CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RH-70 conform is aan de bepalingen van de
volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG.
Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
De doorgekruiste container wil zeggen dat het product binnen de Europese gemeenschap voor gescheiden
afvalverzameling moet worden aangeboden aan het einde van de levenscyclus. Dit geldt voor het apparaat, maar
ook voor alle toebehoren die van dit symbool zijn voorzien. Bied deze producten niet aan bij het gewone huisvuil.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande
geschreven toestemming van Nokia is verboden.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright (C) 1997-2005. Tegic Communications, Inc. All rights
reserved.
Nokia, Nokia Connecting People en Xpress-on zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere
producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving
wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of
indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen
enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet,
daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald
doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
DIT APPARAAT BEVAT MOGELIJK ONDERDELEN, TECHNOLOGIE OF SOFTWARE DIE ONDERHEVIG ZIJN AA N WET - EN REGE LGEV ING
BETREFFENDE EXPORT VAN DE V.S. EN ANDERE LANDEN. OMLEIDING IN STRIJD MET DE WETGEVING IS VERBODEN.
9240166/Versie 3
Inhoud
Voor uw veiligheid................................................................................................................................ 6
1. Aan de slag ..................................................................................................................................... 10
Voordat u begint.................................................................................................................................................................................. 10
De SIM-kaart en batterij plaatsen.................................................................................................................................................. 10
De batterij opladen ............................................................................................................................................................................. 11
De telefoon in- en uitschakelen...................................................................................................................................................... 12
Sneltoetsen in de standby-modus.................................................................................................................................................. 12
De toetsen blokkeren.......................................................................................................................................................................... 13
Bellen en een oproep beantwoorden............................................................................................................................................. 14
5. Informatie over de batterij............................................................................................................. 25
Opladen en ontladen .......................................................................................................................................................................... 25
Richtlijnen voor het controleren van de echtheid van Nokia-batterijen ............................................................................ 26
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige
gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou
kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze telefoons kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van de telefoon negatief
beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel de telefoon uit in de nabijheid van medische
apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in
vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik de telefoon niet in een benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandstof of
chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de telefoon niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de
antenne niet onnodig aan.
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende
apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoon ingeschakeld en operationeel is. Druk zo vaak als nodig is op de eindetoets om het
scherm leeg te maken en terug te keren naar het startscherm. Toets het alarmnummer in en druk op de beltoets.
Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
■ Informatie over het apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het EGSM 900- en
GSM 1800-netwerk. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme rechten van
anderen.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn
ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan
veroorzaken.
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten. Veel van de functies
van dit apparaat zijn afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten zijn
mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider
voordat u de netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw serviceprovider extra instructies voor het gebruik van
de diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van
netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde
taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat.
In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook speciaal
geconfigureerd zijn. Deze configuratie kan menunamen, de menuvolgorde en symbolen betreffen. Neem voor meer
informatie contact op met uw serviceprovider.
■ Laders en toebehoren
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met
de volgende voedingsbronnen: ACP-7 en ACP-12.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik
met dit model. Het gebruik van alle andere types kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk
zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren.
• De beveiligingscode, die bij de telefoon wordt geleverd, beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik.
De standaardcode is 12345.
• De PIN-code, die bij de SIM-kaart wordt geleverd, beveiligt de kaart tegen onbevoegd gebruik.
• De PIN2-code, die bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd, is nodig voor toegang tot sommige diensten.
• De PUK- en PUK2-code worden bij sommige SIM-kaarten geleverd. Als u driemaal na elkaar een onjuiste
PIN- of PIN2-code invoert, wordt u gevraagd de PUK- of PUK2-code in te toetsen. Neem contact op met uw
serviceprovider als u niet over deze codes beschikt.
Selecteer Menu > Instellingen > Beveiligingsinstellingen om in te stellen hoe de telefoon de toegangscodes en
beveiligingsinstellingen moet gebruiken.
■ Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik van gedeeld geheugen: Berichten, Contacten en
Componist. Door het gebruik van een of meer van deze functies is er mogelijk minder geheugen beschikbaar
voor de overige functies die geheugen delen. Als u bijvoorbeeld veel tekstberichten opslaat, kan het gebeuren
dat al het beschikbare geheugen wordt gebruikt. Het is mogelijk dat op uw apparaat een bericht wordt
weergeven dat het geheugen vol is, wanneer u een functie probeert te gebruiken die gedeeld geheugen
gebruikt. Verwijder in dit geval voordat u doorgaat een gedeelte van de informatie of registraties die in het
gedeelde geheugen zijn opgeslagen. Aan sommige functies, zoals Contacten, is mogelijk afzonderlijk een
bepaalde hoeveelheid geheugen toegewezen naast het geheugen dat met andere functies wordt gedeeld.
Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingetoetst, bevindt de
telefoon zich in de standby-modus.
• Signaalsterkte netwerk (1)
• Batterijcapaciteit (2)
• Functies selectietoetsen (3)
• Selectietoetsen (4)
• Bladertoetsen (5)
•Beltoets(6)
• Eindetoets en aan / uit-toets (7)
• Toetsenblok (8)
■ De SIM-kaart en batterij plaatsen
Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider,
netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
Deze telefoon is bestemd voor gebruik met een BL-5C- of BL-5CA-batterij.
1. Druk op de ontgrendeling van de achtercover (1), open de achtercover en verwijder de cover (2, 3). Verwijder
de batterij door deze bij de uitsparing uit de telefoon te tillen (4).
2. Trek de SIM-kaarthouder voorzichtig bij de uitsparing naar boven (5). Plaats de SIM-kaart en zorg er
daarbij voor dat de afgeronde hoek zich rechtsboven bevindt en het goudkleurige contact naar beneden is
gericht (6). Sluit de SIM-kaarthouder (7) en druk erop totdat deze vastklikt. Plaats de batterij (8, 9).
■ De batterij opladen
1. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos.
2. Steek de stekker van de lader in de aansluiting op de onderkant van de telefoon.
De indicatiebalk van de batterij begint te schuiven.
Als Laadt niet op wordt weergegeven, wacht u een ogenblik. Vervolgens koppelt u de
lader los, sluit u deze opnieuw aan en probeert u het nogmaals. Als de batterij nu nog niet
wordt opgeladen, neemt u contact op met uw leverancier.
3. Als de batterij volledig is opgeladen, stopt de indicatiebalk. Haal de stekker van de lader uit de
wandcontactdoos en maak de lader los van de telefoon.
Houd de eindetoets enkele seconden ingedrukt.
Maak alleen normaal gebruik van de telefoon.
Uw apparaat heeft een interne antenne.
Opmerking: Zoals voor alle andere radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden
vermeden als het apparaat is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de
gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is. U kunt de
prestaties van de antenne en de levensduur van de batterij optimaliseren door het antennegebied niet aan te raken
wanneer u het apparaat gebruikt.
Opmerking: Raak deze aansluiting niet aan, omdat deze gevoelig is voor
elektrostatische ontlading.
■ Demo-modus
U kunt bekijken hoe sommige functies van de telefoon werken. Als de SIM-kaart niet is geplaatst, selecteert u
Demo > Algemeen, Meer of Spelletjes.
Als de SIM-kaart is geplaatst, selecteert u Menu > Extra's > Demo > Algemeen of Meer.
■ Sneltoetsen in de standby-modus
Blader omhoog om naar Oproepinfo te gaan.
Blader omlaag om naar de lijst met namen en nummers te gaan die zijn opgeslagen in Contacten.
Blader naar links om een bericht in te toetsen.
Blader naar rechts om de demo-modus te activeren.
Houd * ingedrukt om de sprekende klok te activeren.
Druk eenmaal op de beltoets om de lijst met gekozen nummers te openen. Ga naar de gewenste naam of het
gewenste nummer en druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
■ De toetsen blokkeren
U kunt de toetsen vergrendelen om te voorkomen dat deze per ongeluk worden ingedrukt.
Selecteer vanuit de standby-modus Menu en druk kort op * om de toetsen te vergrendelen;
selecteer Vrijgev. en dru k kort op * om de vergrendeling op te heffen.
Wanneer het toetsenslot is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Toets het alarmnummer in en druk op de beltoets. Mogelijk wordt het alarmnummer dat u intoetst niet
weergegeven in het display.
1. Toets het telefoonnummer in, zonodig voorafgegaan door een netnummer en de landcode.
2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen. Blader naar rechts of links om het volume van het
luistergedeelte of de hoofdtelefoon tijdens een gesprek te verhogen of te verlagen.
Druk op de beltoets om een inkomende oproep te beantwoorden. Als u de oproep wilt weigeren zonder deze te
beantwoorden, drukt u op de eindetoets.
■ Luidspreker
Indien beschikbaar, kunt u Luidspr. of Hoorn selecteren om de luidspreker of het luistergedeelte van de
telefoon te activeren tijdens een gesprek.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt,
aangezien het volume erg luid kan zijn.
U kunt op twee verschillende manieren tekst intoetsen: via de methode voor gewone tekstinvoer (aangeduid
met ) of via de methode voor tekstvoorspelling (aangeduid met ), waarbij gebruik wordt gemaakt van
een ingebouwd woordenboek.
Als u de methode voor gewone tekstinvoer wilt gebruiken, drukt u herhaaldelijk op de toets met de gewenste
letter totdat deze letter in het display wordt weergegeven.
Als u de methode voor tekstvoorspelling wilt inschakelen tijdens het invoeren van tekst, selecteert u Opties >
Woordenboek en selecteert u de gewenst taal. U schakelt tekstvoorspelling uit door Opties > Woordenbk uit te
selecteren.
Als u tekstvoorspelling wilt gebruiken, gaat u als volgt te werk:
1. Toets het woord in door eenmaal op elke toets te drukken voor een letter.
2. Als het gewenste woord wordt weergegeven, drukt u op 0 en toetst u het volgende woord in.
Als u het woord wilt wijzigen, drukt u op * totdat het gewenste woord wordt weergegeven.
Als een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven, staat het woord niet in het woordenboek. Als u
het woord aan het woordenboek wilt toevoegen, selecteert u Spellen, toetst u het woord in (via normale
tekstinvoer) en selecteert u OK.
Tips voor het intoetsen van tekst:
• Als u een spatie wilt invoegen, drukt u op 0.
• Als u snel de methode voor tekstinvoer wilt wijzigen tijdens het invoeren van tekst, drukt u herhaaldelijk
op # en controleert u het symbool bovenaan in het display.
• Als u een cijfer wilt toevoegen, houdt u de gewenste cijfertoets ingedrukt.
•Druk op* voor een lijst met speciale tekens als u tekst invoert via de methode voor gewone tekstinvoer.
Als u tekst invoert via de methode voor tekstinvoer met woordenboek, houdt u * ingedrukt voor een lijst met
speciale tekens.
Selecteer in de standby-modus Menu en het gewenste menu en submenu. Selecteer Uit of Terug om het
huidige menuniveau te verlaten. Druk op de eindetoets om direct terug te keren naar de standby-modus.
Niet alle menufuncties of opties worden hier beschreven.
■ Berichten
Berichtinstellingen
Als u uw berichtinstellingen wilt wijzigen, selecteert u Menu > Berichten > Berichtinstellingen.
Selecteer Verzendprofiel > Nummer berichtencentrale om het telefoonnummer op te slaan dat vereist is voor
het verzenden van tekst- en afbeeldingberichten. Dit nummer krijgt u van uw netwerkoperator.
Selecteer Teken-ondersteuning (netwerkdienst) om aan te geven of de codering Volledig of Gereduceerd moet
worden gebruikt tijdens het verzenden van een tekstbericht.
Selecteer Gefilterde nummers om de lijst met gefilterde nummers weer te geven of te bewerken.
Bericht schrijven
Met uw apparaat kunnen tekstberichten worden verzonden die langer zijn dan de tekenlimiet voor één bericht.
Langere berichten worden verzonden als twee of meer berichten. Uw serviceprovider kan hiervoor de desbetreffende
kosten in rekening brengen. Tekens met accenten of andere symbolen en tekens in sommige taalopties zoals
het Chinees, nemen meer ruimte in beslag waardoor het aantal tekens dat in één bericht kan worden verzonden, wordt
beperkt.
Het aantal beschikbare tekens en het nummer van het huidige gedeelte van een bericht uit meerdere delen
wordt rechtsboven in het display weergegeven, bijvoorbeeld 917/1.
1. Selecteer in de standby-modus Menu > Berichten > Bericht schrijven.
3. Selecteer Opties > Verzende n, toets het telefoonnummer van de ontvanger in en selecteer OK om het
bericht te verzenden.
Opmerking: Wanneer u berichten verzendt, kan het zijn dat op het apparaat de melding Bericht verzonden wordt
weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat het bericht is verzonden naar het nummer van de berichtencentrale
dat in het apparaat is geprogrammeerd. Dit is geen indicatie dat het bericht is aangekomen op de doellocatie.
Raadpleeg uw serviceprovider voor meer informatie over berichtdiensten.
Een tekstbericht lezen
Als u tekstberichten hebt ontvangen, wordt in de standby-modus het aantal nieuwe berichten en het
pictogram weergegeven in het display.
Selecteer Tonen om de berichten direct weer te geven of selecteer Uit om de berichten later weer te geven in
Menu > Berichten > Inbox.
Concepten en Verzonden items
In het menu Concepten kunt u de berichten weergeven die u hebt opgeslagen in het menu Bericht opslaan.
In het menu Verzonden items kunt u de berichten weergeven die u hebt verzonden.
Beeldberichten (netwerkdienst)
U kunt berichten met afbeeldingen verzenden en ontvangen. Ontvangen afbeeldingberichten worden
opgeslagen in de Inbox. Elk afbeeldingbericht is samengesteld uit meerdere tekstberichten. Het verzenden van
een afbeeldingbericht kan dus meer kosten dan het verzenden van een tekstbericht.
Opmerking: De functie voor beeldberichten kan alleen worden gebruikt als uw netwerkoperator of serviceprovider
hiervoor ondersteuning biedt. Alleen compatibele apparaten die deze functie ondersteunen, kunnen beeldberichten
ontvangen en weergeven. De manier waarop een bericht wordt weergegeven, kan verschillen, afhankelijk van het
ontvangende apparaat.
Als u alle gelezen berichten of alle berichten in een map wilt verwijderen, selecteert u Menu > Berichten >
Berichten verwijderen > Alle gelezen of de gewenste map.
■ Contacten
U kunt namen en nummers opslaan in het geheugen van de telefoon en het geheugen van de
SIM-kaart. In het geheugen van de telefoon kunnen maximaal 200 namen worden opgeslagen.
Zoeken naar een naam en telefoonnummer
Blader omlaag in de standby-modus en toets de eerste letters van de naam in. Ga naar de gewenste naam.
U kunt ook de volgende opties in het menu Contacten selecteren:
Contact toevoegen - Hiermee kunt u namen en nummers opslaan in de lijst met contacten.
Verwijderen - Hiermee kunt u namen en nummers afzonderlijk of allemaal tegelijk verwijderen uit de lijst met
contacten.
Kopiëren - Hiermee kunt u namen en nummers afzonderlijk of allemaal tegelijk kopiëren van het interne
geheugen naar het geheugen van de SIM-kaart en omgekeerd.
Instellingen voor contacten
Selecteer Menu > Contacten > Instellingen en selecteer een van de volgende opties:
Gebruikt geheugen - Hiermee kunt u opgeven of namen en nummers worden opgeslagen in het geheugen van
de Telefoon of het geheugen van de SIM-kaart. Wanneer u de SIM-kaart wijzigt, wordt automatisch het
geheugen van de SIM-kaart geselecteerd.
Weergave Contacten - Hiermee kunt u aangeven hoe namen en telefoonnummers worden weergegeven.
Wanneer u de Details van een contactpersoon weergeeft terwijl Weergave Contacten is ingesteld op
Namenlijst of Alleen naam, wordt weergegeven bij namen en nummers die zijn opgeslagen in het
geheugen van de SIM-kaart en wordt weergegeven bij namen en nummers die zijn opgeslagen in het
interne telefoonboek.
Geheugenstatus - Hiermee kunt u controleren hoeveel namen en nummers al zijn opgeslagen en hoeveel
namen en nummers nog kunnen worden opgeslagen in de lijsten.
■ Oproepinfo
Uw telefoon registreert gemiste, ontvangen en uitgaande oproepen, evenals de lengte van uw
gesprekken en het aantal verzonden en ontvangen berichten.
Als de telefoon ingeschakeld is en zich binnen het bereik van de netwerkdienst bevindt (en als het
netwerk deze functie ondersteunt), worden gemiste en ontvangen oproepen geregistreerd.
Gesprekstellers
Selecteer Menu > Oproepinfo > Oproepduur om de duur van het laatste gesprek, van alle ontvangen of alle
gekozen oproepen of de totale duur van alle gesprekken weer te geven.
Als u de gesprekstellers opnieuw wilt instellen, selecteert u Timers op nul zetten, toetst u de beveiligingscode in
en selecteert u OK.
Opmerking: De uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproepen en diensten, kan variëren, afhankelijk
van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
■ Instellingen
In dit menu kunt u verschillende instellingen van de telefoon wijzigen. Selecteer Fabrieksinstell.
herstellen om een aantal menu-instellingen op de oorspronkelijke waarden in te stellen.
Tooninstellingen
Selecteer Menu > Instellingen > Tooninstellingen en selecteer een van de volgende opties:
Type beltoon - Hiermee stelt u de toon voor inkomende oproepen in.
Beltoonvolume - Hiermee stelt u het volume voor de beltonen en waarschuwingstonen in. Als u het
Beltoonvolume instelt op niveau 2 of hoger, stijgt het volume bij een inkomende oproep van niveau 1 tot het
niveau dat u hebt ingesteld.
Trilsignaal - Hiermee stelt u in dat de telefoon trilt wanneer u een gesprek of tekstbericht ontvangt.
Berichtensignaaltoon - Hiermee kunt u de toon selecteren die moet klinken als een tekstbericht binnenkomt.
Waarschuwingstonen - Hiermee kunt u waarschuwingssignalen instellen, bijvoorbeeld wanneer de capaciteit
van de batterij laag is.
Weergave-instellingen
Selecteer Menu > Instellingen > Weergave-instellingen.
Selecteer Energiebesparing klok om de digitale of klassieke klok en alle indicatoren in het hoofddisplay weer te
geven als een screensaver.
Profielen
U kunt de profielen aanpassen voor het gebruik van bepaalde functies, zoals beltonen en de screensaver.
Selecteer Menu > Instellingen > Profielen, selecteer het profiel dat u wilt wijzigen en selecteer Aanpassen.
Tijd-instellingen
Selecteer Menu > Instellingen > Tijd-instellingen.
Selecteer Klok om de klok weer te geven of te verbergen, de tijd in te stellen en de tijdnotatie te wijzigen.
Als de batterij uit de telefoon verwijderd is geweest, moet u de tijd en datum mogelijk opnieuw instellen.
Oproepinstellingen
Selecteer Menu > Instellingen > Oproepinstellingen en selecteer een van de volgende opties:
Selecteer Doorschakelen (netwerkdienst) als u inkomende oproepen wilt doorschakelen naar uw voicemail of
naar een ander telefoonnummer. Als u de geselecteerde doorschakeloptie wilt inschakelen, selecteert u
Activeren. Als u de optie wilt uitschakelen, selecteert u Annuleren. Als u wilt controleren of de optie is
geactiveerd, selecteert u Status contr.. Als u een vertraging voor het doorschakelen wilt opgeven, selecteert u
Vertraging inst. (niet beschikbaar voor alle doorschakelopties). Er kunnen verschillende doorschakelopties
tegelijkertijd actief zijn. Wanneer Alle spraakoproepen doorschakelen is geactiveerd, wordt in het display
weergegeven in de standby-modus. Als u alle doorschakelingen wilt annuleren, selecteert u Alle
doorschakelingen annuleren.
Selecteer Identificatie verzenden (netwerkdienst) om in te stellen dat uw telefoonnummer moet worden
weergegeven aan of verborgen voor de persoon die u belt.
Selecteer Automatisch opnw kiezen om in te stellen dat maximaal tien pogingen moeten worden gedaan om
verbinding te maken na een mislukte kiespoging.
Opties wachtfunctie (netwerkdienst) om in te stellen dat u wordt gewaarschuwd als er een nieuwe oproep
binnenkomt terwijl u een gesprek voert.
Telefooninstellingen
Selecteer Menu > Instellingen > Telefooninstellingen.
Selecteer Taal om de gewenste taal voor displayteksten te selecteren.
Kosteninstellingen
Opmerking: De uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproepen en diensten kan variëren, afhankelijk
van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
Selecteer Menu > Instellingen > Kosteninstellingen en Prepaid-tegoed (netwerkdienst) om informatie weer te
geven over het prepaid-tegoed; Timer bij oproep om tijdsweergave tijdens een gesprek in of uit te schakelen;
Samenvatting oproep om de weergave van de gespreksduur na een gesprek in of uit te schakelen;
Gesprekskosten (netwerkdienst) om de geschatte kosten van het laatste gesprek of van alle gesprekken weer te
geven in de eenheden die u hebt ingesteld bij Kosten tonen in.
Opmerking: Als er geen kosteneenheden of valuta-eenheden meer resteren, kunt u mogelijk nog wel bellen naar
het geprogrammeerde alarmnummer.
Selecteer Menu > Instellingen > Instellingen toebehoren > Hoofdtelefoon of Hoorappraat.
Selecteer Automatisch opnemen om in te stellen dat inkomende oproepen binnen vijf seconden automatisch
worden beantwoord.
Het menu Toebehoreninstellingen is alleen beschikbaar wanneer een toebehoren is aangesloten op de telefoon.
Instelling voor de rechterselectietoets
Als u in de standby-modus Ga naar selecteert, opent u de lijst met snelkoppelingen. Als u snelkoppelingen wilt
instellen of rangschikken, selecteert u Menu > Instellingen > Instell. rechterselectietoets. Ga naar
Selectieopties om de functies te selecteren die u als snelkoppeling wilt gebruiken. Ga naar Ordenen om de
volgorde van de functies in de lijst met snelkoppelingen te wijzigen.
■ Klok
Selecteer in de standby-modus Menu > Klok > Alarmtijd om het tijdstip voor het alarmsignaal in
te stellen. Ga naar Alarmtoon om de toon voor het alarmsignaal te selecteren, Alarm herhalen om
in te stellen of het alarmsignaal eenmaal of herhaaldelijk moet klinken op bepaalde dagen van de
week en Sprekende klok om de tijd uit te laten spreken. Wanneer het alarmsignaal klinkt, selecteert u Stop om
het alarm te stoppen of Snooze om het alarm te stoppen en na 10 minuten opnieuw te laten afgaan.
Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken terwijl het apparaat is uitgeschakeld, schakelt het apparaat zichzelf in
en wordt het waarschuwingssignaal afgespeeld. Als u Stop selecteert, wordt u gevraagd of het apparaat moet worden
geactiveerd voor oproepen. Selecteer Nee als u het apparaat wilt uitschakelen of Ja als u het apparaat wilt gebruiken om te
bellen en gebeld te worden. Selecteer Ja niet wanneer het gebruik van draadloze telefoons storingen of gevaar kan
opleveren.
■ Herinneringen
Als u een korte tekstnotitie met een waarschuwingssignaal wilt opslaan, selecteert u Menu >
Herinneringen > Nieuw. Als het ingestelde tijdstip is bereikt, selecteert u Stop om het alarmsignaal
uit te schakelen of Uitstel om het alarm na 10 minuten opnieuw af te laten gaan.
Opmerking: Deze rekenmachine heeft een beperkte nauwkeurigheid en is ontworpen voor eenvoudige
berekeningen.
Selecteer Menu > Extra's > Rekenmachine.
1. Druk op de toetsen 0 tot 9 om cijfers in te voegen en op # om een decimaalteken in te voegen. Druk op * als
u het teken van het ingevoerde cijfer wilt wijzigen.
2. Blader omhoog of omlaag om +, -, x, of / te selecteren.
3. Herhaal indien nodig stap 1 en 2.
4. Als u de uitkomst wilt berekenen, selecteert u =.
Omrekenen
U kunt verschillende maateenheden omrekenen.
Selecteer in de standby-modus Menu > Extra's > Omrekenen. U kunt de laatste vijf conversies bekijken door
Ltste 5 conv. te selecteren. U kunt ook kiezen uit zes gedefinieerde categorieën: Temperatuur, Gewicht, Lengte,
Oppervlakte, Volume en Valuta.
U kunt eigen conversies toevoegen met Mijn conversies.
Als u in een conversie omhoog of omlaag bladert, kunt u de positie van de eenheden in de conversie
omwisselen.
Componist
Selecteer Menu > Extra's > Componist en een toon. U kunt zelf beltonen maken door de
noten in te toetsen. Druk bijvoorbeeld op 4 voor de noot f. Druk op 8 om te toon of rust te
verkorten (-) en druk op 9 om de toon of rust te verlengen (+). Druk op 0 om een rust in te
voegen, * om het octaaf in te stellen en # om de noot scherp te maken (niet beschikbaar voor
e en b).
Wanneer de toon gereed is, selecteert u Opties > Afspelen, Opslaan, Tempo, Verze nden , Scherm wissen of
Afsluiten.
Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de
gebruiksduur van de batterij af.
■ SIM-diensten
De SIM-kaart biedt mogelijk andere diensten waartoe u toegang hebt. Dit menu wordt
weergegeven als dit door de SIM-kaart wordt ondersteund. De naam en inhoud van het menu is
afhankelijk van de SIM-kaart.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De volledige capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas benut nadat de
batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen
maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gesprekstijd en stand-by-tijd aanmerkelijk korter zijn dan normaal,
moet u de batterij vervangen. Gebruik alleen batterijen die door Nokia zijn goedgekeurd en laad de batterij alleen opnieuw op
met laders die door Nokia zijn goedgekeurd en bestemd zijn voor dit apparaat.
Als u de nieuwe batterij voor de eerste keer gebruikt of als u de batterij langere tijd niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat u de
lader moet aansluiten, ontkoppelen en vervolgens opnieuw moet aansluiten om het opladen te starten.
Haal de lader uit het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt. Houd niet een volledig opgeladen batterij gekoppeld aan de
lader omdat de levensduur van de batterij kan afnemen wanneer deze wordt overladen. Als een volledig opgeladen batterij
niet wordt gebruikt, wordt deze na verloop van tijd automatisch ontladen.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator op het scherm wordt
weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze bestemd is. Gebruik nooit een beschadigde lader of batterij.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer een metalen voorwerp
zoals een munt, paperclip of pen direct contact maakt met de positieve (+) en negatieve (-) poolklemmen van de batterij.
Deze klemmen zien eruit als metalen strips. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw zak of tas
hebt. Kortsluiting van de poolklemmen kan schade veroorzaken aan de batterij of aan het voorwerp waarop deze is
aangesloten.
De capaciteit en de levensduur van de batterij nemen af wanneer u deze op hete of koude plaatsen bewaart (zoals in een
afgesloten auto in de zomer of in winterse omstandigheden). Probeer ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de
batterij tussen de 15°C en 25°C ligt. Een apparaat met een warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar
zijn, zelfs wanneer de batterij volledig opgeladen is. De batterijprestaties zijn met name beperkt in temperaturen beduidend
onder het vriespunt.
Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan ontploffen. Batterijen kunnen ook ontploffen als deze beschadigd
zijn. Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling.
Gooi batterijen niet weg met het huishoudafval.
■ Richtlijnen voor het controleren van de echtheid van Nokia-batterijen
Gebruik altijd originele Nokia-batterijen voor uw veiligheid. Verzeker u ervan dat u een originele Nokia-batterij koopt door
de batterij bij een officiële Nokia-dealer te kopen, te kijken of het Nokia Original Enhancements-logo op de verpakking staat
en het hologramlabel volgens de onderstaande stappen te inspecteren.
Een succesvolle uitvoering van de vier stappen biedt geen totale garantie voor de echtheid van de batterij. Als u reden hebt
om aan te nemen dat uw batterij geen echte originele Nokia-batterij is, gebruik deze dan niet, maar breng de batterij naar de
dichtstbijzijnde officiële Nokia-dealer of Service Point voor assistentie. De officiële Nokia-dealer of Service Point zal de
echtheid van de batterij controleren. Als de echtheid niet kan worden vastgesteld, breng de batterij dan terug naar de plaats
van aankoop.
De echtheid van het hologram controleren
1. Wanneer u het hologram op het label bekijkt, hoort u vanuit de ene hoek het
Nokia-symbool met de handen te zien, en vanuit de andere hoek het Nokia Original
Enhancements-logo.
2. Wanneer u het hologram onder een hoek naar links, rechts, omlaag en omhoog houdt,
hoort u op iedere kant respectievelijk 1, 2, 3 en 4 stippen te zien.
3. Kras aan de zijkant van het label om een 20-cijferige code zichtbaar te maken, bijvoorbeeld
12345678919876543210. Draai de batterij zo dat de cijfers rechtop staan. De 20-cijferige
code moet worden gelezen te beginnen bij het cijfer op de bovenste rij, gevolgd door de
onderste rij.
4. Controleer of de 20-cijferige code geldig is door de instructies op
www.nokia.com/batterycheck te volgen.
Als u een tekstbericht wilt maken, toetst u de 20-cijferige code in (bijvoorbeeld 12345678919876543210) en stuurt u het
bericht naar +44 7786 200276.
Er zijn nationale en internationale operatorkosten van toepassing.
U dient een bericht te ontvangen dat aangeeft of de code is geverifieerd.
Wat als de batterij niet origineel is?
Gebruik de batterij niet als het u niet gelukt is vast te stellen of de Nokia-batterij met het hologramlabel een originele
Nokia-batterij is. Breng de batterij naar de dichtstbijzijnde officiële Nokia-dealer of Service Point voor assistentie. Het
gebruik van een batterij die niet door de fabrikant is goedgekeurd, kan gevaarlijk zijn en kan leiden tot gebrekkige prestaties
en beschadiging van het apparaat of de toebehoren. Het kan ook de goedkeuring of garantie van het apparaat ongeldig
maken.
Kijk voor meer informatie over originele Nokia-batterijen naar www.nokia.com/battery.
Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De tips
hieronder kunnen u helpen om de garantie te behouden.
• Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die
corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het
apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij terugplaatst.
• Gebruik of bewaar het apparaat niet op stoffige, vuile plaatsen. De bewegende onderdelen en elektronische onderdelen
kunnen beschadigd raken.
• Bewaar het apparaat niet op plaatsen waar het heet is. Hoge temperaturen kunnen de levensduur van elektronische
apparaten bekorten, batterijen beschadigen en bepaalde kunststoffen doen vervormen of smelten.
• Bewaar het apparaat niet op plaatsen waar het koud is. Wanneer het apparaat weer de normale temperatuur krijgt, kan
binnen in het apparaat vocht ontstaan, waardoor elektronische schakelingen beschadigd kunnen raken.
• Probeer het apparaat niet open te maken op een andere manier dan in deze handleiding wordt voorgeschreven.
• Laat het apparaat niet vallen en stoot of schud niet met het apparaat. Een ruwe behandeling kan de interne elektronische
schakelingen en fijne mechaniek beschadigen.
• Gebruik geen agressieve chemicaliën, oplosmiddelen of sterke reinigingsmiddelen om het apparaat schoon te maken.
• Verf het apparaat niet. Verf kan de bewegende onderdelen van het apparaat blokkeren en de correcte werking
belemmeren.
• Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde vervangingsantenne. Niet-goedgekeurde antennes, aanpassingen
of toebehoren kunnen het apparaat beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regelgeving met betrekking tot
radioapparaten.
• Gebruik laders binnenshuis.
• Maak altijd een back-up van alle gegevens die u wilt bewaren (zoals contactpersonen en agendanotities) voordat u het
apparaat naar een servicepunt brengt.
Alle bovenstaande tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere toebehoren. Neem contact op met het
dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als enig apparaat niet goed werkt.
Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen.
■ Gebruiksomgeving
Houd u aan speciale voorschriften die in een bepaald gebied van kracht zijn en schakel het apparaat altijd uit op plaatsen
waar het verboden is het apparaat te gebruiken of waar het gebruik ervan storing of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het
apparaat alleen in de normale posities. Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF-signalen wanneer
het op normale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van minimaal 1,5 cm van het
lichaam bevindt. Wanneer het apparaat op het lichaam wordt gedragen in een draagtasje, riemclip of houder, moeten deze
hulpmiddelen geen metaal bevatten en moet het apparaat zich op de bovengenoemde afstand van het lichaam bevinden.
Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen voorwerpen kunnen worden aangetrokken door het apparaat.
Houd creditcards en andere magnetische opslagmedia uit de buurt van het apparaat, omdat de gegevens die op deze media
zijn opgeslagen, kunnen worden gewist.
■ Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het functioneren van onvoldoende beschermde
medische apparatuur nadelig beïnvloeden. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen
of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen hebt. Schakel het apparaat uit in
instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt door ter plaatse aangegeven instructies. Ziekenhuizen
en andere instellingen voor gezondheidszorg kunnen gebruik maken van apparatuur die gevoelig is voor externe RF-energie.
Pacemakers
Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 15,3 cm afstand moet worden gehouden tussen een draadloze
telefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen
met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research. Mensen met een pacemaker
moeten:
• het apparaat op meer dan 15,3 cm afstand van de pacemaker houden;
• het apparaat bij het oor houden aan de andere zijde van het lichaam dan de zijde waar de pacemaker zich bevindt, om de
kans op storingen te minimaliseren.
Als u vermoedt dat er storing optreedt, moet u het apparaat uitschakelen en uit de buurt van de pacemaker houden.
Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in bepaalde gehoorapparaten veroorzaken. Neem contact op met
uw netwerkoperator als u last hebt van dergelijke storingen.
■ Voertuigen
RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of
onvoldoende afgeschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische antislip- of
antiblokkeer-remsystemen, systemen voor elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen). Raadpleeg de fabrikant, of
diens vertegenwoordiger, van uw voertuig of van hieraan toegevoegde apparatuur, voor meer informatie.
Het apparaat mag alleen door bevoegd personeel worden onderhouden of in een auto worden gemonteerd. Ondeskundige
installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is op het apparaat doen vervallen.
Controleer regelmatig of de draadloze apparatuur in uw auto nog steeds goed bevestigd zit en naar behoren functioneert.
Vervoer of bewaar geen brandbare vloeistoffen, gassen of explosieve materialen in dezelfde ruimte als die waarin het
apparaat zich bevindt of onderdelen of toebehoren daarvan. Voor auto's met een airbag geldt dat de airbags met zeer veel
kracht worden opgeblazen. Zet geen voorwerpen, dus ook geen geïnstalleerde of draagbare draadloze apparatuur, in de
ruimte boven de airbag of waar de airbag wordt opgeblazen. Als draadloze apparatuur niet goed is geïnstalleerd in de auto en
de airbag wordt opgeblazen, kan dit ernstige verwondingen veroorzaken.
Het gebruik van het apparaat in een vliegtuig is verboden. Schakel het apparaat uit voordat u een vliegtuig binnengaat. Het
gebruik van draadloze telecomapparatuur kan gevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig, kan het draadloze
telefoonnetwerk verstoren en kan illegaal zijn.
■ Explosiegevaarlijke omgevingen
Schakel het apparaat uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies op. Dergelijke
plaatsen zijn bijvoorbeeld plaatsen waar u gewoonlijk wordt geadviseerd de motor van uw auto af te zetten. Vonken kunnen
op dergelijke plaatsen een explosie of brand veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden kunnen vallen. Schakel het
apparaat uit bij benzinestations. Houd u aan de beperkingen voor het gebruik van radioapparatuur in
brandstofopslagplaatsen, chemische fabrieken of op plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt. Plaatsen met
explosiegevaar worden vaak, maar niet altijd, duidelijk aangegeven. Het gaat onder andere om scheepsruimen, chemische
overslag- of opslagplaatsen, voertuigen die gebruikmaken van LPG (onder andere propaan of butaan) en gebieden waar de
lucht chemicaliën of fijne deeltjes van bijvoorbeeld graan, stof of metaaldeeltjes bevat.
■ Alarmnummer kiezen
Belangrijk: Draadloze telefoons zoals dit apparaat, maken gebruik van radiosignalen, draadloze netwerken,
kabelnetwerken en door de gebruiker geprogrammeerde functies. Hierdoor kunnen verbindingen niet onder alle
omstandigheden worden gegarandeerd. U moet nooit alleen vertrouwen op een draadloze telefoon voor het tot
stand brengen van essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische noodgevallen.
Een alarmnummer kiezen:
1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd. Controleer of de signaalontvangst voldoende is.
In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste SIM-kaart noodzakelijk zijn.
2. Druk zo vaak als nodig is op de eindetoets om het scherm leeg te maken en het apparaat gereed te maken voor een
oproep.
3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.
4. Druk op de beltoets.
Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies eerst moet uitschakelen voordat u een alarmnummer
kunt kiezen. Als het apparaat in het profiel Offline of Vlucht staat, moet u het profiel wijzigen om de telefoonfunctie te
activeren voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Raadpleeg deze handleiding of uw serviceprovider voor meer informatie.
Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies eerst moet uitschakelen voordat u een alarmnummer
kunt kiezen. Raadpleeg deze handleiding of uw serviceprovider voor meer informatie.
Geef alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig mogelijk op, wanneer u een alarmnummer belt. Uw draadloze apparaat is
mogelijk het enige communicatiemiddel op de plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor
toestemming hebt gekregen.
■ Informatie over certificatie (SAR)
DIT APPARAAT VOLDOET AAN RICHTLIJNEN VOOR BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN
Dit mobiele apparaat is een radiozender en -ontvanger. Het is zo ontworpen dat de grenzen voor blootstelling aan
radiogolven die worden aanbevolen door internationale richtlijnen niet worden overschreden. Deze richtlijnen zijn
ontwikkeld door de onafhankelijke wetenschappelijke organisatie ICNIRP, en bevatten veiligheidsmarges om de veiligheid
van alle personen te waarborgen, ongeacht hun leeftijd en gezondheidstoestand.
De blootstellingsrichtlijnen voor mobiele apparatuur worden uitgedrukt in de maateenheid SAR (Specific Absorption Rate).
De SAR-limiet in de richtlijnen van het ICNIRP is 2,0 W/kg (watt/kilogram) gemiddeld over tien gram lichaamsweefsel. Bij
tests voor SAR worden de standaardposities gebruikt, waarbij het apparaat in alle gemeten frequentiebanden het hoogst
toegestane energieniveau gebruikt. Het werkelijke SAR-niveau van een werkend apparaat kan onder de maximumwaarde
liggen, omdat het apparaat zo is ontworpen dat niet meer energie wordt gebruikt dan nodig is om verbinding te maken met
het netwerk. De hoeveelheid benodigde energie hangt af van een aantal factoren, zoals de afstand tot een zendmast waarop
u zich bevindt. De hoogste SAR-waarde onder de ICNIRP-richtlijnen voor gebruik van het apparaat bij het oor is 0,78 W/kg.
Het gebruik van accessoires en toebehoren met het apparaat kan resulteren in andere SAR-waarden. SAR-waarden kunnen
variëren, afhankelijk van nationale rapportage-eisen, testeisen en de netwerkband. Meer informatie over SAR kunt u vinden
onder "product information" op www.nokia.com.