CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION Ltd verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product
NHL-10 conform is aan de bepalingen van
de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG. Een kopie van de
conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/
Java™ and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun
Microsystems, Inc.
GEBRUIK VAN DIT PRODUCT OP ENIGE WIJZE DAT OVEREENSTEMT MET DE VISUELE NORM MPEG-4 IS
VERBODEN, BEHALVE VOOR GEBRUIK DAT RECHTSTREEKS BETREKKING HEEFT OP (A) GEGEVENS OF
INFORMATIE (i) GEGENEREERD DOOR EN KOSTENLOOS VERKREGEN VAN EEN KLANT BUITEN HET KADER
VAN ENIGE BEDRIJFSACTIVITEIT, EN (ii) UITSLUITEND BESTEMD VOOR PERSOONLIJK GEBRUIK; EN (B)
ANDER GEBRUIK DAT SPECIFIEK EN AFZONDERLIJK ONDER LICENTIE IS TOEGESTAAN DOOR MPEG LA,
L.L.C
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder
voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit
document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere,
incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het
toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid,
betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede
begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid
voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving
dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de
dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
Help ............................................................................................................................................................... 21
Foto’s maken ...........................................................................................................................................54
Tekst intoetsen ...........................................................................................................................................75
Werken met gewone tekstinvoer....................................................................................................... 75
Werken met tekstinvoer met woordenlijst ..................................................................................... 77
Tekst kopiëren ......................................................................................................................................... 80
Datum en tijd ....................................................................................................................................... 124
Gebruik de telefoon alleen zoals het is bedoeld. Raak de antenne niet onnodig
aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Laat alleen bevoegd personeel het apparaat installeren of repareren.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen
imcompatibele producten op elkaar aan.
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Vergeet niet om een back-up te maken van alle belangrijke gegevens.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, moet u de
gebruikershandleiding van dat apparaat lezen voor gedetailleerde
veiligheidsinstructies. Sluit geen ongeschikte producten aan.
BELLEN
Controleer of de telefoon is ingeschakeld. Toets het net- en abonneenummer in
en druk op . Als u een gesprek wilt beëindigen, drukt u op . Als u een oproep
wilt beantwoorden, drukt u op .
Controleer of de telefoon is ingeschakeld. Druk zo vaak als nodig is op om het
scherm leeg te maken (bijvoorbeeld om een gesprek te beëindigen, een menu af
te sluiten, enzovoort). Toets het alarmnummer in en druk op . Geef op waar u
zich bevindt. Beëindig het gesprek niet voordat u daarvoor toestemming hebt
gekregen.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat, aan alle regelgeving en eerbiedig de
privacy en legitieme rechten van anderen.
■ Netwerkdiensten
De draadloze telefoon zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd voor gebruik op
het EGSM 900 en GSM 1800- en 1900-netwerk.
Sommige functies die in deze handleiding worden beschreven zijn netwerkdiensten. Dit zijn
speciale diensten waarop u zich via uw netwerkexploitant kunt abonneren. U kunt pas
gebruik maken van deze diensten nadat u zich via de exploitant van uw thuisnet op de
gewenste diensten hebt geabonneerd en u de gebruiksinstructies hebt ontvangen.
Deze telefoon ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken op basis van TCP/
IP-protocollen. Voor sommige functies van deze telefoon, zoals MMS, browsen, e-mail,
SyncML en het downloaden van inhoud via een browser of MMS, is netwerkondersteuning
voor deze technologieën vereist.
Opmerking: Het is mogelijk dat sommige netwerken geen ondersteuning bieden
voor bepaalde taalafhankelijke tekens en/of diensten.
WAARSCHUWING! Gebruik alleen batterijen, laders en accessoires die door de
fabrikant van de telefoon zijn goedgekeurd voor gebruik met dit type telefoon. Het gebruik
van andere types kan de goedkeuring en garantie doen vervallen en kan bovendien gevaarlijk
zijn.
Opmerking: Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een oplader. Deze
apparatuur is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen ACP-12 en LCH-12.
Vraag uw leverancier naar de beschikbare goedgekeurde accessoires.
Als u de stekker van een accessoire uit het stopcontact verwijdert, moet u aan de stekker
Uw Nokia 6600 is uitgerust met verschillende handige functies, zoals Camera,
Videorecorder, Berichten, E-mail, Klok, Portefeuille, Rekenmachine en Agenda.
WAARSCHUWING! Voor alle functionaliteiten, behalve het alarm, geldt dat de
telefoon ingeschakeld moet zijn om deze functionaliteiten te kunnen gebruiken. Zet het
toestel niet aan, wanneer het gebruik van de mobiele telefoon storing of gevaar kan
opleveren.
De stickers in het pakket
• De stickers op de garantiekaart in het pakket bevatten belangrijke informatie
voor service en klantenondersteuning. Het pakket bevat tevens instructies over
het gebruik van deze stickers.
■ Standby-modus
De volgende symbolen worden weergegeven als de
telefoon gebruiksklaar is en er geen tekens zijn
ingetoetst. Dit is de ‘standby-modus’.
A Toont de signaalsterkte van het mobiele netwerk op
de huidige locatie. Hoe hoger de balk, des te sterker
het signaal. Het antennesymbool wordt vervangen
door het GPRS-symbool als GPRS-verbinding is
ingesteld op Autom. bij signaal en er een verbinding
beschikbaar is op het netwerk of in de huidige cel. Zie ‘Pakketdata (General Packet
Radio Service, GPRS)’ op pag 117. Zie ‘GPRS’ op pag 123.
B Toont een analoge of digitale klok. Zie ‘Datum en tijd’ op pag 124.
C Geeft aan in welk mobiel netwerk de telefoon momenteel wordt gebruikt.
D Toont de batterijcapaciteit. Hoe hoger de balk, des te hoger de
batterijcapaciteit.
E Navigatiebalk: toont het actieve profiel. Als het geselecteerde profiel Algemeen
is, verschijnt de huidige datum in plaats van de profielnaam. Zie ‘Navigatiebalk -
horizontaal navigeren’ op pag 21.
F Toont de huidige snelkoppelingen die aan de selectietoetsen en zijn
toegewezen.
G Achtergrondafbeelding: u kunt een willekeurige afbeelding selecteren voor
gebruik als achtergrond in de standby-modus. Zie ‘Thema’s’ op pag 140.
Opmerking: uw telefoon heeft een screensaver. De display wordt
leeggemaakt en de screensaver verschijnt als de telefoon een minuut niet is
gebruikt. Druk op een toets om de screensaver te deactiveren. Zie ‘Thema’s’ op
pag 140.
Symbolen die acties aangeven
Als de telefoon in standby-modus staat, kunnen een of meer van de volgende
symbolen worden weergegeven:
- geeft aan dat u nieuwe berichten hebt ontvangen in de Inbox. Als het
symbool knippert, is er onvoldoende geheugen en moet u gegevens verwijderen.
Zie ‘Geheugen vol’ op pag 191.
- geeft aan dat u nieuwe e-mail hebt ontvangen.
- geeft aan dat u een of meer voicemails hebt ontvangen. Zie ‘Uw
voicemailbox bellen’ op pag 28.
- geeft aan dat de Outbox berichten bevat die nog niet zijn verzonden. Zie
‘Berichten - Algemene informatie’ op pag 73.
- wordt weergegeven wanneer Beltoontype is ingesteld op Stil,
Berichtensignaaltoon op Uit en Sign. chat-bericht op Uit in het actieve profiel.
- geeft aan dat het toetsenblok is geblokkeerd. Zie ‘Aan de slag’.
- geeft aan dat er een alarm actief is.
- geeft aan dat Bluetooth actief is. Bij datatransmissie via Bluetooth wordt
weergegeven.
- geeft aan dat alle oproepen worden doorgeschakeld.
- geeft aan dat alle oproepen worden doorgeschakeld naar een
voicemailbox. Zie ‘Instellingen voor het doorschakelen van oproepen’ op pag 32.
Als u twee telefoonlijnen hebt, is het doorschakelsymbool voor de eerste lijn
en voor de tweede. Zie ‘Lijn in gebruik (netwerkdienst)’ op pag 115.
- geeft aan dat u alleen kunt bellen via telefoonlijn 2 (netwerkdienst). Zie ‘Lijn
• Als een toepassing een dataverbinding tot stand brengt, knippert een van de
volgende symbolen in de standby-modus.
• Als het symbool continu wordt weergegeven, is de verbinding actief.
voor een dataoproep, voor een dataoproep met hoge snelheid,
Het GPRS-symbool verschijnt in plaats van het antennesymbool wanneer er
een actieve GPRS-verbinding is. verschijnt wanneer er meerdere GPRSverbindingen zijn, en wanneer de GPRS-verbinding in de wacht staat tijdens
spraakoproepen.
voor een faxoproep,
voor een Bluetooth-verbinding en
voor een infraroodverbinding.
■ Menu
• Druk op (Menu) om het hoofdmenu te weer te geven. Via dit menu
kunt u alle toepassingen openen.
Opties in het menu: Openen, Lijstweergave / Roosterweergave,
Verplaatsen, Verplaats naar map, Nieuwe map, App. downloads, Gegevens
geheugen, Help en Afsluiten.
, naar links en naar rechts
(weergegeven door de blauwe pijlen 1 t/m 4) om in
het menu te navigeren.
Toepassingen of mappen openen
• Ga naar een toepassing of een map en druk op het
midden van de navigatietoets (weergegeven
met blauwe pijl 5) om deze te openen.
Toepassingen sluiten
• Druk herhaaldelijk op Terug of Afsluiten totdat u in de standby-modus komt of
kies Opties→ Afsluiten.
Als u ingedrukt houdt, keert u terug naar de standby-modus en blijft de
toepassing op de achtergrond geopend.
Opmerking: als u op drukt, wordt een gesprek altijd beëindigd, ook als
een andere toepassing actief is en wordt weergegeven.
Wanneer u de telefoon uit zet door middel van de Aan/uit-toets, worden nietopgeslagen gegevens opgeslagen en geopende toepassingen afgesloten. Dit
proces kan enige tijd in beslag nemen.
U kunt de menusymbolen naar eigen voorkeur herschikken. Weinig gebruikte
toepassingen kunt u in mappen zetten en veelgebruikte toepassingen kunt u van
een map naar het hoofdmenu verplaatsen. U kunt ook nieuwe mappen maken.
1. Ga naar het item dat u wilt verplaatsen en selecteer Opties→ Verplaatsen. Er
verschijnt een vinkje naast de toepassing.
2. Verplaats de selectie naar de gewenste locatie en druk op OK.
Schakelen tussen toepassingen
Houd (Menu) ingedrukt, als er meerdere
toepassingen geopend zijn en u van de ene naar de
andere wilt schakelen. Er wordt een lijst weergegeven
met geopende toepassingen. Ga naar een toepassing
en druk op om deze te openen.
Opmerking: als er onvoldoende geheugen is,
kan het zijn dat toepassingen automatisch worden
gesloten. Voordat een toepassing wordt gesloten,
worden niet-opgeslagen gegevens opgeslagen.
■ Optielijstjes
Opties: Hierin vindt u de opdrachten die in verschillende weergaven en
situaties beschikbaar zijn.
Opmerking: welke opdrachten beschikbaar zijn, verschilt per weergave.
Uw Nokia beschikt over een Help-functie die vanuit elke toepassing met
Opties te benaderen is met de -toets.
U kunt de Help-functie ook openen vanuit het hoofdmenu.
■ Navigatiebalk - horizontaal navigeren
De navigatiebalk bevat de volgende elementen:
• pijltjes of tabs die aangeven of er meer weergaven,
mappen of bestanden zijn waar u naartoe kunt
gaan.
• bewerkingssymbolen. Zie ‘Tekst intoetsen’ op pag 75.
• overige informatie. Zo betekent 2/14 dat de huidige foto de tweede is van 14
foto's in de map. Druk op om de volgende foto te bekijken.
■ Acties voor alle toepassingen
• Items openen en bekijken - in een lijst met bestanden of mappen kunt u een
item openen door erheen te gaan en op te drukken, of door Opties→
Openen te selecteren.
• Items bewerken - als u een item wilt bewerken, moet u het item soms eerst
weergeven en vervolgens Opties→ Bewerken selecteren om de inhoud te
kunnen wijzigen. Gebruik de navigatietoets om door alle velden van het item te
bladeren.
• De naam van items wijzigen - als u een bestand of een map een nieuwe naam
wilt geven, gaat u erheen en selecteert u Opties→ Naam wijzigen.
• Items verwijderen - ga naar het item en selecteer Opties→ Verwijderen of
druk op . Als u meerdere items tegelijk wilt verwijderen, moet u deze eerst
markeren. Zie de volgende alinea: ‘Een item markeren’.
• Een item markeren - u kunt items in een lijst op diverse manieren markeren.
• Als u één item tegelijk wilt selecteren, gaat u ernaartoe en selecteert u
Opties→ Markeringen aan/uit→ Markeren of drukt u tegelijk op en
. Er verschijnt een vinkje naast het item.
• Als u alle items in de lijst wilt selecteren, kiest u Opties→ Markeringen aan/
uit→ Alle markeren.
• Meerdere items markeren - houd ingedruk en beweeg de
navigatietoets omlaag of omhoog. Zolang u door de lijst bladert, verschijnt
naast alle items in het selectiekader een vinkje. Als u de selectie wilt
beëindigen, stopt u met bladeren en laat u los.
Na het markeren van de gewenste items kunt u deze verplaatsen of
verwijderen via Opties→Verplaats naar map of Verwijderen.
• Als u de markering van een item wilt opheffen, gaat u ernaartoe en selecteert u
Opties→ Markeringen aan/uit→ Markering opheffen of drukt u tegelijk op
en .
• Mappen maken - als u een nieuwe map wilt maken, selecteert u Opties→
Nieuwe map. U moet een naam voor de map opgeven (max. 35 letters).
• Items naar een map verplaatsen - als u items naar een map wilt verplaatsen,
selecteert u Opties→ Verplaats naar map (niet beschikbaar als er geen mappen
zijn). Als u Verplaats naar map kiest, verschijnt er een lijst met beschikbare
mappen. Ook kunt u het hoofdniveau van de toepassing zien (om een item uit
een map te verplaatsen). Selecteer de locatie waarheen u het item wilt
verplaatsen en druk op OK.
• Items verzenden - als u items naar compatibele apparaten wilt verzenden,
bladert u naar het item dat u wilt verzenden en selecteert u Opties→ Zenden.
Selecteer de gewenste methode. Beschikbare opties zijn Via multimedia, Via
Bluetooth, Via infrarood en Via
e-mail.
• Als u Via e-mail of Via multimedia kiest, wordt er een editor geopend. Druk
op om de ontvanger(s) te selecteren in de map Contacten of typ het
telefoonnummer of e-mailadres van de ontvanger in het veld Naar:. Voeg
tekst of geluid toe en kies Opties→ Zenden. Zie ‘Nieuwe berichten maken en
verzenden’ op pag 81.
• Via infrarood. Zie ‘Gegevens verzenden en ontvangen via infrarood’ op
pag 183.
• Via Bluetooth. Zie ‘Gegevens verzenden via Bluetooth’ op pag 177.
■ Volumeregeling
• Het geluidsvolume van de telefoon regelt u door op (harder) of
(zachter) te drukken.
De telefoon heeft een luidspreker voor handsfree bellen. Deze luidspreker maakt
het mogelijk vanaf een korte afstand te spreken en luisteren zonder dat u de
telefoon bij uw oor hoeft te houden. U kunt de luidspreker gebruiken voor
gesprekken, geluids- en videotoepassingen en multimediaberichten. Bij geluidsen videoberichten wordt standaard de luidspreker gebruikt. Dankzij de luidspreker
kunt u tijdens een gesprek gemakkelijker andere toepassingen gebruiken.
De luidspreker activeren
Als u tijdens een actieve oproep de luidspreker wilt gebruiken,
selecteert u Opties→ Luidspreker insch.. U hoort een toon,
verschijnt op de navigatiebalk en het volumesymbool verandert.
Opmerking: als er een hoofdtelefoon is aangesloten, kunt u de luidspreker
niet activeren.
Belangrijk: Houd de telefoon niet dicht bij uw oor wanneer u de luidspreker
hebt ingeschakeld. Mogelijk is het geluidsvolume erg hoog.
U moet de luidspreker voor elk gesprek opnieuw activeren. Voor
geluidstoepassingen zoals Opname-eenheid wordt de luidspreker standaard
gebruikt.
• Selecteer tijdens een actieve oproep Opties→ Telefoon insch..
Hoofdtelefoon
Als u het volume wilt aanpassen als er een hoofdtelefoon is aangesloten, drukt u
op of , of gebruikt u de toetsen op de hoofdtelefoon (indien beschikbaar).
■ Toetsblokkering
Toetsblokkering wordt gebruikt om te voorkomen dat toetsen per ongeluk worden
ingedrukt.
Druk in de standby-modus op en vervolgens op . Wanneer de toetsen
vergrendeld zijn, verschijnt op de display. Druk op en vervolgens op
om de toetsen te ontgrendelen.
Als de toetsblokkering is ingeschakeld en u wilt een oproep beantwoorden, drukt u
op . Tijdens een gesprek kunt u de telefoon gewoon gebruiken.
Opmerking: Wanneer de telefoon is vergrendeld, kunt u soms nog wel het
alarmnummer kiezen dat is geprogrammeerd in het geheugen van uw telefoon (bijvoorbeeld
112 of een ander officieel alarmnummer). Toets het alarmnummer in en druk op . Het
nummer wordt pas weergegeven nadat u het laatste cijfer hebt ingetoetst.
■ Gedeeld geheugen
De volgende functies in de telefoon maken gebruik van het gedeeld geheugen: contacten,
tekst- of SMS-berichten, multimediaberichten, afbeeldingen en beltonen, Videorecorder,
RealOne Player™, agenda en actiepunten en gedownloade toepassingen. Wanneer u een van
deze functies gebruikt, is er minder geheugen voor de andere functies. Dit geldt met name
als u een van deze functies intensief gebruikt. Als u bijvoorbeeld veel afbeeldingen opslaat,
kan dit al het geheugen in de telefoon in beslag nemen en wordt een bericht weergegeven
dat het geheugen vol is. In dat geval verwijdert u een aantal items uit het gedeeld geheugen
om plaats vrij te maken.
1. Typ het telefoonnummer, inclusief netnummer, in
de standby-modus. Druk op of om de
cursor te verplaatsen. Druk op om een nummer
te verwijderen.
• Voor internationale gesprekken drukt u
tweemaal op voor het internationale prefix
(het teken + duidt de internationale
toegangscode aan) en kiest u vervolgens het
landnummer, het netnummer zonder 0 en het
abonneenummer.
Opmerking: oproepen die hier internationaal worden genoemd,
kunnen soms ook plaatsvinden tussen regio's binnen hetzelfde land.
2. Druk op om het nummer te bellen.
3. Druk op om het gesprek te beëindigen (of de oproep te annuleren).
Opmerking: als u op drukt, wordt een gesprek altijd beëindigd, ook als
een andere toepassing actief is en wordt weergegeven.
U kunt ook bellen via een spraaklabel, zodat u niet naar de display hoeft te kijken
en het nummer hoeft in te toetsen. Zie ‘Voicedialling’ op pag 41.
1. U opent de map Contacten door op te drukken in de standby-modus of
door naar Menu→ Contacten te gaan.
2. Blader naar de gewenste naam of typ de eerste letters van een naam om een
contactpersoon te zoeken. Het zoekveld verschijnt en de gevonden namen
worden getoond.
3. Druk op om het nummer te kiezen.
Als de persoon meerdere telefoonnummers heeft, gaat u naar het gewenste
nummer en drukt u op om het te kiezen.
Uw voicemailbox bellen
De voicemailbox (netwerkdienst) werkt als een antwoordapparaat waar bellers
een bericht kunnen achterlaten als u niet bereikbaar bent.
• Druk op en in de standby-modus om uw voicemailbox te bellen.
• Als het nummer van uw voicemailbox wordt gevraagd, toetst u dit in en drukt u
op OK. Dit nummer wordt verstrekt door de aanbieder van de dienst.
Zie ‘Instellingen voor het doorschakelen van oproepen’ op pag 32.
Elke telefoonlijn kan een apart voicemailboxnummer hebben. Zie ‘Lijn in gebruik
Als u het nummer van uw voicemailbox wilt wijzigen, gaat u naar Menu→
Instrum.→ Voicemailbox en selecteert u Opties→ Nummer wijzigen. Toets het
nummer in (dit krijgt u van de aanbieder) en druk op OK.
Een telefoonnummer bellen met een snelkeuzetoets
U geeft het snelkeuzerooster weer door naar Menu→ Instrum.→ Snelkeuze
te gaan.
1. Wijs een telefoonnummer toe aan een van de snelkeuzetoetsen ( - ).
Zie ‘Snelkeuzetoetsen toewijzen’ op pag 44.
2. Zo belt u het nummer: druk in de standby-modus op de desbetreffende
snelkeuzetoets en druk op . Als de functie Snelkeuze is ingeschakeld (Aan),
moet u de desbetreffende snelkeuzetoets ingedrukt houden, totdat het
nummer wordt gekozen.
Aan conferentiegesprekken kunt u met maximaal zes
personen (inclusief uzelf) deelnemen. Dit is een
netwerkdienst.
1. Bel de eerste deelnemer.
2. Als u de volgende deelnemer wilt bellen, kiest u
Opties→Nieuwe oproep. Toets het
telefoonnummer van de deelnemer in of zoek het
nummer op in het geheugen en druk op OK. Het
eerste gesprek wordt automatisch in de
wachtstand geplaatst.
3. Als de nieuwe oproep is beantwoord, kunt u de eerste deelnemer in het
conferentiegesprek opnemen. Selecteer Opties→ Conferentie.
4. Herhaal stap 2 om een volgende deelnemer aan het gesprek te laten
deelnemen en selecteer Opties→ Conferentie→ Toev. aan confer..
• Zo kunt u een privé-gesprek met een van de deelnemers voeren: Selecteer
Opties→ Conferentie→ Privé. Ga naar de gewenste deelnemer en druk op
Privé. Het conferentiegesprek wordt in de wachtstand geplaatst en de
andere deelnemers kunnen met elkaar doorpraten terwijl u een privégesprek voert met één deelnemer. Als u klaar bent met het privé-gesprek,
drukt u op Opties→ Conferentie om terug te gaan naar het
conferentiegesprek.