Nilfisk FLOORTEC R 360 P User Manual [nl]

FLOORTEC R 360 P
DEUTSCH
BETRIEBSANLEITUNG
FRANÇAIS
ENGLISH
USER MANUAL
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
www.nilfisk-alto.com
S310204
S310205
S310027 S310028
S310029
S310198
S310199
S310030
S310032
S310034
B
C
D E
F G
IH
J K
11
8
1
10
2
4
9
7
6
5
9
3
11
36
37
2
4
33
1
3
31
9
5
27
11
19
26
25
17
21
22
20
13
32
18
24
16
23
10
39
38
15
29
34
6
7
8
35
14
12
6
7b
7a
1
1
2
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
INLEIDING ............................................................................................................................................. 2
DOEL EN INHOUD VAN DEZE HANDLEIDING .............................................................................................. 2
BETREFFENDE PERSONEN .......................................................................................................................... 2
OPBERGEN VAN DE HANDLEIDING .............................................................................................................. 2
IDENTIFICATIEGEGEVENS ............................................................................................................................ 2
ANDERE GEBRUIKERSHANDLEIDINGEN ..................................................................................................... 2
VERVANGINGSONDERDELEN EN ONDERHOUD ........................................................................................ 2
MODIFICATIES EN VERBETERINGEN ........................................................................................................... 2
VEILIGHEID ........................................................................................................................................... 3
SYMBOLEN .............................. ........................................................................................................................ 3
ALGEMENE INSTRUCTIES ............................................................................................................................. 3
VERPAKKING VERWIJDEREN ............................................................................................................4
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE ....................................................................................................5
BEDRIJFSCAPACITEIT ................................................................................................................................... 5
ALGEMENE OPMERKINGEN .......................................................................................................................... 5
BESCHRIJVING VAN DE KNOPPEN EN HET BEDIENINGSPANEEL ........................................................... 5
BESCHRIJVING VAN DE BUITENKANT ......................................................................................................... 5
BESCHRIJVING MOTORRUIMTE ................................................................................................................... 6
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN ................................................................................................................... 6
ELEKTRISCHE BESCHERMINGEN ................................................................................................................ 7
ACCESSOIRES / OPTIES ................................................................................................................................ 7
GEBRUIK .............................................................................................................................................. 8
VOOR HET STARTEN VAN DE MACHINE ..................................................................................................... 8
DE MACHINE STARTEN EN STOPPEN ......................................................................................................... 8
MACHINE IN BEDRIJF ..................................................................................................................................... 9
DE AFVALCONTAINER LEGEN ..................................................... ... .......................................... ... ............... 10
NA GEBRUIK VAN DE MACHINE ...................... ... ... .... ... ... .......................................... ... .... ... ... ... ... ............... 10
DUW-/TREKBEWEGING VAN DE MACHINE ................................................................................................ 10
LANGE PERIODE VAN STILSTAND ............................................................................................................. 10
EERSTE GEBRUIKSPERIODE ............. ... .... ... ... ... ... .......................................... .... ... ... ... .... ... ... ..................... 10
ONDERHOUD ..................................................................................................................................... 11
ONDERHOUDSSCHEMA ................ ................... ................... .................... ................... .................................. 11
DE HOOGTE VAN DE HOOFDBORSTEL CONTROLEREN EN AFSTELLEN ............................................. 12
DE HOOFDBORSTELVERVANGEN ..... .......................................... ... .... ... ... ... ... .... ... ... ... ............................... 12
DE HOOGTE VAN DE ZIJBORSTELS CONTROLEREN EN AFSTELLEN ........................ ........................... 13
DE ZIJBORSTELS VERVANGEN ............................................................. ... ... ... .... ........................................ 13
REINIGING STOFFILTER EN CONTROLE OP BESCHADIGING ................................................................ 13
HOOGTE EN WERKING VAN DE FLAPS CONTROLEREN .................... ..................................................... 14
CONTROLE VAN DE WERKING VAN DE BEVEILIGINGSSCHAKELAAR VOOR OPENING VAN
DE MOTORKAP ............................................................................................................................................. 14
VEILIGHEIDSFUNCTIES .................................................................................................................... 15
NOODSCHAKELAAR ..................................................................................................................................... 15
BEVEILIGINGSSCHAKELAAR OPENING MOTORKAP ............................................................................... 15
MICROSCHAKELAAR VAN DE BESTUURDERSSTOEL ............................................................................. 15
STORINGEN LOKALISEREN ............................................................................................................. 15
VERWIJDERING ................................................................................................................................. 15
CE-CONFORMITEITSVERKLARING ................................................................................................. 16
146 2598 000(1)2005-03 A FLOORTEC R 360 P 1
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
INLEIDING
DOEL EN INHOUD VAN DEZE HANDLEIDING
Deze handleiding heeft tot doel de bediener te voorzien van alle informatie die nodig is om deze machine op de juiste en veiligste manier te gebruiken. Er staat informatie in over technische aspecten, de werking, het stoppen, onderhoud, vervangingsonderdelen en de veiligheid van de machine. De gebruikers en technici die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van deze machine moeten de instructies in deze uitgave zorgvuldig lezen, voordat ze met de machine aan het werk gaan. Als u twijfelt over de instructies, kunt u contact opnemen met een servicecentrum van Nilfisk-Alto om zo duidelijkheid te krijgen.
BETREFFENDE PERSONEN
Deze handleiding is bestemd voor de gebruiker van de machine en de technici die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van de machine.
OPBERGEN VAN DE HANDLEIDING
De bedieningshandleiding moet in een geschikte envelop bij de machine worden opgeborgen. Er mogen geen vloeistoffen of andere materialen bij komen zodat de handleiding goed leesbaar blijft.
IDENTIFICATIEGEGEVENS
Het serienummer en het model van de machine worden weergegeven op het plaatje (1, Afb. U) dat op het chassis is aangebracht en dat leesbaar is als de motorklep (4) wordt geopend. Het productiejaar van de machine is weergegeven in de CE-aanduiding. Het productiejaar kan ook worden afgeleid van de eerste twee cijfers van het serienummer van de machine. Het serienummer en model van de benzinemotor staan op de posities (2 en 3, Afb. U). Deze informatie heeft u nodig wanneer u vervangingsonderdelen voor de machine en de motor bestellen wilt. Gebruik de ruimte hieronder om de identificatiegegevens van uw machine en de benzinemotor te noteren zodat u ze altijd bij de hand heeft.
ANDERE GEBRUIKERSHANDLEIDINGEN
Gebruikers- en onderhoudshandleiding van de benzinemotor, deze behoort bij de machine en vormt een integraal onderdeel van deze handleiding. Daarnaast zijn de volgende handleidingen leverbaar: – Catalogus met vervangingsonderdelen (behoort tot
de uitrusting van de machine).
Werkplaatshandleiding (te raadplegen bij de
servicecentra van Nilfisk-Alto).
VERVANGINGSONDERDELEN EN ONDERHOUD
Als er onderhouds- of herstelwerkzaamheden aan de machine nodig zijn, moet u deze door bevoegd personeel of bij een servicecentrum van Nilfisk-Alto (zie deze handleiding) uit laten voeren; er mogen alleen originele vervangingsonderdelen en accessoires worden gebruikt. Als u hulp nodig heeft of vervangingsonderdelen en accessoires wilt bestellen bij Nilfisk-Alto, zorg dan dat u het model en het serienummer altijd bij de hand heeft.
MODIFICATIES EN VERBETERINGEN
Bij Nilfisk-Alto streven we constant naar perfectie van onze producten en we behouden ons het recht voor modificaties en aanpassingen aan te brengen indien wij die nodig achten. U bent niet verplicht deze modificaties of verbeteringen door te voeren op een eerder aangeschafte machine. Eventuele aanpassingen en/of toevoeging van accessoires moeten expliciet worden goedgekeurd en uitgevoerd door Nilfisk-Alto.
Model MACHINE..........................................................
Serienummer MACHINE .............................................
ModelMOTOR..............................................................
SerienummerMOTOR...................................................
2 FLOORTEC R 360 P 146 2598 000(1)2005-03 A
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
VEILIGHEID
De onderstaande symbolen worden gebruikt om eventuele gevaarlijke situaties aan te geven. Lees deze informatie altijd aandachtig door en neem de nodige voorzorgsmaatregelen om personen en voorwerpen te beschermen. Geen enkel preventieplan ter voorkoming van ongevallen is effectief zonder de volledige medewerking van de persoon die direct verantwoordelijk is voor de werking van de machine. De meeste ongevallen die zich binnen een bedrijf, op de werkvloer of op locatie voordoen, worden veroorzaakt door het niet naleven van enkele elementaire veiligheidsmaatregelen. Een oplettende en voorzichtige bediener is de beste garantie tegen ongevallen en is het meest effectief in elk preventieplan.
SYMBOLEN
GEVAAR!
Dit symbool geeft een gevaar met mogelijk dodelijk afloop voor de bediener aan.
LET OP!
Dit symbool geeft een mogelijk risico op persoonlijk letsel aan.
WAARSCHUWING!
Dit symbool geeft een waarschuwing of opmerking aan over de werking van de sleutel of van de gebruiksfuncties. Lees de blokken tekst die met dit symbool zijn gemarkeerd zorgvuldig door.
OPMERKING
Bij deze handelingen kunt u de gebruikershandleiding erbij nemen.
ALGEMENE INSTRUCTIES
Hierna volgen waarschuwingen en specifieke aandachtspunten om mogelijke schade aan de machine of letsel bij personen te voorkomen.
GEVAAR!
Verwijder de contactsleutel uit de contactschakelaar
van de motor voordat u onderhouds-/reparatiewerkzaamheden uitvoert.
Deze machine mag alleen worden gebruikt door
speciaal opgeleid en bevoegd personeel. De machine mag niet worden gebruikt door kinderen of mensen met een handicap.
Draag geen sieraden als u in de buurt van
bewegende onderdelen werkt.
Werk nooit onder een omhoog gebrachte machine
als deze niet voldoende wordt ondersteund door veiligheidssteunen.
Gebruik deze machine niet in ruimten waar
schadelijke, gevaarlijke, ontvlambare en/of explosieve stoffen, vloeistoffen of dampen aanwezig
zijn. – Let op: de benzine is zeer licht ontvlambaar. – Rook niet en hou open vuur weg van de plaats waar
de motor wordt bijgevuld of op plaatsen waar
brandstof wordt bewaard. – Vul de benzinetank niet verder bij dan tot de
markering (1, Afb. T) voor het maximale niveau. – Controleer na het bijvullen van de benzine of de dop
van de brandstoftank goed is afgesloten. – Als er tijdens het vullen benzine wordt geknoeid,
moet dit volledig worden weggehaald. Laat de
benzinedampen wegtrekken voordat u de motor start. – Zorg dat er geen benzine op de huid komt en dat u de
dampen niet inademt. Houd buiten bereik van
kinderen. – Laat de motor niet meer dan 20° kantelen; als de
motor verder wordt gekanteld, kan er benzine uit de
tank lopen. – De uitlaatgassen van de benzinemotor bevatten
koolmonoxide, een giftig, reukloos en kleurloos gas.
Zorg dat u het niet inademt. Bewaar de motor niet op
een afgesloten plaats. – Zet geen voorwerpen op de motor. – Zet de benzinemotor altijd uit voordat u er aan gaat
werken. Om te voorkomen dat de motor per ongeluk
aan gaat, moet u altijd het dopje van de bougie
ontkoppelen.
146 2598 000(1)2005-03 A FLOORTEC R 360 P 3
NEDERLANDS
Lees voordat u onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden aan de machine uitvoert alle instructies zorgvuldig door.
Neem alle nodige voorzorgsmaatregelen om te
voorkomen dat haar, sieraden en losse kledingstukken vast komen te zitten in de bewegende delen van de machine.
Laat de machine nooit onbeheerd staan met de
sleutel in de contactschakelaar en controleer altijd of de machine niet uit zichzelf kan bewegen.
Gebruik de machine niet op een ondergrond met een
hellingsgraad die hoger is dan op de machine staat aangegeven.
Was de machine niet met directe waterstralen, een
hogedrukspuit of bijtende materialen. Gebruik geen perslucht voor de algemene reiniging van de
machine. – Gebruik de machine niet in bijzonder stoffige ruimten. – Let er bij het gebruik van de machine op dat er zich
geen mensen, met name kinderen, in het werkgebied
van de machine bevinden. – Zet geen flessen vloeistof op de machine. – De opslagtemperatuur van de machine moet tussen
0°C en +40°C liggen. – De temperatuur moet bij gebruik van de machine
tussen de 0°C en +40°C liggen. – De vochtigheidsgraad moet tussen 30% en 95%
liggen. – Zorg altijd dat de machine niet in de zon, regen of
andere weersomstandigheden staat, zowel in
werking als bij stilstand. – Gebruik de machine niet als vervoermiddel. – Laat de borstels niet werken als de machine stilstaat
om schade aan de vloer te voorkomen. – Gebruik bij brand een poederbrandblusser. Gebruik
geen water. – Stoot niet tegen kasten of stellingen, zeker als de
kans bestaat dat er voorwerpen kunnen omvallen. – Pas de bedrijfssnelheid aan de oppervlakken aan. – Verwijder de beschermingsdelen van de machine
nooit met de hand; hou u nauwkeurig aan de
instructies voor normaal onderhoud. – Verwijder of verander geen plaatjes van de fabrikant
op de machine. – Als u afwijkingen in de werking van de machine
vermoedt, controleer dan of deze niet worden
veroorzaakt door gebrek aan dagelijks onderhoud.
Als dat niet het geval is, roept u de hulp in van
bevoegd personeel of van een bevoegd
servicecentrum. – Vraag bij vervanging van onderdelen om ORIGINELE
vervangingsonderdelen bij een bevoegd leverancier
en/of bevoegde detailhandelaar.
GEBRUIKSAANWIJZING
LET OP!
Uit veiligheidsoverwegingen en voor een correcte
werking van de machine moet het onderhoud dat in het betreffende hoofdstuk in deze handleiding wordt aangegeven voor bevoegd personeel of bij een servicecentrum worden uitgevoerd.
Laat de machine als hij wordt afgedankt niet
onbemand staan vanwege de giftige en/of schadelijke materialen (olie, kunststof materialen, etc.). Deze moeten volgens de voorschriften naar de daarvoor bestemde verzamelplaatsen worden gebracht (zie hiervoor het hoofdstuk Verwijdering).
Bij normaal gebruik veroorzaken de trillingen van de
machine geen gevaarlijke situaties. Het trillingsniveau van de machine is minder dan 2,5 m/s (EN 1033-1995-08).
Tijdens de werking van de benzinemotor wordt de
demper warm; raak de demper nooit aan als hij warm is om brandwonden of brand te voorkomen.
Laat de benzinemotor nooit draaien met onvoldoende
olie, want dat kan ernstige schade veroorzaken. Controleer het oliepeil bij een uitgeschakelde motor terwijl de machine horizontaal staat.
Laat de benzinemotor nooit zonder luchtfilter draaien;
dit kan de motor beschadigen.
Technische interventie aan de benzinemotor moet
altijd door een bevoegd persoon worden uitgevoerd.
Gebruik voor de benzinemotor alleen originele
vervangingsonderdelen of equivalenten ervan. Het gebruik van vervangingsonderdelen van een mindere kwaliteit kan de motor ernstig beschadigen.
We raden aan bij gebruik van de machine goed op te
letten wanneer de machine met hogere snelheden rijdt, omdat schokkerige stuurbewegingen instabiele situaties met de verspreiding van het gewicht kunnen veroorzaken mede door de opbouw van de machine (3 wielen). Rem altijd af voordat u aan het stuur draait.
VERPAKKING VERWIJDEREN
Controleer bij aflevering van de machine zorgvuldig of de verpakking en de machine niet zijn beschadigd tijdens het transport. Als u beschadigingen heeft aangetroffen, bewaart u de verpakking dan zoals u deze van de transporteur heeft ontvangen. Neem onmiddellijk contact op met de transporteur om een verzoek tot schadevergoeding in te vullen. Controleer altijd of de volgende onderdelen bij uw machine zijn geleverd: – Handleiding van de veegmachine – Handleiding van de benzinemotor – Catalogus met vervangingsonderdelen – Zekering N° 1 van 50 A
2
4 FLOORTEC R 360 P 146 2598 000(1)2005-03 A
Loading...
+ 14 hidden pages