedownload.
● Als de signaalsterkte van het mobiele netwerk erg varieert
in uw gebied, moet het apparaat herhaaldelijk zoeken
naar het beschikbare netwerk. Dit vergt extra
batterijcapaciteit.
Selecteer
> Instellingen > Instellingen en
Telefoon > Netwerk.
Als de netwerkmodus is ingesteld op Dual mode in de
netwerkinstellingen, zoekt het apparaat naar het UMTSnetwerk. Als u het apparaat zodanig wilt instellen dat
alleen het GSM-netwerk wordt gebruikt, selecteert u
● De achtergrondverlichting van het scherm vergt extra
batterijcapaciteit. Bij de weergave-instellingen kunt u de
time-outperiode wijzigen waarna de
achtergrondverlichting wordt uitgeschakeld, en de
lichtsensor aanpassen waarmee de hoeveelheid licht
wordt gecontroleerd. Selecteer
> Instellingen >
Instellingen en Algemeen > Persoonlijk >
Weergave.
● Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd,
vergt dit extra batterijcapaciteit. Houd de menutoets
Nuttige informatie
ingedrukt en selecteer een toepassing om toegang te
krijgen tot de toepassingen die u niet gebruikt.
Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee
oproepen worden beperkt (zoals het blokkeren van
oproepen, gesloten gebruikersgroepen en vaste nummers),
kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde
alarmnummer kiezen. De functies voor het blokkeren en
doorschakelen van oproepen kunnen niet tegelijkertijd actief
zijn.
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk nog
wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Een oproep plaatsen
Als u een oproep wilt plaatsen, voert u het netnummer en
abonneenummer in en drukt u op de beltoets.
Tip: Voor internationale oproepen voert u het
plusteken (+) in dat de internationale toegangscode
vervangt, en voert u de landcode, het netnummer (laat
zo nodig de eerste 0 weg) en het abonneenummer in.
Als u de oproep wilt beëindigen of de kiespoging wilt
annuleren, drukt u op de eindetoets.
Als u een oproep wilt plaatsen aan een opgeslagen contact,
opent u op de contacten. Voer de eerste letters van de naam
in, ga naar de naam en druk op de beltoets.
Als u een oproep wilt plaatsen met behulp van het logboek,
drukt u op de beltoets om de 20 laatstgekozen nummers
weer te geven. Ga naar het gewenste nummer of de gewenste
naam en druk op de beltoets.
Als u het volume van een actieve oproep wilt aanpassen,
gebruikt u de volumetoetsen.
Als u van een spraakoproep wilt overschakelen naar een
video-oproep, selecteert u Opties > Naar video-oproep.
Het apparaat beëindigt de spraakoproep en plaatst een
video-oproep aan de andere partij.
Oproep in wachtstand
U kunt een oproep beantwoorden terwijl u een ander
telefoongesprek voert. Als u de wachtfunctie wilt inschakelen
(netwerkdienst), selecteert u
Instellingen en Telefoon > Oproep > Oproep in
wachtrij.
Druk op de beltoets als u de oproep in de wachtrij wilt
beantwoorden. De eerste oproep wordt in de wachtstand
geplaatst.
Selecteer Wisselen als u wilt schakelen tussen de twee
oproepen. Als u een inkomende oproep of een oproep in de
wachtrij wilt doorverbinden met een actieve oproep en uw
eigen verbinding met de oproepen wilt verbreken, selecteert
u Opties > Doorverbinden. Druk op de end-toets als u de
actieve oproep wilt beëindigen. Selecteer Opties > Alle
oproep. beëindigen als u beide oproepen wilt beëindigen.
Het apparaat ondersteunt uitgebreide spraakopdrachten.
Uitgebreide spraakopdrachten zijn niet afhankelijk van de
stem van de spreker. U hoeft dus niet op voorhand
spraaklabels op te nemen. Het apparaat maakt een
spraaklabel voor de contactgegevens en vergelijkt de
ingesproken spraaklabel daarmee. De spraakherkenning in
het apparaat past zich aan de stem van de hoofdgebruiker
aan, zodat de spraakopdrachten beter worden herkend.
Het spraaklabel voor een contactpersoon is de naam die voor
het contact wordt opgeslagen. Selecteer een contact en
Opties > Spraaklabelgegevens als u het samengestelde
spraaklabel wilt beluisteren. Ga naar een contactdetail en
selecteer Opties > Sprklabel afspelen.
Bellen via een spraaklabel
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan
moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens
een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat
u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
Wanneer u spraakgestuurd bellen gebruikt, wordt de
luidspreker gebruikt. Houd het apparaat op een korte afstand
van uw mond als u het spraaklabel inspreekt.
1. Als u spraakgestuurde nummerkeuze wilt starten in het
startscherm, houdt u de rechterselectietoets ingedrukt.
Als er een compatibele headset met headsettoets is
aangesloten, houdt u de headsettoets ingedrukt wanneer
u spraakgestuurd bellen wilt starten.
Oproepfuncties
2. U hoort een korte toon en de tekst Spreek nu wordt
weergegeven. Noem duidelijk de naam die u voor het
contact hebt opgeslagen.
3. Het apparaat speelt een synthesizer-spraaklabel af voor
de herkende contact en geeft de naam en het nummer
weer. Als u die contact niet wilt bellen, selecteert u binnen
2,5 seconde een andere contactpersoon in de lijst met
overeenkomende contactnamen. Als u de bewerking wilt
annuleren, selecteert u Stoppen.
Als er meerdere nummers zijn opgeslagen voor een naam,
selecteert het apparaat het standaardnummer, als dit is
gedefinieerd. Anders selecteert het apparaat het eerst
beschikbare nummer op een contactkaart. U kunt de naam
en het type telefoonnummer (bijvoorbeeld mobiel of thuis)
ook uitspreken.
Met de snelkeuzefunctie kunt u een nummer kiezen door een
cijfertoets ingedrukt te houden terwijl het startscherm in
beeld is.
Selecteer Aan om snelkeuze te activeren.
Als u een cijfertoets aan een telefoonnummer wilt toewijzen,
selecteert u
cijfertoets (2 - 9) op het scherm en selecteer Opties >Toewijzen. Selecteer het gewenste nummer uit de lijst met
contacten.
Als u het telefoonnummer dat aan een cijfertoets is
toegewezen wilt wissen, bladert u naar de snelkeuzetoets en
selecteert u Opties > Verwijderen.
Als u het telefoonnummer dat aan een cijfertoets is
toegewezen wilt wijzigen, bladert u naar de snelkeuzetoets
en selecteert u Opties > Wijzigen.
Voicemail
Selecteer > Instellingen > Opr.mailbox.
Wanneer u de toepassing Voicemail (netwerkdienst) voor het
eerst opent, wordt u gevraagd om het nummer van uw
voicemailbox in te voeren.
U kunt uw voicemailbox bellen door naar Voicemailbox te
navigeren en Opties > Voicemailbox bellen te selecteren.
Als u internetoproepen in uw apparaat hebt geconfigureerd,
en over een mailbox voor internetoproepen beschikt,
navigeert u naar de mailbox en selecteert u Opties > Mailb.internetopr. bellen om deze te bellen.
Als u vanaf het startscherm de mailbox wilt bellen, houdt u
1 ingedrukt of drukt u op 1 en vervolgens op de beltoets.
Selecteer de mailbox waarnaar u wilt bellen.
Als u het mailboxnummer wilt wijzigen, selecteert u de
mailbox en kiest u Opties > Nummer wijzigen.
Een conferentiegesprek voeren
1. Als u een oproep voor een conferentiegesprek wilt
plaatsen, voert u het nummer van een deelnemer in en
drukt u op de beltoets.
2. Als de deelnemer antwoordt, selecteert u Opties >
Nieuwe oproep.
3. Nadat u alle deelnemers hebt gebeld, selecteert u
Opties > Conferentie om de oproepen samen te voegen
tot een conferentiegesprek.
Als u de microfoon van het apparaat tijdens een oproep wilt
dempen, selecteert u Opties > Dempen.
Als u een deelnemer uit het conferentiegesprek wilt
verwijderen, selecteert u Opties > Conferentie >Deelnemer verwijderen en vervolgens de deelnemer.
Als u onderling met een deelnemer aan het
conferentiegesprek wilt overleggen, selecteert u Opties >
Conferentie > Privé en vervolgens de deelnemer.
Een oproep beantwoorden
Druk op de beltoets of open de schuif als u een oproep wilt
beantwoorden.
Als u het apparaat zo wilt instellen dat een oproep wordt
beantwoord wanneer u de schuif opent, selecteert u
Instellingen > Instellingen en Algemeen >
Schuifregelaar instellen.
Druk op de eindetoets om een oproep te weigeren.
U kunt de beltoon dempen in plaats van een oproep
beantwoorden door Stil te selecteren.
Als u een actieve oproep hebt en de wachtfunctie
(netwerkdienst) is ingeschakeld, drukt u op de beltoets om
een nieuwe inkomende oproep te beantwoorden. Het eerste
gesprek wordt dan in de wacht gezet. Druk op de eindetoets
om de actieve oproep te beëindigen.
Oproep- en gegevensregisters
Selecteer > Logboek.
U kunt recent gemiste, ontvangen en zelf gemaakte
oproepen bekijken door Recente opr. te selecteren.
Tip: Druk op de beltoets om de gekozen nummers te
bekijken vanaf het startscherm.
U kunt de geschatte duur van oproepen naar en van het
apparaat bekijken door Duur oproep te selecteren.
U kunt de hoeveelheid gegevens die is overgebracht tijdens
packet-gegevensverbindingen bekijken door Packet-ggvns
te selecteren.
Video-oproepen
Een video-oproep plaatsen
Als u een video-oproep wilt plaatsen, voert u het
telefoonnummer in of selecteert u de ontvanger van de
video-oproep in de lijst met contacten. Selecteer vervolgens
Opties > Bellen > Video-oproep. Als de video-oproep
begint, wordt de camera geactiveerd Is de camera reeds in
gebruik, dan wordt het verzenden van videobeelden
uitgeschakeld. Als de ontvanger van de oproep geen
videobeelden terug wil zenden, wordt in plaats daarvan een
afbeelding weergegeven. U kunt de afbeelding die vanaf uw
apparaat wordt verzonden in plaats van videobeelden
definiëren door
> Instellingen > Instellingen en
Oproepfuncties
Telefoon > Oproep > Afbeeld. in video-oproep te
selecteren.
U kunt het verzenden van audio, video of zowel video als
audio uitschakelen door Opties > Uitschakelen > Audioverzenden, Video verzenden of Audio & video vrzndn te
selecteren.
Als u het volume van een actieve video-oproep wilt
aanpassen, gebruikt u de volumetoetsen.
Selecteer Opties > Luidspreker inschakelen als u de
luidspreker wilt gebruiken. U kunt de luidspreker
uitschakelen en het oorstukje gebruiken door Opties >Telefoon inschakelen te selecteren.
Als u de plaats van de beelden wilt omwisselen, selecteert u
Opties > Afbeeldingen wisselen.
Selecteer Opties > Zoomen en blader op en neer om in te
zoomen op de afbeelding op het scherm.
U kunt de video-oproep beëindigen en een nieuwe
spraakoproep maken met dezelfde geadresseerde door
Opties > Naar spraakoproep te selecteren.
Een video-oproep beantwoorden of
weigeren
Wanneer er een video-oproep binnenkomt, wordt
weergegeven.
Druk op de beltoets als u de video-oproep wilt
beantwoorden. Verzenden videobericht naar beller
toestaan? wordt weergegeven. Selecteer Ja als u wilt
beginnen met het verzenden van live videobeelden.
Als u de video-oproep niet activeert, hoort u alleen maar het
geluid van de beller. In plaats van een videobeeld wordt een
grijs scherm weergegeven. Als u in plaats van het grijze
scherm een foto wilt weergeven die u met de camera van het
apparaat hebt gemaakt, selecteert u
Instellingen en Telefoon > Oproep > Afbeeld. in videooproep.
Druk op de end-toets als u het videogesprek wilt beëindigen.
> Instellingen >
Oproepinstellingen
Oproepinstellingen
Selecteer > Instellingen > Instellingen en
Telefoon > Oproep.
tonen aan de persoon naar wie u een internetoproep
plaatst.
● Oproep in wachtrij — Het apparaat zodanig instellen dat
u een melding krijgt van inkomende oproepen als er een
andere oproep actief is (netwerkdienst).
● Wachtende internetopr. — Het apparaat zodanig
instellen dat u een melding krijgt van nieuwe inkomende
internetoproepen als er een andere oproep actief is.
● Melding internetoproep — Selecteer Aan om het
apparaat zodanig in te stellen dat u een waarschuwing
krijgt als er een internetoproep binnenkomt. Als u Uit
selecteert, ontvangt u alleen een melding als u een oproep
gemist hebt.
● Oproep weig. met bericht — Een oproep weigeren en
een SMS naar de beller verzenden.
● Berichttekst — De standaardtekst invoeren voor de SMS
die wordt verzonden als u een oproep weigert.
● Eigen video in ontv. oprp. — Het verzenden van video
tijdens een video-oproep vanaf het apparaat toestaan of
weigeren.
● Afbeeld. in video-oproep — Een afbeelding weergeven
als er geen video wordt verzonden tijdens een videooproep.
● Automatisch herkiezen — Het apparaat zodanig
instellen dat er maximaal tien keer geprobeerd wordt de
verbinding tot stand te brengen. Druk op de
beëindigingstoets als u het automatisch opnieuw bellen
wilt uitschakelen.
● Gespreksduur tonen — De tijdsduur van een oproep
tijdens de oproep weergeven.
● Samenvatting na oproep — De tijdsduur van een oproep
na afloop van de oproep weergeven.
● Snelkeuze — Snelkeuze activeren.
● Aannemen willek. toets — Opnemen met een
willekeurige toets activeren.
Oproepen omleiden
Selecteer > Instellingen > Instellingen en
Telefoon > Doorschakelen.
U kunt inkomende oproepen doorschakelen naar uw
voicemailbox of naar een ander telefoonnummer. Neem voor
meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Selecteer het type oproepen dat u wilt doorschakelen en
maak een keuze uit de volgende opties:
● Alle spraakoproepen, Alle gegevens- en video-
oproepen, of Alle faxoproepen — Alle inkomende
spraak-, data-, video- en faxoproepen doorschakelen. U
kunt deze oproepen niet beantwoorden, alleen
doorschakelen naar een ander nummer.
● Indien bezet — Inkomende oproepen doorschakelen
tijdens een actieve oproep.
● Als niet aangenomen — Inkomende oproepen
doorschakelen nadat uw apparaat een bepaalde tijd is
overgegaan. Selecteer hoe lang het apparaat moet
overgaan voordat de oproep wordt doorgeschakeld.
● Indien buiten bereik — Oproepen doorschakelen als het
apparaat is uitgeschakeld of geen netwerkbereik heeft.
● Indien niet beschikbaar — Oproepen doorschakelen
tijdens een actieve oproep, als de oproep niet wordt
beantwoord, als het apparaat is uitgeschakeld of als er
geen netwerkbereik is.
Als u oproepen wilt doorschakelen naar uw voicemailbox,
selecteert u een type oproep, een optie voor doorschakelen
en vervolgens Opties > Activeren > Naar voicemailbox.
Als u oproepen wilt doorschakelen naar een ander
telefoonnummer, selecteert u een type oproep, een optie
voor doorschakelen en vervolgens Opties > Activeren >
Naar ander nummer. Voer het nummer in of selecteer
Oproepfuncties
Zoeken om een nummer op te halen dat is opgeslagen in
Contacten.
Als u de huidige doorschakelstatus wilt bekijken, gaat u naar
de optie doorschakelen en selecteert u Opties > Controleerstatus.
Als u niet langer wilt dat oproepen worden doorgeschakeld,
navigeert u naar de optie doorschakelen en selecteert u
Opties > Uitschakelen.
Oproepen blokkeren
Selecteer > Instellingen > Instellingen en
Telefoon > Oproepen blokk..
U kunt de oproepen die met het apparaat kunnen worden
gemaakt of ontvangen blokkeren (netwerkdienst). Als u de
instellingen wilt wijzigen, hebt u het
blokkeringswachtwoord van uw serviceprovider nodig.
Oproepblokkering is van invloed op alle typen oproepen.
Om oproepen te blokkeren, kunt u de volgende opties
selecteren:
● Uitgaande oproepen — Spraakoproepen met het
apparaat voorkomen.
● Inkomende oproepen — Inkomende oproepen
voorkomen.
● Internationale oproepen — Oproepen naar het
buitenland blokkeren.
● Inkomende oproepen bij roaming — Oproepen
blokkeren wanneer u zich in het buitenland bevindt.
● Internationaal behalve naar eigen land — Oproepen
naar het buitenland blokkeren maar oproepen naar uw
eigen land toestaan.
Als u de status van de oproepblokkering wilt controleren,
selecteert u de blokkeeroptie en kiest u vervolgens Opties >Status controleren.
Als u alle blokkeringen van spraakoproepen wilt deactiveren,
selecteert u een blokkeringsoptie en Opties > Alle blokk.uitschakelen.
Als u het wachtwoord voor het blokkeren van spraak-, fax- en
gegevensoproepen wilt wijzigen, selecteert u Opties >Blokk. wachtwrd. wzgn. Voer de huidige code in en
vervolgens tweemaal de nieuwe code. Het
blokkeringswachtwoord moet vier cijfers lang zijn. Neem
voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Netwerkinstellingen
Selecteer > Instellingen > Instellingen en
Telefoon > Netwerk.
Selecteer Netwerkmodus en Dual mode, UMTS of GSM om
de netwerkmodus te selecteren. In de Dual mode schakelt het
apparaat automatisch over tussen netwerken.
Tip: Als u UMTS selecteert, verloopt de
gegevensoverdracht sneller, maar gaat dit wel ten
koste van extra batterijcapaciteit, zodat batterij
minder lang meegaat. Als u in een gebied met GSM- en
UMTS-netwerken Dual mode selecteert, kan het
gebeuren dat voortdurend tussen beide netwerken
wordt gewisseld, wat ook ten koste van de
batterijcapaciteit gaat.
Selecteer Operatorselectie als u de operator wilt selecteren
en Handmatig om te kiezen uit beschikbare netwerken of
Automatisch om handmatig het apparaat in te stellen voor
het automatisch selecteren van het netwerk.
Als u het apparaat zodanig wilt instellen dat wordt
aangegeven wanneer het wordt gebruikt in een MCN (Micro
Cellular Network), selecteert u Weergave info dienst >
Aan.
Video delen
Vereisten voor het delen van video
Voor het delen van video is een UMTS-verbinding vereist.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer
informatie over de dienst, de beschikbaarheid van het UMTSnetwerk en de kosten die aan het gebruik van deze dienst
zijn verbonden.
Als u video wilt delen, moet u het volgende doen:
● Controleer of het apparaat is ingesteld voor verbindingen
van persoon tot persoon.
● Zorg ervoor dat u een actieve UMTS-verbinding hebt en dat
u zich binnen het dekkingsgebied van het UMTS-netwerk
bevindt. Als u tijdens het delen van video het
dekkingsgebied van het UMTS-netwerk verlaat, wordt het
delen van video gestopt, maar blijft de spraakoproep
actief.